e y espy Hé t ooghe el kundig maga zine
d e c e m b e r 2011 | n r. 3
Fusie Alcon en Novartis: Eén krachtige oogzorgdivisie met een compleet assortiment Voorzitter Monica Odenthal: “De BBC heeft allesbehalve stil gezeten”
december 2011
|
nr. 3
inhoud
eyespy |
p.4
Oogziekenhuis Maastricht UMC+ koopt LenSx® laser Het Oogziekenhuis MUMC heeft als eerste in Nederland de LenSx laser gekocht. Professor Webers en Dr Nuijts vertellen meer over hun keuze voor deze blade free femtosecond cataractlaser.
p.6
Passie voor beeldvorming van het netvlies Afgelopen zomer promoveerde Thomas Theelen voor de tweede keer in zijn carrière. Dit maal met een proefschrift over digitale beeldvorming van het netvlies met behulp van confocal scanning laser ophthalmoscope.
p.8
Ik kijk nu anders naar mijn glaucoompatiënten Een bijdrage van Dr Gerard van Meel over het in oktober door Alcon georganiseerde 2e Interactieve Glaucoom Seminar.
p.12
AcrySof® Cachet® eerste keuze Isala klinieken Twee jaar geleden was Wim van Schaick één van de eerste Nederlandse (refractieve) cataractchirurgen die de AcrySof® Cachet® Phakic IOL implanteerde. Vandaag de dag is deze phakische lens eerste keus in Zwolle. Ook bij zijn aanvankelijk terughoudende collega, Willem Vaandrager.
p.14
De BBC heeft allesbehalve stil gezeten
Alcon EyeSpy is een periodieke uitgave van Alcon Nederland. Redactie Evelien de Kroon en Louise van Hingst Redactionele bijdrage Nijst Communicatie Vormgeving en DTP 2d studio in vorm Fotografie Ferry Verheij Druk NPN Drukkers
p.18
ARVO: op topniveau praten over oogonderzoek In november vond in het UMC Utrecht ARVO-NED dag plaats. Daar werd ook weer de prijs voor de beste onderzoekspresentatie uitgereikt.
p.20
Eén krachtige oogzorgdivisie met een compleet assortiment Sinds 8 april is Alcon een onderdeel van Novartis. Onno Luimers en Wolfgang Tolle vertellen meer over Novartis en de nieuwe oogzorgdivisie: Alcon.
p.22
Artikelen in deze uitgave of gedeelten daarvan mogen worden over genomen na schriftelijke toestemming van de redactie (tel. 0183-654 317).
Succesvolle aanpak kinderstaar in Bangladesh
© 2011 Novartis
Verder in deze EyeSpy
Dit magazine is gedrukt op 100% gerecycled papier: 140 grams Revive Natural 100 uncoated
2
2011 was voor de Commissie Beroepsbehartiging van het NOG een hectisch jaar. Bezwaarprocedure tegen de NZa, DOT en samenwerking met 2e lijns optometristen en orthoptisten… Monica Odenthal geeft een update.
Afgelopen najaar was Dr M.A. Muhit in Nederland voor een aantal lezingen over zijn succesvolle aanpak van kinderstaar in Bangladesh. Een gesprek met deze markante persoonlijkheid.
Even voorstellen: Jan Raes De leden van het Alcon Benelux managementteam Tips & tricks Alcon in Forbes top 100
Voorwoord Bijzonder trots ben ik op het feit dat aan Alcon de 21e plaats is toegekend in de Forbes top 100 van meest innovatieve bedrijven ter wereld! Een mooie prestatie die we zeker ook te danken hebben aan onze 1.700 R&D medewerkers. Collega’s die iedere dag proberen medische problemen in de oogheelkunde van een oplossing te voorzien. Een oplossing waarmee u vervolgens uw klanten succesvol kunt helpen. Zoals u weet is Alcon sinds april 2011 een onderdeel van Novartis. In deze EyeSpy treft u hierover een interview aan met Onno Luimers, CEO van Novartis Pharma en ondergetekende. In dat kader stellen wij ook graag het nieuwe managementteam van Alcon Benelux aan u voor. Meer oogheelkundig interessant nieuws komt uit Maastricht. Daar werd onlangs de eerste LenSx femtosecondlaser in Nederland in gebruik genomen. Ander oogheelkundig nieuws komt van de BBC. Een half jaar voordat BBC voorzitter Monica Odenthal afscheid neemt, praten we met haar over ontwikkelingen en recente activiteiten van deze NOG commissie. Daarnaast treft u een verslag aan van het 2e interactieve Alcon Glaucoom Seminar, een bijdrage van de Nijmeegse oogarts Kochoi Wong over efficiënte phaco-emulsificatie en een interview met de Zwolse oogartsen Willem Vaandrager en zijn collega Wim van Schaick, die als één van de eerste Nederlandse (refractieve) cataractchirurgen de AcrySof® Cachet® Phakic IOL implanteerde. Verder nog een samenvatting van het proefschrift van Thomas Theelen over de hedendaagse digitale beeldvorming van het netvlies, een bijdrage over ARVO-NED en tot slot een interview met Dr M. Muhit over zijn succesvolle aanpak van kinderstaar in Bangladesh.
Al met al voldoende leesstof in deze volledig in een nieuw jasje gestoken EyeSpy. Ik hoop dat de nieuwe uitvoering van ons magazine u bevalt. Tot slot wens ik u, uw familie en uw medewerkers prettige kerstdagen en een heel gelukkig en gezond 2012 toe. Wolfgang Tolle General Manager Alcon Benelux
3
eyespy |
december 2011
|
nr. 3
Oogziekenhuis Maastricht UMC koopt LenSx® Laser Het Oogziekenhuis Maastricht UMC heeft als eerste ziekenhuis in Nederland de LenSx® Laser gekocht. Deze femtosecond cataractlaser is goedgekeurd door de FDA en heeft sinds maart van dit jaar een CE keurmerk. Professor Dr C.A.B. Webers en Dr R.M.M.A. Nuijts vertellen meer over hun keuze voor LenSx.
De LenSx Laser van Alcon is een volledig geïntegreerde image guided femtosecondlaser die speciaal ontworpen is voor refractieve cataractchirurgie. De LenSx Femtosecondlaser stelt oogartsen in staat om voor de daadwerkelijke cataractoperatie de anterieure capsulotomie, de incisies en de lens pre-fragmentatie te verrichten. Het systeem voert deze ingrepen, op basis van de ingestelde voorkeuren, met grote precisie uit. Dr Nuijts licht toe
welke beweegredenen er zijn om te gaan werken met LenSx: “Relevant is uiteraard allereerst de vraag waarom ons ziekenhuis besloten heeft te investeren in deze technologie. Wij denken dat de femtosecond cataractlaser een beduidende stap voorwaarts is in de cataractchirurgie. Met de laser kunnen incisies en capsulotomie meer gestandaardiseerd verricht worden. Dit leidt tot een grotere veiligheid en voorspelbaarheid van de procedure. Dat
blijkt ook uit de beschikbare data (red.: zie Professor Z. Nagy 1 2). Als academisch ziekenhuis willen wij deze data graag -onafhankelijk- bevestigd zien. Kortom, wat betekent deze lasertechniek concreet voor de capsulotomie en voor de incisie? Sluit deze incisie ook beter en is de postoperatieve effectieve lenspositie beter? Allemaal buitengewoon interessante aspecten waar wij over een paar maanden uitsluitsel over hopen te geven.” Professor
Webers vult hem aan: “Het is belangrijk dat dit soort interessante technologische veranderingen in een academische setting getest en geëvalueerd worden op veiligheid en kosteneffectiviteit. Wij signaleren dat ook zorgverzekeraars en de (semi)overheid zoals het College voor Zorgverzekeringen (CvZ)dit soort onderzoeken steeds belangrijker vinden. Regelmatig laten zij de resultaten meewegen in hun beslissing of een nieuwe technologie verzekeringstechnisch gehonoreerd moet worden.” “Dat zien we nu ook bij de beoordeling voor de vergoeding van torische intraoculaire lenzen”, zegt Rudy Nuijts. Hiervoor wacht het CvZ momenteel op de resultaten van ons gerandomiseerd onderzoek. Eerder hebben wij al positieve data kunnen geven over de multifocale lenzen, waardoor deze volgens het CvZ nu voldoen aan de stand van de wetenschap en de praktijk.” Keuze voor LenSx
Niet alleen het vertrouwen in het team dat LenSx ontwikkeld heeft, maar ook de positieve ervaringen van diverse internationale oogheelkundige instituten, hebben bijgedragen aan de beslissing van het Maastrichtse oogziekenhuis om LenSx te kopen. “We hebben vanuit het verleden zeer goede ervaringen met de engineers van deze femtosecond cataractlaser. En de internationale beoordeling van collega’s is ook goed. Zelf heb ik meerdere malen gesproken met Professor Zoltan Nagy van 4
de Semmelweis Universiteit in Boedapest. Professor Nagy gebruikt LenSx al sinds 2008. Hij vertelde dat naast de precisie en controle over de operatie, de variabiliteit in de postoperatieve positie van de IOL fors afneemt. Daarnaast lijken de refractieve uitkomsten voor een individuele patiënt zeer goed te voorspellen”, aldus Rudy Nuijts. Tijdens het NIOIC/NGRC congres 2011 is uitgebreid stil gestaan bij de femtosecond lasertechnologie. Algemene conclusie tijdens het congres was dat deze techniek op termijn zeker zijn intrede gaat maken. “De ervaring wijst uit dat binnen ons vakgebied grote technologische vernieuwingen uiteindelijk geïmplementeerd worden in de routine cataract chirurgie. Dit verwachten wij ook van van de femtosecond cataractlaser technologie. De vraag is natuurlijk binnen welk tijdsbestek dit zijn beslag zal krijgen. Bij iedere technologische vernieuwing zijn er uiteraard kritische vragen zoals bv. over de werkzaamheid van de laser bij de fragmentatie van hardere lenskernen. Op basis van de informatie van de engineers verwacht ik dat het niet al te lang zal duren voordat dit ook mogelijk is met LenSx.” Implementatie
De komende tijd zal LenSx gecontroleerd geïmplementeerd worden op de OK’s in Maastricht. Daarbij is er veel aandacht voor de logistiek. Professor Webers geeft aan dat LenSx in een OK klasse 1 moet staan. “Als bijvoorbeeld de incisie open-
gaat is er voorafgaande aan de ingreep sprake van een open verbinding met de buitenwereld en dat vraagt om een klasse 1 OK. Daarnaast moet de tijd tussen de laserprocedure en de phaco kort zijn. Je kunt dus niet op locatie A gaan laseren en dan vervolgens de patiënt vervoeren naar locatie B. Dat vraagt teveel tijd. In dat geval zou de kans op complicaties, zoals bijvoorbeeld een hoge oogdruk door lensmateriaal in de voorste oogkamer, toenemen. Goede ruimtelijke faciliteiten met een grote OK is in onze optiek dan ook noodzakelijk.”. Iets dat in het nieuwe onderkomen van het Oogziekenhuis Maastricht UMC+ geen probleem is. Sinds juli 2011 is het gevestigd in de zogenaamde Oogtoren, pal naast het academisch ziekenhuis Maastricht. Op deze nieuwe locatie worden naast poli-spreekuren ook operaties uitgevoerd. Hiervoor beschikt het ziekenhuis over vier ruim opgezette OK’s die voorzien zijn van de meest geavanceerde technologie en moderne apparatuur. Daarnaast zijn er in de zeven verdiepingen tellende toren, kantoorruimten voor staf, wetenschappers, management en secretariaat. Kortom een volledige self supporting afdeling oogheelkunde. In deze omgeving wordt de komende tijd op de vierde verdieping uitgebreid gewerkt met LenSx. Rudy Nuijts hoopt de resultaten van hun bevindingen medio maart 2012 tijdens het NOG jaarcongres te kunnen presenteren. 1 Nagy, ZZ. 1-year clinical experience with a new femtosecond laser for refractive cataract surgery. Paper presented at: Annual Meeting of the American Academy of Ophthalmology; October 24-27, 2009; San Francisco, CA. 2 Nagy, ZZ. Intraocular femtosecond laser applications in cataract surgery. Cataract & Refractive Surgery Today. September 2009:79-82. 5
Mogen we even aan u voorstellen… eyespy |
december 2011
|
nr. 3
Jan Raes
Passie voor beeldvorming van het netvlies Dr Thomas Theelen (1967) verdedigde deze zomer voor de tweede keer in zijn carrière succesvol een proefschrift. Nadat hij dit in 1995 voor de eerste keer had gedaan in Aken, promoveerde hij afgelopen juli weer. Nu tot doctor in de Oogheelkunde aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. De redactie van EyeSpy zocht hem op voor een nadere kennismaking. Al tijdens zijn studie geneeskunde aan de Universiteit van Aken wist Thomas Theelen dat hij zich wilde specialiseren in de oogheelkunde. Een vakgebied waar hij naar eigen zeggen snel verkocht aan was. “Tijdens mijn studie mocht ik een phaco ingreep bijwonen. Van die operatie kreeg ik letterlijk vlinders in mijn buik. Dat wilde ik ook! Mijn affectie voor de oogheelkunde was dus al vroeg geboren.” Thomas Theelen volgde zijn opleiding tot oogarts aan de Universiteit van Magdeburg en het oogziekenhuis Mülheim an der Ruhr in Duitsland. Hierna werkte hij twee jaar als oogarts in Aken. “In 1995 ben ik aan de Universiteit van Aken voor de eerste keer gepromoveerd. Voor mijn proefschrift
“Van die operatie kreeg ik letterlijk vlinders in mijn buik.” toen heb ik met immunohistochemische methoden de rol van proteasen bij het invasieproces van de placenta in het uterusslijmvlies bestudeerd. Imaging, weliswaar van histologische preparaten, had toen al mijn aandacht: we hebben indertijd voor mijn promotie onderzoek behoorlijk veel foto’s gemaakt en gebruikt.” 6
Dr Thomas Theelen
Interesse voor imaging
Sinds 2003 is Thomas Theelen staflid van de afdeling Oogheelkunde van het UMC St. Radboud. Hier ontwikkelde hij zijn speciale interesse voor beeldvormingstechnieken. “Toen ik in Nijmegen ging werken, raakte ik wetenschappelijk gefascineerd door de beeldvorming van het netvlies. Meer in het bijzonder autofluorescentie van erfelijke netvliesziekten en macula degeneratie. Ik had niet de bedoeling om nogmaals te promoveren. Dat was ik helemaal niet van plan. Maar collega Jeroen Klevering heeft mij uiteindelijk overtuigd, dat het nuttig zou zijn de resultaten van mijn onderzoek naar
functional imaging binnen het Institute for Genetic and Metabolic Disease, en de opgedane kennis op het gebied van scanning laser ophthalmoscopy, in een boek samen te vatten. Dit heeft uiteindelijk geleid tot mijn proefschrift Scanning laser imaging of the retina. Basic concepts and clinical applications.” Geen eindstation
Thomas Theelen vertelt dat zijn proefschrift niet het eindstation is als het gaat om verder onderzoek naar digitale beeldvorming. Samen met een aantal collega’s is hij begonnen met het ontwikkelen van apparatuur voor functional imaging.
“Dit houdt in, dat er met beeldvormende technieken en digitale beeldanalyse de functie van netvliescellen zichtbaar wordt gemaakt. Deze onderzoeksmethodiek wordt wereldwijd maar in zo’n vijf centra toegepast. Naast de autofluorescentie gebruiken wij met name de optische coherentie tomografie (OCT). Ik werk op imaging gebied veel samen met Tos Berendschot, oogheelkundige fysicus van de Universiteit Maastricht en Barry Cense, van de Utsunomiya University in Japan.” De eerste toepassingen zullen geschieden binnen een groot project voor het ontwikkelen van gentherapie voor erfelijke netvliesziekten. Dit project wordt geleid door de Nijmeegse hoogleraar ooggenetica professor Dr Frans Cremers. “Voor dit project begint binnenkort onder mijn supervisie een promovendus, die zich wil verdiepen in het ontwikkelen van de apparatuur en onderzoekstechnieken. Als het aan ons ligt, blijft de digitale beeldvorming zich de komende jaren dus nog verder ontwikkelen. En dat is positief voor het wetenschappelijk onderzoek en uiteraard de dagelijkse patiëntenzorg”, aldus Thomas Theelen.
Sinds dit najaar is Jan Raes actief als Clinical Application Specialist voor de LenSx Lasers van Alcon Benelux. Naast het innovatieve LenSx Laser platform is hij ook betrokken bij de complete product portfolio van refractielasers. Hij stelt zich zelf aan u voor Na het beëindigen van mijn studies Hoger Secundair onderwijs, heb ik op de afdeling Oogheelkunde van het Universitair Ziekenhuis Brussel de opleiding tot TOA gevolgd. Tijdens deze studie heb ik me onder andere beziggehouden met evoked potentials, fluo-angiografie, echografie en automatische perimetrie. Na mijn opleiding heb ik mij verder verdiept in de technologie en het gebruik van refractielasers. Een fenomeen dat mij toen al uitzonderlijk fascineerde en waar ik nu bij Alcon mee aan het werk mag. In 1999 heb ik het UZ Brussel verruild voor een carrière bij Carl Zeiss. Ik begon daar als Account Manager België voor diagnostische toestellen. Later werd ik benoemd tot Senior Account Manager/Product Specialist Refractive Benelux. In die tijd was ik ook mentor voor nieuwe collega’s met betrekking tot diagnostische apparatuur. Na 12 jaar enthousiast bij Carl Zeiss gewerkt te hebben, was ik toe aan een nieuwe uitdaging. Die heb ik gevonden bij Alcon, waar ik als Clinical Application Specialist dagelijks actief ben in het segment LenSx Lasers en de overige refractielasers van Alcon. Een functie waar ik vol enthousiasme en met veel plezier aan begonnen ben. Jan Raes
7
eyespy |
december 2011
|
nr. 3
“Ik kijk nu anders naar mijn glaucoompatiënten” In oktober organiseerde Alcon het 2e Interactieve Glaucoom Seminar. Onder het voorzitterschap van Professor Dr C.A.B. Webers en Professor Dr H.G. Lemij en de panelleden Dr T.P. Colen, Dr H.M.A. Brink, Dr H.J.M. Beckers en Drs G.W.S. Thoe Schwartzenberg vonden in Kasteel De Vanenburg in Putten een aantal boeiende interactieve sessies plaats. Dr G.J. van Meel, oogarts in het Jeroen Bosch Ziekenhuis te ’s-Hertogenbosch, schreef onderstaand verslag. Op zaterdag 8 oktober vertrok ik met prachtig weer naar de Veluwe voor een nascholing georganiseerd door Alcon. Dat beloofde wat. Een hele dag casuïstiek over glaucoom, behandeld door zes van onze meest prominente experts op dit gebied!
“De maandag na het seminar ben ik met een verfriste visie op glaucoom naar mijn poli gegaan. “ Mijn verwachtingen waren hoog gespannen. Het was voor mij didactisch een nieuw concept: leermomenten opbouwen met casuïstiek uit de dagelijkse praktijk. Het seminar startte met een introductie door Berno Maaswinkel van Alcon over glaucoommiddelen in Nederland. Het is heel interessant om te horen
welke en hoeveel glaucoommedicatie oogartsen in Nederland voorschrijven en hoeveel geld daarmee gemoeid is. Dat zijn zaken waar je als oogarts eigenlijk nooit bij stilstaat. Vervolgens kregen we zes maal steeds gedurende een half uur een casus voorgeschoteld door een expert. Een verfrissende aanpak. Door de heterogene casuïstiek en steeds wisselende personen, blijf je gefocust op actieve deelname.
interessante casus die besproken werd, was de vraag: hoe meet je progressie van glaucoom? Moet je hiervoor als oogarts meer gezichtsveldonderzoeken laten verrichten? Of ga je andere dingen doen, zoals de dikte van de zenuwvezellaag meten met een GDx of een Heidelberg instrument? Tot slot was er nog een casus over de registratie van de papil. Hoe doe je dat? In deze tijd van imaging is de tekening toch wel erg ouderwets aan het worden. Zelf noteer ik nog in woorden het aspect van de neuroretinal rim en de cd ratio. Foto’s maken wij tweedimensionaal. Met onze fluorescentie camera is de zenuwvezellaag prachtig te zien. Professor Hans Lemij sprak in dit verband over de Conventie van Putten: een andere definitie van glaucoom gebaseerd op imaging, waarbij de resultaten van gezichtsveldonderzoek van veel minder belang worden. De maandag na het seminar ben ik met een verfriste visie op glaucoom naar mijn poli gegaan. Ik kijk toch weer anders naar mijn glaucoompatiënten. Met dank aan Alcon voor de gedurfde en zeer geslaagde organisatie van deze fantastische dag. Dr Gerard J. van Meel
HERE’S A
Enkele zaken die voor mij take home m essages waren, wil ik graag kort beschrijven. Een casus beschreef een patiënt die heel snel achteruit gaat. Als je als oogarts de resultaten van de laatste gezichtsvelden bekijkt, zijn zorgen op hun plaats. Hoe kan dit nu: na drie maanden enorm toegenomen schade? Is in het onderzoek een chronisch nauwe kamerhoek glaucoom gemist? Omdat geen enkele oogarts dat wil meemaken, was de les om altijd een gonioscopie te verrichten bij een glaucoom suspecte patiënt. Is er een nauwe kamerhoek, doe dan een perifere iridotomie met de YAG- laser!
DISCOVERY
Een andere spreker behandelde wat te doen als de medicatie bij een glaucoompatiënt niet lijkt te helpen. Of als er achteruitgang is met mooie lage drukken. Heel relevant is dan de mate van compliance van de patiënt. Probeer die te bepalen. Stel open vragen aan de patiënt: ‘Vertelt u eens, hoe gebruikt u uw oogdruppels?’ en ‘Weet u wat er gebeurt als u niet druppelt?’. Tijdens de behandeling van deze casus werd benadrukt dat een oogarts -ook bij adequate compliance vragen- zich moet realiseren dat hij niet altijd de waarheid boven tafel krijgt. Verder kwam ook de pachymetrie uitgebreid aan bod. Dit hoort in mijn dagelijkse praktijk nog niet tot de routines bij het glaucoomonderzoek. Met OCT, als nieuwe beeldvormende techniek, moet het kunnen, neem ik me voor. Bij een dikte van het hoornvlies van minder dan 540 mu is oplettendheid nodig. Een andere 8
ZONDER BAK MULTIDOSE MET POLYQUAD®
©
2011 Novartis
www.alcon.com
2011-305
*Benzalkonium chloride
1B tekst elders in dit blad.
Naam: DuoTrav 40 microgram/ml + 5 mg/ml oogdruppels, oplossing Samenstelling: iedere ml oplossing bevat 40 microgram travoprost en 5 mg timolol (als timololmaleaat) Indicaties: Verlaging van de intraoculaire druk (IOD) bij volwassen patiënten met openkamerhoekglaucoom of oculaire hypertensie die onvoldoende reageren op topische bètablokkers of prostaglandine-analogen Contra-indicaties: Overgevoeligheid voor de werkzame bestanddelen of voor één van de hulpstoffen. Astma bronchiale, anamnese van astma bronchiale of ernstige chronische obstructieve longziekte. Sinus bradycardie, tweede- of derdegraads atrioventriculair blok, manifest hartfalen of cardiogene shock. Ernstige allergische rhinitis en bronchiale hyperreactiviteit; corneale dystrofie; overgevoeligheid voor andere bètablokkers. Waarschuwingen en voorzorgen: Travoprost en timolol worden systemisch geabsorbeerd. Patienten met hartfalen of een ernstige hartziekte in de anamnese moeten regelmatig worden gecontroleerd. Bètablokkers moeten voorzichtig worden toegediend aan patiënten met hypoglykemieën en diabetespatiënten. Ze kunnen de tekenen van hyperthyreoïdie maskeren en een verergering van Prinzmetal angina pectoris, ernstige circulatiestoornissen en hypotensie veroorzaken. Vrouwen die zwanger zijn of zwanger proberen te raken, moeten direct contact met de inhoud van het flesje vermijden omdat prostaglandine(analogen) via de huid geabsorbeerd kunnen worden. Het effect op de intraoculaire druk of de effecten van systemische bètablokkade kunnen worden versterkt als DuoTrav wordt toegediend aan patiënten die orale bètablokkers gebruiken. Travoprost kan de kleur van het oog geleidelijk veranderen door toename van het aantal melanosomen in de melanocyten. Eenzijdige behandeling kan permanente heterochromie tot gevolg hebben. Travoprost kan een toename veroorzaken van lengte, dikte en/of het aantal wimpers. Ook kan het de pigmentatie van de wimpers veranderen. Voorzichtigheid is geboden bij gebruik van DuoTrav bij afake patiënten, pseudofake patiënten met een gescheurd achterste lenskapsel of voorste oogkamerlenzen, of bij patiënten met bekende risicofactoren voor cystoïd maculaoedeem. Bij patiënten met bekende predisponerende risicofactoren voor iritis/uveïtis kan DuoTrav met voorzichtigheid worden gebruikt. DuoTrav bevat propyleenglycol en polyoxyethyleen gehydrogeneerde castorolie 40. Hierdoor kunnen huidirritatie en/of huidreacties optreden. Belangrijkste bijwerkingen: De meest voorkomende bijwerking is oculaire hyperemie. Andere veel voorkomende bijwerkingen zijn: ongemak in het oog, zenuwachtigheid, duizeligheid, hoofdpijn, keratitis punctata, voorste oogkamerontsteking, oogpijn, fotofobie, oogzwelling, conjunctiva hemorragie, scherpzien gereduceerd, visuele stoornis, gezichtsvermogen wazig, droog oog, oogpruritus, conjunctivitis, traanproductie verhoogd, erytheem van het ooglid, blefaritis, asthenopie, groei van de wimpers, hartfrequentie onregelmatig, hartfrequentie verlaagd, bloeddruk verhoogd, bloeddruk verlaagd, bronchospasme, urticaria, huidhyperpigmentatie (peri-oculair), pijn in extremiteit. Dosering: De dosering bedraagt één druppel DuoTrav eenmaal daags ’s morgens of ’s avonds in de conjunctivale zak van het (de) aangedane oog (ogen). Vruchtbaarheid, zwangerschap en borstvoeding: DuoTrav dient niet gebruikt te worden door vrouwen die zwanger kunnen worden of tijdens de zwangerschap. Travoprost heeft schadelijke farmacologische effecten op de zwangerschap en/of op de foetus/het pasgeboren kind Het gebruik van DuoTrav door vrouwen die borstvoeding geven wordt afgeraden. Registratiehouder: Alcon Laboratories (UK) Ltd., Boundary Way, Hemel Hempstead, Herts HP2 7UD, Verenigd Koninkrijk, EU/1/06/338/001-003 Afleverstatus: U.R. ATC-code: S01ED51 Vergoeding en prijs: DuoTrav wordt volledig vergoed. Voor prijs zie KNMP taxe. Datum laatste herziening: maart 2011 9
eyespy |
december 2011
|
nr. 3
Het managementteam van Alcon Benelux bestaat uit vijf gepassioneerde professionals die als gemeenschappelijk doel hebben: het aanleveren van geavanceerde behandelingen en technologie op het gebied van oogzorg, waarmee zij oogartsen, optometristen en opticiens ondersteunen in het verbeteren, beschermen en behouden van de visus van hun cliënten.
We stellen de leden van het Alcon Benelux managementteam graag aan u voor. Wolfgang Tolle
Rob Westerdijk
Christine Chantrain
General Manager Benelux
Business Unit Manager Surgicals
Business Unit Manager
Wolfgang Tolle is getrouwd en woont in Brussel. Voordat hij werd benoemd tot General Manager Benelux bekleedde hij in Amerika tal van leidinggevende posities in de hightech branche. Zo was hij onder andere general manager van Wavelight Inc. America. Na ruim 20 jaar in Amerika gewerkt te hebben, verhuisde hij naar Duitsland. Hier gaf hij wereldwijd leiding aan Wavelight en was hij verantwoordelijk voor de integratie van dit bedrijf binnen Alcon. Als President & CEO van Alcon-Wavelight, lanceerde hij het nieuwe geïntegreerde refractieve systeem Wavelight® Refractive Suite. Dit voorjaar werd hij gevraagd de algehele leiding van Alcon Benelux op zich te nemen. In die hoedanigheid is Wolfgang Tolle eindverantwoordelijk voor alle commerciële, financiële en overige operationele activeiten van Alcon en haar business units Surgicals, Pharma en Vision Care. Zijn vrije tijd vult hij in met hardlopen, bridge en golf. Vakanties viert hij het liefst in voor hem onbekende landen, waar hij graag kennismaakt met de plaatselijke bevolking en last but not least hun cultuur.
Rob Westerdijk (50) is inmiddels 24 jaar getrouwd met Karin en heeft twee dochters. Kim(21) studeert geneeskunde en Maureen (18) optometrie. De carrière van Rob Westerdijk begon bij Janssen Pharmaceutica in Goirle. In 1985 werd hij artsenbezoeker bij Alcon Nederland. Enkele jaren later werd hij benoemd tot marketing planning manager en ging hij zich meer met de marketing van farma producten bezighouden. In 1993 werd hij marketing manager en uiteindelijk volgde de benoeming tot marketing en sales manager. In 2005 werd hij gevraagd om (in deeltijd) leiding te gaan geven aan Alcon Finland. Dat heeft hij drie jaar gedaan, waarna al snel de benoeming volgde tot general manager van Alcon Nederland. Sinds begin van dit jaar is hij als Business Unit Manager Surgicals actief met het dagelijks management en verdere ontwikkeling van de divisie Surgicals voor de gehele Benelux. In zijn vrije tijd bezoekt hij met zijn vrouw graag het theater. De weekenden en vakanties spendeert hij het liefst met het gehele gezin, dus met zijn twee dochters erbij.
Pharma & Vision Care
10
Christine Chantrain (45) is getrouwd met Michel de Bolle en heeft een dochter van 13, Charlotte. Ze wonen in Antwerpen/ Knokke. Al op jonge leeftijd had Christine Chantrain affiniteit met de gezondheidszorg. Na haar studie farmacie is zij meteen in de gezondheidsindustrie gaan werken. Binnen Novartis bekleedde zij verschillende marketing & sales functies voor de zelfzorggeneesmiddelen, gezondheidsvoeding en oogzorg. Zes jaar geleden maakte zij de overstap naar CIBA VISION Benelux, de oogzorgdivisie van Novartis. Als general manager van CIBA VISION werd zij vervolgens lid van het managementteam van Alcon Benelux. In haar functie als Business Unit Manager Pharma & Vision Care geeft Christine Chantrain leiding aan de sales en marketing activiteiten van de business unit Vision Care (sferische en torische contactlenzen en contactlensvloeistoffen) en Pharma. Als ze niet werkt brengt ze haar tijd het liefst door met het gezin. Samen wandelen, fietsen of gezellig winkelen en een hapje eten in bijvoorbeeld Antwerpen of aan zee. Kortom, echt bourgondisch genieten!
Vlnr: Nancy vander Linden, Wolfgang Tolle, Ellen Meeusen, Rob Westerdijk en Christine Chantrain
Nancy Vander Linden Head of Finance
Nancy van der Linden (45) is gehuwd en heeft twee kinderen: dochter Anja van 13 en zoon Kevin van 11. Ze in wonen Boortmeerbeek, een klein dorpje tussen Mechelen en Leuven. Nancy van der Linden werkt al ruim 18 jaar bij Novartis. Bij CIBA VISION was zij als Head Operations verantwoordelijk voor inkoop, logistiek, financiën, IT en human resources. De afgelopen anderhalf jaar vervulde zij een sales functie bij Sandoz. Nancy van der Linden was tevens lid van het managementteam van CIBA VISION. Sinds mei van dit jaar is zij actief als Head of Finance van Alcon Benelux. In die functie heeft zij de eindverantwoordelijkheid voor
customer services, logistiek, inkoop, financiën en IT. Naast haar werk speelt ze tennis, houdt ze van een gezellig etentje en gaat ze graag op reis. Ellen Meeusen Head of HR Benelux
Ellen Meeusen (30) is pas sinds een paar maanden getrouwd. Op 7 mei trouwde zij met Roeland. Samen wonen zij in een klein dorpje, ten noorden van Antwerpen: Stabroek. Na haar studie Personeelswerk aan de Karel de Grote Hogeschool in Antwerpen, is zij Personeelswetenschappen gaan studeren aan de Universiteit van Tilburg. Nadat zij in 2005 afstudeerde, is zij gaan werken bij het OCMW van Essen, een overheidsinstelling die al-
lerlei diensten inzake maatschappelijke dienstverlening en ouderenzorg verleent. Na bijna twee jaar gewerkt te hebben als Recruitment Assistant bij het wervingsen selectiebureau USG HR Forces, maakte zij in december 2007 de overstap naar Alcon Nederland, waar zij de personeelszaken behartigde. Vanaf 2010 was zij verantwoordelijk voor de administratieve personeelszaken voor de afdeling Sales & Marketing in Puurs. Afgelopen maart werd zij benoemd tot Head of Human Resources voor de Benelux en tot lid van het managementteam. Naast haar werk, houdt ze van koken en lekker tafelen, aerobics, zingen in een koor en lekker buiten wandelen of fietsen. 11
eyespy |
december 2011
|
nr. 3
AcrySof CACHET eerste keuze Isala klinieken Twee jaar geleden implanteerde Wim van Schaick, oogarts op de Zwolse Isala klinieken, als één van de eerste Nederlandse oogartsen de AcrySof® CACHET® Phakic IOL. Ondanks de positieve resultaten, volgden zijn collega’s hem niet direct in zijn keuze voor deze phake lens. Collega-oogarts Willem Vaandrager was in het begin zelfs enigszins terughoudend. De Isala klinieken in Zwolle zijn het grootste topklinische ziekenhuis van Nederland. Per jaar worden er meer dan 500.000 polikliniekbezoekers ontvangen, zijn er 47.000 klinische opnames en worden er 48.000 dagbehandelingen verricht. Naast de basiszorg voor de bevolking van Zwolle en omgeving, verricht het ziekenhuis topklinische zorg voor de regio tussen Groningen, Utrecht en Nijmegen. Ook voor wat betreft oogheelkunde kan de patiënt -met uitzondering van hoornvliestransplantaties- voor alles in Zwolle terecht. En sinds twee jaar dus ook voor de implantatie van AcrySof CACHET. Een phake lens die in oktober 2009 door Wim van Schaick als één van de eerste oogartsen in Nederland werd geïmplanteerd. Tot die tijd werkte hij met aan de iris gefixeerde claw lenzen. “Zeker gezien het negatieve beeld dat over kamerhoekgesteunde lenzen bestond, gebruikte ik claw lenzen. Goede lenzen, waar ik tevreden over was. Echter, hoe langer ik met deze lenzen werkte, hoe meer ik geconfronteerd werd met problemen. Voor mij persoonlijk uiteindelijk te veel problemen om implantatie van die lenzen aanvaardbaar te blijven vinden. Bij mijn patiënten zag ik zeer regelmatig aanslag op de lenzen welke telkens met 12
medicatie onder controle gebracht moest worden. Ook had ik loslatingen. Daar had ik mijn bedenkingen bij. Als je bij jonge mensen zo’n lens implanteert, moeten ze daar toch 30 jaar of langer plezier van kunnen hebben! Een loslating hoort daar niet bij. Maar nogmaals, dat is een ervaring die ik heb met patiënten die ik heb geopereerd. In 2009 hoorde ik dat Alcon bezig was met de Nederlandse introductie van een nieuwe phake lens, AcrySof CACHET. Ik heb toen aan Erwin de Kruif (Senior Product Manager Surgical Benelux, red.) gevraagd of ik die lens mocht proberen. Vervolgens heb ik de eerste Europese training van AcrySof CACHET gevolgd in Parijs. Direct daarna heb ik de eerste implantaties verricht”, aldus Wim van Schaick. Terughoudend
Willem Vaandrager herinnert zich nog goed hoe enthousiast zijn collega was over de nieuwe Alcon lens. Toch stapte hij niet meteen over op de implantatie van CACHET. “Ik implanteerde al bijna tien jaar claw lenzen. Dat was hier gewoon dè standaard. Bekend was dat er met kamerhoek gesteunde lenzen vaak problemen waren, zoals endotheelcel verlies of ovalisatie van de pupil. Daarom was ik
Willem Vaandrager en Wim van Schaick
terughoudend. Daarnaast werden er nog regelmatig nieuwe kamerhoekgesteunde lenzen uit de markt gehaald, omdat er grote problemen waren.” Vandaag de dag is AcrySof CACHET in het segment phake intraoculaire lenzen echter eerste keus voor Willem Vaandrager: “Uit de praktijkervaringen van collega Van Schaick zag ik hoe goed de lens was. Daarnaast kwamen er ook allerlei positieve onderzoeksdata over CACHET vrij. Uiteindelijk was ik overtuigd dat AcrySof CACHET beter presteert. Met name ook door de positie van de lens. Deze zit iets verder voor de pupil, dus iets verder van de iris af. Een PI is daardoor niet nodig. De claw zit soms te dicht bij de eigen lens en het iriscomplex. En dat gaat soms gepaard met afzetting van iris pigment. En dat is een groot nadeel.”
de CACHET technisch niet ingewikkeld is: “Het kan uitstekend via één enkele incisie. Bij een claw heb je twee extra incisies nodig. Voordeel van één incisie op de steile as is dat je beter het astigmatisme kunt controleren. Soms maak ik een contra incisie om het astigmatisme nog meer te verminderen. Een nadeel van de lens is dat er geen cilindercorrectie kan plaatsvinden. Als de cilinder van belang is, is onze tactiek toch een CACHET te implanteren en vervolgens een LASEK behandeling. Je gaat dan met de patiënt wel een iets langer behandeltraject in, maar het eindresultaat is naar mijn mening beter dan met een torische Artiflex. Daarbij komt, dat mocht de patiënt na de ingreep nog een reststerkte hebben, die meteen door het laseren verholpen wordt.”
Makkelijke ingreep
Positieve resultaten
Alle twee de oogartsen vinden de implantatie van CACHET niet moeilijk. “Een staaroperatie is moeilijker dan de implantatie van CACHET”, zegt Wim van Schaick. “Technisch gezien is de ingreep ook makkelijker dan het plaatsen van claw lenzen. Van belang bij de implantatie van CACHET is wel de sizing, waarvoor je de white-to-white afstand moet vaststellen. Wij gebruiken hiervoor een voorsegment OCT, waarmee we uitstekend kunnen kiezen uit één van de vier beschikbare breedtematen. De claw lens wordt centraal voor de pupil geplaatst, terwijl de CACHET op een standaard positie wordt geïmplanteerd. Veel oogartsen denken dat de claw daardoor veel beter gepositioneerd zit. In de praktijk is de positie van CACHET ten opzichte van de pupil echter totaal geen probleem. Ook Willem Vaandrager beaamt dat implantatie van
Inmiddels implanteren beide Zwolse oogartsen CACHET al geruime tijd naar tevredenheid: “Of de lange termijn resultaten beter zijn dan die van de claw lens, kan ik uiteraard nog niet zeggen”, zegt Wim van Schaick, “maar de voortekenen zijn gunstiger: de lens blijft uitstekend zitten zonder zichtbare beschadiging aan de kamerhoek, geeft na implantatie direct een stabiele en voorspelbare visus en wij hebben nog geen complicaties gesignaleerd!” Eind oktober werden in Orlando tijdens de annual meeting van de American Academy of Ophthalmology de vijf jaars resultaten van de FDA studie over AcrySof CACHET gepresenteerd. In dit onderzoek scoorde de lens prima. “Uiteraard monitoren wij onze post operatieve resultaten in Zwolle ook en die zijn goed. Kortom de patient is tevreden en de dokter ook! 13
eyespy |
december 2011
|
nr. 3
Voorzitter Monica Odenthal:
De BBC heeft allesbehalve stil gezeten Het afgelopen jaar was voor de Commissie Beroepsbehartiging van het NOG (BBC) een hectisch jaar. En dat is dan nog een understatement. De invoering van het DOT systeem, de bezwaarprocedure tegen de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) en verbetering van de samenwerking tussen oogartsen en 2e lijns optometristen en orthoptisten, zijn enkele zaken waar het bestuur van de BBC druk mee bezig was en nog steeds is. We bezochten de voorzitter van de BBC voor een update. Monica Odenthal is inmiddels bezig aan haar derde en laatste jaar als voorzitter van de BBC. Toen wij haar vorig jaar samen met Drik Hoogstede (secretaris van de BBC) interviewde, was de BBC intensief betrokken bij de tariefsperikelen en budgettering van medisch specialisten. Nu een jaar later, worden deze belangenbehartigers van oogartsen wederom geconfronteerd met budgetteringsproblemen. “In de oogheelkunde hebben we opnieuw te maken met de budgettering van ziekenhuizen en van medisch specialisten”, steekt Monica Odenthal van wal. “De ziekenhuizen mogen 2,5% groeien, hoewel de zorgverzekeraars dat percentage nog omlaag willen brengen.
“Wij vagen ons oprecht af wat die onnodige zorg dan is?” De specialisten hebben een vast honorariumbudget, dat niet overschreden mag worden. Om binnen dit budget te blijven, moeten oogartsen heel nauwkeurig kijken wat ze wel en niet kunnen doen. Ze mogen immers niet teveel werken, want daar worden ze financieel op afgerekend. Als oogartsen over hun budget heen gaan, moeten ze het teveel immers terugbetalen. Door stijging van de zorgvraag zullen de wachtlijsten waarschijnlijk weer terugkomen. Daarbij komt nog het probleem van de vergrijzing van de bevolking, waardoor bepaalde behande14
lingen zoals bijvoorbeeld de intravitreale injecties, enorm zullen toenemen.” Schrap onnodige zorg!?
Monica Odenthal geeft aan dat de overheid ervan overtuigd is dat de voorgestelde budgetteringsaanpak kan werken. Om overschrijding te voorkomen zouden oogartsen in hun werk de onnodige zorg moeten schrappen. “Wij vragen ons oprecht af wat die onnodige zorg dan is? Oogartsen verrichten een aantal zaken al niet. Zo is het aanmeten van brillen en contactlenzen uitbesteedt en verrichten huisartsen en optometristen al diverse screeningsonderzoeken. Daarnaast zit de Nederlandse oogheelkunde ook krap in haar oogartsen. Neem België, daar zijn 10,6 oogartsen op 100.000 inwoners; bij ons is dat gemiddeld drie keer lager namelijk 3,6 oogartsen per 100.000: wij werken dus al heel efficient.” Om de toename aan oogheelkundige zorgvraag enigszins op te kunnen vangen, heeft de BBC vorig jaar een advies geschreven over een mogelijke verbetering van de samenwerking tussen oogartsen en 2e lijns optometristen en orthoptisten. Insteek van het advies was: laat iedereen binnen het oogheelkundig team doen waarvoor hij/zij is opgeleid. Het advies heeft geleid tot diverse positieve besprekingen tussen het NOG, de Nederlandse Vereniging van Orthoptisten en de Optometristen Vereniging Nederland. “De trein naar een effectievere geïntegreerde
oogzorg in ziekenhuizen is in beweging gezet. In dit kader hebben wij als BBC een visiedocument geschreven over de rol van de optometrist en orthoptist in de 2e lijn. Centraal hierin staan onder andere taakverdeling en financiering. De vraag is uiteraard welke taakverdeling is gewenst? Wie gaat wat doen? Onder oogartsen is daar veel discussie over: voor de een gaat dit veel te ver, voor de ander gaat het niet ver genoeg. De BBC is voorstander van de invoering van een “non-face-to-face” DBC-ZorgProdukt voor de werkzaamheden van de optometrist en orthoptist in de tweede lijn. Maar daarvoor moet in Den Haag eerst regelgeving worden aangepast. Taakherschikking vindt men prima, maar men is bang voor een te grote kostenstijging in de tweede lijn als een “non-face-to-face” zorgprodukt met alleen optometrie of orthoptie ook vergoed zou worden. De BBC hoopt door samen met orthoptisten en optometristen op te trekken en op de werkplekken goede afspraken te maken, dit toch voor elkaar te krijgen. Al zal dat op z’n vroegst per 2013 zijn!” Wachten op uitspraak
Afgelopen april vond bij de Nederlandse Zorgautoriteit de bezwaarprocedure plaats over de budgetoverschrijding in 2009, die door de minister verrekend is met kortingen in 2011. Iets dat voor oogartsen een forse omzetkorting betekent. Nu ruim acht maanden na dato, wacht
het bestuur van de BBC nog steeds op een uitspraak. “De NZa moest binnen zes weken uitspraak doen. Omdat de materie vrij complex was, heeft men nog eens 6 weken uitstel aangevraagd. Daarna kwam de mededeling dat de uitspraak wederom vertraagd was. Begin september zou dan eindelijk de uitspraak volgen. Het is nu november en we hebben nog steeds geen uitspraak. Maar de kortingen (31,4%!) zijn inmiddels al wel geëffectueerd.” Monica Odenthal geeft aan dat het moeilijk is alsnog het te weinig betaalde honorarium te krijgen, zelfs bij een eventuele positieve uitspraak: “De methode van de NZa om een correctie door te voeren bij een positieve uitspraak voor de oogartsen, was altijd om de tarieven voor het volgend jaar te verhogen. Maar daar hebben de oogartsen niets aan, want dan wordt gewerkt met een vast budget. Dus lost dat het probleem van de budgetkorting over 2011 niet op. En een tariefsverhoging zonder budgetaanpassing, betekent dat wij minder patiënten kunnen helpen. We zijn met onze advocaat aan het overleggen of er toch manieren zijn om het te weinig uitbetaalde in 2011 terug te vorderen bij de ziektekostenverzekeraars, mochten we in het gelijk gesteld worden. Het wordt zo langzamerhand wel vechten tegen de bierkaai, want de verzekeraars zullen dit natuurlijk niet zonder slag of stoot terugbetalen: daar zijn weer nieuwe procedures voor nodig.” Invoering DOT
Op 1 januari 2012 wordt het DOT-systeem ingevoerd. DOT (=DBC’s Op weg naar Transparantie) is in feite een aanpassing van het DBC-systeem met onder meer andere registratieregels: de belangrijkste is dat je niet meer zelf bepaalt wanneer een zorgprodukt wordt afgesloten: dat doet het systeem automatisch. De huidige dertigduizend DBC’s zijn vervangen door drieduizend zorgproducten; voor de oogheelkunde zijn er straks ongeveer 120 zorgprodukten in DOT. “DOT maakt een grote verandering met betrekking tot het
Monica Odenthal
registreren van handelingen nodig. In het DOT-systeem moeten oogartsen de voor de patient verrichte handelingen, ofwel zorgactiviteiten, namelijk actief registeren, en ook nog eens aan het goede DOT produkt koppelen. Als een oogarts niet goed registreert, signaleert het systeem dat niet en krijgen oogarts en ziekenhuis een goedkoper zorgprodukt uitgekeerd. Vergeet men bij een staaroperatie dus aan te vinken (inclusief de juiste code) dat de patiënt geopereerd is, krijgt men wel de consulten vergoed, maar niet de ingreep! Om te zorgen dat oogartsen goed voorbereid zijn op het DOT-systeem, hebben wij zes regio avonden georganiseerd, die gelukkig goed bezocht zijn. Daarnaast overwegen wij om begin volgend jaar nog een aanvullende cursus te organiseren, om oogartsen nog verder
te instrueren over de finesses van DOT. Zo nodig mogen managers en/of werknemers van ziekenhuisadministraties dan ook meekomen, zodat onenigheid over de interpretatie van de regels en registratieproblemen voorkomen worden.” Loon naar werken
Monica Odenthal vertelt dat het DOT-systeem meer ‘loon naar werken’ waarborgt. “Vroeger ontvingen we bij een DBC voor een bepaalde diagnose één vast bedrag, of je als oogarts de patiënt nu twee keer of tien keer zag …, dat maakte niets uit voor je honorering. Nu zijn er aparte tarieven voor conservatieve behandelingen met één consult, twee tot vier consulten, en meer dan vier consulten, met daarbij ook onderscheid tussen geen/ weinig of veel aanvullende diagnostiek. > 15
eyespy |
december 2011
|
nr. 3
De differentiatie in honorariumbedragen klopt dus meer met de werkbelasting. Persoonlijk denk ik dat de invoering van DOT voor veel oogartsen voordelen kent. Wat wel belangrijk is, is dat oogartsen goed uitrekenen hoeveel zorgprodukten binnen het budget passen. Daarbij mag niet vergeten worden dat ook het onderhanden werk van 2011 meetelt voor het budget 2012 dus oplettendheid is gebaat. Budgetoverschrijdingen worden
“Invoering van DOT heeft voordelen voor oogarts. “ immers niet vergoed, en dan werk je als oogarts dus feitelijk voor niks! Bovendien worden de tarieven voor het volgende jaar dan opnieuw gekort”, aldus de voorzitter. Positief punt is dat de voor 2012 vastgestelde tarieven beter zijn dan in 2011. Toch is de invoering van DOT niet voor iedereen heel positief. Met name ZBC’s (Zelfstandige Behandel Centra) kunnen voor onoverkomelijke problemen komen te staan. “Een groot probleem is de manier waarop de budgettering wordt doorgevoerd voor de ZBC’s. Criterium voor het totaalbudget voor alle ZBC’s in Nederland was de omzet in 2009. In de afgelopen jaren is er echter een forse groei geweest van de zorgproduktie in ZBC’s. ZBC’s kunnen via een procedure bij de NZa wel budget aanvragen voor snelle groeiers, maar dat is maar 3,2% van het macrobudget Medisch Specialisten, en zal dus waarschijnlijk onvoldoende zijn om de groei over 2010 en 2011 helemaal te financieren: ook ziekenhuizen zijn soms flink gegroeid en die mogen via deze procedure ook extra budget aanvragen uit dezelfde pot. De ZBC’s wordt het dus moeilijk gemaakt te groeien en de vraag is waar dit toe leidt?”
even aandacht voor de vergoeding van staaroperaties met multifocale intraoculaire lenzen. “Zoals ik tijdens het NIOIC/ NGRC congres in Maastricht al vertelde, komt het CVZ met een aanpassing van haar standpunt over de vergoeding van multifocale intraoculaire lenzen. Tot nu toe vond het CVZ dat bij implantatie van multifocale lenzen, de cataractoperatie zelf ook niet vergoed mocht worden. Bijbetaling werd tot nu toe wel gedoogd, maar officieel mocht het niet. Het CVZ heeft nu te kennen gegeven dat zij dit standpunt heeft herzien: er wordt onderscheid gemaakt tussen “stand van wetenschap en praktijk” en “doelmatige zorg”. Multifocale lenzen kunnen dan wel voldoen aan het eerste criterium, maar niet aan het tweede: een bril is namelijk
voor de verzekering goedkoper, want die wordt over het algemeen niet vergoed. Patiënten kunnen dus voortaan samen met hun oogarts kiezen voor de gewenste intraoculaire lens en bijbetaling regelen, zonder de angst dat de operatie dan niet vergoed wordt. Misschien nemen verzekeraars in de toekomst een vergoeding voor premium lenzen op in hun aanvullende pakketten. En dat is goed nieuws, om een hectisch jaar mee af te sluiten”, aldus de voorzitter van de BBC. In BBC zitten naast de voorzitter: Drik Hoogstede (secr.), Max Asjes, Bart Bistervels, Ivan Gan, Hans Scheenloop, Stevie Tan, en onze beleidsmedewerker: Corina Moerland, plus als toehoorder namens de LVAO: Robert Wisse.
Tips & Tricks
Heeft u een leuke tip? Mail deze dan naar evelien.dekroon@alconlabs.com en wie weet is uw tip het onderwerp van de volgende Tips & Tricks. De tip in deze EyeSpy is afkomstig van Kochoi Wong, sinds 2007 oogarts in het Canisius-Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen.
Efficiënte phaco-emulsificatie Tijdens mijn opleiding in het UMC Groningen leerde ik de divide and conquer techniek. Ik werd begeleid door meerdere cataractchirurgen. Iedereen had zijn of haar variaties in operatietechniek, waar ik veel van opstak. Tijdens mijn perifere stage bij K.F. Tjia in de Isala klinieken in Zwolle, heb ik mijn techniek verder verfijnd met zijn fast-crack methode. Kort toegelicht: bij de divide and conquer techniek worden twee diepe groeven haaks op elkaar gesculpt in de nucleus. Hierna wordt de lens in vier kwadranten gecracked. Bij fast-crack wordt maar één groeve gesculpt, waarna de lens een kwartslag wordt gedraaid. Hierna wordt de phaconaald halverwege de heminucleus geplaatst en gedeeltelijk ingeboord. Terwijl de phaconaald in deze positie wordt gehouden, wordt de sweep onder de phaconaald in de heminucleus geschoven, waarna deze gecracked wordt. Met de fast-crack methode is het sculpten van een tweede groeve overbodig geworden. Het fascineerde me dat het mogelijk is om met minder handelingen een veilige cataractextractie uit te voeren, zelfs met minder phaco-energie! De afgelopen jaren heeft die fascinatie voor efficiënter opereren mijn operatietechniek verder verfijnd. In dit artikel licht ik mijn huidige aanpak van een cataractextractie toe. Een aanpak die geschikt is voor een groot deel van mijn cataractpatiënten, maar zeker niet allemaal. De techniek is geschikt voor een cataract, waarvan de nucleus minder groot is dan ongeveer 75% van de equatoriale diameter van de lens. Als de diameter van de nucleus groter is dan 75%, dan heeft de fast-crack methode mijn voorkeur. Bij rubra cataracten gebruik ik een verticale choptechniek met een aangepaste Nagahara Karate Chopper.
Recognize both. Recommend AcrySof IQ Toric IOL. ®
CONFIDENCE
Recommend the AcrySof ® IQ Toric IOL for your astigmatic cataract patients.
Ik begin met een rhexis van ongeveer 5 mm, zeker niet te klein. Vervolgens zorg ik bij de hydrodissectie ervoor dat de hele lens goed los is van het kapsel. Om daar zeker van te zijn, probeer ik met de hydrodissectienaald de lens in het kapsel te roteren. Als de lens goed los ligt, spuit ik wat extra vloeistof onder de lens zodat hij subluxeert. Er bestaat een risico voor een gehele luxatie in de voorste oogkamer, dus voorzichtigheid is geboden. Hierna doe ik een hydrodelineatie, zodat de nucleus en de cortex goed
van elkaar gescheiden zijn. Hydrodelineatie van een lens die in zijn geheel in het kapsel ligt, zorgt voor expansie in het kapsel. In het ergste geval kan dit leiden tot een achterste kapselruptuur. Daarom subluxeer ik de lens liever. De top van de lens is met de phaconaald nu ook makkelijk aan te zuigen. Dit is de crux van mijn techniek: met de hydrodelineatie zorg ik voor het opdelen van de lens in verschillende onderdelen: cortex en nucleus. Daarmee is de noodzaak voor sculpten vrijwel verdwenen. Door met de phaconaald eerst de cortex weg te zuigen, blijft alleen de nucleus over. De cortex aspireer ik met de phaconaald bevel-down. Aspiratie van cortex kan gemakkelijk zonder phaco-energie. De overgebleven nucleus kan hierna gephacoëmulsificeerd worden. Als je de phacotip (ik gebruik een gehoekte Kelman tip) van superior netjes tegen de equatoriale rand van de nucleus plaatst (ook weer bevel-down), dan verdwijnt de nucleus (al roterend in de kapselzak) mooi in de phacotip. Mocht de phacotip zich in de nucleus boren, dan kunt u overwegen de nucleus horizontaal of verticaal te choppen. Een alternatief is om met een sweep de nucleus van de naald af te schuiven en te proberen een nieuwe plek op de nucleus aan te zuigen. Tijdens de phaco-emulsificatie van de nucleus houd ik mijn phacotip in iris-plane. Door mijn settings creëer ik een zeer stabiele voorste oogkamer en komt het achterkapsel niet naar de phacotip toe. De totale phaco-energie wordt zeer efficiënt gebruikt: feitelijk alleen voor de nucleus. Dit is veiliger voor het cornea-endotheel en de overige structuren in het oog. Bij zachte lenzen met een kleine nucleus, aspireer ik eerst de top van de cortex waarna de nucleus vrij te aspireren is. Bij zachte lenzen kan de divide and conquer techniek lastig zijn bij het cracken. Zeker bij zachte lenzen heb ik veel baat bij mijn techniek. In de dagelijkse praktijk beleef ik veel plezier aan mijn ‘nieuwe’ techniek en ben ik hem nog verder aan het perfectioneren. Dankzij deze techniek varieert mijn OK-tijd per phaco nu ongeveer tussen de vijf en zeven minuten. De cumulative dissipated energy is meestal onder de tien, gemiddeld rond de acht. Al met al zeer reproduceerbare resultaten die bevestigen dat dit een veilige en snelle methode is van cataractchirurgie, geschikt voor een groot gedeelte van onze cataractpatiënten. Kochoi Wong
Bijbetaling multifocale IOL
Tot slot vraagt Monica Odenthal nog 16
17
eyespy |
december 2011
|
nr. 3
ARVO: op topniveau praten over oogonderzoek Inmiddels al weer drie jaar geleden werd onder leiding van Professor Dick van Norren, Professor Arthur Bergen en Dr Martine Jager het Nederlandse ARVO Chapter opgericht. Belangrijkste doelen van ARVO-NED zijn het bevorderen van onderzoek in de oogheelkunde, het bevorderen van oogheelkundige samenwerking in Nederland en het lobbyen voor meer onderzoeksgeld. Op vrijdag 25 november vond in het UMC Utrecht het congres van ARVONED plaats. Tijdens de bijeenkomst werd ook weer de prijs voor de beste onderzoekspresentatie uitgereikt. Voor veel jonge onderzoekers is het dè reis van het jaar: het congres van de Association for Research in Vision and Ophthalmology (ARVO), dat jaarlijks gehouden wordt in Fort Lauderdale, Florida. Tijdens dit prestigieuze congres worden de deelnemers geïnformeerd over de laatste wetenschappelijke oogheelkundige ontwikkelingen. Wetenschappers presenteren hun voordrachten en posters over uiteenlopende onderwerpen: van nieuwe geneesmiddelen en innovatieve chirurgische technieken tot aan de meest recente studies over oogheelkundige aandoeningen. Waar dit congres begon als een voornamelijk Amerikaanse aangelegenheid, is het tegenwoordig een echt internationaal congres. Bijna 50% van de bezoekers komt van buiten de Verenigde Staten, net zoals bijna de helft van de ARVO leden buiten de VS woont en werkt. Deze trend tot internationalisering zette zich zo’n tien jaar geleden in. Het bestuur van de ARVO zag dat de bijdrage van niet-Amerikaanse oogartsen en onderzoekers steeds groter werd en zocht naar mogelijkheden om hen actiever te betrekken. De ingeslagen weg naar globalisering van activiteiten vertaalde zich ook bestuurlijk. In 2007 werd de eerste niet-Amerikaan, de Leidse oogarts Dr Martine Jager, benoemd tot president van de ARVO. Hiermee kwam de interesse in niet-Amerikaanse onderzoekers in een stroomversnelling. Er werd begonnen met het organiseren van regionale bijeen18
komsten voor jonge oogonderzoekers, de zogenaamde Chapters. Vandaag de dag hebben landen zoals Oostenrijk (AARVO), Hongarije (HARVO), Italië (IT-ARVO), China (CCRVO) en Brazilië een Chapter. De opzet van Brazilië gold als voorbeeld voor het Nederlandse Chapter, ARVO-NED. Brazilië nodigt ieder jaar jonge promovendi in de oogheelkunde uit om een voordracht te houden over hun proefschrift. Degene die de beste voordracht presenteert, wint een studiebeurs om het congres in Florida
te bezoeken. De Braziliaanse aanpak is in Nederland gebruikt om ook hier een prijs voor de beste onderzoeksprestatie mogelijk te maken. Een initiatief dat gezien de omvangrijke deelname en kwaliteit van voordrachten succesvol mag worden genoemd. Naast de competitie worden er door ARVO-NED ook educatieve dagen georganiseerd, met een specifiek onderwerp: zoals bijvoorbeeld de fysiologie en de immuno-
logie van het oog. In 2011 werd stilgestaan bij de pathologie, waarbij de rol van ontstekingen bij de ontwikkeling van maculadegeneratie centraal stond. Dit was een succes en voor toekomstige oogartsen hét moment om op topniveau te praten over oogonderzoek, zonder daarvoor meteen naar Florida te moeten reizen. Alhoewel, wie nog een keer wil genieten van de zon in Florida tijdens de ARVO moet zich haasten. Want in 2012 wordt het congres voor de laatste keer in Fort Lauderdale gehouden. Door de toename van het aantal deelnemers is het ARVO-bestuur genoodzaakt grotere congrescentra op te zoeken. Daarom is besloten vanaf 2013 het ARVO congres op wisselende locaties te organiseren. Voor het congres 2013 is gekozen voor de westkust van de Verenigde Staten: Seattle, Washington. Jonge, maar uiteraard ook gevestigde oogartsen, die meer willen weten over de ARVO of bijeenkomsten die door ARVO-NED worden georganiseerd, kunnen dit kenbaar maken via arvoned@ anvvb.nl
Alcon in Top 100 Meest innovatieve bedrijven ter wereld In de onlangs gepresenteerde Forbes top 100 van de wereldwijd meest innovatieve bedrijven, is aan Alcon de 21e plaats toegekend. Alcon bevindt zich tussen bedrijven zoals Apple, Google, Amazon en Starbucks. Opvallend is dat Alcon op deze internationale lijst het enige bedrijf is dat actief is in de gezondheidszorg. De Forbes Top 100 is samengesteld op basis van een achtjarige studie. De studie werd uitgevoerd door professor Clayton Christensen van de Harvard Business School, professor Jeff Dyer van de Brigham Young University en Hal Gregerson, professor aan INSEAD. De onderzoekers keken in hun onderzoek met name naar bedrijven die laten zien ontwrichtende vernieuwers te zijn. Op basis van deze studie hebben zij uiteindelijk de lijst gemaakt van de 100 meest innovatieve bedrijven ter wereld. Wolfgang Tolle, General Manager Alcon Benelux, reageert trots op de 21e plek van Alcon: “Innovatie is altijd een belangrijk facet geweest van de groei van Alcon. Onze 1.700 R&D medewerkers kijken voortdurend naar de vraag: ‘Welke oogheelkundige behoeften worden op dit moment niet vervuld?’, maar ook naar ‘Hoe kunnen we de prestatie van onze huidige producten nog verder verbeteren?’. Niet alleen op het gebied van surgical products, maar ook op het gebied van farma en vision care. De gecreëerde oplossingen zijn in de visie van Forbes innovatief, baanbrekend en in de dagelijkse praktijk heel succesvol. Een succes dat wij uiteraard te danken hebben aan de inzet en het enthousiasme van onze medewerkers, maar bovenal ook aan onze klanten: oogartsen, optometristen en opticiens. Zij zijn het immers die uiteindelijk besluit om met onze producten te werken. En daar zijn wij best trots op”, besluit Wolfgang Tolle.
19
eyespy |
december 2011
|
nr. 3
Alcon en Novartis:
stelt oogartsen daardoor in staat nog betere zorg te verlenen. Daarnaast verwacht ik in deze nieuwe constellatie een verdere kwaliteitsimpuls, waardoor we nog beter en efficiënter kunnen inspelen
Eén krachtige oogzorgpartner met een compleet assortiment Vanaf 8 april 2011 is Novartis volledig eigenaar van Alcon. Het Zwitserse concern had al eerder stapsgewijs haar aandelenbelang in Alcon uitgebreid. Onno Luimers, Algemeen directeur Nederland van Novartis Pharma en Wolfgang Tolle, general manager Alcon Benelux vertellen meer over Novartis en de nieuwe oogzorgdivisie van Novartis, Alcon. Binnen de oogheelkunde is Novartis uiteraard geen onbekende. Het bedrijf beschikt over een breed gamma aan oogheelkundige producten met onder andere Visudyne® (LMD), Nyogel® (glaucoom), Zaditen® (allergische conjunctivitis), Oculotect® (droge ogen) en uiteraard niet te vergeten Lucentis®, waarmee de behandeling van leeftijdsgebonden maculadegeneratie revolutionair is veranderd. “De oogheelkundige producten van Novartis vormen een belangrijk onderdeel van onze productportfolio. Maar Novartis doet meer.”, zegt Onno Luimers. “Novartis heeft een gediversifieerde portefeuille met innovatieve geneesmiddelen, generieke geneesmiddelen, preventieve vaccins en diagnostische instrumenten. Daarnaast is Novartis ook thuis in zelf-
“We stellen oogartsen in staat nog betere zorg te verlenen.” zorgmedicatie en veterinaire producten. Kortom, een breed pakket. Een pakket waarmee Novartis bijdraagt aan het verminderen en behandelen van ziekten en waarmee we tevens de kwaliteit van leven willen verbeteren. Centraal in onze aanpak staat het adequaat inspelen op de steeds veranderende behoeften van zorgverleners, patiënten en uiteraard de samenleving. En dat is iets dat je binnen 20
Alcon ook terugziet,” aldus Onno Luimers. Van hypertensie tot Alzheimer
Het hoofdkantoor van Novartis Pharma Nederland is gevestigd in Arnhem. Van daaruit vindt klinisch onderzoek naar geneesmiddelen plaats en wordt de marketing en verkoop van de geneesmiddelen aangestuurd. In Nederland focust Novartis zich op een aantal strategische ziektebeelden. Op ons verzoek geeft Onno Luimers een korte opsomming van de belangrijkste ziekten en bijbehorende producten waar Novartis zich in Nederland op richt. “Heel bekend zijn natuurlijk Diovan® en Rasilez® voor de behandeling van hoge bloeddruk en Galvus® als nieuwste behandeling voor diabetes type 2. Eerder dit jaar introduceerden wij het eerste orale geneesmiddel voor de behandeling van multiple sclerosis, Gilenya™. Verder hebben wij in Nederland voor verschillende kankerbehandelingen middelen zoals Glivec®, Tasigna® en Afinitor® op de markt gebracht. En voor luchtwegaandoeningen zijn er producten zoals onder andere Onbrez Breezhaler®, Xolair® en TOBI Podhaler®, dat speciaal ontwikkeld is voor patiënten met cystic fibrosis. En tot slot, om u een indruk te geven, Exelon Patch®, een huidpleister voor de behandeling van de ziekte van Alzheimer. Kortom, een uiteenlopend assortiment, waarbij uiteraard onze oogheelkundige producten niet vergeten mogen worden.”
Innovatief
De divisie Pharmaceuticals van Novartis staat internationaal bekend om haar uitstekende research & development (Novartis Institutes for BioMedical Research, red.) en de aldaar ontwikkelde innovatieve geneesmiddelen. Zo heeft het bedrijf de afgelopen jaren maar liefst 15 nieuwe registraties voor geneesmiddelen gekregen. Een mooi voorbeeld is Lucentis. “Dit jaar zijn er twee nieuwe indicaties geregistreerd.”, vertelt Onno Luimers. “Voortaan is Lucentis ook geregistreerd voor de behandeling van patiënten met diabetisch macula oedeem èn patiënten met occlusie van retinale venen. Dit betekent weer een stap voorwaarts. Momenteel zijn we drukdoende om de vergoeding voor deze indicaties goed geregeld te krijgen, zodat oogartsen de producten ook voor deze indicaties kunnen gebruiken.” Nieuwe divisie binnen Novartis
Alcon vormt binnen Novartis de oogheelkundige divisie. Met name door het samengaan met CIBA Vision en de toevoeging van een aantal farmaceutische oogproducten van Novartis, verstevigt Alcon wereldwijd haar positie binnen de oogheelkunde. Wolfgang Tolle: “We bieden nu niet alleen op het gebied van surgical products, maar ook op het gebied van farma en vision care een compleet productenpakket voor oogzorg. Alcon
“Dit betekent weer een stap voorwaarts.” op de initiatieven, ideeën en behoeften van onze klanten.” Onno Luimers vult hem aan: “In de dagelijkse praktijk zullen de klanten van Alcon weinig merken van de overname. Zowel voor Novartis als voor Alcon staan de klanten centraal, met als doel het nog beter voldoen aan hun wensen. Zo houden Novartis en Alcon bijvoorbeeld hun eigen buitendienst. Op deze manier maken we gebruik van de aanwezige kennis en expertise en blijven de bestaande individuele contacten met klanten in stand. Wel zullen Novartis en Alcon bij grotere relatie-events hun krachten bundelen en zijn er plannen voor een gezamenlijke stand en een gecombineerd satellietsymposium tijdens het NOG-congres in maart volgend jaar.”
Onno Luimers
Nog betere oogzorg
Wolfgang Tolle geeft aan enthousiast te zijn over de samenwerking met Novartis. “We willen er een succes van maken. En voor ons is een succes pas echt een succes, als we oogartsen, optometristen en hun klanten nog beter kunnen helpen. En daar willen wij als oogzorgdivisie van Novartis graag onze bijdrage aan leveren. Kortom, met alle oogprofessionals werken aan nog betere oogzorg voor zoveel mogelijk mensen. Het beschikbaar stellen van kwalitatief hoogwaardige tools waarmee oogartsen optimaal hun werk kunnen verrichten, wàs onze uitdaging en zàl ook in de toekomst onze uitdaging blijven!”, besluit Wolfgang Tolle. Wolfgang Tolle
21
eyespy |
december 2011
|
nr. 3
Succesvolle aanpak kinderstaar in Bangladesh Afgelopen najaar was Dr M.A. Muhit in Nederland voor een aantal lezingen over zijn succesvolle aanpak van kinderstaar in Bangladesh. Deze aanpak wil hij, met steun van de Stichting Dark & Light, gaan toepassen in heel Azië. Tussen alle drukke bedrijven door, was Dr Muhit graag bereid meer over zijn werk te vertellen. Een interview met een markante persoonlijkheid.
In 2001 startte Dr Muhit op verzoek van zijn werkgever, de University of London, een onderzoek naar blindheid in Bangladesh. Bekend was en is dat het aantal blinde kinderen in Azië wereldwijd gezien, absoluut het hoogst is. Van de 1,5 miljoen blinde kinderen, wonen er 1 miljoen in Azië. Een schrikwekkend hoog aantal, zeker met de kennis dat 50% van deze blindheid vermijdbaar is. In Azië is Bangladesh één van de kleinere landen. Er wonen onder armoedige omstandigheden ‘slechts’ 160 miljoen mensen, waaronder 50 miljoen kinderen. Om zicht te krijgen op het aantal blinde kinderen, reisde Dr Muhit door Bangladesh en bezocht hij in totaal 64 districten. “In de districten heb ik bijna 2.000 blinde kinderen onderzocht.
“De eindconclusie van mijn eerste onderzoek is dat Bangladesh maar liefst 40.000 blinde kinderen heeft...” 1/3 van deze kinderen is blind geboren en de anderen zijn op zeer jonge leeftijd blind geworden. Met name staar en een vitamine A tekort zijn de grote boosdoeners. De eindconclusie van mijn eerste onderzoek 22
is dat Bangladesh maar liefst 40.000 (!) blinde kinderen heeft, waarbij in 32% van de gevallen staar de belangrijkste oorzaak is. Een hoog percentage, zeker als u weet dat dit in andere ontwikkelingslanden rond de 10-12% ligt.” Misvatting
Dr Muhit heeft voor het hoge aantal blinde kinderen een verklaring: “In de afgelegen gebieden in Bangladesh is er een schromelijk tekort aan artsen. Oogziekten zoals glaucoom en staar blijven daardoor vaak onopgemerkt. De plaatselijke bevolking ziet immers bijna nooit artsen. En als er dan toevallig een arts komt, is het vaak te laat: het oog is dan meestal al onherstelbaar beschadigd. Want zeker bij glaucoom en staar geldt: vroegtijdige opsporing voorkomt blindheid! Daarbij komt dat in Bangladesh nog het misverstand heerst dat cataract alleen bij oudere mensen ontstaat en niet bij kinderen. Staar bij kinderen kan niet, is dé misvatting! Ouders weten vaak niet beter en denken ook dat aangeboren staar niet te verhelpen valt. Ze zoeken dus geen deskundige hulp.” Daarnaast zijn er in Bangladesh weinig ziekenhuizen die beschikken over de kennis en de faciliteiten nodig om cataractoperaties bij kinderen te verrichten; toen Dr Muhit met zijn staarproject begon, was er in het
Dr Muhit tussen zijn patiënten
hele land slechts één oogarts in één ziekenhuis waar de kinderen terecht konden. Dark & Light
Al deze ervaringen waren voor Dr Muhit aanleiding om contact op te nemen met de stichting Dark & Light in Veenendaal. “Met Dark & Light is een plan van aanpak gemaakt voor het behandelen van staar bij deze kinderen. De stichting heeft de infrastructuur en technische faciliteiten gefinancierd voor de realisatie van het CSF Child Vision Center in Dhaka. In dit ziekenhuis worden nu per jaar zo’n 400500 cataractoperaties bij kinderen verricht. Verder zijn er in samenwerking met diverse andere hulporganisaties nog een aantal oogklinieken geopend. Maar dit was relatief gezien nog het makkelijkst. Het probleem zit in het traceren van de kinderen, het overtuigen van de ouders en het vervoer naar de oogklinieken toe.”
ren van staar bij kinderen. Daarvoor zijn gemeenteraadsleden, onderwijzers, ambtenaren, imams, artsen en ambtenaren benaderd. Deze hebben wij een eenvoudige training gegeven over hoe oogproblemen te herkennen. En instructies gegeven hoe ouders te overtuigen dat de kinderen met een staaroperatie geholpen kunnen worden; kortom (weer) zouden kunnen zien! De werkwijze werkte. Na enkele weken druppelden de lijsten met tientallen staarpatiënten binnen. Dankzij deze key informers slagen we er nu in kinderstaar sneller op te sporen en te behandelen”, zegt hij enthousiast. Ondanks de voortvarende aanpak blijft staar in Bangladesh een groot probleem. Op jaarbasis komen er gemiddeld zo’n 2.000 nieuwe patiëntjes bij; naast de al bestaande grote groep oudere cataractpatiënten. “Staar is ook bij ouderen een probleem. In Bangladesh zijn er tienmaal zoveel oudere cataractpatiënten dan jongere. Ik schat dat er tussen de 1 en 2 miljoen volwassen cataractpatiënten zijn. Een enorm aantal, dat gezien de beperkte operatiecapaciteiten, het gebrek aan geld en ontbreken van vervoer naar ziekenhuizen niet adequaat geholpen kan worden.” Een schril contrast met de resultaten bij kinderen. De cijfers spreken voor zich: in vergelijking met een paar jaar jaren geleden, wordt cataract bij kinderen op steeds
jongere leeftijd gediagnosticeerd en verholpen: “In het begin waren de meeste kinderen die wij hielpen 12-14 jaar oud. Vandaag de dag is de leeftijd 5-8 jaar. Daar hebben we winst geboekt! Maar proble-
“We kunnen kinderstaar nu sneller opsporen en behandelen.” matisch blijven de kinderen in de leeftijd van 0-3 jaar. De ouders blijven ontkennen dat het kind staar heeft. Meer voorlichting aan deze groep is dus essentieel, want het is nog steeds zeldzaam dat deze jonge kinderen met congenitale cataract bij een (oog)arts komen.” Sociale impact
Volgens Dr Muhit heeft het staarprogramma in Bangladesh een positieve invloed op het maatschappelijke leven van de plaatselijke bevolking. Hij geeft een voorbeeld: “Ik ken een gezin met drie dochters die alle drie staar hadden. Hun vader was bijzonder arm, had geen werk meer en geen idee wat er met zijn dochters aan de hand was. Het gezin zat sociaal en maatschappelijk aan de grond. Dankzij een lokale key informer werden de drie dochters opgespoord als staarpatiënt en
vervolgens geopereerd. Ze zien nu alle drie weer redelijk goed. De jongste en middelste dochter gaan naar school. De oudste dochter is gaan werken en betaalt mee aan het onderhoud van het gezin. Als je daar nu op bezoek komt, tref je een ander gezin aan. Mede dankzij die operaties. Dat blijft ontzettend mooi om te zien!” Van Bangladesh naar Azië
Dr Muhit vertelt dat hij zijn opsporingsen behandelingsmethode voor staar bij kinderen, nu ook gaat toepassen in andere Aziatische landen. Hij heeft zeven landen geselecteerd, waar 70% van de kinderen blind is door cataract: China, India, Pakistan, Vietnam, Cambodja, Indonesië en de Filippijnen. “Voor deze landen hebben we een driejarig programma opgesteld, waarin met name training en scholing centraal staat. Voor de uitvoering van de activiteiten is een handboek ontwikkeld, waarmee de mensen de plaatselijke staarproblematiek kunnen aanpakken. Wij faciliteren deze mensen dus met onze kennis en ervaring. Het verschil met de aanpak in Bangladesh zit in de uitvoering: de landen moeten de projecten zelf implementeren. Alle landen tonen grote interesse, dus ik heb het volste vertrouwen in een goede afloop!”
Key Informant Method
Om kinderen die staar hebben op te sporen, heeft Dr Muhit in verschillende districten in Bangladesh de Key Informant Method geïntroduceerd: sleutelfiguren in de plaatselijke samenleving die helpen bij de aanpak van staar. “We zijn in de dorpen op zoek gegaan naar mensen die een sleutelpositie wilden vervullen in het opspo23
eyespy |
december 2011
|
nr. 3
He trained you to be the best ophthalmologist you can be
And he chose you to perform his cataract surgery
That’s success story 50 million and one
CONFIDENCE
2011 Alcon, Inc 2011-305
©
Avelingen-West 5 • Postbus 3061 • 4200 EB Gorinchem Telefoon 0183 654321 • Telefax 0183 654322 • Bestellijn 0800 2526627 • E-mail eyespy@alconlabs.com K.v.K. rivierenland nr.: 23072440 • ABN AMRO Gorinchem Rek. nr. 44.12.82.075 • www.alcon.com