Noordse Sterne·n
rsternaparadiseaJ
in Brabant(?). door Marc Herremans.
\Vanneer in Brabant van de Sterna-groep çezien worden, rer
definitie
krijgen ze kennelijk bijna
de
naam
"visdief"
mee;
de adulte Sternae vormen immers een
oeilijk
r.
c:e
determineerbare groep waarmee
meeste
trouwd
zijn,
"binnenlanders"
slecht
ver
en toch is de determinatie
·Sterna spec." to t a al ongebruikelijk ! :elf maakte ik me hieraan' ook schuldig coor op 30.4.79 bij aankomst te St. Agatha-Rode (om 16. 15 u.) medebezoe f.-ers attent te maken op de aanwezigheid 3 "visdiefjes". Kort nadien steeg dit ?.'1ntal tot 5, 8 en vanaf ± 17 u. waren
\
Jn
- . 1 -
er
10 eks. Daar een aanwezige ad. dwerg
meeuw (Larus minutus) eerst interesse
opeiste
nauwelijks
werden
geobserveerd.
de grootste de sterns Gaandeweg
werden van de door het beeld scherende eks.
evenwel een aantal
indrukken
op
gedaan die ons er toe aanzette deze vo gels
zeer
aandachtig en
van
wat
dich
terbij te observeren. Minstens drie kwar tier (tot 18 u.) hielden we
dit vol (mede
Meeus en Denis Vandecauter) en in die periode kw a men een aantal keren opvallende dingen in de kijker: waarnemers
Roger
\
;�
H
/)
< ' :�
Fig. 1
:
Schets
Ook hiAr
zij11
van
voor
de algemene weerssituatie op 30/4/79 om 2
u.
het Noordzeegebied enkele windsnelheden en richtingen aangegeven.
(Naar gegevens van de Deutscher Wetterdienst).
beschrijving : - ondervleugel volledig hel wit met "door schijnende" hand en a·mpennen; aan de achterrand van de handpennen een fijne donkere streep. (dit was goed te zien wanneer ze een steile bocht maakten, zeer goed wanneer ze a ll e tien na alarm van de zwaluwen boven ons tegen een hel verlichte lucht rondzeilden en tevens wanneer een vogel op ± 40 m. van ons
bij het pikken in zijn rug in de tegen overgestelde richtin g kapseizde). - bovenvleugel grijs met on der sommige belichtin gsomstandigheden een vage bleke dwarstekenin g (rand van de dek veren ?) - stuit, wangen en staart leken volledig wit (aan het al dan n iet donker zijn van de buitenvlaggen van de buitenstaart75
pennen werd onvoldoende aandacht be
spanne
steed).
mogelijkheid bij het herhaaldelijk herkie
omwille
van
een
van
- onderzijde (borst en buik) zwakker grijs
zen
dan de rug en vleugels).
zeker opgevallen zijn) !
de
nieuwe
vergelijkings
naderende
vogel
- helrode snavel ; de al dan niet zwarte punt was
in
de
vlucht niet
te
beoor
delen ; enkele malen wanneer een klein diertje van op of net onder het water oppervlak
de
snavelpunt
opgepikt
leek het alsof het rood tot aan
werd, "het
met
visje"
kwam
(dus
geen
zwarte
punt? !) - als roep werd enkele malen een korte "puk" en "piek" genoteerd en éénmaal een korte "priek",
de
meeste geluiden
g ingen echter ongetwijfeld verloren o m wille van de afstand en omwiile van het "gewoel" van de talrijke aanwezige zwa luwen (boer, oever en huis).
enkele beschouwingen : Het zou algemeen geweten moeten zijn dat de kenrnerke'1 die in de drie meest
wor
gebruikte vogelgidsen aangegeven den
voor
Sternae
het
in
de·termineren
zomerkleed
adulte
van
biezonder zwak
zijn.Snavelvorm, snavelpuntkleur, korte of lange
poo tjes
relatieve
,
vleugel-staart
lengte e.d. zijn alieen in zit en bij ver gelijking
vanop
bruikbaar.
De donkere
korte
afstand
goed
buikzijde v;;tn de
Noordse stern is meermaals een fabel tje. Gelukkig zijn er de laatste jaren ter zake enkele biezonder waardevolle aan vullende artikels verschenen waarin zo wel
vergelijkende kenmerken :
de
voor
adulte
als
determinerende
juveniele
waarde
- de staart leek een stuk langer dan bij
meer de vleugelpatronen sterk
een visdiefje (maar voor iemand die weer
toond wordt.
in minstens acht maanden geen visdief jes
meer
gezien
"bedenkingen"
heeft
bij);
de
zijn daar
zeker
twee buitenste
Zelf
hebben
we
meerdere
vogelgidskenmerken
Sternae
van
onder beklem
dagen
met
"geblunderd"
in
pennen h i ngen ge makkelijk met de wind
Skandinavië tot ons uiteindelijk het pa
in alle richtingen te "flapperen": bij drie
troon
vogels
kenmerk opviel ; de staartlengte en de
was
één
van
de
buitenstaart
op de ondervleugel a!s bruikbaar
tint van de snavel konden als bijko m e nd e
pennen trouwens afgebroken.
- de snavel was heller rood dan wat ik
indrukken gebruikt worden. Voor het vis
me van de visdief herinner (eerder flets
diefje
oranje-rood).
veeg
noteerden we een vage donkere op de onderzijde van de hand
- de vlucht leek wat trager en rustiger
pennen
dan bij het visdiefje (maar bij de heer
een donkere streep aan de achterrand ;
sende
vanaf de binnenste handpennen worden
weersomstandigheden
maakten
(niet
doorschijnende
veren)
en
ook de veie zwaluwen een uitgesproken
de
"lamme" indruk); slechts éénmaal werd
�� oordse
een eks. stootduikend gezien.
met een smalle van de handpennen. Na enige tijd was dit in dien een nauw ke ur i g e observatie moge lijk was - goed bruikbaar in het veld. Helaas,". deze ervaringen liggen alweer drie jaar achter de rug, zodat bij dit weerzien een en ander niet zo evident
hel
Er dient zeker ook
opgemerkt dat we telkens de dichtsbijzijnde vogel obser veerden, zodat we niet zekèr zijn dat we de sterntjes alle tien even grondig be" keken reden tien
hebben ; om
aan
dezelfde
er te
evenwel
kenmerken
(eventueel verschil 76
is
nemen
dat
goede ze
alle
veitoonden
z o u ons in
die tijd-
pennen witte
wit
stern
(dooiSchijnend). zagen
we
een
Bij de volledig
ondervleugel
donkere streep aan de a c h t e r r and
-
meer
was.
De
relatief
grote
afstand
(minimaal
zeker
zo'n
mee;
de
40-50 m.) speelde hierin belichting
taris;
Herroelen
en
De
Fraine,
1975).
Doorgaans gaat het om solitaire v o g e ls
daarentegen
was optimaal : fel zonlicht tussen curnu
of om kleine groepjes (tot rnax. 5 eks.).
lo-nimbus bewolking.
Groepen van 10 vogels of meer zijn wel
voorkomen in Brabant :
digheden.
Zo zijn
ressante
g e val l en :
licht gebonden aan uitzonderlijke omstan a)
Het visdiefje
bezit
de
"door
s tat u s
er
recent
twee
(aangezien
in
inte "De
inventaris" kennelijk ook geen nood was
trekker in zeer klei n aantal" (De inven-
\ ·-\ \; .·
. .-.-1·x -'. \ . ·1 •
1
\
-·----- ---�---------
/ Fig. 2: Schets van de algemene weerssituatie op 22/4/?l
om
7 u.
Voor het Noordzeegebied zijn gegevens van de gemiddelde windsnelheid (in km/u) en -richting van enkele waarnemingsstations (op niet k o n ven t ion e l e
manier)
weergegeven. De omcirkelde getallen geven de
snelheid van de hevigste windstoten weer (km/u.) Om een idee te hebben van de windsnelheid op 100
hoogte zijn de aangegeven snelheden
-
gemeten op 10
m hoogte
-
m
zowat te verdubbelen. (Naar
gegevens van de Berliner Wetterkarte).
77
men; 10 t rekken samen met de meeuwen
Britse Eilanden. O.a. B u rg graeve (1978) invloed van ZW tot NW stormen op de aanwezigheid va n Noordse stern en al sook van visdiefjes e n van diverse meeuwesoorten langs de Beigische kust. Laat ons terloops nog o pme rke n dat er die dag meerdere d wer g meeuwen in de p ro v i n c ie verbleven (pers m ed. P. H er roe ler ) en dat er a a n z i e n l i jke trekbewegingen van kokmeeuwen te n ote
noordwaarts door en 4 blijven ter p l aats e.
ren waren.
aan
verme ld in g van
de
of aan
-
een
st atus voor - "Sterna s pec." zullen we hier d eze t wee gevallen ook maar bij "visdief" plaatsen. ) Op 23 a pri l 77 te St. A gatha Ro d e : 1 vis die fje is samen met 3 zwarte sternen (Chlidonias niger) reeds a an wez ig als 13 Sterna spec. samen met ko k m e euw en -
(Larus ridibundus)
Na
-
uit het zuiden toeko
30 minuten komen nog 4 ste rn en
+
uit het z u i d e n en samen met de 4 ov e r i ge en m et de 3 zwarte sterntjes gaat het ve rde r noordwaarts (De Vallei 1977 nr 3 en pers . med. Harry Lesseliers.)
Op 30.4.79 te Kessel-Lo : rond de mid d ag 1 eks; t egen 16.30 u. (gelijktijdig me t
vermeldt d e p osi tiev e
.
·
En wa t dacht je va n 22 (e n 23) april 77?
Juist,
W-ZW storm over de Noord zee de Britse Eilanden en Fra n krij k tot Br etagne ; alweer een s u g g es tie waard ! Op 3.5.78 w as er daarentegen geen ja, een
.
s t ormw indj e aan de
lucl1t !
de
Lydialaan 65 3030 Heverlee.
Prinses
waar n e ming te St.-Agatha-Rode !) 11 eks. zittend op het water. Om 16.55 u. alles (nog
10
eks.)
noorden.
(De Vallei
"visdief",
alhoewel
s c h ien
het
Litteratuur :
1979 nr 3 v e rm el dt "Sterna spec." mis
Burggraeve
doortrekkend
gepaster
is,
pers.
naar
med.
H erw ig
Noordse
is een
stern
toevallige
ga st :
x ro n d 1 832.
1975 en 1978). 3.5.78 Kessel-Lo 1 eks. Vallei
)
(is
1978 nr 4)
en De Fraine
(+
1
alleen
g eval
,
nog
ter
zitten
we
homo
hier
dus
met een n i euw m e rk w aard ig
maar tevens met een uitzonderlijk
aantal. Als kleine, verklarende
(zonder ken)
suggestie
hierin een bewijsvoering
kunnen
van de
we
even
voo rgaan de
te zoe
de ,weerssituatie
dag(en)
t er
sprake
er nl.
een
voor de tijd
van
N\'\/-W storm (voo rk o men zowat 1 x op 30 jaar) over 78
eerste
jaar
het
uitzonderlijke he l e
nr 3. p. 10.
·1979 nr 3, p. 66.
Devillers
P. 1978. lllustration du plumage juveni!e arctique (Sterna paradisaea) et pier
Grant P.J . .
krachtige
Noordzeegebied
en
Gi e r v al k
de
68: 91-96.
t
Field i n d i fic a ion of juvenile
1969.
e.a.
Common. Arctic and Roseate Terns. B r it i s h Birds 62 : 297 . 299. Herroelen P. en R. De Fraine 1975.lnventaris van de vogels van Brabant 1900-1974. Uitg. De Wielewaal ·
afd. Brussel.
Herroelen P. e.a. van De
Van
1978. Inventaris van de vogels
Brabant. eerste aanvulling 1975-1976. Uitg.
Wi e l ew aal · afd. B.
Damme
Brussel.
1967.
De
Farne
b r e nge n : op 29.4 en in de na ch t van 29 op 30.4 ra a s d e
het
en
Noordse stern.
De Vallei
visdiefje)
In de veronderstelling va n een positief niet
de
te Knokke. De Giervalk 68:
regarin (S. hirundo). De ,
.
homologatieadvies
V al l ei 1977
d e s sternes
( De inventaris; Herroelen
l og a ti e
van
De Vallei 1978 nr 4. p. 80-81
10.5.72 St.-Agatha-Rode.
( De
Waarnemingen
België
99. 106. De
De
1978.
voor
Sterna paradisaea.
Blockx). b)
G.
broedgeval
Vandenbulcke
P. 1979.
dief. Noordse Vande
Weg he
Sterna
J .p et
·
en
hun
van
vis·
300.
Velddeterminatie
en dougall's
hirundo.
islands
33: 289
broedvogels. De Wielewaal
stern. V.OT 2: 93-98. Sierne
1966.
La
la
Sterne
pierregarin.
arctique.
Sterna
paradisaea. ldentification et passage en Belgique.
Aves 3: 1
·
5.