Nutrifacts oktober november december 2016

Page 1

Afgiftekantoor 8400 Oostende Masspost DRIEMAANDELIJKS TIJDSCHRIFT Toelating - gesloten verpakking 8400 Oostende Masspost - BC6686 erkenningsnummer P409170

NutriFacts

België - Belgique P.B. 8400 Oostende Masspost BC6686

TIJDSCHRIFT VOOR VOEDING, NUTRI- & FYTOTHERAPIE Oktober - November - December 2016

• Voedingswaarde en gezondheid van brood: feiten en misverstanden • Wanneer slapen een probleem is ... • ‘Position Paper’: Koolhydraatarme voeding bij diabetes type 2: samenvatting • Ubiquinol • Raphanus Sativus L. Var. Niger VU: Lange Dreve 8F, 8980 Zonnebeke



COLOFON 4e jaargang nr. 4 Tijdschrift Verschijnt vier keer per jaar, wordt ook in het Frans gepubliceerd.

Inhoud

ABONNEMENTEN Abonnementen worden aangegaan voor een jaar vanaf datum van betaling en worden automatisch verlengd. Opzegging gebeurt schriftelijk minstens 2 maand voor het einde

ARTIKELS • Voedingswaarde en gezondheid van brood: feiten en misverstanden 04 • Wanneer slapen een probleem is ... 10

van de abonnementsperiode.

• ‘Position Paper’: Koolhydraatarme voeding bij diabetes type 2:samenvatting

14

Prijs voor België:  15

• Ubiquinol: de talrijke nuttige toepassingen van één molecule 24

te betalen op rekeningnummer

• Raphanus Sativus L. Var. Niger

26

KBC 738-6155011-92

• Persbericht / Producten in de kijker

28

Prijs voor Nederland:  20 te betalen op rekeningnummer Rabobank 1133 19 851 INLICHTINGEN Lange Dreve 8F - B-8980 Zonnebeke T: +32 (0)57 46 64 46 M: +32 (0)495 23 81 76 F: +32 (0)57 46 95 25 E: info@nutrimedes.com VERANTWOORDELIJKE UITGEVER dr. Koen Descheemaeker Lange Dreve 8F - B-8980 Zonnebeke

VORMGEVING LinaDesign

De uitgever is niet verantwoordelijk voor de inhoud van artikelen die onder auteursnaam zijn opgenomen of voor informatie verstrekt in de advertenties of publiredactionele bijdragen of in de rubriek Nieuwe Producten.

Noteer alvast in uw agenda:

20e Voedings- en Gezondheidscongres 17 en 18 november 2017 Auditorium 2000, Brussels Expo


04

Voedingswaarde en gezondheid van brood: feiten en misverstanden Prof. Fred Brouns, Universiteit Maastricht, Nederland

Verslag van presentatie op voedings- en gezondheidscongres 2016 Brood kent een lange geschiedenis. Hele “volksstammen” zijn er probleemloos mee groot geworden en nog steeds. Maar de laatste jaren doen zich ook veel verhalen de ronde over de voedingswaarde en gezondheid van brood, wat bij mensen verwarring geeft.

Misverstanden

Feiten

Op het internet en door auteurs van populaire diëten

GRANEN = OERVOEDSEL

en boeken, zoals het “Paleolithisch dieet”, “Broodbuik”

Vondsten in Afrika bewijzen dat onze voorlopers 1-4

en de “Voedselzandloper”, zijn vele veronderstellingen

miljoen jaar geleden vooral planten, knollen, grassen

gedaan dat tarwe nadelige effecten heeft op de ge-

en zaden aten. Granen zijn grassen met zaden en de

zondheid. De gebruikte argumenten berusten veelal

wilde rassen die er toen groeiden zullen zeker ook ge-

op eenzijdige selectie van literatuur, meestal van die-

geten zijn.

rexperimenteel of in vitro laboratorium onderzoek, dus

Tarwe, rogge en gerst werden ruim 45.000 jaar gele-

niet direct vertaalbaar naar de situatie van de mens.

den door toen levende stammen al op grotere schaal

Zo wordt onder andere gesuggereerd dat wij pas

gegeten.

10.000 jaar granen eten en dat ons lichaam daarin

Wanneer we kijken naar de genetische samenstelling

niet is mee geëvolueerd. Ook wordt opgeschreven

van het moderne brood tarwe (AABBDD) zien we dat

dat de huidige broodtarwe genetisch gemanipuleerd

deze ontstaan is uit een (spontane) kruising van twee

is en daardoor minder nutriënten en meer ziekma-

oudere tarwe rassen namelijk Emmer (AABB) en Triti-

kende componenten is gaan bevatten. Al deze zaken

cum Tauschii (DD). Deze oudere rassen bevatten bei-

zouden leiden tot lekkende darmen en een veelvoud

den ook gluten.

van kwalen en ziekten. Maar, wat zijn nu de FEITEN?



06 wit gehalte van tarwerassen is in de loop van de tijd zelfs langzaam afgenomen.

Tarweallergie Tarwe bevat naast gluten, ook nog andere eiwitten waar mensen op kunnen reageren. De twee belangrijkste eiwitgroepen bij voedselallergie voor tarwe zijn ω5-gliadine en ATI’s (amylase trypsine inhibitors). In mindere mate blijken er reacties te zijn op LMW-glutenine, lectine (Wheat Germ Agglutinin; WGA) en mogelijk ook Lipid Transfer Proteins (LTPs, ook uit maïs, rijst en gerst) (Gilissen et al., 2014). Dit zijn andere eiwitten dan gluten en dienen dus niet met elkaar verwisseld te worden. Het percentage mensen met tarwe allergie is In de loop van de vele tienduizenden jaren is gebleken dat van de meer dan 100.000 tarwe rassen er uit-

slechts 0,25% van de bevolking.

eindelijk enkele tientallen het meest geschikt zijn voor

Glutensensitiviteit

domesticatie. De selectie hiervan werd gemaakt op

Naast personen met coeliakie en tarweallergie, is er

basis van groei-eigenschappen, korrelgrootte, weer-

een groep mensen die fysiek last krijgt van tarwepro-

stand tegen ziekte en oogstopbrengst op de akker.

ducten. Zij zijn gluten/tarwe sensitief. Deze groep wordt

Het moderne broodtarwe werd op basis van econo-

aangeduid als ‘Niet-Coeliakie Tarwe/Gluten Sensitivi-

mische motieven het geprefereerde tarwe ras.

teit’ (NCT/GS). Het betreft hier een paar procent van de

Tarwe wordt al millennia lang gebruikt als grondstof

bevolking. Bij deze personen leidt het volgen van een

voor basisvoedingsmiddelen. Dit is enerzijds wegens

tarwevrij dieet tot vermindering of verdwijnen van de

de gunstige voedingskundige samenstelling (goede

klachten. Personen die deze sensitiviteit hebben laten

leverancier van energie uit koolhydraten, eiwitten, voe-

een buikklachtenpatroon zien dat overeen komt met

dingsvezels, vitamines en mineralen), anderzijds door

de klachten die optreden bij coeliakie en prikkelbaar

de aanwezigheid van gluten (bestaand uit glutenine

darmsyndroom maar zonder de daarbij waargeno-

en gliadine) dat voor een fijne structuur zorgt. Hierbij

men darmschade.

is glutenine vooral van belang voor de elasticiteit van

Ondanks het woord ‘gluten’ in de huidige definitie van

het deeg (matrixvorming), terwijl gliadine zorgt voor de

NCT/GS, is het onzeker dat gluten de (hoofd)veroorza-

viscositeit.

ker is van klachten. Ook andere tarwecomponenten zoals FODMaPs en ATI’s (amylase- en trypsinewerking

Gluten De gedachte dat de moderne broodtarwe veel meer gluten (en dus gliadine) en andere “schadelijke” eiwitten bevat dan de oergranen berust niet op wetenschappelijke data. In feite bezat een van de oudste diploide voorlopers van het huidige broodtarwe, het Aegilops tauschii, het DD genoom dat verantwoordelijk is voor de genen die de aanmaak van de Gliadine fractie regelt. De gliadine fractie bevat de hoogste toxiciteit voor mensen met coeliakie (zie figuur 1). Dit betreft zo’n 0,5-2% van de Westerse bevolking. Het ei-

remmende eiwitten) kunnen tot op heden niet als directe oorzaak worden aangewezen.


De Zespri Healthfuit Award werd uitgereikt aan

Aline Rutsaert tijdens het 19e Voedings- en Gezondheidscongres te Brussel.

Aline is in 2016 afgestudeerd aan de Artesis Plantijn Hogeschool Antwerpen met het eindwerk “Fresh Formation – Gemakkelijk en gezond koken met verwerkte groenten en fruit”. Met dit werk behaalde ze de Zespri Healthfruit Award die elk jaar uitgereikt wordt aan een bachelor in voedings- en dieetkunde. U kunt haar Powerpointpresentatie die ze gegeven heeft tijdens het Voedings- en Gezondheidscongres bekijken op www.nutriweb.tv

Parkis Kookatelier

is de winnaar Award Beste Project Voeding & Gezondheid 2016 Op de 19de editie van het Voedings- en Gezondheidscongres werd de Award voor Beste Project Voeding & Gezondheid toegekend aan Parkis Kookatelier. Parki’s Kookatelier bezieler en parkinsonpatiënt Yves Meersman startte samen met Dirk Lemaitre, diëtist en dr. ir. Randy Mellaerts een project rond voeding bij de ziekte van Parkinson, binnen de koepel van de Vlaamse Parkinson Liga. Gebrek aan correcte info m.b.t. kauw- en slikproblemen, geur- en smaakverlies, interactie tussen medicatie en voeding bij parkinsonpatiënten, lagen aan de basis. Parkis Kookatelier heeft als uiteindelijke doelstelling een wezenlijke bijdrage te willen leveren, via voedingsgerelateerde informatie, in het bereiken van een ‘optimale’ levenskwaliteit voor de parkinsonpatiënt.


08

Conclusie Aan de hand van de thans beschikbare wetenschappelijke gegevens concluderen wij dat er geen data zijn die een negatief advies rechtvaardigen met betrekking tot de consumptie van tarwe en andere granen met gluten voor mensen die niet aan coeliakie, tarwe allergie of -sensitiviteit leiden. Personen met het prikkelbaar darmsyndroom (geschat op 15% van de bevolking), coeliakie en personen die gluten of tarwesensitief zijn, hebben baat bij een dieet zonder deze componenten. Voor het merendeel van de bevolking geldt dat zij dagelijks granen/graanproducten kunnen consumeren, bij voorkeur volkoren. Meer groente, fruit en volkorenproducten, is de unanieme aanbeveling van gezaghebbende organisaties, waaronder de WHO (Wereld Gezondheids Organisatie), Nederlandse Gezondheidsraad, Voedingscentrum Nederland, Hoge Gezondheidsraad België, European Society of Cardiology, Nordic dietary recommendations (Scandina-vische landen), UK Standing Adfvisory Commission on Nutrition (SACN) en de Amerikaanse FDA/USDA.

Boodschap: volkoren! Onderzoeksresultaten laten een duidelijk gunstig effect zien van volle graanproducten op dyslipidemie, type 2 diabetes, arteriële hypertensie en coronaire hartziekten (Slavin et al, 2013 uit Hoge Gezondheidsraad 2016). In de praktijk betekent dit dat de voorkeur gaat naar volle graanproducten (bruin brood, volkoren brood, volkoren deegwaren, volle rijst, enz.), aardappelen, groenten, fruit en peulvruchten. Dit geldt niet voor consumptie van (“geraffineerde“) witte-bloem producten. Veruit het grootste deel van de micronutriënten in de graankorrel zit “verpakt“ in de vezelmatrix en in de kiem en daarmee in volkorenmeel. Bij de fractionering van witte bloem verdwijnen deze nutriënten voor een zeer groot deel.


NutriFacts

2016/04

09

Drie broodfabels 1. De huidige tarwesoorten zijn minder gezond dan oude tarwesoorten omdat ze minder nutriënten bevatten en meer gluten Bij het analyseren van verschillende tarwesoorten tussen 1842 en 2002 ziet men geen beduidende verschillen in de hoeveelheid voedingsvezels, B- vitaminen en bioactieve stoffen. Wel blijkt het ijzer- en zinkgehalte lager te liggen bij de modernere variëteiten. Dit neemt niet weg dat broodtarwe een interessante bron blijft voor deze mineralen omdat het gehalte van deze mineralen gemiddeld veel hoger ligt dan in andere levensmiddelen. Hoewel de hoeveelheid zetmeel licht toegenomen is over de jaren blijkt de samenstelling van het zetmeel (de hoeveelheid amylose en amylopectine) over de laatste honderd jaar niet veranderd te zijn. Het eiwitgehalte van de moderne tarwe is in tegenstelling tot wat vaak gesuggereerd wordt, niet toegenomen. In vergelijking met oudere varianten is het zelfs licht afgenomen. Met betrekking tot de samenstelling van gluteneiwitten is er geen sluitend bewijs dat deze ongunstig veranderd zijn ten opzichte van de oudere varianten. Eén studie laat zien dat er in de moderne tarwesoorten minder epitopen (toxische peptiden) zijn die kunnen leiden tot coeliakie terwijl een andere studie laat zien dat er wat meer zijn.

2. Zetmeel in tarwe (verschilt van andere koolhydraatrijke producten en) zorgt voor een ongewenste stijging in de bloedsuikerspiegel Zetmeel is een verzamelnaam voor de complexe polymeren van glucose en koolhydraten. Zetmeel is aanwezig in al ons plantaardig voedsel bestaat uit twee verschillende soorten glucoseketens, namelijk amylopectine en amylose. • Amylose bestaat uit lange lineaire ketens van glucose moleculen, die relatief langzaam worden afgebroken en daardoor in een lagere glycemische Index (GI) waarde resulteren. • Amylopectine bestaat uit een wat breed vertakte structuur van glucoseketens, die sneller kun nen worden afgebroken het geen een hogere GI waarde geeft. In de meeste zetmeelbronnen is de verhouding van amylopectine (70-75%) en amylose (25- 30%) nagenoeg gelijk. Van een gesuggereerde ongunstige stijging van de bloedsuikerspiegel na het eten van tarwe blijkt geen sprake te zijn. In perspectief, uit goed wetenschappelijk onderzoek blijkt dat de consumptie van volkorenbrood resulteert in een geringere bloedglucosespiegeltoename dan eenzelfde hoeveelheid koolhydraten uit gekookte aardappel of witte rijst.

3. Tarwe opiaten zijn zo verslavend dat een persoon geen controle meer heeft over zijn eetgedrag waardoor teveel gegeten wordt, reden voor obesitas Met de term opiaten wordt gerefereerd aan specifieke peptiden die niet verteerbaar zijn en daardoor intact in de darm aanwezig blijven. Eerder werd een opiaatachtige werking waargenomen, nadat wetenschappers deze peptiden in de hersenen van ratten spoten. Om deze reden spreekt men ook wel over gliadorfinen: gliadine fragmenten met morfine achtige werking. Wat hierbij over het hoofd wordt gezien is dat de menselijke dunne darm deze lange gliadorfine ketens niet kan opnemen. Hierdoor is het (in tegenstelling tot injectie in de hersenen) onmogelijk dat intact gliadorfine de hersenen bereikt. Daarnaast bestaat er geen wetenschappelijk bewijs dat gliadine de eetlust zou verhogen, noch zijn

er

ontwenningsverschijnse-

len (een criterium voor verslaving) waargenomen bij onthouding van tarwe eiwit in het dieet.

Broodwijzer Speciaal voor de voedings-professional hebben wij een Broodwijzer ontwikkeld. Een praktisch middel om snel informatie over brood erop na te slaan of in begrijpelijke taal te delen met uw cliënten. Vraag hem aan op www.broodengezondheid.be/professionals


10

Wanneer slapen een probleem is ... Leen Doms, licentiate Voedings- en Dieetleer Naar schatting heeft 20 tot 30% van de Belgische

aspect in het herstelproces en dient de behandeling

bevolking te maken met slaapproblemen.. Onge-

hierop afgestemd te worden.

1

veer 10% van hen lijdt aan echte slapeloosheid of insomnia. Waarbij “slapeloosheid wordt omschreven

In België neemt bijna 10% van de bevolking regelma-

als slechte of onvoldoende slaap met een ongunstige

tig slaap- en kalmeermiddelen (de benzodiazepines

impact op het functioneren overdag (vermoeidheid,

en de zogenaamde Z-medicijnen). Het gebruik neemt

concentratie- en geheugenstoornissen en verminderd

met de leeftijd verder toe, tot meer dan 20 procent

prestatievermogen). Men spreekt van slechte slaap

bij vijvenvijftigplussers. België behoort daarmee bij de

wanneer de patiënt moeilijk inslaapt (meer dan 30

koplopers in de wereld wat betreft het gebruik van

minuten nodig om in te slapen), moeilijk in slaap blijft

slaapmedicatie. Het (regelmatige) gebruik van deze

(frequent wakker worden ’s nachts) of te vroeg wakker

middelen is echter niet zonder gevaar. Zo kan zelfs

wordt.”

kortstondig gebruiken van slaap- en kalmeringsmid-

2

delen aanleiding geven tot duizeligheid, hoofdpijn en Meestal is slapeloosheid een tijdelijk verschijnsel geas-

blijkt de kans op ongevallen toe te nemen. Bij langdu-

socieerd met stress of een gevolg van een ingrijpende

rig gebruik blijken de risico’s nog ernstiger. Zo werd er

emotionele gebeurtenis in het leven, zoals bijvoor-

een relatie gezien tussen het ontwikkelen van de ziekte

beeld het verlies van een vriend of drukte op het werk

van Alzheimer en langdurig gebruik van benzodiazepi-

of in het gezin... Maar slapeloosheid kan ook chro-

nes en Z-medicijnen. Studies hebben aangetoond dat

nisch zijn en ernstige impact hebben op het leven. In

de kans op het ontwikkelen van de ziekte van Alzhei-

dit geval is het zoeken naar de oorzaak een belangrijk

mer met 43 tot 51% te zijn toegenomen.3


NutriFacts

2016/04

11

Langdurige slaapdeprivatie (of slaaptekort) is echter

Ontregeling van de biologische klok kan aanleiding

ook niet zonder gevaar. Tijdens de slaap komt het

geven tot het vertraagde slaapfasesyndroom. Hierbij

lichaam tot rust en worden ervaringen die gedurende

wordt het slaapwaakritme verschoven naar een later

de dag zijn opgedaan verwerkt. De hersenen en (een

tijdstip. Personen met het DSPS hebben een vertraagde

deel ) van het lichaam blijven actief om zo tot een

vorming van melatonine waardoor ze pas laat in slaap

herstel van het lichaam te komen. Slaapproblemen

vallen. Daarbij komt dat ze ook zeer veel moeite heb-

kunnen dit proces in gevaar brengen en op lange

ben om op een normaal tijdstip op te staan. Hierdoor

termijn kan dit aanleiding geven tot ernstige compli-

bouwen ze vaak een slaaptekort op. Deze stoornis is te

caties zoals diabetes, hart- en vaataandoeningen,

wijten aan een vertraagde melatonineproductie.

overgewicht en osteoporose. Het tegenovergestelde van de vertraagde slaapfa-

Slaapstoornissen door een verstoring van de biologische klok

sestoornis is de vervroegde slaapfasestoornis. Deze

Er bestaan verschillende slaapstoornissen die ontstaan

rig te zijn. Bij de vervroegde slaapfasestoornis komt de

door een verstoring van het biologisch klok of Circa-

melatonineproductie op het eind van de namiddag

diaans ritme. Het circadiaans ritme is betrokken bij het

of vroeg in de avond op gang.

wordt gekenmerkt door vroeg in de ochtend wakker te worden en ‘s avonds al vroeg in de avond erg slape-

dag- en nachtritme en andere lichamelijke processen, zoals lichaamstemperatuur regeling, hormoonspiegels, celdeling en bloeddruk.

Natuurlijke slaap bevorderende middelen

Circadiaans ritme

De neurotransmitter serotonine wordt onmiddellijk ge-

De circadiaanse biologische klok wordt geregeld

associeerd met een gelukkig gevoel en wordt dan ook

door een groep cellen in de hypothalamus die

het “feelgood” hormoon genoemd. Maar naast het

reageren op licht- en donker signalen. Licht dat in

regelen van de gemoedstoestand is serotonine ook

de ogen valt zorgen voor een signaal aan de in-

betrokken bij verschillende andere processen zoals

terne klok waardoor het individu gewekt wordt. De

de aanmaak melatonine. Serotonine is met name

aanmaak van cortisol wordt hierdoor gestimuleerd

de voorloper van het hormoon melatonine. Het is niet

en de lichaamstemperatuur wordt verhoogd. Op

te verwonderen dat tekorten aan serotonine en me-

dat moment wordt melatonine tevens afgebroken.

latonine aan de basis kunnen liggen van een aantal

Omgekeerd zal melatonine in de epifyse geprodu-

slaapproblemen. Personen die lijden aan stress heb-

ceerd worden epify wanneer het donker wordt. De

ben over het algemeen een lager gehalte serotonine

productie van melatonine in de hersen blijft hoog

en melatonine in het lichaam.

gedurende de nacht om in slaap te blijven.

Serotonine wordt gevormd uit het aminozuur tryptofaan. Tryptofaan is één van de twintig, bij de mens

Slaapstoornissen kunnen ontstaan wanneer de biolo-

voorkomende aminozuren, die voor de eiwitsynthese

gische klok en de leefwijze niet goed afgestemd zijn

noodzakelijk zijn. Tryptofaan hoort bij de categorie es-

op elkaar. Bijvoorbeeld door stress, bij een onregelma-

sentiële aminozuren en moet dus via eiwitten uit voe-

tig slaappatroon, gebruik van geneesmiddelen (zo-

ding worden aangebracht. Tryptofaan vind je vooral

als medicatie voor ADHD en ADD, vliegreizen waarbij

terug in voedingsmiddelen als zuivelproducten: melk,

meerdere tijdzones overschreden worden (jetlag) en

kwark en kaas, maar ook vlees, kip, schaal-en schelp-

werken in ploegverband. Vooral ouderen blijken ge-

dieren, ei, banaan, noten en pitten, granen en peul-

voelig voor stoornissen in het slaapwaakritme.

vruchten zijn belangrijke bronnen van tryptofaan. Ook donkere chocolade is rijk aan tryptofaan maar minder

Vertraagde slaapfasesyndroom (Delayed sleep phase

aan te bevelen door het hoge gehalte aan vetten en

syndrome - DSPS) en vervroegde slaapfasestoornissen

suikers.


12

hydraatrijke maaltijd, terwijl een eiwitrijke voeding de

Melatonine suppletie aan te bevelen?

opname eerder vermindert. Tryptofaan wordt vervol-

Onderzoek heeft aangetoond dat toediening van me-

gens door een ingewikkeld proces - in aanwezigheid

latonine de inslaaptijd verkort bij personen die lijden

van vitamine B-6 en mineralen (Magnesium, zink en

aan primaire slapeloosheid (slapeloosheid die niet in

ijzer) - omgezet in 5 hydroxytryptofaan (5 HTP). 5 HTP

verband gebracht wordt met het gebruik van medi-

wordt in de lever en in de hersenen zeer gemakkelijk

catie), ook wordt de totale slaapduur verlengd en is

omgezet naar serotonine en melatonine. De synthese

de kwaliteit van de slaap verbeterd. Het effect op het

van serotonine en melatonine wordt dus gereguleerd

slaapproces is echter minder uitgesproken dan de

via dit omzettingsproces. Een tekort aan één van voor-

dit van de benzodiazepines. Maar denkend aan de

genoemde componenten zal de vorming van seroto-

gevaren die bij het gebruik van traditionele slaapmid-

nine en melatonine bemoeilijken. Misschien is dit wel

delen geven blijken ze minder gevaar op te leveren.

de verklaring voor het feit dat bij het ouder worden het

Ze geen gewenning en nare nevenwerkingen.4 Op

omzettingsproces minder efficiënt wordt en de vor-

de vraag of het gebruik van melatonine supplemen-

ming van melatonine afneemt.

ten een oplossing kunnen bieden bij problemen van

De opname van tryptofaan uit de voeding wordt gestimuleerd door het gelijktijdig gebruik met een kool-

slapeloosheid kan gesteld worden dat het zeker een Uit onderzoek is gebleken dat rechtstreekse inname

voordeel kan bieden bij bepaalde slaapstoornissen

van 5 hydroxytryptofaan (5 HTP) iets effectiever is bij de

en kunnen ze een aanvulling zijn bij verbeterde slaap-

behandeling van slaapproblemen dan tryptofaan zelf.

gewoonten. De werkzame dosis van melatonine ligt

Echter zijn bronnen van 5 HTP eerder beperkt. Het kruid

waarschijnlijk tussen de 0,1 en 3 mg voor de nacht.

Griffonia Simliciflolia beschikt over hoge concentraties

Melatonine supplementen variëren van 0,3 mg tot 3

van deze stof en kunnen via een supplement aange-

mg. 0,3 mg is wettelijk toegestaan in voedingssup-

bracht worden. Direct melatonine innemen onder de

plementen. Hogere doseringen van 2 mg melatonine

vorm van een supplement is tevens een efficiënte ma-

worden beschouwd als geneesmiddel. Het gebruik

nier om een verlaagde melatonine productie aan te

van melatonine tijdens de zwangerschap en borstvoe-

vullen.

ding wordt wel afgeraden. Personen die te kampen hebben met langdurige slaapproblemen en het gebruik van traditionele slaapmiddelen willen vermijden, kunnen in overleg met arts of apotheker het gebruik van melatonine supplementen zeker in overweging nemen.

1 Bayingana K, Demarest S, Gisle L et al. Gezondheidsenquête België,2004. Wetenschappelijk Instituut voor Volksgezondheid. www.iph.fgov.be. 2 Aanpak van slapeloosheid: folia mei 2009. www.bcfi.be 3 Billioti de Gage S. Benzodiazepine us and risk of Alzheimer’s disease: case-controle study. BMJ.2014;349:y5205doi1à.1136 (published 9 september 2014) 4 Eduardo Ferracioli-Oda et al. Meta-Analysis: Melatonin for the Treatment of Primary Sleep Disorders.


Meer energie1, betere prestaties2 en een optimale celbescherming3

dankzij Ubiquinol PLATINUM

- bevat de gereduceerde, direct actieve vorm van co-enzym Q10, verkregen uit een natuurlijk fermentatieproces (Kaneka®) 3

bevat voor een optimale werking eveneens selenium als synergetische component, die bijdraagt tot de bescherming tegen oxidatieve stress door vrije radicalen

1,2

met vitamine C dat bijdraagt tot een normaal energieleverend metabolisme en tot de vermindering van futloosheid en moeheid

UBIQUINOL van MaNNavItaL is co-enzym Q10 van de allerbeste kwaliteit en met directe werkzaamheid (Kaneka®), in combinatie met organisch, goed opneembaar selenium en met vetoplosbare vitamine C.

Mannavital, voedingssupplementen van absolute topkwaliteit voor een doelgerichte aanpak

Verkrijgbaar in alle natuurvoedingswinkels en bij de apotheek op bestelling CNK 3160-066 Uitgebreide info? Aan te vragen bij: info@mannavital.be - tel 056 43 98 52

60 caps €34,95

www.mannavital.be


14

‘Position Paper’: Koolhydraatarme voeding bij diabetes type 2:samenvatting Commissie Evidence-based Diëtetiek VBVD, Commissie voeding Diabetes Liga Van Hemelryck, N.1, Mertens, I.², Van Gils, C.³, Renaerts,L.4, Weynants, E.4, Vanhauwaert, E.5, Declercq, D.6, Vanderstraeten, R.7, Matthys, C.8 1: ZiekenhuisNetwerkAntwerpen; 2: zelfstandig diëtiste-diabeteseducator; 3: UZ Antwerpen; 4: UZ Leuven; 5: UC Leuven Limburg/Klinische en Experimentele Endocrinologie, KU Leuven; 6: UZ Gent; 7: zelfstandig diëtiste; 8: Klinische Voeding, UZ Leuven/Klinische en Experimentele Endocrinologie, KU Leuven De volledige ‘position paper’ is te raadplegen op volgende websites: ledengedeelte van www.vbvd.be en het professioneel ledengedeelte van www.diabetes.be.

1. Inleiding In een gezonde voeding, die vandaag de basis vormt voor de voedingstherapie bij diabetes, raadt de Belgische Hoge Gezondheidsraad 1 een inname aan van minimum 50-55 energie% koolhydraten, waarvan maximaal 10 energie% toegevoegde suikers. De laatste decennia verschijnt er echter meer en meer literatuur over andere mogelijke voedingsinterventies ter preventie of behandeling van diabetes. Het inspelen op de verdeling van de macronutriënten is een veel gebruikte strategie2,3. Recent is er een groeiend aantal publicaties omtrent een lage koolhydraatinname en het effect op glucoseparameters, cardiovasculaire risicofactoren en gewicht bij patiënten met diabetes type 2 verschenen. Gezien deze tweestrijd in de aanbevelingen rond kool-

‘position paper’ wordt daarom een definitie van een

hydraatinname werd vanuit de Commissie Voeding

‘koolhydraatarme voeding’ geformuleerd. Vervolgens

(Diabetes Liga) en de Commissie Evidence-Based Dië-

wordt op basis van deze definitie geantwoord op de

tetiek (VBVD) beslist een ‘standpuntbepaling of position

vraag of een koolhydraatarme voeding een gunstig

statement’ te formuleren over het gebruik van koolhy-

effect heeft op bepaalde klinische parameters bij pa-

draatarme voeding in de behandeling van patiënten

tiënten met diabetes type 2 en vervolgens een klinisch

met diabetes type 2. De ‘position statement’ heeft tot

relevante gezondheidswinst oplevert. Ten slotte wordt

doel antwoord te bieden op twee problemen. Aller-

binnen het document een poging ondernomen om

eerst is er het gebrek aan eenduidigheid omtrent de

de huidige wetenschappelijke inzichten te vertalen

hoeveelheid koolhydraten die via een koolhydraat-

naar praktische richtlijnen voor gezondheidswerkers.

arme voeding of dieet worden aangebracht. In de


Na het feesten ... Na overvloed aan hapjes, sausjes, dessertjes en teveel alcohol, terug in evenwicht met

De hoge concentratie aan actieve stoffen en enzymen van de verse plant zorgen voor een zeer efficiĂŤnte werking en een

optimale ontgifting.

Helpt het lichaam te zuiveren

Bevordert het herstel van de weefsels

CYNASTAN

voor een gezonde cholesterolbalans en een optimale cardiovasculaire bescherming Beheers: - de oorzaak - het onevenwicht - het gevolg van cholesterol!

Rode gist rijst* Artisjok Olijf EfficiĂŤnte en vlugge werking! * Minimum 75% zure vorm, zonder citrinine.

VERKRIJGBAAR BIJ UW APOTHEEK - WWW.SORIABEL.BE - INFO@SORIABEL.BE


16

2. Methode 2.1. Procedure

werden als gedateerd beschouwd en bijgevolg niet geïncludeerd. Als tweede stap werd gezocht naar (b) systematische reviews via PubMed (Medline), The Co-

Samenstelling werkgroep

chrane Library en TRIPdatabase. Gebruikte (combinaties van) Mesh-termen zijn: “Diabetes Mellitus, type 2”,

Definiëring probleem & formuleren onderzoeksvragen Opzoeken en beoordelen van relevante literatuur Bespreking literatuurreview in werkgroep Uitwerken eerste draft ‘position paper’ Evaluatie draft door interne en externe personen: - Intern: overige leden commissie EBD VBVD, leden commissie voeding Diabetes Liga, leden commissie diabeteseducatoren VBVD - Extern: endocrinologen diverse centra Revisie op basis van verkregen feedback

hydrate-Restricted”. Publicaties waarvan de fulltextversie niet in de Engelse, Nederlandse of Franse taal beschikbaar was, werden geëxcludeerd. Publicaties die verschenen zijn na maart 2016 werden niet meegenomen in de bespreking. Als laatste stap werden via PubMed ook (c) primaire studies opgezocht. Dit betreft de RCT’s (gerandomiseerde gecontroleerde studies) die na de inclusiedatum van de meest recente systematische review verschenen zijn.

3. Definitie koolhydraatarme voeding

Herevaluatie door interne personen

Uit de literatuur blijkt dat er geen algemeen erkende en

Finalisatie ‘position paper’

arme voeding’. Vele onderzoekers hebben over de

Figuur 1: procedure ‘position paper’

jaren heen suggesties geopperd op basis van eigen

2.2. Literatuurstudie In de literatuurstudie werden volgende twee onderzoeksvragen gehanteerd: 1. Hoe wordt een koolhydraatarme voeding gede finieerd? 2. Wat is het effect van een koolhydraatarme voe ding op klinische parameters bij patiënten met

“Diabetes Mellitus, type 2/diet therapy”, “Diet, Carbo-

diabetes type 2?

a. Wat is het effect op glucosemetabolisme,

lipidenprofiel en bloeddruk?

b. Wat is het effect op het gewicht bij de subpo-

pulatie met overgewicht of obesitas?

Het opzoeken van literatuur werd aangepakt volgens een getrapte manier. In eerste instantie werd gezocht naar (a) richtlijnen, zowel algemene richtlijnen over diabetesbehandeling als specifieke voedingsrichtlijnen bij diabetes. Voor het opzoeken werden diverse databases (TRIPdatabase, EBMPracticenet, National Guideline Clearinghouse, Guidelines International Database) geraadpleegd alsook publicaties van (inter)nationale diabetesverenigingen en overheidsinstellingen. Publicaties die verschenen zijn vóór 2011

afgebakende definitie bestaat voor een ‘koolhydraat-

resultaten, maar zonder uniformiteit tussen de auteurs. In een recente narratieve review van Feinman et al. (2015) wordt een definitie voor een koolhydraatarme voeding gesuggereerd (zie tabel 1). De auteurs baseren zich voor deze indeling op een eerder verschenen review van Accurso et al. (2008) rond koolhydraatarme voeding bij diabetes.


NutriFacts Referentie Indeling Feinman et al. 2015

2016/04

17

Koolhydraten Koolhydraten (g/dag) (energie%)

Voeding zeer laag aan koolhydraten (ketogeen)

20 - 50 g

≤ 10 energie%

Voeding laag aan koolhydraten

51 – 129 g

11 – 25 energie%

Voeding gematigd aan koolhydraten

130 – 230 g

26 – 45 energie%

Voeding rijk aan koolhydraten

> 230 g

> 45 energie%

Tabel 1: Definitie koolhydraatarme voeding (4; 5) De waarden in energie% zijn berekend bij een energie-inname van +/- 2000kcal/dag, afhankelijk van de reële energie-inname kunnen er verschillen ontstaan tussen het aantal g/dag en energie%.

De definiëring van Feinman et al. (2015) geeft een

scheid gemaakt tussen koolhydraatarme voeding die

indeling in 4 categorieën van aanbeveling voor kool-

wel of niet ketogeen is. Dit heeft belangrijke implica-

hydraten. Categorie 1, of een voeding met zeer laag

ties naar de praktijk toe, aangezien de toepassing en

gehalte aan koolhydraten (Very Low Carbohydrate

indicaties sterk verschillen. Accurso et al. (2008) ge-

Ketogenic Diet-VLCKD), is gebaseerd op de hoeveel-

ven geen duiding rond de verdeling van de overige

heid koolhydraten waarbij een voeding ketogeen is

macronutriënten (vetten en eiwitten) per voedingspa-

(<50g/dag). Voor categorie 2 wordt opgeklommen

troon. In geen enkele categorie wordt er gespecifieerd

naar de minimumbehoefte aan koolhydraten waarbij

wat het aanvaardbaar gehalte aan enkelvoudige en

geen ketose wordt uitgelokt. Deze minimale behoefte

complexe koolhydraten is.

aan koolhydraten is gebaseerd op de aanbevelingen door de American Diabetes Association (ADA) en komt 51g en 129g per dag of 10 tot 25 energie% (bij een

4. Koolhydraatarme voeding bij diabetes mellitus type 2

dagelijkse inname van 2000 kcal), wat in lijn is met de

4.1. Wat is het effect van een koolhydraatarme

minimum aanbeveling voor koolhydraten van de In-

voeding op het glucosemetabolisme, lipidenprofiel

stitute of Medicine . Bij categorie 3 of een gematig-

en de bloeddruk bij patiënten met diabetes type 2?

de aanbeveling aan koolhydraten (26-45 energie%)

Op basis van de zoektocht naar richtlijnen ter behan-

wordt verwezen naar de benaderde inname van kool-

deling van diabetes werden 13 richtlijnen gevonden,

hydraten van voor de obesitasepidemie in de USA (+/-

waarvan 7 algemene behandelrichtlijnen2,3,7,8,9,10,11 en

43 energie%). De laatste categorie 4 is een voeding

6 specifieke voedingsrichtlijnen12,13,14,15,16,17. De aan-

rijk aan koolhydraten (> 45 energie%) die gebaseerd

bevelingen omtrent het gebruik van koolhydraatarme

is op de gemiddelde aanbeveling voor koolhydraten

diëten ter bevordering van de glycemieregeling zijn

in een evenwichtige voeding in de Verenigde Staten

hierin sterk uiteenlopend.

(45-65 energie%), evenals op de aanbevelingen van

Over de jaren heen zijn verschillende systematische

de ADA (2016).

reviews gepubliceerd over het effect van koolhydraat-

Op basis van consensus werd besloten om voor de

arme diëten op diverse klinische parameters: glyce-

‘position paper’ bovenstaande definitie van Accurso

miecontrole (nuchtere glycemie, HbA1c), insulinege-

et al. (2008) en Feinman et al. (2015) te hanteren. Dit

voeligheid, basale insuline niveaus, cardiovasculair

omwille van de duidelijk afgelijnde indeling (4 cate-

risico (LDL, HDL, triglyceriden, totaal cholesterol,..) en

gorieën voedingspatronen), wat gebruiksvriendelijk en

bloeddruk18,19,20,21,22,23. Uit analyse van deze reviews

praktisch is. Bovendien wordt nog een duidelijk onder-

blijkt dat een koolhydraatarme voeding:

overeen met een hoeveelheid koolhydraten tussen

6


18 • een beperkt positief effect heeft op HbA1c volgens

de gehanteerde definities voor een koolhydraatarme

de meta-analyse van Ajala et al. (2013) en de syste-

voeding (van < 25 energie% tot < 45 energie%) en

matische review van Emadian et al. (2015). Het

de controlediëten. Het aantal geïncludeerde studies

verschil varieert tussen 0.1 en 0.4 %. Deze effecten

is ook zeer uiteenlopend (van 2 tot 11 studies), waarbij

worden echter niet bevestigd door de overige syste-

er een beperkte overlap bestaat tussen de verschillen-

matische reviews.

de reviews. De kwaliteit van de systematische reviews

• een beperkt positief effect (0,08 mmol/L) zou heb-

wordt onvoldoende gegarandeerd, door een gebrek

ben op HDL-cholesterol volgens de meta-analyse

aan het gebruik van erkende methodologie (vb PRISMA

van Ajala et al. (2013). Dit wordt bevestigd in de

richtlijnen). In de verschillende reviews werd al dan niet

systematische review van Wheeler et al. (2012). In

rekening gehouden met de verschillende covariaten,

de overige systematische reviews werden geen sta-

zoals medicatiegebruik/aanpassingen tijdens de inter-

tistisch significante verschillen waargenomen in ver-

ventie, veranderingen in het fysieke activiteitspatroon

gelijkende studies op het vlak van lipidenprofielen.

en macronutriënten verdeling (specifiek naar het ge-

• in relatie tot bloeddruk slechts in 2 systematische

halte van de verschillende soorten vetzuren) tussen de

reviews werd bestudeerd, wat het onmogelijk maakt

verschillende voedingspatronen die werden geïnclu-

om conclusies te formuleren.

deerd, alsook het gebruik van iso-calorische controle

De gehanteerde inclusiecriteria in de verschillende

bij dieetinterventies. Op basis van de huidige studies is

reviews zijn zeer variabel: de studiedesigns, de minima-

het moeilijk om te kunnen verklaren of het potentiële

le of maximale duur van de studies, de karakteristieken

positieve effect van koolhydraatarme voedingspatro-

van de proefpersonen (leeftijd, BMI, type diabetes),

nen te wijten is aan de macronutriënten samenstelling

2nd International Workshop

Personalised Nutrition It’ Time to Get Personal

Novotel Brussels Centre Tour Noire Brussels, Belgium - Tuesday, March 28, 2017 www.personalisednutrition.eu Smart Conferences developed the 2nd International Workshop Personalised Nutrition on tools and methods for developing the Personalised Nutrition market of the future: insights and research findings on Nutrigenomics and metabolomics; automated analytical tools and software; strategies on how to apply this in future business development in the food, dietary supplement and retail industry. This programme has been developed in collaboration with Dr Jo Goossens of shiftN and the TNOWageningen Personalised Nutrition consortium.

Supporting Organization

Media Partners

Partner organizations

Speakers:

Mr. Nicolas Carbonelle, Bird & Bird, Belgium; Dr. Suzan Wopereis, TNO Innovation for Life, the Netherlands; Dr. Anne Marie Minihane, University of East Anglia, U.K.; Dr. Jo Goossens, ShiftN, Belgium; Dr. ir. Machiel Reinders, Wageningen Economic Research, the Netherlands; Dr. Barbara Stewart-Knox, University of Bradford; European Commission, DG SANTE, Belgium; Nestlé Institute of Health Sciences, Switzerland; University College Dublin, Ireland; Smart with Food, Belgium; Amway, Germany; Habit, U.S.A.

info@personalisednutrition.eu


NutriFacts

2016/04

19

of eerder te wijten is aan het gewichtsverlies dat in de

reviews kan besloten worden dat een koolhydraatarme

verschillende studies wordt vastgesteld. Daarboven

voeding geen groter effect heeft op het gewichtsver-

komt dat het effect van langdurige trials vaak moei-

lies bij patiënten met diabetes type 2 en overgewicht

lijk aan te tonen is, daar het vastleggen van de com-

of obesitas dan andere diëten of voedingspatronen.

pliance ten aanzien van het voorgestelde voedings-

Slechts 4 systematische reviews vermelden gewicht

patroon niet eenvoudig is. Het aantal langdurige trials

als outcomeparameter, waarbij enkel Naude et al.

is bovendien zeer beperkt.

(2014) en Franz et al. (2015) specifiek vermelden stu-

In de primaire studies die hierover werden geraad-

dies bij patiënten met diabetes type 2 én overgewicht

pleegd

, wordt de diversiteit die reeds werd weer-

of obesitas te includeren voor de review. De meta-

gegeven in de systematische reviews en meta-analy-

analyse van Naude et al. (2014) toonde aan dat in

ses, bevestigd.

beide groepen (koolhydraatarm versus controle dieet)

24,25,26

een gelijkaardig gewichtsverlies werd gevonden na Uit de literatuur blijkt een beperkt positief effect van

3, 6, 12 en 24 maanden. Franz et al. (2015) konden

deze voeding op HbA1c en lipidenprofiel. Studies

op basis van een meta-analyse geen statistisch signi-

omtrent het gebruik van een koolhydraatarme voe-

ficant verschil aantonen in gewichtsverlies tussen een

ding als algemeen beleid bij diabetes type 2 ver-

koolhydraatarme voeding en een controledieet. Ajala

tonen echter een grote heterogeniteit in studieont-

et al.(2013) vonden in hun meta-analyse gelijkaardige

werp. Dit maakt het moeilijk om de resultaten van

resultaten. Castaneda-Gonzalez et al. (2011) vonden

deze studies te vergelijken en conclusies naar de

in 5 van de 8 studies een groter gewichtsverlies bij

effecten op het glucosemetabolisme, lipidenprofiel

gebruik van een koolhydraatarme voeding, in 4 van

en bloeddruk te formuleren.

deze studies was dit verschil echter statistisch niet significant. De bevindingen uit de systematische reviews

4.2. Wat is het effect van een koolhydraatarme

worden bevestigd in de geraadpleegde primaire

voeding op het gewicht bij patiënten met diabetes

studies24,25,26.

type 2 en overgewicht of obesitas? De aanbevelingen die in de eerder vernoemde (inter) nationale richtlijnen geformuleerd worden omtrent het gebruik van koolhydraatarme voeding, in het kader van overgewicht en obesitas bij diabetes type 2, zijn tegenstrijdig. Op basis van de huidige systematische

Op basis van de huidige literatuur kan worden besloten dat het gebruik van een koolhydraatarme voeding bij patiënten met diabetes type 2 en overgewicht of obesitas geen groter gewichtsverlies geeft dan andere dieetinterventies.


20 4.3. Nadelige effecten van koolhydraatarme diëten

De medicatie wordt, indien relevant, best verlaagd

bij diabetes mellitus type 2

alvorens met het dieet van start te gaan. Frequente

Bezorgdheid wordt geuit over de langetermijneffec-

opvolging van de glycemie is noodzakelijk5,27. Andere

ten van een koolhydraatarme voeding op de ge-

bezorgdheid is de mogelijks lage inname van belang-

zondheid. Algemeen zijn er weinig studies gebeurd

rijke nutriënten die geleverd worden door voedings-

omtrent de mogelijke nadelen van deze diëten. Het

middelen die koolhydraten aanbrengen. Voornamelijk

beperken van de koolhydraataanbreng van de voe-

vitaminen, mineralen, voedingsvezels en anti-oxidan-

ding gaat gepaard met een verhoging van de eiwit-

ten die terug te vinden zijn in ongeraffineerde kool-

en (verzadigd) vetinname. Dit is noodzakelijk om een

hydraatbronnen. Een theoretische berekening van de

verzadigend gevoel te creëren, maar met mogelijk

nutriëntenaanbreng van koolhydraatarme diëten laat

nadelig effect op respectievelijk de nierfunctie en het

vele (potentiële) tekorten zien, mede afhankelijk van

cardiovasculair risico. Er zijn maar weinig studies uitge-

de graad van koolhydraatbeperking: thiamine, folium-

voerd naar het effect van een koolhydraatbeperking

zuur, vitamine C, ijzer en magnesium27. Effecten van

op deze klinische eindpunten, waardoor het innemen

deze potentiële nutriëntentekorten op klinische pa-

van een standpunt hierin onmogelijk is . Verminderen

rameters werden tot op heden niet bestudeerd. Het

van de koolhydraatinname kan gepaard gaan met

bewaken van een uitgebalanceerd voedingspatroon

een verhoogd risico op hypoglycemie, voornamelijk

blijft ten allen tijde een aandachtspunt.

27

bij patiënten met insuline of insulinesecretagogen.

5. Conclusie Algemeen kan gesteld worden dat de wetenschappelijke literatuur omtrent koolhydraatarme voeding bij diabetes type 2 een grote heterogeniteit vertoont, zowel voor wat betreft de gehanteerde definitie voor dit voedingspatroon als het studieontwerp en de terug te vinden effecten op klinische parameters. Op basis van de literatuurstudie werd onderstaand standpunt geformuleerd. “Het gebruik van een koolhydraatarme voeding bij patiënten met diabetes type 2, met of zonder overgewicht of obesitas, wordt niet aanzien als standaard voedingstherapie, maar evenzeer niet afgeraden. Verschillende strategieën zijn mogelijk, individualisering van de dieetaanpak en een goede opvolging van de glycemie wordt aanbevolen. Bij de keuze van de voedingstherapie is het uitermate belangrijk om rekening te houden met de bevindingen van het diëtetisch onderzoek, het metabool profiel van de patiënt en zijn of haar persoonlijke voorkeuren.”

6. Praktische uitwerking Een koolhydraatarme voeding is één van de mogelijke dieetinterventies bij patiënten met diabetes type 2, zoals aangegeven in de richtlijnen van de verschillende overkoepelende organisaties. Als er na het diëtetisch onderzoek, in overleg met de patiënt en het multidisciplinair team, geopteerd wordt om een koolhydraatarme voeding te hanteren, dan zijn er verschillende opties (zie figuur 2). De indeling is gebaseerd op de eerder in de ‘position paper’ vermelde definitie.


NutriFacts

2016/04

21

Individuele aanpak obv: Diëtetisch onderzoek Persoonlijke voorkeuren patiënt Metabole doelstellingen

Zeer laag KH

Laag en gematigd KH

Hoog KH

kcal: zeer laag kcal

kcal: indien BMI > 25 beperken

kcal: indien BMI > 25 beperken

KH: 20-50g

KH: laag: 51-129g

KH: > 230 g

gematigd:130 -230 g

Eiwit: ≤25 energie%

Vet:

VV, nadruk op EOV én MOV

Vet:

VV, nadruk op EOV én POV

Figuur 2: schematische weergave varianten in voedingsadvies naargelang koolhydraataanbreng KH = koolhydraten, VV = verzadigde vetzuren, EOV= enkelvoudig onverzadigde vetzuren, MOV = meervoudig onverzadigde vetzuren

7. Referenties (1) Hoge Gezondheidsraad [HGR] (2016). Voedingsaanbevelingen voor

België-2016. HGR nr. 9285. Brussel: Hoge Gezondheidsraad.

(2) Scottish Intercollegiate Guidelines Network [SIGN](2013). Management of

diabetes: A national clinical guideline. Online geraadpleegd op 14 maart

2016: http://www.sign.ac.uk/guidelines/fulltext/116/index.html

(3) American Diabetes Association [ADA](2016). Standards of Medical Care in

Diabetes-2016. Diabetes Care, 39, Supplement 1.

(4) Accurso, A., Bernstein, R.K., Dahlqvist, A., Draznin, B., Feinman, R.D., Fine,

E.J. et al. (2008). Dietary carbohydrate restriction in type 2 diabetes mellitus

and metabolic syndrome: time for a critical appraisal. Nutrition & Metabo-

lism, 5, 9.

(5) Feinman, R.D., Pogozelski, W.K., Astrup, A.A., Bernstein, R.K., Fine, E.J., West

man, E.C. et al. (2015). Dietary Carbohydrate restriction as the first ap-

proach in diabetes management: Critical review and evidence base.

Nutrition, 31, 1-13.

(6) Insitute of Medicine [IoM](2005). Dietary Reference Intakes for Energy,

Carbohydrate, Fiber, Fat, Fatty Acids, Cholesterol, Protein, and Amino

Acids. Washington, D.C.: The National Academies Press.

(7) International Diabetes Federation [IDF](2012). Global Guideline for Type 2

Diabetes. Online geraadpleegd op 14 maart 2016: http://www.idf.org/

guideline-type-2-diabetes (8) Canadian Diabetes Association Clinical Practice Guidelines Expert Com

mittee [CDA](2013). Clinical Practice Guidelines: Nutrition Therapy. Can J

Diabetes, 37, S45-S55.

(9) Haute Authorité de Santé [HAS](2014). Guide parcours de soins: Diabète

de type 2 d’adulte. Online geraapleegd op 15 maart 2016: http://www.

has-sante.fr/portail/jcms/c_1735060/fr/guide-parcours-de-soins-diabete de-type-2-de-l-adulte (10) Koeck, P., Bastiaens, H., Benhalima, K., Cloetens, H., Feyen, L., Sunaert,

P. et al. (2015). Richtlijn voor goede medische praktijkvoering: Diabetes

Mellitus Type 2. Antwerpen: Domus Medica.

(11) National Institute for Health and Care Excellence [NICE](2015). Type 2

diabetes in adults: management. Online geraadpleegd op 14 maart

2016: https://www.nice.org.uk/guidance/ng28

(12) Vlaamse Diabetes Vereniging [VDV](2011). Voedingsinterventieprotocol

diabetes. Gent: VDV.

(13) Diabetes UK (2011). Evidence-based nutrition guidelines for the preven

tion and management of diabetes. Online geraadpleegd op 14 maart

2016: https://www.diabetes.org.uk/About_us/What-we-say/Food-nutrition-

lifestyle/Evidence-based-nutrition-guidelines-for-the-prevention-and management-of-diabetes-May-2011/ (14) Evert, A.B., Boucher, J.L., Cypress, M., Dunbar, S.A., Franz, M.J., Mayer

Davis, E.J. et al. (2013). Nutrition Therapy Recommendations for the

Management of Adults With Diabetes. Diabetes Care, 36, 3821-3842.

(15) van der Kuijl, B.W.S. & van Veen-Lievaart, M.E. (2013). Dieetbehandelings

richtlijn 5: Diabetes Mellitus. Rotterdam: 2010 Uitgevers.

(16) Société Francophone du Diabète [SFD] (2014). Référentiel de bonnes

pratiques Nutrition & Diététique: Diabète de type 2 de l’adulte. Médecin

des maladies Métaboliques, 8, S1.

(17) Nederlandse Diabetes Federatie [NDF](2015). NDF Voedingsrichtlijn dia

betes 2015. Online geraadpleegd op 14 maart 2016: http://www.zorg-

standaarddiabetes.nl/wp-content/uploads/2015/06/DEF-NDF-Voedings richtlijn-Diabetes-2015-versie-1.3.pdf (18) Castaneda-Gonzalez, L.M., Gascón, M.B., & Cruz, A.J. (2011). Effects of

-low carbohydrate diets on weight and glycemic control among type 2

diabetes individuals: a systemic review of RCT greater than 12 weeks. Nutr

Hosp, 26(6), 1270-1276.

(19) Wheeler, M.L., Dunbar, S.A., Jaacks, L.M., Karmally, W., Mayer-Davis, E.J.,

Wylie-Rosett, J., & Yancy, W.S. (2012). Macronutrients, Food Groups, and

Eating Patterns in the Management of Diabetes. Diabetes Care, 35,

434-445. (20) Ajala, O., English, P., & Pinkney, J. (2013). Systematic Review and meta

analysis of different dietary approaches to the management of type 2

diabetes. Am J Clin Nutr, 97, 505-516.

(21) Naude, C.E., Schoonees, A., Senekal, M., Young, T., Garner, P., & Volmink,

J. (2014). Low Carbohydrate versus Isoenergetic Balanced Diets for Redu-

cing Weight and Cardiovascular Risk: A Systematic Review and Meta-

Analysis. PLoS ONE 9(7): e100652. Doi: 10.1371/journal.pone.0100652

(22) Franz, M.J., Boucher, J.L., Rutten-Ramos, S., & vanWormer, J. (2015).

Lifestyle Weight-Loss Intervention Outcomes in Overweight and Obese

Adutls with Type 2 Diabetes: A Systematic Review and Meta-Analysis of

Randomized Clinical Trials. J Acad Nutr Diet, 115, 1447-1463.

(23) Emadian, A., Andrews, R.C., England, C.Y., Wallace, V., & Thompson,

J.L. (2015). The effect of macronutrients on glycaemic control: a syste-

matic review of dietary randomised controlled trials in overweight and

obese adults with type 2 diabetes in which there was no difference in

weight loss between treatment groups. Br J Nutr, 114, 1656-1666.

(24) Mayer, S.B., Jeffreys, A.S., Olsen, M.K., McDuffie, J.R., Feinglos, M.N.,

& Yancy, W.S. (2014). Two diets with different haemoglobin A1c and

glycaemic medication effects despite similar weight loss in type 2 diabe-

tes. Diabetes Obes Metab, 16, 90-93.

(25) Yamada, Y., Uchida, J., Izumi, H. et al. (2014). A non-calorie-restricted

low-carbohydrate diet is effective as an alternative therapy for patients

with type 2 diabetes. Intern Med, 53, 13-19.

(26) Tay, J., Luscombe-Marsh, N.D., Thompson, C.H. et al. (2015). Comparison

of low- and high-carbohydrate diets for type 2 diabetes management: a

randomized trial. Am J Clin Nutr, 102(4), 780-790.

(27) Dyson, P. (2015). Low Carbohydrate Diets and Type 2 Diabetes: What is the

Latest Evidence? Diabetes Ther, 6, 411-424.


08



24

Ubiquinol: de talrijke nuttige toepassingen van één molecule Co-enzym Q10 is een levensbelangrijke nutriënt die

(lang de enige beschikbare vorm), de opgebruikte,

in de strikte zin geen vitamine is, omdat het lichaam

geoxideerde vorm is van co-enzym Q10, die nog een

voor een deel deze stof ook zelf aanmaakt. Om-

reductie moet ondergaan om (terug) actief te wor-

dat co-enzym Q10 niet alleen een elementaire rol

den. De beste keuze als voedingssupplement is dan

vervult in de mitochondriale respiratieketen, maar

ook de uit natuurlijke fermentatie verkregen ubiquinol,

tegelijk ook een sterk lipofiel antioxidans is, kan het

want niet alleen is dat de gereduceerde, direct ac-

toedienen ervan op tal van lichaamsterreinen voor

tieve vorm van dit antioxidans, deze afleveringsvorm

gunstige effecten zorgen. Zeker ubiquinol of de ge-

wordt ook het best opgenomen in de darmen.

reduceerde, direct actieve vorm van co-enzym Q10, kan niet meer weggedacht worden uit de complementaire geneeskunde.

Ubiquinol vs. ubiquinone

Minder moe, betere prestaties Omdat ubiquinol een sleutelrol vervult in de ATP-productie in de mitochondriën en er de vetoxidatie bevordert1, kan het in veel gevallen het energiepeil helpen

De namen “ubiquinone” en “ubiquinol” voor de twee

verhogen. Niet alleen de gezonde mens met tijdelijke

vormen van co-enzym Q10 verwijzen naar de “ubiqui-

vermoeidheid kan ermee geholpen worden, er wor-

teit” of “alomtegenwoordigheid” van deze molecule

den ook gunstige effecten vastgesteld bij chronische

in alle cellen in de natuur met een aerobe stofwis-

vermoeidheid2,3 en fibromyalgie4. Ook het sportpresta-

seling. Belangrijk om weten is het feit dat ubiquinone

tievermogen kan ermee aangezwengeld worden5,6,7, al is het effect duidelijker bij de ongetrainde sporter.


NutriFacts

Topper in cardiovasculaire protectie Om meerdere redenen kan ubiquinol ingezet worden in de preventie en aanpak van hart- en vaatziekten die berusten op atherosclerose (angor pectoris, hartinfarct, beroerte)13,14,15. Want dit lipofiel antioxidans8 remt niet alleen de chronische laaggradige ontsteking aan de basis, het remt ook de oxidatie van LDL-cholesterol tot de “echte slechte” oxycholesterol9, vermindert de endotheeldysfunctie10,11,12 en regenereert vitamine E. Zeer interessant is ook de toepassing ervan bij hartin-

2016/04

25

Veelzijdig Ubiquinol kan door zijn antioxiderende en/of mitochondriën ondersteunende werking nog op veel andere terreinen met succes ingezet worden: -

mannelijke subfertiliteit27,28

- huidveroudering31,32,33, anti-aging - paradentose -

preventie van diabetescomplicaties

- spierziekten19 - nierziekten

sufficiëntie18, waar het – opnieuw door de mitochon-

Naast statines

driale energieproductie te stimuleren en de oxidatieve

Ten slotte wordt in de praktijk ubiquinol (best samen

stress te verminderen16 - de hartspiercellen efficiënter

met vitamine D en eventueel vitamine K2) vaak inge-

doet contraheren en de ejectiefractie verhoogt, resul-

zet tegen de nevenwerkingen door cholesterolverla-

terend in een zeer significante afname van de car-

gende statines zoals spierpijnen, verminder lever- en

diovasculaire sterfte34. Opmerkelijk is de synergie tus-

nierwerking en neurologische klachten22. Want als

sen co-enzym Q10 en (organische!) selenium, die bij

HMG CoA reductase-inhibitoren remmen statines na-

gezonde ouderen (77-88j) heel duidelijk het risico op

melijk niet alleen de aanmaak van cholesterol in de

cardiovasculaire sterfte verlaagde35.

lever, maar ook die van co-enzym Q1020,21.

Basismiddel bij hypertensie en migraine Door de endotheelfunctie in de bloedvaten te verbeteren11,12 en in het bijzonder door de vaatwand ontspannende stof stikstofmonoxide (NO) te beschermen tegen oxidatieve degradatie, kan ubiquinol succesvol ingezet worden bij (pre)hypertensie, waar het duidelijk de bloeddruk doet dalen23,24 en bij sommigen zelfs de inname van medicijnen volledig kan vervangen36. Het helpen voorkomen van de vaatspasmen (die meestal een aanval vaak voorafgaan) door optimaliseren van het gehalte NO, kan trouwens ook helpen migraine in ernst en frequentie afnemen29,30.

Neuroprotectief Als lipofiel antioxidans kan ubiquinol bij uitstek zenuwweefsel helpen beschermen tegen oxidatieve schade. Reken daar bij dat steeds meer een gebrekkige mitochondriale functie als medeoorzaak wordt beschreven van neurodegeneratieve aandoeningen, en je begrijpt dat ubiquinol vaak wordt ingezet om de ziekte van Parkinson25,26, de ziekte van Alzheimer, multiple sclerose en autisme af te remmen.

referenties op aanvraag


26

Raphanus Sativus L. var. Niger Raphanus sativus L. Var. niger behoort samen met broc-

Het glucosinolaat van Raphanus niger is glucorapha-

coli, kolen, rapen, spruiten, e.a. tot de familie van de

satine, het isothiocyanaat is 4-methylthiobut-3-enyl of

Cruciferae. Zwarte radijs bevat veel secundaire

raphasatine.

metabolieten

De algemene medicinale eigenschappen van deze

satine, taan,

zoals

glucosinolaten:

glucobrassicine, diallylsulfide,

noïden,

sinapine;

anthocyanen,

coumarines,

sinigrine,

glucorapha-

methylmercap-

polyfenolen:

fenolzuren,

carotenoïden,

terpenen,

groente zijn dezelfde als van de Cruciferae:

flavo-

quercetine; vitaminen

• stimulatie van de detoxificatiereacties. Zwarte

radijs induceert fase I: CYP1A1 en CYP1A2 en fase

(B,C, E, foiumzuur), mineralen (Fe, Ca, P, Mn, Mg, Se,

II: gluthation S-transferase, quinonreductase en

K, Zn, S); aminozuren: methionine, glutaminezuur,

epoxide hydrolase (Scholl et al 2011). Zwarte radijs

cysteïne, e.a. en enzymen. Zwarte radijs bevat dub-

stimuleert de ontgifting van paracetamol (Evans

bel zoveel glucosinolaten als de andere Cruciferae.

et al 2014).

Glucosinolaten worden door de plant gemaakt als afweermiddel tegen vraatzucht.

• antimicrobiële activiteit tegen pathogene bacte-

De cellen van de kruisbloemigen bevatten twee com-

riën, ook multiresistente: Escherichia coli, Pseudo-

partimenten waarin enerzijds de glucosinolaten zitten

monas aeruginosa en pyocyaneus, Salmonella

en anderzijds een compartiment waarin het enzym

typhi, Klebsiella pneumoniae, Baccillus subtilis,

myrosinase, een glucosidase, ingesloten zit. Door het

Staphylococcus aureus, Enterococcus faecalis

hakken of kauwen van de groenten komen de com-

(Jadoun et al 2016).

ponenten met elkaar in contact en ontstaan er isothiocyanaten, indolen, thiocyanaten, epithionitrilen en

• antitumorale

nitrilen (Rask et al. 2000). De interacties tussen de glu-

werking van de isothiocyanaten berust op verschil-

cosinolaten en de myrosinases worden bepaald door

lende mechanismen. De meest gekende zijn:

specifieke proteïnen: de “epithiospecifier proteins”

inhibitie/stimulatie van fase 1-enzymen (cyto-

(ESP). De ESP bepalen welke substanties gevormd wor-

chroom P-450) en inductie van fase 2-enzymen

den na inwerking van de myrosinases. In afwezigheid

(glutathion S-transferase, UDP-glucuronosyl trans-

van ESP worden de glucosinolaten meestal omgezet

ferase, SOD), inhibitie van NF-κB, epigenetische

tot isothiocyanaten. Met behulp van de ESP worden

regulatie, modulering van de expressie van

glucosinolaten omgezet tot indolen, thiocyanaten,

microRNA (miRNA), beïnvloeding van de celcy-

epithionitrilen en nitrilen. De aard van de metabolieten

clus, apoptose, modulering van hormoonrecep-

wordt ook bepaald door de chemische structuur van

tor-expressie, anti-angiogene effecten (Gupta et

de glucosinolaten-zijketens (Wittstock et Burow 2007).

al. 2014; Navarro et al. 2011). Zwarte radijs

werking:

de

chemopreventieve

verminderde de 17-beta-oestradiolspiegel bij Glucorafanine wordt gehydrolyseerd door het enzym

mannen met 10% na 4 weken gebruik van 1500

myrosinase, met de vorming van sulforafaan. Afhan-

mg poeder/dag (Evans 2014). Isothiocyanaten

kelijk van de pH en de aanwezigheid van ESP kunnen

hebben bij proefdieren aangetoond dat ze een

ook andere moleculen gevormd worden (Guerrero-

bescherming kunnen bieden tegen het ontstaan,

Beltrán et al. 2012)

de proliferatie en de metastase van tumorcellen

(Navarro et al. 2011; Wu et al. 2009). Zijn de apop-

toseprocessen door virussen of chemische stof-


MEER DAN SPORT ALLEEN! Wellness

Fitness

Zwembad Dansschool

Zwemschool

Brasserie

Groepslessen

Het volledige aanbod per site vind je op onze website.

Sportoase is houder van volgende certificaten:


28

Persbericht /

fen verstoord, dan kan dit leiden tot ongecontro-

leerde celgroei. De isothiocyanaten stimuleren de

apoptose van deze gedegenereerde cellen zonder

toxisch te zijn voor de gezonde cellen. Er zijn veel

positieve studies gepubliceerd over broccoli met

zijn voornaamste isothiocyanaten, sulforafaan en

indol-3-carbinol. Een dieet met 20% zwarte radijs

beschermde muizen tegen het DMBA (dimethylben-

zanthraceen) geïnduceerd carcinogeen model

door opregeling van fase I en fase II detoxificatie

enzymen, vlug metabolisme van DMBA en ver-

mindering van beenmerg-progenitor cellen (N’jai et

al. 2012).

Specifieke eigenschappen van zwarte radijs zijn verteringsbevorderend, galdrijvend, leverstimulerend, galsteenafbrekend en verminderen van cholesterol en vetten (Castro-Torres et al 2012). Raphanus niger voorkomt bleomycine-geïnduceerde longfibrose bij ratten door inhibitie van TGF-beta1 (Asghari et al. 2015). Zwarte radijs kan ook gebruikt worden bij hoest en verkoudheid door de antiseptische werking van de isothiocyanaten (rap-

Cyrasil Ampoules met gelyofiliseerd extract van zwarte radijs 1500 mg (10:1), artisjok 700 mg (1:1), mariadistel 700 mg (1:1) en fosfatidylcholine 135 mg die het lichaam helpen te zuiveren. Raphanus

sativus

bevat

zwavelhoudende

heterosiden met verteringsbevorderende, galdrijvende en galsteenafdrijvende eigenschappen. Cynara scolymus ondersteunt de vertering dankzij de bitterstof cynarine, bevordert de vetafbraak en helpt een gezonde cholesterolspiegel te behouden. Silybum marianum bevat silymarine dat het weefselherstel bevordert en de leverfunctie terug in evenwicht brengt. Fosfatidylcholine is leverbeschermend en zorgt

hasatine).

voor een betere opname van de actieve stof-

De nutritionele waarde wordt over de hele wereld geap-

en enzymen uit de verse planten zorgen voor

precieerd, vooral het hoog gehalte aan vezels en vitaminen en het laag gehalte aan vetten. Je eet zwarte radijs beter in kleine porties, het geeft een frisse smaak aan salades en smaakt scherper dan (rode)radijsjes door

fen. De hoge concentraties aan actieve stoffen een zeer efficiënte werking en een optimale ontgifting van toxische stoffen zoals benzopyrenen, polykoolwaterstoffen (PAK’s), alcohol, e.a.

een grotere concentratie aan inhoudsstoffen. Voor medicinale toepassingen is een gelyofiliseerd extract noodzakelijk omdat alleen dan de nodige enzymen aanwezig zijn om de actieve isothiocyanaten te vormen.

Soria Bel nv Ringlaan 35, B-8480 Ichtegem Tel: 0(032)51/58 80 30 info@soriabel.be www.soriabel.be


NutriFacts

2016/04

29

Producten in de kijker

CARTILATON: complete en wetenschappelijk onderbouwde bewegingsformule

B-ijzer B-ijzer, ijzersupplement van Boiron, biedt een fysiologische dosis ijzer van 14 mg IJZER PER CAPSULE onder de vorm van een aminozuur (ijzer(II)-Lpidolaat) voor een optimale assimilatie

Bewegingscomfort kan op twee natuurlijke

van ijzer.

manieren verbeterd worden: enerzijds de

Vitamine C verhoogt de ijzeropname: 25 mg

ontstekingsverschijnselen in de gewrichten

PER CAPSULE ascorbinezuur behoudt ijzer in zijn

aanpakken, anderzijds de ideale bouwstoffen

bivalente vorm in het spijsverteringskanaal.

voor het kraakbeen aanvoeren.

Foliumzuur vervolledigt de anti-anemische

De vernieuwde formule van CARTILATON van

actie: 400 μg PER CAPSULE is de aangepaste

Mannavital geeft op beide vlakken de aller-

dosis ter preventie van een foliumzuurtekort:

beste impuls dankzij:

• zwangerschap (aanbevolen dosering ter

• de optimale combinatie van 70 % Kurkuma

preventie van spina bifida)

(Meriva®) en 30 % Boswellia (Casperome®),

• alcoholisme

onder de vorm van de goed opneembare

• geriatrie

fytosomen, voor een maximale verzachting van de gewrichten en voor een toename van

Posologie:

wandelafstand

1 capsule per dag

• eierschalenmembraan (Ovomet®): de na tuurlijke synergie van glucosamine, chron-

Voordeel:

droïtine, collageen en hyaluronzuur die beter

goede therapietrouw aangezien het goed ge-

werkt dan elk van deze bouwstenen apart

tolereerd wordt.

toegediend

PP voor 50 capsules: 14,25 

• ongedenatureerd of natief collageen type 2 (B2Cool®): ter bescherming van het collageen in het gewrichtskraakbeen tegen onnodige aantasting

MannaVita

Boiron

Zuidstraat 10 - 8560 Wevelgem

Rue Carlistraat 5 - B-1140 Evere

T + 32 (0)56 43 98 51

Tel +32 (0)2 724 00 61 - GSM +32 (0)479 849635

info@mannavita.be

ulrike.vandenHoute@boiron.be

www.mannavita.be

www.boiron.be


30

SILETTUM Voor wie? Breekbaar en broos haar door: • verandering van het seizoen

• bevalling, psychologische stress, trauma ...

SILETTUM is een voedingssupplement dat een unieke combinatie van marien silicium, mineralen, spoorelementen en vitaminen B aanbrengt. De goede mineralisatie van haar draagt bij tot betrokken bij tot de schoonheid en sterkte van het haar. Vitamine B8 draagt bij tot het handhaven van normaal haar. Vitamine B6 draagt bij tot normale synthese van cysteïne, een zwavelhoudend aminozuur, de belangrijkste component van haar. Cysteïne wordt aangebracht door het hydrolysaat van sesam en cystine. Ingrediënten: Samenstelling

Voor 2 capsules

% NRW* voor 2 capsules

Lithothamnium calcareum

450 mg

-

Palmaria palmata

250 mg

-

Hydrolysaat van sesam-ewit

300 mg

-

Cystine

40 mg

-

Vitamine B5

6 mg

100%

Vitamine B6

1.4 mg

100%

Vitamine B9 (foliumzuur)

200 µg

100%

Vitamine B8 (biotine)

50 µg

100%

Iodium

41 µg

27%

* Nutrient Reference Value

Resultaten: Schoonheid en vitaliteit van het haar

Algen en mineralen: Lithothamne (kalkwier) is een rood zeewier die gevonden wordt van Scandinavië tot het Iberisch schiereiland en waarvan de droge stof bijna uitsluitend uit minerale bestanddelen bestaat. Het is bijzonder rijk aan silicium en calcium en bevat vele andere mineralen en spoorelementen in kleine doses. De Palmaria palmata (Dulse), rood macro-alg wordt geconsumeerd in Noord-Europa omwille van zijn gehalte aan mineralen en sporenelementen. Ingrediënten: Lithothamnium calcareum, hydrolysaat van sesam Sesamum indicum, methionine, Palma palmatum, L-cystine, antiklontermiddelen: magnesiumstearaat, magnesiumsilicaat, calciumpantothenaat, pyridoxine hydrochloraat, foliumzuur, biotine.

Gebruiksaanwijzing: 1 of 2 capsules per dag in te nemen voor de maaltijd. Kuur van 3 maanden te verlengen indien nodig. Bewaring: Bewaar op een koele, droge plaats. Presentatie: Doos met 60 plantaardige capsules - Code CNK 2128-817 Verkocht in de apotheek. Voedinssupplement: De aanbevolen dagelijkse dosis niet overschrijden. De consumptie van dit product zal worden begeleid door een gevarieerde voeding en een gezonde levensstijl. Buiten het bereik van kinderen houden.

Jaldes 1132 rue de la Castelle - 34070 MONTPELLIER - France Tel +33 (0)4 67 99 80 50 contact@jaldes.fr www.jaldes.com


Voor ondernemers met een duurzame visie

D-Pearls - De zonnevitamine: DE NIEUWE STANDAARD IN VITAMINE D Nieuw: D-Pearls 3000 – hoogste dagdosis vitamine D op Belgische markt! Het is een extra hoge dosering die speciaal ontwikkeld werd om snel grote tekorten te dekken. Elk pareltje bevat namelijk 3000 IE (Internationale Eénheden of 75 microgram) vitamine D. Het is de oplossing voor het hele gezin (vanaf 11 jaar) om snel tot gezonde vitamine D waarden te komen of voor zij met een verminderde lichaamseigen aanmaak, in het bijzonder: • mensen met een donkere huidskleur • gesluierde vrouwen • mensen met een overgewicht • ouderen (als opstartdosis) • zwangere vrouwen en vrouwen die borstvoeding geven (als opstartdosis) D-Pearls 3000 bevat natuurlijke vitamine D opgelost in extra vierge olijfolie (eerste persing), zonder toevoeging van suiker of zoetstoffen. 8 op 10 mensen hebben een tekort In België hebben 8 mensen op 10 een tekort aan vitamine D. Dit tekort treft zowel kinderen, volwassenen als bejaarden. Vitamine D is onontbeerlijk voor goede beenderen en goede tanden, voor een goede spierwerking, maar ook belangrijk voor ons immuunsyteem, onze weerstand. Nu bij uw apotheker Een doosje bestaat uit 80 pareltjes Aanbevolen prijs van  19,95 (vraag naar de code CNK 3506-433).

Pharma Nord Minervastraat 14, B-1930 D-Pearls Zaventem 3000 T +32 (0)2 720 51 20

Iedereen heeft vitamine D nodig In België hebben 8 mensen op 10 een vitamine D3 tekort. Nochthans heeft deze vitamine een onmiskenbaar karakter voor het lichaam !

80 tot 90 % van de vitamine D3 wordt aangemaakt door blootstelling aan de zon. D-Pearls 3000 wordt over het algemeen aangeraden voor : • mensen die overdag niet buitenkomen • mensen met een donkere huidskleur • mensen met obesitas • ouderen (en in bejaardentehuizen)

info-be@pharmanord.com - www.pharmanord.be Vitamine D3 moet aanwezig zijn in talrijke weefsels waar het een belangrijke rol uitoefent voor : • goede botten en tanden

• een goede werking van de spieren • een goede immunitaire respons

Hooggedoseerd vitamine D3 opgelost in olijfolie D-Pearls 3000 bevat 75 µg vetoplosbaar natuurlijk vitamine D3, opgelost in koud geperste extra vierge olijfolie voor een optimale opname. D-Pearls 3000 wordt aanbevolen bij een vitamine D tekort (plasmawaarde vitamine D < 20 ng/ml of 50 nmol/l).

Gebruiksaanwijzing : Voor volwassenen en kinderen vanaf 11 jaar. 1 capsule per dag. Bij voorkeur tijdens de maaltijd in te nemen (om te kauwen of om door te slikken). Verpakking : CNK 3506-433

D-Pearls 3000

NUT 238/65 Verkrijgbaar bij de apotheek

80 caps

€ 19,95

Zondag 15 oktober 2017 Maandag 16 oktober 2017 Brussels Expo | Paleis 1

Dé vakbeurs voor bio-, eco-, natuurlijke en duurzame producten. Voor en door de sector.

www.bio-xpo.be www.vitasanaexpo.org


18

e

Congres voor

Nutri- & Fytotherapie Zaterdag 18 maart 2017

Salons de Romree, Grimbergen Verkiezing winnaar Award Nutri- & Fytotherapie

2017

www.nutrifyto.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.