BOOMKLEVER
de
Tijdschrift van de natuurstudiegroep Dijleland
Jaargang 43 - september 2015
inhoud Edito
63
Beste lezer,
Tijdschrift van de natuurstudiegroep Dijleland Uitwisseling over de taalgrens heen
Enkele maanden geleden had ik het genoegen het voorzitterschap van onze vereniging over te nemen van Kris Van Scharen. Kris opvolgen wordt een zware uitdaging. Met zijn meer dan veertig jaar ervaring heeft hij de Natuurstudiegroep Dijleland gestuurd naar een boeiende vereniging die zich bezighoudt met nagenoeg alle aspecten van natuurbeleving en -studie in onze regio. Hij had ook begrepen dat het leiden van een vereniging waarin zoveel verschillende overtuigingen en achtergronden samenkomen vooral teamwerk is en het samen zoeken naar oplossingen. Bedankt, Kris, voor je jarenlange inzet.
Ongewervelden Grote weerschijnvlinder in het Dijleland
64
Flora Abdij van park in Heverlee: Steenbewonende korstmossen
67
Vogels Trektellen: onbekend maakt onbemind Waarnemingenoverzicht Activiteiten Oktober-december 2015 Colofon
72 80 91 92
Coverfoto PORSELEINZWAM - HEIBERG - KESSEL-LO Foto: Walda Verbaenen
Daar zijn ook de belangrijkste uitdagingen voor de komende jaren. Een vereniging heeft nood aan interne communicatie. Het blad dat je in handen hebt is voor vele leden de voornaamste en vaak enige band met de natuurstudiegroep. We zijn het dan ook aan onze lezers verplicht om telkens een aantrekkelijk blad te maken dat zoveel mogelijk inspeelt op hun interesses maar ook op hun vragen. Een blad dus voor en door de leden. Laat je dan ook niet weerhouden om zelf de pen te grijpen en ervaringen te delen, suggesties te doen of vragen te stellen aan de redactie. De natuur houdt geen rekening met (taal) grenzen. Sinds decennia trekt de Dijlevallei vogelaars en natuurliefhebbers van over de taalgrens en het Brusselse aan en zijn er tientallen hechte banden gegroeid. De laatste jaren vinden ook meer en meer expats de weg naar de vallei. Toch is er nog al te veel onwetendheid over wat er groeit en bloeit aan de andere kant van de taalgrens, terwijl de Dijllevallei en zijn fauna en flora toch niet stopt in Florival of PĂŠcrot. Uitwisselen van ervaring en initiatieven zetten hopelijk ook de verschillende overheden aan tot meer formele ĂŠn informele samenwerking voor de vele problemen waarmee het regionaal natuurbe-
EDITO
Uitwisseling over de taalgrens heen leid geconfronteerd wordt. Uitwisseling van ervaringen en waarnemingen tussen beide landsgedeelten kan ook in onze regio enkel de natuur(studie) ten goede komen. Meer en meer zuidelijke soorten kleuren onze vallei: de rode wouw afgelopen zomer, het wouwaapje dat zich hopelijk definitief terug heeft gevestigd. Dit voorjaar kon iedereen die het wilde ook de orpheusspotvogel aan zijn regiolijstje toevoegen maar het kleurrijkst waren zeker de acht bijeneters die hier enige tijd vertoefden. Hier eindigt evenwel het goede nieuws. Het paartje dat duidelijk nest indicerend gedrag vertoonde verdween ook begin juli definitief. Was het door verstoring? Dit behoort zeker tot de mogelijkheden. Ondanks de goodwill van al de betrokken partijen werden geregeld vogelaars, fotografen en zelfs fietscrossende kinderen betrapt in het natuurgebied. Niet verwonderlijk als sommige buurtbewoners onomwonden stelden dat het geen probleem was het gebied binnen te gaan. Dit toont nogmaals aan dat er nog steeds onvoldoende draagvlak is in onze dichtbevolkte regio voor afgesloten natuurgebieden die toch onontbeerlijk zijn als we een aantal zeldzame en kwetsbare soorten willen behouden. Betere informatie en communicatie blijft een dringende noodzaak. Onze natuurstudiegroep, alle andere betrokken organisaties maar ook ieder individueel heeft hier een belangrijke rol te vervullen. Het succesvol broedgeval van bijeneters in Harelbeke bewijst dat het anders kan en we zullen dan ook in de komende maanden hieruit de nodige lessen trekken. Ik wens je veel leesplezier,
Luc Hendrickx Voorzitter De boomklever I september 2015 I edito
63
inhoud Edito
63
Beste lezer,
Tijdschrift van de natuurstudiegroep Dijleland Uitwisseling over de taalgrens heen
Enkele maanden geleden had ik het genoegen het voorzitterschap van onze vereniging over te nemen van Kris Van Scharen. Kris opvolgen wordt een zware uitdaging. Met zijn meer dan veertig jaar ervaring heeft hij de Natuurstudiegroep Dijleland gestuurd naar een boeiende vereniging die zich bezighoudt met nagenoeg alle aspecten van natuurbeleving en -studie in onze regio. Hij had ook begrepen dat het leiden van een vereniging waarin zoveel verschillende overtuigingen en achtergronden samenkomen vooral teamwerk is en het samen zoeken naar oplossingen. Bedankt, Kris, voor je jarenlange inzet.
Ongewervelden Grote weerschijnvlinder in het Dijleland
64
Flora Abdij van park in Heverlee: Steenbewonende korstmossen
67
Vogels Trektellen: onbekend maakt onbemind Waarnemingenoverzicht Activiteiten Oktober-december 2015 Colofon
72 80 91 92
Coverfoto PORSELEINZWAM - HEIBERG - KESSEL-LO Foto: Walda Verbaenen
Daar zijn ook de belangrijkste uitdagingen voor de komende jaren. Een vereniging heeft nood aan interne communicatie. Het blad dat je in handen hebt is voor vele leden de voornaamste en vaak enige band met de natuurstudiegroep. We zijn het dan ook aan onze lezers verplicht om telkens een aantrekkelijk blad te maken dat zoveel mogelijk inspeelt op hun interesses maar ook op hun vragen. Een blad dus voor en door de leden. Laat je dan ook niet weerhouden om zelf de pen te grijpen en ervaringen te delen, suggesties te doen of vragen te stellen aan de redactie. De natuur houdt geen rekening met (taal) grenzen. Sinds decennia trekt de Dijlevallei vogelaars en natuurliefhebbers van over de taalgrens en het Brusselse aan en zijn er tientallen hechte banden gegroeid. De laatste jaren vinden ook meer en meer expats de weg naar de vallei. Toch is er nog al te veel onwetendheid over wat er groeit en bloeit aan de andere kant van de taalgrens, terwijl de Dijllevallei en zijn fauna en flora toch niet stopt in Florival of PĂŠcrot. Uitwisselen van ervaring en initiatieven zetten hopelijk ook de verschillende overheden aan tot meer formele ĂŠn informele samenwerking voor de vele problemen waarmee het regionaal natuurbe-
EDITO
Uitwisseling over de taalgrens heen leid geconfronteerd wordt. Uitwisseling van ervaringen en waarnemingen tussen beide landsgedeelten kan ook in onze regio enkel de natuur(studie) ten goede komen. Meer en meer zuidelijke soorten kleuren onze vallei: de rode wouw afgelopen zomer, het wouwaapje dat zich hopelijk definitief terug heeft gevestigd. Dit voorjaar kon iedereen die het wilde ook de orpheusspotvogel aan zijn regiolijstje toevoegen maar het kleurrijkst waren zeker de acht bijeneters die hier enige tijd vertoefden. Hier eindigt evenwel het goede nieuws. Het paartje dat duidelijk nest indicerend gedrag vertoonde verdween ook begin juli definitief. Was het door verstoring? Dit behoort zeker tot de mogelijkheden. Ondanks de goodwill van al de betrokken partijen werden geregeld vogelaars, fotografen en zelfs fietscrossende kinderen betrapt in het natuurgebied. Niet verwonderlijk als sommige buurtbewoners onomwonden stelden dat het geen probleem was het gebied binnen te gaan. Dit toont nogmaals aan dat er nog steeds onvoldoende draagvlak is in onze dichtbevolkte regio voor afgesloten natuurgebieden die toch onontbeerlijk zijn als we een aantal zeldzame en kwetsbare soorten willen behouden. Betere informatie en communicatie blijft een dringende noodzaak. Onze natuurstudiegroep, alle andere betrokken organisaties maar ook ieder individueel heeft hier een belangrijke rol te vervullen. Het succesvol broedgeval van bijeneters in Harelbeke bewijst dat het anders kan en we zullen dan ook in de komende maanden hieruit de nodige lessen trekken. Ik wens je veel leesplezier,
Luc Hendrickx Voorzitter De boomklever I september 2015 I edito
63
Verslag inventarisatie Grote weerschijnvlinder (Apatura iris) in Meerdaalwoud, juli 2015 Dit jaar werd er door Natuurpunt een oproep gedaan aan de regionale studiegroepen om een inventarisatie op te starten voor de zeldzame Grote weerschijnvlinder. De Natuurstudiegroep Dijleland gaf hier gehoor aan en hield een inventarisatie in de eerste twee weken van juli. Dit artikel behandelt de resultaten hiervan en kadert deze in een groter geheel. INLEIDING De Grote weerschijnvlinder (Apatura iris) is een grote, donkergekleurde soort met een blauwe schijn en een grote witte band op de onderste vleugels die vochtige loofbossen opzoekt. De soort vliegt in 1 generatie per jaar met een piekmoment tussen 21 juni en 31 juli (Maes et al., 2013). De soort valt in dat piekmoment waar te nemen via zichtobservaties of via lokmiddelen: in drogere periodes dalen vooral de mannetjes af naar de bodem op zoek naar vocht. Ze vallen zo te lokken met geurige middelen zoals mest, stinkkaas en rot fruit (Jacobs, 2015). In Vlaanderen is deze prachtige vlinder de laatste decennia steeds zeer zeldzaam geweest, ze komt in slechts 29 kilometerhokken voor over het hele grondgebied. Ze komt voor in het Bos ’t Ename, Hayesbos (Oost-Vlaanderen), Zoniënwoud, Doode Bemde, Laanvallei, Meerdaalwoud (Vlaams-Brabant) en Stamprooierbroek (Limburg) (Maes et al., 2013, waarnemingen.be)
64
De boomklever I september 2015 I Ongewervelden
Grote weerschijnvlinder Foto: Joris Everaert
WERKWIJZE INVENTARISATIE Er werd dit jaar gekozen voor het Meerdaalwoud en dan vooral het Denteneerpad dat de voorbije jaren steeds een vruchtbare plaats bleek te zijn voor zeldzame (bos)vlinders: de combinatie van een westelijk nat gedeelte –met bronnen die de vijver aan de Kluis voeden– en van een oostelijk gedeelte met steile zuidgerichte hellingen en opengekapte bossen zorgt voor een grote waaier aan biotopen. Dit jaar zou de NSGD hier de inventarisaties starten naar aanleiding van waarnemingen van vorig jaar. Zo kon er getoetst worden of de soort hier blijvend aanwezig was of niet. Er werden 2 doorgedreven inventarisatierondes georganiseerd rond het Denteneerpad – vanaf
einde bronbos tot Weertse dreef – op 4 en 11 juli en een verkennende wandeling rond de Dikke eik (Mollendaalbos, tussen Eleonorendreef en Oude
ONGEWERVELDEN
Grote weerschijnvlinder in het Dijleland
Milsebaan) op 20 juli. Op 4 en 11 juli waren de omstandigheden perfect: warm weer en langdurig droog geweest waardoor er een vochttekort optrad in het bos. 20 juli was bewolkt en regenachtig en was enkel geschikt om eventuele vliegende exemplaren waar te nemen; bovendien zaten we al aan het einde van de actieve vliegperiode (het naar beneden komen van de mannetjes) en werd er op deze wandeling niets aangetroffen. Er wordt in dit verslag dan ook verder gefocust op de twee inventarisatierondes. Er werd op 4/07 en 11/07 van ’s ochtends tot ’s middags – de actieve periode van de vlinder – intensief gezocht met lokmiddel (stinkkaas en bij de eerste keer ook bijkomend rotte banaan). Dit werd op witte plastic gelegd in de schaduw in het bos vlakbij eiken (waardplant). Een andere methode werd aangewend op 1 open plaats waar naast stinkkaas ook cola werd gebruikt. Een derde methode werd geprobeerd op de eerste ronde: een canopy trap (een plooibare wasmand, opgehangen in een boom, uit gaas met een vernauwing en lokmiddel net onder de vernauwing zodat bij het opvliegen de vlinder in de mand vliegt) maar dit was heel moeilijk in de juiste boom te krijgen waardoor afgezien werd van het gebruik van deze methode. De lokplaatsen werden dan twee keer bezocht in een tijdspanne van ongeveer drie à vier uur tot het middag werd.
Grote weerschijnvlinder Foto: Joris Everaert
65
Verslag inventarisatie Grote weerschijnvlinder (Apatura iris) in Meerdaalwoud, juli 2015 Dit jaar werd er door Natuurpunt een oproep gedaan aan de regionale studiegroepen om een inventarisatie op te starten voor de zeldzame Grote weerschijnvlinder. De Natuurstudiegroep Dijleland gaf hier gehoor aan en hield een inventarisatie in de eerste twee weken van juli. Dit artikel behandelt de resultaten hiervan en kadert deze in een groter geheel. INLEIDING De Grote weerschijnvlinder (Apatura iris) is een grote, donkergekleurde soort met een blauwe schijn en een grote witte band op de onderste vleugels die vochtige loofbossen opzoekt. De soort vliegt in 1 generatie per jaar met een piekmoment tussen 21 juni en 31 juli (Maes et al., 2013). De soort valt in dat piekmoment waar te nemen via zichtobservaties of via lokmiddelen: in drogere periodes dalen vooral de mannetjes af naar de bodem op zoek naar vocht. Ze vallen zo te lokken met geurige middelen zoals mest, stinkkaas en rot fruit (Jacobs, 2015). In Vlaanderen is deze prachtige vlinder de laatste decennia steeds zeer zeldzaam geweest, ze komt in slechts 29 kilometerhokken voor over het hele grondgebied. Ze komt voor in het Bos ’t Ename, Hayesbos (Oost-Vlaanderen), Zoniënwoud, Doode Bemde, Laanvallei, Meerdaalwoud (Vlaams-Brabant) en Stamprooierbroek (Limburg) (Maes et al., 2013, waarnemingen.be)
64
De boomklever I september 2015 I Ongewervelden
Grote weerschijnvlinder Foto: Joris Everaert
WERKWIJZE INVENTARISATIE Er werd dit jaar gekozen voor het Meerdaalwoud en dan vooral het Denteneerpad dat de voorbije jaren steeds een vruchtbare plaats bleek te zijn voor zeldzame (bos)vlinders: de combinatie van een westelijk nat gedeelte –met bronnen die de vijver aan de Kluis voeden– en van een oostelijk gedeelte met steile zuidgerichte hellingen en opengekapte bossen zorgt voor een grote waaier aan biotopen. Dit jaar zou de NSGD hier de inventarisaties starten naar aanleiding van waarnemingen van vorig jaar. Zo kon er getoetst worden of de soort hier blijvend aanwezig was of niet. Er werden 2 doorgedreven inventarisatierondes georganiseerd rond het Denteneerpad – vanaf
einde bronbos tot Weertse dreef – op 4 en 11 juli en een verkennende wandeling rond de Dikke eik (Mollendaalbos, tussen Eleonorendreef en Oude
ONGEWERVELDEN
Grote weerschijnvlinder in het Dijleland
Milsebaan) op 20 juli. Op 4 en 11 juli waren de omstandigheden perfect: warm weer en langdurig droog geweest waardoor er een vochttekort optrad in het bos. 20 juli was bewolkt en regenachtig en was enkel geschikt om eventuele vliegende exemplaren waar te nemen; bovendien zaten we al aan het einde van de actieve vliegperiode (het naar beneden komen van de mannetjes) en werd er op deze wandeling niets aangetroffen. Er wordt in dit verslag dan ook verder gefocust op de twee inventarisatierondes. Er werd op 4/07 en 11/07 van ’s ochtends tot ’s middags – de actieve periode van de vlinder – intensief gezocht met lokmiddel (stinkkaas en bij de eerste keer ook bijkomend rotte banaan). Dit werd op witte plastic gelegd in de schaduw in het bos vlakbij eiken (waardplant). Een andere methode werd aangewend op 1 open plaats waar naast stinkkaas ook cola werd gebruikt. Een derde methode werd geprobeerd op de eerste ronde: een canopy trap (een plooibare wasmand, opgehangen in een boom, uit gaas met een vernauwing en lokmiddel net onder de vernauwing zodat bij het opvliegen de vlinder in de mand vliegt) maar dit was heel moeilijk in de juiste boom te krijgen waardoor afgezien werd van het gebruik van deze methode. De lokplaatsen werden dan twee keer bezocht in een tijdspanne van ongeveer drie à vier uur tot het middag werd.
Grote weerschijnvlinder Foto: Joris Everaert
65
Abdij van Park in Heverlee Inventarisatie van de steenbewonende
Kleine ijsvogelvlinder Foto: Maxime Fajgenblat
RESULTATEN EN BESPREKING Er werden 0 Grote weerschijnvlinders gezien, noch vliegend, noch op de lokplaatsen. Wat wel regelmatig waargenomen werd waren Keizersmantels (Argynnis paphia) en Kleine ijsvogelvlinders (Limenitis camilla) (van deze laatste één keer op 4/07 zelfs een paar tegelijk: ofwel een paartje ofwel territoriale mannetjes). Deze twee soorten zijn pas jaarlijks aanwezig sinds 2011 en lijken hier een populatie te kunnen handhaven. De Kleine ijsvogelvlinder is voor de regio zelfs een zeer mooie aanwinst: tussen 2000 en 2006 werd ze in de regio niet waargenomen (Vercoutere et al., 2007) hoewel ze in die periode bijvoorbeeld al in het Walenbos (Tielt-Winge) aanwezig was. Sinds 2011 wordt ze toch bijna jaarlijks, behalve in 2013, in de regio waargenomen, voornamelijk rond het Denteneerpad. Het is eveneens een bossoort die schaduwrijke bossen met kamperfoelie, open plekjes en braam opzoekt. Er werden langs het Denteneerpad ook regelmatig andere soorten genoteerd zoals Dagpauwoog, Atalanta, diverse witjes, Landkaartje, Eikenpage en Bruin zandoogje (een graslandsoort die hier op de bermen en open plekken leeft). CONCLUSIE De waarnemingen van Grote weerschijnvlinder van vorige jaren en de slechts enkele waarnemingen van dit jaar (Laanvallei, Oud-Heverlee Zuid) 66
ten spijt lijkt deze soort nog geen populaties gevormd te hebben in Meerdaalwoud of in de bredere omgeving ondanks het voorkomen van geschikt habitat (vochtig loofbos met oude eiken afgewisseld door open plekken met voedselplanten zoals braam). De waargenomen exemplaren zijn hoogstwaarschijnlijk zwervende exemplaren: het is een grote vlinder die ver kan trekken. Maar aan de aantallen van de vlinders in het algemeen en de Keizersmantel en Kleine ijsvogelvlinder in het bijzonder te merken lijkt het beheer langs het Denteneerpad met afwisselende open plekken en dicht bos vruchten af te werpen voor de aanwezige vlinderfauna. De situatie zal de komende jaren op de voet gevolgd worden voor de Grote weerschijnvlinder. Hierbij zal de zoektocht uitgebreid worden naar de Laanvallei en de Doode Bemde. Gert Vanautgaerden vanautgaerden.gert@gmail.com Referenties
In Vlaanderen dagzoomt weinig natuurlijk gesteente. Steenbewonende korstmossen (epilieten) zijn dan ook veelal aangewezen op antropomorf gesteente, steen die door mensen aangevoerd en in de meeste gevallen verwerkt werd tot één of ander bouwwerk. Het al dan niet voorkomen van steenbewonende soorten hangt met heel wat factoren samen zoals het microklimaat, het onderhoud, de ouderdom, de pH en het soort gesteente. Pioniersoorten van kalkhoudend basisch gesteente zijn het meest algemeen, want te vinden op het alom aanwezige cement en beton. Ook op kalksteen, bijvoorbeeld arduinen grafstenen, kunnen deze soorten aangetroffen worden. Maar naarmate de kalksteen ouder en ongemoeid wordt gelaten verschijnen andere soorten. Een aantal van deze soorten komen ook voor in kalkrijke voegen van bakstenen muren. Baksteen zelf is doorgaans van zichzelf vrij zuur maar kan door ▾ Foto 1 Muur van kerkhof waarop de meeste bijzondere soorten werden aangetroffen Foto: Daniel De Wit
de kalkspecie minder zuur worden waardoor deze soorten ook op baksteen kunnen groeien. Op baksteen die op één of andere manier zuur gebleven of zuur geworden is komen dan weer heel andere soorten voor. Bij een voortgaande ontwikkeling komen soorten voor die in natuurlijke omstandigheden een voorkeur voor graniet of ander zuur gesteente hebben. Aangezien deze soorten slechts aangetroffen worden op de muren van zeer oude gebouwen zoals die van abdijen, kastelen, kerken en kerkhoven moet dit een zeer langzaam proces zijn dat over honderden jaren loopt. Momenteel wordt de abdij van Park te Heverlee gerestaureerd. Op vraag van de VZW Vrienden van de abdij, een vrijwilligersvereniging die zich sinds 1929 inzet voor de culturele ontsluiting van de Abdij van Park, werd gevraagd een inventarisatie uit te voeren van de steenbewonende lichenen. Medewerkers van het Agentschap Plantentuin Meise en de Vlaamse Werkgroep Bryologie en Lichenologie onderzochten op 17 april 2014 en op 18 april 2015 de site Abdij van Park in Heverlee op korstmossen. Alle in de inleiding besproken ecologische groepen werden op de onderzochte bakstenen muren aangetroffen.
FLORA
korstmossen
Maes, D., Vanreusel, W. & Van Dyck, H. (2013). Dagvlinders in Vlaanderen: nieuwe kennis voor betere actie. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv Vercoutere B., Creemers B., Hens M. (2007). Ongewervelden in het Dijleland. Leuven: Natuurstudiegroep Dijleland Jacobs I., (2015). Op zoek naar de Grote weerschijnvlinder. Mechelen: Natuurpunt. Folder in pdf-formaat te vinden op http:// www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/ op_zoek_naar_de_grote_weerschijnvlinder.pdf
67
Abdij van Park in Heverlee Inventarisatie van de steenbewonende
Kleine ijsvogelvlinder Foto: Maxime Fajgenblat
RESULTATEN EN BESPREKING Er werden 0 Grote weerschijnvlinders gezien, noch vliegend, noch op de lokplaatsen. Wat wel regelmatig waargenomen werd waren Keizersmantels (Argynnis paphia) en Kleine ijsvogelvlinders (Limenitis camilla) (van deze laatste één keer op 4/07 zelfs een paar tegelijk: ofwel een paartje ofwel territoriale mannetjes). Deze twee soorten zijn pas jaarlijks aanwezig sinds 2011 en lijken hier een populatie te kunnen handhaven. De Kleine ijsvogelvlinder is voor de regio zelfs een zeer mooie aanwinst: tussen 2000 en 2006 werd ze in de regio niet waargenomen (Vercoutere et al., 2007) hoewel ze in die periode bijvoorbeeld al in het Walenbos (Tielt-Winge) aanwezig was. Sinds 2011 wordt ze toch bijna jaarlijks, behalve in 2013, in de regio waargenomen, voornamelijk rond het Denteneerpad. Het is eveneens een bossoort die schaduwrijke bossen met kamperfoelie, open plekjes en braam opzoekt. Er werden langs het Denteneerpad ook regelmatig andere soorten genoteerd zoals Dagpauwoog, Atalanta, diverse witjes, Landkaartje, Eikenpage en Bruin zandoogje (een graslandsoort die hier op de bermen en open plekken leeft). CONCLUSIE De waarnemingen van Grote weerschijnvlinder van vorige jaren en de slechts enkele waarnemingen van dit jaar (Laanvallei, Oud-Heverlee Zuid) 66
ten spijt lijkt deze soort nog geen populaties gevormd te hebben in Meerdaalwoud of in de bredere omgeving ondanks het voorkomen van geschikt habitat (vochtig loofbos met oude eiken afgewisseld door open plekken met voedselplanten zoals braam). De waargenomen exemplaren zijn hoogstwaarschijnlijk zwervende exemplaren: het is een grote vlinder die ver kan trekken. Maar aan de aantallen van de vlinders in het algemeen en de Keizersmantel en Kleine ijsvogelvlinder in het bijzonder te merken lijkt het beheer langs het Denteneerpad met afwisselende open plekken en dicht bos vruchten af te werpen voor de aanwezige vlinderfauna. De situatie zal de komende jaren op de voet gevolgd worden voor de Grote weerschijnvlinder. Hierbij zal de zoektocht uitgebreid worden naar de Laanvallei en de Doode Bemde. Gert Vanautgaerden vanautgaerden.gert@gmail.com Referenties
In Vlaanderen dagzoomt weinig natuurlijk gesteente. Steenbewonende korstmossen (epilieten) zijn dan ook veelal aangewezen op antropomorf gesteente, steen die door mensen aangevoerd en in de meeste gevallen verwerkt werd tot één of ander bouwwerk. Het al dan niet voorkomen van steenbewonende soorten hangt met heel wat factoren samen zoals het microklimaat, het onderhoud, de ouderdom, de pH en het soort gesteente. Pioniersoorten van kalkhoudend basisch gesteente zijn het meest algemeen, want te vinden op het alom aanwezige cement en beton. Ook op kalksteen, bijvoorbeeld arduinen grafstenen, kunnen deze soorten aangetroffen worden. Maar naarmate de kalksteen ouder en ongemoeid wordt gelaten verschijnen andere soorten. Een aantal van deze soorten komen ook voor in kalkrijke voegen van bakstenen muren. Baksteen zelf is doorgaans van zichzelf vrij zuur maar kan door ▾ Foto 1 Muur van kerkhof waarop de meeste bijzondere soorten werden aangetroffen Foto: Daniel De Wit
de kalkspecie minder zuur worden waardoor deze soorten ook op baksteen kunnen groeien. Op baksteen die op één of andere manier zuur gebleven of zuur geworden is komen dan weer heel andere soorten voor. Bij een voortgaande ontwikkeling komen soorten voor die in natuurlijke omstandigheden een voorkeur voor graniet of ander zuur gesteente hebben. Aangezien deze soorten slechts aangetroffen worden op de muren van zeer oude gebouwen zoals die van abdijen, kastelen, kerken en kerkhoven moet dit een zeer langzaam proces zijn dat over honderden jaren loopt. Momenteel wordt de abdij van Park te Heverlee gerestaureerd. Op vraag van de VZW Vrienden van de abdij, een vrijwilligersvereniging die zich sinds 1929 inzet voor de culturele ontsluiting van de Abdij van Park, werd gevraagd een inventarisatie uit te voeren van de steenbewonende lichenen. Medewerkers van het Agentschap Plantentuin Meise en de Vlaamse Werkgroep Bryologie en Lichenologie onderzochten op 17 april 2014 en op 18 april 2015 de site Abdij van Park in Heverlee op korstmossen. Alle in de inleiding besproken ecologische groepen werden op de onderzochte bakstenen muren aangetroffen.
FLORA
korstmossen
Maes, D., Vanreusel, W. & Van Dyck, H. (2013). Dagvlinders in Vlaanderen: nieuwe kennis voor betere actie. Tielt: Uitgeverij Lannoo nv Vercoutere B., Creemers B., Hens M. (2007). Ongewervelden in het Dijleland. Leuven: Natuurstudiegroep Dijleland Jacobs I., (2015). Op zoek naar de Grote weerschijnvlinder. Mechelen: Natuurpunt. Folder in pdf-formaat te vinden op http:// www.natuurpunt.be/sites/default/files/documents/publication/ op_zoek_naar_de_grote_weerschijnvlinder.pdf
67
Epilieten van oude kalkhoudende muren: Aspicilia calcarea (plat dambordje), Caloplaca aurantia, C. flavescens, C. ruderum, C. variabilis (platte-, gelobde-, kerk- en donkere citroenkorst), Diplotomma alboatrum (cementkorst), Toninia aromatica (muurblaaskorst). Pioniersoorten van zure bakstenen muren: Buellia aethalea (steenstrontjesmos), Porpidia soredizodes (dunne blauwkorst), Trapelia placodioides (wit sterschoteltje). Epilieten van oude zure bakstenen muren. Daarbij werden acht voor Vlaanderen zeldzame tot zeer zeldzame steenbewonende soorten aangetroffen: Lecanora orosthea (stoffige schotelkorst), L. pannonica (oosterse schotelkorst), L. rupicola (dijkschotelkorst), L. sulphurea (zwavelgroene schotelkorst), Rhizocarpon geographicum (gewoon landkaartmos), Rinodina teichophyla (grauwe schotelkorst), Tephromela atra (zwarte schotelkorst) en Xanthoparmelia loxodes (bruin hunnebedschildmos). Bijkomende bijzonderheid was de zeer talrijke aanwezigheid van Diploschistes muscorum (duindaalder). Deze soort parasiteert eerst op Cladonia-soorten (bekermossen) alvorens een zelfstandig leven te gaan leiden. Van het bekermos werd slechts uitzonderlijk nog een klein plukje aangetroffen en het feit dat de meeste exemplaren van D. muscorum zeer groot waren wijst op een hoge ouderdom van het gesteente en de erop groeiende korstmossen. Een andere interessante vondst betreft Hypocenomyce scalaris (gewoon schubjesmos) op de muren van het kerkhof. Dit overwegend epyftisch (op schors voorkomend) korstmos groeit uitzonderlijk op silicaatrotsen, met inbegrip van grafstenen en baksteen, ook in de ons omringen68
De boomklever I september 2015 I flora
de landen (b.v. Diederich et al. 2014; Smith et al. 2004; Wirth 1995). Als epifytisch licheen behoort het tot de zogenaamde acidofytische sooorten, soorten dus die zuurdere boomsoorten verkiezen zoals eik, den of spar. In Vlaanderen blijkt het dus een echte indicatorsoort van oude zure bakstenen of ijzerzandstenen muren. Eerder werd het bij inventarisaties in de provincie Antwerpen viermaal op een kerk aangetroffen en éénmaal op de muren van een priorij. Uit de provincie Vlaams-Brabant zijn twee vondsten op een kerk bekend (niet gepubliceerde gegevens). De meeste bijzondere soorten die we aantroffen op de muren van de abdij zijn soorten die in België hoofdzakelijk gevonden worden in het Ardens district op rotsen bestaande uit silicaatgesteente. Dit gesteente is van nature zuur en baksteen blijkt voor een aantal van hen een geschikt, want ook zuur, substraat. Maar aangezien mortel kalkhoudend is moet deze eerst uitgeloogd worden voor dit substraat geschikt wordt voor zuurminnende korstmossen. Dit is duidelijk het geval bij de bakstenen muren van de abdij van t’ Park. BESPREKING VAN DE MEEST BIJZONDERE STEENBEWONENDE SOORTEN Botryolepraria lesdainii – groene poederkorst Botryolepraria lesdainii is een soort die in Vlaanderen uitsluitend gevonden wordt in de voegen van oude bakstenen muren, vaak in aanwezigheid van Caloplaca chrysodeta. Maar deze laatste hebben we in de Abdij van Park (nog?) niet gezien. Met twee vondsten in de provincie Antwerpen, één in de provincie Limburg, drie in West-Vlaanderen en geen in de provincie Vlaams-Brabant kan dit met recht een zeldzame soort genoemd worden. Caloplaca variabilis – donkere citroenkorst Over het algemeen is Caloplaca variabilis in België een zeer zeldzame soort uitgezonderd in het Maasdistrict waar ze vrij zeldzaam is (Diederich et al. 2014). Ze heeft een voorkeur voor natuur-
lijk kalkrijk gesteente en oude muren. Uit de provincie Antwerpen, waar nagenoeg alle kerkhoven en kerken alsook andere oude gebouwen zoals abdijen werden onderzocht, zijn momenteel slechts vijf locaties bekend, uit Vlaams-Brabant twee. In de andere vlaamse provincies werd deze nog niet gevonden. In de Abdij van Park werd C. variabilis uitsluitend aangetroffen op een deel van de nog niet schoongemaakte balustrade aan de trap van de ingang van het klooster. Werd microscopisch nagekeken. Collema auriforme – parel-geleimos Collema auriforme werd tijdens een vorig bezoek (18/12/2006) aan de abdij gevonden op de muren van het kerkhof maar nu niet terug gevonden. Mogelijks is deze extreem zeldzame soort intussen verdwenen. Haematomma ochroleucum – witgerande stofkorst Haematomma ochroleucum wordt in de checklist vermeld uit België als zeldzaam in het Ardens dirstrict. In de provincie Antwerpen werd H. ochroleucum op vijf kerken aangetroffen. In de andere provincies epyfitisch éénmaal in Oost-Vlaanderen, éénmaal in West-Vlaanderen en éénmaal in Vlaams-Brabant. Uit het gebied van de checklist zijn twee chemotypes bekend: H. ochroleucum var. ochroleucum, syn. H. coccineum (Dicks.) Körb. en H. coccineum var. ochroleucum (Neck.) Th. Fr.
Beide types blijken op de kerk aanwezig te zijn. Er werd van beide types een stuk verzameld met het oog op TLC (het toevoegen van een reagens waarop morfologisch identieke korstmossen verschillend zullen reageren doordat ze andere stoffen vrijzetten) op. H. ochroleucum werd in de Abdij van Park op één plaats op de kerk op ijzerzandsteen aangetroffen met een tiental exemplaren. Lecanora orosthea (Ach.) Ach. – stoffige schotelkorst In de checklist wordt L. orosthea niet voor Vlaanderen opgegeven. (Diederich et al. 2014). Werd voordien in Vlaanderen nog maar éénmaal gevonden op een kerk en de kerkhofmuur in de Provincie Antwerpen (niet gepubliceerde gegevens). Lecanora pannonica Szatala – oosterse schotelkorst Volgens de checklist wordt L. pannonica in België uitsluitend in Vlaanderen aangetroffen op de muren van oude kerken (Diederich et al. 2014). Met tien locaties heeft deze soort nu het statuut van eerder zeldzaam verkregen. Maar aangezien al deze locaties kerken, muren rond kerken, abdijmuren en éénmaal een kasteelmuur betreffen is het zeer goed denkbaar dat een aantal van deze locaties intussen schoongemaakt zijn waardoor de soort op één of meerdere van deze locaties verdwenen is. Ze werd op dezelfde locatie als de vorige soort gevonden, maar met meer dan één exemplaar.
FLORA
Pioniersoorten van kalkhoudende muren: oa. Caloplaca citrina (gewone citroenkorst), Lecanora albescens (kalkschotelkorst), L. campestris (kastanjebruine schotelkorst).
Lecanora rupicola (L.) Zahlbr. subsp. rupicola - dijkschotelkorst Dit is nog maar de derde keer dat deze soort in Vlaanderen werd aangetroffen. De vorige keer (2012) werd deze gevonden, in gezelschap van Lecanora pannonica (oosterse schotelkorst), L. sulphurea (zwavelzure schotelkorst) en TephroFoto 2 Lecanora pannonica Foto: Daniel De Wit De boomklever I september 2015 I flora
69
Epilieten van oude kalkhoudende muren: Aspicilia calcarea (plat dambordje), Caloplaca aurantia, C. flavescens, C. ruderum, C. variabilis (platte-, gelobde-, kerk- en donkere citroenkorst), Diplotomma alboatrum (cementkorst), Toninia aromatica (muurblaaskorst). Pioniersoorten van zure bakstenen muren: Buellia aethalea (steenstrontjesmos), Porpidia soredizodes (dunne blauwkorst), Trapelia placodioides (wit sterschoteltje). Epilieten van oude zure bakstenen muren. Daarbij werden acht voor Vlaanderen zeldzame tot zeer zeldzame steenbewonende soorten aangetroffen: Lecanora orosthea (stoffige schotelkorst), L. pannonica (oosterse schotelkorst), L. rupicola (dijkschotelkorst), L. sulphurea (zwavelgroene schotelkorst), Rhizocarpon geographicum (gewoon landkaartmos), Rinodina teichophyla (grauwe schotelkorst), Tephromela atra (zwarte schotelkorst) en Xanthoparmelia loxodes (bruin hunnebedschildmos). Bijkomende bijzonderheid was de zeer talrijke aanwezigheid van Diploschistes muscorum (duindaalder). Deze soort parasiteert eerst op Cladonia-soorten (bekermossen) alvorens een zelfstandig leven te gaan leiden. Van het bekermos werd slechts uitzonderlijk nog een klein plukje aangetroffen en het feit dat de meeste exemplaren van D. muscorum zeer groot waren wijst op een hoge ouderdom van het gesteente en de erop groeiende korstmossen. Een andere interessante vondst betreft Hypocenomyce scalaris (gewoon schubjesmos) op de muren van het kerkhof. Dit overwegend epyftisch (op schors voorkomend) korstmos groeit uitzonderlijk op silicaatrotsen, met inbegrip van grafstenen en baksteen, ook in de ons omringen68
De boomklever I september 2015 I flora
de landen (b.v. Diederich et al. 2014; Smith et al. 2004; Wirth 1995). Als epifytisch licheen behoort het tot de zogenaamde acidofytische sooorten, soorten dus die zuurdere boomsoorten verkiezen zoals eik, den of spar. In Vlaanderen blijkt het dus een echte indicatorsoort van oude zure bakstenen of ijzerzandstenen muren. Eerder werd het bij inventarisaties in de provincie Antwerpen viermaal op een kerk aangetroffen en éénmaal op de muren van een priorij. Uit de provincie Vlaams-Brabant zijn twee vondsten op een kerk bekend (niet gepubliceerde gegevens). De meeste bijzondere soorten die we aantroffen op de muren van de abdij zijn soorten die in België hoofdzakelijk gevonden worden in het Ardens district op rotsen bestaande uit silicaatgesteente. Dit gesteente is van nature zuur en baksteen blijkt voor een aantal van hen een geschikt, want ook zuur, substraat. Maar aangezien mortel kalkhoudend is moet deze eerst uitgeloogd worden voor dit substraat geschikt wordt voor zuurminnende korstmossen. Dit is duidelijk het geval bij de bakstenen muren van de abdij van t’ Park. BESPREKING VAN DE MEEST BIJZONDERE STEENBEWONENDE SOORTEN Botryolepraria lesdainii – groene poederkorst Botryolepraria lesdainii is een soort die in Vlaanderen uitsluitend gevonden wordt in de voegen van oude bakstenen muren, vaak in aanwezigheid van Caloplaca chrysodeta. Maar deze laatste hebben we in de Abdij van Park (nog?) niet gezien. Met twee vondsten in de provincie Antwerpen, één in de provincie Limburg, drie in West-Vlaanderen en geen in de provincie Vlaams-Brabant kan dit met recht een zeldzame soort genoemd worden. Caloplaca variabilis – donkere citroenkorst Over het algemeen is Caloplaca variabilis in België een zeer zeldzame soort uitgezonderd in het Maasdistrict waar ze vrij zeldzaam is (Diederich et al. 2014). Ze heeft een voorkeur voor natuur-
lijk kalkrijk gesteente en oude muren. Uit de provincie Antwerpen, waar nagenoeg alle kerkhoven en kerken alsook andere oude gebouwen zoals abdijen werden onderzocht, zijn momenteel slechts vijf locaties bekend, uit Vlaams-Brabant twee. In de andere vlaamse provincies werd deze nog niet gevonden. In de Abdij van Park werd C. variabilis uitsluitend aangetroffen op een deel van de nog niet schoongemaakte balustrade aan de trap van de ingang van het klooster. Werd microscopisch nagekeken. Collema auriforme – parel-geleimos Collema auriforme werd tijdens een vorig bezoek (18/12/2006) aan de abdij gevonden op de muren van het kerkhof maar nu niet terug gevonden. Mogelijks is deze extreem zeldzame soort intussen verdwenen. Haematomma ochroleucum – witgerande stofkorst Haematomma ochroleucum wordt in de checklist vermeld uit België als zeldzaam in het Ardens dirstrict. In de provincie Antwerpen werd H. ochroleucum op vijf kerken aangetroffen. In de andere provincies epyfitisch éénmaal in Oost-Vlaanderen, éénmaal in West-Vlaanderen en éénmaal in Vlaams-Brabant. Uit het gebied van de checklist zijn twee chemotypes bekend: H. ochroleucum var. ochroleucum, syn. H. coccineum (Dicks.) Körb. en H. coccineum var. ochroleucum (Neck.) Th. Fr.
Beide types blijken op de kerk aanwezig te zijn. Er werd van beide types een stuk verzameld met het oog op TLC (het toevoegen van een reagens waarop morfologisch identieke korstmossen verschillend zullen reageren doordat ze andere stoffen vrijzetten) op. H. ochroleucum werd in de Abdij van Park op één plaats op de kerk op ijzerzandsteen aangetroffen met een tiental exemplaren. Lecanora orosthea (Ach.) Ach. – stoffige schotelkorst In de checklist wordt L. orosthea niet voor Vlaanderen opgegeven. (Diederich et al. 2014). Werd voordien in Vlaanderen nog maar éénmaal gevonden op een kerk en de kerkhofmuur in de Provincie Antwerpen (niet gepubliceerde gegevens). Lecanora pannonica Szatala – oosterse schotelkorst Volgens de checklist wordt L. pannonica in België uitsluitend in Vlaanderen aangetroffen op de muren van oude kerken (Diederich et al. 2014). Met tien locaties heeft deze soort nu het statuut van eerder zeldzaam verkregen. Maar aangezien al deze locaties kerken, muren rond kerken, abdijmuren en éénmaal een kasteelmuur betreffen is het zeer goed denkbaar dat een aantal van deze locaties intussen schoongemaakt zijn waardoor de soort op één of meerdere van deze locaties verdwenen is. Ze werd op dezelfde locatie als de vorige soort gevonden, maar met meer dan één exemplaar.
FLORA
Pioniersoorten van kalkhoudende muren: oa. Caloplaca citrina (gewone citroenkorst), Lecanora albescens (kalkschotelkorst), L. campestris (kastanjebruine schotelkorst).
Lecanora rupicola (L.) Zahlbr. subsp. rupicola - dijkschotelkorst Dit is nog maar de derde keer dat deze soort in Vlaanderen werd aangetroffen. De vorige keer (2012) werd deze gevonden, in gezelschap van Lecanora pannonica (oosterse schotelkorst), L. sulphurea (zwavelzure schotelkorst) en TephroFoto 2 Lecanora pannonica Foto: Daniel De Wit De boomklever I september 2015 I flora
69
mela atra (zwarte schotelkorst), op een bakstenen muur aan de kerk in Langdorp (Aarschot). De eerste keer was in 2005 op baksteen van de kerk in het centrum van Vosselaar. In het zuiden van België komt L. rupicola hoofdzakelijk voor in het Ardens district, naast één enkele waarneming in het Maasdistrict (Diederich et al. 2014). In de Abdij van Park werd slechts één exemplaar gevonden op de muur van het kerkhof. Lecanora sulphurea (Hoffm.) Ach. – zwavelgroene schotelkorst Deze soort is in België een stuk algemener dan op basis van de checklist blijkt. Deze geeft één vindplaats op voor het Kempens district, één voor het Brabants district en 2-4 vindplaatsen in het Ardens district (Diederich et al. 2014). Met elf locaties in Vlaanderen heeft deze soort het statuut van vrij zeldzaam verkregen. Volgens de checklist komt deze vaak samen voor met Tephromela atra wat inderdaad ook hier het geval is. Rinodina teichophila (Nyl.) Arnold – grauwe schotelkorst In de checklist (Diederich et al. 2014) wordt R. teichophyla voor België enkel opgegeven uit het zuiden groeiend op kalkgesteente in natuurlijke omstandigheden Maar ook daar wordt R. teichophila slechts zeer zelden (Maasdistrict) tot uiterst zelden (Ardens district) aangetroffen. Buiten het studiegebied van de checklist blijkt deze soort ook bekend van silicaatrotsen, baksteen, mortel enz. Tot nog toe was dit taxon nog maar van één enkele locatie in Vlaanderen bekend namelijk van de bovenkant van een bakstenen muur van Ten Bogaerde te Koksijde (niet gepub. gegevens). 70
Tephromela atra (Huds.) Hafellner - zwarte schotelkorst Van de bijzondere soorten is dit één van de algemeenste, zowel in Vlaanderen (bekend van 14 locaties) als in Wallonië (zeldzaam in het Maasdistrict, eerder zeldzaam in het Ardens district) (Diederich et al. 2014). Xanthoparmelia loxodes (Nyl.) O. Blanco, A. Crespo, Elix, D. Hawksw. & Lumbsch - bruin hunnebedschildmos Xanthoparmelia loxodes is één van de algemenere soorten. Het is het enige typisch steenbewonend schildmos dat regelmatig in Vlaanderen wordt aangetroffen. Tot nu toe werd het op 12 locaties aangetroffen. Rhizocarpon geographicum (L.) DC. subsp. tinei – gewoon landkaartmos Van deze soort bestaan een aantal ondersoorten die zeer moeilijk met zekerheid van elkaar kunnen onderscheiden worden, voornamelijk ook omdat deze soort in Vlaanderen meestal niet verzameld kan worden. Van Rhizocarpon geographicum s.l. zijn momenteel in Vlaanderen tien locaties bekend. Op bijna alle locaties, behalve die van de Abdij van Park, met slechts één exemplaar, dus zeer kwetsbaar. Nu vonden we verschillende fertiele populaties. Daarvan werd één exemplaar verzameld waardoor we het met zekerheid op naam konden brengen.
restaureerd zijn waardoor een aantal van deze soorten op één of meerdere van deze locaties verdwenen is. En sinds de eeuwigdurende concessie op grafzerken werd afgeschaft lopen ook soorten typisch voor oud kalkgesteente gevaar. In Nederland bestaat wel een rode lijst korstmossen (Aptroot, van Herk & Sparrius 2011). Zes van de twaalf besproken soorten blijken kwetsbaar of bedreigd (Tabel 1).
EN WAT MET DE EPIFYTEN EN DE GRONDBEWONENDE SOORTEN? Op het grondgebied van de abdij staan ook een aantal bomen. Hierop werden geen bijzondere soorten aangetroffen. Ook de grond werd onderzocht maar deze leverde eveneens geen bijzonderheden op. Literatuur
Botryolepraria lesdainii Caloplaca variabilis Collema auriforme Haematomma ochroleucum Lecanora orosthea Lecanora pannonica Lecanora rupicola Lecanora sulphurea Rhizocarpon geographicum Rinodina teichophila Tephromela atra Xanthoparmelia loxodes
Thans niet bedreigd Ernstig bedreigd Geen beoordeling Thans niet bedreigd Kwetsbaar Thans niet bedreigd Kwetsbaar Kwetsbaar Kwetsbaar Thans niet bedreigd Thans niet bedreigd Bedreigd
▴ Tabel 1 In Vlaanderen zeldzame soorten met hun rode lijst status (Nederlandse rode lijst)
Habitatverlies veroorzaakt door het schoonmaken van muren bij restauraties en het verwijderen of opkuisen van oude grafzerken is de belangrijkste bedreiging voor deze soorten. ▾ Foto 4 Tephromela atra (links) en Lecanora sulphurea (rechts) Foto: Daniel De Wit
Aptroot A., van Herk K. & Sparrius L. (2011). Basisrapport Rode Lijst Korstmossen. Buxbaumiella 92. Diederich P., Ertz D., Stapper N., Sérusiaux E., Van den Broeck D., van den Boom P. & Ries C. (2013). The lichens and lichenicolous fungi of Belgium, Luxembourg and northern France. - URL: http://www.lichenology.info [raadpleging: 04-07-2014]. Smith C.W., Aptroot A., Coppins B.J., Fletcher A., Gilbert O.L., James P.W. & Wolseley P.A. (2009). The lichens of Great Britain and Ireland. British Lichen Society, London, 1046 p. Wirth, V. (1995). Die Flechten Baden-Württembergs Teil 1 + 2, Stuttgart, E. Ulmer
FLORA
◂ Foto 3 Lecanora rupicola Foto: Daniel De Wit
Dries Van den Broeck Plantentuin Meise, Nieuwelaan 38 1860 Meise [dries.van.den.broeck@br.fgov.be] Daniel De Wit Mariadallaan 5A, B-1930 Zaventem [daniel.dewit@skynet.be]
▾ Foto 5 Rhizocarpon geographicum subsp. tinei met boven en rechts Xanthoparmelia loxodes Foto: Daniel De Wit
BESCHERMING België heeft geen rode lijst voor korstmossen. Maar alle locaties van deze soorten betreffen kerken, muren rond kerken, abdijmuren, oude kalkstenen graven en éénmaal een kasteelmuur. Al deze muren zijn onderhevig aan verval en dus is het zeer goed denkbaar dat een aantal van deze locaties intussen schoongemaakt of ge71
mela atra (zwarte schotelkorst), op een bakstenen muur aan de kerk in Langdorp (Aarschot). De eerste keer was in 2005 op baksteen van de kerk in het centrum van Vosselaar. In het zuiden van België komt L. rupicola hoofdzakelijk voor in het Ardens district, naast één enkele waarneming in het Maasdistrict (Diederich et al. 2014). In de Abdij van Park werd slechts één exemplaar gevonden op de muur van het kerkhof. Lecanora sulphurea (Hoffm.) Ach. – zwavelgroene schotelkorst Deze soort is in België een stuk algemener dan op basis van de checklist blijkt. Deze geeft één vindplaats op voor het Kempens district, één voor het Brabants district en 2-4 vindplaatsen in het Ardens district (Diederich et al. 2014). Met elf locaties in Vlaanderen heeft deze soort het statuut van vrij zeldzaam verkregen. Volgens de checklist komt deze vaak samen voor met Tephromela atra wat inderdaad ook hier het geval is. Rinodina teichophila (Nyl.) Arnold – grauwe schotelkorst In de checklist (Diederich et al. 2014) wordt R. teichophyla voor België enkel opgegeven uit het zuiden groeiend op kalkgesteente in natuurlijke omstandigheden Maar ook daar wordt R. teichophila slechts zeer zelden (Maasdistrict) tot uiterst zelden (Ardens district) aangetroffen. Buiten het studiegebied van de checklist blijkt deze soort ook bekend van silicaatrotsen, baksteen, mortel enz. Tot nog toe was dit taxon nog maar van één enkele locatie in Vlaanderen bekend namelijk van de bovenkant van een bakstenen muur van Ten Bogaerde te Koksijde (niet gepub. gegevens). 70
Tephromela atra (Huds.) Hafellner - zwarte schotelkorst Van de bijzondere soorten is dit één van de algemeenste, zowel in Vlaanderen (bekend van 14 locaties) als in Wallonië (zeldzaam in het Maasdistrict, eerder zeldzaam in het Ardens district) (Diederich et al. 2014). Xanthoparmelia loxodes (Nyl.) O. Blanco, A. Crespo, Elix, D. Hawksw. & Lumbsch - bruin hunnebedschildmos Xanthoparmelia loxodes is één van de algemenere soorten. Het is het enige typisch steenbewonend schildmos dat regelmatig in Vlaanderen wordt aangetroffen. Tot nu toe werd het op 12 locaties aangetroffen. Rhizocarpon geographicum (L.) DC. subsp. tinei – gewoon landkaartmos Van deze soort bestaan een aantal ondersoorten die zeer moeilijk met zekerheid van elkaar kunnen onderscheiden worden, voornamelijk ook omdat deze soort in Vlaanderen meestal niet verzameld kan worden. Van Rhizocarpon geographicum s.l. zijn momenteel in Vlaanderen tien locaties bekend. Op bijna alle locaties, behalve die van de Abdij van Park, met slechts één exemplaar, dus zeer kwetsbaar. Nu vonden we verschillende fertiele populaties. Daarvan werd één exemplaar verzameld waardoor we het met zekerheid op naam konden brengen.
restaureerd zijn waardoor een aantal van deze soorten op één of meerdere van deze locaties verdwenen is. En sinds de eeuwigdurende concessie op grafzerken werd afgeschaft lopen ook soorten typisch voor oud kalkgesteente gevaar. In Nederland bestaat wel een rode lijst korstmossen (Aptroot, van Herk & Sparrius 2011). Zes van de twaalf besproken soorten blijken kwetsbaar of bedreigd (Tabel 1).
EN WAT MET DE EPIFYTEN EN DE GRONDBEWONENDE SOORTEN? Op het grondgebied van de abdij staan ook een aantal bomen. Hierop werden geen bijzondere soorten aangetroffen. Ook de grond werd onderzocht maar deze leverde eveneens geen bijzonderheden op. Literatuur
Botryolepraria lesdainii Caloplaca variabilis Collema auriforme Haematomma ochroleucum Lecanora orosthea Lecanora pannonica Lecanora rupicola Lecanora sulphurea Rhizocarpon geographicum Rinodina teichophila Tephromela atra Xanthoparmelia loxodes
Thans niet bedreigd Ernstig bedreigd Geen beoordeling Thans niet bedreigd Kwetsbaar Thans niet bedreigd Kwetsbaar Kwetsbaar Kwetsbaar Thans niet bedreigd Thans niet bedreigd Bedreigd
▴ Tabel 1 In Vlaanderen zeldzame soorten met hun rode lijst status (Nederlandse rode lijst)
Habitatverlies veroorzaakt door het schoonmaken van muren bij restauraties en het verwijderen of opkuisen van oude grafzerken is de belangrijkste bedreiging voor deze soorten. ▾ Foto 4 Tephromela atra (links) en Lecanora sulphurea (rechts) Foto: Daniel De Wit
Aptroot A., van Herk K. & Sparrius L. (2011). Basisrapport Rode Lijst Korstmossen. Buxbaumiella 92. Diederich P., Ertz D., Stapper N., Sérusiaux E., Van den Broeck D., van den Boom P. & Ries C. (2013). The lichens and lichenicolous fungi of Belgium, Luxembourg and northern France. - URL: http://www.lichenology.info [raadpleging: 04-07-2014]. Smith C.W., Aptroot A., Coppins B.J., Fletcher A., Gilbert O.L., James P.W. & Wolseley P.A. (2009). The lichens of Great Britain and Ireland. British Lichen Society, London, 1046 p. Wirth, V. (1995). Die Flechten Baden-Württembergs Teil 1 + 2, Stuttgart, E. Ulmer
FLORA
◂ Foto 3 Lecanora rupicola Foto: Daniel De Wit
Dries Van den Broeck Plantentuin Meise, Nieuwelaan 38 1860 Meise [dries.van.den.broeck@br.fgov.be] Daniel De Wit Mariadallaan 5A, B-1930 Zaventem [daniel.dewit@skynet.be]
▾ Foto 5 Rhizocarpon geographicum subsp. tinei met boven en rechts Xanthoparmelia loxodes Foto: Daniel De Wit
BESCHERMING België heeft geen rode lijst voor korstmossen. Maar alle locaties van deze soorten betreffen kerken, muren rond kerken, abdijmuren, oude kalkstenen graven en éénmaal een kasteelmuur. Al deze muren zijn onderhevig aan verval en dus is het zeer goed denkbaar dat een aantal van deze locaties intussen schoongemaakt of ge71
Op het moment dat ik dit artikel probeer neer te pennen is augustus al ver gevorderd. Elke zichzelf respecterende trekteller ontwaakt dan uit zijn of haar winterslaap, reikhalzend uitkijkend naar de honderdduizenden trekvogels die overdag en ‘s nachts de volgende maanden ons Dijleland zullen doorkruisen. De voorwacht heeft zich al aangekondigd met de eerste trekkende Ooievaars, Wespendieven, Visarenden, Kiekendieven, Zwarte sterns, Duinpiepers, Gele kwikken, Tapuiten en Paapjes. Let the games begin and may the odds be ever in your favor … Trektellen blijft onverminderd populair in Vlaanderen en Nederland, mede door het succes van de website trektellen.nl. Je eigen gegevens invoeren en meteen kunnen vergelijken met die van tientallen andere telposten, mogelijkheden om zelf bewerkingen uit te voeren met een kolossale hoeveelheid data, … we hadden er enkele tientallen jaren geleden alleen maar kunnen van dromen. Toch is dit trektellen in onze regio eerder beperkt. Met moeite kunnen alle posten gelijktijdig bezet worden, worden er in vergelijking weinig teluren geklokt en zijn er op één post meestal onvoldoende tellers aanwezig. Reden? Misschien
de drempelvrees, de moeilijkheidsgraad of toch eerder … onbekend maakt onbemind? Misschien kan daar verandering in gebracht worden met een aantal activerende hulpmiddelen. Te beginnen met een overzicht en beschrijving van de belangrijkste trektelposten in onze regio. TREKTELLEN … IN DE REGIO Een telpost is een vast punt vanwaar gedurende het gehele jaar onder alle omstandigheden de vogeltrek kan worden waargenomen. Bij het kiezen van een locatie voor een telpost zijn een aantal criteria bepalend. Je dient vanaf de telpost best in alle richtingen vrij zicht te hebben. Gedurende de periode van het jaar dat er geteld wordt, moet er kunnen geteld worden. Maïsaanplantingen bijvoorbeeld kunnen daarbij erg belemmerend en frustrerend werken. Aangezien het best is om meerdere jaren op eenzelfde plaats te tellen (telgegevens krijgen meer waarde) moet er ook gekeken worden naar de toekomst. Gebieden met jonge bosaanplant, periodieke overstromingen door hoge waterstanden of mogelijke industriebestemming worden best vermeden. Een geluidsarme omgeving geeft ook een meerwaarde bij de zangvogeltrek. Daarnaast kan de vogeltrek in een gebied door plaatselijke factoren beïnvloedt worden.
Trektelpost Leefdaal Plateau Het plateau van Leefdaal is hoofdzakelijk een akkergebied dat tot op heden gespaard is gebleven van grootschalige ruilverkavelingen. De absolute sterkte van het plateau is dat het tot 60 meter boven de valleigebieden ligt. Die hoogteverschillen zorgen voor schitterende vergezichten in alle richtingen voor de volle 360°. Dit maakt het ook tot dé trektelpost bij uitstek van de regio. Het weidse uitzicht maakt dat zowel vogels boven de Dijlevallei, boven Leuven als boven de Brabantse steilrand al van ver kunnen opgepikt worden. Nog een belangrijke troef is dat er zowel in het voorjaar als in het najaar geteld kan worden. In geen van de ander telposten is dit het geval. Daartegenover is het een groot gebied waarover de vogels zeer breed uitgesmeerd passeren, determinaties moeten soms op zeer grote afstand gebeuren en meerdere tellers zijn echt noodzakelijk. Zoals op elke telpost krijg je door het rotatiesysteem in de akkerbouw jaar na jaar te maken met wisselende muren van maïs waardoor de post een honderdtal meter kan variëren qua locatie. De grootste aantallen doortrekkende vogels heb je in de periode 2de helft september en vooral
Coördinaten trektelplaats Leefdaal plateau
•• •
50°50’38.5”N 4°37’06.6”E 50°50’34.6”N 4°37’36.9”E 50°50’43.5”N 4°37’17.9”E
oktober. Grote groepen Aalscholvers, Kievitten, Houtduiven, Graspiepers, Vinken, Kepen, Spreeuwen, Zanglijsters, Koperwieken, Kramsvogels en Veldleeuweriken passeren dan. Meer dan 10.000 vogels op een paar uur tijd … het is elke keer opnieuw verbazingwekkend. Eens de ochtendlijke stroom zangvogels afneemt, komt met de stijgende temperatuur de thermiek op gang en kunnen een groot aantal Buizerden en Sperwers doorkomen. Ook Torenvalk, Slechtvalk, Rode wouw, Blauwe kiekendief, Smelleken en misschien nog een late Visarend kan je zien doortrekken of tijdelijk ter plaatse jagend waarnemen. In deze massa voorbijtrekkende vogels zitten er elk jaar wel een aantal zeldzaamheden, ook wel eens ‘krenten’ genaamd. Zo zijn de voorbije jaren Zwarte ooievaar, Morinelplevier, Ruigpootbuizerd, Roodkeelpieper en IJsgors de
VOGELS
TREKTELLEN … onbekend maakt onbemind
Een heuvelrug, een rivier, een stroomdal of een bosrand kan een koersbepaling, koerswijziging of zelfs stuwing geven. Een perfecte telpost zal je niet echt vinden, maar de drie meest bezette telposten in onze regio (Plateau Leefdaal, Pompstation Meerbeek en Kesselberg) komen zeker in aanmerking.
Trektelpost Leefdaal Plateau Foto: Maxime Fajgenblat
72
De boomklever I september 2015 I vogels
73
Op het moment dat ik dit artikel probeer neer te pennen is augustus al ver gevorderd. Elke zichzelf respecterende trekteller ontwaakt dan uit zijn of haar winterslaap, reikhalzend uitkijkend naar de honderdduizenden trekvogels die overdag en ‘s nachts de volgende maanden ons Dijleland zullen doorkruisen. De voorwacht heeft zich al aangekondigd met de eerste trekkende Ooievaars, Wespendieven, Visarenden, Kiekendieven, Zwarte sterns, Duinpiepers, Gele kwikken, Tapuiten en Paapjes. Let the games begin and may the odds be ever in your favor … Trektellen blijft onverminderd populair in Vlaanderen en Nederland, mede door het succes van de website trektellen.nl. Je eigen gegevens invoeren en meteen kunnen vergelijken met die van tientallen andere telposten, mogelijkheden om zelf bewerkingen uit te voeren met een kolossale hoeveelheid data, … we hadden er enkele tientallen jaren geleden alleen maar kunnen van dromen. Toch is dit trektellen in onze regio eerder beperkt. Met moeite kunnen alle posten gelijktijdig bezet worden, worden er in vergelijking weinig teluren geklokt en zijn er op één post meestal onvoldoende tellers aanwezig. Reden? Misschien
de drempelvrees, de moeilijkheidsgraad of toch eerder … onbekend maakt onbemind? Misschien kan daar verandering in gebracht worden met een aantal activerende hulpmiddelen. Te beginnen met een overzicht en beschrijving van de belangrijkste trektelposten in onze regio. TREKTELLEN … IN DE REGIO Een telpost is een vast punt vanwaar gedurende het gehele jaar onder alle omstandigheden de vogeltrek kan worden waargenomen. Bij het kiezen van een locatie voor een telpost zijn een aantal criteria bepalend. Je dient vanaf de telpost best in alle richtingen vrij zicht te hebben. Gedurende de periode van het jaar dat er geteld wordt, moet er kunnen geteld worden. Maïsaanplantingen bijvoorbeeld kunnen daarbij erg belemmerend en frustrerend werken. Aangezien het best is om meerdere jaren op eenzelfde plaats te tellen (telgegevens krijgen meer waarde) moet er ook gekeken worden naar de toekomst. Gebieden met jonge bosaanplant, periodieke overstromingen door hoge waterstanden of mogelijke industriebestemming worden best vermeden. Een geluidsarme omgeving geeft ook een meerwaarde bij de zangvogeltrek. Daarnaast kan de vogeltrek in een gebied door plaatselijke factoren beïnvloedt worden.
Trektelpost Leefdaal Plateau Het plateau van Leefdaal is hoofdzakelijk een akkergebied dat tot op heden gespaard is gebleven van grootschalige ruilverkavelingen. De absolute sterkte van het plateau is dat het tot 60 meter boven de valleigebieden ligt. Die hoogteverschillen zorgen voor schitterende vergezichten in alle richtingen voor de volle 360°. Dit maakt het ook tot dé trektelpost bij uitstek van de regio. Het weidse uitzicht maakt dat zowel vogels boven de Dijlevallei, boven Leuven als boven de Brabantse steilrand al van ver kunnen opgepikt worden. Nog een belangrijke troef is dat er zowel in het voorjaar als in het najaar geteld kan worden. In geen van de ander telposten is dit het geval. Daartegenover is het een groot gebied waarover de vogels zeer breed uitgesmeerd passeren, determinaties moeten soms op zeer grote afstand gebeuren en meerdere tellers zijn echt noodzakelijk. Zoals op elke telpost krijg je door het rotatiesysteem in de akkerbouw jaar na jaar te maken met wisselende muren van maïs waardoor de post een honderdtal meter kan variëren qua locatie. De grootste aantallen doortrekkende vogels heb je in de periode 2de helft september en vooral
Coördinaten trektelplaats Leefdaal plateau
•• •
50°50’38.5”N 4°37’06.6”E 50°50’34.6”N 4°37’36.9”E 50°50’43.5”N 4°37’17.9”E
oktober. Grote groepen Aalscholvers, Kievitten, Houtduiven, Graspiepers, Vinken, Kepen, Spreeuwen, Zanglijsters, Koperwieken, Kramsvogels en Veldleeuweriken passeren dan. Meer dan 10.000 vogels op een paar uur tijd … het is elke keer opnieuw verbazingwekkend. Eens de ochtendlijke stroom zangvogels afneemt, komt met de stijgende temperatuur de thermiek op gang en kunnen een groot aantal Buizerden en Sperwers doorkomen. Ook Torenvalk, Slechtvalk, Rode wouw, Blauwe kiekendief, Smelleken en misschien nog een late Visarend kan je zien doortrekken of tijdelijk ter plaatse jagend waarnemen. In deze massa voorbijtrekkende vogels zitten er elk jaar wel een aantal zeldzaamheden, ook wel eens ‘krenten’ genaamd. Zo zijn de voorbije jaren Zwarte ooievaar, Morinelplevier, Ruigpootbuizerd, Roodkeelpieper en IJsgors de
VOGELS
TREKTELLEN … onbekend maakt onbemind
Een heuvelrug, een rivier, een stroomdal of een bosrand kan een koersbepaling, koerswijziging of zelfs stuwing geven. Een perfecte telpost zal je niet echt vinden, maar de drie meest bezette telposten in onze regio (Plateau Leefdaal, Pompstation Meerbeek en Kesselberg) komen zeker in aanmerking.
Trektelpost Leefdaal Plateau Foto: Maxime Fajgenblat
72
De boomklever I september 2015 I vogels
73
Trektelpost Meerbeek Foto: Maxime Fajgenblat
Trektelpost Pompstation Meerbeek Deze telpost bevindt zich op de ongeveer 90 meter hoge Brabantse steilrand die in Meerbeek plots uit de Vlaamse vlakte oprijst met een ver zicht richting noorden. Bij helder weer kan je het Atomium zien en kijk je over de Sint-Romboutstoren in Mechelen zo tot aan de waterdamppluim van de kerncentrale van Doel. Ooievaars, reigers, Kraanvogels en roofvogels kan je waarnemen en determineren boven het bos van Merode en het Dorenveld. Afhankelijk van waar je staat, heb je ook zicht op het oostelijk gelegen plateau van Leefdaal en de vallei van de Voer. In het najaar heeft Meerbeek het grote voordeel dat de vogels vaak lager en mooi overvliegen doordat ze vanuit het noorden tegen deze steilrand opbotsen. De boscomplexen net ten oosten en ten westen zorgen dan vermoedelijk weer voor meer geconcen-
treerd overvliegen waardoor de voorbijtrekkende aantallen vogels hoger liggen dan op de andere trektelposten. In omgekeerde richting (voorjaar) is deze post niet geschikt en wordt daarom enkel in het najaar bemand. Nergens op deze telpost heb je 360° vrij zicht. Het zicht wordt beperkt Coördinaten trektelplaats pompstation Meerbeek
••
50°52’13.6”N 4°35’31.3”E 50°50’51.1”N 4°33’24.4”E
door de kruinen van aanwezige bosjes en de houtkanten van de holle wegen. De jaarlijkse locatiekeuze van de post is zoals altijd bepaald door wisselende maïsaanplantingen maar de
windrichting van de dag kan hierbij ook een belangrijke rol spelen. Bij tegenwind hebben de vogels de neiging om het valleitje net ten noorden van de heuvelrug te volgen om zo dan uiteindelijk toch over te vliegen net voor de bosjes aan de jeugdinstelling aan de Hollestraat. Bij wind in de rug vliegen ze daarentegen meer verspreid. Nog een bijkomende niet te onderschatten hindernis op deze telpost, is de aanhoudende geluidshinder van de nabij gelegen E40. Als je weet dat het horen van roepjes van overvliegende vogels van essentieel belang is bij het trektellen kan dit vaak frustrerend zijn. De voorbije jaren zijn er ook hier heel wat krenten opgepikt. Zo werden Strandleeuwerik, Roodkeelpieper, Europese kanarie, Griel en Ortolaan waargenomen. De gebruikelijke locaties liggen in de buurt van de Hulstbergstraat en parkeerplaats is er aan het pompstation zelf langs de Heerbaan in Meerbeek (zie bijgevoegd kaartje). Trektelpost Kesselberg Dit is de jongste spruit van de telposten. Hier wordt nog maar 2 jaar geteld. Misschien onmiddellijk een mogelijk misverstand uit de weg ruimen. De trektelpost ligt niet op de eigenlijke
Coördinaten trektelplaats Kesselberg
••
50°54’36.7”N 4°45’40.5”E 50°54’33.9”N 4°45’18.4”E
Kesselberg. De Kesselberg is een 75m hoge heuveltop deel uitmakend van een aaneengesloten Hagelandse heuvelrug met steile hellingen. De Chartreuzenberg maakt daar ook deel van uit en hierop is er een uitgestrekt plateau met een O-W-oriëntatie. Het is op dit plateau dat de trektelpost gesitueerd is, maar binnen de gebiedsafbakening van waarnemingen.be wordt dit als Kesselberg ingetekend. Deze telpost ligt ook als enige van de drie aan
VOGELS
revue gepasseerd. Het akkerlandschap met verspreide bosjes maakt dat er na de nachttrek ook interessante pleisteraars zoals Paapjes en Tapuiten aangetroffen kunnen worden. De telpost is het makkelijkst te bereiken via de Langestraat (Bredeweg). Je kan de wagen parkeren langs de Delle (kruispunt met de Blokkenstraat - zie bijgevoegd kaartje).
Trektelpost Kesselberg Foto: Maxime Fajgenblat
74
De boomklever I september 2015 I vogels
De boomklever I september 2015 I vogels
75
Trektelpost Meerbeek Foto: Maxime Fajgenblat
Trektelpost Pompstation Meerbeek Deze telpost bevindt zich op de ongeveer 90 meter hoge Brabantse steilrand die in Meerbeek plots uit de Vlaamse vlakte oprijst met een ver zicht richting noorden. Bij helder weer kan je het Atomium zien en kijk je over de Sint-Romboutstoren in Mechelen zo tot aan de waterdamppluim van de kerncentrale van Doel. Ooievaars, reigers, Kraanvogels en roofvogels kan je waarnemen en determineren boven het bos van Merode en het Dorenveld. Afhankelijk van waar je staat, heb je ook zicht op het oostelijk gelegen plateau van Leefdaal en de vallei van de Voer. In het najaar heeft Meerbeek het grote voordeel dat de vogels vaak lager en mooi overvliegen doordat ze vanuit het noorden tegen deze steilrand opbotsen. De boscomplexen net ten oosten en ten westen zorgen dan vermoedelijk weer voor meer geconcen-
treerd overvliegen waardoor de voorbijtrekkende aantallen vogels hoger liggen dan op de andere trektelposten. In omgekeerde richting (voorjaar) is deze post niet geschikt en wordt daarom enkel in het najaar bemand. Nergens op deze telpost heb je 360° vrij zicht. Het zicht wordt beperkt Coördinaten trektelplaats pompstation Meerbeek
••
50°52’13.6”N 4°35’31.3”E 50°50’51.1”N 4°33’24.4”E
door de kruinen van aanwezige bosjes en de houtkanten van de holle wegen. De jaarlijkse locatiekeuze van de post is zoals altijd bepaald door wisselende maïsaanplantingen maar de
windrichting van de dag kan hierbij ook een belangrijke rol spelen. Bij tegenwind hebben de vogels de neiging om het valleitje net ten noorden van de heuvelrug te volgen om zo dan uiteindelijk toch over te vliegen net voor de bosjes aan de jeugdinstelling aan de Hollestraat. Bij wind in de rug vliegen ze daarentegen meer verspreid. Nog een bijkomende niet te onderschatten hindernis op deze telpost, is de aanhoudende geluidshinder van de nabij gelegen E40. Als je weet dat het horen van roepjes van overvliegende vogels van essentieel belang is bij het trektellen kan dit vaak frustrerend zijn. De voorbije jaren zijn er ook hier heel wat krenten opgepikt. Zo werden Strandleeuwerik, Roodkeelpieper, Europese kanarie, Griel en Ortolaan waargenomen. De gebruikelijke locaties liggen in de buurt van de Hulstbergstraat en parkeerplaats is er aan het pompstation zelf langs de Heerbaan in Meerbeek (zie bijgevoegd kaartje). Trektelpost Kesselberg Dit is de jongste spruit van de telposten. Hier wordt nog maar 2 jaar geteld. Misschien onmiddellijk een mogelijk misverstand uit de weg ruimen. De trektelpost ligt niet op de eigenlijke
Coördinaten trektelplaats Kesselberg
••
50°54’36.7”N 4°45’40.5”E 50°54’33.9”N 4°45’18.4”E
Kesselberg. De Kesselberg is een 75m hoge heuveltop deel uitmakend van een aaneengesloten Hagelandse heuvelrug met steile hellingen. De Chartreuzenberg maakt daar ook deel van uit en hierop is er een uitgestrekt plateau met een O-W-oriëntatie. Het is op dit plateau dat de trektelpost gesitueerd is, maar binnen de gebiedsafbakening van waarnemingen.be wordt dit als Kesselberg ingetekend. Deze telpost ligt ook als enige van de drie aan
VOGELS
revue gepasseerd. Het akkerlandschap met verspreide bosjes maakt dat er na de nachttrek ook interessante pleisteraars zoals Paapjes en Tapuiten aangetroffen kunnen worden. De telpost is het makkelijkst te bereiken via de Langestraat (Bredeweg). Je kan de wagen parkeren langs de Delle (kruispunt met de Blokkenstraat - zie bijgevoegd kaartje).
Trektelpost Kesselberg Foto: Maxime Fajgenblat
74
De boomklever I september 2015 I vogels
De boomklever I september 2015 I vogels
75
zo goed als geen geluidshinder. Op mooie dagen wordt de steile N-helling vaak door roofvogels gebruikt om al thermiekend hoogte te winnen wat vaak mooie ‘bellen’ Buizerden oplevert. De voorbije twee jaren zijn ook hier zeldzaamheden waargenomen zoals Roodpootvalk, Europese kanarie, Grote pieper en IJsgors. Afhankelijk van de maïsaanplantingen kan er vanaf twee locaties geteld worden. Beiden liggen langs de weg Chartreuzenberg en geparkeerd kan er worden vlak voor de wijngaard (Domein Chartreuzenberg) of in de kapeldreef (zie bijgevoegd kaartje). Om een idee te krijgen van de mogelijkheden van elke telpost zijn de telgegevens van de simultaantrektelling van vorig jaar hieronder bijgevoegd. Een echte vergelijking met conclusies kunnen we pas binnen enkele jaren voorzichtig proberen te formuleren.
Tabel 2: Telgegevens van de trektelpost Leefdaal Plateau tijdens de simultaantelling op 19/10/14
Aalscholver Grote zilverreiger Blauwe reiger Sperwer Buizerd Goudplevier Kievit Kokmeeuw
Z 146 1 2 1 8 3 24 142
N -
Graspieper Gele kwikstaart Witte kwikstaart Merel Zanglijster Koperwiek Grote Lijster Kauw
Z 244 4 25 7 9 9 4 105
Holenduif
3
-
Spreeuw
1083 -
Houtduif
3509 -
Vink
3677 -
Veldleeuwerik
324
Keep
7
-
N -
Europese kanarie Putter Kneu Kruisbek Goudvink Rietgors Oranje luzernevlinder Atalanta
Z 1 1 28 1 3 7 2 29
N -
Kleine vos
1
-
-
Totaal: 9410 exemplaren, 31 soorten, 6:50 uren
Tabel 1: Telgegevens van de trektelpost Kesselberg tijdens de simultaantelling op 19/10/14
Aalscholver Blauwe reiger Grauwe gans Wilde eend Slobeend Bruine kiekendief Sperwer Buizerd
Z 111 1 13 72 4 1 11 17
N -
Veldleeuwerik Graspieper Grote gele kwikstaart Witte kwikstaart Heggenmus Merel Kramsvogel Zanglijster
Z 418 188 3 88 4 4 16 41
N -
Spreeuw Ringmus Keep vink spec. Groenling Sijs Kneu Kruisbek
Z 193 19 14 7506 5 79 92 2
N -
Aalscholver Grauwe gans Bruine kiekendief Sperwer Buizerd Torenvalk Smelleken Kievit
Z 148 54 1 13 41 1 2 245
N -
Boerenzwaluw Graspieper Witte Kwikstaart Beflijster Merel Zanglijster Koperwiek Grote Lijster
Z 4 580 316 3 6 31 259 107
N -
Ringmus Vink Keep Groenling Putter Sijs Kneu Kruisbek
Z 32 7983 3 16 2 37 414 15
N -
Slechtvalk
1
-
Koperwiek
229
-
IJsgors
1
-
Kokmeeuw
102
-
Zwarte Mees
4
-
Goudvink
1
-
Kievit
86
-
Grote Lijster
21
-
Geelgors
2
-
Kleine mantelmeeuw
1
-
Pimpelmees
15
-
Appelvink
2
-
Kokmeeuw
8
-
Pimpelmees
4
-
Rietgors
47
-
Holenduif
52
-
Koolmees
4
-
Rietgors
245
-
Kleine mantelmeeuw
1
-
Gaai
2
-
Atalanta
17
-
Houtduif
5800 -
Gaai
7
-
Atalanta
51
-
Houtduif
4696 -
Kauw
138
-
Boomleeuwerik
24
Kauw
369
-
Boomleeuwerik
9
Zwarte Kraai
18
-
Veldleeuwerik
1219 -
Spreeuw
478
-
-
Totaal: 14182 exemplaren, 40 soorten, 8:00 uren
76
Tabel 3: Telgegevens van de trektelpost Pompstation Meerbeek tijdens de simultaantelling op 19/10/14
De boomklever I september 2015 I vogels
-
VOGELS
de oostelijke kant van Leuven. Het plateau bevindt zich op het einde van een trechtervormige groene zone met heel wat natuur- en bosgebieden tussen Rotselaar en Aarschot. Als je de NO-ZW-trekrichting vanuit dit eindpunt doortrekt tot ten zuiden van Leuven dan kom je perfect uit op de oostkant van Meerdaalwoud. Vermoedelijk vormt dit de belangrijke aantrekkingskracht voor trekvogels. Het plateau heeft een beperkte zichtbaarheid door een volledige omranding met bomen, weliswaar op respectabele afstanden. Op zich vormt dit niet echt een probleem want door de hoogteligging en de trechtervorm steken de vogels vlak voor de telpost het plateau over. Dit maakt dat de vogels geconcentreerd, laag en mooi waarneembaar langsvliegen. Bij tegenwind steken ze het plateau meer oostelijker over en volgen ze de zuidelijke bosrand om dan aan de telpost de Lemingvallei over te steken richting Meerdaalwoud. De locatie is zeer rustig en kent
Totaal: 18687 exemplaren, 40 soorten, 6:00 uren De boomklever I september 2015 I vogels
77
zo goed als geen geluidshinder. Op mooie dagen wordt de steile N-helling vaak door roofvogels gebruikt om al thermiekend hoogte te winnen wat vaak mooie ‘bellen’ Buizerden oplevert. De voorbije twee jaren zijn ook hier zeldzaamheden waargenomen zoals Roodpootvalk, Europese kanarie, Grote pieper en IJsgors. Afhankelijk van de maïsaanplantingen kan er vanaf twee locaties geteld worden. Beiden liggen langs de weg Chartreuzenberg en geparkeerd kan er worden vlak voor de wijngaard (Domein Chartreuzenberg) of in de kapeldreef (zie bijgevoegd kaartje). Om een idee te krijgen van de mogelijkheden van elke telpost zijn de telgegevens van de simultaantrektelling van vorig jaar hieronder bijgevoegd. Een echte vergelijking met conclusies kunnen we pas binnen enkele jaren voorzichtig proberen te formuleren.
Tabel 2: Telgegevens van de trektelpost Leefdaal Plateau tijdens de simultaantelling op 19/10/14
Aalscholver Grote zilverreiger Blauwe reiger Sperwer Buizerd Goudplevier Kievit Kokmeeuw
Z 146 1 2 1 8 3 24 142
N -
Graspieper Gele kwikstaart Witte kwikstaart Merel Zanglijster Koperwiek Grote Lijster Kauw
Z 244 4 25 7 9 9 4 105
Holenduif
3
-
Spreeuw
1083 -
Houtduif
3509 -
Vink
3677 -
Veldleeuwerik
324
Keep
7
-
N -
Europese kanarie Putter Kneu Kruisbek Goudvink Rietgors Oranje luzernevlinder Atalanta
Z 1 1 28 1 3 7 2 29
N -
Kleine vos
1
-
-
Totaal: 9410 exemplaren, 31 soorten, 6:50 uren
Tabel 1: Telgegevens van de trektelpost Kesselberg tijdens de simultaantelling op 19/10/14
Aalscholver Blauwe reiger Grauwe gans Wilde eend Slobeend Bruine kiekendief Sperwer Buizerd
Z 111 1 13 72 4 1 11 17
N -
Veldleeuwerik Graspieper Grote gele kwikstaart Witte kwikstaart Heggenmus Merel Kramsvogel Zanglijster
Z 418 188 3 88 4 4 16 41
N -
Spreeuw Ringmus Keep vink spec. Groenling Sijs Kneu Kruisbek
Z 193 19 14 7506 5 79 92 2
N -
Aalscholver Grauwe gans Bruine kiekendief Sperwer Buizerd Torenvalk Smelleken Kievit
Z 148 54 1 13 41 1 2 245
N -
Boerenzwaluw Graspieper Witte Kwikstaart Beflijster Merel Zanglijster Koperwiek Grote Lijster
Z 4 580 316 3 6 31 259 107
N -
Ringmus Vink Keep Groenling Putter Sijs Kneu Kruisbek
Z 32 7983 3 16 2 37 414 15
N -
Slechtvalk
1
-
Koperwiek
229
-
IJsgors
1
-
Kokmeeuw
102
-
Zwarte Mees
4
-
Goudvink
1
-
Kievit
86
-
Grote Lijster
21
-
Geelgors
2
-
Kleine mantelmeeuw
1
-
Pimpelmees
15
-
Appelvink
2
-
Kokmeeuw
8
-
Pimpelmees
4
-
Rietgors
47
-
Holenduif
52
-
Koolmees
4
-
Rietgors
245
-
Kleine mantelmeeuw
1
-
Gaai
2
-
Atalanta
17
-
Houtduif
5800 -
Gaai
7
-
Atalanta
51
-
Houtduif
4696 -
Kauw
138
-
Boomleeuwerik
24
Kauw
369
-
Boomleeuwerik
9
Zwarte Kraai
18
-
Veldleeuwerik
1219 -
Spreeuw
478
-
-
Totaal: 14182 exemplaren, 40 soorten, 8:00 uren
76
Tabel 3: Telgegevens van de trektelpost Pompstation Meerbeek tijdens de simultaantelling op 19/10/14
De boomklever I september 2015 I vogels
-
VOGELS
de oostelijke kant van Leuven. Het plateau bevindt zich op het einde van een trechtervormige groene zone met heel wat natuur- en bosgebieden tussen Rotselaar en Aarschot. Als je de NO-ZW-trekrichting vanuit dit eindpunt doortrekt tot ten zuiden van Leuven dan kom je perfect uit op de oostkant van Meerdaalwoud. Vermoedelijk vormt dit de belangrijke aantrekkingskracht voor trekvogels. Het plateau heeft een beperkte zichtbaarheid door een volledige omranding met bomen, weliswaar op respectabele afstanden. Op zich vormt dit niet echt een probleem want door de hoogteligging en de trechtervorm steken de vogels vlak voor de telpost het plateau over. Dit maakt dat de vogels geconcentreerd, laag en mooi waarneembaar langsvliegen. Bij tegenwind steken ze het plateau meer oostelijker over en volgen ze de zuidelijke bosrand om dan aan de telpost de Lemingvallei over te steken richting Meerdaalwoud. De locatie is zeer rustig en kent
Totaal: 18687 exemplaren, 40 soorten, 6:00 uren De boomklever I september 2015 I vogels
77
TREKTELLEN … VALT TE LEREN Bij het trektellen vormen de herkenning van roepjes en de vluchtkenmerken de basis voor de uiteindelijke determinatie van een meestal snel voorbij vliegende vogel en waarschijnlijk schrikt dit velen af. Het lijkt (te) moeilijk te zijn. Toch zijn dit zaken die perfect te leren zijn. Op het internet vind je mits een beetje zoekwerk een veelheid aan info: vluchtroepjes kan je terugvinden op http://www.xeno-canto.org/ en de vluchtkenmerken met foto’s zijn bijvoorbeeld terug te vinden op trektellen.nl. Deze info staat zeer verspreid en
nergens heb je zo … alles bij elkaar. Misschien dat ook daarom al velen afhaken. Iedereen heeft in onze jachtige maatschappij immers tijd te kort. Daarom heb ik een poging gewaagd om al deze gegevens te bundelen in één enkele tool: “trektellen - herkenning en roepjes - versie 1.0”. Het is een jawel interactieve en zelfsturende powerpoint geworden met 2 delen: een studieniveau en een reeks testniveaus. In het studieniveau leer je enerzijds aan de hand van een reeks foto’s en bijgevoegde commentaren de belangrijkste vluchtkenmerken van een 45-tal trekvogels en anderzijds de typische vlucht- en contactroepjes, aangevuld met het doortrekpatroon (voor het najaar). Als voorbeeld vind je hieronder een screenshot terug van het studieniveau van de Veldleeuwerik.
Naast dit studieniveau is er ook een module testniveaus waarin je al spelenderwijs je kennis kan testen in een aantal levels met verschillende moeilijkheidsgraad.
Deze tool heeft in eerste instantie als doel de drempel voor beginners te verlagen, maar kan ook door de meer ervaren trekteller gebruikt worden als een soort van opfrissing vlak voor de start van het nieuwe seizoen. Je kan deze tool (gratis) bekomen door een mailtje te sturen naar gert.vandezande@telenet.be. Eens deze basiskennis onder de knie, gecombineerd met de hulp van ervaren tellers op de trektelposten in het veld, zal je merken dat trektellen helemaal niet zo moeilijk is en een enorm spannende, uitdagende en voldoening gevende bezigheid kan zijn. Met dit artikel zou het trektellen wat minder onbekend en onbemind moeten geworden zijn zodat we de volgende maanden en jaren de trektelposten wat meer en regelmatiger kunnen bezetten, hopende dat we ook in onze regio een voldoende bijdrage kunnen leveren tot de veelheid aan informatie die uit deze trektelgegevens gehaald kan worden. De volgende weken zullen we proberen aan te geven via de facebookpagina (www.facebook.com/natuurstudiegroepDijleland) en de mailinglist (http://groups.yahoo.com/ neo/groups/Dijlevallei/info) wanneer de trektelposten bezet zullen zijn. Op zaterdag 3 oktober en zondag 18 oktober zal dit zeker het geval zijn want dan gaan de jaarlijkse simultaantrektellingen van BirdLife (Eurobirdwatch) en Natuurpunt door. Zoals elk jaar zijn we dan ook weer op zoek naar een viertal mensen per telpost (van notulisten over sfeerproevers en belangstellenden tot de rasechte diehards). Hoe meer zielen … hoe meer ogen en oren … hoe meer vreugd. Vrijwilligers kunnen zich melden. Voor meer informatie kan je altijd terecht bij ondergetekende. Tot op één van de telposten! Gert Vandezande Coördinatie Trektellingen Dijleland gert.vandezande@telenet.be
78
De boomklever I september 2015 I vogels
REFERENTIES Koen Leysen 2015. Trektellen. Natuur.oriolus 81(2):70 www.sovon.nl www.trektellen.nl www.birdlife.org www.google.be/maps MET DANK AAN Maxime Fajgenblat voor het maken van de kaartjes en foto’s Axel Smets voor zijn bijdrage aan trektelpost Pompstation Meerbeek
Zaterdag 3 oktober Zondag 18 oktober De organisatie van dit evenement gebeurt elk jaar door een ander land. Dit jaar verzorgen onze Nederlandse BirdLifepartners van Vogelbescherming Nederland het European Birdwatch Center. In België wordt deze telling gecoördineerd door Natuurpunt en Natagora met Koen Leysen (koen. leysen@natuurpunt.be) als nationaal aanspreekpunt. Deze Birdwatch Day is de grootste gezamenlijke actie van de BirdLife partners. We rekenen op een stevige bijdrage vanuit België. Dit brengt de sterkte van BirdLife in beeld door het aantal deelnemers, het aantal getelde vogels en de vlotte samenwerking. Met deze tellingen wil BirdLife de kwetsbaarheid van de vogeltrek en het belang van een betere bescherming van broedgebieden, voedselgebieden tijdens de trek en trekroutes onder de aandacht brengen. Men wil het ruime publiek meer bewust maken van het belang van bescherming van vogels en mensen ertoe aanzetten om een engagement op te nemen. De boomklever I september 2015 I vogels
VOGELS
Nu de locaties van de meest bezette trektelposten uit de regio gekend zijn, kan je het trektellen zelf komen ervaren. Vanaf september zullen de posten vanaf zonsopgang zeker in het weekend vaak bemand zijn.
79
TREKTELLEN … VALT TE LEREN Bij het trektellen vormen de herkenning van roepjes en de vluchtkenmerken de basis voor de uiteindelijke determinatie van een meestal snel voorbij vliegende vogel en waarschijnlijk schrikt dit velen af. Het lijkt (te) moeilijk te zijn. Toch zijn dit zaken die perfect te leren zijn. Op het internet vind je mits een beetje zoekwerk een veelheid aan info: vluchtroepjes kan je terugvinden op http://www.xeno-canto.org/ en de vluchtkenmerken met foto’s zijn bijvoorbeeld terug te vinden op trektellen.nl. Deze info staat zeer verspreid en
nergens heb je zo … alles bij elkaar. Misschien dat ook daarom al velen afhaken. Iedereen heeft in onze jachtige maatschappij immers tijd te kort. Daarom heb ik een poging gewaagd om al deze gegevens te bundelen in één enkele tool: “trektellen - herkenning en roepjes - versie 1.0”. Het is een jawel interactieve en zelfsturende powerpoint geworden met 2 delen: een studieniveau en een reeks testniveaus. In het studieniveau leer je enerzijds aan de hand van een reeks foto’s en bijgevoegde commentaren de belangrijkste vluchtkenmerken van een 45-tal trekvogels en anderzijds de typische vlucht- en contactroepjes, aangevuld met het doortrekpatroon (voor het najaar). Als voorbeeld vind je hieronder een screenshot terug van het studieniveau van de Veldleeuwerik.
Naast dit studieniveau is er ook een module testniveaus waarin je al spelenderwijs je kennis kan testen in een aantal levels met verschillende moeilijkheidsgraad.
Deze tool heeft in eerste instantie als doel de drempel voor beginners te verlagen, maar kan ook door de meer ervaren trekteller gebruikt worden als een soort van opfrissing vlak voor de start van het nieuwe seizoen. Je kan deze tool (gratis) bekomen door een mailtje te sturen naar gert.vandezande@telenet.be. Eens deze basiskennis onder de knie, gecombineerd met de hulp van ervaren tellers op de trektelposten in het veld, zal je merken dat trektellen helemaal niet zo moeilijk is en een enorm spannende, uitdagende en voldoening gevende bezigheid kan zijn. Met dit artikel zou het trektellen wat minder onbekend en onbemind moeten geworden zijn zodat we de volgende maanden en jaren de trektelposten wat meer en regelmatiger kunnen bezetten, hopende dat we ook in onze regio een voldoende bijdrage kunnen leveren tot de veelheid aan informatie die uit deze trektelgegevens gehaald kan worden. De volgende weken zullen we proberen aan te geven via de facebookpagina (www.facebook.com/natuurstudiegroepDijleland) en de mailinglist (http://groups.yahoo.com/ neo/groups/Dijlevallei/info) wanneer de trektelposten bezet zullen zijn. Op zaterdag 3 oktober en zondag 18 oktober zal dit zeker het geval zijn want dan gaan de jaarlijkse simultaantrektellingen van BirdLife (Eurobirdwatch) en Natuurpunt door. Zoals elk jaar zijn we dan ook weer op zoek naar een viertal mensen per telpost (van notulisten over sfeerproevers en belangstellenden tot de rasechte diehards). Hoe meer zielen … hoe meer ogen en oren … hoe meer vreugd. Vrijwilligers kunnen zich melden. Voor meer informatie kan je altijd terecht bij ondergetekende. Tot op één van de telposten! Gert Vandezande Coördinatie Trektellingen Dijleland gert.vandezande@telenet.be
78
De boomklever I september 2015 I vogels
REFERENTIES Koen Leysen 2015. Trektellen. Natuur.oriolus 81(2):70 www.sovon.nl www.trektellen.nl www.birdlife.org www.google.be/maps MET DANK AAN Maxime Fajgenblat voor het maken van de kaartjes en foto’s Axel Smets voor zijn bijdrage aan trektelpost Pompstation Meerbeek
Zaterdag 3 oktober Zondag 18 oktober De organisatie van dit evenement gebeurt elk jaar door een ander land. Dit jaar verzorgen onze Nederlandse BirdLifepartners van Vogelbescherming Nederland het European Birdwatch Center. In België wordt deze telling gecoördineerd door Natuurpunt en Natagora met Koen Leysen (koen. leysen@natuurpunt.be) als nationaal aanspreekpunt. Deze Birdwatch Day is de grootste gezamenlijke actie van de BirdLife partners. We rekenen op een stevige bijdrage vanuit België. Dit brengt de sterkte van BirdLife in beeld door het aantal deelnemers, het aantal getelde vogels en de vlotte samenwerking. Met deze tellingen wil BirdLife de kwetsbaarheid van de vogeltrek en het belang van een betere bescherming van broedgebieden, voedselgebieden tijdens de trek en trekroutes onder de aandacht brengen. Men wil het ruime publiek meer bewust maken van het belang van bescherming van vogels en mensen ertoe aanzetten om een engagement op te nemen. De boomklever I september 2015 I vogels
VOGELS
Nu de locaties van de meest bezette trektelposten uit de regio gekend zijn, kan je het trektellen zelf komen ervaren. Vanaf september zullen de posten vanaf zonsopgang zeker in het weekend vaak bemand zijn.
79
Dit overzicht van opmerkelijke en interessante vogelwaarnemingen in het Dijleland beslaat voornamelijk de periode maart – mei 2015. De bestreken regio omvat de gemeenten Kortenberg, Herent, Bertem, Leuven, Oud-Heverlee, Huldenberg, Overijse, Tervuren en de aangrenzende gebieden. De volgende rubriek zal de periode juni – augustus 2015 omvatten. Waarnemingen worden voor 5 september 2015 ingevoerd op www.waarnemingen.be, of bezorgd aan Kelle Moreau, Meibloempjeslaan 2, bus 3, 8400 Oostende, 0486/12.58.77, kelle.moreau@ gmail.com. Waarnemingen van soorten die niet in dit verslag werden opgenomen (incl. alle exoten), maar wel werden ingevoerd in www.waarnemingen. be kunnen daar geraadpleegd worden. Waarnemingen die als onzeker werden gelabeld of waar niet tot exacte soortdeterminatie kon worden overgegaan, werden voor dit overzicht niet weerhouden. In vele soortteksten wordt verwezen naar het aantal waarnemingen, waarbij waarnemingen worden gedefinieerd als ‘records’ in de database. Omwille van de variatie in invoergedrag van verschillende waarnemers moet men wel oppassen met het interpreteren en vergelijken van deze cijfers. In het fenologisch overzicht werden voor elke soort de twee eerste waarnemingsdata op verschillende plaatsen opgenomen (tenzij het bij de eerste waarneming om (een) doortrekker(s) ging). Bovendien werden hiervoor ook enkel waarnemingen uit het Dijleland sensu 80
De boomklever I september 2015 I vogels
stricto (dus niet uit aangrenzende gebieden) geselecteerd. Meerdere waarnemingen dienen door het Belgisch Avifaunistisch Homologatiecomité (BAHC) beoordeeld te worden vooraleer ze definitief op de Dijlelandse lijst kunnen bijgeschreven worden, en worden dus onder voorbehoud gepubliceerd. WLS = Wilsele/Vijvers Bellefroid, LP = Kessel-Lo/Leopoldspark, AVP = Heverlee/Abdij van Park, ZW = Oud-Heverlee/Zoete Waters, OHN = Oud-Heverlee/N, OHZ = Oud-Heverlee/Z, Oppem = weilanden tussen Bogaardenstraat (Oud-Heverlee – Korbeek-Dijle) en NGB, NGB = Neerijse/Grote Bron (deel Doode Bemde), NKV = Neerijse/Kliniekvijvers (deel Doode Bemde), SAR = Sint-Agatha-Rode/ Grootbroek en Tervuren/KMMA = Koninklijk Museum voor Midden-Afrika.
Kwartel Coturnix coturnix 2015 was geen denderend kwarteljaar in regio Leuven. De enige waarnemingen kwamen van Erps/ Dorenveld (resp. 1, 1, 2, 1 & 2 zp op 12, 17, 24, 29 & 31/05; F. Wyns, F. Vassen, P. Moysons e.a.), Korbeek-Dijle/plateau (1 zp op 23/05; B. Bergmans), het plateau Sterrebeek-Moorsel (1 zp op 29/05; A. Smets) en Neerijse/ Tersaert (1 zp op 30/05; P. Moysons).
Pijlstaart Anas acuta De laatste waarnemingen: 1m1v op 2-3/03 te OHZ en OHN (J. Rutten, I. Nel), 5m6v te NGB en 3m4v te OHZ op 6/03 (I. Nel, S. Horemans) en telkens 1m1v te SAR op 7 en 10/03 (M. Janssens, I. Nel). Op 2/04 volgde nog een nakomer (mannetje) te SAR (T. Vandezande). Zomertaling Anas querquedula De eerste waarnemingen vonden plaats op 8/03, met onmiddellijk 1m te SAR (G. Bleys, S. Benisch), 2m1v te OHN (L.Hendrickx, I. Nel, S. Horemans) en 1m te OHZ (L. Hendrickx, I. Nel). In totaal werden voor de besproken periode 86 waarnemingen ontvangen. De grote meerderheid daarvan kwam van de Dijlevallei ten zuiden van Leuven, maar er waren ook waarnemingen te Haasrode/ Industrie (1m1v op 15-16, 18 & 20/03, 1 ex. op 21/03; R. Polfliet, D. von Werne, P. Moysons, F. Vanwezer) en AVP (2m2v op 22/03, 1m1v op 23/03 & 1m1v op 8/04; A. Smets, J. Menu, F. Vanwezer e.a.). Krooneend Netta rufina 02/04 1 ad v te SAR (T. Vandezande, L. Hendrickx, I. Nel) Kuifeend x Tafeleend Aythya fuligula x ferina 6, 13, 18, 25, 1m te Tervuren/Park KMMA 27/03 & 1/04 (A. Reygel) Witoogeend Aythya nyroca Het (wellicht ontsnapte) mannetje Witoogeend verbleef tijdens deze periode nog steeds in de zuidelijke Dijlevallei. Op 8, 18/03 en 11/04 werd hij gezien te SAR (L. Hendrickx, P. Standaert, M. Janssens e.a.), op 15, 26/04 en 1/05 te Pécrot/vijver (F. Van Hove) en op 3/05 te NKV (J. Nysten).
Bergeend Tadorna tadorna Enkele maandstatistiekjes: maart 69 waarnemingen, max. 16 ex. op 5/03 te SAR (T. Vandezande) april 59 waarnemingen, max. 13 ex. op 25/04 te SAR (L. Hendrickx, I. Nel) mei 44 waarnemingen, max. 4 ex. (op verschillende locaties en data)
Grote Zee-eend Melanitta fusca Een adult mannetje Grote Zee-eend op 21/03 te NGB betrof slechts het 7e geval voor het Dijleland, en het eerste na 1984 (31 jaar geleden). Een overzicht van de oude waarnemingen: 13 ex. te Neerijse op 26/10/68, 1v te Neerijse op 9/11/69, 1 ex. te SAR op 23/11/69, 8 ex. te OH op 15/11/73, 1 ex. te OH op 2/01/80 en 1m1v te SAR op 18/11/84.
Smient Anas penelope Smienten konden tot op 6/04 worden waargenomen in de Dijlevallei (81 waarnemingen). In maart kwamen nagenoeg alle meldingen van OHZ en NGB, terwijl in de
Grote Zaagbek Mergus merganser 7/03 1 ad m te SAR (M. Janssens, I. Nel, K. Moreau)
Geoorde Fuut Podiceps nigricollis 6, 14/03, 19/04 & 9/05 resp. 3, 1, 3 & 1 ex. te NGB (I. Nel, L. Hendrickx, M. Janssens e.a.) Roerdomp Botaurus stellaris 01/04 1 ex. te OHZ (F. Vanwezer) 02/05 1 ex. te NKV (N. Verbeke) Woudaap Ixobrychus minutus 19/05 1 ad m te NKV (J. De Cock) 30/05 1 ad m, en vermoedelijk ook 1 ad v, te SAR (I. Nel, P. Moysons) Grote Zilverreiger Casmerodius albus Zo kort mogelijk samengevat: 134 waarnemingen in maart (max. 5 samen), 133 waarnemingen in april (max. 4 samen) en 103 waarnemingen in mei (max. 2 samen). Kleine Zilverreiger Egretta garzetta 23/05 1 ex. te OHN & OHZ (D. von Werne, I. Nel, L. Hendrickx) 31/05 1 ex. te SAR (I. Nel, L. Hendrickx) Purperreiger Ardea purpurea 13/04 1 ex. te SAR (I. Nel, J. Kempeneers, G. Vanautgaerden) 18/04 1 ad te NKV (L. Hendrickx, I. Nel) 09-10/05 1 ad te OHN (S. Horemans, G. Dejaiffe) Ooievaar Ciconia ciconia 01/03 2 ex. ZO te AVP (NSG Dijleland) 06/03 2 ex. te SAR/Laanvallei (S. Debrus) 08/03 28 ex. N te SAR (L. Hendrickx, I. Nel) 12/03 6 ex. NO te Overijse/Ketelhuis, Korbeek-Dijle/plateau en Bertem/ Koeheide (I. Nel, A. Smets, G. Bleys e.a.), 28 extra ex. over Korbeek-Dijle/ plateau (T. Vandezande) 16/03 3 ex. NO te Heverlee/Egenhovenbos (M. Van Opstal, J. Menu) 18/03 1 ex. NO te Leuven/centrum (C. Van Den Haute) 22/03 1 ex. te Erps-Kwerps/Silsombos (E. L’Amiral) 24/03 3 ex. te Heverlee (G. Pauwels, P. Beullens, R. Erens), 1 ex. N te Kessel-Lo (J. Kempeneers) 28-29/03 2 ex. te Sint-Joris-Weert, SAR/Laanvallei & Vette Weide (R. Stoks, I. Nel, F. Vandeputte e.a.) 03/04 1 ex. N te Leefdaal/plateau (K. van Scharen) 06/04 1 ex. te SAR/Laanvallei (S. & K. De Backer) 07/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets) De boomklever I september 2015 I vogels
VOGELS
Opmerkelijke vogelwaarneminge in de Dijlevallei en omgeving maart - mei 2015
eerste dagen van april ook SAR en OHN meer Smienten te verwerken kregen. De aantallen (maximale concentraties) daalden van 42 ex. in de eerste decade van maart over 28 ex. in de tweede decade tot 6 ex. in de derde. Op 3/04 werden evenwel terug 15 ex. opgemerkt. Bij de laatste waarneming op 6/04 ging het om 1 ex. te OHZ (I. Nel).
81
Dit overzicht van opmerkelijke en interessante vogelwaarnemingen in het Dijleland beslaat voornamelijk de periode maart – mei 2015. De bestreken regio omvat de gemeenten Kortenberg, Herent, Bertem, Leuven, Oud-Heverlee, Huldenberg, Overijse, Tervuren en de aangrenzende gebieden. De volgende rubriek zal de periode juni – augustus 2015 omvatten. Waarnemingen worden voor 5 september 2015 ingevoerd op www.waarnemingen.be, of bezorgd aan Kelle Moreau, Meibloempjeslaan 2, bus 3, 8400 Oostende, 0486/12.58.77, kelle.moreau@ gmail.com. Waarnemingen van soorten die niet in dit verslag werden opgenomen (incl. alle exoten), maar wel werden ingevoerd in www.waarnemingen. be kunnen daar geraadpleegd worden. Waarnemingen die als onzeker werden gelabeld of waar niet tot exacte soortdeterminatie kon worden overgegaan, werden voor dit overzicht niet weerhouden. In vele soortteksten wordt verwezen naar het aantal waarnemingen, waarbij waarnemingen worden gedefinieerd als ‘records’ in de database. Omwille van de variatie in invoergedrag van verschillende waarnemers moet men wel oppassen met het interpreteren en vergelijken van deze cijfers. In het fenologisch overzicht werden voor elke soort de twee eerste waarnemingsdata op verschillende plaatsen opgenomen (tenzij het bij de eerste waarneming om (een) doortrekker(s) ging). Bovendien werden hiervoor ook enkel waarnemingen uit het Dijleland sensu 80
De boomklever I september 2015 I vogels
stricto (dus niet uit aangrenzende gebieden) geselecteerd. Meerdere waarnemingen dienen door het Belgisch Avifaunistisch Homologatiecomité (BAHC) beoordeeld te worden vooraleer ze definitief op de Dijlelandse lijst kunnen bijgeschreven worden, en worden dus onder voorbehoud gepubliceerd. WLS = Wilsele/Vijvers Bellefroid, LP = Kessel-Lo/Leopoldspark, AVP = Heverlee/Abdij van Park, ZW = Oud-Heverlee/Zoete Waters, OHN = Oud-Heverlee/N, OHZ = Oud-Heverlee/Z, Oppem = weilanden tussen Bogaardenstraat (Oud-Heverlee – Korbeek-Dijle) en NGB, NGB = Neerijse/Grote Bron (deel Doode Bemde), NKV = Neerijse/Kliniekvijvers (deel Doode Bemde), SAR = Sint-Agatha-Rode/ Grootbroek en Tervuren/KMMA = Koninklijk Museum voor Midden-Afrika.
Kwartel Coturnix coturnix 2015 was geen denderend kwarteljaar in regio Leuven. De enige waarnemingen kwamen van Erps/ Dorenveld (resp. 1, 1, 2, 1 & 2 zp op 12, 17, 24, 29 & 31/05; F. Wyns, F. Vassen, P. Moysons e.a.), Korbeek-Dijle/plateau (1 zp op 23/05; B. Bergmans), het plateau Sterrebeek-Moorsel (1 zp op 29/05; A. Smets) en Neerijse/ Tersaert (1 zp op 30/05; P. Moysons).
Pijlstaart Anas acuta De laatste waarnemingen: 1m1v op 2-3/03 te OHZ en OHN (J. Rutten, I. Nel), 5m6v te NGB en 3m4v te OHZ op 6/03 (I. Nel, S. Horemans) en telkens 1m1v te SAR op 7 en 10/03 (M. Janssens, I. Nel). Op 2/04 volgde nog een nakomer (mannetje) te SAR (T. Vandezande). Zomertaling Anas querquedula De eerste waarnemingen vonden plaats op 8/03, met onmiddellijk 1m te SAR (G. Bleys, S. Benisch), 2m1v te OHN (L.Hendrickx, I. Nel, S. Horemans) en 1m te OHZ (L. Hendrickx, I. Nel). In totaal werden voor de besproken periode 86 waarnemingen ontvangen. De grote meerderheid daarvan kwam van de Dijlevallei ten zuiden van Leuven, maar er waren ook waarnemingen te Haasrode/ Industrie (1m1v op 15-16, 18 & 20/03, 1 ex. op 21/03; R. Polfliet, D. von Werne, P. Moysons, F. Vanwezer) en AVP (2m2v op 22/03, 1m1v op 23/03 & 1m1v op 8/04; A. Smets, J. Menu, F. Vanwezer e.a.). Krooneend Netta rufina 02/04 1 ad v te SAR (T. Vandezande, L. Hendrickx, I. Nel) Kuifeend x Tafeleend Aythya fuligula x ferina 6, 13, 18, 25, 1m te Tervuren/Park KMMA 27/03 & 1/04 (A. Reygel) Witoogeend Aythya nyroca Het (wellicht ontsnapte) mannetje Witoogeend verbleef tijdens deze periode nog steeds in de zuidelijke Dijlevallei. Op 8, 18/03 en 11/04 werd hij gezien te SAR (L. Hendrickx, P. Standaert, M. Janssens e.a.), op 15, 26/04 en 1/05 te Pécrot/vijver (F. Van Hove) en op 3/05 te NKV (J. Nysten).
Bergeend Tadorna tadorna Enkele maandstatistiekjes: maart 69 waarnemingen, max. 16 ex. op 5/03 te SAR (T. Vandezande) april 59 waarnemingen, max. 13 ex. op 25/04 te SAR (L. Hendrickx, I. Nel) mei 44 waarnemingen, max. 4 ex. (op verschillende locaties en data)
Grote Zee-eend Melanitta fusca Een adult mannetje Grote Zee-eend op 21/03 te NGB betrof slechts het 7e geval voor het Dijleland, en het eerste na 1984 (31 jaar geleden). Een overzicht van de oude waarnemingen: 13 ex. te Neerijse op 26/10/68, 1v te Neerijse op 9/11/69, 1 ex. te SAR op 23/11/69, 8 ex. te OH op 15/11/73, 1 ex. te OH op 2/01/80 en 1m1v te SAR op 18/11/84.
Smient Anas penelope Smienten konden tot op 6/04 worden waargenomen in de Dijlevallei (81 waarnemingen). In maart kwamen nagenoeg alle meldingen van OHZ en NGB, terwijl in de
Grote Zaagbek Mergus merganser 7/03 1 ad m te SAR (M. Janssens, I. Nel, K. Moreau)
Geoorde Fuut Podiceps nigricollis 6, 14/03, 19/04 & 9/05 resp. 3, 1, 3 & 1 ex. te NGB (I. Nel, L. Hendrickx, M. Janssens e.a.) Roerdomp Botaurus stellaris 01/04 1 ex. te OHZ (F. Vanwezer) 02/05 1 ex. te NKV (N. Verbeke) Woudaap Ixobrychus minutus 19/05 1 ad m te NKV (J. De Cock) 30/05 1 ad m, en vermoedelijk ook 1 ad v, te SAR (I. Nel, P. Moysons) Grote Zilverreiger Casmerodius albus Zo kort mogelijk samengevat: 134 waarnemingen in maart (max. 5 samen), 133 waarnemingen in april (max. 4 samen) en 103 waarnemingen in mei (max. 2 samen). Kleine Zilverreiger Egretta garzetta 23/05 1 ex. te OHN & OHZ (D. von Werne, I. Nel, L. Hendrickx) 31/05 1 ex. te SAR (I. Nel, L. Hendrickx) Purperreiger Ardea purpurea 13/04 1 ex. te SAR (I. Nel, J. Kempeneers, G. Vanautgaerden) 18/04 1 ad te NKV (L. Hendrickx, I. Nel) 09-10/05 1 ad te OHN (S. Horemans, G. Dejaiffe) Ooievaar Ciconia ciconia 01/03 2 ex. ZO te AVP (NSG Dijleland) 06/03 2 ex. te SAR/Laanvallei (S. Debrus) 08/03 28 ex. N te SAR (L. Hendrickx, I. Nel) 12/03 6 ex. NO te Overijse/Ketelhuis, Korbeek-Dijle/plateau en Bertem/ Koeheide (I. Nel, A. Smets, G. Bleys e.a.), 28 extra ex. over Korbeek-Dijle/ plateau (T. Vandezande) 16/03 3 ex. NO te Heverlee/Egenhovenbos (M. Van Opstal, J. Menu) 18/03 1 ex. NO te Leuven/centrum (C. Van Den Haute) 22/03 1 ex. te Erps-Kwerps/Silsombos (E. L’Amiral) 24/03 3 ex. te Heverlee (G. Pauwels, P. Beullens, R. Erens), 1 ex. N te Kessel-Lo (J. Kempeneers) 28-29/03 2 ex. te Sint-Joris-Weert, SAR/Laanvallei & Vette Weide (R. Stoks, I. Nel, F. Vandeputte e.a.) 03/04 1 ex. N te Leefdaal/plateau (K. van Scharen) 06/04 1 ex. te SAR/Laanvallei (S. & K. De Backer) 07/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets) De boomklever I september 2015 I vogels
VOGELS
Opmerkelijke vogelwaarneminge in de Dijlevallei en omgeving maart - mei 2015
eerste dagen van april ook SAR en OHN meer Smienten te verwerken kregen. De aantallen (maximale concentraties) daalden van 42 ex. in de eerste decade van maart over 28 ex. in de tweede decade tot 6 ex. in de derde. Op 3/04 werden evenwel terug 15 ex. opgemerkt. Bij de laatste waarneming op 6/04 ging het om 1 ex. te OHZ (I. Nel).
81
19/04 20/04 22/04 23/04 24/04 09/05 11/05 22/05
23/05 24/05
1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 1 ex. te Kwerps/vijvers, dan NO (M. Depauw) 5 ex. te OHN, dan N (I. Nel) 3 ex. te Egenhovenbos (J.R.) 1 ex. te Wijgmaal (C. Van Den Haute) 1 ex. over Overijse/Maleizen (D. Capart) 1 ex. Z te SAR (M. Janssens) 1 ex. te Wijgmaal (L. Smets) 1 ex. N te Neerijse/Zingende Wind (H. Roosen), 3 ex. te Korbeek-Dijle/ plateau (L. Hendrickx), 2 ex. te OHN (L. Hendrickx) 2 ex. te OHZ (G. Bleys) 1 ex. te Erps-Kwerps/Silsombos (E. L’Amiral), 1 ex. N te NGB (I. Nel, L. Hendrickx)
Zwarte Ooievaar Ciconia nigra 09/05 2 x 1 ex. Z te SAR (M. Janssens) 10/05 1 ex. ZW te Erps-Kwerp/dorp (P. Moysons), 1 ex. N te plateau Sterrebeek-Moorsel (R. De Boom) Het is onduidelijk in hoeverre bij deze waarnemingen meermaals dezelfde rondhangende vogel betrokken was. Heilige Ibis Threskiornis aethiopicus De Heilige Ibis van Kessel-Lo werd nog tot op 5/04 waargenomen te LP (F. Vanwezer, W. Goussey, P. Standaert). Lepelaar Platalea leucorodia 14/04 1 2e kj over SAR en later te OHN (R. Gysbertsen, I. Nel, P. Moysons)
Grote karekiet - Leopoldspark, Kessel-Lo Foto: Gert Vandezande
Rode Wouw Milvus milvus In tegenstelling tot vorig jaar ontbraken duidelijke broedindicerende waarnemingen van Rode Wouwen tijdens het voorjaar van 2015, hoewel het er een aantal keren op leek dat er weer één of twee langdurig pleisterende exemplaren in het spel waren. Een overzicht van alle waarnemingen: 14/03 1 ex. NO te Overijse/Ijsebroeken (I. Nel) 16/03 1 ex. NO te Bertem/Bertembos (M. Segers) 30/03 1 ex. te Heverlee – Egenhoven (J. Menu) 01/04 2 ex. NO te OHN (I. Nel, S. Horemans) 04/04 1 ex. te Leefdaal/plateau (G. Bleys, K. van Scharen, J. Nysten) 05/04 1 ex. N te plateau Sterrebeek-Moorsel (O. Hendrick), 1 ex. over Erps/ Dorenveld (F. Wyns, R. De Boom) 06/04 1 ex. N te SAR (K. Moreau) 07/04 2 ex. NO + 1 ex. tpl te Korbeek-Dijle/ plateau (T. Vandezande, A. Smets) 09/04 1 ex. te Leefdaal/plateau (T. Vandezande) 18/04 1 ex. W te SAR/Vette Weide (I. Nel, L. Hendrickx) 19/04 1 ex. W te SAR (I. Nel) 22/04 1 ex. NO te plateau Sterrebeek-Moorsel (A. Smets) 24-25/04 1 ex. ZO te Everberg/Vrebos (A. Smets, K. Moreau) 02/05 1 ex. over Haasrode/Industrie (B. Theunis)
04/05 06/05
1 ex. over Everberg/Vrebos (R. Erens) 1 ex. over Néthen (G. Bleys)
Zwarte Wouw Milvus migrans 14/03 1 ex. te Oppem (S. Horemans) 01/04 1 ex. NW te Leefdaal/plateau (B. Forget) 08/04 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets) 09/04 1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 26/04 1 ex. O te SAR (I. Nel) 29/04 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (N. Ryckeboer) 01/05 1 ex. te Leefdaal/plateau (L. Van Hellemont) 02/05 1 ex. over SAR (P. Moysons, R. Uyttenbroeck) 15/05 1 ex. NW te Leefdaal/plateau (B. Forget) Bruine Kiekendief Circus aeruginosus Het was weer een druk Bruine Kieken-voorjaar in het Dijleland, met langdurige pleisteraars en territoriaal gedrag maar helaas weeral zonder broedsucces. In maart was het nog kalm, met slechts 9 waarnemingen vanaf 13/03 (onmiddellijk 1m1v te SAR op deze datum; I. Nel, M. Fajgenblat), maar in april en mei ging het resp. om 68 en 85 waarnemingen. Blauwe Kiekendief Circus cyaneus 01 & 07/03 telkens 1v te Erps/Dorenveld (G. Buys, M. Mergaerts) 07/03 1v te Bertem/Koeheide (G. Bleys) 07, 12/03 & 10/04 telkens 1v te Leefdaal/plateau (J. Nysten, B. Forget, F. Vandeputte) 14/03 & 3/04 telkens 1 v-type te Vossem (N. Ryckeboer) 16/03 1m NO te OHZ (I. Nel) 06/04 1 v-type te Neerijse/Tersaert (R. Ghijsen) 07/04 1m1v NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) Tot slot vloog een eerder laat ex. op 16/05 over Leefdaal/ plateau (C. Terseleer). Grauwe Kiekendief Circus pygargus 9/05 1v N te SAR (I. Nel, L. Hendrickx) Ruigpootbuizerd Buteo lagopus 12-13/04 1 2e kj v te Leefdaal/plateau (L. Smets, T. Vandezande) Visarend Pandion haliaetus Te SAR werden Visarenden (zowel overvliegende als pleisterende ex., nooit meer dan één) tijdens de voorjaarsmaanden waargenomen op 5, 6, 9, 13, 14, 15, 18,
82
Gekraagde roodstaart - Leuven centrum Foto: Erik Toorman
22 en 25/04 (versch. waarn.). In april waren er verder enkel waarnemingen van overvliegende exemplaren, dus buiten SAR werd er nergens gepleisterd. Het ging om vogels op 7 & 8/04 te Korbeek-Dijle (T. Vandezande, A. Smets), op 16/04 te OHZ (M De Beenhouwer), op 17/04 te Sint-Joris-Weert/Doode Bemde (K. Moreau), op 18/04 te Pécrot/vijver (F. Van Hove) en op 22/04 te Moorsel/ plateau (A. Smets). In mei kond slechts twee keer een Visarend aan dit lijstje worden toegevoegd (op 4 & 8/05 in de Doode Bemde; S. Horemans, A. Wuyts), waarmee de Visarend in het Dijleland een eerder bescheiden voorjaar kende. Roodpootvalk Falco vespertinus 19/04 1v kort tpl te OHZ, dan N (I. Nel, L. Hendrickx) 17/05 1 ad m over Everberg (L. Smets) 30/05 1 2e kj te NGB (A. Senese) Drie gevallen van Roodpootvalk in één jaar maakten we nog niet eerder mee in het Dijleland. Sinds 2000 werden 9 eerdere gevallen geregistreerd, waarbij 2002 en 2013 met elk twee gevallen de voormalige beste jaren waren.
VOGELS
13/04
Smelleken Falco columbarius 01/03 1 ex. te Erps/Dorenveld (P.Moysons) 06/04 1 ex. N te Leefdaal/plateau (J. Nysten) 07/04 1m achtereenvolgens NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets) en Bertem/Koeheide (G. Bleys) 09/04 1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 19/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) Slechtvalk Falco peregrinus Slechtvalken werden tijdens de periode maart-mei 2015 ‘slechts’ 84 keer ingevoerd op www.dijleland.waarnemingen.be. De maandverdeling (maart 36, april 37, mei 11) toont een opvallend verschil tussen de maand mei en de rest van de periode, dat verklaard kan worden door een langdurig pleisterende vogel (met soms ook 2 De boomklever I september 2015 I vogels
83
19/04 20/04 22/04 23/04 24/04 09/05 11/05 22/05
23/05 24/05
1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 1 ex. te Kwerps/vijvers, dan NO (M. Depauw) 5 ex. te OHN, dan N (I. Nel) 3 ex. te Egenhovenbos (J.R.) 1 ex. te Wijgmaal (C. Van Den Haute) 1 ex. over Overijse/Maleizen (D. Capart) 1 ex. Z te SAR (M. Janssens) 1 ex. te Wijgmaal (L. Smets) 1 ex. N te Neerijse/Zingende Wind (H. Roosen), 3 ex. te Korbeek-Dijle/ plateau (L. Hendrickx), 2 ex. te OHN (L. Hendrickx) 2 ex. te OHZ (G. Bleys) 1 ex. te Erps-Kwerps/Silsombos (E. L’Amiral), 1 ex. N te NGB (I. Nel, L. Hendrickx)
Zwarte Ooievaar Ciconia nigra 09/05 2 x 1 ex. Z te SAR (M. Janssens) 10/05 1 ex. ZW te Erps-Kwerp/dorp (P. Moysons), 1 ex. N te plateau Sterrebeek-Moorsel (R. De Boom) Het is onduidelijk in hoeverre bij deze waarnemingen meermaals dezelfde rondhangende vogel betrokken was. Heilige Ibis Threskiornis aethiopicus De Heilige Ibis van Kessel-Lo werd nog tot op 5/04 waargenomen te LP (F. Vanwezer, W. Goussey, P. Standaert). Lepelaar Platalea leucorodia 14/04 1 2e kj over SAR en later te OHN (R. Gysbertsen, I. Nel, P. Moysons)
Grote karekiet - Leopoldspark, Kessel-Lo Foto: Gert Vandezande
Rode Wouw Milvus milvus In tegenstelling tot vorig jaar ontbraken duidelijke broedindicerende waarnemingen van Rode Wouwen tijdens het voorjaar van 2015, hoewel het er een aantal keren op leek dat er weer één of twee langdurig pleisterende exemplaren in het spel waren. Een overzicht van alle waarnemingen: 14/03 1 ex. NO te Overijse/Ijsebroeken (I. Nel) 16/03 1 ex. NO te Bertem/Bertembos (M. Segers) 30/03 1 ex. te Heverlee – Egenhoven (J. Menu) 01/04 2 ex. NO te OHN (I. Nel, S. Horemans) 04/04 1 ex. te Leefdaal/plateau (G. Bleys, K. van Scharen, J. Nysten) 05/04 1 ex. N te plateau Sterrebeek-Moorsel (O. Hendrick), 1 ex. over Erps/ Dorenveld (F. Wyns, R. De Boom) 06/04 1 ex. N te SAR (K. Moreau) 07/04 2 ex. NO + 1 ex. tpl te Korbeek-Dijle/ plateau (T. Vandezande, A. Smets) 09/04 1 ex. te Leefdaal/plateau (T. Vandezande) 18/04 1 ex. W te SAR/Vette Weide (I. Nel, L. Hendrickx) 19/04 1 ex. W te SAR (I. Nel) 22/04 1 ex. NO te plateau Sterrebeek-Moorsel (A. Smets) 24-25/04 1 ex. ZO te Everberg/Vrebos (A. Smets, K. Moreau) 02/05 1 ex. over Haasrode/Industrie (B. Theunis)
04/05 06/05
1 ex. over Everberg/Vrebos (R. Erens) 1 ex. over Néthen (G. Bleys)
Zwarte Wouw Milvus migrans 14/03 1 ex. te Oppem (S. Horemans) 01/04 1 ex. NW te Leefdaal/plateau (B. Forget) 08/04 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets) 09/04 1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 26/04 1 ex. O te SAR (I. Nel) 29/04 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (N. Ryckeboer) 01/05 1 ex. te Leefdaal/plateau (L. Van Hellemont) 02/05 1 ex. over SAR (P. Moysons, R. Uyttenbroeck) 15/05 1 ex. NW te Leefdaal/plateau (B. Forget) Bruine Kiekendief Circus aeruginosus Het was weer een druk Bruine Kieken-voorjaar in het Dijleland, met langdurige pleisteraars en territoriaal gedrag maar helaas weeral zonder broedsucces. In maart was het nog kalm, met slechts 9 waarnemingen vanaf 13/03 (onmiddellijk 1m1v te SAR op deze datum; I. Nel, M. Fajgenblat), maar in april en mei ging het resp. om 68 en 85 waarnemingen. Blauwe Kiekendief Circus cyaneus 01 & 07/03 telkens 1v te Erps/Dorenveld (G. Buys, M. Mergaerts) 07/03 1v te Bertem/Koeheide (G. Bleys) 07, 12/03 & 10/04 telkens 1v te Leefdaal/plateau (J. Nysten, B. Forget, F. Vandeputte) 14/03 & 3/04 telkens 1 v-type te Vossem (N. Ryckeboer) 16/03 1m NO te OHZ (I. Nel) 06/04 1 v-type te Neerijse/Tersaert (R. Ghijsen) 07/04 1m1v NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) Tot slot vloog een eerder laat ex. op 16/05 over Leefdaal/ plateau (C. Terseleer). Grauwe Kiekendief Circus pygargus 9/05 1v N te SAR (I. Nel, L. Hendrickx) Ruigpootbuizerd Buteo lagopus 12-13/04 1 2e kj v te Leefdaal/plateau (L. Smets, T. Vandezande) Visarend Pandion haliaetus Te SAR werden Visarenden (zowel overvliegende als pleisterende ex., nooit meer dan één) tijdens de voorjaarsmaanden waargenomen op 5, 6, 9, 13, 14, 15, 18,
82
Gekraagde roodstaart - Leuven centrum Foto: Erik Toorman
22 en 25/04 (versch. waarn.). In april waren er verder enkel waarnemingen van overvliegende exemplaren, dus buiten SAR werd er nergens gepleisterd. Het ging om vogels op 7 & 8/04 te Korbeek-Dijle (T. Vandezande, A. Smets), op 16/04 te OHZ (M De Beenhouwer), op 17/04 te Sint-Joris-Weert/Doode Bemde (K. Moreau), op 18/04 te Pécrot/vijver (F. Van Hove) en op 22/04 te Moorsel/ plateau (A. Smets). In mei kond slechts twee keer een Visarend aan dit lijstje worden toegevoegd (op 4 & 8/05 in de Doode Bemde; S. Horemans, A. Wuyts), waarmee de Visarend in het Dijleland een eerder bescheiden voorjaar kende. Roodpootvalk Falco vespertinus 19/04 1v kort tpl te OHZ, dan N (I. Nel, L. Hendrickx) 17/05 1 ad m over Everberg (L. Smets) 30/05 1 2e kj te NGB (A. Senese) Drie gevallen van Roodpootvalk in één jaar maakten we nog niet eerder mee in het Dijleland. Sinds 2000 werden 9 eerdere gevallen geregistreerd, waarbij 2002 en 2013 met elk twee gevallen de voormalige beste jaren waren.
VOGELS
13/04
Smelleken Falco columbarius 01/03 1 ex. te Erps/Dorenveld (P.Moysons) 06/04 1 ex. N te Leefdaal/plateau (J. Nysten) 07/04 1m achtereenvolgens NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets) en Bertem/Koeheide (G. Bleys) 09/04 1 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 19/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) Slechtvalk Falco peregrinus Slechtvalken werden tijdens de periode maart-mei 2015 ‘slechts’ 84 keer ingevoerd op www.dijleland.waarnemingen.be. De maandverdeling (maart 36, april 37, mei 11) toont een opvallend verschil tussen de maand mei en de rest van de periode, dat verklaard kan worden door een langdurig pleisterende vogel (met soms ook 2 De boomklever I september 2015 I vogels
83
Kraanvogel Grus grus 04/03 6 ex. NO te Haasrode/Industrie (M. Van Ermen) 08/03 50 ex. NO te Sint-Agatha-Rode/Onderbos (S. Bénisch) 09/03 11 ex. NO te Heverlee/Oost (P. Moysons, K. Gielen) 10/03 1 ex. NO te Heverlee/Oost (P. Moysons), 7 ex. over Leuven/centrum (K. Gielen) 12/03 40 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande, I. Nel), 3 ex. NO te OHZ (I. Nel), 23 ex. NW te Overijse/ Ketelhuis (I. Nel), 5 ex. over Wilsele-Putkapel (J. Lambrechts), 7 ex. over Tervuren/Park LMMA (C. Willis) 13/03 95 ex. NO te SAR/Laanvallei (S. & K. De Backer), 80 ex. NO te Bertem/Koeheide en Leuven/centrum (I. Verhuizen, M. De Meyere, P. Standaert), 160 ex. over OH/dorp (J. Lambrechts), 200 ex. over Leuven (M. Nicolai) 14/03 2 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets), 18 ex. NO te Heverlee (J. Menu), 6 ex. NO te Wilsele/Putkapel (S. Ruyts) 19/03 25 ex. N te Erps-Kwerps/dorp (L. De Boer) 13/04 26 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 12/05 1 ex. O te Oud-Heverlee/dorp (M. Van Opstal, M. De Beenhouwer)
84
02/04 11/04 13/04
15 ex. te OHN (M. Van Opstal, M. De Beenhouwer, I. Nel e.a.) 1 ex. te Kwerps/vijvers (P. Wijnsouw) 5 ex. te SAR (E. Toorman)
Kleine Plevier Charadrius dubius De eerste Kleine Plevieren voor 2015 waren 2 ex. te Erps/ Dorenveld op 22/03 (A. Smets, P. Moysons, R. Ghijsen). Tijdens de rest van het voorjaar was de zandvang te Heverlee/Langestaart de beste plaats om de soort in het Dijleland te zien, met maar liefst 56 waarnemingen van 23/03 tot 31/05 (versch. waarn.). Het maximum betrof 5 ex. op 23/05 (L. Hendrickx). Andere waarnemingsplaatsen waren OHN (resp. 4, 1, 1 & 1 ex. op 6, 11, 18-19/04 & 31/05; S. Horemans, I. Nel, L. Hendrickx e.a.), Haasrode/ zandgroeve (2 ex. op 19/04; K. Moreau, D. von Werne), Haasrode/Industrie (resp. 2, 1 & 2 ex. op 23, 25 & 26/04; P. Moysons, D. von Werne) en Korbeek-Dijle/plateau (1 ex. op 15/05; L. Hendrickx). Morinelplevier Charadrius morinellus 09/04 10 ex. te Vossem (J. De Cock) Morinelplevieren worden pas sinds 2004 met enige regelmaat waargenomen in het Dijleland, uit de periode 19552003 ligt slechts één waarneming voor (1 ex. te Heverlee op 2/09/90). Alle gekende gevallen vallen dateren echter uit het najaar, met 15/08 en 12/09 als uiterste grenzen. Het gaat hier dus om de eerste keer sinds 1955 dat er in het voorjaar Morinelplevieren worden gemeld in de regio.
Scholekster Haematopus ostralegus De Scholekster werd tijdens het voorjaar van 2015 vooral waargenomen in en rond het industrieterrein van Haasrode, met 37 waarnemingen van 1-2 ex. tussen 5/03 en 29/05 (P. Moysons, D. von Werne, F. Vandeputte e.a.). Andere locaties waren Veltem-Beisem (telkens 2 ex. op 9 & 12/03; J. De Meirsman) en OHN (telkens 1 ex. over op 22 & 25/05; J. Vantrappen, L. Hendrickx).
Goudplevier Pluvialis apricaria 06/03 1 ex. Z te OHZ (I. Nel) 07/03 35 ex. NO te SAR (J. Nysten, I. Nel), min. 2 ex. over Leefdaal/plateau (J. Nysten) 08/03 31 ex. NO te SAR (L. Hendrickx, I. Nel), 8 ex. te Leefdaal/plateau (R. Stoks) 12/03 22 ex. NO te Leefdaal – Korbeek-dijle/plateau (A. Smets, I. Nel, B. Forget) 13/03 2 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (I. Nel) 16/03 1 ex. NO te OHZ (I. Nel) 09/04 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 16/04 12 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 19/04 1 ex. over Haasrode/zandgroeve (K. Moreau), 1 ex. te plateau Sterrebeek-Moorsel (O. Hendrick)
Kluut Recurvirostra avosetta 01/04 30 ex. te SAR (Y. Quertenmont, I. Nel, F. Vandeputte e.a.), 1 ex. te Tervuren/ Park KMMA (K. Asselman, C. Willis, B. Forget)
Bonte Strandloper Calidris alpina 12/03 1 ex. NO te Leefdaal/plateau (B. Forget) 18/03 1 ex. te Kwerps/Dorenveld (A. Smets) 01/04 2 ex. te OHN (I. Nel, S. Horemans)
De boomklever I september 2015 I vogels
Kemphaan Philomachus pugnax 09/03 2 ex. te Veltem/Beisem (J. De Meirsman) 10 & 23/04 resp. 5 ex. NO & 1 ex. tpl te OHN (J. Nysten, I. Nel) Grutto Limosa limosa 4/03 1 ex. op akker te Veltem-Beisem (J. De Meirsman) 2/04 1 ad zom te OHN (M. Van Opstal, M. De Beenhouwer, L. Hendrickx e.a.) Regenwulp Numenius phaeopus 09/04 1 ex. aud te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 10/04 1 ex. te SAR (J. Nysten, L. Hendrickx, I. Nel), 2 ex. te Leefdaal/plateau (B. Bergmans) 10, 16, 17, 18/04 resp. 10, 1, 6 & 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande, R. Stoks) 19/04 1 ex. te OHN, NGB en NKV (L. Hendrickx, I. Nel, R. Stoks, W. Vannotten) 15/05 1 ex. over SAR (B. Chiwy) Wulp Numenius arquata 01/03 12 ex. W te Erps/Dorenveld (P. Moysons) 10/04 1 ex. N te Leefdaal/plateau (I. Nel) 11/04 1 ex. Z te OHN (M. Janssens) 17/04 1 ex. NW te SAR (L. Hendrickx, I. Nel) Zwarte Ruiter Tringa erythropus 21/04 15 ex. te OHZ (S. Horemans, I. Nel, P. Standaert, R. Stoks) Tureluur Tringa totanus De eerste Tureluur voor 2015 vloog op 30/03 rond te AVP (R. Gysbertsen). Nadien werd de soort op een hoger dan gemiddeld aantal plaatsen opgetekend. Een beknopt overzicht: Neerijse/Ganzeman (resp. 3 & 1 ex. op 1/04 & 1/05; I. Nel, S. Horemans), Neerijse/Tersaert (1 ex. op 1/04; P. Moysons), OHN (resp. 2, 3, 1, 4, 1, 2, 3 & 5 ex. op 2, 4, 23/04, 2, 15, 28, 30 & 31/05; versch. waarn.), OHZ (resp. 1, 3 & 1 ex. op 2, 13 & 26/04; L. Hednrickx, M. Van Opstal), Korbeek-Dijle/plateau (1 ex. over op 3/04; K. Moreau), Everberg/Vrebos (1 ex. over op 26/04; A. Smets), Leefdaal/plateau (telkens 1 ex. op 1 & 2/05; N. Ryckeboer, P. Moysons, J. Menu e.a.), SAR (telkens 1 ex. N op 23 & 29/05; I. Nel, A. Smets), Haasrode/Industrie (1 ex. op 26-27/05; P. Moysons, D. von Werne, R. Polfliet), NGB (5 ex. N op 28/05; I. Nel) & Heverlee/Langestaart (telkens 1 ex. op 28 & 30/05; E. Toorman, R. Ghijsen, J. Menu e.a.).
Groenpootruiter Tringa nebularia Op 3/04 werd de eerste Groenpootruiter voor 2015 gehoord te OHN (E. Toorman). Nadien werden soortgenoten aangetroffen te OHN (16 waarnemingen van 1-3 ex. tss 16/04 & 31/05; M. De Beenhouwer, S. Horemans, R. Stoks e.a.), OHZ (11 waarnemingen van 1-3 ex. tss 18/04 & 28/05; R. Stoks, S. Horemans, J. Vantrappen e.a.), NGB (1 ex. op 19/04; J. Nysten), Oppem (2 ex. op 21/04; J. De Cock, J. Kempeneers), SAR (2 ex. op 22/05; I. Nel), NKV (3 ex. NO op 25/05; I. Nel) en Heverlee/ Langestaart (1 ex. op 28/05; E. Toorman, P. Moysons). Bosruiter Tringa glareola 21/04 1 ex. te OHZ (S. Horemans) 24/04 1 ex. te Haasrode/industrie (D. von Werne) 10/05 1 ex. te OHN (R. Stoks, D. von Werne, L. Hendrickx e.a.) Witgat Tringa ochropus Maart 2015 telde slechts 15 waarnemingen van Witgat in het Dijleland (erg weinig voor deze maand), met max. 5 ex. te OHZ op 11/03 (I. Nel) en verder nooit meer dan 2 ex. samen. 76 waarnemingen in april illustreren duidelijk de voorjaarspiek van doortrekkende Witgatjes. Het maximum voor deze maand bedroeg 9 ex. te OHN op 6/04 (I. Nel). De laatste ex. van het voorjaar waren telkens 1 ex. te OHN op 1/05 (D. von Werne) en te Tervuren/ Park KMMA op 5/05 (I. Nel). Voor Witgatjes begint het najaar reeds eind mei/begin juni. Dit jaar zat er zo op 31/05 al terug een ex. te OHN (D. von Werne, J. Menu, L. Hendrickx, E. Toorman). Oeverloper Actitis hypoleucos De eerste Oeverloper voor 2015 zat op 13/04 te Heverlee/Langestaart (N. Ryckeboer). Nadien bleef de soort een vaste gast in de regio, met een totaal van 101 waarnemingen van 1-8 ex. verspreid over de waterrijke gebieden uit de regio.
VOGELS
ex.) te SAR die in mei niet meer aanwezig was. Eigenlijk waren Slechtvalken dit voorjaar dus best wel schaars in de regio, naar hedendaagse normen. In het centrum van Leuven deed zich voor het vijfde opeenvolgende jaar een geslaagd broedgeval voor, en net zoals tijdens de vorige jaren werden er vier jongen geringd.
Watersnip Gallinago gallinago Aantal waarnemingen: 43 (maart 16 – april 21 – mei 4). Op een waarneming van ca 50 ex. te Pécrot/vijver op 21/03 na (F. Van Hove), betrof de grootste concentratie slechts 6 ex. (op 25/04 te OHN; S. Peten). Laatste waarneming: 1 ex. te OHZ op 16/05 (L. Hendrickx). Zwartkopmeeuw Ichthyaetus melanocephalus 20/04 25 ad zom (!!) NW te LP (S. Goethals) 09/05 1 2e kj N te SAR (L. Hendrickx), I. Nel) De 35e en 36e gevallen van Zwartkopmeeuw in het Dijleland. Op solitaire individuen na ging het in deze reeks tweemaal over 2 ex., en éénmaal over 4 ex. De groep van 25 ex. op 20/04 heeft het totaal aantal waargenomen exemplaren dus stevig geboost, de teller staat nu op 65 ex. De boomklever I september 2015 I vogels
85
Kraanvogel Grus grus 04/03 6 ex. NO te Haasrode/Industrie (M. Van Ermen) 08/03 50 ex. NO te Sint-Agatha-Rode/Onderbos (S. Bénisch) 09/03 11 ex. NO te Heverlee/Oost (P. Moysons, K. Gielen) 10/03 1 ex. NO te Heverlee/Oost (P. Moysons), 7 ex. over Leuven/centrum (K. Gielen) 12/03 40 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande, I. Nel), 3 ex. NO te OHZ (I. Nel), 23 ex. NW te Overijse/ Ketelhuis (I. Nel), 5 ex. over Wilsele-Putkapel (J. Lambrechts), 7 ex. over Tervuren/Park LMMA (C. Willis) 13/03 95 ex. NO te SAR/Laanvallei (S. & K. De Backer), 80 ex. NO te Bertem/Koeheide en Leuven/centrum (I. Verhuizen, M. De Meyere, P. Standaert), 160 ex. over OH/dorp (J. Lambrechts), 200 ex. over Leuven (M. Nicolai) 14/03 2 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (A. Smets), 18 ex. NO te Heverlee (J. Menu), 6 ex. NO te Wilsele/Putkapel (S. Ruyts) 19/03 25 ex. N te Erps-Kwerps/dorp (L. De Boer) 13/04 26 ex. N te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 12/05 1 ex. O te Oud-Heverlee/dorp (M. Van Opstal, M. De Beenhouwer)
84
02/04 11/04 13/04
15 ex. te OHN (M. Van Opstal, M. De Beenhouwer, I. Nel e.a.) 1 ex. te Kwerps/vijvers (P. Wijnsouw) 5 ex. te SAR (E. Toorman)
Kleine Plevier Charadrius dubius De eerste Kleine Plevieren voor 2015 waren 2 ex. te Erps/ Dorenveld op 22/03 (A. Smets, P. Moysons, R. Ghijsen). Tijdens de rest van het voorjaar was de zandvang te Heverlee/Langestaart de beste plaats om de soort in het Dijleland te zien, met maar liefst 56 waarnemingen van 23/03 tot 31/05 (versch. waarn.). Het maximum betrof 5 ex. op 23/05 (L. Hendrickx). Andere waarnemingsplaatsen waren OHN (resp. 4, 1, 1 & 1 ex. op 6, 11, 18-19/04 & 31/05; S. Horemans, I. Nel, L. Hendrickx e.a.), Haasrode/ zandgroeve (2 ex. op 19/04; K. Moreau, D. von Werne), Haasrode/Industrie (resp. 2, 1 & 2 ex. op 23, 25 & 26/04; P. Moysons, D. von Werne) en Korbeek-Dijle/plateau (1 ex. op 15/05; L. Hendrickx). Morinelplevier Charadrius morinellus 09/04 10 ex. te Vossem (J. De Cock) Morinelplevieren worden pas sinds 2004 met enige regelmaat waargenomen in het Dijleland, uit de periode 19552003 ligt slechts één waarneming voor (1 ex. te Heverlee op 2/09/90). Alle gekende gevallen vallen dateren echter uit het najaar, met 15/08 en 12/09 als uiterste grenzen. Het gaat hier dus om de eerste keer sinds 1955 dat er in het voorjaar Morinelplevieren worden gemeld in de regio.
Scholekster Haematopus ostralegus De Scholekster werd tijdens het voorjaar van 2015 vooral waargenomen in en rond het industrieterrein van Haasrode, met 37 waarnemingen van 1-2 ex. tussen 5/03 en 29/05 (P. Moysons, D. von Werne, F. Vandeputte e.a.). Andere locaties waren Veltem-Beisem (telkens 2 ex. op 9 & 12/03; J. De Meirsman) en OHN (telkens 1 ex. over op 22 & 25/05; J. Vantrappen, L. Hendrickx).
Goudplevier Pluvialis apricaria 06/03 1 ex. Z te OHZ (I. Nel) 07/03 35 ex. NO te SAR (J. Nysten, I. Nel), min. 2 ex. over Leefdaal/plateau (J. Nysten) 08/03 31 ex. NO te SAR (L. Hendrickx, I. Nel), 8 ex. te Leefdaal/plateau (R. Stoks) 12/03 22 ex. NO te Leefdaal – Korbeek-dijle/plateau (A. Smets, I. Nel, B. Forget) 13/03 2 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (I. Nel) 16/03 1 ex. NO te OHZ (I. Nel) 09/04 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 16/04 12 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 19/04 1 ex. over Haasrode/zandgroeve (K. Moreau), 1 ex. te plateau Sterrebeek-Moorsel (O. Hendrick)
Kluut Recurvirostra avosetta 01/04 30 ex. te SAR (Y. Quertenmont, I. Nel, F. Vandeputte e.a.), 1 ex. te Tervuren/ Park KMMA (K. Asselman, C. Willis, B. Forget)
Bonte Strandloper Calidris alpina 12/03 1 ex. NO te Leefdaal/plateau (B. Forget) 18/03 1 ex. te Kwerps/Dorenveld (A. Smets) 01/04 2 ex. te OHN (I. Nel, S. Horemans)
De boomklever I september 2015 I vogels
Kemphaan Philomachus pugnax 09/03 2 ex. te Veltem/Beisem (J. De Meirsman) 10 & 23/04 resp. 5 ex. NO & 1 ex. tpl te OHN (J. Nysten, I. Nel) Grutto Limosa limosa 4/03 1 ex. op akker te Veltem-Beisem (J. De Meirsman) 2/04 1 ad zom te OHN (M. Van Opstal, M. De Beenhouwer, L. Hendrickx e.a.) Regenwulp Numenius phaeopus 09/04 1 ex. aud te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 10/04 1 ex. te SAR (J. Nysten, L. Hendrickx, I. Nel), 2 ex. te Leefdaal/plateau (B. Bergmans) 10, 16, 17, 18/04 resp. 10, 1, 6 & 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande, R. Stoks) 19/04 1 ex. te OHN, NGB en NKV (L. Hendrickx, I. Nel, R. Stoks, W. Vannotten) 15/05 1 ex. over SAR (B. Chiwy) Wulp Numenius arquata 01/03 12 ex. W te Erps/Dorenveld (P. Moysons) 10/04 1 ex. N te Leefdaal/plateau (I. Nel) 11/04 1 ex. Z te OHN (M. Janssens) 17/04 1 ex. NW te SAR (L. Hendrickx, I. Nel) Zwarte Ruiter Tringa erythropus 21/04 15 ex. te OHZ (S. Horemans, I. Nel, P. Standaert, R. Stoks) Tureluur Tringa totanus De eerste Tureluur voor 2015 vloog op 30/03 rond te AVP (R. Gysbertsen). Nadien werd de soort op een hoger dan gemiddeld aantal plaatsen opgetekend. Een beknopt overzicht: Neerijse/Ganzeman (resp. 3 & 1 ex. op 1/04 & 1/05; I. Nel, S. Horemans), Neerijse/Tersaert (1 ex. op 1/04; P. Moysons), OHN (resp. 2, 3, 1, 4, 1, 2, 3 & 5 ex. op 2, 4, 23/04, 2, 15, 28, 30 & 31/05; versch. waarn.), OHZ (resp. 1, 3 & 1 ex. op 2, 13 & 26/04; L. Hednrickx, M. Van Opstal), Korbeek-Dijle/plateau (1 ex. over op 3/04; K. Moreau), Everberg/Vrebos (1 ex. over op 26/04; A. Smets), Leefdaal/plateau (telkens 1 ex. op 1 & 2/05; N. Ryckeboer, P. Moysons, J. Menu e.a.), SAR (telkens 1 ex. N op 23 & 29/05; I. Nel, A. Smets), Haasrode/Industrie (1 ex. op 26-27/05; P. Moysons, D. von Werne, R. Polfliet), NGB (5 ex. N op 28/05; I. Nel) & Heverlee/Langestaart (telkens 1 ex. op 28 & 30/05; E. Toorman, R. Ghijsen, J. Menu e.a.).
Groenpootruiter Tringa nebularia Op 3/04 werd de eerste Groenpootruiter voor 2015 gehoord te OHN (E. Toorman). Nadien werden soortgenoten aangetroffen te OHN (16 waarnemingen van 1-3 ex. tss 16/04 & 31/05; M. De Beenhouwer, S. Horemans, R. Stoks e.a.), OHZ (11 waarnemingen van 1-3 ex. tss 18/04 & 28/05; R. Stoks, S. Horemans, J. Vantrappen e.a.), NGB (1 ex. op 19/04; J. Nysten), Oppem (2 ex. op 21/04; J. De Cock, J. Kempeneers), SAR (2 ex. op 22/05; I. Nel), NKV (3 ex. NO op 25/05; I. Nel) en Heverlee/ Langestaart (1 ex. op 28/05; E. Toorman, P. Moysons). Bosruiter Tringa glareola 21/04 1 ex. te OHZ (S. Horemans) 24/04 1 ex. te Haasrode/industrie (D. von Werne) 10/05 1 ex. te OHN (R. Stoks, D. von Werne, L. Hendrickx e.a.) Witgat Tringa ochropus Maart 2015 telde slechts 15 waarnemingen van Witgat in het Dijleland (erg weinig voor deze maand), met max. 5 ex. te OHZ op 11/03 (I. Nel) en verder nooit meer dan 2 ex. samen. 76 waarnemingen in april illustreren duidelijk de voorjaarspiek van doortrekkende Witgatjes. Het maximum voor deze maand bedroeg 9 ex. te OHN op 6/04 (I. Nel). De laatste ex. van het voorjaar waren telkens 1 ex. te OHN op 1/05 (D. von Werne) en te Tervuren/ Park KMMA op 5/05 (I. Nel). Voor Witgatjes begint het najaar reeds eind mei/begin juni. Dit jaar zat er zo op 31/05 al terug een ex. te OHN (D. von Werne, J. Menu, L. Hendrickx, E. Toorman). Oeverloper Actitis hypoleucos De eerste Oeverloper voor 2015 zat op 13/04 te Heverlee/Langestaart (N. Ryckeboer). Nadien bleef de soort een vaste gast in de regio, met een totaal van 101 waarnemingen van 1-8 ex. verspreid over de waterrijke gebieden uit de regio.
VOGELS
ex.) te SAR die in mei niet meer aanwezig was. Eigenlijk waren Slechtvalken dit voorjaar dus best wel schaars in de regio, naar hedendaagse normen. In het centrum van Leuven deed zich voor het vijfde opeenvolgende jaar een geslaagd broedgeval voor, en net zoals tijdens de vorige jaren werden er vier jongen geringd.
Watersnip Gallinago gallinago Aantal waarnemingen: 43 (maart 16 – april 21 – mei 4). Op een waarneming van ca 50 ex. te Pécrot/vijver op 21/03 na (F. Van Hove), betrof de grootste concentratie slechts 6 ex. (op 25/04 te OHN; S. Peten). Laatste waarneming: 1 ex. te OHZ op 16/05 (L. Hendrickx). Zwartkopmeeuw Ichthyaetus melanocephalus 20/04 25 ad zom (!!) NW te LP (S. Goethals) 09/05 1 2e kj N te SAR (L. Hendrickx), I. Nel) De 35e en 36e gevallen van Zwartkopmeeuw in het Dijleland. Op solitaire individuen na ging het in deze reeks tweemaal over 2 ex., en éénmaal over 4 ex. De groep van 25 ex. op 20/04 heeft het totaal aantal waargenomen exemplaren dus stevig geboost, de teller staat nu op 65 ex. De boomklever I september 2015 I vogels
85
Dwergstern Sternula albifrons 28/05 1 ad zom te NGB (H. Roosen, V. Legrand, S. Horemans, I. Nel) 30/05 1 ad zom te SAR (P. Moysons, S. & K. De Backer, L. Hendrickx e.a.) De 14e en 15e gevallen (15e en 16e ex.) voor het Dijleland. Maar liefst 9 ex. hiervan werden waargenomen sinds 2010. Reuzenstern Hydroprogne caspia 14/04 1 ex. N te SAR (R. Gysbertsen) Deze waarneming betreft het 6e geval van Reuzenstern voor het Dijleland. Bovendien gaat het om de eerste aprilwaarneming en de vroegste waarneming ooit. De vorige gevallen dateren uit 1989, 1994, 2008, 2010 en 2011, en de maandverdeling is nu april 1, mei 1, juni 1, juli 2, aug 1. Zwarte Stern Chlidonias niger 08/05 3 ex. te SAR (S. De Saeger) 10/05 3 ad zom te OHN (D. von Werne, I. Nel, L. Hendrickx e.a.) 27/10 1 ex. te NGB (G. Creylman) 30/05 3 ad zom te SAR (P. Moysons, R. Ghijsen, I. Nel e.a.) Visdief Sterna hirundo 14/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande), 1 ex. te SAR (J. Vandeput) 08/05 2 ex. te NGB (B. Vereyken), 1 ex. te SAR (L. Hendrickx, I. Nel) 11 & 24/05 2 ex. te OHZ (J. vandeput, S. Horemans L. Hendrickx) 21 & 24/05 resp. 1 & 2 ex. te OHN (J. Vandeput, S. Horemans) Zomertortel Streptopelia turtur 19/04 1 ex. te OHN (I. Nel) 17/05 1 ex. te Haasrode/zandgroeve (D. von Werne) Oehoe Bubo bubo Er was een onbevestigde melding van een Oehoe op een dak van een huis op 22/03 te Wilsele/dorp (L. de Bruijn). Dat er bij meldingen van oehoes rekening moet worden gehouden met ontsnapte – inheemse en uitheemse – vogels werd tijdens deze periode onder meer geïllustreerd
86
De boomklever I september 2015 I vogels
door een Amerikaanse Oehoe Bubo virginianus die op 11/03 kon worden gefotografeerd te Heverlee (BINCO). Velduil Asio flammeus 08/03 1 ex. NO te plateau Sterrebeek-Moorsel (A. Smets), 1 ex. Z te Korbeek-Dijle/plateau (M. Fajgenblat) 16/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 17/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande, S. Horemans) Nachtzwaluw Caprimulgus europaeus 10 & 11/05 1 zp te Meerdaalwoud/Militair Domein (F. Vandeputte, I. Nel, P. Moysons, S. Horemans, R. Stoks) Na enkele onbevestigde claims langs de westrand van Meerdaalwoud in het begin van de jaren ’00, is dit het eerste zekere geval van Nachtzwaluw in het Dijleland sinds 1985 (Winksele). Het was dus exact 30 jaar geleden. Hop Upupa epops De 26e Hop voor het Dijleland sinds 1975 foerageerde op 27/04 in enkele tuinen te Neerijse/ Zingende Wind (J. Godemont, P. Ferdinand). Draaihals Jynx torquilla 15/04 1 ex. te OHN (S. Horemans) Boomleeuwerik Lullula arborea 09/03 1 ex. NO te plateau Sterrebeek-Moorsel (O. Hendrick) 17/03 2 ex. NO te Bierbeek/zandgroeve (D. von Werne) 16/04 2 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 02/05 2 ex. te Haasrode/zandgroeve (J. Menu, N. Verbeke) Engelse Kwikstaart Motacilla flava flavissima 27 & 30/04 1m te Erps/Dorenveld (op exact dezelfde locatie als in 2014) (A. Smets, P. Moysons) Noordse Kwikstaart Motacilla flava thunbergi 04/05 3 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (P. Standaert, S. Horemans) Rouwkwikstaart Motacilla alba yarrellii 17/04 1 ad m te Haasrode/zandgroeve (D. von Werne) Graspieper Anthus pratensis Net zoals in 2014 werd tijdens het voorjaar van 2015 geen enkele broedindicerende waarneming van Graspieper opgetekend in regio Leuven …
Boompieper Anthus trivialis Op 9/04 werden te Korbeek-Dijle/plateau de eerste twee Boompiepers voor 2015 gezien (T. Vandezande). Over deze locatie vlogen vervolgens nog solitaire trekkers op 13, 17 en 19/04 (T. Vandezande), over Haasrode/Industrie werd er eentje opgemerkt op 24/04 (P. Moysons), en over het plateau Sterrebeek-Moorsel op 26/04 (A. Smets). In Meerdaalwoud werd de soort vanaf 12/04 aangetroffen (G. Bleys e.v.a.), en er konden minstens 8 zangposten worden onderscheiden (waarvan vijf in het Militair Domein). Verder werde nog de volgende pleisteraars gevonden: 1 ex. te Sint-Agatha-Rode/Rodebos op 19 & 23/04 (E. Van Hoorebeke) en 2 ex. te OHN op 20/04 (M. Van Opstal, M. De Beenhouwer). Waterpieper Anthus spinoletta Met 89 ex. te SAR op 28/03 (I. Nel, L. Hendrickx) en 1 ex. te Erps/Dorenveld (F. Wyns, R. De Boom) en 4 ex. te SAR op 5/04 (G. Bleys), lagen de data waarop de maximale voorjaarsconcentratie en de laatste waarneming werden genoteerd slechts 8 dagen uit elkaar. Grauwe Klauwier Lanius collurio 21/05 1 ad v te Bertem/Koeheide (G. Bleys, E. Malfait) Beflijster Turdus torquatus De eerste Beflijsters voor 2015 waren 2 mannetjes te Heverlee/Bremstraat op 10/04 (G. Bleys). Er volgde een goed voorjaar voor de soort, met waarnemingen op de volgende locaties: Korbeek-Dijle/plateau (resp. 1v tpl, 1m tpl + 10 ex. N, 1 ex. tpl + 7 ex. N, 1m tpl + 6 ex. N op 12, 13, 14, 17/04; J. Nysten, T. Vandezande, S. Horemans), Neerijse/Zingende Wind (2m2v op 12/04; L. Smets), Bertem/Koeheide (resp. 4 ex., 1m & 1v op 13, 26/04 & 3/05; G. Bleys, F. Vandekeybus), Leefdaal/plateau (resp. 1v & 1 ex. op 13 & 27/04; I. Nel, E. Malfait), Haasrode/ Industrie (1 ex. op 13/04; P. Smets), Everberg/Vrebos (2 ex. op 15/04; A. Smets), Haasrode/Zandgroeve (3 ex. op 16/04; D. von Werne), plateau Sterrebeek-Moorsel (resp. 24 ex. NO, 11 ex. tpl + 5 ex. NO, 16 ex. tpl, 12 ex. tpl, 4 ex. tpl en 1m tpl op 17, 18, 19, 22, 25/04 & 10/05; A. Smets, O. Hendrick, R. De Boom) en Leefdaal/Duivendelle (1 ex. op 19/04; A. Smets). Nachtegaal Luscinia megarhynchos 19/04 1 ex. te Bertem/Koeheide (M. Rogghe) 03/05 1 zp te Wijgmaal/Wijgmaalbroek (W. Claes) 08/05 1 zp te Korbeek-Dijle (N. Ryckeboer) 14, 16 & 24/05 1 zp te Oud-Heverlee/Ormendaal (P. Moysons, S. Horemans, I. Nel) Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus 09/04 1 ad m te Overijse/Terlanen (H. Roosen)
Kleine zilverreiger – SAR Foto: Ingrid Nel
10/04 18/04 23/04 24/04 25/04 02/05
03/05 10 & 31/05 15-31/05
1 ad m te Vossem (J. De Cock) 1 ad v te Korbeek-Dijle/plateau (J. Nysten) 1 ad m te Winksele (F. Vandekeybus) 1 ad m te LP (B. Verstraete) 1 ad v te Oud-Heverlee/Ormendaal (P. Moysons) 1 ad m te Heverlee/Terbank (A. Verboven), 1 zp te Overijse/Terlanenveld (H. Roosen) 1 zp te Oud-Heverlee/dorp (J. Rutten) telkens 1 zp te Meerdaalwoud/Militair Domein (R. Stoks, J. Rutten) 1 zp te Leuven/centrum (J. Menu, E. Toorman, F. Vandeputte e.a.)
Paapje Saxicola rubetra De eerste waarneming betrof 1 ex. op 17/04 op het plateau Sterrebeek-Moorsel (A. Smets). Tussen 18/04 en 10/05 werden vervolgens 32 waarnemingen van Paapjes opgetekend binnen de regiogrenzen. Een beknopt overzicht per locatie: Korbeek-Dijle/plateau (resp. 2 ex., 1m, 2 ex. & 1m op 18, 19, 24/04 & 2/05; J. Nysten, R. Stoks, S. Horemans e.a.), SAR/Vette Weide (3 ex. op 18/04; K. Moreau, I. Nel, L. Hendrickx, J. Buys), Leefdaal/plateau (telkens 1 ex. op 19, 26/04, 1, 2 & 4/05; A. Smets, J. Nysten, R. Stoks, S. Horemans), Neerijse/Tersaert (1m op 19/04; A. Smets), OHN (resp. 1m & 3 ex. op 20 & 25/04; M. De Beenhouwer, M. Van Opstal, S. Peten), Haasrode/ Industrie (1m op 23-24/04; R. Polfliet, D. von Werne, P. Moysons), Erps-Kwerps/Zuurbeekvallei (1m op 23/04; M. Depauw), Plateau Sterrebeek-Moorsel (telkens 1m op 24 & 29/04; O. Hendrick; H. Roosen), Tervuren/Zoniënwoud (1v op 24/04; V. Daems, B. Pasau), OHZ (2 ex. op 9/05; S. Horemans) en Leefdaal/Duivendelle (1m op 10/05; A. Smets).
VOGELS
Pontische Meeuw Larus cachinnans 4, 10 & 22/03 telkens 1 ad te SAR (I. Nel) 8 & 14/03 resp. 2 3e kj en 1 ad + 1 imm te OHN (L. Hendrickx, I. Nel) 14/03 & 6/04 resp. 1 imm & 1 3e kj te ZW (J. Rutten, K. Moreau) 15-16/03 1 ex. te OHZ (A. Smets, R. Polfliet, S. Horemans)
Roodborsttapuit Saxicola rubicola Roodborsttapuiten werden tijdens het voorjaar van 2015 doorgegeven van op de volgende plaatsen: Heverlee/Zwanenberg (1 ex. op 2/03; G. Bleys), plateau Sterrebeek-Moorsel (telkens 1m op 8/03 & 18/04; O. Hendrick, A. Smets), Haasrode/Industrie (waarnemingen van 1-2 ex. op 15 data tss 9/03 & 31/05; D. von Werne, P. De boomklever I september 2015 I vogels
87
Dwergstern Sternula albifrons 28/05 1 ad zom te NGB (H. Roosen, V. Legrand, S. Horemans, I. Nel) 30/05 1 ad zom te SAR (P. Moysons, S. & K. De Backer, L. Hendrickx e.a.) De 14e en 15e gevallen (15e en 16e ex.) voor het Dijleland. Maar liefst 9 ex. hiervan werden waargenomen sinds 2010. Reuzenstern Hydroprogne caspia 14/04 1 ex. N te SAR (R. Gysbertsen) Deze waarneming betreft het 6e geval van Reuzenstern voor het Dijleland. Bovendien gaat het om de eerste aprilwaarneming en de vroegste waarneming ooit. De vorige gevallen dateren uit 1989, 1994, 2008, 2010 en 2011, en de maandverdeling is nu april 1, mei 1, juni 1, juli 2, aug 1. Zwarte Stern Chlidonias niger 08/05 3 ex. te SAR (S. De Saeger) 10/05 3 ad zom te OHN (D. von Werne, I. Nel, L. Hendrickx e.a.) 27/10 1 ex. te NGB (G. Creylman) 30/05 3 ad zom te SAR (P. Moysons, R. Ghijsen, I. Nel e.a.) Visdief Sterna hirundo 14/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande), 1 ex. te SAR (J. Vandeput) 08/05 2 ex. te NGB (B. Vereyken), 1 ex. te SAR (L. Hendrickx, I. Nel) 11 & 24/05 2 ex. te OHZ (J. vandeput, S. Horemans L. Hendrickx) 21 & 24/05 resp. 1 & 2 ex. te OHN (J. Vandeput, S. Horemans) Zomertortel Streptopelia turtur 19/04 1 ex. te OHN (I. Nel) 17/05 1 ex. te Haasrode/zandgroeve (D. von Werne) Oehoe Bubo bubo Er was een onbevestigde melding van een Oehoe op een dak van een huis op 22/03 te Wilsele/dorp (L. de Bruijn). Dat er bij meldingen van oehoes rekening moet worden gehouden met ontsnapte – inheemse en uitheemse – vogels werd tijdens deze periode onder meer geïllustreerd
86
De boomklever I september 2015 I vogels
door een Amerikaanse Oehoe Bubo virginianus die op 11/03 kon worden gefotografeerd te Heverlee (BINCO). Velduil Asio flammeus 08/03 1 ex. NO te plateau Sterrebeek-Moorsel (A. Smets), 1 ex. Z te Korbeek-Dijle/plateau (M. Fajgenblat) 16/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 17/04 1 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande, S. Horemans) Nachtzwaluw Caprimulgus europaeus 10 & 11/05 1 zp te Meerdaalwoud/Militair Domein (F. Vandeputte, I. Nel, P. Moysons, S. Horemans, R. Stoks) Na enkele onbevestigde claims langs de westrand van Meerdaalwoud in het begin van de jaren ’00, is dit het eerste zekere geval van Nachtzwaluw in het Dijleland sinds 1985 (Winksele). Het was dus exact 30 jaar geleden. Hop Upupa epops De 26e Hop voor het Dijleland sinds 1975 foerageerde op 27/04 in enkele tuinen te Neerijse/ Zingende Wind (J. Godemont, P. Ferdinand). Draaihals Jynx torquilla 15/04 1 ex. te OHN (S. Horemans) Boomleeuwerik Lullula arborea 09/03 1 ex. NO te plateau Sterrebeek-Moorsel (O. Hendrick) 17/03 2 ex. NO te Bierbeek/zandgroeve (D. von Werne) 16/04 2 ex. NO te Korbeek-Dijle/plateau (T. Vandezande) 02/05 2 ex. te Haasrode/zandgroeve (J. Menu, N. Verbeke) Engelse Kwikstaart Motacilla flava flavissima 27 & 30/04 1m te Erps/Dorenveld (op exact dezelfde locatie als in 2014) (A. Smets, P. Moysons) Noordse Kwikstaart Motacilla flava thunbergi 04/05 3 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (P. Standaert, S. Horemans) Rouwkwikstaart Motacilla alba yarrellii 17/04 1 ad m te Haasrode/zandgroeve (D. von Werne) Graspieper Anthus pratensis Net zoals in 2014 werd tijdens het voorjaar van 2015 geen enkele broedindicerende waarneming van Graspieper opgetekend in regio Leuven …
Boompieper Anthus trivialis Op 9/04 werden te Korbeek-Dijle/plateau de eerste twee Boompiepers voor 2015 gezien (T. Vandezande). Over deze locatie vlogen vervolgens nog solitaire trekkers op 13, 17 en 19/04 (T. Vandezande), over Haasrode/Industrie werd er eentje opgemerkt op 24/04 (P. Moysons), en over het plateau Sterrebeek-Moorsel op 26/04 (A. Smets). In Meerdaalwoud werd de soort vanaf 12/04 aangetroffen (G. Bleys e.v.a.), en er konden minstens 8 zangposten worden onderscheiden (waarvan vijf in het Militair Domein). Verder werde nog de volgende pleisteraars gevonden: 1 ex. te Sint-Agatha-Rode/Rodebos op 19 & 23/04 (E. Van Hoorebeke) en 2 ex. te OHN op 20/04 (M. Van Opstal, M. De Beenhouwer). Waterpieper Anthus spinoletta Met 89 ex. te SAR op 28/03 (I. Nel, L. Hendrickx) en 1 ex. te Erps/Dorenveld (F. Wyns, R. De Boom) en 4 ex. te SAR op 5/04 (G. Bleys), lagen de data waarop de maximale voorjaarsconcentratie en de laatste waarneming werden genoteerd slechts 8 dagen uit elkaar. Grauwe Klauwier Lanius collurio 21/05 1 ad v te Bertem/Koeheide (G. Bleys, E. Malfait) Beflijster Turdus torquatus De eerste Beflijsters voor 2015 waren 2 mannetjes te Heverlee/Bremstraat op 10/04 (G. Bleys). Er volgde een goed voorjaar voor de soort, met waarnemingen op de volgende locaties: Korbeek-Dijle/plateau (resp. 1v tpl, 1m tpl + 10 ex. N, 1 ex. tpl + 7 ex. N, 1m tpl + 6 ex. N op 12, 13, 14, 17/04; J. Nysten, T. Vandezande, S. Horemans), Neerijse/Zingende Wind (2m2v op 12/04; L. Smets), Bertem/Koeheide (resp. 4 ex., 1m & 1v op 13, 26/04 & 3/05; G. Bleys, F. Vandekeybus), Leefdaal/plateau (resp. 1v & 1 ex. op 13 & 27/04; I. Nel, E. Malfait), Haasrode/ Industrie (1 ex. op 13/04; P. Smets), Everberg/Vrebos (2 ex. op 15/04; A. Smets), Haasrode/Zandgroeve (3 ex. op 16/04; D. von Werne), plateau Sterrebeek-Moorsel (resp. 24 ex. NO, 11 ex. tpl + 5 ex. NO, 16 ex. tpl, 12 ex. tpl, 4 ex. tpl en 1m tpl op 17, 18, 19, 22, 25/04 & 10/05; A. Smets, O. Hendrick, R. De Boom) en Leefdaal/Duivendelle (1 ex. op 19/04; A. Smets). Nachtegaal Luscinia megarhynchos 19/04 1 ex. te Bertem/Koeheide (M. Rogghe) 03/05 1 zp te Wijgmaal/Wijgmaalbroek (W. Claes) 08/05 1 zp te Korbeek-Dijle (N. Ryckeboer) 14, 16 & 24/05 1 zp te Oud-Heverlee/Ormendaal (P. Moysons, S. Horemans, I. Nel) Gekraagde Roodstaart Phoenicurus phoenicurus 09/04 1 ad m te Overijse/Terlanen (H. Roosen)
Kleine zilverreiger – SAR Foto: Ingrid Nel
10/04 18/04 23/04 24/04 25/04 02/05
03/05 10 & 31/05 15-31/05
1 ad m te Vossem (J. De Cock) 1 ad v te Korbeek-Dijle/plateau (J. Nysten) 1 ad m te Winksele (F. Vandekeybus) 1 ad m te LP (B. Verstraete) 1 ad v te Oud-Heverlee/Ormendaal (P. Moysons) 1 ad m te Heverlee/Terbank (A. Verboven), 1 zp te Overijse/Terlanenveld (H. Roosen) 1 zp te Oud-Heverlee/dorp (J. Rutten) telkens 1 zp te Meerdaalwoud/Militair Domein (R. Stoks, J. Rutten) 1 zp te Leuven/centrum (J. Menu, E. Toorman, F. Vandeputte e.a.)
Paapje Saxicola rubetra De eerste waarneming betrof 1 ex. op 17/04 op het plateau Sterrebeek-Moorsel (A. Smets). Tussen 18/04 en 10/05 werden vervolgens 32 waarnemingen van Paapjes opgetekend binnen de regiogrenzen. Een beknopt overzicht per locatie: Korbeek-Dijle/plateau (resp. 2 ex., 1m, 2 ex. & 1m op 18, 19, 24/04 & 2/05; J. Nysten, R. Stoks, S. Horemans e.a.), SAR/Vette Weide (3 ex. op 18/04; K. Moreau, I. Nel, L. Hendrickx, J. Buys), Leefdaal/plateau (telkens 1 ex. op 19, 26/04, 1, 2 & 4/05; A. Smets, J. Nysten, R. Stoks, S. Horemans), Neerijse/Tersaert (1m op 19/04; A. Smets), OHN (resp. 1m & 3 ex. op 20 & 25/04; M. De Beenhouwer, M. Van Opstal, S. Peten), Haasrode/ Industrie (1m op 23-24/04; R. Polfliet, D. von Werne, P. Moysons), Erps-Kwerps/Zuurbeekvallei (1m op 23/04; M. Depauw), Plateau Sterrebeek-Moorsel (telkens 1m op 24 & 29/04; O. Hendrick; H. Roosen), Tervuren/Zoniënwoud (1v op 24/04; V. Daems, B. Pasau), OHZ (2 ex. op 9/05; S. Horemans) en Leefdaal/Duivendelle (1m op 10/05; A. Smets).
VOGELS
Pontische Meeuw Larus cachinnans 4, 10 & 22/03 telkens 1 ad te SAR (I. Nel) 8 & 14/03 resp. 2 3e kj en 1 ad + 1 imm te OHN (L. Hendrickx, I. Nel) 14/03 & 6/04 resp. 1 imm & 1 3e kj te ZW (J. Rutten, K. Moreau) 15-16/03 1 ex. te OHZ (A. Smets, R. Polfliet, S. Horemans)
Roodborsttapuit Saxicola rubicola Roodborsttapuiten werden tijdens het voorjaar van 2015 doorgegeven van op de volgende plaatsen: Heverlee/Zwanenberg (1 ex. op 2/03; G. Bleys), plateau Sterrebeek-Moorsel (telkens 1m op 8/03 & 18/04; O. Hendrick, A. Smets), Haasrode/Industrie (waarnemingen van 1-2 ex. op 15 data tss 9/03 & 31/05; D. von Werne, P. De boomklever I september 2015 I vogels
87
Moysons, R. Polfliet), Winksele (1m op 11/03; R. Ghijsen), NKV (waarnemingen van 1-2 ex. op 11 data tss 15/03 & 27/05; S. Bénisch, J. Nysten, N. Verbeke e.a.), Oppem (2m1v op 15/03; R. Ghijsen), OHZ (waarnemingen van 1-2 ex. op 5 data tss 16 & 27/03; I. Nel, F. Vandeputte, J. Menu e.a.), Everberg/Vrebos (1m op 16/03; A. Verboven), SAR/Vette Weide (1m op 21/03; G. Rijmenans), Korbeek-Dijle/plateau (Z ex. op 23/03; S. Horemans), OHN (1 ex. op 5/04; L. Van Hellemont), Haasrode/zandgroeve (waarnemingen van 1-3 ex. op 18 data tss 19/04 & 31/05; D. von Werne e.a.), Erps-Kwerps/Zuurbeekvallei (1m op 1/05; M. Depauw) en Leefdaal/plateau (1 ex. op 23/05; B. Forget). Tapuit Oenanthe oenanthe Op 8/04 werd de eerste Dijlelandse Tapuit voor 2015 opgemerkt te Wilsele-Putkapel/dorp (J. De Meirsman). De soort werd verder aangetroffen te Korbeek-Dijle/ plateau (10 waarnemingen van 1-4 ex. tss 10/04 & 6/05; J. Menu, T. Vandezande, J. Nysten e.a.), Leefdaal/ plateau (12 waarnemingen van 1-5 ex. tss 10/04 & 8/05; F. Vandeputte, N. Ryckeboer, J. Nysten, …), Tervuren/ Zoniënwoud (1m op 10/04; V. Daems, B. Pasau), Bertem/ Koeheide (telkens 1 ex. op 16/04 & 6/05; G. Bleys), plateau Sterrebeek – Moorsel (telkens 1 ex. op 17-19/04 & 10/05; A. Smets, O. Hendrick, R. De Boom), Neerijse/ Zingende Wind (1 ex. op 18/04; J. Nysten), Haasrode/ zandgroeve (1 ex. op 18/04; P. Moysons, R. Uyttenbroeck), Bierbeek/zandgroeve (resp. 2 & 1 ex. op 21 & 22/04; R. Polfliet, P. Moysons), Haasrode/Industrie (resp. 2 & 4 ex. op 23 & 24/04; R. Polfliet, P. Moysons, D. von Werne), Winksele (1 ex. op 23/04), Erps/Dorenveld (resp. 3, 1, 4 & 6 ex. op 24, 30/04, 1 & 12/05; S. Vandevenne, P. Moysons, F. Wyns e.a.), Wilsele-Putkapel/dorp (1 ex.
88
De boomklever I september 2015 I vogels
op 24/04; J. Bafort), Erps-Kwerps/Zuurbeekvallei (resp. 4, 8, 7 & 5 ex. op 25, 26/04, 1 & 3/05; M. Depauw, R. Ghijsen), Heverlee/Zwanenberg (2 ex. op 29/04; G. Bleys), Erps-Kwerps/dorp (6 ex. op 1/05; M. Depauw), NKV (1 ex. op 2/05; B. Bergmans) en Bierbeek/Mollendaal plateau (1 ex. op 24/05; G. Bleys). Cetti’s Zanger Cettia cetti 411 waarnemingen van deze onzichtbare – maar o zo luidruchtige – ruigtesluiper in een periode van drie maanden, wie had dat aan het begin van de 20e eeuw durven voorspellen?! Er konden bovendien maar liefst minstens 23 territoria worden afgebakend, als volgt verdeeld over de regio : OHN 6, OHZ 5, Ormendaal 1, Oppem 1, NGB 1, Doode Bemde 2 à 3, SAR 3 en Pécrot min. 3. Buiten de Dijlevallei was er voor het eerst een territorium te AVP. Grote Karekiet Acrocephalus arundinaceus Wie dacht dat het na de waarneming van een Grote Karekiet op 22/05/14 te Kwerps/vijvers weer vele jaren zou duren vooraleer deze soort terug in de regio kon worden teruggevonden, was verkeerd: 04/05 1 zp te Tervuren/Park KMMA (K. Asselman, K. van Scharen) 05-31/05 1 zp te LP (F. Vanwezer e.v.a.) Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus 10-24/04, 9, 16 1 zp te SAR, met 2 zp op 24/04 & 27/05 (I. Nel e.v.a.) 13, 18/04, 7 1 zp te OHN (I. Nel, L. Hendrickx) & 10/05 18, 22 & 26/04 1 zp te Pécrot/vijver (F. Van Hove) 01/05 1 zp te AVP (W. Goussey) 07/05 1 ex. te Oud-Heverlee/Ormendaal (S. Horemans) 25/05 1 ex. te NKV (D. Michiels)
Orpheusspotvogel Hippolais polyglotta 24-25/05 1 zp te Haasrode/zandgroeve (D. von Werne e.a.) De vierde Orpheusspotvogel voor het Dijleland. De vorige gevallen dateren van 31/05-2/06/06, 28/05/10 en 5/06/11, en werden allen te Huldenberg/Spitsberg genoteerd. Snor Locustella luscinioides 20 & 22/04 1 zp te NKV (I. Nel) 23-31/05 1 zp te SAR (F. Fluyt e.v.a.) De 18e en 19e Dijlelandse gevallen van Snor sinds 1975. Braamsluiper Sylvia curruca De volgende Braamsluipers werden tijdens het voorjaar van 2015 opgemerkt in regio Leuven : 1 zp te SAR op 18/04 (K. Moreau, I. Nel), 1 zp te Bierbeek/Builoog op 22/04 (P. Moysons), 1 zp te Blanden op 25/04 (J. Rutten), resp. 1 zp en 1 ex. op het plateau Sterrebeek – Moorsel op 26/04 & 10/05 (A. Smets, R. De Boom), 1 zp te Haasrode/Industrie op 28/04 & 15-29/05 (P. Moysons, D. von Werne, J. Menu, R. Polfliet), 1 zp te Heverlee/Bremstraat op 29/04 & 10/05 (G. Bleys), 1 zp te Bertem/ Koeheide op 7 & 11/05 (G. Bleys, A. Verboven) en 1 ex. te Leefdaal/ plateau op 7/05 (S. Horemans). Fluiter Phylloscopus sibilatrix Na enkele betere jaren, brachten de winden in 2015 weer weinig Fluiters naar de streek. In het boscomplex van Meerdaalwoud – Heverleebos werd de soort hele-
maal niet opgemerkt, en in het Zoniënwoud (Tervuren) ging het enkel om de volgende gevallen: resp. 1, enkele, 1 & 1 zp op 19, 28/04, 1 & 14/05 (V. Daems, B. Pasau, M. Pearse, E. Thornburn). Buidelmees Remiz pendulinus 12-13 & 14/04 resp. 3 ad & 1 ad v te SAR (I. Nel, L. Hendrickx, J. Buys e.a.) Baardmannetje Panurus biarmicus 21-22/03 1 ex. te SAR (G. Rijmenans, M. Jonckers, O. Hendrick e.a.) Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata 10/05 3 zp (4 ex.) in Meerdaalwoud (1 bevestigd op 14/05) (R. Stoks) 13/05 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (N. Ryckeboer) 14/05 1 zp op 4e locatie in Meerdaalwoud (D. von Werne) 14, 17-19, 27 resp. 1, 1, 1 & 2 ex. & 29/05 te Leefdaal/plateau (I. Nel, S. Horemans, P. Standaert) 17/05 1 zp op 5e locatie in Meerdaalwoud (R. Polfliet) 21/05 1 ex. te SAR (D. Capart) 24/05 1 zp te Vaalbeek (M. Walravens) Bonte Vliegenvanger Ficedula hypoleuca 16 & 21/04 resp. 1 ex. & 1v in de Doode Bemde (T. Bovens, C. Terseleer) 18/04 1 ex. te Sint-Agatha-Rode/Rodebos (E. Van Hoorebeke) Wielewaal Oriolus oriolus De eerste Wielewaal voor 2015, een mannetje, maakte reeds op 26/04 zijn opwachting te Wijgmaal/ Wijgmaalbroek (L. Smets), waar de soort nadien nog op 14-17, 21, 23, 26 & 29-30/05 werd geobserveerd (versch. waarn.). Buiten deze locatie waren er enkel de volgende meldingen : 1m te Korbeek-Dijle/plateau op 2/05 (T. Vandezande), 1 ex. te Neerijse/Doode Bemde op 4/05 (J. Lissens), 1 zp te Haasrode/Meerdaalwoud op 14/05 (R. Stoks), 1 zp te Veltem-Beisem/Kastanjebos op 15/05 (R. Ghijsen) en 1 zp te SAR/Laanvallei op 29/05 (S. & K. De Backer).
VOGELS
Sprinkhaanzanger - Oud-Heverlee Noord Foto: Erik Toorman
Spotvogel Hippolais icterina Met 47 ingevoerde waarnemingen was het een relatief goede periode voor Spotvogel in het Dijleland. De eerste liet zich op 9/05 opmerken te Erps/Dorenveld (P. Moysons). Nadien ging het om waarnemingen op de volgende locaties: Meerbeek/pompstation (resp. 2, 1, 1 & 1 zp op 10, 15, 17 & 23/05; A. Smets, H. Roosen, P. Moysons, M. Depauw), Erps/Dorenveld (resp. 1, 1, 2, min. 1 & 1 zp op 11, 12, 17, 24 & 31/05; H. Roosen, F. Wyns, P. Moysons e.a.), Leefdaal/plateau (16 waarnemingen van 1-3 zp tss 12 & 30/05; versch. waarn.), Heverlee/ Bremstraat (1 zp op 12/05; G. Bleys), Duisburg (1 zp op 12/05; N. Ryckeboer), Wijgmaal/Wijgmaalbroek (telkens 1 ex. op 14, 17 & 25/05; W. Ceulemans, J.Menu, W. Claes), SAR/Reebeemd (1 zp op 14/05; E. Van Hoorebeke), OHN (1 zp op 17/05; L. Hendrickx), plateau Sterrebeek-Moorsel (telkens 1 zp op 18 & 29/05; O. Hendrick, A. Smets), Veltem-Beisem/dorp (1 zp op 18/05; S. De Saeger), Wilsele-Putkapel/Kwade Hoek (1 zp op 20/05; J. De Meirsman), Wilsele/dorp (1 zp op 21/05; J. De Meirsman), Everberg/Vrebos (1 ex. op 22/05; D. von Werne), Veltem-Beisem/Kastanjebos (1 zp op 23-24/05; R. Ghijsen), Kwerps/vijvers (1 zp op 31/05; M. Depauw) & Meerdaalwoud/Militair Domein (1 zp op 31/05; J. Rutten).
Ringmus Passer montanus Alle waarnemingen … : 2 ex. NO te plateau Sterrebeek-Moorsel op 9/03 (O. Hendrick) en 7 ex. te Korbeek-Dijle/plateau op 3/04 (K. Moreau). Europese Kanarie Serinus serinus 4/05 1 zingend m te Wilsele/dorp (W. Claes) Kruisbek Loxia curvirostra Opvallend afwezig tijdens de periode maart-mei 2015, met 2 ex. te Meerdaalwoud/Militair Domein op 31/05 (J. Rutten) als enige waarneming. De boomklever I september 2015 I vogels
89
Moysons, R. Polfliet), Winksele (1m op 11/03; R. Ghijsen), NKV (waarnemingen van 1-2 ex. op 11 data tss 15/03 & 27/05; S. Bénisch, J. Nysten, N. Verbeke e.a.), Oppem (2m1v op 15/03; R. Ghijsen), OHZ (waarnemingen van 1-2 ex. op 5 data tss 16 & 27/03; I. Nel, F. Vandeputte, J. Menu e.a.), Everberg/Vrebos (1m op 16/03; A. Verboven), SAR/Vette Weide (1m op 21/03; G. Rijmenans), Korbeek-Dijle/plateau (Z ex. op 23/03; S. Horemans), OHN (1 ex. op 5/04; L. Van Hellemont), Haasrode/zandgroeve (waarnemingen van 1-3 ex. op 18 data tss 19/04 & 31/05; D. von Werne e.a.), Erps-Kwerps/Zuurbeekvallei (1m op 1/05; M. Depauw) en Leefdaal/plateau (1 ex. op 23/05; B. Forget). Tapuit Oenanthe oenanthe Op 8/04 werd de eerste Dijlelandse Tapuit voor 2015 opgemerkt te Wilsele-Putkapel/dorp (J. De Meirsman). De soort werd verder aangetroffen te Korbeek-Dijle/ plateau (10 waarnemingen van 1-4 ex. tss 10/04 & 6/05; J. Menu, T. Vandezande, J. Nysten e.a.), Leefdaal/ plateau (12 waarnemingen van 1-5 ex. tss 10/04 & 8/05; F. Vandeputte, N. Ryckeboer, J. Nysten, …), Tervuren/ Zoniënwoud (1m op 10/04; V. Daems, B. Pasau), Bertem/ Koeheide (telkens 1 ex. op 16/04 & 6/05; G. Bleys), plateau Sterrebeek – Moorsel (telkens 1 ex. op 17-19/04 & 10/05; A. Smets, O. Hendrick, R. De Boom), Neerijse/ Zingende Wind (1 ex. op 18/04; J. Nysten), Haasrode/ zandgroeve (1 ex. op 18/04; P. Moysons, R. Uyttenbroeck), Bierbeek/zandgroeve (resp. 2 & 1 ex. op 21 & 22/04; R. Polfliet, P. Moysons), Haasrode/Industrie (resp. 2 & 4 ex. op 23 & 24/04; R. Polfliet, P. Moysons, D. von Werne), Winksele (1 ex. op 23/04), Erps/Dorenveld (resp. 3, 1, 4 & 6 ex. op 24, 30/04, 1 & 12/05; S. Vandevenne, P. Moysons, F. Wyns e.a.), Wilsele-Putkapel/dorp (1 ex.
88
De boomklever I september 2015 I vogels
op 24/04; J. Bafort), Erps-Kwerps/Zuurbeekvallei (resp. 4, 8, 7 & 5 ex. op 25, 26/04, 1 & 3/05; M. Depauw, R. Ghijsen), Heverlee/Zwanenberg (2 ex. op 29/04; G. Bleys), Erps-Kwerps/dorp (6 ex. op 1/05; M. Depauw), NKV (1 ex. op 2/05; B. Bergmans) en Bierbeek/Mollendaal plateau (1 ex. op 24/05; G. Bleys). Cetti’s Zanger Cettia cetti 411 waarnemingen van deze onzichtbare – maar o zo luidruchtige – ruigtesluiper in een periode van drie maanden, wie had dat aan het begin van de 20e eeuw durven voorspellen?! Er konden bovendien maar liefst minstens 23 territoria worden afgebakend, als volgt verdeeld over de regio : OHN 6, OHZ 5, Ormendaal 1, Oppem 1, NGB 1, Doode Bemde 2 à 3, SAR 3 en Pécrot min. 3. Buiten de Dijlevallei was er voor het eerst een territorium te AVP. Grote Karekiet Acrocephalus arundinaceus Wie dacht dat het na de waarneming van een Grote Karekiet op 22/05/14 te Kwerps/vijvers weer vele jaren zou duren vooraleer deze soort terug in de regio kon worden teruggevonden, was verkeerd: 04/05 1 zp te Tervuren/Park KMMA (K. Asselman, K. van Scharen) 05-31/05 1 zp te LP (F. Vanwezer e.v.a.) Rietzanger Acrocephalus schoenobaenus 10-24/04, 9, 16 1 zp te SAR, met 2 zp op 24/04 & 27/05 (I. Nel e.v.a.) 13, 18/04, 7 1 zp te OHN (I. Nel, L. Hendrickx) & 10/05 18, 22 & 26/04 1 zp te Pécrot/vijver (F. Van Hove) 01/05 1 zp te AVP (W. Goussey) 07/05 1 ex. te Oud-Heverlee/Ormendaal (S. Horemans) 25/05 1 ex. te NKV (D. Michiels)
Orpheusspotvogel Hippolais polyglotta 24-25/05 1 zp te Haasrode/zandgroeve (D. von Werne e.a.) De vierde Orpheusspotvogel voor het Dijleland. De vorige gevallen dateren van 31/05-2/06/06, 28/05/10 en 5/06/11, en werden allen te Huldenberg/Spitsberg genoteerd. Snor Locustella luscinioides 20 & 22/04 1 zp te NKV (I. Nel) 23-31/05 1 zp te SAR (F. Fluyt e.v.a.) De 18e en 19e Dijlelandse gevallen van Snor sinds 1975. Braamsluiper Sylvia curruca De volgende Braamsluipers werden tijdens het voorjaar van 2015 opgemerkt in regio Leuven : 1 zp te SAR op 18/04 (K. Moreau, I. Nel), 1 zp te Bierbeek/Builoog op 22/04 (P. Moysons), 1 zp te Blanden op 25/04 (J. Rutten), resp. 1 zp en 1 ex. op het plateau Sterrebeek – Moorsel op 26/04 & 10/05 (A. Smets, R. De Boom), 1 zp te Haasrode/Industrie op 28/04 & 15-29/05 (P. Moysons, D. von Werne, J. Menu, R. Polfliet), 1 zp te Heverlee/Bremstraat op 29/04 & 10/05 (G. Bleys), 1 zp te Bertem/ Koeheide op 7 & 11/05 (G. Bleys, A. Verboven) en 1 ex. te Leefdaal/ plateau op 7/05 (S. Horemans). Fluiter Phylloscopus sibilatrix Na enkele betere jaren, brachten de winden in 2015 weer weinig Fluiters naar de streek. In het boscomplex van Meerdaalwoud – Heverleebos werd de soort hele-
maal niet opgemerkt, en in het Zoniënwoud (Tervuren) ging het enkel om de volgende gevallen: resp. 1, enkele, 1 & 1 zp op 19, 28/04, 1 & 14/05 (V. Daems, B. Pasau, M. Pearse, E. Thornburn). Buidelmees Remiz pendulinus 12-13 & 14/04 resp. 3 ad & 1 ad v te SAR (I. Nel, L. Hendrickx, J. Buys e.a.) Baardmannetje Panurus biarmicus 21-22/03 1 ex. te SAR (G. Rijmenans, M. Jonckers, O. Hendrick e.a.) Grauwe Vliegenvanger Muscicapa striata 10/05 3 zp (4 ex.) in Meerdaalwoud (1 bevestigd op 14/05) (R. Stoks) 13/05 1 ex. te Korbeek-Dijle/plateau (N. Ryckeboer) 14/05 1 zp op 4e locatie in Meerdaalwoud (D. von Werne) 14, 17-19, 27 resp. 1, 1, 1 & 2 ex. & 29/05 te Leefdaal/plateau (I. Nel, S. Horemans, P. Standaert) 17/05 1 zp op 5e locatie in Meerdaalwoud (R. Polfliet) 21/05 1 ex. te SAR (D. Capart) 24/05 1 zp te Vaalbeek (M. Walravens) Bonte Vliegenvanger Ficedula hypoleuca 16 & 21/04 resp. 1 ex. & 1v in de Doode Bemde (T. Bovens, C. Terseleer) 18/04 1 ex. te Sint-Agatha-Rode/Rodebos (E. Van Hoorebeke) Wielewaal Oriolus oriolus De eerste Wielewaal voor 2015, een mannetje, maakte reeds op 26/04 zijn opwachting te Wijgmaal/ Wijgmaalbroek (L. Smets), waar de soort nadien nog op 14-17, 21, 23, 26 & 29-30/05 werd geobserveerd (versch. waarn.). Buiten deze locatie waren er enkel de volgende meldingen : 1m te Korbeek-Dijle/plateau op 2/05 (T. Vandezande), 1 ex. te Neerijse/Doode Bemde op 4/05 (J. Lissens), 1 zp te Haasrode/Meerdaalwoud op 14/05 (R. Stoks), 1 zp te Veltem-Beisem/Kastanjebos op 15/05 (R. Ghijsen) en 1 zp te SAR/Laanvallei op 29/05 (S. & K. De Backer).
VOGELS
Sprinkhaanzanger - Oud-Heverlee Noord Foto: Erik Toorman
Spotvogel Hippolais icterina Met 47 ingevoerde waarnemingen was het een relatief goede periode voor Spotvogel in het Dijleland. De eerste liet zich op 9/05 opmerken te Erps/Dorenveld (P. Moysons). Nadien ging het om waarnemingen op de volgende locaties: Meerbeek/pompstation (resp. 2, 1, 1 & 1 zp op 10, 15, 17 & 23/05; A. Smets, H. Roosen, P. Moysons, M. Depauw), Erps/Dorenveld (resp. 1, 1, 2, min. 1 & 1 zp op 11, 12, 17, 24 & 31/05; H. Roosen, F. Wyns, P. Moysons e.a.), Leefdaal/plateau (16 waarnemingen van 1-3 zp tss 12 & 30/05; versch. waarn.), Heverlee/ Bremstraat (1 zp op 12/05; G. Bleys), Duisburg (1 zp op 12/05; N. Ryckeboer), Wijgmaal/Wijgmaalbroek (telkens 1 ex. op 14, 17 & 25/05; W. Ceulemans, J.Menu, W. Claes), SAR/Reebeemd (1 zp op 14/05; E. Van Hoorebeke), OHN (1 zp op 17/05; L. Hendrickx), plateau Sterrebeek-Moorsel (telkens 1 zp op 18 & 29/05; O. Hendrick, A. Smets), Veltem-Beisem/dorp (1 zp op 18/05; S. De Saeger), Wilsele-Putkapel/Kwade Hoek (1 zp op 20/05; J. De Meirsman), Wilsele/dorp (1 zp op 21/05; J. De Meirsman), Everberg/Vrebos (1 ex. op 22/05; D. von Werne), Veltem-Beisem/Kastanjebos (1 zp op 23-24/05; R. Ghijsen), Kwerps/vijvers (1 zp op 31/05; M. Depauw) & Meerdaalwoud/Militair Domein (1 zp op 31/05; J. Rutten).
Ringmus Passer montanus Alle waarnemingen … : 2 ex. NO te plateau Sterrebeek-Moorsel op 9/03 (O. Hendrick) en 7 ex. te Korbeek-Dijle/plateau op 3/04 (K. Moreau). Europese Kanarie Serinus serinus 4/05 1 zingend m te Wilsele/dorp (W. Claes) Kruisbek Loxia curvirostra Opvallend afwezig tijdens de periode maart-mei 2015, met 2 ex. te Meerdaalwoud/Militair Domein op 31/05 (J. Rutten) als enige waarneming. De boomklever I september 2015 I vogels
89
21/04, 11-12, 17 1 territorium te Erps/Dorenveld & 24/05 (R. Ghijsen, H. Roosen, F. Wyns e.a.)
Grauwe Gors Emberiza calandra 07 & 14/03 esp. 5 & 1 ex. te Leefdaal/plateau (J. Nysten)
Samenstelling Kelle Moreau kelle.moreau@gmail.com
FENOLOGIE SOORT
EERSTE DATA
AANTAL + LOCATIE
WAARNEMERS
WESPENDIEF Pernis apivorus Boomvalk Falco subbuteo Koekoek Cuculus canorus Gierzwaluw Apus apus
10/05 15/05 7/04 16/04 13/04 15/04 15/04 17/04
1 over NKV, 1 over Tervuren 1 te Neerijse, 1 te Leefdaal 1 ex. te SAR 1 ex. te Winksele 1 zp te SAR 1 zp te OHN, 1 zp te OHZ 12 ex. over Oud-Heverlee 1 ex. NO te Korbeek-Dijle
Oeverzwaluw Riparia riparia
12/03 14/03
2 ex. te NGB 1 ex. te NKV
Boerenzwaluw Hirundo rustica Huiszwaluw Delichon urbicum Gele Kwikstaart Motacilla flava Blauwborst Luscinia svecica Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruro
9/03 15/03 26/03 31/03 16/03 17/03 14/03 22/03 08/03 11/03
1 ex. te OHN 1 ex. te LP 2 ex. te Tervuren/Park KMMA 1 ex. te OHZ 1 ex. te Vossem 1 ex. te Neerijse/Ganzeman 1m te OHZ 1m te AVP 1 ex. te Neerijse/Ganzeman 2 ex. te Heverlee/Terbank
Sprinkhaanzanger Locustella naevia
15/04 17/04
1 zp te Heverlee/Langestaart 1 zp te Neerijse/Doode Bemde
B. Bergmans, V. Daems e.a. J. De Cock, N. Ryckeboer T. Vandezande L. Janssens J. Kempeneers, I. Nel e.a. I. Nel, E. Toorman D. von Werne T. Vandezande S. Horemans, I. Nel e.a. L. Hendrickx, N. Verbeke e.a. T. Vandezande T. Vandezande C. Willis I. Nel N. Ryckeboer P. Moysons L. Hendrickx A. Smets I. Nel R. Ghijsen M. Van Opstal, M. De Beenhouwer M. Fajgenblat
11/04 18/04
1 ex. te Tervuren/Park KMMA 1 zp SAR, 1 zp OHN, 1 zp OHZ
C. Willis K. Moreau, L. Hendrickx
6/05 8/05 18/04 19/04 15/03 21/03 9/04 10/04 21/02 25/02 20/03 4/04
1 zp te OHN 1 zp te SAR 1 zp te Terlanen 1 zp te Tervuren/Zoniënwoud 1m te Kessel-Lo/Centraal 1m te ZW 2 ex. te Huldenberg 1 zp te Vossem 1 ex. te SAR 1 ex. te LP 1 zp te Tervuren/Park KMMA 1 zp te Neerijse/Doode Bemde
E. Toorman L. Hendrickx, I. Nel R. Ghijsen V. Daems, B. Pasau P. Moysons, J. Bogaert D. Michiels F. Vanwezer I. Nel V. Daems B. Verstraete A. Reygel F. Maes
Kleine Karekiet Acrocephalus scirpaceus Bosrietzanger Acrocephalus palustris Tuinfluiter Sylvia borin Zwartkop Sylvia atricapilla Grasmus Sylvia communis Tjiftjaf * Phylloscopus collybit Fitis Phylloscopus trochilus
Activiteiten okt.-dec. 2015 Alle activiteiten van de Natuurstudiegroep Dijleland en eventuele wijzigingen zullen ook aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst (http://groups.yahoo.com/group/Dijlevallei/) of onze facebookpagina facebook. com/natuurstudiegroepDijleland ZATERDAG 3 OKTOBER EN ZONDAG 18 OKTOBER Eurobirdwatch15 Het Europese simultaantrektellen op twee dagen in oktober, meer informatie in het trektelartikel in dit nummer. Voor meer informatie voor locaties en verdere praktische afspraken kan er contact opgenomen worden met de trektelcoördinator Gert Vandezande. Deze en andere trektellingen zullen vooraf aangekondigd worden op onze mailinglijst en facebookpagina. leiding: Gert Vandezande (gert.vandezande@telenet.be)
ZATERDAG 17 OKTOBER, 14 NOVEMBER EN 12 DECEMBER Maandelijkse watervogeltellingen Zoals ieder jaar gaan ook deze winter de officiële watervogeltellingen door in de Dijlevallei. Alle tellers en geïnteresseerden kunnen zich ook inschrijven op de mailinglijst van het nieuwe digitale Vogelnieuws van het INBO (www. inbo.be) of zich aanmelden bij de Vogelnieuws facebookpagina.
ZATERDAG 19 DECEMBER Wintergasten in de polderklei In navolging van de leuke excursie van vorig jaar in Zeeland dat opnieuw leven in een oude traditie blies gaat NSGD nu het avontuur wat dichter bij huis opzoeken: onder leiding van Kelle Moreau trekken we de kustpolders in aan de Belgische kust met een focus op de minder gekende maar even interessante gebieden tussen Klemskerke, Bredene en Stalhille. We zoeken nu gericht naar de typische wintergasten, wie weet ontdekken we wel die ene Taigarietgans of Roodhalsgans? Afspraak 7u30 op parking Bodart, IJzerenmolenstraat, Leuven Vooraf graag mailen naar vanautgaerden.gert@gmail. com zodat we de plaatsen kunnen verdelen! leiding
Kelle Moreau kelle.moreau@gmail.com, 0486/12 58 77
VOGELS
Kleine Barmsijs Acanthis cabaret 8/03 & 2/04 telkens 1 ex. te Oud-Heverlee/dorp (J. Rutten)
afspraak
telkens om 8u ‘s morgens aan Oud-Heverlee station leiding
Luc Hendrickx luchendrickx2003@yahoo.com of 0477/19 28 35
* Waarnemingen tot en met de eerste decade van februari worden als overwinteraars geïnterpreteerd.
90
De boomklever I september 2015 I vogels
91
21/04, 11-12, 17 1 territorium te Erps/Dorenveld & 24/05 (R. Ghijsen, H. Roosen, F. Wyns e.a.)
Grauwe Gors Emberiza calandra 07 & 14/03 esp. 5 & 1 ex. te Leefdaal/plateau (J. Nysten)
Samenstelling Kelle Moreau kelle.moreau@gmail.com
FENOLOGIE SOORT
EERSTE DATA
AANTAL + LOCATIE
WAARNEMERS
WESPENDIEF Pernis apivorus Boomvalk Falco subbuteo Koekoek Cuculus canorus Gierzwaluw Apus apus
10/05 15/05 7/04 16/04 13/04 15/04 15/04 17/04
1 over NKV, 1 over Tervuren 1 te Neerijse, 1 te Leefdaal 1 ex. te SAR 1 ex. te Winksele 1 zp te SAR 1 zp te OHN, 1 zp te OHZ 12 ex. over Oud-Heverlee 1 ex. NO te Korbeek-Dijle
Oeverzwaluw Riparia riparia
12/03 14/03
2 ex. te NGB 1 ex. te NKV
Boerenzwaluw Hirundo rustica Huiszwaluw Delichon urbicum Gele Kwikstaart Motacilla flava Blauwborst Luscinia svecica Zwarte Roodstaart Phoenicurus ochruro
9/03 15/03 26/03 31/03 16/03 17/03 14/03 22/03 08/03 11/03
1 ex. te OHN 1 ex. te LP 2 ex. te Tervuren/Park KMMA 1 ex. te OHZ 1 ex. te Vossem 1 ex. te Neerijse/Ganzeman 1m te OHZ 1m te AVP 1 ex. te Neerijse/Ganzeman 2 ex. te Heverlee/Terbank
Sprinkhaanzanger Locustella naevia
15/04 17/04
1 zp te Heverlee/Langestaart 1 zp te Neerijse/Doode Bemde
B. Bergmans, V. Daems e.a. J. De Cock, N. Ryckeboer T. Vandezande L. Janssens J. Kempeneers, I. Nel e.a. I. Nel, E. Toorman D. von Werne T. Vandezande S. Horemans, I. Nel e.a. L. Hendrickx, N. Verbeke e.a. T. Vandezande T. Vandezande C. Willis I. Nel N. Ryckeboer P. Moysons L. Hendrickx A. Smets I. Nel R. Ghijsen M. Van Opstal, M. De Beenhouwer M. Fajgenblat
11/04 18/04
1 ex. te Tervuren/Park KMMA 1 zp SAR, 1 zp OHN, 1 zp OHZ
C. Willis K. Moreau, L. Hendrickx
6/05 8/05 18/04 19/04 15/03 21/03 9/04 10/04 21/02 25/02 20/03 4/04
1 zp te OHN 1 zp te SAR 1 zp te Terlanen 1 zp te Tervuren/Zoniënwoud 1m te Kessel-Lo/Centraal 1m te ZW 2 ex. te Huldenberg 1 zp te Vossem 1 ex. te SAR 1 ex. te LP 1 zp te Tervuren/Park KMMA 1 zp te Neerijse/Doode Bemde
E. Toorman L. Hendrickx, I. Nel R. Ghijsen V. Daems, B. Pasau P. Moysons, J. Bogaert D. Michiels F. Vanwezer I. Nel V. Daems B. Verstraete A. Reygel F. Maes
Kleine Karekiet Acrocephalus scirpaceus Bosrietzanger Acrocephalus palustris Tuinfluiter Sylvia borin Zwartkop Sylvia atricapilla Grasmus Sylvia communis Tjiftjaf * Phylloscopus collybit Fitis Phylloscopus trochilus
Activiteiten okt.-dec. 2015 Alle activiteiten van de Natuurstudiegroep Dijleland en eventuele wijzigingen zullen ook aangekondigd worden via de Dijlevallei-maillijst (http://groups.yahoo.com/group/Dijlevallei/) of onze facebookpagina facebook. com/natuurstudiegroepDijleland ZATERDAG 3 OKTOBER EN ZONDAG 18 OKTOBER Eurobirdwatch15 Het Europese simultaantrektellen op twee dagen in oktober, meer informatie in het trektelartikel in dit nummer. Voor meer informatie voor locaties en verdere praktische afspraken kan er contact opgenomen worden met de trektelcoördinator Gert Vandezande. Deze en andere trektellingen zullen vooraf aangekondigd worden op onze mailinglijst en facebookpagina. leiding: Gert Vandezande (gert.vandezande@telenet.be)
ZATERDAG 17 OKTOBER, 14 NOVEMBER EN 12 DECEMBER Maandelijkse watervogeltellingen Zoals ieder jaar gaan ook deze winter de officiële watervogeltellingen door in de Dijlevallei. Alle tellers en geïnteresseerden kunnen zich ook inschrijven op de mailinglijst van het nieuwe digitale Vogelnieuws van het INBO (www. inbo.be) of zich aanmelden bij de Vogelnieuws facebookpagina.
ZATERDAG 19 DECEMBER Wintergasten in de polderklei In navolging van de leuke excursie van vorig jaar in Zeeland dat opnieuw leven in een oude traditie blies gaat NSGD nu het avontuur wat dichter bij huis opzoeken: onder leiding van Kelle Moreau trekken we de kustpolders in aan de Belgische kust met een focus op de minder gekende maar even interessante gebieden tussen Klemskerke, Bredene en Stalhille. We zoeken nu gericht naar de typische wintergasten, wie weet ontdekken we wel die ene Taigarietgans of Roodhalsgans? Afspraak 7u30 op parking Bodart, IJzerenmolenstraat, Leuven Vooraf graag mailen naar vanautgaerden.gert@gmail. com zodat we de plaatsen kunnen verdelen! leiding
Kelle Moreau kelle.moreau@gmail.com, 0486/12 58 77
VOGELS
Kleine Barmsijs Acanthis cabaret 8/03 & 2/04 telkens 1 ex. te Oud-Heverlee/dorp (J. Rutten)
afspraak
telkens om 8u ‘s morgens aan Oud-Heverlee station leiding
Luc Hendrickx luchendrickx2003@yahoo.com of 0477/19 28 35
* Waarnemingen tot en met de eerste decade van februari worden als overwinteraars geïnterpreteerd.
90
De boomklever I september 2015 I vogels
91
Studie
Regionale werkgroep van Natuurpunt Studie vzw
Bestuur Luc Hendrickx (voorzitter, Watervogeltellingen) Naamsestraat 142 bus 001, 3000 Leuven, 0477-19 28 35
Kris Van Scharen (penningmeester)
Korbeekstraat 27, 3061 Leefdaal, 02-7672638
Roel Uyttenbroeck (coördinatie, redactie) Ernest Solvaystraat, 3010 Kessel-Lo, 0495-628863
Gert Vanautgaerden (redactie, Hamster)
Vinkenbosstraat 26, 3053 Haasrode, 0477-426868
Maxime Fajgenblat (redactie)
Clos des Poplis 17, 1332 Genval, 0478-923660
Bruno Bergmans
Klaverstraat 44, 8000 Brugge, 0498-760722
Bart Creemers
Landingsveien 7, 0770 Oslo, Noorwegen, 0047-45462097
Kelle Moreau (archivaris)
Meibloempjeslaan 2 bus 3, 8400 Oostende
Pieter Moysons (Bijzondere broedvogels) Engerstraat 144, 3071 Erps-Kwerps, 0499-288289
Hans Roosen (Vleermuizen)
Abstraat 101, 3090 Overijse, 02-6879518
Jonathan Menu
Strijdersstraat 64 bus 202, 3000 Leuven, 0475-571980
André Verboven
Groeneweg 60, 3001 Heverlee, 016-238184
Gert Vandezande (Trektelcoördinator) gert.vandezande@telenet.be
Archivaris Kelle Moreau
kelle.moreau@gmail.com
Webmaster Thomas Vandenberghe
thomas.vdberghe@gmail.com
Redactie Boomklever Gert Vanautgaerden vanautgaerden.gert@gmail.com
Roel Uyttenbroeck
roel_uyttenbroeck@hotmail.com
Maxime Fajgenblat
maxime.fajgenblat@gmail.com
Artikels, foto’s en korte bijdragen worden verwacht op het redactiesecretariaat bij een van bovenvermelde redactieleden.
Rondzendlijst Dijleland http://groups.yahoo.com/neo/groups/Dijlevallei/info maak een Yahoo ID aan en klik op ‘join group’. Bij aanmeldingsproblemen, contacteer roel_uyttenbroeck@hotmail.com
www.natuurstudiegroepdijleland.be
Regiopag.: dijleland.waarnemingen.be - facebook.com/natuurstudiegroepDijleland
Colofon De Boomklever Driemaandelijks tijdschrift van de Natuurstudiegroep Dijleland. De Boomklever brengt bijdragen over studie en beheer van de biodiversiteit in het Dijleland en verschijnt viermaal per jaar (maart, juni, september, december). Abonnement Geïnteresseerden kunnen de Boomklever ontvangen door overschrijving van 15 € op rek.nr. BE8600 115521 6850 van de Natuurstudiegroep Dijleland met opgave van naam en adres. Een steunabonnement kost 20 € of meer. Copyright Het copyright van de teksten, illustraties en foto’s blijft bij de respectievelijke auteurs, tekenaars en fotografen. Overname is enkel mogelijk mits hun uitdrukkelijke toestemming en bronvermelding. Natuurpunt vzw Natuurpunt is de grootste vereniging voor natuur en landschap in Vlaanderen. Ze telt meer dan 88 000 gezinsleden en beheert 19 000 hectare natuurgebied. Lid worden van Natuurpunt vzw kan door storting van 27 € op rekeningnummer BE17 2300 0442 3321. www.natuurpunt.be Lay-out Walda Verbaenen - walda@walda.be Druk Drukkerij Atlanta - Diest info@drukkerijatlanta.be www.drukkerijatlanta.be Oplage: 240ex. V.U.: Luc Hendrickx, Naamsestraat 142 bus 1 - 3000 Leuven