Inkijkexemplaar isolatiegids

Page 1

| 6

7 |

INHOUD

2.4. Superisolerende materialen 2.4.1. Nanoporeuze materialen

50

Voorwoord

5

2.4.2. Vacuümisolatiepanelen

52

1.

9

Het doel van deze pocket

1.1. Wat vindt u in deze pocket (niet)?

9

1.2. Gecertificeerde h-waarde, gedeclareerde h-waarde en de rekenwaarde? 1.3. Vakkundige plaatsing en certificering van uitvoerders

2.

Materialen

2.1. Isolatiematerialen uit kunststof

10 12

13 14

2.1.1. Geëxpandeerd polystyreen (EPS)

14

2.1.2. Geëxtrudeerd polystyreen (XPS)

16

2.1.3. Polyurethaan (PU)

19

2.1.4. Resolschuim (PF)

23

2.2. Isolatiematerialen op basis van minerale grondstoffen

25

2.2.1. Glaswol

25

2.2.2. Rotswol

27

2.2.3. Cellenglas

30

2.2.4. Vermiculiet

31

2.5. Capillair actieve isolatiematerialen

54

2.5.2. Calciumsilicaat

56

2.5.3. Houtvezelplaten met geïntegreerd dampscherm

57

2.5.4. Capillair actieve materialen op basis van dampdichte materialen

58

2.5.5. Geëxpandeerd Perliet

59

3.

Voorbeelden van isolatiediktes bij nieuwbouw

2.3.1. Cellulose

34

2.3.2. Houtvezelisolatie

36

2.3.3. Hennep platen

38

2.3.4. Vlasisolatie

40

2.3.5. Geëxpandeerde kurk

42

2.3.6. Schapenwol

44

2.3.7. Textiel

46

2.3.8. Stro

48

61

3.1. Met welke diktes rekening houden?

61

3.2. Vloeren

63

3.2.1. Vloeren op volle grond - isolatie onder de draagvloer (op volle grond)

63

3.2.2. Vloeren op volle grond - isolatie boven de draagvloer (tussen dekvloer en draagvloer)

64

3.2.3. Vloeren in contact met de buitenomgeving -

3.2.4. Bestaande vloeren boven een kelder (renovatie)

34

54

2.5.1. Lichtgewicht cellenbeton

isolatie tussen draagvloer en dekvloer

2.3. Isolatiematerialen op basis van teeltbare grondstoffen

50

3.3. Muren

65 66

67

3.3.1. Spouwmuur (gemetst) - gedeeltelijke spouwvulling

67

3.3.2. Massieve of volle muur - isolatie aan de buitenzijde

68

3.3.3. Houtskeletbouw - isolatie tussen de roostering

69

3.4. Daken

71

3.4.1. Plat dak - warm dakopbouw

71

3.4.2. Plat dak - warm dakopbouw met isolerende hellingslaag

72

3.4.3. Plat dak - warm dakopbouw met houten roostering

73

3.4.4. Hellende dak - isolatie tussen de kepers en gordingen of tussen de spanten

74

3.4.5. Hellende dak - Sarking dak

75


| 8

4.

Voorbeelddiktes bij na-isolatie van bestaande gebouwen

4.1. Na-isolatie van bestaande daken

77 79

4.1.1. Na-isolatie van platte daken

79

4.1.2. Na-isolatie van hellende daken

83

9 | Het doel van deze pocket

1. Het doel van deze pocket 1.1.

Wat vindt u in deze pocket (niet)?

HOE GERAAKT U ALS BOUWPROFESSIONAL NOG WIJS UIT ALLE M O G E L I J K E I S O L AT I E M AT E R I A L E N ?

4.2. Na-isolatie van bestaande buitenmuren

88

4.2.1. Na-isolatie van volle muren

88

4.2.2. Na-isolatie van spouwmuren

89

4.2.3. Na-isolatie van houtskeletwanden

95

4.2.4. Algemene aandachtspunten bij het na-isoleren van buitengevels

97

4.3. Na-isolatie aan de buitenzijde van bestaande vloeren boven de buitenomgeving 4.3.1. Bestaande betonvloer boven een inrit / erker

99 99

4.3.2. Bestaande roosteringvloer van een erker of boven een inrit

100

4.3.3. Aandachtspunten voor na-isolatie aan de buitenzijde van bestaande vloeren

100

5.

Bronnen

101

Deze pocket geeft een beeld van de meest voorkomende isolatiematerialen, hun thermische eigenschappen en enkele kenmerken. Het is geen volledig beeld van alle isolatiematerialen. Het is een tool om de impact van een materiaal op uw project te kunnen inschatten. Hoofdstuk 2 geeft een overzicht van isolatiematerialen en hun eigenschappen. Keuringsattesten vormen een garantie voor deze eigenschappen en de kwaliteit van het gekozen materiaal. Niet alle materialen in deze pocket hebben een dergelijke keuring. We namen ze toch op om u een vollediger overzicht te geven van de beschikbare isolatiematerialen. In deze pocket hebben we geen merknamen opgenomen, maar enkel productnamen gebruikt. Bij de definitieve keuze van het isolatiemateriaal moet u dan ook steeds de exacte bouwfysische karakteristieken opvragen bij de fabrikant, en ook de eventueel geÍiste keuringsattesten. In hoofdstuk 3 en 4 vindt u voorbeelden van isolatiediktes voor frequente bouwdetails. Isolatie is niet de enige parameter om tot een doorgedreven energiezuinig gebouw te komen. Hou daarom in uw project ook rekening met andere parameters die de energetische prestatie van uw gebouw zullen bepalen. Factoren zoals compactheid, luchtdichtheid, beglazing‌ worden in deze pocket niet besproken maar vormen ook een belangrijke basis in uw project.


Het doel van deze pocket | 12

1.3.

Vakkundige plaatsing en certificering van uitvoerders

Isolatie plaatsen vereist vakmanschap. Een slechte uitvoering doet namelijk een flink deel van de inspanningen teniet en kan zelfs schade veroorzaken. Bovendien zijn er de laatste jaren heel wat nieuwe inzichten op vlak van dak-, muur- en vloerisolatie en luchtdichting. Daarnaast zijn er echter ook heel wat nieuwe materialen, die om specifieke opleiding en vakkennis vragen. Denk maar aan de superisolerende materialen en capilair actieve isolatie. Wilt u uw klant laten genieten van een energiepremie van de netbeheerder? Dan is het in sommige gevallen zelfs nodig dat de uitvoerder zijn vakkennis ook kan aantonen, en aan specifieke eisen voldoet. Zo moet de aannemer voor het na-isoleren van spouwmuren aantonen dat de gebruikte materialen, plaatsingstechnieken en plaatsers voldoen aan de STS 71-1. Aannemers die werken binnen het ATG-certificatiesysteem voor na-isolatie van spouwmuren kunnen uw klant een ‘Verklaring van Overeenkomstigheid met STS 71-1’ bezorgen.

13 | Materialen

2. Materialen Op de volgende pagina’s geven we een overzicht van verschillende isolatiematerialen. De Vlaamse overheid spreekt van een isolatiemateriaal als de h-waarde kleiner of gelijk is aan 0,065 W/mK. Sommige materialen gebruikt in isolerende chapes, uitvullingslagen of hellingsbeton hebben dan wel isolerende eigenschappen, maar voldoen (net) niet aan deze definitie. Deze materialen hebben we niet opgenomen in deze pocket. De isolatiematerialen die wel aan dit criterium voldoen, hebben we in eerste instantie onderverdeeld naargelang de oorsprong van hun grondstoffen. Zo maken we een onderscheid in isolatiematerialen uit kunststof, materialen op basis van minerale grondstoffen en materialen op basis van teeltbare grondstoffen. Naast de traditionele isolatiematerialen, waarbij we deze onderverdeling hebben gehanteerd, besteden we echter ook kort aandacht aan twee innovatieve types isolatiematerialen. Om te beginnen zijn er de superisolerende materialen, die een oplossing bieden waar erg goede thermische prestaties

Ook voor het na-isoleren van buitenmuren via de binnenzijde zijn er strikte eisen. Voor werken uitgevoerd in 2017 moeten de werken namelijk uitgevoerd worden onder toezicht van een architect, of gebeuren door een gecertificeerd

nodig zijn met een erg kleine dikte. Daarnaast staan we ook stil bij de capillair actieve isolatiematerialen, die inspelen op de grotere aandacht voor binnenisolatie van buitenmuren bij bestaande gebouwen.

aannemer. Bij de keuze van het isolatiemateriaal is niet alleen de warmtegeleidingscoëfLijsten met aannemers die aan bovenvermelde eisen voldoen vindt u op www. energiesparen.be/muurisolatie. De volgende jaren zullen deze certificeringen wellicht nog verder evolueren, en mogelijk uitbreiden in het kader van de energiepremies. De laatste stand van zaken vindt u steeds op www.energiesparen.be.

ficiënt (lambda waarde) van belang. Ook moet voldoende aandacht besteed worden aan de brandreactie, de brandstabiliteit en vlamdichtheid van het materiaal.


Het doel van deze pocket | 10

1.2.

Gecertificeerde h-waarde, gedeclareerde h-waarde en de rekenwaarde?

11 | Het doel van deze pocket

binnen- of buitencondities, die als typisch kunnen beschouwd worden voor de prestaties van het betrokken product of materiaal indien het in een bouwelement geïntegreerd is’.

De h-waarde van een bouwmateriaal is een producteigenschap. De waarde hangt dus af van het merk en type dat u uiteindelijk zal toepassen. Om te

Welk h-waarde te gebruiken bij de EPB-software?

vermijden dat u per product rechtstreeks bij de fabrikant of leverancier moet

De h-waarde die in de EPB-software moet ingevoerd worden, hangt af van de

aankloppen, kan u gebruik maken van erkende productgegevens uit de

toepassing. Die hangt namelijk af van de te verwachten temperatuur en het

EPB-productgegevensdatabank. De databank kan u gratis raadplegen

vochtgehalte in het materiaal. De gedeclareerde hD-waarde wordt daarom gecon-

op www.epbd.be. Dat is een databank van EPB-productgegevens, opgezet

verteerd naar hU-waarden. Dat zijn rekenwaarden, die in rekening brengen of u

en erkend door de drie Gewesten in ons land. Bedoeling ervan is productge-

het materiaal in binnen- of buitenomstandigheden toepast. Voor binnentoepas-

gevens aan te reiken die betrouwbaar zijn voor berekeningen in het kader van

singe gebruikt u de hUi-waarde, en voor buitenomstandigheden de hUe-waarde.

de EPB-regelgeving.

De omstandigheden waarmee rekening moet gehouden worden bij het bepalen van die rekenwaarden staan vermeld in het TransmissieReferentieDocument

De certificatie is een verklaring die meer zekerheid biedt over de (gede-

(TRD). Voor isolatieproducten wordt meestal de hUi-waarde genomen.

clareerde) eigenschappen. Een certificatie kan gebeuren op niveau van de grondstof, op niveau van de producten en op het niveau van de plaatser. De

Van de waarden in de EPB-productgegevensbank (epbd.be) kan u er van op

instituten die in België zorgen voor de certificatie zijn BUtgb (Belgische Unie

aan dat de gedeclareerde h-waarde van de producten conform de regels van

voor de technische goedkeuring in de bouw) en BCCA (Belgian Construction

het TRD bepaald zijn. Tijdens de geldigheidsduur van de erkenning is daarmee

Certification Association). Een certificatie van een product kan aangetoond

absolute duidelijkheid voor alle marktpartijen.

worden met een BENOR-of ATG-certificatie, een Keymark-certificatie, een CE-markering,….

Beschikt een product niet over een gedeclareerde h-waarde opgenomen in de CE-markering en voldoet het ook niet aan de voorwaarden van de gede-

Een gedeclareerde h-waarde (hD) is een door de fabrikant opgegeven

clareerde h-waarde uit het TRD? Dan moet u voor dit materiaal de waarde bij

verwachte h-waarde op basis van principes opgenomen in NBN EN ISO 10456.

ontstentenis gebruiken die door de overheid is vastgelegd. Die vindt u van de

Deze hD –waarde wordt door middel van statistische methoden berekend, op basis

tabellen van bijlage A in het TRD (Belgisch Staatsblad van 08-12-2010, tabellen

van l-waarden die onder welbepaalde omstandigheden werden gemeten, op

A14 voor isolatie). Doorgaans zijn die waarden echter een stuk minder gunstig

basis van de NBN EN-productnorm of een ETA (Europese technische goedkeuring).

dan de gedeclareerde waarden.

De hU –waarde is volgens het Transmissiereferentiedocument (TRD, Belgisch

Producten die niet erkend zijn in de EPB-databank of niet beschikken over

Staatsblad, 08/12/2010) ‘de rekenwaarde van de warmtestroomdichtheid per

gecertificeerde en/of gedeclareerde h-waarden hebben niet de garantie

eenheid lengte en per eenheid temperatuursverschil die in stationaire toestand

van erkenning, en kunnen in vraag gesteld worden in een EPB-aangifte.

optreedt in een bouwmateriaal of bouwproduct, onder bepaalde specifieke


Materialen | 60

» Enkele mogelijke toepassingen: • De losse korrels worden vermengd met chape en gebruikt als isolatie van vloeren en als opvulmateriaal van kleine holle ruimtes. • 90% van perliet wordt gebruikt buiten de bouwwereld, bijv. in de plantenwereld, in de cryogenie ... » Enkele kenmerken:

61 | Voorbeelden van isolatiediktes bij nieuwbouw

3. Voorbeelden van isolatiediktes bij nieuwbouw 3.1.

Met welke diktes rekening houden?

• heeft een goede vuurvastheid (klasse A1) en is hitte bestendig. • is onbederfelijk. • is zeer licht. • is niet toxisch en niet irriterend.

In dit hoofdstuk worden voor verschillende bouwdetails diktes voor enkele isolatiematerialen bepaald uitgaande van de maximale U-waarden volgens de huidige EPB-regelgeving. Er wordt echter een onderscheid gemaakt naargelang de gewenste U-waarde. In de eerste kolom vindt u telkens de isolatiedikte om te voldoen aan de maximale U-waarde van 0,24 W/m²K. Aan deze waarde moet u sowieso voldoen bij EPB-plichtige bouw- en verbouwingswerken. Heeft u te maken met nieuwbouwwoningen of ‘ingrijpende energetische renovaties’ (‘IER’, waarbij 75% van de gebouwschil geïsoleerd worden én de opwekker om een specifiek binnenklimaat te realiseren vervangen wordt)? Dan zal u nog lagere U-waarden moeten behalen om aan de strengere E-peileis (en vanaf 2018 ook de S-peileis) te kunnen voldoen. Ook als uw klant voor zijn bestaande woning beter wil doen dan de wetgeving zal u strengere U-waarden moeten hanteren. Daarom vindt u in deze gids ook isolatiediktes voor U-waarden van 0,20 W/m²K en 0,15 W/m²K. Met deze laatste zit u ineens tot op het niveau van de passiefhuisstandaard. Bij elk bouwdetail wordt weergegeven waaruit deze constructie is opgebouwd om zo samen met de isolatie te komen tot de vermelde U-waarde. De diktes (in mm) worden voor verschillende isolatiematerialen in tabellen weergegeven. Dit zijn theoretische waarden. Bij het bepalen van de isolatiediktes wordt steeds gerekend met een range aan h-waarden van enkele veel voorkomende isolatiematerialen. Die range omvat de h-waarden van de meest gangbare isolatiematerialen binnen hun productgroep op de markt. Het is dus mogelijk


Voorbeelden van isolatiediktes bij nieuwbouw | 64

3.2.2.

Vloeren op volle grond - isolatie boven de draagvloer (tussen dekvloer en draagvloer)

65 | Voorbeelden van isolatiediktes bij nieuwbouw

3.2.3.

Vloeren in contact met de buitenomgeving isolatie tussen draagvloer en dekvloer

1. Tegel

1. Tegel

2. Chape

2. Chape

3. Isolatie

3. Isolatie

4. Betonplaat

4. Betonplaat

5. Fijn scheldzand

5. Buitenbepleistering

Nodige dikte (mm) voor

h-waarde (W/m.K)

U = 0.24 W/m2K

U = 0.20 W/m2K

U = 0.15 W/m2K

EPS

0.030-0.050

90-140

110-180

160-260

Materiaal

Nodige dikte (mm) voor

h-waarde (W/m.K)

U = 0.24 W/m2K

U = 0.20 W/m2K

U = 0.15 W/m2K

EPS

0.030-0.050

120-190

140-230

190-310

Materiaal

XPS

0.027-0.045

80-130

100-170

140-240

XPS

0.027-0.045

110-170

130-210

170-280

Gespoten PUR *

0.027-0.055

80-160

100-200

140-290

Gespoten PUR

0.027-0.055

110-210

130-250

170-340

PUR/PIR

0.019-0.035

60-100

70-130

90-190

PUR/PIR

0.019-0.035

80-130

90-160

120-220

Kurk

0.037-0.050

110-140

140-180

200-260

Kurk

0.037-0.050

140-190

170-230

230-310

Harde houtvezelplaat

0.037-0.060

110-170

140-220

200-310

Harde houtvezelplaat

0.037-0.060

140-230

170-280

230-370

EPS in situ

0.031-0.070

90-200

120-260

160-370

EPS in situ

0.031-0.070

120-260

140-320

190-430

Cellenglas

0.036-0.055

110-160

130-200

190-290

Cellenglas

0.036-0.055

140-210

170-250

240-340

Minerale wol

0.030-0.050

90-140

110-180

160-260

Minerale wol

0.030-0.050

120-190

140-230

190-310

‘*’ ‘Als er in situ gespoten polyurethaan is gebruikt in een gebouw, mag niet zomaar de opgegeven lambda-waarde worden overgenomen. Omwille van de moeilijkheden om de exacte dikte van de in situ gespoten PUR te bepalen, moet er nog een correctiefactor worden toegepast. De opgegeven lambda-waarde moet gedeeld worden door 0,85 voor daktoepassingen, en door 0,925 voor vloertoepassingen.‘ (VEA)

‘*’ ‘Als er in situ gespoten polyurethaan is gebruikt in een gebouw, mag niet zomaar de opgegeven lambda-waarde worden overgenomen. Omwille van de moeilijkheden om de exacte dikte van de in situ gespoten PUR te bepalen, moet er nog een correctiefactor worden toegepast. De opgegeven lambda-waarde moet gedeeld worden door 0,85 voor daktoepassingen, en door 0,925 voor vloertoepassingen.‘(VEA)


77 | Voorbeelddiktes bij na-isolatie van bestaande gebouwen

4.

Voorbeelddiktes bij na-isolatie van bestaande gebouwen

In dit hoofdstuk worden voor verschillende typische bouwdetails de diktes voor enkele isolatiematerialen bepaald, rekening houdend met de Umax-eis voor na-isolatie en voor een U-waarde van 0,20W/m²K. Er is sprake van na-isolatie wanneer aan een bestaand constructiedeel dat het beschermd volume omhult een materiaallaag wordt toegevoegd met een warmtegeleidingscoëfficiënt kleiner of gelijk aan 0.2 W/mK. In het verleden moest een verbouwd schildeel enkel aan een Umax- waarde voldoen als de dragende structuur werd vervangen. Vanaf 2015 werd er een Umax –eis opgelegd voor het na-isoleren van een bestaande scheidingsconstructie. Bij elk detail wordt de opbouw van de constructie vermeld. Bij het bepalen van de isolatiediktes wordt steeds gerekend met een range aan h-waarden van enkele veel voorkomende isolatiematerialen in functie van de toepassing. Bij het doorrekenen van de details zijn we uitgegaan van ‘courante’ bouwoplossingen. Opgelet : Bij het ontbreken van geldige stavingsstukken van het isolatiemateriaal moet de verslaggever werken met de waarde bij ontstentenis uit het transmissiereferentiedocument. Deze h-waarden liggen veel hoger dan de gebruikte waarden in dit document. Voor de bestaande isolatiewaarden wordt in dit document gerekend met de waarde bij ontstentenis omdat het meestal niet te achterhalen is welk product in het verleden werd gebruikt. Neem nooit zomaar tabelwaarden over. Controleer steeds of deze overeenstemmen met uw uiteindelijke materiaalkeuze en of dit toepasbaar is in uw project. Bij het na-isoleren van verschillende scheidingsconstructies moet uiteraard


Voorbeelddiktes bij na-isolatie van bestaande gebouwen | 84

85 | Voorbeelddiktes bij na-isolatie van bestaande gebouwen

4.1.2.3 Na-isolatie van een hellend dak volgens het sarkingprincipe

4.1.2.2 Hellend dak met isolatie - na-isolatie tussen de draagconstructie

Situatie 1 : Er is nog geen isolatie aanwezig tussen de spanten

1. Dakpannen 2. Panlatten 3. Tengellatten

1. Pannen

4. Onderdak

2. Panlatten

5. Bestaande isolatie

3. Tengellatten - Ev. onderdakfolie

6. Bestaand dampscherm

4. Nieuwe isolatie

7. Na-isolatie met event. extra

5. Bestaand onderdak

damprem of vochtregulerende

6. Bestaande spanten

folie indien nodig

7. Bestaand latwerk

8. Gipskarton op een latwerk

8. Binnenafwerking

Materiaal Bestaande laag

MW

Oplossing 1

+ cellulose

Oplossing 2

+ MW

Type flensdekens in dak vlokken tussen kepers Halfharde platen

λ-waarde (W/mK)

Umax: 0,24 W/ U: 0,20 W/m²K m²K min. isolatie Nodige isolatie (mm) (mm)

0,050 (wbo)

120

120

0,037-0,080

90-150

130-220

0,030-0,050

80-110

120-160

Materiaal

Type

PUR/PIR

Harde plaat

MW

Opmerkingen: » Enkel toe te passen indien de warmteweerstand van de isolatielaag aan de binnenzijde van het dampscherm maximaal twee vijfde bedraagt van de warmteweerstand van de isolatielaag aan de buitenzijde van het dampscherm. » Voor het na-isoleren langs de binnenzijde is de eis niet van toepassing.

houtwol EPS

sandwichdakelement Harde plaat sandwichdakelement

Umax: 0,24 W/m²K

U: 0,20 W/m²K

λ-waarde (W/mK) 0,019-0,035

min. isolatie (mm) 80-140

Nodige isolatie (mm) 90-170

0,030-0,050

160-230

200-280

0,037-0,060

150-240

180-290

0,030-0,050

160-230

200-280

Opmerking : Voor de sandwichelementen werd bij de berekening van de minimale isolatiedikte ook rekening gehouden met een houtfractie in het sandwichelement. Voor PU / PIR en voor de houtwolplaten werd een homogeen doorlopende laag verondersteld. Minerale wol en EPS worden in een sarking-oplossing meestal aangeboden in een geprefabriceerd sandwichelement waarbij de elementen via een houten mes-groefverbinding op elkaar aansluiten. De aanwezigheid van houtfracties in de isolerende lagen heeft een invloed op de warmteweerstand.


Voorbeelddiktes bij na-isolatie van bestaande gebouwen | 96

4.2.3.2 Na-isolatie van bestaande, niet-geïsoleerde houtskeletwand

97 | Voorbeelddiktes bij na-isolatie van bestaande gebouwen

4.2.4.

Algemene aandachtspunten bij het na-isoleren van buitengevels

» Bij na-isolatie van de buitengevel geniet een buitengevelisolatiesysteem de voorkeur om het risico op bouwfysische problemen zoveel mogelijk te beperken. » Is er een luchtspouw aanwezig, dan kan door het opvullen van de spouw kortsluiting vermeden worden van de buitengevelisolatie door convectie doorheen de verticale luchtspouw. Indien bij het toepassen van buitengevelisolatie bij spouwmuren met luchtspouw de na-isolatie van de luchtspouw niet mogelijk is, dan moet u er in elk geval voor zorgen dat de luchtspouw aan alle zijden voldoende luchtdicht is afgesloten. Koude luchtstromingen achter de isolatie kunnen immers de theoretisch berekende isolatiewaarden in de praktijk erg negatief beïnvloeden. » Een goede diagnose van de bestaande situatie is belangrijk. Voorzie eventueel een aparte post in de meetstaat voor het vooronderzoek. Eis

1. Gevelbekleding

indien nodig een verslag van de diagnose.

2. Na-isolatie a/d buitenzijde

» Aandachtspunten voor de bestaande constructie:

3. Bestaande bekleding

• De ondergrond dient stabiel, vlak, zuiver en samenhangend te zijn.

4. Houtskelet met na-isolatie

• De bestaande gevel vertoont geen zichtbare schade.

5. Damprem/uitstijvingsplaat

• Vochtgerelateerde binnenwerken zijn uitgevoerd en beëindigd.

6. Leidingenspouw

• Er moet nagekeken worden of de bestaande draagstructuur in staat is

7. Gipskarton op latwerk

om de nieuwe lasten te dragen. • Bestaande vochtproblemen moeten eerst opgelost worden.

Materiaal 1° laag oplossing 1

+ 2° laag

1° laag oplossing 2

+ 2° laag

Type min.wol geblazen cellulose vlokken min.wol min.wol tss kepers

λ-waarde (W/mK) 0,035

Umax: 0,24 W/ U: 0,20 W/m²K m²K isolatiedikte Nodige isolatie (mm) (mm) 120 120

» Bij het plaatsen van buitengevelisolatie moet worden nagegaan of de dakoversteek, de raamdorpels , enz. voldoende ver oversteken. » Kijk ook naar de mogelijkheden op het openbaar domein, de

0,037-0,060

+ 70-100

+ 110-150

0,035

120

120

0,030-0,050

+ 60-80

+ 100-130

aanwezigheid van nutsleidingen op de gevel enz.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.