NAV News nr. 92 (maart - april 2018)

Page 1

navnews maart - april 2018 - nr 92

UW PROJECT OP DEZE COVER? HET KAN! SCHRIJF NU IN!

tweemaandelijks tijdschrift (verschijnt niet in juli & augustus)

“We maken iets in de ruimte waardoor je de grenzen kunt verharden, maar ook vervagen” 10

© Klaas Verdru

Ruimteveldwerk - Brecht en Sander Van Duppen en Pieter Cloeckaert

V.U.: Kris Baetens, St.-Clarastraat 48, 8000 Brugge - Afgiftekantoor Gent x - erkenningsnummer P802033 Retouradres: St.-Clarastraat 48, 8000 Brugge - T 050 47 46 67 - F 050 47 46 79

BRUG van Jarosław Kozakiewicz

The Floating Island van OBBA

INFINITI²³ van Peter Van Driessche (Atelier4 Architecten)

PROJECTEN IN DE KIJKER Installaties Triënnale Brugge 5 mei - 16 september 2018 www.triennalebrugge.be MFS III – Minne Floating School van NLÉ (in Venetië)

Checkpoint van Roxy Paine

G.O.D. van Ruimteveldwerk

Skyscraper (the Bruges Whale) van StudioKCA

selgascano pavilion van selgascano


Creative Fair Play 02 editoriaal

In de creatieve sector is samenwerken en werk uitbesteden essentieel. Het slagen van je samenwerking – tijdelijk, op platformen of eventueel via tussenpersonen – hangt sterk af van het evenwicht tussen alle partijen. Hier zijn onze zeven best practices om succesvol samen te werken met creatieve ondernemers. Opdrachtgever, creatieve ondernemer of beide? Dit is een positief manifest voor iedereen. Het bevordert wederzijds NAV engagement en garandeert duurzame resultaten. organiseert nieuwe openhuizendag

Mijn Thuis Op Maat op 30 september 2018

Nadat NAV gedurende vele jaren Mijn Huis Mijn Architect heeft georganiseerd in opdracht van de Orde van Architecten, heeft deze laatste besloten om in 2018 geen nieuwe editie van dit evenement op Vraag niets gratis. Werk niet gratis. Ook niet als ‘test’ of ‘voor te de zetten. Creativiteit kanhet alleen maar bloeien een sfeer van te zien poten NAV vindt zonde om deze in openhuizendag portfolio van de maker’. Dat vraag je een bakker of advocaat vertrouwen enmet waardering. Houinitiatief: je dus aanMijn de afspraken. verdwijnen en komt daarom een nieuw Thuis Op ook niet. Een correcte vergoeding is de beste manier Maat. om Respecteer een betalingstermijn van 30 dagen of minder en Zo’n openhuizendag vormt immers een ideale gelegenheid om duurzame kwaliteit in de creatieve sector mogelijk tehet maken. blijfgeheel binnenin het beroep in zijn devoorziene kijker tebudget. zetten. Het biedt daarenboven Tip: een voorschot bewijst wederzijds engagement van bij de architecten de kans zich te presenteren aan een groot publiek. © Bart Lasuy

Gratis bestaat niet.

Hanteer redelijke termijnen.

start.

Vat wedstrijden sportief op.NAV stipt daarbij aan dat de gegenereerde aandacht niet enkel de deelnemende architecten ten Een opdracht toekennen via een wedstrijd kan een mooie Erken het werk van de maker. goede komt. Het evenement creëert immers een kandidaat opleveren, maar voorzie een correcte vergoeding

hefboom om verschillende maanden de meer-

Credits geven aan de creatieve ondernemer versterkt het voor deelnemers die werk voor je leveren. Beloon het proces, waarde van een architect in het algemeen onder engagement van de maker en geeft de opdrachtgever niet het resultaat. Wees spaarzaam met de wedstrijdformule een vergrootglas te plaatsen. in inhaken de communicatie van het project. en hanteer heldere criteria om de opdracht te gunnen. Met het nieuwe initiatiefcredibiliteit willen we daarbij

Omgevingsloket: het kan beter

Het omgevingsloket is in principe een goede zaak. Digitalisering en vereenop actuele tendensen. Betonstop, omgevingsverganiseren tussen architecten en bouwheren. Mijn voudiging kunnen we alleen maar toejuichen. Maar dan moet het loket wel gunning, circulair bouwen... Het regent nieuwe Thuis Op Maat wil daarbij uitgroeien tot het toontermen en de bouwlustige Vlaming maakt zich aangevendste bouwevenement in Vlaanderen naar behoren functioneren. En daar is nog heel wat werk aan de winkel. Een soms zorgen. Ten onrechte, want een innovatiemet veel aandacht voor nieuwe en innovatieve korte en slechts gedeeltelijke diagnose. ve sector als de bouw kan en zal deze evoluties woonvormen. Zowel geschreven, gesproken als Als het gaat om een niet-gemengd dossier, zijn architecten als enige partij Een ondernemer met andere klanten, zelfs binnen aangrijpen als een uitdaging. Goede voorbeelvisuele pers plaatsen het evenement extra in de verplicht om de digitale aanvraag te ondertekenen. De bouwheer mag dat dezelfde sector, heeft een rijkere ervaring. Klamp dus niet den van nieuwe en innovatieve woonvormen en kijker. NAV kan voor de organisatie bogen op de Zondervolledig overeenkomst de Wat auteur in principe alle vrijwillig doen, maar kan evengoed uit beeldbehoudt verdwijnen. als hij te al krampachtig exclusiviteitscontracten. Spring bouwconcepten bestaan en zullen als hetvast van aan jarenlange ervaring voor de organisatie van Mijn zich achteraf distantieert vanauteursrechten. de aanvraag? Als je hiervan wil afwijken, moet je een uiteraard wel loyaal en discreet om met kennis die je tijdens architecten afhangt snel een doorbraak kennen. Huis Mijn Architect en de Vlaamse Renovatiedag. via royalty’s de Als dé adviseur bij uitstek van de bouwheer vorDe ondertekening doen weregeling vreemdtreffen. genoegBij alsvergoeding architect-natuurlijke per-garandeert Deze openhuizendagen ontvangen je samenwerking uitwisselde. Bedrijfsgeheimen kantelkens je ooktienopdrachtgever eerlijkheid en transparantie men wij immers de aangewezen bouwprofessioduizenden bezoekers. soon voor onze architect-vennootschap. Een vreemde evolutie, gezien deover de verkoop. beschermen met een non-disclosure agreement of NDA. De opdrachtnemer stelt zich op zijn beurt borg voor de nal om bouwheren de weg te wijzen. wet-Laruelle. Met dit nieuwe openhuizenevent wil NAV op één authenticiteit van het geleverd werk. Als een dossier een milieuluik omvat, kijkt de bouwheer voor de samensteli www.mijnthuisopmaat.be namiddag inspiratie bieden en ontmoetingen orling ervan automatisch naar de architect. Nochtans behoort dit niet tot ons standaardtakenpakket. Wellicht moeten we dat dan maar beschouwen als een promotie tot milieucoördinator? Terwijl de architect in een uiterst ongemakkelijke positie wordt gedirigeerd, staat de deur wagenwijd open voor misbruiken. Of de ondertekenaar van NAV ondersteunt nieuw manifest voor eerlijk de vergunningaanvraag daadwerkelijk het afspraken architectenberoep magdoelen, uitoefe- doelgroep, Noteer vooraf over scope, samenwerken met de creatieve industrie nen, wordt op geen enkeleplanning, manier gecheckt. Een koppeling het digitussentijdse deadlinesmet en vergoedingen, het aantal tale visum van de orde van correctierondes, architecten schittert De ordeHoe preciezer de dedoor kost-afwezigheid. en taakverdeling. Flanders DC en Creative Network lanceren samen Creative Fair briefing, hoe scherperDe het resultaat. Bespreek tracht dat euvel op te vangen met steekproeven. waterdichtheid daar- ook eventuele Play, een positief manifest met 7 richtlijnen en best practices om opzegvoorwaarden. Weet dat jobplatforms en tussenpersonen van evenaart die van een spouwdrainagemembraan in karton. duurzame, succesvolle samenwerking met creatieve ondernemers zoals agenten of rekruteerders voorwaarden Bovendien is het een koud kunstje om te ontsnappen aan dealgemene vergunningsmogelijk te maken. hanteren die ook en eenuitbreidingswerkzaamheimpact hebben op jullie werkafspraken. plicht en de EPB-toepassing, door renovatieden hetzij in porties op te delen en in te dienen, hetzij te verkleden als een Opdrachtgevers weten niet altijd welk werk schuil gaat achter een veranda. Daarmee ondermijnt de overheid haar eigen spelregels en klimaatfreelance job die ze uitbesteden. Nog steeds wordt er gratis werk doelstellingen. gevraagd onder het mom van portfolio-jobs of ‘open wedstrijden’. Nochtans is creatief werk bij uitstek gebaat met een goede verBovenstaande vaststellingen zijn relatief gemakkelijk op te lossen. NAV heeft standhouding en duurzaam vertrouwen tussen opdrachtgever en drie concrete voorstellen voor de bevoegde minister en haar administratie. ontwerper/maker/uitvoerder. Op www.creativefairplay.com wordt Een: laat de bouwheer mee zijn aanvraagdossier ondertekenen, waardoor daarom een lijst met 7 positieve, wederzijdse engagementen gehij zich akkoord verklaart met de inhoud. Twee: baken een duidelijk onderlanceerd. Ondermeer de vergoeding, de intellectuele eigendom, scheid af tussen de werken die onder de verantwoordelijkheid vallen van de de briefing en de manier van opdrachten toekennen komen aan Het gebruik van dit het logo van Creative Fair Play geeftbod. aan (Beeld: dat architect en die van de milieucoördinator, endocument maak hetende architect mogelijk Charlotte Dumortier) de gebruiker dit initiatief steunt. Het is geen endorsement van Flanders DC of aan te geven dat het dossierCreative geen milieuaspecten omvat. Drie: leg een autowww.creativefairplay.com Network. www.creativefairplay.com matische koppeling met de database van de orde. i U ziet, wij architecten zijn constructieve partners.

Regel de intellectuele eigendom.

Gun elkaar vrijheid.

Goede afspraken maken goede vrienden.

Kati Lamens Nationaal Voorzitter Netwerk Architecten Vlaanderen

@NAVarchitecten www.nav.be/opinie

Netwerk Architecten Vlaanderen heeft een memorandum opgesteld in het licht van de gemeenteraadsverkiezingen op 14 oktober 2018. Downloaden kan via de link hieronder. www.NAV.be/pers

Partners NAV 2018

Hoofdredacteur: Pieter De Groote, pdg@nav.be Administratieve zetel: Willebroekkaai 37, 1000 Brussel, tel. 02 212 26 99, fax 02 400 71 72 Retouradres: Sint-Clarastraat 48, 8000 Brugge, tel. 050 474 667, fax. 050 474 679 Lay-out: FCOmedia, Marieke Veys Druk: Drukkerij Pattyn - Afgiftekantoor Gent x, erkenningsnummer P802033 NAV News werd geseald in composteerbare bio-folie, gemaakt van maïs, en CO²-neutraal verstuurd door Nevelland i.k.v. het GREENPOST-programma van Bpost. NAV en zijn auteurs kunnen niet aansprakelijk gesteld worden voor de inhoud van de teksten, de interpretatie ervan, of eventuele onjuiste gegevens. Wet- en regelgeving veranderen snel. De mogelijkheid bestaat dat tekst-elementen al door nieuwe wetgeving of besluiten achterhaald zijn. We excuseren ons hiervoor.


ik vraag het aan 03

Steeds meer vrouwen worden architect (maar nog lange weg te gaan)

Architecten en designers zijn gepassioneerd door hun beroep. De toenemende administratieve lasten, groeiende verantwoordelijkheden, lange uren en financiële onzekerheid drukken echter een sterke stempel op de jobtevredenheid van designers en nog meer op die van architecten. De studie toont aan dat bij architecten jonger dan 35 jaar de verhouding man/vrouw in balans is. Toch is er op vlak van genderverhoudingen nog een lange weg te gaan. De architectenwereld is en blijft een mannenbastion, vooral bij de oudere leeftijdsgroepen. Dat blijkt uit een studie die werd uitgevoerd door de onderzoeksgroep CuDOS van de Universiteit Gent i.s.m. de Orde van Architecten – Vlaamse Raad. Bij de jongere leeftijdsgroepen wordt een veel evenwichtigere genderverhouding vastgesteld: bij architecten jonger dan 35 jaar is de verhouding man/vrouw in volledige balans. De sterkere aanwezigheid van vrouwen op jonge leeftijd wordt door twee mechanismen veroorzaakt: de vroegere uitstroom van vrouwen uit het beroep omwille van de moeilijke combinatie van lange en onregelmatige werkuren en het gezinsleven, maar daarnaast zijn ook duidelijke tekenen dat vrouwen meer kiezen voor het beroep van architect.

Inwerkingtreding Omgevingshandhaving sinds 1 maart 2018 De nieuwe regeling introduceert talrijke wijzigingen inzake de handhavingsprocedures op het vlak van ruimtelijke ordening. Nieuw is vooral dat er - naast het stakingsbevel tijdens de werken - meer mogelijkheden zijn om bestuurlijk op te treden: de gemeente moet niet altijd eerst via de rechter. Zo zal de gemeente zelf een ‘last onder dwangsom’ kunnen opleggen om een overtreding ongedaan te maken. De nieuwe regels komen er naar aanleiding van de omgevingsvergunning en spiegelen zich aan het milieuhandhavingsdecreet. Er blijven weliswaar nog substantiële verschillen bestaan tussen beide handhavingsstelsels, ook al gaat het over dezelfde vergunning. Ook de handhaving van de omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten blijft afzonderlijk verlopen volgens het decreet integraal handelsvestigingsbeleid.

i

www.nav.be/artikel/558

© Tim Van de Velde

Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz heeft de resultaten bekendgemaakt van een grootschalig onderzoek naar de sociaaleconomische positie van architecten en designers.

Het team van BC architects & studies met rechts Ken De Cooman.

Roeland Dudal

Vraag van Ken De Cooman (BC Architects & Studies) aan Roeland Dudal (AWB) Ondanks de veelheid aan initiatieven om duurzame en innovatieve praktijken op te zetten, lijken de ambitieuze doelen van bv. het klimaatakkoord van Parijs of de Sustainable Development Goals van de VN steeds het petje van deze initiatieven te boven te gaan. Voor het curator statement van de IABR 2018+2020 praten de curatoren (onder wie Joachim Declerck van AWB) over The Missing Link tussen de veelheid aan initiatieven en de verwezenlijking van de ambitieuze doelen. AWB werkt al jarenlang aan beleidsrelevante concepten, de organisatie van workshops met verschillende stakeholders, enzovoort. Wat zijn concreet de muren waartegen jullie botsen, en waar liggen de open pistes om de Missing Link te vinden?

Roeland Dudal (Architecture Workroom Brussels) Beste Ken, Voor een zelfverklaarde denk-en-doe-tank zoals Architecture Workroom raakt de vraag die je stelt het hart van onze zoektocht als praktijk. Met steeds meer mensen geraken we het eens over de grote uitdagingen die ons boven het hoofd hangen en de ontoereikendheid van de huidige oplossingen – de business as usual. We kunnen ook steeds beter formuleren wat er moet veranderen in de toekomst. Er is zelfs een schijnbare consensus over de langetermijnobjectieven (betonstop, klimaatakkoord …). Om de doelstellingen te halen, moeten we eerst en vooral ons gedrag veranderen. Want onze manier van leven gaat ten koste van onze planeet. We wonen ons huis, de aarde, uit. We moeten dus ruimte maken én ruimte delen. Maar hoe doen we dat precies? We weten dat het moet, maar waarom gaat het zo moeizaam? Hoe doorbreken we de huidige patstelling? Dit zijn vragen die iedereen aangaan, en het zijn bij uitstek ook ontwerpvragen. Of het nu de transitie is naar hernieuwbare energie, gezonde landbouw, de vermaatschappelijking van de zorg, ruimte voor biodiversiteit en water, gedeelde mobiliteit of circulaire economie; elk van deze ambities heeft een impact op onze leefomgeving. We weten dat er van alles moet veranderen en velen werken ook actief aan die verandering, maar de weg is nog lang. Hoe geraken we waar we willen geraken? En hoe kunnen we een toekomst verbeelden die bestaat uit kwaliteit in plaats van uit verlies? Een voorbeeld. We willen allen gezonde lucht in de steden waar onze kinderen en kleinkinderen opgroeien. Dit vereist een radicale omslag van onze mobiliteit. De technologische ontwikkeling is er alvast klaar voor: we kunnen zelfrijdende en propere wagens maken en digitale platformen maken het autodelen en een vlotte verkeersafwikkeling evident. Maar we achten het quasi onmogelijk om de individuele vrijheid van het individueel autobezit en het recht op een gratis parkeerplaats voor de deur te beperken. We vergeten echter dat net daar, in de straat in onze wijk, de grootste kwaliteitswinsten te boeken zijn, met toegankelijke en kindvriendelijke publieke ruimte als gevolg van een totale omslag van het mobiliteitssysteem naar gedeelde mobiliteit. Technologische ontwikkelingen slaan ons om de oren met optimisme over oplossingen voor een duurzame toekomst, maar het debat over welke soort stad en leefomgeving wij willen en de discussie over de concrete gedragsverandering die nodig is om er te geraken, schieten er bij in. Nochtans is de ontwerppraktijk er klaar voor. Vele ontwerpers richten zich in hun praktijk op meer duurzame oplossingen, van compacter en energiezuinig bouwen, hergebruik van materialen, cocreatietrajecten met burgers, integratie van groenoplossingen, stadslandbouw of zorgzame publieke ruimte tot een ruimtelijke planning op maat van de stromen in de stad. Maar we denken nog te vaak in niches, hokjes, specialisaties. Als we dit doorbreken en de krachten bundelen, kan de kritische massa bewijslast ontstaan die een systeemverandering in werking zet. Op alle schaalniveaus en op vele plaatsen tegelijk, met een rol voor iedereen tegelijk. Het lijkt hybris, maar er is wellicht geen andere weg. De omwentelingen zijn te drastisch om eenvoudig te zijn. De culturele manifestatie die we samen met de IABR opzetten, uiteraard in Rotterdam maar vanaf dit jaar ook tweejaarlijks in Brussel, wil meer zijn dan een festival van good practices en de hoogmis van het inhoudelijk debat. Het is ook een wake-up call voor alle betrokkenen, niet in het minst de architecten, om de praktijk te herijken en mee te bouwen aan meer solidaire, klimaatvriendelijke, inclusieve en productieve omgevingen. Een oproep om aan de slag te gaan, en de concrete kwaliteiten vandaag te tonen en te testen, als een verbeelding van wat de stad van morgen brengen kan. Wellicht beantwoord ik hiermee jouw vraag niet ten volle - daarvoor ontbreekt het me aan ervaring in de dagdagelijkse architectuur- en bouwpraktijk - dus ik kaats de bal graag door en ik hoop op een inspirerende kettingreactie. Opgetekend door Staf Bellens

AANVULLING: In NAV News 91 stond op p. 10-11 een interview met architecten Pieter Vandewalle en Ruben Van de Walle van Studiov2 over 3D-scanning. Voor de restauratie van project Roodhooft, waarvan een aantal visualisaties van Studiov2 werden vertoond, werd Veelaert architecten aangesteld. Het project gaat binnenkort in uitvoering.

NAV Belangenbehartiging NAV-directeur Kris Baetens verzorgt de belangenbehartiging voor architecten in naam van meer dan 3 000 leden. Wilt u iets melden? Aarzel dan niet contact te nemen: tel. 02 212 26 99 of info@nav.be


© Hatim Kaghat

04 interview

“Architecten hebben de sleutels van een groene toekomst in handen” Vlaams Bouwmeester Leo Van Broeck nadert stilaan de helft van zijn mandaat. Het geschikte moment voor een terug- en vooruitblik. “We moeten vermijden dat we op een klimaatneutrale manier de natuur vermoorden”, vat hij zijn visie samen. Wat behelsde uw eerste anderhalf jaar als Bouwmeester? Leo Van Broeck: “Ik heb het speelveld in kaart gebracht en met alle partijen gepraat: politieke fracties, ministers, kabinetten, beroepsverenigingen. Samen met mijn team heb ik dan in een meerjarenplan uiteengezet waarop wij willen inzetten.”

En dat is? Leo Van Broeck: “We moeten komaf maken met het grote misverstand dat alles goed zal komen met alleen maar klimaatmaatregelen. Uiteraard mogen we onze planeet niet tegelijkertijd droog koken en verzuipen, maar er moet ook nog een planeet zijn. Door onze markt, ons bevolkingsaantal en ons gebrek aan ruimtelijk nederigheid vergeten we dat de natuur ruimte nodig heeft. We moeten plaats vrijmaken voor de natuur, in de stadsparken, in de eigen tuin en door af te breken. De meeste stadsparken zijn geen ecosysteem. In de herfst zit daar maar een diersoort, de gele bladblazer.” “In het verkruimelde Vlaanderen is de situatie nog nijpender omdat wij volop open ruimte consumeren, gigantisch veel CO2 uitstoten, een angstwekkende ecologische voetafdruk hebben en almaar verder morsen. Met 2,8% reservaten hebben we het kleinste percentage beschermde natuur. In Engeland is dat bijna 29%. Wil de biodiversiteit overleven, dan moet ze ongeveer een derde van het vruchtbare landoppervlak ongeschonden kunnen gebruiken. Maar de mens benut vandaag al meer dan twee derde van de planeet. Wat als we morgen met 10 miljard zijn? Het wordt dan vechten om water en voedsel. Ons economisch model doet ons de das om. Economische groei in de vorm van een hogere omzet van goederen, zeg maar een A+++ ecovaatwasser die welbewust werd vervaardigd om slechts vijf jaar mee te

gaan, verslindt natuur. Het harde kapitalisme op globale schaal creëert afval, toenemende ongelijkheid, kansarmoede en klimaatproblemen.”

Wat betekent dat voor de bouwsector? Leo Van Broeck: “Als we ons beperken tot klimaatmaatregelen en groene technologie, gaan we hopeloos onder de lat door. We moeten ook het ruimtegebruik mee in beeld nemen. Alles wat we doen, vergt ruimte en consumeert een stukje van de planeet. Uiteraard moeten we het energieverlies van gebouwen reduceren, maar als je je uitsluitend concentreert op EPB, is het een maat voor niets, zeker bij gebrek aan handhaving. Bovendien wordt er niet aan de teller gemeten, zodat je probleemloos elektrische radiatoren in een passiefbouw kunt plaatsen en de hele winter met de ramen open stoken. Als je een gebouw afbreekt en vervangt door een ecologisch gebouw, gooi je veel meer CO2 weg dan de energiezuinigheid van dat nieuwe gebouw ooit kan compenseren.” “Vandaar dat ik in mijn eerste ambtsjaar focuste op sensibilisatie voor verdichting. Na ruim 120 lezingen staat verdichting effectief op de agenda. Een selectieve verdichting uiteraard, op plaatsen met voldoende kritische massa, waar openbaar vervoer, winkels, horeca, cultuur, scholen en crèches een plaats vlakbij kunnen krijgen. De boodschap slaat aan omdat ze positief is, wat we onderlijnen in onze film ‘Plannen voor plaats’. Als we het anders aanpakken, verdampen de files, vermindert het fijn stof, krimpt de vervuiling, en gaan de belastingen omlaag omdat de waanzinnige uitgaven voor de huidige verkruimeling wegvallen: de fiscale aftrek voor bedrijfswagens, de aanleg, uitrusting en het onderhoud van wegen en andere infrastructuur, het aantal verkeersdoden.”

DE SPEERPUNTFUNCTIE VAN ONTWERPERS Welke rol is er in die analyse weggelegd voor de architect? Leo Van Broeck: “Op onze overbevolkte planeet met te weinig ruimte is architectuur geëvolueerd naar stedenbouw die zich buigt over de vraag: hoe ontwerp ik de ruimtelijke aanwezigheid van onze overtallige soort? Daarmee vormt onze sector, die bij uitstek met ruimte bezig is, de speerpunt van een alternatief. Wij hebben de sleutels van een groene toekomst in handen. Maar dan mogen we ons niet tevreden stellen met het ontwerp van een vrijstaande passiefwoning. De natuur zal alleen blijven bestaan als we weigeren om haar vol te tekenen. We moeten inzien dat niet bouwen geen nederlaag betekent, maar een overwinning. We moeten leren neen zeggen tegen ecologisch of maatschappelijk onverantwoorde opdrachten. Wij mogen ons niet medeplichtig blijven maken aan ruimtelijke vernietiging. We mogen niet argumenteren van: inderdaad, 80% van onze patiënten komt kreupel van de operatietafel, maar dat mag van stedenbouw. Wij moeten bij elke ontwerpvraag nagaan of die wel nodig is. Daar zijn we ook voor opgeleid. De mix van positieve en humane wetenschappen maakt van ons systeemdenkers die alle parameters nagaan. Goede architecten stellen automatisch de vraag in vraag en komen daardoor vanzelf tot het antwoord. Rem Koolhaas kreeg de opdracht voor het Casa de Música in Porto omdat hij voorstelde een muziekpaleis met dergelijke doelstellingen en in die stad op een andere, meer geschikte plaats in te planten. Lacaton & Vassal hebben ooit een wedstrijd voor de heraanleg van een openbaar plein gewonnen met hun voorstel om het te laten zoals het was. Uit een maand observatie bleek immers dat alles perfect zat.”

Architecten zitten financieel al in de verdrukking. Kunnen ze het zich wel veroorloven om werk te weigeren? Leo Van Broeck: “Architecten zullen economisch wel varen bij een selectieve opstelling. In de businessschool van Vlerick luidt de eerste les voor toekomstige bedrijfsleiders: ‘the more you say

yes, the more turnover you make. The more you say no, the more profit you make’. Als je steevast ja zegt, stijgen je workload en omzet, maar daalt op zeker ogenblik je winst. We moeten afleren om zelfmoord te plegen. Een ‘neen’ resulteert in beter werk. In volle crisisperiode heb ik de erelonen van mijn bureau met 30% verhoogd. Kijk naar de autosector. In moeilijke tijden verkopen alleen nog de heel goedkope en de heel dure wagens, en smelten de tussencategorieën weg. Waar wil je dan zitten? Niet voor niets wordt het beroep van architect het best gehonoreerd in Zwitserland, waar de tussenkomst van een architect niet verplicht is. Wie daar naar een architect stapt, is overtuigd van diens meerwaarde en zal oor hebben voor zijn argumenten om bepaalde zaken niet te doen.”

VRIJHEID VAN SPREKEN Uw ecologische boodschap klinkt overtuigend, maar de weerstand en traagheid blijven groot. Leo Van Broeck: “Eigenlijk ondervind ik veel minder weerstand dan ik had gevreesd. Je hebt inderdaad die blog van de VCB, maar als ik met aannemers praat, krijg ik applaus, omdat ik ervoor zorg dat ze werk blijven hebben. De VCB-blog zit vast in een kringredenering, lijdt aan een gebrek aan inzicht om de nieuwe wereld te omarmen, en dreigt zo gigantische kansen te missen. Zij doet de sector geen goed. Maar ik ben mij er terdege van bewust dat we nog lang niet thuis zijn. Bij de meeste bouwheren moet de cultuuromslag nog komen. Remmende factoren blijven ook de reclameacties van banken, verzekeraars, garden centers en bouwbeurzen waarin vrijstaande woningen een pertinente plek blijven bekleden. Het onderwijs geeft kinderen wel al mee dat de traditionele tekening van huisje, tuintje, boompje voorbijgestreefd is. Alle partijen uit de bouwsector moeten de verkavelingsdroom ook au serieux nemen en goede stadswoningen bouwen of mogelijk maken, waarvan de woonkwaliteit die van een verkavelingsvilla evenaart. De overheid kan dat induceren door een ontwikkelaar toe te laten om op daartoe geschikte plekken enkele bouwlagen meer te realiseren in ruil voor terrassen, collectieve ruimtes, een gezamenlijke barbecue, een


interview 05

daktuin of een kinderspeelplaats. Op dezelfde manier kan een overheid de kwaliteit en veiligheid van de publieke ruimte en de infrastructuur verbeteren zonder zelf geld uit te geven.” “Wat de traagheid betreft: het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen formuleert de juiste doelen, maar is niet krachtig genoeg en zegt niet hoeveel natuur er moet bijkomen. Impliciet bevestigt het wel dat afbreken noodzakelijk is voor de versterking van de groenblauwe netwerken, want er vallen geen nieuwe vierkante kilometers uit de lucht. De principes van het BRV introduceren vergt echter twee afschrijvingstermijnen van vastgoed, en dan komen we te laat. Er dringen zich moedige beslissingen op. Maar de politiek is gebonden aan regeerakkoorden en electorale angst. De Bouwmeester is dat niet. Mijn voordeel is dat ik het niet voor het zeggen heb en dus alles kan zeggen.”

Is dat echt zo? In Knack noemde u de bouw van een vrijstaande woning crimineel. Resultaat: heftige politieke reacties in het Vlaamse parlement. Leo Van Broeck: “Correctie: er waren twee parlementaire vragen en minister-president Bourgeois heeft mij verdedigd. Hij stelde dat mijn verhaal in overeenstemming was met de principes van het BRV, en vond alleen het woord ‘crimineel’ wat sterk. Terecht wellicht, maar in het artikel had ik al verduidelijkt: crimineel als in crimineel zat, onverantwoord dus.

U sprak van de nood aan moedige beslissingen. Hoe moedigt u die aan? Leo Van Broeck: “Op zeker ogenblik zullen we keuzes moeten maken, want je kan geen omelet bakken zonder eieren te breken. Op de grote gemeentelijke autonomie spelen we in met de Bouwmeesterscan, die momenteel wordt uitgerold. Aan de hand van die scan geven we de gemeente suggesties waar hun kansen en zwakheden liggen, en waar ze wel of niet kunnen verdichten. Het is dan aan hen om daarmee iets te doen.” “Met Vlinter, het samenwerkingsverband van de elf Vlaamse intergemeentelijke verenigingen voor streekontwikkeling en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten, trachten we mobiele kwaliteitskamers te creëren die kleine gemeenten zonder planningsdienst of stedenbouwkundige medewerker ondersteunen bij de beoordeling van probleemdossiers. Om de Open Oproep ook voor kleinere projecten haalbaar te maken, roepen we een ‘light’ franchiseversie in het leven die wordt georganiseerd door de intercommunales, zoals vandaag al gebeurt met WinVorm. Zo kunnen we het huidige aantal Open Oproepen, dat jaarlijks beperkt blijft tot tien à twintig, hopelijk opdrijven tot enkele honderden. Normaal gaat die light versie eind dit jaar of begin 2019 van start. Lokale besturen kunnen dan meteen bij Vlinter terecht voor methodieken.”

over onze schouder. Zij zitten enkele keren per jaar met ons aan tafel, sturen kwalitatief, formuleren opmerkingen en hebben ons meerjarenplan kritisch geëvalueerd. Daarmee is het Bouwmeesterschap versterkt uit de crisis gekomen. Ook de negatieve sfeer rond de Open Oproep is voorbij. Er duiken heel wat nieuwe bureaus op. Tot nog toe zag ik geen tekenen van bevoordeling of name dropping en kreeg ik geen enkele vraag om iets te arrangeren. Onze rol blijft ook beperkt. Wij presenteren de gebruiker een voldoende brede voorselectie, waaruit hij drie tot vijf bureaus kiest. Ook in de jury zijn wij bescheiden aanwezig. Wij sturen een externe specialist als projectmanager, maar de keuze ligt vooral bij de mensen die zich er goed moeten bij voelen: het college, de directie, de bevoegde schepen.”

U bent de eerste Bouwmeester die daadwerkelijk ijvert voor een beter verloning van de architect. Leo Van Broeck: “In de Open Oproep doen we momenteel werktijdmetingen om een hogere vergoeding te verantwoorden. Tegelijkertijd trachten we de deliverables redelijk te houden. Zo proberen we de geleverde inspanningen en de vergoeding beter op elkaar af te stemmen. Lokale besturen smaken dat niet altijd. Waarom moeten we plots zoveel meer betalen voor ontwerpers, werpen ze me wel eens voor de voeten. Maar een geloofwaardige overheid kan voor haar kwaliteitsbeleid inzake ruimtelijke ordening en architectuur toch iemand niet naar een structureel verlies dirigeren? Ook economisch is dat onaanvaardbaar. Een uitgemergelde ontwerpsector betaalt geen belastingen. Grote consortia die 300 000 tot 500 000 euro moeten uitgeven om mee te dingen naar een DBFM, brengen de levensvatbaarheid van de deelnemende bedrijven in gevaar.” “Vandaar dat ik, samen met Brussels bouwmeester Kristiaan Borret, bereid ben om op te komen voor betere erelonen. Maar architecten moeten van hun kant wel ophouden hun core business weg te geven voor een appel en een ei. Zij moeten stoppen met gratis haalbaarheidsstudies voor investeerders, in de hoop dat daar een project uit voortvloeit. Zij mogen niet langer onder elkaars ereloon duiken om een opdracht binnen te halen.”

Die boodschap is niet nieuw. Toch volhardt men in de boosheid. Leo Van Broeck: “Er zijn te veel architecten, en te veel architecten kijken vanuit een soort kunstenaarschap neer op geld verdienen. Gevolg: ze weten niet hoe ze een business moeten runnen en doen niet aan werktijdmeting. Anderzijds is ontwerpen een irrationeel proces dat nooit af is en tijd vreet, iets wat de buitenwereld niet begrijpt. Uit de studie van Johan Rutgeerts kunnen we concluderen dat de erelonen moeten verdubbelen als we van onze ontwerppraktijken rendabele kmo’s willen maken. Die boodschap moet de beroepssector blijven verkondigen.”

IJVEREN VOOR EEN BETERE VERLONING Voor uw aanstelling beleefde het Bouwmeesterschap moeilijke dagen. Is het vertrouwen intussen hersteld? Leo Van Broeck: “Er waren inderdaad politieke discussies, maar het gros van de architecten was van mening dat het Bouwmeesterschap de architectuurkwaliteit wel degelijk had bevorderd. Het algemene aanvoelen was dat de discussies een kans waren om het Bouwmeesterschap te verbeteren. Vandaag kijken er vier experts uit uiteenlopende disciplines en omgevingen mee

Over de toekomst van het beroep wordt vandaag veel gediscussieerd. Hoe ziet u dat? Leo Van Broeck: “Een architect moet waterdichte en betaalbare poëzie schrijven. In zijn werk gaan geld, techniek en een sociaal-culturele dimensie hand in hand. De opleiding kan dat vandaag niet meer invullen, vrees ik. Als pas afgestudeerde ingenieur-architect werkte ik de eerste vijf jaar parttime als stabiliteitsingenieur, zodat ik neen kon zeggen tegen opdrachtgevers die een fermette wilden. Voor pas afgestudeerden is dat vandaag

niet meer haalbaar, tenzij ze zich via keuzevakken hebben gespecialiseerd. Daarom droom ik van een master na master, twee extra jaren opleiding waarin iemand zich kan specialiseren. Je kan dan wat mij betreft perfect kiezen om een technisch architect te worden die zelf niet ontwerpt. Maar ontwerpers moeten wel generalisten en systeemdenkers blijven. Zij moeten voldoende afweten van stedenbouw, techniek, detaillering, sociologie, ruimtelijke ordening, landschap en mobiliteit om het overzicht te kunnen bewaren.” “Vanuit die visie ben ik geen voorstander van een verplichte permanente vorming. Met zo’n verplichting evolueren we weg van de generalist en lopen we recht in de val van de juridisering. We promoten onszelf als een specialist in isolatie, brandveiligheid, borstweringen, veiligheidsglas, akoestiek et cetera. Bij problemen zal een rechter daarnaar verwijzen om de aansprakelijkheid van de architect in te roepen. Ik heb gevoel dat onze sector zelfmoord aan het plegen is door zich te

technocratisch op te stellen als een partij die alles kan en weet, maar zich intussen onvoldoende bekommert om goede architectuur, landschap, stedenbouw, ruimte en natuurvrijwaring. Permanente vorming moet een automatische reflex zijn, net zoals je op reis moet gaan, gebouwen moet bekijken, tijdschriften moet lezen. We moeten onze positie in de maatschappij opnieuw claimen en in ruil daarvoor kwaliteit leveren.”

Staf Bellens Staf Bellens (CD Media Productions) is freelance journalist gespecialiseerd in bouw, renovatie, architectuur en wonen in de brede betekenis.

Rigitone® Activ’Air naadloze plafonds van Gyproc®: voor een betere akoestiek in de zorgsector Uit onderzoek is gebleken dat lawaai kan leiden tot stress bij ziekenhuispersoneel en bij patiënten. Door een slechte akoestiek verhoogt het personeelsverloop, gebeuren er meer medische fouten en reageren patiënten minder goed op behandelingen. Bovendien kunnen geluiden die we willen of moeten horen onderdrukt worden door nutteloos en opdringerig lawaai. Gyproc heeft oplossingen ontwikkeld die de voorkeur genieten in alle gebouwentypes in de gezondheidszorg. Ze helpen het geluidscomfort te optimaliseren in omgevingen zoals ziekenhuizen, gezondheidscentra en instellingen voor ouderenzorg. Bovendien helpt het mooie en heldere design een sfeer te scheppen waarin werknemers en patiënten zich goed voelen. Rigitone® Activ’Air akoestische plafonds van Gyproc® zetten dé standaard op het vlak van akoestisch comfort in scholen, instellingen, hospitalen, burelen en woningen. Ze verminderen de nagalmtijden en waarborgen een betere spraakverstaanbaarheid.

sorptie. Rigitone® platen worden standaard geleverd met een akoestisch vezeldoek (zwart of wit) aan de rugzijde. Dit vezeldoek verhoogt de geluidsabsorptie, houdt stof tegen en onttrekt de achterliggende draagconstructie aan het zicht. Voor extra geluidsabsorptie en extra thermische isolatie kan in het plenum bijkomende minerale wol worden aangebracht. De uiteindelijke geluidabsorptie van Rigitone® plafonds wordt bepaald door een combinatie van akoestisch vezeldoek, perforatiepatroon, perforatiegraad, gebruik van isolatie en de opbouw van het plafond.

Creatief ontwerpproces Rigitone® munt uit op esthetisch vlak. Door de diverse patronen van ronde of vierkante perforaties en de naadloze uitvoering kent het ontwerpproces geen grenzen meer. Naast rechthoekige plafonds kan met Rigitone® vrijwel elke willekeurige vorm worden gemaakt zoals rond, driehoekig of ovaal. Rigitone® laat zich bovendien ook nog eens verticaal, gebogen of gewelfd toepassen. De finishing touch is de definitieve afwerking in een kleur naar keuze. Absorptie Rigitone® kent regelmatige, verspringende en willekeurige perforatiepatronen. Naast de visuele uitstraling dragen deze perforaties ook bij tot een verhoogde geluidsab-

i

www.spraakmakendeplafonds.be


© Studio Dann

06 zoekeenarchitect.be

NAV biedt koppel gratis renovatieadvies aan via Radio 2 Praktijkcase: de meerwaarde van de architect: Ons sterk verouderde woonpatrimonium is dringend aan een update toe. Om foute, inefficiënte of overbodige investeringen te voorkomen, tekende de Vlaamse overheid een langetermijnvisie uit. Daarin bekleedt het renovatieadvies een centrale rol. Netwerk Architecten Vlaanderen pleit ervoor die taak te reserveren voor de architect.

Om die boodschap bij het brede publiek te verspreiden, gaf NAV in samenwerking met Radio 2 een gratis verkennend renovatieadvies weg aan een jong stel kandidaat-verbouwers. De winnaars van de Radio 2-wedstrijd zijn Bieke De Craen en Gijs Roekaerts. Zij rondden net de aankoop af van een vrijstaande woning uit de jaren 1950 in hun thuisdorp Schepdaal (Dilbeek), slechts enkele straten verwijderd van het huis waarin ze nu wonen. Dat laatste kochten ze ruim 10 jaar geleden van een sleutelklarewoningbouwer. Maar met z’n vier – het jonge koppel heeft twee dochters, Mona (8) en Diede (6) – werd het huis wat krap. Bovendien droomden Bieke en Gijs van een woning die ze volledig naar hun eigen smaak konden organiseren en inrichten. Hun keuze viel op een rustig gelegen, zonevreemde woning op een terrein van ruim 13 are met uitzicht op het groen, die een comfortabele woonoppervlakte van circa 220 m² biedt. Ze nemen één jaar de tijd om hun nieuwe woonst te verbouwen. Voor het eerste verkennende renovatieadvies tekent NAV-voorzitter Kati Lamens. De bouwheren komen niet onbeslagen ten ijs, integendeel. Ze voerden al verkennende gesprekken met een ingenieur, en vroegen offertes voor de na-isolatie van de bestaande, 7 cm brede spouw. Die energetische maatregel prefereren ze boven een na-isolatie langs de buitenzijde, omdat ze de charme van de grotendeels wit geschilderde baksteengevel intact willen houden. Ingrepen aan het dak dat niet is uitgerust met een onderdak, isolatie en dampscherm, staan voorlopig niet op het programma. In eerste instantie willen Bieke en Gijs de zoldervloer en de schuine dakwanden die grenzen aan de kamers op de verdieping isoleren. De gelijkvloerse verdieping, momenteel een aaneenschakeling van losse ruimtes, zullen ze grotendeels open maken en verrijken met een nieuwe keuken en thuisbureau. Daarvoor zaten ze al rond

de tafel met een keuken- en interieurbouwer. Ze willen het interieur volledig strippen, de bestaande vloeren grotendeels vervangen door een parketvloer en vloerverwarming installeren. Alleen boven het onderkelderde gedeelte zal dat niet gebeuren, omdat ze daar anders het vloerniveau moeten verhogen.

BUITENGEVELS Kati Lamens start haar adviesronde uiteraard bij de buitenschil. Wat de geplande na-isolatie van de spouwmuur betreft, waarschuwt ze voor het ontbreken van een audit. Sommige omstandigheden kunnen immers tot verrassingen leiden. Als de bouwheren de offerte al hebben ondertekend voor mogelijke problemen aan de oppervlakte komen, riskeren ze meerprijzen. Zo wijst Kati op de aanwezigheid van een buitenplint rond de woning, waarachter de spouw misschien niet doorloopt. Als dat zo is en dit deel ongeïsoleerd blijft, kan dat op termijn tot condensatieproblemen binnen leiden. Bovendien wijst een bestaand vochtprobleem op het mogelijk ontbreken van een waterkerende laag onderaan de plint. Kati vraagt zich ook af of het gevelmetselwerk niet is aangestort aan een betonbalk boven de ramen. Verder bestaat de kans dat de dorpel doorloopt tot tegen het binnenspouwblad en dat de spouw ter hoogte van de raamslag is dichtgemetseld tot tegen de gevelsteen. Zonder extra maatregelen vormen dergelijke details koudebruggen na het inspuiten van de isolatie in de spouw. Ook de correcte volgorde van de werken, injecties tegen opstijgend vocht en inblazen van isolatie is belangrijk. Al deze vragen kunnen via een degelijke audit worden beantwoord. Het feit dat Bieke en Gijs de bestaande rolluiken en -kasten laten weghalen, maakt het alvast gemakkelijker om vooraf de raamdetails van naderbij te bekijken.

Op langere termijn moeten de verbouwers zich afvragen in hoeverre de woning na de werken voorbereid zal zijn op de toekomst, vervolgt Kati. Mits de juiste keuze van het isolatiemateriaal, volstaat misschien een na-isolatie van de spouw conform de huidige eisen, maar die zullen in de toekomst strenger worden. Op zeker ogenblik zullen extra maatregelen zich dus opdringen. Wat kunnen en willen Bieke en Gijs dan doen? Binnenisolatie vinden zij zelf geen optie, gezien het verlies aan binnenruimte en de technische uitdagingen. Buitenisolatie valt volgens hen dan weer moeilijk te rijmen met de authentieke uitstraling van de woning. Kati weerlegt dat. Met een ETICS buitenisolatiesysteem zijn immers diverse types van buitenafwerking combineerbaar, waaronder baksteenstrippen of kunststof in baksteenlook. Wel moeten de bouwheren vandaag al rekening houden met die latere ingreep. Bij de geplande vervanging van het raamschrijnwerk en de enkele beglazing, kunnen ze bijvoorbeeld een wat breder kader nemen zodat later de retour van de gevelafwerking niet voor de glasplaat belandt. Een andere mogelijkheid is het gevelmetselwerk lokaal af te slijpen bij de plaatsing van de buitenisolatie. Ook andere geveldetails moeten worden bekeken met het oog op een toekomstige buitenisolatie, rondt Kati af.

DAK EN VLOEREN Voor de dakvloer en de schuine dakvlakken die aan de kamers grenzen, plannen Bieke en Gijs een isolatiedikte van 24 cm tussen de bestaande houten constructie. Ze vragen zich wel af of ze het best kiezen voor harde platen dan wel voor rotswol. Beide opties hebben hun voor- en nadelen, antwoordt Kati. Het bestaande dak heeft vandaag niet de correcte samenstelling, er is bijvoorbeeld geen onderdak. Bij gebrek aan een onderdak

zullen waterinfiltraties op de isolatie belanden. Omdat rotswol niet perfect glad afloopt, kan dat water zich plaatselijk ophopen en aanleiding geven tot vochtproblemen. Harde platen laten het hemelwater gemakkelijker afvloeien en geven daardoor minder risico op vochtproblemen. Hun nadeel is dan weer dat ze, zeker in moeilijk te isoleren constructies, niet altijd perfect op elkaar aan te sluiten zijn, waardoor er meer thermische lekken kunnen ontstaan. Rotswol daarentegen kan je wel goed aandrukken. Sowieso raadt Kati aan om prioritair te investeren in de correcte dakopbouw. Kati dringt er wel op aan ook hier verder vooruit te kijken. Als Bieke en Gijs op termijn toch nog het dak laten isoleren en daarvoor bijvoorbeeld kiezen voor een sarkingdak, is het opletten geblazen voor mogelijke condensatie in het gehele dakpakket. Bij gebruik van verschillende materialen moet de R-waarde van deze materialen correct op elkaar worden afgestemd. Een aandachtspunt is verder een met asbest beklede buis met de CV-leidingen in het onverwarmde gedeelte tussen een dakvlak en een kamerwand. Laat die buis eerst weghalen voor je aan de interieurwerken begint, luidt Kati’s advies, en houd rekening met een prijskaartje van meerdere duizenden euro’s. De buis moet immers in stukken worden gezaagd om ze te kunnen verwijderen. Om te voorkomen dat er daarbij asbestvezels vrij komen, wordt het huis gedurende pakweg een week hermetisch afgesloten en de deelzone in onderdruk geplaatst. De vloeren op het gelijkvloers worden vernieuwd en geïsoleerd. Alleen de bestaande tegelvloer boven het onderkelderde gedeelte krijgt geen extra isolatie. Dat kunnen Bieke en Gijs opvangen door het kelderplafond te isoleren, beaamt Kati, maar er is een maar. De CV-ketel bevindt zich namelijk in de kelder. In principe moet die binnen het beschermde volume staan. Daarom is het beter de kelderwanden en vloer te isoleren, zodat de kelder mee binnen dat beschermde volume zit.

TECHNISCHE INSTALLATIES De CV-ketel op stookolie werd pas in 2013 vernieuwd. In eerste instantie zullen Bieke en Gijs die dan ook behouden. Hoewel fossiele brandstoffen afgebouwd moeten worden kan Kati dat standpunt delen vanuit het adagium: investeer het be-


zoekeenarchitect.be 07

schikbare budget eerst in de schil en pas daarna in de technieken. Later willen Bieke en Gijs eventueel overschakelen naar een warmtepomp. Hun vraag is welke warmteafgiftelichamen ze, rekening houdend met die latere aanpassing, het best plaatsen op de plekken waar geen vloerverwarming komt, te weten de verdieping en het onderkelderde deel van het gelijkvloers. De installateur heeft hun daarom vandaag ventilo-convectors aangeraden, een fikse investering. Kati volgt dit advies niet. Beter is vloerverwarming, maar waar dat niet lukt, vormen overgedimensioneerde radiatoren een zinvol alternatief. Op termijn kunnen die immers met om het even welk systeem van warmteopwekking op lage temperatuur worden gecombineerd. Overgedimensioneerde radiatoren maken ook een vlotte opwarming mogelijk, wat Gijs belangrijk vindt voor de kinderkamers. Ook vloerverwarming valt perfect te combineren met comfort op het gewenste tijdstip, voegt Kati daar nog aan toe, dankzij de beschikbaarheid van apps waarmee je de verwarming van om het even waar en op om het even welk moment kunt inschakelen. Een gegeven waarmee de bouwheren nog geen rekening hielden, is het ventilatiesysteem. Als de woning stevig wordt geïsoleerd en luchtdichter gemaakt, is ventilatie noodzakelijk om een gezond binnenklimaat te bekomen. In theorie zijn er meerdere mogelijkheden, maar hier pendelt de keuze tussen een systeem C en een systeem D, aldus Kati. In een verbouwing is systeem D minder evident, maar als er een centrale koker vanuit de kelder kan vertrekken met aansluitingen naar alle ruimtes, zou het kunnen. Voor een systeem C moet je kijken naar een geschikte plaats voor de luchtroosters waarlangs de verse lucht wordt aangezogen. Komen die in de wanden of worden ze geïntegreerd in de raamprofielen? Selectiecriteria zijn onder andere het benodigde debiet dat vooraf moet worden berekend, de noodzakelijke oppervlakte, de visuele impact en de eventuele

NATURALLY FEELING GOOD... Panovista® Max De eerste doekzonwering voor glas-op-glas-hoekramen Het buitenzicht op het panorama blijft optimaal behouden: geen hinderlijke aluminium profielen of kabels. Kast en zijgeleiders kunnen onzichtbaar weggewerkt worden.

www.renson.be

NAV_news_277x190_0917.indd 1

akoestische prestaties. Om af te sluiten gaat Kati nog even in op de vergunningsplicht. Omdat de bouwheer een draagmuur wenst te verwijderen en dit een impact heeft op de stabiliteit en omdat het om een zonevreemde woning gaat, volstaat in geval van vergunningsplichtige werken een melding niet, maar is de aanvraag van een omgevingsvergun-

1/09/17 14:05

ning vereist. Toekomstige ingrepen, bv. wijzigingen aan de buitengevels, laten Bieke en Gijs daarin dan het best meteen mee opnemen, zodat ze achteraf geen nieuwe vergunning hoeven aan te vragen. Opgelet, in tegenstelling tot een niet-zonevreemde woning vallen alle uiterlijke wijzigingen, dus niet alleen die aan de straatzijde, onder de vergunningsplicht. De aanvraag van een

vergunning brengt met zich mee dat Bieke en Gijs naast een architect ook een EPB-verslaggever, een ventilatieverslaggever en een veiligheidscoördinator moeten inschakelen. “Heel verhelderend”, luidt de analyse van Bieke bij het afscheid. Veel stof tot nadenken ook. Redactie: Staf Bellens

Slimme renovatie van drukste Europese parkeerdak dankzij Zoontjens Het grootste overdekte winkelcentrum van de Benelux, Wijnegem Shopping Center, krijgt een nieuw dak met parkeergelegenheid. Deze grootscheepse renovatie wordt ontworpen én uitgevoerd door de specialisten van Betonrestore en Zoontjens. Bovenop het Wijnegem Shopping Center centrum prijkt het drukst bereden parkeerdak van Europa: met 1.500 gratis parkeerplaatsen is het 32.500 m² groot. Jaarlijks komen er zo’n 9 miljoen bezoekers naar het winkelcentrum,

waarvan 80% met de auto. Na 25 jaar is het dak toe aan renovatie. Daarbij wordt niet alleen de dakbestrating geoptimaliseerd, ook de isolatiewaarde wordt verhoogd en lokaal zelfs verdubbeld.

Vertrouwen in bestaand systeem Het winkelcentrum heeft nooit te maken gehad met lekkages van het dak en dat wil de eigenaar zo houden. Op basis van goede ervaringen heeft ze dit grootse renovatiewerk uitbesteed aan de Nederlandse bedrijven Betonrestore en Zoontjens. Het parkeerdak is in 1992 aangelegd met het Pardak®90 systeem van Zoontjens. Dit systeem heeft als voordeel dat de twee belangrijkste functies, waterdichtheid en parkeren, van elkaar zijn gescheiden. De mogelijkheid tot het demonteren en hergebruiken van het systeem was en is een extra pluspunt, waarmee ook invulling wordt gegeven aan de duurzaamheidsambities. Het Pardak®90 systeem is inmiddels doorontwikkeld naar het Pardak®110 systeem voor meer stabiliteit bij hogere verkeersbelastingen. In het renovatieproject wordt zowel Pardak®90 hergebruikt als Pardak®110 nieuw toegevoegd. Nieuw mobiliteitsplan De renovatie van het dak is een combinatie van het nieuwe mobiliteitsplan met een ombouw naar éénrichtingsverkeer (door een hoofdrijbaan en afslagen naar de parkeerzones), ener-

giebesparing door een upgrading van de isolatiewaarde, het noodzakelijke dakonderhoud van de waterdichte afwerking én nieuwe bestrating van het parkeerdak. Binnen het nieuwe ontwerp wordt de hoofdrijroute – een zwevende vloer – gemaakt van staalvezelbeton. De parkeerzones krijgen vorm met Pardak®110 en op plekken waar weinig verkeer komt worden de Pardak®90 tegels hergebruikt. Ook de isolatie wordt deels (gestapeld) opnieuw gebruikt. De hellingbanen worden voorzien van een waterdichte, gewapende gietasfaltafwerking. Gefaseerde renovatie In het renovatieplan zorgen de detaillering en de planning voor de grootste uitdaging. Alle verschillende onderdelen, inclusief nieuwe hellingbanen, moeten naadloos op elkaar aansluiten. Ook moet het druk bezochte dak continu in gebruik blijven, waarbij de brand- en vluchtwegen uiteraard gehandhaafd blijven. De renovatie vindt daarom plaats in drie verschillende fases.

i

www.zoontjens.be


© Shutterstock

08 energiebewustontwerpen.be

TOTEM – Belgische tool voor het optimaliseren van de milieuprestaties van materialen in gebouwen Tijdens Batibouw werd TOTEM aan de bouwwereld voorgesteld: een gebruikersvriendelijke interface die info over gebouwelementen en materialen ontsluit.

WAAROM TOTEM? Onder impuls van de Europese voorschriften voor de energieprestaties van gebouwen (EPB) werkte de bouwsector de afgelopen jaren intensief aan de vermindering van het energieverbruik van gebouwen. De prestaties zijn daardoor sterk geëvolueerd. Maar gebouwen met de beste energieprestaties vereisen meer materialen en kennen meer complexe technische installaties. Aan de klassieke constructie-elementen worden steeds meer isolatiematerialen toegevoegd, zonnepanelen, ventilatiesystemen, … en alle andere noodzakelijke elementen die nodig zijn om energiezuinige gebouwen te laten functioneren. De milieu-impact gelinkt aan het energieverbruik tijdens de gebruiksduur van een recent gebouw neemt gevoelig af in vergelijking met oude, slecht geïsoleerde gebouwen. Vanuit die optiek zijn het dus de bouwmaterialen zelf die verantwoordelijk zijn voor het grootste deel van de milieu-impact (tot meer dan 50% van de globale impact). In elke fase van zijn levenscyclus (vanaf ontginning, over gebruik en onderhoud van een ge-

bouw, tot aan de sloop en eindverwerking) hebben bouwmaterialen impact op hulpbronnen en ontstaan er emissies met vaak een gevaarlijke impact op het milieu (grijs water, uitlaatgassen, CO2, verzurende chemicaliën …). Dit kan resulteren in vervuiling van water, lucht en bodem en kan zelfs ecosystemen vernietigen en zo bijdragen aan verlies aan biodiversiteit. En niet in het minst kan het ook de gezondheid van de mens en andere levende wezens schaden. Precies het geheel van deze effecten met milieuimpact moet geïdentificeerd, geïnventariseerd en geclassificeerd worden, zodat een evaluatie op een wetenschappelijk onderbouwde manier kan gebeuren. TOTEM heeft als voornaamste doelstelling om de kennis en inzicht te verspreiden op het vlak van milieuprestaties van gebouwen en de dialoog te faciliteren binnen de bouwsector. Met de tool is het mogelijk om op een uniforme manier, neutraal en aangepast aan de specifieke Belgische context, de milieuprestaties van gebouwelementen en gebouwen te berekenen en daarover te communiceren In samenwerking met universiteiten en studiebureaus. Er werd vijf jaar hard gewerkt aan de realisatie van deze uitgebreide wetenschappelijke methodologie op maat van de Belgische bouwsector. Centrale waarden van de TOTEM-tool zijn objectiviteit en transparantie. Hierdoor zijn actoren uit de Belgische bouwsector (architecten, studiebureaus, aannemers, ontwikkelaars, publieke overheden, …) in staat om de milieu-impact van gebouwen te identificeren en te beperken van bij het begin van de ontwerpfase. De evaluatiemethode is ontwikkeld in overleg met de sector. De OVAM (Openbare Vlaamse

Figuur 2 impact energie versus materiaal voor een gebouwontwerp

Afvalstoffenmaatschappij) startte in 2011 het project op en organiseerde tijdens het hele ontwikkelingsproces consultaties met experten uit de bouwsector en overleg met Vlaamse, Waalse en Brusselse overheidsadministraties. Daarnaast werd er nauw samengewerkt met een aantal wetenschappelijke partners zoals VITO, het WTCB en de KU Leuven.

TOTEM-METHODIEK Via levenscyclusanalyse (LCA) De TOTEM-tool werd ontwikkeld in een methodologisch kader conform de geldende Europese normen (EN15804, EN 15978, EN 15643-2 en TR 15941). Levenscyclusanalyse wordt wereldwijd toegepast. De modaliteiten zijn beschreven en gestandaardiseerd in de ISO 14040-normen. Voor de bouwproducten en de gebouwen beschrijven de normen EN15804 en EN15978 meer specifiek de algemene rekenregels om te komen tot een kwalitatieve LCA.

Analyse op gebouw- en elementniveau

Figuur 1 webtool TOTEM

Met de TOTEM-tool kunnen geen analyses gemaakt worden op het niveau van het individuele materiaal, wel op het niveau van de gebouwelementen of van gebouwen in hun geheel. De vergelijking van materialen gebeurt dus steeds binnen de context van een concrete functionele toepassing. Een gebouw is de verzameling van het geheel

van alle gebouwelementen (bijvoorbeeld: vloer, muren, dak, …), die zelf zijn samengesteld uit alle verwerkte materialen (bijvoorbeeld: metselwerk, gespoten isolatie). En die verwerkte materialen zijn dan zelf weer samengesteld uit verschillende materialen (bijvoorbeeld: stenen, mortel, lijm, isolatiemateriaal, …). De tool laat zowel toe om nieuwbouw als renovatie te modelleren. Voor een renovatie-project kan de gebruiker bij het samenstellen van een gebouwelement voor ieder verwerkt materiaal aangeven of het een nieuw dan wel een (ter plaatse) hergebruikt materiaal is. In het laatste geval wordt de impact te wijten aan ontginning, productie en transport van (nieuwe) materialen vermeden.

Globale score De milieu-impact van een gebouw of gebouwelement wordt weergegeven aan de hand van 17 milieu-impactcategorieën (klimaatopwarming, ozonlaagaantasting, verzuring, vermesting, ecotoxiciteit, landgebruik, fijnstofvorming …). Voor elke milieu-impactcategorie wordt een score bepaald, elk met hun specifieke eenheid (voorbeeld: kg CO2 equivalenten voor de indicator van de klimaatopwarming). De op deze manier verkregen 17 scores maken het mogelijk een gedetailleerd beeld van het milieuprofiel te bekomen van gebouwelementen en van gebouwen. Hierbij wordt rekening gehouden met de volledige levenscyclus van alle verwerkte materialen (vanaf ontginning van grondstoffen, fabricage, plaatsing op de site, onderhoud en


energiebewustontwerpen.be 09

Discover the future of Ventilation

Figuur 3 impact per element(sub)categorie voor een gebouwontwerp vervangingen over een gemiddelde levensduur van een gebouw van 60 jaar, afbraak en eindverwerking). Hoewel deze resultaten behoorlijk gedetailleerd en volledig zijn, blijft het wel een hele opdracht om deze te interpreteren en kunnen er geen globale vergelijkingen mee opgesteld worden. Om milieu-impactprofielen van verschillende gebouwelementen en gebouwen te kunnen vergelijken, worden de milieu-indicatoren gewogen. Voor de TOTEM-tool werd gekozen voor monetarisatie als wegingsmethode. De gemonetariseerde indicatoren worden berekend door de individuele indicatoren te vermenigvuldigen met een monetarisatiefactor. Voorbeeld: 1 kg CO2 equivalent X 2,40 euro/kg CO2 equivalent = 2,40 euro. De verkregen waarde drukt de financiële kostprijs in euro uit die nodig is voor de reparatie van de toegebrachte milieuschade.

Datagebruik In eerste instantie worden generieke gegevens op basis van de Eco-invent-databank gebruikt. Deze data zijn in wetenschappelijke kringen vrij algemeen aanvaard. Specifiek voor de TOTEMtool worden ze - voor zover mogelijk - aangepast naar de Belgische bouwcontext. Op termijn is het de bedoeling om specifieke gegevens te gebruiken die rechtstreeks ter beschikking gesteld worden door materiaalproducenten, via de B-EPD database. De integratie van deze

Figuur 4 Impact per levenscyclus voor een gebouwontwerp

We inspire at www.duco.eu

data biedt een grote meerwaarde voor de tool omdat ze een nog meer accuraat beeld geven van de Belgische bouwpraktijk.

TOTEM-resultaten De resultaten in de tool worden gevisualiseerd en hebben als doel om de gebruiker op een snelle en intuïtieve manier naar gebouwoplossingen met een lagere impact te leiden. • Energie versus materiaal impact Figuur 2 toont het relatieve belang van materiaalversus energie-impact. Zowel de totale impact voor het gebouw als de impact per elementcategorie wordt afgebeeld. Dit resultaat helpt de gebruiker om verschillende varianten van een gebouw te vergelijken. De impact wordt uitgedrukt

Figuur 5 Impact per milieu-impactcategorie voor een gebouwontwerp

in euro per vierkante meter Bruto Vloer Oppervlakte, die de gebruiker zelf aan zijn gebouw toekent. De energie-impact van een element wordt berekend op basis van het energieverbruik voor verwarming over 60 jaar te wijten aan transmissieverliezen. • Impact per elementcategorie Figuur 3 geeft de relatieve materiaalimpact per element (sub)categorie voor het gebouw. Deze info geeft inzicht in welke elementcategorie het hoogste aandeel aan impact genereert en helpt de gebruiker om te beslissen op welke categorie hij zich best focust om zijn ontwerp te optimaliseren. • Impact per levenscyclus Figuur 4 wordt de impact van de elementen van het gebouw (totale impact gedeeld door de bruto vloeroppervlakte van het gebouw, euro/m² BVO) opgeteld per levenscyclus. Deze evaluatie toont aan of de materialen in het gebouw van de gebruiker een relevante impact veroorzaken bij hun productie, constructie, gebruik of op het einde van de levensduur. Aan de hand hiervan kan de gebruiker een specifieke levenscyclus aanpakken. • Impact per indicator Figuur 5 visualiseert de impact van alle elementen in het gebouw van de gebruiker per individuele indicator gedeeld door de bruto vloeroppervlakte van het gebouw. Hierdoor heeft men inzicht met betrekking tot welke impact wordt gegenereerd. Draagt de materiaalkeuze vooral bij tot fijnstofvorming, ozonaantasting, klimaatopwarming, ecotoxiciteit, of een andere...? Via dezelfde visualisaties is ook een individuele analyse van elk element van het gebouw mogelijk: dit laat nog meer toe om in te zoomen en via nieuwe materiaalcombinaties concreet op zoek te gaan naar optimalisaties voor het gebouwontwerp.

midden geeft de totale milieu-impact weer indien gekozen wordt voor renovatie waarbij een groot deel van het (bestaande) dragende gedeelte behouden blijft. Het taartdiagram rechts geeft de variant weer indien gekozen wordt voor een heel andere samenstelling in de buitenmuren. In dit geval lijkt een renovatie een interessante keuze (want het kleinste taartdiagram) vanuit milieuoverweging.

TOEKOMSTPERSPECTIEVEN De uitbreiding van de TOTEM-databank met merkgebonden data die bouwmateriaalfabricanten aanleveren via de federale databank staat bovenaan de prioriteitenlijst. Om de werklast te beperken bij het invoeren van data (geometrie van het gebouwontwerp) werkt TOTEM vandaag al met een importfunctie om IFCfiles vanuit Archicad of Revit te downloaden. Deze importfunctie wordt verder verfijnd; ook wordt het in de toekomst mogelijk om gegevens uit de EPB-software in te laden. In de toekomst zal TOTEM de methodiek uitbreiden om ook meer inzicht te verschaffen in het hergebruik- en recyclagepotentieel van de gebruikte bouwelementen en materialen in een ontwerp, met andere woorden, zijn de onderdelen van het gebouw vlot demonteerbaar, recycleerbaar en/of herbruikbaar met oog op een nieuwe bouwtoepassing. Bezoek de website en schrijf je in voor een TOTEM-SEMINARIE: • Dinsdag 17 april om 13u30 in Gent • Donderdag 26 april om 13u30 in Namen • Donderdag 3 mei om 13u30 in Brussel

i

www.totem-building.be

OPTIMALISATIES GEBOUWONTWERP

Figuur 6 vergelijking gebouwontwerp aan de hand van 3 varianten

Eenmaal optimalisaties op elementniveau in een gebouwontwerp aangebracht, kan de gebruiker meteen kijken naar de implicaties op gebouwniveau. Figuur 6 illustreert 3 varianten van een (fictief ) gebouwontwerp. Het taartdiagram links geeft de variant waarbij gekozen werd voor een nieuwbouw (na sloop) en het taartdiagram in het

Roos Servaes Roos Servaes is ingenieur bij de dienst beleidsinnovatie, afdeling afvalstoffenmaterialenbeheer bij OVAM


© Klaas Verdru

10 interview

“Kwetsbaarheid hangt af van de context” Ruimteveldwerk – Brecht en Sander Van Duppen en Pieter Cloeckaert Op 5 mei gaat Triënnale Brugge 2018 van start. Wie dan de drukte van het kunstenparcours wil ontvluchten kan in godshuis Sint-Trudo terecht. Ruimteveldwerk werkte samen met de bewoners aan een interventie in de rustige binnentuin.

We spraken tweelingbroers Brecht en Sander Van Duppen en Pieter Cloeckaert over hun vroegere projecten en het – op dat moment – nog steeds evoluerende project voor Triënnale Brugge 2018.

BRUSSEL EN CHARLEROI Ruimteveldwerk: “Ons eerste project voor Kanal Playground in Brussel volgde op een vrije oproep naar kunstenaars en ontwerpers… We richtten onze aandacht op de jeugd omdat die in Molenbeek en de hele kanaalzone te weinig ruimte hebben om te spelen. We hadden een heel ambitieus plan voor ogen: een participatieproject dat over verschillende maanden zou lopen. De jury was erdoor getriggerd, maar uiteindelijk was het niet realistisch om in de beschikbare tijd uit te voeren.” “Ondertussen zochten we andere projecten om ervaring op te doen binnen het participatieverhaal. Zo zijn we terechtgekomen bij de wedstrijd van Europan op een site in Charleroi, een interessante stad om een participatieproject uit te werken. We hebben er in de straten rondgelopen tot we door jongeren werden aangesproken. Door als naïeve, onwetende bezoekers rond te dwalen in een wijk waar weinig te beleven valt, maakten we onszelf kwetsbaar en werden we makkelij-

ker aangesproken. Kwetsbaarheid is een breed begrip: ook jij en ik kunnen kwetsbaar zijn. Alles hangt af van de context.” “Europan is een erg verouderd idee; zo’n architectuurwedstrijd voor stadsvernieuwing waarbij als inzending een beeld verwacht wordt. Op architectuurtriënnales zoals in Oslo denken de curatoren daarentegen procesmatig mee. Daar krijg je een jaar de tijd om een project te ontwikkelen. In plaats van een plan of een beeld lever je een voorstel voor een traject. Tijdens het traject kan het nog heel sterk wijzigen. Ook ons voorstel voor Brugge is heel erg veranderd. Je voelt dat de organisatie uit haar comfortzone moet komen. Wij ook trouwens, we zijn immers afhankelijk van ons doelpubliek. Zonder je doelpubliek ontmoet te hebben, kan je niet inschatten waar je gaat eindigen. De situatie van de opdrachtgever verandert doordat we direct de gebruiker gaan opzoeken. Je start dan wel met een rode draad, maar het is altijd spannend, zowel voor de curatoren als voor onszelf.”

OSLO Ruimteveldwerk: “Voor de Architectuurtriënnale in Oslo in 2016 hebben we een voorstel gedaan rond vluchtelingen die aankomen in de stad. We wilden die met hen verkennen en een soort gids maken. Zo’n gids bestaat er al voor arme mensen en toont hen hoe je goedkoop kan leven. We wilden samen de stad onderzoeken op een manier die typisch is voor architecten: op basis van planmateriaal en tekeningen. De communicatie verloopt immers moeilijk want iedereen praat een andere taal. Door architecturale middelen op een totaal ander disciplineniveau toe te passen maken we communicatie mogelijk. Hoewel we een gids voor ogen hadden, is dat geëvolueerd tot een kaartspel. We merkten immers dat als we met mensen gingen praten ze niet zozeer behoefte hadden aan het vinden van bepaalde plekken, maar wel aan het sociaal contact dat ze met ons hadden. Dat resulteerde in een kaartenspel, waarop we – in samenspraak met locals

– ook leuke plekken presenteren, zoals parken. We hebben er een structuur in gestoken. Klaveren, harten, schoppen, ruiten staan elk voor een bepaald thema. Harten zijn meer praktisch, klaveren tonen groenplaatsen, schoppen recreatie en ruiten cultuur en erfgoed. Het werkt dus ook als gids en heeft zo een dubbele laag. Het spel zet aan tot praten, maar ook de info op de kaarten kan in het gesprek sluipen. Op de triënnale hebben we dit gepresenteerd op een speeltafel die achteraf naar het asielcentrum (Oslo Mottak) verhuisd is. Zodoende diende het budget meer dan enkel de expo.”

BRUGGE Ruimteveldwerk: “Het kan zijn dat we in Brugge eindigen met een paviljoen, maar dan eerder omdat het uit de bewoners kwam dan omgekeerd. We kregen de suggestie van de curatoren om rond godshuizen te werken. Godshuizen hebben een beladenheid: het zijn de sociale woningen avant la lettre. Godshuizen werden vanaf de 14de eeuw opgericht door rijke burgers of door de gilden. Vandaag worden ze door het OCMW

© Ruimteveldwerk

Ruimteveldwerk (RVW) werd in 2013 opgericht door Pieter Brosens, Brecht en Sander Van Duppen en Pieter Cloeckaert. Deze vier architecten – die elk 4/5 bij een architectuurbureau werken – vormen de kern van het interdisciplinair collectief. Afhankelijk van het project gaan ze wisselende samenwerkingen aan met individuen en organisaties uit andere disciplines, zoals jeugdorganisaties bij het project Kanal Playground of lokale organisaties en een psychotherapeute in Oslo. De naam ‘Ruimteveldwerk’ verwijst naar het ruimtelijk werken in het ‘veld’. RVW wil vooral met de gebruikers ter plaatse samenwerken en in dialoog gaan. Deze jonge architecten focussen in hun projecten telkens op kwetsbare groepen in de publieke ruimte.

01

beheerd en – nog steeds – bewoond door voornamelijk alleenstaande bejaarden. We hebben ze alle zesenveertig bezocht. Daarna hebben we drie à vier sites geselecteerd en zijn we met het OCMW gaan praten om na te gaan welke het meest geschikt waren.” “Tezelfdertijd vroegen we ons af wie er in Brugge de kwetsbare mensen zijn. Als je Brugge niet kent, denk je aan het stereotiepe openluchtmuseum en bejaardentehuis. We wilden aanvankelijk toch met jongeren werken. Tezelfdertijd zijn de oudere bewoners van de godshuizen ook kwetsbaar, want alleenstaande gepensioneerden, waarom zouden we hen niet bijeenbrengen? We vatten het plan op om met echt kwetsbare jongeren te werken via vzw De Patio. Het leek een goed idee om die jongeren te koppelen aan ouderen van wie ze kunnen leren. Bovendien hebben deze jongeren vaak geen goed contact met de ouders, maar wel met hun grootouders. Maar we merkten vrij snel dat we te veel druk zouden zetten op de jongeren. Hun engagement is zeer vrijblijvend en door hun onstabiele situatie dagen ze vaak niet op. Een traject starten met zowel godshuisbewoners als jongeren en vervolgens binnen de triënnale termijn landen met een fysieke ingreep leek ons daarom bij nader inzien niet realistisch.” “Ondertussen waren we geconfronteerd geraakt met een nieuwe doelgroep, namelijk de toeristen. De godshuizen zijn gegroepeerd rond binnentuinen die tot de intieme ruimtes van de bewoners


© Ruimteveldwerk

interview 11

INVITEREN

“Ook belangrijk was de kwaliteit van de site. Over Brugge wordt in het algemeen gezegd dat het een stille, rustige stad is. Maar zelfs op drukkere plekken waar er veel toerisme is, bieden de tuinen van de godshuizen heel veel rust. Tegenwoordig gaan mensen soms naar het klooster waar ze met hun smartphone geen verbinding hebben met het netwerk om tot rust te komen. In de stad zijn er ook zulke plekken waar mensen rust zoeken. Je kan echt in sociaal contact treden als je je telefoon weglaat. Door een grote kooi van Faraday te bouwen wilden we het gsm-gebruik uitschakelen. We hebben dit lang onderzocht met een stralingsfysicus. De testkooien die we gemaakt hebben, hadden wel effect op een oude gsm, maar 4G en 5G kan je niet meer verstoren op die manier. Daarvoor heb je gesloten koperen of andere metalen platen nodig. Dat kan niet met een open structuur en dus hebben we dit losgelaten. Het zit wel in ons vervolgtraject als metafoor. Als je binnenkomt in de binnentuin moet je ook je gsm achterlaten. Het is alsof je een religieuze plek betreedt. Bij het binnengaan van een moskee moet je je schoenen uittrekken, je komt ergens binnen en stelt je kwetsbaar op. Je kan dan beginnen mediteren of communiceren met de mensen die er fysiek aanwezig zijn.”

“Op het persbeeld staat een poortje bij de ingang tot de binnentuin. De bewoners beseffen nu ook dat het tijdens de Triënnale drukker zal worden, sommigen vrezen zelfs voor overlast. Dat poortje is een harde grens zodat je voelt dat er regels zijn. De Triënnale is georganiseerd in de publieke ruimte. We werken niet binnen een museale context en moeten duidelijk zijn, met een drempel of schoenen uitdoen ga je het niet maken.”

SINT-TRUDO Ruimteveldwerk: “Sint-Trudo ligt aan de Garenmarkt. Er zijn twee aaneengeschakelde binnentuinen. Niemand heeft zich het eerste toegeëigend. In het tweede binnentuintje heeft een bewoner een terrasje kunnen creëren op de verharding en een ander heeft er een bloementuintje gemaakt. De bewoners zijn er zo in geslaagd om in dialoog met het OCMW één meter van de tuin in te palmen. We gaan dat versterken. Het terras gaan we verdubbelen. Die semipublieke plek kan afgesloten worden met onder andere een gordijn als controlemechanisme. We verleggen de grens tussen privé en publiek van de ‘voiles’ achter hun enige ramen naar de gordijnen in de tuin. Zo geven we aan de bezoekers aan: dit is het conflict. De verharding wordt in een ander materiaal

CO-CREËREN FASE 2

PRESENTEREN

toegevoegd. De bemiddelende zone is ook een dialoogruimte, het gaat niet alleen over conflict, maar ook over ontmoeting. In Japanse huizen heb je de engawa, een tussenruimte tussen het publieke en private waar contact kan gebeuren. Eigenlijk doen we hier een beetje hetzelfde maar op een andere architecturale manier.”

schermd is, en hoe meer in de grond blijft zitten hoe meer er beschermd is. De activiteit van het opgraven was heel vrijblijvend: mensen konden meedoen wanneer ze wilden.” Op het einde van het gesprek bekijken we nog even de uitvoeringsschetsen en aantekeningen van de ingenieur. De uitvoering komt eraan, maar toch willen ze liever niet te veel ingaan op de materialisatie. Belangrijker is dat ze bewoners – en bezoekers – een ruimte geven. “We maken letterlijk een kader dat de bewoners kunnen invullen. Of ze dit programma willen en wat het dan zal worden, zal tijdens de triënnale duidelijk worden.”

“We gebruiken architecturale tools maar wat in de praktijk gaat gebeuren weten we niet. Net zoals bij de opgraving die we in oktober hebben gedaan. In ons initiële idee vroegen we ons af hoe we een ontmoeting tussen jongeren en ouderen en later tussen ons en ouderen konden organiseren. Het idee van de ‘werf’ schoot door het hoofd, want die lokt altijd toeschouwers. In Brugge mag je niet zomaar in de grond graven o.w.v. het archeologische erfgoed. Dus waarom zouden we geen archeologische opgraving uitvoeren? We zouden uiteindelijk toch deels in de grond moeten zitten voor de ruimtelijke interventie. In de praktijk werd dit een archeologische verkenning – géén opgraving – waarbij we met professionele archeologen (van Raakvlak vzw) enkel de bovenste halve meter geroerde grond onderzochten. In de archeologische zone Brugge staan ze immers weigerachtig tegenover échte opgravingen. Ze gaan ervan uit dat wat in de grond zit be-

© OAT, foto: Istvan Virag

behoren. De binnentuinen zijn zowel voor- als achtertuin, de achtergevel is gesloten en alle ramen zijn gericht op de binnentuin. Voor hen zijn die binnentuinen heel belangrijk, maar toch zijn ze publiek toegankelijk. Ze hebben er eigenlijk niets over te zeggen, want het OCMW vult zowel het onderhoud als de inrichting helemaal in. Soms kunnen de bewoners eens een bloempje planten, maar dat is redelijk beperkt. Het is voor hen moeilijk om die ruimte toe te eigenen en dan komt er ook nog bij dat toeristen overdag altijd toegang moeten hebben. Dat zorgt voor frustraties en er ontstaan conflictsituaties. We werken op dat conflictgebied. We maken iets in de ruimte waardoor je de grenzen harder kunt maken, maar ook kunt vervagen en ontmoeting toelaten.”

CO-CREËREN FASE 1

© Ruimteveldwerk

02

03

04

i

Arnaud Tandt Ingenieur-architect Arnaud Tandt is freelance redacteur van NAV. instagram.com/ arnaudtandt

01. Stadsgids in de vorm van speelkaarten met bijhorende pocketkaart tijdens de “In Residence” tentoonstelling op de Oslo Architectuurtriënnale 2016: After Belonging. 02. Initieel voorstel voor Triënnale Brugge 2018: Verschillende fases van het intergenerationele project met bejaarde godshuis-bewoners en jongeren (inviteren, co-creatie 1, co-creatie 2 en presenteren). 03. Het G.O.D.-project voor Triënnale Brugge 2018: Liquid City 04. Opstelling van de installatie tijdens de tentoonstelling “In Residence” op de Oslo Architectuurtriënnale 2016: After Belonging.

05

uitgegraven grond analyseren & zeven opgraving, incl. bescherming tegen weer en wind! afvoer grond naar container

© Ruimteveldwerk

06. De archeologische verkenning in Godshuis SintTrudo i.s.m. de archeologen van Raakvlak vzw, naar aanleiding van Triënnale Brugge 2018: Liquid City

vondsten reinigen & onderzoeken © Ruimteveldwerk

05. Overzicht van de archeologische verkenning in Godshuis Sint-Trudo i.s.m. de archeologen van Raakvlak vzw, naar aanleiding van Triënnale Brugge 2018: Liquid City

www.triennalebrugge.be www.ruimteveldwerk.be

06


12 specialist

De aansprakelijkheid van de landmeter: niet elke fout leidt tot schade Een van de taken van de landmeter is percelen op te meten, meteen ook de taak waarbij zich de meeste schadegevallen voordoen. In zulke schadegevallen kan de landmeter aansprakelijk worden gesteld. Belangrijk hierbij zijn echter fout, schade en causaal verband. Bovendien is de landmeter niet altijd als enige aansprakelijk voor de foutieve opmeting. FOUT, SCHADE EN CAUSAAL VERBAND De landmeter speelt een belangrijke rol in de vastgoedwereld. Zijn takenpakket omvat onder meer het identificeren, afpalen, opmeten, schatten of registreren van onroerende goederen. Een van de belangrijkste taken in die opsomming is percelen op te meten en laat dat nu net de taak zijn waarbij zich ook de meeste schadegevallen voordoen. Anders dan bijvoorbeeld bij schattingen, waar de landmeter gebonden is door een middelenverbintenis, is hij bij metingen gehouden tot een resultaatsverbintenis. Begaat hij bij de uitvoering van die taak een fout, dan kan hij tegenover de medecontractant, respectievelijk derde, zowel contractueel als buitencontractueel aansprakelijk worden gesteld. Wie de landmeter aansprakelijk wil stellen, zal moeten aantonen dat de volgende vereisten cumulatief zijn vervuld: fout (of niet-behaald resultaat), schade en causaal verband. Bewijzen dat er een fout werd begaan, volstaat dus niet; ook moet worden aangetoond dat die fout de oorzaak is van de schade, m.a.w. dat er tussen beide een causaal verband bestaat. Zeker in geval van foutieve opmetingen (het perceel werd bijvoorbeeld groter opgemeten dan het in werkelijkheid is) wordt al eens verkeerd verondersteld dat de landmeter door zijn fout

VELUX INNOVEERT : platdakvenster met gebogen glas

ook effectief dient in te staan voor de “schade”. De schade is voor de koper de onterecht betaalde vergoeding voor de oppervlakte die hij – na heropmeting – niet blijkt te hebben. Er dient echter altijd te worden aangetoond dat bij ontstentenis van de contractuele fout, de schade zich niet of niet op dezelfde manier zou hebben voorgedaan. Die toetsing gebeurt niet altijd correct door de partijen en/of rechtbank. Verder is het verkeerd er automatisch vanuit te gaan dat de landmeter altijd als enige aansprakelijk zou zijn voor een foutieve opmeting. Afhankelijk van de situatie hadden ook andere – algemeen en zorgvuldig handelende – partijen de foutieve opmeting kunnen detecteren of voorkomen, of verstrekten zij de landmeter misschien wel foutieve informatie.

CASUS: FOUTIEVE OPMETING De hiernavolgende casus is een mooie illustratie van deze principes. In een recente verkaveling, opgemeten door de landmeter, kochten een aantal personen bouwgronden waarop ze later hun respectieve woningen lieten bouwen. Vervolgens kwam aan het licht dat een aan de straat palende strook van de verkochte gronden voordien reeds onteigend was. De verkopers hadden, met andere woorden, de eigendom van die strook onmogelijk kunnen

Een nieuwe vorm van ontwerpen

overdragen. De eigendom van de kopers bleek dus kleiner dan oorspronkelijk aangenomen en door de landmeter opgemeten. De kopers stelden een vordering tot nietigverklaring van de verkoop van deze strook in en vorderden naast de terugbetaling van de desbetreffende koopprijs een schadevergoeding voor nutteloze aktekosten en voor dito onderhoud en inrichting van de aan de straat palende strook. Ten aanzien van de verkoper stellen ze een contractuele, en ten aanzien van de landmeter en de notaris een buitencontractuele vordering in. Gedeelde aansprakelijkheid Na expertise en debatten concludeerde de rechtbank tot een gedeelde aansprakelijkheid tussen de verkoper, de landmeter en de notaris die de akte van verkoop verleed. • De rechtbank concludeerde dat de landmeter onvoldoende onderzoek verrichtte en een fout maakte door zich uitsluitend op de ligging van de rooilijn te baseren. Gelet op de ligging van de bestaande rooilijn had hij volgens de rechtbank minstens rekening moeten houden met de mogelijkheid dat de overheid de strook eerder al onteigende of aangekocht had om de bestaande rooilijn te realiseren. Hij had één en ander nader moeten verifiëren en er niet vanuit mogen gaan dat de door hem opgemeten stroken nog te onteigenen waren.

• De CurveTech technologie zorgt voor optimale afstroming van regenwater. • Elegant "glass-to-edge" design garandeert een perfecte waterdichtheid. • Uitstekende akoestische en thermische isolatie. • Ug-waarde van 0,8. • Beste prijs-kwaliteitverhouding.

Ontdek het VELUX platdakvenster met gebogen glas op pro.velux.be

• Ook de notaris is aansprakelijk. Hoewel hij het werk van de landmeter niet moet overdoen, moet hij wel het eigendomsstatuut van de stroken grond controleren. Anders dan de landmeter wist hij - of had hij moeten weten - dat de betreffende stroken vroeger al werden onteigend en had hij de landmeter daar dan ook op moeten wijzen. De notaris handelde met andere woorden niet als een normaal, redelijk en behoedzaam notaris in dezelfde omstandigheden. • Hoewel ze geen fout begingen, zijn de verkopers zelf ook ten aanzien van de kopers gehouden. Omdat andermans zaak werd verkocht, zijn de kopers gerechtigd de nietigverklaring te vorderen van de verkoopovereenkomst ten belope van de strook palend aan de straat en kunnen zij van de verkopers schadevergoeding vorderen. De verkopers zijn ook zonder fout aansprakelijk voor de gevolgen van de nietige verkoop van andermans zaak. Nietigverklaring Aangezien de verkoop van de stroken nietig werd verklaard, wordt deze overeenkomst geacht nooit te zijn gesloten. De partijen zijn dan ook genoodzaakt tot integrale restitutie van wat zij wederzijds hebben gepresteerd aan of voor de medecontractant. De kopers hebben met andere woorden recht op terugbetaling van de aankoopsom + aktekosten voor deze stukken voorgrond. De gevorderde vergoeding voor onderhoud en inrichting van de stukken voorgrond wordt niet toegekend vermits er geen inrichtingswerken gebeurden en er derhalve geen schade wordt aangetoond.

Hoewel de drie aansprakelijke partijen ten aanzien van de kopers in solidum gehouden zijn tot betaling van deze som, is in de onderlinge relatie tussen de aansprakelijke partijen enkel de verkoper gehouden tot terugbetaling van de onterecht ontvangen prijs. De rechtbank concludeert dat er geen causaal verband bestaat tussen de fout van de landmeter en de notaris, enerzijds, en de terug te betalen aankoopsom, anderzijds. Enkel de aktekosten voor deze stukken voorgrond zijn ten laste van de landmeter en de notaris die t.o.v. de verkoper een fout maakten; zij zijn dan ook enkel tot betaling van deze kosten gehouden.

CONCLUSIE Niet elke opmetingsfout leidt noodzakelijkerwijze tot 100% aansprakelijkheid in hoofde van de landmeter. Telkens dienen de specifieke omstandigheden onderzocht te worden en moet worden nagegaan of de fout ook effectief schade veroorzaakte. Daarnaast moet worden onderzocht of andere partijen de fout eventueel hadden kunnen vaststellen, voorkomen of mee veroorzaken; in het bevestigende geval betreft het een gedeelde, en geen exclusieve, aansprakelijkheid. Het is niet omdat de landmeter opmetingen doet dat de andere partijen niet als algemeen zorgvuldig persoon moeten handelen en zelf ook behoedzaam met deze informatie moeten omgaan en bepaalde visueel evidente fouten moeten traceren. Tot slot is het belangrijk dat de medecontractant de nodige en correcte informatie verstrekt zodat de landmeter zijn taak correct kan uitvoeren. Nathalie Heymans is jurist bij verzekeringsmaatschappij Protect

VELUX_ad_Architect_190x135_2018_ADA.indd 1

27/02/18 15:34


bezoek de mooiste renovaties in uw buurt Bezoek tijdens de Vlaamse Renovatiedag op zondag 27 mei tal van renovaties in uw buurt. Architect en bewoners vertellen u hun renovatieverhaal. Alle bezoeken van de openhuizendag zijn gratis mits voorregistratie.

www.renovatiedag.be

Project: Tim Peeters Architecten

Met steun van:

een organisatie van:

134067_NETWERK_pubRenovatieNews.indd 1

Tuinscherm

Neighbours®

22/03/18 15:25

NIEU

W

Fabrikantvan vangevelbekleding, gevelbekledingen en terrassen in hout Fabrikant tuinafsluiting & terrassen

Fa b r i ca n t d e b a r d a g e s e t te r ra s s e s e n b o i s

Gepatenteerd montagesysteem.

• Originele, unieke, architecturale concepten W.R. Ceder Architect : Inoforma Architects Wevelgem – Arch. Bernard en Sofie Decaestecker

• Grote keuze in houtsoorten en profielen

Free Willy®

• Sterke technische ondersteuning

Bezoek onze toonzaal – expopark

W.R. Ceder met geïntegreerde verdoken ventilatieopeningen. Project : L-door Sectionaal poorten

Doorniksesteenweg 202 8580 Avelgem, België

en ontvang een gratis inspiratiebox

Tel.: +32 (0)56 96 71 40 info@outdoorwoodconcepts.be

www.outdoorwoodconcepts.be


14 akoestiek

Akoestiek: normen voor installatielawaai, kokers, trappen en leidingen Hoe heb je voldoende oog voor akoestiek bij het integreren van trappen, leidingen en kokers in een project? Prof. dr. Ir. Marcelo Blasco legt het uit.

Akoestiek moet van bij de aanvang van het project in rekening worden gebracht. Vele architecten vergeten dit en komen later in de problemen omwille van het feit dat een hele reeks zaken moeten aangepast worden. In het eerste deel van dit artikel werd gesproken over bouwdetails. In dit tweede deel bekijken we enkele mogelijke oplossingen voor trappen, leidingen en kokers bij het integreren ervan in gebouwen. Akoestiek manifesteert zich op bijna alle fronten van het gebouw, daarom moet ook hier voldoende aandacht aan gegeven worden. Expertises tonen aan dat in 70 % van de onderzochte geval-

Badkamer / WC Keuken

len, installatielawaai mede een probleem vormt. Men spreekt dan over lawaai van buizen (doorsassen), liftlawaai, wasmachines,... De Belgische norm NBN S01-400-1(2008) stelt hier duidelijke grenzen voor het installatielawaai en ze zijn niet mild. We zouden zelfs kunnen zeggen dat dit gedeelte uit de norm het strengste is van alle opgenomen eisen. Zo is er naast een begrenzing van het geproduceerde lawaai ook nog een beperking van de overschrijding van het omgevingsgeluid in de betrokken ruimte ten gevolge van installaties. Deze wordt beperkt tot 3 dB in slaapkamers. Dit is erg streng. Dit zet aan tot nadenken en noodzaakt

Normaal akoestisch comfort LAinstal,nT

Verhoogd akoestisch comfort LAinstal,nT

Mechanische ventilatie

≤ 35 dB

≤ 30 dB

Sanitaire apparaten

≤ 65 dB

≤ 60 dB

Mechanische ventilatie

≤ 35 dB

≤ 30 dB

Dampkap

≤ 60 dB

≤ 40 dB

Woonkamer, studeerruimte

Mechanische ventilatie

≤ 30 dB

≤ 27 dB

Slaapkamer

Mechanische ventilatie

≤ 27 dB

≤ 25 dB

Technische ruimten met installaties voor minder dan 10 woningen

≤ 75 dB

≤ 75 dB

Technische ruimten met installaties voor meer dan 10 woningen

≤ 85 dB

≤ 85 dB

Eisen met betrekking tot het installatielawaai in verschillende ruimten volgens NBN S01-400-1 (2008) Beperking van de overschrijding LAS,max,T - LAeq,T Meetruimte

Normaal akoestisch comfort

Verhoogd akoestisch comfort

Woonkamer, studeerruimte

≤ 6 dB

≤ 3 dB

Slaapkamer

≤ 3 dB

≤ 3 dB

Er wordt geen rekening gehouden met de beperking van de overschrijding wanneer deze waarde voor (LAS,max,T - k) niet hoger is dan: Meetruimte

Normaal akoestisch comfort

Verhoogd akoestisch comfort

Woonkamer, studeerruimte

33 dB

30 dB

Slaapkamer

30 dB

28 dB

Eisen met betrekking tot de beperking van de overschrijding van het achtergrondgeluidniveau binnen slaap- en woonkamers volgens NBN S01-400-1 (2008)

nieuwe planopstellingen in appartementen: men kiest dus slaapkamers zo ver mogelijk van alle mogelijke technische installaties. Bij bepaalde vormen van verkoop is dit moeilijk, bijvoorbeeld bij casco-appartementen. Het is daarom noodzakelijk om de bouwheer vooraf voldoende te informeren. De hierna volgende tabel geeft de eisen op die gesteld worden aan het gestandaardiseerde installatielawaai LAinstal,nT voor de twee kwaliteitsniveaus voor woongebouwen. Verder dienen beperkt te worden: • de overschrijdingen ten gevolge van de werking van technische installaties opgesteld in ruimten buiten de beschouwde meetruimte maar behorende tot het gebouw; • de overschrijdingen ten gevolge van het afgestraalde lawaai dat veroorzaakt wordt door leidingen en kokers binnen en buiten de beschouwde meetruimte.

LIFTSAS /TRAPKOKER In appartementen komen veel fouten voor bij de scheidingsmuur tussen een appartement en de gemeenschappelijke liftsas en de inkomdeur van het appartement die daarop uitgeeft. Vele architecten vergeten dat ook hier de akoestische eisen van toepassing zijn. Het is zo dat in ‘moderne’ appartementen een inkomhal meer en meer wordt weggelaten. Dit betekent dat de inkomdeur dan meestal rechtstreeks toegang heeft tot de woonkamer (meestal met een open/doorlopende gang als tussenruimte). Akoestische metingen hebben in de praktijk aangetoond dat zelfs met akoestische inkomdeuren de luchtgeluidsisolatie tussen het gemeenschappelijk liftsas en de living hierbij geenszins voldoet aan de opgelegde akoestische eisen van DnT,w >= 54 dB (normaal comfort) of 58 dB (verhoogd comfort). Meestal (afhankelijk van de planindeling) is het resultaat in situ ongeveer 15 à 20 dB lager. Maar een inkomsas met een glazen deur (zonder profiel) is veelal ook ontoereikend. Akoestische metingen hebben hier aangetoond dat de onderschrijding ten opzichte van de normeis nog gemakkelijk 10 à 15 dB bedraagt. De architect moet zich hiervan bewust zijn en elke afwijking van de norm vooraf melden (vb. als er geen inkomsas waardoor de eis wellicht niet behaald kan worden). Nochtans blijkt dat vele bewoners minder klagen over het geluid van de liftsas naar de leefruimte, dan van de liftsas naar

de slaapkamer. Dit is het volgende geval. Een andere veel voorkomende fout is namelijk de scheidingsmuur tussen een slaapkamer en de gemeenschappelijk liftsas in het appartementsgebouw. Hier wordt veelal vergeten om de nodige dubbele scheidingsmuur voort te zetten en opteren veel architecten slechts voor een enkele muur (vb. in snelbouw). Dit voldoet geenszins aan de akoestische eisen. Een oplossing bestaat erin om hier dan een akoestische voorzetwand te gebruiken aan de kant van het gemeenschappelijk liftsas. De voorzetwand bestaat dan uit een metalen regelwerk dat 1 cm van de basiswand is verwijderd. Het regelwerk wordt opgevuld met minerale wol en vervolgens worden twee gipsplaten van elk 12,5 mm dikte gebruikt als afwerking en rondomrond flexibel afgekit. Dit is dan ook de enige praktische oplossing bij het zich voordoen van deze fout, rekening houdend met de beschikbare plaats. Het plaatsen van de voorzetwand langs de slaapkamer is meestal moeilijker omwille van de beperkte ruimte tussen deurkozijn en muur. De oplossing met de voorzetwand gaat de luchtgeluidsisolatie verbeteren maar zal niet noodzakelijk al aan de eisen van de norm voldoen. Dit hangt af van het aandeel van het flankerende geluid en de aard van de basiswand. De trapkoker zelf zal in appartementen gescheiden worden van de gemeenschappelijke liftsas door brandwerende deuren. Men mag niet vergeten dat deze trap- of liftkoker best onafhankelijk wordt opgebouwd van de rest van de constructie; dit betekent eveneens met een dubbele muur. Als dit het geval is dan is een hard contactpunt (indien van toepassing: prefabtrap versus ter plaatse gestorte trap) op de binnenmuur minder een

(Ambachtelijke) voorzetwand op basis van gipsplaten geplaatst voor een basiswand


akoestiek 15

probleem. Wat wel belangrijk blijft is dat de trap aansluit op de zwevende dekvloer van de verdieping, tenzij een uitzetvoeg is voorzien rond de koker. De zwevende dekvloer loopt dus door van de trapkoker naar de rest van die verdieping. Hierbij zal dan de trap zelf moeten opgelegd worden op een specifieke resiliërende laag die gedimensioneerd is op basis van de totale permanente en mobiele lasten. Indien de trapkoker niet gescheiden is dan spreekt het vanzelf dat elke harde connectie met de omringende wanden nefast is voor de contactgeluidsisolatie. Dat valt te vermijden. De verbinding met de zwevende dekvloer blijft,

Opleg van de trap op een specifieke resiliërende onderlaag (opgelet: op de tekening is geen zwevende dekvloer getekend)

net zoals in het geval van een gescheiden koker. Ook hier zouden problemen zich minder snel manifesteren omdat de bewoners minder geneigd zijn om de trappen te gebruiken, maar het doet zich soms wel voor.

TECHNISCHE KOKERS EN LEIDINGEN Technische kokers kunnen zich op verschillende plekken bevinden. Veelal vinden we ze in een koker in een technische ruimte (minder cruciaal), in een natte ruimte (cruciaal) of in een leefruimte (crucialer). Het spreekt voor zich dat hoe verder deze kokers verwijderd zijn van gevoelige ruimtes (vb. slaapkamer), hoe beter. Deze kokers omvatten vele leidingen. We beperken ons in dit artikel tot afvoerleidingen en ventilatieleidingen. De leidingkokers zelf zijn typische overdragers van geluid doorheen het hele gebouw indien ze naakt zijn uitgevoerd. Het gebruik van absorptiemateriaal (vb. droge en ontstofte rotswol) is aangewezen om klankkasteffecten te onderdrukken in de kokers. De kokers worden best uit zwaar materiaal opgebouwd om in die zin elke mogelijke overdracht van geluid te beperken, rekening houdend met de toch strenge eisen uit de NBN S01-400-1 (2008) voor woongebouwen. Voor de afvoerleidingen zelf zijn er enkele maatregelen die men kan toepassen. Ten eerste, het

Componenten van leidingen in kokers

plaatsen van verluchtingspijpen om het gorgelend geluid veroorzaakt door aangezogen of weggeduwde luchtmassa’s te vermijden. Ten tweede, zo min mogelijk richtingsveranderingen of asverspringingen gebruiken bij valleidingen (vuil water); ook het vermijden van bochten van 90°. Ten derde, het gebruik van zwaardere buizen (vb. PE buizen met Bariet) die minder geluid zullen afstralen. Ten vierde, het gebruik van akoestische beugels om de leidingen in de kokers te bevestigen aan de wanden van de koker. De trillingsdempende beugels zorgen er voor dat trillingen van de leiding niet overgedragen worden op de wand en dat de leidingen vrij kunnen uitzetten. Men past de diameter van de beugel aan aan de diameter van de afvoerleiding. Hierbij zorgt de beugel voor een goede inklemming, maar men moet erop toezien dat de trillingsdempende laag niet te hard wordt samengedrukt, waardoor het dempende effect kan verloren gaan. Afvoerleidingen doorheen wanden/vloeren, indien van toepassing, moeten (lokaal) omzwachteld worden met een soepel materiaal (vb. rotswolschaal of equivalent) zodat de leiding geen hard contact maakt met de constructie. De voegen worden afgewerkt met elastische mastiek. Voor de ventilatieleidingen in de kokers moet men in acht nemen dat het installatielawaai van de luchtgroep voldoende laag is. Hiervoor voorziet men in de luchtgroep een primaire geluidsdemper of in elke leiding vlakbij de aansluiting op de luchtgroep. Men opteert in die zin ook om de luchtsnelheid in de hoofdbuis (geplaatst in zwaar uitgevoerde kokers) te beperken tot 4,5 m/s en in het eindkanaal naar de eindeenheid tot 2 m/s. Verbonden ventilatieleidingen van lokalen over verschillende verdiepingen is ook een typisch probleem. Deze kanalen zijn als het ware “telefoonverbindingen” die het geluid overdragen van één ruimte naar een andere. Ofwel maakt men gebruik van een gescheiden stelsel ofwel gebruikt men akoestische flexibels of akoestische dempers als tussenstuk. Let op het eventuele drukverlies voor de mechanische ventilatie en de dimensionering ervan. In de meeste ruimtes zal een bijzondere aandacht moeten gaan naar de manier waarop de lucht in de ruimte wordt gebracht en

teruggenomen. De meeste ruimten kunnen een hoge bezettingsgraad hebben en vragen vele luchtwisselingen. Het wegnemen en vooral het inbrengen van dergelijke relatief grote debieten vraagt een correcte selectie van de eindeenheden om het stromingsgeluid te beperken. De maximale in/uitblaassnelheid wordt steeds beperkt tot 2 m/s om stromingsgeluid te vermijden. Voor de tracés van de ventilatieleidingen houden we rekening met volgende aspecten. Zorg ervoor dat het drukverlies minimaal is. Bochten van 90° (rechthoekig), plotse veranderingen in doorsnedes, loodrechte aftakkingen veroorzaken hoge drukverliezen en hogere stromingsgeluiden en zijn dus te vermijden. Men moet ook verder in het oog houden dat het afgestraalde geluid door de leidingen in de ruimte ten minste 10 dB onder de prestatie-eis voor de betreffende ruimte ligt. Met andere woorden; het geluid afgestraald door de leidingen mag niet wezenlijk bijdragen tot het geluidsniveau in de ruimte. Hoofdkanalen die vanaf de technische ruimte vertrekken worden dan voorzien in technische kokers (verticaal) of in plafonds (horizontaal) van minder geluidgevoelige ruimten zoals gangen. Verder wordt de doorvoer van kanalen doorheen wanden tussen lokalen met een onderlinge geluidisolatie ≥ 40 dB wordt zo veel mogelijk vermeden. Dit artikel verschijnt in het kader van het project IDEA: Innovatieve DEtails in de binnen-Afwerking, met de steun van het Vlaams Agentschap voor Innoveren en Ondernemen (VLAIO)

Marcelo Blasco Prof.dr.ir. M. BLASCO is zaakvoerder van het adviesbureau BLASCO bvb

Modulaire lichtstraat van VELUX verhoogt aantrekkingskracht Sint-Maarten Middenschool ”Hoewel in het oorspronkelijk ontwerp koepels waren voorzien, hebben we geen moment spijt gehad dat we zijn overgestapt naar een lichtstraat van VELUX. De lichtinval is prachtig en maakt onze school zelfs aantrekkelijker”, klinkt het. “Door plaatsgebrek volgde een deel van onze leerlingen noodgedwongen les in containerklassen”, vertelt Ellen Ruythooren, diensthoofd van de facilitaire dienst van de school. “Vandaag vinden onze leerlingen onderdak in negentien nieuwe klassen.” Het nieuwe gebouw is opgetrokken uit prefab beton. Houttinten brengen warmte in het interieur. Een grote centrale trappenhal leidt de leerlingen naar hun klassen. Licht op alle verdiepingen “Het was van belang om zo veel mogelijk licht in de trappenhal te krijgen, op alle drie de verdiepingen”, licht Bart Bauwens, projectleider bij aannemer Cordeel toe. “In de aanvanke-

lijke plannen waren een soort van lichtkoepels voorzien; torentjes met kleine ramen. Maar we merkten al snel dat de lichtopbrengst van dit systeem te beperkt was.” Daarop werd besloten om een lichtstraat te installeren. “We hebben in eerste instantie de mogelijkheden in andere materialen zoals polycarbonaat bekeken, maar na een beursbezoek waren we helemaal overtuigd van de modulaire lichtstraat van VELUX. Dit is kwalitatief een beter product en ook esthetisch biedt VELUX veel meer dan andere lichtstraten. De elegantie van de lichtstraat is onnavolgbaar.” Concreet gaat het om 43 modules in een lessenaarsdak opstelling, waarvan drie modules voor rookafvoer. Met zijn typisch laag-hellend

ontwerp is het lessenaarsdak bijzonder geschikt op platte daken en andere zones waar een subtiele uitdrukking de voorkeur draagt. Het design van de gootstukken maakt configuraties met een helling van 5 tot 25° mogelijk. De voorgemonteerde beugels en klemmen zorgen ervoor dat de modules eenvoudig en veilig geïnstalleerd kunnen worden. Meer licht, meer leerlingen De school is opgetogen over het resultaat. Ellen Ruythooren; “De lichtstraat bepaalt in sterke mate het uitzicht van de trappenhal. Zeker op zonnige dagen is de lichtinval prachtig. Ook de ouders zijn onder de indruk van de lichtstraat en bij uitbreiding de hele nieuwbouw. We hebben dit schooljaar een enorme toename van ons leerlingenaantal gezien.” Ook de aannemer is overtuigd van de VELUX lichtstraat. “Op een andere werf waar aanvankelijk een andere oplossing was voorzien, gaan we nu ook overstappen naar een modulaire

lichtstraat van VELUX. Het is een erg mooi product. Op de bovenste verdiepingen van het nieuwe schoolgebouw is vandaag nauwelijks kunstlicht nodig.”

i

modulairelichtstraten.velux.be


SUPERLOOP De nieuwe Superloop collectie bestaat uit een uitgebreid assortiment ronde en rechte slanke vormen, voor een waaier aan verlichtingsmogelijkheden. Superloop kan functioneel toegepast worden door ‘tool-free’ fl exibele Spy-modules op de ronde, rechthoekige of vierkante basis te monteren. Of eerder decoratief door de volle lichtcirkel horizontaal of gekanteld te plaatsen. Of als eyecatcher door Superloop verticaal te positioneren. De Superloop heeft een door Delta Light® op maat ontworpen 48V profiel binnenin. Zo kan je de flexibele Spy modules vrij plaatsen en verplaatsen eender waar op de ring. Dankzij het CTRL DELTA systeem kan je ook draadloos aansturen en dimmen www.deltalight.com/superloop

Product - Superloop.indd 1

15/02/2018 08:54

Rigitone Activ’Air akoestische plafonds zijn de referentie op het gebied van akoestisch comfort in scholen, instellingen, hospitalen, burelen en woningen. De Rigitone Activ’Air akoestische plafonds verminderen de nagalmtijden* en waarborgen een betere spraakverstaanbaarheid. Het vernieuwde assortiment Rigitone Activ’Air is leverbaar in volledig geperforeerde gipskartonplaten die na plaatsing een naadloos oppervlak vormen. De Activ’Air technologie die verwerkt zit in deze Rigitone-producten elimineert tot 70% van de formaldehydeconcentratie in de binnenlucht en combineert akoestisch comfort met een beter leef- en werkcomfort.

Wilt u hierover meer weten, consulteer dan www.spraakmakendeplafonds.be. *het geluid dat heen en weer kaatst tussen twee wanden waardoor er snel opeenvolgende echo’s veroorzaakt worden.

Rigitone het meest duurzame akoestische plafond


IMAGINE… Ramen, deuren en glasgevels van Reynaers Aluminium in al uw ontwerpen. Binnenstappen in een gebouw dat er nog niet staat. Dat zich in de ontwerpfase bevindt. Maar toch sta je daar. Neem je elk detail in je op. Ervaar je de ruimtes. En je bent er niet alleen. Naast je staan jouw bouwpartners, allemaal in die virtuele wereld. Overleg is mogelijk. Aanpassingen worden in real-time aangebracht. Allemaal in jouw ontwerp. Allemaal in de Reynaers campus.

40 euro voor een energie- en renovatiecheck? Ga liever meteen voor een gedegen advies Dit voorjaar ziet de nieuwe woningpas het licht, in 2019 het EPC+... Dit laatste zal al een (betalend) advies bevatten over hoe je de woning energiezuiniger maakt en aan welke kostprijs. NAV raadt bouwheren daarom af om te betalen voor “light”adviezen van andere instanties, hoe goedkoop deze ook mogen zijn. “Goedkoop is helaas niet altijd beter. Men belooft bouwheren een ‘gepersonaliseerd en individueel advies’, gratis of voor bodemprijzen van 40 tot 100 euro, maar dit is hen een rad voor de ogen draaien. Een gepersonaliseerd renovatie-advies kan niet gemaakt worden vanuit een éénzijdig energetisch standpunt vanop een kantoor, en is enkel mogelijk na een gedegen studie ter plaatse door een bouwprofessional”, zegt NAV-voorzitter Kati Lamens.

Info & inspiratie op reynaers.be

8022_AD_NAV_190x135_AVALON_NL.indd 1

7/12/17 12:19

Rond de Batibouwperiode kondigde KBC zijn Energie- en Renovatiecheck aan, een online tool die de mogelijke besparingen op het vlak van energieverbruik berekent en relevante investeringen voorstelt, samen met een geschikte lening. Aanvankelijk biedt de bank het gebruik van de tool gratis aan, vanaf september zou het 40 euro kosten. Naast KBC bieden ook een aantal gesubsidieerde instanties (bijna) gratis advies aan: een renovatieplan maken met timing, meetstaten opstellen, kostenramingen maken, energiebesparingen berekenen, de werken begeleiden... Controle bouwfysische staat van de woning noodzakelijk Elke (toekomstige) eigenaar heeft zo vroeg mogelijk in een project nood aan een helder advies dat duidelijk de ambities en de te nemen stappen vastlegt om zijn einddoel, desnoods gefaseerd, te kunnen bereiken. Dit behelst ook een controle van de bouwfysische staat van de woning. Een architect neemt nog veel meer factoren in rekening: de ligging en oriëntatie, het comfort van de bewoners, het hergebruik van ruimte op lange termijn, slimme ruimtelijke ordening, toegankelijkheid, een rationele planning van de ingrepen, een optimale balans tussen de doeltreffendheid en de kostprijs van de werkzaamheden…

NAV wijst bouwheren dan ook graag de weg naar de reeds aanwezige, onafhankelijke en bekwame adviseurs op de bouwmarkt. Architecten zijn wél voor 10 jaar verzekerd voor adviezen, in tegenstelling tot de – op het eerste zicht althans – goedkopere adviseurs. Daarnaast verplicht de wet architecten om te controleren of de werken ook goed zijn uitgevoerd. Op Zoekeenarchitect.be, een zoekmachine ontwikkeld door NAV, vind je meer dan 250 architecten die je kunnen helpen met een advies bij aankoop of projectbegeleiding van A tot Z

Bouwen in BIM is bouwen met Xella

✓ efficiënt en snel ✓ betere samenwerking ✓ faalkosten beperken ✓ korte doorlooptijd ✓ voor elk bouwproject ✓ toekomstgericht

Om het bouwproces te optimaliseren, investeert Xella al geruime tijd in Building Information Modelling. Werken met BIM zorgt voor een efficiëntere samenwerking en een foutloos en rendabel project. De Xella materialen worden eenvoudig en snel geïntegreerd. De Xella- BIM coördinator begeleidt u in alle fases.

INSPIRING.INNOVATIVE. SOLID.


18 actueel

Ontwerpwedstrijden: Ja, het kan anders!

Wijkgezondheidscentrum De Regent - Antwerpen Architecte Liesbeth Storkebaum, zaakvoerder van MADE architecten, omschrijft de wedstrijd voor het nieuwe wijkgezondheidscentrum van vzw De Regent in Antwerpen 2060 als “exemplarisch”. Opmerkelijk, als je bedenkt dat het een eenmalig project is voor die organisatie, voegt Liesbeth eraan toe. Opmerkelijk aan haar positieve reactie is dan weer dat niet MADE architecten de wedstrijd won, maar wel hun collega’s van STRAMIEN. Haar evaluatie in detail. • Ter voorbereiding was er een masterplan opgemaakt. • De gebruikers werden tijdens de procedure bijgestaan door een technisch raadgever/architect. • De wedstrijd verliep in twee fasen. In de oproep tot kandidatuurstelling werden een portfolio en een motivatienota (één A4) gevraagd. Vier bureaus werden geselecteerd om een ontwerpvoorstel te maken in ruil voor een redelijke kostenvergoeding. • De vier bureaus kregen de gelegenheid om hun voorstel een week na indiening te presenteren aan de jury. • De beslissing viel snel, werd op korte tijd gecommuniceerd en de kostenvergoeding werd onmiddellijk na ontvangst van de factuur betaald. • De communicatie was altijd correct en respectvol.

Au sérieux nemen en genomen worden Wij vroegen Sofie Nicolay, algemeen coördinator van het wijkgezondheidscentrum De Regent, naar het afgelegde traject. “Op basis van een volumestudie, uitgevoerd door Vector architecten, hadden we beslist ons bestaande centrum niet te verbouwen, maar het te slopen en te vervangen

door een nieuwbouw. Gezien het grootste deel van onze inkomsten voortkomt uit Riziv-middelen, viel de zoektocht naar een architect onder de wetgeving op de openbare aanbesteding. Dat is pas recent zo, waardoor er binnen de koepelvereniging voor onze sector nog niet veel ervaring was opgebouwd. In eerste instantie werd overwogen de wedstrijd in één fase op te stellen, op basis van een programma van eisen dat we intern hadden opgesteld. Intussen had ik de Non Profit Advies Centrale, een speler die vzw’s en organisaties bijstaat voor openbare aanbestedingen, gevraagd om ons te begeleiden dit proces, zeker wat het online zetten van ons dossier betrof. Zij bleken voorstander van een aanbesteding in twee fasen, waar ik ook meer voor voelde. Wij wilden als opdrachtgever immers au sérieux worden genomen en een schetsontwerp krijgen waarover voldoende was nagedacht. Als je architecten een gratis ontwerp vraagt, is de kans ook groter dat zij daar minder tijd en denkkracht in investeren. Vandaar de keuze voor een onderhandelingsprocedure met bekendmaking in twee fases, met een vergoeding van 4.235 euro in de tweede fase. Vermenigvuldigd met vier betekent dat toch een fikse investering voor onze vzw. Vandaag hebben we het gevoel dat we op een objectieve manier de beste architect konden aantrekken en dat de niet-winnaars op een eerlijke manier voor hun inspanningen werden beloond. We hebben ook een externe bouwcoördinator/architect aangetrokken om ons bij te staan gedurende het proces.”

De meerwaarde van een goed schetsontwerp “Voor de kandidaatstelling vroegen we een portfolio en een motivatiebrief. Als wijkgezondheidscentrum hanteren wij een andere missie en visie dan de traditionele artsenpraktijk. Dat engagement wilden we terugvinden in de architect met wie we zouden samenwerken. Voor de tweede fase hadden we met een intern bouwteam duidelijk de gunningscriteria afgebakend. Met een

© STRAMIEN

PROJECT 1

gewicht van 40 punten was het schetsontwerp doorslaggevend. Daar waren heel wat redenen toe. Dagelijks werken in ons centrum een twintigtal vaste medewerkers, aangevuld met vrijwilligers. Onthaal, coördinatie, administratie en de verschillende (para)medische disciplines moeten dan ook goed op elkaar zijn afgestemd en vlot kunnen communiceren. De logistiek moet rationeel in elkaar zitten. Het ruimtegebruik en de circulatie moeten optimaal zijn, zodat bijvoorbeeld artsen het gebouw kunnen binnenkomen zonder meteen te worden aangeklampt door patiënten. Op de prijsraming stonden 30 punten; op het kwaliteitsplan inzake omgevingsmanagement,

© STRAMIEN

Netwerk Architecten Vlaanderen blijft ook dit jaar aandringen op spelregels voor ontwerpwedstrijden, die garanderen dat de inbreng van de architect correct wordt gewaardeerd en dat er geen overbodige inspanningen worden gevraagd. Op zoek naar lichtende voorbeelden deden we een rondvraag bij onze leden. Uit de reacties belichten we kort twee projecten.

project- en timingmanagement en communicatiemanagement 20 punten; op het ereloon 10 punten. We hebben ook een bonus-malussysteem ingevoegd met betrekking tot wijzigingen tijdens de uitvoering, die niet op onze vraag gebeuren. Als de architect een uitvoeringswijze vindt die kwalitatief evenwaardig maar goedkoper is, hoeft hij daardoor niet in te boeten op zijn honorarium. Anderzijds stijgt zijn ereloon niet mee als de bouwkost hoger blijkt dan geraamd. De uiteindelijke keuze is dan gemaakt door de jury waarin naast onze interne bouwgroep ook een vertegenwoordiger van de Non Profit Advies Centrale zat.”


actueel 19

PROJECT 2

Sociale woningbouwproject Lepelhof - Mortsel Het team van Veelaert Architecten (projectarchitecten: Karolien De Ryckere en Wim Baert) is vol lof over de architectuurwedstrijd voor het sociale woningbouwproject Lepelhof in Mortsel van De Ideale Woning. In Mortsel wordt een bestaand gemeenschapscentrum gesloopt en vervangen door een volume met 25 woningen, plus plaats voor een nieuw gemeenschapscentrum met polyvalente ruimtes. Hun evaluatie in detail. • Er was een budget uitgetrokken voor een wedstrijdvergoeding. • Er was een degelijke jury. Na de beslissing kregen alle deelnemers een uitgebreid juryverslag. Een prima aanpak, want zo zie je als architect waar je fout zat en leer je bij. • De wedstrijd is uitgemond in een daadwerkelijk project. • Als winnaar kregen wij achteraf een duidelijk contract voorgelegd met exact dezelfde voorwaarden als meegedeeld voor de wedstrijd. Geen addertjes onder het gras dus. • Wij hebben één aanspreekpunt, wat alles duidelijk en efficiënt maakt. Tot op heden verloopt de samenwerking vlot en aangenaam.

welke categorieën zij willen worden geselecteerd. Voor grote projecten vragen wij wel meer referenties. Aan de hand van de opgegeven referenties kiezen wij per wedstrijd telkens vijf ontwerpers uit. Wij organiseren geregeld wedstrijden en waken erover dat iedereen aan bod komt.”

zaamheid die een invloed hebben op de kostprijs, waarderen wij op 35 punten. Eenzelfde aandeel gaat naar de architecturale en esthetische kwaliteit. Wat het ereloon betreft, gebruiken we het vaste barema 2006 van de VMSW, dat wij in bijlage toevoegen.”

Gerichte vraag - duidelijke criteria

Presentatie voor de jury

“Voor we een wedstrijd in gang trappen, bekijken we intern de noden inzake typologie en dergelijke, en informeren we ons bij de gemeentelijk stedenbouwkundig ambtenaar. Onze projectleiders schrijven de projectdefinitie. Essentiële ingrediënten zijn de opdracht en de bouwheer; de situering volgens kadaster en adres; de ruimtelijke en beleidscontext; de ambitie; het programma van eisen; de ruimtelijke, architecturale en technische doelstellingen; het verloop van de opdracht: welke zijn de in te leveren documenten, de tijdslijn, de beoordelingscriteria en de financiële bepalingen. Het aantal in te leveren documenten trachten we altijd te beperken. We vragen bijvoorbeeld geen maquette en hoogstens acht A3 bladzijden. Voor elke conforme inzending betalen we een vergoeding van 2.000 euro.” “ De beoordelingscriteria zijn als volgt. Voldoen aan de voorwaarden en normen van het Bouwtechnisch Bestek Woningbouw en C-2008 kan maximaal 25 punten opleveren. De betaalbaarheid, vertaald in een technisch concept en duur-

“We trachten voldoende tijd te bieden voor de inzending. Over het algemeen komt dat neer op circa twee maanden. De jury bestaat altijd uit een aantal mensen van De Ideale Woning: de directeur, het hoofd technische dienst, de projectleider. Verder vragen wij vertegenwoordigers vanuit de gemeente, meestal de stedenbouwkundig ambtenaar en de verantwoordelijke schepen, en een vertegenwoordiger vanuit de VMSW. De juryleden bekijken en bespreken de projecten eerst anoniem. Nadien volgt er een presentatie door de ontwerpers. De jury selecteert de beste inzending en stelt een verslag op dat, na bekrachtiging van de beslissing door de raad van bestuur van De Ideale Woning, aan alle inzenders wordt bezorgd.” “Voor kleinere projecten volgen we een gelijkaardige procedure die wat lichter is en sneller verloopt. In dat geval vragen we minder aan de ontwerpers, is de vergoeding beperkter, is er geen presentatie en beslist een interne jury, na toetsing bij de stedenbouwkundig ambtenaar.”

© Veelaert Architecten

Met de Porotherm Dryfix kunnen aannemers veel efficiënter de grootformaat binnenmuurlijmsteen PLS 500 en de extra isolerende PLS Lambda verwerken. Meegenomen voor de architect: met de PLS Lambda zijn EPB-aanvaarde bouwknopen volgens basisregel 1 meestal vlot haalbaar. Porotherm Dryfix brengt wijzigingen voor de ruwbouw met zich mee die de snelheid, het gemak en de flexibiliteit van uitvoering ten goede komen. Het resultaat: kortere werftijden, meer comfortabele en ergonomische werkomstandigheden voor de bouwvakarbeiders, een grotere netheid op de werf en een verhoging van de kwaliteit. Wat is Porotherm Dryfix? Het systeem is gebaseerd op het principe ‘Plug & Spray’. Gewoon

het universele spuitpistool aansluiten op de spuitbus en je kan aan de slag. Bouwvakkers hoeven niet langer mortel of lijmmortel aan te maken en te sleuren met mortelkuipen en -zakken, emmers of rolbakken. Zoals de naam van het systeem al verklapt, komt er aan Porotherm Dryfix geen water te pas. Daardoor hoeft de aannemer geen uitdroogtijd in te calculeren. De snelle uitharding (1,5 tot 5 uur, afhankelijk van de omstandighe-

© Veelaert Architecten

© Veelaert Architecten

Nieuw: Porotherm Dryfix van Wienerberger

“Wij hebben deze procedures in de loop der jaren opgebouwd en bijgeschaafd. Daarbij stonden volgende elementen voorop. We vragen nooit volledig uitgewerkte ontwerpen, maar willen een duidelijke visie en een aantal plannen die ons duidelijk maken hoe het project er kan uitzien. We beperken het aantal in te leveren documenten vanuit de intentie dat de ontwerper zich beperkt tot de essentie van het project. Voor ons maakt dit de projecten ook beter en eerlijker vergelijkbaar. Het ereloon ligt vast en is dus bewust geen criterium. Iedereen kent op voorhand de voorwaarden. We streven naar een goede vergoeding voor het gepresteerde werk. Waarschijnlijk is 2.000 euro nog altijd te weinig, maar a rato van vijf ontwerpers gaat het toch om een uitgave van 10.000 euro. Administratieve documenten komen voor ons niet op de eerste plaats, wat natuurlijk niet betekent dat een ontwerper administratief niet in orde zou moeten zijn.” “Tijdens het verdere verloop van een project trachten we altijd in een open sfeer met de ontwerpbureaus te werken. Een project wordt zoveel mogelijk door een en dezelfde projectleider opgevolgd, van in het begin tot de oplevering. Zo ontstaat een vertrouwensband waarin opdrachtgever en ontwerper elkaar stimuleren en versterken.” Redactie: Staf Bellens

Vertrekken vanuit een pool Voor een woordje uitleg over de aanpak van De Ideale woning, klopten we aan bij architect Peter Vande Sompele, hoofd van de technische dienst. “Wij hanteren drie procedures om een ontwerper aan te stellen. Voor heel grote projecten en masterplannen doen we een beroep op de Open Oproep van de Vlaamse Bouwmeester. Daarnaast hebben we ons eigen kwalificatiesysteem, met een light versie voor kleinere projecten.” “Ons kwalificatiesysteem is gebaseerd op een pool van ontwerpers, waarop iedereen zich kan inschrijven mits een minimum aan ervaring en een beperkt aantal referentieprojecten. Momenteel omvat de lijst 72 ontwerpbureaus. Het kwalificatiesysteem is ingedeeld in 4 categorieën: kleine nieuwbouwprojecten, grote nieuwbouwprojecten, kleine renovatieprojecten en grote renovatieprojecten. De ontwerpers kunnen kiezen voor

Essentials

den) maakt het mogelijk meteen tot verdiepingshoogte te werken. De muur is de volgende dag al belastbaar en de aannemer kan dan de vloerplaten plaatsen. De werf vergt ’s avonds ook minder opkuiswerk. Gewoon het pistool reinigen met Dryfix cleaner, klaar in enkele seconden. Daardoor wordt heel wat effectieve metseltijd gewonnen. Efficiënte werf Porotherm Dryfix kan je zonder problemen aanbrengen bij een omgevingstemperatuur van -5°C tot +35°C. Die grote weersonafhankelijkheid draagt, samen met de andere eigenschappen van het systeem, bij tot een efficiënter en flexibeler tijdgebruik.

i

www.porotherm.be


20 recensie

The Japanese Garden & Pictures of the Floating Microcosm. New Representations of Japanese Architecture Twee recente publicaties dragen bij tot een beter begrip van de Japanse architectuur – elk via een andere weg. Eind vorig jaar verschenen er twee boeken die elk een essentieel aspect van Japan belichten en samen een interessante introductie vormen op de Japanse (tuin-)architectuur. Bij kennismaking met de traditionele Japanse cultuur laten Japanse tuinen zonder twijfel een sterke indruk na. Tuinen horen er nooit zomaar bij een tempel of villa, maar scheppen het kader voor architectuur – van waaruit tuinen net beschouwd worden. Sophie Walker benadert dit onderwerp omstandig in The Japanese Garden. Walker presenteert een honderdtal – grotendeels klassieke – Japanse tuinen, aan de hand van raak gekozen foto’s en een korte beschrijving. Deze opsomming wordt afgewisseld met thematische teksten van haar hand en korte essays van o.a. Tadao Ando, Lee Ufan en John Pawson. Wanneer we focussen op hedendaagse Japanse architectuur springen niet alleen de gerealiseerde projecten in het oog, maar ook de begeleidende tekeningen, maquettes en foto’s. Bij Park Books verscheen Pictures of the Floating Microcosm: New Representations of Japanese Architecture. Hierin vertrekt Olivier Meystre van de beelden van Japanse architecten van de laatste 30 jaar die eenzelfde – van het Westen afwijkende – vocabularium hanteren voor de representaties van hun projecties. Ook in zijn boek verschijnen er tientallen voorbeelden, onderbroken en ondersteund door enkele thematische teksten. Beide boeken bieden een westerse blik op een typisch Japans fenomeen dat door zijn singulariteit schreeuwt om een studie. De resultaten zijn daardoor gelijkaardig in hun aanpak. Tezelfdertijd worden de verschillen in het onderwerp door grafische vormgevers en de uitgevers elk anders uitgewerkt. Het boek van Phaidon is weelderig

vormgegeven, van de diepgroene kaft met gouden opdruk tot de prachtige kleurenfoto’s gevat in een bladspiegel met witranden. Park Books publiceerde een soberder boek, waarbij wit primeert – net wat je zou verwachten bij dit onderwerp. De belettering is onopvallend en klein, een uitgezuiverde tekening van Junya Ishigami siert de cover, weliswaar verder gereduceerd tot een lijntekening, het originele beeld is meer bewerkt en is terug te vinden binnenin (op p. 42). De gekozen beelden gaan van schetsen en grondplannen tot foto’s van maquettes én zelfs af en toe afgewerkte projecten, zoals de overbelichte foto’s van Walter Niedermayr, die perfect aansluiten bij de Japanse architecturale beeldtaal. Elke auteur trekt ook het specifieke onderwerp open. Sophie Walker, een tuinontwerpster met een achtergrond in kunstgeschiedenis, benadert de tuinen vanuit een aantal thema’s die ze koppelt aan de Japanse en Westerse cultuurgeschiedenis. Zo begint een beschouwing over shakkei, het concept van “het geleende landschap”, waarbij het zicht voorbij de begrenzing van de tuin ook deel gaat uitmaken van de tuin. Daarna gaat het over hetgeen voorbij de grenzen van de aarde is, met een bespreking van het ritueel van het aanschouwen van de maan. Ook legt ze – visuele – verbanden tussen plekken zoals Fushimi Inari Taishi met de honderden torii, oranje poortjes, achter elkaar en The Gates van Christo and Jeanne-Claude in Central Park. Meystre baseerde zijn teksten deels op vele interviews die hij met Japanse architecten had. Noodzakelijk, want typisch aan deze generatie is dat ze – een enkele uitzondering niet te na gesproken – weinig publiceren. Terunobu Fujimori heeft het in dat verband over “the wordless generation”. Dat zorgt er ook voor dat het moeilijker is om tot een sluitende conclusie te komen, al is het onderzoek wat het boek de moeite maakt. De verzameling beelden hebben iets aantrekkelijks en zijn – hier zonder dat ze vergezeld zijn van volledige projectbeschrijvingen – een boeiende manier om het werk van de architect te (her-)ontdekken. Meystres analyse gaat ook dieper in op moge-

lijke achterliggende redenen voor de singuliere beeldentaal. Hij kijkt hiervoor bijvoorbeeld naar de taal. Het woord kawaii, schattig, duikt vreemd genoeg op in Japanse architectenbureaus. De oorsprong blijkt zelfs op het kantoor van SANAA te liggen waar Kazuyo Sejima zelf dit in de mond nam om projecten te beschrijven. De taal verheldert niet enkel omdat er woorden ontleend worden uit andere registers. De Japanse woorden om ruimte te duiden beschrijven relaties die niet alleen ruimtelijk maar ook psychologisch zijn. Zo is omote de voorzijde en ura de achterzijde, maar meteen ook publieke tegenover private zijde. Er zit dus ook vaak een waardeoordeel vervat in de woorden. In traditionele Japanse architectuur is er geen hiërarchie tussen de ruimtes. Ze hebben allemaal een gelijkaardig statuut dat enkel verandert door in een ruimte bijkomende attributen of objecten te plaatsen. In tekeningen herkent Meystre iets gelijkaardigs. In sommige tekeningen is er geen hiërarchie in de lijnen. Het gebruik van één enkele lijndikte van Hideyuki Nakayama bijvoorbeeld, zorgt dat er in het grondplan geen onderscheid is tussen een muur of een raam. Het gevolg hiervan – of misschien wel de oorzaak – is dat er evenveel belang gehecht wordt aan alle elementen die een ruimte bepalen, of het nu een stoel of een muur is. Uiteindelijk gaan beide boeken over het Japanse begrip van de ruimte, of het nu via de voorstelling, dan wel de beheersing ervan via het tuinontwerp is. Deze twee boeken helpen Japanse tuinen en beelden te lezen en leiden zo tot een beter inzicht in de Japanse architectuur en – bij uitbreiding – cultuur. Redactie: Arnaud Tandt The Japanese Garden, Sophie Walker, Phaidon, 2017, 304p. Pictures of the Floating Microcosm. New Representations of Japanese Architecture, Olivier Meystre, Park Books, 2017, 240 p.

Economische inspectie controleert architecten op hun informatie- en transparantieverplichtingen Sinds begin dit jaar houdt de dienst Inspectie van de FOD Economie controles bij architecten. De Inspectie kijkt hierbij na of de architect voldoet aan de informatie- en transparantieverplichtingen t.o.v. zijn opdrachtgever zoals vastgelegd in het Wetboek van economisch recht. De informatieplicht houdt enerzijds in dat een aantal zaken verplicht in het architectencontract vermeld moeten worden. Zo kijkt men na of het adres van de verzekeraar en de geografische dekking van de verzekering correct vermeld staan. NAV stelt daarom in samenwerking met verzekeraars AR-CO en Protect nieuwe modelcontracten ter beschikking. Onderaan vindt u een link naar de documenten op www.NAV.be. Anderzijds neemt de inspectie ook de website van de architect onder de loep. Het ontbreken van een ondernemingsnummer is bv. een inbreuk op de

wetgeving. De FOD voert de controle uit aan de hand van een praktische checklist die u op onze website vindt.

eventueel onderworpen is en de informatie over de manier waarop die codes langs elektronische weg kunnen worden geraadpleegd’. M.b.t. bovenstaande punten is het aan te raden op uw homepage het volgende te plaatsen: • in welke provinciale raad van de Orde u bent ingeschreven, inclusief een link naar de website van de Orde • een link naar het reglement van beroepsplichten van de Orde. Een aantal voorbeelden van confraters vindt u op onze website.

Voorbeelden Een aantal zaken uit de checklist spreekt voor zich, en zijn op uw website normaal al vermeld (vb. adresgegevens en e-mailadres). Daarnaast moet u ook info publiceren over het ‘vergunningsstelsel’, ‘info gereglementeerde beroepen’, ‘De gegevens over de bevoegde toezichthoudende autoriteit’ en ‘De gedragscode(s) waaraan de onderneming

Vermelding in Kruispuntbank Als vrije beroeper moet ook u als architect in de kruispuntbank geregistreerd staan. Let er daarbij op dat ook het adres van de vestiging is ingevuld. Als dit nog niet het geval is, neem dan contact op met uw ondernemingsloket. Hou hierbij rekening met mogelijke extra kosten.

i

www.nav.be/artikel/1256


MEESTERLIJK MAATWERK Door te investeren in innovatie en vakmanschap kiest Pouleyn als familiebedrijf resoluut voor expertise en toewijding. Pouleyn is voor u de perfecte partner in uw out-of-the-box project. Uw klassevol en tijdloos design kan in samenwerking met Pouleyn uitgebouwd worden tot een architecturaal pareltje, waar warmte en esthetiek hand in hand gaan met functionaliteit.

WWW.POULEYN.BE

RAMEN - DEUREN - POORTEN

Er zijn betere manieren om zich te beschermen tegen brand. Promat, uw partner voor de passieve brandbescherming voor gebouwen.

Promat biedt efficiënte en eenvoudig te plaatsen oplossingen voor brandveilige compartimentering, passieve brandbescherming van draagstructuren en technische installaties en het afdichten van doorvoeringen. Daarnaast zijn er ook architectonische oplossingen met brandwerend glas en brandwerende glazen deuren ‘op maat’. info@promat.be | www.promat.be

723230_Alg Adv Lucifers_NAV_B277xH190.indd 1

13/03/2017 09:59


© Shutterstock

22 kennisnet

BIM in overheidsopdrachten: Wat moet u zeker weten? Geïntegreerd samenwerken wordt steeds meer het nieuwe normaal in de bouwsector. BIM’en maakt deze samenwerking efficiënter, maar beïnvloedt ook de organisatie en de werkwijze van architectenbureaus. Om na te gaan welke gevolgen BIM heeft voor overheidsopdrachten, organiseerde NAV in samenwerking met meester Christophe Lenders van GSJ Advocaten een infosessie hierover op de Campus van Reynaers Aluminium.

IS BIM WETTELIJK TOEGESTAAN BINNEN OVERHEIDSOPDRACHTEN? De Europese richtlijn 2014/24 laat via een bepaling over de communicatiemiddelen de lidstaten toe om gebruik te maken van gespecialiseerde elektronische instrumenten zoals een elektronisch bouwinformatiemodel. Om mogelijke mededingingsvoordelen uit te sluiten, moet dat model voor iedereen toegankelijk zijn, eventueel via alternatieve toegangsmiddelen (bv. een gratis tijdelijk token). In de wetgeving zijn er geen bijzondere regels wat betreft BIM als dusdanig opgenomen. Er is wel de verwijzing naar de mogelijkheid tot het verplicht opleggen van elektronische communicatie. BIM is dus niet principieel uitgesloten.

WELKE ZIJN DE MOGELIJKE OBSTAKELS TIJDENS DE GUNNINGSFASE ALS ER WORDT GEBIMD? Overheidsopdrachtenreglementering noch de gunningswijzen die daarin zijn voorzien, verhinderen dat een opdrachtgever zijn opdracht in BIM-modus wenst te gunnen en uit te voeren. Niettemin zijn er aandachtspunten te bewaken. • Overeenkomstig de overheidsopdrachtenreglementering dient er een forfaitaire prijs gegeven te worden (totaalprijs dan wel éénheidsprijs). Daartoe geldt de regels dat de opdracht is beschreven in de opdrachtdocumenten. - De opdracht moet voldoende duidelijk beschreven zijn. Als er gebimd wordt is het noodzakelijk dat een BIM-protocol mee deel uitmaakt van de aanbestedingsdocumenten. Onduidelijke en onvolledige documen-

ten leveren problemen op om ‘forfaitaire’ prijzen van de aannemers af te dwingen. - Aandacht dient besteed te worden aan de status van het BIM-model. De overheidsopdrachtenwetgeving gaat nog uit van een beschrijving van de opdracht in bestek, meetstaat en plannen. Daarbij is tevens voorzien in een hiërarchie tussen de verschillende documenten waarbij plannen voorgaan op het bestek. - Het BIM-model lijkt te moeten worden aanzien als een ‘plan’ in het licht van de overheidsopdrachtenreglementering, en lijkt steeds voorrang te zullen kunnen genieten. Wanneer het BIM – model niet als ‘plan’ wordt aanzien, dan lijken er zich voor wat betreft de uitvoering moeilijkheden te kunnen voordoen nu het BIM-model dan niet zou primeren op bestek en andere (2D) plannen maar daaraan ondergeschikt is. Wat dan in tegenstrijd lijkt met de doelstelling van BIM. • Aandacht voor de prioriteit van de verschillende plannen en documenten is een must. - Aangezien mogelijk discussie kan gevoerd worden over het ‘statuut’ van het BIM-model, lijkt het aan te bevelen in het bestek het statuut van het BIM-model te verduidelijken. Daarbij is de suggestie om uitdrukkelijk te bepalen dat dit als ‘plan’ in het licht van de overheidsopdrachtenwetgeving dient te worden gelezen. Zo zal het BIM-model bij tegenstrijdigheid voorgaan op de andere documenten. - Onverminderd deze prioriteit bij tegenstrijdigheden, betekent dit niet dat het BIM-model alles dient te omvatten. Het zal samen gelezen moeten worden met het BIM-protocol en alle andere documenten van de opdracht. - De rangorde van plannen/BIM-model dat voorgaat op andere documenten, zal overigens niet altijd soelaas bieden. Voor de te-

genstrijdigheid tussen 2D en het BIM-model, is het noodzakelijk een extra bepaling in het bestek op te leggen. Leg de rangorde vast als er ook andere (bv. 2D) plannen worden geleverd. • Het verbod om mededingingsbeperkende verwijzingen op te nemen in het BIM-model. - De wet verbiedt om in technische specificaties melding te maken van een bepaald fabricaat of een bepaalde herkomst of van een bijzondere werkwijze die kenmerkend is voor de producten of diensten van een bepaalde ondernemer, noch mogen deze een verwijzing bevatten naar een merk, een octrooi of een type, een bepaalde oorsprong of een bepaalde productie, waardoor bepaalde ondernemingen of bepaalde producten worden bevoordeeld of geëlimineerd. - Vermijd data in het BIM-model die verwijzen naar een specifiek product of een bepaalde fabrikant. Als u toch dergelijke gegevens gebruikt, mag de aannemer een gelijkaardig product aanbieden. Vermeld daarom dan in het bestek bij voorkeur welke minimale (output)eisen worden gesteld voor het te gebruiken product.

WELKE ZIJN DE MOGELIJKE OBSTAKELS TIJDENS DE UITVOERINGSFASE ALS ER WORDT GEBIMD? • Discussies over onjuistheden en onvolledigheden alsook tegenstrijdigheden tussen het BIM-model en 2D-tekeningen. De nieuwe overheidsopdrachtenreglementering voorziet in de mogelijkheid tot het bepalen van herzieningsclausules. Aangeraden is deze te gebruiken om gebeurlijke vorderingen van de aannemer(s) te beheersen. • Het BIM-model evolueert.

Aan te bevelen is een herzieningsclausule inzake wijzigingen die kunnen worden doorgevoerd aan het oorspronkelijke, destijds in mededinging gestelde ontwerp, het BIM-model en het BIM-protocol (bv. naar aanleiding van clashes, een evoluerende samenwerking etc.) , met vermelding van de gevolgen daarvan voor de opdracht van de aannemer. Bepaal minstens uitdrukkelijk in een herzieningsclausule dat een aanpassing van het oorspronkelijke BIM-model naar aanleiding van de te verwachten evolutie van de werken en van het BIM-protocol geen feit of fout uitmaakt dat ten laste kan worden gelegd van de opdrachtgever om schadevergoeding of andere compensaties te bekomen. • BIM heeft geen bijzondere consequenties voor de aansprakelijkheid van de verschillende bouwpartners. Uiteraard blijft uw informatieen waarschuwingsplicht van kracht. Dat geldt ook voor de aannemer. U kunt daarop inspelen door vóór de inschrijving de aannemer het BIM-model te bezorgen, met de vraag om het op voorhand grondig na te kijken. U kunt ook in de selectievoorwaarden van de opdracht opnemen dat de aannemer over een interne BIM-manager moet beschikken. • Bepaalde regels in de overheidsopdrachtenreglementering (algemene uitvoeringsregels) zijn niet geschikt voor werken in BIM. Vergeet dus niet expliciet af te wijken van deze regeling, zeker wat betreft het aanleveren en goedkeuren van werktekeningen. In de afwijking kunt u verwijzen naar het BIM-protocol voor de te respecteren termijnen en samenwerking. • Om de naleving van het BIM-protocol te verzekeren en desgevallend af te dwingen, kan de aanbesteder straffen opnemen.

VALT EEN GEÏNTEGREERDE BIMSAMENWERKING IN DE ONTWERPFASE TE RIJMEN MET EEN OPENBARE AANBESTEDING? Als het gaat om een traditionele DBB-aanbesteding (design-bid-build) waarin het ontwerp (design) nog niet is uitgewerkt vóór de offertefase (bid) omdat dit samen met de aannemer in bouwteam zal gebeuren, zijn er talrijke juridische uitdagingen.


© Design team : ar-te/SeARCH / Stabo – Photographer : Toon Grobet

TECHNICAL INSPECTION SERVICES REAL ESTATE TECHNICAL BUILDING MANAGEMENT SERVICES Stability concrete / steel Equipment Comfort & energy Timber structures Façades & building envelope Environmental impact Technical Audit

Maintenance

• Bij de plaatsing van de opdracht is het voorwerp van de opdracht dan nog niet voldoende omschreven in technische specificaties. Daardoor is er het wellicht moeilijk om offertes te vergelijken en rijst de vraag of het voorwerp van de overeenkomst wel voldoende duidelijk is om tot een aannemingsovereenkomst te kunnen komen. Is het een oplossing dat eerst een aannemer wordt gekozen voor de ontwerpfase en achteraf een aannemer voor de uitvoering? Los van de praktische haalbaarheid is dergelijke werkwijze mogelijk. Of de aannemer die betrokken was bij de ontwerpfase, ook kan meedingen naar de opdracht voor de verdere uitvoering, is bediscussieerbaar maar lijkt niet principieel uitgesloten. Er is steeds het risico dat concurrenten stellen dat bepaalde keuzes in het ontwerp werden geschreven op maat van die concurrent die betrokken was bij het ontwerp.

Technical inspection and guidance  Technical due diligence  Maintenance audits and monitoring  Commissioning  Studies related to energy performance and comfort  Fire protection  Periodic inspections – quality systems  Sustainability assessments  Guidance on sustainability programmes  Technical audits SECO scrl − Rue d’Arlon 53, B -1040 Bruxelles − sales@seco.be − +32 (0) 2 238 22 11 − www.groupseco.com

SECO AD2018- 190x135.indd 1

15/02/18 13:48

WENS JE EEN DAK ZONDER ZORGEN?

• Een interessantere piste om toch samen met de aannemer aan wie de opdracht zal worden toevertrouwd in het kader van een bouwteam, een BIM-samenwerking te starten, is het gebruik maken van de mededingingsprocedure met onderhandelingen. Via die procedure kan de aanbestedende overheid tijdens de procedure inschrijvers de kans bieden om verbeteringsvoorstellen te formuleren op het BIM-model en BIM-protocol, die bij de opdrachtdocumenten zijn gevoegd. Op basis van die opmerkingen stelt de aanbesteder dan een definitief BIM-uitvoeringsplan op dat vooraf aan iedereen kenbaar wordt gemaakt met het oog op het indienen van de (laatste) BAFO - offerte.

Het dak van je leven Made in Belgium Indrukwekkende waterdichting Professionele installatie Bewezen levensduur van > 40 jaar

WAAROP MOET U LETTEN BIJ EEN GEÏNTEGREERDE BIM-SAMENWERKING DIE SLECHTS START VANAF HET UITVOERINGSONTWERP?

100% recycleerbaar

Bijzonder aandachtspunt lijkt het feit te zijn dat de aannemer zal toetreden tot een BIM-protocol en zal verder werken met een BIM-model dat niet door hem is opgestart. Het lijkt daarbij de aanbeveling te zijn dat de beheerder van het BIM-model zich langs de zijde van de opdrachtgever bevindt. Zeker gelet op het feit dat de architect gelast met de volledige opdracht tevens gehouden is tot het opstellen van een architecturaal uitvoeringsdossier ten behoeve van de opdrachtgever, maakt dat de beheerder van het BIM-model verkieslijk langs de zijde van deze architect staat. Het zal belangrijk zijn dat er een BIM-model is voorbereid en een BIM-protocol is opgesteld dat niet alleen nageleefd zal worden, doch ook “kan” worden door de aannemer.

WAT MET DE GEÏNTEGREERDE BIMSAMENWERKING IN EEN PPS-PROJECT? Een geïntegreerde samenwerking vanaf de start is het best realiseerbaar als het volledige ontwerp (D) wordt toevertrouwd aan een consortium. Gelet op de architectenwet en de vereiste onafhankelijkheid van de architect ten aanzien van de aannemer, lijkt de onafhankelijkheid gewaarborgd te zijn wanneer de aannemer/promotor een zakelijk recht krijgt waardoor hij kan worden aanzien als bouwheer. Als de ontwerpmogelijkheden beperkt blijven en de aannemer slechts wordt betrokken nadat er al een ontwerp en een BIM-proces zijn gestart, rijzen dezelfde moeilijkheden als bij een traditionele aanbesteding.

Overtuig jezelf op www.derbigum.be

ECLAZ ONE: revolutionaire generatie isolatieglas, bron van licht en welzijn • Haalt maximaal natuurlijk daglicht in huis • Esthetisch neutraal met een lage buitenreflectie • Top thermische isolatie en gratis zonne-energie SGG CLIMAPLUS ECLAZ ONE voldoet compromisloos aan de hoogste eisen wat energiezuinigheid en comfort betreft.

Redactie: Staf Bellens

glassinfo.be@saint-gobain-glass.com


243nav werkt

Bijna 600 architecten op de been voor infosessies ondergrondse constructies

Met de zogenaamde Codextrein worden belangrijke wijzigingen doorgevoerd in de bestaande regelgeving Ruimtelijke Ordening. De aan de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) doorgevoerde wijzigingen kunnen allerminst worden afgedaan als een beperkte technische aanpassing. Mr. Yves Loix van GSJ advocaten overliep in sessies bij KREON in Opglabbeek, Delta Light in Moorsele en Desco in Wijnegem en Gent de voornaamste wijzigingen binnen de Codextrein: de invoering van het As-Builtattest met technische tolerantie; mogelijkheid tot afwijking van verkavelingsvergunning en BPA; het

150-tal NAV-leden volgen NAV-memo ‘Van klassieke driehoeksverhouding naar hedendaagse samenwerkingsvormen’ © Shutterstock

Bijna 400 deelnemers voor NAV-memo over de codextrein

aanbrengen van gevelisolatie aan de buitenzijde van een woning, … Finaal belichtte hij ook de ruimere context van het Beleidsplan Ruimte Vlaanderen en de evolutie naar het Omgevingsbeleid.

Brugse Triënnale en NAV slaan handen in elkaar Op 5 mei gaat in de Brugse binnenstad de tweede editie van het internationale hedendaagse kunst- en architectuurparcours Triënnale Brugge van start. Triënnale Brugge 2018 Liquid City - Vloeibare Stad haakt in op het thema van de vorige editie in 2015, waarbij er werd nagedacht over de stad als een megapolis. Alleen gaat het nu nog een stapje verder: hoe flexibel, ‘vloeibaar’, weerbaar, kan een historische stad als Brugge zijn in een tijd waar niets nog zeker lijkt? NAV zal als mediapartner de Triënnale promotioneel ondersteunen via haar ledentijdschrift NAV News en haar digitale communicatiekanalen. De architectenvereniging zal daarnaast een eigen ledendag opzetten in samenwerking met en gelinkt aan het programma van de Triënnale. Bovendien zullen NAV-leden dankzij de samenwerking van een voordeeltarief kunnen genieten voor architectuurlezingen die de Triënnale opzet i.s.m. Archipel. Van 5 mei tot 16 september 2018 kunnen bezoekers zich onderdompelen in de Vloeibare Stad en in Brugge genieten van een reeks installaties door internationale kunstenaars en architecten als Kunlé Adeyemi (NG-NL), OBBA (KR), John Powers (US), Tomás Saraceno (AR), e.a..

i

© Luc Roymans - Tim Peeters Architecten

Zeg niet zomaar kelder tegen een kelder: dat was de insteek voor een druk bijgewoonde infosessie van NAV over ondergrondse constructies. De kelder van een woning kende de laatste decennia immers een hele upgrade: van oorspronkelijke stockageruimte voor levensmiddelen naar een volwaardig ingerichte leefruimte. Deze infosessie ging dieper in op de detailleringen en zette de hedendaagse praktijkoplossingen in het licht. Arch.-expert Joost Beke en ing. Ilse De Pot van het WTCB brachten in Kortrijk, Mechelen, Nazareth en Heusden-Zolder zo’n 600 up to date. Ir.-ach. Koen Willem stelde er tevens de oplossingen voor van Foamglas, Olivier, Sika, Verbeke Sonderingen en Delta Dörken.

De stortvloed aan nieuwe opdracht- en samenwerkingsvormen stelt de architect voor heel wat nieuwe uitdagingen. Deze groeiende samenwerkingsvormen kunnen op verschillende manieren worden georganiseerd waarbij hedendaagse begrippen als PPS, DB, DBFM, DBFO,.. steeds belangrijker worden. Maar het doet ook ernstige vragen rijzen. Wat houdt de samenwerking precies in en welke rol is er voor de architect weggelegd? Hoe speelt u in op de criteria én staat u stil bij de samentelling van de jury? … Meester Christophe Lenders van GSJ-advocaten schetste bij Vandersanden in Bilzen, Renson in Waregem en BULO in Mechelen de evolutie van de klassieke driehoeksverhouding aannemer/architect/opdrachtgever naar de hedendaagse samenwerkingsvormen voor de realisatie van architectuur.

Terug meer dan 90 projecten te bezoeken tijdens de Vlaamse Renovatiedag Architecten zijn weer massaal ingegaan op de mogelijkheid om uit te pakken met hun gerealiseerde renovaties. NAV biedt met de Vlaamse Renovatie toekomstige verbouwers namelijk de gelegenheid om uw architectuur en aanpak beleven. De Vlaamse Renovatiedag - dit jaar op zondag 27 mei - is een unieke openhuizendag waarbij architecten potentiële opdrachtgevers over de vloer krijgen in hun eigen realisatie. Zo proeven de bezoekers van hun eigen stijl en aanpak. De toekomstige bouwheer zet zo een belangrijke eerste stap richting zijn droomproject.

i

www.devlaamserenovatiedag.be

Hans Wynant Hans Wynant is coördinator beweging bij NAV.

www.triennalebrugge.be

ECLAZ ONE: De beglazing van morgen van Saint-Gobain Duurzaam bouwen is de norm. Saint-Gobain gaat een stap verder: het ontwikkelt duurzame materialen om welzijn en comfort te verbeteren. Het duurzame aspect van de Eclaz One zit in de verbeterde energiebalans: er gaat minder energieverlies naar buiten en meer gratis zonnewarmte naar binnen. Het resultaat : een lagere verwarmingskost. ECLAZ ONE is geschikt voor de nieuwbouw en renovatiemarkt, voor Bijna Energie Neutrale gebouwen en passiefhuizen. ECLAZ ONE heeft een uitzonderlijk hoge lichttransmissie van 80%. Alsof we de ramen 8%

groter maken door de hogere lichtinval. Deze extra hoeveelheid licht komt zeker ook goed van pas aan de donkere zijden van een gebouw.

is ECLAZ ONE dan ook zeer geschikt voor ziekenhuizen, scholen, kantoren, sportcentra en openbare gebouwen en andere plaatsen waar men hoge eisen stelt aan het daglicht.

Welzijn & comfort Als licht breekt in een prisma of we kijken naar een regenboog, dan zien we kleuren. Het is geweten dat met name het zachtblauwe kleurgebied activerend werkt en ons gevoel van welzijn en comfort verhoogt. Tijdens de ontwikkeling van ECLAZ ONE werd aan dit zachtblauwe kleurgebied extra aandacht besteed, door net van dit belangrijke kleurdeel heel veel licht binnen te laten. Hierdoor draagt ECLAZ ONE bij aan ons biologisch ritme en verhoogt zo ons welzijn. Door deze optimale lichtinval

Natuurgetrouwe kleurweergave Een echte, natuurgetrouwe kleurbeleving van de dingen die we binnen of buiten waarnemen verhoogt ons comfortgevoel. De optimale kleurweergave ervaren we bij gewoon daglicht. Deze heeft het cijfer 100. ECLAZ ONE scoort zeer hoog met een kleurweergave van 98,2. Door ECLAZ ONE zien we de dingen m.a.w. heel natuurgetrouw. Extra voordeel van de ECLAZ ONE is de lage externe reflectie , die slechts 15% bedraagt. Daardoor wordt het esthetisch een heel neutrale beglazing.

i

www.saint-gobain-building-glass.com


BlueCon,

sleutelloze toegang dankzij je smartphone

Schüco BlueCon, het intelligente deurslot. Je hebt geen gewone sleutel meer nodig, want het slot wordt via de app bediend. De verbinding tussen het slot en de smartphone is met Bluetooth in een paar seconden voor elkaar. www.schueco.be/bluecon

Ramen. Deuren. Gevels.

HEDENDAAGSE BOUWPROJECTEN MET GEVENTILEERDE GEVELCASSETTES COMPOSIET ALUMINIUM STAAL CORTEN STAAL ALUZINC ZINC INOX Limeparts is vandaag toonaangevend in het aanleveren van totaaloplossingen voor geventileerde gevelprojecten. In het kader van haar filosofie van totale kwaliteitszorg en het streven naar een duurzame samenwerking met elk type partner, beheerst zij het hele proces om van ieder project een succes te maken. Onder het motto ‘alles onder één dak’ (inclusief afwerking en finishing), werkt zij mee vanaf de voorstudie en de engineering, over de productie en de montage en speelt zij systematisch flexibel in op elke samenwerking en de strakke planning die de realisatie van een hedendaags bouwproject vraagt.

Soleo – Charleroi – Igretec

Limeparts nv, GZ-Zone 8, Oosterring 21 B-3600 Genk T +32(0)89 62 09 11 info@limeparts.be www.limeparts.be

adv NAV. 277/190 2 indd.indd 1

22/02/18 10:22


26 helpdesk

We zijn bezig aan een werf waar we aan de ene kant tot tegen het gebouw van de buur bouwen. Wij bouwen hoger dan hen waardoor hun schouw dient opgetrokken te worden voor voldoende trek en afvoer. Tot waar is onze verplichting om deze schoorsteen op te trekken? Zij eisen een volledig gemetste schoorsteen terwijl het technisch perfect mogelijk is om met een inox verlengbuis het hoogteverschil op te lossen. De staat van de schoorsteen zelf is niet schitterend waardoor als wij eventueel zouden metsen, eerst een deel moeten afbreken en herstellen en een volledige nieuwe schouw moeten voorzien. Dat is een extra kost voor onze bouwheer, tenzij ook de buur in de kosten zou delen. Zijn wij verplicht om uit te voeren als een gemetste schoorsteen? 1. In het befaamde “schoorsteenarrest” besliste het Hof van Cassatie dat ook schade die ontstaat zonder fout, naar aanleiding van de verbreking van het evenwicht tussen twee panden, moet worden vergoed door de eigenaar die het evenwicht verbreekt. Concreet in dit arrest : hij die een hoger gebouw optrekt en daardoor de trek van de schouw van een aanpalend pand wegneemt, veroorzaakt schade aan het bestaande naastliggende pand (verbreekt het evenwicht) en moet die schade compenseren. De compensatie bestaat in het vergoeden van de kost om de schouw van het naastliggend gebouw mee boven het dak van het hoogste gebouw te brengen. De compensatieverplichting bestaat in hoofde van de bouwheer van het hogere gebouw. Het is die bouwheer die een bestaand evenwicht verbreekt. Men spreekt van de foutloze hinder uit nabuurschap die moet worden gecompenseerd. 2. Bij het ‘schoorsteenprobleem’ wordt nog weinig compensatie in geld betaald. Doorgaans spreekt de bouwheer van het hogere gebouw met zijn buur af dat hij zelf, naar aanleiding van zijn bouwwerken, de schouw mee optrekt tot boven het dak van het hogere gebouw. Dit bespaart, doordat de aannemer op de werf gelijktijdig het werk mee uitvoert en daardoor voor een compensatie in natura zorgt, dan wel verhindert dat de (te compenseren) schade bij het lagere aanpalende pand zich zal voordoen. 3. De vraag is hoe het optrekken van die schouw dient te gebeuren. De bouwheer moet bouwwerken uitvoeren op het eigendom van de aanpalende gebuur. De toestemming van de aanpalende buur is nodig om op zijn eigendom/pand werken uit te voeren. Indien die buur niet akkoord gaat dat er een inox verlengbuis op zijn schouw wordt geplaatst, dan zal de bouwheer zich daar moeten bij neerleggen. Er zijn dan m.i. 2 mogelijkheden. Ofwel trekt de bouwheer de schouw op in baksteen, zoals de eigenaar van het naastliggend pand dat vraagt, ofwel betaalt de bouwheer een compensatie in geld die de buur in staat moet stellen zelf zijn schouw op te trekken. Vraag zal dan zijn of die compensatie – indien de rechter daarover

moet beslissen – de kostprijs zal zijn van de goedkoopste oplossing (buis in inox) dan wel die van de duurdere en degelijke oplossing, meer bepaald een schouw verder opgetrokken in baksteen. Naar mijn aanvoelen zal – in geval van procedure daarover – de rechter beslissen dat de buur recht heeft op het optrekken van zijn schouw in baksteen. De bestaande schouw is in baksteen, zodat de aanpalende buur logischerwijze recht heeft op het optrekken van de schouw in hetzelfde materiaal. Ik heb een precedent in mijn praktijk, waar de bouwheer van het hoger opgetrokken gebouw de schouw met vezelcementpijpen pijpen had verlengd, zonder toestemming van de buur. De eigenaar van het lagere buurgebouw was daarmee niet akkoord. Hij kreeg een compensatie om die verlenging door een bakstenen schouw te vervangen. Ik vrees daarbij ook dat de bouwheer ook de kost zal moeten dragen om de slechte toestand van het bestaande schouwgedeelte voor zijn rekening te nemen. Eventueel kan hij onderhandelen met de eigenaar van het lagere pand dat die daartoe een deel van de kost voor zijn rekening neemt, doch m.i. kan dit niet afgedwongen worden. 4. Mijn advies : de bouwheer schikt zich het best naar de wens van de eigenaar van het naastliggend pand (om werken aan diens pand uit te voeren) en trekt gelijktijdig met zijn werken de schouw van het naastliggend pand technisch correct in baksteen op. Best maakt hij daarover voorafgaand een schriftelijk akkoord. De bouwheer kan trachten een bijdrage van de eigenaar van het lagere naastliggend pand te vragen, in zoverre de bouwwerken ook het heropmetsen van de bestaande schouw inhouden. M.i. heeft hij echter geen mogelijkheid om kosten die hij daartoe maakt van de bouwheer van het naastliggend pand terug te vorderen indien hij het zelf doet. Mr. Dirk Erreygers, GSJ Advocaten

Kan er na de voorlopige oplevering nog een boete aan de aannemer gevraagd worden omwille van vertraging? In het contract is het volgende opgenomen: “Onverminderd art.10 zal elke vertraging van de aannemer inzake de voorziene termijnen, fasering en opeenvolging der werken ambtshalve en zonder voorafgaandelijke ingebrekestelling leiden tot een boete die, per kalenderdag vertraging, bepaald is op 1/3.000ste van de totale waarde van de uitvoeringsovereenkomst.” Hierover kan discussie bestaan. Er zal nazicht gedaan moeten worden van de concrete stukken van het dossier. Een bepaalde strekking binnen de rechtspraak en rechtsleer is van mening dat de aanvaarding (die dan zou moeten blijken uit de voorlopige oplevering) de laattijdigheid van de werken dekt en

daarenboven zelfs een afstand inhoudt van het recht van de bouwheer om zich op de contractueel voorziene verwijlbedingen te beroepen. Evenwel lijkt hiermee slechts akkoord te kunnen worden gegaan in de mate dat de aanvaarding op dit vlak is gebeurd zonder enig voorbehoud en indien eventuele ingebrekestellingen of andere wilsuitingen van de bouwheer niet in andere zin wijzen (zie W. GOOSSENS, Aanneming van werk: het gemeenrechtelijk dienstencontract, Brugge, Die Keure, 2003, p. 998). De concrete houding van de bouwheer met betrekking tot enige vertraging zal derhalve moeten worden nagegaan. Zo stelt zich de vraag of er voorafgaand aan de voorlopige opleveringen ingebrekestellingen zijn verstuurd aan de aannemer met betrekking tot een vertraging. Ook de inhoud van het eventueel PV van voorlopige oplevering kan van belang zijn.

deze “unieke” TMB bij aanvang van de slopingswerken zal geschieden. Ik heb begrepen dat de openbare opdrachtgever een veiligheids- en gezondheidscoördinator voor het geheel van het project heeft aangesteld. Het VGP dat hij heeft opgesteld is per definitie op alle bouwactiviteiten, slopingswerken inbegrepen, van toepassing. Dit VGP kan in de aanvankelijke fase waarbij enkel maar de slopingswerken worden aangevat, uiteraard reeds dienst doen. Het VGP is evolutief en moet desgevallend worden geactualiseerd. Indien men na de slopingswerken nog in de ontwerpfase zit, dan is het zeer te veronderstellen dat dit VGP zal worden geactualiseerd en men hier verder geen gewag meer van afbraakwerken zal maken. Jean-Pierre Van Lier, Voorzitter VC-CS, nationale beroepsvereniging van veiligheidscoördinatoren

Mr. Joris Wouters, GSJ Advocaten

De bouwheer is een openbaar bestuur en heeft mij de opdracht gegeven voor een nieuwbouw met sloping van bestaande rijwoningen. Omdat het aanbestedingsdossier in opmaak is, is er al een veiligheids- en gezondheidsplan (VGP) opgemaakt door de veiligheidscoördinator voor het volledige dossier. Nu wil het openbaar bestuur dat, omwille van de veiligheid op het openbaar domein, bovenvermelde oude rijwoningen zo vlug mogelijk gesloopt worden. Het vraagt om een apart slopingsdossier voor open aanbesteding op te maken. De open aanbesteding voor de nieuwbouw zal dan later gebeuren, in een tweede fase. Dient er een VGP bij het aanbestedingsdossier slopingswerken gevoegd te worden? De sloop betreft louter de rijwoningen, het opmaken van een staat van bevindingen, beschermingswerken aan de vrijgekomen wachtgevels e.d. Of kan het reeds opgemaakte VGP (voor sloop en nieuwbouw) bij dit dossier gevoegd te worden ? Of is er hier geen VGP nodig ? Op de vraag of er een VGP bij het aanbestedingsdossier slopingswerken gevoegd moet worden moet men affirmatief antwoorden. Voor deze slopingswerken moet inderdaad VGP worden opgezet. Dit houdt de redactie en verspreiding van een VGP in. Dit plan moet noodzakelijkerwijze in ontwerpfase worden opgesteld en mee met de prijsaanvragen naar de kandidaat aannemers voor afbraakwerken worden verzonden. De aangehaalde sloopwerken worden hier als onderdeel van het project beschouwd. Het is één en dezelfde “Tijdelijke of Mobiele Bouwplaats”. Men moet er vanuit gaan dat de werfmelding voor

We gebruiken het programma Dropbox (een clouddienst voor het online opslaan van bestanden, nvdr) om plannen met aannemers en leveranciers uit te wisselen. Daar kan persoonlijke informatie instaan, zoals hoe iemand woont en leeft en welke ruimtes die allemaal heeft. Mag deze clouddienst nog gebruikt worden als de GDPR (General Data Protection Regulation (GDPR) of Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG), vanaf 25 mei 2018 van kracht in elke onderneming in Europa, nvdr) van kracht is? Dropbox is enkel veilig als je een contract afsluit en ervoor betaalt. Het is dus belangrijk dat je altijd goed nagaat op welke manier het systeem beveiligd is. Je moet altijd goed controleren wat je provider of softwareleverancier precies aanbiedt en of het dus beveiligd is of niet. Zeker als er persoonlijke of gevoelige informatie moet uitgewisseld worden, is het cruciaal dat dit op een beveiligde en dus geëncrypteerde manier gebeurt. Dhr. Debeuckelaere, Voorzitter van de Privacycommissie

Anne-Laure Nuytten Ir.-arch. Anne-Laure Nuytten coördineert de helpdesk van NAV. Eerstelijnsvragen stelt u best via het formulier op www.nav.be of per mail op helpdesk@nav.be

Julie Alboort Ir.-arch. Julie Alboort is coördinator van de studiedienst van NAV met een specialisatie in waterrobuust en waterbewust bouwen. U kan haar bereiken via julie.alboort@nav.be


PUB CONGRES

GEBERIT PLUVIA

LET IT RAIN! SUPERIEURE HEMELWATERAFVOER

NIEU

W

ij dank z n e r e t r mon eling Snelle ivergrend aa de dr

Geberit Pluvia voert water op het dak efficiënt en betrouwbaar af. Dit systeem gebruikt minder materiaal en ruimte dan conventionele systemen – nog een reden dus om voor Geberit Pluvia te kiezen. Geberit zet reeds vanaf de ontwerpfase – op basis van een perfecte techniek, innovatieve details en een allesomvattende service – nieuwe normen qua betrouwbaarheid en kosteneffectiviteit. Nu verkrijgbaar met een nieuwe draaiverbinding voor eenvoudige montage en eenvoudig onderhoud. www.geberit.be/Pluvia/nl


PUB MIJN THUIS

Imperium, klassieke kracht

Zijn krachtige, robuuste uitstraling dankt de Imperium gevelsteen aan de unieke kalei-afwerking. De naam ‘Imperium’ verwijst naar het Romeins formaat van de gevelsteen: lang en smal, perfect voor sterk horizontaal gelijnd metselwerk. De steen is geschikt voor zowel traditioneel metselen als voor verlijmen en dunmetselen. Imperium is bovendien verkrijgbaar in Iluzo formaat, waardoor de steen een gelijmde look krijgt terwijl deze toch op de traditionele manier vermetseld wordt. Ontdek de Imperium collectie in onze showrooms in Londerzeel of Kortrijk. Of vraag uw brochure aan via info@wienerberger.be.

www.wienerberger.be

WIE-imperium-ad-277x190-NL.indd 1

08/03/2018 11:13


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.