/ Jaargang 3 7
-
december 2009
1
Tijdschrift van de Natuurstudiegroep Dijleland •
1
1
1 r �
Regionale werkgroep van Natuurpunt Studie vzw
natuur punt
S1ud1e
Bestuur •
Maarten Hens (voorzitter), Dorpsstraat 48, 3078 Meerbeek,
Driemaandelijks tijdschrift van de
0473-244752
Natuurstudiegroep Dijlland. De Boomklever brengt bijdragen over
Kris Van Scharen (penningmeester), Korbeekstraat 27,
•
studie en beheer van de biodiver
3061 Leefdaal, 02-7672638
siteit in het Dijleland en verschijnt
Bruno Bergmans, Mgr. Van Waeyenberglaan 54 DIS bus3,
•
viermaal per jaar (maart, juni, sep
3000 Leuven, 0498-760722
tember, december).
Herwig Blockx, Rue du Culot 42, 1320 Tourinnes-la-Grosse,
•
010-862466
Redûtfe
Bart Creemers, Aarschotsesteenweg 420, 3012 Wilsele
Hoofdredacteur: Bruno Bergmans
0496-893106
leden: Herwig Blocloc, Bart Cree mers, Frederik Fluyt, Maarten Hens, Kelle Moreau en Kris van Scharen
•
•
Frederik Fluyt, Spitsberg 4, 3040 Huldenberg, 0479-920172
•
Joris Menten, W. De Croylaan 49/21, 3001 Heverlee, 0495-275393
•
Kelle Moreau, Korenbloemlaan 5, 3052 Blanden, 0486-125877
•
Hans Roosen, Abstraat 101, 3090 Overijse, 02-6879518
•
André Verboven, Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184
�
Artikels, foto's en korte bijdragen worden verwacht op het redactiese cretariaat, p/a Bruno Bergmans e-mail: bruno.bergmans@scarlet.be
Werkgroep vogels •
•
Archivering en rapportering waarnemingen: Kelle Moreau (kelle.
Het copyright van de teksten, il
moreau@gmail.com)
lustraties en foto's blijft bij de res
Watervogeltellingen, Luc Hendrickx( luchendrickx2003@yahoo.
pectievelijke auteurs, tekenaars en fotografen. Overname is mogelijk
com) Broedvogelprojecten, akkervogels: Maarten Hens (maartenhens@
•
yahoo.co.uk) Trektellingen: Frederik Fluyt (frederik.fluyt@gmail.com)
•
Geînteresseerden kunnen De Boomklever ontvangen door overschrijving van 10 € O.P reke-: ningnummer 001-1552168-50 van de Natuurstudiegroep Dijlelànd, met opgave van naam en adres. :E"en steunabonnement kost 15 E oftn,e,e,c
Archivering waarnemingen: Kelle Moreau (kelle.moreau@gmail.com)
•
V leermuizen: Hans Roosen (roosenhans@yahoo.com)
•
Hamster: Maarten Hens (maartenhens@yahoo.co.uk)
bronvermelding .......
Werkgroep zoogdieren •
mits hun uitdrukkelijke toelating en
Werkgroep ongewervelden •
Archivering en rapportering waarnemingen: Bart Creemers (bart.creemers@gmail.com)
Werkgroep planten •
Themaverantwoordelijke: Joris Menten (pjoris@advalvas.be)
Website: www.na t u urstudiegroepdijleland.be Rondzendlijst Dijleland: Stuur een blanco e-mail naar:
v.u.:
dijlevallei-subscribe@yahoogroups.com
3078 Meerbeek
•
j 9 f
M. Hens, Dorpsstrl(at 48,
--..._�-
--
-
•
"
me
n avrn pEI,
KOi
or
change
OUÓEV µEVEI," de Oude Grieken wisten het al: "Alles verandert, en niets blijft'.' En
inderdaad, ook de Dijlelandse natuur staat niet stil, en daarom belicht De Boomklever die u nu in handen hebt de vele aspecten die het aanzien van de Dijlelandse avifauna de afgelopen decennia veranderd hebben. Sommige van die veranderingen verliepen quasi geruisloos, andere staan nog zeer vers in het geheu gen. Toen ondergetekende nog een echte neofiet was in het Dijleland (en dat is toch ook nog maar 5 jaar geleden), was elke Grote Zilverreiger in de vallei een hoogtepunt van een dagje uit. Op de
winterse watervogeltellingen werd er heel nauwkeurig gewikt en gewogen of er nu 3 dan wel 4 Grote Zilverreigers in de vallei zouden zitten. Nu moet je al een heel slechte dag hebben om geen Grote Zil verreiger in de vallei te zien en elk najaar sneuvelen nieuwe records, waarbij een getal met drie cijfers niet eens meer zo'n dwaze hersenschim lijkt. In dit themanummer gaan we na welke factoren verandering teweeg brengen, zowel in goede als in slechte zin. We zijn uitgekomen op 6 grote thema's: - de invasie van exoten - habitatverlies - positieve effecten van een veranderd beheer - populatietoename - een complexe mix van externe factoren - en last hut not least: de klimaatopwarming Voor elk van deze thema's hebben we één of meer kensoorten gekozen waarvan de evolutie over de jaren heen goed gedocumenteerd is. Voor de exoten gaat het vooral om de Halsbandparkiet, de Canadese Gans en de Nijlgans die de laat ste jaren enorm in de lift zitten. Op hun aantalstoename lijkt geen rem te staan en er kijkt dan ook niemand meer op van de bonte verzameling exotische ganzen die tijdens de afgelopen winters her en der in de vallei verzamelen. Het habitatverlies treft vooral de specialisten onder onze avifauna. Met het verdwijnen van heel wat kleinschalige elementen in het landschap en de geweldige intensivering van de landbouw, hebben veel soorten het heel moeilijk gekregen en zijn zelfs uit het landschap verdwenen, terwijl ze voordien flo reerden in ook door de mens vormgegeven semi-cultuurlandschappen. Hét voorbeeld bij uitstek zijn hier de akkervogels. Tegenwoordig is elke dag dat je nog een Grauwe Gors ziet in de streek, een dag om met rode inkt in je notitieboekje te markeren. Een hele rist andere soorten zoals Geelgors, Veld leeuwerik en Patrijs riskeren dezelfde weg op te gaan als er niet snel maatregelen genomen worden. Maar er zijn zeker ook winnaars onder onze avifauna. Nu alle vijvers in de Dijlevallei ten zuiden van Leuven in handen zijn van het Agentschap voor Natuur en Bos en de Vrienden van het Heverleebos en het Meerdaalwoud, is het beheer veel natuurlijker geworden. Ook al blijkt het vaak een broos
De Boomklever
1
-
december· 2009
1o1
evenwicht, de evolutie naar heldere vijvers met een rijke waterplantengroei is ingezet. Dit heeft al de eerste resul taten afgeworpen, zoals de terugkeer van de Kleine Zwaan als overwinteraar in de Dijlevallei - ook al is het bij het schrijven van dit stukje nog altijd bang afwachten of ze ook dit jaar zullen terugkomen. Sommige soorten hebben in Europa ook een geweldige populatietoename gekend de afgelopen jaren. Dé voor beelden hiervan zijn de Grote Zilverreiger en de Aalscholver. De eerste schuchtere pogingen naar een vestiging als nieuwe broedvogel van deze soorten zijn al gezet of vallen spoedig te verwachten. Elke evolutie wordt natuurlijk veroorzaakt door een combinatie van factoren, maar voor sommige soorten veel meer dan voor andere, is de oorzaak van hun achteruitgang heel complex. Vogels die hier in het verdomhoekje beland zijn, zijn onze ty pische Afrika-trekkers. Het wordt jaar na jaar moei lijker om soorten als Wielewaal en Zomertortel in onze streek te zien te krijgen. En dan zwijgen we nog van Paapjes die vroeger ooit zo'n algemene broedvogels in de vallei moeten geweest zijn, dat de eerste vogelkijkers ze nauwelijks de moeite van het vermelden waard vonden. Waar in een niet zo ver verleden nog jaarlijks tochten ge organiseerd werden om naar het Nachtegalenconcert in de Doode Bemde te gaan luisteren, is deze heldere zanger volledig verstomd. Nochtans lijkt op het eerste gezicht de Dijlevallei nog steeds geschikte biotopen te herbergen. Dit is des te frustrerender als je bvb. in Zuid-Europa komt en daar Nachtegalen hoort zingen vanuit elk onooglijk bosje. Hier spelen waarschijnlijk factoren een rol die ver buiten de Dijlevallei liggen. Immers, over heel de wereld komen lange-afstandstrekkers spijtig genoeg in moeilijkheden. Er gebeurt de laatste jaren mooi onderzoekswerk met satelliettransmitters. Dit heeft al tot verrassende nieuwe inzichten geleid over het belang van sommige gebie den voor het behoud van onze avifauna, maar het is ook duidelijk dat we hier nog maar net aan het topje van de ijsberg zitten. En daarmee zijn we meteen beland bij de laatste, maar misschien wel de meest doorslaggevende factor voor veran dering: de klimaatopwarming. De mooiste illustratie op vogelvlak is de opmars van de Cetti's Zanger. Die is intus sen blijkbaar zo goed ingeburgerd dat ook een strengere winter zoals de vorige die soort niet meer klein krijgt. Veel andere opvallende voorbeelden blijven voorlopig uit, maar als je sommige klimaatprojecties leest, staan we hier nog maar aan het begin van een revolutie. Met de eerste Orpheusspotvogel voor de streek enkele jaren terug, kun je je niet van de indruk ontdoen dat spoedig ook andere soorten hun neus aan het venster zullen steken. We zullen zelden een meer actuele Boomklever gebracht hebben dan het nummer dat u nu in handen hebt. Op het ogenblik dat u dit leest, hebben onze wereldleiders hopelijk moedige beslissingen genomen op de klimaatcon ferentie in Kopenhagen. Ik geef toe, verandering is leuk, en het maakt vogels kijken een fantastisch boeiende hobby. Maar als u verder leest zal het ook duidelijk worden dat de soorten die het goed doen over het algemeen generalisten zijn. Zo zijn onze Grote Zilverreigers bvb. niet te beroerd om in de winter onze mooie plassen te verlaten en ook veldmuizen te verschalken in weitjes op onze plateaus. De specialisten krijgen het moeilijk echter als de veranderingen te drastisch zijn, zoals nu het geval lijkt te worden met de ontsporende klimaatopwarming. Persoonlijk vind ik het een groot gemis dat we in de lente niet meer kun nen gaan luisteren naar de terugkeer van de eerste Nachtegalen. Ik mag er niet aan denken dat ook het gejodel van de Wielewaal, de zachtjes ronkende liefkozingen van de Zomertortel en de Koekoek definitief zouden verstom men. Hopelijk zijn voldoende mensen bereid om 's avonds op het werk het licht uit te draaien als ze naar huis gaan en om voldoende grote kwaliteitsvolle brokken natuur te bewaren overal ter wereld langs alle migratieroutes. Want alleen zo hoeven vooruitgang en het behoud van kwaliteitsvolle natuur niet de kwadratuur van de cirkel te zijn.
Ik wens u veel leesplezier en u en uw familie het allerbeste in 2010! Bruno Bergmans Hoofdredacteur van De Boomklever
102
De Boomklever
-
december 2009
.
.-.
."
. ·�\·;: . .
···V9ge/s
Exoten in het Dijleland: een update Exotische vogels in het Dijleland, januari 2005
H
-
augustus 2009
et is inmiddels ongeveer vijf jaar
geleden
dat
er
in
De
Boomklever nog specifiek aandacht werd besteed aan het voorkomen van
ontsnapte
en/of
verwilderde
- Korbeek-Dijle) en NGB, NGB = Neerijse/Grote Bron (deel Doode Bemde), NKV= Neerijse/Kliniek vijvers (deel Doode Bemde) en SAR = Sint-Agatha Rode/Grootbroek.
Inleiding
vogelsoorten in het Dijleland. Na
Het overgrote deel van de tijdens 2005-2009 in regio
de exoten-jaaroverzichten 2003 en
Leuven vastgestelde exotische vogelsoorten stamt
2004 (Moreau, 2004; 2005) en de info uit de waarnemingenoverzich ten die daaraan vooraf gingen, pik ken we de draad nu weer op met een overzicht van waarnemingen van exotische vogels in het Dijle land dat voornamelijk de periode januari 2005 - augustus 2009 be slaat. De bestreken regio omvat de gemeenten Bertem,
Kortenberg,
Leuven,
Herent,
Oud-Heverlee,
Huldenberg, Overijse, Ter vuren en
{zoals traditioneel) uit de familie van de eendachti gen (Anatidae). Waarnemingen van Grauwe Gans
Anser anser
en Krooneend
Netta ru.fina
werden tij
dens de voorbije vijf jaren steeds in de waarnemin genoverzichten van inheemse soorten opgenomen, omdat het onderscheid tussen wilde en ontsnapte/ verwilderde ex. van deze soorten niet altijd gemaakt kan worden. Zij komen in deze bijdrage dan ook niet aan bod. Slechts vier van de tijdens 2005-2009 in het Dijleland vastgestelde exotische vogelsoorten worden in staat geacht op eigen houtje, dus zonder introductie van nieuwe ex., voort te kunnen bestaan in de Dijleland se natuur: Grote Canadese Gans, Nijlgans, Fazant en Halsbandparkiet. Zwarte Zwaan en Mandarijneend blijven occasionele broedvogels, terwijl Indische Gans, Brandgans en Casarca hun min of meer regel matige status bevestigden. Zwaangans en Magelhae ngans zouden wel eens een opmars ingezet kunnen
de aangrenzende gebieden.
hebben. Andere bekende gasten waren Chileense Smient, Bahamapijlstaart, Ringtaling, Carolina-eend en Rosse Stekelstaart, ditmaal in een bont gezel schap 'exotisch gevederte van de dag'.
Gebiedsafkortingen: WLS = Wilsele/Vijvers Bellefroid, LP = Kessel-Lo/ Leopoldspark, AVP ZW
=
=
Heverlee/Abdij van Park,
Oud-Heverlee/Zoete Waters, OHN
Heverlee/N, OHZ
=
=
Zwanen, ganzen en eenden
Oud
Oud-Heverlee/Z, Oppem
=
weilanden tussen Bogaardenstraat {Oud-Heverlee
Zwarte Zwanen
Cygnus atratus
werden tijdens de
periode 2005-2009 hoofdzakelijk waargenomen in
De Boomklever
decerr1ber- 200q
103
Halsbandparkiet Psittacula krameri, Abdij van Park, foto Eric Toorman
13 jul 2005 (K.
2009 24 waarnemingen van 1 ex. op tussen 14 feb en 28 aug (versch. waarn.). Buiten hogervermelde ge
Moreau, P. Declerck), verbleven twee ex. in deze re
bieden werden Zwarte wanen tijdens de behandelde
24 sep 2005 tot minstens 7 mei 2006. Op 1 okt 2005 bleken ze een nest te bezetten te SAR (K.
periode waargenomen op de Ijsebroeken te Overijse
de zuidelijke Dijlevallei (Florival tot SAR) (versch. waarn.). Na een ex. te Florival/Z op gio van
Moreau, M. Hens e.a.), maar een geslaagd broedge val bleef uit. Tussen
23 jul en 10 okt 2006 werd een
12 data vastgesteld te SAR en NGB 2007 werden tussen 3 maa en 9 sep vervolgens 26 waarnemingen van 1-2 ex. geno
solitair ex. op
(versch. waarn.). In
(1 ex. op 15 jan 2005; J. Verroken), op het Meer van Genval te Overijse (1 ex. op 24 maa en 29 mei 2005; E. De Broyer), te WLS (1 ex. op 3 feb, 27 feb en 19 maa 2006; S. D'Hont, M. Hens, M. Bekkers) en te AVP (1 ex. op 24 aug 2009; S. Sys). Er valt geen lijn te trekken in het voorkomen van Zwarte Zwanen in het
teerd in de Dijlevallei (SAR, NGB, OHN) (versch.
Dijleland. Hoewel de meeste waarnemingen in de
waarn.), in
2008 ging het in dit gebied (SAR, Pécrot, 32 waarnemingen van 1-2 ex. tussen 20 jun en 3 nov (versch. waarn.) met een uitschieter van 4 ex. op 26 okt 2008 (G. Ryken). Datzelfde jaar bracht op 8 okt ook 2 nestbouwende
zuidelijke Dijlevallei worden opgetekend, waarbij de
Florival, Basse Wavre) om
wintermaanden ondervertegenwoordigd zijn, kan de
ex. naar het Park van het Koninklijk Museum voor
len van nestbouw gedocumenteerd, maar er vonden
Midden-Afrika te Tervuren (C. Carels), maar van
geen geslaagde broedgevallen plaats. Beide nesten
13
29 dec 2008 werd hier slechts één ex. waargeno men (A. Smets, R. De Boom, J. Paenhuysen, PY Bo dart e.a.). Ook op 23 mei, 4, 25 en 30 jun en 15 aug 2009 werd hier telkens één ex. geteld (P. Nuyts, E.
tot
soort in alle maanden van het jaar opduiken, en dat in principe op alle plassen en rivieren van de regio. Tijdens de behandelde periode werden twee geval
werden gebouwd in okt (SAR
2005, Tervuren 2008),
wat aansluit bij de timing van de eerdere broedgeval len in de regio. Deze vonden immers ook telkens in het najaar of de vroege winter plaats.
Walravens, A. Braem, T. Van Langenhove e.a.). De Dijlevallei (Gastuche tot Doode Bemde) leverde in
t 04
De Boomklever
-
december
2009
Een overzicht van de waarnemingen van Indische
Anser indicus uit de periode 2005-2009 : 1 ex.
1, AVP 1) en 2 in 2009 (OHN 1, ZW 1). Deze dalende
te NGB en SAR op 19/04/05 (W. Desmet, S. Peten),
reeks vertaalde zich echter niet in afnemende aan
5 ex. te Heverlee/ Arenbergpark op 12/11/05 (L.
tallen pleisteraars buiten het broedseizoen (versch.
Gans
Desmet), 1 ex. te SAR op 11/12/05 (L. Hendrickx), 1
waarn.). Zo bedroegen de maximale najaarsconcen
ex. te Gastuche en SAR op 14/01/06 (B. Nef, F. Fluyt),
traties over de jaren heen : 122 ex. te Tervuren/park
1 ex. te Pécrot/Grand Pré op 11/02/06
(F. F luyt), 1 ex.
KMMA op 5 jul 2005 (A. Reygel), ca 150 ex. te Leu
te Overijse/Mariëndal op 30/05/06 (E. De Broyer), 2
ven/Gasthuisberg op 20 nov 2006 (S. D'Hont), 216
ex. over te Wilsele/Dijledijk op 26/09/06 (S. D'Hont),
ex. te SAR op 28 aug 2007
1 ex. te Terlanen/Bilande op 10/04/07 (H. Roosen),
SAR op 15 sep 2008 (M. Walravens). In 2009 waren
2 ex. te SAR en Pécrot op 8-9/03/08
(J. De Rycke,
de aantallen te SAR eind augustus al opgelopen tot
K. Moreau), 7 ex. te Heverlee/Arenbergpark op
320 ex. (M. Walravens). Ook op de winterse slaap
15/03/08 en 18/10/08 (L. Desmet), resp. 3, 1, 1 & 3 ex.
plaatsen, met LP en SAR/Pécrot/Gastuche als be
te SAR en Pécrot op 17, 22, 24 & 27/08/08 (L. Hen
langrijkste gebieden, viel geen terugval in de totale
drickx,
J. De Cock, M. Walravens, I. Nel e.a.), resp.
aantallen te noteren. Te LP bedroegen de maxima
1, 1 & 3 ex. te Tervuren/Park KMMA op 24/11/08,
voor de winters 2004/2005, 2005/2006 en 2006/2007
5/12/08 en 29/08/09 (B. Brooks, C. Willis, I. Nel),
resp. 68 ex" 124 ex. en 119 ex. (B. Creemers, K. Mo
(F. Fluyt) en 438 ex. te
1 ex. te Pécrot/Etang (slaapplaats) op 19/12/08 (M.
reau,
Walravens), 1 ex. te LP op 4/01/09 (E. Toorman) en 1
tief onbelangrijk. De jaarmaxima in de winterse kern
ex. te Gastuche/Marais de Laurensart op 25/01/09
(J.
van de zuidelijke Dijlevallei varieerden van 102 ex.
Rutten). Er bestaat wat verwarring rond de Zwaan
in 2004/2005, over 194 ex. in 2005/2006, 110 ex. in
gans of Chinese Knobbelgans
2006/2007 tot resp. 277 ex. en 280 ex. in 2007/2008
Anser cygnoides: de
J. Nysten), nadien werd deze slaapplaats rela
zwaanachtige vorm met de slanke langgerekte kop
en 2008/2009 (B. Nef, K. Moreau, M. Walravens).
en de gansachtige (gedomesticeerde?) vorm met de
Over het voorkomen van de Kleine Canadese Gans
knobbel aan de snavelbasis behoren blijkbaar tot de
Branta hutchinsii in het Dijleland is niets met zeker
zelfde soort. Van de laatste vorm werden op 3 okt
heid geweten. Er bestaat heel wat variatie in de afme
2005 5 ex. doorgegeven vanuit het Arenbergpark te
tingen van de verschillende soorten, en kennis van de
Heverlee (R. De Keyser), terwijl hier op 18 sep 2008,
discriminerende kenmerken ontbreekt veelal. Kleine
13 dec 2008 en 14 maa 2009 telkens 7 ex. werden
Canadese Ganzen werden in het Dijleland tot op
gemeld (W. Desmet). De eerste vorm was op 14 dec
heden doorgegeven vanuit Tervuren/Park KMMA
2008 met 9 ex. aanwezig te Tervuren/Park KMMA
(resp. 2, 1 & 1 ex. op 27 feb, 2 apr & 14 okt 1996;
(R. De Boom, F. Van Den Houte). Er mag van worden
A. Reygel) en Leuven/centrum (1 ex. op 30 jul 2009;
uitgegaan dat de meerderheid van de observaties van
L. Smets). Te ZW werd een koppel met 4 pulli op
deze soort (vnml. de gansvariant) niet werden door
8 mei 2009 als Kleine Canadese Ganzen gedetermi
gegeven.
neerd (H. De Blauwe). Hoewel de Brandgans Branta
leucopsis ook een steeds vertrouwder beeld wordt in Het is ongelofelijk welke evolutie de Grote Canade
het Dijleland, swingen zijn aantallen vooralsnog niet
Branta canadensis, waarvoor uit de eerste
zozeer de pan uit als die van zijn grotere Canadese
helft van de jaren '90 slechts een handvol Dijlelandse
broer (versch. waarn.). 2005 leverde in juni - de
waarnemingen voorliggen, sindsdien doorgemaakt
cember 26 waarnemingen op 9 locaties (Dijlevallei
heeft! Op 20 jaar tijd groeide deze exoot uit tot één
- Tervuren) op, in 2006 ging het om 18 waarnemin
van de meest gemelde vogelsoorten in de regio. Het
gen op 11 locaties (Dijlevallei - Ijsevallei - Tervuren
is dan ook onmogelijk om het voorkomen van deze
- LP), in 2007 om 11 waarnemingen op 4 locaties
soort in detail te bespreken, maar we staan stil bij en
(Dijlevallei - Kwerps), in 2008 om 27 waarnemingen
kele aspecten ervan. Als broedvogel lijkt de opmars
op 10 locaties (Dijlevallei - Meerbeek - Tervuren)
van de Grote Canadese Gans in ieder geval gestuit.
en in 2009 voorlopig om 15 waarnemingen op 10 lo
We ontvingen informatie (versch. waarn.) over ach
caties (Dijlevallei - Overijse - Tervuren - Kwerps
tereenvolgens 8 broedgevallen in 2005 (Tervuren 3,
- AVP). De jaarmaxima betroffen achtereenvolgens
Heverlee/Arenberg l, AVP 1, LP 3), 6 in 2006 (SAR
13 ex. in 2005 (Korbeek-Dijle, sep), 14 ex. in 2006
2, NKV 1, OHN l, AVP 1, LP 1), 5 in 2007 (SAR 3,
(SAR en Huldenberg; okt), 12 ex. in 2007 (SAR, sep),
ZW l, AVP 1), 4 in 2008 (SAR 2, Heverlee/Arenberg
18 ex. in 2008 (SAR, sep) en 4 ex. in 2009 (diverse
se Gans
De Boomklever - december- 200°
1 OS
.
.
..
'. "\' . -··�
Vo�è[�:
}. Rutten,
cente informatie schetst vermoedelijk een onvolle
R. Ghijsen e.a.). Met al die verwilderde ganzen in
dig beeld van de situatie, maar van een toename van
de regio kon hybridisatie tussen de verschillende
het aantal broedgevallen is in geen geval sprake! De
soorten niet uitblijven. Een vermoedelijke hybride
grootste concentraties Nijlganzen die tot dan toe in
Grauwe Gans werd op 26 sep 2005
2005 400 ex. op 1 nov; B. Nef) en in het Park van Tervuren (max. 359 ex. op 14 nov;
locaties; feb-mei) (L. Hendrickx, F. F luyt,
Brandgans
x
waargenomen te Tervuren/Park KMMA (A. Reygel). Een andere Bra n ta hybr id e viel op
1 okt 2005 in te SAR (K. Moreau). Een hybride Brandgans x Grote Canadese Gans pleisterde op 13 dec 2008 te OHN (W. Desmet) en op 14 dec 2008 te Tervuren/Park -
de regio werden opgetekend, verzamelden eind
in de Doode Bemde (max.
A. Reygel).
>
In de daaropvolgende jaren bedroegen
237 ex. (14 jul 2006; K. Moreau), 100 ex. (10 nov 2008; P. Maas) en 148 ex. (29 aug 2009, 1. Nel) de grootste concentraties, telkens te Tervuren. Hoewel
KMMA (R. De Boom, F. Van Den Haute).
Nijlgans Alopochen aegyptiacus, Park Tervuren, 8 november 2009, foto A.Braem) Net zoals de Grote Canadese Gans wordt de
Nijl
gans Alopochen aegyptiacus in de context van deze bijdrage enkel aan de hand van enkele aspecten van
hier een gestage aantalsafname geïllustreerd lijkt te worden, werd op
17 dec 2009 de allergrootste groep ooit aangetroffen, met maar liefst 800 ex. te Leef
zijn voorkomen besproken. Het archief van de Na
daal/Duivendelle (PM De lemos Esteves). Een albino
tuurstudiegroep Dijleland bevat voor de jaren
Nijlgans werd op
tot
2005
2009 gegevens over de volgende aantallen Nijl 14 in 2005, 7 in 2006, 11 in 2007, 10 in 2008 en 10 in 2009 (versch. waarn.). Ter vergelijking : in 2003 en 2004 werden resp. 19 en 20 broedgevallen doorgegeven. De re-
gansbroedgevallen in regio Leuven:
106
De Boomklever - december 2009
30 dec 2005 gezien op het plateau
te Eizer
(F. F luyt). Zoals op basis van de toenemende trend van de Casarca Tadorna ferruginea in de ons omringende streken (met Nederland op kop) kon worden verwacht, wordt deze soort ook in het Dij leland steeds frequenter waargenomen. Casarca's
......�-·��-�--�---
' •
Vogels '
trekken daarbij vaak op met Nijlganzen, en werden
"
in Kortenberg en Nethen). De maximale concen
dan ook meermaals aangetroffen op gekende ver
traties betroffen 4m3v op 14 okt 2006 te Tervuren/
zamelplaatsen van laatstgenoemden zoals het Park
park KMMA (A. Reygel) en 10 ex. op 17 nov 2007 te
van Tervuren, de weiden te Neerijse/Tersaert en de
Tervuren/Kapucijnenbos (Voerbronnen)
Doode Bemde (versch. waarn.). In principe kunnen
peels). Broedgevallen konden worden aangetoond te
Casarca's echter zowat overal opduiken, en dat ver
NGB op 12 mei 2008 (8 pulli; B. Nef ) en te Tervu
spreid over het hele jaar. 2005 en 2006 telden elk 10
ren/Kapucijnenbos (Voerbronnen) op 19 jun 2009
(0. Chris
waarnemingen op 6 locaties, in 2007 werden op 9 lo
(6 pulli; R. Jooris). Carolina-eenden Aix sponsa
caties 33 waarnemingen genoteerd. In 2008 en 2009
zijn in het Dijleland altijd een schaarsere exotische
daalde het aantal waarnemingen tot 24 en 25, en dat
verschijning geweest dan Mandarijneenden. Tijdens
op resp. 11 en 6 locaties (versch. waarn.). In bijna alle
2005-2009 werd deze soort waargenomen te Leuven
gevallen ging het om solitaire ex. op duo's. Enkel op 2
(lm in centrum van zomer 2005 tot feb 2006; L. Van
nov 2006 (SAR), 22 nov 2006 (Tervuren), 7 jan 2007
Hellemont, A. Van Ermen, S. Sys), Heverlee/Lange
en 3 feb 2007 (SAR) werden 3 ex. samen gezien (L.
staart (1 ex. op 28 aug 2005;
Hendrickx,
0. Chrispeels, F. Fluyt e.a.). Magelhaen
]. Kempeneers), SAR
(lmlv op 1-2 apr 2006; F. Fluyt), Gastuche/Marais
ganzen Chloephaga picta werden gemeld op 3 dec
de Laurensart (2 ex. op 31 jan 2009; B. Nef ) en OHZ
2005 op de toenmalige Nijlganzenslaapplaats in de
(3 ex. op 26 jul 2009;
Doode Bemde (1 ex" B. Nef), op 5 jan 2008 te SAR (1
kelstaart Oxyura jamaicensis uit de vijf behandelde
ex" M. Hens e.a.), te Oud-Heverlee/Ormendaal op
jaren was een vrouwtje te Tervuren/Park KMMA op
]. Rutten). De enige
Rosse Ste
16 feb 2008 (1 ad m, S. Horemans) en enkele keren te
16 jun 2009 (C. Carels). De trend van het jaarlijks
Neerijse/Tersaert in februari 2008 (1 ex" E. Malfait).
optreden van Rosse Stekelstaart(en) in de zuidelijke
Een koppeltje Chileense Smienten Anas sibilatrix
jaren, werd dus niet verder gezet.
Dijlevallei in de periode maa-apr van de voorgaande verbleef vanaf 2 nov 2007 te OHZ, Oppem en NGB, vanaf 15 februari 2008 ging het enkel nog om het mannetje. Hij bleef minstens tot op 3 apr 2009 in
Niet-eendvogels
hetzelfde gebied aanwezig (versch. waarn.). Te Ter vuren/Park KMMA zaten lmlv op 8 okt 2008 (C.
Naast tamme en verwilderde Fazanten Phasianus
Carels) en lm op 4 jun - 19 jul 2009 (E. Walravens,
colchicus werden in de periode 2005-2009 ook enkele
C. Carels,
Bahamapijlstaar
waarnemingen van andere fazantensoorten verricht.
ten Anas bahamensis werden waargenomen op 10
Zo werd op 16 jul 2006 een vrouwtje Koningsfazant
okt 2005 te NGB
(]. Menten) en op 3 en 8 sep 2007
Syrmaticus reevesii waargenomen te Oppem (L.
te OHN (K. Moreau, L. Hendrickx). Ringtalingen
Raty), terwijl op 20 jan 2008 een mannetje Groene
]. De Cock, A. Braem).
Calonetta leucophrys waren er tijdens de vijf be
Fazant Phasianus versicolor kon worden genoteerd
handelde jaren te WLS (lm op 11 & 18 apr 2005; S.
te Leefdaal/plateau (W. Desmet, M. Schurmans). Op
D' Hont), OHN (resp. 1v en 1 eclips op 15 okt 2005
27 aug 2005 liepen enkele ongedetermineerde fazan
en 31 jul 2006; K. Moreau, M. Hens e.a.) en NGB
ten rond te Haasrode/zandgroeve (J. Kempeneers).
(1v op 1 mei, 3 mei en 23 jun 2006 - K. Moreau, M.
Een Hadada-Ibis Hagedashia hagedash bracht op
Schurmans, M. Walravens; 1 ex. op 26 okt 2007 -
16 apr 2005 een verrassingsbezoek aan Holsbeek
M. Walravens). Ook Mandarijneenden Aix galeri
(net naast het Dunbergbroek)
culata werden nog steeds regelmatig waargenomen
gels worden in onze regio niet vaak als exoot door
in het Dijleland. Een samenvatting: 23 waarnemin
gegeven. Vreemd genoeg betrof een roof vogel die
gen in 2005 (10 keer in Dijle- en Ijsevallei, 13 keer
op 20 okt 2005 werd gefotografeerd in het Dunberg
(]. Van Roy). Roofvo
in Tervuren), 12 waarnemingen in 2006 (9 keer in
broek te Holsbeek (med. ]. Vandeplas) waarschijnlijk
Dijlevallei, 3 keer in Tervuren), 14 waarnemingen
een Aziatische Wespendief Pernis ptilorhynchus.
in 2007 (alle in Dijle- en Laanvallei), 15 waarnemin
Wel zeker waren een adulte Afrikaanse Zeearend
gen in 2008 (11 keer in Dijlevallei, telkens 1 keer te
Haliaeetus vocifer op 20 apr 2007 te Holsbeek (R.
Kwerps, Korbeek-Lo, Meerbeek en Tervuren) en 23
Scheys) (met vervolgwaarnemingen ten N van de re
waarnemingen in 2009 (tot augustus) (17 keer in Dij
gio) en een vrouwtje Amerikaanse Torenvalk Falco
le- en Laanvallei, 4 keer in Tervuren, telkens 1 keer
sparverius op 13 jul 2008 (toen reeds enkele dagen
De Boomklever
decernber 2009
107
.
.
't:·...f, .
. ...'r.'i'.•""
•
�
.
Vogels�-
.
aanwezig) te Bierbeek/Sint Camillus (J. Cuppens).
Samenstelling :
Een Japanse Kraanvogel Grus japonensis vloog op
Kelle Moreau, kelle.moreau@gmail.com
25 aug 2007 over Pécrot (M. Walravens).
Medewerkers en correspondenten : Op 14 apr 2009 werd in het centrum van Kessel-Lo een Diamantduif Geopelia cuneata waargenomen (S. Vranckx). Op 13 sep, 1 okt en 16 dec 2006 hing telkens een Grote Geelkuifkaketoe Cacatua galeri ta rond langs de E40 te Bertem/Leefdaal (K. Moreau, A. Smets, F. Fluyt, P. Collaerts e.a.). Een ongedeter mineerde kaketoe werd op 20 maa 2005 genoteerd te Kessel-Lo/Kesselberg
(F. Van de Meutter). Waarne
mingen van Valkparkieten Nymphicus hollandicus waren er op 5 sep 2005 te Leefdaal/plateau
(F. Fluyt,
M. Hens, V. Verbist) en op 9 okt 2006 te Wilsele/Dij ledijk (S. D'Hont). Een Senegalpapegaai Poicepha lus senegalus foerageerde op 28 dec 2006 op afgeval len appeis te Bierbeek/Krijkelberg (J. Cuppens), en een Monniksparkiet Myiopsitta monachus vloog op 25 aug 2007 over Leefdaal/plateau (K. Moreau). De tijd waarin de Halsbandparkiet Psittacula krameri in detail kon besproken worden in een waarnemin genoverzicht, is voorbij. Buiten de gekende kernge bieden in de zuidelijke Dijlevallei, werd de soort tij dens de jaren 2005-2009 op een steeds groter aantal locaties waargenomen (versch. waarn.). Rondom de broedgebieden ging het daarbij op een aantal plaat sen om nieuwe vestigingen van territoriale vogels, terwijl locaties op grotere afstand eerder occasioneel werden bezocht. Aangetoonde broedgevallen blij ven echter een zeldzaamheid in de regio. Een nieuw fenomeen betreft het bezoeken van voederplaatsen in Oud-Heverlee en Sint-Joris-Weert. Een blauwe vorm Halsbandparkiet zat op 3 nov 2007 te Oud HeverleeLeibeekstraat (C. Vanherck). De periode 2005-2009 leverde ook twee Dijlelandse waarnemingen van Zebravink Taeniopygia guttata op. Het ging om een vrouwtje op 24 sep 2005 te Ter lanen/Bilande (H. Roosen) en een ex. op 12 aug 2009 te AVP (K. Hansen). Op 11 maa 2007 vloog een ont snapte groen-geel-zwarte Kanarie Serinus canaria een appartement binnen te Heverlee/Leeuweriken straat (K. Moreau). Alle lof aan de waarnemer die te Meerbeek/pompstation op 31 aug 2008 een invallen de roodmus kon ontmaskeren als een Mexicaanse Roodmus Carpodacus mexicanus (A. Smets), zodat deze niet onterecht als een Roodmus Carpodacus erythrinus de archieven inging!
108
De Boomklever - december 2009
Zie waarnemingenoverzichten 2005 - 2009
�" "_.l• . '·" ",��.:
·.Vogels
De duikvlucht van de Leeuwerik: akkervogels in een veranderende wereld
E
n dat die wereld snel en voortdurend veranderd is een feit! Hierdoor loopt de
evolutie van het dossier rond akkervogels soms sneller dan het klavier en de tekstver werker van onze redacteurs kunnen verwer ken. Gezien het grote belang dat de Natuurstu diegroep Dijleland hecht aan het duurzaam beheer van de agrarische ruimte in het al gemeen en van onze akkervogels in het bij zonder, werd ervoor gekozen om het thema "habitatverlies en
akkervogels"
uit
deze
bundel en dit nummer van De Boomklever te lichten, om het in het maartnummer ten volle tot zijn recht te doen komen. Dit moet onze ad-hoc verslaggever en akkervogeldes kundige*, Maarten Hens, ook toelaten om meer informatie te brengen over de te ver wachten effecten van nieuwe beheersmaat regelen welke nu in volle voorbereiding zijn en die in de loop van 2010 in onze regio hun toepassing zullen krijgen. De redactie Patrijs Perdix perdix, plateau Leefdaal, 2 maart 2008,foto Eric Op de Beeck
*
Dochy 0. en M. Hens
( 2004 ), Van de stakkers van de akkers naar de helden van de velden, Beschermings
maatregelen voor akkervogels, Rapport INBO, Brussel Aanbevolen litteratuur: Koos Dijksterhuis en Hans Hut (2009), Akkervogels, Uitgeverij Roodbont, Zutphen.
De Boomklever
- december 2009
109
..
...
.. "·:..·
"��·
. ·�
V�g�l;:l:�·
De terugkeer van de Kleine Zwaan
D
e
niet-meer-zo-jonge
zullen
zich
zeker
lezers
herinne
ren dat er, in de tweede helft van de jaren zestig tot diep in de jaren
waarvan het overgrote deel, 20.000 ex (of 80%) de Nederlandse plassen en akkers verkiest. De rest trekt naar Engeland, Denemarken, Ierland. België vormt zowat de zuidgrens van het overwinteringsgebied met in strengere winters tot maximaal 500 vogels. Ze verblijven graag op plassen met Fonteinkruid, waar
zeventig van vorige eeuw, elke win
van ze de knollen eten, maar ook vaak op bietenak
ter Kleine Zwanen in de Dijlevallei
kers met oogstresten.
overwinterden. Dan volgde een lan
We zijn erin geslaagd om de waarnemingsgegevens
ge periode van afwezigheid om ten
over de Kleine zwaan in het Dijleland over een peri ode van 45 jaar (1964-2009) te verzamelen. Bronnen
slotte in de winters 2006-2007 en
waren o.a. het Archief van de Natuurstudiegroep
2007-2008 in klein aantal opnieuw
Dijleland (vanaf 1993), de Rapport de la Commission
te overwinteren.
d'Homologation 1964-2004 Aves en het waarnemin genarchief van de auteur (1964-heden). Deze gege
Betekent dit 'de terugkeer van de Kleine zwaan'? Het antwoord op deze vraag is niet zo voor de hand
vens worden grafisch weergegeven in figuur 1, maar de voorstellingswijze vraagt toch wat toelichting. De gegevens zijn per decade (periode van 10 dagen) weergegeven en dit telkens van de derde decade van oktober van jaar x tot einde maart van jaar x + 1. Er
liggend ...
*
zie ook over de afkomst van de Kleine Zwanen
Kleine Zwanen zijn broedvogels van de toendra in
in de Dijlevallei: "Het leven van een Kleine
Noord-Rusland� en West-Siberië en de populatie die
Zwaan."in 8 ringaflezingen': B.Bergmans en
in West-Europa overwintert telt zo'n 25.000 vogels
F.Fluyt, De Boomklever, jrg 36, juni 2008, p 71.
Kleine Zwaan Cygnus bewickii, St. Agatha-Rode, winter 2007, foto Frederik Fluyt
1 1o
De Boomklever - december 2009
" ,� ..Vogels ,,
werd echter voor gekozen om niet de maximumcij
Meestal ging het om 1 tot 4 exemplaren maar in no
fers (per decade/ maand/ ...) te gebruiken maar wel
vember 2004 vloog er een groep van ruim 30 exem
een cijfer dat we 'zwaandag(en)'"" zullen noemen.
plaren over de regio, meteen de grootste groep ooit!
**Zwaandag: zouden
we de maxima per decade gebruiken dan krijgt een groep zwanen die de hele periode ter plaatse blijft hetzelfde 'gewicht' als eenzelfde aantal vogels die maar 1 dag waar genomen worden. Een 'zwaandag' is bijgevolg gelijk aan 1 ex. dat gedurende 1 dag aanwezig is. Een voorbeeld ter verduidelijking: 5 Kleine Zwanen die de hele maand november in de Dij levallei verblijven krijgen de waarde '50' voor de eerste, tweede en derde decade van november (lOdagen x 5 exempt. = 50), terwijl de ééndags waarneming van 5 ex de waarde '5' krijgt in de decade van de waarneming en 'O' voor de overige decaden. Op deze wijze werden de 720 data ver werkt en in de grafiek weergegeven.
De grafiek toont opvallend het verschil tussen de vroegere en de recente overwintering: het aantal zwaandagen blijft in de recente periode ver onder de waarden die in 1964-1977 werden gehaald. Daar waar vroeger in heel wat decades de waarde 150 ruim werd overschreden, piekt de waarde in deze eeuw nauwelijks boven de 50 ... De reden hiervoor is duidelijk: er komen kleinere groepjes en ze blij ven veel minder lang overwinteren - de gemiddelde verblijfsduur is nu 90,5 dagen tegen 122 dagen in '64-'77.
Indien er dus al van een terugkeer van de Kleine Zwanen kan worden gewaagd, dan is het in alle geval voorlopig in mineur... Waarom overwinterden er na 1977 tientallen jaren lang geen zwanen meer en waarom zijn ze er nu
In de eerste en tweede decade van oktober werden
terug? De echte oorzaak van het 'verdwijnen' na 13
nooit Kleine Zwanen waargenomen. Er zijn ander
winters op een rij trouwe aanwezigheid zullen we
zijds wel twee april-waarnemingen: in 1969 bleven
wellicht nooit achterhalen. Verdween om een of an
2 zwanen tot 20 april 'hangen' en in 2008 was 4 april
dere reden het Fonteinkruid, hun voorkeursvoedsel,
de laatste waarnemingsdatum voor de winter 2007-
en is dat er nu - dank zij een beter beheer in de ver
2008.
schillende natuurreservaten - weer terug? Was er te veel jachtdruk - die nu ook sterk is afgenomen?
Het
onderzoek van de gegevens laat ook toe de
We hebben er het raden naar, maar een andere meer
bewering dat deze soort afwezig bleef tussen 1977
waarschijnlijke verklaring is dat deze soort, die zoals
en 2006 te relativeren. In deze periode werden er
gemeld in onze streken de zuidgrens heeft van het
immers toch nog 19 waarnemingen opgetekend.
overwinteringsgebied, ten noorden van de Dijleval-
Kleine Zwaan in het Dijleland, 1964-2009 200 180 160 140 120
100 80 60 40 20
0
1964- 1967-1970- 1973-1975-1978-1981-1983-1986-1988-1991- 1994-1996-1999-2001-2004-2006- 2009oktJ
maa2
feb3
jan2
dec)
nov2
feb)
deel
maa2
dec)
okt!
jan2
okt)
feb!
nov2
feb3
deel
De Boomklever - december 2009
maa 2
1 1 1
.
. -.:. "... :...r: .... .
","
Vogels
t-"::"\.
.
lei in de loop van de laatste 25 jaar van vorige eeuw een aantal alternatieve geschikte pleisterplaatsen zag ontstaan. Zo is er in Zuid-Nederland het Markiezaat blijkbaar plaats voor ruim 1.000 overwinterende Kleine Zwanen! Verder kennen we nu in Noord België ook enkele plaatsen waar Kleine Zwanen pleisteren: De Kuifeend-Antwerpen Noord, Blok kersdijk, Noordelijk Eiland Wintam, ... De kleine aantallen zwanen die toch nog tot in België geraken vinden dus voldoende geschikte alternatieven zodat er voor hen geen noodzaak is om tot het Leuvense af te dalen. Er mag dus gevreesd worden dat, hoe goed de kwaliteit van onze Dijle-vijvers ook mag worden en hoe rustig het er ook is, we ook in de toekomst slechts af en toe nog Kleine Zwanen zullen zien ... En ter bevestiging (helaas): bij het ter perse gaan van deze tekst was er dit najaar/winter nog altijd geen enkele Kleine Zwaan in de Dijlevallei waargeno men! Vorige winter verdwenen de op 12 november
2008 toegekomen zwanen al op 14 december 2008, maar dit kan waarschijnlijk verklaard worden door de drooglegging van de vijver van het Grootbroek in Sint-Agatha-Rode. Dit ontnam de Kleine Zwa nen een veilige plek op het water om de nacht door te brengen. Hierdoor dreigt 2009 opnieuw een jaar zonder Kleine Zwanen te worden (ook al doet onze hoofdredacteur pogingen om ze toch te zien vliegen: Dijlevallei-lijst- zondag 6 december: "Daarnet vlo
gen er 5 vermoedelijke Kleine Zwanen (enkel zonder verrekijker gezien; 4 adulten en 1 grijzig jong) recht de vallei in. Ik schat dat ze nu thv NGB moeten vlie gen. Als ze niet worden teruggevonden zullen ze de archieven moeten ingaan als UFS (unidentifiedflying swans) - Bruno Bergmans ") Ze werden niet teruggevonden...
Kris van Scharen kris.van.scharen@telenet.be
Referenties: - Hagemeijer, W.J.M., M.J.Blair (1997), The EBCC Atlas of European breeding birds, T & AD Poyser, London, p 63. - Herroelen P. {1952-1953), "Bijdrage tot de stu die van de vogels van de Dijlevallei en van enkele plaatsen rond Leuven'; De Giervalk- Le Gerfaut, fascl
-
I V.
- Van Scharen K. en C. Joiris, (1972) "Les oiseaux d'eau dans la Yallée de la Dyle(Brabant), de juillet
1964 à juin 1971'; AVES, vol 9, n° 4-5.
112
De Boomklever
-
december 2009
�. '
. 1 .
'Îti·�\::.'.Vogels
'.
Soorten in de lift 1 Het verhaal van de Aalscholver in het Dijleland, -
1940-2009
W
ie vandaag in het Dijleland
naar vogels kijkt kan zich
wellicht moeilijk inbeelden dat tot
ongeveer 25 jaar geleden de Aal scholver in de regio een vrij zeld zame vogel was! Ze zijn nu overal en altijd te zien, zowel als jaar vogel en doortrekker en dit in flinke aan tallen. Recenter zijn er zelfs enkele broedgevallen
vastgesteld.
Maar
het was dus ooit anders...!
Tussen 1940 en 1980 werd de soort immers slechts
36 keer waargenomen en dat is dus minder dan een (1) keer per jaar! Er waren 17 voorjaarsmeldingen, 17 najaarsmeldingen en zelfs 2 zomerwaarnemingen (7 juli 1968 en 13 augustus 1979). In de meeste gevallen ging het dan nog over slechts 1 exemplaar, behalve in
1956, 1957, 1966, 1970, 1972 en 1979 waar er respec tievelijk 2, 2, 4, 7, 2 en 5 exemplaren werden gezien. Maar er waren dus ook jaren, bijvoorbeeld tussen november 1975 en april 1978 dat er geen enkele Aal scholver werd gezien ... De volgende waarneming in april 1978 kwam dan ook totaal onverwacht : 6 april 1978 - 19u30: het is een mooie, heldere dag,
maar er staat een vrij krachtige Noordnoordoosten wind en het is niet warmer dan een graad of vijf We bevinden ons in Sint-Agatha-Rode aan de Groot broek-vijver waar zich de normale begin april tafere len afspelen:flink wat Kuif- en Tafeleenden dobberen rustig rond, samen met een groepje rondjesdraaiende Slobeenden, de eerste vier Boerenzwaluwen komen langs, een Visarend doet een poging om een vis te Onvolwassen Aalscholver Phalacrocorax
verschalken... Tot plots de rust verstoord wordt door
Carbo sinensis, foto Luc Hendrickx
een snelle vlucht zwarte vogels! Zesentwintig Aal-
De Boomklever
-
december 2009
113
.!"
• �
.. � .....
s;" c: Voae/s 6 .�':f' .
•
scholvers, nooit eerder werden er in de streek zoveel samen gezien ...De groep komt aanvliegen uit Weste lijke richting en valt in op de vijver. Meteen start een actie die iets heeft van een ritueel: in een vloeiende beweging duiken de vogels onder water, de voorsten in de groep eerst en die achteraan zwemmen laatst, maar zo dat de eerste vogels al weer boven water zijn als de laatste duiken. Deze beweging zet zich door met een ongeziene hevigheid, waarbij de groep ook nog een grote cirkelbeweging over de vijver maakt. Eén brui sende, kolkende massa van vogels en water: alsof een bende waterduivels de prille lenterust wil verstoren! Bij nadering vliegen zelfs de eenden op voor zoveel ge weld. De meeste Aalscholvers zijn onvolwassen vogels maar er zijn ook drie volwassen vogels in broedkleed bij. Na nauwelijks tien minuten, vol van deze intense actie, vliegt de hele groep weer op en verdwijnt snel in Noordwestelijke richting... Het is duidelijk dat deze vogels op doortrek van hun koers afweken om op de vijver te komen 'bijtanken: Ze gebruikten hiervoor een wellicht zeer efficiënte, ge coördineerde vistechniek door simultaan vissen op te jagen zodat de volgende vogels ze kunnen verorberen. Je vraagt je af hoe ze weten dat er veel vis op die vijver zit ... ruiken ze dat van ver?? Dit gedrag wordt af en toe in de litteratuur beschreven maar ik heb het later nooit meer waargenomen!
zou er nog ruim 10 jaar, tot het einde van de jaren '80, op een kentering moeten gewacht worden. Bo vendien werd er van december 1979 tot april 1983 opnieuw geen enkele Aalscholver in de Vallei gezien. De groep van april 1978 was dus een verre voorbode van een verandering ... En die wijziging kwam er vrij plots: op 15 oktober 1989 werd (één van) de eerste trektelling op het plateau van Leefdaal gehouden en dat leverde alvast 41 Aalscholvers op, doortrekkende in Zuidwestelijke richting. De Nederlandse broedko lonies waren toen in volle expansie en zouden van ongeveer 3.000 broedparen in 1977 toenemen tot ruim 20.000 broedparen in 1992! Als belangrijkste redenen voor deze plotse groei van de populatie werd de weggevallen of afgenomen jacht-en verdel gingsdruk gezien, samen met de snelle eutrofiëring van vele waterplassen wat ook een sterke groei van de visbestanden veroorzaakte. In dezelfde periode ontstonden de (nog bescheiden) V laamse kolonies in Woumen en Rijkevorsel. De aanwezigheid en de bewegingen van zoveel vogels kon dus ook in de Leuvense Dijlevallei niet onop gemerkt blijven. Immers alvast een deel van de on dersoort
Phalacrocorax c. sinensis is trekvogel die in
Zuid- en West-Europa overwintert. En die zagen we dus vanaf de jaren '90 in voorjaar en najaar doortrek ken, alhoewel de groepen in het najaar meestal wat groter waren.
Men zou kunnen denken dat wanneer dergelijke
Maar het bleef niet bij doortrekkers. Steeds vaker
groepjes Aalscholver over de streek trekken, de soort
bleven er groepjes pleisteren en al in september
toch wat meer zou waargenomen worden. Nochtans
1993 was er ook een eerste vaste slaapplaats te Oud-
fig.l: Aantal waarnemingen per maand van de Aalscholver Phalacrocorax Carbo sinensis in het Dijleland, 1993-2006
01-jan-06 Ol-jan-05 01-jan-04 01-)an-03 01-)an-02 01-)an-01 Ol-)an-00 01-)an-99 0 l-)an-98 0 l-jan-97 0 l -)an-96 01-jan-95 0 l-jan-94 0 l -jan-93 05
10
15
Aantal
r 14
De Boomklever
decembe1 2009
20
25
30
35
40
45
50
55
60
65
Heverlee-Zuid en om aan te tonen hoe snel het al
in Korbeek-Dijle ook geen Aalscholvers broeden. Er
lemaal evolueerde: in oktober 1993 kwam daar de
zijn daar immers tal van oude reigernesten waarvan
ingebruikname van slaapplaatsen in Oud-Heverlee
gekend is dat Aalscholvers ze graag gebruiken!
Noord en in Sint Agatha-Rode bij. Op deze laatste slaapplaats werd volgend voorjaar, op 26 maart 1994,
Tenslotte nog even vermelden dat door ringaflezing
het nog altijd ongeschonden recordaantal van maar
van gekleurringde vogels sedert 1997, we weten dat
liefst 585 pleisterende Aalscholvers vastgesteld!
minstens een gedeelte van de in de Oijlevallei pleiste
De tweede helft van de jaren negentig en ook het be
rende vogels geboren zijn in Denemarken (kolonie te
gin van deze eeuw kenmerken zich door een verdere
Yderste Holm, Samso, SW Kattegat en de kolonie te
toename zowel in aantal als in aanwezigheid. Er zijn
Vorso, Hersens Fjord eveneens SW Kattegat). Maar
maanden geweest waar er meer waarnemingen in
ook uit Engeland kwamen er hier vogels overwinte
die ene maand waren dan de 36 gevallen van 1940
ren. Zo was er de bekende "Oranje 13" die in 1995
tot 1980! Voor de periode 1993 tot 2006 hebben we
geboren werd in het Abberton Reservoir in Essex,
daarom de evolutie van het aantal waarnemingen
England! Deze vogel werd herhaaldelijk (in 1997,
willen weergeven in een grafiek (zie fig.1). De waar
2001, 2002 en 2003, telkens in het najaar) waargeno
nemingengrafiek geeft ons een inzicht in de evolutie
men in de Oijlevallei.
van de aanwezigheid in de Vallei maar zegt uiteraard niets over de aantallen vogels die hierbij betrokken Kris van Scharen
zijn.
kris.van.scharen@telenet.be Een opvallende vaststelling is ook dat de aanwezig heid in de zomermaanden toenam, in die mate dat we sedert het begin van de eeuw de Aalscholver een
Referenties:
jaarvogel kunnen noemen. Dit is het gevolg van het
-
Hagemeijer, W.J.M., M.J.Blair, (1997)
feit dat deze soort zich nu ook probeert te vestigen
Atlas of European breeding birds, T
als broedvogel. Voorlopig nog wat aarzelend en met
London, p 34-35.
geïsoleerde broedgevallen maar de trend is wel ge
The EBCC
& AD Poyser,
- Herroelen P., (1952-1953) "Bijdrage tot de stu
zet!
die van de vogels van de Dijlevallei en van enkele
- In 2001 zijn 2 adulte vogels 'broedverdacht' bij
plaatsen rond Leuven';
de tijdelijke broedplaats van Blauwe Reiger in de Doode Bemde te Neerijse. - Eveneens in 2001 verblijven 2 vogels op en rond het eilandje in de Vossemvijver te Tervuren in de maanden maart tot juni - In maart 2002 twee baltsende koppels in Tervuren en op dezelfde plaats tot 3 exemplaren in mei/juli
De Giervalk- Le Ge1faut,
fascl -IV. - Van Scharen K. en C. Joiris, (1972) "Les oiseaux d'eau dans la Vallée de la Dyle(Brabant), de juillet 1964 à juin 1971'; AVES, vol 9, n° 4-5. - Vermeersch
G
et all.,
(2004)
Atlas
van
de
V laamse broedvogels 2000- 2002, Instituut voor Natuurbehoud,p 94-95.
- Een nest werd gebouwd in maart 2003 op het ei land in het Grootbroek te Sint Agatha-Rode, maar verder dan deze broedpoging kwam het niet... - In maart 2006 een nest (later zelfs 2 maar slechts 1 bezet) op de vijver van Abdij van Park, waarin een ei en later kortstondig ook een jong werd gezien: het eerste geslaagd (alhoewel!?) broedgeval in de regio dus. - In 2009 is er een nest met drie jongen op het eiland in de Vossem-vijver te Tervuren. De soort zou ook in 2008 op dezelfde plaats gebroed hebben. Het loont dus zeker de moeite om de volgende ja ren eens na te gaan of er in of nabij de reigerkolonie
De Boomklever
-
december 2009
115
. : - ··�:
!·"-�
�
Vogel��·--
Soorten in de lift 2 Met grote stappen voorwaarts: de opmars van de Grote Zilverreiger in het Dijleland -
E
én van de opmerkelijkste avifaunistische trends van de voorbije ja ren in het Dijleland, is ongetwijfeld het steeds regelmatiger opduiken
van de Grote Zilverreiger Casmerodius albus. Niet alleen het aantal waarne mingsdata nam daarbij sterk toe (doordat individuele vogels steeds langer bleven pleisteren), ook de aantallen die bij de waarnemingen betrokken waren gingen in stijgende lijn. Grote Zilverreigers worden nu jaarlijks in alle seizoenen waargenomen, maar broeden, of territoriaal gedrag, werd vooralsnog niet vastgesteld. Eén ding is echter zeker: het Dijleland heeft de Grote Zilverreiger duidelijk heel wat te bieden!
Grote Zilverreiger Casmerodius albus neemt een hoge vlucht in de Dijlevallei, Doode Bemde- Grote Bron, 15-10-2009, foto Elfriede le-Docte
1 16
De Boomklever
-
december 2009
Situering
Tabel 1. Waarnemingen van Grote Zilverreiger Casmerodius albus in het Dijle/and in de 20" eeuw (naar Hens, 2000). SAR:
De Grote Zilverreiger komt voor op alle continenten
Grootbroek, Sint-Agatha-Rode; OHZ: Oud-Heverlee/Z; LP:
(met uitzondering van Antarctica) en is dus een kos
Provinciaal Domein (Leopoldspark) Kessel-Lo.
mopoliet. Binnen zijn Europees verspreidingsgebied is de soort vooral talrijk in de landen aan de Middel landse Zee en rondom de Zwarte Zee. De grootste aantallen broeden in de band die van oost naar west wordt gevormd door Oekraïne, Roemenië, Hongarije en Oostenrijk. Maar daar blijft het niet bij, de Grote Zilverreiger is immers bezig aan een opmars in Euro pa. De Nederlandse populatie bijvoorbeeld, groeide na een eerste broedgeval in 1978, intussen uit tot onge veer 150 broedparen. Dat de klimaatsopwarming toch
Datum
Locatie
Aantal
17/09/67
Neerijse
1 ex.
29/11/77 - 8/01/78
SAR, OHZ, LP
1 ex.
22/07/80
SAR
1 ex.
5-12/11/84
SAR
1 ex.
30/03/89
Oud-Heverlee/N
1 ex.
7-9/02/93
Oud-Heverlee
1 ex.
12-14/11/93
Erps-Kwerps, Korten-
1 ex.
berg
minstens een deel van de verklaring voor de opmars
3-6/12/94
OHZ, Huldenberg
1 ex.
van de Grote Zilverreiger is, zou kunnen worden be
07101196
Neerijse/Grote Bron
1 ex.
grepen uit de wetenschap dat het broedgebied ruwweg
16/11 - 22/12/96
Wilsele/N
1 ex.
wordt begrensd door de 20 graden Celsius juli-iso
8/05/97
Neerijse
1 ex.
therm. En isothermen schuiven bij stijgende gemid
13/01/99
Blanden
1 ex. ZW
delde temperaturen steeds verder noordwaarts op ...
24/01/99
OHN
13/04/99
Blanden
De 2oe eeuw Dat het Dijleland (en de omringende streken) tot pakweg driekwart van de 2oe eeuw ver buiten het reguliere verspreidingsgebied van de Grote Zilver reiger lag, wordt duidelijk geïllustreerd door de waarnemingen. De allereerste Grote Zilverreiger die in het Dijleland werd gedocumenteerd was een ex. in 1967 te Neerijse. Hoe zeldzaam de soort met deze ene waarneming ook bleef, toch was de kop er af! Met wat goede wil kan in het vervolg immers een stijgende trend worden gezien (zie Tabel 1): 1 geval in de jaren '70, 3 gevallen in de jaren '80 en 9 gevallen in de jaren '90 (als de twee gevallen uit januari '99 als verschillende ex. worden beschouwd). Het aantal Dijlelandse gevallen van Grote Zilverreiger voor de eeuwwisseling staat dus op 14, en aangezien daar tel kens solitaire ex. bij betrokken waren gaat het (in de
1 ex. 1 ex.0
De maandverdeling (Tabel 2) onthult dat de winter de beste periode was om de soort aan te treffen, met acht van de 14 waarnemingen (57%) in de periode november - januari. In het geval van pleisteraars die in meerdere maanden werden waargenomen, werden deze enkel bij de maand van de ontdekking geteld. Dergelijke pleisteraars werden echter uitsluitend in de winterperiode (november - februari) vastgesteld, wat ertoe bijdraagt dat de waarnemingskans dan het hoogst was. Buiten de winter vertoont de maandver deling een gespreid voorkomen tijdens het voorjaar (telkens één geval van februari tot mei), aangevuld met geïsoleerde gevallen in juli en september. Tabel 2. Maandverdeling van de waarnemingen van Grote Zilverreiger Casmerodius albus in het Dijle/and in de 20" eeuw.
telling) ook om 14 ex.
0 � 3
1
1
1
1
1
3
2
De 21e eeuw Na de eeuwwisseling werd het plots een heel ander verhaal, een aantal Grote Zilverreigers had het ver overen van het Dijleland blijkbaar op zijn lijstje met goede voornemens staan. In 2000 hielden ze het nog
De Boomklever
-
december 2009
117
. ."�
... ..-""·
Voge!(
rustig. Toen werd slechts één waarneming genoteerd
tot een ietwat omgekeerde situatie in 2008. Toen
(2 ex. ZW te Terlanen op 17/11), maar het was wel
waren mei en augustus immers de maanden met
de eerste keer dat in de streek een duo werd gezien!
resp. het 2e en 3e grootst aantal waarnemingen, met
Dankzij 10 waarnemingen in de tweede jaarhelft
januari, februari en april onderaan de rangorde. Het
werd 2001 met voorsprong het beste jaar ooit, een
totaal aantal waarnemingen per jaar bleef wel spec
record dat de volgende jaren nog vaak verbroken zou
taculair stijgen, over 290 waarnemingen in 2006 en
worden. De parameter 'aantal waarnemingen: zoals
419 waarnemingen in 2007, tot 824 waarnemingen
hier gehanteerd, geeft natuurlijk geen informatie
in 2008! Het maximumaantal stagneerde nog op 7
over het totaal aantal verschillende ex. dat waargeno
in 2006, maar steeg in 2007 en 2008 spectaculair tot
men werd, maar geeft wel een indicatie van de tref
resp. 23 en 47 ex.! Deze maximale aantallen van de
kans en wordt daarom aangehouden bij de verdere
laatste jaren slaan echter op relatief kortstondig in
beschrijving van de evolutie van de soort. Het ging
de regio pleisterende en overnachtende ex. tijdens
in 2001 ook om een maximum van 2 ex. (zie Tabel
de najaarstrek. Hen buiten beschouwing gelaten was
3 voor jaarlijkse aantallen waarnemingen en maxi
een tiental eerder de grootteorde waarin de maxima
mumaantallen). Aansluitend bracht de periode ja
in 2007-2008 gezocht moesten worden.
nuari - maart 2002 30 waarnemingen met zich mee, en na een zomer zonder Grote Zilverreigers zette de
Tabel 3. Jaarlijks totaal aantal waarnemingen en
opmars zich de volgende winter door met in septem
maximumaantal Grote Zilverreigers Casmerodius
ber - december 2002 alvast 76 waarnemingen. Tot
albus in het Dijleland in de 21e eeuw.
dusver hadden bijna alle waarnemingen van Grote
Jaar
#obs.
max.
2000
1
2
2001
10
2
2002
106
4
2003
179
8
2004
129
8
2005
197
7
moment in de streek verbleef bedroeg 4 ex. (najaar),
2006
290
7
het totaal aantal waarnemingen dus 106. Ook in 2003
2007
419
23
ging de Grote Zilverreiger door op hetzelfde elan,
2008
824
47
Zilverreigers plaatsgevonden in of rond de Dijleval lei ten zuiden van Leuven, met een overwicht in het Grootbroek te Sint-Agatha-Rode. Het najaar van
2002 was ook het najaar van de intrede van de vijvers langs de spoorweg te Kwerps als Grote Zilver-gebied. Het maximumaantal (simultaan of dmv uitsluitende waarnemingen vastgesteld) dat in 2002 op hetzelfde
het winterse pleisteren werd nu verlengd tot in april
(119 waarnemingen van januari tot april), en ook in het najaar was de soort weer present op de gekende
Wanneer we alle waarnemingen uit de negen jaren
plaatsen. De laatste gaten in de maandverdeling, die
van 2000 tot en met 2008 in een overzicht per maand
sinds de 2oe eeuw onveranderd was gebleven, werden
omgieten, en dat procentueel voorstellen, krijgen we
intussen opgevuld met telkens een waarneming in
de procentuele maandverdeling uit Tabel 4. Hieruit
juni en augustus. Het jaartotaal aantal waarnemin
komt een redelijk evenwichtige spreiding naar vo
gen bedroeg 179 en het nieuwe aantalsrecord betrof
ren, met telkens rond 10% van de waarnemingen in
8 ex. (voorjaar 2003). Met 2004 en 2005 volgden dan
de maanden van september tot maart (met de twee
twee jaren waarin geen opvallende records werden
uitersten zelfs als maanden met de allergrootste aan
gebroken. Het temporeel verloop van het verblijf van
delen). Een ander beeld als het patroon van voor de
de Grote Zilverreigers uit 2003 werd bevestigd: van
eeuwwissel, met duidelijk overwicht voor de periode
september - oktober tot april. De aantallen waarne
november - maart. De zomermaanden juni en juli
mingen bedroegen resp. 129 en 197, de maximum
behouden ook in de 21e eeuw de laagste percentages
aantallen resp. 8 (voorjaar 2004) en 7 (voorjaar 2005).
(beneden 5%).
2006 werd het eerste jaar met waarnemingen in alle maanden, wat in 2007 en 2008 ook zo bleef. In 2006 was er daarbij nog een sterke ondervertegenwoor diging voor de periode mei - augustus, een onder scheid dat de daaropvolgende jaren wegevolueerde
118
De Boomklever
-
december 2009
.,
1
Vogels
Tabel 4. Procentuele maandverdeling van de waarne
Referenties
mingen van Grote Zilverreiger Casmerodius albus in
- Hens, M. {2000) - Avifauna van het Dijleland. Ge
het Dijleland in de 21e eeuw. PJ ::i
"Tl � C"'
�
8,3
10,0
12,4
-
%
!Il !Il
"O "
>
4,9
�.
i:: ::i
7,4
3,7
�
-
documenteerde soortenlijst 1901-2000. In: Hens, -
E.
� (JQ
4,8
7,0
� "O
0 "
0
z
0
M., 2000. Vogels in het Dijleland. De Vrienden van
<
(")
Heverleebos en Meerdaalwoud i.s.m. De Wiele
11,4
9,4
9,9
10,8
en
.....
�
waal, afdeling Leuven, Leuven, 185-238.
Opmerkingen Sedert er Grote Zilverreigers in het Dijleland pleiste ren, hebben plaatselijke ornithologen gepoogd slaap plaatsen te vinden. Onder meer in het Grootbroek te Sint-Agatha-Rode, aan de Kliniekvijvers te Neerijse, de Grote Bron te Neerijse, de vijvers van Oud-He verlee, de Zoete Waters te Oud-Heverlee, de vijvers van Wilsele, de vijvers van Kwerps en de vijvers van Gastuche hebben zich op een gegeven moment slaapplaatsen ontwikkeld. Deze waren meestal wel slechts gedurende korte perioden ononderbroken bezet zodat men er tijdens sommige periodes het ra den had naar de juiste slaapplaats van de Dijlelandse Grote Zilverreigers. Aan een afzonderlijke analyse van overtrekkende Grote Zilverreigers werd binnen het bestek van deze bijdrage voorbijgegaan. Binnen de beschikbare gege vens {trektellingen aangevuld met toevallige waarne mingen) valt het verschijnen van de soort sinds het begin van de jaren '00 echter op. Tegenwoordig wor den daarbij soms ook kleine groepjes overtrekkende Grote Zilverreigers opgemerkt. Hoewel binnen het zelfde tijdsbestek ook een toegenomen aandacht van de Dijlelandse vogelkijkers voor trektellingen kon worden vastgesteld, is het duidelijk dat dit niet de enige verklaring kan zijn. Naast waarnemingen van zekere Grote en Kleine Zil verreigers, worden af en toe ook waarnemingen van niet nader op soort gedetermineerde zilverreigers ontvangen. Vooral vanuit rijdende treinen te Kwerps was dat meermaals het geval. Hoewel het zeer waar schijnlijk is dat minstens een groot deel van deze waarnemingen op Grote Zilverreigers betrekking heeft, werden zij in deze bijdrage niet verwerkt.
Kelle Moreau kelle.moreau@gmail.com
De Boomklever
-
december 2009
1 19
B
ij de kleinere zangvogels zijn er in de laatste decennia zeker
ook een aantal 'veranderingen' vast te stellen ... Helaas beschikken we voor de meeste soorten niet over 'historische gegevens' naast actu elere inventarisatiecijfers om een vergelijking 'vroeger-nu' te kunnen maken!
sultaten van een beperkte inventarisatie door War Claes. Alhoewel het artikel vooral cijfers wil brengen om het belang van het Webbekombroek aan te tonen in verband met plannen van de Provincie Brabant om daar een meer aan te leggen, worden toch ook enkele merkwaardige gegevens over de Dijlevallei opgeno men. " ..!. 2. Telling van zangposten van kleinere zangers
De telling werd gedaan in april, mei, juni, zoveel mo gelijk s morgens vroeg of tegen zonsondergang. Op de meeste plaatsen werd verschillende keren herteld.
Er is echter een kleine uitzondering
Dergelijk cijfers mogen niet beschouwd worden als absolute cijfers, maar als minima. Door te hertellen
voor enkele soorten... We vergelij
werd geprobeerd doortrekkers niet in de cijfers op te
ken hier even de populatie-evolutie
nemen. Ik denk dat het aantal werkelijke broedvogels op de meeste plaatsen nog hoger moet liggen. ./. .. .
in
de
Dijlevallei
van
Blauwborst
Luscinia svecica en van Nachtegaal Luscinia megarhynchos.
"
En hij geeft o.m. volgende resultaten: ''..!. 2. Dijlevallei
Data van de tellingen: In 'De Vallei', kontaktblad van WJ-Leuven van maart
Oud-Heverlee: 16 en 30/5/1981; 231611981; 2/7/1981
1982, vinden we immers onder de titel "Tellingen van
Pécrot: 2315/1981
zangposten in Demer- en Dijlevallei in 1981'; de re-
Ottenburg en Florivalstraat: 231511981
120
De Boomklever
-
december 2009
�
Blauwborst Luscina svecica, foto P.M. De Lemos Esteves
Blauwborst 0
Locatie 1: te Oud-Heverlee
Nachtegaal 1
(van autostrade tot aan St.joris-Weert
=
1.5 km2)
Locatie 2: te Pécrot (van d e
0
1
vijver tot tegen Florival = 1 km2) 0
Locatie 3: te Ottenburg en
0
te St.A.R., rond de vijvers aan "De Biezen" en aan de
.. /. ..
=
Oud-Heverlee zuid
0
1
2
Neerijse Grote Bron
0
0
0
Neerijse Doode Bemde
3
9
13
Sint-Agatha-Rode
0
2
1
Pécrot
0
0
0
Florival
0
0
4
martotaal
3
12
20
•
bron: waamemingenoverzichten in 'De Boomklever'
••
invelllansatie door Bruno Nef, gepubliceerd op de NSGD-mai/11st dd.4
wijst erop dat deze soort nog in volle expansie is en dat er ongetwijfeld in de volgende jaren nog nieuwe
"
Blauwborst ontbrak dus in 1981 volledig en Nachte gaal (alhoewel de auteur toegeeft dat men met 1 tel dag geen volledig beeld kan bekomen!) gaf ook toen al geen enorme aantallen te zien. War Claes zegt hier over nog:
territoria zullen opduiken. Waarnemingen van ter ritoriale zingende exemplaren door Marc Walravens in 2005-2008 in de Doode Bemde en Oud-Heverlee zuid, bevestigen immers deze trend. Nochtans wijzen ze ook op een stabilisatie van de populatie in de Doode Bemde, maar met een verdere uitbreiding elders, zo als bijv.:
''../.. In vergelijking (van de situatie in Webbekom- noot
van de red.) met de Dijlevallei valt op dat het aantal Bosrietzanger daar(= in de Dijlevallei dus- noot van
de redactie) veel lager is, terwijl Blauwborstjes en Riet zanger er bijna ontbreken, alhoewel er ook geschikte biotopen voorkomen. ../" ."
- reeds 5 territoria in 2005 in Oud-Heverlee-zuid en - een nieuw territorium in Oud-Heverlee-noord in
2005 en 2007 (Marc Walravens in pers. Mededeling, dec. 2009) Een heel ander verhaal voor de Nachtegaal." en helaas kunnen we hierover kort zijn!
De Blauwborst heeft echter einde vorige eeuw - begin deze eeuw een snelle uitbreiding gekend in de Dijle vallei:
- 1994: in april -mei: 1 zingend mannetje in Doode Bemde en begin juni een paartje met voedsel aan de
-
.2004••
jaar
De snelle groei van 3 naar 20 territoria in 3 jaar tijd,
0.5 km2
vijvers van de Abdij van Park(
2003•
\
mei 2004(voor de1u1ste situering van de zangposten: zie.figuren 1, 2 en 3)
Veeweidestraat (naast Tudor)
2002·
Plaats
=
1 sie broedgeval hier)
1996: een éénmalige waarneming in AVP op 30
maart en een in de Doode Bemde op 5 juni - 1997: de soort werd niet opgenomen in de fenolo gietabel (in 'De Boomklever') bij gebrek aan waar
Reeds niet erg talrijk in de Dijlevallei tijdens de inven tarisatie in 1981 door War Claes, werd de soort in de daaropvolgende jaren nog zeldzamer tot uiteindelijk: "De Nachtegaal lijkt vanaf dit voorjaar volledig ver dwenen te zijn uit regio Leuven. Er werd geen enkele zangpost meer vastgesteld op het grondgebied en er werden ook geen voorjaarspleisteraars gemeld:' (Kelle Moreau in 'Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving, maart- mei 2004' in 'De Boomklever' jaargang 32, juni 2004).
nemingen..
- 1999: B.Yan Elegem (('Broedvogels in de Doode
Twee gerichte excursies in voorjaar 2007 en 2009 op
Bemde' in: 'Vogels in het Dijleland; M.Hens (red.),
zoek naar de Nachtegaal in de Dijlevallei leverde geen
2001)), vermeldt 5 territoria in de Doode Bemde.
enkele zangpost meer op".!
En vanaf dan gaat het vlug: in 2000 en 2001 waren er
Zullen we dan toch een stek in het zuidelijke Toscane
geen meldingen (maar wellicht ook geen grondige in
moeten opzoeken om deze heerlijke zanger nog te
ventarisatie - bv. in de Doodde Bemde)en het vervolg
kunnen horen?
(tot en met 2004) wordt weergegeven in onderstaan de tabel
Kris van Scharen
kris.van.scharen@telenet.be
De Boomklever - december 2009
121
' �-��1�·
Vogels:
De Cetti's Zanger: klimaatkanarie van het Dijleland
De Cetti's-saga, aflevering 1: de jaren '70 De Cetti's Zanger Cettia cetti is een algemene terreinen
broedvogel met
dichte
van
natte
begroeiing
van W-Europa tot W-China. Binnen
2004). Ook in het Dijleland doken Cetti's Zangers voor het eerst op tijdens de jaren '70. Hens (2000) vatte het toenmalige optreden als volgt samen: "Van af
1970 kende de soort een steile opgang in de regio en de aangrenzende gebieden. In de periode 19741977 broedden meerdere paren in de Dijlevallei ten zuiden van Leuven. Territoria waren onder meer aanwezig te Oud-Heverlee, Neerijse Grote Bron, Neerijse kliniekvijvers, Sint-Agatha-Rode (Groot broek) en Ottenburg (Florival). De strenge winter
het Europese verspreidingsgebied
1978/1979 heeft de soort volledig uit de streek ver
zijn vooral de zuidelijke landen van
dreven. Nadien werden geen Cetti's Zangers meer
belang, maar de soort verlegde de
waargenomen:'
noordgrens van zijn verspreidings
Fluctuaties in het voorkomen van soorten aan de
gebied in de loop van de 2oe eeuw
randen van hun verspreidingsgebied vormen een
steeds verder naar het noorden.
gekend fenomeen. Variatie in externe factoren zoals weersomstandigheden kan in dergelijke gebieden sneller leiden tot een tijdelijk verdwijnen of herop treden van een soort. Bij ons kan de Cetti's Zanger als een goed voorbeeld van een soort aan de rand van zijn verspreidingsgebied worden beschouwd. Bovendien vertonen de Europese populaties geen uitgesproken trekgedrag, wat maakt dat de versprei ding van de soort hier in belangrijke mate bepaald wordt door de wintercondities in de broedgebieden. Na de episode uit de jaren '70 volgden tijdens de ja ren
'80 en vooral '90 hoofdzakelijk zachte winters,
wat een terugkeer van de Cetti's Zanger naar het Dij leland tot de mogelijkheden deed behoren. Het werd echter als een grote verassing ervaren toen het eerst ex. van de 2 1e eeuw werd gehoord.
De Cetti's-saga, aflevering 2: de jaren '00 Cetti's Zanger Cettia cetti: je hoort ze van ver maar ziet ze zelden ".,foto Jean-Pierre Robert
Op
4 mei 2003 was het zover! Op deze dag werd de eerste Dijlelandse Cetti's Zanger sinds 1978 ont
Zuid-Engeland en de Lage Landen werden op die
dekt langs de spoorweg in de Doode Bemde. De
manier tijdens de jaren '60-'70 gekoloniseerd (Devos,
vogel werd hier dat jaar nog tot op
122
De Boomklever
-
december 2009
23 aug gehoord.
.'· .
'.u',:;..;.· ..
�'1;'-·c""
"��",..
'
�lii-�.· Vogels
Vanaf 11 apr 2004 werd voor het tweede opeenvol
uit vijf territoria ontvangen: drie te Oud-Heverlee
gende jaar een zangpost Cetti's Zanger genoteerd in
en één te Sint-Agatha-Rode. Hiernaast werd er in
de Doode Bemde (tot het jaareinde), met op 25 apr
2009 wel een nieuwe locatie ontdekt: minstens van
voor het eerst een waarneming van twee ex. Der
februari tot juli werd een ex. waargenomen langs de
gelijke gebeurtenissen herhaalden zich meermaals,
Marbaise te Nethen. Met zes territoria viel het totaal
en vanaf eind april werden herhaaldelijk 2 zingende
voor 2009 daarmee terug op minder dan de helft van
mannetjes gehoord. Op 2 jul 2004 werd dan het goe
het aantal van 2008. De enige waarneming van een
de nieuws van een zeker broedgeval ontvangen, er
Cetti's Zanger buiten de Dijlevallei tot op heden, be
werden 5 ex. samen waargenomen waaronder min.
trof een ex. te Heverlee/ Abdij van Park op 7 oktober
3 jongen. In het najaar van 2004 zaten ook voor het
2007.
eerst terug Cetti's Zangers op andere locaties, met waarnemingen op enkele plaatsen langs de vijvers
Tabel 1. Aantallen territoria Cetti's Zanger Cettia
van Oud-Heverlee en te Florival/Z. Het voorjaar van
cetti in het Dijleland tijdens de periode 2003-2009.
2005 lijkt in de Dijlevallei voor de Cetti's Zanger het
voorjaar van de nieuwe doorbraak te zijn geweest.
Jaartal
Immers, niet enkel in de Doode Bemde was dat jaar
2003
1
1 Doode Bemde
een territorium aanwezig (voor het derde opeen
2004
volgende jaar) maar ook te Oud-Heverlee kreeg de
1
1 Doode Bemde
2005
5
1 Doode Bemde, 1 OHN, 2 OHZ,
Totaal
soort nu vaste voet aan de grond. Verspreid over het gebied van Oud-Heverlee/N tot de Bogaardenstraat
1 Florival 2006
8
vielen gedurende het hele jaar 3 zp te beluisteren. Te Florival was er nog slechts één waarneming, in april te Florival/N. In de zomer van 2006 vond er een nieuwe uitbreiding plaats, en werden Cetti's Zangers ook waargenomen in het Grootbroek te Sint-Aga tha-Rode (vanaf juli) en aan de Kliniekvijvers in de Doode Bemde (vanaf augustus). In Oud-Heverlee
Details
2 Doode Bemde, 2 OHN, 3 OHZ,
lSAR 2007
9-11
3-4 Doode Bemde, 2 OHN, 3-4 OHZ, 1 SAR
2008
13- 1 5
5 Doode Bemde, 2 OHN, 3-4 OHZ,3-4SAR
2009
6
2 OHN, 2 OHZ, 1 SAR, 1 Nethen
waren er inmiddels min. 5 territoria, en ook de loca tie langs de spoorweg in de Doode Bemde was nog bezet. 2007 kende geen kolonisatie van nieuwe ge
Referenties
bieden, maar er was wel een verdere toename in de
- Devos, K. (2004) - Cetti's Zanger. In: Vermeersch
Doode Bemde (van 2 naar 3-4 territoria) en mogelijk
G., Anselin A., Devos K., Herremans M., Stevens
te Oud-Heverlee (van 5 naar 5-6 territoria). In 2008
}., Gabriëls }. & Van Der Krieken B., 2004. Atlas
stegen de aantallen in de bezette bastions verder tot
van de V laamse Broedvogels 2000-2002. Medede
5 territoria in de Doode Bemde, 2 territoria te OHN,
lingen van het Instituut voor Natuurbehoud 23,
3-4 territoria te OHZ en 3-4 territoria te SAR, wat
Brussel, 338-339.
een totaal van 13-15 territoria voor het Dijleland
Hens, M. (2000) - Avifauna van het Dijleland.
geeft. De winter 2008/2009 was de eerste die onze
Gedocumenteerde
nieuwe populatie Cetti's Zangers op de proef stelde.
Hens, M., 2000. Vogels in het Dijleland. De Vrien
In januari - februari 2009 bleef het angstvallig stil
den van Heverleebos en Meerdaalwoud i.s.m. De
rond de soort, maar in maart werden weer regelma
Wielewaal, afdeling Leuven, Leuven, 185-238.
soortenlijst
1901-2000.
In:
tig waarnemingen opgetekend te Oud-Heverlee/N, Oud-Heverlee/Z, Sint-Agatha-Rode en in de Doode
Kelle Moreau
Bemde. Hoeveel territoria er na de strenge winter
kelle.moreau@gmail.com
exact overbleven is echter niet duidelijk, er ging tij dens het voorjaar van 2009 immers geen gerichte aandacht naar de Cetti's Zangers van de zuidelijke Dijlevallei. Hoewel tijdens het voorjaar aanvankelijk werd gedacht dat de soort niet opmerkelijk achter uit was gegaan, werd uiteindelijk slechts informatie
De Boomklever - december 2009
123
Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving, juni - augustus 2009
D
it overzicht van opmerkelijke en
interessante
vogelwaar
Gebiedsafkortingen: WLS
Wilsele/Vijvers Bellefroid, LP
=
Leopoldspark, AV P
nemingen in de Dijlevallei beslaat
ZW
voornamelijk de periode juni - au
Heverlee/N, OHZ
gustus 2009. De bestreken regio omvat de gemeenten Kortenberg, Herent, Bertem, Leuven, Oud-He verlee, Huldenberg, Overijse, Ter vuren en de aangrenzende gebie den. De volgende rubriek zal de pe riode september - november 2009 omvatten. Waarnemingen worden voor 5 maart 2010 verwacht bij Kelle Moreau, Korenbloemlaan 5, 3052 Blanden, 0486/ 12.58. 77, kelle. moreau@gmail.com, of ingevoerd op
www.waarnemingen.be.
=
=
=
Kessel-Lo/
Heverlee/Abdij van Park,
Oud-Heverlee/Zoete Waters, OHN =
=
Oud
Oud-Heverlee/Z, Oppem
=
weilanden tussen Bogaardenstraat (Oud-Heverlee - Korbeek-Dijle) en NGB, NGB
=
Neerijse/Grote
Bron (deel Doode Bemde), NKV= Neerijse/Kliniek vijvers (deel Doode Bemde) en SAR
=
Sint-Agatha
Rode/Grootbroek. Grauwe Gans
Anser anser
27/06 1 ex. te ZW (L. Hendrickx) 05/07 1 ex. te NGB
(1. Nel)
08/08 7 ex. W te WLS (L. Smets) 24/08 12 ex. NW te Blanden (G. Vanautgaerden) Bergeend
Tadorna tadorna
Nog tot op 7/06 werden groepjes van 1-5 Bergeen den waargenomen in de zuidelijke Dijlevallei, meer bepaald in de Doode Bemde en te SAR (L. Hen drickx, P. Nuyts, M. Walravens e.a.). In het Park van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika te Ter vuren deden zich minstens twee geslaagde broed gevallen voor: een eerste koppel werd op 8/06 met zes pulli gezien
(1. Nel), terwijl een tweede koppel
Waarnemingen van onder meer Knobbelzwaan,
op 2/07 met 10 pulli rondliep (A. Braem). De eerste
Tafeleend,
najaars-Bergeenden voor de Dijlevallei waren een
Krakeend,
Wintertaling,
Slobeend,
Kuifeend, Patrijs, Dodaars, Fuut, Blauwe Reiger,
ex. op 12/08 en een juv op 24/08 te SAR (T. Caers,
Wespendief, Bruine Kiekendief, Havik, Boomvalk,
Nel, L. Hendrickx).
1.
Waterral, Kievit, Witgat, Watersnip, Houtsnip, Zil
Anas penelope
vermeeuw, Kleine Mantelmeeuw, Koekoek, Kerk
Smient
uil, Steenuil, Bosuil, Ransuil, Ijsvogel, alle spechten,
18-19/07 2 eclips m te NGB (L. Hendrickx,
1. Nel)
Veldleeuwerik, Graspieper, Grote Gele Kwikstaart,
23/07 1 ex. te SAR (L. Fockaert)
Zwarte Roodstaart, Sprinkhaanzanger, Bosrietzan
17, 23 & 24/08 resp. 1v, 2ml v & 2 ex. (allen eclips)
ger, Vuurgoudhaan, Glanskop, Matkop, Kuifmees,
te NGB (L. Hendrickx)
Zwarte Mees, Roek, Ringmus, Putter, Kneu, Goud vink, Appelvink, Geelgors, Rietgors en alle exoten werden niet in dit verslag opgenomen maar wel ver
Zomertaling Anas querquedula SAR ontpopte zich tot de beste plaats om tijdens
werkt. Ook enkele onzekere wouwen en kiekendie
de zomer van 2009 Zomertalingen te zien. Tus
ven werden niet weerhouden.
sen 20/06 en 26/08 werd de soort hier op 32 data
124
De Boomklever
-
december 2009
::Vogels
genoteerd (versch. waarn.), met maximaal 32 ex. op
Purperreiger Ardea purpurea
7 /08 (M. Walravens). Andere waarnemingsplaatsen
04/08 1 ad langs de Dijle te OHZ
waren Oppem (resp. 1v & lml v op 12 & 21/06; L.
gaert)
(J. Van Den Bo
Hendrickx, 1. Nel, W. Desmet), NGB (resp. 3 & 1 ex. op 18 & 21/07; L. Hendrickx, 1. Nel) en OHZ (1 ex.
Grote Zilverreiger Casmerodius albus
op 26/07;
De enige juni waarneming betrof een ex. in de Doode
J. Rutten).
Bemde op 7106
(P. Cornet-Poussart). In juli werden
Krooneend Netta rufina
2 ex. regelmatig opgemerkt te SAR, NKV en NGB,
01/06 & 20/06-14/07 1 ad m te SAR (versch. waarn.)
vanaf 31/05 ging het om minstens 5 ex., en van 8 tot
07 & 11/06, 21/07 & 29/08 1 ad m te Tervuren/Park
27/08 pleisterden er zeker 7 ex. in de streek (versch.
KMMA
waarn.). Het maximum van 8 ex. werd genoteerd van
(0. Chrispeels, J. De Cock, B. Pasau, K. Van
Scharen)
28 tot 31/08 (B. Creemers, L. Hendrickx, G. Ryken e.a.). Het enige ex. dat op een andere locatie werd
Kwartel Coturnix coturnix
waargenomen zat op 30/07 te Gastuche/ Etang Pa
Kwartels werden in de zomer van 2009 gehoord op
radis (H. P aques).
het plateau van Leefdaal/Korbeek-Dijle (15 waarne mingen tussen 13/06 en 30/07; versch. waarn. - max. 3 zp op 14 & 19/06;
J. Nysten, C. Carels), het plateau
van Huldenberg (1 zp op 15/06 & 1/07; F. Fluyt), te Terlanen/ Terlanenveld (1 zp op 17/06; H. Roosen), Heverlee/Zwanenberg (1 zp op 30/06; F. Vandeput te), Winksele (1-2 zp op 30/06; F. Vandeputte), Hul denberg/Spitsberg (1 zp op 1 & 20/07; F. Fluyt), Ei zer/Horenberg (1 zp op 4/07) en Erps/Dorenveld (1 zp op 9 & 31/07; P. Moysons). Over Bertem werden in de loop van juli driemaal nachtelijk rondvliegende Kwartels gehoord (S. Bouillon). Geoorde Fuut Podiceps nigricollis 27-28/06 1 juv te NGB (L. Hendrickx,
J. Nysten, 1.
Nel) 28/06 1 ad zom te LP (T. Vandezande) 03-06/07
1 juv te NGB (L. Hendrickx, 1. Nel, M.
Walravens) 08-12/07 2 juv te NGB (L. Hendrickx, 1. Nel,
J. Nys
Kleine Zilverreiger, Egretta garzetta in "parasol houding" waarbij de vogel een vleugel gespreid
ten, W. Desmet)
houdt om zodoende vissen in de schaduw te lok
08-15/08
ken, St.Agatha-Rode, 7-8-2009,foto Luc Hen
1 juv te NGB (L. Hendrickx, M. Walra
vens, P. Floré)
drickx
Aalscholver Phalacrocorax carbo sinensis
Kleine Zilverreiger Egretta garzetta
Na enkele pogingen in voorgaande jaren was het dit
Op 17/06 en 04/07 werden resp. 4 en 1 Kleine Zilverrei
jaar (weer?) zover. Een koppel Aalscholvers bouwde
gers waargenomen te Heverlee/ Langestaart (S. Bouil
een nest in het Park van het Koninklijk Museum
lon, P. Moysons, R. Uyttenbroeck). Te SAR verbleven
voor Midden-Afrika te Tervuren, en broedde daar
achtereenvolgens l, 1, 2, 3 & 2 ex. op 12-13/07, 27/07-
minstens 3 jongen uit. Na de eerste waarneming van
11/08, 12-13/08, 14-28/08 & 29/08 (versch. waarn.).
de jongen op 7/06 (C. Carels), werden deze enkel op
Te NGB zat telkens een ex. op 15/07, 18 & 28/08
8 en 15/06 nog als aanwezig doorgegeven
Rampelbergh, S. Horemans, R. Uyttenbroeck). Drie
Carels).
(I. Nel, C.
(F.
overvliegende Kleine Zilverreigers werden op 18/08 gezien boven Leuven/centrum (W. Desmet), twee bo ven Heverlee-oost op 29/08 (P. Moysons).
De Boomklever
-
december 2009
125
'\."[: l'
Vogels...·i t'
Kwak
Nycticorax nycticorax
Nysten, L. Hendrickx, T. Vandezande), 1 ad op 20-
24/08 1 juv te Neerijse/Langerodebos (J. Van Den
24/08 (versch. waarn.), 1 juv op 25-26/08 (versch.
Bogaert)
waarn.) en 1 ex. ZW op 31/08 (I. Nel, L. Hendrickx).
Roerdomp
Op 23/08 trok 1 ex. over Neerijse/ Ganzeman
Botaurus stellaris
11/07 & 22/08 1 ex. te OHZ (L. Hendrickx, P. Floré) Ooievaar
Ciconia ciconia
(F.
Fluyt).
Slechtvalk
Falco peregrinus
14/06 1 ex. over Kessel-Lo/Kesselberg (T. Caers)
Het mannetje van het Leuvense koppel liet zich op
22/06 1 ex. over Leuven/centrum (H. Roosen)
12/06 voor het laatst zien, het vrouwtje bleef echter
24/06
de hele periode aanwezig (versch. waarn.). Andere
1 ex. te Wijgmaal/Wijgmaalbroek (W. Des
met) 28/06 3 ex. te Overijse/centrum (I. Nel) 01/08 32 ex. ZW te Huldenberg/Spitsberg
waarnemingsplaatsen waren Winksele (1 ex. over op
(F. Fluyt)
04/08 1 ex. Z te SAR (L. Hendrickx)
1/07; 1. Jacobs), Haasrode/industrieterrein (1 ex. op 3/07; W. Desmet), SAR (resp. 1 ex., 1 juv, 2 ex. & 1 juv
05/08 min. 5 ex. ZO te Erps-Kwerps (P. Moysons)
op 20/07, 26, 27-28 & 29/08; J. Rutten, A. Smets, W.
11/08 19 ex. Z te SAR (L. Hendrickx, T. Vandezande)
Desmet, T. Vandezande e.a.), Leefdaal/plateau (1 ex.
15/08 19 ex. ZW te Huldenberg/Spitsberg
op 29-30/07, 10 & 22/08;
(F. Fluyt)
20/08 2 ex. te SAR (I. Nel)
F. Van de Meutter, L. Hen
drickx, J. Nysten), Leefdaal/Delle (1 ex. op 26/08; M.
29/08 2 ex. W te Kessel-Lo/centrum (T. Vandezan de)
Hens, P. Op de Beeck) en Erps/Dorenveld (resp. 1 ad + 1 juv & 1 ad op 31/07 & 23/08; A. Smets).
Lepelaar
Platalea leucorodia
Porzana porzana
11/07 2 2e kj ZW te OHZ, dan ter plaatse te NGB
Porseleinhoen
(P. Floré, I. Nel, J. Nysten, L. Hendrickx)
22/08 1 ex. te SAR (M. Walravens)
Zwarte Wouw
Milvus migrans
Bontbekplevier
12/06 1 ex. NO te Overijse/Maleizen (S. Peten) Blauwe Kiekendief
25-27 /08
Charadrius hiaticula
2 ex. te SAR (L. Hendrickx, 1. Nel, A.
Smets e.v.a.), met 3 ex. op 26/08 (M. D'haen, P. Floré,
Circus cyaneus
Met telkens een vrouwtjestype op 28/07 te Bertem/
P. Moysons)
Koeheide (G. Bleys) en op 31/07 te Loonbeek/Hol
Charadrius dubius
lestraat (F. Fluyt), waren de eerste Blauwe Kieken
Kleine Plevier
dieven voor het najaar van 2009 er wel heel vroeg bij.
Er hingen in juni-juli 2009 broedverdachte Kleine
In augustus werden ze op de 15e gevolgd door een
Plevieren rond in het Dijleland. Te NKV was dat het
juv op het Dorenveld te Erps (A. Smets) en telkens een vrouwtjestype op het plateau te Korbeek-Dijle/ Leefdaal op 15-18, 24, 26 & 28/08 (J. Nysten, S. Ho remans, M. Hens e.a.). Grauwe Kiekendief
geval tot op 28/06 (versch. waarn.), met maximaal 4 ex. op 7 /06 (J. Nysten) en een nestvondst op 20/06 (L. Hendrickx). Te Heverlee/Langestaart bleven 2 ex. present tot op 5/07 (R. Uyttenbroeck, B. Pecceu,
Circus pygargus
L. Hendrickx e.a.). In augustus doken dan terug Klei
17 /08 1 juv te Bertem/Koeheide (G. Bleys)
ne Plevieren op, maar nu dan te SAR. Het eerste ex.
21/08 1 ex. te Erps/Dorenveld (J. Kiebooms)
zat hier op 2/08, met vervolgens telkens 1 ex. op 6/08
Visarend
en 11-12/08, en 2 ex. op 14-17/08 (versch. waar.).
Pandion haliaetus
De eerste Visarend voor het najaar van 2009 werd op 1/08 waargenomen te OHN (H. Marijns) en te
Morinelplevier
Charadrius morinellus
(l. Nel). Op deze laatste locatie werden nadien
21, 22, 23 & 25-26/08 resp. 7 ex., 8 ex., 2 ex. ZW &
nog vijf Visarenden waargenomen: 1 ex. op 4/08 (L.
1 ad+ 2 juv te Erps/Dorenveld (A. Smets,]. Nysten,
Petre, T. Vandezande), 1 ex. ZW op 15/08
L. Raty e.a.)
SAR
126
De Boomklever
-
december 2009
(l. Nel, J.
Pluvialis apricaria
Goudplevier
20/07 1 ex. Z te Oud-Heverlee/centrum (J. Rutten) 23/08 1 ex. ZW te Erps/Dorenveld (A. Smets)
Tringa totanus
Tureluur
Late solitaire Tureluurs pleisterden in juni 2009 nog te SAR op de 5e
(1. Nel, L. Hendrickx, M. Wal
ravens) en te Heverlee/Langestaart op de lOe en de Scholekster
Haematopus ostralegus
19e (B. Pecceu, G. Vanautgaerden, R. Uyttenbroeck).
08, 24, 25 & 26/06 resp. 1, l, 2 & 1 ex. te Haasrode/
Juli bracht enkel Tureluurs naar SAR, met 2 ex. op
industrieterrein
4-6/07 (versch. waarn.) en 1 ex. op 13/07
(J. Nysten, D. von Werne)
14/06 2 ex. over Oppem (C. Carels) 11/07 1 ex. te Heverlee/Langestaart (L. Hendrickx)
(F. Fluyt,
1. Nel, J. Nysten). Ook in augustus waren Tureluurs enkel weggelegd voor SAR, met waarnemingen van telkens 1 ex. op 10 data tussen 7 en 26/08 (versch.
Griel
Burhinus oedicnemus
waarn.).
Op het plateau van Leefdaal werd op 16/06 de derde
Tringa nebularia
Griel voor het Dijleland waargenomen (H. Roosen).
Groenpootruiter
De vorige twee ex. (op 5-6/05/03 en 1/06/08) verble
Groenpootruiters werden te SAR tussen 11/07 en
ven op ditzelfde akkerplateau!
30/08 op 31 data waargenomen (versch. waarn.), met maximaal 14 ex. op 26/08
Kleine Strandloper
14/08 2 ad te SAR
Calidris minuta
(1. Nel, J. Nysten, L. Hendrickx,
M. Walravens, B. Bergmans)
(1. Nel). Andere waarne
mingsplaatsen waren Pécrot {2 ex. ZO op 13/07; M. Walravens), NKV (1 ex. op 19/07; B. Brooks), AVP (1 ex. op 14/08; D. von Werne), Heverlee/Langestaart (2 ex. op 19/08; R. Stoks, M. De Block) en Gastu
Temmincks Strandloper
Calidris temminckii
27-28/08 1 ex. te SAR (S. Horemans, L. Hendrickx,
che/Etang Paradis (resp. 2, 4 & 3 ex. op 26, 28-29 & 31/08 ; B. Nef, H. Päques, L. Hendrickx).
A. Boeckx e.v.a.)
Tringa stagnatilis
Poelruiter
Calidris alpina 28/07 2 ex. te SAR (F. Fluyt) Bonte Strandloper
Van 25 tot 28/08 (en mogelijk al op 24/08) zat een eerste kalenderjaar Poelruiter te SAR (L. Hendrickx,
1. Nel e.v.a.). Op de avond van 28/08 verhuisde hij Wulp
Numenius arquata
zuidwaarts naar Gastuche/ Etang Paradis (B. Nef).
31/07 1 ex. te Erps/Dorenveld (A. Smets)
Het gaat hier om de vierde waarneming van deze
08108 1 juv te SAR (L. Hendrickx)
soort in het Dijleland, de eerste najaarswaarneming
23/08 2 ex. ZW te Erps/Dorenveld (A. Smets)
én de eerste juveniele vogel. De vorige Poelruiters
24/08 1 ex. te SAR
zaten op 23/04/84 te Florival, op 6/05/90 te NKV en
(I. Nel, L. Hendrickx, M. Wal
ravens)
op 18-20/04/03 te OHN.
31/08 1 ex. ZW te Meerbeek/pompstation (A. Smets)
Bosruiter
Tringa glareola
Op de eerste Bosruiter voor het najaar van 2009 na, Regenwulp
Numenius phaeopus
een adult op 5/07 te Heverlee/Langestaart (L. Hen
08/08 min. 1 ex. aud over te Berte (S. Bouillon)
drickx), werd deze soort uitsluitend te SAR waarge
15/08 6 ex. ZW te Erps/Dorenveld (A. Smets)
nomen. Van 20/07 tot en met 27/08 was de Bosruiter hier op 20 data vertegenwoordigd (1-4 ex.; versch.
Grutto
Limosa limosa
11/06 1 ad te SAR (H. Roosen) Zwarte Ruiter
Tringa erythropus
Zwarte Ruiters werden tijdens de zomer van 2009
waarn.), met maximaal 5 ex. op 19-21/08
(1. Nel, P.
Goubau). Oeverloper
Actitis hypoleucos
Oeverlopers konden tijdens de zomermaanden van
uitsluitend te SAR waargenomen, met achtereenvol
2009 worden waargenomen te Heverlee/ Lange
gens 3 juv op 6/08
(I. Nel, T. Vandezande), 1 ex. op
staart (7 data tussen 10/06 & 28/08, max. 3 ex. op
7/08, 2 ex. op 8/08, 1 ex. op 9-14/08 (versch. waarn.)
19/08; versch. waarn.), OHN (1 ex. op 4/07; R. Uyt
en 1 ex. op 26/08 (J. Rutten).
tenbroeck), SAR (43 data tussen 5/07 & 31/08, max. 28 ex. op 4/08 ; G. Ryken e.v.a.), Overijse/centrum
De Boomklever
-
december 2009
127
' :.... .
,
�,
· Vog�ts
(2 ex. op 8/07; I. Nel), NGB (10 data tussen 12/07
27/08 1 ex. te Erps/Dorenveld (A. Smets)
& 28/08, max. 9 ex. op 26/07; L. Hendrickx e.a.),
29/08 9 ex. te Eizer/Horenberg
Tervuren/Park KMMA (1 ex. op 15/07; A. Boeckx),
31/08
NK V (1 ex. op 21/07; B. Creemers), Kwerps/vijvers
Smets)
(F. Fluyt)
3 ex. ZW te Meerbeek/pompstation (A.
(2 ex. op 5/08; P. Moysons), AVP (1 ex. op 14/08; D.
Anthus trivialis
van Werne), Gastuche/Etang Paradis (resp. 5, 3, 4
Boompieper
& 2 ex. op 26, 28, 29 & 31/08 ; B. Nef, H. Päques),
Najaarstrekkers werden opgemerkt over Oud-He
Gastuche/Marais de Laurensart (1 ex. op 28/08 ; B.
verlee (1 ex. op 8/08;
ef ) en Leuven/centrum (1 ex. over op 29/08 ; W. Desmet).
]. Rutten), Haasrode (1 ex. op
20/08; D. van Werne), Erps/Dorenveld (resp. 1 & 9 ex. op 22 & 23/08; A. Smets) en Meerbeek/pompsta tion (43 ex. op 31/08; A. Smets).
Philomachus pugnax 25-28/08 1 ex. te SAR (I. Nel, A. Smets, L. Hendricks
Blauwborst
e.v.a.)
De enige Blauwborsten van de zomer van 2009 zon
Kemphaan
Luscinia svecica cyanecula
gen te OHZ (resp. 1 zp & 2 zp op 7 /06 & 5/07; Zwartkopmeeuw
Larus melanocephalus
24/08 1 juv te NGB (L. Hendrickx) Visdief
02-03, 12 & 25/06 resp. 2, 1 & 2 ex. te AVP (J. Nys ten, l. Nel, F. Vandekeybus) 18/07 1 ad zom te OHZ (L. Hendrickx)
07/06, 26/07, 21, 22 & 24/08 resp. 5 ad zom, 1 juv,
(I. Nel, ]. Nysten, L. Hendrickx
e.a.) 10-11 & 19/08 telkens 1 juv te NGB (L. Hendrickx, P. Floré)
Phoenicurus phoenicurus
05/06 1 zp in de rand van Heverleebos te Vaalbeek/ Grezstraat (J. Rutten)
Saxicola rubicola
Geslaagde broedgevallen werden opgetekend te Vel tem-Beisem (telkens 1 juv op 3 & 5/06; R. Ghijsen), Herent/Kastanjebos
(1 juv op 10/06; R. Ghijsen),
Winksele (3 imm op 7/08; R. Ghijsen), Leefdaal/ plateau (3 juv op 15/06; W. Desmet) en Sint-Joris Weert/Doode Bemde (1 juv op 3/07; L. Hendrickx).
Zomertortel
Op 9 en 22/08 zaten resp. lmlv en lm te Pécrot (M.
Streptopelia turtur
Zomertortels werden enkel opgemerkt te Leefdaal/ plateau (telkens 1 zp op 6/06, 19/06 & 4/07; C. Ca rels, G. Bleys), Neerijse/Ganzeman (1 zp op 13/06;
J. Nysten), Wijgmaal (1 ex. op 3/07; P. Floré), Erps/ Dorenveld (1 ex. op 6/07; 0. Hendrick) en Neerijse/ Doode Bemde (1 zp op 15/07; 1. Nel). Velduil
Gekraagde Roodstaart
Roodborsttapuit
Chlidonias hybridus
3 juv, 1 juv & 1 juv
ten) en te SAR (1 zp op 11, 22 & 24/06 en 1 ex. op 14 & 20/08; H. Roosen, l. Nel, F. F luyt, M. Walravens).
Sterna hirundo
Zwarte Stern
J. Rut
Walravens). Paapje
Saxicola rubetra
Eind augustus bracht Paapjes naar Leefdaal/plateau (resp. 4, 3, 5 & 4 ex. op 19, 20, 23 & 24/08; R. Uytten broeck, M. Hens, L. Hendrickx e.a.), Erps/Dorenveld (resp. 12, 11 & 8 ex. op 25, 27 & 31/08; A. Smets, B. Bergmans), Leefdaal/Delle (min. 8 ex. op 26/08; M.
Asio flammeus
13/06 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau
(J. Nysten)
Hens, P. Op de Beeck), Meerbeek/pompstation (6 ex. op 31/08; A. Smets) en Terlanen/Terlanenveld (2 ex.
Duinpieper
Anthus campestris
op 31/08; H. Roosen).
22/08 1 ad te Erps/Dorenveld (S. Boddington)
Oenanthe oenanthe
23/08 2 ex. ZW te Erps/Dorenveld (A. Smets), 1 ex.
Tapuit
te Eizer/Horenberg, 1 ex. te Huldenberg/plateau, 1
De meeste Tapuiten werden dit najaar waargeno
ex. te Loonbeek/Ganspoel, 1 ex. te Neerijse/Ganze
men te Erps/Dorenveld, met waarnemingen op 7
man (F. Fluyt)
data vanaf 15/08 (versch. waarn.), en maximum 8 ex.
25/08 2 ex. te Erps/Dorenveld (A. Smets, L. Raty, B.
op 25/08 (B. Bergmans). Andere waarnemingsplaat
Bergmans)
sen waren Haasrode/zandgroeve (1 ex. op 9/08; W.
26/08
Goussey), Leefdaal/plateau (resp. l, 2, 3, 3 & 1 ex. op
2 ex. te Leefdaal/Delle (M. Hens, P. Op de
Beeck)
128
De Boomklever
15, 24, 25, 28 & 29/08;
december 2009
]. Nysten, L. Hendrickx), Kor-
Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata, Oppem-Korbeek-Dijle, 27-8-2009,foto Luc Hendrickx
beek-Dijle/plateau (1 ex. op 16 & 29/08; J. Nysten),
0. Hendrick, R. De Boom, F. Van Den Houte), SAR
Pécrot (5 ex. op 22/08; M. Walravens), Huldenberg/
(1 ex. op 17/06; F. Maes), Erps/Dorenveld (resp. 1 zp
ljsevallei-Wolfshaegen (1v op 23/08; l. Nel), Ter
& 2 ex. op 20/06 & 2/07; P. Moysons) en Loonbeek/
lanen/Terlanenveld (2 ex. op 31/08; H. Roosen) en
Ganspoel (1 zp op 4/07; F. F luyt).
Meerbeek/pompstation (11 ex. op 31/08; A. Smets). Braamsluiper Sylvia curruca Kramsvogel Turdus pilaris
Waarnemingen van Braamsluipers werden ontvan
29/08 6 ex. te Kortenberg/dorp (T. Ysebaert)
gen uit Haasrode/dorp (1 zp op 2, 4 & 21/06; D. von Werne), Haasrode/Industrieterrein (resp. 1 zp & 1
Cetti1s Zanger Cettia cetti
ex. op 5/06 & 10/08; D. von Werne), Kortenberg/
Er werd tijdens de zomer van 2009 slechts informa
Yrebos (resp. 1 ex. & 3 juv op 5 & 6/06; A. Smets),
tie vanuit 5 gekende territoria van Cetti's Zangers
Heverlee/Zwanenberg (1 zp op 11/06; G. Bleys),
ontvangen: 1 te OHN, 1 tussen OHN en OHZ, 2
Moorsel (1 zp op 28/06; R. De Boom) en SAR (1 ad
te OHZ en 1 te SAR (versch. waarn.). Een nieuwe
op 8/08; L. Petre).
waarnemingslocatie bevond zich langs de Marbaise te Néthen, met waarnemingen op 28/06 en 1/07 (B.
Fluiter Phylloscopus sibilatrix
Nef, H. de Wavrin).
In juni werden (reeds gekende) F luiters nog gehoord in het Kapucijnenbos (Tervuren) op de 1e (A. Smets)
Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus
en in Mollendaalwoud op de 1e, de se en de 13e (F.
21/062 zp in de Doode Bemde (A. Smets, J. Nysten)
Yandeputte, J. Rutten, J. Menten).
Waterrietzanger Acrocephalus paludicola
Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata
Op 29/08 werd een Waterrietzanger gemeld te SAR
10/06
(T. Yandezande). Indien ingediend en aanvaard door
Cuppens)
het BAHC zou dit het eerste ex. in de streek zijn
28/06
sinds 1975 (en mogelijk langer).
1 ex. te Bierbeek/Mollendaalbeekvallei (J. 1 ex. te Moorsel (R. De Boom, F. Van Den
Hou te) 08/08 min. 3 juv te Winksele/Schoonzicht (S. Bouil
Spotvogel Hippolais icterina
lon)
Spotvogels zongen te Leefdaal/plateau (o.m. 2 zp op
15/08 4 ex. te Tervuren/Zoniënwoud (B. Pasau)
13 & 21/06; K. Moreau, W. Desmet e.a.), Duisburg (1
27/08 1 ex. te Oppem (L. Hendrickx)
ex. op 14/06; G. Bleys), Moorsel (1 ex. op 14 & 28/06;
29/08 3 ex. te Meerbeek/Rotte Gaten (T. Ysebaert)
De Boomklever
-
december 2009
129
31/08 1 ex. te Terlanen/Terlanenveld (H. Roosen), 1
Kruisbek Loxia curvirostra
ex. te Meerbeek/pompstation (A. Smets)
01/07 1 ex. 0 te Oud-Heverlee/centrum (J. Rutten) 29/07 1 ex. over te Korbeek-Lo (J. Vanautgaerden)
Wielewaal Oriolus oriolus 07106
1 zp te Sint-Joris-Weert/Doode Bemde (J.
06/06 1 ex. te Bierbeek/plateau (J. Cuppens)
Nysten) 10/06
Grauwe Gors Emberiza calandra
1 zp te Bierbeek/Mollendaalbeekvallei (J.
09/08 1 ex. te Pécrot (M. Walravens) 09/08 1 ex. te Haasrode/Stenenkruis (W. Goussey)
Cuppens) 03/07 1 zp te AVP (W. Desmet) 21/07 1 zp te Korbeek-Lo (J. Cuppens) Europese Kanarie Serinus serinus
15/07 1 ad m
+
Samenstelling : Kelle Moreau, kelle.moreau@gmail.com
1 juv te Wavre, net over de taalgrens
thv Tombeek (I. Lewylle)
Medewerkers en correspondenten : Michaël Abts, Véronique Adriaens, Louis-Philippe Arnhem, Bart Augustijns, Hendrik Avercamp, Stijn Baeten, Mathieu Bauduin, Monique Bekkers, Bruno Bergmans, Koen Berwaerts, Geert Bleys, Pierre Blockx, Pierre Yves Bodart, Stephen Boddington, Alain Boeckx, Steven Bouillon, Kurt Boux, Marino Boyen, A. Braem, Bill Brooks, Bart Broos, Vincent Bulteau, Esther Buysmans, Tim Caers, Charles Carels, Otto Chrispeels, Paul Claes, Annemie Clerckx, Stijn Cooleman, Patricia Cornet-Poussaert, Benny Cottele, Jurgen Couckuyt, Bart Creemers, Jos Cuppens, Matthias De Beenhouwer, Hans De Blauwe, Marjan De Block, Benoit De Boeck, René De Boom, Koen De Ceulaer, J. De Cock, Hugues De Gemier, Krista De Greef, Emmanuel Dehombreux, Guy Dejaiffe, B. Demarsin, Marc De Paemelaere, Chantal Deschepper, Louis Desmet, Wouter Desmet, Stefaan D'Espallier, Hisko de Vries, Hellin de Wavrin, Dimitry De Wilde, Matthias D'Haen, Steven D'Hont, Gerald Driessens, Daan Drukker, Patrick Floré, Frederik Fluyt, Lysander Fockaert, Benoît Forget, Raf Ghijsen, Karin Gielen, Elisabeth Godding, Patrick Goubau, Werner Goussey, Gert Govaerts, Geert Haesendonck, Karl Hammarlund, Krien Hansen, Eric Hantson, Olivier Hendrick, Luc Hendrickx, Dirk Hennebel, Maarten Hens, Marc Herremans, Peter Hofman, Marc Hofman, Stefaan Horemans, Jacques Ide, Ilf Jacobs, Evelien Janssens, Guy Janssens, Ro bert Jooris, Steven Keteleer, Jean Kiebooms, Jorg Lambrecht, Raphael Lebrun, Mark Lehouck, Jan Lenaert, Iwan Lewylle, Jean-Marie Lommaert, Eddy Macquoy, F. Maes, Hans Marijns, Herwig Mees, Joris Menten, Pa trick Michel, Kelle Moreau, Bart Moens, Pieter Moysons, Alex & Laurence Naets, Bruno Nef, Ingrid Nel, Paul Nuyts, Johan Nysten, J. Opdebeeck, P. Op de Beeck, Hervé Paques, Christian Paquet, Bernard Pasau, Bert Pec ceu, Stephan Peten, Ludovic Petre, Fre Rampelbergh, Laurent Raty, Stijn Raymaekers, G. Rijmenans, Christian Rombaux, Wouter Rommens, Hans Roosen, Jos Rutten, Niels Ryckeboer, Geert Ryken, Karel Samyn, Maarten Schurmans, Maurice Segers, Adriaan Seynaeve, Axel Smets, Ludo Smets, Philippe Smets, Jean Spitaels, Robby Stoks, Stefaan Sys, Julien Taymans, Koen Thijs, Erik Toorman, Roel Uyttenbroeck, Désiré Vanautgaerden, Gert Vanautgaerden, Johan Vanautgaerden, André Van De Laer, Filip Vandekeybus, Frank Van de Meutter, Tho mas Vandenberghe, Jorn Van Den Bogaert, Maarten Van den Eynde, Dieter Van Den Heuvel, Frank Van Den Houte, Nicolas Vandenplas, Luc Vanden Wyngaert, Filip Vandeputte, Chris Vanderperre, Stefan Vandevenne, Tom Vandezande, Carl Vanherck, Hilaire Vanherwegen, Tim Van Langenhove, Philippe Vanmeerbeeck, Wou ter Vanreusel, Kris Van Scharen, Diemer Vercayie, Jan Verroken, Stijn Vranckx, Pieter-Jan Volders, Dirk von Werne, Marc Vos, Eric Walravens, Marc Walravens, Jan Waumans, Bernd Willaert, T. Ysebaert & Ernesto Zvar.
130
De Boomklever
-
december- 2009
,��·; .. ·
�}� :,���viteiten ·
Alle activiteiten van de Natuurstudiegroep Dijleland en eventuele wijzi gingen zullen ooi< aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst.
Zaterdag/zondag 2 I 3 januari 20 I 0:
Donderdag 4 februari 20 I 0:
simultaantelling Grauwe Gors en
Info-vergadering over 'Waarnemingen.be'
Geelgors
•
20u, in het Eco-huis, Provincial Domein Kessel-Jo
•
waarnemingen.be: invoeren gegevens, opvragen eigen gegevens, statistieken en info over soorten,
Zaterdag/zondag 16117 januari 20 I 0:
enz...
Watervogeltelling
en ervaren gebruikers!
•
Afspraak telexcursie zaterdag 16/1 om 9u aan sta tion Oud-Heverlee
•
: een nuttige uiteenzetting voor beginners
Leiding: Luc Hendrickx (luchendrickx2003@ya hoo.com)
Zaterdag 6 februari 20 I 0: Jaarvergadering •
20u, lokaal van de vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud, oud gemeentehuis, 1ste verd" Wa
Zondag 24 januari 20 I 0: Op zoek naar eitjes van sleedoornpage •
Afspraak om 14u aan de parking Rodebos (Leu
versebaan 66 te Heverlee •
- 20u- 20.30u: bestuurlijk gedeelte (met o.a. invul ling van de vacante functie van voorzitter-coördi
vensebaan) Eitjesspeuren in de omgeving van Ot tenburg en Florival •
leiding:
Bart
Creemers
(bart.creemers@gmail.
Programma:
nator van het bestuur) - 20.30u-2lu: Ivan Lewylle (Natuurpunt) met Al gemene Broedvogels-project, inventarisatie Geel
com)
gors en Kamsalamander - 21.15u-21.45u: Frederik Fluyt met jaaroverzicht 2009
Eitjes zoeken".
21.45- 22.lSu: Kelle Moreau en Axel Smets: foto reportage van hun reis naar Kenia, najaar 2009
We zoeken ook nu naar de eitjes van Sleedoorn page en Iepenpage, twee vlindersoorten waar
kan gemeten worden aan de hand van tellingen
Zaterdag/zondag 61 7 februari 2010: simultaantelling Grauwe Gors
van op staand hout afgezette eitjes. Ook hier zijn
en Geelgors
van de populatiedichtheid en de verspreiding
reeds tal van nieuwe locaties gevonden maar er
•
verdere info via NSGD-maillist
zijn nog een aantal niet onderzochte struwelen. Vier excursies worden hiervoor voorzien tijdens de winter 2009-2010, gespreid over het hele Dij leland.
Zaterdag/zondag 13114 februari 2010: Watervogeltelling •
Afspraak telexcursie zaterdag 13/2 om 9u aan sta tion Oud-Heverlee
De Boomklever - december 200q
131
. . . ....
"
�. ...
Activiteiten - <11 ,.._·
Leiding: Luc Hendrickx (luchendrickx2003@ya
•
hoo.com)
zaterdag/zondag 13114 maart 20 I 0: Watervogeltelling •
Afspraak telexcursie zaterdag 13/3 om 8u30 aan station Oud-Heverlee
Watervogeltellingen
•
Leiding: Luc Hendrickx (luchendrickx2003@ya hoo.com)
Na de succesvolle tellingen van oktober, novem ber en december is het de bedoeling om nog 3 maal deze winter, meestal tweede weekend van elke maand, zoveel mogelijk vijvers en an dere plaatsen waar watervogels zich ophouden, te bezoeken en er alle aanwezige vogels te tel len. Dit langetermijn monitorings-onderzoek wordt reeds tientallen jaren georganiseerd in internationaal verband en heeft tot doel de po pulatieschommelingen van de doortrekkende en overwinterende watervogels op te volgen en zo nodig tijdig de passende beleidsmaatregelen voor te stellen
Zaterdag 2 7 februari 20 I 0: Dagtocht naar de Maasvallei •
gids: Jos Rutten
•
afspraak om 8u00 Bodart-parking Leuven. Kos tendelend vervoer met eigen wagens. Deelnemers en kandidaat-chauffeurs melden zich uiterlijk op vrijdag 19/2 contact: Kris van Scharen (kris.van.scharen@tele
•
net.be - 02.7672638)
zondag 2 I februari 20 I 0 : Op zoek naar eitjes van sleedoornpage •
Afspraak om 14u aan de kerk van Huldenberg. Even kijken of in en rond Stokkembos wat te vin den is?
•
leiding:
Bart
Creemers
(bart.creemers@gmail.
com)
Zaterdag/zondag 61 7 maart 20 I 0: si multaantelling Grauwe Gors en Geel gors •
verdere info via NSGD-maillist
132
De Booml<lever - december 2009
c Nijlganzen zien is al lang geen bijzonderheid meer. Veel Nijlganzen sa men zien is ook niet meer zo vreemd, tot ergernis van sommigen ... Vooral na het broedseizoen als de families (en dat zijn vaak grote families!) samentroepen kunnen de aantallen flink oplopen en is de kaap van 100
' . . -" - �
...
;�
-
'· f
vogels samen in het Dijleland al meermaals flink overschreden (lees in dit verband , elders in dit nummer, ook de bijdrage over exoten door Kelle Moreau). Toch was het even schrikken toen op waarnemingen.be het bericht ver scheen dat in de akkers langs de Tervuursesteenweg tussen Leefdaal en Vossem op 17 december 2009 maar liefst ongeveer 800 Nijlganzen pleis terden...! P.M. De Lemos Esteves, die deze waarneming deed (en auteur van bijgaande foto's die telkens maar een gedeelte van de groep tonen), vertelde me dat hij tijdens de voorbije maanden op die plaats geregeld grotere groepen Nijlganzen zag (pers.mededeling). Het park van Tervuren, ook een gekende pleisterplaats van deze soort, is overigens vlakbij..! Toch is dit grote aantal wellicht een samenloop van toevallige omstan digheden die verschillende, in de ruime omgeving van Brussel, overwin terende ganzengroepen samenbrachten. Immers zoals vaker, was bij deze groep ook een Casarca. Enkele dagen later werd een veel kleinere groep Nijlganzen gezien ten noorden van Brussel, eveneens met een Casarca als gezelschap. Mogelijk was toen, door de sneeuw(?) de grote groep al terug in kleinere opgesplitst? De waarnemingsplaats werd sinds 17 december nog geregeld gecon troleerd maar meer dan enkele tientallen Nijlganzen leverde dat niet op! Bovendien was er toen sneeuw op komst en dat brengt ook bij ganzen altijd wat onrust en heen en weer gevlieg teweeg... Kris van Scharen
1
�
"""'r
•
---� • ." ''!'91' "
-.-...-.�Si: l
- �...- ···�·
'
••• ,4'• ·-
.
Inhoud •
1
�-
EDITORIAA L 101
Time for change V O GELS Exoten in het Dijleland: een update
I03
Kelle Moreau De duikvlucht van de Veldleeuwerik: akkervogels in een veranderende wereld
I09
(redactionele mededeling) De terugkeer van de Kleine Zwaan Kris van Scharen
III
Soorten in de li�- I: Het verhaal van de Aalscholver in het Dijleland, 1940-2009 I I3
Kris van Scharen Soorten in de li�-2: Met grote stappen voorwaarts: de opmars van de Grote Zilverreiger in het Dijleland Kelle Moreau
I I6
Waar zit die held're zanger nog? Van Blauwborst en Nachtegaal I20
Kris van Scharen De Cetti's Zanger: klimaatkanarie van het Dijleland
I22
Kelle Moreau Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving, juni - augustus 2009
I24
Kelle Moreau AA NKO N DIGIN GEN EN AC TIVITEITEN Activiteiten
131
Foto cover, Aalscholver met jonge karper, Doode Bemde-Grote Bron, foto Eddy Raeyen
111