NAV News nr. 96 (januari- februari 2019)

Page 1

navnews januari - februari 2019 - nr 96

tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in juli & augustus)

NIEUW MODELDOCUMENT selectieleidraad en bestek voor het aanstellen van een ontwerper: www.nav.be/kennis/37

“Tijd is essentieel voor architectuur” 14

© Klaas Verdru

Wim Goes

HUIS VOOR L&D Architectuur: LOW architecten Fotografie: Johnny Umans

V.U.: Kris Baetens, St.-Clarastraat 48, 8000 Brugge - Afgiftekantoor Gent x - erkenningsnummer P802033 - Retouradres: St.-Clarastraat 48, 8000 Brugge - T 050 47 46 67 - F 050 47 46 79


02 editoriaal

Betonstop leidt tot betongolf

© Bart Lasuy

Er wordt vandaag per dag twee hectare open ruimte méér ingenomen dan in 2015. En dat ondanks de ‘betonstop’, die een jaar later werd afgekondigd.

Slooppremie: wat meer ambitie a.u.b. Iedereen is het er over eens dat we nood hebben aan meer ambitie. Alleen is die kwaliteit dikwijls afwezig in het beleid. Neem nu de Vlaamse slooppremie. Wie sloopt en herbouwt, en niet kan terugvallen op de federale btw-verlaging tot 6%, krijgt van de Vlaamse overheid een eenmalige tussenkomst van 7.500 euro. De regeling is tijdelijk en geldt voor bouwaanvragen die zijn ingediend tussen 1 oktober 2018 en 31 oktober 2019. Een mooi initiatief? Jazeker, alleen al omdat renoveren eindelijk wat breder wordt bekeken dan met de paardenbril energie. Toch blijven wij op onze honger zitten. Waarom lobbyt de Vlaamse regering bij haar federale pendant niet voluit voor een veralgemening van de btw-verlaging tot 6% voor sloop met herbouw? Want dat is de enige zinvolle maatregel voor een echt ambitieus woon-, klimaat- en sociaal beleid. De tijdelijke premie dreigt een slag in het water te worden. De incentive om te slopen en nieuw te bouwen, wordt ondergraven door de hogere btw voor nieuwbouw (21%), afgezet tegen renoveren (6% mits voorwaarden). Daardoor dreigt de maatregel vooral de groep te plezieren voor wie de 7.500 euro eerder een financiële meevaller betekent. Het mattheuseffect heet dat in de sociologie. Verder rijst de vraag of de maatregel de prijs van krotten niet dreigt op te krikken: remember de woonbonus … Kortom, bovenstaande maatregel zal het aantal krotten slechts in beperkte mate en met de geschetste neveneffecten doen afnemen. Eigenaars met een beperkt budget zullen verweesd staan toekijken van op de zijlijn en zich tevreden moeten stellen met een oncomfortabele en ongezonde woning die een blijvende bron van CO2-uitstoot vormt. Vandaar onze oproep: wat meer ambitie a.u.b. Creëer échte stimulansen om krotten te slopen en te herbouwen. Geef kopers inzicht in de échte waarde van het vastgoed dat zij op het oog hebben, met integratie van het – ja ja! – ambitieuze langetermijnbeleid voor het bestaande gebouwenbestand. Zet eigenaars aan tot een ingrijpende renovatie, want de tijd dringt, maar het aantal vergunde renovaties gaat de laatste jaren almaar in dalende lijn. Induceer ook een juiste aanpak. Professionals worden best zo vroeg mogelijk in het project ingeschakeld. Informeer kopers/eigenaars over de voordelen daarvan voor een correcte evaluatie en een geslaagde transformatie van hun vastgoed. Leg de focus niet eenzijdig op het thema energie, maar laat die professionals de vrijheid om alle parameters mee in ogenschouw te nemen. En waarom geen financiële stimulansen bieden voor professionele bijstand? Kortom, geef dé professional bij uitstek, de architect, de ruimte om zijn meerwaarde voor 100% te laten renderen. Opdrachtgevers, gebruikers, samenleving en ons aller moeder Aarde kunnen er alleen maar wel bij varen. Kati Lamens Nationaal Voorzitter Netwerk Architecten Vlaanderen

Partners NAV 2019

@NAVarchitecten www.nav.be/opinie

In 2015 werd vijf hectare open ruimte per dag ingepalmd. Het jaar daarna kondigde de Vlaamse regering met het Beleidsplan Ruimte de zogeheten ‘betonstop’ af: tegen 2040 mocht er geen open ruimte meer opgesoupeerd worden. In weerwil van die intentie is in 2017 het ruimtebeslag alweer toegenomen, naar 7,33 hectare per dag. In 2015 was het nog 5,19 hectare. Dat leren drie onderzoekers van de UGent, de UAntwerpen en het studiebureau Omgeving, Filip De Rynck, Tom Coppens en Guy Vloebergh, uit de gegevens van de federale statistische dienst Statbel. Die is onder meer gebaseerd op het kadaster en de aanleg van infrastructuur.

In een opiniestuk voor De Standaard betreuren de drie auteurs dat het ‘aankondigingsbeleid nooit door bindende maatregelen is verankerd’ en dat door steeds soepeler vergunningen het omgekeerde effect bereikt wordt. Grondeigenaren zijn volgens hen snel aan het bouwen geslagen, om een nakend verbod voor te zijn. Als voorbeelden van soepeler vergunningen (‘achterpoortjes’) verwijzen ze onder meer naar de minimale criteria voor wat een ‘uitgeruste weg’ genoemd wordt en naar de mogelijkheid om gebouwen in agrarisch gebied om te vormen tot een woning zonder landbouwfunctie, een horecazaak of een aannemersbedrijf.

Premie van 7.500 euro voor wie woning sloopt en energiezuinige nieuwbouw zet De voorwaarden voor de sloop- en heropbouwpremie zijn bekendgemaakt. De premie is beschikbaar voor sloopwerken tussen 1 oktober 2018 en 31 oktober 2019. In de 13 Vlaamse centrumsteden bestaat er al jaren een goedkoop btw-tarief voor wie sloopt en heropbouwt. Op een nieuwbouwwoning betaal je daar maar 6 procent btw in plaats van de gebruikelijke 21 procent, op voorwaarde dat je eerst je oude huis afbreekt. Vlaams minister van Energie Tommelein wou die regeling graag uitbreiden naar heel Vlaanderen, maar dat mag niet van Europa. Daarom komt Vlaanderen nu zelf met een initiatief. Deze premie is uiteraard nog altijd minder voordeling dan het btw-tarief in die 13 steden, maar de Vlaamse regering wil op die manier toch zoveel mogelijk mensen aansporen om een nieuwe, energiezuinige woning te bouwen.

Hoe werkt het precies? • De premie is beschikbaar voor sloopwerken tussen 1 oktober 2018 en 31 oktober 2019. Ook wie dus de afgelopen drie maanden een oude woning sloopte, kan ze aanvragen. • Om te slopen vraag je eerst een vergunning voor sloop en heropbouw aan bij de gemeente. Drie maanden na de effectieve sloopwerken wordt het geld op je rekening gestort. • Het nieuwe huis dat je op de vrijgekomen plaats bouwt, moet uiteraard voldoen aan de Vlaamse energienormen. • De premie geldt niet voor de inwoners van de 13 Vlaamse centrumsteden (Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk,Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout). Zij hebben al het lagere btw-tarief voor sloop en heropbouw. • Het aanvraagformulier voor de premie zal in de loop van januari verschijnen op de website van het Vlaams Energieagentschap.

i

www.energiesparen.be


ik vraag het aan 03

“Ruimtelijke ordening en woonbeleid op één lijn brengen”

William Mann (Witherford Watson Mann architects) aan Gideon Boie (BAVO)

Sinds 2 januari zijn in veel Vlaamse gemeenten nieuwe beleidsploegen aan de slag. Zo ook in Oostende, waar voormalig Vlaams minister van Energie Bart Tommelein als burgemeester de fakkel overneemt van Johan Vande Lanotte. Architect Kurt Claeys (Open VLD) krijgt er in zijn ploeg na een eerste ambtstermijn als schepen van Ruimtelijke Ordening ook de bevoegdheid Wonen bij. We bespraken met hem onze vijf prioriteiten uit het NAV-memorandum.

© Nick Decombel

“In mijn vorige termijn hebben we werk gemaakt van een nieuwe, vereenvoudigde stedenbouwkundige verordening die voldoende vrijheid laat voor het ontwerp”, onderschrijft Claeys meteen één van de prioriteiten uit ons memorandum. “We staan bovendien steeds open voor afwijkingen. Regels zijn er immers niet om de regels op zich, maar dienen bepaalde doelstellingen. Die moet je steeds op de eerste plaats zetten.” “Verder brengt Oostende in deze legislatuur inderdaad Wonen en Ruimtelijke Ordening onder één bevoegdheid. We hebben ervaren dat burgers soms gewezen worden op een situatie die voor de ene administratie OK is, maar voor de andere niet en vice versa. Dat kan natuurlijk niet. We gaan nu voor één aanspreekpunt en één beleidslijn.”

Oostende als voorloper De schepen zet ook erg in op de brugfunctie die hij als politiek verantwoordelijke kan vervullen. “Bereikbaarheid is belangrijk, zowel m.b.t. de ambtenarij als mezelf. Ik aarzel niet om in te grijpen bij adviesinstanties of architecten als mij problemen ter ore komen. Niet dat iedereen daar tevreden mee is: zo heb ik de ontwikkelaars van de Hotelschool hier eens terug naar af gestuurd. Maar uiteindelijk hebben we de vergunning ervoor dan zonder struikelblokken kunnen afleveren, en ook daarna hebben we geen protest meer gehad. Het project was gedragen en zo hoort het.” “Dat vooroverleg mag best wel nog intensiever en transparanter. Ik heb daarnaast een oproep voor architecten: wees meteen duidelijk over het programma dat je voor ogen hebt. Als je pas achteraf je werkelijke intenties duidelijk maakt, komen er vaak problemen van. En bovendien kan ik, zelf architect zijnde, het werk van mijn collega’s echt wel naar waarde schatten.” De uitdagingen voor de toekomst? Oostende wil gewapend zijn én voorop lopen. “Met ons Stadsatelier onder coördinatie van Stefan Devoldere willen we een visie gaan ontwikkelen voor 2030, 2040 en zelfs 2050. Architecten vormen daarbij de gesprekspartner bij uitstek. In de toekomst willen we werk maken van verdichting, vergroening en ruimte voor hoogbouw. Om te bepalen hoe dat moet gebeuren gaan we graag de dialoog aan.”

NAV Belangenbehartiging NAV-directeur Kris Baetens verzorgt de belangenbehartiging voor architecten in naam van meer dan 3 000 leden. Wilt u iets melden? Aarzel dan niet contact te nemen: tel. 02 212 26 99 of info@nav.be

William Mann

Gideon Boie

William Mann: “Met veel belangstelling heb ik de voorbije decennia de evolutie van het architectuurbeleid in Vlaanderen gevolgd, meer bepaald de instrumenten om te komen tot grondiger en zorgvuldiger ontwerpen voor complexe stedelijke en institutionele opgaven. Anderzijds leert mijn ervaring met ontwerpwedstrijden mij dat die dikwijls de dialoog tussen architect en gebruiker belemmeren in plaats van te bevorderen. Als de dialoog eindelijk van start kan gaan, ligt het ontwerp immers nagenoeg vast. Verder vormen inspraak en betrokkenheid een noodzakelijke voorwaarde om bepaalde collectieve opgaven doeltreffend aan te pakken. Ik denk dan in eerste instantie aan stedelijke openbare ruimte of aan landschappen, maar ook aan verstedelijking in de bredere betekenis. Voor deze kwesties lijkt een ‘technocratische’ benadering met een formele briefing, een wedstrijdontwerp en een beperkt aantal deelnemers, ontoereikend. Hoe kunnen we volgens jullie een debat doen ontbranden over de collectieve dimensie van en de complexe interacties binnen de Vlaamse steden en kernen?” Gideon Boie: “Eén van de instrumenten waar je naar verwijst, was de Open Oproep van de Vlaams Bouwmeester. Dergelijk instrument heeft een enorme invloed gehad op de architecturale en ruimtelijke kwaliteit in Vlaanderen. De resultaten mogen gezien zijn. En toch mogen we niet blind blijven voor het rijk gevulde autokerkhof. Het gaat me niet om de Open Oproepen die nooit tot een realisatie kwamen, maar over de gevallen waar het instrument niet kon brengen waarvoor het bedoeld was. De Open Oproep moest in de eerste plaats de architectenkeuze voor overheidsopdrachten depolitiseren en professionaliseren. Tegen de achtergrond van deze ambitie, moeten we even stilstaan bij het Havenhuis in Antwerpen, ontworpen door Zaha Hadid Architects, na een Open Oproep. Elke keer als ik lovende commentaren over het Havenhuis lees, denk ik terug aan de jury die tot het besluit kwam dat geen enkel van de vijf ontwerpen een valabel antwoord was en er misschien wel iets grondig fout zat in de opdracht. Het Antwerpse stadsbestuur heeft uiteindelijk soloslim gespeeld en het professionele debat buiten spel gezet. Op de keper beschouwd, is het futuristische Havenhuis een dinosaurus uit het verleden. Tussen haakjes: dat het Havenhuis een anachronisme is, toont zich in het ontwerp. Het ietwat belachelijk zwevende kantoorcomplex zou langs de Oosterweelverbinding staan alsof de brugconstructie het maaiveld is. Het gebouw was bedoeld als signaal voor het Eilandje én als belevenis op het horizonnegatief van de voorbijsnellende automobilist. Het

Antwerp House ontwerpgrapje speelde trouwens ook in de ontwerpen van Xaveer De Geyter, Kempe Thill en Rapp+Rapp. De Lange Wapper viel uiteindelijk in het water, maar het zwevende Havenhuis is niettemin gebouwd. Mijn geloof in de waarde van de Open Oproep neemt niet weg dat ik twijfels heb bij de bijdrage ervan aan een rijk architectuurdebat. Laat ons eerlijk zijn: de architectenkeuze leidt vooral tot gepassioneerde discussies tussen architecten, die met argusogen toekijken. Kijk naar de heibel over de shortlist voor de Opera in Gent – de discussie was niet onterecht, maar inhoudelijk viel er niet veel te rapen. Mijn hypothese is dat een architectuurcultuur enkel kan floreren als architectuur voorbij haar eigen begin- en eindpunt durft te denken. Wat bedoel ik hiermee? Vergeet niet dat de Open Oproep bedoeld is om een rol te spelen in projectdefinitie en architectenkeuze. Als de Open Oproep een bijdrage levert aan de architectuurcultuur, dan is het wel enkel waar het zich inpast binnen de twee mythische momenten die het architecturale productieproces vanouds definiëren: projectdefinitie (nodig om een opdracht naar een architect uit te schrijven) en oplevering (nodig om de opdracht van de architect te beëindigen). De tijdslijn van de architectuurcultuur overstijgt beide momenten. In de eerste plaats is er de prehistorie van architectuur. De Pilootprojecten van de Vlaams Bouwmeester, geïnitieerd door Peter Swinnen, waren een goede poging om de opdracht zelf onderwerp te maken van een ontwerpdialoog. Het was opgezet voor zo goed als elk beleidsdomein in nauw contact met de bevoegde minister, overheidsadministraties, betrokken en belanghebbende actoren. Plots werd het denkbaar om de opdracht zelf vorm te geven, na te denken over de locatiekeuze, in te spelen op maatschappelijke urgenties, enzovoorts. In de tweede plaats is er de nalatenschap van architectuur. Ik heb met BAVO een visieontwikkeling uitgevoerd in een psychiatrisch ziekenhuis dat nog geen vijf jaar geleden opgeleverd is, maar waar nu reeds geld gereserveerd werd voor renovatie. Het gebouw is bouwtechnisch prima in orde en toch spreekt de opdrachtgever over een ‘verouderde nieuwbouw’. In zo’n geval kom je tot de constatering: waar is de architect als je hem/haar nodig hebt? Mijn vraag is: hoe kan een ontwerpdialoog gaande blijven ook nadat de architect van het toneel verdwenen is?” Opgetekend door Staf Bellens

Hoofdredacteur: Pieter De Groote, pdg@nav.be Administratieve zetel: Willebroekkaai 37, 1000 Brussel, tel. 02 212 26 99, fax 02 400 71 72 Retouradres: Sint-Clarastraat 48, 8000 Brugge, tel. 050 474 667, fax. 050 474 679 Lay-out: FCOmedia, Marieke Veys Druk: Drukkerij Pattyn - Afgiftekantoor Gent x, erkenningsnummer P802033 NAV News werd geseald in composteerbare bio-folie, gemaakt van maïs, en CO²-neutraal verstuurd door Nevelland i.k.v. het GREENPOST-programma van Bpost. NAV en zijn auteurs kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de inhoud van de teksten, de interpretatie ervan, of eventuele onjuiste gegevens. Wet- en regelgeving veranderen snel. De mogelijkheid bestaat dat tekst-elementen al door nieuwe wetgeving of besluiten achterhaald zijn. We excuseren ons hiervoor.


© Shutterstock

04 actueel

Wat brengt het nieuwe jaar? Een nieuw jaar brengt heel wat veranderingen met zich mee, en dat is in 2019 niet anders. NAV zet voor u de wijzigingen in de bouwwereld op een rijtje.

Open erfgoed Erfgoed optimaliseerde de voorwaarden. Je kan een verhoogde erfgoedpremie van 60% aanvragen voor werken aan beschermd open erfgoed. De verhoogde premie geldt ook voor onroerende goederen die ontwikkeld worden tot open erfgoed.

pen en archeologische sites, en voor meerjarige subsidieovereenkomsten.

Inwerkingtreding op 1 april 2019: wijziginEPB

ONROEREND ERFGOED

• Voor nieuwe niet-residentiële gebouwen stijgt voor vergunningsaanvragen vanaf 2019 het verplichte minimumaandeel hernieuwbare energie naar 20 kWh per m² bruto vloeroppervlakte. In 2018 was dat minimum 15 kWh/m². • Voor vergunningsaanvragen vanaf 2020 gaan we met de nieuwe woongebouwen naar maximaal E35 (in plaats van E40 in 2018) en voor ingrijpende energetische renovaties van woongebouwen verstrengt de E-peileis naar E70 (in plaats van E90 in 2018). • De uiterste indiendatum voor EPB-aangiften wijzigt. Zie www.energiesparen.be voor de details naargelang de categorie van werken. • Groenestroomcertificaten voor PV-installaties: voor dossiers waarvoor u de EPB-aangifte indient vanaf 1 januari 2019 en de PV-installatie in aanmerking komt voor groenestroomcertificaten, vervalt het recht op groenestroomcertificaten enkel voor de hoeveelheid elektriciteit uit zonne-energie die nodig is om aan het minimumaandeel hernieuwbare energie te voldoen. Voor de hoeveelheid elektriciteit die de PV-installatie produceert bovenop de hoeveelheid die nodig is om te voldoen aan deze verplichting, worden wel groenestroomcertificaten toegekend. Let op: de datum waarop de EPB-aangifte wordt ingediend, is bepalend. • De uiterste indiendatum voor een afwijkingsaanvraag voor een systeem van externe warmtelevering wijzigt. Vanaf 2019 kunt u een afwijkingsaanvraag indienen tot op het moment van de ingebruikname van het gebouw en binnen de 5 jaar na de aanvraag van de bouwvergunning. Let op: de EPB-aangifte mag nog niet zijn ingediend. Merk op: de overgangsmaatregel verloopt na 31 december 2018. • Andere wijzigingen betreffen de rekenmethodes voor de gebouwschil en de technieken, en de invoer van opwekkers, verdeelsystemen en combilussen.

Inwerkingtreding op 1 januari 2019: wij-

www.energiebewustontwerpen.be

Premies o De onderzoekspremie voor de opmaak van een beheersplan is verdwenen. o De erfgoedpremie van 80% bestaat niet meer. De 60%-categorie, vroeger beperkt tot ZEN-erfgoed en onderwijsgebouwen, is verruimd met • beschermde gebouwen die bestemd zijn voor een erkende eredienst • beschermde goederen met een publieksfunctie in eigendom van een gemeente, autonoom gemeentebedrijf, OCMW, welzijnsvereniging of een sociale huisvestingsmaatschappij • open erfgoed • opengestelde, maalvaardige molens o Zowel voorbeeldige beheerders als vzw’s die het herstel en beheer van beschermd erfgoed tot doel hebben, kunnen voortaan aanvullende premies van 10% aanvragen. Beheersplannen Je hebt voortaan in minder situaties een goedgekeurd beheersplan nodig om een premie aan te kunnen vragen.

Inwerkingtreding op 1 januari 2020: wijzigingen aan de erkenningsvoorwaarden en rapporteringstermijnen voor onroerenderfgoedgemeenten, IOED’s en onroerenderfgoeddepots. Deze bepalingen worden beter gelieerd aan de lokale beleids- en beheerscyclus. De erkenningen van onroerenderfgoedgemeenten, intergemeentelijke onroerenderfgoeddiensten en onroerenderfgoeddepots worden fusievriendelijker.

Inwerkingtreding op 1 januari 2022: de

© Shutterstock

i

zigingen aan de erfgoed- en onderzoekspremies; wijzigingen aan de beheersplannen, behalve de beheersplanverplichting voor UNESCO-Werelderfgoed; wijzigingen aan open erfgoed en technische wijzigingen.

gen aan de erkenning en opvolging van archeologen; wijzigingen aan het archeologietraject en wijzigingen aan de premies voor archeologisch vooronderzoek en archeologische opgravingen. De ministeriele besluiten over deze wijzigingen worden in de eerste maanden van 2019 opgemaakt en ter goedkeuring voorgelegd. De erkenning van archeologen krijgt een onderverdeling in twee types: een eerste type erkenning voor archeologen die alle vormen van archeologisch onderzoek mogen uitvoeren en een tweede type erkenning voor archeologen die enkel vooronderzoeken zonder ingreep in de bodem mogen uitvoeren en daar archeologienota’s over mogen melden. Zo zullen er meer archeologen in aanmerking komen voor een erkenning. De bekrachtiging van archeologienota’s wordt vervangen door een meldingsplicht. Het aantal vrijstellingen van archeologisch vooronderzoek wordt uitgebreid. De premie voor buitensporige opgravingskosten krijgt een verhoging tot 80%. Er komt bovendien een nieuwe premie voor verplicht uit te voeren archeologisch vooronderzoek met ingreep in de bodem.

beheersplanverplichting voor UNESCO-Werelderfgoed, dit om de betrokken actoren voldoende tijd te geven om te voldoen aan deze regel. De gevallen waarbij een beheersplan een voorwaarde is voor het bekomen van een premie, worden beperkt. De verplichting geldt enkel nog bij premie-aanvragen voor UNESCO-Werelderfgoed, beschermde stads- en dorpsgezichten, landschap-

NIEUW APPARTEMENTSRECHT Vastgesteld werd dat het bestaande appartementsrecht onvoldoende flexibel was om snel en efficiënt beslissingen te kunnen nemen binnen de organen van de vereniging van mede-eigenaars. Zo kan een enkele mede-eigenaar tegen de wil van de vijftig andere mede-eigenaars in een slooprijp gebouw, een beslissing tot sloop en wederopbouw tegenhouden omdat de wet nu eenmaal hiervoor een beslissing met eenparigheid van stemmen voorschrijft. Met de nieuwe appartementswet van 18 juni 2018 werd getracht om het appartementsrecht te herbalanceren en te flexibiliseren. De nieuwe wet trad in werking op 1 januari 2019. Belangrijkste wijziging daar is dat er voor werken aan gemene delen van het gebouw slechts een tweederdemeerderheid meer nodig is in plaats van drie vierde. Voorts zal ook het innen van achterstallen eenvoudiger moeten verlopen en wordt het reservefonds verplicht. Op ons kennisnet vindt u meer informatie

i

www.nav.be/artikel/1770/

DE WONINGPAS Vlaams ministers Lydia Peeters, Liesbeth Homans en Joke Schauvliege voeren de woningpas in, een gratis digitaal paspoort voor elke woning. De databanken van verschillende Vlaamse agentschappen en departementen worden voor het eerst aan elkaar gekoppeld en op een overzichtelijke manier voorgesteld via één centraal platform. Met deze woningpas wil de Vlaamse overheid het (ver) bouwen, (ver)kopen of (ver)huren van een woning vereenvoudigen. De invoering van de woningpas verloopt gefaseerd. In eerste instantie vinden woningeigenaars er administratieve informatie over het gebouw,


actueel 05

de indeling, de ligging en informatie uit de EPBaangifte of het energieprestatiecertificaat, indien dit werd opgemaakt. De eigenaar kan omgevingskaarten raadplegen en downloaden zodat hij/zij meer zicht krijgt op de overstromingsgevoeligheid of de bestemming volgens het Gewestplan. Of hij/zij kan andere geografische informatie opzoeken in Geopunt Vlaanderen zoals riolerings- en luchtkwaliteitskaarten. In de toekomst zal de woningpas worden aangevuld met meer informatie, en komen er steeds meer attesten bij. Woningeigenaars zullen de info kunnen delen met anderen of hen toegang geven tot hun woningpas: handig voor bouwpartners, toekomstige kopers of huurders, notaris of makelaar. Later zal de burger zijn woningpas ook zelf kunnen aanvullen met bijkomende informatie (attesten, plannen, foto’s, uitgevoerde werken, …). Als men over een EPC of een EPB-aangifte beschikt, kan men deze informatie in de woningpas vergelijken met de gemiddelde energiescores in de gemeente of stad, provincie en Vlaanderen. Aan de hand van de energie-informatie via het EPC kan men ook zien welke investeringen men best nog laat uitvoeren voor een betere energieprestatie. Door eigenaars meer inzicht te geven in de energetische toestand kan de woningpas aanzetten tot een verbetering van de renovatiegraad van het Vlaamse woningenbestand.

i

woningpas.vlaanderen.be

EPC+ Vanaf 1 januari steekt het EnergiePrestatieCertificaat (EPC) in een nieuw jasje. Het document blijft verplicht bij de verkoop of verhuur van een woning en zal nog steeds de energiescore van de woning weergeven. Het EPC+ zal alleen duidelijker leesbaar zijn. Daarvoor krijgt de woning bijvoorbeeld ook een energielabel opgeplakt (net als voor elektrotoestellen) en krijg je een concreet overzicht van wat goed is aan de woning en waar de pijnpunten liggen. Je krijgt er concrete aanbevelingen bovenop, net als een raming van de kostprijs van de werken en een schatting van de energiescore en -label na die werken. Wie al een geldig EPC heeft, hoeft geen nieuw te laten opstellen.

Eéngemaakte renovatiepremie

PREMIES Sloop- en heropbouwpremie van 7.500 euro In de 13 Vlaamse centrumsteden bestaat er al jaren een goedkoop btw-tarief voor wie sloopt en heropbouwt. Op een nieuwbouwwoning betaal je daar maar 6 procent btw in plaats van de gebruikelijke 21 procent, op voorwaarde dat je eerst je oude huis afbreekt. Vlaams minister van Energie Tommelein wou die regeling graag uitbreiden naar heel Vlaanderen, maar dat mag niet van Europa. Daarom komt Vlaanderen nu zelf met een initiatief. Deze premie is uiteraard nog altijd minder voordeling dan het btw-tarief in die 13 steden, maar de Vlaamse regering wil op die manier toch zoveel mogelijk mensen aansporen om een nieuwe, energiezuinige woning te bouwen. • De premie is beschikbaar voor sloopwerken tussen 1 oktober 2018 en 31 oktober 2019. Ook wie dus de afgelopen drie maanden een oude woning sloopte, kan ze aanvragen. • Om te slopen vraag je eerst een vergunning voor sloop en heropbouw aan bij de gemeente. Drie maanden na de effectieve sloopwerken wordt het geld op je rekening gestort. • Het nieuwe huis dat je op de vrijgekomen plaats bouwt, moet uiteraard voldoen aan de Vlaamse energienormen. • De premie geldt niet voor de inwoners van de 13 Vlaamse centrumsteden (Aalst, Antwerpen, Brugge, Genk,Gent, Hasselt, Kortrijk, Leuven, Mechelen, Oostende, Roeselare, Sint-Niklaas en Turnhout). Zij hebben al het lagere btw-tarief voor sloop en heropbouw. • Het aanvraagformulier voor de premie zal in de loop van januari verschijnen op de website van het Vlaams Energieagentschap.

De Vlaamse regering voegt de verbeterings- en renovatiepremie samen tot één renovatiepremie. De nieuwe regeling trad in werking sinds 1 januari 2019. Beide premies vielen voordien reeds gedeeltelijk samen. De werken die in aanmerking komen voor een subsidie stemmen vrijwel overeen in beide systemen, maar de voorwaarden verschilden wel. Dat was enigszins verwarrend. Door naar één systeem te gaan wordt alles gelijk gemaakt. De aanpassingspremie, die specifiek op de doelgroep van ouderen gericht is, blijft voorlopig wel afzonderlijk bestaan. Gezinnen met een lager inkomen krijgen ook meer flexibiliteit over hoe ze hun premie willen aanvragen. Ze kunnen alles ineens aanvragen zodat ze sneller worden uitbetaald, of kunnen hun premieaanvraag in twee splitsen waardoor ze tot tien jaar de tijd krijgen om het tweede deel van de aanvraag in te dienen. Bij de verbeteringspremie mochten de facturen vroeger één jaar oud zijn, dit wordt nu voor alle premieaanvragen twee jaar. Bovendien wordt de premie gekoppeld aan een gezin in plaats van een woning; daarvoor komen inkomensgrenzen die meer rekening houden met de gezinssituatie. Daarnaast wordt de regelgeving rond de renovatiepremie ook minder streng. Bij het oude systeem was je als toevallige ‘bijwoner’ verplicht om mee op de aanvraag tot renovatiepremie te staan. Daardoor had een medebewoner zonder zakelijk recht geen recht meer op een renovatiepremie wanneer hij zelf een woning zou kopen. Dat leverde in het verleden nogal wat klachten op. Wie geen zakelijk recht heeft in een woning waarvoor een premie wordt aangevraagd maar er wel woont, kan voortaan in de tien jaar na de aanvraag van die premie toch zelf nog een renovatiepremie aanvragen.

Voer jij een ingrijpende energetische renovatie (IER) uit? Dan krijg je vanaf 2019 een belastingvermindering in de vorm van een korting op de onroerende voorheffing. Hierop heb je recht als je je technische installaties volledig vervangt en je minstens 75% van je buitenschil (na)isoleert. Diende je na 1 oktober 2016 je IER-bouwaanvraag in en bedraagt je E-peil E90 of minder? Dan betaal je vijf jaar lang maar de helft van de onroerende voorheffing. Zakt je E-peil naar maximaal E60? Dan betaal je vijf jaar lang helemaal geen onroerende voorheffing.

AFSCHAFFING VESTIGINGSWET De Vlaamse regering schaft per 1 januari 2019 de vereiste beroepsbekwaamheden voor 11 bouwberoepen af. Voor alle andere gereglementeerde beroepen gebeurde dit al op 1 januari 2018. NAV betreurt de afschaffing. Daarmee gaat immers heel wat bescherming voor de consument én de ondernemers verloren. Onze sector heeft de afgelopen jaren een grote technische evolutie doorgemaakt. Voldoende technische bagage en een professionele mindset zijn onmisbare eigenschappen voor elke aannemer die de consument diensten wil bieden die voldoen aan de hoge kwaliteitsnormen van vandaag. Met het afschaffen van de vestigingswet verdwijnt een stuk zekerheid daaromtrent. Overigens zou de afschaffing er enkel in Vlaanderen komen. De Waalse en de Brusselse regering volgen de redenering van Europa immers niet. Die wil meer harmonisering van de wetgeving tussen de verschillende lidstaten en dus minder onderlinge discriminatie. De 11 gereglementeerde beroepen zijn: installateur-frigorist; ruwbouwactiviteiten; stukadoor-, cementeer- en dekvloeractiviteiten; tegel-, marmer- en natuursteenactiviteiten; dakwerkers- en waterdichtingsactiviteiten; plaatsen/herstellen van schrijnwerk – glazenmaker; algemeen schrijnwerk; eindafwerkingsactiviteiten; installatieactiviteiten voor centrale verwarming, klimaatregeling, gas en sanitair; elektrotechnische activiteiten; algemene aannemingsactiviteiten.

Warmtepompboiler Wie een warmtepompboiler plaatst, kan sinds 1 januari een premie van 400 euro aanvragen. Zowel particulieren als bedrijven komen in aanmerking. De premie voor particulieren start aan 400 euro en dooft de komende vijf jaar langzaam uit. Vanaf 2020 bedraagt de premie nog 300 euro. Vanaf 2021 tot eind 2023, krijg je nog maximaal 200 euro. Ook voor bedrijven bedraagt de basispremie 400 euro, maar dat bedrag wordt verhoogd naargelang het vermogen. Bedrijven kunnen op maximaal 5.040 euro rekenen of veertig procent van het factuurbedrag. Ook voor de bedrijven neemt de premie geleidelijk af over vijf jaar.

Premie voor zonneboiler verhoogt Verlaagde onroerende voorheffing voor een IER

een systeem op basis van fossiele brandstoffen, heeft de regering de premieregeling aangepast. Voortaan kan je na 15 jaar opnieuw een premie aanvragen voor de vervanging van je zonneboiler of warmtepomp. Voor een warmtepompboiler kan dat zelfs al na 10 jaar, omdat de levensduur van zo’n boiler korter is.

Naast de nog onbekende warmtepompboiler, is de zonneboiler een veel bekender alternatief voor sanitair warm water. De Vlaamse regering besliste op voorstel van minister Tommelein om deze premie volgend jaar niet te verlagen zoals eerst aangekondigd. Ze blijft behouden op 550 euro in plaats van een verlaging tot 375 euro.

Tweede premie voor vervanging zonneboiler en warmtepomp De eerste generatie zonneboilers en warmtepompen is stilaan aan vervanging toe. Om te vermijden dat mensen voor hun verwarming of sanitair warm water opnieuw zouden kiezen voor

GEMEENTEFUSIES Vlaanderen gaat van 308 naar 300 gemeenten, door de fusies van verschillende gemeenten. De nieuwe fusiegemeenten zijn: Aalter (Aalter + Knesselare), Deinze (Deinze + Nevele), Kruisem (Kruishoutem + Zingem), Lievegem (Waarschoot + Lovendegem + Zomergem), Puurs-SintAmands (Puurs + Sint-Amands), Pelt (Overpelt + Neerpelt) en Oudsbergen (Opglabbeek + Meeuwen-Gruitrode). Door die fusies moeten de zowat 150.000 inwoners hun identiteitskaart laten aanpassen in de gemeentehuizen. Dat geldt niet voor de inwoners van de vroegere gemeenten Aalter en Deinze omdat die de naam van hun gemeente niet zien veranderen.

Pieter De Groote Pieter De Groote is coördinator communicatie bij NAV


© Stefaan De Witte

06 waterbewustbouwen.be

Hoe omgaan met collectieve hemelwaterinstallaties in appartementen? Een collectieve hemelwaterinstallatie verschilt in wezen niet zo hard van een installatie voor een eengezinswoning. De schaal van de installatie maakt echter dat er mogelijkheden zijn om het geheel op verschillende punten interessanter te maken.

Denken we bijvoorbeeld aan bedrijfszekerheid, onderhoud, controle, kostenverdeling… Zelfs bij erg uitgebreide systemen is de kostprijs van al deze verbeteringen in de meeste gevallen een pak kleiner dan de totale kost van een hele reeks individuele pompsystemen. Zoals men zo dikwijls meemaakt in de wereld van de bouw: één standaard type-oplossing bestaat niet. Dit feit heeft bovendien niet eens te maken met echt technische zaken. De ervaring leert dat iedere bouwheer wel zijn eigen prioriteiten legt. In sommige gevallen is de kostprijs de eerste en enige bekommernis, in andere gevallen wil men kost wat kost problemen met en tussen de gebruikers vermijden en in nog andere gevallen wil men vooral regenwater maximaal recupereren, ongeacht de manier waarop. Elk van deze aspecten zal een oplossing in een andere richting vinden. Daarnaast is ook de grootte van de installatie van belang. Eén hemelwaterinstallatie voor 50 appartementen, of één installatie voor 5 appartementen: dat is een andere situatie op het vlak van beschikbaar budget, ruimte, onderhoudspersoneel… Grote gebouwen hebben vaak ook meer dan één regenwatertank, wat de zaken ook iets complexer maakt. We zullen ieder mogelijk onderdeel van de installatie, van put tot tappunt, kort toelichten en een plaats geven in de mogelijke systemen.

REGENWATERPUT Allereerst: de regenwaterput. Eén centrale regenwaterput heeft alleszins een onmiskenbaar voordeel: er is dan slechts één plaats van waar het water moet opgepompt worden. Indien meerdere regenwaterputten met elkaar verbonden worden, werken deze als één grote put door het principe van communicerende vaten. Deze verbinding kan met een eenvoudige buis onderaan

de put gebeuren. Het is niet nodig en zelfs niet wenselijk dat deze buis vlak boven de bodem zit. Door het slib op de bodem van de put zou deze kunnen verstoppen, en deze buis ontstoppen is geen evidente klus. Bovendien gebeurt de aanzuig van regenwater ook niet vlak op de bodem, om dezelfde reden. De verbindingsbuis tussen twee putten hoeft dan ook niet lager te zitten dan de laagste hoogte waarop water uit de put wordt gezogen. Soms stelt men voor om de putten langs boven met elkaar te verbinden door middel van het hevelprincipe: een leiding die gevuld is met water dat zich op een lagere druk dan de luchtdruk bevindt. Dit is echter af te raden: van zodra één van de uiteinden van de hevel niet meer in het water gedompeld zit - door uitdroging, maar ook door het periodieke onderhoud (!) in een put - werkt het systeem niet meer. Indien twee of meer putten niet met elkaar kunnen verbonden worden, heeft men twee opties: één installatie per put voorzien, of door middel van pompen het regenwater uit de verschillende putten onttrekken. Die laatste optie vereist wel een (vrijwel altijd zelf te maken) regelsysteem met vlotterschakelaars om ervoor te zorgen dat de verschillende putten gelijkmatig worden leeggepompt. Men kan dan van put naar put pompen (waarbij de pomp in een put enkel pompt als het water in de andere put laag genoeg staat, en in de eigen put hoog genoeg), of alle putten in een centraal opslagvat laten pompen, afhankelijk van het waterniveau in elke put.

pomp geplaatst te worden in de put, die de leiding tussen put en pompsysteem continu onder druk zet. De aanzuigleiding is dan eigenlijk geen aanzuigleiding meer, maar een drukleiding. Dit komt vaak voor bij installaties waarbij omschakelsysteem en pomp in één behuizing zijn ondergebracht. Het is ook mogelijk om het pompsysteem zo op te bouwen dat de pomp in de put de enige pomp is het systeem is. Het omschakelen naar stadswater gebeurt dan op een andere plaats.

OMSCHAKELING NAAR STADSWATER Het omschakelsysteem tussen stads- en regenwater: net als bij de individuele installaties voor eengezinswoningen, zijn hier dezelfde drie principes mogelijk: automatische omschakeling buiten de put (d.m.v. een klein buffervat), het bijvullen van de regenwaterput met stadwater, of een manuele omschakeling. • De manuele omschakeling gebeurt bij collectieve installaties uiteraard beter niet vlak bij de pomp: niemand gaat graag elke keer naar de kelder wanneer er geen regenwater meer is. De omschakeling gebeurt bij de toestellen, maar wel telkens op een door Belgaqua goedgekeurde manier. Een wasmachine of uitgietbak kan men eenvoudig van twee aparte dienstkra-

nen voorzien. Bij een staand toilet bestaan modellen die toelaten om twee vlotters te plaatsen (bij hangende is het reservoir hier vaak te smal voor). Het toilet wordt dan zowel van links als rechts gevoed met regen- en stadswater. Om te wisselen hoeft men de respectievelijke stopkraan maar open of dicht te draaien. Dit principe laat toe om de rest van de installatie sterk te vereenvoudigen: de pomp kan in de put geplaatst worden en de hele installatie onder druk houden, waardoor er binnen geen geluid geproduceerd wordt, en een automatisch omschakelsysteem is ook niet nodig. Men is wel gelimiteerd in de keuze van toiletten. • Het bijvullen van de put is een vaak gebruikte methode, die een voordeel uit de manuele methode recupereert: de lawaaierige pomp kan in de put staan. In kleine gebouwen kan dat toch een voordeel betekenen. In grote gebouwen is een pomp in een technische ruimte in de kelder minder problematisch. Let bij het bijvullen wel op de keuze van het omschakelsysteem en de configuratie van de put: deze hoeft immers niet tot boven gevuld te worden, en al zeker niet indien meerdere putten met elkaar gekoppeld zijn. Dat zou tot onnodig veel stadswaterverbruik leiden. Een vlotterschakelaar op een geschikte hoogte is hierbij essentieel.

LENGTE VAN AANZUIGLEIDING De positie van het aanzuigpunt t.o.v. de pomp is een belangrijk aandachtspunt. Indien er te veel afstand of hoogteverschil zit tussen put en pomp (een vuistregel: maximaal 10m horizontaal OF 3m verticaal), kan de pomp het water niet meer aanzuigen. In dat geval dient een bijkomende

Systeem met verzameltank waar water uit verschillende putten wordt naartoe gepompt


waterbewustbouwen.be 07

• De installatievorm met een omschakelsysteem buiten de put biedt meer controle over de goede werking van de omschakeling (hoewel een pompsysteem dat nooit onderhouden wordt evengoed onder de grond had kunnen staan!). Dergelijke systemen worden als één pakket aangeboden.

POMP Het bepalen van de grootte van de pomp: dat is in principe niet meer dan het bepalen van het verwachte debiet (wat volgens dezelfde normen en methoden gebeurt als klassieke drinkwaterinstallaties) en het bijhorende drukverlies. Het debiet is voor een woongebouw nooit de som van de debieten van alle toestellen, dat zou een ernstige overschatting zijn. Bovendien zijn de aangesloten toestellen in de regel toestellen die slechts gedurende beperkte tijd een relatief kleine hoeveelheid water nodig hebben (wasmachine, toilet), en waarbij bovendien zelfs wat marge zit op het debiet: een debietvermindering van 50% in een douche zou je snel merken, maar voor het bijvullen van de jachtbak van een toilet is dat niet erg. Zelfs voor grote woongebouwen valt het ontwerpdebiet bijgevolg goed mee. Bij installaties waar veel hemelwater op korte tijd verbruikt wordt (schoolsanitair, concertgebouwen, stadions, sproei-installaties, …) moet er wel degelijk rekening gehouden worden met een veel hoger debiet. Bij installaties waar een hoge bedrijfszekerheid gevraagd is, is het ook aangewezen om een dubbele pomp te plaatsen, en liefst uitgerust met de nodige storingsmeldingsystemen.

DRUKVAT Het relatief kleine en intermitterende verbruik in woongebouwen heeft een vervelend gevolg: indien de regenwaterpomp telkens zou moeten aan- en uitschakelen bij iedere afname, zou dit (bij pompen in het gebouw) een zeer vervelende geluidsbron zijn en bovendien zou de levensduur van de pomp hier sterk door verkort worden. Om dit op te lossen, voorziet men een drukvat stroomafwaarts van de pomp. De pomp pompt hier water in tot een zekere druk bereikt is. Wanneer water wordt afgetapt, verkleint het volume water in dit vat en neemt de druk in het gasge-

deelte van het vat af. Wanneer de druk in het vat onder een bepaalde ondergrens valt, schakelt de pomp weer in. Hoe groter dit drukvat (wordt soms buffervat genoemd naar analogie met de werking van een buffervat in centrale verwarming, maar hier is de drukwerking essentieel), hoe meer tijd er zit tussen werkingstijden van de pomp. De minimaal ingestelde druk moet natuurlijk wel altijd groot genoeg zijn om de drukverliezen in het leidingnet te overwinnen.

LEIDINGNET EN WATERTELLERS Dat brengt ons naar het leidingnet. Alle materialen zijn dezelfde als het gewone stadwaterleidingnet. De meest eenvoudige oplossing is om de leidingen als een boom te vertakken en naar de verschillende appartementen te leiden en daar (eventueel via een collector in het appartement) aan te sluiten op de toestellen. Helaas is dat enkel aangewezen indien men tevreden is met een heel rudimentaire berekening van de gebruikskosten (elektriciteit & stadswater). Het “meest eerlijke” systeem bestaat er immers in om vanaf de pompinstallatie naar ieder appartement een aparte leiding te voorzien, voorzien van een (regelmatig geijkte) watermeter. Op basis van de verhouding tussen de regenwaterverbruiken kan men dan de verdeling van het stadswaterverbruik en de elektriciteit maken. Het is dan ook wel nodig om tussenmeters te plaatsen op de stadswateraanvoer naar de pomp en op de elektrische aansluiting van de pomp. Het hoeft geen betoog dat dit een flinke meerkost is voor de installatie, en dat het misschien toch interessanter is om een forfaitaire kostenverdeling uit te werken (bijvoorbeeld o.b.v. het aantal slaapkamers, oppervlakte, …). Nog een ander fenomeen dat men soms meemaakt is dat enkel gelijkvloers en eerste verdieping van regenwater worden voorzien (wat logisch is gezien de niet oneindige voorraad water), maar dat dit slecht onthaald wordt door bewoners van de bovenliggende verdieping die dat voordeel niet genieten…

OPLETTEN VOOR OPPERVLAKTECONDENSATIE Voorzie steeds een methode om condensatie op de installatie tegen te gaan, of op te vangen en af

Bestel of download de brochure ‘De architect: voor de syndicus dé professionele partner bij uitstek’ De syndicus kent maar al te goed de noden van de gebouwen in zijn portefeuille. Het kan daarbij gaan om een noodzakelijke renovatie van een specifiek gebouwonderdeel of om een grote projectmatige renovatie. Deze brochure maakt duidelijk hoe de bijstand door een architect voor de syndicus een groot verschil kan maken. Niet alleen kan u als architect verschillende scenario’s onderzoeken, die aftoetsen aan hun financiële haalbaarheid en integreren in een meerjarenplanning. U kan daarnaast ook als uw steunpilaar fungeren van

de syndicus bij het maken en verdedigen van de juiste keuzes. U kan de brochure inkijken op www.nav.be/ artikel/1771/ of een aantal gedrukte exemplaren bestellen bij het NAV-secretariaat.

i

www.nav.be/artikel/1771/

Pompinstallatie – het systeem voedt 31 appartementen (met forfaitaire kostenverdeling)

Kleine kelderinstallatie voor beperkt aantal tappunten te voeren. Het koude water in de installatie koelt de buitenzijde van de installatie immers flink af, waardoor (zeker in vochtige omgevingen zoals kelders) de lucht op de buitenkant van de installatie condenseert. Dit kan een behoorlijke bron van wateroverlast betekenen. De installatie in een rvs bak met een afvoer plaatsen is nog de meest eenvoudige oplossing, indien alle gebruikte componenten (zeker de elektronische) tegen condensatie kunnen. Dit condensatiefenomeen treedt op alle componenten op: leidingen, pomp, drukvaten, …

Redactie: Pol Van Acoleyen (Artex Ingenieurs en architecten) Dit artikel verschijnt in het kader van het project ‘Consulent Waterbewust Bouwen’, dat wordt gesubsidieerd door het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie van de Vlaamse Overheid.


© Shutterstock

08 specialist

Het nieuwe Ondernemings- en Insolventierecht De wetgeving in ondernemersland is sterk in beweging. Dat heeft ook zijn weerslag op en gevolgen voor de (ingenieur-)architecten en hun samenwerkingsvormen. Sinds kort zijn zij allen nu ook juridisch ‘ondernemingen’, waarop een scala van nieuwe wetsbepalingen van toepassing is of wordt.

De nieuwe wetgeving vormt als het ware een drietrapsraket: het Insolventierecht werd gebundeld, hervormd en geïntegreerd, sinds 1 november kennen we het Ondernemingsrecht en binnenkort zal ook de Vennootschapswetgeving grondig herzien worden.

HET INSOLVENTIERECHT De veranderingen werden gelanceerd met de wet van 11 augustus 2017 houdende invoeging van het Boek XX “Insolventie van ondernemingen” in het Wetboek van Economisch Recht (WER) en houdende invoeging van de definities eigen aan Boek XX en van de rechtshandhavingsbepalingen eigen aan Boek XX in het Boek I van het WER. De nieuwe insolventiewet trad in werking op 1 januari 2018 en was vanaf dan al toepasselijk op onder meer burgerlijke vennootschappen, maatschappen, verenigingen en natuurlijke personen die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefenen. Ook dus op beoefenaars van vrije beroepen. Sedert de inwerkingtreding kunnen dus (ingenieur-) architecten en hun samenwerkingsvormen failliet verklaard worden. Beter nieuws is dat zij in geval van moeilijkheden nu ook mogelijkheden ter beschikking hebben om in een wettelijk kader te remediëren, bijvoorbeeld via een gerechtelijke reorganisatieprocedure. De nieuwe regelgeving bundelt het vroegere handelsonderzoek, de Wet op de Continuïteit van Ondernemingen (WCO) en de Faillissementswet tot één geheel en integreert het in het WER. Het geheel is meer Europa-proof en met een geïntegreerd gebruik van het Centraal Register Solvabiliteit (RegSol) als communicatiemiddel heeft men ook een belangrijke stap richting digitale wereld gezet. Boek XX voorziet in een meer actieve opsporing van ondernemingen in moeilijkheden, voorziet voorlopige maatregelen en roept de figuur van de ondernemingsbemiddelaar in het leven. Als

de nood hoog is, blijft er de mogelijkheid van een procedure van gerechtelijke reorganisatie, doorgaans nog steeds WCO genoemd. Brengt dat alles geen soelaas, dan volgt allicht het faillissement. Voor de begeleiding van dit alles is de insolventierechtbank in het leven geroepen, als onderdeel van de vroegere rechtbank van koophandel, die thans de ondernemingsrechtbank is geworden (infra). Territoriaal wordt de rechtbank van het zogenaamde COMI, het “Centre Of Main Intrests” van de onderneming bevoegd. Voor rechtspersonen is dat de maatschappelijke zetel, voor natuurlijke personen het adres van de hoofdvestiging en specifiek voor (ingenieur-)architecten de plaats van hun hoofdinschrijving, zo zij er meerdere zouden hebben. Als de onderneming onverhoopt in moeilijkheden geraakt, dan kan zij buiten een werkelijke reorganisatieprocedure om met haar schuldeisers een vertrouwelijk minnelijk akkoord sluiten over herstelmaatregelen (uitstel van betaling, schuldvermindering, etc.). Daarvoor zijn wel minstens twee schuldeisers vereist, het akkoord moet schriftelijk zijn en voldoen aan formele vereisten. Het akkoord kan door de rechtbank gehomologeerd en uitvoerbaar verklaard worden. De grote voordelen van een minnelijk akkoord zijn dat er geen publiciteitsvereisten zijn, geen procedurekosten, dat er volledige wilsautonomie bestaat én het is in essentie een vertrouwelijk akkoord. Vooral dit laatste is voor beoefenaars van vrije beroepen een groot pluspunt; behoudens de betrokken schuldeisers, hoeft niemand iets te weten. Is zo’n akkoord niet mogelijk, dan kan een procedure van gerechtelijke reorganisatie worden opgestart. Vergevorderde uitvoeringsmaatregelen (openbare verkoop na beslag) worden daarmee niet meer stopgezet, tijdig actie ondernemen is dus de boodschap! Er zijn drie mogelijke procedures: het minnelijk akkoord, dat evenwel in deze gerechtelijke fase

niet-vertrouwelijk is, het collectief akkoord met de schuldeisers en tot slot de overdracht van de onderneming (verkoop) onder gerechtelijk gezag. Het akkoord met de schuldeisers kan een kwijtschelding van maximaal tachtig procent van de schulden inhouden, maar vereist daarvoor het akkoord van de meerderheid van de schuldeisers die op de stemming aanwezig of vertegenwoordigd zijn, voor zover hun gezamenlijke schuldvorderingen ook de helft van alle verschuldigde bedragen vertegenwoordigen. Bij overdracht onder gerechtelijk gezag zal de prijs onder de schuldeisers verdeeld worden. Gaat het om een vennootschap en is de gehele activiteit overdragen, dan volgt nadien allicht het faillissement. Natuurlijke personen kunnen na overdracht kwijtschelding vragen van de restschulden, zonder daarbij een beroepsverbod te riskeren. Zij kunnen nadien dus beroepsactief blijven. Zijn akkoorden of reorganisaties niet meer mogelijk en verkeert men in een toestand van staking van betaling, dan is men verplicht om daarvan aangifte te doen. Al dan niet op eigen initiatief volgt dan het faillissement. Nieuw sedert 1 januari 2018 is dat de gefailleerde natuurlijke persoon onmiddellijk weer goederen en inkomsten mag verwerven, voor zover dat gebeurt op grond van oorzaken die dateren van na het faillissement. Men kan dus als het ware de schuldenrugzak afwerpen en daags nadien beroepsmatig nieuwe overeenkomsten sluiten en daaruit inkomsten ontvangen. Alles van voor het faillissement, komt wél toe aan de schuldeisers. Het ondernemersklimaat wordt dus bevorderd en aangewakkerd, maar niet alles kan en mag. Ondernemers moeten zich hoeden voor zogenaamde kennelijk grove fouten, die hun persoonlijke aansprakelijkheid voor het geheel of een deel van de tekorten in het gedrang kunnen brengen. Verder kan ook de niet-betaling van de overheidsschulden leiden tot persoonlijke aansprakelijkheid. Een derde mogelijke aansprakelijkheid, is die

voor het zogenaamde ‘wrongfull trading’ of het in stand houden van de kennelijk verloren onderneming. Ook hier is dus tijdige actie wenselijk! Voor de vrije beroepers natuurlijke personen geldt dat de restschulden van het faillissement kwijtgescholden kunnen worden en dat er hen géén beroepsverbod kan worden opgelegd. Wel zal steeds van het faillissement steeds kennis gegeven worden aan de tuchtinstantie, die desgevallend eigen maatregelen zou kunnen treffen.

HET NIEUWE ONDERNEMINGSRECHT Met de wet van 15 april 2018 houdende hervorming van het ondernemingsrecht werden wijzigingen aangebracht aan het Wetboek Economisch Recht, het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Koophandel, het Wetboek van vennootschappen alsook aan het Gerechtelijk Wetboek. De wet trad in werking op 1 november 2018 en hanteert bovenal een vernieuwd ondernemingsbegrip, voortbouwend op dat van de insolventiewet. We spreken niet meer over handelaren maar van ondernemingen, de rechtbank van koophandel is omgedoopt tot ondernemingsrechtbank, het Wetboek van koophandel is (zo goed als) afgeschaft en er geldt een vernieuwd bewijsrecht. Volgens de nieuwe definitie van artikel I.1, 1° WER is een onderneming thans “elk van volgende organisaties : (a) iedere natuurlijke persoon die zelfstandig een beroepsactiviteit uitoefent; (b) iedere (niet-publiekrechtelijke…) rechtspersoon; (c) iedere andere organisatie zonder rechtspersoonlijkheid.” Dat maakt dat voor (ingenieur-)architecten thans geen uitzonderingsregime meer geldt en dat zij en hun samenwerkingsvormen thans ten volle ondernemingen zijn in de zin van het nieuwe gemeenrechtelijke regime. Zo is nu ook de maatschap, frequent gebezigd door (ingenieur-)architecten, een onderneming, die ingeschreven zal moeten zijn in de Kruispuntbank der Ondernemingen (KBO) en die een boekhouding zal moeten voeren. Ten aanzien van ondernemingen zal bewijs geleverd kunnen worden “door alle middelen van recht”, getuigen en vermoedens inbegrepen. Deze regel geldt niet ten aanzien van de natuurlijke personen die een onderneming zijn, als het gaat om rechtshandelingen die kennelijk vreemd zijn aan hun onderneming. Belangrijke bewijsmiddelen die tegen ondernemingen aangewend


DucoScreen Front 150 Onzichtbare doekzonwering

→ Onzichtbare plaatsing in de spouw → Volledig van buitenaf te plaatsen en te onderhouden

NIEUW

Breedte/Hoogte

→ Ook beschikbaar in stormvaste uitvoering (FIX)

kunnen worden, zijn hun boekhouding alsook de door hen aanvaarde facturen. Een nieuw tijdperk dus, het einde van de voor- én nadelen van het klassieke vrije beroep en de burgerlijke samenwerkingsvormen.

BATIBOUW 2019

Paleis 12 Stand 501

21/02 > 03/03 BRUSSELS EXPO

HET NIEUWE WETBOEK VENNOOTSCHAPPEN EN VERENIGINGEN Wat die samenwerkingsvormen betreft, staan trouwens verregaande wijzigingen op stapel. Het Wetboek van Vennootschappen en Verenigingen is in aantocht maar is nog niet definitief en de inwerkingtreding ervan wordt niet verwacht vóór mei of juni 2019. Hierop zal dus later meer uitgebreid ingegaan worden, maar dat neemt niet weg dat de meest markante wijzigingen al kunnen worden meegegeven. Zonder onderscheid tussen handels- en burgerlijke vormen, zullen nog volgende vennootschappen bestaan: • personenvennootschappen die maatschappen genoemd worden, die rechtspersoonlijkheid kunnen krijgen en dan vennootschappen onder firma (VOF) worden of, als er stille vennoten zijn, commanditaire vennootschappen (CommV) • de BVBA die besloten vennootschap of BV wordt, die de belangrijkste vennootschapsvorm zal worden en die kapitaalloos zal kunnen zijn. Zij zal aandelen op naam hebben. • de coöperatieve vennootschap of CV die blijft bestaan maar uitsluitend bestemd zal zijn voor werkelijke coöperaties • de NV die ook blijft, maar veel minder gebruikt zal worden, minder flexibel zal zijn dan de BV, wel een kapitaalvereiste en die wellicht vooral voor de genoteerde vennootschap zal dienen Alle andere vormen zullen afgeschaft worden, behoudens nog de EESV en de andere Europese vormen. De overgangsregeling zal voorzien in voldoende tijd voor de bestaande vennootschappen om zich te conformeren aan de nieuwe bepalingen. Voor de afgeschafte vennootschapsvormen zal allicht vijf jaar gegund worden om zich om te vormen naar één van de nieuwe, overblijvende vormen. Grote veranderingen op til dus, maar geen paniek, er rest nog tijd, we’ll keep you posted!

NAV_190x134.indd 18

19/12/18 09:10

Ontdek onze Soltis doeken voor uw zonwering projecten

sergeferrari.com

Mr. Bart Jacqmain, GSJ Advocaten

NAV-infosessies NAV organiseert in dit voorjaar een reeks memo’s in het kader van de wijzigingen binnen het vennootschapsrecht, het verenigingsrecht en de insolventiewet.

Data & locaties · Di 19 Maart 2019: Mechelen · Do 21 Maart 2019: Gent · Di 26 Maart 2019: Kortrijk · Do 28 Maart 2019: Heusden-Zolder

Ramen, deuren en glasgevels van Reynaers Aluminium in al uw ontwerpen.

Gastsprekers Meester Bart Goossens en meester Bart Jacqmain GSJ Advocaten SBB Accountants & Adviseurs

i

www.nav.be/agenda

Info & inspiratie op reynaers.be


© Shutterstock

10 NAV werkt

NAV verspreidt kennis… en zoekt enthousiaste adviseurs Leden weten het al langer: elke dag verspreidt NAV kennis naar architecten, via opleidingen, diverse publicaties en het kennisnet op NAV.be. Maar wist je dat we ook heel wat projecten lopen hebben rond specifieke thema’s? Binnen deze thema’s doen onze studiedienstmedewerkers aan kennisopbouw. Ze verzamelen informatie, overleggen erover met stakeholders en communiceren vervolgens via opleidingen, publicaties en workshops. Zo wapenen we architecten met de hedendaagse tools die ze nodig hebben en maken we werk van een bloeiende en creatieve sector waar we terecht trots op kunnen zijn. Een overzicht:

échte cultuuromslag te spreken moet deze kennis op een bredere schaal verspreid worden. NAV, energiebewustontwerpen.be en het TRANSFORM Research Team van VUB zullen elkaar de komende twee jaar versterken door de beschikbare kennis over circulair en veranderingsgericht onder (ir-)architecten te verhogen. Dit door middel van kennisdeling via een Lerend Netwerk waarin voorlopers en volgers elkaar kunnen ontmoeten.

CIRCULAIR EN VERANDERINGSGERICHT BOUWEN VOOR ONTWERPERS

LERENDE NETWERKEN

• Type project: Vlaanderen Circulair • Projectduur: 2019-2020 • Projectpartners: NAV, VUB Wat als… we bij de sloop van een gebouw niet meteen aan afval zouden denken, maar aan een rijk pakket grondstoffen en bouwproducten die vrijkomen voor hergebruik? Het kán, ten minste als ontwerpers die opportuniteit meteen in rekening zouden brengen van bij het concept van hun gebouwen. Mits het gebruik van de juiste bouwmaterialen en – concepten wordt elk toekomstig gebouw op die manier een mijn van te ontginnen recyclagemateriaal. Deze innovatieve manier van denken heeft een gunstig effect op onze ecologische voetafdruk én jaagt vernieuwing aan bij zowel producenten, ontwerpers als bouwers. Het is dan ook niet te verwonderen dat de interesse rond circulair en veranderingsgericht bouwen groeit. Opdrachtgevers van bouwprojecten schuiven het steeds vaker naar voor als prioriteit. Ontwerpers zien de mogelijkheden van circulair bouwen als een tweede poot binnen het duurzaamheidsdenken m.b.t. gebouwen, naast de reeds goed ingeburgerde energie-eisen. Ze gaan op zoek naar kennis en goede praktijken. Onderzoekers en voorlopers hebben op dat vlak al veelbelovende stappen gezet, maar om van een

Schaalvergroting Schaalvergroting creëert een platform waar zaakvoerders met medewerkers ervaringen en vragen rond het werken met medewerkers uitwisselen. Onlosmakelijk ben je bij de uitbreiding van jouw kantoor naast architect ook meer en meer manager geworden. Je bent aandacht gaan besteden aan belangrijke ondernemingsvaardigheden zoals bureauorganisatie, financieel beheer, continuïteit, instroom, personeelsbeleid, etc. Omdat niet iedereen het warm water hoeft uit te vinden heeft NAV ‘Schaalvergroting’ uitgewerkt. Het is een concept waarbij een vaste groep zaakvoerders elkaar vijf keer op maandelijkse basis ontmoeten. Doelgroep: architecten-zaakvoerders die (gaan) werken met medewerkers. De bijeenkomsten vinden plaats op maandelijkse basis, van januari 2019 t.e.m. juni 2019, telkens van 19.00u tot 22.00u

i

i

www.energiebewustontwerpen.be

VLAAMS KENNISPLATFORM WONINGRENOVATIE • Project met de steun van het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO) • Projectduur: juni 2014 - mei 2019 • Projectpartners: WTCB i.s.m. NAV, Pixii, Vlaamse Confederatie Bouw, Bouwunie, CIB, ORI en VE-PR

Ondernemers Atelier

• Type projecten: Lerende netwerken met de steun van het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO) • Projectduur: januari 2019 - juni 2019

Ondernemen binnen een creatieve omgeving als architectuur omvat zowel een architecturale als een bedrijfsmatige uitdaging. Bij deze dubbele uitdaging blijken de architecturale vraagstukken ons een pak beter te liggen. Toch is het een must om naast de architectenskills meerdere ondernemersvaardigheden onder de knie te krijgen. NAV geeft met het Ondernemers Atelier (op)startende kantoren die duw in de rug waarmee men de ondernemersvaardigheden verder kan ontplooien. Tijdens 5 maandelijkse ateliers worden onderwerpen aangesneden die gerelateerd zijn aan het opstarten van een architectenkantoor. Op de agenda geen theoretische benaderingen, wel uitwisseling van praktijkinformatie. Doelgroep: (toekomstige) zaakvoerders van een kantoor dat maximum 5 jaar operationeel is.

BIMplantation Iedereen heeft de mond vol over Building Information Modelling (BIM-en). BIM wordt dan ook voorgesteld als het middel om aan de hand van een virtueel 3D informatiemodel meer geïntegreerd en procesgericht samen te werken. Dit om de efficiëntie binnen een bouwproces te verhogen, de communicatie te verbeteren en de faalkosten te verlagen. Maar hoe, waarom en wanneer integreer je BIM binnen jouw kantoor? (B)implantation handelt niet over de softwaretechnische aspecten van BIM. Het is dus geen opleiding over “hoe werkt BIM” of “ hoe werk ik met BIM”? Tijdens de ateliers zoeken we samen met collega’s naar antwoorden op vraagstukken die een BIM implementatie in een architectenkantoor met zich meebrengen. Is BIM effectief de trein die je niet mag missen? Welke financiële investering is er aan gekoppeld? Deze en tal van andere vraagstukken toetsen we aan de reeds opgebouwde ervaringen rond BIM binnen een architectenkantoor.

i

www.schaalvergroting.be

kunnen beroep doen op deze dienstverlening: eerstelijnsadvies, informatieve ondersteuning via artikels en publicaties, informatieavonden en cursussen, digitale nieuwsbrieven en de website www.energiebewustontwerpen.be. Aanspreekpunt voor het project is architect Melanie Vercruysse. In de uitvoering wordt zij bijgestaan door een expertenteam en een stuurgroep, en kan ze beroep doen op de logistieke diensten van NAV.

i

www.ondernemers-atelier.be

ENERGIECONSULENTENPROJECT • Project met de steun van de Vlaamse Overheid • Projectduur: 2011 - maart 2020 Het project biedt ondersteuning aan architecten in het licht van energiezuinig bouwen en de energieprestatieregelgeving. Alle architecten, ongeacht ze aangesloten zijn bij een beroepsfederatie,

www.bimplantation.be

GRO

SCHAAL

VER

TING

Dit project wil een positief innovatieklimaat voor de renovatie van woningen creëren via de opbouw van kennis en een verbeterde markt- en samenwerking. De belangrijkste taken en verantwoordelijkheden van het Kennisplatform Woning-Renovatie zijn • De rol van een uniek aanspreekpunt en om de zichtbaarheid (ook naar het buitenland) te waarborgen en efficiënt te antwoorden op de behoeften van de proeftuinprojecten en doelgroepbedrijven. • De kennisopbouw en kennisondersteuning aangeboden aan de proeftuinprojecten omtrent methodologie, technologie en proces, zodat de basis gelegd wordt voor succesvolle proeftuinexperimenten met zinvolle resultaten, die naar een hoger niveau kunnen getild worden door een verwerking op platform-niveau. • Een kwaliteitsborging door richtlijnen voor energetische meetcampagne en kostenefficiëntie-analyse, zodat de output van deze acties in de proeftuinprojecten, kwaliteitsvol, vergelijkbaar en exploiteerbaar zijn. • Een kennisverspreiding op maat van de bedrijven-doelgroepen zodat de ruimere doelgroep van innovatievolgers de resultaten van de Proeftuin Renovatie kan absorberen, met tevens een vertaalslag naar het beleid. Voor de wetenschappelijke uitvoering wordt bij-


NAV werkt 12

komend beroep gedaan op de kennisinstellingen van KU Leuven (Departement Burgerlijke Bouwkunde, Afdeling Bouwfysica), UGent (Vakgroep Architectuur en Stedenbouw, Onderzoeksgroep Bouwfysica, constructie en klimaatbeheersing) en de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO). www.kennisplatform-renovatie.be

BEN-ARCHITECT • Project met de steun van de Vlaams Minister van Energie • Projectduur: februari 2015 - december 2021 NAV kreeg bij ministerieel besluit op 17 december 2014 de opdracht van de Vlaamse Minister van Energie voor de bouw van www.BEN-architect. be. De doelstelling van deze website is om zowel bij bouwheren als bij architecten het draagvlak voor de BEN-verplichting in 2021 te vergroten, en past in het kader van actie 6.2 – ‘Van energiebewust naar BEN-architect’ van het Vlaams Actieplan Bijna-Energieneutrale Gebouwen. De website bevat een database met BEN-projecten, een lijst met BEN-architecten en hun contactgegevens, een agenda met BEN-opleidingen voor professional, een pagina met toelichting over BEN, een BEN-blog waarin twee architecten in verschillende afleveringen verslag doen over hun ervaringen in twee pilootprojecten.

i

www.ben-architect.be

• Project met de steun van het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO) • Projectduur: mei 2018 - april 2020 • Projectpartners: Vlaamse Confederatie Bouw i.s.m. NAV, FEREB Belgium en WTCB In de media staan er tegenwoordig regelmatig berichten over de falende Belgische betonnen infrastructuur. Van vele betonnen structuren is de ontwerplevensduur overschreden, was het ontwerp, de uitvoering en het gebruik van materialen ontoereikend voor wat betreft de duurzaamheid, en is het onderhoud en de monitoring beperkt of (in vele gevallen) onbestaand. Men kan dus verwachten dat opdrachten voor betonherstel enkel zullen stijgen. Ook bij renovatieprojecten waar in eerste instantie geen uiterlijke problemen zijn met de betonstructuur, dienen er naargelang de situatie herstellingen, beschermingen of verstevigingen uitgevoerd te worden. Zelfs bij nieuwbouwprojecten komt regelmatig een deel betonherstel kijken. Een aantal verworven inzichten en recent ontwikkelde technieken en producten, voor elke fase van een betonherstelling, laten toe om het risico op falen van de herstelling sterk te verlagen, maar eisen een alsmaar grotere technische kennis van de voorschrijver en de uitvoerder. Met dit project wil men de marktpositie van bedrijven verstevigen door hen toe te laten met vertrouwen in te schrijven en mee te werken aan projecten betonherstel. Door middel van een doorgedreven collectieve aanpak via de sectorfe-

deraties zullen de vakkennis en de vaardigheden van de bedrijven verbeterd worden. Bevragingen aan de sector zullen de voornaamste struikelpunten voor innovatie binnen deze bedrijven blootleggen en via gerichte informatieverspreiding en activiteiten zoals informatiesessies, workshops, het opstellen van typebestekken en werfbezoeken zullen deze drastisch verminderd en uiteindelijk weggenomen worden.

ETICS • Project met de steun van het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO) • Projectduur: september 2018 - augustus 2020 • Projectpartners: Confederatie Bouw Afwerking i.s.m. Bouwunie, NAV en WTCB Omwille van de snel evoluerende energieprestatievereisten is men voortdurend op zoek naar nieuwe technologieën/materialen/systemen. Steeds vaker wordt er gekozen om thermisch te isoleren langs de buitenkant door het toepassen van een ETICS (External Thermal Insulation Composite System). Met een pleisterafwerking is al vele jaren ervaring. De tendensen naar nieuwere afwerkingen zoals baksteenstrips, keramische tegels en natuursteenstrips zijn niet meer weg te denken. Hoewel de plaatsing van ETICS met harde bekledingen vergelijkbaar is met deze van ETICS met bepleistering, vraagt het toch specifieke bouwdetails en aandachtspunten bij de uitvoering. Het doel van dit project is om een antwoord te bieden op het gebrek aan aangepaste, praktijkge-

richt informatie i.v.m. innovaties en evoluties om zo de architecten en ETICS-gevelwerkers meer vertrouwen te geven om ETICS toe te passen, en hierdoor hun competitiviteiten te verhogen. Via activiteiten zoals demowerven, praktische workshops (in samenwerking met ETICS-fabrikanten), informatiesessies, het opstellen van korte artikels en technische referentiedocumenten zal getracht worden de drempel met de effectieve implementatie van innovatieve materialen, systemen en technieken te verlagen.

GROENE GEVELS VOOR DUURZAME GEBOUWEN EN STEDEN • Project met de steun van het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO) • Projectduur: september 2015 - augustus 2019 • Projectpartners: WTCB i.sm. NAV, Bouwunie, Vlaamse Confederatie Bouw, Centexbel, BFG, AVBS, PCS en UAntwerpen NAV werkt mee aan de kennisopbouw rond gevelgroen, zodat groene gevels beter en frequenter geïmplementeerd worden. Zowel grondgebonden groene gevels als gevelgebonden Living Wall Systems worden onder de loep genomen. De bestaande systemen zullen, indien van toepassing, ook geoptimaliseerd worden. Hiervoor worden cases opgestart, opgevolgd en gemonitord. Er zal o.a. aandacht besteed worden aan thermische en hygrothermische effecten op het gebouw.

i

www.gevelgroen.be

Ga jij straks binnen één van onze projecten aan de slag? Spek naar jouw bek? Dat treft! Wegens enkele nieuwe projecten in 2019 is NAV dringend op zoek naar versterking. U wil op de eerste rij zitten en actief meehelpen met het verspreiden van innovatieve beroepskennis? NAV biedt u een gouden kans. Samenwerking is mogelijk op projectbasis (freelance) of structureel (in loondienst).

technische dossiers binnen deze werkgroepen. • Daarnaast lever je redactionele bijdragen voor de informatiekanalen van het NAV (website, vakbladen, ledenbrieven, …). • Je rapporteert aan de coördinator van de studiedienst.

• Voor freelance samenwerkingen, mail snel naar info@nav.be • Voor de voltijdse betrekking biedt NAV een boeiende en uitdagende functie met tal van interessante contacten. Je kan rekenen op een competitieve wedde, aangevuld met extralegale voordelen en een bedrijfswagen.

• Master in de architectuur of bouwkunde (burgerlijk of industrieel ingenieur bouwkunde, architect, ingenieur-architect) of gelijkwaardig door ervaring. • Je kan terugvallen op relevante praktijkervaring, bij voorkeur in een meer generalistische functie. • Je hebt een (sterke) affiniteit met bouwtechniek en in het bijzonder de bouwtechnische thema’s van het architectenberoep. • Je bent analytisch sterk en kan de wet- en regelgeving snel en accuraat doorgronden. • Jouw organisatorische en administratieve skills koppel je aan een vlotte beheersing van MS Office, Outlook en internet. • Je weet vlot contacten te leggen en onderhouden, hebt een vlotte pen en geen schrik

Profiel

Omschrijving vacature in loondienst • Binnen onze studiedienst bied je onze leden-architecten advies en ondersteuning in beroepstechnische materies. • Je beantwoordt vragen en beheert de online digitale kennisdatabank op de website van het NAV. • Je vertegenwoordigt het NAV in diverse werkgroepen en behandelt de beroeps-

© Studio Dann

i

DUURZAAM BETONHERSTEL

om voor een groep te spreken en vergaderingen in goede banen te leiden. • Je bent een teamspeler met een flexibele werkingesteldheid (regelmatig avondwerk). NAV, Netwerk Architecten Vlaanderen, biedt je een boeiende en uitdagende functie met tal van interessante contacten. Je komt terecht in een dynamische en professionele werkomgeving. Je kan rekenen op een competitieve

wedde, aangevuld met extralegale voordelen en bedrijfswagen. Een combinatie met een eventuele zelfstandige praktijk is niet mogelijk.

Ga jij de uitdaging aan? Mail dan zo snel mogelijk jouw enthousiaste motivatiebrief met cv naar info@nav.be

i

www.nav.be/nav-zoekt


13 publiredactioneel

Debatavond: ‘Waarheen met het beroep van architect?’ NAV-Oost-Vlaanderen en NAV-Waasland organiseerden een debatavond over de wet van 1939. Samen met de aanwezige leden werd gereflecteerd over de vraag welke rol de architect in de toekomst moet krijgen.

Brandveiligheid van gebouwen

Dag van de Ondernemer Het thema van de vijfde editie van de ‘Dag van de Ondernemer’ was ‘Ondernemers zijn overal’. NAV bezocht haar leden-architecten om hen letterlijk en figuurlijk in de bloemetjes te zetten.

In het najaar vond de Vitruviuscursus over ‘Brandveiligheid van gebouwen’ plaats. Meer dan 500 architecten schaafden hun kennis over de brandveiligheidseisen bij. Ook over de renovatie van appartementsgebouwen en de EPB-rekenmethodiek werden eind 2018 cursussen georganiseerd door Vitruvius Academy.

2019

nav.be/agenda

Toepassingsmogelijkheden met aluminium schrijnwerk In samenwerking met FAC (Federatie Aluminium Constructeurs) organiseerde NAV een opleiding die zich concentreerde op de eigenschappen en praktische toepassingen van aluminium schrijnwerk in de woningbouw.

Hans Wynant Hans Wynant is coördinator beweging bij NAV.

20% korting op SafeData: uw gegevens altijd up-to-date, veilig in the cloud en overal consulteerbaar Uw digitale data zijn cruciaal voor uw bedrijfsvoering. Ze centraal en veilig bewaren, up-to-date houden en uitwisselen is een flinke uitdaging. Bij Architecten Achtergael koos men voor een all-inone-oplossing: SafeData Backup & Sync. U bewaart vast wel een kopie van uw digitale data in uw kantoor, via een server of een externe harde schijf. Maar wat indien de server het begeeft? SafeData bewaart voor u een back-up in the cloud. Met een simpele muisklik haalt u bestanden terug. Bram Van de Wiele, office manager bij Architecten Achtergael: “Naast de backups maken we ook gebruik van de Sync.-oplossing. Zo werken we steeds aan de laatste versie van een bestand, ongeacht het toestel waarop je werkt. Die synchronisatie manifesteert zich op je PC als een extra schijf, waar je bestanden op kan plaatsen. Je kan ook machtigingen instellen voor de toegang, en zo bestanden beschikbaar

stellen voor medewerkers die extern werken. Of ze uitwisselen met bouwpartners.” Documenten op de Sync.-schijf worden gesynchroniseerd doorheen alle computers en/of laptops van het bedrijf. De data is dus altijd upto-date. Met meerdere mensen samenwerken aan een project wordt zo een stuk makkelijker, ook vanop de werf of van bij u thuis. SafeData Backup & Sync: exclusief aanbod voor NAV-leden Stap in en verdien uw lidgeld meerdere malen terug: - Installatie van de software op alle computers en opleiding: € 650 i.p.v. € 950

- Maandelijks Backup & Sync service-abonnement: € 96 i.p.v. € 120 - Gratis dubbele opslagcapaciteit: 2 TB (2.000 GB) i.p.v. 1 TB - Tarieven ongeacht het aantal gebruikers of toestellen. (Prijzen exclusief 21% BTW.)

i

www.nav.be/safedata

* De korting geldt voor onbepaalde tijd, voor alle contracten afgesloten vóór 01/01/2019. Bestaande contracten van NAV-leden kunnen niet retroactief verrekend worden, maar krijgen bij toekomstige facturatie het voordeel alsnog toegekend. Het voordeel vervalt van zodra het NAVlidmaatschap wordt stopgezet.


Een project inschrijven voor de Renovatiedag 2019 kan nog t.e.m. 28 februari

project: I’m with Alice

open de deuren voor de opdrachtgever van morgen

www.renovatiedag.be/deelnemer Op zondag 5 mei ontvangen tal van architecten toekomstige verbouwers in een gerealiseerde renovatie. En u? Deze openhuizendag is het ideale moment om nieuwe nieuwe opdrachtgevers te ontmoeten.

De Renovatiedag is een organisatie van:

direct

Met steun van:

inspired by Ik ga Bouwen & Renoveren


© Klaas Verdru

14 interview

“The moment before the moment”- Wim Goes Het oeuvre van Wim Goes (°1969) wordt gekenmerkt door een geraffineerde uitvoering en het scherp inspelen op de context. Projecten als de zeilclub in Zeebrugge en Refuge II werden internationaal opgepikt. Via een lezing geeft Wim Goes meer inkijk in zijn denken.

Het aspect “tijd” steekt – bij nader inzien – al in de titel van de lezing: “The moment before the moment”.

© Kristien Daem

Wim Goes: “Die komt van een boek dat ik ooit gemaakt heb, maar toen dat klaar was hebben we de titel nog gewijzigd. Het bevatte tekeningen over het thema ‘zoeken’. De zogenaamde “overwinningstekeningen”, de ultieme ontwerpteke-

Brug L, 2017, Vlaanderen

ning waarin het sublieme vervat zit, hebben dat boek niet gehaald, zoals meestal wel het geval is. We wilden de afbeeldingen tonen van alles net vóór dat moment, alles wat de potentie heeft om te worden maar nog niet is. Zo illustreren we de twijfel, de zoektocht naar wat/die nodig is om een stuk geladenheid te ontwikkelen waarbij het weten daar al is, maar nog niet samenvalt, nog niet die volheid heeft. Eigenlijk dat moment dat nodig is om de volgende stap te voeden. Voor mij was dat boek geen gemakkelijke opgave omdat het heel persoonlijk en moeilijk is om met twijfels en mislukkingen om te gaan. Maar de vraag is natuurlijk: als dat geen conditie is van architectuur, dan kom je uit bij methodologie. Dat kan een heel belangrijke tool zijn en kan genereren op één manier. Maar in kunst, muziek en architectuur hebben we meer nodig. Daarin komen ook dingen vanuit het niet-weten voort. In architectuur wil iedereen daarentegen sterk overkomen en dus sterk communiceren. Je voelt dat het vandaag heel erg aanwezig is om dat communiceren deel te laten uitmaken van wat een bureau is.”

Deze sterke beeldende communicatie hangt ook vast aan een bepaald soort architectuur. Zit er een gevaar – want u alludeerde daarop na de lezing – in het grafischer worden van de Vlaamse architectuur? Wim Goes: “Ik maakte de vergelijking met Nederland, waar men op een bepaald moment ook heel sterk ingezet heeft op communicatie, visualiteit en het grafisme en waarbij toen een bepaalde spanning gevoeld werd. En levert dit dan de architectuur die we willen? Er is inhoudelijk veel veranderd tussen de gotiek, de middeleeuwen en de renaissance waar het tekenen geïntroduceerd werd als toetssteen om aan de maatschappij te vragen: zijn jullie akkoord dat dit gebouwd wordt? Om zo duidelijk mogelijk te zijn wat die maatschappij van u mag verwachten en vervolgens met gemeenschapsgelden een project te maken. Dat heeft een ongelooflijke invloed gehad op het bouwbare, op het communiceerbare, maar ook maximaal op het medium van het tekenen. Een bepaalde complexiteit uit de middeleeuwen

© Kristien Daem © Stijn Bollaert

Het kantoor van Wim Goes Architectuur zit wat verstopt op de bovenste verdieping van een rijwoning in een rustige Gentse straat. Uit de gevel valt niet meteen op te maken dat er een architectenkantoor huist. Ook Goes’ werk schreeuwt niet om aandacht. Dat er desondanks een grote interesse voor bestaat, bleek recent uit de druk bijgewoonde lezing in Gent. Wie die gemist heeft, krijgt in april een nieuwe kans in Leuven (zie onderaan). We spraken Wim Goes met als vertrekpunt die lezing en het gesprek nadien met filosoof Volkmar Mühleis, waarin tijd als thema doorschemerde. Al kwamen we zo meteen ook bij het beeld van architectuur terecht.

Brug L bij Kasteel de Motte, 2017, Vlaanderen

was bijna niet meer tekenbaar. Als je kijkt naar de middeleeuwse architectuur: de kathedraal van Chartres kun je niet tekenen, kun je niet denken. Chartres kun je (enkel) denken doorheen de tijd. Vandaar dat ik graag wijs op het element tijd als essentieel onderdeel om tot architectuur te komen. Vandaar ook mijn kritiek op het grafisme dat een extrapolatie wil zijn van een toekomstige realisatie binnen een gevraagde logica. In architectuur spreken we over het maken van plekken, maar dan kun je je de vraag stellen wat zo’n plek is. Is die plek niet iets dat door het verloop van tijd, door de bezoeker en door de bewoner binnen die context van architectuur in een soort van openheid gecreëerd wordt?”

Sinds de renaissance bedenkt de architect een eindbeeld en tekent dat volledig uit. De tijd werkt daarbij tegen jou. Hoe kan je daar vandaag mee omgaan? Wim Goes: “We zitten natuurlijk niet meer in de gotiek. Ik ben gefascineerd door de zoektocht over wat dat vandaag zou kunnen betekenen. Tijdens een reis in Egypte, in de Sinaïwoestijn, ben ik in het Sint-Catharinaklooster terecht gekomen. Dat liet met niet los en iemand vanuit die gemeenschap heeft me toen gezegd: dat gaat over omgekeerd perspectief. Voor mij was dat overweldigend want wij worden opgeleid in perspectief en denken en communiceren in perspectief. Perspectief is een heel sterke tool om aan extrapolatie te doen en dan spreekt er iemand over omgekeerd perspectief. Ik ben gaan opzoeken wat dit vandaag betekent in de kunst- en architectuurwereld. Zo kwam ik terecht bij David Hockney, Tarkovsky, Kengo Kuma en anderen. Wat me fascineert zijn de consequenties van omgekeerd perspectief tegenover perspectief. Omgekeerd perspectief gaat anders om met het tijdsaspect. Perspectief is eigenlijk enkel mogelijk met een soort gekristalliseerd beeld. In de geschiedenis zijn er echter heel rijke culturen – de Indische, Chinese en Japanse – die in hun presentatie tijdsaspecten anders brengen. Wat betekent dat de kijker daar mobieler is, zowel lichamelijk als geestelijk. Niet alles is gesetteld en de kijker, bezoeker of bewoner van een architectuur moet initiatief nemen om zelf als het ware een realiteit samen te stellen met de dingen rondom hem. Ik denk dat


interview 15

U spreekt over geur. Ook in uw lezing bleek dat uw oeuvre veraf zit van de tirannie van het beeld. U sprak over het belang van akoestiek in de Flagship store voor Yohji Yamamoto. Waar ook tijd een belangrijke rol in speelde want hoe dieper je de winkel in ging, hoe gedempter en hoe verder af de stad klonk. Dat staat diametraal tegenover het beeld dat architectuur “moet” opleveren. Wim Goes: “Er spelen natuurlijk meerdere mechanismen, maar het tijdsverloop is inderdaad cruciaal, evenals de bewoner van de stad. Die winkel is een private ruimte, die voor een deel ook een publieke ruimte zou kunnen worden. Het speelt in op de natuurlijke reflex van de hedendaagse stadsbewoner om zich als in een harnas te beschermen tegen alle impulsen. Die geslotenheid staat ten opzichte van de intimiteit, de mogelijkheid om de stof rond je lichaam te voelen, het werk van Yohji Yamamoto. De vraag is niet welk beeld ik moet ontwerpen maar op welke manier we een transitie creëren waarbij er een soort openheid is om ultiem tot die intimiteit te kunnen komen. Yamamoto sprak over “It’s about the air between the skin and the fabric”, wat een heel Japanse reactie is.”

U verwees naar Bruno Taut die over Japanse tuinen schreef en hoe tijd daarin bepaald wordt. Dat vindt u misschien ook terug in uw trap (brug) bij Kasteel De Motte waar u speelt met de tredes. Waar het niet het beeld is dat op de eerste plaats komt, maar wel de beleving. Door het aanpassen van de tredes verandert u perceptie van tijd, net zoals bij de stapstenen in de Japanse tuinen. Wim Goes: “Zeker. Tarkovsky zou daar spreken over “sculpting time”. Ik denk dat het er bij die brug echt onderdeel van uitmaakt. De eerste treden zijn lang en laag en dan worden het hogere treden. Dat betekent dat je een voelbare snelheidsverandering aanbrengt doorheen die architectuur. Dat is zoals de Laurin stair – die trap is bijna een sculptuur – met ongelijke treden.

Tijd wordt zichtbaar in de texturen van het kasteel zelf. U speelt ook met het groeiproces: wat u toevoegt, plaatst u als ruïne. Wim Goes: “Het komt niet vanuit één richting en dat maakt het moeilijk om te capteren. We restaureren met kalk, waar maanden van technische ontwikkeling aan vooraf gingen om een bepaalde transparantie te bekomen waardoor de tekens van de tijd nog zichtbaar zijn. Het torentje lijkt het oudste te zijn – dat was ook de insteek van monumentenzorg – maar dat bleek dat niet zo te zijn. Wij hebben dan het “oudste” element gebouwd in het water, wat refereert naar de vesting, maar dat bleek dus het nieuwste te zijn. De kalk zorgt dat in nuances het geheel als eenheid gepercipieerd wordt. Op een bepaald moment treedt een stuk vervreemding op in wat we bijgebouwd hebben. Als je naar de nieuwe ramen kijkt, is er een soort tegenlichtsituatie (door de zenitale belichting is het interieur verlicht, nvdr), wat vreemd is tegenover de antracieten ramen van het kasteeltje. De bakstenen architectuur met bogen lijkt op het eerste moment misschien oud, maar hoe langer je kijkt, hoe meer je merkt dat het een hedendaagse toevoeging is. Toen we dit ontwierpen hielden we in het achterhoofd dat het voor een kunstverzamelaar was. Die bogen zijn van binnenuit ook nog heel zichtbaar en capteren op een fantastische manier de bomen in het parklandschap. Daartegenover hebben we de binnenwand er net achter gezet en wél recht gemaakt. Zodat het kunstwerk ook niet de referentie zoekt ten opzichte van die overweldigende buitenomgeving. Eigenlijk gaat het over een overgang tussen de logica van het park en die van het kunstwerk, en die twee elementen: de boogvorm en de rechte vorm zijn daar boven elkaar gezet. Het is met andere woorden geen formalistische beslissing, maar het maken van een overgangssituatie die beide toelaat of in een bepaalde relatie brengt.”

Tijdelijkheid definieert het project van Refuge II. Wim Goes: “Hoe een gebouw gemaakt wordt, bepaalt de architectuur. Refuge II werd gebouwd in stro: een boer die komt aanrijden met lokaal materiaal om het te bouwen en ditzelfde materiaal dan gebruikt om het uit te spreiden over het landschap als fertilisator. Dit was ook onderdeel van het ritueel. Refuge II is een tijdelijk verblijf voor een ALS-patiënt, een heel precaire situatie waarbij alle hoop ontnomen is aan vrienden en familie. We zochten een manier om een ritueel toe te passen om mensen te verenigen door het samen bouwen. Dit project is gemaakt in de logica van iemand die niet kan bouwen, maar dingen op elkaar zet en fouten maakt.”

© Filip Dujardin

“De architectuur binnen ons bureau is ook heel sterk gestuurd vanuit de logica van het bouwen en het maken. Ik heb heel lang op werven en in ateliers gewerkt, zoals bij Maarten Van Severen of Hugo Koch, die veel voor zelfbouwers werkte. Ik heb elektriciteit gelegd, beton gegoten, schrijnwerk gemaakt, met glas gewerkt. Maarten Van Severen heeft me leren lassen. Het maken zorgt ervoor dat het niet enkel gaat over het visuele. Er is een geur aan metaal als je het last en hout heeft een andere logica als je het vastneemt en zaagt. Dat is uiteindelijk de logica waarmee we leven.”

Het voordeel in ons project was dat het niet echt een trap en niet echt een brug was. Het concept hoeft niet duidelijk te zijn. Het is meer een ervaring die overblijft op het einde van het verhaal. De trap is ook niet recht maar buigt af. Je zou kunnen veronderstellen dat dit vanuit de beleving is bedacht, maar het is ook vanuit het maakproces voortgekomen. Door de boogvorm plat te leggen en aan elke voet vast te grijpen is die lichte constructie heel stijf geworden. We hebben alle pre-engineering zelf gedaan en het geheel vanuit de maakbaarheid onderzocht.”

Refuge II, 2014, Nevele

© Kristien Daem

het belangrijk is om architectuur te maken waarbij tijd die mogelijkheid geeft aan verschillende mensen in verschillende tijden. Het is een vorm van duurzaamheid om niet te werken binnen een tijdsfragment waarbinnen een bepaald soort architectuur gegeerd is, maar eerder een soort mechanisme waardoor er een realiteitsverandering is doorheen de tijd. Dat maakt dat die architectuur zich iets moeilijker op een moment laat vatten.”

Yohji Yamamoto Flagship Store, 2007, Antwerpen

Toen ik het project Refuge II in het Belgisch Paviljoen zag, bleef vooral die materialisatie, van stro achter glas bij. Ik heb dat project pas echt begrepen en op een andere manier geapprecieerd dankzij uw lezing. Het gaat niet enkel over een materialisatie die duurzaam of symbolisch is, maar ook over graden van intimiteit. Het is zo ontworpen dat de private ruimte rondom hem kleiner wordt naargelang de ziekte vordert. Dat pakte me, ik heb aftakeling nog nooit zo scherp in architectuur gevat gezien. Wim Goes: “Dat was confronterend. Het is geen romantisch beeld. Trouwens dat glas, dat was het goedkoopste. We moesten enorm letten op de economie, het is een tijdelijk project. Enkel glas is veel goedkoper dan hout. Dat dan op een bepaald moment het stro liet zien. Goed, dat heeft voor een deel de herkenbaarheid van het project groter gemaakt, achteraf bekeken. Maar zoals u zelf aangeeft: daarom is die perceptie niet de juiste. Dat toont heel duidelijk op welke manier

we een bril opgezet krijgen. Dat is het beeld, maar daar gaat het niet over. Het maakt daar wél onderdeel van uit. U hebt zelf ook een evolutie gemaakt in Refuge II, dat toont op welke manier tijd daar zijn werk heeft gedaan. Als het enkel dat beeld was, dan had u dat al achter u gelaten.” Lezing op do. 4 april 2019 om 20u in Kunstencentrum STUK, Leuven

i

www.stadenarchitectuur.be wimgoesarchitectuur.be

Arnaud Tandt Ingenieur-architect Arnaud Tandt is freelance redacteur van NAV. instagram.com/ arnaudtandt


© Bart Dewaele

16 specialist

Maak uw energetische renovatie­projecten goedkoper met Reno­Pro.be Hoewel steeds meer mensen zich bewust zijn van het belang om hun energieverbruik te beperken, blijft het moeilijk om hen ervan te overtuigen om te investeren in een grondige energetische renovatie van hun woning. Reno-Pro.be is een onlinetool die toelaat om de kosten van een renovatieproject te verminderen en aan te tonen aan de klant dat zijn investering de moeite waard is. Een woning renoveren: een netelig vraagstuk Het zoeken naar de optimale combinatie van renovatiemaatregelen is een complex en tijdrovend proces. Deze maatregelen kunnen immers niet op zichzelf bekeken worden, maar moeten telkens in combinatie met andere renovatieoplossingen geanalyseerd worden om een idee te krijgen van de investeringskosten en het energieverbruik van het gebouw. Aannemers, architecten en andere bouwprofessionelen die hun klant willen helpen bij de zoektocht naar de beste combinatie van renovatiemaatregelen, moeten hier bijgevolg veel tijd en energie in steken. Zo moeten ze veelal meerdere EPB-berekeningen met elkaar vergelijken en de ermee gepaard gaande investeringsen energiekosten in een aparte software berekenen.

Reno-Pro.be: een gebruiksvriendelijke tool voor de aannemer De Reno-Pro.be-tool maakt het mogelijk om alle renovatiemaatregelen tegen elkaar af te wegen en de meest kostenefficiënte combinatie uit te kiezen. Doordat alle projecten in een ‘cloud’ bewaard worden, heeft de gebruiker ervan steeds toegang tot zijn projecten, zelfs als hij bij een klant of op de werf is. Om met de tool aan de slag te kunnen gaan, moet men eerst de afmetingen van de woning ingeven: de bruto-oppervlaktes van de buitenschil (buitenmuren, daken, vloeren …), de ramen en de buitendeuren. Vervolgens moet men voor iedere gebouwcomponent aanduiden of die gerenoveerd, dan wel behouden wordt en moet men een specifieke wandopbouw of renovatiemaatregel kiezen. Hiervoor kan de gebruiker putten uit een bibliotheek van maatregelen, die met de tool meegeleverd wordt en waarin generieke materiaaleigenschap-

pen opgenomen zijn. Hierdoor krijgt men een eerste indicatie van de te verwachten return on investment. De gebruiker wordt echter wel nadrukkelijk aangemoedigd om de prijzen grondig en kritisch na te kijken alvorens hij ze aan de klant voorlegt. De resultaten zijn immers slechts zinvol wanneer de prijzen aangepast zijn aan de specifieke context van het project en aan de materialen die de klant wenst te gebruiken.

Een realistisch energieverbruik inschatten Het energieverbruik hangt niet alleen af van het aantal centimeter isolatie in de muur, maar ookvan het bewonersgedrag. De Reno-Pro.be-tool komt hieraan tegemoet door drie verschillende scenario’s in beschouwing te nemen. Zo wordt het energieverbruik berekend voor: • een ‘gemiddelde bewoner’, die een goede afweging maakt tussen comfort en energiezuinigheid • een bewoner die graag wat meer comfort heeft, die de verwarming vaker zal aanzetten, deze op een hogere temperatuur zal instellen en ook de slaapkamers zal willen verwarmen • een ‘laag comfort’-profiel, dat van toepassing is op bewoners die niet vaak thuis zijn of die geneigd zijn om de thermostaat lager te zetten. Deze verschillende berekeningen stellen de bouwprofessioneel in staat om advies te geven op maat van het profiel van de klant.

De volledige woning onder de loep genomen Om te komen tot het meest optimale renovatieplan, moet de volledige woning onder de loep genomen worden: van het na-isoleren van mu-

ren, vloeren en daken, over het vervangen van ramen en verwarmingsof warmwaterinstallaties, tot het installeren van een ventilatiesysteem, het aanpakken van koudebruggen en het verbeteren van de luchtdichtheid.

Met Reno-Pro.be kan men diverse renovatiemaatregelen tegen elkaar afwegen en de meest kostenefficiënte combinatie uitkiezen. Niet-financiële aspecten Doordat de Reno-Pro.be-tool zich louter focust op de financiële optimalisatie van het renovatieproject, is hij in de eerste plaats nuttig voor klanten die vooral bekommerd zijn om hun energiefactuur. Dit neemt niet weg dat ook eigenaars die vanuit een louter ecologische motivatie willen renoveren, veel baat kunnen hebben bij de tool. De optimalisatie van de maatregelen kan er immers voor zorgen dat men voor eenzelfde budget een nog lager energieverbruik kan realiseren. De niet-financiële aspecten van de renovatie mogen echter geenszins vergeten worden. Zo zal het aanpakken van koudebruggen in sommige gevallen op financieel vlak misschien niet rendabel zijn, maar is deze ingreep toch noodzakelijk om te vermijden dat er condensatie en schimmelvorming zou ontstaan. Bijgevolg moeten de resultaten van de Reno-Pro.be-tool steeds vergeleken worden met andere analyses. De Diagnosetool en de Ontwerpgids, die beide uitgewerkt werden in het kader van het RenoFase-project, kunnen hierbij goed van pas komen.

EEN CONCREET VOORBEELD We hebben een arbeiderswoning met een vloeroppervlakte van 132 m² geanalyseerd waarvan de spouwmuren en het dak reeds geïsoleerd zijn en de ramen uit dubbel glas bestaan. Tijdens het ontwerp van de renovatiewerken moesten heel wat vragen beantwoord worden: • is het financieel interessant om de reeds geïsoleerde spouwmuren en dakdelen nog bijkomend te isoleren? • moeten de ramen vervangen worden of kan men dat budget beter spenderen aan vloerisolatie? • wordt er best geïnvesteerd in de vraagsturing van het ventilatiesysteem of in een extra zuinige condensatieketel? • is er nog budget over om zonnepanelen te installeren? Door de verschillende combinaties van renovatiemaatregelen met behulp van de Reno-Pro.be-tool met elkaar te vergelijken, zijn we erin geslaagd om voor eenzelfde investeringsbudget de jaarlijkse energiefactuur met € 130 te doen dalen ten opzichte van het eerste ontwerp. Zo krijgt de klant niet alleen meer waar voor zijn geld, maar is hij ook beter beschermd tegen toekomstige stijgingen van de energieprijzen, wat op zijn beurt kan leiden tot een hogere verkoopwaarde van zijn woning.

R. Decuypere, ir., projectleider, laboratorium Duurzame ontwikkeling, WTCB De Reno-Pro.be-tool werd uitgewerkt in het kader van het RenoFase-project van het WTCB en zijn partners waaronder NAV en met de financiële steun van het VLAIO, en wordt in het kader van het Kennisplatform Woningrenovatie voltooid.


publiredactioneel 17

VITO onderzoek bevestigt: DuO dakmembraan leent zich perfect voor regenwaterhergebruik Een bitumineuze dakafwerking wordt gemakkelijk van de hand gewezen als ongeschikt voor regenwaterrecuperatie met hergebruik. Onterecht, wijzen door VITO uitgevoerde testen op het DuO dakmembraan van fabrikant De Boer uit. Het regenwater blijkt perfect geschikt voor de gebruikelijke bestemmingen: toiletspoeling, wasmachine, schoonmaak, tuinbesproeiing. Meer uitleg krijgen we van Roel Van den Bergh, sales manager Benelux van De Boer.

Waarom liet u dit onderzoek uitvoeren? Roel Van den Bergh: “Vroeger werden in bitumineuze dakbedekkingen soms teerhoudende producten toegepast, waardoor tijdens de gebruiksfase PAK’s oftewel polycyclische aromatische koolwaterstoffen konden vrijkomen. Intussen is de technologie enorm geëvolueerd. De hoogwaardige dakmembranen die wij vandaag produceren, vertonen geen enkele verwantschap meer met die vroegere oplossingen en zijn wel degelijk geschikt voor regenwaterhergebruik. Om definitief komaf te maken met alle voorbijgestreefde vooroordelen, wilden we dat zwart op wit aantonen via een kwaliteitsborging. Vandaar dat we VITO om een onafhankelijke studie hebben gevraagd.”

Wat werd er precies getest? Roel Van den Bergh: “In 2011 hebben we met ons dakmembraan DuO, het topproduct uit ons gamma, een proefopstelling voor regenwateropvang opgesteld. VITO heeft toegekeken op de parameters die bepalend zijn voor de kwaliteit van regenwater. De eerste drie maanden werden dagelijks stalen geanalyseerd op kleur, totaal organische koolstoffen, totaal stikstof en totaal fosfor. De resultaten waren positief. Wel wordt aanbevolen dat je pakweg de eerste maand na plaatsing de dakhuid grondig laat spoelen en dus het regenwater pas na die inloopperiode effectief gaat hergebruiken, maar dat geldt voor elk soort dakafwerking. Verder werden gedurende een jaar maandelijkse controles uitgevoerd op de aanwezigheid van metalen en PAK’s. Ook hier doken er geen problemen op. De algemene conclusie luidde dat het opgevangen regenwater geschikt is voor het normale hergebruik. Goed om te weten, gezien het toenemende belang, de stijgende frequentie en

de ecologische noodzaak van regenwaterrecuperatie. Hergebruik van hemelwater drukt het drinkwaterverbruik, voorkomt dat de riolering wordt overbelast en gaat wateroverlast tegen.”

TOPPRODUCT U noemde het geteste dakmembraan DuO uw topproduct. Waarom? Roel Van den Bergh: “DuO verenigt op een unieke wijze twee eigenschappen van bitumineuze membranen in eenzelfde product. Rond een wapening in composiet, een mix van glasvezel en polyester die sterkte en stabiliteit garanderen, zit er een SBS coating aan de onderzijde en TPO aan de bovenzijde. SBS is elastisch, heeft een grote kleefkracht, een lage vloeitemperatuur en is erg soepel en dus vlot verwerkbaar. TPO, een verdere ontwikkeling van het meer gebruikelijke APP, is plastisch, heeft met andere woorden een grotere hardheid en is UV-bestendig.” “Naast die unieke combinatie hangt de kwaliteit van een dakmembraan in belangrijke mate af van de gebruikte grondstoffen en de verhouding daartussen. Voor DuO hebben we een hoogwaardige formulatie en een specifiek productieproces ontwikkeld. We gebruiken een eigen procedé om leislag in de toplaag te walsen. Die specifieke productiemethode maakt dat we een leislagverlies tussen 0% en 10% hebben, terwijl de norm NBN EN 12039 spreekt over een leislagverliestolerantie tussen 0% en 30%. Omdat de leislag zo goed in de toplaag is gewalst, komt het regenwater slechts minimaal in contact met het bitumineuze gedeelte. Die karakteristiek en de hoogwaardigheid van de membraansamenstelling verhoogt ook de levensduur en versterkt het vlakke, esthetische aspect van de dakafwerking. Voor DuO kunnen

wij een op daadwerkelijke metingen gebaseerd levensduurrapport van 35 jaar voorleggen, uiteraard mits voldaan is aan bepaalde voorwaarden zoals een kwaliteitsvolle plaatsing en een correct gebruik. In het kader van dat levensrapport maken we elke vijf jaar op diverse daken in heel de wereld een uitsnijding. Erkende en onafhankelijke laboratoria gaan dan aan de hand van dat staal na of de dakhuid nog aan de kwaliteitsvereisten beantwoordt.”

Is DuO geschikt voor alle toepassingen? Roel Van den Bergh: “Er bestaan diverse varianten, onder andere voor renovatie, voor toepassingen met strenge brandveiligheidseisen, voor de aanleg van een groendak en andere. Voor alle duidelijkheid: in het geval van een groendak wordt regenwaterrecuperatie enkel gebruikt om de tuinen te besproeien. Verder hebben we een DuO CRW versie, wat staat voor Cool Roof White. Een witte coating aan de bovenzijde zorgt voor een verhoogde reflectie van het zonlicht, wat opwarming van het onderliggende gebouw tegengaat en de efficiëntie van eventueel geïnstalleerde zonnepanelen verhoogt. Een andere speciale DuO uitvoering heeft een actief luchtzuiverende titaniumoxidecoating die NOx reducerend werkt. Voor al die varianten geldt dat DuO de ontwerper en de uitvoerder veel vrijheid biedt en een heel mooie, perfecte afwerking van onder andere hoeken, koepels en andere details toelaat.”

specifieke dienstverlening. Zo maken wij indien gewenst windlastberekeningen voor gebouwen, gebaseerd op de locatie en de omgevingsomstandigheden. Wij voeren ook dakinspecties uit om de staat van een bestaand plat dak te evalueren en een advies te formuleren voor een eventuele renovatie.” “Daarnaast organiseren wij interne opleidingen. Die zijn in eerste instantie bedoeld voor dakdekkers, maar ook architecten die meer willen vernemen over de typische kritische punten zoals opranden, hoeken, luchtdoorvoeren, koepels en afschot, zijn daar welkom.” “Tot slot bieden wij, naast de wettelijke productgarantie van tien jaar, de mogelijkheid tot een tienjarige applicatiegarantie via een specifieke verzekeringspolis.”

i

www.deboer.be

ONDERSTEUNING Bieden jullie architecten ondersteuning? Roel Van den Bergh: “We beschikken over een technisch expertisecentrum waar ontwerpers terecht kunnen met al hun vragen en voor een

Roel Van den Bergh, sales manager Benelux van De Boer


18

Gezocht: straffe, geëngageerde architect-ondernemers Met deze Prijzen wil Netwerk Architecten Vlaanderen architect-ondernemers bekronen die professionaliteit en innovatie koppelen aan engagement voor de maatschappij en de eigen sector. Daarom reiken we Prijzen uit in vier categorieën: Beloftevol Startend Architectenbureau, Innovatief Architectenbureau met minder dan 10 medewerkers, Innovatief Architectenbureau met 10 medewerkers of meer en een Carrièreprijs. Wie plaatst zich in het rijtje met namen zoals Robbrecht en Daem architecten, OMGEVING (OM/AR architecten), Coussée & Goris, Callebaut-Architecten en denc!-studio? U komt het te weten tijdens de derde editie van de Jo Crepain Prijzen op donderdag 6 juni 2019 in de voormalige brouwerij Lamot in Mechelen.

Treed voor het voetlicht De Jo Crepain Prijzen vormen een welgekomen erkenning voor de winnaars vanwege collega’s en kenners. Genoemd naar een notoir voorvechter voor de architectensector, winnen de Jo Crepain Prijzen elk jaar aan uitstraling en gewicht. De winnaars slepen bovendien een LAPETYL in de wacht, een trofee ontworpen door Nick Ervinck, een Belgisch beeldend kunstenaar die onder meer in MOCA Shanghai, MARTa Herford, Kunst-

verein Ahlen, MAMA Rotterdam, Biënnale Oklahoma en Telic Art Exchange Los Angeles/Berlin tentoonstelde. Bij elke editie hoort ook een exclusieve publicatie die alle laureaten in beeld brengt en het juryverslag bevat. Een must have, enkel verdeeld op de avond van de uitreiking.

skills, werk te maken van een stevig management met aandacht voor een strategisch, personeels-, financieel en commercieel beleid.

2. Selectie (deadline: vrijdag 15 februari) Appreciatie voor sociale dimensie Daarnaast wil NAV aandacht vragen voor de voortrekkersrol die architecten opnemen. Nemen we maar het appel dat aan hen gedaan wordt om maatschappelijke uitdagingen te beantwoorden zoals de klimaatopwarming, mobiliteit, de betonstop... Projecten rond circulair, energiezuinig, groen of waterbewust ontwerpen vormen dan ook een essentieel onderdeel van onze werking. Stuk voor stuk zijn het hete hangijzers waarbij architecten de sleutel in handen krijgen en met beide handen vastgrijpen.

We zetten de uitreiking de nodige luister bij in de voormalige brouwerij Lamot in Mechelen. Architektenkoöperatief zorgde in 2005 i.s.m. 51N4E Space Producers (scenario) en Voet-Theuns Architecten (inrichting erfgoedcentrum) voor een prachtige renovatie. Het programma maken we nog bekend, maar reken alvast op een professionele presentatie met veel visuele verwennerij en een muzikale verrassingsgast.

CATEGORIEËN: DEELNAMEVOORWAARDEN Beloftevol Startend Architectenbureau De gemiddelde leeftijd van de nog actieve stichtende vennoten van het bureau is op 6 juni 2019 niet hoger dan 40 jaar OF de stichtingsdatum van het deelnemende bureau is op juni 2019 niet langer dan vijf jaar geleden.

Innovatief Architectenbureau Waarom dit initiatief? Het initiatief kadert in een brede strategie van diverse projecten die NAV ontplooit om architectenondernemingen meer economische slagkracht te geven. De Vlaamse architectuur heeft vandaag immers een erg hoogstaande reputatie die tot ver in het buitenland reikt. Maar zoals in veel sectoren met raakvlakken met de kunsten vertalen deze successen op creatief vlak zich niet altijd in zakelijke triomfen.

Voor de editie 2019 wordt deze categorie onderverdeeld in bureaus tot en met 9 medewerkers (fulltime equivalenten, zaakvoerder(s) inbegrepen) enerzijds en bureaus vanaf 10 medewerkers anderzijds (fulltime equivalenten, zaakvoerder(s) inbegrepen). Voor de Carrièreprijs kan niet worden gekandideerd.

WEDSTRIJDVERLOOP

12/05/2017 15:32

Uit de kandidaturen selecteert de jury een longlist van 10 genomineerden. Van de genomineerden verwachten we een ingevuld invulformulier en een schriftelijke nota rond o.m. de professionalisering en het maatschappelijk engagement van uw kantoor.

3. Verkiezing van winnaars (april 2019) Om een uiteindelijke winnaar te kiezen, knoopt de jury graag een gesprek aan met de drie laureaten in elke categorie. Op basis van dit gesprek kiest de jury in elke categorie uiteindelijk een winnaar.

Een avond om nooit meer te vergeten

Coaching voor creatieven

Main Partner: Wienerberger Partners: arch@work / Renson / Reynaers / Velux Media Partners: Architectura.be / Bouw & Wonen / Dimension / Elma

vzw, t.a.v. Pieter De Groote, Sint-Clarastraat 48, 8000 Brugge.

Via Lerende Netwerken en Kick Off Days for Architects geeft NAV daarom een groeiboost aan architecten, zowel startende architecten als architectenbureaus die coaching willen om een schaalvergroting te maken of nieuwe technologieën zoals bijvoorbeeld BIM vlot in het bureau te implementeren. En via zijn opleidingspoot Vitruvius Academy voorziet NAV ontwerpers van de nodige handvaten om naast creatieve en technische

1. Kandidaatstelling Bent u het bureau dat wij zoeken? Wil u meedingen in één van de categorieën? Fijn! Bezorg ons uw portfolio (verwijziging naar de website kan volstaan) en het invulformulier (zie www.jocrepainprijzen.be): digitaal op pieter.degroote@ nav.be (bestanden groter dan 10MB graag via WeTransfer) of (optioneel) via een postzending in vijfvoud naar Netwerk Architecten Vlaanderen

4. Bekendmaking (6 juni 2019) De bekendmaking vindt plaats tijdens op donderdag 6 juni 2019 in de voormalige brouwerij Lamot in Mechelen.

JURY De jury bestond in 2017 uit: • voorzitter: arch. Kati Lamens, nationaal voorzitter Netwerk Architecten Vlaanderen • prof. dr. ir. arch. Hera Van Sande (KUL, VUB, Archipel) • Kris Baetens, directeur Netwerk Architecten Vlaanderen • arch. Luc Binst, CEO Binst Architects • ir.-arch. Arnaud Tandt, freelance redacteur NAV News en Dimension • Dirk Boydens (CEO Studiebureau Boydens) • arch. Bart Cobbaert, denc!-studio (Laureaat Beloftevol Startend Kantoor 2013) • arch. Paul Robbrecht (Robbrecht en Daem architecten - Laureaat Architectuurambassadeur in het buitenland 2013). • Pascal Cools, directeur Flanders DC • Jurysecretaris: Pieter De Groote (coördinator communicatie NAV) Foto’s: Francis Tilborghs, Stefaan De Witte, Bart Lasuy, Studio Dann (Coussée en Goris), Wouter Rawoens (Jo Crepain).

i

www.jocrepainprijzen.be


19

DO 22 JUNI

Wall of fame Ralf Coussée en Klaas Goris

Geïnspireerd door arch. Jo Crepain (1950-2008) Voorvechter voor zijn sector: een epitheton ornans dat voor geen enkele architect zo goed opgaat als voor Jo Crepain. Naast vele andere overigens, want de te vroeg overleden Jo Crepain was een begenadigd architect, gedreven ondernemer en sterke persoonlijkheid. In een ode van Architectura’s huiscolumnist Filip Canfyn n.a.v. het tienjarige overlijden van Jo Crepain wordt zijn nalatenschap trefzeker vastgelegd. Canfyn sluit zijn ode af met een tekst van de meester zelf: “Als je als architect wilt slagen, heb je veel talenten nodig je moet een goed, functioneel plan kunnen maken, technisch iets kunnen verwezenlijken en het kunnen verkopen, en je moet klanten kunnen overtuigen en een beetje manager zijn om je bureau goed te laten draaien. Ik wil geen armoelijdende architect zijn die miskend zit te treuren achter zijn tekentafel omdat hij moet overleven met drie opdrachten per jaar. Ik ben een pragmaticus. Ik sta met beide benen op de grond. Dat is mijn aard. Ik wil bouwen. Ik leg de lat misschien iets minder hoog dan sommige collega’s maar ik bepaal de marktsituatie niet. Ik wil niet meer schreeuwen. Ik wil voortbouwen aan een stad of een straat zonder dat het in je gezicht slaat. Ik wil een fluisterende architect worden. Mensen luisteren veel beter naar iemand die fluistert. Welk nut heeft het dat je een promotor voor de vijfde keer probeert te overtuigen? Dan maken we iets netjes, uit de serie. Iets corrects zonder meer. Ik weet wel voor de architectuurkritiek is dat taboe. Die houdt van de onbevlekte ontvangenis. Een architect doet alleen de compromisloze top of hij doet niets. Natuurlijk zou ik een gevangenis bouwen voor een dictator. Ik zou er het beste van proberen te maken voor de gevangenen. Die gevangenis komt er hoe dan ook. De architect moet proberen te redden wat er te redden valt. Dat is zijn taak.” Zelden werd het spanningsveld waarin architecten zich bevinden, op de snijlijn tussen creativiteit en zakelijk vernuft, treffender verwoord.

Carrièreprijs 2017 In 2019 sleepte het duo Ralf Coussée en Klaas Goris de Carrièreprijs in de wacht. Een logische keuze voor architect en jurylid Luc Binst, die tot aan zijn overlijden in 2008 samen met Jo Crepain Crepain Binst Architecture runde. “Coussée en Goris huldigen op veel vlakken dezelfde filosofie als Jo Crepain zaliger. Net als Jo werden ze ooit gepolst om Bouwmeester te worden, maar daar hebben ze, uit passie voor hun beroep en door hun verslaving aan toparchitectuur, vriendelijk voor bedankt. Het zijn authentieke en collegiale architectuurpersoonlijkheden die een rechte en ethische lijn aanhouden in alles: hun innovatieve architectuur, hun bedrijfsvoering, hun engagement in het onderwijs… Ze slagen erin om zich te laten respecteren door de bouwwereld, ze durven op hun strepen staan, durven hun mond te roeren in functie van de werkbaarheid van ons beroep. Daar plukken ze nu de vruchten van. Het is ook een weloverwogen keuze om dit nu, op dit specifieke moment in hun carrière, toe te kennen. We zochten immers architecten die een lang en proven track record hebben met veel ervaring, maar die nog altijd brandend actueel zijn en zo een ambassadeursrol voor onze sector kunnen vervullen. Ik ben daarom erg verheugd met deze keuze.”

OMGEVING (OM/AR architecten)

DO 22

NAV enveloppe 170x170 pms.indd 1

Innovatief Architectenbureau 2017 De organisatiestructuur is volgens de jury uniek, en een antwoord op de zelfstandigenstructuur die voor de meeste kantoren zo onontkoombaar is. OMGEVING is namelijk een coöperatieve vennootschap waarin ongeveer de helft van de werknemers aandelen hebben, en directe inspraak krijgen. 30% van de winst wordt onder iedereen gelijkmatig verdeeld, ongeacht aandeelhouderschap, anciënniteit of functie (dus ook de poetsvrouw). Het bureau toont ook een groot maatschappelijke engagement, onder anderen als ontwerper van vzw Ringland. Noot: Sinds 2018 heeft OMGEVING zijn werkveld architectuur verzelfstandigd tot OM/AR architecten. Alle architectuurprojecten worden, onder leiding van de voltallige architectenploeg, verdergezet onder die nieuwe naam. OMGEVING richt zich vanaf heden uitsluitend op stedenbouw en landschap. Laureaten: EVR-Architecten uit Gent, a2o-architecten uit Hasselt en Stramien uit Antwerpen.

Callebaut-Architecten Beloftevol Startend Architectenbureau 2017 Vanuit Drongen timmert dit bureau al sinds 2006 aan de weg in de nichesector van renovatie en restauratie van erfgoed. De restauratie van klassevolle monumenten pakken ze graag wetenschappelijk aan, met grondig NAV enveloppe 170x170 pms.indd 1 vooronderzoek. “Wij geloven dat architectuur zo ontworpen moet worden dat zij mensen het potentieel toont van anders leven, of het nu gaat om kleiner wonen in de stad, meer investeren in duurzame materialen, of investeren in de blijvende waarde van beschermd erfgoed”, aldus zaakvoerder Wouter Callebaut. Begonnen met twee medewerkers, vierde het haar tienjarig in 2016 met 10 vaste medewerkers. “Nu willen we vooral bestendigen. Een belangrijk aspect hierbij is investeren in een goede draagkrachtige basis voor het bureau. Dit omvat o.a. het goed op punt zetten van bureauorganisatie en efficiëntie, maar evengoed in de opleiding en opvolging van de huidige medewerkers.” De ambitie van de zaakvoerder is dan ook om ervaren medewerkers te laten doorgroeien tot partners en uiteindelijk ook vennoten van het bureau. Laureaten: Haerynck-Vanmeirhaeghe architecten (roepnaam Havan-a) uit Gent en Architectuuratelier Dertien12 uit Brugge.

Robbrecht en Daem architecten Architectuurambassadeur in het Buitenland 2013 Robbrecht en Daem overstijgt het concept van architectuur als een louter bouwkundig begrip. Van bij de oprichting heeft het bureau, onder meer door een sterke invloed van de kunsten, een architecturale precisie ontwikkeld die het bureau vandaag de internationale uitstraling geeft die het verdient. Met projecten als de stadshal in Gent of het Museum Boijmans van Beuningen in Rotterdam bewijst Robbrecht & Daem dat Belgische architectuur in het buitenland groot aanzien heeft. Laureaten: Buro II & Archi+I, Conix Architects, JDS Architects (Julien Desmedt)

denc!-studio Beloftevol Startend Architectenbureau 2013 Volgens de jury van de Jo Crepain Awards springt denc!-studio uit de band door de sterke combinatie van mooie architectuur, innovatie en een heldere visie op management. De knowhow en praktijkrealisaties van dit kantoor zijn het resultaat van jaren werk in wetenschappelijk onderzoek, specialisatie in vormgeving, consultancy in constructie en bouwfysica en technisch advies. Die ervaring, de wilskracht om anders te willen zijn dan de anderen en een continue drang naar innovatie maakt dat het bureau een enorm potentieel heeft voor de toekomst. Hun frisse mindset maakt denc!-studio de terechte winnaar van de award voor meest beloftevolle startende bureau. Laureaten: sculp[IT] en BLAF Architecten


20 recensie

Adriaan Martens en Henry van de Velde. Geneeskunst aan de Leie Publicatie belicht villa en polikliniek in Astene ontworpen door Henry van de Velde. Het boek opent met de figuur van Adriaan Martens (1885-1969). Martens was wegens zijn activisme voor de Vlaamse strijd tijdens de Eerste Wereldoorlog niet ongecontesteerd. Zijn benoeming aan de Koninklijke Academie voor Geneeskunde leidde zelfs tot de val van de regering-Spaak in 1939. Tezelfdertijd was hij een pionier als specialist in inwendige ziekten en dieetleer én vertoefde hij in de kunstmilieus rond de Leiestreek. Deze laatste twee aspecten kwamen samen in het project dat halfweg de jaren dertig langs de Leie in Astene gerealiseerd werd. Henry van de Velde ontwierp voor Martens en zijn echtgenote een villa langs de Leie en aan de overzijde van de straat een polikliniek. Deze horizontale ontwerpen sloten mooi aan bij het landschap van de Leiestreek en zijn kenmerkend voor Henry van de Veldes Tweede Belgische Periode. Het op maat gemaakt meubilair, bij De Coene vervaardigd, en de zorgvuldig gekozen kunstwerken zorgden voor een uniek geheel. Benoît Vandeputte baseerde zich voor de publicatie op zijn eindverhandeling (voor Master in de Monumentenzorg), waarvoor hij de Scriptieprijs van de provincie Oost-Vlaanderen ontving. Het boek bevat enkele markante beelden, zoals Martens en van de Velde die haasje-over spelen in badkostuum. Er zijn ook enkele opmerkelijke passages. Zo was Henry van de Velde op zijn 93ste er bijvoorbeeld allerminst mee opgezet dat Martens door een andere architect een kamer zou laten bijbouwen. De toevoeging beschreef hij in voor de dokter niet mis te verstane bewoordingen: “Il s’agit d’une opération qui n’est pas moins délicate que celle

Rem Koolhaas Elements of Architecture

ADRIAAN MARTENS EN HENRY VAN DE VELDE

Rem Koolhaas die een boek uitbrengt, is nog altijd een gebeurtenis, ook al gaat het hier eigenlijk om een – bijgewerkte – heruitgave. “Elements of Architecture” is een zware turf (3,5 kilo!) die een schat aan gegevens bevat, in een prettige vormgeving van Irma Boon.

Geneeskunst aan de Leie

Benoît Vandeputte

1

d’une intervention chirurgicale à l’estomac, au cœur ou au cerveau.” Na vruchteloos overleg ging de dokter toch verder met zijn plan zonder het fiat van Henry van de Velde, ook al omdat Van de Velde op dat moment in het buitenland verbleef. Beide gebouwen én de tuinen zouden in de jaren die erop volgden ook niet gespaard blijven van verdere verminkingen. Het boek besluit met een overzicht van de toestand waarin beide gebouwen zich vandaag bevinden en een relaas van de – grotendeels mislukte – poging om het ensemble als monument te laten erkennen. Adriaan Martens en Henry van de Velde. Geneeskunst aan de Leie, Benoît Vandeputte, Stichting Kunstboek, 2018, 112p.

i

www.vandammevandeputte.com

Bij het eerste openslaan van het boek, springt meteen “To survive this book, a brief reading note from the editor” (p. LXXII) in het oog: deze korte handleiding is geen overbodige luxe voor deze uitgave van 2.528 pagina’s. Zelfs fysiek kon enkel een kunstgreep – een ingenieuze plooi in de rug – het boek vlot consulteerbaar maken. Het is een heruitgave van de publicatie die verscheen ten tijde van Koolhaas’ curatorschap tijdens de Biënnale van Venetië in 2014. In het Centraal Paviljoen van de Giardini bouwde Rem Koolhaas, met de steun van AMO (de denktank van OMA) en studenten van Harvard Graduate School of Design, een tentoonstelling rond de elementen van architectuur, zoals Door, Façade, Corridor en Fireplace. De inhoud van die expo werd toen uitgebracht in vijftien kleine boekjes – één per thema – verzameld in een foedraal. De nieuwe publicatie brengt deze nu op een iets groter formaat in één volume uit. Elk thema wordt uitgediept aan de hand van de meest uiteenlopende beelden en tekst. Het is een plezier om je te verliezen in dit labyrint van informatie en inspiratie. Wie na het lezen van ons interview met Wim Goes (eerder in dit nummer) meer wil weten over de Laurin Stair, kan terecht op pagina’s, 1790, 1791 én 1892 en volgende, in het deel “Stairs”. Elements of Architecture, Rem Koolhaas, Irma Boom, Wolfgang Tillmans, Harvard Graduate School of Design, Stephan Trüby, James Westcott, Stephan Petermann, Taschen, 2018, 2528 p.

Redactie: Arnaud Tandt

Ontdek de toekomst van ventilatie bij Duco op Batibouw Energiezuinige woningen, een comfortabel binnenklimaat en bovenal de gezondheid van de bewoners… Deze pijlers vormen de uitdaging in het toekomstig bouwen. Duco is erin geslaagd om deze te vertalen naar de realiteit door middel van de vier ‘Duco at Home’-totaalconcepten. Daarbinnen wordt de hybride opstelling van de ventilatiewarmtepomp DucoBox Eco warm onthaald als nieuwkomer. “De basis van ‘Duco at Home’ als totaalconcept startte in 2014”, begint Hendrik Dejonghe, marketingmanager bij Duco. “Toen stelden we de mechanische ventilatiebox ‘DucoBox’ voor, beschikbaar in de fluisterstille DucoBox Silent specifiek voor renovatie- en vervangingsprojecten, en de intelligente DucoBox Focus voor de nieuwbouwmarkt. Het plaatje werd op de vorige Batibouweditie helemaal compleet door middel van twee ventilatieprimeurs met het oog op een strengere ventilatieregelgeving (E-peil 40 voor nieuwbouw): het balansventilatietoestel met warmteterugwinning DucoBox Energy voor de BEN-woning en de ventilatiewarmtepomp DucoBox Eco met actieve warmterecuperatie voor het active house van de toekomst.” De DucoBox Eco gebruikt restwarmte uit de ventilatieretourlucht (± 20°C)

en warmte uit de buitenlucht voor verwarming en warm tapwater. De 2-zonesturing onderscheidt de DucoBox Eco van andere ventilatiewarmtepompen. Door de dag- en nachtzone afzonderlijk aan te sturen, wordt een aanzienlijke energiebesparing gerealiseerd. Voorproefje van hybride opstelling Vaak kan het vermogen van de warmtepomp niet tegemoetkomen aan de warmtevraag, bijvoorbeeld wanneer er veel volk in huis is. Op dat moment heeft de warmtepomp assistentie nodig. “Om zorgeloos te kunnen wonen, stelt Duco op z’n stand op Batibouw (Paleis 12, stand 501) de hybride opstelling voor”, verklapt Dejonghe. “Daarbij wordt de DucoBox Eco aan een cv-ketel met een boilervat gekoppeld. Batibouw is de gelegenheid bij uitstek om een

voorsmaakje te beleven, want de commerciële vrijgave van deze opstelling wordt later in 2019 verwacht.” Groen denken Maar dat is nog niet alles. Duco ís niet alleen groen, het ventilatiebedrijf dénkt ook groen. “Ook een all-electric opstelling is mogelijk”, vervolgt Dejonghe. “Daarbij krijgt de warmtepomp assistentie van elektrische weerstanden. Een mooie oplossing voor de vraag naar her-

nieuwbare energie!” En het mooie is: aangezien de DucoBox hetzelfde toestel blijft, kan nadien probleemloos van het hybride naar het allelectric concept overgestapt worden. “Eigenlijk is het simpel: Duco wil aan elk bouwproject tegemoet komen en een toekomstperspectief bieden, zowel op korte als lange termijn”, besluit een verheugde Dejonghe.

i

www.duco.eu


MEESTERLIJK MAATWERK Door te investeren in innovatie en vakmanschap kiest Pouleyn als familiebedrijf resoluut voor expertise en toewijding. Pouleyn is voor u de perfecte partner in uw out-of-the-box project. Uw klassevol en tijdloos design kan in samenwerking met Pouleyn uitgebouwd worden tot een architecturaal pareltje, waar warmte en esthetiek hand in hand gaan met functionaliteit.

WWW.POULEYN.BE

RAMEN - DEUREN - POORTEN

Porotherm Dryfix Plug & Spray

Sneller, beter en efficiënter bouwen Wienerberger introduceert met Porotherm Dryfix een baanbrekende techniek voor bouwen met PLS lijmstenen. Met de Porotherm Dryfix extra spuitbus kan het voortaan nog sneller, beter en efficiënter.

Drie maal tijdswinst Jelle Bekaert ziet nog voordelen: “In de overgang naar de winter kan het plots gaan vriezen en dan worden de werken stilgelegd. Nu kan er tot -5°C verder gewerkt worden. Met warme handschoenen natuurlijk.” Aannemer Jelle Bekaert (Algemene Bouwwerken Jelle Bekaert)

“Bij de opstart moet geen lijm meer gemaakt worden. Geen rolbakken die steeds opnieuw gevuld moeten worden. Dat betekent een behoorlijke tijdswinst en ook werkcomfort.

Moet er even gepauzeerd worden, even de spuitmond reinigen met Dryfix cleaner en je doet gewoon verder, zonder tijdverlies. Plug & Spray…” En er is nog tijdswinst, zegt Jelle Bekaert: “Geen afwas meer op het einde van de dag en minder materiaal op te bergen. Afwassen doen we alleen nog thuis, na het avondeten.”

Geïnteresseerd om een gecertificeerde Porotherm Dryfix aannemer te worden? Voor meer info contacteer ons: T 056/24 96 27, opleidingen@wienerberger.com

www.porotherm.be 125842-ADV-PLS-DRYFIX-277x190-NL.indd 1

7/05/18 09:25


22 helpdesk

01

De verkavelingsvergunning stelt expliciet dat tegen het bestaande bijgebouw van de buur op de perceelsgrens gebouwd dient te worden. Evenwel wil de gemeente slechts vergunnen in de mate dat een expliciet akkoord van deze buur wordt bijgevoegd. Mag de gemeente dit eisen? Zonder het dossier inhoudelijk te kennen, lijkt dit mij vreemd te zijn. Verkavelingsvoorschriften zijn verordenend. Er dient dan ook rekening mee gehouden te worden. Het akkoord van een buur heeft hiermee in principe niets te maken. Sowieso is een akkoord van een buur nooit noodzakelijk om een stedenbouwkundige vergunning te bekomen. Akkoorden zijn slechts nuttig in de mate er een vrees zou bestaan omtrent een burgerlijke discussie. Bijvoorbeeld in het kader van erfdienstbaarheden of overnames van de gemene muur. Om deze discussies op voorhand te beslechten, is het nuttig om een akkoord bij te voegen. Evenwel is er op stedenbouwkundig vlak geen enkele wette-

lijke bepaling die een dergelijk akkoord verplicht oplegt. Bovendien is de verkavelingsvergunning zoals gezegd bindend in dit dossier zodat een al of niet voorhanden zijn van een akkoord geen afbreuk kan doen aan de van toepassing zijnde voorschriften. Uiteraard geldt het voorgaande onder voorbehoud van de concrete inhoud van het dossier waarop ik vandaag geen zicht heb. Bovendien is dit antwoord enkel gebaseerd op de stedenbouwkundige regelgeving, en doet het zoals gezegd geen afbreuk aan eventuele burgerlijke verplichtingen in dit verband. Mr. Nele Ansoms, GSJ Advocaten

03

Kan schijnzelfstandigheid van een zelfstandig medewerker vermeden worden door hem één aandeel van onze bvba te verkopen? Hij zou dan wel geen zaakvoerder worden, enkel aandeelhouder. Het is op zich zeker toegestaan dat een (zelfstandige) medewerker aandelen verwerft in de vennootschap van het architectenbureau waarvan hij werkzaam is. Of dit garant staat om het gevaar van schijnzelfstandigheid tegen te gaan, is echter twijfelachtig. Kenmerkend voor schijnzelfstandigheid is het gegeven dat de medewerker in feite aan het gezag van een meerdere is onderworpen. Wanneer een medewerker zelf via aandeelhouderschap (alleen of met anderen) de meerderheid en dus ook controle en de zeggenschap in een vennootschap verwerft, dan is het nog moeilijk om aan te nemen dat de betrokkene onder het gezag van iemand anders kan staan in diezelfde

vennootschap. Maar wanneer de betrokkene slechts één aandeel verwerft, is de zeggenschap miniem en zelfs verwaarloosbaar, en kan daaruit op zich geen conclusie worden getrokken m.b.t. het al dan niet werken onder gezag. Het gevaar van schijnzelfstandigheid zal in de eerste plaats moeten ondervangen worden door een duidelijke schriftelijke overeenkomst waarin partijen uitdrukkelijk voor het zelfstandigenstatuut kiezen, onder voorwaarden die niet onverenigbaar zijn met dit zelfstandigenstatuut en die ook als dusdanig worden nageleefd. Mr. Tom Peeters, GSJ Advocaten

05

Een stadswoning geeft uit op het plat dak van de tegenoverliggende buur. Mag er een raamopening gemaakt worden indien deze buur hiervoor zijn schriftelijke goedkeuring geeft? Wordt dit dan een erfdienstbaarheid? 1. Artikel 678 BW verbiedt om rechtstreekse uitzichten te hebben op het erf van zijn buur tenzij er een afstand is van negentien decimeter tussen de muur waarin men het uitzicht maakt en het erf van de buur. 2. Mits toestemming van de betrokken buur kan worden afgeweken van artikel 678 BW. In principe wordt in dat geval een erfdienstbaarheid gevestigd waarbij het heersend erf het recht krijgt om rechtstreekse uitzichten te hebben op het lijdend erf zonder dat de voorschriften van artikel 678 BW zijn gevolgd. De buur kan dan later niet de dichtmaking van de uitzichten vorderen (= passieve erfdienstbaarheid). 3. Indien louter een passieve erfdienstbaarheid wordt gevestigd, doet dit geen verplichting non aedificandi ontstaan voor de nabuur. De nabuur mag in principe nog steeds vrij constructies oprichten op zijn erf (civielrechtelijk althans) waardoor het uitzicht zou worden

belemmerd of zelfs totaal ongedaan wordt gemaakt. Om dit te verhinderen moet een actieve erfdienstbaarheid van uitzicht worden gevestigd, met name dat de nabuur niet alleen akkoord is dat in strijd met artikel 678 BW een uitzicht wordt geplaatst maar dat hij zich ook verbindt om op een bepaalde strook van zijn erf geen bijkomende constructies te zullen oprichten die dat uitzicht zouden kunnen belemmeren. 4 Het is dus belangrijk dat duidelijk met de buur wordt vastgelegd waartoe hij zich precies verbindt. Louter zijn toestemming geven bij een bouwplan kan aanleiding geven tot verschillende interpretaties. Dergelijke handeling zou in beginsel zelfs als een louter gedogen, waaraan later steeds een einde kan worden gesteld, worden uitgelegd. Mr. Nick Pluim, GSJ Advocaten

02

Sinds enkele jaren verjaren nu ook bouwmisdrijven. Wat gebeurt er als een gemeentelijke ambtenaar een PV heeft opgesteld vóór ingang van de verjaringstermijn, maar er verder geen vervolging/dagvaarding ingesteld werd? Verjaart zulk geverbaliseerd feit automatisch bij verstrijken van de verjaringstermijn of is er dan ‘schorsing’ opgetreden? U stelt zich de vraag indien er een proces-verbaal zou zijn opgemaakt binnen de verjaringstermijn, wat het gevolg is indien er na de opmaak van dit proces-verbaal niet wordt opgetreden. Eerst en vooral dient te worden opgemerkt dat enkel de rechtbank kan vaststellen of er sprake is van verjaring en dit op basis van specifieke stukken van het dossier. De verjaringstermijn vangt aan vanaf de beëindiging van het misdrijf. De kwalificatie van het stedenbouwkundig misdrijf is bijgevolg zeer belangrijk. Het is met andere woorden eerst en vooral relevant om te bepalen wat een stedenbouwkundig misdrijf is omdat enkel in zo’n geval kan worden vastgesteld wanneer de verjaringstermijn dan ook effectief een aanvang neemt. De strafrechtelijke verjaringstermijn inzake stedenbouwkundige misdrijven bedraagt 5 jaar en dit vanaf beëindiging van het misdrijf. Indien er binnen deze periode een PV werd opgemaakt is het bijgevolg tijdig en zou er nog een correctio-

nele procedure kunnen worden opgestart. Indien echter na de opmaak van dit proces-verbaal geen verdere initiatieven werden genomen (en er geen sprake is van nieuwe misdrijven) bestaat de kans dat er, na het verstrijken van de termijn van 5 jaar, sprake is van verjaring. Deze verjaring kan echter worden gestuit of geschorst door toedoen van onderzoeksdaden (opmaak nieuw PV, opmaak kantschrift…). Hier heeft men niet altijd kennis van. Besluitend kan met andere woorden worden gesteld dat, indien er binnen de 5 jaar na opmaak van het proces-verbaal geen nieuwe PV’s, of andere onderzoeksdaden werden gesteld, er mogelijk sprake is van verjaring. Een zekerheid is dit echter niet, gelet op de zeer feitelijke beoordeling die dient te gebeuren bij verjaring (misdrijfkwalificatie, aanvang verjaringstermijn, nieuwe misdrijven gepleegd?, …).

Mr. Jo Van Lommel, GSJ Advocaten

04

Meer en meer aannemers zetten in hun voorwaarden dat er voorschotten dienen betaald te worden, zelfs tot 85% voordat er ook maar iets geplaatst is. Kan dit zomaar? En wat met de algemene voorwaarden die in mijn lastenboek staan? De bouwheer geeft een bestelling door met daarop “volgens uw offerte…” en “volgens lastenboek…”, maar wat indien de voorwaarden van betaling niet dezelfde zijn? Welke krijgen dan voorrang? Een voorschot is het bedrag dat de opdrachtgever betaalt voor nog niet geleverde of aangevatte prestaties. Het moet beschouwd worden als een voorafname op de totale aannemingsprijs (W. Goossens, Aanneming van werk: het gemeenrechtelijk dienstencontract, Brugge, die Keure, 2003, 657). Het is in principe toegestaan dat de aannemer in een aannemingsovereenkomst bepaalt dat voorschotten verschuldigd zijn. Indien de aannemer een overeenkomst afsluit met een consument, d.i. iedere natuurlijke persoon die handelt voor doeleinden die buiten zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit vallen, is het overeenkomstig artikel VI.83, 28° van het Wetboek van Economisch Recht evenwel niet toegelaten dat de aannemer bepaalt dat de door de consument betaalde voorschotten worden behouden ingeval de aannemer zelf de overeenkomst opzegt. Verdere beperkingen lijken aan het recht om voorschotten op te leggen niet te worden opgelegd. Het bedingen van een aanzienlijk voorschot lijkt derhalve strikt genomen niet verboden. Uiteraard kan de aannemer dit niet eenzijdig opleggen doch dient een overeenstemming

Melanie Vercruysse Arch. Melanie Vercruysse is energieconsulent bij NAV. U kan bij haar terecht voor alle vragen i.v.m. epb. U kan haar bereiken via energieconsulent@nav.be

tussen partijen gevonden te worden. Aangaande de kwestie van een mogelijke tegenstrijdigheid tussen de offerte en het lastenboek, moet eerst worden nagegaan of deze documenten zelf een voorrangsregeling bevatten. Het is mogelijk contractueel te bepalen welke documenten voorrang hebben ingeval van een tegenstrijdigheid. Zo er echter geen contractuele bepaling hierover is opgenomen in de overeenkomsten, zijn beide documenten in principe bindend. In geval van tegenstrijdigheden zal gekeken moeten worden naar de bedoeling van de partijen. In beginsel zal het document met latere datum evenwel voorrang hebben en bepalend zijn ten aanzien van eerdere documenten. Algemene voorwaarden die ongeacht een bepaalde opdracht worden opgesteld moeten doorgaans dan weer wijken voor de voorwaarden die met betrekking tot een bepaalde overeenkomst werden overeengekomen (bijvoorbeeld die in de aannemingsovereenkomst of het bijzonder bestek). Dit zal steeds in concreto moeten bekeken worden. Mr. Lotte Bertjens, GSJ Advocaten

Julie Alboort Ir.-arch. Julie Alboort is coördinator van de studiedienst van NAV met een specialisatie in waterrobuust en waterbewust bouwen. U kan haar bereiken via julie.alboort@nav.be


MAKKELIJK RENOVEREN MET iWINDOW FLEX De opengaande glaskoepel die past op élke opstand

Een lichtkoepel vervangen? Dat wordt met Skylux nóg eenvoudiger en goedkoper. De nieuwe iWindow Flex is immers de eerste opengaande glaskoepel waarbij je zélf de opstand kiest. Je haalt met een iWindow Flex licht én lucht (opent tot 30 cm) binnen zonder gedoe of extra kosten. Want de huidige dakopstand, die kan je bij renovatie gewoon blijven gebruiken. Zo is die nieuwe dakkoepel snel én makkelijk geplaatst. En bij nieuwbouw kies je gewoon een opstand naar keuze. Hemels, toch?

Skylux iWindow2

Ingebouwde kettingmotor (+gasveren)

Regensensor

Hellende pvc tussenopstand

www.skylux.be


Ga eens stevig uit je dak VARIO

S

IE

®

Uniek all-in-one ys tem NT GARA systeem voor een perfect geïsoleerd dak

Isoleren doe je best niet half. ISOVER biedt als enige op de markt een compleet all-in-one systeem. In 5 stappen maak je met de hoogwaardige ISOVER producten een perfect geïsoleerd dak, met bovendien 50 jaar garantie op het Vario® assortiment. Met het ISOVER dakisolatiesysteem zit je er straks dus warmpjes bij. Meer info op www.isover.be/perfectdak.

Perfect dak

Vario® DoubleFit Vario® KB1 Vario® KM Duplex Isoconfort Suspente PlaGyp® I

+

+

www.isover.be/perfectdak

+

+

=


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.