MARTENATUIN FRANEKER HISTORIE EN TOEKOMSTPERSPECTIEF
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
INHOUD 1. Inleiding
3
2.
Historie
4
2.1
16de eeuw
4
2.2
Formele aanleg na 1694
7
2.3
Landschappelijke aanleg na 1834
7
2.4
Openbare functie na 1895
9
2.5
Vier perioden
11
3.
Ruimtelijke analyse
12
3.1
Huidige situatie
12
3.2
Ruimtelijke thema's
14
3.3
Reconstructie landschappelijke aanleg
16
4.
Cultuurhistorische waardestelling
18
足4.1
Algemene historische waarden
18
足4.2
Ensemblewaarden
18
足4.3
Tuinhistorische waarden
18
足4.4
Waardering in relatie tot stadstuinen
18
oeuvre Roodbaard
5.
Toekomstbeeld
20
5.1
Toekomstbeeld van de tuin
20
5.2 Maatregelen
24
5.3 Fasering
25
Bijlage
Literatuurlijst
Colofon
2
1. INLEIDING In opdracht van de Stichting Beheer Martenatuin Franeker is door N0.0RDPEIL landschap.stedenbouw op basis van historisch onderzoek en ruimtelijke analyse een inrichtingsschets en toekomstvisie opgesteld, die tevens vertaald zijn naar beheer- en onderhoudsmaatregelen. Op basis van historisch kaart- en beeldmateriaal en historische beschrijvingen is een reconstructie van de tuin gemaakt, die de ruimtelijke kenmerken en kwaliteiten uit de landschappelijke stijlperiode in beeld brengt. Het beheerplan dat in 2004 is opgesteld is nog niet volledig om te gebruiken voor een toekomstbeeld. In het boek Roodbaards Rijkdom (2012) zijn tien ruimtelijke kenmerken gegeven, op basis waarvan de landschapstuinen kunnen worden beoordeeld. Gezien het belang van de tuin van Martenahuis in Franeker is een historisch onderzoek naar de ruimtelijke aspecten van de aanleg noodzakelijk. Nieuwe bronnen (zie literatuurlijst) bieden aanknopingspunten om de waarde van deze tuin in een bredere context te bekijken.
N Luchtfoto Martenahuis Franeker
Op basis van het historisch onderzoek (cartografie, ruimtelijke analyse en archiefonderzoek) is een ruimtelijke analyse (formeel en landschappelijk) gemaakt, dat als basis dient voor het inrichtingsplan en de toekomstvisie, die kan worden vertaald naar beheer- en onderhoudsmaatregelen.
Schets achtergevel Martenahuis, Ids Wiersma 1940
3
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
N
Situering Martenatuin, circa 1536 (Rotcedel)
N
4
Situering Martenatuin, circa 1598 (Petrus Bast)
2. HISTORIE 2.1 16DE EEUW
Eind 1500 was Martenahuis in bezit van
Het huis en de bijbehorende gronden
Martenahuis werd in 1498 als Stins ge-
Amelia van Grombach. Het huis is als
werden door opeenvolgende generaties
bouwd in opdracht van edelman Hessel
geheel is onderkelderd en bestaat uit twee
eigenaren herhaaldelijk gewijzigd. Zo
van Martena. Hij was verdediger van de
haaks op elkaar staande vleugels met za-
liet de toenmalige eigenaresse Amelia
stad Franeker voor Hertog van Saksen. De
deldaken. In de hoek tussen deze vleugels
van Grombach in 1588 twintig huisste-
opdracht tot de bouw van dit versterkte
staat een achtkantige traptoren. Via de
den verpachten. Dit had als gevolg dat in
huis kan in dit licht worden beschouwd. Na
toren had men in deze periode toegang tot
de zuidoostelijke hoek een deel van het
zijn overlijden in 1517 bleef het tot 1895 in
het huis.
perceel middels een gracht begrensd werd
particulier bezit. Het huis en de omliggende
Bij het huis hoorde een groot oppervlak
van de overige gronden (5*).
gronden werden herhaaldelijk verbouwd
gronden en diverse bijgebouwen. Direct
en aangepast aan de voorkeuren van de
aan de achterzijde van het huis (door de
Ook aan het huis vonden enkele wijzigin-
eigenaren en de tijd (1*).
twee vleugels en een (tuin)muur omsloten)
gen plaats. Onder het beheer van haar
De vroegste plattegrond waarop het huis
was een binnenplaats (2*) gesitueerd, die
zoon Frits van Vervou werd in 1616 het
en de bijbehorende gronden zijn afgebeeld,
via een poort naast de westgevel toegan-
poorthuis aan de oostzijde van het huis tot
is de plattegrond van Franeker volgens
kelijk was.
twee woningen verbouwd. Deze woningen
het Rotcedel uit 1536. De plattegrond van
Ten zuidoosten van het huis lag een
werden uiteindelijk onder strikte voorwaar-
Franeker uit 1598 van Petrus Bast toont een
complex gronden (3*), dat via het poorthuis
den verkocht (4*). Tevens werd een (bij)
gedetailleerder beeld van het huis en de
aan de oostzijde (4*) van het Martenahuis
keuken gebouwd ten behoeve van het
gronden. Dit beeld komt grotendeels over-
bereikbaar was. Op deze gronden, beplant
woonhuis.
een met de stadsplattegrond van Franeker
met bomen, waren stallen met schuren en
van Joan Blaeu uit 1649.
een koetshuis geplaatst.
* Zie kaart ’16de eeuw’, pag. 10
N
Situering Martenatuin, circa 1649 (Joan Blaeu)
5
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
Martenahuis met tuin
Westerhuis Vrouwengasthuis
N
Kadastraal minuutplan, 1832
Martenahuis met tuin
Westerhuis Vrouwengasthuis
521
Albertus Deketh
703
Sipke Adama
Officier
Hal
704
Sipke Adama
Tuin
711
Dirk Icklama
Huis en erf
712
Paulus Evert Scheltema Koopman
Huis en erf
713
Rinke Drager
Huis en erf
714
Weduwe Jan Artema
Huis en erf
715
Dirk Jorritsma
Zilversmid
Huis en erf
716
… Tuinstra
Hovenier
Huis en erf
717
Jacob de Fries
Huis en erf
718
Albertus Deketh
Officier
Huis en erf
719
Albertus Deketh
Officier
Huis en erf
720
Albertus Deketh
Officier
Huis en erf
721
Jelle Bangma
Doctor
Huis en erf
722
Ludolf (…) Fontein
Koopman
Huis en erf
723
Izaak de
burgemeester Huis en erf
724
Jan Coopmans
Huis en erf
725
Catharina stinstra
Huis en erf
Koopman
Tuin
N
6
Kadastraal minuutplan met omschrijving, 1832
2.2 FORMELE AANLEG NA 1694
vruchtboomen beplant.”
1802) uit Steenwijk, die getrouwd was
Grote wijzigingen aan het huis en de
Uit deze beschrijving kan geconcludeerd
met Tettje Scheltema (1740-1825). Bij de
tuin vonden plaats onder het beheer van
worden dat de aanleg in feite uit twee
aanvaarding van de erfenis verhuisden
burgemeester Suffridius Westerhuis en zijn
delen bestond. Direct aan de achterzijde
zij met hun kinderen van Steenwijk naar
vrouw Titia Bogarda, die Martenahuis tot het
van het huis werd een tuin aangelegd
Franeker. Nadat Scheltema in 1825 overleed
overlijden van Titia Bogarda in 1737 in bezit
met parterres en spiegelhagen (9*). Het
had het huis enige tijd geen functie.
hadden.
zuidelijke deel werd als boomgaard
Albertus Deketh (1796-1857) (kleinzoon
ingericht en beplant met vruchtbomen
Albartus Telting en Tettje Scheltema) kreeg
Westerhuis kocht op 20 april 1694
(10*). De Crane noemt in zijn Herinneringen
het huis dankzij vererving in zijn bezit, maar
Martenahuis voor een bedrag van 5250
wetenschapper Willem van Ranouw die
bewoonde het niet. Nadat hij het enkele
Caroli guldens. Onderstaande beschrijving
een belangrijke bron van informatie vormde
jaren verhuurde, verkocht hij Martenahuis
uit de verkoopakte geeft een beeld van het
voor Westerhuis en hem adviseerde over
uiteindelijk in 1834 aan zijn neef Albartus
huis en de bijbehorende bezittingen:
het kweken en planten van “uitlandsche” en
Telting (1803-1863) (eveneens kleinzoon van
“de heerlijcke adelijcke huysinge, Martena
zeldzame heesters en gewassen.
Telting en Scheltema) die getrouwd was met Anna Cornelia Henriëtte Huguenin (1807-
genoemd, kelderen, achterhuisinge, hovinge, cum annexis, beswaard met
Nadat Suffridius Westerhuis in 1731
zes goudguldens jaarlijksche grondpacht
overleed, bewoonde zijn weduwe Titia
1885).
of eeuwigen renten, zijn behoorlijke
Bogarda het huis nog tot aan haar dood in
huisflorenen, wallen, pijpen, etc. Item vijftien
1737. Vermeldingen in haar nalatenschap
pondematen lands buiten de noorderpoort
hebben geresulteerd in enkele wijzigingen
te Franeker op den raadhuize (…)”
in het terrein rondom Martenahuis. Aan de
2.3 LANDSCHAPPELIJKE PERIODE NA 1834
oostzijde van de tuin werd een deel van
Op 12 mei 1834 betrok het gezin Telting
Westerhuis wijzigde de indeling van het
het terrein afgescheiden voor de bouw
Martenahuis. Een jaar eerder was Telting
huis door een nieuwe ingang (7*) aan de
van het Westerhuis Vrouwengasthuis
met zijn gezin vanuit Leeuwarden verhuisd
huidige voorgevel van het huis te plaatsen.
(11*). Het gasthuis werd met middelen uit
naar Franeker vanwege zijn aanstelling
Men kon nu via een dubbele bordestrap
de nalatenschap van Bogarda door de
in 1832 als secretaris van Franeker. Deze
aan de straatkant het huis betreden, in
Diaken van de Gereformeerde gemeente
benoeming kwam een jaar nadat hij als
plaats van de ingang via de stinstoren.
van Franeker gebouwd voor ‘godvruchtige
tweede luitenant der mobiele schutterij ge-
Hij liet de tuin aanpassen aan de
weduwen of bejaarden dochters’.
legerd was in de omgeving van Den Bosch.
Westerhuis allereerst de tuin van het
Ook aan de westzijde werd het grondbezit
Dankzij de bewaard gebleven briefwisse-
Martenahuis samen met de tuin behorende
enigszins ingeperkt. Bogarda schonk
ling met zijn vrouw kunnen we een beeld
bij het naburige westelijk gelegen huis (8*,
hun voormalige huis ten westen van het
vormen van deze periode. In de eerste
zijn voormalige woonhuis). Onderstaande
Martenahuis (12*) aan haar neef Jacobus
maanden van 1831 bevatten de brieven
beschrijving uit Herinneringen van Martena-
Scheltema. Bij deze schenking hoorde ook
hoofdzakelijk beschrijvingen van het dage-
huis te Franeker, door J.W. De Crane uit 1839
de grond en de oranjerie die vermoedelijk –
lijkse leven en van zijn contacten (o.a. Lucas
geeft een beeld van de formele tuinaanleg:
op basis van de beschrijving van De Crane
Scheltema en Albertus Deketh). Gedurende
“De uitgestrekte hovinge van Martena-huis
– aan de westzijde van de tuin lag, die
het jaar wordt de toon in zijn brieven steeds
werd nu eenen tuin van vermaak kunstig
enkele jaren eerder juist bij de tuin van het
zwaarmoediger. Zo vraagt hij regelmatig
hervormd, met parterres en spiegelhagen,
Martenahuis waren gevoegd.
om beschrijvingen van het alledaagse leven
* Zie kaart ’Formele aanleg na 1694’, pag. 10
eigentijdse formele tuinstijl. Hiervoor voegde
en zijn jonge zoon Isaac (1831-1895).
naar den trant van le Notre en den smaak des tijds, en vooral tot voldoening van
Titia Bogarda liet het Martenahuis na aan
dien des bezitters, die groot vermaak,
haar nicht Maria Boncamp, weduwe van
Nadat hij in Friesland terugkeerde, werkte
voor uitspanning, vond in het kweeken
Willem van Ranouw. Na het overlijden van
Telting zich snel op in de bestuurderselite
van uitlandsche en zeldzame heesters en
Maria Boncamp kwam het huis in bezit van
in en buiten Friesland. Tot 1843 vervulde
gewassen. Eigenaar zijnde van het huis
haar dochter Elisabeth van Ranouw, die
hij de functie van secretaris van Franeker.
ten westen, nam hij daarvan het achterste
getrouwd was met Isaak Telting. Elisabeth
Hierna was hij van 1843 tot 1848 lid van
gedeelte af, verenigde den tuin daarvan
van Ranouw (1712-1778) en Isaak Telting
de Tweede Kamer. In hetzelfde jaar werd
met den zijnen, en rigtte het achtergebouw
(1702-1782) hadden Martenahuis tot aan
hij tevens benoemd als kantonrechter in
in tot eene ruime oranjerie. Voorts werd het
hun overlijden in bezit. Het huis vererfde
Harlingen.
achterste deel der hovinge met keur van
vervolgens op neef Albartus Telting (17457
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
N
8
1918
Martenatuin, circa 1937
1900-1940
Schets achtergevel Martenahuis, Ids Wiersma 1940
Na zijn lidmaatschap van de Tweede Ka-
bestuurlijke functies die Telting bekleedde,
Roodbaard en Martenatuin
mer was hij bovendien van 1850 tot 1856 lid
kunnen ook enkele verbanden met Rood-
van de Provinciale Staten van Friesland.
baard worden gelegd.
In zowel Herinneringen van het Martenahuis (1839), als in Geschiedenis van het Martenahuis te Franeker en zijne bewoners (1895), wordt geschreven over de wijziging van de tuin in landschapsstijl nadat het huis in bezit kwam van Albartus Telting. Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) wordt hierin niet als architect genoemd. In latere bronnen staat Roodbaard vaak als aanlegger dan wel vermoedelijke aanlegger genoemd. Een ruimtelijke analyse biedt duidelijke aanwijzingen in de richting van Roodbaard, dankzij de verschillende ontwerpthema’s die herkenbaar zijn. Ook de familiekring en het (professionele) netwerk waarin Telting zich bevond, tonen verbanden tussen de Teltings en Roodbaards werkzaamheden. Freerk Dirks Fontein – professor in Franeker – liet in 1828 bij zijn buitenplaats Salwerd door Roodbaard het park aanleggen. De rijk geworden koopman Bernardus van Loon liet bij zowel zijn stadshuis in Harlingen als zijn buitenverblijf in Midlum in 1832 en 1833 door Roodbaard een tuin aanleggen. Ook in opdracht van Pieter Rodenhuis legde Roodbaard al in 1825 een park aan, bij zijn buiten Groot Lankum (net buiten Franeker). Via Jan Thomas Herman Huguenin (1804-1852) de broer van Anna Cornelia Henriëtte Huguenin was er bovendien een relatie met Schatzenburg in Dronrijp. Eigenaar Assuerus Quaestius (kantonrechter van Dronrijp liet hierbij in 1842 een park door Roodbaard aanleggen. Deze eigenaren behoorden allen tot de elite van Harlingen en Franeker. Dankzij zijn diverse functies behoorde ook Telting tot deze elite. In deze kleine wereld was Roodbaard inmiddels geen onbekende meer. Ook bij openbare opdrachten werd aan hem de opdracht verleend. Het is opvallend dat wanneer Telting in 1843 tot kantonrechter in Harlingen benoemd werd, ook Roodbaard hier van het stadsbestuur de opdracht kreeg tot het ontwerp van het Engelse Park.
Dankzij een uitgebreid archief kan een nauwkeurig beeld van zijn interessante
* Zie kaart ’Landschappelijek periode na
leven worden gevormd. Een grote verzame-
1834', pag. 11
ling van brieven en een beknopte levensbeschrijving bieden een bijzondere kijk
2.4 OPENBARE FUNCTIE NA 1895
in zijn (professionele) leven, contacten en
Tien jaar nadat Anna Cornelia Henriëtte
gedachtegangen. Helaas geven ze geen
Huguenin overleed, werd Martenahuis in
aanvullende informatie omtrent wijzigingen
1895 door de gemeente Franekeradeel voor
aan Martenahuis en tuin.
8.000 gulden aangekocht. Bijna een eeuw lang, tot 1984, was Martenahuis in dienst
Het is de vader van Teltings stiefmoeder
als raadhuis voor de gemeente. Het huis
Mr. J.W. de Crane, die in zijn boek Herin-
werd in eerste instantie in 1957 gedeeltelijk
neringen van het Martena-huis uit 1839 een
gerestaureerd, waarna in de jaren 1969-
beschrijving geeft van de veranderingen
1972 een grootschalige restauratie
aan het Martenahuis die Albartus Telting liet
plaatsvond (rijksmonument vanaf 1967).
doorvoeren: “Hij [Albartus Telting] verkreeg er nu den ei-
Ook in deze fase vonden er diverse
gendom van; liet het noodige daaraan her-
wijzigingen plaats die betrekking
stellen en in orde brengen (…) De tuin, die,
hadden op de perceelsvorm. In 1936
gedurende de jaren van stilstand, van vele
veranderde het perceel door de bouw
verouderde sieraden allengs ontdaan was,
van een telefoongebouw. Aan de Staat
werd nu geheel vernieuwd, en, met behoud
der Nederlanden werd een deel van de
van vele eerwaardige hooge boomen, die
tuin verkocht voor het plaatsen van het
nu reeds meer dan drie geslachten met
telefoongebouw (15*). De grond achter het
hunnen vruchten verkwikken, naar den trant
telefoongebouw werd geruild met grond
van een Engelsch park, in eenen niet min
van de heer Saarloos, die in het zuidoosten
bevalligen dan eenvoudigen smaak aange-
van de tuin nog bezit had (16*).
legd en beplant”
Vervolgens werd in 1958 een smalle strook van 2.5 meter breed verkocht aan het
In zowel Herinneringen van het Martena-
Westerhuis Vrouwengasthuis (17*). Deze
huis (1839), als in Geschiedenis van het
strook grensde aan het gasthuis en is nu
Martenahuis te Franeker en zijne bewoners
nog herkenbaar aan de haag. Twintig jaar
(1895), wordt geschreven over de wijziging
eerder hadden de bewoonsters van het
van de tuin in landschapsstijl (13*) nadat
gasthuis officieel de toestemming gekregen
het huis in bezit kwam van Albartus Telting.
om zich “gedurende het loopende jaar in
Lucas Pieters Roodbaard (1782-1851) wordt
den tuin van het gemeentehuis te begeven”.
hierin niet als architect genoemd. In latere
Een belangrijke stap in de richting van het
bronnen staat Roodbaard vaak als aanleg-
huidige openbare karakter van de tuin.
ger dan wel vermoedelijke aanlegger genoemd. De ruimtelijke analyse (hoofdstuk 3)
Met het samenvoegen de gemeenten
biedt duidelijke aanwijzingen in de richting
Barradeel en Franekeradeel in 1984 tot een
van Roodbaard, dankzij de verschillende
nieuwe gemeente werd ook gekozen voor
ontwerpthema’s die nog altijd herkenbaar
een nieuw onderkomen. In 2006 vestigde in
zijn.
het huis het Martenamuseum.
Op basis van familierelaties en netwerk van Albartus Telting en zijn vrouw Anna Cornelia
* Zie kaart ’Openbare functie na 1895,
Henriëtte Huguenin en de dankzij de hoge
pag. 11
Opmerkelijk is bovendien dat boomkwekerij Wybren Krijns en co. te Joure op 8 april 1834 een commisje met bomen klaar maakten die onder andere voor Franeker was bestemd. Roodbaard werkte gedurende het grootste deel van zijn carrière intensief samen met de firma Wybren Krijns uit Joure. Hoewel in dit geval de bestelling niet gespecificeerd is, ligt een verband met Martenahuis voor de hand. 9
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
2.5 VIER PERIODEN
Het Kadastraal Minuutplan (1832) dient als basisondergrond om de vier verschillende tijdsperioden en eigendomsgrenzen van Martenahuis en -tuin weer te geven.
1 2
A. 16DE EEUW Martenahuis en omliggende gronden gedetailleerd afgebeeld op plattegrond van 3
P. Bast 1.
Toegang huis via stinstoren (westzijde)
2.
Binnenplaats, toegankelijk via een
poort naast de westelijke gevel
3.
Complex gronden: boomgaard,
binnenplaats bij huis, stallen, schuren,
4 6
3
koetshuis 4.
Toegang omliggende gronden
via poortgebouw (oostzijde)
5.
Afscheiding zuidoosthoek en
verpachting van 20 huissteden (1588)
6.
Poorthuis aan oostzijde van
huis verbouwd en verkocht (1616)
3 5
N
B. FORMELE AANLEG NA 1694 7.
Nieuwe ingang met bordestrap aan
de huidige voorgevel van het huis
8.
Samenvoegen tuin Martenahuis en
tuin westelijk gelegen huis (1694)
9.
Gronden direct achter het huis aan
gelegd als formele tuin met parterres
en spiegelhagen
7
9
10. Zuidelijk deel gronden ingericht als
8
boomgaard
12
11. Afname grond aan oostzijde
Martenahuis, ten behoeve van bouw
Westerhuis Vrouwengasthuis (1737)
12. Afname grond met oranjerie en huis
aan westzijde Martenahuis, vanwege
schenking aan familie
11 10
N
10
C. LANDSCHAPPELIJKE PERIODE NA 1834 13. Aanleg tuin in landschapsstijl
13
N
D. OPENBARE FUNCTIE NA 1895 14 14. Aankoop Martenahuis en –tuin door
19
gemeente; functie van raadhuis (1895)
15.
Verkoop westelijke strook tuin ten
behoeve van bouw telefoongebouw
(1936) 16.
Ruil gronden van de heer Saarloos,
met gronden zuidoostelijk deel tuin
(garage met gronden, afmeting
gronden niet bekend) (1936)
17. Verkoop smalle strook 2.5 m2 grond 16
17
aan Westerhuis Vrouwengasthuis
(1958) 18. Gemeente verlaat Martenahuis
15
16
en krijgt een nieuw onderkomen
(1984) 19.
Vestiging Martenamuseum in
Martenahuis (2006)
N
11
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
3. RUIMTELIJKE ANALYSE 3.1
HUIDIGE SITUATIE
ReliĂŤf Het contrast tussen de holle en bolle perken is nog steeds zichtbaar. Met name de stamhoogte van de grote solitaire bomen laat de oorspronkelijke 1
aanleghoogte van de Martenatuin zien.
3
1 13 4
2
14 15
16
8
Tuinmuur De tuinmuur nabij de hoofdentree van Martenatuin is een van de nog resterende tuinsieraden uit vermoedelijk de 16de eeuwse periode.
Monumentale bomen (1 t/m 12) Jongere bomen (13 t/m 29)
Paden De padenstructuur in de huidige situatie mist het
12
Meubilair
slingerende lijnenspel. Op enkele plekken zijn de
Verspreidt langs de paden staan bankjes en
paden vrijwel haaks op elkaar aangesloten. Direct
afvalbakken. De plek van de bankjes zijn niet
rondom het Martenahuis bestaan de paden uit
gekoppeld aan de zichtlijnen in de tuin. De stijl van
geeltjes (gele klinkers). In de tuin zelf zijn de paden
de bankjes sluit niet aan bij de stijl van de tuin,
opgebouwd uit schelpen. De paden zijn begeleid
evenals het hekwerk dat de zuidelijke entree van
door een rand van cortenstaal om te voorkomen
Martenatuin accentueert.
dat de schelpen zicht verspreiden in de tuin of grasperken.
Zichtlijnen De kenmerken middellijn en zichtassen zijn nog
Beplanting
te herleiden in de huidige situatie. De middellijn
De grote solitaire bomen zijn beeldbepalend. De flan-
loopt tussen twee grote solitaire beuken door in de
ken van de tuin worden begrensd door opgaande
richting van de stadsgracht. De zichtlijnen vanuit de
beplanting. Op enkele plekken is deze randbeplan-
buitenste raampartij in de achtergevel van Mar-
ting dusdanig transparant waardoor dat ten koste
tenahuis zijn in de loop van de jaren dichtgegroeid
gaat van het oorspronkelijk besloten karakter. De van
door uitgegroeide perken en bosschages.
oorsprong lagere perkbeplanting in het middendeel van de tuin is uitgegroeid tot een perk met een bijna bosachtig karakter. De vele stinzenplanten in de grasperken zorgen in het vroege voorjaar voor een fraaie kleurenpracht. Lijst van solitaire bomen: Monumentale bomen
Westerhuis Vrouwengasthuis 5
6
24
17 23
7
26
25 18
19
22
21
9
20
10
12
11
28
1.
gewone esdoorn (Acer pseudoplatanoides)
2.
bonte esdoorn (Acer platanoides 'Drummondii')
3.
gewone es (Fraxinus excelsior)
4.
rode beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’)
5.
gewone esdoorn (Acer pseudoplatanoides)
6.
plataan (Platanus acerifolia)
7.
rode beuk (Fagus sylvatica ‘Atropunicea’)
8.
gewone es (Fraxinus excelsior)
9.
zomereik (Quercus robur)
10.
zomereik (Quercus robur)
11.
juttepeer (Pyrus)
12.
gewone es (Fraxinus excelsior)
Jongere bomen
27
29
13.
peer (Pyrus)
14.
tulpenboom (Liriodendron tulipifera)
15.
gewone berk (Betula pendula)
16.
sierpruim (Prunus)
17.
Japanse notenboom (Gingko biloba)
18. wilde lijsterbes (Sorbus aucuparia) 19.
venijnboom (Taxus baccata)
20. hazelaar (Corylus avellana) 21.
Telefoongebouw
gewone berk (Betula pendula)
22. gewone berk (Betula pendula) N
23. cipres (Chamaecyparis) 24. sierkers (Prunus serrulata)
Huidige situatie Martenatuin
25. amberboom (Liquidambar styraciflua)
CONCLUSIE
26. gewone berk (Betula pendula)
De ruimtelijke kenmerken van de landschappelijke aanleg
27.
zijn in de huidige situatie grotendeels nog aanwezig, maar
28. cipres (Chamaecyparis lawsoniana)
‘verscholen’ door met name uitgroei en dichtgroei van
29. Sierkers (Prunus serrulata)
beverboom (Magnolia x soulangeana)
beplanting en solitaire bomen. Voor Martenatuin wordt de landschappelijke aanleg (situatie na 1834) als uitgangspunt voor het toekomstbeeld ingezet. Op de volgende pagina worden de stijlkenmerken beschreven, die als basis dienen voor het toekomstbeeld. 13
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R Reliëf (referentie Staniastate)
Zichtlijnen
Middellijn
3.2 RUIMTELIJKE THEMA’S OP BASIS VAN SITUATIE 1834
1. Reliëf
3. Zichtlijnen/lijnenspel
De tuin wordt gekenmerkt door een subtiel
Het spel van zichtlijnen laat de relatie
De landschapsstijl is door Roodbaard op
gebruik van hoogteverschillen. Opvallend
tussen Martenahuis en –tuin zien. Vanuit
eigen wijze geïnterpreteerd en tot uitvoering
is dat er niet alleen sprake is van hoogtes,
de raampartijen van het huis zijn er drie
gebracht. Roodbaard bracht compacte
maar ook van laagtes. Bij het eerste perk
verschillende zichtlijnen door de tuin.
en geconstrueerde gebogen lijnen en
vanaf het huis is het contrast tussen de
De middellijn wordt begeleid door twee
slingerende paden in relatie met zichtlijnen,
‘holle’ en ‘bolle’ vormen zichtbaar. De
solitaire bomen richting de stadsgracht. De
waardoor wisselende doorzichten
randen van de perken liggen iets hoger ten
zichtlijn aan oostelijke zijde wordt eveneens
ontstonden. Uniek is de combinatie van
opzichte van het midden van dit eerste perk.
op twee punten benadrukt door solitaire
deze gebogen lijnen en het reliëf.
In het tweede deel (de voormalige nutstuin)
bomen, richting de brug over de gracht.
Door analyse en vergelijking van de
is een lichte bolling in de grasperken
Omgekeerd was er vanaf de brug ook zicht
ontwerptekeningen en de bestaande
zichtbaar. Dit vloeiende gebruik van holle en
op het huis. De meest westelijke zichtlijn
Roodbaard tuinen en parken, kunnen
bolle vormen doet denken aan de perken
benadrukt het prieel.
enkele ontwerpthema’s worden vastgesteld
in het Tournooiveld in Leeuwarden (ontwerp:
die kenmerkend zijn voor Roodbaard. Het
L.P. Roodbaard, 1841).
4. Paden De paden (gekoppeld aan de zichtlijnen)
belang van deze kennis is met name voor het toekomstig beheer en onderhoud groot.
2. Water
liggen bijna als diagonalen in de tuin
Deze informatie (de tien ontwerpthema’s)
De tuin wordt aan de achterzijde begrensd
en zijn gekoppeld aan de plaatsing van
geeft de mogelijkheid om een beeld te
door de stadsgracht. Middels zichtlijnen is
bouwwerken zoals de brug, het prieel en
vormen van de wijze waarop Martenatuin
de tuin met dit water verbonden. Vanuit het
het Westerhuis Vrouwengasthuis. Zo is op
destijds in landschappelijke stijl is
huis en het prieel in de tuin is er zicht op
het relatief kleine en smalle perceel een
aangelegd.
het water en de brug.
enorm ruimtelijk effect te ervaren. De paden en de perken zijn in samenhang
(bron: Roodbaards Rijkdom, 2012)
tot elkaar ontworpen en doen daarmee denken aan de padenstructuur van het Tournooiveld (Leeuwarden) en Het Witte Huis (Assen).
14
Water
Paden
Borders en perken
Stinzenbeplanting
Solitaire bomen
Zicht vanaf prieel naar brug
5. Details en lange lijnen
7. Ruimte-massa
9. Groen voor nut en plezier
Er is een verschil in karakter tussen het
De tuin kent een duidelijke indeling van
De aanleg van Martenatuin als nutstuin
voorste deel en het achterste deel van de
ruimte en massa. De perken die in het
dateert van voor de periode van 1843. Er
tuin. Het voorste deel heeft een ruim en
perceel zijn gesitueerd, worden gekenmerkt
zijn (enkele) vruchtbomen opgenomen in
open karakter met grote, bijna symmetrische
door een lage tot middelhoge beplanting.
de landschappelijke aanleg rond 1841. De
vormen en lijnen. Hoewel deze vormentaal
Hierdoor heeft het midden van de tuin,
oude Jutteperenboom aan de westzijde van
– echter niet symmetrisch - ook in het
met uitzondering van enkele solitaire
de tuin is daarvan nog een bewijs. Deze
achterste deel terug te vinden is, wordt
bomen, een overwegend open karakter.
boom is ongeveer 170 jaar oud geworden,
deze hier gecombineerd met meer details.
Langs de zijafscheiding van de tuin vindt
en staat sindsdien als karakteristieke
Dit deel van de tuin kent meer afwisseling
daarentegen een opgaande beplanting
vruchtboomstam en relict uit het verleden in
in open en meer besloten ruimtes, met
plaats, waardoor het naar binnen gerichte
de tuin.
kleinere perken en smalle paden langs de
karakter van het park wordt versterkt. 10. Tuinsieraden
flanken van de tuin. 8. Beplanting
Dankzij archiefmateriaal is bekend dat in
6. Middellijn
De solitaire bomen geplant in de open
de tuin een prieel heeft gestaan. Het prieel
De middellijn wordt in de tuin gebruikt als
groene ruimte, zorgen voor afwisseling,
is opgenomen in het stelsel van paden en
scheidslijn van de twee flanken. De beide
schaduw en schakering van licht en
zichtlijnen, waardoor zowel vanuit het huis
zijden zijn enigszins verschillend van elkaar
donker. Het prieel wordt benadrukt door
zicht is op het prieel als vanaf de brug net
ingevuld. Enkele monumentale solitaire
enkele solitaire opgaande bomen. De
buiten de tuin.
bomen staan aan weerskanten van deze
opgaande beplanting langs de randen
Bij de voormalige binnenplaats – tegen-
middellijn geplaatst, zonder dat de aanleg
van de tuin bestaat uit een compositie van
woordig hoofdentree van de tuin - is een
een geometrisch karakter heeft.
kleur- en bladschakeringen. Kenmerkend
deel van de oude tuinmuur nog steeds
De middellijn met een ruimtelijke variatie
voor Martenatuin is het gebruik van
aanwezig, als scheiding tussen de westelijk
van bomen is ook goed te zien in de
stinzenplanten. In het voorjaar zorgt
gelegen woning en het Martenahuis.
voortuin van Stania State (Oenkerk). In
een breed scala van diverse soorten
dit geval wordt het effect door zowel
stinzenplanten voor een fraai kleurenpalet.
perkvormen als solitaire bomen bereikt.
Opgaande beplanting
Solitaire bomen
Prieel (situatie 19de eeuw)
15
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
Recons
16
Paden
ReliĂŤf
Zichtlijnen en solitairen
3.3 RECONSTRUCTIE LANDSCHAPPELIJKE AANLEG De tien ontwerpthema’s hebben geleidt tot een reconstructie van de situatie in de landschappelijke periode. Daarbij is uitgegaan van een ruimer perceel, nog voor de verkoop van gronden voor het telefoongebouw.
GROEN Bosplantsoen - opgaand / dicht / groen Bosplantsoen - opgaand / transparant / bloeiend Sierplantsoen - middelhoog tot laag Sierplantsoen - laag Gazon Solitaire boom TUINSIERADEN Tuinmuur - bestaand Poort - bestaand Brug - bestaand Prieel - nieuw VERHARDING Halfverharing Gele klinkers OVERIG Zichtlijnen N
Plangrens
structie landschappelijke aanleg (vermoedelijke situatie na 1834)
Opgaand sierplantsoen
Perken
Tuinsieraden
17
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
4. CULTUURHISTORISCHE WAARDESTELLING Op basis van de richtlijnen voor
4.3 TUINHISTORISCHE WAARDEN
tuinhistorisch onderzoek wordt een waarde
De tuin heeft een grote tuinhistorische
toegekend aan de aanleg. Het is geen
waarde, niet alleen vanwege de kwaliteiten
pleidooi voor musealiseren of bevriezen van
van het tuinontwerp zelf, maar ook
de aanleg. Naarmate de cultuurhistorische
vanwege het feit het een stadstuin betreft.
waarden hoger zijn, moeten er krachtiger
Van de formele aanleg zijn vrijwel geen
en sterker onderbouwde argumenten zijn
ruimtelijke kenmerken meer terug te vinden.
om ze op te offeren of in te ruilen voor
Dit in tegenstelling tot de kenmerken uit de
andere waarden of belangen.
landschappelijke periode. De kenmerken
(bron: Richtlijnen tuinhistorisch onderzoek,
komen overeen met de tien ruimtelijke
voor waardestelling van groen erfgoed (RCE,
thema’s die vanuit de analyse van het
2012))
oeuvre van de tuinen en van Roodbaard zijn opgesteld. Bewijsmateriaal in de vorm
4.1 ALGEMENE HISTORISCHE WAARDEN
van kaarten en schetsen zijn tot op heden
Martenahuis en tuin hebben gezamenlijk
zekerheid kan worden gezegd dat deze
een hoge historische waarde. Ze
stadstuin aan het oeuvre van Roodbaard
vertegenwoordigen de bijzondere
kan worden toegekend.
geschiedenis van Franeker; namelijk
Roodbaard ontwierp veel stadstuinen,
gebouwd in 1498 in opdracht van edelman
waarvan er maar weinig bewaard zijn
Hessel van Martena, verdediger van de
gebleven. Martenatuin geeft hierdoor niet
stad Franeker voor Hertog van Saksen. De
alleen blijk van de ontwerpkwaliteiten van
ontwikkeling die huis en tuin vanaf 1498
deze afzonderlijke tuin, maar ook inzicht in
hebben doorgemaakt (zowel in uiterlijke
de maatvoering en ruimtelijke kenmerken
verschijning als in eigendomssituatie) vertelt
van de categorie stadstuin.
echter niet gevonden waardoor niet met
het verhaal van de ontwikkeling Franeker in
rijksmonument heeft, geldt dit niet voor de
4.4 WAARDERING IN RELATIE TOT STADSTUINEN OEUVRE ROODBAARD
bijbehorende tuin.
Roodbaard ontwierp in de periode van ca.
de context van de tijd. Hoewel Martenahuis al de status van
1815 tot 1850 vele parken en tuinen in de
4.2 ENSEMBLEWAARDEN
noordelijke provincies Groningen, Friesland
Het belang van Martenatuin is groot,
en Drenthe. Drie stadstuinen worden
aangezien de tuin in landschapsstijl aan
besproken, ter vergroting van de kennis van
het oeuvre van landschapsarchitect L.P.
deze categorie.
Roodbaard wordt toegeschreven. Het maakt deel uit van de tuinen en parken die in Noord Nederland in de periode 18001850 – grotendeels door Roodbaard – in landschapsstijl zijn aangelegd.
18
Trommiushof (1819) Van de tuin bij het huis is een ongedateerde en ongesigneerde ontwerptekening bewaard gebleven. Op basis van stijlkenmerken en ontwerpmethodiek is het ontwerp aan Roodbaard toegeschreven. De aanleg van dit zeer vroege ontwerp bestaat uit een aantal gevarieerd vormgegeven perken gecombineerd met een slingerend padenstelsel. De maatvoering tussen paden en perken en het gelijkmatig verloop van de paden herkennen we uit andere ontwerpen van Roodbaard, zoals bijvoorbeeld de voortuin van Lyndenstein, maar ook Martenatuin. In het ontwerp is sprake van duidelijke buitenflanken, deze zijn bovendien grotendeels bebost. Ook dit ontwerpmiddel is terug te vinden in Martenatuin. Langs de flanken slingeren paden die resulteren in een buitenroute. Hierbinnen hebben de perken gecombineerd met smalle paden een plek gekregen. Het is echter opvallend dat er nauwelijks openingen naar de omliggende omgeving zijn gecreëerd. Behalve de openingen ontbreekt het in het ontwerp van de Trommiushof ook aan duidelijke zichtlijnen binnen de aanleg. Ongesigneerde presentatietekening Trommiushof, omstreeks 1819
Het Witte Huis (1825) Hiervan is de ontwerptekening bewaard gebleven. De langgerekte aanleg kent net als Martenatuin een gecentreerd padenstelsel dat slingert om een dubbele rij van perken. De perken tussen de paden hebben verschillende vormen en functies gekregen. In delen van de tuin werden vermoedelijk groenten of fruitsoorten geplant. Het ontwerp kent een variatie in licht en donker. Ook hier werden de flanken bebost, terwijl de middenpartij en met name de middenas een grotendeels open behield. Presentatietekening Het Witte Huis, L.P. Roodbaard, na 1825
Tournooiveld (1841) Hoewel het Tournooiveld niet als stadstuin is aangelegd, maar onderdeel uitmaakt van de Prinsentuin in Leeuwarden, is de tuin hier opgenomen omdat het ontwerp grote overeenkomsten kent met Martenatuin. Roodbaard maakte voor de herinrichting van deze ruimte een ontwerpschets. Krassen, krullen en lijnen geven aanwijzingen omtrent de door Roodbaard beoogde hoogteverschillen in het ontwerp. Deze hoogteverschillen zijn ook terug te vinden in Martenatuin. Het betreft een subtiel verschil in de hoogte van perk, waarbij zowel gebruik gemaakt is van holle als bolle vormen. De bijgeschreven tekst op de tekening verduidelijkt dit en omvat aanvullende aanwijzingen over de gebruikte beplantingen. Een voorbeeld vormen de aanwijzingen in de tekst: “Aflossing van het hol na het water”en “Hier het pat laag”. Het ontwerp van het Tournooiveld is net als Martenatuin kleinschalig van karakter. In het ontwerp is wederom een onderscheid gemaakt tussen het centrale deel en de flanken. De flanken werden met bomenrijen beplant, terwijl het middendeel een open karakter kreeg. Roodbaard combineerde hier het padenstelsel met bolvormige perken, die met heesters, rozen, reseda’s, rododendrons en sparren werden opgevuld. Uitvoeringstekening Tournooiveld, L.P. Roodbaard, 1841
19
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
5. TOEKOMSTBEELD
Solitaire boom ((bestaand) Solitaire boom (nieuw) Opgaande beplanting - hoog Kruidlaag/vaste planten - middelhoog / laag Perk eenjarigen/kruidachtigen - laag Gazon met stinzenplanten
20
5.1 TOEKOMSTBEELD VAN DE TUIN
Reliëf
De Martenatuin wordt gezien als een
Met name rondom de voet van de
van de belangrijke stadstuinen die nog
solitaire bomen is het reliëf nog steeds
aanwezig is. Door het nemen van de juiste
aanwezig. Door toepassen van lage
maatregelen en in combinatie met de
beplanting wordt het reliëf van de tuin
huidig gebruik kunnen de stijlkenmerken uit
weer zichtbaar. Daardoor komen naar
deze periode worden teruggebracht.
verwachting de holle en bolle vormen van de grasperken ook weer meer tot uiting.
Padenstructuur De laatste wijziging in de begrenzing
Verbinden aan de omgeving
van de Martenatuin is geweest in 1936
Door middel van de zichtlijnen vanuit
(westzijde) en 1958 (oostzijde). Met de
Martenahuis naar de brug en de
landschappelijke aanleg van rond 1841
stadsgracht wordt de tuin weer aan
als uitgangspunt zijn er met name in de
de omgeving verbonden. Op de
westelijke flank aanpassingen in de huidige
vermoedelijke plek van het voormalig
situatie nodig.
prieel wordt het zicht over het water en op
Tevens vraagt het entreegebied aan
de brug weer ervaren. Geadviseerd wordt
zowel de voor- als achterzijde van de tuin
nader onderzoek te doen naar mogelijke
om reconstructie zodat de zichtlijnen, de
bouwkundige restanten van het prieel.
padenstructuur en de beplanting weer
Op basis daarvan kan de standplaats
op elkaar zijn afgestemd. Het is wenselijk
worden vastgesteld en vastgelegd.
al bij de beide ingangen van de tuin de landschappelijke sfeer van weleer te ervaren, door onder andere hekwerk passend bij de landschappelijke stijl.
Toekomstbeeld Martenatuin
N
Gewenste toekomstige situatie
Referentie paden de gebogen lijnen op Ropta State in Wijnaldum
Referentie beplanting De Klinze Oudkerk
Prieel (situatie 19de eeuw)
21
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R 1. Aanbrengen lage beplanting kruidlaag/vaste beplanting
2. Verwijderen broodboom (Aucuba japonica)
Beplanting
- Duitse tamarisk (Myricaria germanica)
Door de wisseling van eigenaren van
- roos (Rosa)
Martenahuis en een verschillende kijk
- kamperfoelie (Lonicera xylosteum)
op de functie en het gebruik van de tuin
- blazenstruik ( Colutea arborescens)
zijn de landschappelijke stijlkenmerken
- sering (Syringa chinensis)
enigszins vertroebelt of verdwenen. Met
- peterselievlier (Sambucus
de beheer- en onderhoudsmaatregelen (volgende pagina) wordt de nu ogenschijnlijk willekeurige opbouw van relatief open en meer dichte beplanting
3. Verwijderen opgaande beplanting i.v.m. tuinmuur
nigra 'laciniata') - wollige sneeuwbal (Viburnum
10
lantana) - pimpernoot (Staphylea pinnata)
aan de flanken van de tuin en in de perken onderbouwd en zichtlijnen hersteld. De
C. Vaste planten:
beplantingsmaatregelen zijn voornamelijk
- dahlia (Dahlia)
gericht op herstel van het assortiment,
- stokroos (Alcea rosea)
passend bij de stijlkenmerken uit de
- Kaukasische vergeet-mij-niet
periode 1800-1850.
1
(Brunnera macrophylla)
Indicatie toe te voegen sortiment:
D. Kruidlaag:
A. Vruchtbomen:
- gele helmbloem (Corydalis lutea)
- peer (Pyrus)
- maagdenpalm (Vinca major)
3
<-- 12
- aronskelk (Arum maculatum) B. Heesters:
- herfststijlloos (Colchicum autumnale)
- hortensia (Hydrangea arborescens) - kardinaalsmuts (Euonymus verrucosus) - rode kornoelje (Cornus snaguinea) - spierstruik ( Spiraea crenata) Huidige situatie Martenatuin
22
7. Heesters verwijderen, maak het water zichtbaar
8. Verwijderen bomen (Japanse notenboom,
9. Verwijderen hortensia's, maak het reliĂŤf
tulpenboom, lijsterbes, cipres, berk)
en Westerhuis Vrouwengasthuis zichtbaar
2
4. Klimop uit solitairen verwijderen
5. Klimop uit stam juttepeer verwijderen
6. .Verwijderen cipres
9 9
11
12
2
8
10
6 8
8 8
4
11
7
10
8
8
5 4
10. Verwijderen/terugzetten Taxus bacata (venijnboom)
11
10
11. Verwijderen Ilex aquifolium (hulst)
12. Plaatsen hekwerk in passende stijl (vooren achteringang) en inplanten hekwerk
23
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
14 16
21 4
13
4
16 2
12 8
9
1
8
12 24
16
25
15 16
8
14
15
16
12
9 21 8
11
15
24
8
3
16
13
11 23
2
5.2 MAATREGELEN
14. Beplant de open plekken in de
Reliëf
Reliëf wordt niet actief aangepast. Naar ver-
15. Verwijder klimop in bomen, verwijder
wachting wordt door herstel padenstructuur
en aanpassen beplanting (lage beplanting
16. Herstel kruidlaag (onder andere
rondom met name de solitaire bomen in de
struikklimop, Salomonszegel,
flanken) het reliëf weer zichtbaar.
longkruid, aronskelk, etc..)
flanken van de tuin hulst en broodboom
17.
Planten solitairen bij prieel
Zichtlijnen
(3x Italiaanse populier)
1.
Herstel middellijn; verwijderen
18. Planten solitaire boom
beplanting en verwijderen
(1x bonte esdoorn of goudes)
solitairen
12
21
4
11
18 8 10
12
17 4
19
2.
Herstel zichtlijn naar brug; verwijderen
Tuinsieraden
(m.n. hulst) of terugzetten (m.n.
19.
Plaats een eigentijds prieel, passend
Taxus) beplanting en herstel
bij de landschappelijke aanleg
padenstructuur
20. Verwijder het huidig meubilair
3.
Herstel zichtlijn naar locatie prieel;
verwijderen of terugzetten beplanting,
21. Plaats eigentijdse banken (3 stuks) op
opkronen solitairen
strategische plaatsen, passend bij de
landschappelijke stijl
(banken en afvalbakken)
Paden
22. Verwijder het huidige hekwerk bij
4.
Herstel de slingerende padenstructuur
en het doorlopend lijnenspel,
23. Plaats een eigentijds hekwerk,
haal rechtstanden uit de paden
passend bij de landschappelijke
5.
Houd één breedte aan voor de
aanleg (voor- en achterentree)
hoofdpaden; 1,20 / 1,50 meter
en inplanten hekwerk (achterzijde) ter
6.
Houd één breedte aan voor de
afscheiding van de tuin met een haag
nevenpaden; 1,00 meter
24. Verplaats toegang via lage tuinmuur,
7.
Herstel de rand van cortenstaal;
plaats infobord op of voor westelijke
houd dit op één hoogte ten
gevel Martenahuis
opzichte van het maaiveld
25. Maak oude tuinmuur weer zichtbaar,
de zuidelijke entree
verwijder klimop
Beplanting
Maatregelenkaart
N
8.
Verwijderen (of verplanten elders,
5.3 FASERING
buiten de tuin) relatief jonge solitaire
1.
bomen (komen niet voor op de lijst
bomen
van beplanting tot 1880, bijlage 1)
2.
9.
Behoud één Taxus, snoei in vorm
reliëf
10. Herstel het zicht op het water;
3.
verwijder de beplanting langs de
4.
oevers van de gracht
11. Creëer perken met middelhoge
5.
(max. 1,20 meter) beplanting
12. Creëer perken met lage kruidachtigen
Verwijderen beplanting / kappen Herstel padenstructuur en versterken Aanleg beplanting /perken Verbeteren entree (verplaatsen toe gang door lage tuinmuur, plaatsen nieuw informatiebord) Verbeteren meubilair en hekwerken, passend bij landschappelijke stijl
/ éénjarigen
13. Herstel de open plekken in de
beplanting langs de flanken van de
tuin, verwijder m.n. hortensia's
25
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
BIJLAGEN Lijst van beplanting tot 1880 in het boek Roodbaards Rijkdom door E. van der Laan en W. Ottens, 2012.
26
RoodbaaRds Rijkdom
220
Nederlandse naam
Abeel / Populier Abeel / Populier Esdoorn Esdoorn Esdoorn Esdoorn Esdoorn Zilveresdoorn
Vederesdoorn Paardenkastanje Berk Beuk
Beuk Eik Es Esdoorn
Iep Bruine beuk
Canadese populier Bonte tamme kastanje
Trompetboom Judasboom Judasboom Kornoelje Steenroosje Eik Eik Els Els Es Esdoorn Eik Es
Tamme kastanje / paardekastanje
Naam
BOmeN Abeli Abelij Acer cortica Acer cortica var Acer cortile Acer fol var Acer fol. Varieg Acer lanciniatuim
Acer negundo Aesculus Berk Beuk
Beuk Bonte eik Bonte es Bonte esdoorn
Bonte yp Bruine beuk
Canadese populier Castanje guina bont bl
Catalpa Ceris siliquestrum Cersis siliquestrum Cornus Daphoe cneorum Eik Eik met bonte bladen Els Elst Es Esdoorn Eyken Gele es
Gele kastanje
Castanea / Aesculus
Populus Populus Acer Acer Acer Acer Acer Acer saccharinum ‘Laciniatum’ Acer negundo Aesculus Betula Fagus sylvatica ‘Purpurea’ Fagus sylvatica Quercus Fraxinus Acer (platanoides ‘Drummondii’) Ulmus Fagus sylvatica ‘Purpurea’ Populus x canadensis Castanea sativa ‘Albomarginata’ Catalpa Cercis siliquastrum Cercis siliquastrum Cornus Daphne cneorum Quercus Quercus Alnus Alnus Fraxinus Acer Quercus Fraxinus
latijnse naam
lijst van beplanting tot 1880
Boom
Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom
Boom Boom
Boom Boom
Boom Boom Boom Boom
Boom Boom Boom Boom
Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom
type
Italiaanse populier Jasmijn Kastanje Kastanje / tamme kastanje Kastanje Bonte tamme kastanje
Italiaanse populier Jasminum Kastanen pumilas Kastanje
Treurbeuk
Rode kastanje Salix salvis Striatium esdoorn Tamme kastanje Tamme kastanje Tilia grandifolia Treur es Treurbeuk Treuresch
Treures
Kastanje / tamme kastanje Rode paardekastanje Wilg Esdoorn Tamme kastanje Tamme kastanje Zomerlinde Treures
Rode kastanje
Opgaande populier Plantanus Platte els Populier Populis codifolia Populus hetrophylla Quercus fol vari Quercustol Quercustolia Robinia vilcosa Rode acacia
Lijsterbes Linde Grootbladige linde / zomerlinde Populier Plataan Els Populier Hartbladige populier Hartbladige populier Eik Eik Eik Kleefacacia Rode acacia
Lijsterbes Linde Linde met grote bladen
Kastanje kwint Kastanje bonte bladen
Goudenregen
Gele pavia
Nederlandse naam
Gouden regen
Gele pavia
Naam
Fraxinus excelsior ‘Pendula’
Aesculus carnea Salix Acer Castanea sativa Castanea sativa Tilia grandifolia Fraxinus excelsior ‘Pendula’ Fagus sylvatica ‘Tristis’
Populus Platanus Alnus Populus Populus heterophylla Populus heterophylla Quercus Quercus Quercus Robinia viscosa Robinia pseudoacacia ‘Flemor’ Castanea
Castanea / Aesculus Castanea sativa ‘Albomarginata’ Sorbus Tilia Tilia platyphyllos
Aesculus flava ‘Vestitia’ Laburnum anagyroides Populus nigra ‘Italica’ Jasminum Castanea pumila Castanea
latijnse naam
Boom
Boom
Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom
Boom
Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom
Boom Boom Boom
Boom Boom
Boom Boom Boom Boom
Boom
Boom
type
LIJST VAN BEPLANTING TOT 1880 (ROODBAARDS RIJKDOM)
27
Grote witte pruim (witte Eijerpruim)
Pruim
Walnoot
Prunus domestica
Malus domestica Peppin d’Or Juglans regia
Balsemzilverspar Den Den Fijnspar Den Grove den Spar Lariks Ceders Weymouthden Weymouthden Zilverspar
Balz. Spar Den Fijne den Fijne sparren Groene den Grove den Grove spar Lariks Vauro cedrus Weymouthden pijn Wijmouts pijn Zilver spar
Appel
Douglasspar
Amerikaanse spar
Prunus armeniaca Ribes Rubrum Prunus dulcis Malus Malus Malus Prunus avium Prunus persica
Gewone vogelkers Kastanje Wilg Valse acacia Iep Lijsterbes Zwarte beuk
Vogelkers Wilde kastanje Wilg Wit acacia Yper Zware lijsterbes Zwarte beuk
Salix sepulcralis ‘Tristis’ Ulmus minor ‘Variegata’/ parvifolia nana ‘Variegata’ Prunus padus Castanea Salix Robinia pseudoacacia Ulmus Sorbus Fagus (syl. ‘Black Swan’ of (syl. ‘Riversii’) Pseudotsuga menziesii Abies balsamea Pinus Pinus Picea abies Pinus Pinus sylvestris Picea Larix Cedrus Pinus strobus Pinus strobus Abies
latijnse naam
Abrikoos Aalbessen Amandelboom Appel Appel Appel Kers Perzik
Treurwilg Veldiep
Treurwilling Ulmus fol variegates
vRucHtBOmeN Abrikoos Albessen Amandel Appel Biolen appel Doornse appel Dubbele maaikers Dubbele montagne perzik Goud pom (goud pepping) Groote noot
Nederlandse naam
Boom
Boom
Boom
Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom
Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer Conifeer
Conifeer
Boom Boom Boom Boom Boom Boom Boom
Boom Boom
type
Kers
Vijgenboom Gewone vogelkers Kers Appel Appel Appel
Pruim Peer Kers Peer Appel
Bei in soort
Vlamboose Zwaard vlier Blauwe druif
Albessen Engelse framboos Mespilus canadesis Pietercely vlier
Aardbei
Framboos Vlier Druif
Aalbessen Framboos Mispel Peterselievlier
BeSSeNStRuikeN/plANteN Asperge Asperge
Pruim Rietpeer Spaanse zoete kers Suikerpeer (suikerey) Tafelappel (Somer citroen appel) Vijg Vogelkers Vroege mij kers Vruchtbare appel Zoete appel Zoete veentje (veentjes appel) Zwarte harde kers
Kers Kweepeer Appel
Kers Kweekpeer Londen pipling tafelappel Meijkers Mijkers Moerbey Montagne perzik Peer Pondspeer Kers Kers Moerbei Perzik Peer Peer
Peer
Nederlandse naam
Herfst bergamot peer
Naam
Fragaria
Asparagus officinalis subsp. Officinalis Ribes Rubrum Rubus idaeus Mespilus Sambucus nigra Laciniata Rubus idaeus Sambucus Vitis vinifera
Prunus avium
Pyrus communis Bergamotte d’Automne’ Prunus avium Cydonia oblonga Malus domestica ‘London Pepping’ Prunus avium Prunus avium Morus Prunus persica Pyrus Pyrus communis Grand Monarque Prunus domestica Pyrus Prunus avium Pyrus Malus domestica Citron d’ete Ficus carica Prunus padus Prunus avium Malus Malus Malus
latijnse naam
Vaste Plant
Heester Heester Klimplant
Heester Heester Heester Heester
Groente
Boom
Boom Boom Boom Boom Boom Boom
Boom Boom Boom Boom Boom
Boom Boom Boom Boom Boom Boom
Boom Boom Boom
Boom
type
RoodbaaRds Rijkdom
221
28
Naam
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
RoodbaaRds Rijkdom
222
29
Zuurbes Hulst Kamperfoelie Netelboom
Struikpaardenhoefklaver Hippocrepis emerus Meidoorn Crataegus Rood peperboompje Daphne mezereum
Japanse notenboom
Goudbonte hulst
Hulst
Gewone vogelkers
Meidoorn Duindoorn
Berberus Bonte hulst Caprifolium Cetis orientalis
Corronilla emerus Crataegus aria Daphum miserum
Genko byloba
Goud bont hulst
Goud hulst
Grote vogelkers
Haagdoorn Hippophae rhamnoides
Hulst
Kardinaalsmuts Kers Laurier Laurierkers Kardinaalsmuts Wasgagel Ganzerik Sumak Gifsumak Rode kornoelje Wilg Sneeuwbal Spierstruik Duitse tamarisk Zilver hulst
Ilex fol aurees
Iuonymys verrucosus Kers Laurier deportugal Laurier kers Luinijmus vulgaris Myriea cerficera Pahentillia fructilosa Rhus corriarria Rhus radcans Rode cornus Salix myrhi folia Sneeuwbal Spiaea creata Tamarix germanica Zilver hulst
Hulst met laurier bladen Hulst Hydranger arboreceus Hortensia Ilex aurees Hulst
Duivelswandelstok Zuurbes
Aralia spinoa Berberis line
Crataegus monogyna Hippophae rhamnoides Ilex Hydrangea arborescens Ilex aquifolium (‘Rubricaulus Aurea’) Ilex aquifolium (‘Rubricaulus Aurea’) Euonymus verrucosus Prunus avium Laurus (azorica) Prunus laurocerasus Euonymus europaeus Myrica cerifera Potentilla fruticosa Rhus coriaria Rhus radicans Cornus sanguinea Salix myrtilloides Viburnum Spiraea crenata Myricaria germanica Ilex aquifolium ‘Argenteomarginata’
Prunus padus
Ilex aquifolium ‘Aureomarginata’ Ilex
Ginkgo biloba
Berberis Ilex Lonicera caprifolium Celtis occidentalis
Aralia spinosa Berberis linearifolia
Juniperus Juniperus
Jeneverbes Jeneverbes
HeeSteRS Jenever Uniperus
latijnse naam
Nederlandse naam
Naam
Heester Heester Heester Heester Heester Heester Heester Heester Heester Heester Heester Heester Heester Heester Heester
Heester
Heester Heester Heester
Heester Heester
Heester
Heester
Heester
Heester
Heester Heester Heester
Heester Heester Heester Heester
Heester Heester
Conifeer Conifeer
type
zAAiGOeD Witte claver
vASte plANteN Lelie gewas Daliaas Goud bloem Pioen Salvix salvia Stokroos Reseda
Zanthopylum ckava herulis
flore pleno Rododendron Roos Sering Spiread hypericifolia Tulpenboom
Periploca graela Philadelphus nana
Maant rozen
Franse sering Geldersche roos Kalmia
Fransche sering
Colutea arborescens Colutea gele bloem Colutea sanguinea
Caliantis floridus Andromeda Azalia Colutea arbones
Krentenboom Rood camperfolie
Canal roos Celastrus bulbatug Klimop
Naam
Trifolium repens
Dahlia Callendula officinalis Paeonia Salvia Alcea rosea
Dahlia Goudsbloem Pioen Salie Stokroos
Witte klaver
Lilium
Lelie
Zanthoxylum clava-herculis
Rhododendron Rosa Syringa Spiraea hypercifolia Liriodendron / Magnolia
Philadelphus
Boerenjasmijn Rododendron Roos Sering Spierstruik Tulpenboom / valse tulpenboom Chinese peper
Periploca graeca
Rosa
Syringa chinensis Viburnum opulus Kalmia
Syringa chinensis
Colutea arborescens Colutea arborescens Colutea sanguinea
Calycanthus floridus Pieris Rhododendron Colutea arborescens
Amelanchier Lonicera xylosteum
Rosa Celastrus orbiculatus Hedera
latijnse naam
Melkwingerd
Rozen
Franse sering Gelderse roos Laurierroos
Franse sering
Blazenstruik Blazenstruik Blazenstruik
Meloenboompje Pieris Rododendron Blazenstruik
Krentenboompje Rode kamperfoelie
Roos Boomwurger Klimop
Nederlandse naam
Vaste Plant
Vaste Plant Vaste Plant Vaste plant Vaste Plant Vaste Plant
Bol-/knol-
Sierheester
Sierheester Sierheester Sierheester Sierheester Sierheester
Sierheester
Sierheester
Sierheester
Sierheester Sierheester Sierheester
Sierheester
Sierheester Sierheester Sierheester
Sierheester Sierheester Sierheester Sierheester
Klimplant Klimplant
Klimplant Klimplant Klimplant
type
M A R T E N AT U I N F R A N E K E R
30
LITERATUUR 1. Boschma, C. e.a., Lucas Pieters Roodbaard, architect van buitengoederen, 1979 2. Cannegieter, D., Geschiedenis van Martenahuis te Franeker en zijne bewoners, 1895 3. De Crane, Mr. J.W., Herinneringen van Martena-huis te Franeker, De Vrije Fries, eerste deel (1839), 93-163 4. Gerrits, Mulder-Radetzky, Schieringer Fortuin, Hessel van Martena en het Martenahuis in Franeker, 2009 5. Meyer, T.W., Uit het verleden van het Martenahuis, in: Franeker Courant 1972 6. Mulder-Radetsky, R., L.P. Roodbaard (1782-1851), 1999 7. Rondom het Martenahuis. Gidsje over de gemeente Franekeradeel en haar huis, 1972 8. Stenvert R, Kolman C, Broekhoven S., Ginkel-Meester van S. en Kuiper Y., Monumenten in Nederland. Frysl창n. Rijksdienst voor de Monumentenzorg, Zwolle 2000 9. Stichting De Martenatuin, De Martenatuin in Franeker 10. Spoel-Walvius van der, M.R., Klanten van Wybren Krijns & Co. Bewerking van de dagelijkse aantekeningen (de zg. dagta fels) van de firma Krijns & Co. (Boomkwekers te Joure), 2012 11. Richtlijnen Tuinhistorisch Onderzoek. Voor waardestellingen van groen erfgoed, RCE 2012 12. Tromp, H., De Nederlandse landschapsstijl in de achttiende eeuw, 2012 13. Van der Laan- Meijer, E. en Ottens, W., Roodbaards Rijkdom, 2012 14. Van der Molen, S.J. Monument van de maand, Stinzen Franeker, 1988 15. Van der Ploeg, D.T.E. (1988) Stinzenplanten, bloemenpracht rondom friese stinzen en states, Drachten/Leeuwarden 16. Van der Spoel- Walvius, M.R., Nieuwsbrief Klanten Wybren Krijns & Co, 2012 17. Van der Zee-Middelbrink, P., Beheerplan Martenatuin te Franeker, 2004 Tresoar: familiearchief Telting 332-04 WWW.ROODBAARDSRIJKDOM.NL W W W . M A R T E N AT U I N . N L
31
COLOFON MARTENATUIN – FRANEKER Historie en toekomstperspectief IN OPDRACHT VAN: Stichting “De Martenatuin” Franeker ADVISEUR: N0.0RDPEIL landschap.stedenbouw September 2013 589 00 401