5 minute read

Kort

Smart Industry programma leidt tot regionale kennis- en testcentra

Stimuleren van digitalisering binnen de (maak)industrie leidt tot economische groei. Door samenwerking van het bedrijfsleven en overheden in het Programma Smart Industry is in vijf jaar tijd een nationaal netwerk van 50 kennis- en testcentra opgezet waar ruim 680 bedrijven aan deelnemen. Daarmee is een goede impuls gegeven aan de toepassing van digitale technologie in het midden- en kleinbedrijf in de maakindustrie.

Advertisement

Het kabinet wil met de eind afgelopen jaar gepresenteerde Visie op de toekomst van de industrie in Nederland samen met het bedrijfsleven en kennisinstellingen inzetten op groei van de Nederlandse (maak)industrie. Nederland heeft van oudsher een sterke positie. Extra publiek en privaat investeren in innovatie en kennis is echter nú nodig om sterk uit de crisis te komen en de internationale concurrentiepositie te behouden. De belangrijkste aanbeveling uit de evaluatie is dan ook om de maakindustrie te blijven stimuleren om te kunnen digitaliseren.

Staatssecretaris Mona Keijzer (EZK); “Het kabinet geeft zelf het goede voorbeeld door via het Nationaal Groeifonds meer dan een miljard euro publiek geld in technologieën als AI en quantum extra te investeren. Het toepassen van deze en andere digitale technologieën leidt tot hogere arbeidsproductiviteit en toekomstige economische groei. Juist op deze toepassingen richt het programma Smart Industry zich. De evaluatie toont de effectiviteit van dit programma aan. Het rapport biedt daarnaast nuttige aanbevelingen voor opschaling, zoals nationale coördinatie om regionale kennis te verbinden. Het is belangrijk dat het nieuwe kabinet en de samenwerkende partners de Smart Industry strategie van de toekomst samen invulling geven”.

Nieuwe producten, diensten en bedrijvigheid Uniek aan de Nederlandse Smart Industry aanpak is de regionale kennisinfrastructuur. Sinds de start is door de betrokken partijen 370 miljoen euro geïnvesteerd in een netwerk bestaande uit 45 Fieldlabs en 5 Smart Industry Hubs. Ruim 680 bedrijven nemen inmiddels deel aan deze zogeheten praktijkomgevingen. Doordat medewerkers relevante technologieën hebben leren toepassen, zijn nieuwe producten en diensten ontwikkeld. Uit de fieldlabs zijn 32 nieuwe bedrijven ontstaan. Vanuit Fieldlab Technologies Added, waar startups en mkb bedrijven worden ondersteund bij het produceren en testen van een eerste series producten, zijn inmiddels zes bedrijven begonnen met productie. Waaronder Sustainder uit Emmen, dat werkt aan slimme straatverlichting.

Programma Smart Industry Sinds 2015 werken in het Programma Smart Industry, publiek-private partijen samen om bedrijven uit de maakindustrie te stimuleren met slimme technologie te gaan werken, dan wel verder te ontwikkelen. <

ULTIMO EN PONTIFEXX <

Ultimo en Pontifexx brengen samen onderhoudsorganisaties naar een hoger niveau

Asset managementadviesbureau Pontifexx is sinds vorig jaar implementatiepartner van het Ultimo Enterprise Asset Management systeem. Een driedubbele win-situatie: voor Ultimo zelf, voor Pontifexx en voor de gebruikers die met Ultimo (gaan) werken. “Samen brengen we de klant met de juiste begeleiding naar een hoger niveau.”

Het Ultimo IT-platform voor asset management is marktleider in Nederland. De software vindt zijn weg ook steeds meer naar asset owners buiten ons land. Om klanten optimaal te kunnen blijven bedienen koos Ultimo ervoor om met implementatiepartners te gaan werken. Binnen de industrie in Nederland is dat Pontifexx uit Zwolle.

Sneller en beter de klant bedienen

Ewout Noordermeer van Ultimo: “Door de samenwerking met Pontifexx ontstaat er meer flexibiliteit en schaalbaarheid, waardoor we klanten sneller en nog beter kunnen bedienen.” Pontifexx brengt een belangrijke toegevoegde waarde mee, zegt Noordermeer. “Het is namelijk een asset management adviesbureau dat tegelijk met de Ultimo-implementatie kritisch naar de onderhoudsorganisatie van de klant kan kijken.”

Verbinding leggen

Johan van de Pol van Pontifexx: “Wij zien vaak dat technische organisaties niet hun volledige potentie benutten. Dat leidt tot minder output, hogere kosten of zelfs tot veiligheidsrisico’s. De oorzaak is vaak dat ‘de brug’ tussen management en werkvloer ontbreekt. Wij zien onszelf graag als die bruggenbouwer en leggen de verbinding. Het ontwikkelen van een organisatie gaat daarbij tegenwoordig niet meer zonder tegelijkertijd (verder) te automatiseren. Ultimo als kloppend hart van een TD en wij als de partij die het hart voedt, zo kun je het zien.”

IT en Maintenance Consultancy

Een voorbeeld van het nieuwe partnership is de Ultimo-implementatie bij snackfabrikant GoodLife Foods in Oudkarspel. De fabriek

‘‘Het ontwikkelen van een organisatie gaat tegenwoordig ’ niet meer zonder tegelijkertijd (verder) te automatiseren’

werd onlangs uitgebreid en daarmee ontstond de noodzaak voor een eigen technische dienst, ondersteund met een professioneel onderhoudspakket. De keuze viel op Ultimo omdat andere GoodLifevestigingen er al mee werken. Ewout Jonk van Goodlife Foods werkte samen met Pontifexx aan het inrichten en implementeren van het Ultimo-pakket. De opdracht bestond uit een deel IT consultancy en een deel Maintenance consultancy, zegt Jonk. “We hadden hier niets en het moest vanaf nul worden opgezet. De juiste boomstructuur neerzetten voor je machinepark is extreem belangrijk en voorkomt extra werk achteraf.”

Werkorders genereren

Toen de basis stond, was de volgende stap het kunnen genereren van werkorders voor correctief en preventief onderhoud. Alle planbare en repeterende werkzaamheden werden hiervoor vanuit het onderhoudsconcept in het systeem ingericht. Ultimo vervaardigt nu zelf automatisch werkorders. Jonk: “In de eerste drie maanden genereerden we zo’n vierhonderd werkorders waarvan we de meesten al afwikkelden.”

Automatiseringsslag en inhoudelijk verbeterproject

“Een automatiseringsslag en een inhoudelijk verbeterproject gingen hier hand in hand in één project”, zegt Van de Pol. “En dat is een logische combinatie, met een duidelijke meerwaarde voor de klant.” Jonk: “We hebben in korte tijd flinke stappen gemaakt. De totale doorlooptijd was met vier maanden korter dan verwacht, waardoor we nu al bezig zijn met het onderdelenmanagement en de magazijninrichting. Als dat straks in Ultimo is ingericht, besparen we nog meer tijd en geld omdat we niet meer hoeven te zoeken welk onderdeel bij welke machines past en waar het precies ligt. Zonder de hulp van Pontifexx had het hele proces mij veel meer tijd gekost, waarschijnlijk met een minder goed resultaat. Bovendien had ik cursussen moeten volgen. Nu leerde ik al veel tijdens de implementatie. We krijgen complimenten van de andere GoodLife-vestigingen en het ziet ernaar uit dat Pontifexx ook daar aan de slag gaat om het bestaande Ultimo-pakket te optimaliseren.”

Goed opgepakt

Noordermeer van Ultimo hoort het met genoegen aan. “Pontifexx heeft het absoluut goed opgepakt en zich de materie snel en goed eigen gemaakt. Samen brengen we de klant met de juiste begeleiding naar een hoger niveau.” Meer dan honderd inrichtings- en implementatieprojecten deed Pontifexx al het afgelopen jaar en er is een mooie wisselwerking ontstaan, zegt Van de Pol. “Wij opereren ook als de voelsprieten met betrekking tot de ontwikkeling voor Ultimo. Als we signalen oppikken in het dagelijkse werk, geven we die door, waardoor Ultimo als platform voor asset management weer verder ontwikkelt.”

Ultimo koos bewust voor een implementatiepartner met een klantgerichte en open bedrijfscultuur, zegt Noordermeer tot slot. “In feite hebben we onze eigen monopoliepositie doorbroken; klanten kunnen voortaan kiezen voor Ultimo of voor Pontifexx, elk met hun eigen expertise en condities. Wij houden onze eigen consultancytak die vooral focust op de grotere, complexe (internationale) projecten en het beheer van ons Cloud-platform.”

This article is from: