nederlands auschwitz comité
maandblad
december
19 6 3
5 e jaargang no. 12 secr. r. cheval, volkerakstraat 2 6 ' amsterdam-z., postgiro 2 9 3 0 8 7
Kennedv, de vrede en wij... R a d i o en t.v., pers en het praatje op het achterbalcon hadden in de afgelopen tijd één onderwerp: de moord op Kennedy. E r bestond een grote eensgezindheid: verontwaardiging over de misdaad, deernis met een jong gezin, waaraan de vader bij de uitoefening van zijn plicht was ontvallen. Dat trof ieder, ongeacht zijn belangstelling of sympathie voor Amerika. Is dit, zal hier of daar iemand zeggen, een reden om er nog eens in ons blad op terug te k o m e n ? J a , en zelfs juist in ons blad. K e n n e d y is immers doodgeschoten op het moment, dat een zekere ontspanning in de wereld was ingetreden, waaraan hij had meegewerkt en zeker ook verder had willen bijdragen. E n is werken voor vermindering van het oorlogsgevaar, voor uitbannen van oorlog, niet de taak, het wezen zelf van ons comité? Hoe zouden wij kunnen vergeten, dat de Hitiers en Himmlers, van meet af aan op oorlog uit, pas in de oorlog hun vernietigingskampen in volle actie kregen alleen de oorlog en hun „ S i e g e s z u g " , in de bezette gebieden, hoe tijdelijk ook, maakte het hun mogelijk zoveel miljoenen mensen, burgers en militairen, mannen, vrouwen en kinderen te vermoorden. Intussen zijn de mogelijkheden om gehele bevolkingen en zelfs de mensheid uit te roeien nog groter geworden, zoals verantwoordelijke staatslieden alom erkennen. Voor ons spreekt het vanzelf op te komen voor vrede en overeenstemming tussen de volken en „blokk e n " , allen te steunen, die daar op hun manier n a a r streven. K e n n e d y was daar een van; hij is nu dood. E n men vraagt zich af: wie had er bij zijn dood belang? D e Zuidelijke rassenhaters, van eigen superioriteit overtuigd? D e profiteurs bij een koude of warme oorlog? Zij zullen wel met lede ogen een begin van betere verstandhouding aanzien. Het zullen wel h u n kinderen zijn, die dachten, dat ze moesten juichen, toen ze hoorden, dat de president dood was. Het schot op K e n n e d y is niet alleen een misdaad, het is een dreigement tegen alle vredelievende mensen; het is ook een alarm! Het beduidt, dat wij op onze hoede moeten zijn. Zoals wij
allen één zijn in onze afschuw van de moord, zo kunnen wij het ook zijn vóór de zaak, die de afschuw van zijn moordenaars wekte, de zaak van de vrede. E r is sprake van een verdere overeenkomst dan de beperkte kernstop, die een stap in de goede richting was: een vredespact tussen de verschillende bondgenootschappen, die er in Europa en gedeeltelijk ook daarbuiten bestaan. D e zaak van de vrede, van een N A V O - W a r s c h a u - v r e d e s p a c t is iets heel groots, het lijkt ons te boven te gaan, maar het is onze bloedeigen zaak. W i j oud-Auschwitzers en nabestaanden van Auschwitz-slachtoffers, wij zijn de sprekendste getuigen van wat oorlog betekent. W i j begrijpen dat zelf maar al te goed en wij kunnen het anderen en vooral jongeren doen begrijpen. Zeg niet: wij zijn met weinigen, een onbetekenend groepje gewone mensen. U hebt uit datzelfde Amerika deze weken nog iets anders vernomen. Iets dat ons ook aangaat, het geval P r e s ton Cobb. O n s comité heeft onmiddellijk tegen de voorgenomen executie van een jongen geprotesteerd en duizenden met ons. Het betrof hier immers weer de rassenwaan, die doodt. E n wat hebben wij gezien? E r kwam een beweging in de gehele wereld, in ons eigen land in de breedste kring, de regering maakte zich tot tolk van het verontruste volk — niet omgekeerd. Het succes bleef niet uit. Laat ons dat een voorbeeld zijn. Voor onze rechtvaardige zaak: nooit meer Auschwitz! — en dat houdt in: nooit meer oorlog, dus werken voor de vrede — zijn allen te winnen. O n z e verl a n g e n s ? Zij zijn toch vanzelfsprekend! Bestraffing — te langen leste — van de kampbeulen van Auschwitz in het proces te F r a n k f o r t ; uit-
Januari - hardenkingsmaand Ieder jaar herdenken wij in januari de bevrijding van het kamp Auschwitz. Ditmaal organiseert het Nederlands Auschwitz Comité een reeks manifestaties in het midden van deze maand. Daarom noemden wij januari 1964: herdenkingsmaand. Boris Goetnikow, de violist, die het laatste Tsjaikowski-concours won, zal meewerken aan alle avonden, die zullen plaats vinden. Op 11 januari te Amsterdam in het Kon. Instituut voor de Tropen. Op 12 januari te Den Haag, in Diligentia. Op 15 januari te Rotterdam, Palace, Zomerhofstraat 15. Houdt deze avonden vrij! Bestelt tijdig Uw plaatsen! Brengt Uw vrienden en bekenden op de hoogte! Bijzonderheden vindt U op pag. 3. Eind januari verschijnt onze herdenkingskrant, waar nu al, blijkens het grote aantal adverteerders, naar uitgekeken wordt. Door deze krant kunt U een nog groter kring van mensen met ons werk bekend maken. Stuurt ons hun namen en adressen.
betaling — eindelijk — en op een behoorlijke manier van het smartegeld, dat zo lang met smart verwacht is en geen fooi mag zijn. E n dan: oprichting van het monument te Auschwitz met steun ook van de Nederlandse regering. D a t is ons aller vaste wil en daar zullen ook de hoogst geplaatsten n a a r moeten luisteren. W i j verheffen onze stem tegen de moord op volken en presidenten, wij komen op voor vrede en recht.