2
Redactioneel And the winner is ...
4
Over elsbessen, fladderiepen
en Spaanse aken
Tien jaar inheemse bomen en struiken in Nederland. 10
Opmars van de grote zilverreiger De grote zilverreiger heeft deze eeuw in West-Europa zware verliezen geleden. De laatste jaren gaat het weer wat beter. Ook in onze streken wordt hij weer vaker gezien. Wat is de actuele toestand en wat zijn de verwachtingen?
Brusselse bureaucraten uitstervende tijgers
kijken toe bij
Het gaat niet goed met de Siberische tijger en de Amoerpanter. Helaas gaat het ook niet goed met de daadwerkelijke bescherming. Er is door de EU geld vrijgemaakt voor het bedenken van oplossingen, maar voor de uitvoering hapert de Brusselse machine.
14
Vogels in de nieuwe media Vogels kijken is zeer populair. Vogel gidsen zijn dus ook populair en er verschijnt steeds meer in druk. Maar ook de elektronische gidsen maken een opmars door. In dit artikel een overzicht van diverse gidsen en een bespreking. Dit artikel is een eerste in een reeks. Omdat er inmiddels alweer nieuwe uitgaven zijn verschenen brengen we eerst nog een vervolgartikel met meer vogel cd-roms en vogelvideo's. In de toekomst besteden we ook aandacht aan cd-roms over flora en fauna.
20
Naar een groene grondpolitiek De ruimte in Nederland wordt schaarser. Al zou je dat op het eerste gezicht, gezien enorme projecten als de Betuwelijn. niet zeggen. Wonen en werken doen we nog wel, maar leven steeds minder.
24
Verzuring still going on Wie herinnert zich de verzuring nog? Misschien hebben we het te druk met ons te verbazen over megaprojecten waaraan hele landschappen worden opgeofferd of dioxineproducten die onze levensmiddelenvoorziening op z'n kop zetten. Toch gaat de verzuring gewoon door. Dat blijkt bijvoorbeeld uit een Zweeds onderzoek.
2'6 Met de voeten getreden Column van Tom Bade
28
Snippers Nieuws, wetenswaardigheden
en besprekingen.
Omslagfoto's Edelhert op de Veluwe. Let op z'n rechteroog dat beschadigd is geraakt (zou dit dier onder natuurlijke omstandigheden een dergelijke handicap overleven?) Achtergrondfoto op deze bladzijde: oude bos plaatsten zijn een bron voor resten van inheems materiaal. Buitenboel: Kootwijkerzand rond I90o. Foto's Colofon: beveractiviteiten
in een Zweeds bos, Foto's Ruud Lardinois,
,OPMARS
VAN DE GROTE ZILVERREIGER
GROTE
ZILVERREIGERS
BROEDVOGEL
IN
LANGS
DE
ONZE
TOEKOMST
RIVIEREN?
Tekst Il{foto's Fokko Erhart
Botvondsten bij een Romeinse vesting nabij Amsterdam maken het aannemelijk
dat de grote zilverreiger
in de toenmalige
van de Rijn-
moerassen
delta voorkwam. Verder melden oude bronnen
grote aantallen witte reigers in de
14e eeuw. Met de grootschalige gingen verdwenen
droogleg-
deze sierlijke vogels
echter uit Nederland. Door de vraag naar sierveren in de modewereld
was de grote
zilverreiger in de jaren vijftig zelfs bijna uitgestorven Neusiedlersee,
in heel Europa. Alleen de op de grens van Oostenrijk
en Hongarije, kende destijds nog een levensvatbare populatie van zo'n honderd paar. Daarnaast waren er nog een enkele broedgeval in Hongarije en aan de oevers Momenteel wordt de Europese populatie geschat op 1200'1800 paar (de soort komt ook voor in de Oekraïne (15°0'4°00 paar) en verder oostelijk in Rusland (Il.OOO paar), maar deze oostelijke regio wordt in dit kader buiten beschouwing gelaten). De Neusiedlersee (621 paar in 1995) en Hongarije (700-800 paar) vormen immer nog de kern van de Europese populatie. Daarnaast wordt er in voormalig Joegoslavië en Roemenië weer in toenemende mate langs de Donau gebroed. Sinds het eind van de jaren ze-
van de Donau in Servië (Kopacki). In die tijd was de grote zilverreiger als broedvogel zelfs al verdwenen uit de immense
moerassen
in de Donau- en Wolgadelta.
Pas sinds de soort in de jaren zestig werd beschermd, neemt hij weer toe in Europa.
NIEUWE
WILDERNIS
NUMMER
2
I
9
9
9
I
0
Grote zilverreigers
Aantalsontwikkeling
in Europa
jaren 50
ca. 100
jaren 60
ca. 350
jaren 70
430-455
jaren 80
715-1040
jaren 90
1200-1800
in Hongarije.
jaren 40 Neusiedlersee
100
Hongarije Donaudelta
NI?UWE
WILDERNIS
ca. 80
jaren 50
jaren 60
140-200 1-20
60
nul
120
NUMMER
jaren 70
jaren 80
jaren 90
gem. 310
gem. 213
174-621
450-500
700-800 ca. 150
30-40
2
I
9
9
9
I
I
ventig zijn er ënkele vooruit geschoven posten in Nederland, Letland en Wit-Rusland. Sinds kort wordt ook in Slowakije (in I997 60 paar), Italië (enkele tientallen paren), Frankrijk (Camargue en Atlantische kust) en Spanje (Ebrodelta) genesteld.
Flink herstel De groei zit er dus weer flink in en het is verrassend dat de soort in staat is grote stappen te zetten in de uitbreiding van zijn areaal. Het is interessant om te kijken volgens welk mechanisme dit verloopt.
Grote zilverreigers
in het Rijnstrangengebieá
Waar mogelijk blijft de grote zilverreiger graag in de omgeving van zijn broedplaatsen overwinteren, maar het landklimaat van Midden- en Oost-Europa staat dat lang niet overal toe. De trek- en zwerfbewegingen van deze vogels blijken de leidraad voor de kolonisatie van nieuwe gebieden. Deze trekkers belanden met honderden in de moerasgebieden rond de Middellandse Zee (o.a. Podelta in Italië en Camargue in Frankrijk). Maar ze zwermen ook in toenemende mate uit in de richting van de Atlantische kust en naar onze contreien, tot in Scandinavië en de kustgebieden van de Oostzee toe. De verre doorschieters zijn vaak eenlingen, maar dichter bij de broedgebieden (o.a. ZuidDuitsland) gaat het om vele tientallen vogels.
In onze streken Bij toeval heeft de grote zilverreiger reeds in de jaren zeventig de Oostvaardersplassen ontdekt. Nog verrassender was dat ze er snel gingen
NIEUWE
WILDERNIS
broeden. Nog voordat in de vakliteratuur bekend werd dat het structureel beter ging met de populatie in Midden-Europa, had Nederland er al de eerste vruchten van geplukt. Uit een overzicht gemaakt door Henk van der Kooij en Berend Voslamber voor Limosa blijkt dat er sindsdien in de meeste jaren een enkel paar in de Oostvaardersplassen en soms elders broedt. In I995 werd een voorlopig maximum van vijf paar bereikt, daarna daalde het aantal broedvogels weer wat. Na de overrompelende entree is het dus voorlopig nog erg bescheiden gebleven met het aantal broedende vogels in Nederland.
Toekomstverwachting De grote zilverreigers verlaten de genoemde gebieden doorgaans weer in maart. Dat valt weliswaar samen met een toename van de waarnemingen in de Oostvaardersplassen. Dit blijkt voor een deel te kloppen, maar toch zijn er dan nog een tiental vogels 'zoek'. Ook gezien de ontwikkelingen buiten onze landsgrenzen valt te betwijfelen dat in Nederland sprake is van een gesloten zilverreigercircuit. Veel waarschijnlijker is dat onze zomerreigers meedraaien in het totale West-Europese beeld van winterbewegingen en dat we in de winter-
bij Nijmegen. Het aantal pleisteraars neemt wel toe. Die trend volgt keurig de lijn van ontwikkelingen elders in Midden- en West-Europa. In het Limosa-artikel wordt uitgegaan van 20 vogels in I995, een voorlopige schatting voor de winter van I998-I999 komt op 30 tot 40 dieren. In de zomermaanden is de kans het grootst om de zilverreigers in de Oostvaardersplassen tegen te komen. 's Winters worden ze daar veel minder gezien. Dan verblijven ze langs de Friese IJsselmeerkust bij Makkum, in het Lauwersmeer, het stroomgebied vari de Ilssel of in de omgeving van Nuland. Sinds de winter van I997-I998 kan ook de Gelderse Poort aan dit lijstje toe worden gevoegd. Toen verbleven daar vier vogels, in de winter van I998-I999 ging het zelfs om vijf dieren. Vooral het gebied van de Oude Rijnstrangen is in deze regio trek. Daarnaast hebben in de winter van I998-I999 in de Biesbosch vier vogels overwinterd.
NUMMER
2
periode grote zilverreigers van elders op bezoek krijgen. Uit de literatuur is bekend dat nieuwe broedplaatsen eerst meerdere jaren in de winter bezocht worden alvorens er begonnen wordt met broeden. In dat verband doen nieuwe ontwikkelingen zoals in de Oude Rijnstrangen uitzien naar de toekomst. De Rijnstrangen hebben in ieder geval bewezen dat ze in de winter voedsel kunnen bieden aan meerdere grote zilverreigers (naast vissen in de strangen, wordt gefoerageerd op muizen en mollen in de ruige weilanden). Met zoveel ogenschijnlijk geschikt broedhabitat (rietmoerassen en ooibossen; bij voorkeur in kolonies van reigers en aalscholvers) zal er binnen afzienbare tijd vast genesteld worden. Een mooier compliment voor al die mensen die zich inzetten voor meer natuur in de Gelderse Poort is haast niet te bedenken.
lil
I
9
9
9
I
2