Afgiftekantoor 8400 Oostende Masspost DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Toelating - gesloten verpakking 8400 Oostende Masspost - BC6686 erkenningsnummer P409170
NutriFacts
België - Belgique P.B. 8400 Oostende Masspost BC6686
TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING, NUTRI- & FYTOTHERAPIE Januari - Februari - Maart 2016
Congres voor Nutri- & Fytotherapie 19 maart 2016 www.nutrifyto.be
• Naar een holistische benadering van voeding in de strijd tegen de ontwikkeling van chronische ziekten • Voldoende magnesium houdt het lichaam energiek en beweeglijk • Mariadistel • Melatonine, een slaapopwekkend antioxidans • Salvestrolen • Doorbreek de zitmarathon VU: Lange Dreve 8F, 8980 Zonnebeke
COLOFON 4e jaargang nr. 1 Tijdschrift Verschijnt vier keer per jaar, wordt ook in het Frans gepubliceerd.
Inhoud
ABONNEMENTEN Abonnementen worden aangegaan voor een jaar vanaf datum van betaling en worden automatisch verlengd. Opzegging gebeurt schriftelijk minstens 2 maand voor het einde van de abonnementsperiode. Prijs voor België: 15 te betalen op rekeningnummer
ARTIKELS • Naar een holistische benadering van voeding in de strijd tegen de ontwikkeling van chronische ziekten 04 • Voldoende magnesium houdt het lichaam energiek en beweeglijk 11 • Mariadistel 14 • Melatonine, een slaapopwekkend antioxidans 18 • Salvestrolen, fytonutriënten met specifieke anti-kankerwerking 22 • Doorbreek de zitmarathon 24
KBC 738-6155011-92 Prijs voor Nederland: 20 te betalen op rekeningnummer Rabobank 1133 19 851
AGENDA
13
PERSBERICHTEN / PRODUCTEN IN DE KIJKER
28
INLICHTINGEN Lange Dreve 8F - B-8980 Zonnebeke T: +32 (0)57 46 64 46 M: +32 (0)495 23 81 76 F: +32 (0)57 46 95 25 E: info@nutrimedes.com VERANTWOORDELIJKE UITGEVER dr. Koen Descheemaeker Lange Dreve 8F - B-8980 Zonnebeke
VORMGEVING LinaDesign
De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van artikelen die onder auteursnaam zijn opgenomen of voor informatie verstrekt in de advertenties of publiredactionele bijdragen of in de rubriek Nieuwe Producten.
Bekijk het interview met Dr. Anthony Fardet, Unit of Human Nutrition, INRA, Clermont-Ferrand, Frankrijk
Naar een holistische aanpak van de voedingsaanbevelingen
www.nutriweb.tv
04
Naar een holistische benadering van voeding in de strijd tegen de ontwikkeling van chronische ziekten Anthony FARDET, Unité de Nutrition Humaine (UMR 1019),
Département de Nutrition Humaine, INRA & Université d’Auvergne, CRNH d’Auvergne, F-63000 CLERMONT-FERRAND, France. Tel.: +33(0)473624704, fax: 33(0)473624755, e-mail: anthony.fardet@clermont.inra.fr
Inleiding Volgens de Wereldgezondheidsorganisatie is een chronische ziekte een gezondheidsprobleem dat een jarenlange behandeling vergt. Deze definitie omvat de niet-overdraagbare ziekten (diabetes, kanker, astma…), de hardnekkige overdraagbare ziekten (hiv-aids), bepaalde geestesziekten (psychoses…) en anatomische of functionele afwijkingen (blindheid, multiple sclerose…). In 2012 leden volgens de Franse Hoge Gezondheidsautoriteit meer dan 15 miljoen Fransen (bijna een kwart) aan een chronische ziekte en ging bijna 2/3 van de gezondheidsuitgaven naar deze groep patiënten. Uit de gegevens van de Franse Sociale Zekerheid blijkt bovendien dat er in 2010 539.083 overlijdens waren, waarvan ongeveer 36% rechtstreeks of onrechtstreeks kon toegeschreven worden aan een slechte voeding (hetzij 24% van de cardiovasculaire ziekten, 10% kankers en 2% diabetes). Tot slot overschreed Frankrijk in 2014 de kaap van 50% wat volwassenen met overgewicht (BMI > 25) betreft. Wereldwijd telde men trouwens in 2014 1,9 miljard volwassenen met overgewicht en meer dan 600 miljoen obeten. En de epidemieën van diabetes type 2 en obesitas blijven maar toenemen in de wereld met catastrofale voorspellingen voor 2030, met name voor Europa. Bovendien stimuleren deze twee metabolische stoornissen de ontwikkeling van andere chronische ziekten en verhogen hun risico1. Door deze stijgende prevalentie van chronische ziekten daalt het gemiddelde aantal gezonde levens-
jaren (62-64 jaar in 2009 voor de Fransen), terwijl de theoretische gemiddelde levensduur blijft stijgen met ongeveer 3 maanden per jaar (79-85 jaar in 2009 voor de Fransen)2. We leven dus enerzijds alsmaar langer, maar anderzijds brengen we alsmaar meer jaren in slechte gezondheid door (hogere morbiditeit). De gemiddelde Fransman blijft dus gezond totdat hij op pensioen gaat en wordt daarna chronisch ziek tot aan zijn dood. We weten echter dat een gezonde voeding de levensverwachting in goede gezondheid zou doen stijgen met ten minste tien jaar, hetzij tot 74-75 jaar2. Een goede voeding is dus van cruciaal belang voor de volksgezondheid in de komende jaren.
De oorzaken van de ontwikkeling van chronische ziekten De verklaringen voor de ontwikkeling van chronische ziekten zijn multifactorieel, en hebben voornamelijk betrekking op omgevingsfactoren (polluenten, sedentair leven en voeding), genetische en epigenetische factoren, maar soms ook uitlokkingsfactoren (depressie, ongevallen, stress, menopauze…). Toegespitst op de voeding kunnen we 3 hoofdfactoren onderscheiden: 1. de voedingstransformatie of de overgang van een traditionele voeding met weinig geraffineer de en getransformeerde voedingsmiddelen naar een voeding die heel energierijk, getransformeerd, geraffineerd, gerecombineerd en verrijkt met suikers, zout en vetten is. Bovendien zijn deze voe dingsmiddelen vaak veel armer aan bescher mende samenstellingen;
06 2. 3.
een gebrek aan voedingseducatie op school, van de lagere school tot de universiteit, waardoor we de verkeerde voedingskeuze maken; de reductionistische benadering van menselijke voeding, die zodanig op de spits wordt gedreven dat het een dogma wordt.
Reductionisme en voeding Het reductionisme verdeelt de werkelijkheid in losstaande entiteiten om haar beter te kunnen bestuderen. Patrick Juignet zegt hierover: “Het dogmatisch reductionisme vereist dat alles teruggebracht wordt tot het eenvoudigste organisatieniveau. Dit wil zeggen dat de psychologische en representatieve aspecten worden teruggebracht tot het biologische, de biologische aspecten tot het biochemische, daarna tot het chemische, en ten slotte tot fysische verschijnselen. Het reductionisme wordt dogmatisch wanneer het beweert de enige mogelijke methode te zijn”3. Deze extreme vorm van reductionisme hanteerde een mechanistisch wereldbeeld en beschouwde dieren als machines en als loutere optelsommen van hun fysische eigenschappen. In de Westerse culturen zijn de geneeskunde en fysiologie steeds meer geëvolueerd naar een reductionistisch perspectief, waarvan we de grondbeginselen terugvinden bij de Franse filosoof Descartes (15961650): “Om iets te kennen, moet men het uit elkaar halen, ontleden en terugbrengen tot het eenvoudigste niveau. Zo functioneert de reductionistische methode. Geen enkele wetenschap ontsnapt aan de strenge naleving van dit principe van opsplitsing, analyse en reductie”4. Gyorgy Scrinis, ten slotte, heeft de geschiedenis van de voedingswetenschap en van het voedingsonderzoek ingedeeld in drie periodes: 1. de periode van het ‘Quantifying Nutritionism’ (1850-1950). De belangrijkste doelstelling van de wetenschappers was om de voedingsstoffen in de voedingsmiddelen en de voedingsbehoeften van het organisme te identificeren en te kwantificeren om de ziekten door gebrekkige voeding te bestrij den; 2. de periode van het ‘Good and Bad nutritionism’ (vanaf begin jaren 60 van de vorige eeuw). De nadruk ligt in deze periode op enerzijds de voe dingsstoffen die moeten worden vermeden of met mate gebruikt en anderzijds de voedingsstof fen die te verkiezen zijn in de strijd tegen de ontwik keling van chronische ziekten;
3. de periode van het ‘Functional Nutritionism’ (vanaf het midden van de jaren 90 van de vorige eeuw tot nu). Voedingsstoffen worden beschouwd als functioneel voor de gezondheid van het organis me, met de bedoeling om onze gezondheids status te optimaliseren of bepaalde onevenwich ten te herstellen4. Het “Nutritionism “ van Scrinis is synoniem met voedingsreductionisme, dat voe ding interpreteert als de optelsom van voedings stoffen en het lichaam beschouwt als een ma chine die louter functioneert en reageert op ener gieopname en –verbruik. In dit laatste geval is een calorie een calorie ongeacht het voedingsmid del. Vandaag toont de wetenschap echter aan dat deze caloriebenadering van voeding volledig fout is6. De gevolgen van het reductionisme voor de voeding en voedingswetenschappen zijn niet positief. Allereerst heeft het reductionisme de voedingstechnologen ertoe gebracht om de voedingsmiddelen te fractioneren, waarbij deze alleen werden beschouwd als de optelsom van voedingsstoffen, naar het beeld van het mechanische dier van Descartes dat Jacques De Vaucanson heeft geïllustreerd met de Verterende Eend (‘Canard Digérateur’). Daarna isoleerden ze bepaalde ingrediënten om deze vervolgens te recombineren en enkelvoudige zouten, vetten en suikers eraan toe te voegen (om hen de smaak terug te geven die ze verloren hadden). Een mooie illustratie van de gevolgen van dit technologisch reductionisme is de fractionering van de kiem en zemelen van graan in geraffineerde witte bloem. Dit heeft geleid tot de commercialisatie van graanproducten die heel energierijk zijn en ontdaan van hun beschermende vezels en voedingsstoffen7. De technologen compenseren vervolgens deze verliezen door de voedingsmiddelen te verrijken met mineralen en vitaminen. Vandaag begint men opnieuw volwaardige graanproducten te commercialiseren vanuit een meer holistische visie op voeding. Extreme fractionering van voedingsmiddelen wordt ook toegepast op melk, eieren en vlees, wat alsmaar meer leidt tot supergetransformeerde voedingsmiddelen. Als deze de basis van ons dieet uitmaken dan worden we vatbaarder voor de ontwikkeling van chronische ziekten, zoals dramatisch aangetoond werd in Brazilië8-11. Als die extreem getransformeerde voedingsmiddelen in te grote hoeveelheden worden geconsumeerd, veroorzaken ze een voedingsonevenwicht dat artsen, voedingsdeskundigen en diëtisten vervolgens proberen te herstellen door
NutriFacts voedingssupplementen, nutriceuticals of functionele voedingsmiddelen voor te schrijven. Deze vertegenwoordigen het ultieme stadium van voedingsreductionisme. Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt echter duidelijk dat deze supplementen de gezondheid op lange termijn niet verbeteren noch het risico op chronische ziekten verminderen. Integendeel, soms wordt het risico zelfs groter12-13. Dit mag geen verbazing wekken, aangezien een voedingsmiddel dat verrijkt is met slechts één microvoedingsstof in hoge dosis eigenlijk neerkomt op de gelijkschakeling van die voedingsstoffen met geneesmiddelen. Bovendien kan een antioxidant in hoge dosis of dat geïsoleerd werd van de andere natuurlijke antioxidanten van het oorspronkelijke complexe voedingsmiddel pro-oxidant worden. De actieve synergie met de andere samenstellingen is dan niet meer werkzaam. We weten allemaal dat vitamine E als antioxidant moet worden geregenereerd door vitamine C, die op haar beurt wordt geregenereerd door intracellulaire glutathion van het menselijk organisme. In plaats van een curatieve logica te volgen en een onevenwichtig dieet te herstellen met voedingssupplementen zou men dus beter preventief optreden en een complexe, gevarieerde en evenwichtige voeding nastreven, die de mens minder vatbaar maakt voor chronische ziekten. Het reductionisme heeft dus ertoe geleid dat men preventieve voeding vanuit een farmacologisch standpunt bekijkt en voedingsstoffen eigenlijk beschouwt als geneesmiddelen die men kan isoleren en in hoge dosissen toedienen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de opzet van interventiestudies bij de mens een schema volgt dat zijn oorsprong vindt in de farmacologische wetenschappen, namelijk het gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek14-15. Maar voor preventieve voeding zou onderzoek van de reële levensomstandigheden veel geschikter zijn en resultaten opleveren die toepasbaar zijn voor voedingsaanbevelingen op lange termijn. Hoewel het voedingsreductionisme niet alles verklaart, toch vormt het de basis van het westers denkbeeld, en daarom is het gedeeltelijk verantwoordelijk voor de ontwikkeling van obesitas en diabetes type 2. Deze chronische ziekten komen namelijk veel meer voor in populaties die het meest gefractioneerde, gerecombineerde en dus extreem getransformeerde voeding consumeren vanuit een reductionistische benadering 16. Trouwens, de voedingsaanbevelingen op basis van voedingsstoffen of het aantal calorieën heeft de alsmaar groeiende ontwikkeling van chronische ziekten wereldwijd geen halt kunt toeroepen5.
2016/01
07
Bovendien is de hedendaagse focus in epidemiologische studies op voedselgroepen (fruit, groente, vlees, vis…) niet relevant op voedingsvlak omdat het nog te reducerend is. Dit blijkt uit het niveau van de verkregen wetenschappelijke bewijzen, dat ontgoochelend is ten opzichte van de enorme hoeveelheid verzamelde gegevens16-17. Wat wél betekenisvol is voor gezondheid en voeding is dat men meer rekening houdt met het aspect “dieet” en dus met de transformatiegraad van oorspronkelijke voedingsmiddelen. Een nieuwe classificatie van de voedingsmiddelen volgens dit criterium dringt zich dus op16! Maar het risico bestaat erin dat dit niet naar de zin is van de industriëlen die via de fractionering en recombinatie van deze functionele voedingsmiddelen producten op de markt brengen met, natuurlijk, een hoge toegevoegde waarde voor hun omzetcijfer maar niet voor de gezondheid van het grote publiek. Tot slot heeft de reductionistische benadering de neiging vanuit de wetenschap te vertrekken en haar bevindingen toe te passen op de maatschappij, op gevaar af te veralgemenen vanuit het specifieke, wat risicovol en zelfs fout is. De werkelijkheid is in de eerste plaats complex en dus zijn de maatschappelijke problemen dit ook. De wetenschappers zouden dus moeten vertrekken vanuit de maatschappij en de resultaten van hun kennisgebied inzetten om de aangehaalde uitdagingen aan te gaan vanuit een globaal en holistisch perspectief. Dit geldt des te meer voor de voedingsleer en -wetenschap die van nature holistische disciplines of wetenschappen zijn daar ze filosofische, religieuze, socioculturele, economische, omgevings-, gedrags-, fysiologische en metabolische dimensies erbij betrekken.
Holisme en voeding Holisme komt van het Oudgriekse woord holos, wat “de totaliteit, het geheel” betekent. Holisme kan dus algemeen worden omschreven als een visie die een fenomeen bekijkt als een ondeelbaar geheel, omdat de eenvoudige som van de gehelen niet volstaat om dit geheel te bepalen. Met andere woorden, vanuit een holistisch standpunt is 1 + 1 > 2. Vandaag evolueert de voedingswetenschap naar een meer holistisch perspectief, met name het holisme dat ontstaan is in de oosterse landen. Het interdependentiebegrip - of de niet-lineaire multicausale verhouding tussen een organisme en zijn omgeving – is inderdaad meer verspreid in de oosterse culteren,
08 waar de filosofieën zich baseren op een glo-
leven in goede omstandigheden tot aan hun dood),
bale of holistische visie op de wereld. De Azia-
van de bescherming van het milieu en de afzwakking
tische
hun
van de stelregel “goede levensomstandigheden ten
omgeving te bekijken vanuit een algemeen per-
koste van de anderen”, wat neerkomt op de wegwer-
spectief volgens een top-downbenadering, van
king van de ongelijkheden tussen de landen op het
het algemene (top) naar het specifieke (down) .
vlak van over- en ondervoeding. Bijgevolg impliceert
De grotere structuren worden belangrijker geacht dan
holistische voeding noodzakelijkerwijze aandacht voor
hun onderdelen. De holistische geneeskunde in China
duurzame ontwikkeling op het vlak van het organisme
en India beschouwt het menselijk organisme in zijn ge-
(een lange levensduur in goede gezondheid), de
heel, inclusief de spirituele en fysische aspecten. Ze
economie (voedingswaren aan aanvaardbare prijzen
gebruikt de synergie van talloze plantaardige samen-
voor iedereen), de maatschappij (de beschikbaar-
stellingen om de mens te genezen door het evenwicht
heid van voedingsmiddelen voor iedereen, respect
in de harmonie te herstellen. In die culturen is een
voor de verschillende culturen) en het milieu (respect
ziekte drager van een boodschap, namelijk dat het
voor de dieren en voor de natuur).
evenwicht verbroken is en dient te worden hersteld .
Meer specifiek draait de holistische voedingsbenade-
Onderzoek toont bijvoorbeeld meer en meer aan dat
ring rond begrippen als actieve synergie van voedings-
de actieve synergie en complementariteit van voe-
stoffen, hun interactie in de voedingsmatrix en dus de
dingsverbindingen beter is voor de gezondheid dan
wens om de voedingsmatrix te beschermen want deze
slechts één bestanddeel in hoge dosissen, omdat
speelt een belangrijke rol in het gezondheidspotenti-
elk bestanddeel een specifieke rol speelt in het orga-
eel van de voedingsmiddelen, met name op het vlak
nisme, die enkel in samenhang of synergie met de
van de verzadiging, de biologische beschikbaarheid
andere bestanddelen werkzaam wordt.
van voedingsstoffen en de spijsverteringsmotoriek. Het
Veel mensen kennen het verhaal van “De blinden en
gezondheidspotentieel van voedingsmiddelen kan
de olifant”. Deze jaïnistische parabel illustreert onze kijk
dus niet meer worden herleid tot hun loutere voedings-
op de menselijke voeding in de loop van de laatste
samenstelling (kwantitatief aspect) maar moet ook het
veertig jaar. Elke specialist heeft wel een voedingsver-
matrixeffect of de fysieke structuur van de voedings-
binding bestudeerd en eruit besloten dat hij hiermee
middelen (kwalitatief aspect) inhouden16-18-19. Inder-
het volledige gezondheidspotentieel van het voe-
daad, twee voedingsmiddelen met dezelfde samen-
dingsmiddel kon verklaren: de citrusvruchten met vita-
stelling maar met verschillende matrices zullen niet
mine C, melk met calcium, granen met vezels, toma-
hetzelfde gezondheidspotentieel hebben. Daarom
ten met lycopeen, wortelen met het β-caroteen…, net
zal de technologie meer het behoud van deze origi-
zoals elke blinde dacht dat hij de olifant in zijn geheel
nele structuur van voedingsmiddelen ter harte nemen
kon beschrijven vanuit het onderzochte deel, hetzij het
en de complexe natuurlijke voedingsmiddelen zullen
oor, de staart of de slurf.
dus een prominentere rol krijgen in onze voeding. De
Omdat de holistische benadering de van nature
ontwikkeling van zachte technologieën (of “minimal
complexe interacties tussen alle fenomenen erkent,
processing”) zoals gisting gaat die weg op19.
hecht ze veel belang aan de plaats van de mens in
Bijgevolg zou de toepassing van de holistische be-
de “levende wereld” als bewoners van deze wereld.
nadering normaal moeten leiden tot efficiëntere
Inderdaad “Men kan niet vermijden te leven dankzij
voedingsaanbevelingen omdat ze dichter bij de
het leven van de anderen”. Met andere woorden, we
complexe werkelijkheid10 staat. Dit houdt onder an-
kunnen niet als enige in goede gezondheid verkeren.
dere in dat men rekening houdt met de structuur van
Onze gezondheid hangt af van het welzijn van ande-
voedingsmiddelen, gefractioneerde en gerecombi-
ren. Op die manier omvat een globaal beeld van de
neerde voedingsmiddelen beperkt en aanbevelingen
menselijke voeding van nature de bevordering van het
geeft over het dieet en niet over voedingsstoffen of
dierenwelzijn (want, inderdaad, de dieren geven hun
voedingsmiddelen in het bijzonder. Er bestaat immers
leven om het onze te verlengen, wat ons ertoe zou
geen “supervoeding” maar wel diëten en levenswijzen
moeten brengen ze te respecteren en hen te laten
die beter zijn dan andere.
culturen
hebben
de
neiging
om
2
2
GeZondheids salon 26 - 27 beurs voor een gezonde levensstijl
Paleis 1
Brussels
www.gezondheidssalon.be november 2016 Expo
Medisch • Voeding • Technologie • Beweging • Welzijn • Informatie
10
Besluit De onderzoekers hebben niet echt bijgedragen aan een verbetering van de gezondheid omdat ze zich geleidelijk meer afgewend hebben van de werkelijkheid en onvoldoende rekening hebben gehouden met de complexe problemen van de maatschappij. De onderzoeksresultaten van de voedingswetenschap tonen aan dat men moet evolueren van het algemene naar het specifieke en van de maatschappij naar de wetenschap, en niet vice versa. Echter, zowel de reductionistische als de holistische voedingsbenadering zijn noodzakelijk en moeten zich vernieuwen zonder elkaar uit te sluiten20. Deze bedenkingen en mijn onderzoek hebben me ertoe gebracht om vanuit een holistisch perspectief drie gulden regels voor een gezonde voeding te formuleren, die zowel de gezondheid als het milieu beschermt: men dient: 1. plantaardige producten te bevorderen boven dierlijke producten in een verhouding van onge
veer 80/20;
2. weinig getransformeerde voedingsmiddelen te
bevorderen boven de extreem getransformeerde
voedingsmiddelen; en
3. diversiteit binnen elke voedselgroep te bevorde
ren. Ze hebben me ook ertoe gebracht om nieu-
we paradigma’s vast te leggen voor een preven-
tieve voeding die ethischer en meer in de lijn van
de maatschappij ligt, waaronder een herclas sificatie van de voedingsmiddelen volgens hun transformatiegraad. Ze hebben me ten derde
gestimuleerd om de gezondheidsstatus van popu-
laties nauwkeuriger te bepalen zodat deze beter
kan worden beschermd vanuit een preventieve aanpak en geen curatieve. Ten slotte waren de bedenkingen en mijn onderzoek een aanleiding
om het matrixeffect van voedingsmiddelen op te
nemen in hun gezondheidspotentieel. Multidimen-
sionaliteit is vandaag noodzakelijk in de benade-
ring van voeding, zowel bij diĂŤtisten, artsen-voe dingsdeskundigen als bij voedingswetenschap pers. Alleen dan kunnen efficiĂŤnte voedingsaan bevelingen worden geformuleerd voor het grote publiek.
NutriFacts
2016/01
11
Voldoende magnesium houdt het lichaam energiek en beweeglijk Leen Doms, Licentiate Voedings- en dieetleer Een onderzoek van SU.VI.MAX in Frankrijk, wees uit dat 75% mannen en 77% vrouwen te weinig magnesium innemen op basis van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid (RDA voor mannen en vrouwen is dit respectievelijk 420 mg en 360 mg). “20 % van de bevolking – voornamelijk vrouwen – gebruikt zelfs minder dan tweederde van het aanbevolen magnesium”, zo meldt de Hoge Gezondheidsraad van België. Bij gezonde personen wordt de magnesiumstatus in het lichaam geregeld via een aanpassing van de opname van magnesium uit de darm en eliminatie via de nier met de urine. Dit regelend mechanisme kan verstoord worden bij bepaalde ongezonde situaties als langdurige psychische en lichamelijke stress (zwaar lichamelijk werk of heel intensief sporten), gebruik van bepaalde geneesmiddelen (als diuretica, maagzuurremmers en anticonceptiepil) en bepaalde ziekten waardoor de uitscheiding van magnesium via de urine en zweet toeneemt. Een tekort kan verder ontstaan door slechte opname van magnesium in de darmen als complicatie van de ziekte van Crohn. Vijftien tot 20% van de Westerse bevolking zou een lichte vorm van hypomagnesiëmie vertonen met plasmawaarden beneden 1,8 mg/dl (0.75 mmol/l). Een magnesiumtekort geeft aanleiding tot stoornissen in de elektrolytenhuishouding en kan aanleiding geven tot hartritmestoornissen en andere cardiovasculaire problemen. Klinische verschijnselen worden waargenomen zodra de plasmaspiegel onder 1,2 mg/dl (0.5 mmol/l) zakt.
De
magnesiuminname
is
decen-
Belangrijke bronnen van magnesium zijn donker-
nia sterk afgenomen. De verminderde inname
groene groenten (magnesium is mineraal in chlorofyl),
kan toegeschreven worden aan gewijzigde Wes-
noten, volle granen, biergist en tarwekiemen. Bepaal-
terse eetgewoonten met een voorkeur voor ge-
de mineraalrijke waters zijn tevens goede magnesium-
raffineerde
bronnen.
levensmiddelen.
de
laatste
Waarbij
door
raf-
finage essentiële mineralen verloren gaan. Het toegenomen gebruik van vlees en andere fosforrijke een goede magnesiumstatus. Anderzijds is de bodem
Magnesium essentieel voor spieren en energiemetabolisme
armer aan magnesium geworden wat resulteert in
Magnesium heeft onder andere een fundamentele
lagere magnesiumgehalten in plantaardige levens-
rol in de werking van de spieren en is essentieel voor
middelen. Het armer worden van de bodem is een
het energiemetabolisme. Magnesium stabiliseert de
gevolg van het gebruik van magnesiumvrije kunstma-
prikkelgevoeligheid van zenuwen en spieren en heeft
tige meststoffen.
hierdoor een kalmerende regulerende invloed op
levensmiddelen en dranken is eveneens nadelig voor
12
de fysieke prestaties. Dit werd recent aangetoond in
Magnesiumbehoefte tijdens zwangerschap
een grote transversale studie1 bij vrouwen na de meno-
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid voor volwas-
pauze waarbij spierprestatietesten werden vergeleken
sen vrouwen geldt ook tijdens de zwangerschap. Toch
met het magnesiumgehalte in het bloed. Hieruit bleek
blijkt uit diverse wetenschappelijke rapporten dat er
dat zowel de kracht als duur waarin een spieractiviteit
veel aanwijzingen zijn dat het nuttig en gewenst is, om
aangehouden kan worden in positief verband staat
de voeding van zwangere en (lacterende) vrouwen
met het bloedmagnesiumgehalte. Magnesiumuitput-
aan te vullen met extra essentiële vitaminen en mine-
ting wordt ook geassocieerd met een toegenomen
ralen. Een chronisch magnesiumtekort wordt immers
risico op ontstekingen, wijzigingen in spiercellen toe
in verband gebracht met heel wat zwangerschaps-
te schrijven aan verhoogde oxidatieve stress, en ver-
complicaties. Vroegtijdige weeën tijdens het tweede
minderde intracellulaire calcium-homeostase. Al deze
trimester van de zwangerschap wordt waargenomen
factoren beïnvloeden de spiermassa en het functio-
bij vrouwen met verlaagde serum concentraties van
neren van het bewegingsapparaat negatief. Een
magnesium (hiermee gaan vaak ook lage calcium
tekort aan magnesium leidt op termijn tot een neuro-
en anorganisch fosfor concentraties gepaard). Voor
musculaire hyperexcitatie met krampen, slaap- en
deze vrouwen moet een calcium-fosfor-magnesium
concentratiestoornissen, prikkelbaarheid, vermoeid-
suppletie zeker
heid en uitputting.
zwangere vrouwen met lage magnesiumstatus vaker
zowel fysiek als mentaal vlak. Magnesiumtekort doet afbreuk aan de bewegingscapaciteit en vermindert
overwogen worden. Ook wordt bij
zwangerschapshypertensie, vochtophoping en pree-
Magnesiumbehoefte bij intensief sporten Atleten die zware inspanningen leveren kampen na in-
clampsie waargenomen. Eens na de geboorte wordt bij deze vrouwen vaker postnatale depressie gerapporteerd. Groeistoornissen van de foetus worden tevens met magnesium-deficiëntie in verband gebracht.
spanning wel eens met hypomagnesiëmie. Lichaamsbeweging zorgt dat magnesium in het lichaam wordt
Een minder ernstige maar wel veelvoorkomende
herverdeeld (vanuit het bot naar het bloed) om zo
klacht bij zwangerschap is kuitkramp. Op dit ogenblik
aan de metabole behoeften te voldoen. Bij fysieke
bestaat hiervoor is geen standaard behandelingspro-
inspanning wordt daarbij niet alleen magnesium ver-
tocol maar wordt het nut van magnesiumsupple-
bruikt maar er treedt ook een verhoogd verlies op via
tie onderzocht. In een weliswaar kleine (86 vrouwen)
zweet en urine. Hierdoor stijgt de magnesiumbehoefte
recente gerandomiseerde dubbelblind placebo-
met vermoedelijk met 10-20%. Deze beide factoren
gecontroleerde studie2, werd het effect van magne-
kunnen in combinatie met een geringe inname een
siumchelaat op beenkrampen onderzocht. Na vier
negatief effect hebben op het energiemetabolisme
weken studie bleek de frequentie van krampen en
en de elektrolytenbalans daarmee de spierfuncties
de intensiteit ervan met 50% afgenomen te zijn. Dit
en prestaties afnemen bij intensief sporten. Een lange
significant verschil tussen de controlegroep en de on-
periode van overmatige training of korte, zeer hevige
derzoeksgroep toont aan dat een magnesiumsupple-
inspanning kunnen deze negatieve effecten verster-
ment bij zwangerschap-geïnduceerde klachten mo-
ken. Magnesiumsuppletie kan de sportprestaties van
gelijk een behandelingsoptie is. Wel dient men alert te
atleten met een (dreigend) magnesiumtekort verbe-
zijn voor de maximale veilige dosis van 250 milligram
teren evenals mogelijke oxidatieve schade en hart-
per dag. Te hoge magnesium inname van bepaalde
ritmestoornissen helpen te voorkomen.
magnesiumzouten (vnl oxides) kan aanleiding geven tot lichte diarree.
1. Nicola Veronese et al., Effect of oral magnesium supplementation on physical performance in healthy elderly women involved in a weekly exercise program: a randomized controlled trial. Am J Clin Nutr September 2014 100: 974-981. 2. Supakatisant C, Phupong V. Oral magnesium for relief in pregnancy-induced leg cramps: a randomised controlled trial. Matern Child Nutr. 2015 Apr;11(2):139-45.
www.modulo.be - 022908
ENERGIE • SCHOONHEID • WEERSTAND
• Selenium draagt bij tot de goede werking van het immuunsysteem • Vitamine A draagt bij tot de instandhouding van een goede huid • Vitamine C draagt bij tot een goed energieleverend metabolisme • Vitamine E draagt bij tot de bescherming van cellen tegen oxidatieve stress • Vitamine D speelt een rol in het celdelingsproces Verkrijgbaar in de apotheek en parafarmacie. Meer info op www.revogan.be
14
Mariadistel Silybum marianum (L.) Gaertn.
De mariadistel behoort tot de familie der Asteraceae, die ook Compositae genoemd wordt. De plant is afkomstig van het Middellandse zeegebied en Noord-Afrika. Het zijn vooral de zaden van mariadistel die in de geneeskunde gebruikt worden. Zij bevatten flavonolignanen (1,5-3%), flavonoïden (quercetine, kaemferol, naringine, apigenine), tyramine, histamine, betaïne, olie (15-30 %, met ≥ 60 % linolzuur, 30 % oliezuur, 9 % palmitinezuur), sterolen (cholesterol, campestrol, stigmasterol, sitosterol), etherische olie (0,1 %), slijmstoffen en bitterstoffen. De vruchten bevatten 1,5 % tot 3 % silymarine. Silymarine bestaat voor 65 % tot 80 % uit een complex van 7 flavonolignanen (silybinine A en B, isosilybine A en B, silychristine A en B en silydianine) en 1 flavonoïde (taxifoline), aangevuld met vetzuren en polyfenolen.
Biologische eigenschappen
in de lever. Silymarine had een significant agonistisch
Hepatoprotectie
ponenten van silymarine werden individueel getest en
“Peroxisome proliferator-activated receptor gamma”
isosilybine A was het meest actief.
effect (19 % activering bij 30 µg/ml). De 7 hoofdcom-
(PPARγ) is een nucleaire receptor, die functioneert als een ligand-geactiveerde transcriptiefactor, ver-
In een prospectieve, zelf-gecontroleerde studie, met
antwoordelijk voor de expressie van genen die rele-
55 patiënten met chronische hepatitis C (CHC) kregen
vant zijn voor het glucose- en lipidenmetabolisme is.
de patiënten 630 mg/dag silymarine toegediend ge-
Agonisten van PPARγ worden aangewend in de be-
durende 6 maanden. Na deze periode was er een
handeling van type 2-diabetes (T2D) en gerelateerde
significante daling opgetreden van alanine transami-
aandoeningen, zoals niet-alcoholische vette lever-
nase en aspartaat transaminase concentraties. Er wa-
ziekte (NAVLZ). NAVLZ wordt vaak beschouwd als een
ren ook 9 patiënten met negatieve HCV-RNA titer, een
symptoom van het metabool syndroom. Activering
statistische verbetering van de leverfibrosemerkers en
van PPARγ leidt tot een vermindering van vetdepositie
van de levenskwaliteit.
Magnesium, multifunctioneel mineraal
PubliRePoRtAge
CoFACtoR VAN MEER DAN 300 enzyMaTIscHe ReacTIes
Toegestane gezondheidsclaims voor magnesium1
Magnesium in ons lichaam 60% in de botten 25% in de spieren
draagt bij tot de normale werking van het zenuwstelsel
draagt bij tot normale psychologische functies
InTesTInale absoRpTIe 40 à 50% van het ingenomen Mg wordt geabsorbeerd
helpt vermoeidheid te verminderen
HoMeosTase
draagt bij tot de instandhouding van een normaal gebit
de nieren zorgen ervoor dat de magnesiumspiegels in evenwicht blijven
excReTIe vIa de uRIne draagt bij tot een normale werking van de spieren
in aanwezigheid van een zout- en eiwitrijk dieet stijgt de uitscheiding van Mg
draagt bij tot een normale eiwitsynthese
aanbevolen inname en consumptie draagt bij tot het elektrolytisch evenwicht
speelt een rol in het proces van celdeling
draagt bij tot een normaal energiemetabolisme
draagt bij tot de instandhouding van een normale botstructuur
®
aanbevolen MagnesIuMInnaMe vooR volwassenen 2:
300 mg/dag
geMIddelde InnaMe 3 Is vaak onvoldoende: belgië:
271 mg/dag
Frankrijk: Nederland:
254 mg/dag 302 mg/dag
magnesium aan de bron
rijk aan magnesium:
119 mg van de aanbevolen inname voor volwassen vrouwen
= 34%
van de aanbevolen inname voor volwassen mannen
✓ Gewaardeerd om zijn unieke smaak ✓ Het enige water waarvan het doeltreffende effect op de darmtransit bewezen is door een klinische studie4*
Magnesium vindt u in:
• Noten, hazelnoten, amandelen • Volle granen en zaden • Vis en zeevruchten • Sommige groenten • Peulvruchten • Bessen • Bananen • Koffie • Cacao • Sommige natuurlijke mineraalwaters met een magnesiumgehalte van minstens 50 mg per liter, zoals HÉpaR® (119 mg/l)*
= 1 liter HÉPAR®*
= 39,7%
350 mg/dag
Referenties
FL & DOES P RECY CLEE
RBAA
R
1. Verordening (EU) nr. 432/2012 van de Commissie van 16 mei 2012. 2. EFSA Journal, 2015; 13(7): 4186. 3. Hendrix P. et al., Z Lebensm Unters Forsch., 1995 Sep; 201(3): 213-7. INCA2, Étude Individuelle Nationale des Consommations Alimentaires 2, France, 2006-2007. DNFCS 2007-2010, Dutch National Food Consumption Survey. 4. Dupont C. et al., Clin Gastroenterol Hepatol, 2014 Aug; 12(8): 1280-7. Het voornaamste criterium van doeltreffendheid was de respons op de behandeling werd bepaald volgens een samengestelde score: (1) minimaal 4 keer ontlasting per week of een toename met minimaal 2 keer ontlasting per week, (2) minder dan 25% harde of klonterige ontlasting (volgens de Bristol scale). * Drink 1 liter HÉPAR® per dag in het kader van een gevarieerde, evenwichtige voeding en een gezonde levensstijl. HÉPAR® kan een laxerende werking hebben.
16 In een dubbelblinde, prospectieve, gerandomiseerde
velijk 12,85 %, 30,32 % en 8,43 % (p < 0,05), terwijl
studie kregen 146 patiënten met levercirrose 140 mg
de malondialdehyde (MDA)- en de hoge-sensitiviteit
silymarine of placebo, 3-maal per dag, toegediend.
CRP (hs-CRP)-concentraties met respectievelijk 12,01
De gemiddelde behandelingsduur was 41 maanden.
% en 26,83 % afnamen (p < 0,05). De resultaten van
De overleving na 4 jaar was 58 % in de studiegroep
al deze parameters duiden op de antioxidante wer-
t.o.v. 39 % in de placebogroep (p =0,036). In de sub-
king van silymarine (Ebrahimpour Koujan et al. 2015).
groep van patiënten met alcoholische cirrose was het effect van silymarine nog meer uitgesproken.
Neuroprotectie • Alzheimer
Diabetes
De oligomere of fibrillaire vorm van amyloïde β
In een gerandomiseerde, dubbelblinde studie met 51
(Aβ)-peptide heeft een sterkere neurotoxiciteit dan
patiënten met T2D werd gedurende 4 weken, 3-maal
de monomere vorm. Daarom is inhibitie van Aβ-
per dag 200 mg silymarine of placebo toegediend.
aggregatie een potentiële therapie om de progres-
In de studiegroep was er een significante daling van
sie van Alzheimer te remmen. Via een THT-bindings-
HbA(1)c, nuchtere bloedglucose, totaal cholesterol,
test en elektronenmicroscopie werd aangetoond
LDL, triglyceriden SGOT en SGPT, vergeleken met de
dat silibinine Aβ-aggregatie inhibeert op een do-
placebogroep en met de beginwaarden van de stu-
sisafhankelijke wijze. Voorbehandeling met silibinine
diegroep (Huseini et al. 2006).
voorkwam ook beschadiging van humane neuroblastoomcellen door Aβ1-42. Dit gebeurde door
Dyslipidemie
vermindering van H2O2-productie en daardoor re-
In een open klinische studie kregen 14 patiënten met
ductie van oxidatieve stress in neuroblastoomcellen
hyperlipidemie gedurende 7 maanden 420 mg/dag
die met Aβ1-42 geïncubeerd waren (Yin et al. 2011).
silymarine. Dit resulteerde in een verlaging van het
Caenorhabditis elegans werd behandeld met 25μM
serum totaal cholesterol en een verhoging van het
en 50μM silymarine, waardoor de levensduur met
HDL-cholesterol. In een andere studie met patiënten
respectievelijk 10,1 % en 24,8 % verlengd werd, met
met een alcoholische leverziekte resulteerde de inna-
een betere beweeglijkheid, een hogere respons op
me van 135 mg/dag van silibinine-β-cyclodextrine in
stimuli en een verbeterde stresstolerantie. C. elegans
een verlaging van de serum triglyceriden-, maar niet
CL4176 is een transgeen organisme met expressie-
van de cholesterolwaarden (Greenlee et al. 2007).
inductie van amyloïde bèta-proteïne (Aβ1-42) in
In een gerandomiseerde, dubbelblinde studie met
spierweefsel met paralyse tot gevolg. Behandeling
patiënten met dyslipidemie werd gedurende 2 maan-
van C. elegans CL4176 met silymarine resulteerde
den 400 mg/dag silymarine toegediend. Er was een
in een vertraagde verlamming, via een verhoogde
significante daling van totaal cholesterol (- 44,87 %),
weerstand tegen oxidatieve stress. Silymarine is een
triglyceriden (- 28,62 %), LDL-cholesterol (- 58,72 %) en
potentieel hormetine voor de preventie van verou-
VLDL-cholesterol (- 28,99 %), evenals een significante
dering en ouderdom gerelateerde aandoeningen
verhoging van het HDL-cholesterol (+ 20,00 %) (Mes-
(Kumar et al. 2015).
heimish et al. 2007).
De afzetting van Aβ-peptide in de neuritische plaques is de bepalende factor voor de diagnose
Antioxidant
van Alzheimer en de hoeveelheid Aβ-peptide cor-
In een gerandomiseerde, tripleblinde, placebo-ge-
releert met de cognitieve achteruitgang. Het Aβ
controleerde studie kregen 40 patiënten met type-2
fragment 25-35 (Aβ25-35) blijkt verantwoordelijk voor
diabetes (T2D) 3-maal per dag 140 mg silymarine of
de toxische en oxidatieve fenomenen die tot her-
placebo gedurende 45 dagen. In de studiegroep
senbeschadiging leiden. Muizen kregen intracere-
was er een stijging van superoxide dismutase (SOD)-
broventriculair 3 mmol Aβ25-35 of gedistilleerd wa-
en glutathion peroxidase (GPX)-activiteit, alsook van
ter toegediend. De proefdieren kregen dagelijks 2,
de totale antioxidant capaciteit (TAC) met respectie-
20 of 200 mg/kg silibinine oraal toegediend.
NutriFacts
2016/01
17
Zes dagen na de injectie werd de locomotorische
kg/dag silymarine intraperitoneaal toegediend. De
activiteit geëvalueerd en ook de cognitieve func-
behandeling met silymarine vertoonde een niet-
tie werd getest in een Y-maze-test en een test van
monotone dosis-responscurve, waarbij enkel de do-
de herkenning van nieuwe objecten, gedurende 6
ses van 50 en 100 mg/kg op significante wijze de
tot 11 dagen na de injectie. Silibinine voorkwam de
striatale dopamineconcentratie in stand hielden,
verstoring van het korte termijn- en het recognitie
respectievelijk met 62 % en 69 %. Bij muizen die
geheugen en reduceerde de accumulatie van ma-
behandeld waren met 100 mg/kg silymarine was er
londialdehyde en de uitputting van glutathion in de
een significante reductie van apoptotische cellen
hippocampus. Silibinine een potentiële molecule
in de substantia nigra en significant meer tyrosine
voor de behandeling van Alzheimer, doordat het de
hydroxylase-positieve neuronen. Volgens de auteurs
geheugenaantasting en de oxidatieve schade door
zijn de resultaten het gevolg van de antioxidante en
Aβ25-35 kan voorkomen (Lu et al. 2009).
anti-inflammatoire eigenschappen van silymarine (Pérez-H et al. 2014).
• Parkinson In een dierenmodel van Parkinson met muizen werd,
Lees meer op www.nutriweb.tv
30 minuten na de inductie, en gedurende de 5 volgende dagen, 0, 25, 50, 100, 250, 300 of 400 mg/
Referenties op aanvraag.
18
Melatonine, een slaapopwekkend antioxidans
Melatonine is een heterocyclische aromatische indolverbinding die zowel receptorgemedieerde als receptoronafhankelijke effecten heeft. Tot de receptorafhankelijke activiteiten behoort onder andere de regulatie van het slaap-waakritme. Tot de receptoronafhankelijke activiteiten behoort de detoxificatie van vrije radicalen.
Melatonine Melatonine wordt in de epifyse aangemaakt uit serotonine dat zelf uit tryptofaan aangemaakt wordt. Melatonine wordt vrijgezet in de het bloed en in de cerebrospinale vloeistof volgens een circadiaan ritme. De maximale productie wordt bekomen ’s nachts als het donker is. De productie wordt immers beïnvloed door de aanwezigheid van licht in een specifieke bandbreedte van 460 tot 480nm, blauw licht dus. Dit blauw licht zorgt voor de onderdrukking van de productie van melatonine gedurende de dag (of ook ’s nachts mocht er dan dergelijk licht aanwezig zijn). Op het netvlies zijn specifieke fotosensitieve ganglioncellen aanwezig die een speciaal fotopigment, melanopsine, gebruiken en die dit blauwe licht oppikken. De boodschap wordt dan overgebracht naar de centrale biologische klok, de suprachiasmatische nucleus, een groepje neuronen in de hypothalamus. Van hieruit wordt dan een signaal gestuurd naar de epifyse waardoor de productie van melatonine geïnhibeerd wordt. Melatonine wordt aangemaakt zowel in gewervelden als ongewervelde dieren, maar ook in planten en in ééncelligen. In de meeste gevallen is melatonine aanwezig als anti-oxidans. Men neemt aan dat melatonine ontstaan is in de bacterie Rhodospirillum rubrum als bescherming tegen de stijgende zuurstofconcentraties en later via endosymbiose in eukaryote cellen terechtgekomen is. Melatonine is een klassieke radicaalvanger (scavenger) die door elektronen- en waterstoftransfer, vrije radicalen kan helpen neutraliseren. Ook metabolieten van melatonine beschermen tegen oxidatieve beschadiging. Het feit dat melatonine in alle onderzochte organismen voorkomt duidt erop dat dit een zeer belangrijk antioxidante molecule is.
20 Melatonine wordt vaak gebruikt bij slaapproblemen.
Ook personen met mentale retardatie hebben heel
Melatonine vermindert de slaaplatentie (duur vooral-
vaak slaapproblemen. Bij deze groep van patiënten
eer in slaap te vallen) en het verlengt de totale slaap-
toonde een meta-analyse aan dat het gebruik van
duur zowel bij primaire als secundaire slaapstoornis-
melatonine de slaaplatentie verminderde met 34 mi-
sen.
nuten en totale slaapduur verlengde met 50 minuten. Ook het aantal keer wakker worden tijdens de nacht
Primaire slaapstoornissen
nam significant af.
Primaire slaapstoornissen zijn deze die niet gepaard gaan met een medische conditie of psychologisch
De variabiliteit van de resultaten in de verschillende
probleem. Ongeveer 9% van de bevolking klaagt
studies kan deel te wijten zijn aan het precieze ogen-
over slapeloosheid en zo’n 40% over problemen om
blik van inname, de dosis van melatonine en de toe-
in slaap te vallen of over overdreven slaperigheid
dieningswijze. Melatonine kan toegediend worden op
overdag.
drie verschillende manieren: via de orale transmuco-
Bij een recente meta-analyse waarbij 19 studies op-
sale afgifte (sublinguale smelttabletjes), via transder-
genomen waren werd aangetoond dat het gebruik
male afgifte (huidpatches) of via gewone orale in-
van melatonine bij primaire slaapaandoeningen de
name (sliktabletten). Inname via de slijmvliezen zorgt
gemiddelde slaaplatentie-afnam met 7 minuten en
voor de beste opname omdat het first-pass mecha-
de totale slaapduur met 8,25 minuten toenam. De
nisme omzeild wordt.
slaapkwaliteit was ook significant beter bij personen
Het gebruik van melatonine in voedingssupplemen-
die melatonine innamen t.o.v. placebo. Bij de stu-
ten is sinds december 2015 toegelaten in België. De
dies waarbij grotere dosissen melatonine toegediend
maximale dosis die gebruikt mag worden is 0,3 mg.
werden, werden grotere effecten vastgesteld. Ook
Bij hogere doseringen moet een product geregis-
bij studies die over langere duur uitgevoerd werden ,
treerd zijn als geneesmiddel.
waren de resultaten meer uitgesproken.
Secundaire slaapstoornissen Ook bij secundaire slaapstoornissen werd in verschillende meta-analyses de efficiëntie en de veiligheid van het gebruik van melatonine aangetoond. In een recente studie werd ook nagegaan of melatonine ingezet kan worden bij patiënten die een coronaire bypassoperatie ondergaan hebben. Deze patiënten hebben vaak af te rekenen met slaapproblemen na de operatie. In de studie werd aan de ene groep sliktabletten met 3 mg melatonine gegeven en aan de andere groep 10 mg Oxazepam (een benzodiazepine). De slaapkwaliteit werd gemeten met de GSQS (Groningen Sleep Quality Score). Deze score was significant beter in de melatoninegroep. Ook kreeg een
Referenties Melatonin: Exceeding Expectations. Reiter R.J, Tan D.X., Galano A. Physiology 29:325-333, 2014 Meta-Analysis: Maltonin fort he Treatment of Primary Sleep Disorders. Ferracioli-Oda E., QawasmiA, Bloch M.H., Plos One, 8;5, 2013
kleinere, maar niet significante groep af te rekenen
Evaluating the Potential Effect of Melatonin on the
met delirium in de melatoninegroep dan in de ben-
post-Cardiac Surgery Sleep Disorder. Dianatkhah M.
zodiazepinegroep.
et al., J. Teh Univ.Heart Ctr 2015; 10(3):122-128
19 Voedings- en Gezondheidscongres e
â&#x2014;&#x2014; www.voedingscongres.be
Vrijdag 18 en zaterdag 19 november 2016 Auditorium 2000 - Heizel - Brussel
22
Salvestrolen, fytonutriënten met specifieke anti-kankerwerking In welke mate voeding (mede)verantwoordelijk is voor kanker, valt moeilijk te bepalen. Zo zou volgens het onafhankelijke Brits onderzoeksinstituut “World Cancer Research Fund” minstens 40 % van de kankergevallen veroorzaakt worden door voedingsfactoren. Even moeilijk valt in te schatten in hoeverre bepaalde voedingsmaatregelen kanker helpen voorkomen of afremmen. Maar uiterst veelbelovend zijn de “salvestrolen”: deze bittere plantencomponenten die werden beschreven door de professoren Burke en Potter, kunnen heel specifiek kankercellen afremmen en gezonde cellen ongemoeid laten.
Gezocht: selectiviteit Eén van de grootste frustraties van de geneeskunde in de strijd tegen kanker is het feit dat therapieën zoals chemo- en radiotherapie naast kwaadaardige cellen meestal ook gezonde cellen treffen. Niet alleen kan dit tot vervelende nevenwerkingen leiden, deze therapieën ondermijnen vaak de immuniteit van de patiënt, wat vervolgens de lichaamseigen afweer tegen oprukkende kankercellen (nog) ver-
dit tot deze denkpiste bij Prof. Potter: als er medicijnen konden ontwikkeld worden of er bepaalde voedingsstoffen konden ontdekt worden die als onschadelijke “prodrugs” gezonde cellen ongemoeid laten, maar die door het kankerspecifieke enzym CYP1B1 binnenin (!) een kankercel worden omgezet tot toxische stoffen die leiden tot de dood van de kankercel (“apoptose”), dan zou men over doeltreffende en tegelijk veilige maatregelen beschikken in de strijd tegen kanker.
mindert. Om die reden proberen wetenschappers therapeutische maatregelen te ontwikkelen die selectief kankercellen treffen en gezonde cellen onge-
Salvestrolen Vervolgens zijn de professoren Burke en Potter en hun
moeid laten. Eén daarvan is Gerry Potter, professor
teams op zoek gegaan naar dergelijke prodrugs in de
in de medicinale scheikunde en directeur van de
voeding. Inmiddels zijn meer dan 20 natuurlijke fyto-
‘Cancer Drug Discovery Group’ aan de Universiteit van
nutriënten (plantenstoffen) beschreven die allemaal
Leicester (Eng).
de eigenschap vertonen dat ze heel specifiek binnenin een kankercel binden met het CYP1B1-enzym
Kankerspecifiek enzym In het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw, ontdekte Prof. Dan Burke, professor geneesmiddelenmetabolisme, met zijn team van de Universiteit van Aberdeen een welbepaald enzym, dat heel specifiek
in menselijke (pre)kankercellen voorkomt:
CYP1B1. Omdat CYP1B1 niet of nauwelijks wordt aangetroffen in gezonde cellen, maar wel tot expressie komt in alle, tot op heden onderzochte, soorten kanker en dit in alle stadia van kanker (dysplasie, pri-
én daarbij worden gemetaboliseerd tot kankerdodende substanties, terwijl ze in gezonde cellen geen schade aanrichten. Het zijn secundaire plantenmetabolieten, die behoren tot de heterogene klasse van de fyto-alexinen en ze kregen de naam “salvestrolen”. Van elke van deze stoffen is aangetoond dat ze op een zeer selectieve manier in kankerweefselculturen kankercellen tot apoptose leiden en gezonde cellen ongemoeid laten.
maire kanker, metastase) mag men alvast spreken
Voeding arm aan salvestrolen
van een ‘universele tumormerker’. Vervolgens leidde
Helaas is de gangbare westerse voeding zeer arm
NutriFacts
2016/01
23
aan salvestrolen. Salvestrolen vervullen in een plant
salie, munt, paardenbloem, rooibos, weegbree, ro-
vooral een afweerfunctie (zoals tegen schimmels) en
zenbottel, mariadistel, meidoorn, kamille, agrimonie
reguliere geteelde groenten en fruit worden door het
en citroenverbena. Wie meer wil weten over de sal-
aanwenden van bestrijdingsmiddelen nauwelijks nog
vestrolen, kan erover lezen in het boek “Het verband
geprikkeld tot de aanmaak van deze beschermende
tussen voeding en kanker. Salvestrolen, natuurlijke be-
stoffen. Ook is het zo dat salvestrolen van nature een
scherming tegen kanker”.
bittere of scherpe smaak hebben. De laatste decennia is er zoveel aan plantenselectie en –veredeling gedaan, dat er steeds minder bittere rassen van salvestrolenrijke landbouwgewassen werden geteeld. Ten slotte verwijderen veel producenten van vruchtensappen en oliën (ongewild) de salvestrolen bij het filteren, om hun product minder bitter, troebel en donker te maken. Alles samen schatten Burke en Potter dat de hedendaagse voeding 80 à 90 % minder salvestrolen bevat dan pakweg 50 à 100 jaar geleden, wat één van de oorzaken zou kunnen zijn van de toename van
Ook als voedingssupplement Wie zeker wil zijn dat hij voldoende salvestrolen binnenkrijgt of wie meer salvestrolen nodig heeft dan wat een royale dagelijkse portie biologische voeding bevat, kan beroep doen op voedingssupplementen met een hoge concentratie salvestrolen. Dat dergelijke supplementen ook zinvol zijn bij kanker, suggereren alvast drie publicaties van case studies in het Britse Journal of Orthomolecular Medicine.
kanker in de westerse wereld.
Biogroenten, -fruit, -kruiden De regelmatige consumptie van biologische voedingsgewassen, waarvan inmiddels is vastgesteld dat ze 4 tot 30 keer meer salvestrolen bevatten dan reguliere gewassen, is dus een zeer interessante en doelgerichte maatregel in de preventie van en de ondersteuning bij kanker. In groenten treft men salvestrolen vooral in groene groenten, alle koolsoorten, artisjokken, asperges, waterkers, rucola, pepers, wortelen, selder, komkommer, spinazie, pompoen, courgette en aubergine. Onder het fruit zijn de toppers vooral alle bessensoorten (inclusief frambozen, bosbessen, druiven, aardbeien, moerbeien), appels, pruimen, vijgen, mandarijnen, sinaasappels, peren, meloenen, olijven, avocado, ananas en mango. Tenslotte moet we er ook op wijzen dat heel wat kruiden rijk zijn aan
1. McFadyen MCE et al., 2001 2. Gibson, P. et al, 2003 3. Dana-Farber Cancer Institute: Cytochrome P450 1B1 is a Universal Tumor Antigen Elicit¬ing Cytotoxic T Cell Respon ses, 2007. 4. Potter GA, Burke MD: Salvestrols- Natural Products with Tumour Selective Activity. J Orthomol Med, 2006; 21(1): 34-36. 5. Het verband tussen voeding en kanker. Salvestrolen, natuurlijke bescherming tegen kanker. Brian A. Schaefer. ISBN 978-1505908930. UItgever: Mannavita. 6. Nutrition and Cancer: Salvestrol Case Studies. Brian A. Schaefer D.Phil; Hoon L. Tan, Ph.D., MRSC; M. Danny Burke, Ph.D.; Gerard A. Potter, Ph.D. Journal of Orthomolecular Medicine Vol. 22, No. 4, 2007. 7. Nutrition and Cancer: Further Case Studies Involving Sal vestrol. Brian A. Schaefer, D.Phil., Catherine Dooner, B.A., M. Danny Burke, Ph.D., Gerard A. Potter, Ph.D. Journal of Ortho molecular Medicine. Vol. 25, No.1, 2010. 8. Cancer and Related Case Studies Involving Salvestrol and CYP1B. Brian A Schaefer, D.Phil, Gerard A. Potter, PhD;2 Robbie Wood, BDS, D.Orth. R.C.S.(Eng), D.D.Orth.R.C.P.S (Glasg); M. Danny Burke, PhD. Journal of Orthomolecular Medicine. Vol. 27, No. 3, 2012
salvestrolen: peterselie, basilicum, rozemarijn, tijm,
Beleef en ontdek een wereld vol bio-, eco- en natuurlijke producten! BioNews.TV: ➜ Reportages & Interviews ➜ Leuke weetjes & BioNews Gids
➜ Redactionele artikels ➜ Aanbiedingen & Kortingsbonnen
Blijf op de hoogte en schrijf u in op onze maandelijkse nieuwsbrief.
www.bionews.tv
24
Doorbreek de zitmarathon Prof. Dr. Jan Seghers - KU Leuven, Departement Bewegingswetenschappen Onderzoeksgroep Fysieke activiteit, Sport en Gezondheid Dr. An Bogaerts - Project Manager PortaAL KU Leuven, Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen
Langdurig zitten: een gezondheidsrisico Onze huidige levensstijl nodigt uit om langdurige onafgebroken periodes te zitten: meer passief woon-werkverkeer, minder tijd besteed aan huishoudelijke activiteiten en meer tijd gespendeerd aan computergebruik en tv kijken. Volgens de in 2013 afgenomen Eurobarometer zit 42% van de Belgen meer dan 5,5 uur per dag. Ongeveer 1 Belg op 8 (12%) zit zelfs meer dan 8,5 uur per dag (European Commission, 2014). Het is te verwachten dat dit aantal nog zal toenemen onder invloed van de verdere automatisering en informatisering.
mensen die minder dan 4 uur per dag zaten (Van der Ploeg e.a., 2012). Voor de gezondheid is het niet alleen belangrijk de totale hoeveelheid zituren terug te dringen, maar het is even cruciaal om het langdurig zitten te onderbreken door regelmatig recht te staan of te wandelen. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat een toename in het aantal onderbrekingen gerelateerd is met een significante reductie in lendenomtrek en een verbetering in metabole parameters in het bloed (Healy e.a., 2008). Deze verbanden zijn bovendien onafhankelijk van de totale zittijd en de hoeveelheid sport en beweging per dag.
Wetenschappers vinden steeds meer aanwijzingen dat
Meten van de zittijd
te lang onafgebroken neerzitten een gezondheidsrisi-
Er bestaan zowel subjectieve als objectieve methodes
co is, zelfs ook voor mensen die tijdens de week regel-
om het aantal zituren per dag te meten. Als subjectie-
matig gaan sporten. In het kader van deze problema-
ve meetmethode worden vaak vragenlijsten gebruikt.
tiek introduceren we het begrip ‘Active Couch Potato’.
Het gebruik van vragenlijsten is goedkoop. Bovendien
Een ‘Active Couch Potato’ is voldoende fysiek actief
kunnen ze gemakkelijk ingezet worden bij grote groe-
(dagelijks 30 minuten matig tot intens fysiek actief),
pen. Nadeel van vragenlijsten is dat er retrospectief
maar brengt de resterende wakker uren (15,5 uur)
wordt gevraagd naar activiteiten tijdens een eerdere
grotendeels al zittend door. Onderzoek heeft aange-
periode (bvb. de afgelopen 7 dagen). Hierdoor is het
toond dat een persoon die af en toe gaat sporten
vaak moeilijk om nauwkeurig de frequentie en duur
maar voor de rest van de dag vele uren neerzit als-
van activiteiten van een aantal dagen te herinneren.
nog een verhoogde kans heeft om diabetes type 2
Daarnaast kan het ‘sociaal wenselijk antwoorden’ ook
of hart- en vaatziekten te ontwikkelen in vergelijking
van invloed zijn op de resultaten van een vragenlijst.
met iemand die slechts enkele uren per dag neerzit
Rekening houdend met de recente aanwijzingen dat
of met iemand die het zitten regelmatig onderbreekt
het langdurig onafgebroken zitten, zonder enige on-
met een beweegpauze (Dunstan e.a., 2012). Zelfs de
derbreking, een risico vormt voor de gezondheid, is het
algemene kans om te sterven bleek groter bij de zit-
belangrijk om het totale zitgedrag alsook de onder-
tende groep. Mensen die tussen 8-11 uur/dag zitten
brekingen van het zitgedrag in kaart te brengen. Juist
hadden een 15% hogere kans om te overlijden dan
deze (vaak kortdurende) onderbrekingen zijn moeilijk
26 te meten met een vragenlijst omdat veel van deze on-
Wetenschappelijk onderzoek heeft aangetoond dat
derbrekingen niet bewust gebeuren. Een betrouwbare
multistrategische werkplekinterventies veelbelovend
en valide vragenlijst die zowel het totaal aantal zit-
zijn in het reduceren en/of onderbreken van langdu-
uren per dag en per setting navraagt als het aantal on-
rig zitten op de werkplaats (Gardner e.a., 2015). Als
derbrekingen in sedentair gedrag in kaart brengt, ont-
onderdeel van een multistrategische interventie blijken
breekt echter tot op heden. Om het totale zitgedrag
volgende educatieve strategieën gericht op de werk-
en onderbrekingen in het zitten op een betrouwbare
setting veelbelovend:
manier te meten, kunnen objectieve registratiemetho-
• Informatiesessies over langdurig zitten en lichaams-
den worden ingezet. Eén van de meest gebruikte en
beweging
valide objectieve meetmethoden voor zitgedrag is de
• Educatie en persoonlijke begeleiding met informa-
activPAL monitor (Grant et al., 2007). Dit kleine meet-
tie over voordelen van minder zitten op de werk-
toestel wordt op het bovenbeen gedragen en meet
plek,
of men zit, staat of beweegt. Daarnaast worden ook
• Motiverende mails van managers over het beper-
het aantal onderbrekingen in het zitgedrag geregis-
ken van langdurig zitten
treerd.
• Verspreiden van informatieve folders over het beper-
Hoe de zitmarathon beperken of onderbreken?
ken van langdurig zitten • Zelf-monitoring van het zitgedrag door middel van gezondheidsapps en/of wearables
Werknemers met een zittend beroep vallen door hun werk al snel in de hogere risicogroepen. De werkplek
Naast educatieve interventiestrategieën is het even-
is dus een geschikte omgeving om langdurig zitten
eens aanbevolen om specifieke faciliterende maat-
terug te dringen en de zitmarathon te doorbreken.
regelen en/of strategieën over afspraken of beleids-
Bovendien hebben werkgevers een wettelijke ver-
ondersteuning op te nemen. Binnen de faciliterende
plichting om arbeidsrisico’s op het werk te beperken.
maatregelen blijkt het aanbieden van zit-sta bureaus
Het reduceren van langduring zitten en het promo-
in combinatie met training en coaching omtrent het
ten van dynamisch werken kan zodoende een posi-
correct gebruik van zit-sta bureaus een veelbelovende
tieve bijdrage leveren aan de gezondheid, produc-
strategie om langdurig zitten op het werk te verminde-
tiviteit en duurzame inzetbaarheid van werknemers.
ren.
Tabel 1 – Adviezen en tips ter vermindering van langdurig zitten op de werkplaats (naar Neuhaus e.a., 2014) Regelmatiger rechtstaan • Zet een timer om regelmatig recht te staan ‘Stand Up’
• Sta recht als de telefoon gaat
• Haal regelmatig water (glas water ipv kan water op je bureau zetten)
• Plaats printer verder weg
• ...
Minder zitten
• Reserveer blokken in je agenda om rechtstaand te werken
‘Sit Less’
• Sta recht of wissel staan en zitten af tijdens vergaderingen
• Sta recht tijdens telefoongesprekken
• Sta recht tijdens het uitvoeren van specifiek taken (bv. rechtstaand e-mails lezen, etc.)
• ...
Meer bewegen
• Neem de trap in plaats van de lift
‘Move More’
• Maak een luchwandeling
• Wandelmeetings
• Neem het toilet op een ander verdiep
• Ga met je vraag langs bij een collega in plaats van te bellen of te e-mailen
• Doe regelmatig stretchoefeningen
• ...
NutriFacts Op basis van bovenstaande inzichten werd in Australië de ‘Stand Up’ interventie ontwikkeld (Neuhaus e.a., 2014). De ‘Stand Up’ interventie bevat strategieën die zowel op individueel als op organisatieniveau geïmplementeerd worden. Op organisatieniveau werd vooral getracht om leidinggevenden bij de interventie te betrekken. Door middel van een startvergadering met leidinggevenden werd de problematiek van langdurig zitten kort toegelicht en werd de bedrijfscultuur en de normen ten aanzien van zitten onder de loep genomen. Vervolgens werd een interactieve workshop gehouden onder begeleding van een bewegingsdeskundige. Tijdens deze workshop werden werknemers en leidinggevenden geïnformeerd over de gezondheidsrisico’s van langdurig zitten en werden strategieën bedacht om invulling te geven aan de boodschap om tijdens het werk regelmatiger recht te staan (‘Stand Up’), minder te zitten (‘Sit Less’) en meer te bewegen (‘Move More’). Voorbeelden van strategieën waren het aankopen van zit-sta bureaus, het centraliseren van de printers, het voorzien van statafels in de vergaderzalen, etc.
2016/01
27
Conclusie Er zijn sterke aanwijzingen dat langdurig onafgebroken zitten samengaat met een verhoogd gezondheidsrisico en zelfs vroegtijdig overlijden. Deze gezondheidsrisico’s zijn bovendien onafhankelijk van mate waarin men sport of beweegt. Niettegenstaande iedere persoon een individuele verantwoordelijkheid draagt met betrekking tot zijn/haar gezondheidsgedrag, dragen werkgevers een belangrijke verantwoordelijkheid om de gezondheid van hun werknemers te bevorderen. Een organisatie kan de gezondheidsrisico’s van langdurig zitten best beperken door middel van een multistrategie aanpak. Kortom, niet enkel het individu maar de organisatie moet in zijn geheel bijdragen aan een bedrijfscultuur waarin minder zitten de norm wordt. In dit kader zijn de betrokkenheid van leidinggevenden en een participatieve aanpak belangrijke succesfactoren. Geïnteresseerden kunnen steeds contact opnemen met PortaAL, het advies- en expertisecentrum van de KU Leuven op het gebied van gezond bewegen (an.bogaerts@kuleuven.be, 016/32.91.68). PortaAL werkt interventies op maat van het bedrijf uit om werknemers meer te laten bewegen en minder langdurig te laten zitten. Referenties op aanvraag
28
Persbericht / Producten in de kijker
Vernieuwde formule bij Mannavital!: CRANBIOTON: CRANBIOTON: unieke synergie voor het behoud van gezonde urinewegen*
NIEUW:
VERKRIJGBAAR IN UW APOTHEEK
BIO-MELATONINE COMPLEX is een sublinguale tablet die je kort voor het slapengaan moet innemen. Dankzij deze vorm kan het lichaam de actieve stoffen snel en in maximale hoeveelheid opne-
• met een bijzonder cranberry-extract (PACRAN®),
men. Het gaat bovendien om een uitgekiende
inclusief pel, pitten en vruchtvlees, met een
formule van Pharma Nord die naast 0,29 mg
wetenschappelijk onderbouwde werking
zuivere melatonine eveneens 10 mg niacine of
• met
onderzocht
vitamine B3 bevat. Dankzij deze toevoeging is er
dat bijdraagt tot
meer tryptofaan beschikbaar in het lichaam om
een
wetenschappelijk
hibiscusextract*
(ELLIROSE®),
de eliminatie van de urinewegen • met
de
wetenschappelijke
zelf melatonine aan te maken.
onderzochte
darmbacteriënstam Lactobacillus acidop-
Onder normale omstandigheden maakt het
hilus Rosell-11, dat specifiek op dit terrein de
lichaam volgens een circadiaans ritme mela-
nodige correctie aanbrengt
tonine aan. Deze lichaamseigen aanmaak is afhankelijk van diverse factoren zoals leeftijd, voedingsgewoonte,
levensstijl
en
medicatie.
Bio-Melatonine Complex kan ertoe bijdragen om op het juiste ogenblik de juiste hoeveelheid melatonine te hebben. In tegenstelling tot andere middelen, is Bio-Melatonine Complex niet verslavend en geeft het geen suf gevoel overdag.
MannaVita
Pharma Nord
Zuidstraat 10 - 8560 Wevelgem
Minervastraat 14, B-1930 Zaventem
T +32 (0)56 43 98 51
T +32 (0)2 720 51 20
info@mannavita.be – info@mannavital-be
info-be@pharmanord.com
www.mannavita.be
www.pharmanord.be
NutriFacts
De Jaldes producten helpen op een natuurlijke wijze het behoud van een fysiologisch en nutritioneel evenwicht. Zij dragen bij tot een duurzaam evenwicht. Voorbeelden zijn ELTEANS CAPSULES en ELTEANS CREME. ELTEANS CAPSULES - code CNK 2128-833 Waarom? • Diffuse droge huid: extreme kou - als gevolg van het verouderen • Jeuk als gevolg van een droge huid, ongeacht de oor zaak Essentiële elementen: • Omega-3: Zalmolie (bestrijdt roodheid en jeuk bevordert de microcirculatie en dus de voeding van de huid) • Omega-6: ondersteunt de integriteit van de huidbarrière, die uitdroging van de huid en de doordringing van antigenen tegengaat Bernagieolie (levert gemiddeld 20 % GLA en 38 % linoleenzuur) Soja- en wortelmaceraat (levert gemiddeld 52 % linoleenzuur en polyfenolen uit wortelen) • Natuurlijke vitamine E: antioxidatieve werking die de oliën in de formule beschermt. ELTEANS CREME - 3185-923 Waarom? • zeer droge huid - huidschilfering, kloven (vingers, tenen ...) - droge, jeukende huid koudebuilen Essentiële elementen: • Omega-3: Olie van vette vis (kleine soorten) - bestrijdt roodheid en jeuk- bevordert de microcirculatie en dus de voe ding van de huid • Omega-6: Bernagieolie, tarwekiemolie (onder steunen de integriteit van de huidbarrière, die uitdroging van de huid en de doordringing van antigenen tegengaat) • Essentiële olie van lavendel (kalmerende eigenschappen)
2016/01
29
11-S SYLIBUM MARIANUM XXI Mariadistel is gekend ter ondersteuning van de gal- en leverwerking. Het bevat silymarine die het herstel van de weefsels bevordert. Mariadistel helpt het lichaam te zuiveren en ondersteunt tal van processen die degeneratie tegengaan. Samenstelling: Gelyofiliseerd extract van mariadistel 300 mg (6:1), microkristallijne cellulose, neutraal anionisch copolymeer, hydroxypropylmethylcellulose. Standaardisatie per capsule: silymarine 18 mg Presentatie: Doos met 30 capsules Gebruik: 2 capsules per dag, 1 capsule ‘s morgens en 1 capsule ‘s avonds Onderhoudskuur: 1 capsule per dag ‘s avonds CNK: 3343209 NUT: PL136/69
Jaldes
Soria Bel nv
1132 rue de la Castelle - 34070 MONTPELLIER - France
Ringlaan 35, B-8480 Ichtegem
Tel +33 (0)4 67 99 80 50 - contact@jaldes.fr
Tel: 0(032)51/58 80 30 - info@soriabel.be
www.jaldes.com
www.soriabel.be
28
17
e
Congres voor
Nutri- & Fytotherapie Zaterdag 19 maart 2016
Salons de Romree, Grimbergen Kies mee de winnaar van het Beste product 2016
Met onder andere volgende buitenlandse gastsprekers:
2016
Prof. Véronique Coxam, INRA, Centre de recherche Clermont-Theix-Lyon, Université d’Auvergne, Frankrijk Polyfenolen, bewezen effecten op botopbouw: van voeding naar voedingssupplement (met o.a. olijf, aardbei, thee) Prof. Urban Alehagen, Cardiovascular Medecine, Linköping University, Zweden Effecten van antioxidantia, met focus op selenium en Q10, op levenskwaliteit bij oudere personen. Prof. Coral A. Lamartiniere, University of Alabama at Birmingham Medical School, USA Epigenetische effecten van resveratrol, genisteïne en andere componenten op het latere risico op borst- en prostaatkanker.
www.nutrifyto.be