Nutrifacts april mei juni 2016

Page 1

Afgiftekantoor 8400 Oostende Masspost DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Toelating - gesloten verpakking 8400 Oostende Masspost - BC6686 erkenningsnummer P409170

NutriFacts

België - Belgique P.B. 8400 Oostende Masspost BC6686

TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING, NUTRI- & FYTOTHERAPIE April - Mei - Juni 2016

• Astaxanthine, antioxidans met veelzijdige toepassingen • De eerste grote biologische ginsengplantage in Europa • Invloed van voedingsemulgatoren op intestinale homeostase • Verslag van het 17e Congres voor Nutri- & Fytotherapie • Niet-coeliakie glutensensitiviteit: zijn gluten de echte oorzaak?

VU: Lange Dreve 8F, 8980 Zonnebeke


is een fytonutri-energeticum dat helpt om zware periodes, die veel energie vragen, goed door te komen.

Instant energie!

100% NATUURLIJK

All in one! fyto-energetica: ginseng, propolis en koninginnebrij vitaminen en mineralen voor een goede energiebalans aminozuren voor de ondersteuning van de ATP productie

100% NATUURLIJK

ATP

VOOR MEER INFORMATIE, VRAAG RAAD AAN UW APOTHEKER!


COLOFON 4e jaargang nr. 2 Tijdschrift Verschijnt vier keer per jaar, wordt ook in het Frans gepubliceerd.

Inhoud

ABONNEMENTEN Abonnementen worden aangegaan voor een jaar vanaf datum van betaling en worden automatisch ver-

ARTIKELS

lengd. Opzegging gebeurt schriftelijk

• Astaxanthine, antioxidans met veelzijdige toepassingen 04

minstens 2 maand voor het einde

• De eerste grote biologische ginsengplantage in Europa 08

van de abonnementsperiode. Prijs voor België:  15 te betalen op rekeningnummer KBC 738-6155011-92

• Invloed van voedingsemulgatoren op intestinale homeostase 10 • Verslag van het 17e Congres voor Nutri- & Fytotherapie

16

• Niet-coeliakie glutensensitiviteit: zijn gluten de echte oorzaak?

24

PERSBERICHTEN / PRODUCTEN IN DE KIJKER

30

Prijs voor Nederland:  20 te betalen op rekeningnummer Rabobank 1133 19 851 INLICHTINGEN Lange Dreve 8F - B-8980 Zonnebeke T: +32 (0)57 46 64 46 M: +32 (0)495 23 81 76 F: +32 (0)57 46 95 25 E: info@nutrimedes.com VERANTWOORDELIJKE UITGEVER dr. Koen Descheemaeker Lange Dreve 8F - B-8980 Zonnebeke

VORMGEVING LinaDesign

De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van artikelen die onder auteursnaam zijn opgenomen of voor informatie verstrekt in de advertenties of publiredactionele bijdragen of in de rubriek Nieuwe Producten.

Bekijk het interview met Dr. An Bogaerts, Expertise center for Physical Activity KU Leuven

Is zitten het nieuwe roken?

www.nutriweb.tv


04

Astaxanthine, antioxidans met veelzijdige toepassingen Het rozerode pigment astaxanthine behoort zonder twijfel tot de sterkste antioxidanten in de natuur. De beschermende werking van deze “koning der carotenoïden” is zo breed, dat steeds meer nuttige toepassingen ervan door klinische studies worden onderbouwd. Vooral ter hoogte van huid, ogen, hersenen, testikels en spieren kan vrije radicalen-schade sterk afgeremd worden, waardoor we ook van een brede “anti aging”-werking mogen gewagen. Verder wordt ook een ontstekingswerende werking steeds meer gedocumenteerd. Zeker als gekozen wordt voor een niet-synthetische, natuurlijke bron zoals de alg Haemotacoccus pluvialis (Bloedregenalg), kan astaxanthine op veel terreinen met succes ingezet worden.

Een zuiver antioxidans dat zelf nooit een pro-oxidans wordt1, dat vrije radicalen (bv. singlet zuurstof) vele malen sterker afremt dan bètacaroteen, luteïne, lycopeen en vitamine E2,3,4 , dat vlot de bloed-hersenbarrière en de bloed-retinabarrière passeert , dat veilig is

6,7

Astaxanthine beschermt bij uitstek de huid tegen de negatieve invloeden van de zon: het beschermt beter tegen UV-stralen dan bètacaroteen en canthaxanthine8, beschermt van alle antioxidanten het sterkst het collageenweefsel9 en remt de vrijstelling van enzymen die collageen en elastine afbreken10. Alles bij elkaar is astaxanthine een topmiddel ter preventie van zonnebrand en huidveroudering door de zon10 en ter preventie van zonneallergie. Het remt overigens duidelijk de vorming van fijne rimpels en lijntjes11,12,13 en helpt bij huidverslapping, afname van hydratatie en elasticiteit, ouderdomsvlekjes en donkere kringen onder de ogen.

Behoud van gezichtsvermogen

Antioxidans voor anti-aging

5

Ideale huidprotectie

én dat

de uitputting van de “master antioxidanten” catalase, glutathion en superoxide dismutase afremt… het mag duidelijk zijn: astaxanthine beschermt sterk tegen oxidatieve schade door vrije radicalen en past om te beginnen uitstekend in een “anti-aging” strategie.

Als antioxidans beschermt astaxanthine duidelijk de ogen en de fotoreceptorcellen in het netvlies tegen schade door UV-licht en tegen ontstekingsschade14. Tel daarbij op dat het ook de doorbloeding van het oog en het netvlies verbetert15, en je begrijpt dat men in klinische studies opmerkelijke hulp ziet bij vermoeide en overbelaste ogen16,17,18, zoals bij “Computer Eye Strain syndrome” met o.a. wazig en dubbel zien, moeilijk focussen, brandende ogen, droge ogen, voorhoofdshoofdpijn. Maar bovenal is astaxanthine inzetbaar in de preventie en het afremmen van maculaire degeneratie19 (leeftijdsgebonden afname gezichtsvermogen), zeker in combinatie met o.a. zink, luteïne en zeaxanthine. Gunstige effecten worden ook gezien bij presbyopie (ouderdomsverziendheid)20.



06

Helder van geest blijven

Andere nuttige effecten:

Van astaxanthine, dat de bloed-hersenbarrière vlot

• astaxanthine remt Helicobacter pylori af34, vermin-

passeert, is aangetoond dat het

dert ontsteking in het spijsverteringsstelsel en is o.a.

schermt tegen degeneratie

zenuwcellen be.

nuttig bij reflux en zuurbranden34 en in de preventie

Het bevordert dan ook geheugen, concentratiever-

van maagzweren en darmontsteking

mogen, reactietijd, aandacht en informatieverwerking

• verlaagt triglyceriden35 en verhoogt “goede” HDL-

bij ouderen25 en is een instrument in de preventie van

cholesterol35, remt de oxidatie van LDL-cholesterol36

dementie26 en andere neurodegeneratieve aandoe-

en dus atherosclerose37, verlaagt de bloeddruk bij

ningen zoals de ziekten van Alzheimer27 en Parkinson,

hypertensie23

en beroerte28.

• werkt ontstekingswerend en is nuttig bij artrose, artri-

21,22

en zuurstoftekort

23,24

Betere mannelijke fertiliteit Hoofdreden van subfertiliteit bij de westerse man is overmatige oxidatieve schade aan spermatozoïden. Geen wonder dus dat astaxanthine als sterk antioxi-

tis, carpal tunnel syndrome en tenniselleboog

• draagt bij tot de preventie van kanker (vnml. blaas

en darmkanker38,39,40)

• helpt NASH (Niet alcoholische leververvetting) af remmen

dans de kwaliteit van spermatozoïden verbetert29 en de kans op bevruchting bij mannelijke subfertiliteit verhoogt29. Ook een rem van de omzetting van testosteron tot dihydrotestosteron wordt gezien, wat een nuttige functie suggereert bij benigne prostaathypertrofie.

Optimaal prestatievermogen Bijzonder aan astaxanthine is dat het – in tegenstelling tot de meeste antioxidanten - door zijn unieke moleculaire structuur membranen zowel van buiten en van binnen beschermt tegen lipidenperoxidatie. Ter hoogt van de mitochondriën betekent dat een sterk afremmen van de generatie van vrije radicalen die ontstaan bij de mitochondriale energieproductie. Zo treedt er mindert ontsteking op in de spieren na intense inspanning30 met minder spiervermoeidheid, een betere recuperatie en spierherstel. Het sportprestatievermogen verhoogt31, met een beter uithoudingsvermogen (bv. meer kniebuigingen tot uitputting32) en een grotere spiersterkte. Opmerkelijk zijn de betere prestaties bij fietsers33.

1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. 18. 19. 20. 21. 22. 23. 24. 25. 26. 27. 28. 29. 30. 31. 32. 33. 34. 35. 36. 37. 38. 39. 40.

Biol Pharm Bull. 28(1):47-52 Carotenoid Science. 5,25 J Clin Bochem Nutr 2009; 44(3):280-284 Br J Nutr, 31 jan 2011; 1-9 J Med Food 2010: 13(3):548-556 J Tox 2010: 267(1-3): 147-153 Asian J Antrol, 2005; 7:257-262 J Sports Med Phys Fitness 2012; 52(4):382-392 J Clin Ther Med, 2002; 18:1085-1100 Carotenoid Sci, 2008; 13:20-23 Int J Sports Med, 2011; 32:882-888 Phytomedicine, 2008; 15: 15-19 Atherosclerosis, 2012; 209: 520-523 Phytother Res 2012 Molecules 2012; 17(2): 2030-48 Cancer Lett, 2009; 283: 108-117 Carcinogenesis, 1994; 15: 15-19 Chem Biol Interact 2011; 193(1): 79-87 Food Funct 2011; 3(2):120-126 J Food Sci; 2012 Forum Nutr 2009; 61: 129-35 J Clin Bioch Nutr 2010; 2010;47(2):121-129 Biol Pharm Bull. 28(1):47-52 Carotenoid Science. 5,25 J Clin Bochem Nutr 2009; 44(3):280-284 Br J Nutr, 31 jan 2011; 1-9 J Med Food 2010: 13(3):548-556 J Tox 2010: 267(1-3): 147-153 Asian J Antrol, 2005; 7:257-262 J Sports Med Phys Fitness 2012; 52(4):382-392 J Clin Ther Med, 2002; 18:1085-1100 Carotenoid Sci, 2008; 13:20-23 Int J Sports Med, 2011; 32:882-888 Phytomedicine, 2008; 15: 15-19 Atherosclerosis, 2012; 209: 520-523 Phytother Res 2012 Molecules 2012; 17(2): 2030-48 Cancer Lett, 2009; 283: 108-117 Carcinogenesis, 1994; 15: 15-19 Chem Biol Interact 2011; 193(1): 79-87


GeZondheids salon 26 - 27 beurs voor een gezonde levensstijl

Paleis 1

Brussels

www.gezondheidssalon.be november 2016 Expo

Medisch • Voeding • Technologie • Beweging • Welzijn • Informatie


PUBLI REDACTIONEEL

08

Info bezorgd door Soriabel

De eerste grote biologische ginsengplantage in Europa Apr. Johan Uytendaele Soria Natural is leidinggevend in het wetenschappelijk onderzoek en de biologische teelt van medicinale planten. Het bedrijf heeft met succes een biologische ginsengplantage opgestart in de ongerepte bergstreek van Soria in Spanje. De plantage strekt zich uit over meerdere hectaren en produceert ginseng van de hoogste kwaliteit. De nabijheid van de plantage laat een snelle verwerking toe van de grondstof en een over-all controle van alle stappen in het productieproces, van begin tot eindproduct. Ginseng is afkomstig uit de bergachtige en koude streken van Korea, China en Japan, en wordt daar op grote schaal geteeld. Ginsengwortel wordt in China al meer dan 4000 jaar gebruikt als tonicum. De plant werd in de 18e eeuw geïntroduceerd in Europa, en is door zijn bijzondere kwaliteiten het onderwerp van talrijke wetenschappelijke studies. De werkzame bestanddelen van de ginsengwortel, de ginsenoïden, hebben een grote chemische complexiteit, en het is niet mogelijk om deze synthetisch te reproduceren. Structureel zijn het steroïde glycosiden van triterpeensaponinen. Men gebruikt de minimum zes jaar oude wortel.

Actieve bestanddelen: • Triterpeen

saponinen:

ginsenoïden

Ginseng heeft meerdere positieve effecten op lichaam en geest: (2-3%)

of

- ondersteunt de fysieke prestaties en de weerstand

panaxosides Ra, Rb, Rc, Rd, Rf, Rg, Rs

tegen vermoeidheid

• Polysacchariden van hoog MG: panaxanen

- ondersteunt het zenuwstelsel bij lichte depressief en

• Fyto-oestrogenen: estron

angst. Ondersteunt de mentale functies, de con-

• Tannines

centratie en het geheugen.

• Fytosterolen: bèta-sitosterol, daucosterol, stigmaste-

- helpt het hormonaal systeem in evenwicht te bren-

rol

gen en vermindert stress door zijn adaptogene

• Polyacetylenen: ginsenisinen A-K

werking en verhoogt de capaciteit van het organis-

• Vitaminen B1, B2, B3, B12, B5, biotine (vit H), B9, C

me om zich aan te passen aan verhoogde fysieke

• Mineralen: Cu, Mg, Mn, Na, Ca, K, Fe, Zn

en mentale inspanningen.


- ondersteunt het cardiovasculair systeem: heeft een regulerend effect op de bloedvaten en de bloed druk. Het is de Koreaanse of Chinese of Witte ginseng of Levenswortel, die gebruikt wordt. De rode ginseng, de sterkste en de duurste, is een 10-voudige concentratie van de witte ginseng. Ginseng staat pas in bloei halverwege mei en wordt geoogst eind juli. De plant produceert rode bolvormige vruchtjes, die elk twee zaadjes bevatten. Bij de oogst zijn de zaden nog niet rijp. Ze kunnen pas ontkiemen na een latente periode onder de grond. Ginseng kan uitgezaaid worden, maar op de velden van Soria Natural worden jonge zaailingen geplant omdat deze een betere kwaliteit opleveren. Soria Natural heeft lang onderzoek gedaan naar de meest optimale omgevingsfactoren voor het cultiveren van ginseng. De plant is bijzonder moeilijk te kweken en vraagt specifieke omstandigheden en zorg. Ze groeit op 1250 m hoogte in een humusrijke biologisch bewerkte grond. Ginseng die gekweekt wordt in een omgeving waar het klimaat of de bodem niet 100 % geschikt is, bevat duidelijk minder actieve stoffen en zal zich niet in stand kunnen houden.


10

Invloed van voedingsemulgatoren op intestinale homeostase Amandine Everard en Patrice D. Cani Katholieke Universiteit van Louvain-la-Neuve, Louvain Drug Research Institute (LDRI), WELBIO (Walloon Excellence in Lifesciences and Biotechnology), Onderzoeksgroep Metabolisme en Voeding, E. Mounierlaan, 73 B1.73.11, B-1200 Brussel, België Gelieve alle correspondentie te richten aan Patrice D. Cani (patrice.cani@uclouvain.be) of aan Amandine Everard (amandine. everard@uclouvain.be) Bewerking van “Keeping gut lining at bay: impact of emulsifiers”, Patrice D. Cani and Amandine Everard, Trends in Endocrinology and Metabolism, June 2015, Vol. 26, No. 6

Obesitas en geassocieerde metabole stoornissen zoals diabetes type 2, cardiovasculaire aandoeningen en steatohepatitis bereiken tegenwoordig wereldwijd pandemische proporties en vormen een heel groot probleem voor de volksgezondheid. In feite gaat de extreme ophoping van vetmassa gepaard met een laaggradige chronische ontsteking. Deze is betrokken bij de ontwikkeling van obesitas en geassocieerde metabole stoornissen. Hoewel obesitas hoofdzakelijk wordt geassocieerd met een onevenwicht tussen energie-inname en energieverbruik spelen ook genetische en milieufactoren een rol. Een van de milieufactoren in kwestie lijkt een sleutelrol te spelen. Het is de intestinale microbiota die met ons mee-evolueert sinds onze vroegste kinderjaren.

De intestinale microbiota bestaat uit meer dan 100

met veranderingen in de samenstelling van de in-

biljoen micro-organismen, of 10 keer meer cellen dan

testinale microbiota alsook met een abnormaal ver-

de eukaryotische cellen waaruit het menselijk lichaam

hoogde intestinale permeabiliteit. Deze veranderin-

is opgebouwd. Het genoom van de intestinale micro-

gen spelen een belangrijke rol in de ontwikkeling van

biota (microbioom) bevat 150 keer meer genen dan

de ontsteking, van obesitas en van geassocieerde

het menselijk genoom, en al deze genen samen vor-

stoornissen. Ontregelingen van de barrièrefunctie van

men een immens metabool potentieel in nauwe inter-

de darm worden onder andere verklaard door een

actie met de gastheer.

verandering in de lokalisatie en distributie van eiwitten van zonula occludens (eiwitten die betrokken zijn

Meer en meer wetenschappelijke bevindingen tonen

bij het behoud van met elkaar verbonden intestinale

aan dat de met obesitas geassocieerde laaggradige

epitheelcellen), door een verminderde productie van

chronische ontsteking zou ontstaan na ontregeling

antibacteriële peptiden, door een vermindering van

van de intestinale homeostase en van de intestinale

de dikte van de slijmlaag aan het oppervlak van de

microbiota. Obesitas wordt inderdaad geassocieerd

intestinale cellen en door veranderingen in de spe-


Bescherm je lichaamscellen optimaal tegen vrije radicalen en geniet veilig van de zon* met

Astaxanthine PLATINUM

- met astaxanthine of de “koning der carotenoïden”, onder de natuurlijke en wetenschappelijk onderzochte vorm ASTAREAL®, om onder meer UV-stralen beter het hoofd te bieden - met het antioxidans vitamine E* dat bijdraagt tot de bescherming van de cellen tegen oxidatieve stress door vrije radicalen 60 caps €18,72

Astaxanthine PLATINUM van Mannavital bevat het bijzondere rode pigment astaxanthine uit de natuurlijke bron Haematococcus pluvialis (Bloedregenalg). Voor een optimale celbescherming en het behoud van een fris en jeugdig uiterlijk werd dit bijzondere carotenoïde gecombineerd met natuurlijke vitamine E als antioxidans.

kwaliteit bovenal

Verkrijgbaar in alle natuurvoedingswinkels en bij de apotheek op bestelling CNK 3194-685 www.mannavital.be Uitgebreide info? Aan te vragen bij: info@mannavital.be - tel 056 43 98 52


12 cifieke samenstelling van de immuuncellen in het

van de positieve invloeden van prebiotica. Interessant

darmslijmvlies. De barrièrefunctie van de darm wordt

is dat de behandeling van laboratoriumdieren met de

normaal gewaarborgd door de met elkaar verbon-

bacterie Akkermansia muciniphila de door een vetrijk

den epitheelcellen dankzij de eiwitten van de zonula

dieet ontwikkelde obesitas onder controle houdt. Deze

occludens, door de productie van antibacteriële pep-

bacterie vermindert de gewichtstoename en vetmas-

tiden die de bacteriën kunnen elimineren die te dicht

sa die gepaard gaat met de inname van een vetrijke

in de buurt zouden komen van het darmslijmvlies, door

voeding maar vermindert ook de laaggradige chro-

de aanwezigheid van een slijmlaag die voldoende dik

nische ontsteking en diabetes type 2. Deze positieve

is en de geschikte samenstelling heeft om de intesti-

invloed gaat samen met een verbetering van de bar-

nale microbiota op afstand te houden van de intesti-

rièrefunctie van de darm dankzij het behoud van een

nale epitheelcel en door een aangepaste intestinale

voldoende dikke slijmlaag aan het oppervlak van de

homeostase. Veranderingen in deze functies zijn dan

intestinale epitheelcel, maar ook dankzij het behoud

ook verantwoordelijk voor een verhoogde intestinale

van een adequate productie van antibacteriële pep-

permeabiliteit, die gepaard gaat met een abnorma-

tiden door de epitheelcellen van de darm.

le verplaatsing van componenten van de intestinale microbiota naar de bloedsomloop, en dragen zo bij

Deze onderzoeken tonen duidelijk de cruciale rol aan

tot de ontwikkeling van een laaggradige ontsteking.

van de intestinale microbiota in de ontwikkeling van of, integendeel, de bescherming tegen obesitas en

Aangezien we het belang kennen van de intestinale

geassocieerde metabole stoornissen.

microbiota bij de ontwikkeling van obesitas en me-

Een recente studie suggereert dat het toenemend

tabole stoornissen gebruikt ons laboratorium verschil-

gebruik van emulgatoren in onze voeding in de loop

lende hulpmiddelen om de intestinale microbiota te

van de laatste 50 jaar betrokken zou kunnen zijn bij

veranderen en de gevolgen van deze veranderingen

de stijgende incidentie van darmontstekingsziekten en

voor obesitas en geassocieerde stoornissen te onder-

van het metabool syndroom. Op dit ogenblik worden

zoeken. Een van de gebruikte hulpmiddelen, de prebi-

emulgatoren zoals carboxymethycellulose (CMC) en

otica, is heel interessant. Het concept van prebioticum

polysorbaat-80 (P-80) vaak gebruikt in verschillende

werd meer dan 20 jaar geleden ontwikkeld in ons labo-

voedingsproducten.

ratorium door prof. Marcel Roberfroid in samenwerking

Uit preklinische studies zou blijken dat deze 2 com-

met prof. Glen Gibson. Prebiotica zijn voedingsingre-

ponenten de oorzaak zijn van een verandering in de

diënten die niet worden verteerd door de spijsverte-

intestinale homeostase, een ophoping van vetmassa

ringsenzymen van de gastheer en die selectief gefer-

alsook metabole stoornissen die met obesitas worden

menteerd worden door bepaalde micro-organismen

geassocieerd (zoals orale glucose-intolerantie). Het is

van onze darm, waardoor ze specifieke veranderingen

heel interessant te bemerken dat de inname van deze

in de samenstelling en/of activiteit van de intestinale

voedingsemulgatoren (CMC en P-80) een 20% hogere

microbiota genereren en zo de gezondheid van de

voedselconsumptie veroorzaakt bij de blootgestelde

gastheer bevorderen. Het is interessant dat een veran-

dieren tegenover de dieren die niet werden blootge-

dering van de intestinale microbiota aan de hand van

steld aan deze emulgatoren, wat gedeeltelijk zou kun-

prebiotica zoals oligofructose gepaard gaat met een

nen bijdragen tot de ophoping van vetmassa en dus

vermindering van de vetmassa, van het lichaamsge-

tot obesitas en geassocieerde metabole stoornissen.

wicht, van de ontsteking, van diabetes en van de in-

De inname van lage dosissen van deze 2 voedings-

testinale permeabiliteit bij obesitas. Prebiotica hebben

additieven lijkt ook tekenen van chronische intestinale

een invloed op meer dan 100 verschillende bacteriën

ontsteking te veroorzaken en met name beschadigin-

waaronder de bifidobacteriën. Maar de bacterie die

gen ter hoogte van de intestinale epitheelcel. Deze

het meest wordt gestimuleerd door een behandeling

gevolgen gaan gepaard met een verandering in de

met oligo-fructose is Akkermansia muciniphila. Deze

samenstelling van de intestinale microbiota, een ver-

bacterie wordt inderdaad meer dan 80 keer groter.

mindering van de dikte van de slijmlaag aan het op-

Bovendien correleert de bacterie met het merendeel

pervlak van de intestinale epitheelcel, een verhoogde


www.sports-world.be

Triathlon-World | Run-World | Swim-World Zondag 4 december 2016 Sportoase, Leuven PUBLIEKSBEURS AWARDS WORKSHOPS SEMINARIES TESTZONES

4e TRIATHLONWORLD MEETS: RUN-WORLD & SWIM-WORLD


14 intestinale imperiabiliteit en een kleinere afstand tus-

bepaalde voedingsstoffen voor de intestinale micro-

sen de bacteriën en de intestinale epitheelcel. De

biota en zo de energiebronnen in de darm kunnen

veranderingen in de samenstelling van de intestinale

beïnvloeden. Gezien het feit trouwens dat de chemi-

microbiota die worden veroorzaakt door de inname

sche structuur van emulgatoren heel sterk gelijkt op

van deze voedingsemulgatoren lijken een sleutelrol te

die van detergenten, zou het ook kunnen mogelijk zijn

spelen in de ontwikkeling van het metabool syndroom

dat deze componenten een invloed hebben op de

aangezien de overdracht van intestinale microbiota

absorptie van lipiden door de darm.

van dieren die dit soort componenten hebben inge-

Dit onderzoek toont eveneens aan dat de inname van

nomen naar dieren die deze niet hebben ingenomen

CMC en P-80 ook betrokken lijkt te zijn bij ontstekingen

voldoende is om gedeeltelijk een metabool syndroom

in geval van darmontstekingsziekten. Deze voedings-

te veroorzaken. Bovendien hebben de onderzoekers

componenten veroorzaken inderdaad een chroni-

ook veranderingen kunnen aantonen ter hoogte van

sche intestinale ontsteking die kan leiden tot de ont-

de metabolieten die de intestinale microbiota aan-

wikkeling van colitis bij laboratoriumdieren die aanleg

maakt, zoals kortketenige vetzuren. Aangezien een

hebben voor de ontwikkeling van dit type pathologie.

aantal van deze metabolieten gekend zijn voor hun

We kunnen besluiten dat deze resultaten erop wijzen

capaciteit om de voedingsconcumptie te beheer-

dat een categorie voedingsadditieven die in vele

sen, zouden deze veranderingen kunnen te maken

voedingsmiddelen zit, namelijk emulgatoren, de re-

hebben met de wijzigingen in de voedingsconsump-

latie tussen de intestinale microbiota en de gastheer

tie door de inname van CMC en P-180.

zou kunnen verstoren en zo kunnen aanleiding geven tot een mucolytische en ontstekingsbevorderende in-

Maar talloze andere mechanismen zouden ook kun-

testinale microbiota. Er zijn echter bijkomende onder-

nen betrokken zijn bij de geobserveerde invloed van

zoeken bij de mens nodig om de impact van deze

deze voedingsemulgatoren op de voedingscon-

voedingsbestanddelen op de gezondheid te bepa-

sumptie en de ontwikkeling van het syndroom. Deze

len.

voedingsadditieven zouden bijvoorbeeld ook een invloed kunnen hebben op de beschikbaarheid van

Patrice D. Cani is gekwalificeerd onderzoeker bij het FRS-FNRS (Fonds de la Recherche Scientifique), België. Amandine Everard is onderzoeksmedewerker bij het FRS-FNRS. Patrice D. Cani geniet van een onderzoeksbeurs van het FNRS (conventie J.0084.15, conventie 3.4579.11), PDR (Projet de Recherche, conventie: T.0138.14) en ARC (Action de Recherche Concertée – Franse Gemeenschap van België, conventie: 12/17-047). Dit werk wordt gesteund door het FNRS voor FRFS-WELBIO met de beurs: WELBIO-CR-2012S-02R. Dit werk wordt gedeeltelijk gesteund door het Fonds InBev-Baillet Latour (Grant for Medical Research 2015). Patrice D. Cani geniet van een ERC Starting Grant 2013 (European Research Council, Starting grant 336452-ENIGMO).


PUBLIEKSBEURS Voeding Mobiliteit Lifestyle Vrije tijd Innovaties Huis & Tuin

Ontdek een wereld vol bio-, eco-, natuurlijke, duurzame en groene producten

Zaterdag 29 & Zondag 30 oktober 2016 Waagnatie Antwerpen i.s.m. de beurs Hout en Groen Wonen

www.bio-licious.be


16

Verslag van het 17e Congres voor Nutri- & Fytotherapie

Marleen Nys, wetenschapsjournalist

Functionaliteit van micronutriënten, kosten-batenanalyse Prof. Véronique Coxam, INRA-Centre de recherche Clermont-Theix-Lyon, Université d’Auvergne, Frankrijk Prof. Coxam werkt sedert lang aan het in kaart brengen van de eigenschappen en effecten van fytonutriënten. Dit in het licht van het feit dat met het stijgen van de gemiddelde leeftijd, ook chronische/metabole ziekten angstwekkend toenemen, terwijl deze zeer vaak zouden kunnen voorkomen worden door een gezonde voeding. 10 miljoen mensen zouden jaarlijks sterven door malnutritie, maar ook 15 miljoen door ‘over’voeding. 25,2 % van de overlijdens zouden het gevolg zijn van nutritionele risico’s (OMS 2009), in de VS zou dit zelfs 6 op 10 zijn. (Rodriguez 2006). De incidentie zou met 30% verlaagd kunnen worden door een hogere fruit- en groenteconsumptie. Het nut van fytonutriënten gaat ver voorbij het ‘antioxidanteffect’, maar de farmacologie is complex, net zoals de biologische effecten in de mens. Er zijn geen deficiëntieziekten bekend, maar ze zijn essentieel voor het behoud van een goede gezondheid. Het onderzoek omvat vele facetten (opname, absorptie, biodisponibiliteit, matrix, metabolisme, biologische effecten, interacties,…) en vooral ook: de zeer variabele individuele effecten naargelang het ‘exposoom’: het geheel van externe en interne factoren die het uiteindelijk resultaat in het individu bepalen. De onderzoeksmogelijkheden zijn de laatste decennia exponentieel toegenomen om de effecten van fytonutriënten op het gezondheidpotentieel te optimaliseren. (Bjelakovic 2014, Fardet & Rock, 2014) .


2016

Agenda

congressen

01/03

19/03

14/04

Voeding en beweging

17de Congres voor Nutri- & Fytotherapie

Alimentation durable

UZ Gasthuisberg, Leuven

Salons Romree, Grimbergen

www.nutrimedes.org

www.nutrifyto.be

26/05

02/06

20/09

Voeding & Kanker

Nutrition et cerveau

Alimentation et femme

Diamant Center, Brussel

Bruxelles

Bruxelles

www.nutrimedes.org

www.nutrimedes.org

www.nutrimedes.org

27/09

08/10

13/10

Allergie

8e Sportcongres

Motivatie

Antwerpen

’t Pand, Gent

’t Pand, Gent

www.nutrimedes.org

www.sportcongres.be

www.nutrimedes.org

29-30/10

18-19/11

26-27/11

Biolicious

19de Voedings- en Gezondheidscongres

Gezondheidssalon

18

Antwerpen www.bio-licious.be

Brussel www.voedingscongres.be

Bruxelles www.nutrimedes.org

Brussels Expo www.gezondheidssalon.be


18

Polyfenolen, bewezen effecten op botopbouw: van voeding naar voedingssupplement (met o.a. olijf, aardbei, thee) Prof. Véronique Coxam, INRA-Centre de recherche Clermont-Theix-Lyon, Université d’Auvergne, Frankrijk Osteoporose komt zeer veel voor, en brengt een hoge

• Fisetine uit rode vruchten (aardbei!) heeft een zeer

kost mee, zowel financieel als op gebied van levens-

breed effect en komt tussen op alle niveaus:

kwaliteit. Farmaceutische behandeling is weinig effec-

vermindert

tief en kent veel bijwerkingen.

inhibeert het NFκB-systeem (veroorzaken botverlies),

Via de voeding is echter effectieve preventie mogelijk.

voorkomt demineralisatie, stimuleert de botvorming

Fardet & Borie brachten de effecten van alle voedings-

door inductie van differentiatie en activiteit van

componenten op de botgezondheid in kaart (2014),

osteoblasten (Parkas 2013, Hollman 2014, Marie

waaruit duidelijk blijkt dat vooral vegetale producten

2014), naast een probiotisch effect en betere

beschermend zijn. Niet alleen macronutriënten (eiwit-

absorptie van calcium. Fisetine beschermt ook

ten), vitamines (D) en mineralen (K, Mg, Ca) zijn be-

tegen andere verouderingsprocessen.

langrijk, ook fytomicronutriënten spelen een grote rol;

(Leotoing 2013-14, Marie 2014)

vooral de polyfenolen hebben sterke osteoprotectieve

Polyfenolen vormen een zeer complexe familie met

effecten. B.v. Thee limiteert osteopenie, alsook antho-

zeer diverse biologische effecten, maar het is onweer-

cyanen uit donkere vruchten,… Enkele nieuwe pistes:

legbaar dat ze essentieel zijn voor het vertragen van

• Olijfbladextract en oleuropeïne induceren (in com-

osteopenie.

oxidatieve

stress

en

inflammatie,

binatie met calcium) een positieve remodelage van botweefsel.

Effecten van antioxidantia, met focus op selenium en Q10, op levenskwaliteit bij oudere personen. Prof. Urban Alehagen, Cardiovascular Medecine, Linköping University, Zweden. In de KiSel-10 studie en opvolgstudie werd overtuigend

De synthesecapaciteit van CoenzymeQ10, sterke anti-

aangetoond dat ouderen die een supplement met

oxidant en motor van de energieproductie, daalt met

selenium (Se) en Q10 innemen, hun risico op cardio-

de leeftijd en is gehalveerd op 80 jaar. Suppletie met

vasculaire mortaliteit halveren (-54%), én dat ze ge-

Q10 doet de mortaliteit sterk dalen, verbetert signifi-

zonder, fitter en energieker zijn, en minder vatbaar voor

cant hartfunctie en inflammatie, en verlaagt het risico

infecties.

op ernstige ziekten (de biomarkers).

Via studies is aangetoond dat alle Europeanen een

Selenium en Q10 vormen echter een duo met sterke

groot tekort hebben aan selenium (seleniumarme

synergie, in gecombineerde suppletie zijn ze daarom

landbouwgrond), behalve in Finland, waar het pro-

veel effectiever dan apart. En uit de opvolgstudie blijkt

bleem opgelost werd door verrijking van de bemes-

bovendien dat 4 jaar interventie zelfs na meer dan 10

ting met Se. De situatie is de laatste decennia nog

jaar het mortaliteitsrisico nog halveert.

verslechterd door de gedaalde visconsumptie. Een Zweedse studie toonde vroeger al aan dat het overlijdensrisico (all causes) 50% hoger was in de groep met het laagste seleniumniveau. In de VS werd aangetoond dat de mortaliteit een omgekeerde curve vertoont met het seleniumniveau.


19 Voedings- en Gezondheidscongres e

â—— www.voedingscongres.be

Vrijdag 18 en zaterdag 19 november 2016 Auditorium 2000 - Heizel - Brussel


20

Het metabool syndroom: innovatieve biomarkers en de klinische relevantie van het gezond lifestyle concept, biostatines en olijf-polyDr. Werner Faché, Linus Pauling Preventie Centrum, Gent fenolen. Ondanks de steeds stijgende prevalentie van meta-

reversie van Met S: 1 l/week zorgt voor een verbete-

bool syndroom (Met S: 33% wereldwijd), diabetes en

ring van alle parameters, over 5 jaar verlaagt het

geassocieerde ziektebeelden, zijn er toch enkele ‘Lon-

diabetesrisico met 52%.

gevity Hotspots’, met zeer vele actieve hoogbejaar-

• Omega-3 Index corrigeren (von Shacky 2014, Kim YS

den. Wat deze gemeen hebben: een goed klimaat

2016)

met veel zon (vit D!), gezonde voeding en leefstijl,

• oxyLDL cholesterol is gerelateerd met alle stadia van

geen stress, naast een goede sociale cirkel. Associ-

atherosclerose (Isenovic 2015, Kosoli 2013). Preven-

atie van minstens vier gezonde leefstijlfactoren zou het

tie: Laag glycemische Mediterrane voeding (Jones

mortaliteitsrisico al met 66% verlagen. (Loef, Walach,

2012, Martinez Gonzales 2014) en polyfenolen uit

2012) Dus…

olijfolie (PREDIMEDtrial 2014, de Bock 2014).

Zeer belangrijke factoren zijn beweging (coaching be-

• Opsporen instabiele plaque via LpA2 als bloedvat-

langrijk!) en voeding: Paleo- of Mediterrane voeding,

specifieke risicofactor (Acevedo 2015, Celk 2015).

met een lage glycemische load en een overvloed

Gebruik van biostatines (RYR), gecombineerd met

aan plantaardig voedsel. (PREDIMED-trial, Estruch

olijfoliepolyfenolen ter correctie van bloedlipiden

2013) Vitamine D-deficiëntie is een even belangrijke

(Verhoeven 2015, Li Y 2014).

oorzakelijke factor, dit naast vele andere tekorten. Nog

Dit lifestyleprogramma reduceert de incidentie van

enkele highlights:

diabetes met 20%, met een uitstel van onset van 11,1

• Olijfolie bezit een zeer groot gezondheidspotentieel.

jaar. Dit is veel meer dan farmaca zoals metformine

Mediterrane voeding + olijfolie kan zorgen voor een

vermogen (8% en 3,4 jaar). (Yamaoka K, Tango T. 2012)

Epigenetische effecten van resveratrol, genisteïne en andere componenten op het latere risico op borst- en prostaatkanker Prof. Coral Lamartiniere, University of Alabama, Birmingham Medical School, USA. Baseerde zijn research op de vaststelling van een 6-voudige gradiënt in borstkankerincidentie tussen recente Aziatische migranten en in de VS geboren Aziaten, en het verlies van deze bescherming vanaf de tweede generatie. (Wu 2002, Shu 2001, Korde 2009, Zeigler 1993) Na vele jaren research met dierenstudies (de invloed van perinatale blootstelling aan genisteïne op chemisch geïnduceerde carcinogenese) en later humane studies, kwam hij tot volgende conclusies: De timing van de blootstelling aan genisteïne bepaalt het effect. Grootste effect bij vroege postnatale blootstelling via de moedermelk (gedurende de zwangerschap houdt de placenta fyto-oestrogenen tegen) en in de prepubertale periode. Latere suppletie op volwassen leeftijd blijkt dan ook extra bescherming te bieden, terwijl dit nauwelijks het geval is bij wie geen postnatale/prepubertale blootstelling had. Hij toonde aan dat genisteïne de celproliferatie en gevoeligheid voor ontwikkeling van kanker downreguleert. In dierenproeven neutraliseerde dit zelfs de effecten van chemische carcinogenen. (Brown, Lamartiniere 1998). Hij benadrukte ook de grote gevaren van xeno-oestrogenen, o.a. de alomtegenwoordige Bisfenol A die (dosisafhankelijk) predisposeren voor borstkanker. (Jenkins 2009) Zijn onderzoek komt tot de conclusie dat prepubertale genisteïne deze effecten kan neutraliseren door downregulatie van oncogenen en upregulatie van beschermende genen (Wang, Jenkins & Lamartiniere 2014, 2015; Thanos 2011). De conclusie is dat programmeren tégen borstkanker mogelijk is, maar vroege blootstelling aan genisteïne is hierbij essentieel. Zoniet zal soja niet veel effect hebben op volwassen leeftijd…


NutriFacts

2016/02

21

Praktisch gebruik van de Europese monografieën van plantengeneesmiddelen Prof. Geert Laekeman, Faculteit Farmaceutische Wetenschappen, KULeuven. Prof. Laekeman is lid van diverse commissies die zich

Deze zijn vrij consulteerbaar voor iedereen, en kunnen

bezig houden met onderzoek en registratie van fyto-

door firma’s integraal gebruikt worden voor hun pro-

therapeutische producten in het kader van de nieuwe

ducten, tenminste voor zover deze volledig overeen-

Europese regelgeving.

komen met de specificaties uit de monografie.

Hij gaf een kort overzicht van de regels waaraan deze producten moeten voldoen om registratie te verkrij-

Europe Medicine Agency: http://www.ema.europa.

gen. Een proces dat dikwijls zeer moeilijk verloopt met

eu/ema/

vaak lange discussies omdat uiteindelijk 28 lidstaten

➝ Vul ‘Herbals’ in in de zoekfunctie, kies daarna voor

hun fiat moeten geven, wat het niet gemakkelijk maakt

om een consensus te bereiken. Voor multipreparaten

➝ De monografieën zijn gecatalogeerd volgens de

is het dan nog veel ingewikkelder. Als geen algemene

Latijnse naam van de plant en bevatten de

consensus kan bereikt worden, blijft het soms bij een

‘Opinion’.

orde. Deze kunnen integraal gedownload wor-

Toch werden tussen 2006 en 2015 al 133 monogra-

den, inclusief referenties. (De studies zelf kunnen

fieën goedgekeurd, naast een aantal in behandeling,

opgevraagd worden). Er is vaak ook een eenvou-

en ‘public statements (producten die de vereisten niet

digere ‘summary’ beschikbaar.

halen, maar toch interessant zijn, zoals TCM).

‘Herbal medicines for human use’

beschikbare documenten in chronologische volg-


22

Winnaar Award Beste Product Nutri- & Fytotherapie Op de 16e Editie van het Congres voor nutri- & fytotherapie werd de Award voor Beste product Nutri- & Fytotherapie uitgereikt aan het product Bio-Melatonine Complex van Pharma Nord. Bio-Melatonine Complex is een voedingssupplement dat per smelttablet 0,29 mg van de actieve stof melatonine bevat samen met 10 mg niacine. De tablet wordt ingenomen vlak voor het slapengaan. Dit product scoort hoog bij personen met een hectische levensstijl en mensen die lange vliegtuigreizen maken

Award Nutri- & Fytotherapie uitgereikt aan

Bio-melatonine 2016 Bio-Melatonine Complex is het eerste melatonineproduct dat vrij verkrijgbaar is bij de apotheker. Voorheen was melatonine in BelgiĂŤ enkel op voorschrift verkrijgbaar als geneesmiddel, nu is het ook als voedingssupplement beschikbaar. Bio-Melatonine Complex bevat naast melatonine ook nog de stof niacine (vitamine B3). Voor de aanmaak van melatonine heeft ons lichaam de grondstof L-tryptofaan nodig. Dit aminozuur is ook nodig om niacine aan te maken. Dankzij de toevoeging van 10 mg niacine, moet het lichaam minder L-tryptofaan verbruiken om zelf niacine aan te maken en is er dus meer L-tryptofaan beschikbaar voor de aanmaak van melatonine. Bij gebruik van een smelttablet wordt de melatonine vlugger en beter in het lichaam opgenomen dan bij gebruik van een sliktablet. Bij een smelttablet wordt de melatonine al opgenomen in het mondslijmvlies onder de tong. Hierdoor wordt het poortader effect voorkomen. Dit zorgt voor een maximale opname van de melatonine. Bio-Melatonine Complex helpt om een mogelijk tekort aan lichaamseigen melatonine aan te vullen. Melatonine en zijn precursor tryptofaan worden voor een deel door de voeding aangebracht en melatonine wordt eveneens in het lichaam aangemaakt. De melatonine aanmaak wordt in gang gezet bij het vallen van de avond, als het donkerder wordt. Door blootstelling aan blauw licht, afkomstig van tv-schermen, smartphones of tablets, is het echter mogelijk dat de aanmaak geremd wordt en er een tekort ontstaat. Mensen die nachtwerk/ploegwerk verrichten of vaak trans-Atlantische vluchten nemen, hebben hier eveneens last van.

De andere kandidaten waren Enterofytol van Tilman, Ashwagandha van Bio-Life Laboratory, PEO van TS Products en Safframed van Nutrisan.


Nutrimedes opleidingen 2016 Voeding en beweging 01/03/2016 LEUVEN

Alimentation durable

Voeding & Kanker

14/04/2016 BRUXELLES

26/05/2016 BRUSSEL

Nutrition & Cancer

Alimentation et femme

26/05/2016 BRUXELLES

20/09/2016 BRUXELLES

Allergie

Motivatie

19de Voedings- en Gezondheidscongres

27/09/2016 ANTWERPEN

13/10/2016 GENT

18-19/11/2016 BRUSSEL

“By experts for experts”

www.nutrimedes.org Multidisciplinaire opleidingen voor artsen, diëtisten, verpleegkundigen, psychologen en andere gezondheidsprofessionelen.


24

Niet-coeliakie glutensensitiviteit zijn gluten de echte oorzaak? Jessica Biesiekierski PhD, Geregistreerde Voedingsdeskundige, FWO Postdoctoraal Onderzoekster Translationeel Onderzoek van Gastro-enterologische Aandoeningen KU Leuven, België

Inleiding

pijn, opgeblazen gevoel, winderigheid, abdominale

Wereldwijd vermijden meer en meer mensen producten die tarwe en gluten bevatten. Dit artikel geeft een overzicht van de huidige inzichten in tarwegerelateerde aandoeningen (waaronder tarweallergie, coeliakie en de veronderstelde entiteit van niet-coeliakie glutensensitiviteit). Daarnaast belichten we de complexe interpretatie van bewijsmateriaal van studies die onderzoeken of gluten en/of andere tarwebestanddelen effectief symptomen kunnen uitlokken bij mensen die niet lijden aan coeliakie.

Het klinisch probleem

distensie en veranderde defecatie, maar zonder abnormale pathologie. Er zijn geen diagnostische biomarkers en diverse bijdragende factoren leiden tot de symptomen. Men veronderstelt dat voedingsmiddelen de symptomen kunnen uitlokken of verergeren bij ongeveer 60% van de PDS-patiënten.2 Coeliakie – Het staat onmiskenbaar vast dat gluten in voedingsmiddelen coeliakie veroorzaken. Deze immuungemedieerde aandoening, die 1% van de westerse bevolking treft, triggert het immuunsysteem. Dit leidt tot ontstekingen van de mucosa en letsels in de dunne darm. Beschadigingen aan de dunne

Prikkelbaredarmsyndroom – Ongeveer 10 à 15% van

darm kunnen aanleiding geven tot veelvoorkomende

de wereldbevolking lijdt aan het prikkelbaredarmsyn-

functionele gastro-intestinale (GI) symptomen (diar-

droom (PDS). De symptomen van PDS zijn abdominale

ree, constipatie, excessieve winderigheid, opgebla-

1


NutriFacts

2016/02

25

zen gevoel) die al dan niet gerelateerd zijn aan mal-

middelen en omvatten lactose (in melk), voedingsstof-

absorptie. Coeliakie kan een brede waaier aan lange-

fen met verhoudingsgewijs meer fructose dan glucose

termijncomplicaties veroorzaken, zoals osteoporose,

(in peren, appelen en honing), fructanen en fructo-

onvruchtbaarheid of lymfoom. Genetische factoren

oligosachariden (in artisjok, look, ui, tarwe en rogge),

spelen een rol aangezien het HLA-gen (HLA-DQ2 en/of

galacto-oligosachariden (stachyose en raffinose in

HLA-DQ8) voorkomt bij 99,4% van de coeliakie-patiën-

peulvruchten) en suikerpolyolen (mannitol en sorbitol in

ten. De enige beschikbare behandeling van coelia-

steenvruchten, in sommige groenten en als kunstma-

kie is een levenslang streng glutenvrij dieet.

tige zoetstoffen). FODMAPs worden gedeeltelijk of niet

3

3

geabsorbeerd en hebben een osmotisch effect in de Niet-coeliakie glutensensitiviteit – Er wordt gesteld dat

dunne darm waardoor de hoeveelheid water in het

meer dan 90% van de mensen die een glutenvrij

lumen stijgt. Bovendien worden ze snel gefermenteerd

dieet (GVD) volgen helemaal niet lijden aan coe-

waarbij gassen vrijkomen. Bij PDS-patiënten, die een

liakie, waarbij het heel gebruikelijk is dat mensen op

verhoogde gevoeligheid hebben voor deze reacties,

eigen initiatief hun gluteninname beperken zonder

kan dit leiden tot luminale distensie, veranderde moti-

voorafgaand coeliakie-onderzoek. Dit kan ertoe lei-

liteit en GI-symptomen. Het FODMAP-arm dieet wordt

den dat sommige patiënten onnodig een duur en

ondersteund door een groeiend aantal studies met

onvoldoende voedzaam dieet volgen. Daarenboven

bewijsmateriaal van goede kwaliteit die het therapeu-

kunnen patiënten die geen coeliakie-test ondergaan

tisch effect van dit dieet op GI-symptomen bevestigen

een verhoogd risico lopen op gerelateerde compli-

bij ongeveer 70% van de PDS-patiënten ongeacht het

caties als de aandoening niet wordt behandeld. Een

darmgedragstype.2

4

internationaal team van experten,5,6 heeft onlangs de term ‘niet-coeliakie glutensensitiviteit’ (NCGS) gedefinieerd, hoewel er nog veel hiaten zijn in onze kennis van NCGS. Patiënten krijgen de diagnose van NCGS als coeliakie uitgesloten is en als gastro-intestinale PDS-achtige symptomen duidelijk verbeteren met een GVD.

Bewijzen voor NCGS In-vitro-onderzoek en studies die diermodellen voor glutensensitiviteit gebruiken, hebben aangetoond dat gliadine verantwoordelijk is voor darmontsteking of – beschadiging, zoals epitheliale permeabiliteit, proteïneexpressie van onderdelen van de zonula occludens9, apoptosis10, 11 en verhoogde oxidatieve stress.12 Hoe-

Tarwebestanddelen

wel deze experimenten licht kunnen werpen op mo-

Eiwit – Gluten is het belangrijkste opslageiwit in de kiem

gelijke mechanismen, werden hun resultaten niet con-

van tarwekorrels en is een complexe mengeling van

sequent gereproduceerd in klinische proeven.

honderden verwante maar onderscheiden eiwitten, vooral gliadine en glutenine. Er bestaan gelijkaardig

Verschillende onderzoeksgroepen hebben gepro-

opslageiwitten zoals secaline in rogge, hordeïne in

beerd NCGS te beschrijven, inclusief het fenotype, het

gerst en avenine in haver. Ze worden gezamenlijk “glu-

mechanisme en gerelateerde biomarkers. Een Duits

ten” genoemd. Een recente studie heeft gesteld dat

researchteam identificeerde een subgroep patiën-

niet-gluteneiwitten, zoals α-amylase-trypsineremmers,

ten met diarree-dominante PDS en drager van het

darmontstekingen kunnen uitlokken.

HLA-DQ2-gen bij wie verhoudingsgewijs het GVD een

7

grotere kans op symptomatische verbetering bood.13 Koolhydraten – Tarwe is rijk aan korteketenkoolhydra-

Een andere onderzoeksgroep toonde aan dat afwij-

ten. Deze fructanen en andere fermenteerbare oligo-

kingen in het aangeboren immuunsysteem zonder

sachariden, disachariden, monosachariden en po-

disfunctie van de epitheliale barrière in de intestinale

lyolen worden gezamenlijk aangeduid als FODMAPs

mucosa mogelijk een kenmerk zijn van NCGS.14 Uit

omdat ze gelijkaardige reacties in de darmen veroor-

een Italiaanse studie bleek dat 56% van de 78 NCGS-

zaken. FODMAPs zitten in een groot aantal voedings-

patiënten IgG-AGA-antistoffen had met hoofdzakelijk

8


26 negatieve specifieke coeliakie-antistoffen, hoewel

ingedeeld in twee groepen. De ene groep kreeg twee

veel patiënten afwijkingen hadden op duodenale

sneetjes glutenvrij brood en één glutenvrije muffin,

histopathologie.

Een vergelijkende studie in de VS

de andere groep kreeg hetzelfde maar met gluten.

toonde aan dat een cohort patiënten met diarree-

Tijdens de zes weken durende test bleven de proef-

dominante PDS een verbeterde stoelgangfrequen-

personen hun vast GVD volgen. De in de test gebruikte

tie had als ze een glutenvrij dieet volgde, maar niet

voedingsmiddelen waren niet van elkaar te onder-

als ze een dieet kreeg dat wel gluten bevatte. Verder

scheiden en FODMAP-vrij. In de eerste week had de

wees dit onderzoek uit dat er een grotere intestinale

glutengroep meer last van uitgelokte gastro-intestinale

16

permeabiliteit was bij het glutenbevattend dieet.

symptomen en vermoeidheid dan de placebogroep.

De meeste van deze studies hadden te lijden onder

Er waren geen verschillen tussen de groepen op het

methodologische beperkingen, inclusief variërende

vlak van intestinale permeabiliteit, fecale lactoferrine

proporties coeliakie-patiënten binnen de onderzochte

en ultrasensitieve C-reactieve proteïne noch was er

populatie. Ook de specificiteit van de observaties over

een verhoogde concentratie coeliakie-antistoffen.

gluten zelf (in plaats van tarwe of het GVD) kon niet

Bij de tweede test volgden 37 patiënten met subjec-

worden bevestigd.

tief ervaren NCGS een FODMAP-arm dieet gedurende

Een recente reeks interventionele rechallenge tests uit

een inloopperiode van 2 weken. Vervolgens ondergin-

Australië leverde het degelijkste bewijsmateriaal voor

gen ze een dubbelblind, placebogecontroleerd, ge-

het bestaan van NCGS. De eerste test was een ge-

randomiseerd cross-overonderzoek waarbij ze alterne-

randomiseerd, dubbelblind, placebogecontroleerd

rend een placebo, lage glutendosis (2 g/dag) of hoge

onderzoek van één glutendosis (16 g/dag) zonder

glutendosis (16 g/dag) kregen gedurende 1 week.

gecontroleerde achtergrondvoeding in de parallelle

Daarna volgde een twee weken durende uitloop-

Vierendertig patiënten werden willekeurig

periode vooraleer de proefpersonen het daaropvol-

15

groepen.

17



28 gende dieet kregen.18 Alle voedingsmiddelen werden verstrekt. De symptomen verbeterden systematisch en aanzienlijk tijdens de inloopperiode van beperkte FODMAP-inname, maar verergerden in dezelfde mate bij elke behandelingsperiode, ongeacht het dieet. Tijdens de eerste interventie trad er een verwachtingseffect (nocebo-effect) of volgorde-effect op dat grotere symptomatische veranderingen uitlokte dan de tweede of derde interventie, wat dit ook bevatte. Vervolgens ondergingen 22 van deze patiënten een dubbelblinde, placebogecontroleerde, gerandomiseerde cross-over rechallenge. Ze kregen willekeurig een glutendosis (16 g/dag) of een placebo gedurende elk 3 dagen.18 De resultaten wezen op een zwakke reproduceerbaarheid van symptoominductie en de afwezigheid van een glutenspecifieke reactie. Beide tests tekenden een sterk nocebo-effect op, ook al werden alle triggers in de achtergrondvoeding gecontroleerd. Ofwel hadden de patiënten geen NCGS zoals ze zelf rapporteerden ofwel verhinderde de testopzet de herkenning ervan. Het is ook mogelijk dat gluten geen specifieke triggers zijn van functionele darmsymptomen zodra de inname van FODMAPs wordt beperkt.

Besluit Een afdoend inzicht in voedselovergevoeligheid, vooral NCGS, is complex, waarbij zelfrapportage waarschijnlijk inaccuraat is. Het FODMAP-arm dieet is een doeltreffende therapie voor het merendeel van de PDS-patiënten. Andere behandelingen zoals glutenbeperking, hoewel dit werd getest in een klinische setting, vereisen meer wetenschappelijk onderzoek en bevestiging. Verder onderzoek naar identificatie en diagnose, mechanismen, verantwoordelijke glutencomponenten en prevalentie van NCGS is noodzakelijk. Het is mogelijk dat veel mensen die rapporteren dat ze zich beter voelen op een tarwe- of glutenvrij dieet eigenlijk het therapeutisch effect ervaren van een FODMAP-arm dieet dat ze immers automatisch volgen door glutenvrije producten te selecteren.

1. Boyce PM, et al. Epidemiology of the functional gastrointes tinal disorders diagnosed according to Rome II criteria: an Australian population-based study. Intern Med J 2006;36:28 36. 2. De Giorgio R, Volta U, Gibson PR. Sensitivity to wheat, gluten and FODMAPs in IBS: facts or fiction? Gut 2015: gutjnl-2015-309757. 3. Haines ML, Anderson RP, Gibson PR. Systematic review: The evidence base for long-term management of coeliac disease. Aliment Pharmacol Ther 2008;28:1042-1066. 4. Biesiekierski JR, et al. Characterization of Adults With a Self-Diagnosis of Nonceliac Gluten Sensitivity. Nutr Clin Pract 2014;29:504-509. 5. Catassi C, et al. Diagnosis of non-celiac gluten sensitivity (NCGS): the Salerno Experts’ Criteria. Nutrients 2015;7:4966 4977. 6. Ludvigsson JF, , et al. The Oslo definitions for coeliac disease and related terms. Gut 2013;62:43-52. 7. Junker Y, et al. Wheat amylase trypsin inhibitors drive inte stinal inflammation via activation of toll-like receptor 4. J Exp Med 2012;209:2395-408. 8. Shepherd SJ, Lomer MC, Gibson PR. Short-chain carbo hydrates and functional gastrointestinal disorders. Am J Gastroenterol 2013;108:707-17. 9. Sander GR, Cummins AG, Powell BC. Rapid disruption of intestinal barrier function by gliadin involves altered expres sion of apical junctional proteins. FEBS Letters 2005;579:4851 4855. 10. Giovannini C, et al. Induction of apoptosis in Caco-2 cells by wheat gliadin peptides. Toxicol 2000;145:63-71. 11. Hadjivassiliou M, Williamson CA, Woodroofe N. The immu nology of gluten sensitivity: Beyond the gut. Trends Immunol 2004;25:578-582. 12. Rivabene R, Mancini E, DeVincenzi M. In vitro cytotoxic effect of wheat gliadin-derived peptides on the Caco-2 intes tinal cell line is associated with intracellular oxidative imba lance: implications for coeliac disease. Biochim Biophys Acta 1999;1453:152-160. 13. Wahnschaffe U, et al. Celiac disease-like abnormalities in a subgroup of patients with irritable bowel syndrome. Gastroenterol 2001;121:1329-1338. 14. Sapone A, , et al. Divergence of gut permeability and mucosal immune gene expression in two gluten-associated conditions: Celiac disease and gluten sensitivity. BMC Medicine 2011;9:23. 15. Volta U, et al. Serological tests in gluten sensitivity (nonceliac gluten intolerance). J Clin Gastroenterol 2012;46:680-5. 16. Vazquez-Roque MI, et al. A controlled trial of gluten-free diet in patients with irritable bowel syndrome-diarrhea: effects on bowel frequency and intestinal function. Gastroenterol 2013;144:903-911 e3. 17. Biesiekierski JR, et al. Gluten causes gastrointestinal symptoms in subjects without celiac disease: a double-blind rando mized placebo-controlled trial. Am J Gastroenterol 2011;106:508-14. 18. Biesiekierski JR, et al. No effects of gluten in patients with self-reported non-celiac gluten sensitivity after dietary reduction of fermentable, poorly absorbed, short-chain carbohydrates. Gastroenterol 2013;145:320-328 e3.



30

Persbericht / Producten in de kijker

MSM PLATINUM van Mannavital: organische en goed opneembare zwavelbron

OXELIO voor een betere relatie met de zon

• MSM of methylsulfonylmethaan is een na-

• Om zonneallergie te voorkomen (als aanvul-

tuurlijke zwavelverbinding, zoals die voorkomt in planten, water en voedingsmiddelen. Langdurig opslaan en koelen, verhitten en verwerken van voeding kan het zwavelge halte doen afnemen. • MSM Platinum van Mannavital helpt het zwavelgehalte in weefsels zoals kraakbeen, ligamenten, pezen, botten, huid en haren, weer op peil te brengen. • MSM Platinum bevat de wetenschappelijk onderzochte OptiMSM®

ling op de klassieke boorzorgsmaatregelen): 3 capsules per dag, 2 weken voor de bloot stelling en tijdens de 1e week blootstelling. • Om de zonnebescerming te ondersteunen: 1 capsule per dag. De kuur 3 weken voor de periode van blootstelling aan de zon begin nen, ze verder zetten tijdens de periode van blootstelling en nog 2 weken nadien. • Voedingssupplement Samentelling per capsule: natuurlijke carote noïden 7,5 mg (waarvan bètacaroteen 4,8 mg en andere carotenoïden 2,7 mg), natuurlijke vitamin E 12 mg, vitamine C 80 mg, selenium 50 µm (seleniumgist), zink 10 mg, olie van soja-tomaat 300 mg. OXELIO Doos van 60 capsules Prijs:  23 - CNK-code 2128-809

MannaVita Zuidstraat 10 - 8560 Wevelgem

Jaldes

T +32 (0)56 43 98 51

1132 rue de la Castelle - 34070 MONTPELLIER - France

info@mannavita.be – info@mannavital-be

Tel +33 (0)4 67 99 80 50 - contact@jaldes.fr

www.mannavita.be

www.jaldes.com


NutriFacts

2016/02

31

Homeoptic® zorgt voor je ogen! Oogirritaties worden veroorzaakt door talrijke factoren (koude, ver-

Homeoptic® is enkel verkrijg-

vuiling, stress, aangehouden visuele inspanningen aan beeldscher-

baar in de apotheek:

men,…). Om visuele vermoeidheid, last aan de ogen, geïrriteerde

• Publieksprijs 10 unidosissen:

ogen en tranenvloed te verlichten stelt Boiron een nieuw geneesmid-

 7,90 (2 zakjes met 5 uni-

del voor, de oogdruppel Homeoptic .

dosissen)

®

HOMEOPTIC , een aangepaste oplossing:

• Publieksprijs 30 unidosissen:

®

• Homeopathisch: de formule van Homeoptic is samengesteld uit 3

 14,90 (6 zakjes met 5 uni-

homeopathische geneesmiddelen die traditioneel gebruikt worden

dosissen)

®

bij irritaties van of last aan de ogen, en van diverse origine: Euphrasia officinalis 3 DH, Calendula officinalis 3 DH en Magnesia carbonica 5 CH. • Isotonisch, wat zorgt voor een pijnloze indruppeling. Homeoptic®

geeft een onmiddellijk gevoel van verzachting.

• Homeoptic® garandeert een perfecte hygiëne dankzij de steriele unidosissen. • Homeoptic® bevat geen bewaarmiddelen en is geschikt voor het hele gezin, zonder minimumleeftijd. HOMEOPTIC®, BOIRON-kwaliteit: • Steriliteit dankzij het « Blow Fill Seal »-productieproces. Dit laat toe een steriel afgevulde en hermetisch afgesloten unidosis te maken. • Homeopathisch geneesmiddel op basis van verse, bloeiende plan ten – Euphrasia officinalis en Calendula officinalis - en een mineraal Magnesia carbonica. Toedieningswijze: • Homeoptic® is aanbevolen vanaf de eerste symptomen. 1 tot 2 druppels in elk oog, 2 toto 6 keer per dag. De behandeling dient stopgezet te worden wanneer de symptomen verdwijnen.

Boiron

Rue Carlistraat 5 - B-1140 Evere - Tel +32 (0)2 724 00 61 - GSM +32 (0)479 849635 ulrike.vandenHoute@boiron.be - www.boiron.be


8 SPORTCONGRES

2016

Zaterdag 8 oktober 2016

e

I ‘t Pand Gent

Een multidisciplinaire aanpak

Recente ontwikkelingen in voeding, psychologie en fysiologie

www.sportcongres.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.