•
.....
il ...
"
Jaargang
Tijdschrift van de Natuurstudiegroep Dijleland •
1
l
35
-
juni
2007
Rcg1011nle werkgroep
(lllll
nt11urp1111t Studie v:w
n atu u rp u nt
Stud�
De Boomldever
Bestuur •
Maarten Hens (voorzitter), Dorp
traat 48, 3078 Meerbeek,
0-173-2-1-1752 •
Kri Van Scharen (penningrnee ter), Korbeekstraat 27, 3061 Leefdaal, 02-7672638
•
Monique B kker , Oo trem traat 4, 3020 Herent, 016-231338
•
Bruno Bergman , Mgr. Van Waeyenberglaan 54 DIS bus3, 3000 Leuven, 0498-760722
•
•
Boomklever brengt bijdragen over studie en beheer van de biodiver siteit in het Dijleland en verschijnt viermaal per jaar (maart, juni, september, december).
Herwig Block , Rue du Culot 42, 1320 Tourinnes-la-Grosse,
Redactie
010- 62-166
Herwig Blockx, Frederik Fluyt, Maarten Hens, Paul Herroelen, Kelle Moreau en Kris Van Scharen
Bart Cr emers, Frederik Lintstraat 77, 3000 Leuven, 0-196- 93106
•
Frederik Fluyt, Spitsberg 4, 3040 Huldenberg, 0479-920172
•
Jori Menten, W. De Croylaan 49/21, 3001 Heverlee, 0495275393
•
Driemaandelijks tijdschrift van de Natuurstudiegroep Dijlland. De
Kelle Mor au, Korenbloemlaan 5, 3052 Blanden, 0486-125877
Redactie-adres
Artikels, foto's en korte bijdragen worden verwacht op het redactie secretariaat, p/a Kris Van Scharen,
•
Han Roo en, Ab traat 101, 3090 Overij e, 02-6879518
Korbeekstraat 27, 3061 Leefdaal.
•
André
E-mail: kris.van.scharen@telenet.
erboven, Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184
be Het copyright van de teksten, il
Werkgroep vogels •
Broedvogelprojecten, archivering en rapportering waarne mingen: Kelle Moreau (kelle.moreau@gmail.com)
•
Watervogeltellingen, akkervogels: Maarten Hens (maarten hen ca yahoo.co.uk)
•
lustraties en foto's blijft bij de res pectievelijke auteurs, tekenaars en fotografen. Overname is mogelijk mits hun uitdrukkelijke toelating en bronvermelding
Trektellingen: Frederik Fluyt (frederik.fluyt@gmail.com) Abonnement
Geïnteresseerden kunnen De Boomklever ontvangen door
Werkgroep zoogdieren •
Mart rproject, archivering waarnemingen: Kelle Moreau (kelle.moreau<1:1 gmail.com)
•
V leermuizen: Hans Roo en (roo enhans@yahoo.com)
•
Ham ter: Maarten Hen (maartenhen @iyahoo.co.uk)
overschrijving van 7 € op reke ningnummer 001-1552168-50 van de Natuurstudiegroep Dijleland, met opgave van naam en adres. Een steunabonnement kost 12 € of meer.
Werkgroep ongewervelden •
Natuurpunt vzw
Archivering en rapportering \vaamemingen: Bart Creemer
Natuurpunt is de grootste vereni
(barl.creemer «1gmail.com)
ging voor natuur en landschap in V laanderen. Ze telt 65.000 leden en beheert 15.000 hectare natuur gebied. Lid worden van Natuur
Werkgroep planten •
Th maverantwoordelijke: Jori M nten (pjori @advalvas.be)
punt vzw kan door storting van 20 € op rekeningnummer 2300044233-21. www.natuurpunt.be
Website: www.natuurpunt.be/dijleland
Opmaak: Danni Elskens
Rondzendlijst Dijleland: Stuur een blanco
Druk: DCL-Print & Sign
(Koloriet)
dijlevall i- ubscribecayahoogroup .com
•
-mail naar:
Oplage: 180 ex.
Continu·iteit Zomer 2007. En dit is dus al het tweede nummer van de 'vernieuwde Boomklever ' . De reac ties op het nieuwe kleedje (en ook op de inhoud!) waren in het algemeen positief. Uiteraard doen 'wij' ons best om ook de kleinere onvolkomenheden, die het eerste nummer hier en daar nog wat ontsierden en sommigen (terecht) wat irriteerden, weg te werken".! Na de 'special' over ongewervelden is het aanbod in dit nummer wat meer gevariëerd en komen meerdere disciplines aan bod. We denken er in geslaagd te zijn om het geheel ook aantrekkelijk te maken door een ruim gebruik van illustraties. De meeste auteurs hebben hier in grote mate toe bijgedragen door zelf goed bruikbaar materiaal aan te leveren. Toch blijft het elke keer weer een zeer tijdrovende zoektocht 'te elfder ure' om nog aanvullend materiaal te vinden. Daarom deze oproep aan alle lezers die ook geregeld foto's maken van 'natuurelementen': landschap, plant of dier, in het Dijleland. We zouden graag een fotovoorraad aanleggen waaruit we bij het samenstellen van uw Boomklever vrij kunnen putten. Stuur dus uw (bes te?) foto's naar de redactie, met vermelding van soortnaam, plaats en datum van de foto. Uiteraard zijn we het best gediend met foto's aan eerder hoge resolutie, maar wat minder kan soms ook nuttig zijn om met een kleine illustratie een 'verloren hoekje' op te vullen ... Uiteraard wordt u steeds als foto-auteur vermeld en als u per jaar minimum tien foto's le vert, krijgt u het volgende jaar een gratis Boomklever abonnement! Wil u wel meewerken maar houdt u de foto's liever bij u? Dat kan ook uiteraard: bezorg ons dan een lijst van wat u ter beschikking stelt. In dit geval rekenen we er dan wel op dat u snel kan reageren als we u (per e-mail) om een foto uit uw lijst zullen vragen"! Veel lees- en kijkplezier ! De redactie
De Boomklever
1
-
juni
2007
49
Zuiders juffertje duikt op in het Grootbroek (Huldenberg) Eerste waarneming van de Gaffelwaterjuffer Coenagrion scitulum voor het Dijleland
1
n samenspraak met het Agent schap
Natuur
voor
en
Bos
Vlaams-Brabant, vindt in 2007 in het Vlaams natuurreser vaat Groot broek te Sint-Agatha-Rode (Hul denberg) een inventarisatie plaats van de libellenfauna. Tijdens een in ventarisatiebezoek op 10 juni werd mijn aandacht getrokken door een 'verdachte'
waterjuffer
Coenagrion
spec. die zich ophield in het grazig gedeelte van de westelijke oever van de grote plas.
Met name de
geringe lengte en de verdeling van de blauw-zwarte tekening op het achterlijf leken op het eerste ge
Het Europees verspreidingsgebied van de Gaffel waterjuffer is vrij gefragmenteerd en strekt zich uit over het zuidwesten en -oosten van Europa.
zicht af te wijken van de Azuurwa
Binnen dit areaal komt deze waterjuffer eerder
terjuffer C. puella, de enige andere
plaatselijk voor waar het een voorkeur heeft voor
coenagriasoort die hier tot nog toe gevonden werd.
zonbeschenen waterpartijen met een goed ont wikkelde waterplantenvegetatie, zoals hoornblad Carathophyllum spec. en vederkruiden Myriophyl lum spec.
(Dijkstra & Lewington,
2006) In België
is de Gaffelwaterjuffer zeer zeldzaam. Na een De waterjuffer kon van nabij bekeken en gefoto
laatste waarneming in 1973, werd de soort zelfs
grafeerd worden waarbij volgende kenmerken
lange tijd als uitgestorven beschouwd.
opvielen: een langwerpig lichtbruin pterostigrna,
1998 werd de Gaffelwaterjuffer terug opgemerkt,
een kattenhoofdvorrnige figuur op het tweede
vooral in het uiterste zuiden van het land en langs
achterlijfsegment en een zwart zesde en zevende
de Westkust waar recent zeer lokale populaties
achterlijfsegment. Aan de hand van deze kenmer
zich weten te handhaven. (De Knijf,
Vanaf
2006)
ken kon het diertje moeiteloos als een man Gaffel waterjuffer C. scitulum gedetermineerd worden.
Alhoewel de Gaffelwaterjuffer wel eens zwerf
Het betreft de eerste waarneming voor het Dijle
gedrag vertoont, waarbij het grote afstanden kan
land en, na een vondst in
2004 in Averbode, het
tweede geval voor Vlaams-Brabant.
50
De Boomklever
-
juni
2007
afleggen en bijgevolg incidenteel kan opduiken, valt de waarneming in het Grootbroek eerder te
situeren binnen de gestage areaalsuitbreiding van de soort in noordelijke richting.
dit gebied voor libellen duidelijk overstegen.
Het valt
a afronding van het inventarisatieonderzoek,
echter te betwijfelen of deze waterjuffer in de
zullen de resultaten ervan verder worden toege
toekomst even talrijk zal voorkomen als enkele
licht in het tijdschrift De Boomklever.
andere mediterrane libellen die, als gevolg van een reeks zachte winters en warme zomers, in tussen vele waterpartijen in V laanderen hebben ingepalmd. Gezien zijn biotoopeisen, is het im
Verwijzingen •
(eds.), 2006. De Libellell (Odonotn) vn11 België:
mers te verwachten dat de Gaffelwaterjuffer
verspreiding - evolutie - lrnbitats. Libellenwerk
zich minder oppor-tunistisch zal gedragen dan
groep Gomphus i.s.m. Instituut voor Natuur
zuidelijke voorgangers zoals de Kleine roodoog
en Bosonderzoek, Brussel.
juffer Erythromma viridulu111, de Zwervende hei delibel Sympetrwn fonscolombii en de Vuurlibel
Crocothemis erythraea. Deze vondst vormt alleszins een mooie aanvul ling op de vrij uitgebreide libellensoortenlijst van het Grootbroek. Samen met het voorkomen van andere schaarse soorten als de Bruine Winterjuf
De Knijf G., Anselin A., Goffart P., & Tailly M.
•
Dijkstra, K-D. B. & Lewington, R. , 2006. Field
Guide to the Dmgo11lies of Britni11 n11d Europe. J British Wildlife Publishing, Milton on Stour, Dorset. Frederik Fluyt
Frederik.fluyt@gmail.com
fer Sympecma fusca, de Tengere grasjuffer Isc/111u
ra pumilia en de Glassnijder Brachytron pratense, wordt hiermee het louter regionale belang van
Mannetje Gaffelwaterj11.ffer in het Grootbroek: verdwnnld of op verke1111i11g? (Foto: Frederik Fl11yt)
De Boomklever
-
juni
2007
51
Sphiximorpha subsessilis en Xanthogramma laeturn: twee nieuwe zweefvl iegensoorten (Diptera, Syrphidae)
D
e zweefvliegenfauna van het
twee recentste aanwinsten
Dijleland is relatief goed on
onze
zweefvliegenfauna
voor
werden
derzocht. Bij de laatste publicatie
tijdens dezelfde week op enkele
(Menten 2002) waren er 186 zweef
honderden meters van elkaar ge
vliegensoorten bekend uit de regio,
vonden in het Meerdaalwoud op
maar sindsdien zijn er nog enkele
het grondgebied Bierbeek (UTM
extra
en
code: FS2028). Het betreft de zeld
nadert het totale aantal de kaap
zame bossoorten Sphiximorpha sub
van 200 soorten of 60% van onze
sessilis en Xanthogramma laetum.
soorten
inheemse
waargenomen
zweefvliegenfauna.
De
Sphiximorpha subsessilis 52
De Boomklever
-
juni
2007
Inleiding
een andere zeldzame bossoort. Bij deze so.ort zijn de antennen ingeplant op een lang uitsteeksel
Op 29 april 2007 was de eerste auteur op zoek naar zweefvliegen en houtbewonende kevers in de omgeving van het bosreservaat "Pruikenma kers" in het Meerdaalwoud. Aan de Warande vijver lagen enkele omgehakte bomen. Op een van deze bomen zat een opvallende wespachtige zweefvlieg die wat op een Ceriana conopsoides leek, maar enigszins "fout" overkwam. De zweefvlieg werd ingezameld en later gedetermineerd met de tabellen van Verlinden (1991) en van Veen (2004). Het bleek niet C. conopsoides, wat op zich een mooie vondst zou zijn, maar Sphiximorpha subses silis. Deze soort was misschien wel te verwach ten in het Meerdaalwoud, maar was er nog nooit eerder aangetroffen. Bij een later bezoek dezelfde avond en de volgende dag werden meerdere exemplaren waargenomen en gefotografeerd. Gealtereerd door deze waarnemingen bezocht de tweede auteur nog dezelfde week deze plaats om de Sphiximorpha's waar te nemen. Deze zweef vliegen waren op 3 mei nog steeds op post, maar tijdens de korte wandeling van de parkeerplaats bij de N aamsesteenweg tot de Warandevijver bemerkte hij een andere zweefvlieg die hij niet meteen herkende. Het bleek de al even zeldzame
van de kop, dat bij 5. subsessilis ontbreekt. Verder heeft S. subsessilis een duidelijkere wespentaille dan C. conopsoides. S. subsessilis komt voor over heel Europa, maar is overal erg lokaal en zeldzaam en lijkt achteruit te gaan. De soort wordt beschouwd als waarschijn lijk bedreigd op Europees niveau. Ze komt voor in loofbossen met oude en overmature bomen. Voorbeelden zijn oude galerijbossen van wilg en els langs rivieren, oude beuken- en eikenbossen en oude parken met oude populieren. In Zuid E uropa komt deze zweefvlieg voor in kurkeiken bossen, waar door de oogst van de kurkschors quasipermanente sapstromen ontstaan (Speight
2003). Verlinden (1991) vermeld de soort van 5 lokaliteiten in het Brabants- en Maasdistrict. De meeste waarnemingen komen uit bosgebieden in centraal Brabant, o.a. het Zoniënwoud in de nabijheid van Brussel. Recent is de soort waarge nomen in een rij Pop11l11s in de omgeving van het Rode Klooster in Oudergem (Bastiaan Wakkie, persoonlijke mededeling). Sinds 2002 werden er jaarlijks exemplaren waargenomen. In
ederland
is de soort bekend van 8 vindplaatsen in
eder
lands Limburg (Barendregt 2001). De bekende vliegperiode loopt van mei tot juli.
Xnnthogramma laetum. De adulte vliegen leven hoofdzakelijk in boomknti Beide zweefvliegen werden het weekend van 5 en
nen en bloembezoek is zelden waargenomen. Man
6 mei door beide auteurs nog in aantal waargeno
netjatrouilleren soms bij sapstromen, die ze vele
men. Verder werden er in de onmiddellijke om
dagen kunnen bewaken. Eierleg van vouwtjes is ge
geving nog talrijke andere mooie en interessante
observeerd aan de rand van sapsh·omen op Ul11111s
zweefvliegen aangetroffen. Opvallend waren de
lnevis en Aesrnlus hippocnstmw111. De larven leven in
grote aantallen Brachypalpus lnphriformis. Verder
vochtige holten onder de schor van levende looi
maakten Caliproboln speciosn, Temnosto111n vesp1for-
en naaldbomen waar uitstroom van boomsap
111e and T bombylans, en Criorhilla nsilicn het zweef
("sapstromen") optreedt. Du
vliegen zoeken hier zeer de moeite waard.
de larven van S. subsessilis op een ap troom van
aix (2007) kweekte
Abies nlbn.
Sphiximorpha subsessilis
In het Meerdaalwoud werd de soort waarge nomen op en rond een omgezaagde boom die
Sphixinrorpha
subsessilis
is
een
spectaculaire
langs de Warandedreef lag. Het betrof een Fn
zwartgele zweefvlieg die lijkt op een graafwesp
gus sylvaticn. Beide zaagvlakken waren vochtig
of blaaskopvlieg van het geslacht Conops. In te genstelling tot de meeste zweefvliegen, als bij voorbeeld de gelijkaardige Tenrnosto111n bo111by!n1Ls, heeft S. subsessilis anteru1en die langer zijn dan de kop. S. subsessilis lijkt sterk op Cerinnn co11opsoides,
van boom ap zonder dat er uitlopend boom ap aanwezig was. Slechts zelden vertonen boom stammen een dergelijk vochtig zaagvlak. Dit verschijn el kon1t meer voor op de
tronk
van omgezaagde bomen, maar dan enkel op
De Boomklever
-
juni 2007
53
vochtige groeiplaatsen en meer bij Quercus dan bij Fagus. Indien het verschijnsel optreedt, ver toont het vaak een sterke aantrekkingkracht op zweefvliegen van sapstromen. Brachyopa-soor ten kunnen er tijdens het voorjaar vrijwel steeds op aangetroffen worden. In het Meerdaalwoud gaat het dan vooral om Brachyopa pilosa en
m
mindere mate om B. panzeri en B. bicolor. Tijdens de periode van 30 april tot 5 mei werd meerdere exemplaren van S. subsessilis waar genomen, tot 5 exemplaren tegelijkertijd. De vliegen vlogen rond de vochtige zaagvlakken, waar ze vaak ook even op gingen zitten. Bij ver storing vlogen ze weg - vaak naar het andere zaagvlak op dezelfde boom - maar kwamen na
Sphiximorpha s11bsessilis
enkele minuten al terug. Agressieve interacties tussen de mannetjes van S. subsessilis onderling en met andere zweefvliegen soorten (o.a., Mya thropa /laren en Eristalis-soorten ) werden gere geld gezien. De meeste waargenomen exemplaren waren, voor zover dit kon worden bepaald, mannetjes. Dit komt overeen met de observatie van Dus saix (2007) in het Sarthe-department in Frank rijk, waar alle 12 gevangen exemplaren uit de periode 1990-2004 mannetjes waren. De twee exemplaren die door Dussaix werden opge kweekt in 2003 waren vrouwtjes. Ook Bastiaan Wakkie
observeerde
voornamelijk
territori
ale mannetjes in Oudergem, maar kon ook een
Te11111ostomn vespiforme
mannetje en wijfje in copula betrappen. Wellicht gaat het om mannetjes die een territorium rond een sapstroom bewaken in de hoop te kunnen paren met een langskomend wijfje. Wijfjes be zoeken de sapstromen voor kortere periodes en hebben dus een lagere trefkans.
Exemplaren van S. subsessilis werden waarge nomen op 5 verschillende dagen tussen 29 april en 6 mei. Een zoektocht op naburige boomstam men en stronken leverde geen extra vindplaat sen op. Na 6 mei werd de vindplaats niet meer bezocht tot einde mei. Toen was de boomstam al verwijderd.
Bmchypalpus I aphnfor1111s
54
De Boomklever
-
juni
2007
Xanthogramma /aetum Xanthogramma laetum (syn. Olbiosyrphus laetus) is een fraaie zweefvlieg met opvallende geelzwarte
werd het gebied niet meer bezocht gedurende de maand mei.
Uitbreiding of ontdekking?
tekening op borststuk en achterlijf. Door de teke ning op het borststuk lijkt deze vlieg enigszins
Betreffen deze vondsten nu recente aanwinsten
op een kleine versie van de algemenere Xantho
van onze zweefvliegenfauna of gaat het om
gramma pedisequum. Ze is te onderscheiden van
ontdekkingen van bestaande populaties die tot
onze twee andere inheemse Xanthogramma-soor
nu onopgemerkt bleven? Ondanks het feit dat
ten door de behaarde ogen. Deze beharing is wel
beide soorten vlak bij elkaar in de loop van 1
vrij schaars. Verdere kenmerken zijn: een licht
week werden ontdekt, gaat het wellicht toch om
geelbruin pterostigrna (donkerbruin in de andere
twee totaal verschillende situaties.
inheemse Xanthogramma-soorten) en ongevlekte vleugel (verdonkerde vleugelrand in de andere
Dat Xanthogramma laetum steeds over het hoofd
Xanthogramma's).
werd gezien is vrij onwaarschijnlijk. De soort was in aantal aanwezig in een van de meeste on
X. laetum komt verspreid voor in Midden- en
derzochte gebieden van het Meerdaalwoud. In
Zuid-Europa. Deze soort stond bekend als uiterst
1998 werd de omgeving van bosreservaat Prui
zeldzaam in West-Europa (Röder 1990) en tot
kenmakers nauwkeurig onderzocht op zweef-
voor enkele jaren waren er slechts drie waarne mingen uit België bekend, alle uit de Ardennen (Verlinden 1991, Smit & van Aartsen 2000). Recent blijkt de soort zich echter uit te breiden. In 1999 werd de soort voor het eerst in Nederland waar genomen (Smit & van Aartsen 2000) en sindsdien volgden nog nieuwe waarnemingen in Zuid-Lim burg (waarnemingen op www.syrphidae.com). De laatste jaren is X. laetum geregeld gevonden in bosgebieden in de Ardennen en Noord-Frankrijk (Frank Van de Meuter, persoonlijke mededeling). Tot nu was de soort echter nog niet uit V laanderen gemeld. X. laetum wordt beschouwd als een soort van bos sen en bosranden, maar verder specifieke biotoo
Brachyopa pilosa
pvereisten worden niet in de literatuur gegeven. Ze werd gemeld op naald- (Speight 2003) en loof
vliegen (Menten 1999), en deze soort werd toen
bossen (Smit & van Aartsen 2000), met een vlieg
niet aangetroffen. Alles wijst veeleer op een re
periode van mei tot september. Ei-afzetting werd
cent gevestigde populatie. De soort is duidelijk
waargenomen op mosplantjes aan de voet van
in opmars in de Ardennen, waar de soort van
beukenstammen (Speight 2003). De larven van X.
'zeer zeldzaam' in de 20ste eeuw naar 'verspreid
laetum leven wellicht van wortelluizen, net als de
voorkomend' gedurende de laatste jaren evolu
larven van onze andere Xanthogramma soorten.
eerde. Wellicht is de soort, net als zovele andere insectensoorten met een zuid- en zuidoostelijke
In het Meerdaalwoud vlogen meerdere exempla
verspreiding, in uitbreiding in Noordwest-Eu
ren laag door de vegetatie langs de Warandedreef.
ropa. Hierin speelt de opeenvolging van warme
De soort vloog ook op beschaduwde plekken en
zomers en zachte winters die we de laatste jaren
leek geen voorkeur te hebben voor lichte vlekken.
kenden vast een belangrijke rol.
Ze werd waargenomen van 3 tot 6 mei. Daarna
De Boomklever
-
juni 2007
55
De waarneming van Sphiximorpha subsessilis valt
in de volgende jaren. Daarnaast zijn de juiste
daarentegen in het bekende verspreidingsgebied
ecologische vereisten van de soort onvoldoende
van de soort in België. Daarnaast zijn deze soort en
bekend om beheersingrepen aan te raden, zelfs
andere houtbewonende zweefvliegen notoir voor
indien we dit zouden willen.
hun verborgen levenswijze en lage trefkans bij in ventarisaties. Ze bevinden zich meestal in boom
Sphiximorpha subsessilis is een heel andere zaak.
kruinen, ver weg van menselijke waarnemers, en
Het is een feit dat het voorkomen van deze soort
bezoeken zelden bloemen. Gelijkaardige soorten
onvoldoende bekend is en dat ze wellicht iets
van sapstromen of rottende hout in overmature
minder zeldzaam is dan de gegevens van de 'zeer
bomen, met slechts een enkele waarneming be
schaarse verspreiding over heel Europa' doen uit
kend uit het Meerdaalwoud, zijn Myolepta vara
schijnen. De teruglopende trend die Speight (2003)
(omgeving Springputten, 1992), Myolepta dubia
vermeldt voor deze soort en het predicaat "proba
( ethen, 2004), en Ferdinandea ruftcornis (bosreser vaat Pruikenmakers, 1998), en Ceriana conopsoides (Nethen, 2004). Van al deze soorten zijn wellicht
bly threatened at European level" zijn gebaseerd op beperkte gegevens en moeilijk hard te maken.
populaties aanwezig in het Meerdaalwoud, maar
Een analyse van de Nederlandse data toonde net
toch worden ze slechts zelden opgemerkt ondanks
een toename van houtbewonende zweefvliegen
een relatief hoge inventarisatie-inspanning.
soorten, waaronder S. subsessilis (Reemer 2005).
lmphcat1es voor het
De zeer specialistische levenswijze en de afhan kelijkheid van een erg zeldzaam microhabitat maakt echter dat de soort enkel in uitgebreide
bosbeheer
bosgebieden en parken kan overleven en gevoe
Zijn deze vangsten nu van belang voor het ge voerde beheer van het Meerdaalwoud? Over Xan
thogramma laetum, kunnen we in dit verband kort zijn: neen. De soort lijkt in opmars te zijn in België en is dus allerminst bedreigd.Wellicht zullen we deze zweefvlieg op meer plaatsen zien opduiken
lig is voor menselijke ingrepen. Het voorkomen van oude en overmature bomen is noodzakelijk voor deze zweefvlieg en het bosbeheer moet zeer zorgvuldig omgaan met oude eiken en beuken. Bij tekenen van ziekte moeten de bomen niet verwij derd worden, maar net behouden als belangrijke rnicrohabitats voor houtbewonende insecten en fungi. Zieke exemplaren in een bos vormen een natuurlijk verschijnsel en zijn niet een teken van ''bossterfte" zoals vaak wordt voorgesteld (Rack ham 2006). Een andere vraag is of we specifieke beschermingsmaatregelen moeten nemen voor bomen waarop deze vlieg voorkomt. Wellicht wel. Zoals de populatie in Oudergem aantoont kunnen individuele bomen gedurende vele jaren gebruikt worden als voortplantingsplaats. Indien deze bo men gekapt worden kan de plaatselijk popula tie vernietigd worden. Zulke bomen verdienen, indien gekend, bescherming als mini-natuur reservaten. Voor de boom waaraan we dit jaar
S. subsessilis aantroffen geldt dit niet. Het ging immers om een omgezaagde boom waarvan de sapstroom op het zaagv lak mannetjes van de soort aantrok. Zelfs indien de boom was blijven liggen gedurende het hele jaar, was voortplan
Temnostoma bombylans
ting van de soort hier onmogelijk.
Joris Menten en Steven Bouillon
56
De Boomklever
-
juni 2007
Referenties
•
Barendregt
A
(2001).
Zweefvliegentabel.
Jeugdbondsuitgeverij, Utrecht. •
(2007). Status and breeding of
Dussaix C
Sphiximorpha subsessilis (Diptera, Syrphidae) in the Département of Sarthe, France. Volucella 8: •
Menten J
237-240. (1999) De
zweefvliegen van het
bosreservaat "Pruikemakers". In: De Becker P (red) De bosreservaten van Heverleebos& Meerdaalwoud. De Vrienden van Heverleebos & Meerdaalwoud vzw, pp. •
(2002).
Menten J
119-128
Zweefvliegenonderzoek in
het Dijleland. De Boomklever •
Rackham 0
(2006).
30: 31-33
Woodlands. Collins, Lon
don. •
Reemer M
(2005).
Caliprobola speciosa
Saproxylic hoverflies bene
fit by modem forest management (Diptera: Syrphidae). Joumal of Insect Conservation
9:
49-59. •
Röder G
(1990).
Biologie der Schwebfliegen
Deutschlands (Diptera: Syrphidae). Erna Bau er Verlag, Keltem-Weiler. •
Smit J & van Aartsen B
(2000).
Olbiosyrphus lae
tus, een nieuwe zweefvlieg voor de nederland se fauna (Diptera: Syrphidae). Nederlandse Faunistische Mededelingen
12: 151-154,
EIS,
Utrecht. •
Speight MCD
(2003).
Species accounts of Eu
ropean Syrphidae (Diptera): species of the At lantic and Continental Regions. Syrph the Net publications, Dublin. •
van Veen MP
(2004).
Hoverflies of Northwest
Europe. KNNV Uitgeverij, Zeist. •
Verlinden L
(1991).
Fauna van België, Zweef
vliegen (Syrphidae). Koninklijk Belgisch Insti tuut voor Natuurwetenschappen, Brussel.
de vindplaats
De Boomklever
-
juni
2007
57
centimeters onder de grond. De rupsen en pop pen kunnen niet tegen de vorst. Het imago verschijnt normaal gesproken eind april/begin mei. Dan trekt de vlinder ook naar het noorden. De allereerste trekkers komen hier normaal pas in mei toe en de hoofdmoot meest al pas later. Tot hiertoe waren er geen gegevens over voort planting van deze vlinder in België voor eind
Vroege waarnemingen •
van Meekrap- of Kolibrievlinder:
JUlli.
gevolg van een opwarmend klimaat e Meekrap- of Kolibrievlinder
D (Macrog/ossum stellatarum)
is een
trekvlinder afkomstig van het Mid dellandse zeebekken. Ook al is hij een nachtvlinder, toch bezoekt hij graag de hele dag door bloemen. Het is een fantastisch gezicht om hem met zijn lange, beweeglijke roltong nectar te zien slur pen terwijl hij ter plaatse in de lucht fladdert als een Kolibrie. Deze vlinder overleefde vroeger onze koude winters niet, maar sinds de jaren '90 worden reeds vanaf januari regelmatig enkele exempla ren opgemerkt die erin geslaagd zijn te over winteren. De waardplanten van deze vlinder zijn Wal strosoorten (Galium sp) en soms ook het Wil genroosje (Epilobium angustifolium). De rups verpopt op de grond, maar soms ook enkele
Dit jaar werden er in Loverval (Henegouwen) op 16 maart echter 2 foto's gemaakt van een Ko librievlinder die pas zijn vleugels ontplooit. Volgens het advies van de geconsulteerde speci alisten verklaren de opwarming van het klimaat en de afgelopen uitzonderlijk zachte winter het vroegtijdig uitsluipen. De vroege waarnemin gen zouden dus niet enkel te wijten zijn aan adulte exemplaren die erin slagen te overwinte ren, maar ook aan poppen die de winter overle ven en vroegtijdig uitsluipen. Uit een overzicht van waarnemingen tijdens het eerste trimester verricht sinds 1990, valt duide lijk de toename van vroege waarnemingen op de laatste jaren met een opvallende piek het af gelopen voorjaar. Dit was ook bij ons in het Dijleland te merken met 2 waarschijnlijke waarnemingen in Leuven eind maart en 1 zekere waarneming begin april in Herent. Vertaald en aangepast door Bruno Bergrnans naar: Gillard M. (2007), Macroglossum stellatarum et Ie réchauffement du climat, Dernières Nouvelles 2ème trimestre, B.T.O. (Belgische Trekvlinders Onderzoek/ Papillons Migrateurs de Belgique) Met dank aan: Louis-Philippe Arnhem om mij in contact te brengen met de auteur. Marcel Gillard die toestemming gaf om zijn artikel te vertalen en in de Boomklever te publiceren.
Pas uitgeslapen Kolibrievlinder in Loverval op 16 maart 2007. Foto's Alfred Loss De Boomklever
58
-
juni
2007
Hamsterbescherming in Vlaanderen
H
et plateau van Bertem-Leef
Wat vooraf ging ...
daal herbergt een van de laat
ste hamsterpopulaties in Vlaande ren. Dat gegeven alleen maakt dit
JNM en de Wielewaal vzw (nu Natuurpunt, voor de jongere generatie) waren de eersten om de ha chelijke situatie van de hamster in Vlaanderen te
al uniek en het beschermen waard.
erkennen in de jaren '90. Er werden heel wat ak
Meer nog als je weet dat de Euro
hoewel niet wetenschappelijk aantoonbaar, kon
pese hamster in gans West-Europa met uitsterven is bedreigd en de hamsterpopulaties in hun oostelijk areaal sterk achteruitgaan.
kers afgelopen op zoek naar hamsterburchten en toch een dalende trend in het aantal gevonden burchten en dus ook het aantal hamsters worden vastgesteld. Daarom werd door de overheid een opdracht uitgeschreven aan de Wielewaal vzw om een soortbeschermingsplan voor de hamster op te maken. Dit plan was een feit in 2001, maar bevatte, jammer genoeg, weinig direct praktisch
Vlaanderen bezit vandaag nog 2 zekere ham
bruikbare methoden om de soort in-situ te be
sterpopulaties, in Bertem-Leefdaal en Heers
schermen. Op terrein veranderde de situatie
Widooie. Dat de dieren daar nog aanwezig zijn
voor de noodlijdende hamsters dus niet onmid
weten we met zekerheid dankzij de zomerzoek
dellijk. Daarom werd dan ook terecht een klacht
tochten naar hamsterburchten. Deze inventarisa
voor het niet naleven van de habitatrichtlijn te
ties zijn een belangrijke bijdrage van de vrijwil
gen België ingediend bij de bevoegde Europese
ligers van de Natuurstudiegroep Dijleland en
instanties.
de Vrienden van Meerdaalwoud en Heverleebos in Vlaams-Brabant. In Limburg wordt dit klusje
Deze klacht was aanleiding voor een stroomver
geklaard door de mensen van de hamsterwerk
snelling in de effectieve beschermingsmaa tre
groep van LIKONA. Beide groepen worden
gelen voor de Europese hamster in Vlaanderen.
sinds 2004 bijgestaan door enkele medewerkers
Twee mannelijke hamsters werden in Bertem
van het Agentschap voor Natuur en Bos (vroe
weggevangen om deel te nemen aan het kweek
gere afdeling Natuur).
programma in Nederland. Doel was op deze wijze bijdragen aan de genetische diversiteit van
Tot het begin van de jaren 2000 werden ook
de West-Europese hamster en het behoud van de
hamsterburchten aangetroffen in de streek rond
genenpoel voor het geval de soort hier toch zou
Hoegaarden en Riemst. Daarna ontbraken alle
uitsterven. Er werd een uitvoeringsplan geschre
gegevens van hamsteraanwezigheid voor deze
ven en de eerste in-situ noodmaatregel was een
regio's, wat meteen de reden is waarom hier mo
feit in 2005. Hierdoor werd in de hamster kem
menteel geen bescherrningsmaa tregelen worden
gebieden (Bertem-Leefdaal en Heers-Widooie)
genomen. Dat deze potentiële gebieden echter
18ha45 graan opgekocht, dat tot november op
niet worden vergeten moet blijken uit het feit dat
de akkers bleef staan om de hamsters voldoende
nu de eerste afspraken worden gemaakt met de
bescherming en voedsel te bieden tot aan hun
lokale vrijwilligers en overheden om die gebie-
winterslaap. In 2006 kon het Agentschap voor
den deze zomer opnieuw te onderwerpen aan
Natuur en Bos, dankzij de zeer goede samen
inventarisaties.
werking met de lokale landbouwers, 32 ha ham stervriendelijk beheer voor de daaropvolgende
De Boomklever
-
juni 2007
59
6 jaar verzekeren. Dit beheer, een teeltwisselsys
op langere termijn voor uitsterven te behoeden.
teem, zorgt ervoor dat de hamster het ganse jaar
Daarom werd dan ook het al voorziene nood
door voorzien wordt van voedsel en beschutting
plan in actie gesteld. In samenspraak en in sa
tegen predatoren. Daarnaast biedt de Vlaamse
menwerking met de natuurverenigingen werd in
Landmaatschappij (VLM) de kans aan landbou
Limburg een derde hamster gevangen om toe te
wers om een hamster-beheerovereenkomst af te
voegen aan het kweekprogramma. Overleg met
sluiten. Deze beheerovereenkomsten hebben tot
natuurverenigingen en landbouwers mondde uit
doel het areaal van hamstergunstige akkers uit te
in een akkoord om dieren uit het Nederlandse
breiden. In het optimale geval zorgen zij in Leef
kweekprogramma bij te plaatsten in onze kem
daal voor de verbinding tussen de hamstervrien
gebieden.
delijk beheerde percelen en in Limburg tussen de verschillende deelpopula ties.
'Restocking' of
Inteelt
bij plaatsing
Eind vorig jaar bereikte ons het nieuws dat gene
Het Agentschap voor Natuur en Bos is dan ook
tisch onderzoek nu onomstotelijk aantoonde dat de genetische variatie binnen de Vlaamse harn sterpopulaties zo dramatisch laag ligt (inteelt coëfficiënt voor Vlaams-Brabant
=
0.82) dat ook
andere maatregelen zich opdringen om de soort
60
De Boomklever
-
juni
2007
begonnen met het bijplaatsen van 60 dieren aan de kempopulaties in Vlaanderen. Doel van deze actie is te voorkomen dat de soort, ondanks alle recente in-situ beschermingsmaatregelen, alsnog uitsterft. Dit doel wordt bereikt door te zorgen
voor
genetisch
fittere
nakomelingen
door
blijkt wel degelijk een positief effect op de akker
onderlinge kruisingen tussen de autochtone
vogelpopulaties daar ook zij voor een verlengde
dieren en de bijgeplaatste dieren en niet door
periode voedsel kunnen vinden op de hamster
gewoon het aantal dieren te laten stijgen door er toe te voegen. De bijplaatsing is officieel. Ze
vriendelijke percelen.
zal volledig volgens de IUCN richtlijnen ge
Ook andere fauna en doelgroepen Uagers) pro
beuren, heeft de goedkeuring van de minister
fiteren mee van het beheer. Zo mag blijken uit
en de vereiste vergunningen zijn verkregen.
de troep van 15 hazen in de luzerne in een van
De bijplaatsing zal wetenschappelijk worden
de hamstervriendelijke percelen. Ook patrijs en
opgevolgd.
kwartel schrikken er regelmatig op.
Hoe de bijplaatsingen in praktijk zijn verlopen
En verder ...
krijgen jullie te lezen in de eerste nieuwsbrief, die het Agentschap voor Natuur en Bos in de loop van 2007 zal uitbrengen. Wie wil kan zich nu al inschrijven om deze nieuwsbrief elektro nisch te ontvangen.
zal het nog steeds nodig blijven de reguliere ak kers na te kijken op aanwezigheid van hamsters na de oogst. Hiervoor zal traditioneel verder worden samengewerkt met de lokale natuurverenigingen. Vandaar mijn warme oproep om je te melden in
Timing en effect op
dien je interesse hebt om hieraan mee te werken.
andere soorten
al meededen!
Sommigen vragen zich mogelijk af, waarom
Véronique Verbist
En mijn dank aan al diegenen die de vorige jaren
alles plots zo snel moest gebeuren. Hoe langer we wachten, hoe groter de kans dat de soort, ondanks zijn schijnbare standvastig heid, verdwijnt uit het V laamse land schap. Daarnaast kan nu nog gebruik worden gemaakt van de samenwer king met het Nederlandse kweekpro gramma, dat binnenkort wordt stop gezet. Door nu bij te plaatsen profite ren we nog 5 jaar van de 32ha 'veilige' haven, welke hopelijk spoedig zullen worden aangevuld door beheerover eenkomsten van de VLM. Voor de vogelliefhebbers kan ik zeg gen dat het hamsterbeheer ook gun stig is voor de akkervogels. Toegege ven niet optimaal, daar ondermeer het graan wordt ondergewerkt in no vember. Uit studies in het buitenland
ingang tot de burcht
De Boomklever
-
juni
2007
61
Z oogd ieren werkgroep
Ei kei mu isproject
www.eikelmuis.be
O
cinus),
fficieel luisteren ze naar de
schuwen, worden ze maar zelden opgemerkt.
maar in de meeste streken
Knaagsporen aan fruit, gestommel op zolder en
waar de diertjes voorkomen, zijn ze beter bekend als fruitratje, slaap ratje
Hoewel Eikelmuizen de mens dus zeker niet
(Eliomys quer
naam Eikelmuis
of
tuinslaper. In
dat
soort
klaaglijke "avondconcerten" in de paartijd zijn de meest voorkomende aanwijzingen van hun aanwezigheid, maar af en toe worden de dieren ook gevangen in een muizenval of meegebracht door de kat.
volksnamen schuilt heel wat wijs heid, want hoewel ze een voorkeur hebben voor dierlijk voedsel (insec ten, slakken, ...) , zetten deze aan trekkelijke knaagdiertjes hun zoete tanden maaral te graag in een vers stuk fruit en herfstvruchten zoals hazel- en okkernoot. Lichte loof bossen, (hoogstam-)boomgaarden, houtkanten en natuurrijke tuinen zijn hun favoriete stek. Eikelmui zen zijn echte langslapers. Ze hou den een winterslaap van oktober tot april. Hiervoor zoeken ze een beschut plekje in natuurlijke boom holtes,
nestkasten,
schuurtjes
zelfs op zolders. 62
De Boomklever
-
juni 2007
en
Vooral de fruitstreek van zuidelijk V laande ren is van oudsher bekend omwille van zijn aanwezige Eikelmuizen, maar de jongste jaren
worden de diertjes steeds minder gezien. Om een duidelijker beeld te krijgen van die ach teruitgang gaat de zoogdierwerkgroep van Natuurpunt vzw van start met een inventari satieactie, met de financiële steun van de pro vincie Vlaams-Brabant. Dit project liep reeds in 2006 en het is de bedoeling dat ook in 2007 deze inspanning verder wordt gezet. Hiermee willen wij niet alleen een beeld krijgen van de verspreiding van de Eikelmuis nu en in het ver leden, maar tevens ook nagaan of de dieren be langrijke schade toebrengen in boomgaarden. Iedereen die ooit Eikelmuizen heeft gezien of hier iets over te melden heeft, wordt vriende lijk verzocht om de enquête in te vullen op onze website: www.eikelmuis.be . Dit neemt slechts een tweetal minuten in beslag en kan anoniem indien gewenst. Op de website komt u tevens alles te weten over het project en staan kort de criteria voor eikelmuisvriendelijke tuinen opge somd. Iedereen die interesse heeft om haar/zijn steen tje bij te dragen of iets interessants te melden heeft, mag contact opnemen met de projectco ordinator Uoeri.cortens@natuurpunt.be, 0485/52 86 55)
Ook nu nog in het Dijle/and
...
!
Dit voorjaar werd er in het Leuvense nog een waarneming van Eikelmuis doorgegeven. Het betrof hier een diertje dat eind april door een huiskat werd aangebracht te Heverlee (omgeving Parkdallaan). De voorgaande jaren werden hier meermaals waarnemingen verricht. De aanwezig heid van heel wat tuinen (fruitbomen, hagen, ... ) en een spoorwegtalud zullen hier niet vreemd aan zijn, en het spreekt voor zich dat we ook in de rest van het Dijleland nog waarnemingen mogen ver wachten! Waarnemingen uit het Dijleland worden bij voor keur doorgestuurd naar: roosenhanscwyahoo.com of kelle.moreau<.ágmail. com Op die manier krijgen we een goed beeld van de huidige en historische verspreiding van deze leu ke knaagdiertjes in onze regio! Hans Roosen
Eikelmuis Eliomys quercinus te Heverlee, Leuven - slachtoffer van kat - 29-4-2007 Copyright foto Johan Kerkhof
De Boomklever
-
juni
2007
6 'l
Gierzwaluwen: de Pauscollegekolonie te Leuven
Z
eevogels zijn watervogels die alleen op het land komen op
"daar te broeden maar die verder helemaal van de zee afhankelijk zijn. De open zee is hun domein, waar zij foerageren, slapen, ruien, in veel gevallen ook baltsen en soms zelfs paren". (C. Camphuysen, ma rien ornitholoog). Mocht de term "luchtvogel"
bestaan, dan
zouden
onze Gierzwaluwen (Apus apus) bij deze vogelgroep horen. Hun bi otoop, hun natuurlijke levensruim te, bestaat uitsluitend uit ...lucht,
Nederlandse Paus die de Roomse Kerk ooit rijk was en tevens de laatste niet-Italiaanse paus tot de keuze in 1978 van de Pool Johannes-Paulus II. Adriaan Floreszoon Boeyens werd op 2 maart
1459 geboren in Utrecht als zoon van een tim merman. In 1476 ging hij met enkele stadsgeno ten studeren te Leuven. Hij woonde in het col lege "Het Varken", genoemd naar een tegenover gelegen herberg aan het Hogeschoolplein (dat door oudere Leuvenaars nog steevast het Vèreke genoemd wordt). Adriaan was een ijverige stu dent en schopte het in 1489 tot professor, in 1493 en 1500-1501 was hij rector en vanaf 1497 deken van de kapittelkerk van Sint-Pieter in Leuven en daarmee kanselier van de Universiteit. Op 9 januari 1522 werd Adrianus tot paus geko zen maar op 5 augustus 1523 al werd hij ziek. De laatste maand van zijn leven lag hij te bed. Daar maakte hij zijn testament op, waarin hij zijn be
of meer bepaald de lagere atmos
zittingen in de Nederlanden voor de armen be
feer: hoge- en lagedrukgebieden,
stemde en zijn huis aan het Hogeschoolplein als
koufronten,
Op 14 september 1523 overleed "il papa olan-
warmtefronten
en
studentenhuis inrichtte.
andere occlusiefronten zijn dage lijkse kost voor deze "aërobatische" vogels. Maar zoals zeevogels zijn zij van het vasteland afhankelijk om zich voort te planten en sinds enkele eeuwen maken ze in onze contreien bijna uitsluitend gebruik van gebouwen.
Een beetje geschiedenis Het Pauscollege Adrianus V1 werd genoemd naar Adrianus van Utrecht, de eerste en enige
64
De Boomklever
-
juni
2007
Deelplan Leuven met situering Pauscollege (rode ring) c KULeuven
dese", ook wel "het geweten van het Vaticaan"
(zie plattegrond) waar je gewoon door kan lopen
genoemd.
om zo in de Charles Deberiotstraat uit te komen. Via de (zuid)oostelijke doorgang sta je dus aan
Het gebouw heden... Het oorspronkelijke college bestaat niet meer. Na een instorting in 1776 werd het immers volgens de plannen van Ghenne en hofarchitect Louis Montoyer herbouwd in een strenge classicisti sche stijl. Na de Belgische revolutie tegen Neder land in 1830, nam de Katholieke Universiteit het gebouw in 1835 opnieuw in gebruik als college, en heden functioneert het nog steeds met 200 studentenkamers, een professorenrefter, een ka pel, een mensa, een bierkelder voor studenten en ... een heuse kolonie Gierzwaluwen! Als je vanuit het gezellige Hogeschoolplein de eerste majestueuze westelijke poort onderdoor loopt, ontdek je een strakke binnenplaats die een onbeschrijfelijke rust uitstraalt. Hier zie je duide lijk dat het gebouw een grote rechthoek voorstelt
- }.; .L
de achterkant van het gebouw. Beide doorgan gen hebben elk een binnen- en buitenfronton.
... en haar gierzwaluwenkolonie Aan de (noord)westelijke poort, die via het Ho geschoolplein toegankelijk is, zijn er geen holtes ontdekt. Hoewel er ook elders enkele bruikbare nestgelegenheden voorkomen, is de meeste acti viteit aan de oostelijke doorgang waar te nemen, zowel aan de zijde van de binnenplaats, als aan de langere achterkant (kant Deberiotstraat, aan geduid met cirkel). Aan deze zijde van de gevel (OD - Oostelijke doorgang,
Deberiotstraat) bevinden
zich vlak
f
r /-
t JC
� r
r
/"' r
J.. .-.J.
Giervlucht boven binnenpand
De Boomklever
-
juni
2007
65
Pauscollege Hogeschoolplein 3 3000 Leuven Oo telijke doorgang Kant Deberiotstraat achterkant
Afgesloten stellinggat Toegankelijk stellinggat Aantal bezet 17
o
c
B
•
-{] Bv3
Oostelijke poort Binnenpand
Aantal bezet
13
'
B
Totaal 30
onder het dakbeschot 28 stellinggaten. Onder het
c
schillend. Daar zijn minder stellinggaten
(6-6-6)
fronton (ODA) zijn er 8 (zie schema). De vleugels
want de gevel aan de binnenkant is korter. Van
links (ODB) en rechts (ODC) van de doorgang
deze stellinggaten zijn er minstens 7 bezet
hebben er elk nog eens
10 (10-8-10 dus). Deze
2). Vele gaten werden immers té goed afgedicht
stellinggaten werden ooit allemaal met behulp
en zijn nutteloos voor onze Gierzwaluwen. De
van kleine houtblokjes of balkjes afgedicht om
linker- en rechterkant van de dakgoot van fron
het nestelen van duiven te voorkomen. Bij som
ton ObA worden elk door een koppel Gierzwalu
mige van die gedichte gaten is de diameter van
wen bezet. Deze worden vertikaal aangevlogen
de balkjes zodanig dat de Gierzwaluwen er zich
en zijn enkel detecteerbaar als er effectief Gier
tussen een spleet door kunnen wringen en ach
zwaluwen invliegen.
(4-1-
ter (of op) het balkje genoeg plaats vinden om er
Een verdieping lager echter, zijn er onder de
hun rudimentair nest vast te plakken. Aan deze
vensterbanken van de zes vensters minstens vier
zijde van het gebouw zijn er minstens
nesten bezet. In het totaal zijn er dus aan deze
16 bezette stellinggaten ontdekt (6 in gevel ODB, 4 in fron ton ODA en 6 in gevel ODC). Sommige andere
zijde van het Pauscollege minstens 13 nesten be
stellinggaten worden af en toe aangevlogen door
Als men nu nog een nestingang telt in een anker
niet broedende Gierzwaluwen (in het gierzwa
van de noordelijke gevel van de binnenplaats,
zet.
luwenjargon "bangers" genoemd), maar met ze
een andere boven een venster, en een in één van
kerheid kan niet bevestigd worden of deze bezet
de stellinggaten achter een boom, dan kan men
zijn. Andere stellinggaten zijn hermetisch afge
rekenen op minstens 33 bezette nestplaatsen.
sloten omdat het balkje juist in het stellinggat
De noordoostelijke buitenzijde van het gebouw
past. Niet alleen in de stellinggaten huizen Gier
(kant Alfons Smetsplein) werd nog niet onder
zwaluwen, aan de bovenkant van het derde ven
zocht, omdat deze tot voor kort slecht zichtbaar
ster (v) te beginnen van links, in de linkervleugel
was. Nu het zwembad afgebroken werd en deze
(OD Bv3) is een brede spleet waarin een Gier
gevel terug werd vrijgemaakt en ook grotendeels
zwaluwenkoppeltje haar intrek heeft genomen.
vrij zal blijven, zal ook hier in de toekomst een
Het aantal ontdekte Gierzwaluwennestplaatsen
inventarisatie kunnen uitgevoerd worden. Min
loopt dus aan deze kant op tot minstens 17.
stens één stellinggat zou daar bezet zijn.
Aan de andere kant van de Oostelijke gevel, de kant van de binnenplaats (Ob - Oostelijke door gang binnenplaats), is de situatie lichtjes ver-
66
De Boomklever
- juni
2007
De restauratie, een bedreiging, maar ook een kans Wie aandachtig het gebouw bekijkt, zal het niet ontgaan dat dit beschermde monumen
�
aan
restauratie toe is. Onlangs werden er stellingen aangebracht voor een kleine maar dringende onderhoudsbeurt. Voor gierzwaluwenbescher mers wekken stellingen telkens ongerustheid op, zeker als zij in het volle broedseizoen opgetrok ken worden. Gelukkig werden de werken aan de kant van het Hogeschoolplein uitgevoerd, waar geen gierzwaluwenholten werden opgete kend. Toch was deze situatie alarmerend genoeg om op initiatief van Natuurpunt-Leuven (Geert Sterckx en Fons Ramaekers) en de Milieudienst (Geert Vanhorebeek) een vergadering bijeen te
�
roepen met vertegenwoordigers van de Di�e�t e Technische diensten (Marc Leroy) en de D1v1s1e Monumenten (Tom Verbist) van de KULeuven, waarbij werd opgeroepen om in het kader van de biodiversiteit (ook andere fauna en flora kwam aan bod) niet alleen rekening te houden met de
juliavond, is het schouwspel van gierende Gier zwaluwen de moeite waard. Niet zelden worden er om en bij de honderd exemplaren boven de site geteld.
Gierzwaluwen maar ook op termijn de bestaande kolonie uit te breiden.
Apuscollege? Met een slordige 33 koppels herbergt het Paus college de grootste concentratie Gierzwaluwen van de binnenstad. Mocht men een eventuele restauratie te baat nemen om alle volledig afge sloten stellinggaten te voorzien van een aange past en discreet balkje, dan kan het Pauscollege ongeveer honderd koppels herbergen. Ik geef de voorkeur aan balkjes niet alleen omdat de Gier zwaluw aan deze situatie gewend is (wie ze kent, weet dat Gierzwaluwen wel altijd erg inventief zijn, maar niet altijd even soepel in het vinden van geschikte holtes) maar ook omdat het een simpele, goedkope en esthetische manier van werken is. Mochten we in samenwerking met de KULeuven deze populatie alleen al kunnen verdubbelen, dan zou het Pauscollege tussen de 5% en de 10% van de gehele Leuvense gierzwaluwenpopulatie kunnen herbergen! Nu al, bij een warme juni- of
Zijn er ook Gierzwaluwen buiten het Pauscollege ? Jawel, en maar goed ook. Sinds 2004 wordt er van de bezette gierzwaluwenbroedholten in Leuven een inventaris opgemaakt. Ieder gebouw heeft zo zijn bijzondere kenmerken die door de Gierzwa luwen worden benut. Het nabijgelegen De Valk College bijvoorbeeld, tussen de Tiensestraat en het Mgr. Ladeuzeplein, herbergt ook een aantal (zij het veel minder) Gierzwaluwen. Zij bro� den er hoofdzakelijk onder vensterbanken en m kieren, hun bescherming vereist dan ook totaal andere oplossingen. In de voormalige Facul teit Farmaceutische Wetenschappen aan de Van Evenstraat, worden sommige in onbruik geraakte spuigaten door Gierzwaluwen gebruikt. In opdracht van de Milieudienst en de K
?Le�
ven zullen dan ook in de toekomst alle Umvers1teitsgebouwen op bestaande kolonies onderzocht worden, om zo een globaal zicht te krijgen van de particuliere situaties en wat er zou kunnen ondernomen worden. Daarbij zullen ook de moDe Boomklever
-
juni 2007
67
gelijkheden bekeken worden om de kolonies te gepasten tijde uit te breiden, liefst door gebruik te maken van bestaande holtes, maar ook indien mogelijk door het gebruik van nestkasten. Wie zich geroepen voelt om een bepaald gebouw of wijk te monitoren mag zich altijd wenden tot de Gierzwaluwenwerkgroep van Natuurpunt die we informeel WINGS hebben genoemd, wat staat voor "Werkgroep voor Instandhouding van Nest gelegenheid voor Gierzwaluwen in de Stad". Gierzwaluwen zijn hoogst gespecialiseerde lucht vogels. In tegenstelling tot de echte Zwaluwen, zijn zij minder afhankelijk van een nabijgelegen voedselbron en kunnen op relatief lange afstand van hun nest op zeer korte tijd het nodige voedsel voor hun jongen verzamelen. Hun vliegvermogen is de sleutel van hun succes en het is de hoofdre den waarom we deze insecteneters nog in relatief hoge aantallen in onze steden kunnen bewonde ren. De gestage afname van de gierzwaluwenpo pulatie is dus in hoofdzaak te wijten aan de even gestage afname van geschikte broedholten. En daar kunnen we gemakkelijk iets aan doen.
Louis-Philippe Arnhem
Literatuur: Peter Nissen, Adrianus VI een biografie,
•
Amsterdam 2000. C. Camphuysen, http://home.planet.nl/
•
-cam phuys/Seabirdsl .html
•
Stad Leuven Zwembadsite http://www.leuven. be/showpage.asp ?iPageID=4739
•
Stad Leuven Kaart http://cwisdb.kuleuven. be/kaarten-bin/gebruik
•
Voor een gratis nestkast: geert.vanhorebeek@ leuven.be
•
Contact WINGS: geert.sterckx3@telenet.be
68
De Boomklever
-
juni
2007
Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving maart - mei 2007
D
�
it ov rzicht van opmerkelijke en
interessante
vogelwaar
nemingen in de Dijlevallei beslaat voornamelijk
de
periode
maart
- mei 2007. De bestreken regio omvat de gemeenten Kortenberg,
Gebiedsafkortingen: WLS = WilseleNijvers Bellefroid, LP = Kessel-Lo/ Leopoldspark (Provinciaal Domein), AVP = He verlee/Abdij van Park, ZW =Oud-Heverlee/Zoete Waters, OHN=Oud-Heverlee/N, OHZ=Oud-He verlee/Z, Oppem
=
weilanden tussen Bogaerden
straat ( Oud-Heverlee - Korbeek-Dijle) en NGB, NGB =Neerijse/Grote Bron (deel Doode Bemde), NK V = Neerijse/Kliniekvijvers (deel Doode Bem
Herent, Bertem, Leuven, Oud-He
de) en SAR=Sint-Agatha-Rode/ Grootbroek, SJW
verlee, Huldenberg, Overijse, Ter
=Sint-Joris-Weert, Flo
=
Florival.
vuren en de aangrenzende gebie den. De volgende rubriek zal de pe riode juni - augustus 2007 omvat ten. Waarnemingen worden voor 3 september 2007 verwacht bij Kelle Moreau, Korenbloemlaan 5, 3052 Blanden, 0486/ l 2.58.77, kelle.mo reau@gmail.com.
Grauwe Gans Anser anser 02-03 en 26/03
1 ex. te SAR (K. Moreau,
M. Walravens, I. Nel, L. Hendrickx e.a.) 28/03
2 ex. te OHZ (K. Thijs)
Bergeend
Tadorna tadorna
Het bewijs van al zeker één geslaagd broedgeval van Bergeend in de Dijlevallei anno 2007 was er vanaf 17/05, toen te NGB 6 pulli werden waarge nomen (vanaf 27/05 nog 5 pulli) (J. Nysten, L. Hendrickx, M. Walravens).
Waarnemingen van onder meer Knobbelzwaan, Krakeend,
Slobeend,
Wintertaling,
Tafeleend,
Kuifeend, Patrijs, Dodaars, Fuut, Aalscholver, Blauwe Reiger, Havik, Waterral, Kievit, Hout snip, Kleine Mantelmeeuw, Kerkuil, Steenuil, Ransuil, Ijsvogel, Groene Specht, Zwarte Specht, Kleine Bonte Specht, Veldleeuwerik, Grote Gele Kwikstaart, Graspieper, Kramsvogel, Koperwiek, Vuurgoudhaan, Glanskop, Matkop, Kuifmees, Roek, Ringmus, Keep, Putter, Sijs, Kneu, Goud vink, Appelvink, Geelgors, Rietgors en van alle exoten werden niet in dit verslag opgenomen maar wel verwerkt. Ook niet met zekerheid ge determineerde reigers, kiekendieven en andere roofvogels, plevieren, meeuwen, sterns en pie pers werden niet weerhouden.
Smient Anas penelope In maart 2007 werden nog 11 waarnemingen van Smienten ontvangen vanuit de Dijlevallei, waar bij zowel OHZ, NGB als SAR werden aangedaan (versch. waam.). De grootste concentratie betrof 4mlv te NGB en later te OHZ op 16/03 (L. Desmet, M. Walravens). Nadien werden enkel nog lmlv genoteerd van 07-09/04 te SAR (F. Fluyt, J. Nysten).
Pijlstaart Anas acuta In maart verbleven slechts kleine aantallen Pijl staarten in de Dijlevallei, en ook bijna uitsluitend te SAR (versch. waam.) waar op 22/03 het maxi mum van 4m4v werd geteld (H. Roosen). De eni ge waarnemingen buiten SAR werden genoteerd
De Boomklever
-
juni 2007
69
op 27/03, met telkens 2mlv te NGB en OHZ (K.
22/04
1 ad m te Basse Wavre
(I. Nel)
Moreau, M. Walravens). De enige aprilwaame ming betrof 2m2v te SAR op 22/04 (A. Smets, B.
Brilduiker Bucephala clangula
Goddeeris).
02-09/03 en 10/03 resp. lmlv en 1v te SAR (K. Moreau, M. Walravens,
I. Nel e.a.)
Zomertaling Anas querquedula De eerste Zomertaling voor 2007 werd op 16/03
Nonnetje Mergellus albellus
waargenomen te OHZ
03/03
(T. Roels), op 18/03 werd
1v te SAR (L. Hendrickx, F. F luyt, A. Smets, H. Roosen)
hier een koppel gezien (S. Horemans). Nadien volgden vanuit de Dijlevallei nog 77 waarne mingen (versch. waarn.), vnml. van SAR, OHZ
Grote Zaagbek Mergus merganser
en OHN (slechts enkele waarnemingen te NGB
07/04
en NKV), met als maximumconcentratie 4mlv te
1 ad m te NGB (L. Hendrickx,
J. Nysten,
M. Walravens)
OHZ op 28/04 (L. Desmet). Op eventuele beves tigingen van broedgevallen is het nog eventjes
Kwartel Coturnix coturnix
wachten.
27/04
1 ex. te Erps/Dorenveld (A. Smets)
18/05
1 zp te Haasrode/zandgroeve
Krooneend Netta rufina 24/03
(D. Von Weme)
1 ad v te OHZ (L. Hendrickx)
16-17/04 1 ad m te SAR (B. Goddeeris,
I. Nel,
26/05
1 zp te Leefdaal/plateau (K. Hansen)
29/05
2 zp te Huldenberg/plateau
M. Walravens)
(N. Ryckeboer)
Deze 'milieumedewerker' (Blauwe reiger-Ardea cinerea) is op 16 maart 2007 alvast gestart met de opruiming van Brul- of Stierkikkers in de Doode Bemde (Foto Axel Smets)
70
De Boomklever
-
juni
2007
Geoorde Fuut Podiceps nigricollis
16-18 en 23/03 1 ad te SAR (M. Walravens, L. Hendrickx, M. Van den Eynde e.a.) 07/04 3 ex. te OHZ (J. Nysten) 08/04 2 ad te SAR (F. Fluyt) Purperreiger Ardea purpurea
10/04 29/04
2 ad te SAR (L. Vanden Wyngaert) 1 ex. te SAR (F. Fluyt)
Grote Zilverreiger Casmerodius albus
Het voorkomen van de Grote Zilverreiger in de Dijlevallei tijdens het voorjaar van 2007 vertoont een bimodaal patroon. T ijdens een eerste periode (maart t.e.m. 9/04) werden er 49 waarnemingen ontvangen (versch. waarn.), met maximumcon centraties van 3 ex. te SAR op 3-8/03 (H. Roosen, M. Walravens, F. Fluyt) en te NKV op 16/03 (A. Smets). Buiten de Dijlevallei werden tijdens deze periode enkel de volgende waarnemingen opge tekend: 1 ex. N te Huldenberg/Spitsberg (F. Fluyt) en 1 ex. te Overijse/Hagaardvijver (E. De Broyer) op 4/03. De tweede periode loopt van 18/04 tot eind mei, en was goed voor 68 waarnemingen (versch. waarn.) en een maximum van 6 ex. op 26-27/04 (F. Fluyt, H. Roosen, L. Hendrickx, A. Smets). Buiten de traditionele pleistergebieden vlogen 3 ex. 0 over Heverlee/Delaunoislaan op 22/04 (LP Arnhem) en 1 ex. N over Leuven op 28/04 (E. Macquoy).
30/05
(J. Kempeneers) 1 ex. tpl in de Doode Bemde, dan Z (B. Vercoutere)
Wespendief Pernis apivorus
De eerste Wespendieven voor 2007 waren dade lijk min. 5 ex. boven de Doode Bemde op 12/05 (A. Verboven, T. Roels, S. Goethals e.a.). De twee de waarneming betrof een ex. te SAR op 13/05 (L. Hendrickx, J. Nysten). Daarop volgden verspreid over de regio nog 12 waarnemingen (versch. waarn.). Rode Wouw Milvus milvus
21/04
1 ex. N te SAR (H. Roosen, L. Hendrickx)
Zwarte Wouw Milvus migrans
23/04 24/04 29/04 12/05 27/05
1 ex. Over SAR (S. Hotton) 1 ex. Over Haasrode/Brabanthallen (J. Mergeay) 1 ex. te AVP (J. Van Tonder, C. Willis) 3 ex. N te OHN (F. Fluyt, L. Hendrickx), 1 ex. te SAR (J. Nysten) 1 ex. N te OHZ (M. Walravens)
Bruine Kiekendief Circus aeruginosus
25-28/04 1 ex. te SAR (M. Van den Eynde, L. Hendrickx, B. Saveyn, F. Fluyt e.a.)
De eerste Bruine Kiekendieven voor 2007 vlogen op 27/03 over het Dijleland, met telkens 1 ex. over SAR (H. Roosen) en Meerbeek/Dorpsstraat (M. Hens). Tussen 7/04 en 6/05 werden er vervolgens 15 ex. opgetekend (versch. waarn.), met daarna enkel nog een laat ex. over SAR (naar ZO) op 30/05 (H. Roosen).
Roerdomp Botaurus stellaris
Blauwe Kiekendief Circus cyaneus
10/03 en 17/05 1 ex. te SAR (F. Fluyt, L. Hendrickx)
Tijdens de maanden maart en april 2007 werd 12 keer een Blauwe Kiekendief opgemerkt in regio Leuven (versch. waarn.). Opmerkelijk was dat het in de helft van de gevallen om mannetjes ging. De laatste waarneming betrof een vrouwtje naar
Kleine Zilverreiger Egretta garzetta
Ooievaar Ciconia ciconia
10/03 23/03
1 ex. N te Leefdaal (K. Van Scharen) 6 ex. tpl te Sint-Joris-Weert/Neerijse (Neerijsebaan) (H. Roosen)
26/03 27/03 09/04 17/04 19/04 21/04 13/05
25 ex. N te Herent (G. Moors)
Grauwe Kiekendief Circus pygargus
2 ex. N te Korbeek-Dijle (S. Horemans) 2 ex. over te Oud-Heverlee (T. Vreugde)
05/05
over Erps/Dorenveld op 23/04 (A. Smets).
1 ex. over te SAR (S. Hotton) 2 ex. N te Leuven (R. Aerts) 1 ex. N te Bertem/Bertembos (G. Bleys)
03/04
1 ex. over Leuven/station
13/04
1 ad m te Korbeek-Dijle/plateau (J. Nysten)
Visarend Pandion haliaetus
1 ex. te SAR (H. Roosen) 1 ex. te Pécrot (W. Desmet)
De Boomklever
-
juni 2007
71
1 ex. te AVP (F. Lerouge) 1 ex. te Pécrot, SAR en OHZ (I. Nel, H. Blockx, J. Rutten) 16-17/04 1 ex. te SAR (A. Boeckx, S. Hotton, F. Vandeputte) 1 ex. te SAR, NGB en OHN (H. Roosen, 21/04 F. Fluyt, J. Nysten, L. Hendrickx) 1 ex. te SAR (A. Smets) 22 en 27/04 2 ex. te SAR (L. Hendrickx), 1 ex. te OH 01/05 (J. Rutten) 05-06 en 12/05 1 ex. te SAR (F. Fluyt, H. Roosen, L. Hendrickx, J. Nysten) 1 ex. te OHZ (L. Hendrickx) 26/05 1 ex. te SAR (H. Roosen) 30/05 14/04 15/04
Smelleken Falco columbarius
12/03 1v te Erps/Dorenveld (A. Smets) 04-05/04 1m te Leefdaal/plateau (S. D'Hont, M. Schurmans) Slechtvalk Falco peregrinus
04/03 en 19/04 resp. 1 ex. tpl en 1 ex. N te Huldenberg/Spitsberg (F. F luyt) 04/03 en 14/04 1 ex. te Korbeek-Dijle Leefdaal/plateau (J. Nysten, M. Hens) 05/03 1 imm te Tourinnes-La-Grosse (H. Blockx) 08/03 en 17/04 1 ex. te Leuven (Ridderstr., Minckelerstr.) (J. Lambrechts, J. Cuppens) 1 ex. te Bertem/Bertembos - Koeheide 27/03 (G. Bleys) 1 ad met prooi te Haasrode/zandgroeve 23/04 (D. Von Weme) 1 ex. te SAR (H. Roosen) 12 en 22/05
14/04 19/04 27/04 28/04
9 ex. N te Leefdaal/Weeberg (F. F luyt) 7 ex. N te Huldenberg/Ganspoel (I. Nel) 3 ex. NO te LeuvenNan Waeyen berghlaan (B. Bergmans) meerdere ex. aud te Veltem (S. Bouillon)
Bontbekplevier Charadrius hiaticula
06, 09 en 21/05 1 ex. te OHN (L. Hendrickx, F. F luyt) Kleine Plevier Charadrius dubius
De eerste Kleine Plevieren voor 2007 waren 1, en later 4 ex. te OHN op 16/03 (M. Walravens, L. Hendrickx). In totaal zouden er hier tijdens de volgende twee maanden 74 waarnemingen ge noteerd worden (versch. waam.), met als laatste die van 2 ex. op 14/05 (W. Achten, W. Maes). Het maximum bedroeg er 17 ex. op 17/04 (M. Walra vens). Andere waarnemingsplaatsen waren He verlee/Langestaart (11 waam. tss. 28/03 en 23/04, max. 4 ex. op 8 en 20/04; W. Desmet, B. Vercoutere e.a.), Terlanen/Bilande (3 ex. op 14/04; H. Roosen), OHZ (1 ex. over op 17/04; J. Rutten), SAR (2 ex. op 28/04; L. Hendrickx) en Haasrode/ zandgroeve (1 ex. op 10/05; D. Von Weme). Goudplevier Pluvialis apricaria
04/03 07/04
ca 55 ex. N (ca 15 + ca 40) te Huldenberg/Spitsberg (F. F luyt) 1 ad zom te Huldenberg/plateau (F. F luyt)
Scholekster Haematopus ostralegus
14/05
1 ex. vliegt toertjes te SAR (F. F luyt)
Porseleinhoen Porzana porzana
27/03
1 ex. aud te OHZ (J. Rutten)
K raa nvo gel Grus grus
04/03
09/03
2 ex. Z te Tourinnes-La-Grosse (H. Blockx), 2 ex. 0 te Heverlee/Gelde naaksebaan (Y. Vanden Bosch) 7 ex. over Haasrode/industrieterrein (J. Kempeneers)
25/03 26/03 27/03
7 ex. NNO te AVP (J. Kempeneers) 7-8 ex. over te SAR (H. Dierickx) min. 50 ex. NO te Meerbeek (B. Bergmans) en Duisburg (A. De Greve) 03/04 6 ex. N te Heverlee/Zwanenberg (G. Bleys)
72
De Boomklever
-
juni
2007
Kluut Recurvirostra avosetta
1 ex. te NGB (L. Desmet) 16/03 17/03 5 ex. te SAR (L. Hendrickx, F. F luyt, M. Van den Eynde, A. Smets, M. Walravens) 10/04 1 ex. over te SAR (H. Roosen) Bonte Strandloper Calidris alpina
10-11/04 1 ex. te OHN (M. Schurrnans, J. Kempeneers, M. Walravens, A. Smets e.a.) 09/05 min. 1 ex. over SAR (F. F luyt) 11 en 13/05 resp. 3 en 1 ex. te OHN (F. Fluyt, M. Hens, W. Desmet, J. Nysten e.a.) Temmincks Strandloper Calidris temminckii
Kleine Plevier Charadrius dubius, voorjaar 2007 - Oud-Heverlee-Noord (Foto: Frederik Fluyt)
19-20/05 1 ex. te OHN (L. Hendrickx, J. Nysten)
Rosse Grutto Limosa lapponica 10/05
Wulp Numenius arquata
1 ex. (winterkleed) te OHN (M. Walravens, S. Horemans e.a.)
27/03
1 ex. vliegend te OHN (M. Walravens)
Na telkens een ex. op 26/04/01 te OHN en op
22/04
1 ex. over Leefdaal/Korbeekstraat
13/05/04 te OHZ, was dit slechts de derde Rosse
(K. Van Scharen)
Grutto die na een periode van 25 jaren van afweÂ
1 ex. N te SAR (H. Roosen)
zigheid in de Dijlevallei werd vastgesteld.
27/05
Regenwulp Numenius phaeopus 11/04
14 ex. NNO te Leuven/centrum
Zwarte Ruiter Tringa erythropus 23-24/04 1 ex. te OHN (M. Schurmans, K. Moreau, F. Fluyt)
(F. Van de Meutter) 23/04
2 ex. N te Wilsele-Putkapel
26/04
1 ex. te NKV (M. Walravens)
(J. De Rycke)
28/04
3 ex. te OHN (J. Nysten)
29/04
1 ex. te SAR (R. Aerts, L. Hendrickx,
Grutto Limosa limosa 16 en 18/03 07/04
J. Nysten, A. Smets)
resp. 10 ex. en 1 ex. te OHN
(M. Walravens, L. Hendrickx)
Tureluur Tringa totanus
1 ex. te SAR (L. Vanden Wyngaert)
De eerste Tureluur voor 2007 zat op 16/03 te SAR
De Boomklever
-
juni
2007
73
(M. Walravens). Tussen 7/04 en 28/05 werd hier nog 6 keer een solitair ex. gezien (versch. waarn.), en op 9/05 vlogen er 22 ex. naar het noorden (F. Fluyt). OHN leverde de meeste Tureluurs op, tus sen 18/03 en 21/05 werden er immers 52 waarne mingen doorgegeven (versch. waarn.), met max. 15 ex. op 12/05 (S. Horemans). De enige andere waarnemingsplaatsen waren NGB (2 ex. op 7/04; M. Walravens) en OHZ (1 ex. op 18 en 21/04; J. Rutten, F. Fluyt, J. Nysten). Groenpootruiter Tringa nebularia
Na de eerste waarneming van 4 ex. te OHN op 17/04 (M. Walravens) volgden er nog 57 waarne mingen vanuit dit gebied (versch. waarn.), met maximaal 13 ex. op 10/05 (M. Walravens, S. Ho remans e.a.). Het laatste ex. zat hier op 21/05 (L. Hendrickx). Te SAR werden tussen 22/04 en 13/05 16 waarnemingen van 1-2 Groenpootruiters opge tekend (versch. waarn.). De enige andere waarne mingsplaats was de poel te Neerijse/Tersaert, met 1 ex. op 3/05 (F. Fluyt).
1 en 2 ex. werden gezien (M. Vandervelpen, B. Creemers). Te SAR werden 8 waarnemingen van solitaire ex. genoteerd tussen 25/04 en 20/05 (versch. waarn.), met 4 ex. op 25/04 (F. Fluyt) als enige uitzondering. De meeste Oeverlopers za ten echter te OHN, met 20 waarnemingen tussen 6/05 en 21/05 (versch. waarn.) en een maximum van 14 ex. op 13/05 (L. Hendrickx, J. Nysten, F. Fluyt). Andere waarnemingsplaatsen waren 'ZW (1 ex. op 9 en 20/05; L. Hendrickx, K. Mo reau), Tervuren/Park KMJv1A (1 ex. op 11/05; E. De Broyer), NGB (1 ex. op 13/05; L. Hendrickx), OHZ (1 ex. op 13/05; J. Nysten), Kwerps/Z (5 ex. op 19/05; R. Ghijsen), NKV (1 ex. op 20/05; J. Nysten) en Heverlee/Arenbergpark (1 ex. op 23/05; W. Desmet). Watersnip Gallinago galinago
Tot en met 6/05 werden er 35 waarnemingen van Watersnippen doorgegeven vanuit de Dijlevallei ten Z van Leuven (versch. waarn.), met max. ca 20 ex. te SAR op 3 en 24/3 (J. Nysten).
Bosruiter Tringa glareola
Kemphaan Philomachus pugnax
21, 22, 26, 27 /04 en 4-5/05 resp. 3, 1, 2, 4 en 1 ex. te OHN (J. Nysten, L. Hendrickx, F. Fluyt, M. Schurmans, L. Hendrickx, A. Smets) 04-05/05 1 ex. te SAR (weideplas) (L. Hendrickx)
11 en 29/03 resp. 1 en 2 ex. te OHN (L. Hendrickx, J. Nysten, J. Kempeneers) 21, 23, 24 en 27/04 resp. 4, 1, 2 en 1 ex. te OHN (S. Horemans, K. Moreau, F. Fluyt e.a.) 01 en 12/05 resp. 2 en 1 ex. te SAR (weideplas) (L. Hendrickx, H. Blockx, F. Fluyt) 1 ex. te OHN (L.Hendrickx, F. Fluyt) 12/05
Witgat Tringa ochropus
Tijdens de maanden maart en april 2007 werden maar liefst 116 waarnemingen van Witgatjes ont vangen vanuit de Dijlevallei ten Z van Leuven (versch. waam.), met een maximum van 48 ex. te OHN op 11/04 (M. Walravens e.a.). Een overzicht van de meiwaarnemingen maakt duidelijk dat het onderscheid tussen voor- en najaarstrek bij deze soort niet duidelijk was in 2007: 2 ex. te SAR op 5/05 (L. Hendrickx, J. Nysten), 1 ex. te SAR op 14/05 (F. Fluyt), 1 ex. te OHN op 17/05 (T. Caers, L. Hendrickx), 1 ex. te OHN op 26/05 (L. Hendrickx) en 1 ex. te Overijse/Bisdompoel op 30/05 (E. De Broyer). Oeverloper Actitis hypoleucos
De eerste Oeverloper voor 2007 zat op 21/04 te AV P (W. Goussey), waar op 3 en 23/05 nog resp.
74
De Boomklever
- juni 2007
Zwartkopmeeuw Larus melanocephalus
12/03 25/03
4 ad te Erps/Dorenveld (A. Smets) 1 ad zom te SAR (J. Nysten)
Pontische Meeuw Larus cachinnans
02/03
1 ad te OHN (K. Moreau)
Visdief Sterna hirundo
25/04 2 ex. te SAR (M. Van den Eynde, L. Hendrickx, B. Saveyn, B. Thuysbaert e.a.) Zwarte Stem Chlidonias iger
Enkel waargenomen te SAR, met op 22, 27, 28, 30/04, 01, 13, 18-19, 23 en 26/05 resp. 2, 1, 12, 1, 1, 1, 1, 3 en 1 ex. (versch. waam.).
(hetzelfde?) ex. rond (F. Fluyt, L. Hendrickx, H.
Witvleugelstern Chlidonias leucopterns Eindelijk was het nog eens zover, op 20/05 doken
Roosen). Als we al deze waarnemingen als één
er twee adult zomer Witvleugelsterns op te OHZ
geval beschouwen, gaat het om het 9e voor re
(J. Nysten, L. Hendrickx, H. Roosen, H. Blockx, M. Schurmans, J. Kempeneers, W. Desmet, K.
gio Leuven. De meeste waarnemingen vonden plaats tussen 3/05 en 26/06, met ook één augus
Moreau, A. Verboven)! Deze waarneming ka
tusgeval, maar de vorige betrof een eerder aty
derde in een opmerkelijke influx van deze soort
pische: een 1 e win ex. te SAR op van 26/11 tot
in de lage landen, en het betrof het 7e geval van
04/12/03.
deze soort voor regio Leuven (datumgrenzen
10/05 - 24 juni). De vorige waarneming vond plaats in 1992 (3 ex. te SAR op 17/05), dus 15 jaar
Zomertortel Streptopelin turtur
geleden.
een Zomertortel werd via de Natuurpunt Vo
Een bijzonder vroege eerste waarneming van gellijn doorgegeven op 4/04 vanuit Wijgmaal (T.
Witwangstern Chlidonias hybridus
Vreugde). Nadien werd de soort enkel waarge
Alsof het met de Witvleugelstems nog niet mooi
nomen in de Doode Bemde (1 ex. aan Ka teel
genoeg was geweest, verschenen er op 21/05 vier
eerijse op 1/05 - S. Horemans; 1 zp lang tram
adult zomer Witwangsterns te SAR (A. Smets,
dijk op 25 en 18/05
S. Peten, H. Roosen, M. Hens)! Op 22/05 bleek
te SAR (re p. 1 zp, 2 zp, 2 ex., 1 ex. en 2 zp op
hier nog één ex. aanwezig te zijn (C. Willis, H.
2, 5, 12, 17 en 28/05; F. Fluyt, H . Roosen, J.
Roosen), en ook op 28/05 vloog hier weer één
ten).
-
M. Walraven , F. Fluyt) en ys
Witwangstern Chlido11in hybridu , Si11t-Agntlrn-Rode - 21111ei 2007 (Foto: Axel 111et )
De Boomklever
-
juni
2007
75
Hop Up11pn epops
Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus
17/05
28/04
1 ex. te Blanden/A. Vermaelenstraat
05/05
1 ex. te Leuven/Regastraat
1 e . te Blanden/A. Vermaelenstraat
(J. D Baere, M. Schurmans, W. Desmet e.a.)
(J. De Baere) (J. Van Tonder)
Middelste Bonte Specht Oendrocopos medius In het bo compie
Meerdaalwoud - Mollen
Roodborsttapuit Snxicola rubicola
daalwoud werden tijdens het voorjaar van 2007
De Roodborsttapuit lijkt zijn sterkste bastion
vier nieuwe territoria van Middelste Bonte
in regio Leuven te hebben ten noorden van het
Spechten geïnventariseerd (K. Moreau, J. Men
Kastanjebos, waar in de periode 31/03 - 23/05
ten e.a.), en in het Kapucijnenbos te Tervuren
tot drie ma1metjes verbleven. Slechts één ervan
werden twee territoria gekarteerd (A. Smets).
leek een vrouwtje te hebben, wat vanaf 15/05 re
Het totaal voor regio Leuven staat nu op 19 ter
sulteerde in herhaalde waarnemingen van drie
ritoria.
juvenielen (R. Ghijsen). Andere waarnemings plaatsen
Boomleeuwerik L11/lula arborea 02/03
3 ex. 0
0 te Leuven/stadspark
(F. Van de Meutter) Noordse Kwikstaart Motncilln fiava thunbergi 03/05
ca 10 ex. te OH
(M. Schurmans)
Rouwkwikstaart Motncilla albn yarellii 27/03
1v te OHZ (M. Walravens)
30/03
lv te OH
0 /04
1 ex. te
(A. Smets) eerijse/zandgroeves
Ganzemansstraat (S. Bouillon) 23/04
1 2e kj m te OHN (K. Moreau)
Boompieper Antlws trivialis 08-09 en 21/04
1 ex. te Neerijse/zandgroe-
ves
Ganzemansstraat (S. Bouil-
lon) 0 /04
1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smet )
20/04
2 ex.
te Korbeek-Dijle/plateau
(A. Smets) 22/04
1 ex.
te SAR (A. Smets)
30/04
1 ex.
te OHZ (J. Rutten)
Waterpieper Antlrns spinoletta De laatste Waterpiepers voor het voorjaar van 2007 werden in de Dijlevallei waargenomen op 0 /04 (1 ex. te Heverlee/Langestaart, 3 ex. te OH en 10 ex. te SAR; K. Moreau, M. Walravens) en 09/04 (6 ex.
over de Doode Bemde - Koebrug;
W. De met).
waren
Heverlee/Duivelsweg
(resp.
lmlv en 1 ex. op 4 en 8/03; W. Goussey, J. Kem peneers), Korbeek-Dijle/Kleine Broekstraat (lm op 17/03; M. Walravens), Haasrode/zandgroeve (lmlv op 31/03; K. Moreau), Erps/Dorenveld (2 zingende m op 3/04; A. Smets) en Leefdaal/Dui vendelle (1v op 16/04; A. Smets). Paapje Saxicola rubetra Het eerste Paapje voor 2007 zat op 24/04 te Erps/ Dorenveld (A. Smets). Nadien volgden waarne mingen te Heverlee/Duivelsweg (lm op 27/04; B. Creemers), OHN (1 ex. op 28/04; R. Ghijsen, M. Walravens), Korbeek-Dijle/plateau (resp. 3, 1, 4, 2 en 1 ex. op 28, 29/04, 1, 3 en 5-6/05; J. Nys ten, S. Horemans, F. Fluyt), AVP (1 ex. op 29/04; J. Van Tonder, C. Willis), Oppem (tot 4 ex. van 1 tot 6/05; S. Horemans, T. Roels, J. Nysten), Sint Joris-Weert/Doode Bemde (1 ex. op 1 en 24/05; S. Horemans), Bertem/Koeheide (1 ad m op 2/05; G. Bleys) en SAR (lmlv op 4/05; L. Hendrickx). Tapuit Oenanthe oenanthe De eerste Tapuit voor 2007 was een ma1metje op 9/04 te Korbeek-Dijle/plateau (S. Bouillon) en ook de voorlopige laatste zat hier op 19/05 (J. Nysten). Tussenin werden hier nog acht keer Tapuiten opgemerkt (versch. waarn.) met een max. van 15 ex. op 3/05 (F. Fluyt). Andere waar nemingsplaatsen waren Erps/Dorenveld (resp. lm, lm, 4mlv en lv op 11-12, 16, 24 en 27/04; A. Smets), Leefdaal/Duivendelle (resp. lm en 1v op 11 en 18/04; A. Smets), Loonbeek/plateau (1 ex. op 11/04; F. F luyt), Vossem/plateau (resp. lm en 2 ex. op 14 en 15/04; F. Fluyt), Huldenberg/
76
De Boomklever
-
juni
2007
plateau (2m op 23/04; N. Ryckeboer), Bertem/
(J. Kempeneers)
G. Bleys), Heverlee/ 5/05; G. Bleys), Haasro
25/05
de/zandgroeve (lm op 6/05; D. Von Werne) en
31/05
Koeheide (1 ex. op 26/04; Zwanenberg (2 ex. op
(K. Moreau)
Grauwe Vliegenvanger Muscicapa strinta
Beflij ster Turdus torquatus 1 ex. te Heverlee/Militair Domein
11/05
lm te Leefdaal/Korbeekstraat
(K. Van Scharen) 11, 14-21 en 28/04 resp. 6 ex., 1v en lmlv te Neerijse/Tersaert (M. Walravens, F. Fluyt, H. Roosen, A. Smets, A. Boeckx) 11 en 24/04
resp. 2mlv en 1v te Erps/
Dorenveld (A. Smets) 11/04
lmlv te Leefdaal/Schrei - Duivendelle (A. Smets)
21/04
1 ex. te OHZ (S. Horemans)
22/04
3 ex. over te Loonbeek/Korenheide
(G. Bleys) 30/04
lmlv te Haasrode/zandgroeve (D. Von Weme)
01/05
1v te OHN (J. Nysten, L. Hendrickx)
05/05
1v te Heverlee/Bremstraat
(G. Bleys)
Cetti's Zanger Cett:ia cetti
Taigaboomkruiper Certhia familiaris Op 09/04 werd langs de zuidrand van het Mol lendaalwoud een zingende Taigaboomkruiper aangetroffen (K. Moreau). Spijtig genoeg kon de vogel nadien alweer niet teruggevonden wor den. Wielewaal Oriolus oriolus Deze soort werd enkel waargenomen te SAR, met een zangpost op 01 en 05/05 (F. Fluyt, L. Hendrickx), een mannetje op 27/05 (M. Wal ravens) en een koppel op 28/05 (H. Roosen, F. Fluyt). Europese Kanarie Serinus serinus 13/03
Cetti's Zanger inmiddels een vertrouwd gege ven geworden. In 2007 konden in het OH-com plex reeds 5 à 6 territoria worden onderschei den, met nog eens 3 à 4 territoria in de Doode
01/04
SAR na 5/03 (1 zp; F. Fluyt) geen Cetti's Zangers meer werden waargenomen staat het totaal voor
Kruisbek Loxia curvirostra 14/05 20/05
12/04
1 zp te Oppem (K. Moreau)
23/04
1 ex. Z in koolzaadveld te Erps/Doren veld (A. Smets)
2 ex. N te enkele ex. aud te Terlanen (H. Roosen)
Grauwe Gors E111berizn caln11dm 04, 10, 11, 17/03 en 12/04
resp. ca 20 e ., min.
6 ex., 3 zingende ex., min. 2 e . en 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (J. Ny ten, F. Fluyt, J. Menten, J. Kempeneer ,
Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus 1 zp te OHZ (M. Walravens)
2 ex. Z te Oud-Heverlee/Bogaarden straat (J. Rutten)
het Dijleland nu op 8 à 10 territoria.
08/04
1 zingend m te Oud-Heverlee/ Vaalbeekstraat (T. Roel )
Bemde (versch. waam., met dank aan J. Rutten, M. Walravens, S. Horemans e.a.). Aangezien te
1v te Heverlee/Leeuwerikenstraat (K. Moreau)
Voor de regelmatige bezoeker van de Dijleval lei ten Z van Leuven is de aanwezigheid van de
1 ex. te OH/Bogaardenstraat (J. Rutten)
(K. Moreau) 11 en 21-22/04
1 zp te Heverlee/Duivelsweg (J. Kempeneers)
OHN (1 v op 6/05; L. Hendrickx, J. Nysten).
01/04
1 zp te Haasrode/zandgroeve
M. Schurmans) 28/03,
11 en 16/04 resp. 1 zp, 1 zp
+
2 e . en
2 zp te Erp /Dorenveld (A. Smet ) 20/04
1 ex. te Overijse/Bisdom (E. De Broyer)
22/04
2 e . te Bierbeek/plateau (K. Moreau
Spotvogel Hippolais icterilia In mei 2007 werden slechts drie zangposten van de Spotvogel vastgesteld in regio Leuven: 16/05
1 zp te Haasrode/Brabanthallen
De Boomklever
-
juni
2007
77
Tapuit Oe11antlre oe11(llztlre, voorjaar 2007
-
ergens op een van de plateau's... (Foto: Frederik Fluyt)
Medewerker en corre po11denten: Wouter Aclrten, Raf Aerts, Louis-Philippe Arnhem, Bruno Bergnwns, Koen Berwaerts, Geert Bleys, Herwig Blockx, Alain Boeckx, Steven Bouillon, Esther Buysnzm1s, Tim Caers, Stany Cerulis, Paul Claes, Erwin & Peter Co/Inert , Bart Cree111ers, Jos Cuppens, Jolrnn De Baere, Erik De Broyer, Arnout De Greve, Johan. De Meirsman, Peter De Meirs111an, Jolran De R1;cke, Loui Desmet, Wouter Desmet, Steven D'Hont, Hadewig Dierickx, Francis Dondeyne, Kim/id El Ouadi, Frederik Fluyt, Herman Fonck, Raf Ghijsen, Boudewijn Goddeeris, Sven Goethals, Wemer Gou sey, Luc Hendrickx, Krien Ha11se11, Maarten Hens, Stefaan Hore111ans, Sylvian Hoffon, Ronny Huy brechtc;, Ti111 Huy ege111s, Luc Ja11sse11s, Jochen Kempeneers, Roger Kerckhofs, Jorg Lambrechts, Elfriede Le Docte, Frederik Lerouge, Benny L'Ho111111e, Eddy Macquoy, Wouter Maes, Roger Meeus, Joris Menten, Joachim Mergeay, joke Me1;nendonckx, Frieder Jan Moer111an, Jos Mo11nens, Gerard Moors, Kelle Moreau, Marc Moreau, Bruno Nef Ingrid
el, Griet
joe; Ruffen,
ij , Johan
ysten, Nicolas Percsy, Stephan Peten, Fons Ramaekers, Toon Roels, Hans Roosen,
iets Ryckeboer, Bert Saveyn, Peter & Roel Scheys, Maarten Schurmans, Axel Smets, Philippe Smets,
Geert Sterckx, Koen Tlrij , Bm111 Tl111ysbaert, Marita To111balle, Erik Toorman, Kasper Van Acker, Désiré Va11a11tgaerden, Johan Va11autgaerden, Frank Van de Meuffer, Yves Vanden Bosch, Maarten Van den Eynde, Luc Vanden Wyngaert, Filip Vandepuffe, Maarten Vanderlrn/len, Maarten Vandervelpen, Gilbert Vandezn11de, Lieven Van Hel le111ont, Carl Va11herck, Hilaire Vanherwege11, Geert Vanhorebeek, Gerda Van Hoovels, Fabrice Van Hove, Hans Va11kercklroven, Pieter Vanonnelinge11, Kri Van Se/iaren, Johanna Van To11de1� Joost Vantrappen, André Verboven, Bart Verco11tere, Guy Verrijdt, Dirk Van Weme, Theo Vreugde, Marc Walmvens, Fran Walterus en Courtenay Willi .
78
De Boomklever
-
juni 2007
Tabel: Voorjaarsfenologie 2007 van de vaker voorkomende trekvogelsoorten in het Dijleland.
Boomvalk Koekoek Gierzwaluw
12/04
1 ex. N te Heverlee/Arenbergpark (W. Desmet)
21/04
1 ex. te SAR (J. Nysten)
17/04
1 zp te OHZ (J. Rutten)
20/04
1 zp in de Doode Bemde (J. Nysten) ca 10 ex. te Leuven (LP Arnhem)
18/04 20/04
enkele ex. te Haasrode (R. Huybrechts), 1 ex. te OHN (J. Rutten), 3 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets)
Oeverzwaluw Boerenzwaluw Huiszwaluw Gele Kwikstaart Blauwborst Zwarte Roodstaart Sprinkhaanzanger
Kleine Karekiet Bosrietzanger Tuinfluiter
16/03
2 ex. te SAR (M. Walravens)
18/03
2 ex. te SAR (F. Fluyt, L. Vanden Wyngaert, H. Roosen)
18/03
3 ex. te SAR (F. Fluyt, L. Vanden Wyngaert, H. Roosen e.a.)
20/03
3 ex. te SAR (S. D'Hont)
01/04
1 ex. te Bertem (S. Bouillon)
08/04
2 ex. te Overijse/Groeneweg (I. Nel)
06/04
1 ex. over Maleizen (S. Peten)
07/04
1 ex. over Heverlee/Bremstraat (G. Bleys)
23/03
1 zp te OHN (K. Moreau)
24/03
1 zp in de D oode Bemde (J. Nysten)
27/02
1 ex. te Wijgmaal (T. Vreugde)
11/03
1 ad m te Meerbeek/Dorpsstraat (M. Hens)
13/04
1 zp in de Doode Bemde (F. Fluyt), 1 zp te OHN (A. Smets)
15/04
2 zp in de Doode Bemde (M. Walravens)
25/04
1 zp te AVP (J. Kempeneers)
26/04
1 zp in de Doode Bemde (M. Walravens)
06/05
1 zp te OH/Ramskop (F. Fluyt)
12/05
1 zp te OHN (F. Fluyt)
15/04
1 ex. te Bertem/Koeheide (M. Vandervelpen), 1 ex. te Neerijse/Ganzemansstraat (L. Van Hellemont)
Zwartkop Grasmus
20/04
1 ex, te Herent/Kastanjebos (R. Ghijsen)
04/03
lm te Heverlee/Geldenaaksebaan (Y. Vanden Bosch)
17/03
1 zp te NGB (M. Hens e.a.)
20/04
1 zp in de Doode Bemde (J. Nysten), 1 zp te SAR (M. Walravens)
21/04
2 zp te SAR (F. Fluyt), 1 zp te Vossem (A. Smets), 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau
(J. Nysten) Braamsluiper
10/04
1 ex. te Bertem/Koeheide (T. Roels)
15/04
1 zp te Heverlee/Bremstraat (G. Bleys), 1 zp te Meerbeek/ Dorpsstraat (M. Hens)
Fitis
05/04
1 zp te Meerbeek/A. Dewitstraat (M. Hens)
06/04
1 zp te Meerbeek/Schoonaardestraat (M. Hens)
Samenstelling: Kelle Moreau, kelle.rnoreau@gmail.com
De Boomklever
-
juni
2007
79
Activiteiten zomer 2007 Avondexcursies
lnsectenexcursies De inventarisaties in het kader van de nieuwe vlinder
De Natuurstudiegroep Dijleland en de werkgroep Na
atlas, de geklutste seizoenen en de nagelnieuwe regi
tuurgidsen van de Vrienden van Heverleebos en Meer
onale verspreidingsatlas maken dat insecten volop in
daalwoud organiseren in 2007 een gezamenlijke excur
de belangstelling staan. Hoewel het meeste inventari
sie-cyclus rond kenmerkende fauna- en flora-compo
satiewerk 'solo' wordt afgewerkt, hebben we een reeks
nenten in het Dijleland. Het opzet van de excursies is
excursies opgezet gericht op aandachtssoorten en/of
tweeledig: natuurgidsen uit de eerste hand laten kennis
minder bekende soorten, kwestie van ieders determi
maken met bijzondere en vaak ongekende 'plaatselijke'
natie-vaardigheden op peil te houden. Deze excursies
natuurwaarden en al doende bijdragen aan lopende in
gaan niet door bij slechte weersomstandigheden (kou
ventarisaties en tellingen in de streek.
de, aanhoudende regen, ...). Bij twijfel, neem je best op Woensdag 11 juli 2007: Amfibieën en poelen in Neerijse
met de contactpersoon.
•
•
19u00,
parking
Weebergbos,
kruispunt
Neerijse Steenweg/Brede weg, Leefdaal
Zondag 1 juli 2007: Bosvlinders in Meerdaalwoud: op zoek naar Kleine IJsvogelvlinder
Afspraak:
•
Leiding: Mark Lehouck (mark.lehouck@pando ra.be, 016-444936)
Afspraak: 9u00, parking Weertse Dreef, Naam sesteenweg, Blanden
•
Leiding:
Joris
Menten
(pjoris@advalvas.be,
Woensdag 8 augustus 2007: Hamsters op het pla teau te Bertem
0495-275393)
•
le/Brede weg, Bertem
Zaterdag 28 juli 2007: V1inders in de Doode Bemde: op zoek naar Grote Weerschijnvlinder •
Afspraak: 9u00, parking Doode Bemde, Reiger
Afspraak: 19u00, kruispunt Blokkenstraat/Del
•
Leiding: Maarten Hens (maartenhens@yahoo. co.uk, 0473-244752)
straat, Sint-Joris-Weert •
Leiding: Bart Vercoutere (bart.vercoutere@scar
Hamsterinventarisaties
let.be, 0494-504760) Zoals in 2005 en 2006 brengt de Natuurstudiegroep Dij Zaterdag 11 augustus 2007: Libellen op en rond de vij
leland ook dit jaar de Hamsterpopulatie in het vaste in
vers van Oud-Heverlee
ventarisatiegebied tussen Bertem, Korbeek-Dijle en Leef
•
•
Afspraak: lluOO, station Oud-Heverlee, Bogaerden
daal in kaart. Tussen eind juli en eind augustus lopen
straat, Oud-Heverlee
we éénmaal per week de recent geoogste akkers af op
Leiding: Frederik Fluyt (frederik.fluyt@gmail.com,
zoek naar hamsterburchten. De excursies gaan door op
0479-920172)
woensdagavond, met afspraak telkens om 19u00 op het kruispunt van de Blokkenstraat, Bredeweg en Delle te
Zaterdag 25 augustus 2007: Lieveheersbeestjes in
Bertem. Laatkomers vinden ons op en rond de akkers in
de Molenbeekvallei te Veltem
de onmiddellijke omgeving. Bij twijfel contacteer je best
•
Afspraak: 14u00, kerk Veltem
Maarten Hens (maartenhens@yahoo.co.uk, 0473 244752).
•
Leiding: Bart Creemers (bart.creemers@gmail.
Iedereen is van harte welkom om mee te speuren naar
com, 0496-893106)
deze akkerknagers.
- Woensdag 25 juli 2007
Zaterdag 22 september 2007: Nachtvlinders in
Woensdag 1augustus 2007
Meerdaalwoud
Woensdag 8 augustus 2007 (samen met de
•
•
Afspraak: 20u00, parking Weertse Dreef, Naam
werkgroep Natuurgidsen; zie hoger)
sesteenweg, Blanden
Woensdag 15 augustus 2007
Leiding: Bruno Bergmans (bruno.bergrnans@
Woensdag 22 augustus 2007
scarlet.be, 0498-760722)
Woensdag 29 augustus 2007
De Boomklever
80
-
juni
2007
et
e
1
Gekiekt tijdens het veldwerk voor de nieuwe dngvlinderntlns".!
Klein geaderd witje Pieris nnpi, Mnrnixlios (Ozierijse) ..J 111ci 200ï (Foto: Axel Smets)
Voorjnar 2007 znl bij velen in de herinnering blijven nis het 'l'oo1jnnr z•nn de '1110erns:zml11ë11cn' in i11tAgnt1In-Rode! iet alleen wnren er tien wnnr11e111ingen vnn Z\ art Stern CIJ/ido11ins iga 111ct cc11 111nxi1nw11 vnn 12 ex. op 2814 (zie foto), 11innr bovendie11 werden in die periode ook Wit\'leugel tem CIJ/ido11ins le11copteru ell Witwang tem Chlidonins hybridus prncl1tig wnnrge1101nen". <Foto: Axel Smets)
-
.
·-
Inhoud 49
Editoriaal INSECTEN Zuiders juffertje duikt op in het Grootbroek(Huldenberg) Eerste waarneming van de Gaffe/waterjuffer
Coenagrion scitulum
voor
het Dijle/and 50
�����
Sphiximorpha subsessilis en Xanthogramma laetum: twee nieuwe zweefvliegensoorten (Diptera, Syrphidea) voor het Meerdaalwoud 52
Joris Menten en Steven Bowl/on Vroege waarnemingen van Kolibrievlinder: gevolg van een opwarmend klimaat Marcel Gillard (vert. Bruno Bergmans)
59
ZOOGDIEREN Hamsterbescherming in Vlaanderen V eronique Verbist
60
Oproep: Fruitratjes gezocht Hans Roosen
62
VOGELS Gierzwaluwen: de Pauscollegekolonie te Leuven
Louis-Philippe Arnhem
64
Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving, maart - mei 2007
69
Kel/e Moreau AANKONDIGINGEN EN ACTIVITEITEN Activiteiten foto •
CO\
er: Grote L1h erreiger Cns111crod111s nll111s
80 -
Doode Bemde, 2 maart 2007 (Foto A>..el Smets)