43ste jaargang, nr. 2 , aprill 9 9 9 . Verschijnt 5 x per jaar
Een uitgave van het Nederlands Auschwitz Comité; postbus 74131,1070 BC Amsterdam
Auschwitz Bulletin Getuigen v a n Auschwitz O p zondag 31 januari 1999 hield burgemeester Schelto Patijn ter gelegenheid van de jaarlijkse Auschwitz herdenking in het Wertheimpark te Amsterdam deze toespraak:
'Het was niet de bedoeling van het nationaal-socialistische systeem dat er overlevenden zouden zijn. Levende ooggetuigen van de gruwelen van de over heel Europa verspreide concentratiekampen. Getuigen van Auschwitz, de gedachten daaraan was de nazi's een gruwel. Er waren in Auschwitz verschillende groepen gevangenen: politieke gevangenen, communisten, Jehova-getuigen, homosexuelen en zigeuners. Maar vooral joden, heel veel joden uit alle landen van Europa. Ze werden door de Duitse bezetter vervolgd en vernederd, van huis en haard verdreven, van familie en dierbaren gescheiden, in getto's en concentratiekampen opgesloten en uiteindelijk in veewagons naar een vernietigingsoord, naar Auschwitz gedeporteerd. Vervolging en vernietiging waren voor joden daar onlosmakelijk met elkaar verbonden. De definitieve oplossing van, wat zo stuitend werd genoemd, het 'jodenvraagstuk'. Nee, het was helemaal niet de bedoeling
dat er overlevenden zouden zijn. Getuigen van Auschwitz. Getuigen van wat een onschuldig mens door anderen in opperste boosheid kan worden aangedaan. Toch staan ze hier, getuigen, bijna 54 jaar na het einde van de Tweede Wereldoorlog, bij het Auschwitz-monument in het Wertheimpark in Amsterdam, en wij met hen. Zij staan hier met hun herinneringen aan Auschwitz, aan hoe het werkelijk was. Prof. S. Dresden zegt hierover: "het zijn geen herinneringen die men kan oproepen en dan weer laten voor wat ze zijn, of die zich min of meer nauwkeurig lokaliseren in een bekende tijdsorde, of die los van de persoon een eigen bestaan leiden, maar belevenissen die vroeger én nu in alle heftigheid worden doorstaan. Van tijdsverloop is geen sprake, dus evenmin van enig onderscheid tussen verleden en heden." Dat is een ervaring die velen hier in
verband met de Tweede Wereldoorlog kennen: er is nooit sprake van een voltooid verleden tijd. Iedere dag is het verleden aanwezig. En als her om Auschwitz gaat, is dat vetleden iets wat, met Dresdens woorden, in alle heftigheid wordt doorstaan door hen die Auschwitz hebben overleefd, maar ook door hun kinderen en kleinkinderen: het zwarte gat 1940-1945. Wij staan hier om te getuigen van onze solidariteit met hen die moeten leven met Auschwitz. Wij staan hief om de gestorvenen van Auschwitz te herdenken en voor hun nagedachtenis kaddisj te. zeggen. Wij, deelnemers vrienden en bekenden. Wij, die Auschwitz niet hebben meegemaakt, omdat wij niet joods waren of omdat wij te jong zijn. Wij, die namens onze regeringen van onze betrokkenheid getuigen, de vertegenwoordigers van Israël, Duitsland en Polen. Wij die samen met de overlevenden zeggen: Wij kunnen en zullen Auschwitz nooit vetgetenü'
Nederlands Auschwitz Comité Ere-voorzitter: Annetje Fels-Kupferschmidt Ere-lid: drs. Eva Tas Voorzitter: Jacques Grishaver Secretariaat: Herbert Sarfatij Postbus 74131 1070 BC Amsterdam tel/fax 020-67 233 88 Penn ingm eester: Joop Waterman Wulp 30, 1111 WJ Diemen tel, 020-4166810 fax 020-4166812 E-mail; swatje@xs4all.nl Bankrekening: ABN/AMRO: 400.175.088 Postbank: 29.30.87 en 48.755.00 Het doel van de Stichting Nederlands Auschwitz Comité is: * het realiseren van de zinspreuk "Nooit meer Auschwitz"; * het ageren tegen alle vormen van fascisme, racisme en antisemitisme; * het bevorderen van het welzijn van de in de tweede wereldoorlog vervolgden en hun nabestaanden; * het verrichten van alles wat met het voorgaande verband houdt, alles in de ruimste zin AUSCHWITZ BULLETIN: Eindredactie: Clairy Polak Redactie: Max Arian Theo Gerritse Theo van Praag Teresien da Silva Red. secretaris: Sandra Waterman E-mail: ahawah@hotmail.com Redactieadres: Marketenster 25 1188 D C Amstelveen Voor de inhoud van de artikelen die ondertekend zijn is alleen de auteur verantwoordelijk.
Abonnementenadministratie: Knoopkruid 54 1112 PV Diemen tel: 020-699 06 58 fax: 020-600 34 55 Druk: Drukkerij Petets Amsterdam bv
Leren en herdenken H i e r o n d e r volgt de speech die Jacques Grishaver, de voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité, hield tijdens de reünie in de Rai na de herdenking op 31 maart 1999 Dames en heten, vrienden en vriendinnen van het Nedetlands Auschwitz Comité, Namens het Comité heet ik tt allen hartelijk welkom, in het bijzonder burgemeestet Patijn, die wij graag bedanken voor zijn toespraak tijdens de hetdenking vanmotgen bij ons m o n u m e n t in het Wertheimpark, professor Lipschits, die hier straks zal sprek e n en o n z e v r i e n d e n v a n de Auschwitz Stichting in België. Er is helaas een grote afwezige. Annetje Fels, onze erevoorzitstet en de drijvende kracht achter ons Comité, is voor her eerst in 44 jaar wegens ziekte niet bij ons. Wij missen haat vandaag en hopen dat ze w e e t snel in ons midden is. Nog elf maanden en we stappen een nieuw millennium binnen. We verlaten de 20e eeuw. E t is misschien geen eeuw geweest met zulk geweld, met zulke misdaden tegen de menselijkheid. En elke keer klinken weer de vragen: ' H o e kon zoiets gebeuten, hoe kan zoiets nog steeds gebeuten, en hoe kunnen mensen andete mensen zoveel leed aandoen.' D a n volgt a u t o m a t i s c h de vraag: 'Hebben wij wat geleerd?' Ja en nee is het antwoord. Nee. We moeten constateten dat velen niets hebben geleerd of niets hebben willen leren. Mensenrechten worden in grote delen van de wereld nog steeds met voeten getreden. 'Hebben wij er wat van geleerd?' Nee. Religieus, ideologisch en nationalistisch fanatisme. Racisme, antisemitisme, vreemdelingenhaat en intoleranrie. Ze deugen niet, maar zijn
overal aanwezig. 'Hebben wij er wat van geleerd?' Nee. Concenttatiekampen, vluchtelingenkampen, interneringskampen en opvangkampen. Ze deugen niet, maat zijn overal aanwezig. Er gaat geen dag voorbij of m e n wordt in de media geconfronteerd met de problemen over vluchtelingen en asielzoekets. H e t gaat over illegalen, over verblijfsvergunningen, over ruimte, maat o o k altijd ovet geld. We moeten oppassen dat die zogenaamde problemen niet onze objectiviteit gaan aantasten en doen vergeten hoe één en ander tot stand is gekomen. De misstanden die in vele landen heetsen doen velen besluiten hun land te ontvluchten en alles achtet te laten. Dit is altijd al zo geweest. De mens gaat op reis o m een plek te zoeken waar men veilig is en waar men een redelijk bestaan kan hebben.
Bemoedigend 'Hebben wij er wat van geleerd?' Ja. Er zijn ontwikkelingen die bemoedigend zijn. Internationaal gaat men steeds verder met de wil diegenen die aan het hoofd staan van regeringen of systemen die de mensenrechten op alle manieren overtreden, op te sporen, op te pakken en te berechten. Overtreders moeten weten dat er voor hen geen veilige plek meer op deze aarde te vinden is. Maar helaas zijn er nog altijd mazen m de wet die maken dat zij h u n veroordeling ontgaan. Politieke en economische redenen staan vaak nog in de weg o m die verfoeide systemen aan te pakken. Gewin krijgt dan voorrang boven principes. Veel landen geven de voorkeur aan materiële belangen boven een actief mensen rechtenbeleid. 'Hebben wij er wat van geleerd?' Ja. Fa zijn velen, onder wie gelukkig
veel jongeren, die in woord en daad strijden voor een wereld waar misstanden niet meer geaccepteerd worden. Maar met techt kan je de vraag stellen of er wel genoeg wordt geleerd. Hoe is het gesteld in Nederland? Nederland is een multiculturele samenleving, met natuurlijk de voordelen die dat met zich brengt, maar ook problemen en zorgen, denk aan huisvesting, onderwijs en werk. Maar we zijn een volk met een behoorlijke tolerantie en met bij velen de wil, om ieder in zijn waatde te laten. We moeten ons echter blijven realiseren dat die tolerantie voortdutend onder druk staat. Er is politieke moed v o o t nodig om de tolerantie van de mukiculrurele samenleving te waarborgen. Dus niet, wat we helaas te vaak zien, dat politieke partijen over elkaar heen rollen met allerlei oplossingen en uitspraken die eigenlijk geen oplossing aandragen en daarbij gemakkelijk inspelen op verkeerde sentimenten.
Blijvend herinneren Regelmatig klinkt de vraag: 'moeten we de gebeurtenissen van de Tweede Weteldoorlog in Europa en Azië nog herdenken'. Er worden allerlei argumenten aangedragen waarom het niet meer zou moeten Ik heb daarop maar een antwoord, 'Quatsch'. Het zijn redenaties die nergens op slaan, er wordt daarbij geen rekening gehouden met de realiteit. Vele honderdduizenden leven dag in dag uit met de herinneringen uit die tijd. Zij hechten een diepe waarde aan het gevoel om in vrijheid te leven en om zich te blijven herinneren wat onvrijheid betekent. In Nederland, maar ook daarbuiten, ontstaan steeds meet nieuwe gedenktekens en de herdenkingen worden druk bezocht. Ook plekken die direct verband houden met de oorlogsjaren staan in de belangstelling. U heeft het pas kunnen lezen, het bezoek aan het Anne Frankhuis is enorm gestegen. Hetzelfde geldt voor het Herinneringscentrum Kamp Westerbork, het NationaalMonument
Kamp Vught, de verzetsmusea en de verschillende oorlogsbegraafplaatsen. Het Herinneringscentrum Kamp Westerbork is de afgelopen periode flink uitgebreid en opnieuw ingericht. Op vtijdag 9 april a.s. wordt er een open dag gehouden, waarbij u allen van harte welkom bent.
Het hetdenken en het bezoeken van deze plaatsen gebeurt niet alleen door mensen die zelf de oorlog hebben meegemaakt, maar ook door vele jongeren. Het is opvallend dat het vaak de jonge mensen zijn die hun ouders en grootouders meenemen naar die plekken, ze willen horen over toen. Ze kunnen zich nauwelijks voorstellen wat zich in die Tweede Wereld-
BON Wilt u zich gratis abonneren op dit blad of heeft u familie, vrienden of kennissen die op de hoogte willen blijven van de activiteiten van het Nederlands Auschwitz Comité? Als u onderstaande bon invult en opstuurt naar: Het Nederlandse Auschwitz Comité, Knoopkruid 54, 111 2 PV Diemen,
ontvangen zij vijf maal per jaar het blad van het Nederlands Auschwitz Comité. Aan het abonnement zijn geen kosten verbonden. Wel ontvangen alle abonnees één maal per jaar een acceptgirokaart voor een vrijwillige donatie ten behoeve van de voortgang van het werk van het Nederlands Auschwitz Comité.
Naam:
Adres:
Postcode en woonplaats
Land:
Opsturen naar: Het Nederlands Auschwitz Comité, Knoopkruid 54, 1112 PV Diemer (als u dit blad niet wilt beschadigen kunt u de bon ook fotocopiëren of overschrijven)
oorlog in Europa en Azië heeft afgespeeld. Het is daarom belangrijk dat men momenteel op diverse departementen bezig is nieuwe piogtamma's voor het onderwijs te ontwikkelen waarin de kennis betreffende de Tweede Wereldoorlog meer aandacht krijgt. O o k het Nedetlands Auschwitz Comité denkt, spteekt en doet mee 'm de voorlichting v o o t de jeugd. Elk jaar opnieuw gaat ons speciale herdenkingsnummer in grote aantallen naar scholen voor voortgezet en hoger onderwijs. Ook onze onderwijs brochure over Auschwitz wotdt door jongeren veel aangevraagd. Het belang van educatie wordt al jaren door de ouderen erkend. Zij leveren hieraan hun aandeel door te vertellen over de onvrijheid in hun tijd en de strijd voor vrijheid. Onze vrijheid schept verplichtingen. Herdenken is zo'n verplichting. Daarom, natuurlijk moeten we blijven herdenken. Extra reis Hetdenken en voorlichting voor de jeugd is ook het doel van onze twee jaarlijkse reizen naar Polen, met bezoeken aan de kampen Auschwitz, Birkenau, Majdanek en Sobibor. De belangstelling v o o t de reizen is telkens weer overweldigend. Afgelopen jaar hebben we zelfs mensen moeten teleurstellen. We maakten toen met 94 mensen de reis. U heeft e t uitgebteid o v e t kunnen lezen in ons herdenkingsnummer waarin een reisverslag is opgenomen. Voor velen is het een enorme stap om aan zon reis te beginnen. Er is angst en e t zijn veel vragen. Hoe zal het op me over komen? Kan ik het wel verdragen, of is de groep niet te groot? M a a t de gevoelens om n a a t die plaatsen te gaan om te heidenken, om afscheid te nemen en om kaddisj te kunnen zeggen en om te proberen een periode af te sluiten, oveiheetsen. De enorme belangstelling en de behoefte aan deze leizen is v o o t het Comité aanleiding dit najaar een extra reis te otganiseten. De reis vindt
plaats van 8 t/m 13 november U ontvangt hierovet nog nader bericht. Wilt u zich meteen opgeven dan kunt u straks uw naam, adres en telefoonnummer bij de boekenstand laten noteren. Deze reizen zijn uitdtukke-
die de Tweede Wereldoorlog niet heeft kunnen ontlopen.' Nog geen acht maanden later, in juli 1994 vlak v o o t het kamerreces, werd de WUV plotseling gesloten voor die tweede generatie.
lijk ook bedoeld voor mensen uit het onderwijs en de media, zodat de ervaringen kunnen worden doorgegeven. Schokkend tijdens die laatste reis waren de verhalen van enkele medereizigers die duidelijk tot de tweede generatie slachtoffers behoren en die zich verloren en verlaten voelen. Ze voelen zich in de steek gelaten door de maatschappij. Voor hen geldt niet langer meer de bijzondere solidariteit die de ootlogsgettoffenen kennen. Voor hen geldt niet m e e t het in aanmerking komen voor een WUV-mtkering. Voor hen geldt alleen nog het in aanmerking komen voor immateriële hulp, het bezoek aan de psychothetapeut.
Maar het is geen gesloten discussie. Integendeel. Betrokkenen, zowel de tweede genetatie zelf alsook organisaties zoals het Nedetlands Auschwitz Comité hebben altijd geprotesteetd tegen sluiting van de wet. Onder de tweede generatie, waaronder zeer nadrukkelijk ook de kinderen van tie Indische en Roma en Sinti getroffenen behoren, bevinden zich dermate gettaumatiseetden dat zij zondet meer gelijkgesteld kunnen worden aan de directe ootlogsgettoffenen. Recent onderzoek van medici, gespecialiseerd in de oorlogsverwerkings problematiek, heeft overtuigend aangetoond dat psychottauma's van oorlogsgetroffenen ook het welzijn van latere genetaties beïnvloeden.
Generaties lang Als je opnieuw de weg doorneemt die tot het sluiten van de WUV voor de tweede generatie heeft geleid wotd je er droevig van. Nog tijdens de debatten in november '93 zei minister DAncona: 'deze groep mag men niet loslaten' en zei het VVD Kametlid de heet Wiebenga 'dit is een genetatie
Ter gelegenheid van het 25-jarig bestaan van het Centrum '45, in 1998, is een publicatie uitgegeven getiteld 'Niet alleen het verleden'. Hierin staat en ik citeet: 'In de loop van de jaren zestig werd duidelijk dat voor een grote groep oorlogsgetroffenen het leed nog lang na de ootlog voortduurde. Bij velen bleek dat de geestelijke en psychosomatische schade
van de oodog niet herstelde door, de tijd die alle wonden heelt De bestaande instanties binnen de Geestelijke Gezondheidszorg waren niet of slechts ten dele in staat om oorlogsgetroffenen met hun specifieke problemen bij te staan. Volwassen gettaumatiseerden kun je vetgelijken met een boom waarin verkeerd is gesnoeid, de wortels zijn in principe niet aangetast. Bij kinderen is niet verkeerd gesnoeid, maar de wortels zijn aangetast. Er is een specifieke expertise voor nodig om hen adequaat te behandelen.' Onlangs bevestigden zowel ministerpresident Kok als minister Borst in toespraken de vele verschrikkingen die vervolgingsslachtoffers hebben geleden. Zij erkenden eveneens dat het veel te lang geduurd heeft voor het besef doorbrak hoe ingrijpend en
blijvend hun levens getekend waren en dat ook de opvang tekort schoot. De constateringen die het Centrum '45 beschrijft, dat volwassen getraumatiseerden hun kinderen kunnen beïnvloeden, alsook het feit dat men medisch tot ver in de jaren '60 niet tot een goede behandeling in staat was, niet voor de overlevenden maar zeker ook niet voor hun kinderen, geeft aan dat de tweede generatie de gevolgen van de Tweede Wereldoorlog niet heeft kunnen ontlopen. Dit alles rechtvaardigt solidariteit en opnieuw opening van de WUV voor velen van deze tweede generatie. Dit geldt vooral voor diegenen die geboren zijn in de eerste 20 jaar na de oorlog. Dit is de periode dat er geen goede medische behandeling mogelijk was. De vaak besproken ereschuld en om deze ook te erkennen voor deze groep, zou een
goed srap zijn om het nieuwe millennium te beginnen. Tot slot. Voor ik professor Lipschits uitnodig u toe te spreken, zou ik u willen vragen om samen met ons, onze vrienden en vriendinnen van het Nederlands Auschwitz Comité te herdenken die ons het afgelopen jaar ontvallen zijn. Onder hen zijn Lies Gobetz en Elly Davidson, de moeders van onze bestuursleden Joop Waterman en Bertje Leuw en de vorige week overleden Hetty Voute, de stuwende kracht achtet de Stichting Vriendenkring Nationaal Monument Vught en een buitengewoon grote vriendin van het Nederlands Auschwitz Comité. Ter nagedachtenis van hen allen vraag ik u enige momenten stilte in acht te willen nemen.
De kleine sjoa Lezing van professor dr. Isaac Lipschits tijdens de reünie van het Nederlands Auschwitz Comité op 31 januari 1999
'Zij die Auschwitz hebben overleefd en de kinderen van degenen die in Auschwitz om het leven zijn gebracht, ja, soms zelfs hun kleinkinderen, worden getekend door de ervaringen opgedaan in die door mensenhanden aangerichte hel op aarde. Een trauma dat wij meedragen, vaak tot in het graf. Wij hebben moeten leren leven met dat trauma. Niet door te vergeten. De herinnering moet juist levend worden gehouden om te strijden voor de opdracht die als motto in ons monument gegrift staat: Nooit meer Auschwitz. Leren leven met het trauma. Ter wille van ons zelf, van onze kinderen en kleinkinderen, van allen die ons dierbaar zijn, ter wille van de samenleving. Wij mogen geen gevangenen worden van onze herinneringen, niet
leven in de ban van de geschiedenis. Voorwaarts, en niet vergeten.
Opvang Het is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Of wij er in slagen om te leren leven met het trauma, is vooral afhankelijk van de opvang door onze
omgeving. Hoe werden wij, slachtoffers van de nazi-vervolging, opgevangen in het naoorlogse Nederland? In het afgelopen jaar is het één en ander in de openbaarheid gebracht over de opvang en over de ontvangst in het naoorlogse Nederland van de weinigen die Auschwitz of welk an-
der concenttatiekamp dan ook hadden overleefd en van joden die opdoken uit hun onderduik. In het algemeen was die opvang zo kil, zo bureaucratisch, zo zuinigjes, vaak zo vijandig, dat ik de periode van de naootlogse jaren aanduid als de periode van de kleine sjoa. Niet iedeteen neemt mij die naamsaanduiding in dank af. De periode van de grote sjoa, met zijn mooid op zes miljoen joden, is onvetgelijkbaat met enig andere periode uit de geschiedenis van de mensheid. De grote sjoa kende zijn Auschwitz, de kleine sjoa niet. Wij wenden in die naootlogse jaren niet fysiek, niet lichamelijk bedteigd door de beulen uit de kampen. Ik heb de term 'kleine sjoa' vootal gebruikt om te provoceren, om aandacht te vtagen voor het leed dat ons na mei 1945 nog is berokkend. Fout uitgangspunt De weinige joden die de ootlog hebben ovetleefd zullen zich tijdens de ootlog wel een voorstelling hebben gemaakt over de wijze waarop zij in het bevrijde Nederland zouden worden ontvangen. Wanneer ze daarbij optimistische verwachtingen hadden, kwamen die joden bedrogen uit. Ik zei het net al: de ontvangst, de opvang was in het algemeen kil, bureaucratisch, zuinigjes, vaak vijandig. D e Nederlandse overheid zette daarbij de toon. Het was een valse toon. Het uitgangspunt was dat et geen verschil mocht worden gemaakt tussen joden en niet-joden. Dat hadden de Duitsets gedaan. Voot de Nedetlandse legering zouden alleen Nedetlanders en niet-Nedetlanders bestaan. Dit uitgangspunt was een fout uitgangspunt. Wij joden waren immers niet als Nederlanders vervolgd, maar als joden. We hadden als joden geleden, niet als Nedetlanders. Door dit te ontkennen, wend het wezen van de sjoa ontkend en werd de basis gelegd voor het bagatelliseren van het lot van de joden tijdens de ootlog.
wend vootkomen. Een speciaal daartoe opgerichte stichting kocht het gebouw op, voornamelijk met donaties van joden.
De gebeurtenissen van de kleine sjoa raken langzamethand bekend. Het vetbale antisemitisme, dat in 1945 veel scherper bleek te zijn dan het vóót 1940 was geweest. De sttijd die de joodse gemeenschap moest voeten om de joodse minderjarige oorlogswezen - wees geworden omdat hun ouders als joden waren vermoord - weer binnen de joodse gemeenschap te krijgen. Het gesol met de zuivering van de foute elementen en het ergenis-wekkende gedoe met de oorlogsmisdadigers in Breda. De grote jodenvervolgers ontsprongen de dans en ontliepen hun verdiende doodsttaf: Lages, Aus der Fünten, Kotdlla en Fischer, bij zijn vrienden betet bekend als Juden-Fischer. Werd er met hun belangen niet méér tekening gehouden dan met het leed dat de vervolgden nog eens extta moesten verwerken door de gratiëfing en vrijlating van dat tuig? De misète van de monumenten. Zoals de geschiedenis van de Joodsche Schouwburg, tijdens de oorlog het vootpottaal van de hel van Auschwitz. Direct na de oorlog werd het gebouw opgekocht doot een particulier die er een vermaakscentrum van wilde maken. De Joodsche Schouwburg werd omgedoopt tot Picadilly Theater en et zouden opetettes worden opgevoerd. Dat plan
Het zijn zo maat wat immateriële zaken: de joodse ootlogswezen, het vetbale antisemitisme, de zuivering en de berechting van oorlogsmisdadigers, de misère van de monumenten. Het rijtje van materiële aangelegenheden die kwetsend en nadelig voot de ovetlevende joden waten, is langer. Ik doe maar een gteep, om u aan te tonen dat de tetm kleine sjoa als aanduiding van de naootlogse periode niet onterecht is. Niet vergoed Het rijk kocht de kampen Westerbork en Vught op tegen een prijs die aanzienlijk lager - zo'n twintig miljoen gulden laget - was dan de joodse gemeenschap et voot had moeten betalen. De belastingen die de joden tijdens de oorlog ten onrechte hadden moeten betalen, wenden maar voor een gedeelte teruggegeven. De Nederlandse overheidsinstelling die na de oorlog bij de Westduitse regering de claims voor materiële schade indiende, heeft zich niet ontzien et winst op te maken. Wanneer de aanbevelingen van de Commissie-Kordes worden uitgevoerd, zullen deze drie kwesties voor een gedeelte financieel wonden vergoed. Maar daarmee worden de ergernis en het leed die dit voot de joden toen met zich heeft meegebracht, niet vergoed. In tal van andere aangelegenheden zijn de joden in die naoorlogse jaren materieel, financieel tekort gedaan. De Nederlandse overheid heeft het volle pond geëist aan successierechten voot de tienduizenden etfenissen, gevolg van de moord op de Nederlandse joden. Niet alle van joden geroofde schilderijen zijn tetug bij hun rechtmatige eigenaren. Alle bedrijven van joden waren in de oorlog onder Verwaltunggesteld en vrijwel allemaal geliquideerd. De archieven van deze uitvetkoop van bedrijven en zaken
liggen op het Algemeen Rijksarchief. Ze omvatten meer dan zesentwintig honderd meter, meer dan 2Vi kilometer En het gedegen onderzoek van die archieven moet nog beginnen. Ik hou op met de opsomming. De boodschap is duidelijk. De joden zijn tijdens de oorlog van alles beroofd en na de oorlog was het v o o t hen moeilijk hun bezittingen weer terug of vergoed te krijgen. Vele niet-joden hebben zich tijdens de oorlog verrijkt aan de deportatie van de joden. De effectenmakelaars die op de beurs handelden in aandelen uit geroofd joods bezit. Notarissen die verdienden aan de overdracht van gestolen onroerende goederen. Bewariërs die zich vergrepen aan de hen toevertrouwde voorwerpen. Buren die huizen van gedeporteerde joden open braken en de inboedels roofden. Let wel. Niet alle effectenmakelaars, niet alle notarissen, niet alle bewariërs, niet alle buren. Maar wel velen van hen. Na de oorlog is het nog eens dunnetjes overgedaan. Door notarissen bijvoorbeeld. Voor de tienduizenden erfenissen moesten even zovele notariële verklaringen van erfrecht worden opgesteld. Ik heb verschillende afrekeningen gezien, met vetmelding van de honoraria van de notarissen. Ik ben er geen enkele tegen gekomen waar de notaris pro deo de zaak behandelde. God geve dat ik et toch nog eens één vind.
WUV Ik ga afsluiten met een aangelegenheid uit de kleine sjoa waatbij het Nederlands Auschwitz Comité ten rol heeft gespeeld. Onder de weinige joden die de sjoa hadden overleefd waren velen psychisch of fysiek niet in staat te werken. Er werd een regeling gemaakt voor oorlogsslachtoffers die niet doot eigen inkomsten in hun levensonderhoud konden voorzien. Die regeling viel onder Maatschappelijke Zorg en ze werd uitgevoerd op basis van de
Armenwet. De oorlogsslachtoffers waarbij aandacht werd besteed aan de moesten hun geld ophalen aan het omstandigheden waaronder overleloket van de gemeentelijke sociale venden van de concentratiekampen dienst. Steeds weer moesten ze verleefden. klaren geen andere inkomsten te hebIn de strijd die toen gestreden werd ben en geen vermogen te bezitten. De zijn vervelende argumenten gebruikt. uitkering werd gevoeld als een gunst, Egas, die als staatssecretaris met deze niet als een recht. Hoe anders was de kwestie belast was geweest, zei in een positie van de mannen en vrouwen interview over het Nederlands die een pensioen ontvingen op basis Auschwitz Comité "dat daar commuvan de Wet Buitengewoon Pensioen nistische invloeden bij betrokken zijn 1940-1945. Die wet, aldus de Me[...] Communistische activiteiten die morie van Toelichting, was bedoeld - zijn bekend in allerlei verbanden waar ik citeer - als een "hulde van het gemen agitatie zou kunnen voeren, dat hele Nederlandse volk aan allen, die zijn politieke aspecten die worden deelgenomen hadden aan het binnenvermengd met deze menselijke landse verzet en als het inlossen van nood." Zo werd het Nederlands een ereschuld jegens de nagelaten Auschwitz Comité ervan beschuldigd betrekkingen van hen, die daatbij de nood van de oorlogsslachtoffers te hun leven hebben gegeven". En daar gebruiken voor politieke doeleinden. vielen de vervolgde joden en hun Aspecten van de Koude Oorlog wernagelaten betrekkingen niet onder. den op een onbehoorlijke manier verDie joden moesten - zoals dat toen mengd met aspecten van de kleine uitgedrukt werd - lopen bij de sociale sjoa. dienst. Dat werd als een schande ervaren. In het voorjaar van 1965 begon het Nederlands Auschwitz Comité, onder leiding van zijn voorzitter Slagter, een actie om alle ootlogsslachtoffers onder de Wet Buitengewoon Pensioen 19401945 te brengen. H e t ging toen niet alleen om joodse oorlogsslachtoffers, maar ook om de De strijd vond uiteindelijk zijn beoorlogsslachtoffers uit het voormalig kroning toen op 1 januari 1973 de Nederlands-Indië en om de zigeuWet Uitkeringen Vervolgingsslachtojjers ners. 1940-1945, de WUV, in werking Er volgde een felle, buitentrad. Zeker, in die strijd kreeg het parlementaire actie. Veel steun kreeg Nederlands Auschwitz Comité steun het Nederlands Auschwitz Comité van andete organisaties. Maar het van de dichter Ed. Hoornik. Zijn toeinitiatiefis uitgegaan van het Nederspraak op de Auschwitz-herdenking lands Auschwitz Comité en ondanks van 1968 - nu precies 31 jaar geleaantijgingen en tegenwerking heeft den - leidde ertoe dat er in de Tweede het Nederlands Auschwitz Comité de Kamer vragen werden gesteld. Een strijd volgehouden tot en met de bepaar dagen later zond de VPRO een kroning. Daarvoor verdient het Nedocumentaire uit over het werk van derlands Auschwitz Comité een erehet Nederlands Auschwitz Comité, saluut.'
Juridische actie tegen vermogenskorting W U V Mr. Anneke Bierenbroodspot, advo-
M a a t mr. Bierenbroodspot is van
caat in Amsterdam, meent dat er diverse onrechtvaardigheden schui-
mening dat jaatlijkse aanpassing van de vetmogenskotting aan de veranderingen in het tendement volgens de cijfers van het CBS ontust wekt en in strijd is met de wet. Et zou eetdet teden zijn de korting direct verder te verlagen of helemaal af te schaffen. Het is immefs beschamend dat zo'n vetmogenskorting wotdt toegepast, gezien de roofbouw op de vermogens van vervolgden tijdens en na de vervolging.
len in de W U V , de Wet Uitkering Vervolgingsslachtoffers. In eerste instantie heeft zij haat acties gericht op de vetmogenskorting die in de WUV is ingebouwd. Eigenlijk, vindt zij, zou die et helemaal niet moeten zijn en zou het geld dat nu vtij komt voor oorlogsslachtoffers gebruikt kunnen worden om die ongedaan te maken. Intussen heeft zij al gedaan weten te kfijgen dat deze vermogenskorting, ingaande 1 januari 1999, is verlaagd van 6 % naar 5 %, hetgeen enige miljoenen extra geld betekent voor de vervolgingsslachtoffers die hier, omdat zij enig vetmogen bezitten, mee te maken hebben.
Actie kost geld Er zijn dus goede argumenten v o o t een verdere actie om tot verdere verlaging, afschaffing van de jaarlijkse wijziging of liefst afschaffing van de hele vetmogenskotting te komen.
Dit kan echter alleen als er genoeg belangstellenden zijn, die willen bijdragen in de kosten van juridische actie. Deze bedragen f350,- per deelnemer. Indien men belangstelling hietvoot heeft kan men zich schriftelijk aanmelden bij: mt.A.Bierenbroodspot, Singel 360, 1016AG Amsterdam, of per fax: 020-6229806. Telefonische informatie is helaas niet mogelijk, omdat dit te veel tijd kost. Wel is het mogelijk juridisch advies in te winnen, maar dit gebeurt tegen notmale tarieven. Indien e t genoeg aanmeldingen zijn volgt ontvangstbevestiging met informatie en nota ad f 350,- v o o t de eenmalige, en trou-
wens fiscaal aftrekbare, bijdrage. Na ontvangst van de betaling wonden afschriften van de juridische stukken gestuutd.
Stichting Sobibor opgericht In februari 1999 werd in Geldermal-
sen de Stichting Sobibor opgericht, die zich ten doel stelt dit vreselijke vernietigingskamp, waar tijdens de Tweede W e r e l d o o r l o g meer dan 3 4 . 0 0 0 Nederlandse joden zijn vermoord, meer dan tot nu toe is gebeurd in de publieke belangstelling te brengen en de herinnering aan degenen die daar zijn omgekomen in stand te houden.
De Stichting meent dat Sobibot zijn plaats moet innemen in de geschiedenis van de jodenvervolging. Slechts achttien van de tienduizenden vanuit Nederland naai dit kamp gedeporteerden hebben de oorlog overleefd. Toch weten velen in Nederland niet dat een deide deel van de Nederlandse joden in Sobibor werd vergast.
De Stichting Sobibot wil initiatieven om de histotie van het kamp te onderzoeken, te vetklaten en vastleggen ondersteunen en stimuleien. Zij wil boeken en publicaties uitgeven, tentoonstellingen en lezingen organiseren, films vertonen en een gedenkteken plaatsen. De Stichting zal bovendien het Jules Schelvis-archiefGeheten, dat bestaat uit documenten, foto's, videobanden en conespondentie, die betiekking hebben op het vernietigingskamp. Doot de Stichting is een project ingediend bij het Ministerie van VWS in de verwachting dat het ministerie het belang hiervan zal onderkennen en financieel zal ondersteunen. Het bestuut bestaat uit Jules Schelvis (vooizittet en sectetatis), Ton Cales
(penningmeester), Carry van Lakerveld en Monique de Roij. Adviseur is rabbijn Edward van Voolen. In het Comité van Aanbeveling zitten: Jacques Grishaver, voorzitter van het Nederlands Auschwitz Comité, professor LdoAbram, Max Arian, Lily van den Bergh, professor J. CEL.Blom, drs. J. van den Eijnde, professor J. Frisman, Y. Gal, ambassadeur van Israël, professor L. de Jong, dr. A.J. van der Leeuw, S. Minco , drs. D. Mulder, dr. M.E.N. Nooter, Mirjam Ohringer, drs. S.Patijn, prof. C.F.Rüter, dis. G. van Setets, Ida Vos en J. Wins, ovetlevende van Sobibot. Nadere infotmatie bij Jules Schelvis, Langstraat 25, Tricht.
#
Door n a m e n word je zichtbaar'
Joodse naamsveranderingen na de oorlog In de eerste paar jaar na de bevrijding vroeg een opvallend aantal joden of mensen met een joods klinkende naam naamsverandering aan. Paul Polak was één van de naar schatting 250 Nederlanders die zijn joodse naam veranderde. Vanaf 1946 heet hij officieel Paul Peters. Zijn dochter, Karen Polak, besloot drie jaar geleden de oorspronkelijke familienaam terug te vragen. Zij verricht onderzoek naar de achtergronden van joodse naamsveranderingen. Interviews met betrokkenen en gegevens uit archieven geven een beeld van de motieven die mensen hadden om een andere naam te willen. Mijn vader, Paul Polak, was eenentwintig toen hij officieel van naam veranderde. In 1943 had hij als jongen van negentien jaar Nederland verlaten om via België, Frankrijk en Spanje naar Engeland te gaan. Eenmaal in Engeland werd hij opgeleid om als marconist in bezet gebied te gaan werken. In september 1944 werd hij als militair, als luitenant Peters, in Nederland gedropt. Onder die naam ontving hij ook na de oorlog verschillende onderscheidingen voor zijn verzetswerk. Aan zijn kinderen vertelde hij later dat het makkelijker was geweest om de naam Peters aan te houden - de naam waaronder zoveel mensen hem kenden - dan terug te gaan naar de naam Polak. De naamsverandering leek een praktische kwestie te zijn. Toen ik enkele jaren geleden voor het eerst uitgebreider met mijn vader hierover sprak werd mij langzaam duidelijk dat rondom zijn naamsverandering een mythe was ontstaan. De wens Peters te blijven heten was niet zozeer een 'praktische kwestie', (in te-
gendeel, hij moest er veel moeite voor doen) maar een gevolg van zijn verwarde joodse identiteit, angst voor antisemitisme en de behoefte om het vetdfiet om omgekomen familieleden op een afstand te houden. Daar kwam bij dat hij zich niet joods voelde, noch in religieuze zin, noch in enigerlei andere zin. Pauls vader was joods, zijn moeder niet. Voor de oorlog werd er in het gezin weinig aandacht besteed aan het joods zijn van vader Polak. Met de komst uit Duitsland van joodse familieleden, na de Kristallnacht in 1938, veranderde dat en groeide er bij Paul een zeker joods bewustzijn. Toch had hij na de oorlog ook soms een negatief beeld van joden: een groep zielige mensen, die zich niet verzet hadden. De naam Polak stelde hem niet alleen bloot aan antisemitisme, het was een naam die herinnerde aan de vervolgingen en de toen door hem veronderstelde lijdzaamheid van sommige joden. De naam Petersdaarentegen was verbonden met zijn verzet een naam om trots op te zijn. Bij mijn onderzoek naar joods naamsverandering ben ik in veel gezinnen eenzekere mythevorming én sterk ambivalente gevoelens ten aanzien van de oude en de nieuwe naam tegengekomen.
kinderen mogelijk te maken. Naamsverandering is een onderwerp dat veel vragen oproept. Vooral: waarom wilden sommige joden per se een nieuwe naam? Antisemitisme in oude of nieuwe gedaante is een veelgenoemde reden om van een te joods klinkende naam af te willen. Sommigen, met namen als Druijffoï Augurkjesman, zeggen vooral anders te willen heten omdat hun naam bespottelijk zou zijn. Anderen willen een niet-joodse naam omdat ze zich niet joods voelen: omdat ze uit een 'gemengd huwelijk' komen; omdat ze overgegaan zijn tot het chtistendom; of omdat ze zich niet verbonden voelen met het jodendom. Uit de aanvragen die terug te vinden zijn in de archieven blijkt dat mensen vaak, net als mijn vader, een praktische reden gaven voor naamsverandering: tijdens de bezetting, in het verzet, of in de onderduik, hebben zij anders geheten en nu kenden de meeste mensen hen onder die naam. Hoewel niet elke aanvrager van naamsverandering het zelf zo stelt, speelt de joodse identiteit en beduchtheid voor antisemitisme haast altijd een rol. Wie de perikelen van de aanvragers volgt, wordt verplaatst in een maatschappij met heel andere verhoudingen en opvattingen dan wij nu, een halve eeuw later, kennen.
Volwassenen en kinderen De groep volwassenen die, zoals mijn vader, bewust koos voor een nieuwe naam is niet groot, maar hun verhalen vertellen ons wel iets over de omstandigheden waaronder zij na de oorlog een nieuw leven opbouwden. Joodse weeskinderen die meestal ongevraagd een nieuwe naam kregen - de naam van hun pleegouders - vormen een veel grotere groep. In 1953 werd er een speciale wet aangenomen om naamswijzing van joodse pleeg-
Meisjesnaam De gewenste naamswisseling van twee gehuwde vrouwen, die beiden hun meisjesnaam wilden veranderen, illustteert hoe sterk het belang van een naam gevoeld kan worden. Want zij wilden zelfs een naam veranderen die ze in het dagelijks leven niet gebruikten. Dat ze hun namen wilden veranderen laat zien hoe groot, maar ook hoe verschillend, de gevolgen van de jodenvervolging waren. Mevrouw
Born-Abram was eenenzeventig jaar en weduwe van een niet-joodse man toen zij in 1946 naamsverandering aanvroeg. In haar dossier bij het Ministerie van Justitie vond ik de brief waarin ze toestemming vtoeg om haar meisjesnaam Abram in Sanders te mogen veranderen. Sanders was de naam van haar eigen moeder. Mevrouw Born-Abram had vijf volwassen kinderen die christelijk waren opgevoed. Toestemming om van naam te veranderen kreeg zij overigens niet. In eerste instantie is de lezet geneigd om misschien begtip te hebben voot de ambtenaar die schrijft: "Adtessante vraagt verandering van haar familienaam Abram' in die van 'Sanders' en wel op grond, dat haar kinderen het vervelend vinden, dat zij een jodenaam draagt. M.i. kan de naam 'Abram' zonder bezwaar gevoerd worden, in dit geval des te meer, omdat adressante als weduwe van Born, wel niet zal worden aangesproken met 'Abram' maar veeleer met 'Born'." Het motief voor de naamsverandering ontgaat de ambtenaren van het Ministerie van Justitie volkomen. In het dossier van mevrouw BornSanders is een korte brief van haarzelf te vinden en een uitgebteid proces-verbaal, met de geboorte- en overlijdensdata van haar ouders, broers, zussen, man en kinderen. Hieruit blijkt dat al haar broers en zusters in concentratiekampen zijn vermoord. De brief waarin mevrouw BornAbram haar aanvraag motiveeit is heel kott en is weinig expliciet, maar bevat voor de goede verstaander wel een aanzet tot een vetklaring voor de gewenste naamsverandering: "Voor een zeer ernstige zaak vraagt ondergetekende Rebecca Abtam Uwe aandacht, daai zij gaarne gezien de toestand waatin zij de laatste jaien geleefd heeft haie naam veranderd wil
zien in Betsy Sanders." Zou zij de naamsverandering willen om de in de oorlog doorstane angsten te kunnen bezweten? Vetmoedelijk heeft zij ook met een Davidster ovet straatmoeten lopen en zal zij jarenlang in de onzekerheid hebben geleefd of haar beurt om n a a t 'het Oosten' te wonden gedeporteetd ook zou komen. Of heb-
Ineke Frankenhuis
(foto
Dick
Nabcr)
ben haar dochters, die verklaren dat: 'zij gaatne zien, dat de joodse naam voor hun vetdere leven uit hun familie verdwijnt', e t behoefte aan dat hun moedet publiekelijk afstand neemt van haat joodszijn? Het zijn dochtets uit een zogenaamd gemengd huwelijk, christelijk opgevoed, m a a t volgens de joodse traditie joods; hun kindeten op hun beurt ook. De naamsverandering ging niet door; de angsten uit de oorlog en verwarring over het al dan nietjoodszijn v e t m o e delijk wel.
H e k van de d a m Nogal wat mensen met de naam Po-
lak, Cohen of Levi vroegen na de oorlog naamsverandering aan. Ook minder voorkomende maar voor de goede verstaandet toch overduidelijk joodse namen zoals bijvoorbeeld Paardekoper, Breslauer, en Uijenkruijer werden, met enige moeite, ingeruild voor een meer 'neutrale' naam. Het kostte moeite omdat de ovetheid in principe afwijzend stond (en staat) tegenovet naamsveranderingen en het slechts in een bepetkt aantal gevallen mogelijk maakt. Alle joodse aanvragen werden in eerste instantie afgewezen. De minister van justitie wend aan het twijfelen gebracht over de gewenste teactie op de joodse aanvragen door het tekest van een Engelandvaatder. Deze Levi had dienst genomen bij de marine en daarvoor een andere naam aangenomen. Onder die naam was hij in Engeland ook gettouwd. Toch concludeert de minister: "Wel lijkt het mij verstandig er geen ptecedent van te maken, want dan is het hek van de dam." Een adviseut van de minister formuleerde het in teactie op een andere aanvraag krachtiger: "Zo valt et niet aan te denken alle Joden desvetlangend andete namen te verlenen". 1
Zichtbaar worden Over de naamsverandering van de joodse weeskinderen werd anders gedacht. Ter bevordering van de integratie van deze kindeten was het gewenst, zo werd er gedacht, dat zij de naam van hun pleegouders zouden krijgen. Tot 1953 was het niet mogelijk om pleegkinderen de naam van de pleegouders te geven, m a a t vanwege de vele joodse weeskinderen werd een wetswijziging dootgevoetd om het wel mogelijk te maken. Ineke Frankenhuis heette vanaf dat jaai Ineke Koolhaas. Bijna dertig jaar later besloot Ineke van den HoJ-Kool-
haas haar meisjesnaam Koolhaas terug te veranderen in Frankenhuis. De naamsverandering van Ineke Frankenhuis was het resultaat van een jarenlange worsteling met haar verleden. Zij werd in 1943 geboren en zat de eerste maanden van haar leven samen met haar ouders ondergedoken. Toen zij verraden werden kon Ineke door de buren uit de tuin worden geplukt en veilig worden ondergebracht. Haar ouders en bijna alle andere familieleden werden vermoord. Ineke kwam terecht bij een kinderloos echtpaar, dat in 1944 nog een ander joods meisje in huis nam. Ineke zegt hierover: "Mijn pleegmoeder wilde wel joodse kinderen in huis nemen, maar dan voor altijd, en zo is het ook gegaan." Een zus van Ineke's moeder, die de oorlog overleefde en Ineke bij zich wilde nemen, werd de deur gewezen en ook familieleden in Amerika die voor Ineke wilden zorgen kregen nul op het rekest. Ineke werd vóór haar eerste verjaardag door haar pleegouders gedoopt. Dat ze een joods kind was kwam voor het eerst ter sprake toen Ineke op twaalfjarige leeftijd ernstig ziek was en er voor haar leven gevreesd werd. Toen vonden haar pleegouders dat ze toch maat moest weten wie zij was. Haar joodszijn bleef echter taboe; er werd niet over gesproken. Zo werd er een schoolfoto van beide pleegdochters verscheurd omdat zij er op die foto te joods uitzagen en van een foto van de moeder van Ineke als meisje, beweerde haar pleegmoeder dat zij het was. Afstand nemen van een jeugd waarin zo veel werd gelogen en bedrogen, was voor Ineke dan ook de voornaamste reden om van naam te willen veranderen. Nieuwe koningin Toen ik Ineke Frankenhuis voor het eerst ontmoette - het was op een reis naar Auschwitz in 1994 - noemde zij zich nog bij de naam van haar man. Dat had zij vanaf haar huwelijk, op tweeëntwintigjarige leeftijd, altijd gedaan. Bij haar trouwen had ze haar
naam al willen terugveranderen, maar de aanvraag werd pas vijftien jaar later gedaan: "Je moet er rijp voor zijn. Ik ben christelijk opgevoed en ben lange tijd op die sporen doorgegaan: in de kerk getrouwd, de kinderen laten dopen. Ik heb vastgehouden aan een bepaalde zekerheid. Toen mijn zoon geboren werd zei een collega: 'Het is een joods jongetje, laat je hem niet besnijden?' Maar dat was veel te eng. Ik wist niet wat dat allemaal los zou maken. Toen de kinderen niet meer zo klein waren merkte ik dat ik toch van die naam Koolhaas, van mijn pleegouders, afwilde. In 1980, toen we een nieuwe koningin kregen, ging ik achter mijn bureau zitten en de brief was meteen geschreven. Ik had al afstand tot mijn pleegouders genomen maar ik wilde dat zichtbaar maken. In 1995 werd in het dorp in Twente waar ik ben opgegroeid een herdenkingsbijeenkomst gehouden met ook een tentoonstelling. Toen merkte ik hoe ik door mijn nieuwe naam zichtbaar geworden was. Op een foto stond achterop: 'De familie Koolhaas met hun twee joodse onderduikkinderen.' Dat was de eerste keer dat ik dat daar in Daarle vermeld zag. Ik heb altijd eerst achterop foto's gekeken: staat er iets. Het was een bijzonder moment. Ja, door namen word je opeens zichtbaar. Je bent niet meer het kind van Koolhaas." Koperen kandelaar Sinds een aantal jaren gebruikt Ineke ook in het dagelijks leven haar Meisjesnaam: "Ik vond het opeens belangrijk om mijn eigen naam en niet die van mijn man te gebruiken. Maar het is een gedoe. Je moet ook zoveel uitleggen. Waarom je je meisjesnaam wil gebruiken en waarom ben je geen
Koolhaas meer, waarom ben je Frankenhuis." Het verhaal van de teruggegeven sabbat-kandelaar is symbolisch voor het belang van een naam voor het contact met het verleden. In het huis in Enschede waar Ineke met haar ouders ondergedoken had gezeten, kwam jaren na de oorlog een jongen te wonen met zijn oudets. Hij merkte op dat één vloerplank niet gespijkerd maar geschroefd was. Onder de vloer vond hij een koperen kandelaar. Die mocht hij, als de eerlijke vinder, van zijn ouders houden. Als volwassene verhuisde hij vaak: hij zwierf overal en nergens over de wereld, doorgaans met weinig bezittingen, maar wel altijd met de kandelaar. Toen hij aan zijn tweede vrouw het verhaal van de kandelaar vertelde stelde zij dat die moest worden teruggegeven aan diegenen die het hadden verstopt. Ze gingen op zoek. In Enschede wisten buren nog dat een familie Frankenhuis daar ondergedoken had gezeten. In Israël werd een familie Frankenhuis opgespoord. Geen familie, maar van vrienden hadden ze vlak daarvoor het verhaal gehoord van Ineke, die haar eigen familienaam weer gebruikte. En zo kwam de kandelaar toch terecht. Karen Polak Karen Polak is historica. Zij schrijft met steun van het Fonds voorJournalistieke Projecten een boek voor uitgeverij Podium overjoodse naamsveranderingen. Zij komt graag nog in contact met mensen die zelfervaring gehad hebben met naamsverandering. Correspondentieadres: Mr.P.N.Arntzemusweg 15, 1098 GK Amsterdam.
Afrekening met misplaatste schuldgevoelens Bespreking van "In het landschap van mijn ouders" van Hans Fels In alle u i t h o e k e n van de wereld zoekt Hans Fels (50) naar aanknopingspunten o m het geloof van zijn ouders in een betere (communistische) wereld te doorgronden. Cambodja, Galicië, de Balkan, China, Israël, de D D R .... Eindelijk na de lange zwerftocht die hij als cameraman en regisseur over de continenten maakt, wordt hij zich bewust 'van de wijsheid van het chassidische verhaal van de zesendertig rechtvaardigen. Onze wereld kan niet zonder hoop. Ik begreep plotseling wat mijn ouders bezield had en even plotseling kon ik ze hun blindheid vergeven'.
Het is vooral zijn vader die Fels (zoon van ere-voorzitter Annetje van het Nederlands Auschwitz Comité) niet heeft 'begtepen' en 'lang uit zijn leven heeft verjaagd', zo schrijft hij in zijn onlangs verschenen boek In het landschap van mijn ouders. Het is een mooi geschteven afrekening met eigen, misplaatste, schuldgevoelens. Schuldgevoelens ovet de keuze van
zijn oudets om als overlevenden van de Holocaust na de oorlog de kant van hun bevrijders, de Russische communisten te kiezen. Zij stonden daarin niet alleen; het Auschwitz Comité bestond in die eetste naoorlogse jaren voornamelijk uit mensen die waten tetuggekeerd uit de vernietigingskampen en deze keuze hadden gemaakt. Ontgoochelde en beschadigde mensen die meestal zo goed als al hun familie en bezit w a t e n kwijtgetaakt en die steun bij elkaat zochten om de dtaad van het leven - v o o t zovet dat mogelijk was - w e e t op te pakken. Z o e k t o c h t naar nieuwe zekerheden
"Mijn moeder klampte zich vast aan
het 'geloof der kameraden'", schrijft Fels. Zo was het ook. Zelfs nadat de Russen de Hongaaise opstand in 1956 hadden neetgeslagen, blijft zijn moedet nog steeds het Rode Leger steunen. Omdat zij in Moskou de enige gatantie zagen v o o t een toekomstige techtvaatdige socialistische wereld, waatin alle onrecht en racisme zouden zijn uitgebannen. V o o t de vadet van Fels ligt dat anders. Hij raakte na het btute optreden van de Russen in Boedapest juist zijn laatste zekerheid kwijt. "Op de motgen van 4 novembet 1956 wend ik gewekt dooidat iemand hard huilde in de kamet naast mijn slaapkamet" (...), zo begint de auteut zijn boek. "Dichtetbij gekomen, hootde ik opgewonden Handen van het nieuws boven zijn snikken uit. Geschrokken keek ik naat mijn vader, die grote stetke man met zijn zwarte krullen, die huilde als een kind. Aarzelend legde ik mijn hand op zijn schouder. Hij keek me aan, schaamde zich en stuutde me weg". De enige houvast voor een man vol twijfel over de zin van dit leven, stelt Fels nu vast, is weggevallen. Niet veel later overlijdt hij, nadat een wanhopige zoektocht naat nieuwe zeketheden is mislukt. Vteemd genoeg worstelt Fels juist tot in zijn vetre volwassenheid met die vader, de man die zolang een vteemde voor hem blijft. Wat je als buitenstaander waarschijnlijk al veel eerder kan duiden en aanvaarden, lukt de schtijver pas als hij op de puinhopen van de DDR heeft gestaan, met het nimmet verdwenen antisemitisme in het geboortedotp van zijn grootvader in Polen is geconfronteetd, zijn eigen angsten in het Bagdad van Saddam Hoessein heeft leten kennen, op de Balkan ziet dat de mensheid bittet weinig heeft geleefd van
Auschwitz... Pas op Taiwan, nota bene in een boeddhistische tempel, wotdt de laatste barrière geslecht tussen Fels en zijn allang gestorven vader. De auteur verzoent zich daar met zijn eigen gebrek aan geloof. 'Heel even maar' wil hij daar in die tempel waar 'iedereen met zijn voorouders' zit 'te babbelen', ptaten met zijn eigen vader: "Het leek zo verleidelijk om verslag te doen van het verdere verloop van de gebeurtenissen hier op aafde sinds hij stierf. Om hem te vettellen dat et van zijn idealen niets terecht is gekomen, dat de Sovjet-Unie niet meer bestaat, de DDR niet, Tsjecho-Slowakije niet, niets m e e t (...) Ik had v o o t uten ge-
spreksstof om met mijn voorouders te praten. M a a t ik heb geen geloof en dus zat ik in de tao-tempel stil in een hoekje toe te kijken". Theo Gerritse Hans Fels: In het landschap van mijn ouders, uitgave Meulenhoff. 171 blz.
Hetty Voute 1 9 1 8 - 1 9 9 9 De z i n g e n d e verzetsstrijdster W i e Hetty Voute leerde k e n n e n , w i s t n i e t w a t h i j m e e r m o e s t d o e n ; haar b e w o n d e r e n o f v a n haar h o u d e n . Zij w a s n i e t a l l e e n als j o n g m e i s j e e e n kranige verzetsstrijdster g e w e e s t , d i e haar illegale w e r k m e t o p s l u i t i n g i n
Vught e n Ravensbrück m o e s t b e k o p e n , zij w a s als tachtigjarige n o g e e n vrolijke, hartelijke m e i d m e t w i e j e altijd k o n l a c h e n , m a a r d i e z i c h t e gelijkertijd b l e e f i n z e t t e n v o o r d e n a g e d a c h t e n i s v o o r a l v a n j o o d s e verzetsstrijders e n slachtoffers.
(foto
Hetty Voute werd in 1918 geboren als een keurig meisjes uit een keurig gezin. Zij zat tijdens de oorlog in het bestuur van de Utrechtse Vrouwelijke Studenten Vereniging, maar hielp al vanaf het begin van de oorlog haar broers met verzetswerk en toen in 1942 de razzia's tegen de joden begonnen bracht zij joodse kindertjes in veiligheid door ze te laten onderduiken. Omstreeks augustus 1942 sloot zij zich aan bij het Utrechts Kindercomité'van Jan Meulenbelt, dat
AteWieberdink)
Reizen * Mauthausen. Van 6 t/m 10 mei 1999 vindt een herdenkingsreis plaats naar het kamp Mauthausen in Oostenrijk, inclusief deelname aan de internationale herdenking van de bevrijding van het kamp, kosten f 500. Inlichtingen: 020-6719954, fax: 0206769360. *Extra Herdenkingsreis Auschwitz. Het Nederlands Auschwitz Comité organiseert dit jaar wegens overwel-
digende belangstelling een extra reis naar de voormalige vernietingingskampen Auschwitz, Birkenau, Majdanek en Sobibor van 8 t/m 13 november 1999. Kosten: f 1495. Aanmelding vóór 15 april 199 bij N . A . C , Knoopkruid 54, 112 PV Diemen of per fax: 020-6003455. S.v.p. bij aanmelding reden voor deelname aan reis vermelden.
vele honderden kinderen heeft gered. Op 12 juni 1943 werd Hetty echter gearresteerd, tegelijk met Gisela Söhnlein, met wie zij samen de kampen Vught en Ravensbrück overleefde. Letterlijksamen, want zij zongen elkaar de ellende door, met zelfgemaakte liedjes waarin zij op zachtmoedige wijze de spot dreven met de verschrikkelijke situatie waarin zij verkeerden. In de meest afschuwelijk omstandigheden, bijvoorbeeld in de trein tussen Vught en Ravensbrück bleven zij hun medegevangenen opmonteren door deze liedjes te zingen. Doodziek wist Hetty het kamp maar nauwelijks te overleven. Vooral de laatste tien jaar was Hetty Voute zeer actiefin de Vriendenkring Nationaal Monument Vught. Zij beijverde zich voor het monument met de namen van al degenen die in Vught zijn omgekomen. Zij spande zich in om geld bijeen te krijgen voor de Nederlandse vleugel van het Ghetto Fighters House in Israël, waar vooral aandacht wordt geschonken aan het joodse verzet. En tot vlak voor haar dood zette zij zich in v o o t het monument in Vught ter nagedachtenis aan het vetschrikkelijke kinderttansport, toen de in Vught aanwezige joodse kinderen, meer dan 1200 in totaal, naar Sobibor werden gedeporteerd. Dat monument voor het kindertransport komt er. Na afloop van de herdenkingsdienst voor Hetty Voute werd er, helemaal in haar geest, voor gecollecteerd. Iedereen die daar aanwezig was ,was het er over eens: hoe bedroefd men ook was door het overlijden van een zo geliefd iemand als Hetty, het is een vreugde als je haar hebt mogen kennen die tot grote dankbaarheid stemt. Max Arian
Gedenkteken kindertransporten Vught Onder de smartelijkste gebeurtenissen tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Kamp Vught worden de
uur. H e t Vughts Historisch Museum, Taaistraat 88a, toont een permanente tentoonstelling over het Kamp Vught
transporten van 6 en 7 juni 1943 gerekend, waarmee ook 1292 vaak
en is geopend o p zondag, dinsdag en
alleenstaande kinderen werden gedeporteerd. D e achtergeblevenen
op andere dagen na telefonische afspraak (073-6568603).
donderdag van 14.00 tot 17.00 uur, Ontwerp
""'
<F
'leus
van de
Ber^-Been
'"Âť -'9
AluiuN
d
waren met ontzetting geslagen toen zoveel kinderen, waaronder zelfs een in Vught geboren baby, naar zogenaamde werkkampen in Oost-Europa werden gestuurd. M e n wist toen nog niet dat deze kinderen na een kort verblijf in Westerbork direct naar het vernietigingsbedrijf (vernietigingskamp is eigenlijk nog een te vriendelijk woord in dit verband) Sobibor gingen, waar ze onmiddellijk werden vergast.
De Vriendenkring Nationaal Monument Vught heeft h e t plan opgevat een m o n u m e n t in Vught o p te richt e n , gewijd aan deze v e r m o o r d e joodse kinderen. D a t m o n u m e n t zal alle namen bevatten van de 1271 kinderen die ten gevolge van deze transporten de d o o d vonden. Van 21 van de 1292 kinderen is namelijk gebleken dat zij aan de d o o d hebben weten te ontsnappen. Dit m o n u m e n t zal naar verwachting op zondag 5 september 1999 worden onthuld. Intussen is reeds f 108.000 hiervoor bijeen gebracht, ook het Nederlands Auschwitz ComitĂŠ heeft een bedrag geschonken. Maat er is nog meer geld nodig. Indien u hieraan wil bijdragen k u n t u een gift - groot of klein - ovetmaken o p giro 62 93 790 ten n a m e v a n d e V r i e n d e n k r i n g Vught te Weesp, onder vermelding
van: Gedenkteken Kindertransporten. Overigens zal het nationaal M o n u ment Vught na een sluiting tijdens de winter weer geopend zijn vanaf 27 maart 1999, o p zaterdag, zondag en maandag van 12.00 tot 17.00 uur, overige dagen van 10.00 tot 17.00
In Vught vindt o p 4 mei een aantal bijeenkomsten plaats ter herdenking van de N e d e r l a n d s e en Belgische kampslachtoffers. Vanaf 11.45 uur worden kransen gelegd bij de m o n u menten in en voor het NS-station en op het nationaal M o n u m e n t kamp V u g h t . Vanaf 1 9 . 2 0 u u r vertrekt vanaf Restaurant Elderade aan de Loonsebaan een stille tocht naar de Fusdladeplaats waar de doden zullen worden herdacht. Nadere informatie bij bet secretariaat van d e V r i e n d e n k r i n g N a t i o n a a l M o n u m e n t Vught, Gangwerf 19, 1676 GBTwisk.
GEDICHT Gered was er toen niet die ene wij zouden niet meer zijn uit 't leven gewoon verdwenen zoals velen die werden vermoord en niemand die onze stemmen ooit zou hebben gehoord we voelen diepe dankbaarheid een mens heeft ons bevrijd wij waren zeker omgekomen planten n u met diepste dank in israei de b o m e n van de werkelijkheid
els wrona, nijmegen
Ronny A b r a m 1 9 3 8 - 1 9 9 9 Schilder v a n massamoord
Toen de schilder Ronny Abram, die in februari van dit jaar op zestigjarige leeftijd aan de gevolgen van een hersenbloeding overleed, in 1986 de reis meemaakte van het Nederlands
Auschwitz Comité naar Auschwitz, Birkenau en Sobibor was hij daar, zoals iedereen, erg van onder de indruk. Voor R o n n y gold dat misschien n o g meer dan voor de andere deelnemers aan de reis. Zelf was hij als vijfjarig jongetje met zijn ouders gedeporteerd naar het concentratiekamp Bergen-Belsen, weliswaar geen regelrecht vernietigingskamp, zoals Auschwitz en Sobibor, maar de mensen stierven er in groten getale en voor kinderen zoals Ronny was de aanwezigheid van grote bergen lijken een bijna normale zaak.
De ouders van Ronny Abram overleefden het kamp niet en hij kwam daardoor als alleenstaand weesje van zeven j a a t uit de oorlog. Hij werd ondergebracht in een joods weeshuis in Laren, waarvan het adtes hem in het geheugen gegrift bleef staan: Doodweg 4. Naar zijn gevoel ging voor hem de oorlog gewoon door, totdat hij gelukkig in het gezin van een broer van zijn vader werd opgenomen als broertje van Ron en Ido Abram. Met hen ging hij n a a t Indonesië en btacht daai eindelijk een gelukkige tijd door. Terug in Nederland volgde Ronny Abram een opleiding aan de Kunstacademie in Enschede. Hij wetd kunstschildei, veibleef lange tijd in Fiankiijk en had daat vele tentoonstellingen. Aanvankelijk maakte hij absttacte schilderijen, maat na zijn
reis naai Auschwitz wieip hij zich op grote, expressionistische zwait-wit tekeningen van grote bergen naakte mensen. 'Onthutsende tekeningen' noemde de Groene Amsterdammerdie in 1989: 'Hoewel we van nature ongekleed zijn, associëten we naaktheid zowel met gelukkige, primaire levensmomenten, met geboorte en vrijen, als ook met diepgaande ontering en inhumane bejegening, en in beide gevallen vetootzaakt dat bij de kijker een staat van alertheid, zo niet ongerustheid. Een halfgeopende mond, een naar binnen gekeerde blik, een extatisch gebaar: of Eros hier heerst dan wel Thanatos, de liefde of de dood, blijft in het midden.' Ronny Abiams wanhopige en ontstellende tekeningen zijn aangekocht dooi het Joods Historisch Museum dat in de maand mei een aantal daarvan
zal tentoonstellen. Toch voelde hij zich niet een joodse schilder of een schildet van alleen de massamoord op de joden. Na zijn indrukwekkende serie tekeningen met mensenlichamen, die iedete toeschouwet onmiddellijk aan de sjoa doen denken, maakte hij stadslandschappen, beelden van het Amstetdamse Leidseplein waar juist geen mensen op te zien zijn. En onlangs voltooide hij een schitterend werk, bestaande uit 32 panelen, Amor Natural, geïnspiteetd op de erotische gedichten van de Btaziliaanse dichtet De Andrade. Zijn laatste werk blijft onvoltooid. In zijn atelier in Amstetdam-Noord, waar hij zijn eerste hetsenbloeding kteeg en w a a t na zijn dood zijn lichaam lag opgebaatd, staat op een schildetsezel het schilderij waaraan hij bezig was toen hij stietf. Daarop heeft hij zijn beide oudets als bruidspaar afgebeeld. 'Mijn joodse bruidje' heet het en het geeft juist in z'n - doot de veel te vroege dood van de schildet onvoltooide staat een tegelijk lieflijk, ontroerend en huiveringwekkend beeld van de tetugkeet van een klein joods jongetje bij zijn in Bergen-Belsen verloren ouders. Een grote rol bij zijn verzoening met een verschrikkelijk verleden als kleine jongen in Bergen-Belsen heeft gespeeld de ontmoeting, enige jaren geleden, met de Poolse vrouw Luba die in dat kamp v o o t tientallen weeskinderen, onder wie Ronny zorgde. Toen pas kon hij begrijpen dat zijn ouders hem in dat vreselijk oord niet z o m a a t in de steek hadden gelaten en dat er zelfs daar zoiets als liefde voor een klein en eenzaam jongetje mogelijk is geweest. Ronny Abram was naast een groot schildet een begenadigd leraar die op de Rietveld Academie en daarbuiten honderden mensen heeft geïnspireerd en gestimuleetd. Wij wensen zijn vele vrienden, m a a t vooral zijn dochter Brechtje heel veel stetkte. Max Arian
AGENDA Herdenkingen * Herdenking Jom Hasjoa, de Dag van de Sjoa: maandag 12 april 199, 19.30 uur, in de voormalige Hollandsche Schouwburg, PlantageMiddenlaan 24, Amsterdam. * Viering Jom HdatsmaoeP. dinsdag 20 april 1999, 19.30 uur, in het Joods Cultureel Centrum, V.d. Boechortstraat 26, Amstetdam. Inlichtingen: Federatie Nederlandse Zionisten, Buitenplein 65, 1181 ZE Amstelveen, tel.020-6432740. * Herdenking bevrijding concentratiekamp Dachau: zaterdag 24 april 1999, 12.00 uur, bij Dachau Monument Amsterdamse Bos. Aan sluitend reünie in Hoofdkantoor KLM, Amsterdamseweg 55, Amstelveen. Inlichtingen: Vriendenkring van Oud-Dachauers, Beukelsdijk 146, 3022 DM Rottetdam, tel. 010-4770259. * Ravensbrück herdenking: zondag 25 april 1999, 12.00, bij het Monument aan de oostzijde van het Museumplein, Amsterdam. Informatie en opgave voor aansluitende lunch (f 17,50): Elly Rörik, Oosterweidestraat 25, 1636 XD Schermerhorn. * Herdenking 4 mei: in Westerbork vindt de herdenking plaats op dinsdag 4 mei 1999, vanaf 19.30, bij de slagboom van het kampterrein van voormalig kamp Westerbork, Oosthalen 8, Hooghalen. Informatie: 0593-5926000. * Herdenking Kamp Schoorl op vrijdag 11 juni 199, 14.00, bij Monument Kamp Schoorl, Oorsprongweg 1, Schoorl. Informatie: 072-5096170 of 020-6719954.
De trein De trein is een toneelstuk dat het verhaal vertelt van Clara en David. O m onbekende reden staat de trein waarin ze zitten stil. Daardoor gaan hun gedachten uit naar het jaar 1943, toen zij ook samen in een stilstaande trein zaten, een trein die hen naar een onbekende plek in Oost-Europa transporteerde. Na al die jaren zijn ze eindelijk in staat elkaar te vertellen wat zij toen dachten en voelden.
De eenakter 'De trein' werd door Carl Slotboom in 1995 geschreven op verzoek van het 5 Mei Comité en is al gespeeld in Westgrafdijk, in De Rijp en Erfurt (Duitsland). Het stuk is inmiddels ook in het Engels vertaald. In Nederland woidt 'De trein' gespeeld doot de nog zeet jonge Theatergroep Signaal, die bestaat uit gemotiveerde amateurs. Zij beschouwen dit stuk, waarin de jodenvervolging tijdens de Tweede Wereldoorlog centraal staat, als een waarschuwing voor het heden en de toekomst. Op 1 en 2 mei wordt De Trein gespeeld in de theaterkerk van Wadway (NH). Het is de bedoeling dat het stuk door het hele land zal worden gespeeld. Voor verdere informatie en/of boekingen: Theatergroep Signaal, Dorpsstraat 12, 1657 AB Abbekerk, tel.0229-582936 of 06-53867141, E-mail: cslot@multiweb.nl
Verzetsmuseum Amsterdam opent in Plancius Op zaterdag 1 mei 199 opent het Verzetsmuseum Amsterdam op nieuwe locatie zijn deuren voor het publiek. Het gebouw Plancius aan de Plantage Kerklaan vlak tegenover de ingang van Artis is na een grootscheepse verbouwing het fraaie, nieuwe en ruimere onderkomen van het Verzetsmuseum. Het biedt alle ruimte voor een geheel vernieuwde en uitgebreide vaste expositie en ook faciliteiten v o o t een scala aan activiteiten rond het verzet in heden en verleden: wisseltentoonstellingen, lezingen, forumdiscussies, educatieve programma's en filmvertoningen. Het Verzetsmuseum hoopt daarmee uit te kunnen groeien tot een veelzijdig centrum. De nieuwe vaste expositie tracht met straten en intetieurs de sfeer op te roepen van de jaren veertig. In een decor van foto's van A. Hustinx vertellen authentieke voorwerpen, documenten, videobeelden en geluidsfragmenten de verhalen van mensen in bezettingstijd. Er wordt een chro-
nologisch beeld gegeven van 1930 tot 1950 en natuurlijk wordt een aantal thema's nadet uitgewerkt, zoals de illegale pers, o n d e r d u i k h u l p , de Februaristaking en spionage. Het gedicht 'Iemand verzet zich' van Remco Campert vormt daarbij een leidraad: 'jezelf een vraag stellen daarmee begint verzet en dan die vraag aan een ander stellen' Educatie blijft een hoofdtaak van het Verzetsmuseum. Zowel voor groepsbezoek als voor individuele leerlingen zijn er vele mogelijkheden. Jongeren kunnen gebruik maken van computerprogramma's en boeken met informatie. Openingstijden: dinsdag t/m vrijdag: 10.000-17.00 uur; zaterdag, zon- en feestdagen: 12.00-17.00 uur. Verzetsmuseum, Plantage Kerklaan 61a, 1018 CX Amsterdam, tel. 0206202535, fax 6202960, E-mail: Verzetsmuseum@iknoware.nl
Bezetting in grensgebied Op 22 en 23 april zal te Bocholt in Duitsland een conferentie worden gehouden gewijd aan de nationaal-socialistische heerschappij en de bezettingstijd in het Duits-Nederlandse grensgebied. Er is een interessant wetenschappelijk programma, waarin de bezettingstijd vanuit de twee verschillende kanten wordt belicht. De voertaal is Duits. Informatie bij: Rolf Beuting, ESTA-Europa Institut Bocholt, Adenauer Allee 59, D-46399, Bocholt, tel.00-49-28713430.
Foto-tentoonstelling Den Bosch Op 22 februari heeft het Nederlands Auschwitz Comité zich tot het College van Burgemeester en Wethouders van 's-Hertogenbosch gewend om haar ergernis te uiten over de perikelen rond de voorgenomen tentoonstelling over een reis van jongeren naar Auschwitz in het stadhuis van Den Bosch. Het Auschwitz Comité heeft met name bezwaar gemaakt tegen enkele zeer kwetsende teksten die bij foto's op deze tentoonstelling zouden worden geplaatst. Het Comité heeft gevraagd de betreffende tentoonstelling af te gelasten.
Op 2 maart heeft het Hoofd van de Afdeling Bestuutsondetsteuning namens B en W van Den Bosch het N.A.C. geantwoord, dat er intensief overleg heeft plaats gevonden van alle betrokken paf tijen en de jongeren die de reis naar Auschwitz en Buchenwald hebben gemaakt en die hun ervaringen hebben vastgelegd in foto's. De organisatoren zullen nu nagaan op welke wijze de ervaringen van de jongeren het beste op hun leeftijdgenoten kunnen worden overgedragen. De gewraakte fotobijschriften zullen daarbij niet worden gebruikt.
In een begeleidend persbericht wordt uiteengezet dat de reis van een aantal jongeten, na gedegen voorbereiding, naar Auschwitz en Buchenwald succesvol is verlopen. Alle betrokkenen betreuren het dat een schaduw over het project is geworpen door de ongepaste keuze van een aantal fotobijschriften. Deze waten vooral gericht op leeftijdsgenoten en zijn daarom in hun 'taal' opgesteld, maar men heeft op geen enkele wijze mensen bewust willen kwetsen. Een van de organisatoren, Stichting Divers, erkent dat de begeleiding van de j o n geren alerter hierop had moeten zijn en dat men zo deze nare affaire had kunnen voorkomen.
Geen mens is illegaal
J.E. Marchand zoekt gegevens betreffende het echtpaar De Leon-Polak. Daniël de Leon werd geboren 24 augustus 1905, Bianca Polak op 6 juni 1905. Beiden zouden op transport zijn gesteld in september 1943. Van Daniël de Leon bestaat een overlijdensbericht uit Buchenwald, gedateerd februari 1945. Informatie graag naar: J.E. Marchand, 42 935 Hadar Am, Israei. A.A. Keur is al enige tijd op zoek naar mensen die zijn opa Hartog Porce lijn, geboren 23 november 1914, hebben gekend. Voor de oorlog woonde Hartog Porcelijn in de Vrolikstraat 62 te Amsterdam. Tijdens de oorlog is hij in het verzet gegaan en ondergedoken in een pand op de Herengracht 554. Zijn schuilplaats is verraden en hij is op 20 juli 1944 via Westerbork op transport gesteld naar Auschwitz. Volgens een briefje dat na de oorlog werd ontvangen, geschreven door Leo Groen, zou hij 4 december te Bernhausen zijn overleden. Informatie naar: A.A. Keur, Ruitenveen 6, 1507 ME Z a a n d a m , tel. 0 7 5 6141213. Sarah Aletrino zoekt contact met familie of kinderen van de familie Saar en Jacques Houtkruijer-Arons, die vermoedelijk voor de oorlog in Betondorp, Amsterdam-Oost woonde. Door ovetlijden van mevrouw Leni Bloemendaal, kreeg zij brieven in haar bezit die werden geschreven vanuit Westetbork in 1941 en 1943. De families Houtkruijer en Bloemendaal waren bevriend. Informatie bij: Sarah Aletrino, Corn. Buijsstraat 36, 1816 C C Alkmaar, tel. 0725119373.
Onder het motto 'Er zijn wel onmenselijke wetten, maat geen onwettige mensen' voeren vele organisaties actie voot legalisering van de zogenoemde 'witte illegalen , buitenlanders die al langere tijd officieel in Nederland hebben gewerkt, zonder daaraan formeel rechten te kunnen ontlenen. De actie wordt ondersteund door Groen Links, FNV, CNV, 70 vrouwen in de PvdA, Forum enzovoorts. U wordt opgeroepen, indien u de actie een goed hatt toedraagt, uw steun te betuigen aan de slachtoffers van de Koppelingswet. De Koppelingswet is ingevoerd om illegalen het verblijf in Nederland onmogelijk te maken.
U kunt de actie zonder meer steunen door een protestbrief te sturen aan: Mr. M.J. Cohen, Staatssecretaris van Justitie, postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Fax: 070-3707937. U kunt een kopie van uw brief sturen naar: de Tweede Kamer, postbus 20018, 2500 EA Den Haag. Meer informatie en brochures bij: Comité geen mens is illegaal, Koppenhinksteeg 2, 2312 HX Leiden, tel.071-5127619, E-mail: lokabaal@dsl.nl. De campagne kost veel geld, donaties, klein en groot, zijn van harte welkom op gito 4418467 t.n.v. De Fabel van de Illegaal te Leiden, o.v.v. Donatie Geen Mens is Illegaal.
Rode Kruispas voor Mengele Naat pas onlangs is gebleken heeft de beruchte Duitse kamparts Joseph Mengele in 1949 naar Argentinië kunnen ontsnappen doordat het Internationale Rode Kruis hem uitreispapieren heeft verstrekt. Mengele vroeg de uitreispapieren onder valse naam aan, maar de foto was echt. Een beetje laat heeft het Rode Kruis hier nu zijn grote spijt over betuigd. 'Het lag niet op de weg van het Rode Kruis de echtheid van de uitreispapieren te controleren.' Aldus de woordvoerder van het Internationale Rode Kruis. Controleren is sowieso niet een sterke kant van het Rode Kfuis. Tijdens de Tweede Wereldoorlog vond het Rode Kruis het ook niet op zijn weg liggen de toestand in de concentratie- en vernietigingskampen te controleren, laat staan dat er ooit enig initiatief werd genomen om de situatie van de gevangenen te verzachten of hen van de dood te redden, (m.a.)
Kinderen v a n de hoop 'Mijn moeder blijft voor mij een zwart gat. Alleen met eten kan zij haar liefde en bescherming tonen. Ik kan het begrijpen. Ze moesten destijds hun gevoel afsluiten om te overleven, en sindsdien zijn ze niet meer in staat hun gevoel op een normale manier te tonen.' 'Ik heb geen Westerbork of Bergen Belsen als monument nodig. Mijn moedet is het levende monument; zij is e t geweest en heeft het ovetleefd. Op haat beutt ziet mijn moedet haat kindeten als haat grootste overwinning op de nazi's.' 'De visie van mijn ouders was simpel: het leven gaat door. Mijn zusje is de dag na Yom Hashoah jarig. Overdag herdachten we de Holocaust, maar 's avonds stond de champagne op tafel. Het leven gaat doot. Mijn moeder heeft ons geleefd dat een glas halfvol is in plaats van halfleeg.' Deze uitsptaken zijn typetend voor leden van de na-oorlogse generatie. Vele Nederlandse tweede genetatiegenoten herkennen deze gevoelens. Verrassend is echtet dat dit uitsptaken zijn van volwassenen die tot de tweede generatie behoten in Israël. Kennelijk zijn er gevoelens en ervaringen die zo fundamenteel zijn dat ze voor joodse tweede generatiegenoten gelden, ongeacht het land waar ze leven en ongeacht het land waar de eerste generatie vandaan komt. In bovengenoemde citaten betrof dat Polen, Nederland en Hongarije. Ze zijn te vinden in Kinderen van de Hoop van Shirley Barenholz. Zij behoort zelf tot de tweede generatie. Zij heeft een Nederlandse vader, die in Duitsland is geboren en een Israëlische moeder. Deze achtergrond is mede bepalend geweest voor dc totstandkoming van dit boek of in haar eigen woorden,
'driejarig project'. In dit project kwam Shirley Batenholz langdurig in contact met twaalf joden van de tweede genetatie die in Istaèl wonen en van wie één of beide oudets slachtoffer was van de Sjoa. De oudets zijn geboren in Duitsland, Polen, Hongarije, Roemenië of Nederland. Bijna alle kinderen werden evenals hun broertjes of zusjes in Israël geboren. Wat mij opviel was dat niemand van deze 'kinderen van de hoop' enig kind is. Barenholz kwam niet 'eventjes' op bezoek maar trok intensief met alle mensen op, fotografeerde ze in hun dagelijkse situaties en volgde hun doen en laten behalve met de camera ook met een cassetterecorder. Op deze manier ontstond een prachtig uitgevoerd boek met hondenden foto's, intetviews en tekstfragmenten die een schetp beeld geven van de tw eede generatie in Istaèl die nu ouder dan 35-40 jaar is en vaak zelf weer jonge kindeten heek. Allen hebben nog contact met hun oudets. De tweede generatie in Istaèl heeft vergeleken met tweede generatiegenoten elders natuurlijk wel andere problemen en uitdagingen dan bijvoorbeeld m Nederland. In Israël is de term 'naoorlogse generatie ' onhandig en niet btuikbaat. Over welke oorlog praat je dan? r
gezien hun sporen verdiend. Allen hebben in Israël echt cattière gemaakt en zijn vaak bekende personen. Mij sprak de zeer optimistische houding van zowel de eetste als de tweede generatie bijzondet aan. 'De grootste les van de Holocaust is respect voot het leven. Daarom neem ik mijn pet af voor mijn vader: een stetke man die na de verschrikkingen van de Holocaust koos v o o t de test van zijn leven. Die keuze geeft mij enorme kracht en inspiratie. Want ik ben en bhjieen deel van mijn vadet,' zegt Yechïel Sidtanik, een van de geïnterviewden. In Nederland valt waarschijnlijk ook een interessant non-fiction boek te maken waarin de tweede genetatie de hoofdrol speelt. In Istaèl bestaan plannen om een Engelse vertaling van dit boek uit te btengen. Het zou volgens de auteut het eetste boek in Istaèl over de rweede generatie zijn. De fraaie kleurenfoto's in het boek vertellen hun eigen verhaal naast de overige informatie. Als de communicatie tussen de eerste en de tweede generatie in Nederland stroef of niet verloopt dan kan aanschaf van dit boek als cadeau aan elkaar een eetste stap zijn op weg naar een ontmoeting tussen generaties. Theo van Praag
Geen slachtoffers maar helden Deze Israëlische tweede generatie ziet de ouders vooral als helden en niet als slachtoffers zoals in het Westen vaak het geval is. Beide generaties vertonen een uiterst wecibare en strijdvaardige houding. Misschien heeft dat ook te maken met het gegeven dat in Istaèl na 1948 geen plaats en tijd was om veel tetug te blikken. Vooral de eerste generatie weet van aanpakken, maar ook hun kinderen hebben maatschappelijke
Shirley Barenholz, Kinderen van de Hoop. Uitgeverij Kok, Kampen: 1998 208pagina's. 69,50.
Het boek "Nooit meer Auschwitz": Het Nederlands Auschwitz Comité, 1956-1996. Dr. R. van der Leeuw schreef in een recensie over dit boek: "Het Comité moest tot twee keer toe constateren dat
het
monument
in
het
Wertheimpark vermeld werd - om welke reden dan ook. Dat is symbolisch voor de overtuiging dat het werk van het Comité voortgang moet vinden , zolang dit werk tot zegen kan strekken van allen die zich op enigerlei wijze betrokken voelen bij alles waarvoor "Auschivitz'staat.
Het
gedenkboek is een belangrijk instrument bij het toekomstig werk. " Dit boek over 40 jaar
Nederlands
Auschwitz Comité kost fl. 29,50 en is te bestellen bij de penningmeester ( de prijs is exclusief verzendkosten)
Boekenlijst Deze boeken kunnen tele fonisch of schriftelijk besteld worden :>ij de penningmeester. >' T A
' '1
A I S M U Ü t ü O ü W I f
De prijzen zijn exclusief de verzendkosten
M
C I M
Buscha>it3 Bitkenau
-Auschwitz - Voices from the ground 1 Y
B R E A D
a A L O N E
fl. 32,50
-KI.Auschwitz seen by the SS
fl. 16,50
-By breid alone A survivor
fl. 17,50
-40 jaar Nederlands Auschwitz Comité
fl. 29,50
-Auschwitz. Brochure
fl. 3,50
-Auschwi tz i n formatiegidsfl. 3,50 -Ver weg en toch dichtbij fl. 15,00