Auschwitz Bulletin, 2010, nr. 02

Page 1

A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 1


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 2

2 Inhoud

2

Auschwitz Bulletin

Inhoud

14

Herdenken Blijven herdenken / Jacques Grishaver Slachtoffers van Auschwitz / Job Cohen Herdenken houdt de herinnering levend / Jacques Grishaver De bevrijding van Auschwitz, een onvoltooid verleden / Abram de Swaan ‘Nog vele jaren’ / AnneMarie Bremer Muzikale afsluiting van de Auschwitz Herdenking Strijd voor het recht op een menswaardig bestaan / Ronald Leopold Oorlogsgeschiedenis voor jongeren / Gerard Veerkamp

16

Column Gekke Yuval / Simon Soesan

17 18

Cultureel / Boekbespreking Surinaamse Rug, Joodse buik / Bertje Leuw Recent verschenen / Marjon de Klijn

9 18

Berichten Reis-2010 naar concentratiekampen in Polen Theaterproductie ‘Hannie Schaft’

3 4 5 7 8 10 12

Voor de inhoud van de artikelen die ondertekend zijn is alleen de auteur verantwoordelijk. Overname van artikelen is toegestaan, mits met toestemming van de auteur en de redactie.

De activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité worden mede mogelijk gemaakt door het ‘Nationaal Fonds voor Vrijheid en Veteranenzorg’ met middelen uit de ‘BankGiroLoterij’ en de ‘Lotto’. Uw deelname aan deze loterijen wordt daarom van harte aanbevolen

54ste jaargang, nr. 2, mei 2010. Verschijnt 4x per jaar

Herdenken is herinneren De Auschwitz Herdenking 2010, op zondag 31 januari, stond in het teken van 65 jaar bevrijding van het kamp. Een ‘jubileum’ dat tot een bijzondere kleuring van deze herdenking leidde. Het bleek al bij de herdenkingsplechtigheid zelf door de bijzonder grote opkomst van belangstellenden in het park. Ook door het steeds verder gegroeide aantal officiële vertegenwoordigers, zowel nationaal als internationaal, dat aanwezig was om kransen en bloemen op de gebroken spiegels van het monument te leggen. Vervolgens vond aansluitend de jaarlijkse lunchbijeenkomst plaats, die, zoals dat gebruikelijk is om de vijf jaar, deze keer uitgebreid was met een cultureel middagprogramma. En, natuurlijk, hieraan voorafgaand had op de datum van de bevrijdingsdag, 27 januari, de druk bezochte zevende Nooit meer Auschwitz Lezing al plaatsgevonden. Alles tezamen een bijzondere Holocaust Memorial Day 2010 waarvan men alle onderdelen in de bijdragen aan dit nummer terugvindt. ‘Blijven herdenken houdt de herinnering levend’ was het algemene thema. De voorzitter wees er in zijn welkomstwoord in het park op en herhaalde het uitgebreider in zijn jaarrede bij de lunch. Ook de woorden van de Amsterdamse burgemeester stonden in dit teken. En wel zeker werd de noodzaak ervan benadrukt in de rede van Abram de Swaan over de feitelijke onvoltooidheid van de bevrijding van Auschwitz, zelfs na 65 jaar. In de laudatio voor de spreker van de NMA-Lezing was hetzelfde thema via het internationale recht ook al aan de orde geweest. Daarmee is dit nummer nogal gevuld met toespraken. Maar enkele fotopagina’s van de optredende artiesten in het culturele middagprogramma geven tevens de ‘feestelijke sfeer’ weer die bij het herdenken, zeker wanneer bevrijding de aanleiding is, toch ook aanwezig is. Vertellen vanuit de eigen herinnering is een vast punt in dit blad. Vaak betreft het boeken die gerecenseerd worden; nu zijn er ook weer enkele bij. Deze keer is er bovendien aandacht voor het jubileum van een lopend project dat gewijd is aan de overdracht door te vertellen over de eigen oorlogservaringen van ouderen aan de jonge generatie. Het project is bedoeld ter lering en tevens als waarschuwing, maar natuurlijk is het ook weer als een vorm van herdenken te beschouwen. De column gaat over vrije meningsuiting en tot hoever die wel kan gaan in extreme omstandigheden. Wat blijkt? Hier kan het herdenken van de Shoah helpen om individuele haat- en wraakgevoelens tot een positieve actie om te buigen. Een hoopvolle gedachte. – H.S.


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 3

3

Herdenken

Holocaust Memorial Day Welkomstwoord van de voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité bij de herdenking op 31 januari 2010 in het Wertheimpark te Amsterdam

Kinderen van het Talmoed Tora onderwijs van de Liberaal Joodse Gemeente Amsterdam staan klaar om een roos leggen (foto copyright: D.P.H.Spits ©)

Blijven herdenken Jacques Grishaver

W

ij staan hier 65 jaar na de bevrijding van het concentratieen vernietigingskamp Auschwitz. Nog steeds zijn er geen woorden voor. Voor alles wat zich daar heeft afgespeeld. Vijfenzestig jaar. Voor veel mensen klinkt dat als erg lang geleden. Maar voor velen is de oorlog nog heel dichtbij. Zoals voor de vier overlevenden van Auschwitz, die hier vandaag uit naam van alle overlevenden van de kampen een krans zullen leggen. In de levens van de overlevenden en hun nabestaanden is die gruwelijke periode in onze moderne tijd, waarin de massavernietiging van mensen zo meedogenloos plaatsvond, alleen maar om wie zij waren, nog altijd dagelijks aanwezig. De Holocaust werd tot voor kort voornamelijk verbonden met de vernietiging die plaats vond in West- en Midden-Europa. De laatste tijd is ook veel meer bekend geworden over hoe verschrikkelijk de nazi’s in Oost Europa, en vooral in de Baltische landen en Oekraïne, hebben huisgehouden. Miljoenen vonden daar de dood door de kogel en zijn verdwenen in massagraven. Vandaag herdenken wij alle slachtoffers die in alle concentratieen vernietigingskampen zijn vermoord of daar op andere plekken door honger, ziekte of uitputting om het leven zijn gekomen.

Het Nederlands Auschwitz Comité werd in 1956 door overlevenden van Auschwitz opgericht met als doel de herinnering aan deze gruwelijke periode levend te houden èn om te waarschuwen. De leden van het Comité strijden voor een wereld waar geen plaats meer mag zijn voor een nieuw Auschwitz. En zij waken ervoor dat deze misdaden nooit zullen worden vergeten. De internationale hartenkreet ‘Nooit Meer Auschwitz’ heeft het Comité aangenomen bij de oprichting destijds in 1956 en dit motto geldt onverkort tot de dag van vandaag. Auschwitz is het symbool van de Holocaust, de Shoah, het symbool voor al het kwaad en het lijden tijdens het nazibewind. Auschwitz staat ook symbool voor al die andere afgrijselijke plekken waar de vernietigingsmachine op volle toeren draaide: Sobibor, Treblinka, Rava-Ruska en ga zo maar door. ‘Nooit Meer Auschwitz’ wil de bittere lessen van de jaren 19331945 verbinden met de uitdagingen en dreigingen van nu. ‘Nooit Meer Auschwitz’ is een appèl aan de jongere generaties om vorm te geven aan een maatschappij waarin Auschwitz niet meer mogelijk zal zijn en om ontwikkelingen die daar naartoe kunnen leiden, in een vroeg stadium te leren herkennen. U geeft er door uw aanwezigheid hier blijk van het credo van het Nederlands Auschwitz Comité ‘Nooit meer Auschwitz’, en de daarmee onlosmakelijk verbonden waarschuwing, uit te willen dragen en levend te willen houden. Laten we er met zijn allen voor zorgen dat we tot in lengte van dagen slachtoffers van racisme en rassenwaan blijven herdenken. • Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 4

4 Herdenken

Holocaust Memorial Day Toespraak van Burgemeester Job Cohen van Amsterdam bij de Auschwitz Herdenking op zondag 31 januari 2010 bij het ‘spiegelmonument’ Nooit meer Auschwitz in het Wertheimpark te Amsterdam

Slachtoffers van Auschwitz Job Cohen

E

venals in voorgaande jaren zijn we vandaag naar het Wertheimpark in Amsterdam gekomen om samen met familie, vrienden en belangstellenden uit het hele land stil te staan bij de slachtoffers van het concentratiekamp Auschwitz, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Auschwitz staat symbool voor het ultieme kwaad dat de ene mens de andere mens kan aandoen. Auschwitz is en blijft, zoals de Nobelprijswinnaar Imre Kertesz eens schreef, het grootste Europese trauma sinds de kruisiging. Dit trauma zijn we, collectief en individueel, zowel in het persoonlijke als maatschappelijk leven, 65 jaren na de bevrijding van Auschwitz nog steeds bezig te verwerken. We zijn in zekere zin allemaal slachtoffers van Auschwitz – en toch ook weer niet. Slachtoffers. Dat zijn in de eerste plaats de miljoenen mensen, mannen en vrouwen, jong en oud, uit alle beroepen en maatschappelijke geledingen afkomstig, uit alle door de nazi’s bezette landen van Europa, die in het concentratiekamp Auschwitz werden bijeengedreven en daar vervolgens de dood vonden door honger, ziekte, uitputting, medische experimenten en regelrechte moord door vergassing in de gaskamers. De slachtoffers van Auschwitz waren voor het overgrote deel Joden, heel veel Joden, maar ook duizenden Roma en Sinti, Polen, Russische krijgsgevangenen, Jehovagetuigen en politieke tegenstanders van de nazi’s. Op deze dag gedenken wij hen allen in het besef dat al deze mensen unieke individuen waren, met een uniek leven, en tijdens hun leven in lief en leed verbonden met vele andere mensen. Wij blijven met hen verbonden: het waren immers onze vaders en grootvaders, moeders en grootmoeders, broers en zussen, ooms en tantes, neven en nichten, landgenoten en stadgenoten. Slachtoffers. Dat zijn ook de enkele duizenden die de hel en de verschrikkingen van Auschwitz hebben meegemaakt, en die het

Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010

wonderlijk genoeg hebben overleefd. In Nederland is dat een heel kleine groep. Van de meer dan zestigduizend Nederlanders die naar Auschwitz werden getransporteerd, overleefden er slechts vijfhonderd. Zij keerden na de oorlog, vaak na vele omzwervingen, gebroken terug en werden bij thuiskomst geconfronteerd met de totale verwoesting van hun persoonlijke, maatschappelijke en materiële wereld. Voor hen is de Shoah een onheelbare en vaak ondeelbare wond. Auschwitz is altijd en overal – zelfs als er niet over wordt gepraat. Hun aantal wordt met het voortschrijden der jaren kleiner, maar een aantal van hen staat, evenals in vorige jaren, vandaag in ons midden. Uw verhaal en uw ervaringen zijn niet altijd verwoord en gehoord, of pas heel laat, en niet, nauwelijks of moeizaam verwerkt. U weet dat niet alleen uzelf, maar ook uw kinderen en soms zelfs uw kleinkinderen daar onder hebben geleden, en in die zin ook slachtoffer van Auschwitz zijn. Niemand had kunnen denken dat het zo zou lopen en het is wel het laatste wat u had gewild. Auschwitz is, zoals Judith Belinfante zegt, ‘een erfenis die je niet wilt overdragen, maar waaraan je niet kunt ontkomen’. Ik hoop dat de aanwezigheid vandaag van allen, van familie en vrienden, van allen die zich betrokken voelen, u sterkt en u troost. Wie stilstaat bij het enorme leed dat de slachtoffers van Auschwitz is aangedaan, de verwoesting ziet waarmee de overlevenden van Auschwitz werden geconfronteerd, de pijn voelt die tot de dag van vandaag doorgaat en aan de daarop volgende generaties wordt doorgegeven, die ziet tegelijkertijd het wonder hoe die slachtoffers van weleer zich na de Tweede Wereldoorlog hebben herpakt, en zich naar het leven hebben gericht. Ze zijn getrouwd, hebben kinderen gekregen, zijn aan het werk gegaan, maatschappelijk en politiek actief geworden, hebben studies voltooid, carrière gemaakt. Ik zie hoe langzamerhand vele Joodse instituties, zowel religieus als seculier, zich hebben opgericht. Met weinig mensen, veel te weinig, maar met een grote innerlijke kracht. Vijfenzestig jaren na het einde van de oorlog is Amsterdam weer het Nederlandse centrum van een zelfbewust Joods bestaan – en dat doet mijn hart goed. Hitler heeft niet gewonnen. Joden zijn geen slachtoffer meer en moeten dat nooit meer worden. Nooit meer Auschwitz. •


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 5

5

Herdenken

Holocaust Memorial Day Toespraak van de voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité tijdens de lunchbijeenkomst na de Auschwitz Herdenking op 31 januari 2010 in de RAI te Amsterdam

Herdenken houdt de herinnering levend Jacques Grishaver

Band met het verleden Vanmorgen hebben wij in het Wertheimpark, 65 jaar na de bevrijding van Auschwitz op 27 januari 1945, de slachtoffers herdacht van het naziregime. Onder de talrijke aanwezigen waren ook vele officiële vertegenwoordigers. Uit het parlement, uit de regering, namens diverse landen – negentien dit keer – uit provincies, gemeenten en deelraden, uit een grote groep organisaties. En de burgemeester van Amsterdam, Job Cohen, sprak ons, zoals ieder jaar, weer toe. Zij allen geven daarmee aan het belang van onze herdenking te onderschrijven. In de loop der jaren is het aantal deelnemers aan de Stille Tocht vanuit het Stadhuis en de Herdenking in het park sterk gegroeid en de samenstelling is veranderd. Niet alleen neemt het aantal jeugdige en jong volwassen deelnemers toe, maar het is ook zeer hoopgevend, inspirerend en stimulerend dat de aanwezigen duidelijk een doorsnee vormen van onze samenleving. Blijven herdenken houdt de herinnering levend en vormt de basis en de zin om ook op lange termijn deze belangrijke herdenking zeker te stellen. Wij moeten ervoor waken dat de verschrikkingen uit de Tweede Wereldoorlog gebagatelliseerd of zelfs vergeten zullen worden. Gelukkig bevinden er zich nog steeds overlevenden onder ons en hopelijk blijft dat nog lang zo, zeker tot 120 jaar; zij vormen de band met het verleden. Maar eens zal er een tijd aanbreken dat hun verleden nog slechts kan worden vertegenwoordigd door naoorlogse generaties. Naarmate de jaren verstrijken komen de nieuwe lichtingen steeds verder af te staan van de Holocaust; de beleving en de emotionele betrokkenheid zullen daardoor anders worden. Dat is geen verwijt maar een constatering en ook een zorg. De vernietiging van mensen om wie zij waren of omdat zij zich openlijk hebben verzet, mag niet op een zelfde wijze geschiedenis worden als de Tachtigjarige Oorlog. De waarschuwing die uitgaat van de niet te bevatten gruweldaad ‘Auschwitz’

Foto Dirk P.H. Spits ©

mag nooit vergeten worden. Dat is de les die we geleerd hebben. Het Auschwitz Comité ondersteunt iedere actie tot de realisatie daarvan. In het buitenland worden door de Nederlandse overheid sinds enkele jaren in diverse concentratie- en vernietigingskampen plaquettes onthuld en ook zet de overheid zich in voor de renovatie als herdenkingsplaats van het voor Nederland zo belangrijke vernietigingskamp Sobibor. Het Nederlands Auschwitz Comité is samen met de Stichting Sobibor gesprekspartner van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport inzake de herinrichting daarvan.

Namenwand Zoals alom bekend heeft het Auschwitz Comité het initiatief genomen om een Namenwand in Amsterdam te realiseren. Een monument met daarop de 110.000 namen van slachtoffers, waarvan 102.000 Joden, die vermoord zijn in de naziekampen en geen graf hebben. Een monument met een internationale allure, zoals die elders op de wereld ook zijn opgericht, denk aan het Denkmal in Berlijn en het Vietnam Monument in Washington. Een monument dat respect afdwingt. Een monument waar de slachtoffers recht op hebben en dat wij hun willen geven. Een tastbaar monument op een openbare plek, waar mensen ieder moment, 24 uur per dag, naartoe kunnen gaan, om te herdenken, een naam te lezen of aan te raken, een steentje achter te laten, bloemen te leggen, of een kaarsje aan te steken. Juist in een tijd van sterke individualisering is er behoefte aan zo’n monument. Een monument om stil te kunnen staan bij die ene naam die zoveel voor je betekent, die ene naam met nog  Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 6

6

bijna 110.000 keer een andere naam, 110.000 keer een persoon, een mens, die is gedeporteerd en vermoord en nooit een graf heeft gekregen. Het idee van het Auschwitz Comité spreekt heel veel mensen aan. Inmiddels zijn er al meer dan tienduizend steunbetuigingen bij ons binnengekomen. Ook vele maatschappelijke organisaties ondersteunen het plan. Het zal een plek zijn om blijvend te herdenken en om de herinnering levend te houden, want dat mag niet ophouden. Dat mag nooit ophouden! De blijvende plek die aantoont dat zij niet vergeten zijn en nooit vergeten zullen worden. Deze laatste, voor velen inmiddels bekende en gevleugelde woorden, brengen mij bij de in het afgelopen jaar overleden Rabbijn Sonny Herman. Vanaf het begin in 1986 heeft hij onze jaarlijkse reis naar Polen begeleid en daar op zijn eigen wijze invulling aan gegeven. Ook op de Herdenking was hij de man die met zijn sonore stemgeluid op een bijzondere wijze het Jizkor en Kaddisj uitsprak. Tijdens de Nooit Meer Auschwitz-lezing sprak hij als voorzitter van de Commissie van Advies de laudatio uit voor de ontvanger van de Annetje Fels-Kupferschmidt onderscheiding. Hij betekende veel voor het Auschwitz Comité en wij zijn dankbaar voor de vele jaren dat hij zich voor ons heeft ingezet.

Herinnering levend houden De samenstelling van de herdenking verandert jaarlijks. Het aantal deelnemers groeit gestaag. Ook het aantal ambassadeurs dat een krans legt. Dit houdt verband met de International Task Force, een platform waar zich inmiddels bijna dertig landen bij hebben aangesloten en die een uitvloeisel is van de resolutie van de Verenigde Naties in november 2005 om 27 januari uit te roepen tot Holocaust Memorial Day. Veel van de aangesloten landen zijn voormalige Oostbloklanden en het is zeer verheugend dat vele daarvan zich bij ons hebben aangemeld voor de Herdenking. Hun aanwezigheid is van grote waarde omdat daarmee het algemene belang van de Auschwitz Herdenking, als moreel en ethisch ijkpunt in de moderne geschiedenis, erkend en onderschreven wordt. Dat de belangstelling voor herdenken toeneemt om de herinnering levend te houden, merken wij ook aan het aantal aanmeldingen voor de jaarlijkse reis van het comité naar Auschwitz, Majdanek en Sobibor. In het afgelopen jaar hebben wij met een gezelschap van 108 mensen de reis gemaakt. Tijdens de periode van circa tien dagen rondom de Holocaust Memorial Day – met als centraal punt de Auschwitz Herdenking van vandaag – worden in heel Nederland manifestaties gehouden bij herinneringscentra, in musea, op scholen en universiteiten om de Holocaust onder de aandacht te brengen en wordt een link gelegd naar de ontwikkelingen in onze huidige samenleving. De interesse hiervoor is groot en het aantal deelnemende instellingen neemt nog steeds ieder jaar toe. Naar schatting nemen dit jaar 10.000 scholieren en studenten deel aan deze activiteiten. De jaarlijkse Nooit meer Auschwitz-lezing is een vrij jong evenement dat inmiddels voor een grote bijdrage zorgt in ons streven naar continuïteit in het herdenken. Ook afgelopen week was de Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010

lezing, door mevrouw Louise Arbour en de uitreiking aan haar van de Annetje Fels-Kupferschmidt onderscheiding, weer een groot succes. Ieder jaar weer is het een uitdaging om het succes van de voorgaande lezingen te evenaren. Tot nog toe is dat uitstekend gelukt.

Nationale Herdenking Het thema van de Herdenking en van deze middag is: ‘Blijven herdenken houdt de herinnering levend’. Dat houdt ook de verplichting in daar zorg voor te dragen en de continuïteit daarvan te waarborgen. Ons initiatief voor de Namenwand is daar een van. Wij zijn volop in gesprek met de gemeente Amsterdam om de benodigde toestemming daarvoor te krijgen. Dat is niet gemakkelijk. Men zou denken dat de gemeente op zijn minst open zou staan voor dit plan dat uiteindelijk voor haar ook de nodige positieve elementen in zich draagt. Helaas blijkt dat niet zo te zijn. In Nederland blijkt vaak voor een initiatief van een vrijwilligersorganisatie geen gehoor of geld te zijn. Voor plannen van diverse professionele aan de oorlog gerelateerde organisaties blijkt de geldkraan echter open te staan. Naar ons idee is hier sprake van voorkeur en in het slechtste geval van willekeur. Het is dan ook onbegrijpelijk en onacceptabel dat een vrijwilligersorganisatie als het Auschwitz Comité, die qua werkzaamheden en resultaten zeker niet onderdoet voor een betaalde organisatie, hier de dupe van dreigt te worden. Het Auschwitz Comite krijgt veel waardering en het ontvangt van alle kanten morele steun. Ook diverse ministers en staatssecretarissen spreken zich herhaaldelijk lovend uit over ons werk. Maar helaas kunnen wij van alleen morele steun niet bestaan. Zeker in het kader van blijven herdenken om de herinnering levend te houden, dient de Auschwitz Herdenking tot in lengte van dagen te blijven bestaan. De overheid speelt hier een belangrijke rol in. Zij kan ervoor zorgen dat de Auschwitz Herdenking voorgoed op de kaart komt te staan door deze herdenking, net zoals de Nationale Herdenking van 4 mei en de Indië Herdenking op 15 augustus, officieel de status te geven van een Nationale Herdenking. Dit impliceert een vaste financiële ondersteuning. We hopen in dit streven de steun te krijgen van de Joodse gemeenschap en met name van het CJO, het Centraal Joods Overleg, dat - ook volgens het idee van het Auschwitz Comité terecht bezwaar maakt tegen de veralgemenisering van de Nationale Herdenking op 4 mei en het volledig in de anonimiteit onderschuiven van de Holocaust. Het streven is om op één of andere manier tijdens de Nationale Herdenking meer aandacht te schenken aan deze slachtoffers. Het CJO staat daar niet alleen in. Ook de verzetsorganisaties menen dat met de veralgemenisering de kern waarvoor de Nationale Herdenking in het leven is geroepen uit het oog is verloren. Wij richten ons nu tot het CJO om samen met het Nederlands Auschwitz Comité ernaar te streven dat de Auschwitz Herdenking als Nationale Herdenking wordt erkend en dat de onderbelichting op 4 mei ruimschoots kan worden gecompenseerd met onze eigen Auschwitz Herdenking. •


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 7

7

Herdenken

Holocaust Memorial Day Tekst van de rede die prof.dr. A. de Swaan hield tijdens het cultureel programma van de Auschwitz Herdenking op 31 januari 2010 in de RAI te Amsterdam

De bevrijding van Auschwitz, een onvoltooid verleden Abram de Swaan

‘Weet, en vergeet niet!’ Gerard Diels, Het Doornen zeel; Gedichten. Meulenhoff, Amsterdam 1946

D

it is voor mij het moment van een groot persoonlijk verlies. Carrie de Swaan, drieënzestig jaar lang mijn lieve en enige zus is gisteren gestorven. Maar ik hecht eraan toch hier aanwezig te zijn en deel te nemen aan de herdenking van dat onmetelijk grote, gezamenlijke verlies dat wij benoemen met de naam van het vernietigingskamp Auschwitz.

Alsof de herinnering ons inhaalt De bevrijding van Auschwitz is nu 65 jaar geleden, een mensenleven. Na al die jaren is de moord op de Joden en op zoveel andere mensen niet weggezakt in een onbestemd verleden. Het lijkt integendeel steeds korter geleden, alsof de herinnering ons inhaalt. Alsof wij nu pas kunnen stilstaan en omzien en de rekening opmaken van zoveel levens en zoveel idealen die toen kapot gemaakt zijn. Auschwitz was maar een onderdeel van de enorme moordpartij die de nazi’s en hun vele, vele handlangers hebben voltrokken. Belzec, Sobibor, Majdanek. Treblinka … dat zijn de plaatsnamen in een lange rij van oorden waar talloze mensen zijn vermoord. ‘De bevrijding van Auschtwitz’: was het maar waar dat wij toen in januari 1945 van Auschwitz voorgoed bevrijd zijn. Het was het begin van een bevrijding. Na al die jaren proberen wij nog steeds ons van dat feit, van die feiten te bevrijden. ‘Dat nooit meer’. Maar het is met andere mensen, soms op een andere schaal, soms met andere middelen, opnieuw gebeurd, telkens weer. Het Sovjet imperium is alweer twintig jaar geleden ineengezakt, maar zij daar en wij hier, wij allemaal dus, moeten nog beginnen ons rekenschap te geven van wat ginds gebeurd is en bovendien rekenschap te eisen van de daders. Nog verder

Foto Dirk P.H. Spits ©

naar het Oosten is zelfs van openbare herinnering aan de verschrikkingen die zich ginds, nog niet zo lang geleden, afspeelden geen sprake. Daar moet ieder voor zich, in het verborgene, het verleden proberen te verwerken. Ik ga niet verder met een opsomming van gruweldaden die zich sinds Auschwitz in de wereld hebben afgespeeld, ik laat dat liever aan ieders persoonlijke boekhouding over. De bevrijding van Auschwitz is vijfenzestig jaar geleden begonnen. De verwerking van dat verleden is op gang gekomen. De overlevenden en de getuigen hebben hun herinneringen te boek gesteld. Historici hebben de bronnen uitgekamd en getracht een overzicht te geven van wat daar toen gebeurd is. Er zijn grote processen geweest waarin de misdaden zijn vastgesteld en sommige schuldigen zijn bestraft. Dat is al heel veel. Pas als we begrijpen hoe dat heeft kunnen gebeuren en pas als we weten hoe dat voortaan te voorkomen is, pas dan zijn we er vrij van. Pas dan kunnen we zeggen, 'Nooit meer Auschwitz' als een slotzin, eens en vooral. Maar zo is het niet: ‘nooit meer Auschwitz’ is niet een conclusie, het is een opdracht die nog niet volbracht is.

Het volstrekte kwaad De nazi-moord op de Joden is het absolute nulpunt in de geschiedenis van de mensheid. Erger kon het niet, erger kan het niet. Auschwitz is de naam van een vernietigingskamp en het  Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 8

8

is de verzamelnaam voor de vernietiging die in die jaren is voltrokken. Het is, het is niet anders, de naam van het kwaad. Niemand die terugdenkt aan de twintigste eeuw kan ontkennen dat het kwaad bestond en bestaat. Het nationaal socialisme was dat volstrekte kwaad. Wij hebben niet de toereikende middelen om dat kwaad te begrijpen en te verklaren, en belangrijker nog, we zijn niet eens goed in staat het effectief te bestrijden. Wij weten nu veel meer dan toen. We kennen heel veel feiten, we weten iets van de historische omstandigheden die tot zulke misdaden kunnen leiden. We begrijpen beter welke doctrines de kiem van haat en moorddadigheid kunnen verspreiden. Iedere keer dat we proberen daar iets over te zeggen komen we terug bij Auschwitz, de naam van dat ene onmetelijke feit, de verzamelnaam voor zovele, ontelbare feiten. De moord op de Joden was het absolute nulpunt in de geschiedenis van de mensheid, maar het was niet het enige dieptepunt. Er zijn massamoorden aan voorafgegaan, en erger nog, er zijn ook massamoorden op gevolgd. Willen wij daar toch iets over kunnen zeggen, dan moeten we proberen een zo getrouw mogelijke historische reconstructie te maken. Maar dat alleen al is een weerzinwekkende opgave. Wie wil dat? En wie kan eraan ontkomen zonder ziende blind te willen blijven en horende doof.

Moedig en humaan Sommigen van ons hebben gedacht dat de kerk, het geloof, zulke wandaden zou kunnen voorkomen. Maar dat bleek niet zo te zijn. Er waren gelovigen die moedig waren en menselijk. Jolande Withuis heeft een prachtig boek geschreven over Pim Boelaard, een held, niet alleen in de gewapende strijd, maar vooral een morele held voor zijn medegevangenen in de kampen Natzweiler en Dachau. Maar er waren ook gelovige mensen die zich verschrikkelijk misdragen hebben, ondanks of zelfs vanwege hun religieuze overtuiging. De meeste misdadigers hadden een godsdienstige achtergrond.

‘Nog vele jaren’

Anderen hadden gehoopt dat het atheïsme zulk fanatisme zou kunnen bestrijden en er zijn talloze ongelovigen geweest die zich moedig en menselijk gedragen hebben. Maar het Nazisme en ook het Bolsjewisme en Maoïsme waren atheïstische doctrines. Sommigen hoopten dat de waarden van de Verlichting een dam zouden opwerpen tegen de waanzin, maar even zo goed werden leerstellingen uit de Verlichting ingezet om de isolatie en de vernietiging van de Joden goed te praten. Zelfs een houding van gematigdheid en verdraagzaamheid was geen waarborg tegen het kwaad, want al te makkelijk kon die instelling vervallen tot onverschilligheid, dadeloosheid en medeplichtigheid. Resten twee eigenschappen, twee idealen: die van moed en van menselijkheid, niet elk afzonderlijk, maar samen, moedig èn humaan. Waar moet iemand die deugden vandaan halen, wanneer weet je dat het tijd is om je eigen bestaan op het spel te zetten voor je medemensen en hoe moet je dat dan doen, en wat moet je dan doen? Sommige mensen begrepen dat op het juiste moment, maakten de goede keuze en deden wat hun te doen stond. Zonder zulke mensen stond ik hier niet, en zonder zulke mensen waren heel veel van ons er niet geweest. We dachten dat de beulen en de moordenaars beestmensen waren, geesteszieke sadisten en perverten. Maar dat bleek achteraf meestal niet zo te zijn. Het waren in veel gevallen zorgzame huisvaders, aardige collega’s. En telkens weer keert die ene zin terug: de meesten van ons die nu leven, zouden onder dezelfde omstandigheden wellicht het zelfde beulswerk gedaan hebben. Ik weet niet of dat waar is. Maar ik heb weinig argumenten om het te ontkennen. We kunnen de mensen die toen moedig en humaan geweest zijn eren en, beter nog, als voorbeeld kiezen ter navolging. En we kunnen de mensen die zich toen misdragen hebben beschouwen als afschrikwekkend voorbeeld, om te weten hoe het in elk geval niet moet.

De grootste misdaad Auschwitz, als naam en als verzamelnaam voor de vernietiging

‘Nog vele jaren.’ Ik word gekust op beide wangen. Hoor ik het goed? ‘Wat zeg je nou?’ vraag ik. ‘Nog vele jaren. Ik wens je nog vele jaren van gezondheid, zodat je nog vele jaren deze dag kan herhalen en nog vele jaren de namen kan noemen.’ Auschwitz, 3 november 2009. Met de brandende kaarsjes in onze handen lopen we naar buiten. Zojuist hebben we voor de eerste keer deze reis de namen genoemd. Ik ook. Voor het eerst klonken de namen van mijn opa en oma, van mijn ooms en tantes, van mijn neefjes en nichtjes, van het baby’tje dat in Westerbork was geboren. Hardop. Verbonden met hen. Het is inmiddels donker buiten. De kaarsjes zetten we bij het monument met de tekst van Chaim Herzog: my sorrow is continually before me. Wat vreemd sta ik tussen alle anderen. Zoveel gevoel:

verdriet, onbegrip. Zoveel gemis. Eenzaamheid, maar ook verbondenheid. Een blik, een hand op mijn arm. ‘Goh’. ‘Ja’. Een zucht. Het koelt snel af, de wind blaast koud tegen mijn gezicht. Een prettig gevoel fris aan mijn huid. Ik zie de contouren van het prikkeldraad, loop langs de barakken richting uitgang. Ik loop eruit. Ik leef. In de bus is het behaaglijk warm. Naast mij zit een heel aardige vrouw die ik net 24 uur ken en die al zo vertrouwd voelt. We kijken elkaar aan, hebben niet zoveel woorden, maar wat is het prettig om zo naast elkaar te zitten. Ik heb nog een appel en neem een hap. Heerlijk. Al mijn gevoelens zijn uitvergroot. Mijn verdriet, mijn kwaadheid, mijn gemis, mijn geraaktheid door anderen, mijn smaak, mijn liefde, mijn genieten. ‘Nog vele jaren’ klinkt het in mijn hoofd. Ja, nog heel veel jaren. Heel secuur, heel bewust. Want het leven is te waardevol om er een rotzooitje van te maken. – AnneMarie Bremer

Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010

AnneMarie Bremer nam deel aan de Polenreis 2009.


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 9

9

van de Joden en van zovele andere mensen duidt op de grootste misdaad uit de geschiedenis, het is een naam voor het absolute nulpunt in de geschiedenis van de mensen. Maar een absoluut nulpunt is het uiterste dieptepunt op een schaal van kwaden. Er waren andere massamisdaden die daaraan afgemeten moeten worden. En ook Auschwitz is alleen te begrijpen door wat daar gebeurd is te vergelijken met andere dieptepunten in het mensenbestaan. Vergelijken betekent helemaal niet gelijkstellen. Integendeel. Vergelijken betekent de overeenkomsten èn de verschillen vaststellen, met pijnlijke nauwkeurigheid, met even pijnlijke afstandelijkheid. Die pijn komt van de betrokkenheid. De vernietiging van de Europese Joden en van zoveel andere mensen door de nazi’s en hun handlangers was het absolute kwaad. In die zin was het uniek in de geschiedenis. Maar die uitroeiing stond niet op zichzelf, er zijn andere verschrikkingen geweest, die daar in sommige opzichten op leken en in andere opzichten van verschilden. Er zijn auteurs als Jacques Semelin, Michael Mann en Ton Zwaan, om drie recente voorbeelden te noemen, die proberen die verschillen en overeenkomsten te ordenen en trachten vast te stellen onder welke omstandigheden genocides kunnen plaats vinden. Ik ga hun bevindingen hier niet samenvatten. Ze zijn heel waardevol en ook heel onvolkomen.

Leren van Auschwitz Wat is er te leren van Auschwitz, als naam voor een feit en verzamelnaam voor zovele feiten? Ik denk dat de lessen die de nabestaanden eruit getrokken hebben twee kanten op gegaan zijn. De Shoah heeft sommigen bewogen om terug te gaan tot hun Joods erfgoed, om te zoeken naar datgene wat Joden door de eeuwen heeft geïnspireerd en bijeengehouden. Zij hebben teruggegrepen op het Joodse geloof, of zij hebben de aansluiting gevonden bij een recenter Joods ideaal, het zionisme… Ik begrijp dat heel goed, al te goed. Het is niet mijn weg geweest, maar het is nu ook voor mij een ontmoetingspunt. Sommigen, Joden en niet-Joden, hebben een andere conclusie

Polenreis 2010 De reis die het Nederlands Auschwitz Comité jaarlijks organiseert naar de voormalige concentratiekampen Auschwitz, Birkenau, Majdanek en Sobibor zal dit jaar plaatsvinden van maandag 1 november t/m zaterdag 6 november 2010. De reissom bedraagt € 895,- per persoon op basis van een tweepersoonskamer. Een eenpersoons kamer is beperkt mogelijk met bijbetaling van € 175,-. De prijs is inclusief vliegreis Amsterdam-Warschau v.v., luchthavenbelasting, vervoer per luxe touringcar (waarin roken NIET is toegestaan), verblijf in uitstekende hotels in Warschau, Krakow en Lublin, alle maaltijden gedurende de reis en toegangsprijzen van musea. N.B.: Deze prijsopgave is onder voorbehoud van gelijkblijvende hotel- en vliegtarieven.

getrokken. De vernietiging van de Joden en van al die andere mensen was een misdaad tegen de mensheid en tegen de menselijkheid. Hun conclusie kan alleen maar zijn dat zij zich inzetten voor idealen die gelden voor alle mensen die nu leven en die nog zullen leven. Daarmee is hooguit een richting aangegeven, maar daarmee is nog lang niet genoeg gezegd. Als iemand zich bekent tot de idealen van een groep, van een volk, een geloofsgemeenschap, is er voor zo’n groepsideaal één doorslaggevende toets: wat houdt dat groepsideaal in voor alle andere mensen, die niet horen tot de groep? Dat het groepsideaal het beste voorheeft met de eigen groepering spreekt vanzelf, maar wat houdt het in voor de omgang met andere groeperingen? Dat is het beslissende criterium. De bevrijding van Auschwitz is vijfenzestig jaar geleden begonnen en is nog steeds gaande, nog steeds onvoltooid. Zonder haat en zonder woede gaat het niet. Maar dan zijn we er nog niet mee klaar. Zonder wraak en zonder wrekende gerechtigheid gaat het ook niet. Ook daarmee zijn we nog niet klaar. Zonder solidariteit met de mensen die vandaag de dag vervolgd en vermoord worden gaat het evenmin. We zijn nog steeds niet klaar. Is er dan geen uiteindelijke bevrijding in zicht? Nee. Maar een vorm van verwerking van het verleden is mogelijk. Wat blijft is de rouw voor de slachtoffers en hun nabestaanden. Mogelijk is er ook berouw bij sommige daders en hun medeplichtigen. Rouw en berouw zijn gestalten van verdriet. Wat beklijft is het verdriet om al die mensen die vernietigd zijn, om de levens die voorgoed kapot gemaakt zijn, maar ook verdriet om al die verwachting, om al die goede hoop, en al dat vertrouwen dat teloor gegaan is. Dat is het onafzienbaar verlies dat benoemd wordt met de naam Auschwitz, de verzamelnaam. Met verdriet kun je leven. Of nog anders: zonder verdriet kun je niet leven. Dan ben je een leeghoofd, iemand die niet weet waar die was, wie die voor zich heeft, wat verloren is gegaan en dus wat nu nog van waarde is. Dat verdriet is en blijft, maar het is niet ondragelijk. Het is samen dragelijk. Vandaar dat wij hier zijn. •

Belangstellenden kunnen zich schriftelijk opgeven bij: Nederlands Auschwitz Comité t.a.v. De heer J. Grishaver Postbus 74131 1070 BC Amsterdam fax: 020-6003455 e-mail: info@auschwitz.nl Opgave kan met de in dit blad opgenomen aanmeldingskaart Er is slechts een beperkt aantal plaatsen beschikbaar. Aanmelding betekent derhalve niet automatisch dat u deel kunt nemen aan de reis. Voor eventuele nadere informatie kunt u contact opnemen met Jacques Grishaver, telefoon 06 54 606 290. Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 10

10 H e r d e n k e n

Holocaust Memorial Day

Waardige en muzikale afsluiting van de Auschwitz Herdenking

A

(foto’s copyright: D.P.H.Spits ©) De Holocaust Memorial Day / Auschwitz Herdenking werd op 31 januari 2010 in de RAI waardig en muzikaal afgesloten met een middagprogramma waarin een keur aan topartiesten optrad. De middag werd geopend met een toespraak door prof.dr. Abram de Swaan (p. 7-9) en daarna – aangekondigd door Dieuwertje

B

Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010

Blok (A) – betraden voor het muzikale gedeelte achtereenvolgens Ernst Daniël Smid (C), Lisa Weiss en haar ensemble (D), Doron Peper en het Carmel Quintet (F), Liesbeth List (E) en Maarten Peters (B) het podium. Tekst en foto’s op deze bladzijden getuigen van de indrukwekkende middag. •


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 11

C

E

11

D

F

Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 12

12 H e r d e n k e n

Holocaust Memorial Day Uitreiking van de Annetje Fels-Kupferschmidt onderscheiding aan Louise Arbour ter gelegenheid van de zevende Nooit meer Auschwitz Lezing op 27 januari 2010 in Amsterdam. De laudatio werd uitgesproken door de directeur van de Pensioen- en Uitkeringsraad.

Strijd voor het recht op een menswaardig bestaan Ronald Leopold

‘Recht’ in barak 11 Barak 11 van het Stammlager van Auschwitz, ook bekend als Auschwitz I, staat in de verste uithoek van het kamp. Het is een rechthoekig, stenen gebouw zoals alle andere barakken van het kamp, met een lange centrale gang en een trap naar een kelder. In die kelder zijn de cellen gehuisvest, want barak 11 was de gevangenenbarak. In barak 11 heeft ook een rechtbank gefunctioneerd. De ruimte, waarin de rechtbank zitting hield, is een grote kamer, die uitkijkt op een binnenplaats en op barak 10, waar medische experimenten op gevangenen werden toegepast. Dat was het uitzicht van de gevangene die terechtstond. De aanklagers en rechters zaten met de rug naar het raam, aan een lange tafel. De griffier zat naar alle waarschijnlijkheid aan de kop, om de zittingen en de vonnissen goed vast te leggen en te administreren. Het zal niet verrassen, dat in 90% van de zaken de doodstraf werd opgelegd. Het vonnis werd meteen voltrokken door een vuurpeloton op de binnenplaats, tegen de zogeheten Dodenmuur. Schnellgericht, heet dat in goed Duits. Later werd zelfs die moeite niet meer genomen en werden de executies in de belendende ruimte uitgevoerd. Wie, net als ik ruim drie maanden geleden, in barak 11 staat en vanuit de gang de kamer van de rechtbank in kijkt, wordt niet alleen lamgeslagen door gruwelijkheid, maar ook getroffen door raadsels. Welke ratio schuilde achter de 10%, die niet ter dood werd veroordeeld? Welke zorgvuldigheid werd hier door de rechtbank nagestreefd? Welke legaliteit heeft hier geheerst? Waarom rechtspraak in het hart van een dodenfabriek, van de Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010

hel op aarde? Want wie niet ter dood werd veroordeeld crepeerde of werd industrieel vermoord. Het zijn de woorden van Primo Levi die, als zo vaak, door mijn hoofd schieten: het enige wat je moest doen om dood te gaan was de kampvoorschriften opvolgen en niets anders eten dan je rantsoen. Dan ging het vanzelf.

Beschaving In de oneindige hoeveelheid boeken, films en ander documentatiemateriaal over de Shoah kom je regelmatig het begrip ‘beschaving’ tegen. Meestal is dat in de context van de eindeloos herhaalde, maar nog altijd relevante hoe-vraag: hoe heeft het kunnen gebeuren? Daarbij wordt de veronderstelling gehanteerd, dat beschaving de tegenpool is van barbarij, van misdaden zoals door de nazi’s begaan. Of exacter: dat beschaving en barbarij tegenover elkaar staan, elkaar uitsluiten. Het is maar de vraag of die veronderstelling precies genoeg is. In ieder geval brengt zij ons niet dichter bij een antwoord op de vraag hoe de Shoah heeft kunnen gebeuren. Het Derde Rijk, waarin zo veel gruwelijkheid plaatsvond, leunde tegelijkertijd op de pijlers van wat wij doorgaans als beschaving zien. Zo is van veel nazi’s hun liefde voor de schone kunsten bekend, voor schilderkunst, muziek, literatuur. En wat te denken van de rol van de wetenschap in het Derde Rijk. Natuurlijk was er ongebreidelde haat in het antisemitisme, maar het was vooral ook een zaak van wetenschap om de Shoah te kunnen rechtvaardigen, om de ‘Untermensch’ te kunnen elimineren. En wat valt bij beschaving te denken van het centrale thema van onze bijeenkomst hier: het gebied van het recht? Het Derde Rijk was een rechtstaat met wetgeving en rechtspraak. Niet zo maar moorden in Auschwitz, barak 11, maar via een nette wetstoepassing, met 10% lichtere straffen dan de doodstraf en zelfs een enkele vrijspraak. Barak 11 is het verhaal van de beschaving, van de kunsten, de wetenschap, de rechtstaat, de keurige overheidsbureaucratie, die in staat zijn om eerst uit te sluiten en dan te ontmenselijken, uiteindelijk ook in de letterlijke betekenis van doodmaken. Het is een fundamenteel verhaal voor iedereen die op zoek is naar de mechanismen van het kwaad.

Internationale gemeenschap Ruim twintig jaar na het einde van de oorlog besluit een jonge vrouw in Montreal, Canada, na een klassieke opleiding aan een nonneninternaat, rechten te gaan studeren. In een interview zegt ze, dat het niet een hele doelgerichte keuze was. Ze wist eigenlijk niet goed waar ze aan begon. Ze was een excellente studente, die na haar rechtenstudie snel doordrong tot het hoogste niveau van haar professie. Een succesvolle, glanzende carrière, zo één waar ouders graag over praten als ze het over de kinde-


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 13

13

gebrekkiger. Maar niemand kan de resultaten en de vooruitgang in de afgelopen decennia ontkennen. Wie werkt aan een betere, menswaardiger wereld is zich bewust van de frustratie en machteloosheid, maar concentreert zich op die vooruitgang.

In dienst van het internationaal recht

Louise Arbour met de Annetje Fels-Kupferschmidt onderscheiding in de vorm van een glazen zandloper ‘waarin de tijd stilstaat’ (foto copyright: D.P.H.Spits ©)

ren hebben, over wat ze allemaal hebben bereikt. Succesvol bedoel ik ook in de context van het thema van vandaag: ‘Nooit meer Auschwitz’. Dat klinkt misschien raar, succesvol. Want we kennen allemaal de geschiedenis van de gruwelijkheden en genocides van na de Shoah. We hebben de tekortkomingen gezien van de internationale gemeenschap om die te voorkomen. We hebben machteloos toegekeken hoe onschuldige mensen zijn afgeslacht. En we moeten met lede ogen toezien hoe de daders in veel, ja, in de meeste gevallen nog vrij rondlopen zonder ooit verantwoording te hebben afgelegd van hun daden. Kortom, wie naar de geschiedenis sinds Auschwitz kijkt, moet moeite doen om niet pessimistisch en cynisch te worden. Er is ook een ander verhaal te houden. Dat is het verhaal van een internationale gemeenschap, die is opgestaan uit de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog en zich voor het eerst in de geschiedenis heeft georganiseerd op het fundament van de universele rechten van de mens. Een gemeenschap, die zich inzet om iedereen een menswaardig bestaan te geven door het bevorderen van internationale samenwerking op tal van terreinen, door diplomatie, door internationaal recht en ja, indien onvermijdelijk, ook door het gebruik van geweld. Natuurlijk, het instrumentarium is verre van perfect, de toepassing ervan vaak nog

De eerbiedwaardige carrière van onze laureaat van vandaag biedt ons een blik op de verschillende manieren, waarop de internationale gemeenschap zich inzet voor ‘Nooit meer Auschwitz’. In 1996 werd Louise Arbour benoemd als hoofdaanklager bij de Internationale Straftribunalen voor het voormalige Joegoslavië en Rwanda. Die tribunalen waren een mijlpaal in de geschiedenis van het internationale strafrecht. Het waren de eerste internationale tribunalen sinds Neurenberg en Tokyo. Als hoofdaanklaagster liet zij in 1999 Slobodan Milosevic arresteren en stelde ze hem in staat van beschuldiging. Met de nieuwe tribunalen weten oorlogsmisdadigers, dat ze niet meer ongestraft kunnen wegkomen. In 2004 werd Louise Arbour benoemd tot Hoge Commissaris voor de Mensenrechten van de Verenigde Naties. Na haar juridische functies moest ze wisselen van modus operandi: van oordeel, vonnis en straf naar het politieke handwerk van lobby en morele overtuiging. Maar wat hetzelfde bleef was haar doel een bijdrage te leveren aan een betere, veiliger en vreedzamer wereld. Tegelijkertijd idealistisch en realistisch vervulde ze de functie op een voor haar kenmerkende manier, met het accent meer op daden dan op woorden en vaker te vinden tussen de mensen die het aangaat dan in haar comfortabele kamer in Geneve met prachtig uitzicht op het meer en de bergen. En nu, sinds 2009, is zij voorzitter en Chief Executive Officer (CEO) van de International Crisis Group, een onafhankelijke, non-gouvernementele organisatie, die zich bezighoudt met het voorkomen van conflicten of van de uitbreiding ervan. Het is een logische stap in de carrière van een vrouw, die haar professionele leven heeft gewijd aan de inspanningen van de internationale gemeenschap om een betere wereld tot stand te brengen. In haar loopbaan komen mensenrechten, internationaal recht en internationale politiek samen. Op al die terreinen heeft zij een vooraanstaande rol gespeeld in de vooruitgang, die in de afgelopen decennia is geboekt. Als ik dus eerder haar carrière als succesvol heb bestempeld, dan is dat ook bedoeld als een kwalificatie voor wat een individu kan doen om anderen een menswaardiger bestaan te geven. Louise Arbour inspireert ons met haar optimisme, met haar dadendrang, met haar strijd voor het recht op een menswaardig bestaan. Ze geeft ons hoop, als we in barak 11 staan en het allemaal niet zo goed meer weten. Ze geeft ons hoop op ‘Nooit meer Auschwitz’. • Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 14

14 H e r d e n k e n

Oorlogsgeschiedenis voor jongeren Steunpunt Gastsprekers tien jaar Gerard Veerkamp

‘U bent allemaal heel bijzonder. U zorgt ervoor, door uw optredens op scholen, dat jongeren geïnteresseerd raken in de oorlogsgeschiedenis. Dusdanig zelfs dat ze de lessen voorbij vinden vliegen en graag nog meer willen horen. Ik wil u dan ook graag bedanken voor uw inzet om de oorlogsgeschiedenis onder jonge generaties levend te houden.’

D

eze lovende woorden sprak Jet Bussemaker op 11 januari 2010 tot gastsprekers die aangesloten zijn bij het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden. De staatssecretaris van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) was op die dag in Madurodam één van de genodigden op een bijeenkomst in het kader van het tienjarig bestaan van het Steunpunt. Plaats van handeling was Madurodam, de miniatuurstad in Den

Kampoverlevenden/gastsprekers Rita Lensink-Bosman en Micha Schliesser tussen drie leerlingen van het Bonaventuracollege uit Leiden. Zij worden geïnterviewd door Maarten ten Brinke (foto Sake Elzinga)

Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010

Haag, die is genoemd naar militair en verzetsman George John Lionel Maduro. Hij overleed kort na het einde van de Tweede Wereldoorlog in het concentratiekamp Dachau. Maduro’s ouders stelden een beginkapitaal voor de miniatuurstad beschikbaar.

Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden Het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden stimuleert het bezoek van ooggetuigen van de oorlog aan scholen. Bij het Steunpunt, dat is ondergebracht bij het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, zijn ruim tweehonderd gastsprekers aangesloten. Zij vertellen uit eigen ervaring over de Tweede Wereldoorlog of over recente conflicten en vredesmissies. Onder hen bevinden zich ooggetuigen die de Tweede Wereldoorlog in Nederland en Nederlands-Indië hebben meegemaakt. Ook zijn er veteranen aangesloten die bij recentere oorlogen en vredesmissies betrokken zijn geweest. De persoonlijke verhalen van de gastsprekers in de klas bereiken jaarlijks 50.000 leerlingen in het basis-, voortgezet-, hoger en wetenschappelijk onderwijs. Erik Guns, coördinator, legde tijdens zijn inleiding uit waarom ruim tien jaar geleden – op 1 december 1999 – het Steunpunt (‘dat er eigenlijk niet had mogen zijn’) werd ingesteld. ‘Om jonge mensen in aanraking te brengen met ooggetuigen, om te laten zien wat er kan gebeuren als je het recht niet meer in eigen hand hebt’. Dat aantal bereikte jonge mensen bedroeg in het eerste jaar 5.000. Nu is dat vertienvoudigd tot 50.000. Het thema van deze dag luidde Hoe verder? Verschillende gasten keken terug, maar wierpen ook een blik op de toekomst. Eén van hen was Dirk Mulder, directeur van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork en eindverantwoordelijk voor het Steunpunt: ‘De ervaring die in de afgelopen jaren is opgedaan, kan ook gebruikt worden om meer dan tot nu toe andere groepen als gastsprekers op te leiden. Daarbij valt te denken aan Roma en


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 15

15

Sinti, aan veteranen die aan vredesmissies hebben deelgenomen, aan vluchtelingen die in ons land een bestaan hebben opgebouwd of dat trachten te doen. Er is namelijk een ding waar het steeds om draait: we willen kinderen en jongeren duidelijk maken wat een oorlog, wat vervolging in een mensenleven kan betekenen. Dat was en blijft de opdracht van het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II-Heden’.

verblijf in Theresiënstadt. Het vernietigingskamp Sobibor bezocht Hella met Jules Schelvis, die zich met zijn verhaal heel rechtstreeks tot de luisteraar wendt: ‘Ik wil dat. 170.000 anderen overleefden het niet. Zolang het nog kan, vertel ik jou wat hier is gebeurd. Om te voorkomen dat zoiets nog ooit gebeurt. Ik hoop dat je nooit meemaakt, wat ik hier meemaakte. Spreken we af dat we daar samen voor zorgen?’

Nieuwe manieren van overdracht

Onderzoek en toekomst

Interviews. De gastles is inmiddels niet meer de enige manier om persoonlijke verhalen aan scholieren door te geven. De leerlingen kunnen ook via interviews met ooggetuigen zogeheten profielwerkstukken maken. Drie leerlingen van het Bonaventuracollege uit Leiden – Niki Sluijter, Babette Verhagen en Nicoline van Zadelhoff – hadden zo’n werkstuk gemaakt. Hun werkstuk, getiteld Persoonlijke verhalen van Kamp Westerbork, overhandigden ze aan de twee mensen die zij hadden geïnterviewd: de kampoverlevenden Micha Schliesser en Rita Lensink-Bosman. Beiden zijn tevens gastspreker. Zij hebben het erg prettig ervaren om geïnterviewd te worden: ‘Heerlijk in je eigen tuin. Je hebt de tijd. In tweeënhalf uur kun je veel meer kwijt dan in een verhaal van zo’n 25 tot 30 minuten in de klas, gevolgd door de tijd dat kinderen vragen kunnen stellen. Na 55 minuten volgt dan de bel. Les afgelopen. Wegwezen’. Nadeel van het interview voor het profielwerkstuk is wel, dat je daarmee maar twee of drie leerlingen bereikt, terwijl naar de klassikale verhalen van de gastsprekers door veel meer scholieren wordt geluisterd. DVD’s. Er zijn nog meer manieren om de jonge generatie via ooggetuigenverhalen over oorlog en de gevolgen ervan te informeren. Zo liet Esmeralda Böhm, tv-regisseur van onder meer herdenkingsprogramma’s, zien dat ook dvd’s geschikt zijn voor de toekomstige informatieoverdracht. Die hebben als voordeel dat ze niet zoals tv-programma’s in het archief verdwijnen. Zo is op initiatief van het Herinneringscentrum Kamp Westerbork de dvd Leven na de ondergang gemaakt. Dit jaar verschijnt een dvd met interviews van overlevenden uit Nederlands-Indië over de Japanse Bezetting, Bersiap en Dekolonisatieperiode. Esmeralda Böhm liet enkele fragmenten zien en horen uit De oorlog in het paradijs onder andere over het werk van gastspreker Felix Bakker aan de Birma-Siam Spoorlijn: ‘Iedere dag ging je met regen weg, kwam je met regen terug. Moest je doden begraven. Hoorde je geschreeuw, gehuil van de apen, was je moe, uitgeput, hongerig. Je was geen mens meer’. Audiotours. Hella van der Wijst, bekend van het programma De Wandeling bij de KRO, en haar partner Kolijn van Beurden zijn bezig met de ontwikkeling van speciale audiotours ten behoeve van het bezoek aan concentratiekampen in Europa: zo maakten ze met Stien Spier-Pullen een wandeling in Ravensbrück. ‘We moesten hier naakt rondjes rennen, gekeurd als een paard’, laat Stien Spier via een koptelefoon de luisteraar weten. Met Ro Horneman-Leverpoll ging Hella terug naar BergenBelsen (Welkom in de Hel op Aarde). Zij vertelt hoe haar leven daar voor altijd is veranderd. Carla Josephus Jitta ging in op haar

Lies Schneiders, bij bijna alle gastsprekers bekend omdat ze cursussen geeft, deed onderzoek naar de naoorlogse generatie en het gastsprekerschap. Het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden bekijkt momenteel of het mogelijk is om mensen die de oorlog zelf niet meemaakten een gastles te laten geven. Lies Schneiders interviewde hiervoor verschillende gastsprekers en deskundigen op het gebied van het lesgeven over de oorlog: ‘Het merendeel van de geïnterviewden is voor uitbreiding van het Steunpunt met gastsprekers van de naoorlogse generatie. Daarbij zou het moeten gaan om een persoonlijk, emotioneel doorleefd en authentiek verhaal, ingebed in de eigen persoonlijke familiegeschiedenis waar de oorlog een rol in speelt’. Erik Guns maakte aan het eind van de dag de balans op. Hij stond op 1 december 1999 aan de wieg van het Steunpunt en nu, tien jaar later, is hij nog steeds degene die de zaken coördineert. Hij dankte nogmaals de gastsprekers en onderstreepte hun belang: ‘Omdat u als geen ander in staat bent kinderen de kans te bieden van u te leren’. Hij keek tevens terug op een periode van mooie momenten, maar ook van dilemma’s: ‘De eerste jaren was het pionieren, uitvinden, wat de inhoud van de gastles diende te zijn. De nadruk kwam anders te liggen: van ‘geen fascisme, geen discriminatie’ naar het persoonlijke verhaal. Ik denk dat die overstap nodig was’. Een ander dilemma voor het Steunpunt is het feit, dat het moeilijker is om verhalen over de Japanse Bezetting op scholen verteld te krijgen: ‘De belangstelling voor Europa en Azië is niet in balans. Onbekend maakt onbemind. Het is dan ook niet voor niets dat ik in het beleid van het Steunpunt zoveel mogelijk nadruk leg op de aandacht voor de Japanse Bezetting’. Nog een dilemma: een kind van ‘politiek foute’ ouders als gastspreker op scholen. Erik daarover: ‘Er zijn oorlogsgetroffenen die emotioneel geraakt worden, omdat het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden ook een platform voor kinderen van politiek foute ouders is. Die me aanspreken op deze keuze. Hoewel ik hun mening zeer respecteer, hoop ik ook dat ze mijn opvatting respecteren, de opvatting dat dit project een educatief project is waarbij het effect op het kind in de klas centraal staat’. De aanwezigen benadrukten hoe belangrijk ze bijeenkomsten georganiseerd door het Landelijk Steunpunt Gastsprekers WO II - Heden ervaren, al was het alleen al om elkaar te ontmoeten en onderling ervaringen uit te wisselen. •

Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 16

16 C o l u m n

Gekke Yuval Simon Soesan (Haifa – Israel)

H

ij zal ongeveer van mijn leeftijd zijn, Yuval. Zoon van twee Holocaust overlevenden en eens had hij nog een broer. Die broer was in de jaren negentig reserve soldaat die naar huis liftte. Hij kreeg een lift aangeboden en in de wagen zaten drie leden van de Hamas die hem gedurende enkele dagen op een vreselijke manier dood martelden. Nee, dit gaat niet over wraak. Noch gaat het over wat er met deze Hamas leden later is gebeurd of hoe Israel zulke misdadigers altijd wel weet te vinden. Yuval was kapot. Boos. Verslagen. Treurig. Maar Yuval besloot het anders aan te pakken. Waar anderen confrontatie en wraak zoeken, zocht Yuval een verbintenis. Hij wilde weten wat hij voor de Palestijnen kon doen, en nog beter: wat hij voor de Palestijnse kinderen kon doen. Want het moet toch ergens ophouden. En dus besloot hij alles te doen wat hij maar kan om te zorgen dat de volgende generatie Palestijnse kinderen wat minder zou haten. Het is nu vele jaren later. Yuval mist zijn broer nog steeds. Maar hij heeft een vrijwilligersnetwerk opgezet. Dit netwerk haalt Palestijnse kinderen op van de grens en brengt ze naar Israëlische ziekenhuizen voor behandeling. Een andere organisatie zorgt voor het opsporen van (vaak dodelijk) zieke Palestijnse kinderen die in Israel moeten worden behandeld. Yuval en zijn makkers halen en brengen ze. Simpel? Mooi? In het Israel van 2010 mag je alles zeggen. Onlangs stond hij weer bij de grens naar Gaza om een kind met ouders op te vangen en naar een ziekenhuis te krijgen. Het kind had kanker. Tegenstanders van zijn netwerk kwamen op hem af. Een spuugde op de grond. Yuval kreeg van alles naar zijn hoofd geslingerd. Van ‘Arabieren-liefhebber’ tot ‘verrader’. Maar toen iemand hem voor nazi uitvloekte werd het hem even te veel. De lezer moet begrijpen dat de sjo’a erbij halen en het gebruik van ‘nazi’ als scheldwoord niet vreemd is in Israel. Want wij mogen hier alles zeggen. Alles! Politieagenten, die demonstranten (te?) hard aanpakken, worden voor nazi uitgescholden. Ben je tegen de regering en vind je de premier een idioot? Zeg het maar. Parlementsleden hebben elkaar al op de tv voor nazi uitgemaakt. Hier. In Israel. Onze huidige premier stond zestien jaar geleden lachend te wuiven van

Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010

een balkon naar een menigte die met demonstratieborden zwaaide waar een foto van Rabin als nazi op stond. In Nederland kent U ongetwijfeld Artsen zonder Grenzen. Welkom in Israel, hier hebben we democratie zonder grenzen. Yuval werd wit. Het schelden stopte even en de man die hem net nog had uitgescholden voor nazi keek hem onthutst aan. ‘Waar zijn we mee bezig?’, vroeg Yuval zacht. ‘Je helpt terroristen…’, mompelde de man, ‘en terroristen hebben mijn vrouw vermoord.’ Yuval keek nu de man verslagen aan. ‘En terroristen hebben mijn broer vermoord…’, zei hij zacht, ‘Maar dit zijn geen terroristen. En als je ze maar blijft haten, en als we elkaar maar blijven vermoorden, wat voor een toekomst is hier dan?’ ‘Moet je die daar vragen…’, zei de man en hij wuifde naar Gaza. ‘Heb ik gedaan.’, zei Yuval. ‘Ze zeiden dat hun kinderen en onze kinderen de toekomst zijn. En ik wil geloven dat, wanneer ik zo een ziek kind help, dat kind iets anders ziet van ons dan alleen maar oorlog en haat.’ De man keek Yuval aan. Hij haalde zijn schouders op en liep weg. Honderdzestien mannen en vrouwen werken met Yuval samen. Hijzelf woont nabij Haifa en heeft het allemaal mooi georganiseerd: zodra er wordt gebeld is er altijd wel iemand die met de auto naar de grens rijdt en het kind met ouders ophaalt. Weer een andere organisatie zorgt voor de begeleiding en slaapplaatsen. ‘Mijn ouders hebben Auschwitz overleefd. Dat is op zichzelf al een wonder.’, vertelt Yuval. ‘Maar behalve dat te herdenken, wat heel belangrijk is, moeten we ook iets doen met wat al dat geweld ons leert. Haten is gemakkelijk. Maar het laat je met zo’n leeg gevoel achter. Het werkt gewoon niet. En daarom doe ik dit. Ze kunnen me ‘Gekke Yuval’ noemen, maar als ik iets geleerd heb van de sjo’a en van de moord op mijn broer, is het dat het toch ergens moet eindigen. En wat mij betreft eindigt het hier.’ Helaas is ‘het’ nog niet voorbij. Er wordt nog steeds gescholden, de Hamas vuurt nog steeds raketten op ons af en wij schieten dan weer even hard terug. Ergens in Teheran zit een dolle tuinkabouter met atoomwapens te spelen, die hij dankzij Duitsland, Frankrijk, Rusland, Noord-Korea en Nederland in elkaar heeft kunnen knutselen. Hij droomt ervan om ons land van de wereldkaart te vegen. ‘Kanker’ noemt hij ons en alle Europese diplomaten staan in de rij om zijn handje te schudden en om hem te vragen of er anders nog iets was. Intussen gaat Yuval met zijn netwerk achter de échte kankerpatiëntjes aan. En zelfs het feit dat ze Palestijns zijn doet er niet meer toe voor hem. Misschien is Yuval zo gek nog niet? • © Simon Soesan


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 17

Cultureel

17

Boekbespreking

Surinaamse Rug, Joodse buik Bertje Leuw

De rekening opmaken Het lijkt, zei Abram de Swaan in zijn rede bij de laatste Auschwitzherdenking (zie elders in dit nummer), alsof wij nu pas, 65 jaar na de oorlog, kunnen stilstaan en omzien en de rekening opmaken van zoveel levens en zoveel idealen die toen kapot gemaakt zijn. Het is eerder gepoogd om die rekening op te maken. Er zijn boeken verschenen over de Tweede Wereldoorlog, natuurlijk, veel boeken; zowel wetenschappelijke als literaire of autobiografische boeken. Maar er komen er steeds meer bij. De getuigenissen nemen niet af maar toe. De afstand tot het verleden moest, denk ik, groot genoeg worden om de woede, het verdriet, de schaamte te kunnen overzien, teneinde deze te kunnen vatten en weer te geven in woorden, in een boek. Ook het gevoel van noodzakelijkheid om dat te doen neemt toe. Er mag niet vergeten worden, lijken de schrijvers te willen overbrengen, waartoe een beschaafde natie in staat was. Hoe, in een cultureel hoog ontwikkeld werelddeel volstrekt normale mensen andere normale mensen samendreven, deporteerden, uitroeiden. Niet in een gevecht op leven en dood tussen tegenstanders, maar met rationele overwegingen en industriële middelen, tot in detail uitgedacht en uitgevoerd. Het is nog steeds niet te begrijpen hoe het heeft kunnen gebeuren. Volgens mij wordt er ook daardoor nog steeds over geschreven. Recent heeft Wim Egger dat gedaan, in zijn boek Surinaamse Rug, Joodse buik, waarin hij beschrijft hoe zijn zonnige leven als zevenjarige in een opgewekt, harmonieus Surinaams-Joods gezin in een klap voorbij was; verpletterd. Hoe hij reduceerde tot een zombie, vele jaren lang, waardoor hij niets meer voelde. Hoe hij uiteindelijk, stap voor stap, en met behulp van de liefde en van vele jaren therapie, weer ‘mens’ werd. Wim Egger geeft ons ook de context van zijn lijden en opgang, door in de tijd terug te gaan, heel ver terug, naar zijn wortels als Afrikaanse slaaf in Suriname – zijn sterke Surinaamse Rug, die hij van zijn vader erfde – en door de enorme hoeveelheid rampen en pesterijen (lang niet alle) op te sommen die het Joodse volk door de eeuwen heen is overkomen: zijn kwetsbare Joodse buik, van moederszijde.

Afgebroken kindertijd We weten nog goed hoe onze volwassen vervolgden zich staande hielden bij de snel wreder wordende anti-Joodse maatregelen van de bezetter. Dat deden ze door bij zichzelf als een mantra te herhalen: als het niet erger wordt dan dit, dan redden we het wel. Dat was het verweer, de kracht van de volwassene, zolang hij het vol kon houden. Maar hoe ging dat bij jonge kinderen, die

het vermogen nog niet bezaten om narigheid te rationaliseren? Hoe moest een kind zich staande houden als zijn wereld, zijn veilige gezin, voor zijn ogen desintegreerde? Wim Egger was zeven jaar oud toen in de vroege ochtend van 7 januari 1943 het geweld, in de gedaante van twee Nederlandse politieagenten, Jodenjagers van het eerste uur, letterlijk zijn nog slapende ouderlijk huis binnenstormden en oma, tante, vader en moeder, voor zijn nauwelijks wakkere, verbijsterde ogen hardhandig bij elkaar dreef. Wim was in shock, niet meer in staat om te reageren, hoewel hij alles waarnam; een toestand die vele jaren zou duren. De beschrijving van die abrupt afgebroken kindertijd, van de zwaar gewonde jongensziel die zich staande probeert te houden door als het ware emotioneel te bevriezen, eerst op zijn onderduikadres en na de oorlog bij zijn door het kamp zwaar beschadigde ouders, vind ik ontroerend mooi. Een voorbeeld is de hereniging met zijn ouders; de gevoelens van schaamte en schuld die hem bevangen als hij hen – eerst zijn vader en een paar maanden later zijn moeder – niet meteen herkent. En als het hem met geen mogelijkheid lukt om zich tegenover hen ontspannen en liefdevol te voelen en te gedragen.

Woede Maar Egger lijkt soms ook een woedende leermeester, die er van uit lijkt te gaan dat zijn leerlingen – de lezers van zijn boek – niet willen horen wat hij te vertellen heeft. Of dat ze het toch niet zullen begrijpen. Zo gek is dat trouwens niet: hij worstelt, schrijft hij, zelf ook met het bevatten van een moord die niet te begrijpen is, op een schaal die niet voor te stellen valt. De motor van Eggers voortgang en uiteindelijk ook opgang in de maatschappij, lijken angst en woede te zijn. Angst om, als hij te weinig om handen heeft, door nare herinneringen overspoeld te worden; woede op een maatschappij die op hem neer zou kijken vanwege zijn Surinaamse achtergrond. Het maakt van hem een overgevoelige maar keiharde vechter. Een kruidje-roer-me-niet, die voor de zekerheid alvast slaat voordat hij geslagen wordt. Abel Herzberg schrijft in zijn opstel ‘Paranoia Judaica’ – in De man in de spiegel uit 1980 – hoe het kon gebeuren dat nagenoeg iedere Jood een kruidje-roer-me-niet is geworden. Herzberg: ‘Hij heeft een bijzonder gevoelige huid gekregen, die al pijnlijk  Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 18

18 C u l t u r e e l

Boekbespreking

reageert zodra het woord ‘Jood’, in welke zin dan ook, ergens valt’. Allerlei begrippen, stelt Herzberg, krijgen een eigen Joodse lading: ‘er is vrees voor elk symbool, elke klank, elke voorstelling die aan het vervolgde verleden herinnert. Vrees voor iedere ritseling van Jodenhaat’. ‘Duitsland’ bij voorbeeld, zegt Herzberg, klinkt in Joodse oren heel anders dan in andere. Het is alsof hij over Egger schrijft, zo precies sluit zijn beschrijving van de gehavende Joodse ziel aan bij de voorbeelden die Egger over zichzelf

geeft. Het hielp mij om de soms loodzware stof uit Surinaamse Rug, Joodse buik, met Herzbergs zachtzinnige, filosofische blik, met zijn helderheid en mededogen, beter te begrijpen. • Wim Egger, Surinaamse Rug, Joodse buik, EMOTIES van een nazaat van de Surinaamse slavernij die een kind-overlevende werd van de Sjoa. Uitgeverij Libertador, Voorburg 2009, 335 blz., ISBN 9789061700029, € 24.95

Recent verschenen Marjon de Klijn

Auschwitz, Birkenau, Majdanek, Sobibor bezoeken Voor Suzanne Rodrigues Pereira was verloren familie de belangrijkste reden om deel te willen nemen aan de Polenreis van het Auschwitz Comité. Ook het samen herdenken sprak haar aan. Er zijn weinig plekken te bedenken waar de Tweede Wereldoorlog nog zo tastbaar is als voormalige concentratie- en vernietigingskampen. Na de reis, die plaatsvond in 2008 heeft Suzanne geprobeerd op te schrijven wat er was gebeurd en samen met de foto’s is hier een boekje uit gegroeid. In dit boekje heeft Suzanne naast de foto’s opgeschreven wat haar gedachten hierbij waren. Zo schrijft zij bij de twee foto’s van Sobibor ‘Het lijkt het einde van de wereld, Sobibor. Ver weg van alles. Een paar kilometer van de grens met WitRusland. Het spoor werd toen en ook nu nog door gewone boemeltreinen gebruikt. Er is niets te zien. Alleen de feiten spreken en dat is extra indrukwekkend. Bijna een derde van alle Nederlandse Joden werd hier vergast en verbrand. Dit kan niet anders worden verwoord.’ Voor deze reis had Suzanne nog nooit nagedacht over wat er met de as was gebeurd. Na de reis is haar duidelijk geworden dat deze naargeestige informatie niet zelf bedacht zou kunnen worden. Doordat ze op de plekken heeft rondgelopen, is de wanhoop misschien iets meer te begrijpen. Vluchten was echt niet mogelijk. In de epiloog hoopt Suzanne dat het boekje iets weergeeft van het belang en de mogelijkheid om een dergelijke reis te durven maken. En hoe verstandig het dan is om de reis niet alleen te ondernemen. •

Suzanne Rodrigues Pereira, Reis naar Polen met het Nederlands Auschwitz Comité. Eigen uitgave, opgenomen in de Verbum Holocaust Bibliotheek van Uitgeverij Verbum, Laren 2009, 56 blz., ISBN 978 90 74274 38 8. Het boek is te koop bij het Auschwitz Comité voor € 9,50 (exclusief verzendkosten). Bestellen per post bij het Nederlands Auschwitz Comité, Postbus 74131, 1070 BC Amsterdam of op de website www.auschwitz.nl

Theaterproductie ‘Hannie Schaft’ Van 4 tot 29 mei 2010 wordt de theaterproductie ‘Hannie Schaft’ opgevoerd in Theater De Engelenbak, Amsterdam. Tekst en regie zijn van Helmert Woudenberg. Hannie Schaft - ‘het meisje met het rode haar’ - was de bekende Haarlemse verzetsstrijdster die op 17 april 1945, drie weken vóór de bevrijding, door de Duitse bezetters werd geëxecuteerd in de duinen bij Overveen. Thema van het stuk is hoe Hannie Schaft van eenvoudig rechtenstudente uitgroeide tot één van de gevaarlijkste en meest gezochte tegenstanders van de Duitse bezetters. De speeldata zijn van dinsdag 4 t/m zaterdag 29 mei 2010, première woensdag 5 mei 2010. De locatie is Theater De Engelenbak, Nes 71, Amsterdam. Voor meer informatie: publiciteit@engelenbak.nl of 020-6263644

Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 19

19

Een wat minder bekende ‘zuster van’ Dinah Kohnstamm was een sociaal geëngageerd Amsterdamse kunstenares uit een van oorsprong Joodse familie. In 1908 tekende zij bijvoorbeeld het omslag van het programma voor het Congres over Vrouwenkiesrecht in Amsterdam. Maakte Dinah in het begin van de vorige eeuw vooral tekeningen en schilderijen, later stond voor haar textiele vormgeving centraal. Dinah was lid van verschillende vereniging en als zodanig heeft zij dikwijls geijverd voor grotere deelname van vrouwelijke kunstenaars. In een verslag van een reisje naar Parijs in De Amsterdammer komt haar wens naar voren om andere vrouwen te laten delen in wat zij zelf als zo aangenaam heeft ervaren. In familiekring was zij zeer zorgzaam en toonde zij veel toewijding ten opzichte van haar moeder, neven en nichten. In 1938 trad Dinah toe tot de Gereformeerde Gemeente in Hersteld Verband. Deze gemeente trad in 1946 toe tot de Hervormde Kerk. Uit Dinah’s dagboek blijkt haar zeer sterke geloofsovertuiging. Als gedoopte Christen hoefde Dinah niet op transport te gaan. Zij wilde echter niet haar zuster Betty en hun beide huisgenoten alleen laten gaan. In 1942 ging ze vrijwillig mee naar Westerbork. Beide zusters Kohnstamm zijn daarna naar Auschwitz getransporteerd, waar zij kort na aankomst werden vermoord. In een door Dolf Kohnstamm samengesteld boek wordt het leven van Dinah geschetst en zijn schilderijen en etsen van haar hand gepubliceerd. •

Dolf Kohnstamm (samenstelling en redactie), Het leven van Dinah Kohnstamm 1869 – 1942, een Amsterdamse kunstenares. Drukkerij Wilco, Amersfoort 2009, (71 blz.) ISBN 978 90802 02948, € 15,00 (verkrijgbaar bij het Joods Historisch Museum).

‘Schuldig en niet schuldig' De in 1928 in Roemenië geboren Elie Wiesel ontving in 1986 de Nobelprijs voor de Vrede. Wiesel werd in 1944 samen met zijn vader naar Auschwitz III Monowitz gestuurd. In januari 1945 werden zij gedwongen te marcheren naar Buchenwald. Elies vader overleed in Buchenwald. Zijn moeder en jongste zus Tzipora werden in Auschwitz vermoord. Na de oorlog werd Wiesel in een Frans weeshuis gestopt. Hij studeerde aan de Sorbonne en werkte bij de Franse krant L’Arche. Als journalist raakte hij in contact met schrijver François Mauriac, die hem kon overtuigen zijn Holocaustervaringen op te schrijven. Inmiddels heeft Wiesel meer dan veertig boeken geschreven, waarvan onder meer de bekende Nacht, Dag, Dageraad, Een generatie later en Alle rivieren stromen naar zee. Elie Wiesel emigreerde naar Amerika waar hij zich in 1963 heeft laten naturaliseren. De Duitse Werner Sonderberg woont in de Verenigde Staten en wordt beschuldigd van de moord op zijn oom. Yedidyah is een jonge journalist en zijn werkgever vraagt hem het proces te verslaan. Hij ziet er niet zoveel in, maar raakt gaandeweg geboeid door de vreemde zaak. Werner pleit tijdens zijn proces: ‘Schuldig en niet schuldig.’ Yedidyah begrijpt dat de zaak te maken heeft met WO-II en nadat het proces voorbij is, gaat hij op zoek naar zijn verleden. Dan blijkt dat hij geadopteerd is. Hij gaat de vrouw zoeken die hem opgenomen heeft als Joods jongetje. De vrouw Maria laadde hiermee de hoon van het dorp op zich omdat ze deed voorkomen dat Yedidyah haar zoon was. Hij zat samen met zijn ouders en broer in een getto in Davarovsk. Als Yedidyah haar eindelijk terugvindt is de vrouw dement en niet meer in staat om te praten. Een neef van Maria geeft Yedidyah een enveloppe met een fotootje van Maria en een klein jongetje en van het huis waar Yedidyah woonde met zijn ouders. Later, na de oorlog, heeft Maria haar zogenaamde zoon afgestaan aan Amerikaanse adoptieouders. Omdat Yedidyah het nogal moeilijk heeft met het feit dat Maria hem niets kon vertellen, gaat hij in therapie. Hij wil proberen om onder hypnose zich iets te herinneren. Dan vraagt Werner Sonderberg of hij aan Yedidyah de werkelijke toedracht van de zaak mag vertellen. Niet om zijn onschuld te bewijzen, maar om de waarheid een kans te bieden te zegevieren (blz. 155). •

Elie Wiesel, Het proces-Sonderberg, Uitgeverij Meulenhoff, Amsterdam 2009, (175 blz.) ISBN 9 789029 084895, € 17,95

Auschwitz Bulletin 54, nr. 2, mei 2010


A-Bulletin10nr2:DEF 12-4-10 16:29 Pagina 20


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.