-
1
. "
1
Jaargang
Tijds�hrift van de Natuurstudiegroep Dijleland •
'
38
- juni
20 I 0
S
,
NATUURSTUDIEGROEP
dijtelan
Regionale werkgroep van
atuurpunt Studie vzw
nat LI u r p l Int
De Boomklever
Bestuur •
Driemaandelijks tijdschrift van de
Bart Creemers (voorzitter), Aarschotsesteenweg 420,
Natuurstudiegroep Dijleland. D e
3012 \Xlilsele, 0496-893106 •
Boomklever brengt bijdragen over
Kris Van Scharen (penningmeester), Korbeekstraat 27,
studie en beheer van de biodiver
3061 Leefdaal, 02- 7672638 •
siteit in het Dijleland en verschijnt
Bruno Bergmans, Mgr. Van Waeyenberglaan 54 DIS bus3,
viermaal per jaar (maart, juni, sep
3000 Leuven, 0498-760722 •
tember, december).
Herwig Blockx, Rue du Culot 42, 1320 Tourinnes-la-Grosse, 010-862466
Redactie
•
Frederik Fluyt, Rapengang 24 bus 4, 3000 Leuven, 0479-920172
Hoofdredacteur: Bruno Bergmans
•
Maarten Hens, Dorpsstraat 48, 3078 Meerbeek, 0473-244752
•
Joris Menten, W. De Croylaan 49/21, 3001 Heverlee, 0495-275393
•
Kelle Moreau, Korenbloemlaan 5, 3052 Blanden, 0486-125877
leden: Herwig Blockx, Bart Cree mers, Frederik Fluyt, Maarten Hens, Kelle Moreau en Kris van Scharen
•
Hans Roosen, Abstraat 101, 3090 Overijse, 02-6879518
•
André Verboven, Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184
Redactie-adres
Artikels, foto's en korte bijdragen worden verwacht op het redactiese cretariaat, p/a Bruno Bergmans
Werkgroep vogels •
•
e-mail: bruno.bergmans@scarlet.be
Archivering en rapportering waarnemingen: Kelle Moreau (kelle. moreau@gmail.com)
Het copyright van de teksten, il
Watervogeltellingen, Luc Hendrickx( luchendrickx2003@yahoo.
lustraties en foto's blijft bij de res pectievelijke auteurs, tekenaars en
com) •
Broedvogelprojecten, akkervogels: Maarten Hens (maartenhens@ yahoo.co.uk)
•
fotografen. Overname is mogelijk mits hun uitdrukkelijke toelating en bronvermelding
Trektellingen: Frederik Fluyt (frederik.fluyt@gmail.com)
Abonnement
Geïnteresseerden kunnen Werkgroep zoogdieren
De Boomklever ontvangen door
Archivering waarnemingen: Kelle Moreau
overschrijving van 10 € op reke
(kelle.moreau@gmail.com)
ningnummer 001-1552168-50 van
•
V leermuizen: Hans Roosen (roosenhans@yahoo.com)
de Natuurstudiegroep Dijleland,
•
Hamster: Maarten Hens (maartenhens@yahoo.co.uk)
•
met opgave van naam en adres. Een steunabonnement kost 15 € of meer. Natuurpunt vzw
Werkgroep ongewervelden •
Natuurpunt is de grootste vereni
Archivering en rapportering waarnemingen: Bart Creemers
ging voor natuur en landschap in
(bart.creemers@gmail.com)
Vlaanderen. Ze telt 87.000 leden en beheert 17.000 hectare natuurge bied. Lid worden van Natuurpunt vzw kan door storting van 24 € op
Werkgroep planten •
1
J 1
1
1
rekeningnummer 230-0044233-21.
Themaverantwoordelijke: Joris Menten (pjoris@advalvas.be)
www.natuurpunt.be
Website: www.n atu u rstudie groepdijleland.be
Opmaak & druk: www.Koloriet.info Oplage: 200 ex.
Rondzendlijst Dijleland: Stuur een blanco e-mail naar:
dijlevallei-subscribe@yahoogroups.com
v.u.:
B. Creemers, Aarschotsesteenweg 420
- 3012 Wilsele
•
•
�
_.- f.:
Edito::: T.A. "i /
Nagenieten van een ''grote dag'' Naast de onophoudelijke stroom aan leuke vogeltjes die gans de maand mei langs de kijktoren in Sint-Agatha-Rode paradeerde, was de Big Day ongetwijfeld één van de ornithologische hoogte punten van het afgelopen voorjaar. Er zullen nog lang vele verhalen verteld worden over deze memorable editie. Sommige deelnemers moesten hun nuchterheid bewijzen door te "blazen'; anderen reden bijna vast diep in de Leuvense bossen,... Bovenal vond ik het een bijzonder interessante oefening: hoeveel verschillende soorten kun je in onze streek op 24u te zien krijgen? Je zou ervan verbaasd staan hoeveel soorten plots onvindbaar blijken te zijn: zo vond geen enkel team ook maar één Zomer- of Wintertaling. Ook de Groene specht was ons keer op keer te slim af. Het was vroeg opstaan, maar die Nachtegaal die uit volle borst de nachtelijke stilte doorbrak -en dat nog wel op het grondgebied van Leuven- was voor mij een heerlijke première in het Dijleland. Er zouden er nog verschillende volgen". Al voor 6u bleek het snel licht te worden en werd het vogelkoor van het Wijgmaalbroek wakker. Twee zingende Wielewalen op de Rotselaarse oever van de Dijle zorgden voor een tropische toets. Maar het Wijgmaalbroek had nog een leukere verrassing voor ons in petto: een Steenuiltje deed zich op een Knotwilg te goed aan de eerste warme zonnestralen. De sfeer zat er meteen goed in. Op naar de volgende ontdekking! En dat was er één van formaat: de Zuurbeekvallei in Erps-Kwerps heeft iets van het Dorenveld in het klein, maar dan met een mooie beek erdoor met rietkragen, boomgaarden en weilanden er rond. De akkervogels tekenden hier present -met als mooiste een Paapje-, maar ook een koppeltje Roodborsttapuit was van de partij en een Blauwborst begon even op een weipaaltje te zingen. Het was prachtig wandelen in Meerdaalwoud, waar één voor één de bossoorten zich lieten op merken. Erg leuk waren twee Appelvinken met blauwe broedsnavels die vanop de Dikke eikdreef voor ons opvlogen. En dan maakten we plots een sprong in de rangschikking. Welk gebied kon hier anders voor zor gen dan Sint-Agatha-Rode? Enkele vroege steltlopers hadden al hun biezen gepakt, maar het hele pallet aan rietzangertjes -inclusief dé Rietzanger- zat volop te zingen en ook het Bokje liet zich mooi bewonderen. Op het plateau bleek het dan weer niet zo'n goede trekdag te zijn, maar niet getreurd: bij ons twee de bezoek aan Sint-Agatha-Rode kwam de Purperreiger nog een ererondje voor de toren vliegen. De nacht viel en daarmee begonnen de uilen te roepen: bedelende jonge Ransuilen, Bosuilen en ook de Kerkuil. Deze laatste zorgde voor het mooiste groepsmoment van de dag. Wij hadden postgevat aan één van de mooiste kerken van de regio voor deze soort. Plots kwamen ook Ingrid Nel en Wouter Desmet de parking opgereden. We stonden daar nog maar even, of de Kerkuil zond één ijzige schreeuw de nacht in. En wat bleek toen: Kelle Moreau en Jochen Kempeneers hadden aan de andere kant van dezelfde kerk postgevat. Dit was de enige soort die we met de drie teams samen op hetzelfde moment hoorden. Leuk toch?! Het is dus mogelijk om zonder gebruik van tape 97 soorten (inclusief al onze 4 uilen!) te zien en/ of te horen op 1 dag in het Dijleland. Op naar de 100! Bruno Bergmans Hoofdredacteur De Boomklever
De Boomklever
•
-
juni
2010
33
. ·.
1
n2004 en2005 is een 60 m breed ecoduct -genaamd 'De Warande'- gebouwd over de Naamsesteenweg in het Meerdaalwoud. Dit was het eerste ecoduct in V laanderen.
Het jaar daarop (T 1 )-in2006- is het gebruik van het ecoduct door fauna uitvoerig opge volgd (gemonitord) via diverse methodieken. Twee jaar later, in 2008, dus drie jaar na aanleg van het ecoduct (TJ), vond een tweede intensieve monitoring plaats , grotendeels volgende dezelfde methodiek. Voorliggend artikel geeft een overzicht en een vergelijking van de resultaten van beide onderzoeksjaren.
Inleiding
beide deelgebieden weer verbonden zijn voor dieren. Al enkele dagen na de voltooiing vond boswachter
Het Meerdaalwoud ten zuiden van Leuven (Vlaams Brabant) wordt door de Naamsesteenweg (N25) op gesplitst in een oostelijk deel (Mollendaalbos) en een westelijk deel (Meerdaalbos). Op 1 oktober 2004 is men aangevat met de bouw van het 60 m brede eco
Chris Van denbempt de eerste sporen van Vos en Ree op het ecoduct... In het voorjaar van 2006 startte het project "Monito ring ecoduct De Warande'; dat door het ecologisch adviesbureau AEOLUS
(thans Arcadis Belgium)
is uitgevoerd in opdracht van de Vlaamse Over
duct 'De Warande' over de Naamsesteenweg (op het
heid, Afdeling Milieu-integratie en -subsidiëringen,
grondgebied van Bierbeek). Ongeveer een jaar later
dienst NTMB (Natuurtechnische Milieubouw), on
(oktober 2005) was het klaar. Het ecoduct zorgt er,
der leiding van Katja Claus en Luc Janssens.
in combinatie met een raster langs de N25, voor dat
In januari 2007 is het onderzoeksrapport van het
34
De Boomklever
1un1 2010
eerste monitoringjaar (Tl, 2006) opgeleverd (Lam
fungeren (zie Figuur 1). Ruiters zijn de enige re
brechts
creanten die toegelaten zijn op het ecoduct (op het
et
al., 2007), recent verscheen het rapport
van het tweede onderzoeksjaar (Lambrechts
et
al.,
ruiterpad).
2010). Voorliggend artikel geeft een synthese van
3. Bij de afwerking van het ecoduct is enkel gebied
de voornaamste bevindingen, voor meer informatie
seigen materiaal gebruikt. Er is dus geen grond
wordt verwezen naar de rapporten.
aangevoerd, die zou kunnen 'besmet' zijn met vreemde
Situering en beschrijving ecoduct Het ecoduct 'De Warande' bevindt zich op het grondgebied van Bierbeek, vlakbij de grens met Oud-Heverlee. Het situeert zich tussen het bosre servaat Pruikenmakers (oost) en het bosreservaat De Heide (west). Ten noorden van het ecoduct ligt de Walendreef en ten zuiden de Krommedreef.
plantenzaden
of eitjes
van
gebieds
vreemde ongewervelden. De afwerking is met zavelig materiaal uitgevoerd, opdat er een eerder schrale begroeiing zou ontstaan in plaats van een zeer ruige vegetatie. 4. De Naamsesteenweg in het Meerdaalwoud is vol ledig onverlicht, wat voor onder meer vleermui zen zeer belangrijk is en zo dient te blijven. Het feit dat er geen netstroom aanwezig is en dus be schikbaar was voor het video-onderzoek, had wel grote beperkingen. De voor de veiligheid van au
Ten noordwesten van het ecoduct is er een bestand
tomobilisten en fietsers noodzakelijke tunnelver
met vrij jonge beuken, waar een kruid- en struiklaag
lichting onder het ecoduct bestaat uit een discrete
nagenoeg volledig ontbreken. Hetzelfde geldt voor
LED-verlichting waarvan de stroomvoorziening
het bestand met oude Douglassparren net ten wes
wordt gegenereerd door zonnepanelen.
ten van het ecoduct. In het bestand Corsicaanse den
5. Aan het einde van het eerste jaar van monito
ten zuidwesten van het ecoduct dringt veel meer
ring is voorgesteld om in de 'open grasvlakte' op
licht door tot de bodem en is de kruidlaag goed ont
het ecoduct meer dekking te creëren door enkele
wikkeld (dominantie Adelaarsvaren; dit biedt veel
bomen te vellen. De beheerder (Agentschap voor
dekking).
Natuur en Bos) heeft kort daarop 3 beuken uit de bosrand omgetrokken, zodat ze nog met hun wor
Ten oosten van het ecoduct worden de eerste tien
tels in de grond zitten. Op die manier gaan ze niet
tallen meters van het bos gedomineerd door Beuk,
meteen dood en bieden ze dus beter dekking via
zonder veel ondergroei. Daarop volgt oud Eiken
hun kronen. De bomen zijn desondanks toch snel
haagbeukenbos met vooral veel oude Zomereiken
afgestorven en dit ten gevolge van schorsbrand.
en Bosanemoon in de kruidlaag. Dit sluit aan op een
6. Aan beide zijden van het ecoduct is een geluidswal
vochtige zone (bovenloop Warandebeek).
aangelegd die de effecten van geluids- en lichtver storing van de N25 mildert.
Op de details van de bouw van het ecoduct gaan we niet in, maar we vermelden enkele elementen die van belang zijn voor het functioneren ervan en voor de
Methodiek
monitoring: Budgettaire restricties impliceerden dat een conti 1. Zeer positief voor de werking van het ecoduct is
nue monitoring van het hele ecoduct geen optie was.
dat bij de aanleg zoveel mogelijk bomen zijn ge
Daarom is geopteerd voor steekproeven.
spaard. De werfzone is zo beperkt mogelijk gehou
Per onderzoeksjaar zijn 15 intensieve monitoring
den. Het voornaamste effect is dat de afstand van
periodes van ruim anderhalf etmaal voorzien, met
bosrand tot bosrand 'maar' 41 m is. Wellicht erg
een gemiddeld interval van drie weken. Deze starten
belangrijk voor bosbewonende soorten !
steeds in de vooravond en eindigen twee dagen later
2. De wortelkluiten van de gekapte bomen zijn ge
in de voormiddag. De eerste namiddag / avond zijn
bruikt om op het ecoduct een afscheiding (de
telkens alle methodieken geactiveerd, de 2 ochten
zogenaamde 'stobbenwal') te maken tussen het
den nadien vonden de controles plaats.
ruiterpad en het 'faunadeel' van het ecoduct, waar
Om alle relevante soorten en soortgroepen te be
ze dus als geleider voor faunabewegingen kunnen
strijken, is een breed gamma aan elders beproefde
De Boomklever
-
iuni 2010
35
methodieken toegepast. De eerdere ervaringen van
Hierbij dient opgemerkt dat de zogenaamde 'slan
Aeolus tijdens de evaluatie van het gebruik van de
genplaten' een nieuw gebruikte methodiek was in
ecotunnel onder de E314 (Verlinde et al., 2003) be
2008 (dus niet toegepast in 2006). Het betreffen don
paalden mee de gemaakte keuzes.
kergroene, golvende platen van ca. een halve meter bij een halve meter (cfr. Donker 2001). Er zijn er 16
Tabel 1 geeft een overzicht van de gebruikte metho
uitgelegd, in 4 raaien, verspreid over het ecoduct.
des en de doelgroepen. Figuur 1 toont waar deze op
Het gebruik van de Moultrie-fotovallen viel buiten de opzet van deze studie, maar is uitgevoerd als test
gesteld stonden.
van de werking van deze methode die in Nederland Tabel 1: overzicht monitoringstechnieken en doel
al zeer boeiende resultaten opleverde (ontdekking
groepen per techniek
Wilde kat cfr. Mulder 2007).
Methodiek
Doelgroepen
Zandbed (over volledige
Vooral grotere zoogdieren
breedte ecoduct)
Resultaten
lnktplaten in houten bak-
Amfibieën, kleine zoog-
ken (4)
dieren
'Slangenplaten' (16, in 4
Reptielen, amfibieën,
'raaien')
kleine zoogdieren
De vegetatie op het ecoduct was in 2008 uiteraard
Bodemvallen (8)
Ongewervelden
aanzienlijk geëvolueerd ten opzichte van 2006, het
'Fotovallen' (Moultrie) (2)
Vooral grotere zoogdieren
eerste jaar na aanleg.
Video (1)
Vooral grotere zoogdieren
Het grootste deel van het ecoduct is het 'faunadeel;
Datalogger (1)
Vooral grotere zoogdieren
tussen stobbenwal en zuidelijk raster. Dit was in 2006
en recreanten
nog zeer uniform, een eenvormige grasvegetatie met
Bat-detector
V leermuizen
plaatselijk dominantie van Pitrus en Biezenknoppen
Monitoringsroute (be-
Dagvlinders, libellen,
staande uit 3 transecten)
sprinkhanen, ...
1. Vegetatiesuccessie zorgt voor meer dekking
en slechts enkele andere kruiden. Anno 2008 is het noordelijk deel van het 'faunadeel' begroeid met een ruige (niet gemaaide) grasvege tatie, aan weerszijden van 2 liggende, afgestorven Beuken. Pitrus en Biezenknoppen zijn nog steeds abundant en plaatselijk dominant. Er zijn wat meer kruiden aanwezig, met als meest opvallende soort Rolklaver en voorts onder andere Gewone brunel, Witte klaver en Kleine klaver. Het zuidelijk deel van het 'faunadeel' is plaatselijk erg schraal begroeid. Er zijn vele tientallen jonge plantjes Struikheide aanwezig! Daarnaast wijzen ook soorten als Pilzegge, Mannetjesereprijs en (Gewone
/ Veelbloemige) veldbies op een (hei)schraal karak ter. Plaatselijk is de vegetatie wel hoog en ruiger, met do minantie van Pitrus en Biezenknoppen. Er zijn tal van kruiden verschenen, met als meest op vallende bloeier Rolklaver. Opmerkelijk zijn de minstens 5 bloeiende Grote ratelaars (op 11 juni 2008). Het is bekend dat deze
soort zich makkelijk verspreidt van het ene naar an dere 'natuurterrein' via maaibalken. De vegetatie op het faunadeel van het ecoduct evo
Sfeerfoto van het ecoduct op 25 november 2008, genomen vanuit het noordwesten. Foto forg Lambrechts.
36
De Boomklever
JUnr 2010
lueert dus zoals gepland in 2006: de noordelijke helft verruigt en biedt veel dekking, de zuidelijke helft
blijft voor een deel schraal zodat de fauna die daar
cum hirsutum) is in V laanderen een zeer zeldzame
aan gebonden is, alle kansen krijgt om het ecoduct
soort en vrijwel beperkt tot de leemstreek. De soort
te gebruiken.
staat op de overgang van lichtrijke naar bescha duwde plaatsen, zoals op open plekken in bossen of
Op de stobbenwal kiemden in
2006 tal van soorten
die kenmerkend zijn voor (open plekken in) oude bossen: Ruige en Veelbloemige veldbies, Bleke zeg ge, Liggend hertshooi, Bosanemoon. Het zijn soor ten die lange tijd aanwezig blijven in de zaadbank en wellicht zijn zaden die aan de wortelkluiten hingen tot kieming gekomen. De stobbenwal is anno
2008 begroeid met een ruige
en forse vegetatie, met dominantie van Brandnetel , Pitrus en Framboos. Dit biedt een goede afscher ming van het ruiterpad naar het 'faunadeel'! Nochtans zijn er daarnaast nog tal van bijzondere plantensoorten aangetroffen, zoals Ruige veldbies,
in grasland langs bos (Ronse in Van Landuyt
2006). De verspreidingsatlas van de planten in het Dijleland (Stuckens & Vercoutere, 2002) geeft slechts 7 kilometerhokken (waarin de soort gevonden is) op voor het hele Dijleland. Hiervan situeert zich slechts 1 hok ten oosten van de Dijle, met name in Meer daalwoud, net ten noorden van het hok waarin wij de soort aantroffen. Op het ecoduct staan 3 forse exemplaren Ruig herts hooi, verspreid over de stobbenwal (aan zandbed, in oostelijke bosrand en midden tussen beide).
Boswederik, Fraai hertshooi en zelfs Ruig hertshooi.
2. Vleermuizen
De drie laatstgenoemde waren nieuw ten opzichte
2.1 Inleiding:
van
et al.,
2006.
Vleermuizen kunnen toch vliegen
".
?
Fraai hertshooi komt her en der verspreid over de
V leermuizen zijn een diergroep waarvan men als
(Hyperi-
leek geneigd is te denken dat ze -als goede vliegers-
volledige stobbenwal voor. Ruig hertshooi
'
"' 0 .D "O c
�
"' CJ CD
.
j
.
-
� <:
_,,/
-g ,,/'' e/
,..-- -----------· -- ------•
8•
w
•
�
Figuur 1: opstelling onderzoeksmethodieken op ecoduct 'de Warande' in 2008
De Booml<lever
-
JUni 2010
37
'-·
-'!-' ' .....: Ecoduct '•
L
Zicht op het ruiterpad, waarop ook een strook zand wordt gladgestreken dat dient als 'zandbed' om sporen op te volgen. De weelderig begroeide stob benwa l scheidt het ruiterpad van het
Een Ree die het ecoduct oversteekt van west naar oost
'faunadeel' van het ecoduct. Foto op
op 29 juni 2008
17 juli 2008 vanuit het westen.
door een zogenaamde 'Moultrie fotoval'.
Foto forg Lambrechts
Foto Sven Verkem.
('s morgens om
06u42), is 'geflitst'
geen 'begeleidende maatregelen' nodig hebben om
meen een zeer belangrijke doelgroep voor ontsnip
een (snel)weg te dwarsen.
pering zijn. In een recent opgeleverde ontsnippe
Dat is een misvatting. Enerzijds is het zo dat veel
ringsstudie voor de RO door Zoniënwoud (lees: een
vleermuizen (de meeste soorten van het geslacht
brede, verlichte snelweg door een voor vleermuizen
Myotis) lichtschuw zijn. Een autosnelweg is (zonder
zeer belangrijk leefgebied!), zijn vleermuizen als be
ontsnipperingsmaatregelen) voor deze soorten een
langrijke doelgroep weerhouden (Vanderheyden
et
absolute barrière op het moment dat die verlicht is.
al., 2009).
Drie van de talrijkste vleermuizensoorten, met name
Voor de smallere en niet-verlichte Naamsesteenweg
Gewone dwergvleermuis, Rosse vleermuis en Laat
in Meerdaalwoud is de situatie uiteraard anders".
vlieger, zijn niet lichtschuw en jagen net frequent bij
tie of wegens gebrek aan oriëntatiestructuren. Heel
Vleermuizen gebruiken het ecoduct 'de Warande' vooral als jachtgebied Ondanks de beperkte steekproef (2 avonden, zowel in 2006 als in 2008) en de beperkingen van de toe gepaste methodiek werden 5 soorten en 2 soorten
wat soorten hebben immers een beperkt sonarbereik
groepen aangetroffen op het ecoduct.
verlichting op de door licht aangetrokken insecten. Vandaar het wijdverspreide misverstand. Anderzijds wagen veel soorten vleermuizen zich zel den in open terrein, omwille van gevaar voor preda
en steken geen open terreinen van breder dan
20 m
over, zonder dat er een begeleidend element is (hout kant, boomtoppen, ...). Uit literatuurgegevens blijkt dat wanneer
Myotis
-
soorten toch noodgedwongen een weg oversteken, ze dit zeer laag (minder dan
50 cm) boven het weg
dek doen, met mogelijke verkeersslachtoffers tot gevolg. Recent onderzoek uit Frankrijk (voor refe renties zie Vanderheyden
et al. 2009) toont aan dat
verkeersmortaliteit een belangrijke impact kan heb ben op vleermuispopulaties. We kunnen stellen dat vleermuizen over het alge-
38
De Boomklever
Juni 2010
2.2
Tabel 2: waargenomen vleermuizen op het ecoduct De Warande in 2006 en 2008 Soort
2006
2008
Franjestaart
x
x
Gewone / Grijze grootoorvleermuis
x
x
Gewone dwerg vleermuis
x
x
Rosse vleermuis
x
x
Laatvlie ger
x
Bosvleermuis
x
Myotis sp.
x
De onverlichte en niet al te brede Naamsesteenweg is voor de meeste vleermuizen geen barrière, dit in tegenstelling tot een verlichte snelweg. De meeste dieren gebruiken de bosrand en het ecoduct dan ook eerder als foerageergebied.
3.
Overige zoogdieren
Het zandbed, de meest eenvoudige manier om de passage van grotere zoogdieren op een ecoduct op te volgen (gegeven het feit dat men niet over netstroom beschikt en dus geen performant video-systeem kan opstellen), toonde aan dat het Ree zowel in 2008 als in 2006 de soort is waarvan de hoogste aantallen sporen geregistreerd zijn. Tegelijkertijd bleek de Vos in 2008 de meest vaste gast te zijn, de soort die op het meest aantal 'monitoringsdagen' is vastgesteld, met name op 19 van de 30 ochtenden dat er sporen Zicht op het zandbed vanuit het noorden, van op de
onderzoek is uitgevoerd. Er is zelfs een duidelijke
stobbenwal. 22 oktober 2008. Foto forg Lambrechts
wissel ('vast pad') van Vos aanwezig.
Tabel 3: aantallen waargenomen sporen van 4 (grotere) zoogdieren op het zandbed en ruiterpad in 2008, tijdens en buiten de 15 intensieve meetperiodes (JM) Soort
Sporen op Ruiterpad tijdens IM
Sporen op Zandbed tij<lens IM
Sporen: Totaal tijdens
Sporen Ruiterpad buiten IM
Sporen Zandbed buiten IM
Sporen: totaal buiten IM
1
1
IM
Everzwijn Ree
4
74
78
15
126
141
Vos
9
47
56
3
20
23
Steenmarter
5
17
22
6
10
16
Prent van Steenmarter op een natte
Prenten van Vos op het zandbed op 13 Prent van Everzwijn op het zandbed op
plek op het ruiterpad op 5 augustus
oktober 2008. Vos is de meest trouwe
8 september 2008. Deze soort passeerde
2008. Afdruk van de vijf teenkussens
passant op het ecoduct: sporen ervan
zowel in het voor- als in het najaar van
zichtbaar, evenals duidelijke nagelaf
zijn op 19 van de 30 ochtenden van het 2006 geregeld op het ecoduct, terwijl dit
drukken. Typisch voor marters is de
gestandaardiseerde onderzoek geno-
de enige waarneming van 2008 betrof
hoefijzervorm van de afdruk van het
teerd.
Foto forg Lambrechts.
middenvoetkussen. Het sporenonder
Foto forg Lambrechts.
zoek in 2008 wees op frequente aanwe zigheid van de Steenmarter. Foto forg Lambrechts.
De Boomklever
-
iuni
2010
39
����
�"' '.'Cl· .
·�
Ecoduct .-:r,;
2006 slechts enkele keren is genoteerd, was deze in 2008 constant aanwezig. Terwijl Steenmarter in
ontsnipperingsmaatregelen (zoals de aanleg van een ecoduct) een grote rol kunnen spelen.
Hoewel Boommarter in heel wat gevallen niet kon uitgesloten worden op basis van de prenten (zie Van Diepenbeek,
1999), gaan we er op basis van zicht
De 'slangenplaten' toonden aan dat de Hazelworm op het ecoduct 'De Warande' anno
2008 frequent
waarnemingen van de boswachters vanuit dat het
voorkomt. Bij elke controle van de slangenplaten
Steenmarter betrof. Ze stellen namelijk vast dat
tussen 16 mei (eerste intensieve meetperiode) en
Steenmarter sterk toegenomen is in Meerdaalwoud.
september
Voorts bleek dat zowel Vos, Ree als Steenmarter in
8 (8sie intensieve meetperiode) zijn 1 tot 5 Hazelwormen aangetroffen! In totaal gaat het om 39
2008 (veel) frequenter over het ruiterpad passeerden dan in 2006. Het Everzwijn is in 2008 slechts éénmaal vastgesteld terwijl er zich in 2006 zowel in voor- als najaar een
Figuur 2 Aantal waargenomen Hazelwormen versus
dier ophield.
aantal controles van de slangenplaten per maand in
Ook de Egel is zowel in
2006 als in 2008 genoteerd,
zowel op het zandbed als via de inktplaten. De passage van Eekhoorn is enkel via toevallige waarnemingen bevestigd: in
2006 stak een dier via
2008 snelde een exemplaar
de stobbenwal over, in
via het ruiterpad van west naar oost.
waarnemingen van minstens een 15 tal verschillende individuen.
2008
(T3).
16 14 12 10
Het controleren van de slangenplaten leverde veel waarnemingen op van woelmuizen (vooral Rosse woelmuis) en van spitsmuizen (Bosspitsmuis en/of Dwergspitsmuis) terwijl Bosmuizen hier opvallende afwezigen waren.
8 6 4 2
4. Herpetofauna:
Hazelworm opvallend talrijk in 2008
0
�
'bq
Amfibieën en reptielen (herpetofauna) zijn zeer
�
�
�
"..:;
:§'
�
�.., e� '!!'... '!!'... �'!!'... '!!'... 'b� ...� e � '\b<:-.;:, ,._ .:: o .... o� c.,e
'"'v"
v"' "'
",..
Hazelwormen
gevoelig voor versnippering van hun leefgebieden
-+- #
door wegen. Het is vooral voor deze diergroepen dat
- # controles slangenplaten
<'
b "'
Een Hazelworm op 4 augustus 2008 onder een slangenplaat op het ecoduct Warande. Foto forg Lambrechts.
40
De Boomklever
-
Juni
201 O
s·.· �·
-:·��: �"
'"
Ecoduct
Bij het controleren van de slangenplaten is 6 keer een
Een Ree die het zandbed oversteekt van west naar oost op
woelmuis waargenomen en 6 keer een spitsmuis. De
12 september 2008
dieren maakten zich meestal razendsnel uit de voeten,
is het hoogste aantal sporen gevonden op het zandbed.
maar deze Rosse woelmuis kon nog net op foto vastgelegd
Foto (met 'Moultrie fotoval') door Sven Verkem.
('s
nachts om 00u08). Van deze soort
worden. 16 juli 2008. Foto forg Lambrechts.
Uit Figuur 2 blijkt dat de aantallen Hazelworm piek
koloniseren. De directe omgeving is dan ook niet ge
ten in juli en augustus 2008.
schikt (dicht bos). Opmerkelijk is dat ook op het ecoduct KIKBEEI in
De Hazelworm was in 2006 niet vastgesteld op het
Maasmechelen, dat wél via heidecorridors in verbin
ecoduct, maar toen maakten we nog geen gebruik
ding staat met omliggende heidegebieden, de soort
van slangenplaten. Merk op dat in 2008 geen enkele
nog niet is aangetroffen na 2 jaar monitoring (2007
Hazelworm via losse zichtwaarnemingen is vastge
en 2009), terwijl een kritische soort als Gladde slang
steld (dus enkel via slangenplaten), ondanks de vele
er wél al centraal op het ecoduct is gevonden (Lam
uren onderzoek op het ecoduct!
brechts et al., 2008 & 2010 in voorbereiding).
Dit toont aan dat slangenplaten een zeer efficiënte methode zijn om Hazelwormen te monitoren en dat
Qua amfibieën waren de resultaten minder specta
men de soort makkelijk over het hoofd ziet zonder
culair. De Bruine kikker en Gewone pad zijn welis
deze methode toe te passen.
waar geregeld aangetroffen op het ecoduct, maar de
Mannetjes en vrouwtjes Hazelworm kunnen van elkaar onderscheiden worden door het kleurenpa troon: vrouwtjes hebben meestal een donkere leng testreep midden over de rug, zeer donkere flanken en buik en vaak een scherpe kleurgrens tussen rug en buik. Mannetjes zijn uniformer van kleur (Stumpel
2006). Er zijn in 2008 zowel adulte mannetjes, adulte wijf
& Strijbosch,
meer kritische soorten als Vuursalamander of Vin pootsalamander gaven verstek. Deze komen noch tans voor in de nabijgelegen vallei van de Warande. Merk op dat ons intensieve onderzoek te laat in het jaar op gang komt (half mei) voor deze soorten (piekactiviteit maart-april) waarvan het vaststellen van hun aanwezigheid sowieso een toevalstreffer is.
Sprinkhanen
jes, subadulte als juveniele hazelwormen aangetrof
5.
fen op het ecoduct.
We namen via losse waarnemingen en langs de mo nitoringsroutes 10 sprinkhaansoorten waar op het
De Levendbarende hagedis is NIET waargenomen
ecoduct (cumulatieve gegevens 2006 en 2008).
bij de monitoring van het ecoduct Warande in 2008,
deeld over de families zijn dit:
noch in 2006. Ons meest algemene inheemse rep
•
er
Sabelsprinkhanen (Langsprieten): Bramensprink
tiel slaagt er blijkbaar niet in om het ecoduct, dat als
haan,
een geschikt leefgebiedje kan beschouwd worden, te
sprinkhaan en Zuidelijk spitskopje;
Struiksprinkhaan,
Grote
De Boomklever
groene
-
1un1 2010
sabel
41
:i::ii=
" -::-. � ., ·,,, ."
;Ecoduct ·-"...
•
Krekels (Langsprieten): geen;
•
Doornsprinkhanen
•
woud is de soort talrijk op open plekken in het mi Gewoon
(Kortsprieten):
litair domein. Daar is een kalkminnende flora aan
doorntje en Zeggendoorntje;
wezig dankzij grond die van uit Wallonië zou zijn
Veldsprinkhanen (Kortsprieten): Rosse sprink
aangevoerd (uit de Famenne). Mogelijk zijn er met
haan, Krasser, Bruine sprinkhaan en Ratelaar.
de grond eieren of (jonge of volwassen) sprinkhanen
Uit Meerdaalwoud waren voor aanleg van het eco duct
2 brachyptere (kort gevleugelde) sprinkhaan
meegevoerd. In 2005 tenslotte is een flinke populatie Rosse sprinkhaan gevonden in een wegberm in Ha len (Lambrechts,
2006).
Struik
De Rosse sprinkhaan is geen typisch zuidelijke soort
sprinkhaan. Dat zijn soorten die gevoelig zijn voor
in uitbreiding. Ze komt in grote delen van Europa
soorten
bekend:
Bramensprinkhaan
en
versnippering en waarvoor het ecoduct een rol zou
algemeen voor in ruigere vegetaties op verstoorde en
2006 fre
meer natuurlijke terreinen. Ze bewoont grote delen
quent waargenomen, dus wat betreft deze diergroep
van Zweden en Noorwegen en uit Duitsland wordt
kan het ecoduct als werkzaam beschouwd worden.
gemeld dat ze koude periodes kunnen overleven
kunnen spelen. Beide soorten zijn reeds in
(Pholidopteragriseoaptera) is
onder afgevallen bladeren en op die manier tot half
zeer algemeen in V laanderen, vooral op zwaardere
december als adult kunnen gevonden worden (Kleu
bodemtypes. In Meerdaalwoud komt ze op open plekken voor en in bosranden. Ze verkiest dichte
et al., 1997). Op 9 september zijn 2 zangposten Rosse sprinkhaan
(gras)vegetaties, vooral braamstruwelen. Op het
vastgesteld aan de zuidzijde van de stobbenwal op
De Bramensprinkhaan
kers
ecoduct zijn vanaf eind mei 2006 al juvenielen waar
het ecoduct De Warande. Eén dier kon gefotogra
genomen en de typische roep van de adulte dieren
feerd worden.
was in de zomer van
2006 en 2008 volop hoorbaar
in de stobbenwal.
Dit betekent dus een nieuwe vindplaats op een aan zienlijke afstand
(1700 m in vogelvlucht) van het
(Leptophyes punctatissima) is
militair domein. Het wijst op een zekere mobiliteit
een lastig waarneembare soort omdat de adulten
van deze soort, vooral gezien het feit dat de bermen
geen voor de mens hoorbaar geluid maken. Er zijn
van de Naamsesteenweg weinig geschikt zijn voor
dan ook gerichte sleepvangsten nodig om de soort
deze soort. Wel is bekend dat ze vaak op kapvlakten
te inventariseren, zoniet berusten de waarnemingen
voorkomt.
De Struiksprinkhaan
op toeval. Op 3 mei 2006 al zijn piepkleine juvenielen van deze soort gevonden ! Op
5 juli 2006 zijn niet minder dan
In
2008 is door Vercruysse
& De Rycke
(2008) trou
wens een nog zeldzamere sprinkhaansoort ontdekt
(Barbitistes
4 onvolwassen individuen waargenomen bij het lo
in Meerdaalwoud, de Zaagsprinkhaan
pen van de monitoringsroute. Ze zaten alle 4 in de
serricauda). Deze Midden-Europese soort is in Bel
stobbenwal.
gië vnl. beperkt tot de provincies Namen en Luxem burg. Aan de rand van het Zoniënwoud (in het Brus
De Rosse sprinkhaan
(Gomphocerripus rufus) ver
sels Gewest) is recent een kleine populatie ontdekt,
dient een aparte bespreking. De Rosse sprinkhaan
die vermoedelijk via plantgoed is geïntroduceerd.
was tot voor kort in V laanderen enkel bekend van
Het betreft dus een nieuwe soort voor V laanderen!
de Voerstreek en staat als 'met uitsterven bedreigd'
De zeer fraaie Zaagsprinkhaan blijkt in Meerdaal
et al., 2000). De Voerense
woud talrijk voor te komen rond De Kluis en een
populatie sluit aan bij de enige Nederlandse, in
snelle survey door W.Vercruysse leerde dat ze ver
Zuid-Limburg (grote populatie in spoorwegberm
spreid langs de Weertse dreef voorkomt, ook ten
in de Rode lijst (Decleer
in Schin-op-Geul). Dit zijn voorposten van de po
oosten van de Naamsesteenweg! Onderzoek langs
pulaties in Wallonië. Daar is de soort plaatselijk al
de Naamsesteenweg leverde slechts
gemeen (Viroinvallei, Fagne-Famenne, Lotharingen)
ten zuiden van het ecoduct! (zie kaartje in De Boom
en ze lijkt zich er nog uit te breiden (Decleer
et al.,
2000). In 2002 is de soort op 2 plaatsen in V laams-Brabant
klever; Vercruysse & De Rycke
1 vindplaats op,
2008).
De Zaagsprinkhaan is een kenmerkende soort van bosranden en struwelen. Het is een brachyptere
ontdekt: in Meerdaalwoud (Oud-Heverlee) en aan
(kort gevleugelde) en dus weinig mobiele soort, en
de rand van de Eikelberg in Aarschot. In Meerdaal-
vermoedelijk komt ze dus al langere tijd in het ge-
42
De Boomklever
Juni
2010
bied voor. De reden dat ze niet eerder ontdekt is,
meer verspreid over het ecoduct was. Dit wijst er op
situeert zich in het feit dat de zang niet hoorbaar is
dat het ecoduct als geheel meer geschikt geworden is
voor het menselijke oor. Men kan ze het makkelijkst
voor bossoorten, waardoor deze minder specifiek de
via bat-detector opsporen of via gerichte sleepvangs
stobbenwal verkiezen als beschutting.
ten. Wellicht speelt ook het feit dat ze in een biotoop
De resultaten van het eerste jaar van onderzoek zijn
voorkomt waar minder naar sprinkhanen gezocht
gepubliceerd in het tijdschrift van ARABEL, de Bel
wordt, mee in het onopgemerkt blijven.
gische Arachnologische Vereniging (Lambrechts &
Het is interessant te wijzen op het feit dat de Zaags
Janssen, 2007). In dat tijdschrift zijn recent de resul
prinkhaan naast de Rosse sprinkhaan een tweede
taten gepubliceerd van spinnenonderzoek op 3 lo
soort is met een erg discontinue verspreiding in
caties in Meerdaalwoud (De Bakker et al., 2009) wat
Vlaanderen. Mogelijk zijn beide soorten aangevoerd
ons toeliet onze vangsten te kaderen.
met grond of plantenmateriaal van elders (vb Wal lonië) zoals geopperd voor Rosse sprinkhaan en voor
Er zijn in 2006 en 2008 in totaal 8 soorten loopke
de Brusselse Zaagsprinkhanen.
vers aangetroffen die kort- of ongevleugeld (brac
In 2006 voerden we frequente sleepvangsten uit op
hypteer) zijn en waarvoor het ecoduct dus wellicht
het ecoduct en gebruikten we ook een bat-detector
een belangrijke rol speelt in de ontsnippering van
om sprinkhanen op te sporen. We kunnen er dus van
de Naamsesteenweg. De belangrijkste hiervan is de
uitgaan dat de Zaagsprinkhaan toen niet aanwezig
Lederloopkever (Carabus coriaceus), niet te verwar
was. In 2008 zijn er weinig sleepvangsten uitgevoerd
ren met de Lederboktor (Prionus coriarius). De Le
wegens het vaak vochtige weer tijdens de op voor
derloopkever is de voorbije eeuw sterk afgenomen in
hand vastgelegde monitoringsdagen (een nat sleep
Vlaanderen en deze trend zet zich verder. In de eer
net functioneert niet). Dat is wellicht ook de reden
ste Rode lijst stond ze al in de categorie 'kwetsbaar'
dat de Struiksprinkhaan, de soort die het meest lijkt
(Desender et al. 1995), momenteel wordt ze zelfs als
op Zaagsprinkhaan, niet meer waargenomen is in
'bedreigd' beschouwd (Desender et al. 2008). Dat
2008 op het ecoduct (in de stobbenwal).
betekent dat als de bedreigingen niet stoppen en de
De Zaagsprinkhaan is dus een soort om speciale
trend kan niet gekeerd worden, deze prachtige loop
aandacht aan te besteden bij toekomstig onderzoek !
kever in de categorie 'met uitsterven bedreigd' kan terechtkomen.
6. Bodembewonende ongewervelden
In 2006 waren 5 Lederloopkevers gevangen aan de noordrand van de stobbenwal. In 2008 zijn 7 exem
Er vond in 2006 en in 2008 intensief onderzoek
plaren gevangen met de bodemvallen: 3 aan de
plaats naar enkele groepen ongewervelden met een
noordzijde van de stobbenwal, 3 aan de zuidzijde en
hoge indicatorwaarde, namelijk loopkevers en spin
1 langs de boom op het ecoduct.
nen, en dit via bodemvallen.
Onze bevindingen bevestigen de stelling van Turin
Wat betreft spinnen zijn over de 2 jaren samen niet
(2000) dat de Lederloopkever zich buiten bossen
minder dan 22 Rode-lijstsoorten aangetroffen, zowel
sterk op lijnvormige elementen oriënteert, in casu
graslandsoorten als bossoorten. In 2008 zijn er heel
vooral de stobbenwal, maar ook de liggende boom.
wat nieuwe soorten vastgesteld vergeleken met 2006,
De overige 7 brachyptere loopkeversoorten zijn
waaronder enkele heel bijzondere zoals de Mosslui
Abax parallelus, Abax ovalis, Abax ater, de Tuin
per (Apostenusfuscus). Deze bleken bovendien soms
schallebijter (Carabus nemoralis), de Gekorrelde
in verrassend hoge aantallen aanwezig.
schallebijter
De Gewone bostrechterspin (Coelotes terrestris) en
loopkever ( Carabus violaceus) en de Slakkenloopke
de verwante Leemtrechterspin (Eurocoelotes iner
ver (Cychrus caraboides)
(Carabus
problematicus) de
Paarse
mis) zijn de meest kenmerkende bossoorten, die het
De 2 eerstgenoemde soorten zijn zeldzaam in Vlaan
bos zelden zouden verlaten, tenzij via brede hout
deren, de 5 overige algemeen. Maar allen zijn ze ge
kanten e.d. Beide soorten zijn zowel in 2006 als in
voelig voor versnippering door drukke wegen.
2008 in aanzienlijke aantallen gevonden op het eco
De stobbenwal blijkt voor bosgebonden loopkevers
duct .
-in tegenstelling tot de situatie voor de spinnen
Opmerkelijk is dat enkele bossoorten in 2006 vooral
anno 2008 nog steeds een belangrijke rol te spelen
gevangen zijn langs de stobbenwal terwijl dit in 2008
als oriënterend element.
De Boomklever
-
1un1 2010
43
' <J/;,I
,:�' .. '\-
.
·Ecoduct .�.
Onderzoek naar passage van recreanten Het onderzoek naar het gebruik van het ecoduct door recreanten toonde aan dat vooral ruiters passe ren en in mindere mate mountainbikers, wandelaars en joggers. De enige categorie van recreanten die is toegelaten op het ecoduct zijn ruiters. Het merendeel van de recreanten gebruikt het rui terpad en doet dat linea recta, zonder enige aanwijs bare verstoring van het ecoduct. Een beperkt aantal
Uitgebreid veldonderzoek in 2006 en 2008 leert dat de zonering van de recreatieve routes rondom het ecoduct en de inrichting van het ecoduct zelf naar behoren hebben gefunctioneerd. Het recreatieve medegebruik van het ecoduct is in hoofdzaak be perkt gebleven tot ruiters op de voor hen voorziene ruiterstrook. Vandalisme aan de meetopstelling is uitgebleven, en wandelaars en mountainbikers wa gen zich slechts uitzonderlijk op het ecoduct. Het faunagebruik van het ecoduct lijkt op basis van ons onderzoek geen negatieve invloed te ondervin den van het recreatieve medegebruik.
recreanten is (via sporenonderzoek) vastgesteld op het faunadeel van het ecoduct. Het betreft 1 moun tainbiker en een aantal (wandelaars met) honden. Deze laatste categorie vormt potentieel een bedrei ging voor de werking van het ecoduct.
Dankwoord Veel dank aan Luc Janssens & Katja Claus van de dienst NTMB voor de aangename samenwerking. Katja las een eerdere versie van dit artikel na, waar
Besluiten
voor dank. Boswachter Chris Van denbempt en regiobeheerder
Bij de aanleg van het ecoduct 'De Warande' en bij
Bart Meuleman stonden steeds klaar voor hulp waar
horend wildraster langs de Naamsesteenweg (N25)
nodig. Bedankt!
in Meerdaalwoud stonden drie belangrijke functies
Tot slot ook veel dank aan de overige leden van het
voorop: het creëren van een ecologische verbinding,
onderzoeksteam. Zonder de technische kennis van
recreatief medegebruik en het verhogen van de ver
Rollin Verlinde zouden er geen videobeelden ge
keersveiligheid.
weest zijn. Sven Verkem voerde het vleermuizen
Dat het ecoduct goed functioneert in termen van
onderzoek uit en zorgde voor de opnames met de
gebruik door doelsoorten, mag blijken uit dit ar
Moultrie camera's.
tikel. Een lange reeks doelsoorten is aangetroffen, vaak in aantallen die de (stoutste) verwachtingen
Jorg Lambrechts - jorglambrechts@hotmail.com en
overtroffen. De 3 voornaamste doelsoorten die nog
j.lam brechts@arcadisbelgiurn. be
niet zijn aangetroffen, zijn Levendbarende hagedis, Vinpootsalamander en Vuursalamander. Voor eerst genoemde is de directe omgeving van het ecoduct
Referenties
ongeschikt als leefgebied, voor de 2 andere soorten is het mogelijk dat ze al gepasseerd zijn (maar niet
- Decleer, K" Devriese, H., Hofmans, K., Loek, K.,
opgemerkt).
Barenburg, B. & D. Maes (2000). Voorlopige at
Een belangrijk knelpunt blijft het ontbreken van af
las en 'rode lijst' van de sprinkhanen en krekels
rastering op het Waals deel van het Meerdaalwoud.
van België. Saltabel i.s.m. IN en KBIN, rapport
Wellicht daardoor is al tweemaal een Das veronge lukt nabij het ecoduct, terwijl de soort nog niet is
IN2000/10. - Desender, K., Maes, D., Maelfait, J.-P. & M. Van Kerckvoorde (1995). Een gedocumenteerde Rode
vastgesteld op het ecoduct ...
Lijst van de zandloopkevers en loopkevers van Sinds de aanleg van wildraster en ecoduct zijn in het projectgebied geen ongevallen met Ree meer geregi
V laanderen. Mededelingen van het Instituut voor Natuurbehoud 1995 (1): 1-208.
streerd. Voordien kwamen jaarlijks 20 tot 25 aanrij
- Desender, K. Dekoninck, W., Maes, D., Creve
dingen met Ree in de ongevallenstatistieken, meestal
coeur, L., Dufrêne, M" Jacobs, M., Lambrechts,
met dodelijke afloop voor het Ree, soms ook voor de
]., Pollet, M" Stassen, E. & N. Thys (2008). Een
automobilist.
nieuwe verspreidingsatlas van de loopkevers en
44
De Boomklever - JUnl
201 O
zandloopkevers (Carabidae) in België. Rapporten
Nederlandse fauna III. Naturalis, KNNV en EIS
van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek,
Nederland, Leiden. 666 blz., 16 platen, met cdrom. - Vanderheyden,
2008 (13). Brussel: Belgium. 184 pp.
1., Lambrechts, J. & K. Traen
- De Bakker, D., De Vos, B., De Bruyn, L., Desen
(2009). Voorbereidende studie voor de ecologische
der, K. & J.-P. Maelfait (2009). In Flanders forests:
verbindingen aan de RO en de A4/E41l ter hoogte
final results of a large spider survey. Nwsbr. Belg.
van het Zoniënwoud. ARCADIS i.o.v Agentschap
Arachn. Ver. (2009), 24 (1-3): 167-197.
Wegen en Verkeer (AWV ) V laams-Brabant.
- Donker, A. (2001). Tellen van reptielen met een nieuwe methode. De Levende Natuur 102 (6): 286287.
KNNV veldgids nr. 12. Utrecht. 403 pp. - Van Landuyt, W. , Hoste, 1., Vanhecke, L., Van Den
- Kleukers, R.M J.C., E.J. van Nieukerken, B. Ode, L.P.M.
- Van Diepenbeek, A. (1999). Veldgids diersporen.
Willemse &
W.K.R.E. van
Bremt, P., Vercruysse, W. & D. De Beer (2006). At
Wingerden,
las van de Flora van V laanderen en het Brussels
(1997). De sprinkhanen en krekels van Neder
Gewest. INBO, Nationale P lantentuin van België
land (Orthoptera). Nederlandse fauna 1. Nationaal
& Flower.
Natuurhistorisch Museum, KNNV Uitgeverij &
- Vercruysse, W. & J. De Rycke (2008). Zaagsprink
EIS-Nederland, Leiden. 416 blz., 16 platen.Lam
hanen in het Meerdaalwoud: een nieuwe soort
brechts, J. (2006). Een vierde V laamse populatie
voor V laanderen. De Boomklever 36 (september):
Rosse sprinkhaan
(Gomphocerippus rufus),
in een
wegberm te Halen (Limburg). Natuur.focus 5 (2): 67-68.
105-107. - Verlinde, R" Wuytens, S. & P.T. Hendig (2003). Evaluatie van de ecotunnel Teut-Tenhaagdoorn
- Lambrechts, J. & M. Janssen (2007). Een brug tus
heide: opstellen van een monitoringstechniek en
sen Meerdaalbos en Mollendaalbos, wat betekent
evaluatie gebruik door fauna. Eindverslag. AEO
dat voor de bosbewonende spinnen ? Nwsbr. Belg.
LUS in opdracht van AMINAL afdeling Natuur
Arachn. Ver. 22 (3): 90-101.
(Limburg).
- Lambrechts, J., Verlinde, R., Van der Wijden, B. & J. Gorssen (2007). Monitoring ecoduct Warande over de N25 in Meerdaalwoud (Bierbeek). Verslag van het onderzoek in Tl (2006). Aeolus in op dracht van NTMB. - Lambrechts, J" Verlinde, R., Van der Wijden, B., Gorssen, J" Hendrickx, P. & W. Mewis (2008). Mo nitoring ecoduct KIKBEEK over de E314 in Maas mechelen. Verslag van het onderzoek in Tl (2007). Arcadis Aeolus in opdracht van dienst NT MB. - Lambrechts, J" Verlinde, R" Stassen, E. & S. Ver kem (2010). Monitoring ecoduct 'De Warande' over de N25 in Meerdaalwoud (Bierbeek). Resul taten van het derde jaar na aanleg (T3: 2008). Ar cadis iov Dienst NT MB. 88 pp.
+
6 bijlages.
- Mulder, J. (2007). Met fotovallen op zoek naar de Wilde kat. Zoogdier 18 (1): 3-7. - Stuckens, J. & B. Vercoutere (red.) (2002).Ver spreidingsatlas van de planten in het Dijleland. 1975 - 2002. De Vrienden van Heverleebos en Meerdaalwoud (VHM), Natuurstudiewerkgroep Dijleland en Flower vzw. - Stumpel, T. & H. Strijbosch (2006). Veldgids amfi bieën en reptielen. KNNV, Utrecht. 318 pp. - Turin, H. (2000). De Nederlandse loopkevers, verspreiding en ecologie (Coleoptera, Carabidae).
De Boomklever
-
juni 2010
45
. ,"-....--..
� ··"' Vogels
Een Zeearend Haliaeetus albicilla in de Dijlevallei
V
an 21 februari tot 13 maart verbleef
er voornamelijk in en rond
het
Vlaams Natuurreserrvaat "De Vijvers van Oud-Heverlee" een immature
Zeearend, die naast tientallen kijklustigen ook heel wat media-aandacht trok. Op 18 maart werd hij een laatste maal gezien boven het centrum van Leuven. Toen ik op zondagmorgen 21 februari een telefoontje
mers al van 2003 geleden dat we deze imposante
kreeg van Ingrid dat ze een Zeearend had te Oud
roofvogel nog eens konden waarnemen in de streek
Heverlee Zuid, kwam dit niet echt als een verrassing.
en had de Dijlevallei niet een zekere naam als "hot
Sinds enkele weken zat er immers een Zeearend in
spot" voor Zeearenden?
de buurt van Ronquires/Helecines en als hij zou doen wat van hem verwacht werd, namelijk in noord-oos telijke richting naar huis terugkeren, móest hij wel via
Wie in het boek "Vogels in de Kijker" onder het tref ; woord "Zeearend ' kijkt, vindt inderdaad maar één
de Dijlevallei passeren. Bovendien was het volgens
vermelding· voor België, namelijk".
de statistieken hoog tijd dat we nog eens het bezoek
Volgens de auteurs is
kregen van de "vliegende deur''. Leuk detail: de vele schitterende fotos toonden aan dat het inderdaad om het exemplaar van Ronquires ging.
De Dijlevallei "hot-spot" voor Zeearend?
de Dijlevallei:
"De avifauna{"] vooral van re gionaal belang maar soms worden ongewone soorten waargenomen, bijvoorbeeld een overwinterende Zee arend, die dan vogelaars van verder weg aantrekken:' De vogel van Oud-Heverlee is de 12e waarneming
voor het Dijleland. In België werden tot hiertoe (BAHC gegevens 2006) 103 waargenomen exempla ren aanvaard, zodat onze regio toch goed is voor een 10% van de waarnemingen in ons land. Deze twaalf
Velen zaten al een tijdje ongeduldig te wachten op
waarnemingen gebeurden in de afgelopen 40 jaar zo
een winters bezoek van een Zeearend. Het was im-
dat er, statistisch, ongeveer elke 3,3 jaar een zeearend
Het verhaal van de ontdekking Vanuit mijn ooghoek zag ik deze zondagochtend om lOuSO een grote roofvogel laag over het water toeko men in OHN. In een flits dacht ik even aan een Buizerd maar dit leek toch wel "iets" groter te zijn en toen ik met de verrekijker keek en die snavel zag wist ik het zeker: ZEEAREND!! Van slag wist ik niet meer waar noord of zuid lag :-)), snel enkele foto's gemaakt en enkele mensen ge-sms't. De rest van de dag heeft de Zeearend tussen OHN en OHZ rondgevlogen (waarbij één keer te zien met een vis) en enkele lange rustpauzes in een dode boom aan OHN waar hij dan prachtig te observeren was! Het is zeker geen adulte vogel, wat ik wel heb gezien: nog enkele lichte okselveren, beetje geel aan de snavel, vleugel dekveren vrij bleek, redelijk wit in de staart, onvolwassen derde kleed? Om 16u10 is hij dan doorgevlogen naar NGB waar hij een paar keer probeerde een eend te slaan om dan rond 17u door te vliegen naar zuid, richting Doode bemde? Nog gaan zoeken in SAR maar niet te zien daar" Benieuwd of hij morgen nog te vinden is in de vallei... Ingrid Nel ingrid.nel@telenet.be
46
De Boomklever - Juni
201 O
-.
'
�..' ' -�
"
.
.. ": _·
.
Vogels
kan worden waargenomen. Het ging telkens om on
het Grootboek te Sint-Agatha-Rode. Speurwerk
volwassen exemplaren, wat normaal is aangezien
in de omgeving de dagen nadien bleef zonder re
bijna uitsluitend juvenielen buiten het broedgebied
sultaat. Op 31 december laat de vogel zich gedu
rondzwerven.
rende een 30-tal minuten opnieuw goed bekijken
Als we kijken naar de spreiding in de tijd van de waar
te Sint-Agatha-Rode. Nadien wordt de Zeearend
nemingen, gebeurde de vroegste waarneming eind
frequent waargenomen zowel rustend doorgaaans
september. De laatste waarneming komt op rekening
aan de Noordzijde in de (voor het merendeel
van de vogel van dit jaar die de eerste is die tot begin
nu
maart blijft.
als jagend op Wilde eenden. Waarnemingsdata:
In de helft van de gevallen ging het om overtrekkende
deperiode van 24-28 januari was de vijver nage
(2) of kortstondig (1 tot 4 dagen ) pleisterende exem
noeg volledig dichtgevroren en werd de Zeearend
plaren:
niet waargenomen. De vogel wordt op 1 februari
verdwenen)
Canadapopulieren
langs
vijver
3,5,6,8,9,11,12,13,15,17,20 en 23 januari. In de kou
"herondekt" te Neerijse Grote Bron. Op 3,5,6 en 9 •
31 januari 1970 Neerijse;
februari liet de vogel zich opnieuw langdurig be
•
10-11 februari 1979 Grootbroek- Sint-Agatha-Ro
wonderen te Sint-Agatha-Rode. De laatste waar
de; Florival; Neerijse; •
neming dateert van 13 februari boven de Doode
28-29 september, 1 oktober 1989 Florival, Otten
Bemde. Mogelijks werd hetzelfde exemplaar op 11
burg & Neerijse; •
23 oktober 1994 Zwanenberg, Heverlee/Bertem;
•
24 oktober 1999 trektelpost Zwanenberg, Heverlee,
januari waargenomen te Meldert (Hoegaaarden) (website J.Cuppens en persoonlijke mededeling A.Mertens).
over naar 0-ZO; zoekwerk in de Dijlevallei later in de namiddag en de dagen erna bleef zonder succes; •
8 december 2002 een exemplaar vliegt rond de middag
laag
naar Z over
Oud-Heverlee/Zuid.
Waarschijnlijk was de vogel in de buurt vanuit de weilanden/populieren opgevlogen. Op 9 december s'morgens wordt de Zeearend gespot op een forse wilgentak in de Doode Bemde. Iets later verdwijnt hij naar N.
Op 22 februari 2003 wordt er achtereenvolgens een exemplaar gezien te Sint-Agathél-Rode, Oud Heverlee/N en over Wilsele . De volgende dag werd de Zeearend terug opgemerkt te SAR, waar hij tijdens de
daarop volgende uren nog meermaals
werd gezien, maar ook over Neerijse/Grote Bron en boven Oud-Heverlee/Z. In de namiddag verscheen hij terug te SAR, waar hij een geweldige show op
Terwijl deze waarnemingen enkel weggelegd waren voor de gelukkige toevallige waarnemer(s), boden de langdurig pleisterende vogels (van een week tot 2 maanden) bijna aan iedereen die het wilde de moge lijkheid om een Zeearend te observeren.
•
•
15 oktober -16 december 1979 Grootbroek, Sint
voert met meerdere ijslandingen (waarbij hij soms door het ijs zakte) en het oppikken van een door meeuwen achtergelaten viskarkas. Hetzelfde scena rio herhaaalt zich met dagelijks meerdere waarne mingen te SAR tot en met 27 februari.
Referenties
Agatha-Rode & Florival, Ottenburg; - Arnoud Van de Berg & Dominique Lafontaine •
4,11-18 december 1983 Dijlevallei (Oud-Heverlee,
Vogels in de kijker - Vogels waarnemen in bekende
Neerijse, Sint-Agatha-Rode), 7 januari 1984 Leef
ene onbekende gebieden in Nederland, België en
daal; 14 januari 1984 Grote Bron, Neerijse;
Noord-Frankrijk, Tirion, Baarn, 1996. - BAHC Database for Rare Birds in Belgium.
•
22 november, 2-31 december 1994, 29 januari, 5 fe bruari 1995 Grootbroek, Sint-Agatha-Rode;
- De Boomklever, Waarnemingen overzichten, juni 2000, maart 2002 en maart 2003 - Maarten Hens e.a. - Vogels in het Dijleland, 2001.
•
23 december 1999-13 februari 2000 Dijlevallei (Sint-Agatha-Rode; Nethen; Neerijse),
Op 23 de
Luc Hendrickx
cember 1999 pleisterde een juveniele Zeearend aan
luchendrickx2003@yahoo.com
De Boomklever
-
iuni 2010
47
------:"'i·
. ' �\.
Bigday
Hoe win ik een
�ig
Een handleiding in ijna liep het fout op
1
Day!
18
tussenstops
mei ergens rond
5
uur 's morgens, want toen mijn
B alarm afliep duwde ik die stomweg gewoon terug af, denkende dat het wel om een absurde vergissing zou gaan, maar ergens in die sluimerslaap werd ik gelukkig alsnog gealarmeerd door Kelle die me opnieuw wakker belde (en overigens zelf
20
minuten te laat was).
Maar goed, het viel allemaal nog wel mee want om
Sprinkhaanzanger, Rietzanger, Bosrietzanger, Tuin
6u stonden we reeds paraat te SAR samen met Wou
fluiter en Rietgors. We verlieten ons eerste gebied
ter en Ingrid (die al van 4h op pad waren!), met als
van de dag met reeds ca 45 soorten in the pocket.
goede soorten voor de dag (door ons nergens anders gezien) onder meer Dodaars , Grote Zilverreiger,
Het centrum van Sint-Joris-Weert (ca 8u15) was
Waterral (aud), Tureluur, Groenpootruiter, Oever
goed voor onze eerste Huiszwaluwen en de enige
loper, het prachtige Bokje!! (ongetwijfeld ook het
twee Zwarte Roodstaarten van de dag.
gemakkelijkste Bokje ooit in de geschiedenis van de Dijlevallei), Kemphaan, Kokmeeuw (de enige van de
Dan Meerdaalwoud in , waar een korte stop langs
dag!), Koekoek , Ijsvogel, Kleine Bonte Specht (aud),
het Militair Domein (ca 8u30) ons reeds (of slechts?)
48
De Boomklever
-
uni
2010
toeliet Holenduif (gedurende heel de dag op tal van
Kleine Plevieren zich na even zoeken dan toch prijs
plaatsen opvallend aanwezig), Grote Lijster, Fitis en
gaven. De aanwezige Brandgans van dubieuze oor
Boomklever op de daglijst bij te schrijven. Niet ge
sprong werd weliswaar niet mee geteld en Groene
treurd, voor bossoorten mikten we immers vooral
Specht werd er enkel door mij gezien (maar deze
op een wandeling in Mollendaalwoud, die de meeste
kwam uiteindelijk nog in orde aan de Zoet Waters).
soorten zou moeten opleveren. Dus onmiddellijk daarheen, voor een zoektocht van ca anderhalf uur
Dan een wandeling in de Dijlevallei tussen Oud-He
(8u45-10u15) in de omgeving van de Weertse, Eleo
verlee, Korbeek-Dijle en Neerijse/Grote Bron (langs
noren-, en Walendreven. Die leverde ons als belang
heen de Bogaardenstraat) (14u45-16u). Ten noorden
rijkste soorten: Bosuil (eerst een roepend mannetje,
van de Bogaardenstraat leverde dat ons vooral onze
later een spontaan langsvliegend ex.), Middelste
enige twee Boomvalken van de dag op, leuk waren
Bonte Specht (toegegeven, deze hebben we getaped),
ook een mannetje Paapje, een Fitis en een kort zin
Glanskop (slechts 1 ex.), Kuifmees (2 ex op een be
gende Geelgors (leuk, zo in de vallei). Ten zuiden van
trouwbare locatie langs de Eleonorendreef), Zwarte
de Bogaardenstraat niets absoluut belangrijks, maar
Mees en Appelvink. Zwarte Specht en Vuurgoud
wel onze eerste Putter en een Boomklever in de bo
haan werden gehoord door Kelle maar kon ikzelf
men ten zuiden van de waterzuivering. Te NGB onze
helaas niet bevestigen dus telden deze niet mee voor
enige twee Bergeenden van de dag, en hier vloog ook
de totaallijst.
onze enige Grote Gele Kwikstaart over. Roodborst tapuit gaf zich niet prijs!
Bij het verlaten van Mollendaalwoud even in de pro blemen gekomen toen Kelle zijn wagen weigerde te
Vervolgens de plateaus ten westen van de Dijleval
starten (en daarmee een andere wagen blokkeerde),
lei op. Rondom de 'kwikkenweiden' (16u10-16u45)
maar uiteindelijk kreeg hij hem toch aan de praat en
wel meerdere 'plateausoorten' maar geen nieuwe
konden we naar onze volgende halte : de zandgroeve
voor de dag. Wat later (ca 17u) daalden we de Hol
van Haasrode, waar we onze tijd namen en volledig
lestraat af toen zich vlak voor we het centrum van
rond de groeve wandelden (10u45-llu30). Nieuwe
Korbeek-Dijle bereikten de grootste verassing van
soorten voor onze lijst waren Veldleeuwerik, Oe
de dag voordeed: van dichtbij weerklonken enkele
verzwaluw, Gele Kwikstaart (enkel gewone), Paapje,
duidelijke reeksjes van drie tonen 'oe-poe-poe'. Hoe
Tapuit en Kneu. Hoewel geen echte speciallekes, wa
wel een zoektocht van anderhalf uur door meerdere
ren wij natuurlijk vooral blij met het Paapje. Later op
deelnemers aan de Big Day én de jury geen verdere
de dag zou evenwel blijken dat we hier geen enkele
waarneming opleverde zijn we er zeker van (ook na
soort waarnamen die we nergens anders meer zagen.
confirmatie van het geluid met geluidsmateriaal) dat er daar kort een Hop aan het zingen was, maar we
Dan langs het Stenenkruis naar de Brabanthal gere
lieten de vogel omwille van het bizarre karakter van
den, en in die buurt en op het Industrieterrein rond
deze waarneming niet meetellen voor ons dagtotaal.
gehangen tot ca 12u30. De belangrijkste soort voor
We gingen ook nog zoeken aan de Ruwaal (ca 17u30)
onze lijst was hier onze enige Braamsluiper van de
maar noteerden daar niets van belang.
dag, leuk was nog een Tapuit. Ook onze eerste Roe ken voor de dag (nadien nog onder meer op de pla
Terug het plateau op, nu ten zuiden van de Blok
teaus). Scholekster vonden we niet, anderen zochten
kenstraat, langsheen de Delle en de Brede Weg (ca
beter en vonden de soort wel.
17u40-19u). We riskeerden immers een Big Day zon der één enkele Torenvalk mee te maken, dus begon
Middag, tijd voor een bezoek aan het centrum van
nen we ons uiteraard aardig zorgen te maken, maar
Leuven (12u45 - ca 14u) en hoewel we er allebei
vlak voor het verlaten van het plateau kwamen Pa
nogal versuft bijzaten op de parking aan Velo, bleek
trijs, Graspieper en uiteindelijk dan toch nog Toren
ik toch nog alert genoeg om een onnoemelijk hoog
valk in orde! Dit plateaubezoek leverde ons verder
cirkelend stipje te spotten, Slechtvalk was binnen!
ook Kleine Mantelmeeuw op en nog een Tapuit. Een
Een snelle koffie in 'De Vetten Os' was meer als ver
vermoedelijke Grauwe Gors bleef onbevestigd.
diend, maar we mochten toch niet te lang talmen, dus richting Langestaart (14u10-14u30), waar de 2
En weer naar de vallei, ditmaal voor een korte wan-
De Boomklever
1un1 2010
49
deling te Oud-Heverlee/Z (19u10-20u). De belang
vit, Houtduif, Turkse Tortel, Gierzwaluw, Grote Bon
rijkste toevoegingen aan de daglijst bleken Blauw
te Specht, Boerenzwaluw, Witte Kwikstaart, Winter
borst en Matkop te zijn.
koning, Heggenmus, Roodborst, Merel, Z anglijster, Kleine Karekiet, Zwartkop, Grasmus, Tjiftjaf, Goud
Voor de avondschemering invalt wilden we nog
haan, Staartmees, Koolmees, Pimpelmees, Boom
eens ons geluk beproeven te SAR, in de hoop dat de
kruiper, Gaai, Ekster, Kauw, Zwarte Kraai, Spreeuw,
Purperreiger die zich daar de voorbije dagen vooral
Huismus, Vink en Groenling (jawel!) toe (en mis
's avonds liet opmerken, in deze gewoonte zou her
schien ben ik nog wel iets vergeten), en je komt op
vallen, maar vlak voor we de toren bereikten kregen
een totaal van 98 soorten. Dat was in de 2010-editie
we bericht dat de vogel zich inderdaad had vertoond
van de Dijlelandse Big Day met voorsprong van één
maar naar N was weggevlogen. Verdorie, die misten
soort voldoende voor de winst.
we dus! Grote Z ilverreiger, Waterral, Oeverloper
Het was een erg geslaagde en spannende dag met
(alle andere steltlopers weg, behalve het Bokje), Koe
groepen die erg aan elkaar gewaagd waren, en het
koek, Sprinkhaanzanger, Bosrietzanger e.a. waren
weer zat uiteindelijk ook erg mee! Benieuwd wat het
nog steeds actief, maar er werden geen nieuwe soor
volgend jaar zal geven ....
ten opgetekend. Jochen Kempeneers & Kelle Moreau Intussen kondigde de avondschemering zich bijna
airlover86@hotmail.com
aan en werd het tijd om aan uilen (en eventueel
kelle.moreau@gmail.com
Houtsnip) te denken. Na een korte brainstormses sie beslisten we naar de Speelweide aan de rand van Meerdaalwoud (doorsneden door Weertse Dreef, Sint-Joris-Weert) te rijden. Dat was blijkbaar een goede keuze want onmiddellijk na onze aankomst merkten we een jagende Ransuil op die heen en weer vloog over het open terrein, een ongelofelijk mooie waarneming! Vervolgens kwam er een tweede grote verassing, vanuit een naburige bosrand klonk twee maal een duidelijke zangreeks van een waarschijn lijke Draaihals. Ook de periode en de habitat zitten goed voor deze soort. Het toenemende avonddonker liet ons niet meer toe een zoektocht naar de vogel in te zetten, en na onze eerdere ervaring met de Hop durven we bij deze vogel niet tot zekerheid besluiten. Tot slot liet een Houtsnip zich hier nog opmerken, wat een erg geslaagd avondbezoek aan deze site af sloot. Er bleven nog twee uilen over. Eerst Steenuil, waar voor we naar Ganspoel te Huldenberg reden. Daar hadden we onmiddellijk succes, dus terug naar Sint Joris-Weert waar we aan de kerk zouden wachten op Kerkuil. De andere twee groepen hadden dat ook in hun planning opgenomen, en allen samen hoorden we de doelsoort (die zich echter niet liet zien). Dat was het voor ons. Voeg aan hogervermelde soor ten nog Knobbelzwaan, Krakeend, Wilde Eend, Slob eend, Tafeleend, Kuifeend, Fuut, Aalscholver, Blauwe Reiger, Sperwer, Buizerd, Waterhoen, Meerkoet, Kie-
50
De Boomklever � Juni 2010
·;;t•\:.
�.\.�:;� '...
Bigday
Hop hop hop! Al fluitend wordt onze Big day top! "We gaan er een lap op geven!" 1 mei, het is 4u 's morgens. De Nachtegaal doet zijn naam geen eer aan. Onze dag begint met een valse noot! Lap, daar gaat onze blitsstart! Ook aan Koeheide is poging 2 mislukking 2. In de verte roept een bosuil. "Al één uil! Wel de gemakkelijkste." W rijven we onze slapers uit de ogen. Later krijgen we te horen dat Bruno en co om half zes wel de Nachtegaal hadden daar vlakbij Holsbeek.
Het is iets voor zes als we als eersten aankomen in
maar ook leuke ontdekkingen. Een Zwarte wouw
SAR. Een Bever begroet ons vanop de oever van de
overtrekkend, een Wielewaal zingend aan de reiger
gracht langs het knuppelpad en laat zich dan in 't wa
kolonie, Steenuilen en een Kerkuilen, Roodborst
ter vallen. Vanuit de kijktoren zie ik de Purperreiger in
tapuiten, Braamsluiper (lifer voor Ingrid), Bokje
een hoekje zitten. Ingrid kan hem niet zien van waar
(nieuwe regiosoort voor mij), Ringmussen (dank je
ze zit en is te laat wanneer ze bij mij komt staan. "We
wel Stefaan Horemans!!!), .
zien die deze avond wel!" stelt ze mij gerust. Helaas".!
dag in de natuur, een ganse dag plezier ". Volgend
"
91 soorten, een ganse
jaar doen we weer mee! Even later komen Kelle en Jochen aan en ik ontmoet hen juist buiten de toren. Een Kleine bonte specht
Wouter Desmet
roept naar mij en naar hen, maar niet naar Ingrid, die
wouterkedesmet@hotmail.com
nog binnen zit. Hij roept maar één keer, ondanks het
Ingrid Nel
harde zoekwerk. Intussen kunnen Kelle en Jochen
ingrid.nel@telenet.be
op ons tellijst spieken. Het levert hen een Bokje op. Zo ook hoor ik als enige éénmaal een Matkop. Even onszelf voorstellen: Hop hop hop! Al flui tend wordt onze Big day top! Oftewel Ingrid en mij. Kris herdoopt ons tot HHH. In de namiddag wordt het even hahaha, wanneer we van Kris een sms krijgen: Hop in de Hollestraat! Maar we zijn in de Hollestraat. Waar zit die Spotvogel? De mot zit er even in en onze teller gaat al een uur niet meer vooruit. Even later, beneden in Korbeek-Dijle vin den we de rest. De Hop wordt niet meer terugge vonden. Een Spotvogel konden we ook niet tikken. Andere missers: geen Zwarte spechten, geen Middel ste bonte spechten, geen Grote lijsters, geen Paapje, geen Tapuiten, geen Ransuilen, geen Slechtvalken... Als ik dit lijstje nu zie, durf ik wel eens denken." Een Big day verhalen zijn sappige mislukkingen,
De Boomklever
- juni
2010
51
1 1
i
.
' f;' ., .t.
Vogels
Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dijlevallei en omgeving, december 2009
D
-
februari 2010
it overzicht van opmerkelijke en interessante vogelwaarnemingen
Gebiedsofkortingen: WLS
=
Wilsele/Vijvers Bellefroid, LP
=
Kessel-Lo/
in de Dijlevallei beslaat voornamelijk
Leopoldspark, AVP = Heverlee/Abdij van Park,
de periode december 2009 - februari
ZW
=
Oud-Heverlee/Zoete Waters, OHN
Heverlee/N, OHZ
=
=
Oud
Oud-Heverlee/Z, Oppem =
2010. De bestreken regio omvat de ge
weilanden tussen Bogaardenstraat (Oud-Heverlee
meenten Kortenberg, Herent, Bertem,
- Korbeek-Dijle) en NGB, NGB = Neerijse/Grote
Leuven,
Oud-Heverlee,
Huldenberg,
Overijse,Tervuren en de aangrenzende
Bron (deel Doode Bemde), NKV= Neerijse/Kliniek vijvers (deel Doode Bemde) en SAR
gebieden. De volgende rubriek zal de periode maart - mei 2010 omvatten.
Waarnemingen worden voor 15 au gustus 2010 verwacht bij Kelle Moreau, Meibloempjeslaan 2, bus 3, 8400 Oost ende,
0486/12.58.77,
kelle.moreau@
gmail.com, of ingevoerd op www.waar nemingen.be.
=
Sint-Agatha
Rode/Grootbroek. Kleine Zwaan 09/01
Cygnus bewickii
2 ad+ 4 juv te NGB (S. Horemans)
Grauwe Gans
Anser anser
Er werden tijdens de maanden december 2009 - fe bruari 2010 22 waarnemingen van Grauwe Ganzen ontvangen uit de regio Leuven (versch. waarn.). Pleisterende groepjes bestonden daarbij maximaal uit 4 ex., met 18 ex. op 19/02 te Wilsele als uitzon dering
(J. De Rycke). Negen keer ging het om over
trekkende groepen, met als grootste concentraties 30 ex. ZW te Bertem/Koeheide op 2/12 (G. Bleys), 38 ex. NO te Oud-Heverlee op 1/01 (C. Carels) en
Waarnemingen van onder meer Knobbelzwaan,
42 ex. NO te Leuven op 26/02
(F. Van de Meutter).
Bergeend, Smient, Krakeend, Slobeend, Pijlstaart, Wintertaling, Tafeleend, Kuifeend, Patrijs, Dodaars,
Kolgans
Anser albifrons
Fuut, Aalscholver, Blauwe Reiger, Havik, Waterral,
04/01
60 ex. NW te Kessel-Lo/Noord
(J. Lambrechts)
Kievit, Stormmeeuw, Zilvermeeuw, Kleine Mantel meeuw, alle uilen, Ijsvogel, alle spechten, Veldleeu
08/01
(K. Van Scharen)
werik, Graspieper, Grote Gele Kwikstaart, Krams vogel, Koperwiek, Glanskop, Matkop, Kuifmees,
30 ex. ZW te Leefdaal
31/01
30 ex. ZO te Leefdaal/plateau
Zwarte Mees, Roek, Ringmus, Keep, Putter, Sijs,
(K. Van Scharen),
Kneu, Goudvink, Appelvink, Geelgors, Rietgors
34 ex. NW te Kessel-Lo/Kesselberg
en alle exoten werden niet in dit verslag opgeno
(T. Vandezande)
men maar wel verwerkt. Ook een groepje mogelijke
01/02
64 ex. NW te OHN
21/02
58 ex. NO te Leefdaal/plateau
Kleine Zwanen, een concentratie van 15 Houtsnip pen en een winterse groep Beflijsters werden niet weerhouden.
(R. Stoks) (K. Van scharen), 2 ex. over Leuven (R. Stoks)
52
De Boomklever
Juni
201 O
Toendrarietgans Anser serrirostris 19/12
17 ex. 0 te Wilsele/dorp (L. Smets)
Rotgans Branta bernicla 28/02
1 ex. te SAR (J. Nysten, 1. Nel, L. Hendrickx)
09/01
5 ex. te OH/Ormendaal
Het betreft hier de 6e waarneming van de soort
(S. Horemans)
voor het Dijleland, na 40 ex. naar N over
16/01
1 ex. te Pécrot/Grand Pré
Heverlee op 9/03/85, 1 ex. te SAR op 9/03/90, 1 ex.
(1. Nel, J. Menten, L. Hendrickx)
te OHN op 5/05/02, 1 ad te OHZ op
07/02
7 ex. N te SAR (R. Stoks)
31/03/03 en 1 ex. te Maleizen op 17/11/05. De
10, 16 & 21/02
1 ex. te LP
maandverdeling bedraagt nu februari 1 - maart
(A. Van De Laer, B. Zuring, K. Hansen e.a.)
3 - mei 1 - november 1. Witoogeend Aythya nyroca 13-16/02 1 ad m te OHZ (13-14/02) en OHN (1416/02) (R. Stoks e.v.a.) Het was geleden van de winter 2001-2002 dat er nog eens een Witoogeend pleisterde in regio Leu ven. Toen pleisterde er langdurig een vrouwtje te LP en WLS.
Rotgans, 28/ebruari 2010, St.Agatha-Rode, foto:Luc Hendrickx
Grote Zaagbek, 22 januari 2010, Kessel-Lo, foto: Ingrid Nel
,'·J. '
y�g�s
(]. Nysten)
Tafeleend
Aythya ferina X Witoogeend Aythya nyroca 31/12
26/02
1 ad m te Tervuren/Park KMMA (D. Drukker)
lm te NGB
(]. Nysten) Grote Zaagbek Mergus merganser Een vrouwtje Grote Zaagbek verscheen op 12/12
Topper Aythya marila 15/01
1 1 e win m te NGB
te SAR
(K. Van Scharen)
dag naar NGB (D. von Werne), waar ze nog tot op
(I. Nel, J. Nysten e.a.) en verhuisde later die
14/12 bleef pleisteren (D. Capart, P. Wyckaert e.a.). Brilduiker
Op 13/12 werd een vrouwtje (mogelijk hetzelfde)
Bucephala clangula
Er waren heel wat waarnemingen van Brilduikers
gezien te ZW
tijdens de winter 2009-2010. Een (min of
geval te Tervuren/Park KMMA (A. Reygel). Vanaf
meer) chronologisch overzicht:
17 /12 moest men voor deze soort te LP zijn, waar
12 & 13-14/12 resp. 1 ad v+ l le win & l le win
tot op 20/01 onafgebroken een eenzaam en tam
te NGB 11/01 17/01
22-24/01
(L. Hendrickx, l. Nel,
vrouwtje verbleef (S. Goethals, E. Toorman e.v.a.).
J. Menten e.a.)
Op 21/12 kreeg dit het gezelschap van 3 manne
lm ZW te Heverlee/Langestaart
tjes (S. Goethals, E. Toorman). Nadien stegen en
(B. Notebaert)
fluctueerden de aantallen, met dagmaxima die ach
1 ad v te Heverlee/Langestaart
tereenvolgens 5m2v op 22/01, 4m2v op 23-25/01,
(F. F luyt)+ 1 ad v
3mlv op 26/01, 8m4v op 28-29/01, 4m6v op 30/01,
(mogelijk hetzelfde) te NGB
5 ex . op 31/01, 4m3v op 1/02 en 3m3v op 2/02 be
(K. Van Scharen, l. Nel,
droegen (versch. waarn.). Nadien werd nog tot op
J. Menten
e.a.)
27/02 een vrouwtje Grote Zaagbekken opgemerkt
1 1 e win
te LP (op 14 data, versch. waarn.), met lm2v op
(Tom & Gert Vandezande,
18/02 (E. Toorman, T. Vandezande) en 2m2v op
L. Hendrickx e.a.)
20-24/02 (L. Hendrickx, K. Hansen e.a.). Solitaire
23-24 & 26/01 1 ad v te SAR 28/01
(J. Soors) en op 15/12 was dat het
(J. Nyten,
mannetjes doken in februari verder op te ZW (lm
M. O'Briain, l. Nel e.a.)
op 12/02; N. Ryckeboer) en te AVP (lm op 22/02;
1 1e win te LP
P. Moysons).
(T. Vandezande) 30/01-09/02
01-02/02 06/02 07-09/02
14/02
1 ad v te SAR
Grote Zilverreiger Casmerodius albus
(I. Nel, L. Hendrickx, H. Paques
Hoewel tijdens december 2009 overdag nooit meer
e.a.)
dan 4 Grote Zilverreigers samen werden gezien in
1 ad v te OHN
de Dijlevallei ten Z van Leuven (versch. waarn.),
(R. Stoks)
kwamen er op de slaapplaats te ZW die hele maand
1 ad v te NGB
minstens een 10-tal ex. overnachten (P. Collaerts,
(L. Hendrickx)
G. Evers e.a.). Het grootste aantal van het winter
1 juv te OHN
halfjaar, 17 ex., werd daar op 6/12 geteld (I. Nel).
(L. Hendrickx, R. Uyttenbroeck,
Ook in januari en februari werden de grootste
P. Moysons)
aantallen te ZW vastgesteld, met respectievelijk
1 ex. te NGB
7 ex. op 25/01 en 6 ex. op 8/02 (I. Nel). Buiten de
(]. Nysten)
valleien van de Dijle, de Ijse en de Laan werd de soort waargenomen langs de Marbaise te Néthen
Nonnetje Mergellus albellus 08/02
(1 ex. op 11/12; M. Wauters), te Tervuren (1 ex.
2m 1v te SAR
op 20/12; C. Willis), te Leefdaal/plateau (1 ex. op
(1. Nel) 10/02 21/02
54
26/12; E. Malfait), te Bierbeek/ Mollendaalbeekval
lm2v NO te Heverlee/Langestaart
lei (M. Boyen), te LP (telkens 1 ex. op 11 & 23/02;
(R. Uyttenbroeck)
S. Goethals, G. van Mulders e.a.), te Tervuren/Park
1 ex. te NGB
De Boomklever
KMMA (1 ex. op 18/02; G. Boden), over de Kessel-
-
Juni
201 O
berg (1 ex. N op 20/02; B. Creemers), te Haasrode/
rechterhandpen) overwinterde eerder deze win
zandgroeve (1 ex. over op 22/02; D. von Werne) en
ter te Ronquières (waarnemingen op 5/12, 7 /12,
te Kessel-Lo/Z (1 ex. N op 25/02; P. Collaerts). Tot
3-17 /01 & 16/02). Na onvolwassen exemplaren op
slot nog een spectaculair statistiekje : er werden
08-09/12/01 (OHZ en Doode Bemde) en op 22-
tijdens deze 3 maanden maar liefst 325 waarne
27 /02/03 (SAR), ging het hier om de derde Dijle
mingen van Grote Zilverreigers gearchiveerd uit
landse Zeearend in de 21e eeuw.
regio Leuven. Bruine Kiekendief Kleine Zilverreiger 09 & 24/01
Egretta garzetta
08/12
Circus aeruginosus
1 ex. (vanuit NO) te Heverlee/ Langestaart (R. Uyttenbroeck)
telkens 1 ex. te ZW Vaalbeekvallei (H. Roosen, P. Dauwe e.a.)
Blauwe Kiekendief
Circus cyaneus
Uit www.waarnemingen.be en de los daarvan ont Roerdomp
Botaurus stellaris
15, 26/12 & 23/01 1 ex. te OHZ 12/01 16/01 18/02 24/02
vangen gegevens konden circa 85 waarnemingen van Blauwe Kiekendieven gedistilleerd worden
(R. Uyttenbroeck, L. Hendrickx)
(versch. waarn.). Aangezien sommige waarnemers
1 ex. te P écrot/vijver
tellingen van meerdere Blauwe Kiekendieven
(C. Dickburt)
binnen eenzelfde gebied (bv. een plateaugebied)
1 ex. te Kwerps/vijvers Molenbeek
als groep doorgeven terwijl anderen elk individu
vallei (R. Ghijsen)
afzonderlijk melden, en omdat er ongetwijfeld
1 ex. te OHN
heel wat dubbelwaarnemingen in de regio plaats
(T. Vandezande)
vonden, valt het aantal waargenomen Blauwe
2 ex. te SAR
Kiekendieven onmogelijk te bepalen. Bij 25 waar
(P. Floré)
nemingen was een mannetje betrokken, en een slaapplaats met max. 4 ex. (waaronder lm) werd
Ooievaar 19/02 24/02
Ciconia ciconia
onderbroken gebruikt te Leefdaal/plateau.
9 ex. over Overijse/Terlanenveld (W. Mertens)
Smelleken
2 ex. N
26/12
1 ex. ZW te NGB (E. Malfait)
22/02
1 v te Erps/Dorenveld
+
1 ex. N te OHN
(C. Deschepper,
1. Nel, J. Spitaels e.a.)
Falco columbarius
(A. Smets) Rode Wouw 14/12 23/01 30/01
Milvus milvus
1 ad te Tervuren/P ark KMMA
Slechtvalk
(A. Reygel)
Het Leuvense koppel kon nog tijdens de ganse pe
1 ex. te Everberg
riode in het stadscentrum worden waargenomen
(G. Vandeputte) (S. P eten)
(J. Lenaert e.v.a.). Andere waarnemingsplaatsen waren Wilsele-P utkapel (1 ex. op 8/01; J. De Ryc ke), SAR (telkens 1 ex. op 16/01, 23/01 & 21/02; J.
(mogelijk dezelfde als vorige
Menten, L. Hendrickx e.a.), Leefdaal/Duivendelle
waarneming)
(1 ex. NO op 17/02; T. Vandezande), Leefdaal/pla
1 ex. te Vrebos
Falco peregrinus
teau (resp. 1 ex. & 1v op 17 & 26/02; Zeearend
Haliaeetus albicilla
Op 21/02 werd een onvolwassen (2e of 3e kj) Zee arend ontdekt te OHN
J. Nysten, K.
Van Scharen) en OHN/Ormendaal (1 ex. op 20 & 22/02; L. Hendrickx, B. Brooks e.a.).
(1. Nel). De vogel bleef in
deze buurt pleisteren tot op 27/02 (versch. waarn.;
Kraanvogel
met ook enkele waarnemingen te OHZ, Oppem en
Op 13/12 vlogen nog min. 1 ex. (aud) naar 0 over
NGB), trok enorm veel kijklustigen en haalde ook
Bierbeek/Mollendaalbos (G. Bleys) en 5
het regionale TV-nieuws. Waarschijnlijk dezelfde
ex. ZW over de Doode Bemde (P. Wyckaert). Een
vogel (herkenbaar aan een beschadiging in de 6e
spectaculaire voorjaarspiek kwam er op
Grus grus
De Boomklever
-
JUn1 2010
55
25/02, met groepen van 19 ex. en 40 ex. achtereen volgens over OHZ & OHN, 29 ex. over OHN & Heverlee/Langestaart, 59 ex. over OHN, 38 ex. over NGB en 16 ex. over Korbeek
Menten e.a.), met telkens 2 ex. op 20 en 26/12 (R. Stoks, E. Malfait). Andere Bokjes werden waarge nomen op de Koeheide te Bertem (1 ex. op 16/01; G. Bleys) en te OHN (2 ex. op 27 /02; J. Nysten).
Lo/Molenbeekvallei (versch. waarn.). Goudplevier Pluvialis apricaria 09/12
7 ex. ZW te Bertem/Koeheide (G. Bleys)
13/12
1 ex. over te SAR (D. Capart)
Wul p Numenius arquata 16/12
2 ex. te Oppem (P.M. De lemos Esteves)
Witgat Tringa ochropus Tot op 24/02 werden 'slechts' 16 waarnemingen van Witgatjes (1-3 ex.) ontvangen uit de zuidelijke Dijlevallei (versch. waarn.). Op 25/02 kondigden vervolgens 7 ex. de Witgatjeslente aan te Oppem (P. Moysons, R. Uyytenbroeck). Te LP werd een ex. waargenomen op 6, 12 en 13/01 (J. Lambrechts, R. Uyttenbroeck e.a.). Bokje, 24 december 2009, Egenhoven,
Watersnip Gallinago gallinago
foto: Eric Toorman
Watersnippen konden tijdens de periode de cember 2009 - februari 2010 verspreid over de Dijlevallei worden waargenomen in lage aantallen
Kemphaan Philomachus pugnax
(versch. waarn.). De beste plaats, en de enige met
11/12
1 ex. te Heverlee/Langestaart (P. Moysons)
concentraties van meer dan 20 ex., was Heverlee/ Langestaart (versch. waarn.). De grootste groep betrof hier 45 ex. op 14/12 (E. Toorman).
Kokmeeuw Chroicocephalus ridibundus X Storm meeuw larus canus
Houtsnip Scolopax rusticola 06/12 16/12 19/12
20/12 11/02
Een overtuigend beschreven (doch niet gefotogra
1 ex. te Tombeek/Laanvallei
feerd) ex. van deze zeldzame hybride werd op 8/01
(H. Roosen)
waargenomen te Heverlee/Langestaart (J. Lenaert).
1 ex. te OHN (P.M. De lemos Esteves)
Geelpootmeeuw larus michahellis
1 ex. te Erps-Kwerps/Silsombos
Deze soort zorgde tijdens de winter van 2009-
(F. Fleurbaey),
2010 voor meerdere determinatiediscussies in het
1 ex. te Heverlee/Bremstraat
Dijleland (en daarbuiten). Hoewel sommige gefo
(G. Bleys)
tografeerde ex. er zeer goed uitzagen voor Geel
1 ex. te Heverlee/Langestaart
pootmeeuw, kon er rond deze ex. geen consensus
(J. Menten)
bereikt worden. De enige ex. die niet ontkracht
1 ex. te Sint-Joris-Weert/Doode Bemde
konden worden (maar die ook niet fotografisch
(K. Debusschere)
gedocumenteerd werden) verbleven op 10/12 te Overijse/Meer van Genval (P. Hermand) en op 6
Bokje Lymnocryptes minimus
en 20/02 te OHN (R. Stoks).
Het was een goed winterhalfjaar voor wie graag eens Bokjes wou bestuderen in eigen streek.
Pontische Meeuw larus cachinnans
Vooral langs de Langestaart te Heverlee liet een ex.
16/12
zich van 20/12 tot 15/02 goed bekijken (R. Stoks, J.
56
De Boomklever
-
JUnl 2010
1 ex. te Overijse/Meer van Genval (N. Dutoit)
30/12 & 1/01 27/02
1 ad te SAR
Baardmannetje Panurus biarmicus
(J. Nysten, L. Hendrickx)
Na de ontdekking van 2 Baardmannetjes te OHN op
1 ad+1 ie win te OHN
24/12 (R. Stoks) werd hier nog tot op 3/01 één man
(K. Moreau, C. Van Meel,
netje waargenomen (J. Nysten, L. Hendrickx e.a.).
G. Van Hove e.a.) Cetti's Zanger Cettia cetti Hop Upupa epops
Tijdens de ganse periode vielen nog in 5 territoria
20/01
regelmatig zingende Cetti's Zangers te beluisteren:
1 ex. te SAR (P. Floré)
Het gaat hier om de elfde waarneming van een
2 te SAR, 1 te OHZ en 2 te OHN (versch. waarn.).
Hop in regio Leuven in de 21e eeuw (1 in 2001, 1 in
Een nieuwe zangpost werd op 16/01 vastgesteld
2002, 1 in 2003, 3 in 2004, 1 in 2005, 1 in 2006, 2 in
aan de vijver van P écrot (B. Nef).
2007) en de eerste winterwaarneming. De maand verdeling bedraagt nu : januari 1 - maart 1 - april
Zwartkop Sylvia atricapilla
2 - mei 4 - juni 1 - augustus 2.
19/12
lm te Leuven/omgeving Redingenhof
(P. Claes)
Middelste Bonte Specht Dendrocopos medius
21/12
2 ex. te Heverleebos/arboretum
genomen te NGB (K. Van Scharen). Verder werd
(R. Aerts)
het voorkomen van de soort buiten Meerdaalwoud
22/12
1v te Korbeek-Dijle/Dam
Op 4/12 werd een Middelste Bonte Specht waar
(S. Horemans)
bevestigd te Bertembos (1 ex. op 10/01; R. Ghijsen) en in het Zoniënwoud te Tervuren (telkens 1 ex. op
24/12
lm te Leuven/omgeving Redingenhof (andere locatie dan
15 & 27/02; A. Boeckx, S. Boddington).
op 19/12; P. Claes) Boomleeuwerik Lullula arborea
17/12 03/01 06/02 24/02
31/12 & 1-20/02 resp. lv & lmlv te Tervuren/
3 ex. te Leefdaal/Duivendelle
centrum
(P.M. De lemos Esteves)
(C. Willis)
3 ex. N W te Wijgmaalbroek
15/01
1v te Heverlee/West (K. Hansen)
(L. Smets)
16/01
lm te Kessel-Lo/omgeving
1 ex. over te Bertem/Koeheide
station
(G. Bleys)
(F. Ramaekers)
>
10 ex. NO te OHN
24/01
(R. Gailly, M. Vandeput, J. Lambrechts e.a.)
lm te Loonbeek/Ganspoel (N. Ryckeboer)
13/02
1 ex. te Kessel-Lo/Noord
20/02
2 ex. te Winksele
(J. Nysten) Waterpieper Anthus spinoletta
De maximale concentraties Waterpiepers tijdens
(B. Demarsin)
de periode december 2009 - februari 2010 be droegen 32 & 35 ex. te OHZ op 31/12 en 1/01 (J.
Tjiftjaf Phylloscopus collybita
Rutten, J. Menten). Ongewone locaties waren Bier
01/12
beek/Builoog (1 ex. op 12/12; D. von Werne), W LS (1 ex. op 14/12; P. Moysons, R. Uyttenbroeck),
(S. Goethals) 31/12
LP (telkens 1 ex. op 18/12, 8 & 12/01; R. Uytten broeck, S. Goethals e.a.) en Leefdaal/plateau (1 ex.
1 ex. te LP 3 ex. te LP (T. Vandezande)
08/01
op 19/12; J. Nysten).
1 ex. te Winksele (L. Raty)
Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruros
Vuurgoudhaan Regulus ignicapillus
03/01
02/01
1 ex. te Huldenberg/ljsevallei (M. Walravens)
1 ex. te Tervuren/P ark KMMA (B. Brooks)
10/01
1 ex. te Bertem/Bertembos (R. Ghijsen)
De Boomklever
-
JLH11 2010
57
02/02
2 ex. te Heverlee/Langestaart
niet-nader gedetermineerde barmsijzen vlogen
(R. Stoks)
op 23/01 over LP (A. Van De Laer) en Haasrode/ zandgroeve (D. von Werne).
Europese Kanarie Serinus serinus 09/02
1 ex. op voedertafel te Overijse
Kruisbek Loxia curvirostra
(J.-B. Sepulchre)
26/12
1 v te Tervuren/Arboretum
(P. Dubois) Kleine Barmsijs Carduelis cabaret
29/12
(J. Rutten)
Voor een invasieloze winter waren Kleine Barmsij zen op enkele locaties in de Dijlevallei opmerkelijk aanwezig tijdens de wintermaanden 2009-2010.
5 ex. 0 te OH/centrum
26/01
6 ex. over Sint-Joris-Weert (A. Van De Laer)
ooral te Oud-Heverlee werden er regelmatig genoteerd. Te OHN ging het respectievelijk om
Grauwe Gors Emberiza calandra
min. 23, 3, 1 & 1 ex. op 5/12, 27/12, 3/01 & 23/02
Het gebeurt tegenwoordig niet meer jaarlijks, maar
(P. Collaerts, J. Nysten, M. Walravens, J. Rutten),
tijdens de winter van 2009-2010 konden nog eens
in het centrum van Oud-Heverlee om 1, 15, 1 &
(quasi) doorlopend enkele overwinterende Grauwe
15 ex. op 7, 11, 12 & 31/12 (J. Rutten) en te OHZ
Gorzen worden aangetroffen te Leefdaal/plateau
om 2 ex. op 27/12 (L. Hendrickx). Andere waar
(versch. waarn.). Tussen 12/12 en 13/02 werden
nemingslocaties waren NGB (resp. 20 & 1 ex. op
hier 15 waarnemingen opgetekend, met maxima
12 & 16/12; L. Hendrickx, P.M. De lemos Esteves
van 5 en 6 ex. op 2 en 23/01 (J. Nysten) (verder 5 x
e.a.), SAR (1 ex. op 14/12 ; P. Floré) en Leefdaal/
1 ex., 5 x 2 ex. en 3 x 4 ex.; versch. waarn.).
Voervallei (9 ex. op 27 /02; D. Drukker). Solitaire
Samenstelling : Kelle Moreau, kelle.moreau@gmail.com
Medewerkers en correspondenten : Michaël Abts, Tim Adriaens, Kamiel Aerts, Raf Aerts, Peter Bellen, Bruno Bergmans, Remi Bernau, Koen Berwaerts, Geert Bleys, Herwig Blockx, Pierre Blockx, Pierre-Yves Bodart, Stephen Boddington, Gert Boden, Alain Boeckx, Alex Bogaerts, Suzanne Bonmarchand, Luc Boon, Ludo Borra, Steven Bouillon, Marino Boyen, A. Braem, Bill Brooks, Vincent Bulteau, Esther Buysmans, Tim Caers, Thijs Calu, Dany Capart, Charles Carels, Otto Chrispeels, Paul Claes, Yann Coatanéa, Erwin Collaerts, Peter Collaerts, René Conings, Stijn Cooleman, Patricia Cornet-Poussart, Bart Creemers, Jos Cuppens, Paul Dauwe, Eduard Deb baut, Matthias De Beenhouwer, Christine Deberdt, Marjan De Block, Benoit De Boeck, René De Boom, Klaas Debusschere, J. De Cock, Krista De Greef, Pierre Manuel De Lemos Esteves, Marc De Ley, Karen De Man, B. Demarsin, Wout De Rouck, Tom Deroover, Johan De Rycke, Marc Derycke, Lieven De Schampe laere, Chantal Deschepper, Louis Desmet, Stefaan D'Espallier, Frederik De Vos, Dimitry De Wilde, Pieter jan D'Hont, Steven D'Hont, Sven D'Huyvetter, Catherine Dickburt, Daan Drukker, Julien Dua, Philippe Dubois, Alberto Durinck, Michiel Dusselier, Nicolas Dutoit, Ruben Evens, Guido Evers, Charly Farinelle, Ronan Felix, Filip Fleurbaey, Patrick Floré, Frederik Fluyt, Robin Gailly, Jan Geens, Kathleen Geukens, Raf Ghijsen, Nicole Goetghebeur, Didier Goethals, Sven Goethals, Patrick Goubau, Werner Goussey, Krien Hansen, Lies Havet, Olivier Hendrick, Luc Hendrickx, Maarten Hens, Philippe Hermand, Cécile Herr, Marc Herremans, Franck Hollander, Stefaan Horemans, Wim Hufkens, Ronny Huybrechts, Stefan Janssens, Jochen Kempeneers, Steven Keteleer, Jorg Lambrechts, Marie-Noëlle Lebrun, Raphael Lebrun, Elfriede Le Docte, Walther Leers, Jan Lenaert, Iwan Lewylle, Jean-Marie Lommaert, Ken Lossy, Benoît Mackels, Eric
58
De Boomklever
JUnl 2010
Baardmannetje, 2-3 januari 2010, Oud-Heverlee-Noord,foto:Luc Hendrickx
Malfait, Thierry Maniquet, Paul Matthys, René Meeuwis, Joris Menten, Jeroen Mentens, Wim Mertens, Patrick Michel, J. Michiels, Gerard Moors, Kelle Moreau, Christiane Moulu, Pieter Moysons, Bart Mul kens, Bruno Nef, Ingrid Nel, Bastiaan Notebaert, Paul Nuyts, Johan Nysten, Micheal O'Briain, Pierre Op de Beeck, Hervé Paques, Geert Pauwels, Bert Pecceu, Stephan Peten, Ludovis Petre, Yvon Princen, Fons Ramaekers, Fre Rampelbergh, Laurent Raty, Stijn Raymaekers, Alain Reygel, G. Rijmenans, Johan Robben, Jules Robijns, Hans Roosen, Jos Rutten, Niels Ryckeboer, Geert Ryken, Jacques Schwers, Benoît Segaert, Maurice Segers, JB Sepulchre, Adriaan Seynave, Axel Smets, Ludo Smets, Philippe Smets, Lars Smout, Jan Soors, Serge Sorbi, Jean Spitaels, Peter Standaert, Robby Stoks, Stefaan Sys, Julien Taymans, Koen Thijs, Erik Toorman, Roel Uyttenbroeck, Désiré Vanautgaerden, Gert Vanautgaerden, Johan Vanautgaerden, Filip Vandekeybus, André Van De Laer, Harry Van de Laer, Frank Van de Meutter, Renilde Van de Moer, Yves Vanden Bosch, Maarten Van den Eynde, Chris Van den Haute, Frank Van Den Houte, Luc Vandepitte, Johan Vandeplas, Michaël Vandeput, Filip Vandeputte, Geert Vandeputte, Maarten Vandervelpen, Stefan Vandevenne, Hilde Vandevoorde, Gert Vandezande, Tom Vandezande, B. Van Gijsegem, Fabrice Van Hove, Guy Van Hove, Patrick Van Laethem, Chris Van Meel, Philippe Vanmeerbeeck, Laurens van Merris, Gu staaf Van Mulders, Lisette Van Roeien, Kris Van Scharen, Johanna Van Tonder, Joost Vantrappen, Hans Verboven, K. Verhoeyen, Irene Verhuizen, Jan Verroken, Leo Verschueren, Patrick Versonnen, Pieterjan Vervecken, Dirk von Werne, Marc Walravens, Martine Wauters, Jan Waumans, Jan Wellekens, Krista \ et tinck, Marc Willaert, Courtenay Willis, Philippe Wyckaert, Koen Wyers, Bert Zurings en Ernesto Zvar.
De Boomklever
JLlrll 2010
59
,
. ·�'--'
....
.
::..'.
.• . .
Activiteiten Nachtvlinder inventarisaties Ook tijdens deze zomer zal er opnieuw een (of meerdere) nachtvlinderexcursie(s) georganiseerd worden. Van zodra de weersomstandigheden hiervoor gunstig zijn, zullen uur, plaats en datum via de Dijleland maillijst bekend gemaakt worden.
Vogeltrektellingen: Hierbij doen wij een oproep om een jarenlange traditie nl deze van het trektellen verder te zetten. Meerdere gunstige locaties kunnen hiervoor worden bemand: o.a.de Bredeweg in Leefdaal , de sanatoriumsite in Terlae nen, het pompstation in Meerbeek en in feite elke hoger gelegen plaats met een ruim, open uitzicht naar het Noorden, kan hiervoor in aanmerking komen. De tellingsresultaten kan u dan achteraf zelf invoeren op www. trektellen.nl waar u uiteraard ook de resultaten van andere telposten in België en Nederland kan vinden. Op www.natuurstudiegroepdijleland.be/trek.htm vindt u uitgebreidere informatie over onze twee meest gebruikte telposten. Vanaf half augustus tot ver in de herfst zullen deze telposten in de vroege ochtenduren vaak bemand zijn. Afspraken kunnen steeds via onze maillijst gemaakt worden: http://groups.yahoo.com/group/dijlevallei/
Zeelandexcursie - Zaterdag 14 augustus: Dagje Zeeland met hopelijk veel steltlopers. Afspraak: 7u00 Bodartparking, Leuven Leiding : Kelle Moreau - Tel. 0486/125877
lnsectenexcursies Deze excursies gaan niet door bij regenweer. Bij twijfel contacteer de begeleider
- Zondag 11 juli: Insectenexcursie holle weg Ketelveld (Leefdaal) Afspraak: 13u30 aan het einde van Blankaart Leiding: Joris Menten - Tel. 0495/275393
- Zondag 1 augustus: mee op zoek met de libellenvereniging naar Koraaljuffer, Bandheidelibel , Kanaaljuffer en Zuidelijke oeverlibel in de vallei van de Grote Laak en de Langdonken te Herselt. Meer info is te vinden op http://www.odonata.be/ nl/excurOO.htm Afspraak: 9u00 Bodartparking, Leuven. Deelname is gratis met uitzondering van eventuele kilometervergoe ding van de chauffeur(s). Leiding: Bart Creemers - Tel. 0496/893106
- Zondag 22 augustus: Rotte Gaten Afspraak: 13u30 aan de kerk van Meerbeek Leiding: Bart Creemers - Tel. 0496/893106
- Zondag 11 september: Rodebos Afspraak: 13u30 Parking Rodebos (toegang Leuvensebaan) Leiding: Bart Creemers - Tel. 0496/893106
60
De Boomklever - Juni 2010
e
Steenloper te St.Agatha-Rode, 26 mei 2010,Joto Ingrid Nel
Dé actualiteit van dit voorjaar is ongetwijfeld de succesvolle meimaand voor allerlei steltlopers op de
ij
ver van St.Agatha-Rode. Een tijdelijke lage waterstand deed een slibrand ontstaan die blijkbaar bijzonder aantrekkelijk was aangezien tussen 1 en 31 mei maar liefst 18 verschillende steltlopersoorten werden waargenomen. Ik vraag me af waar in Vlaanderen men nog beter doet?? Om even met de zeldzaamste te beginnen: 2 daarna nog 1 Kanoetstrandlopers van 17 tot 21 mei, een
Steenloper (de eerste sinds 2005 en de vorige was in 1981...! zie foto) op 26 mei, een Rosse Grutto van 20 tot 22 mei, een Regenwulp op 13 mei en Temmincks strandloper zelfs twee maal: 2 exemplaren op 8 mei en opnieuw 2 exemplaren op 21-22 mei . Bij de plevieren waren 1 tot 3 ex. Kleine plevier vrijwel heel de maand aanwezig, terwijl 1 of 2 Bontbek plevieren gezien werden op 17, 23-25 en 31 mei. Voor enkele soorten deinde de voorjaarstrek nog wat uit in mei: Witgat (1 à 3ex), Groenpootruiter (1 à 8 ex), Bosruiter (1 à 8 ex) en Kemphaan (6 ex op 1 mei en een allerlaatste op 9 mei). Hetzelfde voor de snippen: Watersnip nog 1 à 3 ex. van 1 tot 12 mei en daarna niets meer. Door velen gesmaakt was het goed waarneembare Bokje dat van 1 tot 5 mei bleef pleisteren. Oeverlopers werden in mei dagelijks gezien met maxima van 19 ex op 1 mei, 16 ex op 19 mei en zelfs 28 ex op 8 mei! Volledig heidshalve nog een aantal soorten die zeker niet elke voorjaar worden gezien: Bonte trandloper op 8, 9 en15 mei; Scholekster op 28 mei en Wulp op 6 mei. Als laatste vermeld ik de Tureluur die in mei nog flink doortrok met bescheiden piekjes van 10 ex. op 17 mei en 14 ex; op 13 mei. De laatste werd gezien op 24 mei. De meimaand heeft wel de reputatie om een goede maand te zijn voor o.a. zeldzamere teltlopersoorten ("hadden er o.a. ook nog kunnen zijn": Krombek-en Drieteenstrandlope1; Poel- en Terekruite1; ...) maar het waarnemen is ook nu weer duidelijk afhankelijk van het beschikbaar zijn van passende rust- en foerageer mogelijkheden! Die waren er nu wel en we hebben er dus van kunnen genieten!! Kris van Scharen
De Boomklever
urn
2010
61
Inhoud .
-
-
EDITORIAAL Nagenieten van een "grote dag"
33
ECODUCT Monitoring van het ecoduct 'De Warande' over de N25 in Meerdaa/woud Jorg Lambrechts
34
VOGELS • Een Zeearend Haliaeetus albicilla in de Dij/eva/lei Luc Hendrickx
46
•
•
•
Hoe win ik een Big Day? Een handleiding in 18 tussenstops Jochen Kempeneers & Kelle Moreau
48
Hop hop hop! Al fluitend wordt onze Big day top! Wouter Desmet & Ingrid Nel
51
Opmerkelijke vogelwaarnemingen in de Dij/eva/lei en omgeving, december 2009 - februari 20 I 0 Kelle Moreau
52
ACTIVITEITEN
60
coverfoto: Ecoduct over de Naamse teenweg in Meerdaalwoud, foto: Agentschap voor Natuur en Bos
1
1