2 0 1 2
v o l .
1
Losse nummers e 7,50
BiZZ magazine euregio
EEN LUST VO O R HET OOG
VOORWOOR
Toeval
B
estaat toeval of bestaat het niet? Als je dit aan mensen vraagt, is de uitslag doorgaans fiftyfifty. Alfa’s menen van wel, bèta’s veelal niet. Ik ben een bètamannetje en heb zo mijn eigen theorie hierover, gebaseerd op mijn eigen ervaringen en logische redenering. Kijk, als je de buurman in Benidorm tegenkomt, denk ik niet dat je van toeval kan spreken, hooguit dat je buurman toevallig ook geen smaak heeft. Ook als je een scribent van je eigen blad in de lobby van het beste hotel van Moskou tegenkomt, is dat niet zo’n toeval. Jan Willem Bertens is ambassadeur in Midden-Amerika geweest en europarlementariër en is zelfs na zijn pensionering vanuit die functies veel op reis. Natuurlijk logeer je dan in een fatsoenlijk hotel. Ik werk ook veel in het buitenland en heb graag een goed bed. Zo kom ik wel vaker dezelfde mensen tegen op de gekste plekken in de wereld. Dat kunnen collega’s zijn maar vooral mensen die ondernemen of net als ik op zoek zijn naar de geheimen die deze planeet nog verborgen houdt. Ook de zoektocht naar avontuur brengt mensen samen. Geen toeval dus. “Goh, was jij toevallig op 9/11 in New York tijdens de aanslag op het World Trade Center? En heb je daar ook nog foto’s van?” Nee, ik kom wel vaker in New York, zo ook ten tijde van die aanslag, maar dat ik er foto’s van heb, dat is geen toeval, dat is mijn vak. Ook de Maastrichtse showbizz-tweeling Daphne & Deborah Marquet vonden mij terug na 27 jaar. Toeval? Nee gewoon Facebook. Wat daarna gebeurde, was zeker geen toeval, kijk maar iets verderop in deze NIVEAU BiZZ magazine euregio. Op een dag zit ik in mijn Maastrichtse stamkroeg De Pieter mijn campari te drinken en kom ik in contact met een charmante dame die met haar dochter op stap is. Leuk gesprek, blijkt dochterlief al vijftien jaar in New York City te wonen en daar als model en actrice te werken. Dus zoek ik haar op als ik in de buurt ben en volg haar een paar daagjes. Kom dan via haar in contact met een wereldberoemde collega, Gilles Larrain. Even later
gebeuren de mooiste dingen in zijn studio. Toeval? Niks daarvan! Gewoon doen wat je belooft of wilt! ’s Avonds nog even een biertje pakken in een van de ruigste kroegen in Little Italy, blijkt het de stamkroeg van Frank ‘Ol’ Blue Eyes’ Sinatra te zijn. Het sfeertje is onveranderd, de collega-fotograaf die er rondloopt is helemaal in 50-tiger jaren stijl. Toeval? Denk het niet! Lees in deze NIVEAU mijn verhaal over 9/11 en lees daar over weer zo’n fascinerende ontmoeting, nu met filmmaker Carl Colby, die juist een documentaire heeft afgerond over zijn vader, CIA-baas William Colby en net als ik geïnspireerd was door de gebeurtenissen van 9/11. Eigenlijk is er maar één ding dat naar toeval leidt en dat is het toeval dat ik toevallig nieuwsgierig ben en dat ik mij toevallig ooit heb voorgenomen die nieuwsgierigheid te bevredigen. En toevallig moet ik daarvoor nog al eens op reis en toevallig zijn er meer mensen die daar last van hebben, al zijn dat toevallig wel altijd dezelfde mensen van wie ik er toevallig nogal wat ken. Niet door toeval is dit nummer van NIVEAU BiZZ magazine euregio zo gevarieerd en zo anders. We hebben de formule niet toevallig veranderd, niet toevallig nog mooier en beter gemaakt. Iedereen die in deze NIVEAU staat, elke reportage, elk bedrijf, elke instelling en onderneming heeft bewust en weloverwogen gekozen met ons mee te doen om zo zijn of haar verhaal, avontuur of bedrijfsontwikkeling voor het voetlicht te brengen. En dat is bepaald geen toeval! In dit nummer niet toevallig ook een reportage over het nieuwe Oogziekenhuis Maastricht UMC; een waar lust voor het oog! Dank aan allen voor de steun en positieve reacties die ik toevallig zo af en toe opvang!
Guy van Grinsven fotograaf / uitgever NIVEAU BiZZ magazine euregio
8
Maastricht, Onze Lieve Vrouweplein
9
10
Model Saskia Slaaf & fotograaf Gilles Larrain
Architecten van het eigen leven Hoe een Maastrichts model het maakte in New York en dus anywhere Vijftien jaar geleden kwam de uit Maastricht afkomstige Saskia Slaaf naar New York om meer inhoud aan haar carrière als model te geven. Tijdens ons laatste bezoek aan the Big Apple volgden we haar een paar dagen: bij een fancy New Yorkse kapper, bij een auditie voor een castingbureau, tijdens yogalessen, bij haar thuis en tijdens een fotoshoot met een van de beroemdste fotografen van New York. Een verhaal over competitie, keihard werken, creatieve inspiratie en vooral karakter.
11
Auditie
De sfeer tussen de vijftien modellen – stuk voor stuk een jaar of negentien en om door een ringetje te halen – is om te snijden. Ze gaan bijna allemaal gekleed in een zomers niemendalletje of in een strak om hun ideale lichaam gezogen kort jurkje of skinny jeans, en de meesten zitten met hun benen over elkaar. Ze kijken alleen maar naar de display van hun gsm’s, maar ze staan op knappen. De code die toegang biedt tot het toilet, weigeren ze echter aan elkaar te geven. Ze wachten op hun beurt, totdat ze geroepen worden door een vertegenwoordiger van het New Yorkse castingbureau Radical. De wachtruimte is een kale gang tegenover de liften in een chique New Yorkse wolkenkrabber aan Hudson Street. De dames komen auditie doen voor een optreden in een prestigieuze commercial voor bier, waarvan de winnares de komende jaren het gezicht zal worden. Ze krijgen nog geen glaasje water aangeboden. Sommigen hebben hun schoenen met stilettohakken in een plastiek tas bij zich. Aanvankelijk denken ze dat ze niets te duchten hebben van de iets oudere Nederlandse Saskia Slaaf, die door ons drieën, drie mannen voorzien van blocnote, fotocamera en filmcamera, bij deze auditie wordt gevolgd. Maar naarmate er meer opnames worden gemaakt van Saskia in allerhande professionele poses, neemt de afgunst van de andere kandidates met de minuut toe. Of we geen beelden van hen willen maken. Please! It is not allowed! You need permission! Hun afgunst blijkt later terecht. De volgende dag mailt Saskia ons uitgelaten dat ze een ingewikkeld formulier moet invullen en naar Los Angeles moet voor een hele reeks fysieke tests. Als ze daarvoor slaagt, wordt ze bijna zeker het gezicht van Bud Light, het Amerikaanse biermerk dat een commercial met haar wil maken. Die zal worden uitgezonden in de rust van de Super Bowl XLVI op 5 februari 2012, de kampioenswedstrijd van de National Football League die meer kijkers in de Verenigde Staten trekt dan welk tv-programma ook. Er kijken ruim 100 miljoen mensen naar, een halve minuut zendtijd kostte vorig jaar 3 miljoen dollar. Bovendien is die commercial bekend en berucht door schandaaltjes als ‘Nipplegate’ in 2004, waar een tepel van Janet Jackson tijdens een duet met Justin Timberlake een halve seconde (!) te zien was. En daar kunnen Amerikanen – de grootste producenten van porno ter wereld – niet tegen. Ruim twintig jaar geleden zag het er niet naar uit dat de Maastrichtse scholiere op het Jeanne d’Arc College op de covers van Vogue en Harpar’s Bazaar zou prijken en dat een vermaarde Russische mode-ontwerpster, die jarenlang voor Karl Lagerfeld in Parijs werkte, speciaal voor haar met de hand in haar huidige woonplaats New York de meest excentrieke kleren zou ontwerpen. En dat ze in die kleren door een even beroemde New Yorkse fotograaf op meesterlijke wijze zou worden gefotografeerd, net zoals die fotograaf John Lennon en Yoko Ono, Norman Mailer, Sting, Billy Joel en Miles Davis nog ouderwets – en letterlijk – op de gevoelige plaat heeft vastgelegd.
12
13
Unieke aanwezigheid
Op school was Saskia niet de schoonheid die voorbestemd leek om het te gaan maken in de modellenwereld. Haar Maastrichtse hockeycoach herinnert zich haar nog als een spichtig, tanig type, van wie hij nooit vermoed heeft dat ze nog eens topmodel zou worden. En dat dachten haar klasgenoten evenmin. Leren kon ze goed, en op een of andere manier kwam ze bij het Maastrichtse modellenbureau Galucci terecht. In 1990 ging een opleiding aan de Amsterdamse Hogeschool voor de Kunsten volgen en drie jaar later stond ze op eigen benen en deed modellenwerk in Londen. Een paar jaar later arriveerde ze in New York. Daar werkt ze nu al ruim vijftien jaar en praat met een echt New Yorks accent. Ze woont in een piepklein appartement in Manhattan, waar een groot hemelbed veruit de meeste ruimte in beslag neemt. Aan de muur een enkele boekenplank met bijvoorbeeld Jonathan Foer Safrans boek Extreem luid en ongelooflijk dichtbij (over een jongetje wiens vader op 9/11 in een van de World Trade Towers om het leven kwam en dat met een sleutel uit zijn vaders bezittingen op zoek gaat door New York naar het slot waar die sleutel op past) maar vooral schilderijen die ze zelf maakt. Vaak met esoterisch-vage afbeeldingen van zichzelf. Ze toont ons haar portfolio waaruit blijkt dat ze op de covers van de bekendste internationale modebladen heeft gestaan in zeer exotische verschijningen. Allesbehalve een modepoppetje, maar een vrouw met een geheimzinnige, volstrekt unieke aanwezigheid. Soms lijkt ze wel op een siencefictionachtige zusje van een meisje van Johannes Vermeer, met een uitstraling die van onder haar huid en gelaat lijkt te komen. Bovendien heeft ze sinds haar New Yorkse tijd in tientallen films en tv-series grotere en kleinere rollen gespeeld. Ze schenkt een glaasje wijn voor ons in een paar aardewerken bekers en praat aan een stuk door. Over haar yogaklas, bijvoorbeeld, waar we zojuist getuigen waren van haar onvoorstelbare lenigheid en fysieke souplesse. Schijnbaar moeiteloos legt ze de hak tegen haar kruin en kan dan een paar seconden doodstil in die positie blijven staan. Die conditie komt haar goed van pas als we haar later in de speciaal voor haar, met de hand gemaakte kleren van de Russische mode-ontwerpster Louda zien poseren voor de camera van Gilles Larrain in zijn gastvrije atelier.
Fotoshoot met muziek
Saskia heeft ons uitgenodigd om bij haar vrienden Louda en Gilles te komen kijken hoe zij een shoot met de beroemde fotograaf heeft. In hun atelier in een souterrain van 20 bij 6 meter worden we allerhartelijkst ontvangen door de 73-jarige Gilles (vader een Chileense diplomaat/schilder en moeder schilder/ pianiste met Indo-Chinese en Franse ouders). Voordat hij begint te fotograferen moet er eerst Stimmung gemaakt worden. Hij schenkt een 80 jaar oude Venezolaanse rum – “als die zo oud is, is alle bitterheid eruit verdwenen”, zegt hij met een schalkse glimlach – en pakt al snel zijn akoestische gitaar om ons kennis te laten maken met zijn andere grote liefde – naast vrouwen (Louda is zijn vierde)
14
en fotografie – de flamenco. Al een halve eeuw is hij verliefd op deze muziek en zelfs in Andalusië is zijn naam een begrip onder de lokale muzikanten. Vervolgens wordt weer muziek opgezet en plaats de fotograaf zich achter zijn oude analoge camera op statief. Uit een kledingrek vol speciaal voor Saskia gemaakte kostuums pakt Louda een roze exemplaar. In die exotische uitdossing huppelt Saskia het podium op, neemt in een flits een pose aan en bevriest, zodat de foto niet bewogen is. “Like a painting!” roept Louda enthousiast. Gilles draait het rolletje door en roept: “Another provocation!” waarop Saskia moeiteloos op één been weer een andere houding aanneemt. Louda glundert: “She is so beautiful!” zegt ze met een gelukzalige blik in de ogen. “She is my favorite model.” Na zes foto’s is het rolletje vol, en is er even pauze. Dat gaat zo nog de hele middag en avond door. Er komt wijn op tafel, koekjes, pinda’s, een nieuw filmrolletje... Gilles pakt zijn gitaar weer eens en iedereen voelt de tinteling van de creatieve kruisbestuiving – in New York toch al overal aanwezig, maar in het atelier van Louda en Gilles lijkt die in geconcentreerde vorm de ruimte te vullen. Elke laatste zondag van de maand organiseren Louda en Gilles in het ruime souterrain een open atelier waarbij ze ook voor het eten zorgen. Keuken is aanwezig, met een fornuis en 25 koperen pannen, evenals het door Gilles zelf gemaakte zout (gemengd met witte truffels). Iedereen komt er opnieuw en heviger geïnspireerd weer vandaan.
New York – anywhere
New York is niet alleen de plek waar je het gemaakt kunt hebben, maar er zijn niet veel plaatsen ter wereld waar de prikkel om het te maken, met je eigen creativiteit, zo sterk is als New York. Zo sterk inderdaad, dat die je doet uitstijgen boven jezelf. Dat je het gevoel hebt dat je hier beter kunt worden dan je voorheen voor mogelijk had gehouden. En overal om je heen zijn mensen die je stimuleren, die je aansporen met je eigen creativiteit door te gaan. Of zoals Gilles Larrain het noemt: “Wees de architect van je eigen leven!” En dat geldt voor iedereen, of je nu fotograaf, filmer, schrijver of mode-ontwerpster bent. En natuurlijk ook als je model bent. Dat bewijst Saskia Slaaf wel. Tekst: Jo von Drak Fotografie: Guy van Grinsven / StudioPress Wie wil zien hoe het Saskia, Louda en Gilles vergaat, kan hen volgen op hun respectievelijke websites: www.saskiaslaaf.com, www.loudacollection.com en www.gilleslarrain.com Van deze reportage is ook een tv-uitzending gemaakt, zie: www.l1.nl/tv/Niveau_TV_Magazine
15
unieke lichtgrijs gouden ring ingelegd met diamanten en een Santa Maria Aquamarijn van 9,20 caraat
JEWELLERY DESIGN OFFICE – Relais & Chateaux La Butte aux Bois – Paalsteenlaan 90 – 3620 Lanaken – www.jochenleen.net – info@jochenleen.net – GSM 0032 477 19 00 34
22
E
en heerlijk gevoel moet het zijn. Jarenlang ben je bezig geweest met plannen maken en plannen wijzigingen, doorrekenen van
business modellen, ontelbare uren vergaderen, overtuigen van zorgverzekeraars, van een ambtelijke organisatie, van artsen en collega’s, knopen doorhakken, apparatuur uitkiezen en testen en eindeloos kleurenwaaiers bekijken. En dan kun je eindelijk zeggen dat je in ieder geval nu tot de beste in heel Europa behoort. En zolang het duurt, gaat het genieten gepaard met een groot gevoel van trots dat een jaren gekoesterde droom is gerealiseerd: een hoogwaardige academische oogkliniek net zo te laten werken als een privÊkliniek in een ruimte die bij patiÍnten angst wegneemt en hun een gevoel van veiligheid, tevredenheid en welbevinden geeft.
23
GEOPEND EN METEEN BEKEND Die trots stralen professor Fred Hendrikse en Euregionaal manager Astrid Hacking-Krook, professor Carroll Webers en dr. Rudy Nuijts uit in hun spiksplinternieuwe Oogtoren. Het is de nog niet officiële naam van het Oogziekenhuis Maastricht UMC, maar als het woord Oogtoren valt in de Randstad en al ver daarbuiten, weet iedereen die er in de oogheelkunde toe doet, dat je het over de kleurrijke Maastrichtse oogheelkundige kliniek hebt. Dat de naam zo snel zo’n grote bekendheid zou krijgen, was zelfs voor de initiatiefnemers een verrassing.
OOGAANDOENINGEN Het aantal oogbehandelingen in Nederland en België is de afgelopen jaren toegenomen en dat zal de komende jaren het geval blijven. Het betreft doorgaans behandelingen aan staar, glaucoom, afwijkingen van het hoornvlies, netvliesaandoeningen, ontstekingen in relatie tot andere ziektes en kinderoogheelkunde. Veel aandoeningen zijn het gevolg van ouderdom – en in Limburg komen die als gevolg van de sterke vergrijzing van de bevolking in verhoogde mate voor. Daarnaast hebben mensen die een bril of contactlenzen dragen, tegenwoordig de mogelijkheid hun ogen te laten ‘laseren’, waardoor ze die hulpmiddelen niet meer nodig hebben. Ook na een staaroperatie kan de bril tegenwoordig in de prullenbak als men voor een zogenaamde multifocale of torische implantlens kiest. Het Oogziekenhuis Maastricht UMC heeft de afgelopen jaren baanbrekend onderzoek verricht naar deze innovatieve implantlenzen waarvoor patiënten uit heel Nederland naar Maastricht komen.
VAN ‘BURGERLIJK ONGEHOORZAAM’ TOT ACADEMISCH ONDERNEMEN Bijna twintig jaren zitten er tussen het moment dat prof. Hendrikse gevraagd werd de oogheelkunde in het azM te academiseren, en de opening, afgelopen zomer, van de Oogtoren. Omstreeks 1994 begon een groep enthousiaste oogartsen en verpleegkundigen onder leiding van prof. Fred Hendrikse in het voormalige Maastrichtse ziekenhuis Annadal met wat ze zelf omschrijven als ‘een privékliniek voor ziekenfondspatiënten’. Puur juridisch waren ze daarmee in overtreding (‘burgerlijk ongehoorzaam’), maar ze
24
werden gesteund door de zorgverzekeraars en de Raad van Bestuur en de Raad van Toezicht van het azM omdat ze de gemaakte winst niet in eigen zak staken maar investeerden in de verbetering van de kliniek, en uitbreiding van de medische staf waardoor alle oogziekten binnen de regio behandeld kunnen worden. De uitbreiding met praktijken in het Atrium Medisch Centrum Parkstad maakte een uniek concept mogelijk. Ook was er al snel belangstelling van Belgische patiënten. Daar werd de praktijk in Sint-Truiden van dr. Camille Budo, in België de pionier in de lenschirurgie en cataractoperaties, door de kliniek van prof. Hendrikse in 2008 overgenomen. Die overname vergrootte de klinische mogelijkheden voor België en Nederland: Belgische patiënten kregen in de polikliniek toegang tot de expertise van de Nederlandse oogartsen, en die houden inmiddels in SintTruiden wekelijks spreekuur voor netvliesaandoeningen, kinderoogheelkunde en ooglidchirurgie.
ZORG NAAR DE PATIËNT, NIET OMGEKEERD In de gloednieuwe Oogtoren worden naast spreekuren ook operaties in dagbehandeling uitgevoerd en zijn er kantoorruimten voor staf, wetenschappers, management en secretariaat. In de zeven verdiepingen tellende toren hebben ze de modernste apparatuur tot hun beschikking en zijn ze in staat snel en efficiënt te helpen. Het Oogziekenhuis Maastricht UMC heeft zich tot doel gesteld ‘de volledige oogheelkundige zorg op academisch niveau beschikbaar te stellen aan alle inwoners van Zuid-Limburg en daarbuiten’. Uitgangspunt daarbij is dat de zorg zo veel mogelijk naar de patiënt komt, in plaats van de patiënt naar de zorg. Om die reden werken alle oogartsen zowel in het Oogziekenhuis Maastricht UMC als in een van de andere locaties in ZuidLimburg en zelfs in België (Sint-Truiden) en Zeeland.
HET SLECHTE EN HET GOEDE VAN BELGIË Zo gemakkelijk als het was en nog steeds is voor Nederlandse patiënten om in België een door de zorgverzekeraar vergoede behandeling te ondergaan, zo moeilijk blijkt het voor Belgische patiënten in Nederland een behandeling vergoed te krijgen. De Belgische mutualiteiten (ziekenfondsen) zien dat niet zitten en presteren het zelfs om patiënten op de
25
26
27
28
ochtend voor hun behandeling te bellen met de mededeling dat de behandeling in bijvoorbeeld Maastricht niet vergoed wordt. Hendrikse kan zich daar zeer boos over maken. Ten eerste omdat deze attitude tegenover een patiënt die op het punt staat een belangrijke behandeling te ondergaan, sowieso uit den boze is, maar ook omdat dit tegen alle Europese regelgeving in gaat. Niettemin heeft zowel Hendrikse als Euregionaal manager Hacking ook zeer positieve ervaringen met hun Belgische contacten. Ze roemen de servicegerichtheid van de Belgische gezondheidszorg, met name van artsen en verpleegkundig personeel. “In België is dienstbaarheid een eerzame en deugdzame activiteit. Dat zie je in de horeca ook. Daar weten ze wat dienstbaarheid is en zijn er trots op als ze een klant tevreden naar huis zien gaan. Daar kunnen wij in Nederland nog wat van leren. Zo hoort het ook in onze kliniek te gaan.”
KLEUR BEKENNEN Hendrikse noemt het ‘de zachte kanten van de geneeskunde’. “Als je echt tot de top behoort, dan kun je je op een gegeven moment op medisch gebied niet meer onderscheiden van de andere topklinieken in de wereld. Waar je wel beter in kunt worden, zijn zaken als het terugbrengen van angstgevoelens bij patiënten en het verhogen van hun gevoel van veiligheid, tevredenheid en welbevinden. Zo is er een bijzondere soepele overgang bedacht van de wachtruimte naar de operatiezaal. De patiënt zit in een stoel waar de ogen worden gedruppeld, en wordt in diezelfde stoel naar de ok gereden, waar de stoel verandert in een operatietafel. Ook is er een speciale kinderafdeling waar speeltjes en knuffels en een aquarium ervoor zorgen dat de kinderen afgeleid en gerustgesteld worden voordat ze worden behandeld. Bij het realiseren van de kliniek heeft de staf van de Oogtoren alles uit de kast gehaald wat ze in huis hadden om hun gebouw bij het azM in Maastricht conform hun wensen gebouwd te krijgen. De hele indeling in etages, de routings, waardoor contacten tussen artsen en patiënten precies goed zijn geregeld, de kleurstellingen per etage/afdeling (elke verdieping heeft een eigen functie en dus een eigen kleur), de verlichting, de verlichting boven de balies, de rustgevende aquariums in de wachtruimten, tot en met de plaatsen van de stopcontacten toe, alles hebben ze zelf bedacht. Een reden te meer om trots te zijn op het eindresultaat.
29
31
WILLIE WORTELS EN SIMULATORS Nog een opmerkelijk aspect in de bedrijfsmatige aanpak van de oogkliniek: alle medewerkers van de Oogtoren zijn in loondienst. Voor Hendrikse is dat een heel belangrijk punt. Hierdoor weten patiënten zeker dat de arts geen commercieel belang heeft bij het voorschrijven van een bepaalde behandeling of geneesmiddel. De zeer ervaren artsen kunnen gebruikmaken van state-of-theart apparatuur. Alle machines en apparaten in de vier operatiekamers behoren tot de beste in Europa (zie kader). Doordat ze in een academische omgeving werken, waarbij de zogenaamde intercollegiale controle zeer hoog is, worden artsen en studenten voortdurend geprikkeld op de hoogte te zijn en te blijven van de laatste ontwikkelingen op medisch en technologisch gebied. Coassistenten en arts-assistenten in opleiding tot oogarts kunnen in een conferentiezaal en trainingsaula op grote flatscreens een operatie volgen doordat een camera in het gereedschap van een opererende arts is bevestigd. Ook leren die dankzij uitstekende simulatietechnieken (vergelijkbaar met een vluchtsimulator uit de luchtvaart) eindeloos oefenen op operaties die ze later op echte patiënten moeten gaan uitvoeren. Drie kwart van dit onderdeel van hun opleiding leren ze op deze manier. In zo’n simulator, momenteel de enige in Nederland, voelen ze zelfs de tegendruk van ‘menselijk weefsel’ als ze daarin snijden. En op de bovenste verdieping is een, door hen zelf zo genoemde, Willie-Wortelafdeling, waar nieuwe uitvindingen en technieken worden bedacht. Want de vooruitgang en ontwikkeling van nieuwe technieken en geneesmethoden stoppen nooit.
‘KIJK UIT JE DOPPEN VOORDAT JE JE LAAT LASEREN’
dr. J. S. A. G. Schouten
32
Ten slotte is er in de Oogtoren ook ruimte voor de zogenaamde refractiechirurgie, populair aangeduid als ‘laseren’. Het betreft ingrepen aan de ogen die het dragen van een bril of contactlenzen overbodig moeten maken. Deze behandelingen worden in de meeste gevallen niet vergoed door de zorgverzekeraars, die ze als esthetische ingrepen beschouwen. Daarnaast is er sprake van de nodige wildgroei op dit gebied door de komst van talloze privéklinieken die hierin zeggen gespecialiseerd te zijn. Gaat het daar fout, dan komt men natuurlijk snel uit bij de Oogtoren in Maastricht. Prof. Hendrikse en een team onder leiding van dr. Nuijts bieden in Maastricht in de nieuwe opzet van hun kliniek zelf ook ‘laseren’ aan. Voor de ‘patiënt’ biedt dat als voordeel: een enorme exper-
33
Railfiets Sosoye
tise en ervaring van de academisch opgeleide artsen en de beschikbaarheid van hypermoderne apparatuur. Soms kan een arts ook medische gronden aandragen waarom een ‘laserbehandeling’ noodzakelijk is, en in dat geval vergoedt de zorgverzekeraar doorgaans de behandeling. De laatste ontwikkeling in de lasertechnologie is de introductie van een zogenaamde femtosecond laser waarmee staaroperaties verricht kunnen worden. Het azM is het enige ziekenhuis in Nederland en één van de drie ziekenhuizen in Europa die deze technologie bezitten, en start de eerste staar-laseroperaties over enkele weken. De voordelen van het inzetten van deze lasertechnologie is een nog veiliger en voorspelbaarder operatietechniek. En dit allemaal door de micrometerprecisie (een duizendste deel van een millimeter) waarmee de sneetjes in het oog en de lens worden gemaakt. Tekst: Joe Grozny Fotografie: Guy van Grinsven / StudioPress
dr. R. M. M. A. Nuijts
prof. dr. C. A. B. Webers
36
ing. A. Hacking-Krook en prof. dr. F. Hendrikse
40
9/11 DEAR PHOTOGRAPHY NEW YORK CITY TIEN JAAR LATER Ik had er mij wel op voorbereid. Ik wilde afrekenen met mijn vervelende herinneringen aan 9/11, de aanslagen op de Twin Towers in New York, waarvan ik bij toeval tien jaar geleden getuige was geweest. De oude foto- en videobeelden die ik destijds van de ramp gemaakt had, vroegen om een vervolg, een opfrisbeurt, een andere, nieuwe en hedendaagse kijk. Een kijk die ik zelf wilde ervaren én vastleggen. Zien en ervaren hoe deze stad haar wonden heeft gelikt en wat ze ervan heeft geleerd. Is the Big Apple echt zo veerkrachtig als wordt beweerd? Is ze sterker uit de strijd gekomen? Wat heeft het met de ziel van haar bewoners gedaan. Wat is er veranderd? Er is maar één manier om daarachter te komen en dat is gewoon ernaartoe gaan en voelen en praten en kijken en vastleggen. Vastleggen op een speciale manier, waarin het heden en verleden, herinneringen en huidige ervaringen samensmelten in één beeld.
allarmnummer Nine One One
41
DEAR PHOTOGRAPHY Dear Photography is een fototechniek die iedereen kan beoefenen en die gebaseerd is op oude foto’s die bijzondere herinneringen oproepen. Foto’s die een verhaal vertellen over vroeger en waarin de omgeving een belangrijke rol speelt. Die omgeving moet dus nog min of meer nog bestaan, er moet ergens nog een referentiepunt zijn, want dat referentiepunt is het anker van de nog zichtbare herinnering. Dat kan een gebouw zijn, een boom, een tegelpatroon, een hekje, een raam, noem maar op, als het maar op de oorspronkelijke foto is terug te vinden. Zoek daarna, met de oude foto in de hand, uit waar de maker van de foto vroeger heeft gestaan. Vervolgens houd je de oude fotoafdruk zodanig voor de lens van je meegenomen camera dat het nog steeds bestaande element precies over hetzelfde element op de foto heen past. Als je dat dan zo fotografeert, krijg je een oud plaatje in een hedendaags frame – een dear photo.
DEZELFDE ROUTE Gewapend met een pak keurenafdrukken van de foto’s die ik tien jaar geleden van de aanslag heb gemaakt, ga ik op weg. De route die ik destijds in opperste opwinding gereden, gelopen en gerend heb, heb ik van tevoren goed kunnen reconstrueren aan de hand van een aantal streetviews op Google Earth. Verdomd handig! Van een van de beelden wist ik nog precies de plek. De eerste was de Triomfboog op Washington Square en de plaats waar ik stond toen de tweede toren instortte: hoek Thompson Street/Houston Street. De foto van de brandende toren onder de boog van Washington Square was redelijk gemakkelijk te maken in mijn gedachte, maar mijn voornaamste reden om naar New York af te reizen was mijn Dear Photo op die ene straathoek te schieten. Vroeg op pad, net zoals tien jaar geleden. Ik wilde de dag van toen nabootsen en de foto’s onder dezelfde lichtomstandigheden maken om een zo natuurlijk mogelijke overgang te krijgen in mijn Dear Photos. Slecht weer was voorspeld, maar ik kreeg toch waar ik dacht recht op te hebben na zo’n lange reis en tien jaar wachten: mooi weer, zonneschijn, exact als op 11 september 2001. De eerste foto onderweg naar Washington Square lukt wonderwel. Het is net of de taxi’s zo uit de foto wegrijden. De volgende is de foto onder de Triomfboog door. Nu de belangrijkste foto nog in Thompson Street.
THOMPSON STREET Precies op die plaats zie ik nog maar weinig dat herinnert aan de situatie van toen. De grote billboardreclame op het pand aan de linkerkant van de foto is er niet meer. De Twins natuurlijk ook niet, maar wel is het hoopgevende silhouet van de nieuwe toren van het World Trade Center zichtbaar. Die is inmiddels voor de helft klaar en staat precies in mijn beeldvlak. Het is even zoeken voordat ik de juiste positie gevonden heb en de wind steekt op. Dat is lastig, want dan buigt de foto en dat is niet de bedoeling. Ik had ze toch op een stuk karton moeten plakken, denk ik. 42
43
44
45
TOEVAL? Dingen gebeuren nooit zomaar. Toevallig was deze maandag een feestdag, en was het relatief rustig in deze stad die zonder hectiek niet lijkt te kunnen bestaan. Als ik klaar ben met mijn beeld, zie ik dat een koppeltje vol belangstelling de actie heeft staan te bekijken. “What you are doing is very interesting”, zegt de goed gesoigneerde man. Een gesprek volgt en ik leg de man en vrouw uit wat ik aan het doen ben. Blijkt dat de man een filmmaker met een aantal Emmy’s op zak te zijn die de laatste hand legt aan een documentaire die hij exact tien jaar geleden besloot te gaan maken. Of New York sterker uit de aanslagen is gekomen, vraag ik hem. Zijn antwoord is filosofisch van aard. Hij citeert Ernest Hemmingway: “If you break my arm and it is healed, the arm will be stronger than before. That’s what happened to New York.” Hij geeft me zijn kaartje... Carl Colby, met het adres van een website, staat erop. Ik stop het weg en ga verder met mijn fotoproject. Er is nog veel te doen en het weer slaat om.
PLEASE TO MEET YOU ’s Avonds, in het appartement op Grand Street, op de grens van Soho en Chinatown, waar internet het beter doet dan de douche, even naar de website van Carl Colby Films gekeken. Carl is in New York voor de première, eind september, van zijn intrigerende documentaire The Man Nobody Knew: In Search of My Father, CIA Spymaster Wiliam Colby. Eerder maakte hij documentaires over onder anderen de Nederlands-Amerikaanse kunstschilder Willem De Kooning, en Maastricht kent hij van de TEFAF. Precies tien jaar geleden, toen hij de Twin Towers op de televisie zag instorten en er op de Amerikaanse televisie nog steeds over zijn vader werd gesproken, vatte hij het idee op de documentaire over ‘de man die niemand kende’ te maken. En die is nu af. Carls vader William leefde zijn hele leven in een wereld van geheimen: tijdens de Tweede Wereldoorlog landde hij in bezet Europa om het verzet van informatie te voorzien en te helpen. Hij infiltreerde in Rome bij de eurocommunisten, was de hoogste Amerikaan in Saigon tijdens de Vietnamoorlog en later baas van de Central Intelligence Agency (CIA) van september 1973 tot januari 1976. Directeur van de dienst die de aanslagen op de Twin Towers had moeten voorkomen. Zijn levenloze lichaam werd in 1996 langs een rivier gevonden, een week nadat hij met een kano een stukje was gaan peddelen in Maryland. Over zo’n leven kun je wel een film maken, denk ik. Zoon Carl passeert tien jaar later precies de plaats waar ik stond toen de laatste toren van de Twins instortte. Weer toeval? Tekst en fotografie: Guy van Grinsven / StudioPress Van deze reportage is ook een tv-uitzending gemaakt, zie: www.l1.nl/tv/Niveau_TV_Magazine 46
47
48
GOEDE VOORNEMENS...
...én de beste wensen én een goede gezondheid! G EEF EENS EEN O R IG INEEL CAD E AU ‘Gelukkig Nieuwjaar. De beste wensen en een goede gezondheid.’ Een mens wenst zich wat af met oud en nieuw. Goed gemeende wensen maar doen we er ook wat mee?
H
elaas is deze intentie in de praktijk meestal niet genoeg om ook daadwerkelijk een langer leven in goede gezondheid te garanderen. Daar is meer voor nodig. Een goede gezondheid vraagt doorgaans een goede levensstijl met een uitgebalanceerde voeding en voldoende dagelijkse beweging. Maar ook met een regelmatige controlebeurt. Het lichaam van een mens is in zekere zin net als een auto: hij gaat jaren mee, maar je moet er wel goed voor zorgen: je moet er de juiste brandstof en olie in gooien, hem verstandig besturen, regelmatig wassen en vooral op z’n tijd een onderhoudsbeurt in de garage laten geven. En dan nog is het zaak om de auto, na een aantal jaren, naar de verplichte (!) keuring te brengen. Een specialist oordeelt dan of uw troetelkind goed is onderhouden en geen verborgen gebreken heeft. Gebreken waar je als dagelijkse bestuurder geen last van hebt omdat je eraan gewend bent en ze daardoor niet opmerkt, of omdat je er gewoon niet bij nadenkt. Ook al staat het stalen ros nog zo te glanzen op de garagebrug, de keurmeester heeft gelukkig de juiste kennis en apparatuur voorhanden om de verborgen gebreken te ontdekken. Het keuringsrapport geeft uiteindelijk precies aan waar straks problemen te verwachten zijn, welke onderdelen acuut gerepareerd moeten worden en waar problemen in de toekomst te verwachten zijn. Door deze al dan niet verplichte adviezen op te volgen, heeft u de grootste kans in de toekomst niet plotseling met autopech langs de weg te komen staan. Voelt u de vergelijking met een ouder
wordend lichaam, dat eveneens onderhoud nodig heeft? Waarom wel een check-up voor een vierwieler en niet voor een tweevoeter?
Voornemens Over het algemeen zijn mensen mens geneigd hun eigen levensstijl en conditie wat geflatteerd of tenminste nogal optimistisch voor te stellen. Begrijpelijk, want wie heeft nu niet af en toe ergens last van? Je hebt het druk gehad, je hebt net voor de zoveelste keer weer copieus móeten lunchen of je hebt écht geen zin meer om nog een ommetje te maken, en ja, je bent ook wel eens buiten adem als je een paar trappen hebt op gelopen. Een paar daagjes rust, een weekje ertussenuit en je bent weer als nieuw. En dan komen elk jaar weer de feestdagen. Eerst nog even lekker eten, enkele mooie wijntjes proeven en de cadeaus onder de kerstboom openmaken... Gelukkig komt het nieuwe jaar er weer aan en is er plaats voor goede voornemens en initiatieven.
onderzoek met als resultaat een uitgebreide schriftelijke analyse van uw conditie, zo nodig aangevuld met bijpassende adviezen. Rond deze tijd komt er ook een radiocommercial waarin extra aandacht wordt gevraagd voor het belang van een regelmatige check-up en de vernieuwde website van de Dr. Keulen Kliniek. Kijk daarvoor eens op de landingspagina www.gezondbezoek.nl.
Cadeautip Gun uzelf een gezond lichaam. Geef uzelf of uw naasten eens een origineel cadeau. Een cadeau waar u uw leven lang plezier van kunt hebben. Ga eens voor een check-up naar de Dr. Keulen Kliniek in Schimmert of Tilburg. Het is het allerbeste goede voornemen dat u zich kunt wensen. Natuurlijk ook die andere voornemens uitvoeren: stoppen met roken, minder drinken, een beetje afvallen en meer bewegen. Pas dan krijgt onderstaande uitspraak echt betekenis: ...én de beste wensen én een goede gezondheid! De Dr. Keulen Kliniek helpt u graag daarbij.
Meten is weten
Tekst en fotografie: StudioPress
Het beste initiatief dat u voor dit nieuwe jaar kunt nemen, is eerst een inventarisatie maken van uw conditie. Immers: meten is weten! Laat eens, op afspraak en in een paar uur tijd, een volledige medische check-up van uw huidige conditie maken. De beste medici, de modernste medische apparatuur en dito vakmensen staan garant voor een vakkundig
Dr. Keulen Kliniek St.Remigiusstraat 4, 6333 CZ Schimmert, T + 31 (0) 45 4041111 Nimrodstraat 23, 5042 WX Tilburg, T + 31 (0) 13 4685900 info@keulenkliniek.nl, www.keulenkliniek.nl
49
50
‘Sjroep’
voor lekpotten
In het atelier hangt fier de foto van de koning en de koningin der Belgen, duidelijk ook klanten van deze artisanale lekkernij. Albert II was altijd al een snoeper.
Thomsin
Maurice Thomsin in Thimister stookt als een der laatsten nog echte stroop, want zoals zo veel levensmiddelen vandaag de dag heeft het product in de supermarkt nog maar weinig gemeen met het origineel. Echte stroop wordt gemaakt van uitsluitend peren, met eventueel toevoeging van een beetje appelen om meer rinsheid in het product te krijgen. Dus: bieten, vijgen, dadels en appelconcentraat hebben niets te zoeken in de enige echte stroop. Thomsin gebruikt zeven kilo peren voor één kilo stroop, en niets anders. Vorige winter heeft hij zijn stroopstokerij gemoderniseerd als gevolg van een nieuwe hygiënewet. Maar het essentiële is gebleven. De basis van het product zijn onbehandelde hoogstamperen van oude rassen: Durondeau, Saint-Rémy, Klapps Favourite, Beurre Hardy, Doyenné de Comice, Lindeman... Géén laagstamperen. Hij moet er ver voor rijden, maar gelukkig zijn er veel liefhebbers van het goede leven die nog een partij weten hangen en die ze hem spontaan aanbieden.
Meester-stroopstoker
De peren krijgen in de roodkoperen ketel het gezelschap van een weinig, ook onbespoten, appels. Daardoor neemt de zuurtegraad toe. Stroop van peren alleen is te zoet. In de ketel gaan honderden kilo’s fruit. Dan wordt de massa urenlang boven een gloeiend cokesvuur tot moes gekookt. Die wordt vervolgens door jutezakken geperst met behulp van een grote vijzelpers. Het sap wordt
opgevangen en gaat opnieuw in de koperen ketel, die boven het vuur gehesen wordt met behulp van een ingenieus takelsysteem. Dan begint het werk van de meester-stroopstoker. Vanaf nu gelden alleen nog ervaring en vakkennis. Dat werk omvat urenlang inkoken, waarbij het vuur permanent in de gaten gehouden dient te worden. Niet te hevig en vooral regelmatig moet het vuur branden, en voortdurend moet er geroerd worden. En dat bij de helse hitte van het cokesvuur dat in de kelder brandt, onder de ketel die gelijkvloers rust in een gat in de vloer. En niet alleen cokes, ook hout wordt op bepaalde momenten toegevoegd om de vlammen heviger te maken. Dat is hier de manier om de kooktemperatuur te regelen. Het is het oog van de meester dat ten slotte bepaalt of de stroop lukt of niet: die moet de juiste consistentie hebben, taai en vloeibaar maar weer niet te dun en ook niet te dik. En die mooie, diep bruinrode kleur. Tien minuten te lang koken betekent verbrande en bittere stroop. Maar Thomsin is een meester in zijn vak. En wanneer u dan die stroop proeft, weet u niet meer hoe u het heeft. Dit is de sublimatie van fruit. Uitsluitend peren en appels. Niets anders. Tekst: Henri Wijnants Fotografie: StudioPress
51
54
‘DE WOONWERELD VAN TOPDESIGN’
BERDEN WONEN IN SITTARD COMPLEET VERNIEUWD
Mensen willen kwaliteit. Iets wat mooi blijft. Of dat nu het tijdloze design is van een meubel, de strakke belijning, de perfecte afwerking of de beste materialen die gebruikt zijn. Bij Berden Wonen in Sittard stap je nu een woonbelevingswereld binnen waar topmerken hun mooiste ontwerpen presenteren. 55
D
e meubels die na een grootscheepse verbouwing bij Berden Wonen in Sittard staan, zijn stuk voor stuk items met een ziel. Tot in detail is erover nagedacht. “Het zijn meubels die bij je woonruimte en je gezin gaan horen, alsof ze speciaal voor jou gemaakt zijn”, vertelt commercieel directeur Paul Berden. “Spullen waar je van gaat houden, die hun plek blijven verdienen, gewoon door wat ze zijn. Neem deze stoel van de beroemde Amerikaanse ontwerper Eames. Een echte klassieker. Het is design dat nooit gaat vervelen en zijn waarde nooit verliest. Als je deze dertig jaar geleden nieuw had gekocht, krijg je er nu hetzelfde bedrag voor terug. Als je hem al zou willen verkopen, want het zijn van die objecten waar je echt je hart aan verpandt. Die in de familie blijven, gewoon omdat zoon- of dochterlief deze ook graag in hun woonkamer zet. Het is niet zoals een auto, die schrijf je elk jaar af en dat kan
56
snel gaan. Deze designmeubelen blijven en behouden hun waarde. Het is een investering waar je geen spijt van zult krijgen.”
RUIMTE VOOR BELEVING
“In onze vernieuwde zaak in Sittard geven we al dit moois de ruimte. We laten diverse werelden zien. Met Nederlands design, Italiaanse ontwerpen of juist het tijdloze design van ontwerpers van welk land dan ook. Telkens stap je weer een nieuwe wereld in, die anders voelt. De een spreekt je aan, de ander is misschien niet helemaal je smaak. Maar zo kom je er wel achter wat jouw stijl is, welke meubelen het beste bij jou als persoon passen. Alles draait om beleving. De settings in onze nieuwe zaak zijn dan ook echte huiskamers, volledig aangekleed met accessoires, prettige verlichting
en een mooi kunstwerk aan de muur van een van de twintig kunstenaars met wie we samenwerken. We laten een groot assortiment topmerken zien, denk aan Rolf Benz, De Sede, Vitra, Walter Knoll, Molteni, Fritz Hansen en Artifort. Maar ook merken die onze klanten al van ons gewend waren, zoals Jori of een uitgebreide collectie van Leolux. En we kunnen een nog breder scala aan A-merken snel uit voorraad leveren vanuit ons zusterbedrijf Pot Interieur in Zeeuws-Vlaanderen.”
‘PART OF THE FAMILY’
“Met deze verbouwing is Sittard de meest exclusieve winkel van Berden Wonen geworden”, gaat Paul Berden verder. “Onze vertrouwde klassieke collectie heeft plaatsgemaakt voor topdesign, bijzondere producten van topkwaliteit.
58
60
GOOCHELEN OP DE MILLIMETER DANKZIJ SCHEEPJESFLESTECHNIEK EEN COMPLETE SAUNA OP EEN VRIJWEL ONMOGELIJKE PLAATS
Het lijkt een beetje op de hobby van de matrozen die op hun lange reizen als enig vertier het bouwen van scheepjes in een fles hadden. Jaren waren ze bezig om allerlei ingenieuze constructies te verzinnen en te maken, te passen, te meten en te plakken om uiteindelijk met één voorzichtig rukje aan het touwtje dat door de hals van de fles naar buiten stak, de masten met zeilen rechtop te zetten. Het onmogelijk werd dan ineens zichtbaar; het resultaat van lange concentratie en toegewijde inzet. 61
D
atzelfde gevoel kreeg ik toen ik het resultaat zag van het werk van de firma Gervi, met vestigingen in Maasmechelen, Hasselt en binnenkort ook in Leuven. Zij ontwierpen en bouwden een compleet saunacomplex op een vrijwel onmogelijke plaats: boven in een historisch mini-achterhuisje, op een vrijwel onbereikbare plaats, midden in het hart van historisch Maastricht. En dit alles zonder ook maar de minste aantasting aan het beschermde monumentje. Rond 1850 maakten de zeelieden hun eerste flessenscheepjes aan boord tijdens periodes van windstilte op lange reizen. Het complete schip werd eerst buiten de fles opgebouwd, om daarna ingeklapt naar binnen te worden geschoven. Het flessenscheepje, meestal hun eigen schoener, dat de zeeman na een verre reis mee naar huis nam, werd door zijn liefje of echtgenote gekoesterd en kreeg meestal een plaatsje op de schoorsteenmantel. Het kwam ook voor dat de dorst groter was dan de liefde: de zeeman ruilde dan zijn staaltje handwerkkunst in tegen een fles geestrijk vocht. Dat gebeurde meestal in een havenkroegje, vandaar dat in havencafĂŠs in de hele wereld nog steeds de nodige collecties van deze scheepjes te zien zijn.
Gervi volgde als het ware deze methode, althans die van de voorbereiding. Na uitgebreid passen en meten ter plekke door de vakman bouwden zij ook eerst de saunaruimte in de eigen werkplaats compleet op, om het geheel daarna weer af te breken en op de locatie precies zo weer op te bouwen. Maatwerk dat past zoals het muiltje aan de voet van Assepoester. Niet zo eenvoudig als je weet dat maatvoering in dit soort historische panden verre van symmetrisch is en bijvoorbeeld het ovale raampje op de bovenetage puur op het gevoel werd vorm gegeven. Een hele kunst om de juiste maten in een hedendaagse sauna exact te laten terugkomen. Rony en Josefa Nijs, de eigenaars van Gervi, zijn de bezielende krachten achter het bedrijf. De sympathie die van hun gezichten afstraalt, overtuigt je er meteen van dat je met hen goed zaken kunt doen. Wel fijn te weten en te voelen dat echte creativiteit, vakmanschap en service nog bestaan. Niets is onmogelijk voor hen, en dat is dan ook meteen het handelsmerk. Wat je op spa-, stoombad-, infrarood- of saunagebied ook wenst, zij hebben de oplossing en realiseren
die, indien nodig, aangepast en exact op maat. En natuurlijk kan ook de bijpassende verdere inrichting met items zoals tuinmeubelen, buitendouches en fitnessapparatuur, alles van uitsluitend topmerken, door hen worden geleverd. De stress van alledag valt van je af en de levenskwaliteit van jezelf en je gezinsleden verbetert vanaf het moment dat je besluit met dertig jaar ervaring in zee te gaan! Hoe speciaal voor jezelf, maar moeilijk uitvoerbaar voor de specialist, de realisatie van je eigen droomplekje ook moge zijn. Tekst en fotografie: StudioPress
GERVI MAASMECHELEN Rijksweg 539, B–3630 Maasmechelen T + 32 (0)89 760536 GERVI HASSELT Herkenrodesingel 11A, B-3500 Hasselt T + 32 (0)11 230860 Vanaf eind februari 2012: GERVI LEUVEN Aarschotsesteenweg 584, B-3012 Wilsele Leuven T + 32 (0)16 447034 info@gervi.be, www.gervi.be
Deputé Gilbert van Baelen en prof. Marc Waelkens
Vaasvormige asurne
SAGALASSOS CITY OF DREAMS ANDERS EN VOOR JONG EN OUD Totaal anders dan de klassieke archeologische tentoonstellingen én een uitstapje voor het hele gezin. Dat is Sagalassos – City of Dreams. Je raakt in de ban van deze monumentale antieke stad door een megaprojectie met nooit eerder geziene beelden van de bijna buitenaardse site. Je wordt meegezogen in de ‘success story’ van de antieke stad in het huidige Turkije wanneer je tegenover de prachtig uitgekapte sculpturen van keizers, helden en goden staat. De meest bijzondere daarvan staan te pronken in een spraakmakend decor. Leerzaam en onderhoudend voor oud én jong. Laat ze zelf de expositie op speelse wijze verkennen in het gezelschap van het gevleugelde paard Pegasus. Sagalassos – City of Dreams is een droom van een tentoonstelling, ver van de begane paden en vol ambitie. Net zoals Sagalassos zelf.
68
SAGALASSOS – STAD IN DE WOLKEN Het dorpje Sagalassos, gelegen aan de voet van het Aglasun-gebergte en zo’n 20 minuten bergop rijden van de opgravingsite, ligt op ruim 110 km rijden vanuit de Zuid-Turkse kustplaats Antalya. Het terras van het theehuis waar wij even foerageren, is omzoomd met grote brokstukken van zuilen, kapitelen en andere versieringen waar ze bij de TEFAF in Maastricht jaloers op zouden zijn. De lokale bevolking weet eigenlijk niet beter. De mensen zijn hier geboren in een openluchtmuseum, maar dat kun je van half Turkije zeggen. We gaan weer op weg. Op de site staat de Leuvense archeoloog professor Marc Waelkens ons op te wachten Al jarenlang doet een team interdisciplinaire wetenschappers van de Katholieke Universiteit Leuven onder zijn bezielende leiding hier opgravingen. Sagalassos was al een belangrijk regionaal centrum toen
In de ban van de antieke verbeelding De Nederlandse taal heeft geen echt goede vertaling voor het Duitse Aha-Erlebnis. De term werd voor het eerst geïntroduceerd door de Duits-Oostenrijks-Amerikaans psycholoog Karl Bühler, die ermee een plotseling dagend inzicht aanduidde op het moment dat allerlei voorheen losse aspecten in elkaar blijken te passen, waardoor je nieuwe inzichten krijgt in een bepaalde situatie. Korter gezegd: aha, dus dat zit zo in elkaar! Dat gevoel bekroop mij toen ik eind oktober de tentoonstelling Sagalassos – City of Dreams in het Gallo-Romeins Museum in Tongeren bezocht. Natuurlijk was ik al op de hoogte van het werk en de decors van de Vlaamse toneelen operaregisseur Guy Joosten die deze tentoonstelling heeft ingericht. En de opgravingssite van Sagalassos in Turkije ken ik ook – per slot van rekening was ik er al twee keer eerder geweest. Maar bij het betreden van de tentoonstelling dacht ik dat ik nu voor de derde keer op deze historische plek arriveerde en vielen de losse indrukken die ik van tevoren had, opeens op hun plaats. Aha, dus zo zit dat in elkaar! Goed gedaan, mooi werk, Guy!
69
Hoofd van Demeter
70
Directeur van het Gallo-Romeins Museum Carmen Willems
Alexander de Grote in 334 v.Chr. door de streek trok, maar onder Romeinse heerschappij werd het een van de belangrijkste steden van de Zuid-Turkse provincie Pisidië. Circa 590 n.Chr. werd de stad bijna volledig verwoest door een aardbeving, waarna de inwoners langzaam wegtrokken. De uitzonderlijke ligging hoog in het gebergte en de afscherming van de site door een dikke puinlaag behoedden de stad voor plundering en erosie, waardoor veel gebouwen uitzonderlijk goed bewaard zijn gebleven. JEUGDIGE ONDERZOEKERS Wie denkt dat archeologen oude grijze mannen zijn die met een spatel en vegertje in de grond zitten te wroeten, moet zijn ogen toch beter de kost geven. Op deze site zijn veel jonge onderzoekers werkzaam, al dan niet in vaste dienst van de Leuvense universiteit. Ook nogal wat stagiaires en vrijwilligers steken een helpende hand uit. Er wordt hard gewerkt; niet alleen gegraven en opgegraven, ook gerestaureerd en herbouwd. Dat laatste vindt overigens alleen plaats als minimaal 85 procent van het oorspronkelijk materiaal is teruggevonden. In de afgelopen twintig jaar is er al aardig wat herrezen, zoals in 2010 de geweldige fonteinen en al eerder het heroön (aan een held gewijde tempeltje). Toch kan men hier nog wel honderd jaar vooruit gezien de grootte van de stad. Er zijn al heel veel kunstschatten tevoorschijn gekomen. De allermooiste vondsten heeft Marc Waelkens geselecteerd voor de unieke tentoonstelling die nu in het Gallo-Romeins Museum in Tongeren is te bekijken. Ook een prestatie op zich, want slechts bij hoge uitzondering staat de Turkse overheid toe dat deze schatten hun land verlaten. Maar mede dankzij de uitstekende contacten die professor Waelkens in de loop der jaren met Turkije opbouwde, is dit toch gelukt. FLINK BUDGET Voor deze geweldige tentoonstelling heeft de provincie Limburg als hoofdsponsor een behoorlijk budget gereserveerd. Gedeputeerde Gilbert Van Baelen vertelde dat voor dit prestigieuze project maar liefst 1,3 miljoen euro is vrijgemaakt. Carmen Willems, directeur van het Gallo-Romeins Museum, is zeer tevreden en straalt van geluk tijdens de rondgang over ‘haar’ tentoonstelling. HIGHTECH PRESENTATIE VAN ANTIEKE STAD Het Gallo-Romeins Museum is maar wat blij om als eerste Europees museum een overzichtstentoonstelling te kunnen presenteren over Sagalassos. Eén ding is zeker: ook u zal in de ban raken van deze tot de verbeelding sprekende plek. De sfeer van de archeologische site hangt over deze tentoonstelling. Unieke filmbeelden worden gepresenteerd op een panoramisch scherm van 270 graden. Het zweeft midden in de zaal, boven een esthetische maquette van de Grieks-Romeinse stad op het hoogtepunt van haar bloei. Via computerschermen rondom gras-
duint u in de informatie over de talloze gebouwen en monumenten. TOPSTUKKEN EN STILLE GETUIGEN De topstukken van de tentoonstelling vindt u in een heel aparte setting, waarbij Guy Joosten zich liet inspireren door de fatale aardbeving die Sagalassos 1400 jaar geleden trof. Tussen hedendaags puin, her en der verspreid, vindt u de stille maar imposante getuigen van de grootsheid van de antieke stad. Door het goede mediagebruik en de perfecte sfeerschepping zal deze expositie u geen seconde vervelen. Bijna 250 authentieke objecten zijn hier bij elkaar gebracht. Hun diversiteit is groot, van prehistorische werktuigen en rood beschilderde aardewerken schalen en fragmenten van bronzen standbeelden en olielampen met christelijke motieven, tot friesblokken met dansende nimfen en overdadig versierde zuilkapitelen. Allemaal illustreren ze de complexe maar boeiende geschiedenis van de Romeinse stad en haar omgeving. HET HOOFD VAN HADRIANUS Absoluut topstuk en ook campagnebeeld van de tentoonstelling is het hoofd van een kolossaal standbeeld van Hadrianus, Romeins keizer van 117 tot 138 n.Chr. Deze marmeren sculptuur is een van de mooiste portretten van de heerser, naar wie bijvoorbeeld de muur tussen Schotland en Engeland is genoemd: Hadrian’s Wall. Alleen al dit indrukwekkend staaltje vakmanschap maakt een bezoek aan Tongeren meer dan de moeite waard. Sagalassos is ruim 1400 jaar na zijn verwoesting dankzij deze tentoonstelling weer te bezoeken. Een City of Dreams die uit haar slaap is ontwaakt en een City Break waard is. Tekst: Dreffus Raaneguel Fotografie: Guy van Grinsven / StudioPress Gallo-Romeins Museum Kielenstraat 15, 3700 Tongeren, T + 32 (0)12 670330 grm@limburg.be, www.galloromeinsmuseum.be en www.sagalassos.be Geopend: di.–vr. 9.00–17.00 uur, za. zo. en feestdag. 10.00–18.00 uur. Schoolvakanties (België): di.–zo. 10.00–18.00 uur. Als maandag een feestdag is, is het museum wel geopend. Extra openingen: 24 dec. en 31 dec. tot 13.00 uur Gesloten: 25 dec. en 1 jan.
Van deze reportage is ook een tv-uitzending gemaakt, zie: www.l1.nl/tv/Niveau_TV_Magazine 71
72
wijn
met een eigen gezicht...
Château Cadaulan, een verrassende, ‘Limburgse’ sterrenwijn
Je doet zaken over de hele wereld. Je klanten zijn veelal de grote multinationals in de petrochemie-, offshore- of energiebranche. Je familiebedrijf heb je eigenhandig laten uitgroeien tot een multinational met diverse vestigingen, verspreid over de hele wereld. Je hebt je leven hard gewerkt en je hebt meer in het vliegtuig gezeten dan thuis op de bank. Natuurlijk ken je de allerbeste restaurants van Dubai net zo goed als die van New York, Hongkong of Maasbracht. En als je daar dan eindelijk thuis op de bank zat, dan kwam je, samen met je vrouw en dochter, tot rust onder het genot van mooi glas wijn. Het liefst een mooie uit de buurt van Bordeaux en lang niet altijd een dure, maar wel altijd een goede. Filosoferen over wijn, filosoferen over later. 73
74
En route
Het is tien uur ’s avonds en een paar uur geleden ben ik geland in Düsseldorf na een bezoek aan Moskou. Even naar huis, koffertje omruilen en weer op weg. Morgenochtend om acht uur word ik verwacht in Saint-Pey-de-Castets, een dorpje van net 600 inwoners zo’n 40 km stroomopwaarts van de monding van de Dordogne. Het is de laatste kans om de druivenpluk te kunnen fotograferen en filmen van de vieilles vignes (oude stokken) op de jongste aanwinst van Chantal Smeets: het anderhalve hectare groot perceel in de Côtes-de-Castillon. Op de seconde nauwkeurig rijdt een hagelnieuwe zwarte bolide de oprit van de studio op. Papa Noël heeft een chauffeur geregeld: vriend/schoonbroer Willem. Staat voorlopig garant voor een veilige nachtelijke reis van precies 1000 km. De ‘Coyote’ een alarmeringssysteem voor ‘flitsers’ of ‘vallende sterren’, zoals de zuiderburen zeggen, moet ons behoeden voor te hoge boetes van de snelheidsovertredingen. De praktijk leert dat je er dan wel naar moet luisteren en handelen als het alarm weer eens afgaat. Dat geldt overigens ook voor de juffrouw van de gps als je over de Parijse Périphérique rijdt. Dat laatste is ook verstandiger maar zeker een stuk goedkoper, al krijg je voor dat geld wel een mooie foto van je auto thuis gestuurd.
Passie met paplepel
Chantal, dochter van Noël en Maricha Smeets, is een bijdehandje. Ze kan goed leren en heeft het talent razendsnel diagonaal te kunnen lezen. Ook erg handig als je rechten studeert. Ze groeit op in een gezin waar hard wordt gewerkt maar waar de gezinsleden ook weten te genieten van de goede dingen des levens. De passie voor wijn die haar ouders hebben, krijgt ze met de paplepel ingegoten. Een aantal keren per jaar vertrekt de familie naar haar huisje in het Zuid-Franse Saint-Tropez om daar te genieten van de zon en de overheerlijke wijnen. Moeder Maricha is helemaal gek van de rosé van Domaines Ott van Château de Selle in de buurt van Bandol, en van Château Minuty uit Saint-Tropez zelf. Mooie lichtkleurige rood-fruit rosés, gemaakt van onder andere de grenache, een druif waarvan, alleen bij de gedachte eraan, de zon gaat schijnen!
Droom
Alles was geregeld, de droom ging gerealiseerd worden. Na lang zoeken eindelijk gevonden wat je zoekt. Marischa
en Noël hebben heel wat tijd gestoken om het juiste plekje te vinden. Voorwaarde, er moest binnen een uurtje rijden goede infrastructuur zijn, zoals een TGV-station en een internationale luchthaven. Het landhuisje met eigen wijngaard eromheen werd in 2004 gevonden. Moest wel nog behoorlijk aan verbouwd worden, maar op de wijngaard stonden de druivenrassen cabernet sauvignon, merlot en cabernet franc. Goed om straks, als het bedrijf is verkocht, zelf een mooie bordeaux te maken. Vier jaar lang wordt er gerenoveerd, verbouwd, gebouwd, maar vooral geïnvesteerd in een nieuwe wijnmakerij. De machinerieën, de roestvrijstalen tanks, de sorteerband, alles wat een moderne wijnboer nodig heeft komt er. In januari 2008 is het dan zover; Noël verkoopt een belangrijk deel van de aandelen van zijn bedrijf en dus kan er verhuist worden naar Frankrijk.
Nachtmerrie
De kamer ligt er nog precies zo bij als in 2008. Slechts één ding is er veranderd. Een klein fotolijstje met een foto staat op de schouw. Moeder en dochter. De bloemen staan in de vaas voor het raam. De sfeer is op een of andere manier sereen. Het is de kamer waar de herinnering aan de levensdroom van Noël en Maricha voelbaar en zichtbaar wordt. Die droom werd wreed verstoord op 19 januari, amper drie weken nadat Noël de leiding van zijn bedrijf officieel had overgedragen. Op die dag overleed plotsklaps Maricha. Pas vijftig jaar. De impact is enorm, de wereld van Noël stort in. De droom om naar Frankrijk te verhuizen, is veranderd in een nachtmerrie. De zin in het avontuur is verdwenen.
Nieuw begin
Londen, een jaar eerder. De vermaarde Wine & Education Trust, hét Wijnopleidingsinstituut op Internationaal topniveau, levert het eerste diploma af, het Intermediate Certificate ten name van de dan 24-jarige Chantal Smeets, niet zo heel veel later gevolgd door het WSET Diploma. En nu ze toch bezig is, dan maar meteen ook nog even het Course Diploma erachteraan, zodat ze waarschijnlijk een van de jongste Masters of Wine van Europa zal worden. Chantal Smeets was al een aantal jaren druk doende met een eigen bedrijfje, samen met vriend Martijn, in de it-branche. Zij voerde de directie en administratie. Ze had Engels en
75
76
77
çaalse rosé komen maken en dan ook nog van de cabernet franc in plaats van de grenache?! Niet gemaakt door afvloeiing van de rode wijn, zoals gebruikelijk in Bordeaux, maar door een zachte persing gecombineerd met een uitgebreide sortering. Dat levert een rosé op zo zacht als die uit de Provence… Precies zoals de rosé die Maricha zo graag dronk. Een rosé met veel dochterliefde en vakvrouwschap gemaakt en daarom ook haar naam draagt: Cuvée Maricha! De wijnboeren stonden versteld en nu, drie jaar later, komen diezelfde wijnboeren die haar eerst uitlachten nu bij Chantal om raad vragen als ze een probleem hebben met hun vinificatie. Chantal heeft niet alleen Château Cadaulan een eigen gezicht gegeven, ook haar eigen Cuvée Maricha Rosé heeft er nu een: het contourprofiel van Maricha siert elke fles als een persoonlijke ode aan haar moeder. En Noël? Die komt heel graag naar Château Cadaulan om dochterlief te helpen. Tekst en fotografie: Guy van Grinsven / StudioPress Inlichtingen Château Cadaulan, Route de Civrac, Lieu-Dit Naudet 33350 Saint-Pey-de-Castets Chantal Smeets c.smeets@chateaucadaulan.com T + 33 (0) 557 404586 (in Frankrijk) en T + 31 (0) 6 5115 2958 (in Nederland) Verkoop Deze wijnen zijn exclusief verkrijgbaar bij: Hansen Dranken BV, Veestraat 6, 6067 AS Linne, Nederland, T + 31(0) 475 438460, F + 31(0) 475 465080 info@hansendranken.nl
Van deze reportage is ook een tv-uitzending gemaakt, zie: www.l1.nl/tv/Niveau_TV_Magazine
Wijncursussen op Château Cadaulan Iedere zomer geeft Chantal een internationale wijncursus op haar wijnchâteau. Met maximaal twaalf cursisten krijgt u een weeklang alles te horen over wijn en wijn maken. Ze werkt met het lesmateriaal van de Wine & Spirit Education Trust (WSET) in Londen, de grootste wijnopleider ter wereld. Daar heeft ze hier bewust voor gekozen, omdat het lesmateriaal en de proefmethode systematisch opgebouwd zijn en de verschillende niveaus goed op elkaar aansluiten. Voor de WSET is ze Approved Program Provider, wat betekent dat ze zelf de internationale examens mag afnemen. Ook is ze door de Nederlandse overheid erkend als opleidingsinstituut. 79
80
KLEUR BEKENNEN WELK WIT WILT U HEBBEN? WE HEBBEN 240 VARIANTEN “Een onderscheidende kwaliteit van Meerssen Papier is ons kleurenscala. We kunnen meer dan 6500 kleuren leveren, en dat kunnen we steeds sneller. Daarom weten steeds meer klanten ons te vinden.” Aan het woord is Jack Giesen (45), de dynamische ondernemer die 2,5 jaar geleden Meerssen Papier nieuw leven inblies. “Wij maken een ambachtelijk product op industriële wijze”, zegt Jack Giesen, “en wij kunnen de klant in kleine oplagen – al vanaf 1000 kilo – van dienst zijn. Andere fabrieken beginnen pas met je te praten over een ‘op maat’ gemaakt product vanaf 10 ton, als ze het al doen. En nog geen 10 procent van alle papierfabrieken maakt kleur.”
81
KLEURONTWIKKELAAR
Math Vos (55) is keurenontwikkelaar op de afdeling Research & Development van Meerssen Papier. “Als een order binnenkomt, wordt die kleur vergeleken met de duizenden kleurmonsters in onze kleurbibliotheek. Uit een kleurenpallet van veertig verschillende kleurstoffen wordt een voorlopig recept samengesteld. Dat gaat naar het laboratorium, waar er papier van wordt gemaakt.” Er zijn meer kleuren dan die van de regenboog, zo blijkt. Zelfs wit is een kleur. “Welk wit wilt u hebben?” vraagt Vos uitdagend. “Wij hebben 240 verschillende varianten en 40 tinten zwart.” In het ‘lab’ staat een minipapierfabriek, waar het productieproces is teruggebracht tot het fabriceren van één velletje. Uit de 40 basiskleuren worden pigmenten toegevoegd aan een mengsel van cellulose en water in een ‘pulper’ ter grootte van een maatbeker. Na een halfuur wordt de pap in een soort zeef ‘geschept’ tot één rond papiertje met een doorsnede van circa 10 centimeter. Nadat dit monster door een handwringer is gegaan, wordt het in een oven gedroogd. De kunst is niet zozeer het maken van de kleur als wel dat zo kostenefficiënt mogelijk te doen; het moet voor de klant ook nog betaalbaar zijn.
KLEURMEESTER
Chalky Beckers (37) is de kleurmeester. In de controlekamer kijkt hij uit op de ‘pulper’ waar de vezels van cellulose in 21.000 liter water worden losgeslagen. Dat levert 1200 kilo eindproduct op. Vervolgens gaat deze pulp naar de mengkuip, waar kleurstoffen volgens het door Math Vos samengesteld recept worden toegevoegd. Slechts 80 procent van het recept wordt bij de eerste run papier gebruikt. Ter voorkoming van veel afval wordt deze proef op een breedte van ca. 20 cm gemaakt – de ‘smalle baan’ heet dat hier. Via buizenpost krijgt Chalky een eerste staal dat aan het einde van de 200 meter lange papiermachine is genomen. Dat vergelijkt hij op het oog met het monster van Math Vos. Elektronisch wordt het staal in de kleurtester verder geanalyseerd. Chalky bepaalt van welke kleurstoffen iets meer moet worden toegevoegd en vergelijkt met kennersoog op de rand van de mengkuip de nieuwe kleur met de oude. Na een volgende run op de smalle baan wordt er opnieuw beoordeeld en aangepast. Doorgaans is de juiste kleur na drie keer ‘bijverven’ bereikt. De kleurcorrecties worden bij de finale kwaliteitscontrole opge-
82
Waar komt mergel vandaan?
Tientallen miljoenen jaren geleden was er in het huidige Limburg een grote krijtzee. Skeletten en schalen van zeedieren zakten naar de bodem als ze stierven en hoopten zich daar in de loop van miljoenen jaren op. Later trok de zee zich terug en kwam er een laag grind, stenen en ten slotte lรถss (Limburgse klei) bovenop te liggen. Weer later begon de Jeker hier te stromen en het water van dat riviertje sleet allengs een dal uit. Dat had tot gevolg dat de laag kalkresten (deskundigen spreken van tuftkrijt, dat voor 98 procent uit kalksteen bestaan) vooral in de dalhellingen aan de oppervlakte kwam. Daar werd de zaag in de mergel gezet en begon men met de mijnbouw. 84
ONDERGRONDS NET ZO SPANNEND ALS BOVENGRONDS
MERGELLAND KNUS, VERRASSEND EN EEN ONONTDEKTE SCHAT
Kanne, gemeente Riemst, ligt knus in het Limburgse Mergelland, de streek ten westen van Maastricht die vermaard is om zijn vlierbloemjenever, grottenbier, grottenkaas en grottenchampignons, wijnen, fruitsappen, bijzondere jams en nog tal van andere producten die van het prachtige, vruchtbare land komen. Bovengronds zijn niet alleen de fraaie vierkantshoeven (carréboerderijen) en mergelhuizen te bewonderen, maar ook een wijnkasteel (Genoels-Elderen) en een waterburcht (in Millen) en uiteraard het fraaie glooiende landschap. Ondergronds is het minstens zo spannend, dankzij een aantal eeuwenoude mergelgrotten en een in een berg gebouwd, onneembaar geacht fort. Kortom, een heerlijk veelzijdige plek om de zintuigen eens goed de kost te geven.
SOMS NOG MOOIER DAN BOVEN DE GROND
De Jeker vormt weliswaar niet de grens tussen Nederland en België maar ter hoogte van het plaatsje Kanne is het riviertje wel verantwoordelijk voor het dal dat het heeft uitgeslepen tussen de (Nederlandse) Sint-Pietersberg in het oosten en de (Belgische) Tiendeberg in het westen. Kijk je in het dal langs de hellingen links en rechts omhoog, dan zie je op zo’n veertig meter onder de top van de beide plateaus – echte bergen met een natuurlijke top zijn ze natuurlijk niet – een laag kalkzandsteen aan de oppervlakte komen.
Eeuwenlang zijn mijnwerkers (in deze streek vaak aangeduid als blokbrekers) bezig geweest die steen (mergel) met behulp van ingenieus gemaakt gereedschap uit de bergen te zagen en hakken, zodat men hiervan huizen, kerken en andere gebouwen kon maken. Dat is vooral in Kanne zelf nog goed te zien!
AVERGAT EN ZICHEN
De mergelgrotten (de volkse benaming van de door mensenhanden gemaakte groeves) in Nederland en België trekken jaarlijks tienduizenden bezoekers. De winning van 85
Spotter (‘dieptekijker’)
de blokken is al enige decennia afgelopen, simpelweg omdat de mijnen zijn uitgeput. Wat de toeristen te zien krijgen, is het fascinerende labyrint van gangen (300 km lang), gevormd door de achtergebleven zuilen die het dak dragen. De helft is eruit gehaald, de andere helft staat er nog. In de gemeente Riemst kunnen onder andere het Avergat en in Zichen-Zussen-Bolder de mergelgrotten bezocht worden. Ze zijn misschien minder bekend dan de ‘grotten’ van de Sint-Pietersberg, maar ze zijn minstens zo interessant en zeer zeker de moeite van een bezoek waard. In het huidige Limburg begon men 275 jaar geleden op de plekken waar de kalksteen aan de oppervlakte komt, de mergel, zoals men de gele steen hier noemt, bloksgewijs uit de bergen te winnen. Die blokken kon men goed gebruiken in de bouw. Zo’n blok was doorgaans 20 x 20 x 40 centimeter. In het Avergat (Driesberg, Putberg en Grootberg) ontstonden zo gangen van gemiddeld 5 à 6 meter breed en op sommige plaatsen wel 10 meter hoog. Als je erdoor loopt, waan je je in een middeleeuwse kathedraal. Ton – ‘Mister Mergel’ – Breuls kent als geen ander de grotten. Al tientallen jaren is de in Kanne wonende bergloper de drijvende kracht achter de Studiegroep Onderaardse Kalksteengroeven (SOK). Onvermoeibaar reist hij internationale congressen af en publiceert hij in binnen- en buitenland over (de geschiedenis van) mergel, kalksteen en onderaardse groeven. Breuls legt gepassioneerd uit hoe de – biologisch niet al te accurate, maar cultuurhistorisch wel interessante – tekeningen van dino- en mosasaurussen op de wanden zijn ontstaan en hoe hij – historisch zeer verantwoord – kleine vitrines in de grotten heeft gemaakt waarin de voornaamste fossielen die hier gevonden zijn, zijn uitgestald. Ook demonstreert hij hoe de mergel werd gewonnen met behulp van grote zagen en beitels en laat hij het buitengewoon gesofistikeerde systeem zien waarmee de grotten digitaal bewaakt worden tegen mogelijke verzakkingen en instortingen. In tegenstelling tot de mergelwinning in de nabijgelegen Sint-Pietersberg, waar men laag voor laag almaar verder de berg in trok, was er in Kanne sprake van een echt mergelfront, en werd de mergel trapsgewijs over de tien meter hoogte in één keer uit de berg gezaagd. Na de mergelwinning deden de ‘grotten’ nog dienst als schuilplaats tijdens de wereldoorlogen, werd er (illegaal) 86
De ondergrondse mergelgangen lopen kriskras door de streek, dus ook onder de straten van Zichen-Zussen-Bolder. Maar omdat je er gemakkelijk verdwaalt, mag je er niet zonder begeleiding in. Benieuwd naar die ‘onderwereld’? Kijk dan met de spotter tot wel dertig meter diep in de mergelkuil. Op deze interactieve ‘dieptekijker’ kan je ook een filmpje zien over de mergelontginning, de ingestorte mergelberg de Roosburg en de mooiste plekjes van bovengronds Riemst.
jenever gestookt, kweekte men er champignons (Breuls heeft een oude kwekerij gereconstrueerd met oude kruiwagens, champignonbedden enzovoort), werd losse mergel gewonnen als mest voor in de landbouw en werd die, gemengd met andere producten, als mortel gebruikt (over de exacte samenstelling doet men nog steeds heel geheimzinnig, en champignons worden er ook nog steeds verbouwd). Later werden de grotten ook gebruikt als partyruimte.
VLOTTE PRATER
Een andere manier om bij de mergel te komen, was een gat in de bodem boven op het plateau te maken waar de deklaag niet al te dik was, totdat men op de mergel stuitte, en zich dan door de mergel een weg naar beneden te graven. Zo’n zogenaamde ‘kuilgrot’ is te zien in Zichen, in de tuin van Mon Heynen. Van de mergelwinning is in de met snoerverlichting aangeklede gangen niet veel meer te zien. Op de muren zijn ruim 200 tekeningen in houtskool aangebracht – van Albert II en Paola tot Johannes-Paulus II en Mickey Mouse –, er is een geklimatiseerde feestruimte met bedrijfslift, en er zijn zelfs toiletten. Wel is nog te zien hoe deze gangen als onderduikadres hebben gediend in de napoleontische tijd. En er zijn zogenaamde ‘graten’, steile wenteltrapjes die in de keuken of garages van de bovenliggende woningen uitkomen en die bij instortingen dienen als ontsnappingswegen. De explicaties worden vaak gegeven door de welbespraakte Heynen zelf. Hij voelt er zich helemaal thuis: ‘Als ze me het leven boven moeilijk maken, ga ik naar beneden.’
1935 in de mergelberg bouwde. Vlak voor het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog werden van hieruit de belangrijkste wegen en Maasbruggen tussen Maastricht en Visé in de gaten gehouden. In het verdedigingsfort zat een garnizoen van 1200 soldaten, het telde 17 bunkers met samen 24 machinegeweren, 12 anti-tankkanonnen, 4 luchtdoelmachinegeweren, 16 kanonnen van 75 mm en 2 kanonnen van 120 mm. Het was een complete ondergrondse stad met slaapzalen, keuken, machinekamer, douches, ziekenboeg, waterput, voorraadkamers enzovoort. Op rommelmarkten in de buurt vind je soms nog publicaties van vlak voor de Tweede Wereldoorlog waarin uitgelegd wordt dat in heel Europa geen fort is te vinden dat zo terecht aanspraak maakt op het predicaat ‘onneembaar’. Op 10 mei 1940 landden Duitse elite-eenheden met grote zweefvliegtuigen op het bovenplateau, aan de achterkant van het fort. Vervolgens wierpen de aanvallers zogenaamde ‘holle ladingen’ naar binnen en schakelden daarmee de Belgische kanonnen buiten gevecht. Binnen een kwartier was het fort uitgeschakeld. Het garnizoen gaf zich na 31 uur over. De balans van de korte, maar hevige strijd: ruim 650 doden in en om Eben-Emael. In het fort, waar opnames werden gemaakt voor de succesvolle Vlaamse tv-serie De Smaak van De Keyser, kan je nu een bezoek brengen aan het museum – met ruim 70 poppen in uniformen –, een cafetaria en een ziekenboeg en douches. Je kan er verder door het uitgebreide doolhof van tunnels lopen en de imposante, vaak nog intacte, geschutsopstellingen, maar ook de door de Duitsers aangerichte vernielingen bekijken. Boven op het fort kan je bovendien een prachtige natuurwandeling maken en genieten van een mooi uitzicht, 70 meter boven het niveau van de Maas. Als je de onderwereld bij Riemst weer hebt verlaten, dan ziet alles bovengronds er nog fraaier uit. Ook daar kan je veel genieten, van het heerlijke Jekerdal en van de veelzijdige gemeente Riemst. Tekst: Jo von Drak Fotografie: Guy van Grinsven / StudioPress
ONNEEMBAAR FORT ACHTEROM BINNEN
Ogenschijnlijk even ondoordringbaar leek het nabijgelegen fort Eben-Emael, dat het Belgische leger tussen 1932 en
Toerisme Riemst
Tongersesteenweg 8, B-3770 Riemst, T +32 (0) 12 440375, toerisme@riemst.be, www.toerismelimburg.be/mergel
88
Sosoye
Sosoye
Abdijen van Maredret
Sosoye
Sosoye telt nog geen tweehonderd inwoners, maar is een dot van een dorpje dat genesteld ligt in het dal van de Molignée, een riviertje van amper 22 kilometer lang. Waarom het zo’n dot is, is moeilijk te omschrijven omdat het meer een gevoel is, een sfeer, een ondergaan van indrukken, kort (zoveel straten zijn er niet) maar hevig. De zon hóórt er wel bij, is bijna onmisbaar, ook al omdat het zonlicht draait, verandert en telkens andere mooie plekjes letterlijk in het zonnetje zet. We rijden Sosoye in en pardoes ook weer uit, de heuvel op om bijna bovenaan weer om te keren en te genieten van het uitzicht op het dorpje aan onze voeten.
Sprookje
Terug naar beneden verkneukelen we ons over het kleine poppenhuisje, met piepkleine deurtjes (ik schat dat de hoogte zo ongeveer tot net boven onze broekriem reikt). Hier heeft een familie Lecire en Alleman haar domicilie gekozen. Ook aan de overkant staat zo’n hans-en-grietjehuisje, van wit geglazuurde peperkoek. Even verder loopt een viaduct over de weg waarlangs we zijn gearriveerd. Via een trap komen we boven op het viaduct en zien daar net enkele railfietsers aankomen die vertrokken zijn in Falaën, het dorpje dat we verleden keer beschreven en fotografeerden en dat
90
zo’n drie kilometer verderop ligt. Zoals (toen) gezegd, vervoert een railfiets tot vier personen over het spoor van de in 1962 ter ziele gegane treinverbinding lijn 150 tussen Tamines en Dinant, nu echter op spierkracht van de spoorfietsers zelf. Eigenlijk zijn het lorries, of in het Frans: draisines. Het laat ons meteen ook zien welke bijzondere uitzichten dit fenomeen biedt, uitzichten over de vallei van de slingerende Molignée. Je komt op plekken waar je normaal geen toegang hebt, in alle rust van soepel lopende wielen op een effen ijzeren pad waar geen auto’s, laat staan lawaaierige motorfietsen of brommers zich kunnen begeven. We zijn hier ook in de buurt van de bekende abdijen van Maredret en van, om zijn lekkere bier bekendstaande Maredsous, waar nu tevens het eindpunt is van de fietslijn. Nu is een abdij welhaast vanzelfsprekend een geweldig eindpunt van een fiets- of andere tocht, zeker als er ook bier wordt gebrouwen. Midden in het dorp ligt een uit 1765 daterend kerkje, in kalksteen opgetrokken, met een klokkentoren boven de entree die toegang geeft tot een sober maar interessant interieur. Met name het barokmeubilair en in het bijzonder de koorstoelen zijn, volgens een informatiebordje, een omweg waard. Maar dan moet je er wel zeker van zijn dat de kerk open is! Dat was deze kerk in dit geval gelukkig wel, met een goed beveiligingssysteem. De kerk is toegewijd aan de
‘Geboorte van Onze Lieve Vrouw’. Overigens staan bij alle opmerkelijke gebouwtjes in dit dorp zéér verzorgde informatieborden die op een prettige, losse manier informeren over wat er te zien is. Zoals de brouwerij (destijds opgericht door ene Paul Baudart) die ruim honderd jaar lang de bevolking van Sousoye van werk en het benodigde gerstenat voorzag. Naast de kerk staat de pastorie, die ook op de monumentenlijst staat. Mooi door zijn eenvoud is de uit 1646 stammende tiendschuur met het grote rode dak die sedert ruim vijfendertig jaar op de Belgische monumentenlijst prijkt en nog steeds in gebruik is als opslagschuur bij de eigenaar van de naastgelegen boerderij.
Wandelen
Vanzelfsprekend is het een prachtig wandelgebied, al kan het voor sommigen een flinke kluif zijn om het heuvel-open-heuvel-afpad te volgen, zeker als dat pad richting top van de Mont Ranzinelle voert. Men noemt de inwoners van Sosoye niet voor niets ‘montagnards’, bergbewoners. Maar ook voor de niet-klimmers is er heel wat te genieten, terwijl u ook nog altijd de rem kunt aantrekken om een extra rustpauze in te lassen.
Celles
Celles
Van Sosoye rijden we via Onhaye naar Celles, een ander juweeltje in de serie van de mooiste dorpen van Wallonië. We hebben inmiddels zo veel reclame-uitingen van het Maredsous-bier gezien en gelezen dat we het tijd vinden het maar te proeven. We strijken neer op het terras van ‘Le Val Joli’, maar helaas, géén Maredsous-bier. Iets anders? Jazeker, en beslist het proeven waard: de Cuvée Saint Hadelin Ambrée, een amberkleurig speciaalbier precies naar onze smaak. Geen wonder dat er geen andere bijzondere bieren worden aangeboden, dit is goed en speciaal genoeg.
Saint-Hadelin
De naam Celles is afkomstig van de stichter van het dorp, Sint-Hadelin (Hadelinus) die in het jaar 617 in Frankrijk is geboren en het brengt tot bisschop van Maastricht. Hij kiest echter voor het kloosterleven en trekt in bij de monniken van Stavelot. Hij stelt zich ten doel de omgeving van Dinant te kerstenen. Voor een aantal volgelingen laat hij in de buurt cellen bouwen waar ze kunnen verblijven, cellen die uiteindelijk uitgroeien tot een klooster en later aan het gehucht de naam Celles geven. Na zijn dood in 690 wordt Hadelinus begraven in het kerkje van Celles dat, omdat er wonderen gebeuren, uitgroeit tot een echte bedevaartsplaats.
De monniken verbouwen de kerk midden 11de eeuw tot wat er nu nog staat, een goed geconserveerd robuust Romaans bouwwerk. Pepijn van Herstal (645–714) vestigt een woonhuis nabij Celles dat uiteindelijk uitgroeit tot een waar fort, het kasteel van Vêves. Omdat de monniken problemen kregen met de bewoners van dit kasteel, vertrekken zij in 1337, met het schrijn van Sint-Hadelin, naar het noorden en vestigen zich in Visé, waar Sint-Hadelin nog steeds wordt vereerd. Op de heuvel achter de Saint-Hadelinkerk in Celles wonen vervolgens kluizenaars die de zorg voor de oude kerk op zich nemen. De kluizenaarswoning wordt einde achttiende eeuw een klooster. De religieuze orde die zich er vestigt, verlaat Celles in 1973, waarna het complex verbouwd wordt tot school. In de twintigste eeuw zorgt een bisschop ervoor dat er enige relieken van Sint-Hadelin naar Celles worden teruggebracht. Vanaf deze plek heeft men een prachtig uitzicht over Celles en verre omgeving.
Ardennenoffensief
Op een kruispunt in Celles staat een vervaarlijk uitziende tank, overblijfsel van de slag om de Ardennen in de winter van 1944. Volgens sommigen is deze tank een aanleiding geweest tot legendevorming in dit pittoreske dorpje. Marthe Monrique, tijdens de oorlog waardin van het café ‘Le Pavil-
Celles hautes
lon Ardennais’, zou daarbij een heldenrol hebben vervuld. Dat zit zo. De nu nog zichtbare tank was een van de beruchte Duitse Panther tanks. Deze, de eerste van een tankgroep in opmars, werd op deze plek door een Amerikaanse landmijn uitgeschakeld. Een Duitse officier vroeg de waardin – die toevallig Duits verstond en sprak – hoe ver het nog was naar Dinant. “Tien kilometer”, zei ze, wijzend op de wegwijzer die tegenover het café stond. “Maar de Amerikanen hebben de hele weg ondermijnd!” Reden voor de officier de opmars af te blazen en zich te verschuilen in de bossen. De opgeblazen tank heeft jarenlang op z’n kop naast het kruispunt gelegen, totdat Marthe Monrique toestemming kreeg het geval naast haar herberg te plaatsen, als ‘bewijs’ van de verhalen over haar heldendaad: het vertellen van een leugen om bestwil... De werkelijkheid is waarschijnlijk anders geweest zijn, maar het is een leuk verhaal. Feit is in ieder geval dat het Duitse offensief op 25 december 1944 in Celles tot staan werd gebracht door een aanval van de Amerikaanse 2nd Armoured Division en het 3rd Royal Tank Regiment. Om meerdere redenen een historische plek dus, dit Celles. Tekst: Victor van Wilre Fotografie: StudioPress
91
Bij terugkomst in Nederland werd de crew van de Jan Willem Bertens gedecoreerd.
92
Allah’s lachlust
Zelfs vrome moslims geven toe dat hun opperwezen weinig zegeningen in petto had voor de Soedan, getuige het Arabisch gezegde: ‘Toen Allah de Soedan had geschapen, lachte Allah.’ Een miljoen vierkante mijl woestijn en savannes bewoond door tarantula’s, schorpioenen en slangen. Een godverlaten wildernis van bladerloze struiken en boomstronken onder een voortdurend verzengende zon. Manshoge termietenheuvels zijn omgeven door wolken van vliegen en muggen. Verblindende zandstormen verlammen alles wat leeft en verstommen ieder geluid.
Europese ontdekkingsreizigers op zoek naar de bronnen van de Nijl meldden dat iedereen die zulks heeft doorstaan, geen angst meer kent voor het hellevuur. Britse imperiale troepen vroegen zich verbijsterd af waarom zij hun leven moesten wagen voor bezitneming van die waardeloze monotone vlakten waar alleen wat nomadenstammen wisten te overleven. Niettemin werd deze gigantische region of the Sudd in 1899 Groot-Brittanniës laatste kolonie, de Anglo-Egyptische Soedan, met destijds twee miljoen inwoners. Moslims in het noorden en christelijken in het zuiden. Als eersten in Afrika verkregen zij in 1956 hun onafhankelijkheid nadat in het zuiden een jaar tevoren lokale legeronderdelen aan het muiten waren geslagen, niet tegen
Een hele eer om met de Soedanese president Nimeri op 15 maart 1974 de ‘Jan Willem Bertensbrug’ te openen.
Britse, maar tegen moslimgarnizoenen. Het begin van de meest vergeten burgeroorlog die honderdduizenden doden en twee miljoen vluchtelingen had opgeleverd toen in 1972 eindelijk de vrede uitbrak. In de jaren tachtig kwamen de sharia praktiserende moslimfundamentalisten aan de macht, die het land weer ‘herstelden’. Olievondsten in het zuiden waren daaraan niet vreemd. Een tweede bloedige burgerkrijg, die wél media-aandacht kreeg, resulteerde begin 2011 in een referendum, waarbij de bevolking van Soedan zich uitsprak voor een eigen staat. Internationale garantie werd geleverd door een VN-vredesmacht, met een Nederlands detachement van tachtig man. Voor de vierde maal zullen onze militairen dan een rol in het land dat ooit Allah’s lachlust opwekte. Van 1971 tot 1975 was ik zaakgelastigde van onze ambassade in de hoofdstad Khartoem. Een paar weken na aankomst kreeg ik bezoek van de cineast Louis van Gasteren. Of ik hem wilde vergezellen naar het zuiden om een film te maken over huursoldaten, voornamelijk ex-legionairs, die de Anya-Nya vrijheidsstrijders trainden. Deze avontuurlijke onderneming bracht mij in contact met de rebellenleiders. Zij verwelkomden mijn ‘bezoek’ en verhaalden dat de vrede nabij was dankzij bemiddeling van Ethiopië. Uit de losse pols liet ik beleefdheidshalve weten dat Nederland na een akkoord wellicht de helpende hand kon bieden bij de wederopbouw van de verwoeste infrastructuur. Inderdaad kwam het medio 1972 tot een wapenstilstand. Alle vluchtelingen mochten terugkeren onder regie van de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen (UNHCR) prins Saddrudin Aga Khan, die zich persoonlijk naar Khartoem spoedde. Tot mijn niet-geringe verbazing nodigde diens kersverse perschef Wibo van de Linde, de gewezen anchorman van AVRO’s Televizier, mij uit zijn boss te vergezellen naar de zuidelijke hoofdstad Juba, en wel op uitdrukkelijk verzoek van de Anya-Nya, gezien mijn eerdere ‘hulptoezegging’. Wibo had daarom een tiental vaderlandse journalisten meegenomen! En zo stond ik, zonder enig mandaat, enkele dagen later met de Aga Khan en de ex-rebellentop, omgeven door juichende toeschouwers, in Juba te turen over de 350 meter brede Witte Nijl
om te constateren dat aan oostelijke oever reeds een honderdtal geladen vrachtwagens stonden om overgezet te worden. Een oude stoomveerboot had plaats voor één truck. Dat schoot natuurlijk niet op. “Geen probleem”, zei ik hulpvaardig, “een Hollands geniepeloton kan hier wel een pontonnetje leggen.” De vaderlandse media waren zo attent mijn ‘aanbod’ meteen wereldkundig te maken. Binnen de kortste keren kreeg ik een nerveuze ambtenaar van Buitenlandse Zaken aan de lijn die beloofde spoedigst een fact finding genieofficier naar Juba te dirigeren. “Vluchten kan niet meer”, verzuchtte de man ongewild geestig. Nu onze hulp kennelijk een voldongen feit was, stelde ik met jeugdige overmoed voor de luchtmacht te polsen een vrachtvliegtuig in te zetten voor een voedselluchtbrug tussen Khartoem en Juba. Gezien de tijdsdruk leek mij dat een billijk voorlopig alternatief. Ondanks de vakantietijd in Nederland, of misschien wel daardoor, ontving ik ongekend snel alweer een positieve reactie. De rest is geschiedenis. Vier maanden lang vloog een F27 van de luchtmacht dagelijks 2200 km retour van Khartoem naar Juba en bediende ook andere moeilijk bereikbare plaatsen. Ik voelde mij bijzonder gecoiffeerd dat de crew zijn machine naar mij vernoemde. Wekelijks ging ik een dagje mee. Zeer handig voor mijn rapportage over de politieke ontwikkeling aldaar. Een pontonverbinding bleek technisch niet mogelijk wegens de wisselvallige stroomsnelheid. Niet getreurd. Een complete baileybrug werd rond de Kaap naar Mombasa gevaren en door Kenia en Oeganda 1300 km over de weg naar Juba vervoerd. Na 37 jaar is hij er nog steeds in vol gebruik. Korte tijd voor mijn overplaatsing werd de provincie Darfur geteisterd door hongersnood. Mede door een nijpend tekort aan transportmiddelen. Minister Pronk had een werkeloze Rampenbrigade met honderd vrachtwagens tot zijn beschikking. Twee maanden crossten de AAT-Dafs met sorghum (graan) door een woestijn zo groot als Frankrijk. Allah lachte instemmend !
Jan Willem Bertens, chroniqueur en oud-ambassadeur
93
(From Moscow With Love) Moskou, een stad om verliefd (op) te worden Soms zijn woorden overbodig. De hartelijkheid van de jonge mensen op straat doet vermoeden dat de erfenis uit de tijden van het IJzeren Gordijn haar langste tijd heeft gehad en er hooguit nog sprake kan zijn van transparante vitrage. Het meisje dat vandaag 24 jaar is geworden en dat ik tegenkom op de brug over de Moskva vlak bij het Kremlin, poseert spontaan en biedt me een roos aan uit haar boeketje. Het licht is aan het vallen als ik voor het eerst in mijn leven het Rode Plein op loop. Ik ken het alleen van de plaatjes en televisiebeelden van militaire parades afgenomen door oude mannen boven op een koud en winderig bordes die nors van onder hun berenmutsen stijf staan te zwaaien en te kijken naar kilometers lange, perfect synchroon en in ganzenpas paraderende soldaten, gevolgd door tanks, grote opleggers met nog overweldigendere raketten... Een ander beeld dat ik heb is de ellenlange rij mensen voor het mausoleum om uiteindelijk het gebalsemde lichaam van Vladimir Iljitsj Oeljanov (aka Lenin) te mogen aanschouwen. Ook staat me nog altijd voor de geest hoe de Duitse tiener Mathias Rust op 28 mei 1987, na eerst nog een paar rondjes laag boven het Rode plein te hebben gevlogen, zijn gehuurde Cessna 172 P op de Bolsjoi Moskvoretski Most (Grote Moskvabrug) aan de grond zette, en daarmee de hele Sovjet-Russische luchtverdediging voor schut. Het Rode plein had eigenlijk zijn landingsbaan moeten zijn, maar het was er wat druk op dat moment.
94
Niets van dit alles nu. Het plein licht er vredig bij. Natuurlijk lopen er wat toeristen en uiteraard wat politiemannen en militairen allen voorzien van die typische reusachtige petten. En natuurlijk de beroemde dubbelgangers tsaar Nicolaas II en revolutionair Vladimir Lenin, die beiden onder de Russische vlag hun boterham staan te verdienen als historisch fotomodel. Het licht is inmiddels ontstoken en de gebouwen, verlicht met de betoverende kleuren, lijken zo uit de Efteling te zijn ontsnapt. Raar eigenlijk, want dit zijn de originelen! Iets verderop houdt een militair de wacht bij het inmiddels gesloten mausoleum van Lenin en kijkt hij mij vanuit zijn ooghoeken een beetje vreemd aan, maar hij geeft geen kik. De volle lengte van het plein wordt aan de overkant ingenomen door de gevel van warenhuis GOeM (afkorting voor Glavni Oeniversalni Magazin, oftewel Universele Hoofdwinkel), dat eind negentiende eeuw werd gebouwd in Russisch-traditionalistische bouwstijl met een saus neoclassicistische, West-Europese stijlelementen erover uitgegoten. Iets verderop, tegen het decor van de beroemde Sint-Basiliuskathedraal, verliest een jong koppeltje zich in een innige omhelzing. Voor hen is het 550 meter lange en 100 meter brede Rode Plein wellicht de startbaan voor een mooi en liefdevol leven. Het is hun gegund. Tekst en fotografie: Guy van Grinsven / StudioPress
95
96
97
99
LED’S DO IT !
LEDLICHT VERBETERT UW HUID! Hoe werkt ledlicht? Lichttherapie door middel van led voedt de energiecentrales van de cellen, ook die in de huid. Door ledbelichting kan wel 50 procent meer energie in de cellen worden geproduceerd. Daardoor wordt de celvernieuwing versneld en verfrist je huid. Die wordt gladder, de structuur verbetert en je krijgt een betere doorbloeding. Nieuwste ontwikkeling: 3-lite Zowel in de salon als thuis kan ledlicht worden toegepast. Thuis kunt u, naast uw huidverbeteringsproducten, ledlicht gebruiken om uw huid in een nog betere conditie te verkrijgen. Het apparaat dat hiervoor uitstekend geschikt is, is de nieuwste ontwikkeling van Pascaud, de 3-lite. Het apparaat werkt draadloos, waardoor je de behandeling zowel in de badkamer voor de spiegel als op de bank in de woonkamer kunt toepassen. Een behandeling van het hele gezicht duurt 20 minuten. Wanneer de behandeling elke dag wordt herhaald, zal je al op korte termijn resultaat ondervinden. De 3-lite is een handzaam apparaatje dat wordt geleverd met drie verschillende opzetstukken, voor de kleuren rood + infrarood licht, groen en blauw licht. Afhankelijk wat u wilt verbeteren, kiest u de juiste kleur. Beauty-licht Misschien wilt uzelf uw huid verjongen; dan is het rode licht de juiste kleur om de huid te behandelen. Of wilt u, naast het verstevigen van de huid, de huid ook egaliseren in teint? Dan is groen de aangewezen kleur, terwijl uw zoon of dochter misschien het blauwe licht wil gebruiken om de acne aan te pakken. Fijn dat u nu ook thuis kunt profiteren van deze bijzondere eigenschappen van beauty-licht ! Meer info: Pascaud Beauty Innovations T +32 (0) 89 322090, www.pascaud.com
101
You Never Walk Alone Sterren stralen dankzij Daelzicht
De stretched limousine glijdt langzaam weg van de achteringang van theater de Oranjerie in Roermond. Sjoerd, Sila, Winnie en René zwaaien de auto na, maar door de verduisterde ramen zien ze niet dat Bastiaan, Sjef, Louis, Naomi en Pascalle even hard terugzwaaien. Leuk, sterren die naar sterren zwaaien! De sterren van zorginstelling Daelzicht zijn niet bepaald eendagsvliegen, want eenmaal onder de hoede van de 1800 professionals en 750 vrijwilligers die hun zorgtaak als levenswerk zien, ga je vanzelf stralen. Het spookje van stralende sterren is bij Daelzicht voor iedere cliënt weggelegd. Zeker sinds afgelopen jaar een nieuwe beleidsweg werd ingeslagen met als doel de allerbeste persoonlijke zorg te geven aan de cliënten binnen de mogelijkheden die daarvoor beschikbaar zijn. Actie Maatwerk binnen Confectie was de codenaam en die moest deze veranderende aanpak zichtbaar maken voor de achterban. De sterren van vandaag waren daarin de hoofdrolspelers die niets meer hoefden te doen dan zichzelf te zijn. De rest werd voor hen liefdevol geregeld door de mensen achter Daelzicht. 102
Een jaar later
Veranderen en onderscheiden
Het is half drie in de middag als René Huyskens bij kledingwinkel annex kapsalon annex visagiestudio Cocoon in hartje Roermond arriveert. Hij is zelf met de trein gekomen vanuit Sittard, waar hij regelmatig een bloemist een handje helpt. Vorig jaar was hij hier voor het eerst, samen met de andere leden van de geselecteerde groep om nieuwe kleding uit te zoeken en te passen. Die nieuwe kleding mochten ze zelf uitzoeken en werd waar nodig vermaakt. Van de mensen uit de groep kende lang niet iedereen elkaar, want Daelzicht heeft meerdere vestigingen in Limburg en lang niet iedereen woont intern. De stemming was goed, zelf een beetje uitgelaten. De vlaaien en koffie smaakten uitstekend, het was feest! Ze gingen binnenkort op de foto en dit was is de eerste dag van kennismaking en voorbereiding daarop. Nu, een jaar later, komt René weer op de koffie. Alleen! Voorheen kwam hij nooit in de stad maar sindsdien heeft hij hier vrienden en die komt hij regelmatig opzoeken. Met een “Hi, man” en een opgestoken hand met V-teken begroet hij mij bij mijn binnenkomst. Zijn haren zijn net weer piekfijn geknipt en hij heeft zojuist weer net zo’n stoere outfit als verleden jaar uitgezocht. Glunderend staat hij voor de spiegel. “Sjiek, hè!”
Daelzicht wil uitstralen dat het een organisatie is die zich duidelijk onderscheidt van andere en die er niet voor terugschrikt een veranderingsproces in te gaan. Het is een instelling die haar beloften aan de cliënten waarmaakt. Dat gebeurt met warmte en betrokkenheid, op een professionele en efficiënte manier. En dat gebeurt ook samen: samen met de cliënten, samen met de cliëntvertegenwoordigers, samen met andere collega’s en afdelingen en samen met externen. Samen is immers meer mogelijk. De nieuwe strategie moet ertoe leiden dat cliënten graag voor Daelzicht kiezen en er willen blijven. Dus anders denken en anders doen. Met dat anders denken willen Jan Valkenborgh en Jenny Buijks een cultuur- en werkomslag bereiken bij de medewerkers van Daelzicht. “Dan wordt veel meer mogelijk met de beschikbare middelen en kunnen we ‘maatwerk binnen confectie’ maken. Het uiteindelijke doel is dat elke cliënt de zorg en persoonlijke aandacht krijgt die maximaal mogelijk zijn.”
Menselijke visie “Het heeft heel wat teweeggebracht binnen de organisatie Daelzicht en heeft de interne communicatie sterk verbeterd. Iedereen was meteen enthousiast na de presentatie van de nieuwe plannen vorig jaar hier in de Oranjerie. Het optreden van de groep in een modeshow was de afsluiting daarvan”, zegt Jenny Buijks. Met Jan Valkenborgh vormt zij de Raad van Bestuur van Daelzicht. Samen werken ze met een team van mensen die begrijpen waar zij heen willen en waar het in de zorg om gaat. Zij leiden Daelzicht vanuit een heel menselijke visie waarin het belang van de cliënten daadwerkelijk centraal staat. Wie met een beperking leeft, kan een beroep doen op Daelzicht, een instelling die mensen door heel Limburg ondersteunt bij het wonen en bij activiteiten overdag, thuis of op het werk. Bij Daelzicht is men ervan overtuigd dat mensen met een beperking hun leven in de samenleving op een eigen wijze willen invullen. Er wordt geluisterd naar vragen en wensen en er wordt ondersteuning geboden bij alle facetten van het leven.
Opnieuw op de catwalk Iedereen die vorig heeft meegedaan als ‘fotomodel’ voor het speciaal uitgegeven boekje dat ik mocht maken voor Daelzicht met als doel uitleg te geven aan de nieuwe strategie van ‘Maatwerk binnen Confectie’, is er weer bij. Het gaat goed met ze, zo te zien. Daelzicht heeft iedereen voor deze gelegenheid weer in het nieuw gestoken, professioneel laten opmaken en de haren laten verzorgen. Net zoals vorig jaar zie ik ze weer genieten. Ook nu krijg ik weer een dikke pakkerd van Sjoerd onder de woorden: “Zo, Van Grinsven, je lijkt nog steeds op François Boulangé!’’ Van Sjoerd kan ik dat wel hebben. De zaal van de Oranjerie is deze keer helemaal leeg, alleen een projectiescherm en een schildersezel sieren het podium. Eén rijtje stoelen in het midden van de zaal is uitgelicht. Vandaag krijgen ze voor het eerst de video-opnames te zien van hun optreden vorig jaar in dezelfde ’uitverkochte’ zaal waar ze nu zitten. De film begint met de aankomst van de ‘sterren’ in een stretched limousine. De bodyguards spelen hun rol mee, evenals collega-fotograaf Roel van der List van Daelzicht. Leuk gedaan! Iedereen wordt apart aangekondigd en doet haar of zijn loopje of ritje over de catwalk. Naomi, die gisteren twaalf jaar is geworden, doet en passant nog even een radslag als
103
openingsact. Winnie in zijn rolstoel lacht en geniet. Net zoals eergisteren, toen ik hem in zijn appartementje opzocht. Hij verzamelt modeltreintjes en heeft al een aardige collectie opgebouwd. De intercity glijdt over de modelspoorbaan die hij heeft aangelegd. “Deze rijdt wel op tijd, want ik ben de conducteur.” Inderdaad, Winnie heeft voor deze gelegenheid een heus conducteursuniform van de NS aangetrokken. Zijn appartementje kan hij nu, zelfstandig en wanneer hij zelf wilt, bereiken. Een kleine aanpassing was daarvoor noodzakelijk. Een voorbeeld van ‘maatwerk binnen confectie’, heet dat. Bastiaan, een sympathieke veertiger, is sinds vorig jaar gaan sporten en doet dat zelfstandig in de sportschool van Daelzicht. Sjef is de kunstschilder van het gezelschap. Zijn naïeve schilderijen zijn ontroerend mooi. Hij verkoopt ook veel. Er hangt er een in de kamer van een AKZO-directeur. Ook voor hem is er een aangename verandering sinds vorig jaar. Nu de nieuwe recreatieruimte er is, kan ook hij zelfstandig hiernaar toe lopen. Dat was verleden jaar wel even anders. Moest hij steeds heen en weer met een busje naar Sittard. Van Sjoerd kan niemand winnen. Zeker niet als het over mu-
104
ziek gaat. Vele duizenden vragen en muziekfragmenten van het ‘Top-tienspel’ met de meest onmogelijke vragen over muziek kent hij vanbuiten. Jammer voor de andere kandidaten. Sila’s zus Joyce komt graag naar Daelzicht om iets lekkers Indisch te koken met haar. Zelf iets koken kan in de nieuwe opzet van Daelzicht nu heel makkelijk in de speciale keuken in deze nieuwbouw. Pascalle, die erg van Lady Gaga houdt en armbandjes verzamelt, geeft in de slotscène en heuse onewomanshow weg. Als uitsmijter van de modeshow werd iedereen van de leiding van Daelzicht op het podium geroepen om de handen in elkaar te slaan terwijl Lee Towers luid You Never Walk Alone zingt. Louis is met zijn zeventig jaar de oudste optredende artiest in het gezelschap. Hij bekijkt alles het liefst van een afstandje maar heeft wel altijd goede zin.
Signeren met de hand Aan het eind van de voorstelling is er nog een verrassing. Daarom staat de schildersezel op het podium. Per slot van rekening zijn dit artiesten en een gesigneerde foto van die
artiesten behoort in de Hall of Fame van de artiestenfoyer in het theater te hangen. Daelzicht doet alles anders, beter en origineler en daarom wordt er niet gewoon een naam onder de foto gezet, neen, een heuse verfhandafdruk op de rand past meer bij hun stijl. En die handdruk markeert meteen waar de organisatie nu staat: de strategie die vorig jaar geschreven werd, krijgt nu écht kleur. Daelzicht had het weer perfect geregeld. Alles was er, inclusief de high tea na afloop en de onthulling van de foto. Het is zoals Sila daarnet op de video zong: “Walk On, Walk On, With Hope in Your Heart. And You’ll never Walk Alone.” Zeker bij Daelzicht niet! Tekst en fotografie: Guy van Grinsven / StudioPress
Van deze reportage is ook een tv-uitzending gemaakt, zie: www.l1.nl/tv/Niveau_TV_Magazine
DE
ART-CODE-KUNST
VAN WIEL EN ELL ESSERS
UNIEKE SHOW VAN WERELDKAPPERS IN KREMLIN Het duo Wiel en El Essers, twee topkappers uit Maastricht, hebben met hun creaties binnen de internationale kapperswereld een wereldnaam opgebouwd. De originaliteit die zij in hun Salon Artistiek sinds 1973 aan de dag leggen, heeft ervoor gezorgd dat zij al decennia lang worden uitgenodigd om deel te nemen aan de meest exclusieve kappersshow ter wereld, the Alternative Hair Show in de Royal Albert Hall in Londen. De initiatiefnemer van dit festijn, Tony Rizzo, verloor in 1982 zijn tweejarig zoontje Valentino aan leukemie. Door deze verdrietige gebeurtenis organiseerde hij, samen met een paar Engelse collega’s, de eerste Alternative Hair Show, waarvan de entreegelden naar het Leukaemia and Lymphoma Research Fund gingen. Ook Ell Essers verloor een zusje aan leukemie. Zo ontstond er een band en een speciale relatie tot dit evenement. Tot op de dag van vandaag is de peetvader van deze hairshows Vidal Sassoon, de in 1929 geboren Britse kapper die wereldwijd beschouwd wordt als de beste ter wereld.
OSCARS VOOR KAPPERS Nu, 29 jaar later, is aan dit uitgangspunt van Tonny Rizo niets veranderd en is er inmiddels, mede dankzij het grote succes en wereldwijde aandacht, zo’n negen miljoen euro met deze shows bij elkaar gebracht. Afgelopen herfst werd dit prestigieuze haarevenement, vergelijkbaar met wat de oscars voor de filmindustrie zijn, voor het eerst georganiseerd in de Russische hoofdstad Moskou, en dus vertrok het elfkoppig team van Salon Artistiek uit Maastricht naar het Kremlin. Het werd hun laatste Alternative Hair Show, voor deze gelegenheid omgedoopt in Illusion Moscow. Daar toonden ze hun creaties aan wel zevenduizend, uitzinnig enthousiaste toeschouwers.
WACHTEN – ALLEDAAGSE BEZIGHEID De bus van de organisatie van Alternative Hair Show die ons van het vliegveld heeft opgehaald, staat inmiddels al 108
zo’n drie kwartier stil in de file vlak bij de brug over de 125 meter brede Moskva, de rivier die midden door de Russische hoofdstad loopt. De avond begint te vallen en ik word een beetje onrustig. Het Kremlin ligt op loopafstand en de chauffeur van de trolleybus die de zaak blokkeert, probeert al die tijd de losgeraakte stroomafnemer terug op de bovenleiding te plaatsen. Wachten dus, maar dat schijnt – ofschoon het uiteenvallen van de Sovjet-Unie en de val van het communisme alweer ruim twintig jaar achter ons liggen – nog steeds een alledaagse bezigheid van de Moskovieten te zijn. Ik besluit maar uit te stappen en ga, gewapend met camera’s en met cameraman Frenk Felix, te voet op weg naar het Kremlin om het mooie licht nu maar te pakken, want morgen is de show en komt daar niets meer van terecht. Als fotograaf moet je de kansen en gelegenheden grijpen die zich voordoen, want die komen nooit meer in dezelfde vorm terug.
109
weer anderhalf uur te doen, al lag dat deze keer niet aan het verkeer maar aan de portier van het Kremlin. Weer die oude Sovjet-reflex: controle, paspoort, chef, controle, toestemming, pasjes, baas... Dan eindelijk, anderhalf uur te laat, bij de achteringang van het Staats Kremlin Paleis. Het blijkt een gigantisch theatergebouw uit 1961 met een groot aantal kleedkamers. Al de teams hebben een eigen begeleidster toebedeeld gekregen alsmede een eigen kleedruimte, al blijkt die van ons slechts geschikt voor twee personen. Een grotere is gelukkig gauw geregeld op een andere etage. Prima, met eigen toiletgroepen next door. Als ik die even later bezoek, valt plotsklap het licht uit. De zaklamp App op de iPhone biedt soelaas, maar als ik de toilet wil verlaten, blijkt de deur afgesloten. Russische efficiëntie. Als je het toilet afsluit, wordt hij ook niet gebruikt. Na wat heen en weer bellen en roepen, word ik na een paar minuten door een theatermedewerker bevrijd.
AWARDS Wiel en Ell zijn altijd bezig met vormgeving, zowel in haarcreaties als op andere artistieke gebieden, zoals beeldhouwen en schilderen. Zo ook ontwerpen zij samen het jaarlijkse kunstwerk dat als award op de Alternative Hair Shows wordt uitgereikt aan de deelnemers. Zelfs het verjaarscadeau van deze organisatie in 2008 aan de toen 80-jarige Vidal Sassoon hebben Wiel en Ell ontworpen en gemaakt. Vidal bedankte Wiel en Ell persoonlijk op de bühne van de Londense Royal Albert Hall. De kleedkamer is inmiddels een enorme werkplaats geworden waarin alle disciplines zich verzamelen. Kapsalon, visagie-, bodypaint-, en montageruimte voor de meegebrachte 22 bronzen awards die nog op een voetstukje moeten worden geplaatst. Visagiste Rachjel Ritzen heeft het zwaar; zij moet er vijf tegelijk klaar hebben. Inmiddels is ook de laatste hand gelegd aan de kapsels als het laatste onderdeel nog moet worden aangebracht – het geheim...
via een scanner of een smartphone te lezen is. Als je tenminste de juiste App hebt geïnstalleerd. “Als je deze code inscant, kom je meteen op onze website”, vertelt Wiel. De generale repetities in het theater verlopen rampzalig. “Gelukkig”, zegt Wiel, “hoe slechter de generale, hoe beter de uitvoering. Meestal laten we die expres mislukken, maar dat was deze keer niet nodig.” Inderdaad, de show verloopt perfect en is een verademing na het nogal bombastische en protserige geweld van vooral de Russische deelnemers. Als twee-na-laatste act valt de eenvoud en perfecte harmonie van het enige Nederlandse team als een welkome verrassing. Het publiek weet het te waarderen, aan het applaus te horen.
VOORBEELDFUNCTIE “Blijven jullie het haar zo dragen?” vraag ik de volgende ochtend aan het ontbijt aan de modellen. In hun eigen kleding ziet het er toch anders uit dan op het podium. De reactie zijn verschillend. Anne vindt het wel leuk zo. Haar vriend ook. Ook Lies houdt het zo, maar de anderen scheren zich toch liever eerst helemaal kaal. Zo kan ik echt niet bij mijn cliënten verschijnen, ik heb wel een voorbeeldfunctie! Kunst is nu eenmaal niet voor iedereen weggelegd! Tekst en fotografie: StudioPress Salon Artistiek, Wiel en Ell Essers Sint-Amorsplein 10, 6211 GT Maastricht, T + 31 (0) 43 3256517, wielell@essershairart.nl
Van deze reportage is ook een tv-uitzending gemaakt, zie: www.l1.nl/tv/Niveau_TV_Magazine
DE QR-CODE Op het voorhoofd van alle modellen is een kortgeschoren, gebleekt vierkant vlak gecreëerd. Ell plakt er zorgvuldig een kartonnetje op met een zwart-witplaatje: een QR-code. Dat is een andere vorm van streepjescode die
111
MOBIELE SERVICE PROVIDER INTERCITY ZAKELIJK
‘HOGE GOLVEN ZIJN ONZE UITDAGING!’ 112
114
Jules de Limbourg ontmoet...
JULES DE LIMBOURG....
GOES NEW YORK
Jules de Limbourg, een Euregionale vagebond, ontmoet bekende en minder bekende mensen. Hij schrijft met een bijna nostalgische pen. Hij is zo oud dat hij alleen maar zijn ouderwetse inklapbare ‘Old English garden chair’ laat fotograferen.
LIEVER VACQUERAS DAN COLA, MAAR TOCH... Geachte lezer, het onmogelijke is toch gebeurd, met dank aan het land van de onbegrensde mogelijkheden. Uw scribent is voor het eerst van zijn leven de Grote Plas overgestoken. Uit vrije wil nota bene! Uit een onderzoek dat mij een paar maanden geleden onder ogen kwam, bleek dat mensen die nog nooit in de Verenigde Staten zijn geweest, een negatiever beeld van Amerika hebben dan mensen die daar wel zijn geweest. Dat gold voor mij ook. De laatste keer dat ik een Amerikaan gesproken heb, was in Margraten, bij een van de memorials op de begraafplaats, en dan moest ik altijd denken aan de eerste zwarten (toen nog negers genoemd) die ik bij de bevrijding van ZuidLimburg had gezien. “Ga er toch zelf eens kijken!” kreeg ik vaak te horen als ik weer eens afgaf op alles wat mij tegenstaat aan Amerika – de commercie, de platvloersheid, het financiële gewin... Een paar maanden geleden werd mij gevraagd mee te gaan naar New York om de herdenking van 9/11 mee te maken. 115
HET LIGT AAN JOU, JULES!
En daar ging ik, met mijn Old English Garden Chair als handbagage en een paar sokken met NY erop (ooit gekocht in het Franse NancY). Het toestel waarin we vlogen was vernoemd naar Audrey Hepburn (mijn jeugdidool!), en dat, samen met een slok armagnac uit mijn veldfles, stelde mij gerust. Eenmaal in New York ontdekte ik al snel dat ik nergens zo gemakkelijk contact maakte met vreemde mensen als in New York. Als ik mijn Old English Garden Chair in Central Park uitklapte en erop ging zitten, kwam spontaan iemand op me af die riep: “He, great chair you’ve got , man!” Voordat ik het wist, had ik het ook in New York gemaakt, vond ik zelf. It’s up to you, New York? Nee, up to you, Jules! Een van de meest interessante lessen die Amerika de Oude Wereld – en zelfs de Oude Jules – te leren heeft! Vintage Power Woman op rolschaatsen in Central Park
Oscar Henquet in de Monkey Bar
MEET THE NEW YORKERS
Tijdens een verblijf van iets meer dan een week raakte ik volledig in de ban van the Big Apple. Mijn scepsis verdween als sneeuw voor de zon. Ik kan nog zo leuk Duits, Frans en zelfs Italiaans praten, maar als ik in Duitsland, Frankrijk of Italië ben, hebben mijn gesprekspartners na verloop van tijd toch door dat ik geen Duitser, Fransman of Italiaan ben. En dan kijken ze toch anders tegen je aan, want dan ben ik gewoon Holländer, batave, olandese, en ben ik niet meer een van hen, hoezeer ik dat op dat moment ook zou willen zijn. In New York niets daarvan. In mijn hakkelende Engels maakte ik probleemloos contact met een Franse restauranthoudster, een Turks zangeresje in een shirt van de Gele Kanaries (Braziliaans nationaal voetbalelftal) die traditioneel Turkse muziek zong maar ook liederen van Franz Schubert, een lang geleden geëmigreerde Maastrichtse die op haar auto een sticker had geplakt met de tekst: ‘Iech kom gelökkig oet Mestreech’, een Puerto Ricaanse parkeerbeheerder, een rolschaatsende Paraguyaanse schoonheid van ver in de zeventig, een Chileense flamencogitarist, de hier wonende, uit Zonhoven afkomstige, schone Cindy Droogmans die haar gefortuneerde echtgenoot George even de zojuist aangeschafte collectie van 25 paar schoentjes liet afrekenen in een exclusief schoenwinkeltje op Madison Avenue en talloze andere New Yorkers wier afkomst zo ingewikkeld is dat het ze niet lukte mij dat in een paar woorden uit te leggen. Niemand die er een ‘thuiswedstrijd’ lijkt te spelen ten opzichte van mij, niemand die zich stoort aan mijn accent, want iedereen heeft er een accent. Allemaal even geïnteresseerd in wat ik in New York kwam doen, wat ik er probeer te realiseren. Eén droom? Dream on, man, millions of dreams to realise. Heb je een leuk idee? Probeer het uit! Lukt het niet, probeer een ander idee. Op een dag lukt het wel! Het optimisme en de creatieve kruisbestuiving werkten binnen een paar dagen al aanstekelijk. Als ik thuis ben, zullen ze eens zien wat ik allemaal nog in mijn mars heb! Als ik veertig jaar jonger was, zou ik er een eigen bedrijf in weet ik wat beginnen. Als mijn steenkolenengels al beter is dan dat van de taxichauffeur die ons van het vliegveld haalt... Take a chance, man!
GEWAARDEERD OM VERDIENSTE Miljonairsvrouw Cindy Droogmans kocht 25 paar schoenen tegelijk
116
Tijdens het verblijf in New York ontmoette ik ook een aantal Limburgers die het in New York hadden gemaakt: model Saskia Slaaf (zie elders in dit nummer van NIVEAU) en
117
119
tages over Nederlanders in Iowa en een pornoclub in Californië. Afgelopen jaar wilde hij iets gaan doen met de manier waarop de Amerikanen reageren op de herdenking van 9/11. Die vond hij veel te oppervlakkig. Hij wilde de mensen in New York en daarbuiten aan het denken zetten. Ter gelegenheid van de tiende ‘verjaardag’ van de aanslagen op de World Trade Towers in New York besloot hij daarom zelf maar een krant uit te geven en dit project te financieren met behulp van crowd funding, waarbij particulieren via internet gevraagd wordt een bedrag beschikbaar te stellen voor het project. Scar Tissue (littekenweefsel) noemde hij de krant. Samen met onder anderen Bas den Hond, correspondent van dagblad Trouw in de Verenigde Staten, stelde hij een 40 pagina’s dikke tabloid samen, waarin hij zijn hoogst persoonlijke kijk op de nasleep van de gebeurtenissen van 11 september 2001 verbeeldt in prachtige zwart-witfoto’s. Hij wil een statement maken en Amerikanen erop wijzen dat ze voor 3000 doden bij de WTC-aanslagen duizenden mensen elders in de wereld met hun oorlogen hebben omgebracht. Zijn idee voor dit project ontstond toen hij zich realiseerde dat hij telkens zijn adem inhield als hij een vliegtuig achter een wolkenkrabber zag verdwijnen, en dan opgelucht weer ademhaalde als hij het weer tevoorschijn zag komen. René heeft bedacht dat de krant in Nederland als bijlage bij de zaterdagkrant van Trouw verschijnt in het Nederlands en in Vlaanderen bij zakenkrant De Tijd – en dat is allemaal al geregeld – en dat hij de Engelstalige editie van de krant op 9/11 zelf bij de metro-uitgangen rond Ground Zero in New York gaat uitdelen.
FRENCH, CHINESE, DUTCH CONNECTION
Treft dat even dat ik met een fotograaf en cameraman in New York ben, want de animo van andere verdelers valt nogal tegen. Nadat we elkaar hebben leren kennen, besluiten we René te gaan helpen met de distributie en het uitdelen van 10.000 stuks. Eerst gaan we nog even naar Wall Street, waar René nog één foto moet maken van een drietal medewerkers van een advocatenkantoor die, door stom geluk omdat ze een afspraak hadden op 11 september 2001 buiten hun oude kantoor in een van de WTC-torens, als enigen van hun kantoor de aanslagen hebben overleefd. Die foto komt in de Belgische editie van zijn krant. Voor de volgende dag huurt hij een kleine minitruck en nadat we verrukkelijk bij een Thai in Brooklyn hebben gegeten, gaan we midden in de nacht naar de drukker, die de
120
10.000 exemplaren voor ons klaar heeft liggen. Terwijl het verkeer over een geklonken ijzeren brug hoog boven ons raast – we lijken verdwaald in een scène uit The French Connection – melden we ons bij een Chinese drukker, die geen stom woord zegt maar ons wel behulpzaam is bij het inladen van de 10.000 exemplaren van Scar Tissue, en 10.000 is best veel, zo constateren we. En die Chinese inkt geeft ouderwets af. Vijf uur later lopen we richting Ground Zero en zien we uit de duisternis René met zijn minitruck opduiken in het zwaar beveiligde zuidelijke puntje van Manhattan, dicht bij Ground Zero. Hier vindt vanochtend de officiële nationale herdenking plaats met hoogwaardigheidsbekleders als Barack Obama, George W. Bush en de Clintons en nabestaanden van mensen die bij de aanslagen op de torens om het leven zijn gekomen. René is onderweg drie keer aangehouden door agenten – in zijn minitruck ziet hij er met zijn baseballpet ook uit als een regelrechte terrorist! – en heeft ze alvast wat kranten meegegeven. Met steekwagentjes maken we op straathoeken wat stapeltjes en vragen ons af hoe we die enorme partij papier kwijt worden. Straatstenen genoeg, maar dat is de bedoeling niet.
AANGRIJPENDE TAFERELEN
Vanaf een uur of half negen begint het steeds drukker te worden bij een afzetting waar alleen familieleden en nabestaanden van de slachtoffers voorbij mogen. Af en toe ga ik zitten op mijn Old English Garden Chair, die nu goed van pas komt. ‘Any family members here?! Any family members here?!’ roept een oudere New Yorkse met een stem als Archie Bunkers vrouw Edith, waarna ze de mensen verder richting plechtigheid leidt. De rouw, tien jaar na dato, is nog van hun gezichten af te lezen, sommigen dragen T-shirts met een afbeelding van hun geliefde(n), anderen laten verslaggevers complete fotoalbums van hun gestorven geliefden zien. Het zijn aangrijpende taferelen. Ook nu weer valt op hoe ongelooflijk verscheiden zowel slachtoffers als nabestaanden zijn – alle etnische varianten komen voorbij, en van volledig getatoeëerde rednecks tot gospel zingende blingbling-zwarten. Goddank kan ik me nu als een New Yorkse krantenjongen gedragen, met een baseballpet van René op met daarop de tekst Scar Tissue. ‘Get yourself a free copy!’ ‘Free 9/11 memorial newspaper!’ ‘Special 9/11 edition of Scar Tissue!’ roep ik en deel letterlijk honderden kranten uit aan mensen die echt geïnteresseerd lijken. Plotseling
verschijnt aan het einde van de straat op het grote beeldscherm ras New Yorker Paul Simon, die hartverscheurend mooi Sound of Silence zingt bij de officiële plechtigheid. Zelden ben ik zo bewust getuige geweest van iets wat zo veel groter is dan ikzelf. Een kortstondig oceanisch gevoel van verbondenheid met een gemeenschap die zo groots is ie niet te benoemen valt.
ONZINDELIJKE IPHONE-VIRTUOOS
Wanneer de kranten voor een groot deel verdeeld zijn, besluiten we even te gaan slapen na deze hectische ochtend. In een koffiehuis op weg naar ons appartement drinken we wat en zien een jongetje in een draagzak op de borst van zijn vader eigenwijs met zijn rechter wijsvinger ‘swipen’ over de iPhone van zijn vader. En hij kan de afbeeldingen op de display ook nog vergroten met zijn duimpje en wijsvingertje en een YouTube-filmpje starten. Ik verbaas me erover dat hij niet wil weten of er iets aan de achterkant van die iPhone ziet. Zou ik wel doen. Volgens zijn vader is de iPhone-virtuoos nog niet zindelijk.
VERAMERIKANISEERD?
Kort na de 9/11 herdenking keren we terug naar Europa. Dat bezie ik nu met andere ogen. Straatjes met leuke cafés waarover ze in Amerika helemaal lyrisch kunnen worden, heb je hier in overvloed. Maar een straat met letterlijk honderden Italiaanse of Chinese restaurants heb ik hier nog nooit gezien. Het gebrek aan vriendelijkheid in de horeca en de openbare dienstverlening in Europa valt je meteen op. Clichés die iedereen wel kent, maar daarom niet minder waar. Is uw Jules nu veramerikaniseerd? Wees niet bang. Ik drink nog altijd liever vacqueras dan cola, eet liever ossobuco dan burgers, kijk liever naar een goede film dan een of ander CSI. Maar wat is het mooi dat er een land als de Verenigde Staten is – waar ze in het Museum of American History in een vitrine de stoel van Archie Bunker hebben uitgestald. Een land dat zo naar zichzelf kan kijken, verdient het om gewaardeerd te worden. Zou mijn Old English Garden Chair ooit in een vitrine in een museum komen? Of droom ik nou te veel? Enfin, zonder mijn bezoek aan Amerika had ik die droom nooit gehad. Dat is dus mooi meegenomen. Fotografie: Guy van Grinsven / StudioPress
‘Bestek is om mee te eten, sterren zijn er om te stralen!’ “Natuurlijk staan we graag goed vermeld in bekende culinaire gidsen. Dat is ook het geval, en daar zijn we trots op en blij mee, maar het allerbelangrijkste is dat onze gasten heel tevreden zijn als ze hier vertrekken. Als horecaondernemers verkopen we ‘beleving’. Een totaalpakket zorgt ervoor dat een gast een avond geniet. Vanaf binnenkomst tot aan vertrek. Het maakt niet uit op welk niveau in de branche je dat ook nastreeft. Iedereen vult dat op zijn of haar manier in. Een tevreden gezicht zegt mij veel meer dan bestekjes of sterretjes. Bestek is om mee te eten. Sterren zijn er om te stralen!” Aan het woord is Eugène Vaessen, horecaondernemer pur sang. Het bedrijf is gevestigd op twee unieke locaties. Restaurant Gerardushoeve is gelegen aan de doorgaande weg van Slenaken naar Epen en heeft een even fantastisch als uniek panoramaterras met dito uitzicht. Het Hotel is gelegen in het stiltegebied aan de rand van Heijenrath, een paar kilometer verderop. Op beide locaties wordt de beroemde Limburgse zachte ‘g’ van Gastvrijheid door de familie met een hoofdletter geschreven.
‘Koken is nadenken en voelen’
Het is nog vroeg als ik op deze stralende zaterdagochtend in oktober de keuken in loop. Eugène’s echtgenote Judith staat pompoenen julienne te snijden. Ze wil een nieuw voorgerecht gaan uitproberen en daartoe gaat ze een aantal varianten van pompoentaartjes bakken. Judith ontwikkelt en stelt de menukaart samen met haar keukenteam onder aanvoering van Hans Schijns en Joachim Müller. Maar vandaag doet ze haar eigen ding. Ze heeft er plezier in dit soort dingen uit te proberen. Iedereen van het team mag straks meeproeven en een oordeel geven. “Uiteindelijk wil ik het graag serveren tijdens de jaarlijkse diners die de Gerardushoeve op twee avonden in november voor haar vaste gasten organiseert”, vertelt ze. “Twee avonden, met dit jaar als thema ‘Van Vroeger Naar Nu’.” Dat gaat van klassieke streekgerechten tot moleculaire koken. Oude klassieke wijnen afgewisseld met nieuwe ‘trouvailles’. “Altijd blijven zoeken, proeven en proberen”, zegt een gedreven Judith. “Koken is nadenken en voelen. Kijk naar onze wijnkaart en maandwijnen. We gaan er zelf naar op zoek.” Dit jaar is ze gestuit op een mooie déclassé van Châteauneuf-du-Pape en een ‘petite’ Amarone, een Valpolicella, waarbij de druiven worden voorgedroogd alvorens te worden geperst (ripasso). “We zoeken ook naar de juiste bereidingswijze om de wijnen het best tot hun recht te laten komen”, vervolgt Judith. “Alles vers en uit eigen streek. Onze koks verwerken wild uit de Ardennen: uitbenen, ontvliezen, stukkeren... We maken onze eigen worsten, ragouts, terrines, patés en maken de boutfilet misschien nog wel lekkerder klaar dan de rugfilet.” Dat is natuurlijk zuiver een kwestie van ambachtelijk werken.
Het koksvak is immers een puur ambacht. Met hart en nieren achter je product staan en ervoor gaan.
Zoeken en vinden
Judith zei het net al: koken is meer dan achter het fornuis staan. Het behelst ook zoeken en vooral proeven! Over haar zoektochten kan ze uren vertellen. “Kijk, ieder jaar gaan we met een groep van onze mensen op zoek naar mooie dingen. Het ene jaar met de witte brigade, het andere jaar met de zwarte. Dat kan evenzogoed de Elzas zijn, de Rhônevallei, de Bourgogne, als een Italiaanse of Oostenrijkse streek. Dit jaar gaan we samen op zoek naar mooie betaalbare wijnen en inspirerende gerechten in Spanje. We bezoeken de Navarra en Rioja. Eerst vliegen we naar Bilbao en dan gaan we ook naar Pamplona om bij elf bodega’s zo’n 270 wijnen te proeven. Uiteindelijk zal er ongeveer 10 procent overblijven. De keuze moet immers unaniem zijn. Ten slotte zullen de door ons gekozen wijnen exclusief op de kaart in de Gerardushoeve komen te staan of als maandwijn worden aangeboden. Stuk voor stuk tegen heel redelijke prijzen natuurlijk.” En bij proeven van wijn blijft het niet, zeker niet in zo’n culinaire topstreek als Baskenland en de rest van Spanje. “We zoeken ook naar nieuwe smaken en doen ideeën op in zowel eenvoudige pintxos (tapas) bars, typische regionale keukens waar oma’s én opa’s staan te koken, alsook in een sterrenrestaurant.
Koken en overdragen
“Terug thuis slaan we aan het experimenteren”, zo vertelt Judith. “De dingen die we op reis hebben ontdekt, gaan we vertalen naar onze eigen keuken met onze eigen ingrediënten. En we zullen het zelf gaan uitdragen en overdragen tijdens onze kookclinics die we op 8 en 25 januari 2012 hier in onze schitterende keuken zullen houden. Mensen kunnen dan diverse keukengeheimen leren. Technieken als cook-and-hold, het roken van producten, stomen, marineren onder druk en zelfs de moleculaire keuken komt aan bod. En alles is thuis in een gemiddelde keuken na te maken. Wij zelf leren altijd met veel plezier, en met hetzelfde plezier willen we onze kennis weer aan anderen overdragen. “Als familiebedrijf zetten wij ons misschien nog wel meer in, zodat ook de volgende generatie kan rekenen op vakkrachten en liefde voor onze branche. Dit zeker ook mede dankzij de inzet van ons gehele team, dat dezelfde filosofie erop na houdt”, voegt Eugène eraan toe. Het is duidelijk. Het wordt ook volgend jaar goed toeven hier in de Gerardushoeve. Eigenlijk zou ik willen zeggen: “Kom GerardusProeven.” U krijgt er geen spijt van! Epen, olé! Tekst en fotografie: StudioPress 123
124
‘OUDERWETS’ GENIETEN DE ROAD VINTAGE EXPERIENCE VAN ROMANTIK HOTEL LE VAL D’AMBLÈVE IN STAVELOT Wat is er nu mooier dan samen na een voortreffelijke nachtrust rijkelijk te ontbijten in een goede ambiance om daarna wat rond te toeren in een heus klassiek sportautootje door een prachtig landschap, een beetje cultuur te snuiven in een typisch museumpje, te picknicken langs een kabbelend beekje, een abdijbiertje te drinken bij de monniken en de dag af te sluiten met een verfrissende sauna, een gezellig aperitief op het terras en verwend te worden op een verfijnd vijfgangendiner in een van de gezelligste restaurant-hotels in de mooiste omgeving van Belgische Ardennen? Het antwoord is heel simpel! Niets! UNIEKE RIJ-ERVARING GEHEEL IN STIJL Niets staat u dan ook meer in de weg om dit alles zelf te ervaren. Vanaf komend voorjaar kunt u gebruik gaan maken een spiksplinternieuw ‘Road Vintage Experience’, dat Ruud en Marion Rox, de sympathieke eigenaars van Romantik Hotel Le Val d’Amblève, hebben ontwikkeld. In dit arrangement heeft u een dag lang de beschikking over een heus klassiek sportautootje om daarmee naar hartenlust door de schitterende omgeving te toeren en zo de Belgische Ardennen in al hun schoonheid te ontdekken en een bezoek te brengen aan de culturele pareltjes waaraan deze streek zo rijk is. Zo u wilt met de haren wapperend in de wind. Ruud en Marion hebben al wat ideetjes voor u uitgewerkt in hun Road Book, dat u langs de mooiste plekjes leidt.
126
Een lekkere picknicklunch voor onderweg hoort daar uiteraard bij! Voor de prijs hoeft u het niet te laten. Het ‘all-in’ arrangement zoals hierboven omschreven en waarin u samen een dag lang de gast bent en kunt genieten van al het moois dat Romantik Hotel Le Val d’Amblève te bieden heeft, wordt u aangeboden voor 250 euro per persoon. Reservering is uiteraard wel gewenst, want dan staat de classic rode Alfa Romeo 1300 junior of de MG B, met of zonder dak, voor u klaar. Ruud en Marion ontvangen u graag in Stavelot. Romantik Hotel Le Val d’Amblève Route de Malmedy 7, B-4970 Stavelot T + 32 (0) 80 281440, F + 32 (0) 80 281459 info@ levaldambleve.be, www.levaldambleve.be
Midden in de groene bossen ligt Stavelot, de parel van de prachtige Luikse Ardennen die al talloze dichters, schilders en musici heeft betoverd. In een schitterend park met oeroude bomen koestert Romantik Hotel Le Val d’Amblève zijn charmante comfort, zijn warme ambiance en zijn verfijnde keuken.
127
Een eigen fanfare hebben Les Bleus (de Blauwen) niet meer, die moeten ze van het dorpje iets verderop inhuren. Gerechtigheid is er wel. ‘Aartsvijand’ Les Rodjes, zoals de roden in het Waals genoemd worden, kampen met hetzelfde probleem. Gelukkig is de oplossing voor hun probleem ook te vinden in datzelfde naburig zusterdorpje Emael, op een steenworp van de Belgisch-Nederlandse grens. Het is slechts 5 km van het stadscentrum van Maastricht, maar toch bevind je je hier in een andere wereld. Frans (of Waals) is hier de voertaal en het bier smaakt er nóg beter, vooral door het vaste glaasje pékèt (jenever) erbij. Wat knokken is, dat weten de inwoners van Eben-Emael, al hadden ze liever wat meer gevochten om de Duitse invasie op 10 mei 1940 tegen te houden. Voordat ze een schot hadden kunnen lossen, stonden de Duitsers, na een klassiek geworden verrassingsaanval, al boven op het beroemde, onneembare geachte Fort van Eben-Emael dat de toegang tot het Albertkanaal en de Maasvallei moest beschermen. Het enige wat er daarna nog te knokken viel, was in de jaren zestig en zeventig rond de taalstrijd, maar dat was verderop in Voeren. Hier in Eben en Emael speelde dat niet. Het gebied ten noorden van de Jeker was altijd al franstalig. Zeven Vlaamse dorpen in de Jekervallei gingen, in ruil voor Voeren, over naar de nieuwe Franstalige gemeente Bassenge. De namen werden verfranst: Beurs werd Boirs, Wonk werd Wonck, Glaaien werd Glons, Rukkelingen-aan-de-Jeker werd Rockelange-sur-Geer, Bitsingen werd Bassenge, Emaal werd Emael maar Eben bleef Eben. En Fourons werd Voeren.
130
Nu valt er alleen nog maar te knokken om de cramignon, een middeleeuwse rijdans, al moet je dit knokken niet meer te letterlijk nemen. Dat was in de jaren vijftig wel anders, want toen besloot de gemeenteraad dat de beide partijen zich tijdens de cramignon niet dichter dan 50 meter mochten naderen. Les Bleus en Les Rodjes hebben ieder hun eigen cramignon in Eben, maar op de derde zondag van oktober trekken de jonkheid van beide partijen er tegelijk op uit om hun cramignon te dansen op de muziek van de ‘geleende’ fanfares. Ieder vertrekt vanuit zijn eigen zaal. De roden uit ‘Les Fanfares d’Eben’ en de blauwen uit de 100 meter verderop gelegen zaal ‘Saint-George’.
GEREGISTREERDE BRUIDEN Voordat het zover is, is er eerst de telling geweest van de bruiden. Het hele jaar door is er in de verre omtrek door beide partijen druk geronseld om de ongehuwde meisjes, gekleed in de meest exotische bruidsjurken, in hún cramignon te laten meespringen. Wie de meeste bruiden in zijn cramignon heeft dansen, wint, wat een hoog aanzien voor lange tijd in het dorp garandeert. De bruiden moeten zich dan wel eerst laten registreren in de zaal van hun keuze.
EEN EER OM VAN TE HUILEN Om half vier is het dan zo ver. De kapitein van de jonkheid van Les Rodjes komt met zijn bruid naar buiten. Een grote eer en het meiske moet er dan ook van huilen. Fanfare Sainte Cécile begint te spelen, het eigen cramignonlied van Les Rodjes. De strijd kan beginnen. Pas als alle cramignonparen uit de zaal vertrokken zijn, mogen Les Bleus vanuit hun eigen zaal naar buiten. Onder de tonen van het andere ingehuurde muziekgezelschap uit Emael, fanfare ‘Les Anciens Chapeliers de la vallée du Geer’, trekken ook zij eropuit. Natuurlijk hebben ook Les Bleus een eigen cramignonlied.
‘SLAG BIJ EBEN’ Eben is maar een klein dorp, dus de confrontatie kan niet uitblijven. Op het moment dat de fanfares elkaar passeren, breekt de hel los. Zoiets als de slag bij om Waterloo, waarbij de legers oog aan oog met musket en opgestoken bajonet tegenover elkaar stonden. Alleen zijn wapens in Eben muziekinstrumenten. Oorverdovend en om het hards staan de twee fanfares recht tegenover elkaar ieder hun eigen cramignonlied te spelen, met een kakofonie van geluid tot gevolg. Sommige bruiden en hun kapiteins gaan op de schouders en moedigen de menigte aan. Een mooiere, kleurrijkere maar vooral oorverdovender chaos heb ik nog nooit meegemaakt. Oorlog op de vierkante meter! Maar zo heeft oorlog toch nog iets heel leuks! Tekst: Dreffus Raaneguel Fotografie: Guy van Grinsven / StudioPress Van deze reportage is ook een tv-uitzending gemaakt, zie: www.l1.nl/tv/Niveau_TV_Magazine 132
133
134
135