4 minute read
Verslag Big hand event
from NTHT april 2022
by NVHT2017
Door Saskia Gladdines
Het Big Hand Event vond dit jaar digitaal plaats. Het betrof de 5e editie, met 6 sprekers en 160 deelnemers uit 14 verschillende landen. Er was deze keer veel input te leveren op het programma van het Big Hand Event: vooraf is gevraagd waar wij als deelnemer in geïnteresseerd zouden zijn. Namens de redactie volgde Saskia Gladdines onderstaande sprekers.
Advertisement
Prof. Dr. Kai Megerle uit München trapte af en nam ons mee in de nieuwe aspecten van het diagnosticeren en de behandeling van Scapholunaire Ligament (SLL) rupturen. We werden eerst meegenomen in de basis met video’s over hoe het scaphoid beweegt. Daarna vertelde hij ons dat SLL-rupturen verschillende klinische verschijningen kunnen hebben, en dat geïsoleerde SLL-rupturen niet altijd DISI configuraties laten zien. Hij benoemde als belangrijke secondaire stabilisatoren het Dorsale Intercarpale Ligament (DIC), Palmaire Scaphoid Trapezium Trapezoideum (STT) ligament en Lange Radiolunaire Ligament (LRL) Zijn advies is: gebruik een “window approach” en maak gebruik van het plaatsen secundaire stabilisatoren bij een reconstructie.
Revalidatiearts Helma Bongers-Janssen vertelde over het hand- en armbeleid bij patiënten met een cervicale dwarslaesie. Ondanks de verlamming is het doel om de hand- armfunctie zo goed mogelijk te krijgen. Deze patienten kunnen profijt hebben van zenuwtranfers. Deze zijn bijvoorbeeld gericht op het openen van de hand, grijpen of op extensie van de elleboog. Wel is er veel tijd nodig voor revalidatie, moet de patiënt gemotiveerd zijn en er moet ook nagedacht worden over de invloed die een operatie kan hebben op bijvoorbeeld de lichamelijke transfers die de patiënt op dat moment op dagelijkse basis moet maken. Het kans soms namelijk tot wel 6 maanden duren voordat kracht kan worden opgebouwd en er toegewerkt kan worden naar normaal functioneren in de dagelijkse praktijk. Het is geen simpele truck die toegepast wordt en deze revalidatie moet dan ook goed worden ingebed in de revalidatie van dwarslaesiepatiënten. Daarom wordt voor de behandeling en revalidatie veel samengewerkt tussen de dwarslaesie behandelcentra in Nederland. Dr. Corey McGee nam ons mee in huidige evidentie en de nieuwe interventiestrategieën over de proprioceptie van het carpometacarpale (CMC) gewricht. Hij liet ons zien dat onder andere de goniometer wordt gebruikt voor het meten van het gevoel van de gewrichtspositie maar dat er ook gebruikt wordt gemaakt van een nieuwe manier van meten van propriocepsis waarbij de intermetacarpale afstand wordt gemeten met een schuifmaat. Naast de wetenschappelijke evidentie werden er ook praktische voorbeelden getoond van onder andere somatosensorische training: bijvoorbeeld het leren voelen van de gewrichtspositie en het reproduceren van bewegingen en krachten. Samenvattend was de boodschap dat er een mogelijkheid is dat een patiënt onder begeleiding van de handtherapeut de duimfunctie kan verbeteren en mogelijk zelfs het artrose proces kan vertragen of stoppen. Nieuw onderzoek geeft aan dat het stadium van de patiënt van invloed kan zijn op nieuwe revalidatietechnieken. Vroege verwijzing kan hierbij mogelijk cruciaal zijn.
Mr Shrikant J. Chinchalkar vertelde over wondgenezing en keuzes die we maken binnen de handtherapie. Het begrijpen van wondgenezing is namelijk cruciaal bij het maken van chirurgische en therapeutische besluitvorming. Bij een trauma hebben we namelijk te maken met botten, spieren, pezen, zenuwen, gewrichtsbanden en de huid. Elke structuur geneest in een bepaald tijdsbestek. Samenvattend was zijn boodschap dat voor een succesvolle remodelering krachten geïntroduceerd moeten worden. Wanneer de stress en spanning correct wordt toegepast geeft dit grote fysiologische veranderingen tijdens de weefselgenezing.
Voor een optimaal resultaat zou een vroegtijdige gecontroleerde mobilisatie overwogen kunnen worden.
Dr. Joost Colaris vertelde als lid van de groep experts over de recent geüpdatete Richtlijn Distale Radiusfractuur. We werden meegenomen in alle onderdelen van de richtlijn: radiologisch onderzoek, repositie criteria, immobilisatie, indicaties voor operatie, chirurgische technieken, indicaties voor artroscopie en de nabehandeling met handtherapie. Een aanbeveling was onder andere dat een chirurg de benadering van een fractuur moet laten afhangen van de eigenschappen van de fractuur op de CT. Er is mogelijk sneller herstel na een operatie dan na een conservatieve behandeling: onderzoek laat betere uitkomsten na een operatie zien op de De Disabilities of the Arm, Shoulder and Hand (DASH) en De Patient Rated Wrist/Hand Evaluation (PRWE) op 3 en 6 maanden bij patiënten met een goede stand in vergelijking met conservatief behandelde patiënten. Na 12 maanden zijn deze uitkomsten gelijkwaardig. Handtherapie wordt niet direct geadviseerd na een radius fractuur maar wel op indicatie. Als je hier meer over wilt weten, lees dan de samenvatting van deze richtlijn in dit tijdschrift. Als laatste mocht Prof. dr. Steven Hovius ons vertellen over de eerste Nederlandse dubbele hand transplantatie. We werden meegenomen in alle stappen die nodig waren om tot deze transplantatie te komen. Dit hele proces duurde ongeveer 3 jaar, je kunt je voorstellen dat het nogal wat stappen waren. Onder andere het opstellen van de vele protocollen, veel oefenen met het team, instrueren van IC’s, regelgeving rondom donoren, ethische en juridische aspecten etc. Hierna werden we middels een mooie animatie meegenomen hoe de operatie eruit zou gaan zien. Daarnaast werden er 3D mallen gedemonstreerd die speciaal ontwikkeld waren voor de incisies bij zowel donor als ontvanger. Alle structuren werden gemarkeerd met tags bij zowel de donor als ontvanger. Na 24 uur was de operatie geslaagd. Er was in de presentatie ook aandacht voor het proces na de operatie: de revalidatie en her-operaties. Een dubbele hand transplantatie wordt niet zomaar uitgevoerd daarvoor is de perfecte patiënt nodig met een bilaterale amputatie tussen de elleboog en de pols, die zeer gemotiveerd is, psychologisch sterk en mentaal in staat is om het risico van de operatie in te schatten. We kregen te zien wat deze patiënt voor de operatie zelfstandig kon uitvoeren in het dagelijks leven, en het resultaat na de transplantatie. Hieruit bleek bijvoorbeeld dat ze nu weer in staat is om zelf een ei te breken en een pannenkoek te bakken.