De Boomklever Maart 2010

Page 1

1-=-

Jaargang

Tijdschrift van de Natuurstudiegroep •

Dijleland

l�IEJ I

38

-

maart

20 I 0


Regionale werkgroep van Natuurpunt Studie vzw

natuur punt

"""' Studie

Bestuur Bart Creemers (voorzitter), Aarschotsesteenweg 420,

3012 Wilsele, 0496-893106 Kris Van Scharen (penningmeester), Korbeekstraat 27,

3061 Leefdaal, 02-7672638 Bruno Bergmans, Mgr. Van Waeyenberglaan 54 DIS bus3,

3000 Leuven, 0498-760722 Herwig Blockx, Rue du Culot 42, 1320 Tourinnes-la-Grosse,

010-862466

Driemaandelijks tijdschriftvan de Natuurstudiegroep Dijleland. De Boomklever brengt bijdragen over studie en beheer van de biodiver­ siteit in het Dijleland en verschijnt viermaal per jaar (maart, juni, sep­ tember, december). �

Frederik Fluyt, Rapengang 24 bus 4, 3000 Leuven, 0479-920172

Hoofdredacteur: Bruno Bergmans

Maarten Hens, Dorpsstraat 48, 3078 Meerbeek, 0473-244752

leden: Herwig Blocloc, Bart Cree­ mers, Frederik Fluyt, Maarten Hens, Kelle Moreau en Kris van Scharen

Joris Menten, W. De Croylaan 49/21, 3001 Heverlee, 0495-275393

Kelle Moreau, Korenbloemlaan 5, 3052 Blanden, 0486-125877

Hans Roosen, Abstraat 101, 3090 Overijse, 02-6879518

André Verboven, Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184

Werkgroep vogels

Artikels, foto's en korte bijdragen worden verwacht op het redactiese­ cretariaat, p/a Bruno Bergmans e-mail: bruno.bergmans@Scarlet.be

Archivering en rapportering waarnemingen: Kelle Moreau (kelle.

moreau@gmail.com) Watervogeltellingen, Luc Hendrickx( luchendrickx2003@yahoo.

com) Broedvogelprojecten, akkervogels: Maarten Hens (maartenhens@

yahoo.co.uk) Trektellingen: Frederik Fluyt (frederik.fluyt@gmail.com)

Werkgroep zoogdieren Archivering waarnemingen: Kelle Moreau

(kelle.moreau@gmail.com) •

Vleermuizen: Hans Roosen (roosenhans@yahoo.com)

Hamster: Maarten Hens (maartenhens@yahoo.co.uk)

Het copyright van de teksten, il­ lustraties en foto's blijft bij de res­ pectievelijke au�urs, tekenaars en fotografen. Overname is m:ogelijlt mits hun uitdrukkelijke toelating en bronvermelding

Geïnteresseerden kunnen De Boomklever ontvangend.oor overschrijving� 10€ op� ningnummer 001-·155216&-sQ wn de Natuurstudiegroep DijleJáml, met opgave van naam en adte&-'Een steunabonnement kost 15 i, ®meer.

Werkgroep ongewervelden •

Archivering en rapportering waarnemingen: Bart Creemers (bart.creemers@gmail.com)

Werkgroep planten •

Themaverantwoordelijke: Joris Menten (pjoris@advalvas.be)

Website: www.natuu rstudie groepdijleland.be Rondzendlijst Dijleland: Stuur een blanco e-mail naar: dijlevallei-subscribe@yahoogroups.com

v.u.:

B. Creemers, Aarschoáesteenweg 120

- 301� Wllséle


Over lepenpages en havikhorsten Op een mooie junidag vorig jaar had ik samen met Joris Souffreau het idee opgevat om op zoek te gaan naar dat mooie bijzondere vlindertje in het Dijleland, de Iepenpage. Bij nader toezien was het weer toch niet zo ideaal, want ondanks een bijzonder zonnige start, kwamen er na een tijdje wolken opzetten. We ontdekten heel wat geschikte bosranden en holle wegen met Iepen, maar zoals dat hoort met speciale soorten ontglipten de Iepenpages ons keer op keer. Een eind in de namiddag werd het stilaan duidelijk dat we geen nieuwe vindplaatsen voor Iepen­ pages meer zouden vinden. "Ja, Iepenpages zoeken lijkt toch moeilijker te zijn dan je op het eerste gezicht zou denken:' "Op de Roeselberg zijn ze wel erg gemakkelijk te zien. Vreemd dat het ons nu nergens lukt:' "Maar geen nood, we hebben toch weer heel wat leuke gebieden verkend en een aantal andere leuke dingen gezien:' We wandelen verder en plots kruist een Havik ons gezichtsveld. "Weet je wat ik eens graag zou zien, Joris?" "Neen" "Wel, het horst van een Havik. In het Meerdaalwoud schijnt er zo een bijna mythisch nest te zijn waar je de jongen mooi op moet kunnen zien zitten. Om het zelf te vinden is onbegonnen werk, maar het is ook iets dat mensen niet zomaar aan je neus gaan hangen. Dit is echt de 'heilige graal' van vogels kijken in het Dijleland:' "Kjèkjèkjèkjèkjè!" "Heb je dat gehoord?" "Ja, gek geluid. Het klinkt als een jonge roofvogel, ik ben benieuwd wat dat zou zijn:· Behoedzaam trekken we het bos in. Het geluid lijkt van verschillende kanten te komen en we na­ deren duidelijk de bron van het mysterie. "Laten we daar nog een beetje verder gaan kijken, daar lijkt het uitzicht iets beter:· Op een wat meer open plek in het bos valt ons oog plots op een donkere massa hoog in de vork van een Grove den. Jawel, daar zit toch wel een dik roofvogelnest zeker! Onze aanvankelijke teleurstelling omdat de jongen blijkbaar net uitgevlogen zijn, wordt onmid­ dellijk goed gemaakt als het bos tot leven komt. Heel de tijd vliegen drie pas uitgevlogen jonge Haviken heen en weer als schimmen over de halfopen plek achter de nestboom. Soms laten ze zich even mooi in zit bewonderen om dan weer door te vliegen. Helemaal te gek wordt het als één van de oudervogels met een prooi komt aanzetten. Luid kekkerend eisen de jongen elk hun stukje op. Stilletjes maken we ons terug uit de voeten. "Wow, wie had dat gedacht, zeg, op zoek gaan naar Iepenpages en uiteindelijk een blik gegund worden in het intieme leven van een familie Haviken:· Zo zie je maar, hoe je met een bepaald idee kunt vertrekken, en met een nog veel meer fantastische "buit" kunt terugkomen. Net daarom vind ik met natuur bezig zijn de meest fantastische hobby die er is. En voor wie er naar zoekt, heeft het Dijleland heel veel leuke verrassingen in petto. Veel natuurplezier! Bruno Bergmans Hoofdredacteur De Boomklever

De Boomklever

-

maart 2010


Jepenpage, Koeheide, begin juli 2009. Foto: Jeroen Mentens, www.ranaphoto.net

De lepenpage, trots van het Dijleland

E

en klein vlindertje met staart­ jes aan de vleugel, een brede

Inleiding De Iepenpage (Satyrium w-album) is een zeer zeld­

oranje band, een iriserend blauw

zame dagvlinder die de laatste decennia sterk is ach­

vlekje en de kenschetsende witte

teruitgegaan. De kennis over de soort, zijn leefgebied

W op de achtervleugel: de Iepen­ page is een vliegend juweeltje. le­ penpages zijn klein en mysterieus - want moeilijk te zien -, maar de afgelopen zomer is gebleken dat ze op veel meer plekken in onze regio zitten dan vroeger gedacht. Wie

en zijn verspreiding is zeer gering. Op de Vlaamse en Belgische Rode Lijst staat ze in de categorie Onvol­ doende gekend. Deze Rode Lijststatus is echter aan herziening toe waarbij de soort eerder thuishoort in de categorie Bedreigd of Met Uitsterven bedreigd. Meer dan 33% van de Vlaamse populatie komt voor in Vlaams-Brabant. Hierdoor voldoet de soort aan tenminste één van de criteria om op de lijst te staan als Prioritaire soort (categorie Symboolsoort) van Vlaams-Brabant. Het is zelfs zo dat de laatst gekende relictpopulaties

weet zitten ze dus ook wel bij u in

van het Vlaamse gewest volgens de meest recente

de buurt.

vlinderatlas (1999) zich allen in Vlaams-Brabant be­ vinden, waardoor de provincie een grote verantwoor-

2

De Boomklever

-

maart 2010


.. ·�·,.. ·.' ··

Vlinders

delijkheid draagt om een verdere achteruitgang of

zelfs helemaal geen waarnemingen meer gedaan. Eén

uitsterven van de soort tegen te gaan. Om die reden

van de mogelijke oorzaken hiervan is de verborgen

loopt er sinds vorige jaar een project van Natuurpunt

levenswijze van de Iepenpage. Waarschijnlijk heeft

Studie en de provincie Vlaams-Brabant in samenwer­

ook de iepziekte vanaf het uitbreken in 1977, een vrij

king met de Natuurstudiegroep Dijleland om in onze

hoge tol geëist. Om de iepziekte te bestrijden werden

regio het voorkomen van deze soort in kaart te kun­

immers grote hoeveelheden Iepen gekapt waardoor

nen brengen en ze ook beter te kunnen beschermen.

vermoedelijk heel wat (ook ongekende) vliegplaatsen van de Iepenpage verloren gegaan zijn. Vroeger werd de Iepenpage vooral in de zuidelijke helft van Vlaan­

Ecologie

deren waargenomen (omgeving van Brussel met het

Als leefgebied gebruikt de Iepenpage plaatsen waar Iepen staan en soms kan zelfs maar één enkele Iep ge­ bruikt worden. Meestal gaat het om bloeiende Iepen in lanen of in brede paden van loofbossen, maar tij­ dens de periode van de Iepziekte gebruiken ze waar­ schijnlijk ook kleine, niet-bloeiende Iepen (hergroei van afgestorven Iepen). De vlinder vliegt in één ge­ neratie per jaar van midden juni tot begin augustus. De wijfjes zetten de eitjes meestal afzonderlijk af op de twijgjes van meestal Ruwe of Gladde Iep (Ulmus

glabra, Ulmus minor), ook andere soorten Iep kun­ nen worden gebruikt. De overwintering gebeurt in het eistadium. Na het uitkomen, voedt de rups zich

Zoniënwoud en het Meerdaalwoud en de Vlaamse Ardennen), maar er zijn ook geïsoleerde waarnemin­ gen uit Kalmthout (1870 en 1910) en uit 's Graven­ voeren (1953). Er zijn relatief recente waarnemingen van de Iepenpage bekend uit de omgeving van Brus­ sel (Elsene, Oudergem, Halle en St.-Genesius-Rode). In Wallonië is de Iepenpage zeer beperkt verspreid in de Condroz en in de vallei van de Samber en de Maas, de Fagne-Famenne-Calestienne en de Lorraine. In Nederland is het een uiterst zeldzame standvlinder. In Duitsland is de soort vooral te vinden in het zui­ den en in het oosten. In Groot-Brittannië is de soort beperkt verspreid in Engeland.

met het binnenste van een gedeeltelijk geopende bloemknop. De verpopping gebeurt meestal op de onderkant van een eindstandig blad, maar kan ook

Vroegere verspreiding (<1991)

op bladstengels of in vertakkingen plaatsvinden. Mannetjes komen gewoonlijk vroeger uit dan wijf­ jes. De vlinders verblijven meestal hoog in de top van een Iep waar ze zich voeden met honingdauw en zijn daarom nogal moeilijk waar te nemen. Enkel 's mor­ gens en in de vooravond worden ze af en toe op bloe­ men of op vochtige delen van z andwegen waargeno­ men. Vooral na een regenbui - als de honingdauw van de blaren spoelt - is de kans groter om foeragerende

Huidige verspreiding (>1991)

iepenpages te zien op ruigtekruiden. Uit waarnemin­ gen blijkt dat sommige exemplaren van de Iepenpage na een week de Iep waarop ze uitgeslepen zijn, verla­ ten om nieuwe Iepen in de buurt te koloniseren.

Verspreiding in V laanderen

(volgens Maes & van Dijck 1999)

Knelpunten en behoud

De Iepenpage was vroeger zeldzaam, maar is momen­ teel zeer zeldzaam. Gedurende de 20ste eeuw nam de

De voornaamste oorzaak voor de achteruitgang van

grootte van het verspreidingsgebied voortdurend af

de Iepenpage is het kappen van Iepen vanwege de

en in de eerste helft van de jaren tachtig werden er

Iepziekte, maar ook het verwijderen van Iepen uit

De Boomklever

-

maart 2010

3


.t•.••.

i'A,Jo

Vlinders.

'J

�f;�-·

bossen ten voordele van snelgroeiende soorten en

richte inventarisaties in 2009 oogt het verschil spec­

het niet meer aanplanten van Iepen langs wegen

taculair.

speelden een negatieve rol. Om de Iepenpage te

In onze regio blijkt de soort op veel meer plaatsen

behouden volstaat het om voldoende Iepen te laten

en in veel grotere aantallen voor te komen dan ver­

staan of aan te planten. Een populatie is in staat zich

wacht. De bal ging aan het rollen met de ontdekking

tijdelijk te handhaven op één enkele grote Iep. Door

door Gerard Moors van een nieuwe populatie op de

de verborgen levenswijze hebben we echter geen

Roeselberg in Herent op 12 juni 2009. Niet ver daar­

duidelijk beeld van de huidige verspreiding van de

vandaan bleek de soort ook voor te komen aan een

Iepenpage en is het moeilijk om geschikte plaatsen

holle weg aan de Mollekensberg in Herent.

aan te duiden voor de aanplant van Iepen. Daarom

Dé ontdekking van afgelopen zomer is ongetwijfeld

dringt een gericht verspreidingsonderzoek naar deze

het feit dat op de Koeheide in Bertem aan de zuid­

soort zich op.

rand van het Bertembos ook een hele grote popula­ tie blijkt voor te komen.

De eerste resultaten ogen

Ook op de klassieke plaatsen in de Doode Bemde werd de soort opnieuw waargenomen. Daarnaast werd de soort ook opgemerkt op de rand van het

spectaculair

leemplateau in Huldenberg en in het Zoniënwoud in Terhulpen.

Tot voor dit project startte wisten we eigenlijk niet

Niet alleen in onze regio, maar ook ten zuidwesten

goed hoe we op zoek moesten gaan naar Iepenpages.

van Brussel en zelfs ten noorden van Brussel in Vil­

Tot voor 2009 waren er dan ook maar af en toe en­

voorde werd de soort aangetroffen.

kele sporadische waarnemingen van Iepenpages in

Louter op basis van voor de soort geschikte Iepen

een heel beperkt gebied, voornamelijk in de Dijle­

valt te verwachten dat met gericht zoeken nog in

vallei waarbij de Doode Bemde een al jaren gekende

heel wat gebieden in onze provincie de soort te ont­

hotspot is.

dekken valt.

Als je dat vergelijkt met het beeld na de eerste ge-

Kaartje met lepenpagewaarneming en in onze reg io voor

4

De Boomklever

-

maart 201 O

2009. Bron: waarnemingen.be


Kaartje met Jepenpagewaarnemingen in onze regio sinds 2009. Hoe donkerder rood de hokken, hoe groter het aantal waargenomen exemplaren. Het zwaartepunt is duidelijk verschoven van de Doode Bemde (waar nog steeds een belang­ rijke populatie zit) naar de Koeheide waar een nieuwe bijzonder florissante populatie ontdekt werd. Ten oosten van Leu­ ven werden het afgelopen jaar in tegenstelling tot vroegere vondsten geen exemplaren opgemerkt, maar daar is dus zeker nog ruimte voor nieuwe ontdekkingen. Bron: waarnemingen.be

Op zoek naar Iepen Omdat de Iepenpage onlosmakelijk gebonden is aan

Iepen hebben nog twee andere belangrijke kenmer­ ken. Typisch kunnen ze op hun stam en hun twijgen verdikkingen, de zogenaamde kurklijsten, vormen. Zelfs in de winter zijn Iepen gemakkelijk te herken­

Iepen als waardplant, loont het de moeite om nu al in

nen aan het typische visgraatpatroon van hun tak­

je buurt op zoek te gaan naar waar Iepen staan.

ken. Vanuit één centrale tak ontspringen telkens

Iepen zijn typisch te herkennen aan de ongelijke basis

paarsgewijs op gelijkmatige afstanden zijtakken, net

van hun blad. Aan de ene kant is de aanhechting van

als de graten van de ruggengraat van een vis.

het blad aan de steel lager dan aan de andere kant. Iepen bloeien heel vroeg in het voorjaar, nog voor ze bladeren dragen. Enkele weken nadien maken de mooie paars-rode bloemtoefjes plaats voor de opval­ lende groene zaden die in trosjes aan de bomen han­ gen. Bloeiende Iepen zijn trouwens extra goed in de gaten te houden omdat Iepenpages deze bomen se­ lecteren om hun eitjes op af te zetten. Wat blijkt nu, het zijn niet enkel heel oude kanjers van Iepen die tot bloei komen, maar ook al vrij jonge en halfwas exemplaren zoals we ze volop in onze holle wegen kunnen aantreffen.

Het blad van de Hollandse iep (Ulmus hollandica). Bron: wikipedia

maart

2010

5


Kaartje van onze regio met alle holle wegen in kleur aangeduid. In alle rode holle wegen groeien ook Iepen. Bron: Vrienden van het Heverleebos en het Meerdaalwoud.

Holle weg met Iepen, Koeheide, begin juli 2009. Foto: Jeroen Mentens, www.ranaphoto.net

6

De Boomklever

-

maart 2010


' ..;:•. ·it... 1

'

:/:�,):'!i;"f.�;.Vlinders ->,

.

Als je erop begint te letten, wordt het al gauw duide­

sen in de tweede helft van juni en begin juli kan het

lijk dat Iepen een erg algemene verschijning zijn in

op warme zomerdagen een drukte van jewelste zijn.

onze holle wegen en langs onze bosranden.

De piek van de activiteit valt tussen lOu en 12u 's morgens met een tweede piek in de late namiddag. Maar op echt warme dagen is het de hele dag door mogelijk om Iepenpages te zien. Eén van de plekken die het afgelopen jaar ontdekt werden, bevindt zich waar de Mechelsesteenweg in Herent door de Roeselberg snijdt. Als je daar op een mooi morgen in juni op het voetpad ging staan, was het fascinerend om in de toppen van de bomen deze kleine vlindertjes met hun warrelige vlucht, constant op en neer te zien vliegen. Het was vooral leuk om te zien hoe territoriale mannetjes vaak echte luchtge­ vechten hielden waarbij ze tegen elkaar altijd maar hoger opvlogen tot één van hen er de brui aan gaf. Als er trouwens hogere bomen dan Iepen in de buurt

Iepen in de winter. Foto: Bart Creemers

staan kunnen Robinia's (Robinia pseudoacacia) en Essen (Fraxinus excelsior) even goed dienst doen als bruidsbomen.

Prachtige voorbeelden van bosranden vol met half­

Met de verrekijker kun je de vlinders dan soms ook

was Iepen vind je bijvoorbeeld in de Koeheide in Ber­

zien zitten. Dan valt hun donkere bijna zwarte as­

tem. Iepenpages blijken trouwens Iepen te verkiezen

pect op, in tegenstelling tot Eikenpages (Neozephy­

in kleine bosjes of aan bosranden, eerder dan losse

rus quercus) die veel grijziger zijn.

exemplaren midden in het veld. Het lijkt de Iepenpa­

Met wat geduld en de nodig portie geluk komt na

ges helemaal niet te deren dat er soms ook door de

een ochtendje inventariseren een exemplaar dan ook

Iepenziekte gevelde exemplaren tussen staan, zolang

eens mooi op ooghoogte zitten.

er maar voldoende gezonde Iepen aanwezig zijn. lepenpage - Satyrium w-album 200

Op zoek naar lepenpages Vroeger werd de soort enkel opgepikt in de tweede helft van juli wanneer enkele exemplaren zich te goed kwamen doen aan nectar. Nu weten we dat de soort bij ons al vanaf half juni vliegt. De piek van de vliegactiviteit lijkt eind juni - begin juli te vallen. Dan leeft de soort van honingdauw hoog in de kruinen van de Iepen die ze als bruidsbomen gebruiken en waar mannetjes en vrouwtjes samenkomen om hun territoria te verdedigen en om te paren. Het blijken dan ook veelal afgevlogen exemplaren te zijn die aan het einde van hun vliegtijd in de tweede helft

175 150 125 100 75 50 25 0

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

ter plaatse overvliegend

Iepenpage vliegtijd. Het piekje in december staat voor een vondst van eitjes. Bron: waarnemingen.be

van juli uit hun boomtoppen neerdalen om zich op ooghoogte te goed te doen aan nectar op bloemen

Het is trouwens belangrijk om een op het eerste

zoals distels en Koninginnenkruid (Eupatorium can­

gezicht geschikte plek niet te snel op te geven. Zo

nabinum).

herinner ik me een bewolkte dag half juni vorig jaar wat er plek na plek geen Iepenpages vlogen. Op één

Om ze boven in hun bruidsbomen te zien te krijgen,

van die plekken bleek het de week nadien bij stralend

is minder moeilijk dan je denkt . Op goede vliegplaat-

weer wel volop prijs.

De Boomklever - maart 2010

7


Alternatieve methodes Er bestaan ook andere inventarisatietechnieken voor deze soort. Zo kun je in de winter op zoek gaan naar eitjes. Die zien er een beetje uit als kleine bruine vlie­

zijn, die de zoekperiode waarin je Iepenpages kunt vinden toch ook wat uitbreidt.

Tabel.1. Iepenpages zoeken, het jaar rond: een prak­ tische inventarisatiekalender.

gende schoteltjes met een lichte rand. In december werden inderdaad de eerste Iepenpage-eitjes voor

Maart-April-Mei:

het Dijleland gevonden op de Koeheide. Het voor­

Zoeken naar geschikte bosranden en holle wegen

deel deze inventarisatietechniek is dat je meer dan een half jaar, vanaf augustus, de tijd hebt om er naar op zoek te gaan. Erg praktisch lijkt dit echter niet,

met Iepen.

Eind Mei-begin Juni:

want alle eitjes bevonden zich op zeker 4 meter bo­

Zoeken naar volgroeide groene rupsen en de don-

ven de grond. Nochtans heeft men in Engeland ook

kerbruine tot zwarte poppen aan de onderkant

al op lagere takken heel wat eitjes gevonden. Om een

van bladeren.

of andere reden blijkt dit -althans voorlopig- niet

HalfJuni- halfJuli:

het geval te zijn in onze regio, zodat deze inventari­ satietechniek zeer onpraktisch blijft.

Op geselecteerde plekken in de boomtoppen (niet alleen Iep) zoeken naar adulte Iepenpages (territorium/balts-vluchten)

Juli: In de buurt van zones met hoge potentie voor de soort 'nectarhotspots' (distels, Koninginnekruid,... ) zoeken naar foeragerende Iepenpages

Winter: Op plaatsen met Iep zoeken naar eitjes.

Eitje van lepenpage. Foto: Jeroen Mentens, www.ranaphoto.net Een andere methode die mogelijk wel succesvol kan zijn, maar waar we in Vlaams-Brabant nog geen er­ varing mee hebben, is het zoeken naar volgroeide rupsen en poppen. In mei en begin juni zouden de ovaalvormige, groene rupsen en de donkerbruine tot zwarte poppen sterk moeten opvallen als je van onderen naar de blaren van Iepen kijkt. De poppen zitten bij voorkeur tegen de bladsteel of tegen twij­ gen aan. In tegenstelling tot de eitjes moet je ze ook op lagere takken kunnen vinden. Alvast in Wallonië blijkt dit een succesvolle inventarisatietechniek te

8

De Boomklever - maart 2010


-.1,�:�: :_��".

5.i�.)Vlinders ' .�

Besluit Iepenpages leiden een vaak verborgen leven dat zich grotendeels afspeelt in de kruinen van hun waard­ planten. Dat maakt hun inventarisatie op het eerste gezicht een frustrerende onderneming. Recente er­ varingen leren echter dat het niet onmogelijk is om ook de vlindertjes zelf in het vizier te krijgen. Met de kennis van de leefwijze en de habitatvereisten van deze kleine page in het achterhoofd kan iedereen zijn zoekbeeld aanscherpen. Op die manier kunnen gerichte zoekacties heel mooie resultaten opleveren. Zo bleek in de zomer van 2009 de Iepenpage in onze regio veel ruimer verspreid dan gedacht. Hopelijk werkt het enthousiasme over deze mooie en bijzondere soort aanstekelijk en zo moet het mo­ gelijk zijn om ook de komende jaren de kennis over het voorkomen van de Iepenpage met rasse schre­ den vooruit te doen gaan. Hopelijk kan dit bijdragen tot een betere en meer gerichte bescherming van deze soort zodat in de toekomst nog meer mensen kunnen genieten van deze vliegende juweeltjes.

Referenties - Maes & Van Dijck 1999. Vlaamse vlinderatlas. - S. Cuvelier2006. Satyrium w-album KN OCH, 1782,

IlfJacobs - ilf.jacobs@natuurpunt.be Bart Creemers - bart.creemers@gmail.com Bruno Bergmans - bruno.bergmans@scarlet.be

Recente observaties in België, Belgische Lepidop­ terologische

Kring-Cercle

des

Lépidoptéristes

Belgique,XXXV/3-4: 72-80.

1

Pop van Jepenpage. Foto: Jeroen Mentens, www.ranaphoto.net

1

l

De Boomklever

-

maart 2010

9

l


Opmerkelijke libellenwaarnemingen in het dijleland in 2008-2009

Vroege glazenmaker, foto André Verboven

H

et is al weer enige tijd geleden dat we verslag uitbrachten van waar­ nemingen in verband met de libellenfauna in het Dijleland. Juist drie

jaar geleden brachten we een overzicht van de gekende libellensoorten tot en met 2006 (Vercoutere et al. 2007). In 2007 was er een belangrijk onderzoek naar de libellen van het Grootbroek naar aanleiding van de spectaculaire evolutie van deze voormalige visvijver na de natuurinrich­ tingen van 2005. De meest opmerkelijke waarnemingen van 2007 werden tijdens dat onderzoek gedaan (Fluyt 2007, Fluyt 2008). Sindsdien zijn er echter nog meer leuke ontdekkingen gebeurt. In dit artikel proberen we een overzicht te schetsen van de meest opmerkelijke waarnemingen van de afgelopen twee jaar. De toename aan diversiteit die hier beschreven

Heverlee sinds 2008 voor enthousiasme gezorgd. De

wordt is voornamelijk tweeledig van oorsprong.

creatie van een opvangbekken in Wolfshagen had

Allereerst zijn er de verdere natuurinrichtingen in

misschien niet meteen een natuurdoelstelling op het

de Dijlevallei die voor een toename van een aan­

oog, maar het effect op libellen was er weldegelijk.

tal soorten hebben gezorgd. In navolging van het

Naast de toename van libellensoorten in de Dijleval­

Grootbroek heeft ook de zuidelijke vijver van Oud-

lei zijn er ook nieuwe ontdekkingen gedaan in een

10

De Boomklever - maart 2010


�· .,

-.>t:,�' .,':�v·. ·':

.

Libellen

ander deel van het Dijleland. Het gaat hier met name

voet gekregen in Vlaanderen met verschillende popu­

over de bovenste delen van het stroomgebied van de

laties in West- en Oost-Vlaanderen. Op 10 juni 2007

Ijse, aan de rand van het Zoniënwoud die blijkbaar

werd de tweede waarneming van Vlaams-Brabant van

nog enkele soorten herbergen die niet of bijna niet in

deze soort en de eerste voor het Dijleland genoteerd

de andere delen van de regio voorkomen.

in het Grootbroek (Fluyt 2007). Vervolgens werd in

Al deze positieve evoluties en ontdekkingen werden

Neerijse een kleine populatie ontdekt door Frank Van

gekatalyseerd door de uitstekende weersomstandig­

de Meutter aan een poel: twee copula met ei-afzet en

heden van 2009 en de opstart van waarnemingen.be

vier solitaire mannetjes werden waargenomen op 16

in 2008, wat leidde tot een verdere toename aan waar­

juli 2009. Hiermee is dit voorlopig de meest oostelijk

nemers en observaties.

gekende populatie in Vlaanderen. Een verdere gestage toename van deze soort is te verwachten.

Uitbreiding libellenfauna in de Dijlevallei en aanliggende gebieden Tot ongeveer 2005 was het aantal Vlaamse rode lijst­ soorten in het Dijlevallei en aanliggende gebieden zeer kort: de Gewone Bronlibel (bedreigd). Met de re­ cente ontwikkelingen werd dit lijstje eerst aangevuld met Glassnijder (kwetsbaar) en vervolgens met Vari­ abele Waterjuffer (bedreigd) en Vroege Glazenmaker (met uitsterven bedreigd) die zich beide in de Dij­ levallei lijken voort te planten, alsook Bruine Koren­ bout (bedreigd) waarvan voortplanting (voorlopig) nog onzeker is. Naast deze soorten staat de Gaffelwa­ terjuffer (onvoldoende gekend om rode lijststatus toe te kennen) ook niet mis.

Variabele waterjuffer Coenagrion pulchellum

Tengere grasjuffer, foto Frederik Fluyt

Deze vrij zeldzame soort is bedreigd in Vlaanderen. Er bestaat een zeer oude waarneming uit 1939 te Kessel-lo. Meer recent is de soort gekend van aan de

Tengere grasjuffer lschnura pumilio

randen van het Dijleland: het Torfbroek (zeer grote

De Tengere grasjuffer is een vrij zeldzame soort in

populatie), de omgeving van La Hulpe (1990-2000,

België, maar is momenteel niet bedreigd in Vlaande­

libellenatlas) en in Hoeilaart (voor 2006, Gomphus

ren. De soort is een typische pionierssoort en was eer­

databank). De Variabele waterjuffer dook in de Dij­

der in de regio gekend van zandgroeves in Bierbeek

levallei op te OHZ in 2008 (18 en 24 mei, F. Fluyt) en

en Neerijse, van enkele losse waarnemingen in het

werd in 2009 bevestigd met een waarneming op 4 juni

Grootbroek (Sint-Agatha-Rode) en de Gasthuisbos­

(K. Moreau). De waargenomen aantallen zijn alsnog

sen (Holsbeek), een voorplantende populatie in een

klein (maximum 3 m in 2008, 1 m

poel in Wolfshagen (Neerijse), alsook van waterbek­

+

2 v in 2009).

kens in de Nethen vallei (Nethen en Hamme-Mille).

Gaffelwaterjuffer Coenagrion scitulum

In 2009 bereikten exemplaren het opvangbekken van Wolfshagen (1 m en een paringswiel op 30 mei 2009,

Uiterst zeldzame, mediterrane soort die de afgelopen

F. Fluyt) en de pioniersvegetatie van een drooggelegde

150 jaar zeer sporadisch, niet duurzame populaties

vijver in de Doode Bemde (1 v op 20 juli 2009, R. Uyt­

had in België. Sinds 1998 heeft de soort meer vaste

tenbroek).

De Boomklever

-

maart 2010

11


.

'

:

•• "... !�

�;. Libellen -=·. )':,

-

· ..

.

'�-·

Vroege glazenmaker Aeshna isoceles De nieuwe soort die door waarnemers met het mees­ te enthousiasme werd onthaald was de verschijning van de Vroege glazenmaker. Deze soort van plassen met verlandingsvegetaties of goed ontwikkelde oe­ vervegetaties wordt in de libellenatlas van België (De Knijf et al.

2006) bestempeld als uiterst zeldzaam en

met uitsterven bedreigd, met op dat moment enkel gekende populaties in het uiterste noorden van Lim­ burg en het vennengebied van Turnhout en Ravels. Sinds

2006 kon deze soort Het Vinne in Zoutleeuw

koloniseren en dit heeft wellicht gediend als tussen­ stap om vervolgens de zuidelijke vijver van Oud-He­ verlee (OHZ) te bereiken die, na een drooglegging en afvissing in het kader van natuurdoelstellingen, ont­ wikkeld was tot een vijver met een uitgebreide lis­ doddevegetaties. Dit is een ideaal biotoop voor deze

2008. Dat waren de laatste restjes van de invasie van 2006. Vermoedelijk betrof de toename in 2009 een nieuwe influx van individuen van zuidelijke broek in

origine als gevolg van de gunstige weersomstandig­ heden in

2009.

Waarnemingen van andere zeldzame soorten waar­ genomen in de Dijlevallei bevestigen eerder gekende of vermoede populaties zoals die van Vuurlibel ( Cro­

cothemis erythraea), Glassnijder (Brachytron pra­ tense) en Bruine winterjuffer (Sympecma f usca) of betreffen, meestal solitaire, exemplaren van vermoe­ delijk enerzijds disperserende individuen van popu­ laties in de omgeving van de Dijlevallei of anderzijds zwervende exemplaren met een oorsprong die veel verder verwijdert ligt. Het gaat dan in volgorde van ontdekking om: - De eerste waarneming van Bruine Korenbout (Li­

bellulafulva) in het Dijleland: 1 ex. op 26 mei 2008

soort. Voor de volledigheid vermelden we hier dat

te Grootbroek/SAR (H. Blockx), zie ook verder in

in de buurt van de Dijlevallei al eens eerder waarne­

dit artikel voor de vondst van een populatie in

mingen zijn gedaan van Vroege glazenmaker te Ros­

'80 en 1 ex. in 1993 (laatste waar­ neming , De Knijf & Demolder 2003). Het is me niet

sières in de jaren

Hoeilaart. - De eerste waarneming van de

Zuidelijke oever­

libel (Orthetrum brunneum) in de Dijlevallei:

die opgemerkt werden omdat deze plek goed werd

1 m op 28 juni 2008 aan het opvangbekken van Wolfshagen (F. Fluyt en E. Malfait). Het is ook de

opgevolgd of dat er zich een populatie bevond in de

tweede waarneming voor het Vlaamse Dijleland,

geheel duidelijk of het hier telkens ging om zwervers

Laanvallei..

na een eerdere waarneming van een vrouwtje in

De eerste waarnemingen van de Vroege glazenma­

de Laanvallei

2008 op 31 mei (1 ex., F. Fluyt), 8 juni (2 ex. H. Blockx) en 10 juni (1

buurt van Hamme-Mille, maar andere ongekende

ker aan OHZ werden gedaan in

(2006). Een populatie is gekend in de

populaties in het Dijleland zijn niet uit te sluiten.

ex" Thomas de Tuier). Het jaar nadien konden aan

- Een mannetje Zuidelijke Keizerlibel (Anax par­

8 exemplaren (met copula) bewon­ derd worden van 20 tot en met 31 mei 2009 (B. Nef

thenope) op 28 juni 2008 te Grootbroek (J. Nysten e.a.), na waarnemingen op drie data in 2007 in het

e.a.). De soort kon zelfs uitbreiden naar Egenhoven­

zelfde gebied en de Zoete Waters;

(2 ex. op 24 mei, R. Stoks en M. De Block) en het Grootbroek: max. 5 ex. van 23 tot en met 31 mei (B. Nef e.a.) en nog 1 ex. op 13 juni (J. Nysten).

De eerste waarneming voor het Dijleland van een tember

De voorbije twee jaar was de uitbreiding van de

gen (B. Creemers).

deze vijver tot

bos

28 sep­ 2008 aan het opvangbekken van Wolfsha­

Tengere pantserjuffer (Lestes virens) op

Vroege glazenmaker ook elders in Vlaanderen op­

Een Gewone bronlibel ( Cordulegaster boltonii) die

vallend met nieuwe populaties in de vijvergebieden

werd waargenomen op 5 juli 2009 aan de zuidrand

van Midden-Limburg en meerdere waarnemingen

van Bertembos (Bertem, M. Herremans). Dit is

van (zwervende) exemplaren in de ruime omgeving

ruim

van Antwerpen.

Meerdaalwoud.

Andere opmerkelijke waarnemingen in de omgeving van de Dijlevallei De aantallen van en locaties met Zwervende hei­ delibel (Sympetrum fonscolombii) stegen opnieuw in

2009 nadat de soort bijna verdwenen was uit de

regio met slechts twee waarnemingen in het Groot-

12

De Boomklever

- maart 2010

9 km verwijderd van de gekende populatie in

Opmerkelijke libellenfauna in andere delen van het Dijleland In de voorbije jaren kon de aanwezigheid van enkele


,.

-�� ,,

··. ·

.

·

Libellen

zeldzaamheden worden bevestigd in hun vertrouw­

gevens van deze soort gekend zijn (Gomphus data­

de gebieden, zoals de Zwervende pantserjuffer (Les­

bank). Een Bruine glazenmaker werd ook meerdere

tes barbarus) in Haasrode en Beekoeverlibel (Orthe­

malen gezien in een tuin te Eizer (Overijse) in de val­

trum coerulescens) in het Torfbroek (Kampenhout).

lei van de Nellebeek, een zijbeek van de Ijse (datums

De Vuurlibel blijkt nu ook aanwezig te zijn in het

onbekend). Deze laatste vindplaatsen sluiten aan bij

Park van Tervuren (bovenloop Voer).

zes andere waarnemingen ten zuiden van Brussel,

Van de soorten die in onze regio minder voorkomen

met vier waarnemingen in het stroomgebied van de

dan daarbuiten (de regionale zeldzaamheden) is de

Laan te La Hulpe en Rosières.

Plasrombout (Gomphus pulcellus) de voorbije twee jaar niet gezien. Er werden ook naar traditie bitter

Bruine korenbout Libel/ulo fulva

weinig Steenrode heidelibellen (Sympetrum vulga­ tum) waargenomen.

De Bruine korenbout is zeer zeldzaam in België en

In 2009 werden enkele ontdekkingen gedaan in het

staat momenteel aangeduid op de Rode lijst als be­

zuidwestelijk deel van onze regio, aan de randen van

dreigd. Op het moment van de publicatie van de

het Zoniënwoud. Deze worden hieronder beschre­

libellenatlas had men kennis van drie grote (meta-)

ven.

populaties in een drietal regio's (omgeving Klein Brabant, Noord en Noordoost Limburg en Seneffe­

Kanaaljuffer Erythromma lindenii De Kanaaljuffer is een zuidelijke soort die vorige eeuw zeldzaam was, maar sinds de tweede helft van de jaren '80 werden er meer en meer populaties ge­ vonden. Op dit moment is de soort vrij algemeen in België. In het Dijleland en omgeving werd de soort al eerder opgemerkt te Waver {1977), Neerijse {1990), in het Torfbroek (2005) en ook het hok van La Hulpe werd in de libellenatlas ingekleurd (1990-2000). Het is me echter niet bekend of het hier populaties be­ treft. Een zekere populatie voor de regio werd wel ontdekt in 2009 aan vijvers van Groenendaal in het Zoniën­ woud. Bij de eerste waarneming op 30 juni werden 50 exemplaren genoteerd {J.-S. Rousseau-Piot). Er werden nog waarnemingen gedaan van kleinere aan­ tallen op 4 en 27 juli.

Bruine Glazenmaker Libel/ulo fulva

Ronquières) en nog een drietal kleine populaties (ten noorden van Antwerpen, in de Maasvallei Namen­ Luik en in de Lorraine). Met uitzondering van onze regio lijken er sindsdien geen nieuwe populaties te zijn gevonden (op basis van waarnemingen.be). In 2009 werd een stevige populatie ontdekt langs de bovenloop van de Ijse, liggend in het Zoniënwoud. De eerste waarneming op 10 mei van twee nog niet uitgekleurde individuen werd gedaan door Jacques Ide. Later op het jaar, op 4 juli, konden op die plek tientallen exemplaren bekeken worden (B. Bergmans e.a.). De aanwezigheid op deze plaats van langzaam stromend water met veel oevervegetatie in een be­ boste vallei komt overeen met diverse andere vind­ plaatsen in België. Hij lijkt ook vijvers met vis te prefereren op sommige locaties. De nieuwe locatie sluit aan bij populaties langs de bovenlopen van de Laan in Waals-Brabant (Rosières en La Hulpe), waar deze soort al eerder bekend was. De twee stroom­ gebieden van beide riviertjes liggen op deze hoogte maar ongeveer 4 km uiteen. Beiden bevinden zich

Een vrij algemene soort in België, maar in onze re­

aan de randen van het Zoniënwoud. Het is zeer

gio is de soort zeldzaam. Van de libellensoorten

waarschijnlijk dat de vondst van Bruine Korenbout

die tot midden jaren '90 werden genoteerd in het

in het Grootbroek in 2008 {zie boven) afkomstig is

Grootbroek, is het de enige die niet meer genoteerd

van deze populaties. Het is in ieder geval aangewe­

werd na 2000 in dit gebied. Sindsdien werden er wel

zen om de meer stroomafwaarts gelegen delen van

waarnemingen gedaan in het Mollendaalbos (Bier­

de Laan- en de Ijsevallei in de toekomst in het oog te

beek, 2002), de Gasthuisbossen {Holsbeek, 2004),

houden voor eventuele uitbreidingen of zelfs al be­

Torfbroek (Kampenhout, 2005) en aan het Rodebos

staande, nog ongekende populaties.

(Sint-Agatha-Rode, 2005). In 2009 werd de soort ge­ zien boven de Koningsvijvers, in het Zoniënwoud (4 juli, B. Creemers e.a.), een plek waarvan al eerder ge-

De Boomklever

-

maart 2010

13


' \�

:··�,;. Libellen �<" �· .

.

'i .. ·

Dankwoord Met dank aan alle waarnemers die gebruik maken van de mailinglijst en waarnemingen.be om hun ob­ servaties kenbaar te maken.

Referenties - Bl ockx, H. 1996. Libelllen. In Vercoutere, B. (red.) Natuur in het Dijleland. De Vrienden van Hever­ leebos en Meerdaalwoud, Leuven. - De Knijf G., Anselin A ., Goffart P. & Tailly M . (eds.), 2006. De Libellen (Odonata) van België: verspreiding - evolutie - habitats. Libellenwerk­ groep Gomphus i.s.m. Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. -

De Knijf G. & Demolder H. 2003, De Vroege gla­ zenmaker (Aeschna isoceles) in Wallonië: eerste waarneming sedert 1993. Gomphus 19: 65 - 71.

- Fluyt F. 2007. Zuiders juffertje duikt op in het Grootbroek. De Boomklever 35: 50 -51. - Fluyt F. 2008. De libellenfauna van het Vlaams natuurreservaat

Grootbroek

(Huldenberg).

De

Boomklever 36: 14 - 21. - Van de Meutter F. & Fluyt F. 2006. De vijverli­ bellen van de Dijlevallei. De Boomklever 34: 139 -144. - Vercoutere B., Creemers B., Hens M . 2007. Libellen in het Dijleland. De Boomklever 35: 10-14 www.dijleland.waarnemingen.be

Bart Creemers Bart.Creemers@gmail.com

14

De Boomklever

-

maart 2010

Blauwgroen trechtertje, Koeheide - Bertem, februari 2010, Foto Eric Ma/fait


De terugkeer van het Blauwgroen trechtertje op de Koeheide

M

eer dan 7 jaar geleden werd er op de Koeheide een uiterst zeldzaam paddenstoeltje gevonden. Na twee opeenvolgende jaren verdween

het weer. Afgelopen winter na 6 jaar afwezigheid verscheen het opnieuw op de Koeheide.


..", .. "�, ·�:..... �

-"

Paddenstoelen· . . . '

Het Blauwgroen trechtertje (Omphalina chlorocya­

nea) is een bijzondere en zeldzame verschijning en dat niet alleen op de Koeheide. De trechtertjesfamilie is niet zo'n grote groep maar werd nog maar weinig onderzocht. Ze hebben een kleine genavelde hoed met langs de steel aflopende plaatjes en tussenplaat­ jes. Het zijn in het algemeen saprofieten en leven van dood materiaal vaak in de grond. Het Blauwgroen trechterje van de Koeheide is echter één van die Omphalina's die in symbiose leven met korstmossen. Het was dan ook tussen het bekertjesmos op de Ree­ delle dat deze bijzondere paddenstoel aangetroffen werd. Van Omphalina chlorocyanea is er slechts één waarneming opgenomen in FUNBEL: een databank met ruim 400.000 waarnemingen. Het is een exsic­ caat (=een gedroogd en beschreven wetenschappelijk bewijsstuk in een herbarium, dat voor onderzoek en controle beschikbaar is, n.v.d.r.) van Louis lmler dat bewaard wordt in de Nationale Plantentuin te Meise van een vondst op 13 november 1960 te Turnhout. Sporenonderzoek dat uitgevoerd is, heeft ondertus­ sen uitgewezen dat de exemplaren van de Koeheide na 40 jaar de tweede waarneming van deze soort in

Kenmerken

België zijn. Op de Koeheide zijn er 3 vindplaatsen van deze soort. Ze werden gevonden op 24 decem­ ber 2003, op 8 en 24 februari 2004. Het vinden van deze bijzondere paddenstoel, deed de mensen van de Koeheide ook eens beter kijken naar de verschillen­ de vormen van bekermossen op deze vindplaatsen. Het Blauwgroen trechtertje komt voor tussen mos­ sen en lichenen in voedselarm grasland op zuurdere bodems. Dit paddenstoeltje is heel zeldzaam maar wordt de laatste paar jaar (vanaf 2004) vaker gemeld, vooral in gebieden waar natuurontwikkeling heeft plaats gevonden en waar open pioniervegetatie zich aan het ontwikkelen is. Na 2004 werd het op de Koe­ heide niet meer waargenomen maar in de winter van eind januari, begin februari 2010 tijdens en na een periode van sneeuw werden er weer enkele exem­ plaren ontdekt op de eerste vindplaats. Enkele dagen

- Hoed: Tot 24 mm dia. Jong vlak, soms met een papil. Later tot bijna trechtervormig. Op­ pervlak onregelmatig. Hoed: Kleur zwartblauw, later via groen­ blauw naar geelbruin verkleurend. - Steel: Tot 30 mm lang en 3 mm breed. Onbe­ haard, soms gedeeltelijk afgeplat en iets ge­ draaid. Blauwzwart soms met groene zweem en blijft de kleur behouden bij het ouder wor­ den. - Lamellen: Wit met een blauwe zweem, wijd uiteen, soms gevorkt en wat aflopend.

later waren dat er verschillende tientallen geworden. Het is een zeer klein paddenstoeltje tussen de nog kleinere bekertjesmossen maar voor de aandachtige natuurliefhebber een grote vondst. In sommige holle wegen van het plateau van Kor­ beek-Dijle (en wie weet nog wel elders in onze regio) zijn trouwens ook mooie randen met bekermossen te vinden. Een aandachtig oog kan dus misschien op nog andere plekken dit bijzondere appelblauwzee­ groene kleinood ontdekken.

16

De Boomklever

-

maart 201 O

Eddy Macquoy eddymac@telenet.be


Zwarte Ibis

falcinellus

Plegadis falcinellus

in het Vlaams

Natuurreservaat ''Grootbroek'' te Sint-Agatha-Rode

D

insdag 29 september 2009, de les was gedaan rond 1 1 u, er kondigde

zich een lesvrije namiddag aan. Ik vat­ te het plan op om in de namiddag een grote schaamsoort weg te werken, de roerdomp. Die werd in SAR toen zo goed als elke dag gezien. Na een ver­ moeiende fietstocht, begon ik zorg­ vuldig vanuit de kijktoren de rietkra.­ gen af te speuren. Grote zilverreigers, Krakeenden, Wilde eenden.., tot plots een groter donker silhouet tussen een aantal Meerkoeten ter hoogte van het eilandje mijn aandacht trok. Mijn hart

Zwarte Ibis te Sint­ Agatha Rode, 29 september 2009, foto Ingrid Nel

maakt een sprongetje, eindelijk dacht ik bij mezelf, een Roerdomp, totdat hij zijn kop draaide ... Mijn verbazing was groot, dat was helemaal geen roerdompsnavel, een lange kromme omlaag gebogen snavel was naarstig op zoek naar eten in het water, een ibis?!

het gewoon een groot gevormde wulp, een hersen­ spinsel. .. Het boek er dan maar bij gehaald waar alleen een Zwarte ibis Plegadis falcinellus in de buurt kon ko­ men van wat ik zag. Ik moest en zou hem terugvin­ den, dus wandelde ik een persoonlijk record aantal keren tussen hut en toren. Vanuit de hut proberen, niets, terug naar de toren, niets, terug de hut, nog

Voordat alles goed en wel was doorgedrongen was

steeds niets, terug naar de toren waar ondertussen

hij al achter het eiland verdwenen. Snel de gsm ge­

Roel en Thomas Reher waren aangekomen.

zocht om te moeten constateren dat ik geen bel­

Tijdens het zoeken kwam Ingrid Nel. binnen die eerst

waarde meer had, juist dan natuurlijk! Toch na lang

dacht dat we een grapje maakten toen we zeiden dat

proberen Roel Uyttenbroeck kunnen bereiken, ver­

we een ibis zochten. Na enige tijd, dankzij het betere

sterking was onderweg.

telescoopwerk van Ingrid konden we ons vergapen aan een juveniele Zwarte ibis. Hij had al die tijd tus­

Na een tijdje zoeken en wachten bleef hij onvindbaar

sen wat dode takken op het landtongetje zitten sla­

vanuit de toren. Toen sloeg de twijfel toe, heb ik wel

pen. Gelukkig kon Ingrid een paar plaatjes schieten

een ibis gezien, was dat wel mogelijk, misschien was

door haar telescoop als bewijs. Af en toe was hij zo

De Boomklever

-

maart 2010

17


Vogels

. " , �\

. . ·

;i

:

,

2009 staan er, buiten onze vogel, ook geen

vriendelijk zijn snavel en kop nog eens te tonen. Wat

en voor

een ongewoon silhouet en een mooie groene glans

vermeld op waarnemingen.be. Dit betekent dat men

had hij, hoewel hij kleiner en onopvallender was dan

gemiddeld om de

ik kon vermoeden. Na een tijdje genieten van deze

Ibis in België te zien. Dit klopt echter niet met de

vondst moesten we nog lessen en onze cursusdienst

realiteit. Zwarte Ibissen komen in België en ruimer

halen. Dus een snelle pitstop gemaakt en de waarne­

bekeken in West-Europa, zeer onregelmatig voor en

2,8 jaar de kans heeft een Zwarte

ming op het net gezet. De volgende dag in de late na­

hun voorkomen heeft ook vaak een invasief karak­

middag teruggekeerd maar de vogel was helaas blijk­

ter. Goede jaren met meerdere waarnemingen waren

baar net in het luchtruim verdwenen. Mijn excuses dat ik niet meer mensen kon bereiken met mijn gsm,

1903 (3), 1909 (2), 1932 (2), 1937(2), 1938(2),1965(2), 1995 (3), 2005(2), 2007(2) (tussen haakjes telkens het

vele nummers had ik toen nog niet, ik dacht dat ik

aantal waarnemingen, niet het aantal exemplaren).

veilig zat met het op het internet te gooien.

Opmerkelijk is tevens dat er in de jaren tien, twintig, veertig en zeventig van de vorige eeuw geen enkele

Pieter Moysons pieter_moysons@hotmail.com

E

ind september 2009 konden een aantal gelukkigen in de Dijleval­

lei nog eens genieten van een echte zeldzaamheid voor België: een pleis­ terende Zwarte Ibis Plegadis falcinel/us. Ook in andere West-Europese landen werden dit najaar zwarte ibissen opge­ merkt. In Ierland en Groot-Brittannië had zelfs één van de grootste influxen ooit plaats.

1985 tot en met 1998 bijna jaarlijks een vogel werd gezien. Met uitzondering van 2008 was dit ook het geval voor de periode 2005-2009. Als we kijken naar het seizoenspatroon van "Bel­ gische" Zwarte Ibissen (zie Tabel

gebeuren met een duidelijke piek in september en

8 en 9 gevallen en telkens 4 in augustus en november) en in minder mate in het voorjaar (3 gevallen in maart en 4 in mei). Met

oktober (respectievelijk

twee waarnemingen in december en één in januari kan men ook van incidenteel overwinteren spreken.

Tabel 1: Voorkomen van Zwarte Ibis per maand in de periode 1900-2008 feb

1

Plega­

dis falcinellus in het Grootbroek te Sint-Agatha-Ro­ de op 29 en 30 september 2009 is slechts de tweede

1), dan stellen

we vast dat de meeste waarnemingen in het najaar

jan

Voorkomen in België De waarneming van een juveniele Zwarte Ibis

waarneming werd genoteerd, terwijl er in de periode

maa

april

mei

3

1

4

juni

juli

aug

s ept

okt

nov

dec

2

4

8

9

4

2

voor de Dijlevallei en de tweede voor de provincie Vlaams-Brabant. De eerste waarneming in het Dij­

In de meeste gevallen betrof het telkens solitaire

leland is wel al een poosje geleden. Het betrof een

exemplaren, maar opvallend is ook dat groepjes van

1848 te Grez-Doiceau (v.Havre 1928:255),

meer dan één exemplaar enkel werden waargeno­

vondst in

de vorige Vlaams Brabantse waarneming was een adult exemplaar in zomerkleed op

20 mei 2007 te

Tienen Bezinkingsputten.

men in september en oktober. Een zelfde patroon wordt ook vastgesteld in andere West-Europese landen. De vogel van Sint-Agatha­ Rode past dan ook perfect in dit plaatje.

39 in Finland (1995) werden

Indien aanvaard door het BAHC zou het gaan om het

Buiten een groep van

39sie aanvaarde geval voor België en het 105de exem­ plaar sinds 1900. Dit blijkt althans uit de "BAHC Da­ tabase for Rare Birds in Belgium, 1900-2007". In het jaarverslag 2008 werden geen meldingen gevonden

in West-Europa de grootste groepen ooit in Bel­

18

De Boomklever

-

maart 2010

30 exemplaren 1903 en circa 25 exemplaren

gië waargenomen, namelijk circa te Haneffe (Luik) in in

1932 in Molenbeersel (Limburg). Spijtig detail:


··�i. ' •

'v '

.

" , Vogels

van deze groep werden er in Nederland en België 9

Deze zogenaamde dispersie gaat in september over

geschoten... Dat dit destijds niet uitzonderlijk was

in de najaarstrek, wat ertoe leidt dat rondzwervende

moge blijken uit het feit dat het volgens de BAHC

Zwarte Ibissen zowat overal in West-Europa te vin-

website voor alle exemplaren tot 1938 telkens om

den zijn in het najaar.

"dode exemplaren" ging.

De exemplaren die hier gezien worden in het voor­

Voorkomen en

jaar hebben wellicht te maken met "overshoot''.

verspreiding

Een ander verklaring voor de regelmatige influxen zijn de aantalschommelingen van de broedpopula­

De Zwarte Ibis is een plaatselijk verspreide broedvo­

ties in Zuidoost-Europa. Intrigerend is dat bepaalde

gel in Zuid en Zuidoost Europa, wat maar een be­

kolonies onderworpen zijn aan een merkwaardige

perkt gedeelte van het broedareaal in de wereld uit­

periodiciteit. Nu eens bloeien de kolonies om later

maakt. Vergeleken met de totale wereldpopulatie die

helemaal te verdwijnen om dan weer terug aan te

tussen de 1.200.000 en 3.200.000 exemplaren wordt geschat, is de Europese populatie relatief klein (ge­ schat op minder dan 22.000 paren). Terwijl de kern­ populaties in Rusland en Azerbijdjan stabiel bleven in de periode 1990-2000, nam het aantal exemplaren af in delen van zuidoost Europa. De belangrijkste Europese broedgebieden liggen in Rusland (Kaspische Zee rond Kirovbaai en de Wol­ gadelta, 7.000-8.000 paren), Azerbijdjan (4.000-6.000 paren), Roemenië (Donaudelta 2.500-2.800), Oekra­ ïne (1.700-3.600), Turkije (500-1.000), Spanje (pas sinds de laatste decennia, 393-423), Griekenland (150-200)(nog 13.000 rond 1930!), Bulgarije (50130), Hongarije (5-20), de Westelijke Balkan: Bosnië, Macedonië(0-50),

voormalig

groeien. De Zwarte Ibis is immers niet erg trouw aan zijn broedplaats en wisselt soms jaarlijks. Ook klima­ tologische omstandigheden kunnen een rol spelen (droogvallen of vernatting, ook tengevolge van irri­ gatie of drooglegging). Het is ook mogelijk dat de Zwarte Ibis zich vanuit Zuidoost-Europa stilaan naar het Westen uitbreidt. Zijn nomadische natuur en de broedgevallen van de laatste decennia in Italië, Frankrijk en vooral Spanje kunnen hierop wijzen. De gestadige uitbreiding van de Grote Zilverreiger Egretta alba in West-Europa vanuit het oosten maakt deze theorie zeker geloof­ waardig.

Servië&Montenegro

(11-14), Kroatië ((1-10), Italië (11-15) en Frankrijk (0-4) (alle gegevens uit 2002). De Zwarte Ibis wordt vooral bedreigd door groot­ schalige droogleggingen, ontsluiting van broedgebie­

Herkomst van Zwarte Ibissen in België

den en ".jacht. Europese ibissen zijn trekvogels die

Deze theorieën laten ons echter nog niet toe met

vooral overwinteren ten Zuiden van de Sahara. Vo­

enige zekerheid iets over de herkomst van Zwarte

gels van rond de Kaspische zee trekken hoofdzakelijk

Ibissen in België, laat staan over de vogel van Sint­

naar Centraal-Azië.

Agatha-Rode te zeggen. Bovendien werd tot hiertoe in België geen enkele ge­

Zwarte Ibis is en blijft een zeldzame gast in West­

ringde vogel waargenomen.

Europa. Al jaren zoekt men naar mogelijke verklarin­ gen voor zijn voorkomen hier, dat dikwijls de vorm

De waarneming in Sint-Agatha-Rode was echter

aanneemt van een echte influx.

geen alleenstaand geval. Sinds begin september 2009 deed er zich in Ierland en Groot-Brittannië één van

De meeste handboeken vermelden als verklaring het

de grootste influxen ooit voor. Er werden groepen

nomadisch karakter van de soort. De vliegvlugge

van 12 en 25 exemplaren waargenomen en sommi­

jongen zouden zich vanaf augustus in alle richtin­

ge exemplaren waren begin maart 2010 nog steeds

gen verspreiden. Maar ook adulte vogels vertonen

aanwezig. Opvallend was echter dat niet minder dan

dit gedrag waardoor men exemplaren of groepjes tot

12 exemplaren kleurringen bleken te dragen. Op dit

ver buiten het normale broedgebied kan aantreffen.

moment zijn nog niet alle gegevens hierover bekend.

De Boomklever

-

maart 2010

19


.

-

....,?··.�.

·�.

Vogels

.

i�' .

. . ; <.:�.. Dankwoord

Wel staat al vast dat de meeste juvenielen zijn die allen in het voorjaar van 2009 in het Coto Donana Reservaat in ZW Spanje werden geringd. Een vo­

Met dank natuurlijk aan Pieter Moysons voor de ont­

gel, van dewelke nog geen verdere gegevens bekend

dekking en het doorgeven en Mark Grantham voor

zijn, (HH4) en op 5 september waargenomen werd

het bezorgen van de ringgegevens van de Britse vo­

in Pembrey (West-Wales) werd van 7 tot 9 december

gels.

gezien in Moorhauser Polder, Duitsland. Een ander exemplaar bleek geringd te zijn in de Camargue (alle

Referenties

gegevens persoonlijke mededeling Mark Grantham,

BTO).

- BAHC Database for Rare Birds in Belgium.

En voor wie nog twijfelt aan het nomadisch karakter

-

BirdLife International (2009) Species factsheet:

van de Zwarte Ibis: de eerste gekleurringde Zwarte

Plegadis falcinellus.

Ibis (6PW) die werd waargenomen in Groot-Brittan­

- Herroelen,P &R.De Fraine

nië in 2008 bleek geringd in Donana op 3 juni 2006.

-

Inventaris van de

Vogels van Brabant 1900-1974, Brussel, 1975.

Op 15 juli 2008 werd deze vogel waargenomen in de

- Smulders, R.& P. Slingerland (1996)- Influx van

Oropouche Lagoon in Trindidad en Tobago 6000 km

Zwarte Ibis in Nederland en West-Europa in najaar

verder!

1994. Dutch Birding 16:248-256.

Luc Hendrickx luchendrickx2003@yahoo.com

ANA

=

==== ====

llop zoek neieir mooie neituurbeelden7 1 1Zoek1

Zoogdieren Vlinders

Vogels

Libellen

Amfibieën

Andere ongewervelden Beschermde soorten

Reptielen

Vissen

Sprinkhanen en bidsprinkhanen Planten Zwammen

Landschappen

Mensen en hun huisdieren

Milieu

Seizoenen

Abstract

Rana biedt u duizenden natuurbeelden, gemaakt door tientallen fotografen! Rana staat voor: lage prijzen, een ruim aanbod, hoge kwaliteit, ogenblikkelijk downloadbaar.

400 px. 100 p1. 1 600 px. 2�00 px. 3500 px.

9€

,9 €

29 €

39 €

49 €

Onhaag 'llOOr mM•• bM�n "" �� pere.- bee �! a...1,....bM�nenklcu•2%lio11Rg a.-1drt.t..ktitnent.kira""'k>ü.g lo l.n;. tot �u-�lonftgbek>n.l\wuW •ieo.be.�bMn"n gDOfte<Dtt9C1rit!

20

De Boomklever

-

maart 2010


i''f

"

"

'

) : . -�:-.4\��1· , 1

Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving, september - november 2009

D

it overzicht van opmerkelijke en

Grauwe Gans Anser anser

interessante vogelwaarnemingen

Op 1/09 vloog een groep van 15 Grauwe Ganzen over

in de Dijlevallei beslaat voornamelijk de

periode

september

-

november

2009. De bestreken regio omvat de ge­ meenten Kor tenberg, Herent, Bertem, Leuven,

Oud-Heverlee,

Huldenberg,

Overijse, Tervuren en de aangrenzen­ de gebieden. De volgende rubriek zal de periode december 2009 - februari

Leuven/centrum

(L.

Smets).

De

periode

oktober­

november was goed voor 19 waarnemingen (versch. waarn.), met 69 ex. ZW over Meerbeek/pompstation op 15/10 (A. Smets) als grootste groep.

Kolgans Anser albifrons 15/10

16 ex. Z te Meerbeek/pompstation (A. Smets)

Pijlstaart Anas acuta De eerste Pijlstaart voor het najaar van 2009 zat op 11/09 te SAR (M. Walravens, I. Nel, L. Hendrickx). Nadien kon

2010 omvatten. Waarnemingen wor­

de soort tot het einde van de besproken periode wor­

den voor 5 juni 2010 verwacht bij Kelle

den waargenomen in de Dijlevallei (versch. waarn.). De

Moreau, Meibloempjeslaan

2, bus

l,

grootste concentratie betrof 15 ex. op 7 /11 te SAR

(L.

Hendrickx, 1. Nel). Buiten de zuidelijke Dijlevallei wer­

8400 Oostende, 0486/ l 2.58.77, kelle.

den Pijlstaarten waargenomen te AVP (telkens 1 ex. op

moreau@gmail.com, of ingevoerd op

22/09 & 1-2/10; D. von Werne), LP (telkens lm op 8 &

www.waarnemingen.be.

14/11;

J. Waumans,

T. & G. Vandezande) en WLS (1v op

17/10; B. Creemers).

Waarnemingen van onder meer Knobbelzwaan, Berg­ eend, Smient, Krakeend, Slobeend, Wintertaling, Ta­ feleend, Kuifeend, Patrijs, Dodaars, Fuut, Aalscholver, Blauwe Reiger, Havik, Waterral, Kievit, Witgat, Zilver­ meeuw, Kleine Mantelmeeuw, Kerkuil, Steenuil, Bos­ uil, Ransuil, Gierzwaluw, Ijsvogel, alle spechten, Veld­ leeuwerik, Oeverzwaluw, Huiszwaluw, Graspieper, alle kwikstaarten, Zwarte Roodstaart, Kramsvogel, Koper­ wiek, Kleine Karekiet, Grasmus, Zwartkop, Fitis, Vuur­

Zomertaling Anas querquedula Te SAR pleisterden tot op 8/10 onafgebroken Zomerta­ lingen, met een absoluut piek van resp. 18 & 17 ex. op 3 & 4/09

(1.

Nel, M. Walravens). Nadien ging het steeds

om aantallen van 1-5 ex. (versch. waarn.). De enige an­ dere waarnemingsplaatsen waren OHZ, dat resp. l, 2 & 1 ex. onthulde op 5, 11 & 17/09 (L. Hendrickx, M. Walravens, P. Moysons), en Heverlee/ Langestaart, dat

goudhaan, Glanskop, Matkop, Kuifmees, Zwarte Mees,

met een ex. op 12/10 de laatste waarneming leverde (P.

Roek, Ringmus, Keep, Putter, Sijs, Kneu, Goudvink, Ap­

Moysons).

pelvink, Geelgors, Rietgors en alle exoten werden niet in dit verslag opgenomen maar wel verwerkt. Ook een

Topper Aythya marila

ongedetermineerde kiekendief en enkele niet nader ge­

26/11

determineerde loofzangers werden niet weerhouden.

Brilduiker Bucephala clangula 7-8/11 1 ad v te SAR (1. Nel, J.

Gebiedsa'fkortingen: WLS = Wilsele/Vijvers Bellefroid, LP = Kessel-Lo/Le­ opoldspark, AVP

=

Heverlee/Abdij van Park, ZW

1 ad v te NGB (K. Van Scharen)

=

Oud-Heverlee/Zoete Waters, OHN=Oud-Heverlee/N, OHZ = Oud-Heverlee/Z, Oppem = weilanden tussen

Nysten, L. Hendrickx)

Grote Zaagbek Mergus merganser 29/11

1 ad v te NGB (E. Malfait, L. Hendrickx, S. Horemans)

Bogaardenstraat (Oud-Heverlee - Korbeek-Dijle) en NGB, NGB=Neerijse/Grote Bron (deel Doode Bemde),

Kwartel Coturnix coturnix

NK V = Neerijse/Kliniekvijvers (deel Doode Bemde) en

Een zeer late Kwartel werd op 27Il 0 waargenomen te

SAR=Sint-Agatha-Rode/Grootbroek.

Leefdaal /plateau (H. Roosen).

De Boomklever

-

rnaar-t 2010

21


.

.

.

Vog�/s

.

.

."

;. �:·.

Geoorde Fuut

01/09

"

"'' .

Podiceps nigricollis

Ooievaar

1 1e win te SAR (I. Nel, J.M. Lommaert,

07/09

Ciconia ciconia 2 ex. Z te Leuven/centrum (P. Floré)

M. Walravens) Zwarte Ibis Grote Zilverreiger

Casmerodius albus

Plegadisfalcinellus

De grootste ornithologische bom van het jaar, of mis­

Grote Z ilverreigers waren tijdens het najaar van 2009

schien zelfs wel van de eeuw, ontplofte op 29/09, toen

weer alomtegenwoordig in de Dijlevallei ten zuiden van

bekend werd dat er zonet een pleisterende Zwarte Ibis

Leuven (versch. waarn.). Vooral NGB en SAR werden

werd ontdekt te SAR (P. Moysons). Vele kijklustigen

goed bedeeld, met maandmaxima van 14 ex. op 17/09

konden gelukkig nog van de vogel genieten, en ook op

te SAR (I. Nel, M. Walravens), 60 ex.

(!!, nieuw record)

30/09 was dat nog zo (versch. waarn.). Na een vogel in

op 13-17/09 te NGB (H. Roosen, M. Walravens e.a.)

1848 te Grez-Doiceau is het pas de tweede keer dat er

en 21 ex. op 9/11 te ZW (I. Nel). Buiten de Dijlevallei

een Zwarte Ibis in het Dijleland wordt waargenomen,

waren er waarnemingen te Kwerps /Molenbeekval­

en dus de eerste in de V laamse Dijlevallei. Hoewel deze

lei (telkens 1 ex. op 15/09 & 29/10; W. Desmet, G. Van

waarneming past binnen een influx van Zwarte Ibissen

den Wyngaert), Huldenberg/De Hoek (1 ex. op 9/10; B.

in Groot-Brittanië en Ierland, ging het om de enige Bel­

Notebaert), Korbeek-Dijle/plateau (6 ex. ZO op 11/10; J. Nysten), AVP (14 ex. op 17 /10; C. Van Den Haute, J. Grootjans), LP (2 ex. op 17/10; J. Nysten), Kessel-Lo/N (1 ex. ZW op 18/10), Duisburg (1 ex. op 31/10; F. Vande­ putte), Leefdaal/plateau (8 ex. op 31/10; F. Fluyt), Tom­ beek/Laanvallei (1 ex. ZW op 5/11; F. Vandeputte) en Neerijse/Ganzeman (2 ex. N op 21/11; M. O'Briain).

gische waarneming van het najaar. Wespendief

Pernis apivorus

Tijdens de eerste helft van september werden nog 13 keer Wespendieven doorgegeven in het Dijleland (hoofdzakelijk overtrekkend, versch. waarn.), met het laatste ex. op 15/09 over SAR (I. Nel). Op 11/10 werd nog een laat ex. gemeld over de Kesselberg (T. Vande­ zande). Rode Wouw

Milvus milvus

10/10

1 ex. tpl te Beauvechain (H. Blockx)

12/10

1 ie win tpl te Tourinnes-la-Grosse (H. Blockx)

13/10

1 ex. ZW te Heverlee/Zwanenberg (G. Bleys)

15/10

1 ex. te Erps-Kwerps/Curegemstraat

17/10

1 ex. Z te Oud-Heverlee/OHN-Ormendaal

18/10

1 ex. Z te Leefdaal/plateau (F. Fluyt)

16/11

1 ex. NO te SAR (I. Nel)

26/11

1 ex. te Bertem/Meerbeeksesteenweg

(J. Kiebooms, W. Beullens)

(L. Hendrickx, J. Menten, K. Moreau e.a.)

(E. Le Docte) Bruine Kiekendief

Waar zit ik ergens... ? Roerdomp, St. Agatha-Rode 18-10-2009, foto Luc Hendrickx

Circus aeruginosus

In september 2009 werden Bruine Kiekendieven nog in de hele streek regelmatig waargenomen (95 waarne­ mingen, versch. waarn.). Het laatste ex. was een adult vrouwtje op 29/09 te Leefdaal/plateau

Roerdomp

Botaurus stellaris

(F. Van De Meut­

ter).

Te OHZ werden op 13/09, 15/11 en 21/11 resp. l, 1 en 3

Circus cyaneus

Roerdompen waargenomen (J. Nysten, L. Hendrickx), te

Blauwe Kiekendief

NGB verbleef er minstens 1 op 13/10 (H. Roosen, I. Nel).

Er werden slechts zes waarnemingen van Blauwe Kie­

De meeste waarnemingen kwamen echter van SAR,

kendieven ontvangen:

waar de soort op 19 data werd doorgegeven (versch.

04/10

1 v-type te Korbeek-Dijle/plateau (S. Horemans)

waarn.) met de eerste op 17/09 (Inkel, M.Walravens). Enkel op 18/10 werden er te SAR 2 ex. waargenomen

10/10

1 ex. ZW te Huldenberg/plateau (F. Fluyt)

(H. Roosen, 1. Nel, B. Brooks, L. Hendrickx).

21/10

1 ex. over Leefdaal/Duivendelle (G. P auwels)

22

De Boomklever

-

maart 2010


-

02/11

1 ex. te Huldenberg/plateau (N. Ryckeboer)

Slechtvalk gezien (J. Lenaert, F. Van de Meutter). Ande­

10/11

1 ad m over Bierbeek (M. Abts)

re waarnemingsplaatsen waren Leefdaal/plateau (resp.

22/11

1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (J. Nysten)

1 ex., 1 juv & 1 ex. op 2/09, 18/10 & 8/11; F. Van de Meutter, 1. Nel, F. Fluyt e.a.), OHZ (resp. 1 ad, 1 juv & 1

Dwergarend Aquila pennata

juv op 5, 13 & 27/09; J. Nysten, B. Bergmans, J. Bogaert

Er werden in oktober twee waarnemingen van mogelij­

e.a.), Terlanenveld (1 ex. ZW op 7109; F. Vandeputte),

ke/waarschijnlijke Dwergarend ontvangen uit het Dijle­

Loonbeek/Ganspoel (1 ex. op 8/09; F. Fluyt), Haasrode/

land. Het ging om telkens een lichte fase, eerst een ex. W

zandgroeve (1 ex. N op 18/09; D. von Werne), Korbeek­

over Wilsele-Putkapel op 8/10 (}. De Rycke), met nadien

Dijle/plateau (1 imm op 27/09; S. Bouillon), Heverlee/

een ex. Z over Leefdaal/plateau op 25/10 (B. Creemers,

Langestaart (1 ex. Z op 29/10; R. Uyttenbroeck), Hever­

K. Van Scharen, K. Van Acker).

lee/Terbank (1 ex. op 1/11; T. Vandezande) en Leefdaal/ Duivendelle (1 ex. op 11/11; A. Smets).

Visarend Pandion haliaetus Visarenden stalen in september 2009 weer de show in

Kraanvogel Grus grus

SAR! Een pleisterende adult op 1-2/09 (versch. waarn.)

12/11

2 ex. Z te Wijgmaal (L. Smets)

werd op 3/09 vervoegd door een tweede ex., terwijl op die datum ook nog een derde ex. overtrok (H. Roosen).

Goudplevier Pluvialis apricaria

Ook op 4-6/09 bleef hier een adult (mannetje) pleiste­

14/09

1 ex. 0 te Meerbeek (A. Smets)

ren (versch. waarn.). Nadien volgden te SAR nog resp.

17/10

1 ex. ZW te Leefdaal/plateau (K. Moreau)

1 ex. W, 1 ex. ZW, 1 ex. & 1 ex. N op 9, 10, 29/09 &

18/10

1 ex. ZW te Leefdaal/plateau (F. Fluyt)

17/10 (1. Nel, P. Moysons e.v.a.). De enige waarneming

30/10

1 ex. ZW te Huldenberg/plateau (F. Fluyt)

op een andere locatie betrof een ex. op 6/09 te OHN (S.

01/11

1 ex. Z'Vi.1 te Leefdaal/plateau (K. Moreau)

Bouillon).

07/11

1 ex. ZW te Korbeek-Dijle/plateau

Boomvalk Falco subbuteo

08/11

6 ex. ZW te Korbeek-Dijle/plateau

(J. Nysten) Hoewel Boomvalken tijdens het najaar van 2009 weer

(F. Fluyt, J. Nysten), 1 ex. Z te Erps/

prominent aanwezig waren in het Dijleland (met o.m.

Dorenveld (P. Moysons)

een maximumconcentratie van 11 ex. te SAR op 6/09; 1. Nel, L. Hendrickx, K. Hansen), werd in september enkel

Bonte Strandloper Calidris alpina

te SAR een uitgevlogen nest van vier juvenielen waar­

15/11

1 ad win te SAR (1. Nel, J. Nysten, L. Hendrickx)

genomen (versch. waarn.). Het laatste ex. pleisterde op 25/10 te SAR (B. Brooks).

Wulp Numenius arquata Smelleken Falco columbarius

11/09

3 ex. te Terlanenveld (1. Nel)

20/09

1 ex. te Leefdaal/plateau (F. Fluyt)

17/10

3 ex. ZW te Leefdaal/plateau (K. Moreau)

01/10

1v ZW te Bertem/Koeheide (G. Bleys)

08/11

1 ex. ZW te Leefdaal/plateau (F. Fluyt,

04/10

lm W te Heverlee/Zwanenberg (G. Bleys), 1 ex.

J. Nysten)

te Neerijse/Grote Puystraat 05/10 09/10

(S. Horemans)

Groenpootruiter Tringa nebularia

1 ex. te Huldenberg/plateau (F. Fluyt)

02-03/09 3 ex. te Gastuche/Etang Paradis

1 ex. te Leefdaal/plateau (P. Moysons,

(H. Paques)

R. Uyttenbroeck, P. Floré)

05/09

1 ex. te SAR (L. Hendrickx)

12/10

1 ex. ZW te Leuven/centrum (F. Fluyt)

13/09

1 ex. te OHZ (L. hendrickx, S. Horemans,

18/10

1 ex. Z te Leefdaal/plateau (F. Fluyt)

01/11

1 ex. Z te Leefdaal/plateau (K. Moreau)

B. Bergmans) 14/09

1 ex. te OHN (J. Rutten)

19/09

1 ex. te Heverlee/Langestaart

Slechtvalk Falco peregrinus

(R. Uyttenbroeck, W. Desmet)

De meeste waarnemingen van Slechtvalken kwamen dit

30/09

1 ex. ZW te Leefdaal/plateau (W. Desmet)

najaar van SAR, waar een juveniele vogel werd gezien op 3, 10, 12, 24 & 29/09, en op 3-4/10 (versch. waarn.).

Oeverloper Actitis hypoleucos

Op 4/09 waren er hier twee juvenielen aanwezig (1. Nel,

Oeverlopers werden in september 2009 vooral waarge­

M. Walravens), en ook op 11/11 volgde nog een waarne­

nomen te SAR, met van 1 tot 10/09 nog 14 waarnemin­

ming van een ex. (K. Van Scharen). Te Leuven/centrum

gen van 1-5 ex. (versch. waarn.). Andere waarnemings­

werd enkel op l, 5 & 14/10 en 16 & 24/11 een eenzame

plaatsen waren Gastuche/Etang Paradis (resp. 2, l, 1 &

De Boomklever

-

maart 2010

23


.

Vogels

.

·

.

.. ....

'�':'.

··:}·

. .... ·�

1 ex. op 2, 3, 7 & 15/09; H. P aques, B. Nef), Gastuche/

Zwarte Stern Chlidonias niger

Marais de Laurensart (1 ex. op 15/09 ; B. Nef) en He­

6 & 10/09 resp. 1 ad & 2 juv te NGB (B. Nef,

verlee/Langestaart (1 ex. op 25, 28 & 30/09; R. Uytten­

J. Nysten, I. Nel)

broeck, P. Moysons). In oktober werd nog één ex. opge­

9/09

merkt op de l 7e te AV P

1 juv te SAR (I. Nel)

(F. Fluyt). Velduil Asioflammeus

Watersnip Ga/Linago gallinago

Op 5/11 werd telkens een Velduil gemeld te Erps­

In de Dijlevallei werden groepen van 1-11 Watersnip­

Kwerps (med. P. Moysons) en te Heverlee/omgeving

pen waargenomen te Heverlee/ Langestaart, OHN,

AC-motel

(Y. Vanden Bosch).

OHZ, Korbeek-Dijle, de Doode Bemde, SAR en SAR/ Vette Weide (versch. waarn.). Andere pleisteraars ver­

Boomleeuwerik lullula arborea

bleven te Kwerps/Molenbeekvallei (resp. 2, 1, 4 & 6 ex.

De eerste Boomleeuwerik van het najaar van 2009 vloog

op 27/09, 4, 5 & 10/10; P. Moysons,

J. Wellekens) en te

op 21/09 over Meerbeek (A. Smets). In oktober-novem­

Heverlee/Zwanenberg op 5/11; G. Bleys). Trekkende

ber werden er gezien te Bertem/Koeheide (resp. 1 ex. W,

Watersnippen werden waargenomen te Leefdaal/pla­

11 ex. ZW, 2 ex. W & 1 ex. 0 op 8, 9, 23 & 29/10; G.

teau (resp. l, 1, 2, l, 1 & 1 ex. op 12, 26, 30/09, 11, 31/10

Bleys), Haasrode/zandgroeve (1 ex. over op 9/10; D. von

& 8/11; versch. waarn.), Heverlee/Zwanenberg (1 ex. op

Werne), Meerbeek/pompstation (resp. 23 ex. tpl

+

21 ex.

13/09; G. Bleys) en Meerbeek/ pompstation (3 ex. op

ZW, 2 ex. ZW & 5 ex. ZW op 13, 15 & 17/10; A. Smets),

13/10; A. Smets).

Huldenberg/plateau (telkens 8 ex. ZW op 17 & 30/10; F.

Houtsnip Scolopax rusticola

& 1/11; G. Bleys), Erps/Dorenveld (1 ex. ZW op 18/10; P.

Fluyt); Heverlee/ Zwanenberg (telkens 2 ex. ZW op 18/10 23/10

1 ex. te Bertem/Bertembos (G. Bleys)

Moyons), Leefdaal/plateau (resp. 10, l, 8, 1 & 11 ex. Z op

24/10

1 ex. te NKV (T. Vandezande)

18, 25, 31/10, 1 & 8/11;

31/10

1 ex. te Kessel-Lo/Kesselberg (T. Caers)

e.a.); Oud-Heverlee/centrum (resp. 8 ex. W, 1 ex. Z & 2

25/11

1 ex. te Meerbeek/Rotte Gaten

ex. Z op 19, 20 & 21/10;

(P. Moysons)

(4 ex. over op 1/11; W. Yeraghtert,

Dwergmeeuw Hydrocoloeus minutus

13/10

J. Rutten) en Overijse/Smeysberg J. Menten e.a.).

Boerenzwaluw Hirundo rustica

1 juv te SAR (B. Nef, C. Deschepper,

De laatste Boerenzwaluwen voor 2009 waren twee ex.

P. Michel)

over de Kesselberg op 24/10 (T. Vandezande).

Geelpootmeeuw Larus michahellis

21/11

F. Fluyt, K. Moreau, B. Creemers

1 ie win te SAR (D. von Werne)

Duinpieper Anthus campestris

02/09

1 ex. te Leefdaal/plateau

08/09

1 ex. te Eizer/Horenberg

(F. Van De

Meutter) 09/09

(F. Fluyt) 1 ex. ZW te Huldenberg/plateau (F. Fluyt)

Boompieper Anthus trivia/is

In september-oktober 2009 werden 31 keer doortrek­ kende Boompiepers doorgegeven (hoofdzakelijk van trektellingen), met 67 ex. in totaal (versch. waarn.). De maximumtelling vond plaats te Leefdaal/plateau, met 15 ex. op 2/09

(F. Van de Meutter). P leisteraars werden

genoteerd te Heverlee/Zwanenberg (telkens 2 ex. op 13

& 19/09; G. Bleys), Meerbeek/pompstation (resp. 7, 10, 7, 3 & 10 ex. op 14, 21, 25, 30/09 & 2/10; A. Smets), en Bertem/Koeheide (resp. 2 & 1 ex. op 17/09 & 5/10; G. Bleys,

J. Lenaert).

Waterpieper Anthus spinoletta

De eerste Waterpiepers voor het najaar van 2009 waren 5 ex. te NKV

Zwarte stern (detail), St-Agatha-Rode, 28 april 2007, fotograaf: Axel Smets

24

De Boomklever

-

maart 201 O

(J. Nysten) en 3 ex. te OHZ (L. Hendrickx)

op 10/10. Dat het een triest najaar voor de soort was wordt geïllustreerd door het lage aantal waarnemingen (slechts 16; versch. waarn.) en de grootste concentratie


�<é..;:' � ..

-1� <. �::�

die amper uit 6 ex. bestond, op 28/11 te Oppem (R. Uyt­

P.

tenbroeck).

Korbeek-Dijle (resp. 8 & 5 ex. op 5 & 11/09;

Moysons).

Andere

Vogels

-

waarnemingsplaatsen

].

waren

Nysten),

Leefdaal/plateau (resp. 2, 3 & 2 ex. op 5, 12 & 16/09;

].

Klapekster lanius excubitor

Nysten, K. Moreau, C. Carels e.a.), Meerbeek (resp. 6, 1,

28/09

9, 6 & 1 ex. op 7, 10, 14, 15 & 21/09; P. F loré, A. Smets,

1 ex. te Tourinnes-la-Grosse (P. Bellen)

P. Moysons), Haasrode/zandgroeve (telkens 1 ex. op 9 Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus

& 13/09; D. von Werne), Bierbeek/Sint Kamillus (1 ex.

12/09

lm te Haasrode/zandgroeve

op 11/09; D. von Werne), Erps-Kwerps/Dorp (2 ex. op

(D. von Werne)

12/09; P. Moysons), Moorsel (resp. 2 & 1 ex. op 13 &

13/09

lm te Ottenburg (F. Vandeputte)

14/09; 0. Hendrick), Heverlee/Zwanenberg (1 ex. op

14/09

lm te Meerbeek (A. Smets)

17/09; G. Bleys) en Bertem/Koe heide (3 ex. op 18/09; P. Floré). Er waren geen oktoberwaarnemingen.

Roodborsttapuit Saxicola rubicola Er druppelden slechts zes waarnemingen van Rood­

Beflijster Turdus torquatus

borsttapuiten binnen : lm te Veltem-Beisem op 19/09

13/10

1 ex. ZW te Meerbeek/pomstation

(R. Ghijsen), 1 ex. te Herent/Kastanjebos op 23/09 (R.

(A. Smets)

Ghijsen), resp. 6 & 4 ex. te Kwerps/Molenbeekvallei op

17/10

1 ad m tpl te Leefdaal/plateau (K. Moreau)

27 /09 & 4/10 (P. Moysons), 3 ex. te Korbeek-Dijle/pla­

01/11

1 ex. ZW te Leefdaal/plateau (K. Moreau)

teau op 1/10 (W. Desmet) en lm te Bertem/Koeheide op 14/11 (G. Bleys).

Cetti's Zanger Cettia cetti In de reeds langer bezette bolwerken te OH en SAR wer­

Paapje Saxicola rubetra

den resp. 5 zp (2 te OHN, 1 tussen OHN & OHZ, 2 te

P aapjes werden tijdens september 2009 waargeno­

OHZ) en 2 zp opgetekend (versch. waarn.). Nieuwe loca­

men te Erps/Dorenveld (8 tellingen tss 1 & 14/09; A.

ties waren Heverlee/Langestaart (1 zp van 30/09 tot min­

Smets, P. Moysons, B. Bergmans - max. 15 ex. op 2/09;

stens 22/10; R. Uyttenbroeck, E. Toorman,

A. Smets), Moorsel (9 ex. op 2/09; 0. Hendrick), Leef­

NKV {l zp op 10/10;

daal/plateau (telkens 1 ex. op 5, 12 & 21/09;

Nysten,

Lenaert) en langs de Dijle te P écrot (1 zp op 18/10; N.

K. Moreau e.a.), Meerbeek (resp. l, 9 & 1 ex. op 7, 10

Goetghebeur). Ook langs de Marbaise te Nethen werd

& 14/09; A. Smets), Kwerps/Molenbeekvallei (3 ex. op

op 28/09 nog een ex. waargenomen {J. Dandois).

].

].

].

Lenaert),

Nysten), NGB (1 ex. op 8/11;

].

8109; R. Ghijsen), Haasrode/zandgroeve (1 ex. op 17/09; D. von Werne), Heverlee/ Zwanenberg (1 ex. op 19/09;

Braamsluiper Sylvia curruca 10/09

1 ex. te Bierbeek/Builoog (D. von Werne)

Tjiftjaf Phylloscopus collybita Novembertjiftjaffen werden in 2009 waargenomen op de 12" (zingend) en de 24e in Leuven/ centrum (B. Berg­ mans,

].

Lenaert), en ook op de 24" te OHZ {J. Rutten).

Bladkoning Phylloscopus inornatus Op 17/10 werd kortstondig een ex. waargenomen te Blanden/Korenbloemlaan. Het betreft hier het elfde ex. voor onze regio, en de derde veldwaarneming (na een ex. te Heverlee/ Campus 200 op 4/10/00 en een ex. te Haasrode/Kortestraat op 2/11/08).

Tapuit, plateau Leefdaal, fotograaf: Frederik Fluyt

Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata 06/09

G. Bleys) en Korbeek-Dijle/plateau (1 ex. op 21/09;

].

1 ex. in de Doode Bemde (Sint- Joris-Weert) (S. Horemans)

Nysten).

09-10/09 1 ex. te Blanden.Kartuizerstraat

Tapuit Oenanthe oenanthe

15/09

(I. Verhuizen) 1 ex. te Vrebos (P. Moysons)

Het Dorenveld te Erps en omstreken bleek tijdens de eerste helft van september 2009 weer een Tapuiten­

Europese Kanarie Serinus serinus

eldorado te zijn, met waarnemingen van resp. 7, 5, 3, 10

23/09

en 24 ex. op 2, 5, 6, 10 en 14/09 (A. Smets, B. Bergmans,

2 ex. te Haasrode/industrieterrein (B. Mulkens)

De Boomklever

-

maart 2010

25


-

'.JI".�"

"··��

Vogels. ·-,�;;� / . " ,

,"

2 ex. ZW te Meerbeek/pompstation

17 /10

1 ex. te Overijse/Smeysberg

01/11

(A. Smets)

(W. Veraghtert, R. Steeman, J. Menten)

2 ex. ZW te Kessel-Lo/K. Albertlaan

18/10

Kleine Barmsijs 10/11

(K. Moreau)

Carduelis cabaret

1 ex. te Sint-Agatha-Rode/Rodebos (S. Pe­

19/10

1 ex. te NKV (J. Elst)

ten), 4 ex. ZO te LP (S. Goethals), 5 ex. te Tervuren/

barmsijs sp.

Kapucijnenbos(N. Ryckeboe�

Carduelis cabaretlflammea

Er werden in het najaar van 2009 op meerdere plaatsen barmsijzen waargenomen, maar geen werden nader ge­

Grauwe Gors

determineerd. Een overzicht per locatie:

21/10

3 ex. te Bierbeek(M. Abts)

31/10

2 ex. te Leefdaal/plateau (F. Fluyt)

08/11

1 ex. te Erps/Dorenveld (P. Moysons)

1 ex. tpl op 18/10 (F.

Huldenberg/plateau Fluyt) Oud-Heverlee/centrum

10 waarnemingen

van

1-5 ex. van 19/10 tot 22/11 (J. Rutten)

Ortolaan

Oud-Heverlee/Z

02/10

2 ex. W op 29/10(J. Rut-

1 ex. ZW te Meerbeek/pompstation

telkens 1 ex. Z op 30/10

Leefdaal/plateau (F. Fluyt) en 1/11(K. Moreau)

ljsgors 17 /10

12/10

Emberiza hortulana

(A. Smets)

ten), 6 ex. op 11/11(K.Hansen)

Kruisbek

Emberiza calandra

Calcarius lapponicus 1 ex. ZW te Leefdaal/plateau (K. Moreau)

Loxia curvirostra >

1 ex. aud te OHZ (J. Rutten)

Samenstelling : Kelle Moreau, kelle.moreau@gmail.com

Medewerkers en correspondenten : Michaël Abts, Bart Augustijns, Jean Beaumesnil, Peter Bellen, Bruno Bergmans, Koen Berwaerts, Willy Beullens, Geert Bleys, Herwig Blockx, Pierre Blockx, Pierre-Yves Bodart, Alain Boeckx, Johan Bogaert, Steven Bouillon, Kurt Boux, A. Braem, Bill Brooks, Tim Caers, Thijs Calu, Dany Capart, Charles Carels, Paul Claes, Yann Coatanéa, Er­ win Collaerts, Peter Collaerts, Stijn Cooleman, Bart Creemers, Jos Cuppens, Jean Dandois, Eduard Debbaut, Mat­ thias De Beenhouwer, René De Boom, Bart De Keersmaecker, Kris De Keersmaecker, B. Demarsin, J.F. Denotte, Bart Derden, Johan De Rycke, Frans De Schampelaere, Chantal Deschepper, Louis Desmet, Wouter Desmet, Stefaan D'Espallier, Eli De Vos, Johan Devos, Dimitry De Wilde, Matthias D'Haen, Steven D'Hont, Gerald Driessens, Daan Drukker, Michiel Dusselier, Joris Elst, Guido E" Patrick Floré, Frederik Fluyt, Herman Fonck, Frans Geenen, Raf Ghijsen, Nicole Goetghebeur, Sven Goethals, Jos Grootjans, Patrick Goubau, Werner Goussey, Krien Hansen, Olivier Hendrick, Luc Hendrickx, Dirk Hennebel, Maarten Hens, Philippe Hermand, Cécile Herr, Marc Herremans, Franck Hollander, Stefaan Horemans, Tim Huysegems, Mischa Indeherberg, Jean Kiebooms, Jorg Lambrechts, Elfriede Le Docte, Mark Lehouck, Jan Lenaert, Iwan Lewylle, Jean-Marie Lommaert, Eddy Macquoy, Eddie Maes, F. Maes, Eric Malfait, Thierry Maniquet, Joris Menten, Jeroen Mentens, Michel Mergaerts, Joost Meulemans, Patrick Michel, Kelle Moreau, Marc Moreau, Pieter Moysons, Bart Mulkens, Bert Muylaert, Alex & Laurence Naets, Bruno Nef, Ingrid Nel, Griet Nijs, Bastiaan Notebaert, Johan Nysten, Michael O'Briain, Pierre Op de Beeck, Jan Paenhuysen, Hervé Paques, Bernard Pasau, François Paulus, Geert Pauwels, Stephan Peten, Ludovic Petre, Fre Rampelbergh, Thomas Re­ her, A. Reygel, Armijn Reynaert, Johan Robben, Jean-Claude Rombaux, Hans Roosen, Jean-Sébastien Rousseau-Piot, Jos Rutten, Niels Ryckeboer, Geert Ryken, Maarten Schurmans, Maurice Segers, J.B. Sepulchre, Axel Smets, Ludo Smets, Philippe Smets, Lars Smout, Jean Spitaels, Jean-Christophe Staquet, Roosmarijn Steeman, Geert Sterckx, Guido Tack, Julien Taymans, Koen Thijs, Marita Tomballe, Erik Toorman, Roel Uyttenbroeck, Kasper Van Acker, Gert Vanautgaerden, Filip Vandekeybus, André Van De Laer, Frank Van De Meutter, Thomas Vandenberghe, Yves Vanden Bosch, Chris Van den Haute, Frank Van Den Houte, Dieter Van Den Heuvel, Guido Van Den Wyngaert, Filip Vandeputte, Stefaan Vanderauwera, Bart Vandermaesen, Gert & Tom Vandezande, Chris Vanderperre, Stefaan Van­ devenne, Hilaire Vanherwegen, Patrick Van Laethem, Philippe Vanmeerbeeck, Willem Vannotten, Kris Van Scharen, Frank Vassen, Wim Veraghtert, Irene Verhuizen, Jan Verroken, Dirk von Werne, Theo Vreugde, Marc Walravens, Jan Waumans, T. Ysebaert & Ernesto Zvar.

26

De Boomklever

-

maart 2010


" �if'•• >.!(.·�. ".

Mect�delingen

Mededelingen namens het bestuur van de Natuurstudiegroep Dijleland

T

ijdens de jaarvergadering op zaterdag 30 januari 2010

medewerking aan de beheersmonitoring van Het Spicht (re­

werd medegedeeld dat Maarten Hens gevraagd had

servaat Natuurpunt Lubbeek) en als coördinator bij de opstart

om zijn voorzitterschap te mogen beëindigen. Hierna

van de beheersmonitoring in de Hagelandse Heuvelstreek.

volgt de tekst van het dankwoord dat de gelegenheidsvoorzit­ ter, Kris van Scharen, uitsprak namens het bestuur:

Bart is ook veelzijdig in zijn kennis en belangstelling voor de natuurstudie. Zo specialiseert hij zich in dag-en nacht­

"Maarten is ontslagnemend omdat hij zich verplicht ziet om

vlinders (we denken hierbij aan zijn activiteit als volhardend

een keuze te maken tussen zijn talrijke bezigheden. Het be­

zoeker naar Iepen-en Sleedoornpages), maar ook o.a. libellen,

stuur begrijpt maar betreurt dit ontslag ...

sprinkhanen en vogels krijgen zijn aandacht.

Maarten is immers jarenlang een drijvende kracht geweest,

Kortom Bart is met zijn enthousiasme, zijn zin voor stiptheid

eerst binnen De Wielewaal-Leuven en nà de fusie in de NS­

en zijn niet aflatende werkkracht de geknipte persoon om

GDijleland.

deze studiegroep de eerstvolgende jaren te leiden.

Hij is lid van het bestuur sedert 1993 en hij was reeds eerder

Ik vraag u dan ook om bij handgeklap zijn aanduiding als

voorzitter in de tweede helft van de jaren negentig tot hij, om

voorzitter goed te keuren:·

beroepsredenen voor enkele jaren naar Australië verhuisde. Vele jaren lang had hij ook een sturende en actieve rol in pro­ jecten zoals Bijzondere broedvogels, Hamsterinventarisatie en winterse Watervogeltellingen. Het spreekt voor zich dat in al die jaren Maarten ook borg stond voor tal van editorialen en artikels in De Boomklever, die mede onder zijn streven naar steeds beter, steeds kwali­

H

et bestuur en de redactie van De Boomklever wensen ook Kris van Scharen te bedanken voor zijn bijzon­ der gewaardeerde jarenlange inzet voor natuurstudie

in onze regio. Hij blijft gelukkig heel actief binnen het bestuur

tatiever, steeds mooier ook, de laatste jaren is uitgegroeid tot

en de redactie, maar hij heeft beslist om met de ingang van dit

een aantrekkelijk en toonaangevend tijdschrift voor natuur­

jaar zijn taak als layouter van De Boomklever over te dragen.

studie.

Vanaf nu zal de layout gebeuren door Danni Elskens van Gra­

We kennen Maarten allemaal om zijn wetenschappelijke

fisch bureau Koloriet.

nauwgezetheid, zijn systematische aanpak en zijn frisse idee­

Kris, enorm bedankt voor je fantastische inzet voor zoveel

ën als voorzitter-coördinator. Het is dan ook typisch Maarten

mooie Boomklevers!

om, wanneer hij vaststelt dat beroep en gezin zoveel tijd ver­

Het bestuur

gen dat hij als voorzitter van de NSGDijleland niet langer dat hoge nivo kan waarborgen en bijgevolg consequent ontslag neemt. Daarom begrijpt het bestuur dit ontslag wel maar we blijven het toch jammer vinden. Maarten, dank je wel voor alles ! " De ad-hoc voorzitter stelt vast dat er onder de aanwezigen geen kandidaat voorzitter is en draagt namens het bestuur de kandidatuur van Bart Creemers voor die hij als volgt voor­ stelt: "Het is mij een bijzonder genoegen om Bart Creemers te mogen voordragen als kandidaat voor de vacante functie van voorzitter. Bart is sedert 2006 actief lid van het NSGDijleland-bestuur en hij beschikt zeker over de nodige wetenschappelijke achter­ grond om deze coördinerende functie te vervullen, immers: hij behaalde in 2002 de graad van licentiaat in de biologie­ dierenecologie aan de KULeuven en werd bovendien in 2007 master in statistics aan dezelfde instelling. hij is sedert 15 jaar actief of steunend lid van een reeks vereni­ gingen zoals Natuurpunt/Natuurreservaten, WWF, Green­ peace, Vogelbescherming, Libellenvereniging V laanderen. Hij deed ook de nodige monitoring ervaring op tijdens zijn

De Boomklever

-

maart 2010

27


- - ··-

-

-- -· -------: :'

. .

: '.,-1·· � ".)·;-",

.

Act1V1te1ten ..."'1.:

··

:.·

Activiteiten Alle activiteiten van de Natuurstudiegroep Dijleland en eventuele wijzi­ gingen zullen ook aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst.

zondag 25 april 20 I 0: insecteninventarisatie holleweg Bertemweg Afspraak: 14h aan de brug over de E314 t.h.v Gast­ huisberg (Afrit 16, Terbankstraat)

zaterdag

I

mei

20 I 0:

Big Day:na 5 jaar zonder, organiseren we dit jaar op­ nieuw een zgn. "Big Day" De bedoeling is om binnen de perken van het regle­ ment (zie kaderstukje) op 1 dag zoveel mogelijk vo­ gelsoorten waar te nemen in het Dijleland. Vooraf inschrijven is verplicht en kan -uitsluitend per e-mail - tot uiterlijk vrijdag 30 april om 18uur - bij de gelegenheidscoördinator, Kris van Scharen (kris.van.scharen@ telenet.be). Ook deelnemers van buiten de regio zijn uiteraard welkom ! Dit is misschien een gelegenheid om het Dijleland eens" anders" te leren kennen?

Xxx

april -

xxx

mei

20 I 0

Meerdaagse trektellingen in Breskens bij gunstige (weers)omstandigheden. Voorinschrijving van geïn­ teresseerden die zich op korte tijd kunnen vrijma­ ken. Verwittiging de avond vooraf per telefoon. Coördinatie: Frederik Fluyt (frederik.fluyt@gmail. com)

28

De Boomklever - maart 2010


. .

" .. ,

�;.,'�1. :;.. ·)Activiteiten �

!'""

BIG DAY

-

I mei 2010

-

Deelnemersreglement 1.

Gebiedsafbakening: het zoekterrein omvat de gemeenten Bertem, Herent, Leuven, Oud-Heverlee, Over­ ijse, Kortenberg, Huldenberg en Tervuren+ deel Meerdaalwoud op grondgebied Bierbeek.

2.

Duur: de geldige waarnemingsperiode loopt op zaterdag 1 mei 2010 van 0.00 uur tot 23.59 uur.

3.

Geldige waarnemingen: - waarnemingen m.b.t. soorten die zich bevinden binnen de grenzen van het zoekterrein. Een Zwarte Wouw gezien vanaf Sint-Joris-Weert maar op of boven grondgebied van Nethen is bijvoorbeeld geen geldige waarneming. - Een waarneming is enkel geldig indien deze tot op soortniveau wordt gedetermineerd. Zo is een waarne­ ming van een Kiekendief spec. geen geldige waarneming. - Geldige waarnemingen hebben ook betrekking op in het veld herkenbare 'ondersoorten: - Waarnemingen van alle vermoedelijke en zekere ontsnapte en verwilderde soorten 'exoten' evenals kruisingen zijn niet geldig. - Zowel auditieve als visuele waarnemingen zijn geldig. Elke waarneming in teamverband dient door min­ stens 2 teamleden gedaan of bevestigd te worden om geldig te zijn. - Een 'mogelijke' of 'waarschijnlijke' waarneming

=

geen waarneming ! Waarnemingen waarbij de minste

twijfel rijst kunnen nooit geldig zijn. 4.

Hulpmiddelen: het gebruik van geluidsgfragmenten is toegelaten, op voorwaarde dat het fragment niet meer dan 2 maal op dezelfde plaats wordt afgespeeld en dit met een tussenpauze van minimum anderhalve minuut. Ingeval van respons wordt het afspelen onmiddellijk gestaakt.

5.

Deelnemers houden er zich aan om om geen ontoegankelijke, kwetsbare of storingsgevoelige percelen te betreden.

6.

Verstoring dient steeds vermeden te worden.

7.

Teams - Teams 'in actie' mogen uit niet meer dan 4 deelnemers bestaan - De leden van een team dienen steeds samen te blijven binnen een straal van 100 meter rondom de 'stre'

per. - Leden van een team mogen in de loop van de dag hun team vervoegen of verlaten, op voorwaarde dat er steeds een minimumbezetting van 2 leden per team verzekerd is. - Elk team kiest een "gelegenheidsn - naam.( bv : de suskewieten , de toornige tjiftjaffen, enz ... ) 8.

Het aantal individuele deelnemers is onbeperkt, doch de organisatie stuurt aan om waar mogelijk teams te vormen. Deelnemers van 14 jaar of jonger dienen steeds vergezeld te zijn van een meerderjarige.

9.

Puntensysteem - Per geldige waarneming wordt 1 punt toegekend aan het team of de individuele deelnemer. Het team of de deelnemer met het hoogste puntentotaal wint de Big Day. - Ingeval van een gelijk puntentotaal wint het team met de minste deelnemers. - Aan deze wedstrijd zijn geen materiële of financiële prijzen verbonden.

10. Het gebruik van de officiële streeplijst is verplicht en dient naderhand ter verificatie overgemaakt te worden aan de organisatie. 11. Ingeval van twijfel of betwisting is enkel de organiserende instantie - zijnde de NSG Dijleland - bevoegd om te oordelen en uitspraken te doen. 12. De organisatie is niet verantwoordelijk voor gebeurlijke ongevallen of schade berokkend aan derden.

De Boomklever

-

maart 2010

29


.... " :"!

Activiteiten '. . ·>

.

\.

"."\.;�

24 uur natuur Op 22 mei is het de dag van de biodiversiteit en dat

Deelname is gratis, inschrijven is verplicht en kan

willen we niet zomaar laten voorbijgaan! De klok

door een mailtje te sturen naar info@rld.be of te

rond zijn er activiteiten. Er is voor elk wat wils:

bellen

naar

Regionaal

Landschap

Dijleland

016/408558. Om de rust te bewaren in de gebieden is het aantal deelnemers beperkt. Kinderen zijn wel­

VOOR DE VROEGE VOGELS

Verscholen in de kijkhut begluren we de omgeving. Vanaf de uitkijktoren houden we nauwlettend elke beweging in het oog. Zelfs de allerkleinste dieren ontsnappen niet aan de aandacht. Omdat de och­ tend bruist van het leven neemt Natuurstudiegroep Dijleland je mee op een vroege ontdekkingstocht in het Grootbroek te Sint-Agatha-Rode, de plek bij uitstek voor het observeren van vogels. Om 6, 8 en

kom onder begeleiding van de ouders. Na afloop krijgt u een drankje aangeboden. Voorzie steeds stevige schoenen en regenkledij indien nodig. Deze activiteit is in samenwerking met: Deze wandelingen kaderen in de actie 'Tel mee tot 2010' van Natuurpunt vzw. Deze wandelingen kaderen in de biodiversiteits­ campagne 'Je hebt meer buren dan je denkt'

10 uur vertrekt er een groep vanaf de parking van

het Grootbroek op de Leuvensebaan tussen Sint­ Agatha-Rode en Sint-Joris-Weert.

VOOR DE COOLE KIKKERS

Elk voorjaar trekken onze kikkers, padden en sa­ lamanders naar de vijvers en poelen van de Doode Bemde om er voor nieuwe nakomelingen te zorgen. En behalve amfibieën zijn er nog honderden andere waterdiertjes, waterplanten en vogels die van deze poelen afhangen. Samen met de Vrienden van He­ verleebos en Meerdaalwoud kan je ze van naderbij onderzoeken. Wedden dat je versteld zal staan! Om 14, 15 en 16u vertrekt er een groep op de parking in de Reigerstraat in Sint-Joris-Weert. Deze activiteit is zeer geschikt voor kinderen vanaf 10 jaar.

VOOR DE VLIEGENDE VAMPEN

Duik mee in het nachtelijke leven van de vleermuis. Een ervaren gids neemt je mee op een tocht door het donker en vertelt je alles over deze mysterieuze die­ ren. Afspraak om 2lu15 op de parking Speelberg in Sint-Joris-Weert aan de Weertse dreef.

30

De Boomklever

-

maart 2010

---

-

-·-


i'�!�.•j

__ "

��::

'

.

, .�>.Activiteiten fllft,•

zondag 9 mei 20 I 0: Algemene vergadering Libellenvereniging met aansluitende excursie Afspraak: lOhOO in Brasserie Lillebroek, Visserijlaan l, 1910 Kampenhout (zie details op www.odonata.be)

Excursie: 13h00 in het Torfbroek te Berg-Kampen­ hout

zaterdag

22

mei

zaterdag

5

juni

20 I 0:

insectenexcursie met speciale aandacht voor poppen van iepenage in de buurt van de Tersaert zandgroe­ ven Afspraak: 14h aan de verbreding in de Ganze­ manstraat (Neerijse) Leiding: Bart Creemers (bart.creemers@gmail.com)

20 I 0

meerdere activiteiten in kader van Biodiversiteits­ weekend en Dijlelanddag van Regionaal Landschap. ( zie kaderstukje hiernaast)

VOOR WIE TOEVALLIG HET ABONNEMENT 2010 NOG NIET BETAALDE Ondanks het vriendelijk verzoek van onze hoofdredacteur via de Dijleland-lijst, mochten wij helaas tot op heden uw abonnementsbijdrage voor 2010 NIET ON TVANGEN! Nochtans deden wij ons best om vorig jaar maar liefst 23 bijdragen met rijkelijk geïllustreerde en boeiende studie-informatie uit het Dijleland te brengen."! Maar misschien was u toch niet zo tevreden over het geleverde materiaal? Zeg het ons dan want dat is véél efficiënter dan uit onvrede uw abonnement niet te betalen!! Indien u, in tegendeel, wel tevreden bent dan zal u het met mij eens zijn dat er geen reden is om niet meteen het nodige te doen... en even 10,- € (of 15,-€ en> als steunabonnement) over te schrijven op onze rekening: 001-1552168-50 Alvast bedankt voor de moeite. Kris van Scharen Penningmeester

NB: let wel: geen betaling voor 1 juni 2010 =geen Boomklever voor u einde juni 2010!

De Boomklever

-

maart 2010

31


-----·----

.

-

'

--· "

.,_4 "''

:.../-.:.� t',.

Zeearend, Oud-Heverlee-Noord,

22-2-2010, foto Julien Dua

/

Zeearend, Oud-Heverlee-Noord,

21-2-2010, foto Eric Ma/fait

Zeearend, Oud-Heverlee-Noord,

22-2-2010, foto Jan Geens

Zeearend en Geelpootmeeuw, Oud-Heverlee-Noord,

21-2-2010, foto Ingrid Nel

32

De Boom klever - maart 20 10


ee

Zoals wellicht iedereen weet was er van 21 tot 27 februari 2010 een onvolwassen Zeearend Haliaeetus albicilla te bewonderen in de Dijlevallei. De vogel verbleef meestal in en rond Oud-Heverlee-Noord, maar hij deed ook wel 'uitstapjes' tot in de Doode Bemde. Hij (of zij".?) was meestal erg fotogeniek en daar werd volop gebruik van gemaakt ! Op waarnemin­ gen.be staan maar liefst 91 foto's van 26 (!) verschillende fotografen en dat zijn ze wellicht niet allemaal! In de (voorzichtige) veronderstelling dat deze elk gemiddeld 50 foto's maakten zijn er dus zo'n 1300 foto's van deze vogel gemaakt. Ze zijn zeker allemaal de moeite waard maar toch waag ik me aan een top-5 van de gepubliceerde foto's: Eric Malfait maakte een imposante reeks vluchtfoto's; Julien Dua levert een erg fraaie foto van de vogel in zit waarbij alle determinatie-kenmerken goed zichtbaar zijn; van gelijke aard en zelfs nog scherper zijn de foto's van Jan Geens; ook knap is de foto van Ingrid Nel van de vliegende Zeearend samen met een ook al zeldzame (vermoedelijke) Geelpootmeeuw Larus cachinnans. Maar de topper is wel een prachtige foto door Wim Hufkens van de arend met een pas ge­ vangen vis in de klauwen. Hij toont ons de arend in al zijn glorie, in zijn biotoop en met het belangrijkste voedsel voor deze soort. Het is dan ook deze foto die we hier graag afdrukken. Na een laatste korte waarneming op zaterdag 2712 in Korbeek-Dijle van de naar noord vliegend vogel werd een Zeearend nog gemeld in Haasrode en in Heverlee op respect. 1 en 2 maart en dan was hij verdwenen . . .

*

Kris van Scharen Foto: Wim Hufkens uit Geel •Bij het ter perse gaan van deze aflevering blijkt de vogel nog gezien op 13 maart te Oud-Heverlee-Noord en op 18 maart boven Leuven-Centrum

De Boomklever

-

maart 2010

33


Inhoud "

1

ďż˝.

EDITORIAAL Over lepenpages en havikhorsten

I

VOGELS De lepenpage, trots van het Dijleland Il( Jacobs, Bart Creemers, Bruno Bergmans

2

Opmerkelijke libellenwaarnemingen in het dijleland in 2008-2009 -

10

Bart Creemers

De terugkeer van het Blauwgroen trechtertje op de Koeheide Eddy Macquoy 15 Zwarte Ibis Plegadis falcinellus falcinellus in het Vlaams Natuurreservaat "Grootbroek" te Sint-Agatha-Rode. Luc Hendrickx en Pieter Moysons

17

Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving, september - november 2009 Kelle Moreau

21

AANKONDIGINGEN EN ACTIVITEITEN Mededelingen namens het bestuur van de Natuurstudiegroep Dijleland

27

Activiteiten

28

Foto cover, lepenpage, Foto: Jeroen Mentens, www.ranaphoto.net

111


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.