GRAM april 2018

Page 1

SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN

VAKBLADVAN VANDE DENVRD NVRD||JAARGANG JAARGANG109 108#03 #05APRIL JUNI 2017 VAKBLAD 2018 PERIKELEN HOE DOEN ZIJ DAT? RONDOM DE AFVALGLADHEIDBESTRIJDING STOFFENHEFFING BIJ BUSHALTES

BIJPLAATSEN VAN CODE ROOD: AFVAL BIJ ONDERGRONDSE STORM IN EEN GLAS AFVALCONTAINERS WATER OF OPPASSEN GEBLAZEN?

GROF HUISHOUDELIJK HAALBAARHEIDSRESTAFVAL, WEL OF NIET STUDIE HELLOBIN NASCHEIDEN? ONDERZOEKT INZET SATELLIETDATA

OPLOSSING VOOR SECTORPLAN LUIERS STEEDS AMBOR DICHTERBIJ VERDER ALS ROUTE2020


Schuitemaker specialist in: •

zoutstrooiers

sneeuwploegen

zoutloodsen

rolbezems

zoutoplossers

winterdienstopleidingen

Schuitemaker Industrial B.V. | Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Nederland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 | sales@sr-schuitemaker.nl | www.sr-schuitemaker.nl


COLOFON UITGEVER NVRD, WTC Arnhem Nieuwe Stationsstraat 10 6811 KS ARNHEM +31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl REDACTIECOMMISSIE Marc Veenhuizen, gemeente Apeldoorn (hoofdredacteur) Riny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-Oost Addie Weenk, Rijkswaterstaat Diederik Notenboom, Meerlanden Folkert Starreveld, Cyclus Management Dico Kuiper, gemeente Alphen aan den Rijn Marianne Zegwaard, Stantec Bas Assink, Twente Milieu Ilse van der Grift, NVRD EINDREDACTIE Karin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhem +31 (0)88 - 3770000 hegeman@nvrd.nl ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl REALISATIE EN DRUK Print2Pack, print2pack.nl Coverbeeld: Bart Eijgenhuijsen, Hollandse Hoogte ABONNEMENTENADMINISTRATIE NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem Jaarabonnement ad €108 ex btw. België €125 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50. BEËINDIGING ABONNEMENT Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD. Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard. ISSN 1569-0458 © NVRD RECYCLED Made from recycled material

C106833

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.

INHOUD 06

12

Kun je de gladheidbestrijding bij bushaltes opnemen in de reguliere strooiroutes of zijn deze locaties meer gebaat bij maatwerk? Een rondgang langs diverse gladheidcoördinatoren.

Wat is wijsheid als het weer omslaat? Stuur je dan je vuilniswagens de weg op met het risico dat ze in de problemen komen of hou je ze binnen en neem je voor lief dat de inzamelplanning in de soep loopt?

HOE DOEN ZIJ DAT? GLADHEIDBESTRIJDING BIJ BUSHALTES

CODE ROOD: STORM IN EEN GLAS WATER OF OPPASSEN GEBLAZEN?

08

VERWARMDE FIETSPADEN: ERVARINGEN VAN DE EERSTE PILOTS De pilots met verwarmde fietspaden in Nederland haalden enkele jaren geleden de buitenlandse kranten. Zo kregen de Gelderse gemeentes Wageningen en Ede testtracé's. Hoog tijd om te vragen hoe deze pilots zijn verlopen.

18

‘DE ENIGE ROUTE IS VERDUURZAMEN’ Consumenten denken vaak dat ze goed bezig zijn en bijdragen aan verduurzaming van de samenleving als ze hun afval scheiden, minder autorijden en korter douchen. Maar daarmee ben je er niet.

05 BEZEM 11 CLOSEUP 15 HAALBAARHEIDSSTUDIE HELLOBIN ONDERZOEKT INZET SATELLIETDATA 17 R EKENTOOL VOOR OMGEKEERD INZAMELEN EN DIFTAR 20 SECTORPLAN AMBOR VERDER ALS ROUTE2020 23 NVRD-LEDEN MOGELIJK GEDUPEERD DOOR TRUCKKARTEL 24 MILIEUSTRAAT NIEUWE STIJL 27 WIJ MAKEN WERK VAN CIRCULAIR 28 NVRD-STUDIEREIS OSLO 29 NVRD-NIEUWS 31 DE LEDEN CENTRAAL 32 BRANCHENIEUWS 34 AGENDA

GRAM #3 april 2018 | 3


Acht miljoen oude autobanden inzamelen per jaar... …dat zijn alle ingeleverde gebruikte personenwagenbanden in Nederland …dat is gelijk aan de oppervlakte van 400 voetbalvelden

…op milieuverantwoorde wijze verwerkt …dit levert 32 miljoen kilo hoogwaardige grondstoffen …dit betekent bijna 60.000 ton minder CO2-uitstoot …daarmee besparen we CO2 gelijk aan de emissie van 400 miljoen autokilometers (10.000 keer de aardbol rond) of de aanplant van 400.000 nieuwe bomen

Inzamelen oude banden. Voor een schoner milieu. Alle gebruikte autobanden worden in Nederland door RecyBEM ingezameld en op een milieuverantwoorde wijze verwerkt. RecyBEM is een initiatief van uw bandenleverancier. Het RecyBEM-systeem is door het ministerie van I&M algemeen verbindend verklaard (AVV). Hierdoor heeft RecyBEM kracht van wet.

www.bandenmilieu.nl

Oude banden, nieuw leven.


Ik moet toch even wat met u delen. Zoals u weet, ben ik een bezem. Een gewone alledaagse bezem; functioneel, ongecompliceerd, nuttig en van alle markten thuis, letterlijk. Ik maak schoon en ruim op. Maar ergens lijk ik een sprong in de taalevolutie te hebben gemist. Te veel gewoon buiten geweest denk ik, met gewone mensen in gesprek geweest. Mensen met vragen over onkruid en over plastic ("heeft scheiden wel zin?"). Maar kom ik op kantoor, begint een collega over ‘weestoeenertjie’. Het duurde even, voor ik het door had. Maar het ging over waste-to-energy. "Oh" zei ik onschuldig, "je bedoelt verbranden". Het gesprek was gelijk afgelopen.

Hergebruik heet ineens recovery en recycling lijkt in de wasteto-energyplant te zijn verdwenen, want het heet nu circulariteit. Wie houdt wie nu voor de gek. Ik hoorde in dit verband ook nog een andere mooie term: greenwashing. We kunnen er wel allerlei Engelse termen tegenaan gooien maar daar wordt de wereld niet beter van, het milieu niet schoner. We hebben transitieagenda's gekregen. Wat is er mis met een milieubeleidsplan? Is het woord, het plaatje niet belangrijker geworden dan de inhoud? De verpakking mooier dan het cadeautje? En over verpakkingen gesproken, nee, daar gaan we niets over zeggen. Daar zijn er genoeg van, zeker zo'n 250 soorten, allemaal van plastic. Dus we kunnen nog even door. Helaas. Er is niet één waarheid leerde ik al van Papa-bezem. Waarom dan die ene waarheid ook nog verhullen als je weet dat er meerdere zijn? Daar doet de verpakking niets aan af. Of zijn we te gevoelig geworden voor de bling-bling, de kraaltjes en de spiegeltjes? Schone schijn verblindt.

GRAM #3 april 2018 | 5


HOE DOEN ZIJ DAT? GLADHEIDBESTRIJDING BIJ BUSHALTES Kun je de gladheidbestrijding bij bushaltes opnemen in de reguliere strooiroutes of zijn deze locaties meer gebaat bij maatwerk? Een rondgang langs de gladheidcoördinatoren van verschillende gemeenten levert het volgende beeld op. BEELD: SANDER KRUITHOF

GEMEENTE AMSTELVEEN PATRICK BAK In Amstelveen zijn alle ov-routes opgenomen in de standaard strooiroutes en in de extreme routes (alleen bij sneeuwval en ijzel). De halte zelf wordt alleen bij sneeuwval, tijdens reguliere werktijden, schoongemaakt. Dit is handwerk voor Wijkbeheer, en vindt plaats wanneer het reguliere werk het toelaat. De haltekom zelf wordt tijdens een sneeuwschuifactie niet direct meegenomen, dit wordt later op de reguliere werkdag gedaan. Wij ondervinden ook ruimtegebrek om sneeuwresten te bergen. Een enkele keer hebben we grote sneeuwhopen door een kraanwagen van kruisingen moeten laten verwijderen.

6 | GRAM #3 april 2018

GEMEENTE UTRECHT CEES HOOGENDOORN In Utrecht strooien we alle busbanen en bus routes in de eerste fase. De haltekom van een bushalte wordt met strooiacties meegenomen. Met sneeuwschuiven gebeurt dit niet of nauwelijks omdat we ons op de hoofdroutes concentreren. De bushaltes en looproutes worden in de tweede fase handmatig door eigen medewerkers gestrooid, maar wel op reguliere werkdagen en werktijden. Hiervoor hebben we 125 medewerkers beschikbaar en de nodige handmachines als rolbezems, schuiven en handstrooiers. Bewoners worden bij iedere strooiactie geïnformeerd via bijvoorbeeld Twitter (#gladheid030).

GEMEENTE ROTTERDAM WILLEM BOUWMEESTER In Rotterdam zijn alle ov-routes opgenomen in de strooiroutes. De ervaring leert dat het ov, bij sneeuwval, last heeft van de opgestuwde sneeuw bij de haltes. Strooien doen wij bij elke halte, zowel curatief als preventief. Beleidsmatig vallen ovhaltes in de categorie prioriteit 1 als voetgangersgebieden van algemeen belang en worden behandeld nadat de sneeuwval is gestopt. In Rotterdam hebben wij 280 haltes waarvan 60 ‘normale’ en 220 zogeheten tramplushaltes. Een tramplushalte heeft een verhoogd perron die handmatig moet worden behandeld. Hierbij wordt gebruik gemaakt van een motorrolborstel, handschuiver en handstrooier. Dit duurt ongeveer 15 minuten per halte exclusief aan- en afrijdtijd. Sneeuw wordt geruimd tijdens reguliere werktijd. Buiten reguliere werktijd heeft Rotterdam 250 medewerkers op afroep beschikbaar. Grotendeels voeren wij de gladheidbestrijding uit in eigen beheer met eigen medewerkers. GEMEENTE TILBURG BOB BROCKS In Tilburg zijn de busroutes opgenomen in de strooiroutes. Deze komen over het algemeen ook overeen met de reguliere doorgaande routes. De bushaltes en busstations aan deze routes worden in de preventieve ronde zodoende automatisch meegenomen. Gestrooid zout wordt automatisch de bushalte ingereden door de bussen. Bij een curatieve actie met


sneeuwval is het natuurlijk een ander verhaal, dan is er meer inzet nodig. Wij roepen dan twee ploegen vanuit de sociale werkvoorziening op. Zij gaan op twee routes handmatig de stoepen bij grootste bushaltes ruimen en strooien. Ook wordt er met schuiven en borstelen nog extra aandacht besteed aan de busstations. De handmatige ploegen ruimen en strooien gelijk ook locaties die voor de strooiers slechter te bereiken zijn, zoals een fietsbrug. Ook behandelen zij de fiets- en voetgangersoversteekplaatsen in het centrum waar een ophoping van sneeuw ontstaat. GEMEENTE EINDHOVEN - RUUD JACOBS Eindhoven heeft een (voornamelijk vrij liggend) Hoogwaardig Openbaar Vervoer netwerk en reguliere ov-routes. De bushaltes van de HOV-routes worden met iedere strooironde meegenomen. De overige haltes niet. Bij sneeuwval worden de haltes van de HOV-routes vrijgemaakt. De overige haltes niet. Alleen bij grote hoeveelheden sneeuw die naar verwachting lang blijven liggen, starten we het scena-

rio ‘handmatig sneeuwruimen’ op waarbij alle haltes sneeuwvrij worden gemaakt. Verder hebben we met het openbaarvervoerbedrijf afgesproken welke bushavens er na een sneeuwruimronde worden vrijgemaakt. GEMEENTE HELLEVOETSLUIS SANDER KRUITHOF Binnen het uitvoeringsplan gladheidbestrijding Hellevoetsluis knippen wij een bushalte op in twee delen. Namelijk de haltekom (waar de bus stopt) en het loopgedeelte waar men in en uit de bus stapt en waar de abri staat. De haltekom wordt in Hellevoetsluis bij preventieve en curatieve acties via autologic mee gestrooid. Bij curatieve acties met sneeuwruimen is het onvermijdelijk dat er sneeuw de haltekom ingeploegd wordt. Meerdere strooivoertuigen gebruiken de hoofdrijbanen om de overige routes te rijden. Het tweede strooivoertuig dat deze halte passeert, ploegt de sneeuw vanuit de haltekom richting het loopgedeelte van de bushalte. Ook gaat de strooier aan zodat de halte-

kom na het ploegen opnieuw van dooimiddel wordt voorzien. De loopgedeeltes worden alleen op afroep tijdens reguliere werktijden van de aannemer handmatig sneeuwvrij gemaakt. GEMEENTE MIDDEN-DELFLAND RONALD KLUITERS De busroutes worden bij ons allemaal gestrooid en dan kom je dus ook langs alle halteplaatsen. Onze routes zijn zo ingesteld dat we bij het passeren van een halte een halve meter extra mee strooien naar de halte plaats toe. Het loopgedeelte van de bushaltes zijn bij ons niet expliciet in de reguliere strooiroutes opgenomen. Wel proberen we met de strooier-verstelling de halteplaatsen zo goed mogelijk mee te strooien tijdens het rijden van de routes. We hebben in ons uitvoeringsplan staan dat we, indien nodig, overdag tijdens reguliere werkuren bij de haltes handmatig gladheid bestrijden. Dit is in de praktijk echter alleen noodzakelijk bij sneeuwval en/of ijzel.

Excellent zout

voor onze afnemers

Esco is al jaren lang een betrouwbare partner voor industrie, handel en overheden. Wij kennen onze afnemers en de hoge eisen die zij stellen aan onze producten, kwaliteit en processen. Het in ons gestelde vertrouwen maakt ons trots en tot een van de belangrijkste zoutproducenten in Europa.

Esco Strooizout is een bijzonder effectieve mix van fijne en grove zoutkristallen. De fijne kristallen hebben een onmiddellijk dooi-effect, de grovere kristallen garanderen het vereiste langdurige effect bij dikkere lagen ijs en sneeuw. Esco is uw totaalleverancier voor vacuüm zout, steenzout en gezuiverde pekel. frisiazout.nl

Frisia Zout B.V. | Lange Lijnbaan 15 | 8861 NW

1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

Harlingen | T 0517- 492499 | E info@frisiazout.nl

GRAM #3 april 201819-03-18 |7

13:34


VERWARMDE FIETSPADEN: ERVARINGEN VAN DE EERSTE PILOTS De pilots met verwarmde fietspaden in Nederland haalden enkele jaren geleden de buitenlandse kranten. Zo kregen de Gelderse gemeentes Wageningen en Ede testtracé's. Hoog tijd om te vragen hoe deze pilots zijn verlopen. TEKST LUCIEN JOPPEN BEELD EASYPATH

Wageningen heeft in 2013 de primeur in ons land. Eind december werd een traject van 50 meter in gebruik genomen, het zogenaamde fietspad Onderlangs. Het verwarmde minitraject was een co-productie van de gemeente Wageningen en het bedrijf Easypath Nederland BV. Daarbij werd het bestaande asfaltfietspad vervangen door betonnen platen die verwarmd kunnen worden. Oprichter/eigenaar van Easypath, Job van Roekel, legt uit: “Het systeem, Thermopath, is vergelijkbaar met vloerverwarming. Door het beton lopen buizen waarin water de warmte geleidt. Het gaat hier om water tussen de 5 en 10 graden dat door uiteenlopende bronnen wordt verhit: aardwarmte, rioolwarmte of restwarmte van bedrijven.” Volgens Van Roekel is zijn systeem op basis van restwarmte economisch de beste oplossing. Kleinere trajecten, zoals de op- en afritten van parkeergarages, kunnen ook via elektrische verwarming sneeuw- of ijsvrij worden gemaakt. Voor langere trajecten is deze te duur, aldus Van Roekel. AANSTURING CRUCIALE FACTOR Het fietspad hoeft vanzelfsprekend niet continu worden verwarmd maar alleen 'in actie' te komen als het nodig is. Vandaar dat het Thermopath is uitgerust met sensoren die luchtvochtigheid en temperatuur meten. Van Roekel: “Het gaat om de combinatie temperatuur en luchtvochtigheid. Een vriestemperatuur is niet erg als het kurkdroog is. Omgekeerd is luchtvochtigheid boven nul geen issue. We hebben veel getest in de pilotfase met de aansturing van de verwarming. Essentieel is dat we op basis van lokale weersvoorspellingen (via MeteoGroup

8 | GRAM #3 april 2018

Wageningen, red.) en metingen op locatie het verwarmingssysteem in gang kunnen zetten. Dit moet tijdig gebeuren omdat dit proces tussen de 4 en 5 uur in beslag neemt. Als dit te laat gebeurt, riskeer je nog een bevroren fietspad en mogelijk ongemak voor het verkeer.” ONEVENWICHTIGE VERWARMING Wageningen was zoals gezegd de eerste gemeente met een verwarmd fietspad. Volgens Remco van Ahee, senior civil engineer bij de Gemeente Wageningen, vormde het eerdergenoemde pakket aan nadelen van strooien (zie kader) de aanleiding voor de pilot. “We hadden al eerder samengewerkt met Easypath voor een ander traject en wilden zelf ook ervaring opdoen met nieuwe vormen van wegbeheer”, aldus Van Ahee. Alhoewel de pilot niet echt is geëvalueerd, heeft deze wel interessante inzichten opgeleverd. Zo werd het warmtegeleidingssysteem gaandeweg aangepast. Van Ahee:

“De buizen liepen aanvankelijk van wegdekelement naar wegdekelement. Dat leidde tot een ongelijke verwarming waardoor een strook wel en de andere niet glad was. Door ieder element afzonderlijk te 'voeden' met een buis is dit probleem opgelost.” In de voorbereidingsfase zijn ook aannames gedaan die achteraf kostenverhogend gewerkt hebben. Zo kon er met minder grondboringen (diepte circa 150 meter, red.) hetzelfde resultaat behaald worden, aldus van Ahee. De kosten van het onderhoud zijn eveneens beheersbaar. Van Ahee: “Het onderhoud van de installatie bestaat voornamelijk uit het herstellen van molest (vandalisme) en afstelling. Qua inregeling zijn er op gebied van hard- en software technische maatregelen genomen. De gemeente Wageningen ziet graag in de aansluiting van de Snelfietsroute Arnhem - Wageningen deze techniek doorgezet. De provincie Gelderland is zeer positief over de behaalde resultaten in Wageningen en

WAAROM VERWARMEN? Een belangrijke vraag is: waarom zouden gemeentes fietspaden moeten verwarmen? Welnu, in geval van sneeuw en/of ijzel worden hoofdwegen vaak als eerste gestrooid. Fietspaden zijn ook niet altijd even goed bereikbaar met groot materieel. Hierdoor zijn fietspaden vaak later aan de beurt. Zeker in steden en gebieden waar veel fietsverkeer is, willen gemeentes de mobiliteit voor fietsverkeer ook tijdens de vorstperiode waarborgen. Kosten spelen ook een rol: het strooien van fietspaden is voor de wegbeheerder relatief duur. Zout heeft vanwege haar corrosieve karakter ook schadelijke gevolgen voor automobielen, wegmeubilair en kunstwerken langs de weg. Milieu is ook een belangrijke factor. Flora en fauna hebben er last hebben en het rijden met strooiwagens zorgt voor extra fijnstof en CO2-uitstoot.


De Bovenbuurtweg in Ede

Het slimme fietspad

0

-1

ziet grote kans deze techniek toe te passen, met gebruikmaking van restwarmte van bijvoorbeeld de Parenco in Renkum.” ZELF VERWARMEND Enkele jaren later dan in Wageningen is in de gemeente Ede een soortgelijke pilot opgestart. Aan de Bovenbuurtweg in Ede ligt een traject van 500 meter - eveneens afkomstig van Easypath - dat 3,5 meter breed is. Het fietspad in Ede is zelf verwarmend. Onder het fietspad is onder de retourleiding van het Warmtenet een horizontale warmtewisselaar aangebracht. Deze vangt de omgevingswarmte van de stadsverwarmingsleidingen op die onder het fietspad liggen. Net als in Wageningen kent het fietspad sensoren (buitenluchttemperatuur, buitenluchtvochtigheid en wegdekcontacttemperatuur) en is er een link met een weerdienst om het rondpompen van het water tijdig op te starten.

Volgens een woordvoerder van de gemeente Ede werkt het systeem naar behoren. Het eerste jaar - 2017 - stond in het teken van het testen van het technische werking van het systeem. In het tweede jaar zal vooral worden gekeken naar optimalisatie van het systeem. “Het doel is het totale verwarmde fietspad energieneutraal te laten functioneren en het verbruik op de meter van de stadsverwarming tot 0 te reduceren. Uit de test is gebleken dat een watertemperatuur van 5 graden voldoende is om de strook vorst- en sneeuwvrij te houden.” Bij positieve resultaten uit het tweede jaar zal Ede evalueren of er uitbreiding van het verwarmde fietspad gewenst is door de aanleg van meerdere Thermopaths. ZONNEPAD De gemeente Ede zal daarbij ook overwegen of het in plaats van Thermopath de Solarpath-technologie, eveneens uit de stal

van Easypath, in zal zetten. Daarbij worden de betonnen fietspadelementen, identiek aan Thermopath, voorzien van een toplaag met zonnecollectoren. De energie die het fietspad opbrengt, zal gebruikt worden om omliggende gebouwen, woningen, openbare ruimten, straatverlichting en signalering van stroom te voorzien. Kortom, een concept dat juist warmte en energie oplevert. Volgens Van Boekel voldoet de toplaag met zonnecollectoren aan de wetgeving en is voldoende stroef om ook onder natte omstandigheden voldoende grip te bieden aan fietsers en andere weggebruikers. “We onderzoeken ook of we de wrijving die fietsers en/of voetgangers veroorzaken, om kunnen zetten naar energie. Daarvoor werken we samen met het bedrijf Energy Floors. Kortom, we kunnen qua energiegebruik nog veel winnen.”

GRAM #3 april 2018 | 9


Nationaal Gladheidbestrijdingscongres 2018

KENNIS VAN GLADHEIDBEHEER

Nationaal Gladheidbestrijdingscongres Kennis van gladheidbeheer 19 april 2018, Hart van Holland Nijkerk Het congres is dé ontmoetingsplaats voor alle professionals betrokken bij het gladheidbeheer op de Nederlandse wegen. Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen en trends in gladheidbeheer en welke innovaties staan ons te wachten? Zeker is dat kennis de sleutel is tot goed gladheidbeheer. Dat is dan ook het centrale thema van het congres. Over de betekenis van Smart cities en big data maar ook over nieuwe technieken en het belang van kennis bij de gladheidbeheerder. En moet je alle kennis zelf in huis hebben of kun je deze ook inhuren? We beginnen met een plenair programma waar onder andere spreken:

Welke Winters staan ons te wachten? Reinier van den Berg, Meteoroloog

Gladheidbeheer in de toekomst Berry Vetjens Directeur Innovatie TNO en trekker transitiepad Smart Digital Data

Na het plenaire gedeelte stelt u uw eigen programma samen en kiest u uit deelsessies met de volgende onderwerpen: • • • • • • •

Opnieuw inrichten van gladheidbeheer in Almere De vernieuwde CROW-publicatie ‘Organisatie en bestrijding van wintergladheid’ Gladheidbeheer en OV-gebieden Circulair gladheidbeheer Routebeheer; een essentieel onderdeel van de gladheidbestrijding De inzet van personeel Verwarmde fietspaden

Kijk voor het volledige programma en inschrijven op:

www.gladheidcongres.nl Hoofdsponsoren: Sponsoren: DE NOORD CHEMICALS


CLOSE-UP

MEER EFFICIENCY EN VEILIGHEID MET AUTOMATISCH STROOIPROGRAMMA De chauffeur van een strooiwagen moet veel in de gaten houden. Behalve het verkeer en het te volgen traject vraagt ook het telkens instellen van de juiste strooibreedte veel aandacht. Met het automatisch strooiprogramma van Schuitemaker kunnen winterdienstchauffeurs veel veiliger op pad. Door efficiëntere instellingen wordt ook nog eens tot 20 procent op de hoeveelheid dooimiddelen bespaard. TEKST HETTY DEKKERS

GRAM #3 april 2018 | 11

Schuitemaker

met de gladheidcoördinator bepalen ze de juiste dosering en voeren die in in het systeem. Vervolgens hoeft de chauffeur zich niet meer bezig te houden met het verstellen van de strooibreedtes, dat doet EpoSat voor hem, volautomatisch.” Uiteraard zorgt het systeem voor veel meer veiligheid. De chauffeur kan zijn aandacht volledig bij het verkeer houden. Maar EpoSat zorgt ook voor meer efficiënty en minder milieubelasting. “Ons systeem wordt door steeds meer wegbeheerders in Nederland gebruikt”, aldus Van Sterkenburg. “Zij geven aan dat ze tot wel 20 procent op hun dooimiddelen besparen. Logisch, want met EpoSat wordt er veel nauwkeuriger gestrooid. Zout op de middenberm, daar heeft niemand wat aan.” Volgens Van Sterkenburg is het automatisch strooisysteem uitermate gebruiksvriendelijk en kan elke gecertificeerde winterdienstchauffeur er mee overweg. “Als Schuitemaker verzorgen we ook trainingen voor gladheidbestrijders, zoals de verplichte SDW, specifieke deskundigheid winterdienst. Want rijden met strooiwagens blijft natuurlijk een vak apart, je moet weten hoe je met al die technische voorzieningen omgaat.” Schuitemaker Industrial BV bestaat meer dan honderd jaar. Het is een bekende producent van landbouwmachines. Sinds 2007 richt het bedrijf zich ook op gladheidbestrijding. Schuitemaker importeert zoutstrooiers en sneeuwploegen, geeft winterdiensttrainingen en zoekt steeds naar innovaties die de veiligheid en efficiency van gladheidbestrijding verbeteren.

aangeboden door

“Als een chauffeur het helemaal goed wil doen, is hij op één route wel driehonderd keer bezig met de strooibreedte te verstellen”, zegt rayonmanager Erik van Sterkenburg van Schuitemaker Industrial BV. “Elke route zit vol met kruispunten, zijwegen, rotondes, wegversmallingen enzovoort die steeds een andere strooibreedte vereisen. Met ons automatisch programma, EpoSat, zijn al die handelingen verleden tijd.” Het automatisch strooiprogramma EpoSat is een intelligent systeem dat bestaat uit een routeplanner met strooibreedte-instellingen. Van Sterkenburg: “Om de route met al zijn kenmerken correct in te voeren, rijdt men eerst een verkenningsronde. Dat gebeurt meestal buiten de winterperiode om, bijvoorbeeld in het najaar. Tijdens die verkenningsronde worden exact alle wegomstandigheden ingevoerd, met bijbehorende, vereiste strooibreedtes. Als de gegevens zijn ingelezen, kan de route via een app eenvoudig aangepast worden. Bijvoorbeeld als er iets verandert in het straatbeeld, zoals een nieuwe oprit.” De routegegevens zijn beschikbaar via een usb-stick, die de chauffeur in zijn bedieningspaneel steekt als hij daadwerkelijk op pad gaat voor gladheidbestrijding. “Hij kiest zijn eigen route en krijgt op een navigatieschermpje te zien hoe hij moet rijden”, aldus Van Sterkenburg. “Samen


CODE ROOD: STORM IN EEN GLAS WATER OF OPPASSEN GEBLAZEN? TEKST SANDER WAGEMAN BEELD WILLIAM HOOGTEYLING

Wat is wijsheid als het weer omslaat? Stuur je dan je vuilniswagens de weg op met het risico dat ze in de problemen komen of hou je ze binnen en neem je voor lief dat de inzamelplanning in de soep loopt? Voor dit dilemma staan afvalinzamelaars steeds vaker, omdat extreme weersomstandigheden zoals storm met harde windstoten en plotselinge kou meer en meer voorkomen.

A

ls op donderdag 18 januari 2018 de ochtendspits

ria, maar er wordt ook naar de consequenties gekeken. Stel

begint, waait er al een stevige wind over het land.

bijvoorbeeld dat er een festival aan de gang is en er komen

Het KNMI heeft code Rood uitgevaardigd en roept

onweersbuien aan, maar de criteria voor Code Oranje zijn

op vooral niet de weg op te gaan. Het blijkt geen

niet gehaald, dan kan er toch een Code Rood komen. Puur

loos alarm, want in het hele land kantelen vracht-

om een signaal af te geven. Veiligheidsregio’s spelen daar ook

wagens, die ondanks de waarschuwing toch met een lege bak

een grote rol in.”

de weg op zijn gegaan. De schade is enorm. CODE ROOD Meteoroloog en woordvoerder van Weeronline Jaco van Wezel

Volgens Van Wezel zou het in sommige gevallen beter zijn

legt uit dat er bij het uitvaardigen van een code Oranje of Rood

als een code Rood minder vrijblijvend was. “Ik ben er wel

niet over een nacht ijs wordt gegaan. “Op z’n vroegst wordt

voorstander van dat bij code Rood voor die uren waarin die

er 48 uur van tevoren code Geel afgegeven en 24 uur voor de

geld en in die specifieke provincie chauffeurs niet de weg op

verwachte storm wordt er gekeken of de situatie zo is dat we

zouden mogen. Dat zou die chauffeurs zelf ook helpen, want

naar Oranje moeten. Dan moet er 60 procent zekerheid zijn

ik begreep dat ze ondanks de waarschuwingen in januari ook

dat de criteria die daarvoor gelden worden overschreden. Die

van hun werkgever moesten rijden. Een verbod schept dui-

criteria zijn verwachte windstoten van 100 kilometer per uur

delijkheid. Ik voel er dus wel wat voor.” En toch gaat dat

in het binnenland en 120 kilometer per uur aan de kust. In

voorlopig niet gebeuren. Minister van Infrastructuur Cora van

de zomer geldt voor de kust overigens ook 100 kilometer als

Nieuwenhuizen liet begin maart weten geen voorstander te

grens, omdat campings dan vol zitten en er blad aan de boom

zijn van een verkeersverbod bij code Rood, omdat het moei-

is. Als er zo’n situatie in de weerkaarten zit, dan gaat het KNMI

lijk te handhaven is en volgens haar ook disproportioneel.

in overleg met andere weerpartijen zoals Weeronline en dan geven wij onze visie op de situatie. We geven dat dan net

Menno Timmerman, directeur BU Grondstoffen bij HVC is

als de andere commerciële weerpartijen en bijvoorbeeld de

daar blij mee. “Ik voel niets voor een dergelijk verbod. Je

luchtmacht door. Als iedereen het er redelijk over eens is, dan

weet immers nooit hoe de situatie lokaal is. Tijdens de storm

neemt het KNMI de beslissing om Code Oranje uit te geven.”

in januari was het bijvoorbeeld op onze locatie in Beverwijk praktisch windstil.” Net als de meeste andere inzamelaars

De volgende stap is om te kijken of er moet worden opge-

hebben de chauffeurs en andere mensen op de weg een be-

schaald naar Code Rood. Van Wezel legt uit: “Dat doen ze

langrijke rol in de signalering van onwerkbaar weer bij HVC.

zo’n 12 uur van tevoren. En bij die afweging worden ook ver-

“Bij ons is het zo dat de collega van de uitvoering op straat

keerspartijen zoals de ANWB, Rijkswaterstaat en ProRail be-

de verantwoordelijkheid heeft om daar een knoop over door

trokken. Zij kunnen namelijk een goede inschatting maken

te hakken. Hij houdt daarbij rekening met enerzijds de veilig-

van de mogelijke gevolgen van de voorspelde weersverwach-

heid van de chauffeur en de directe omgeving en anderzijds

ting. Er gelden dus niet alleen harde meteorologische crite-

de veiligheid van het voertuig. De teamleider heeft bij ons

12 | GRAM #3 april 2018


een signalerende rol. Als er een code Rood wordt afgegeven

Bij ROVA in Zwolle heeft de storm van januari wel voor een

vanwege storm of gladheid, geeft hij dat door aan de collega’s

aanscherping van de voorzorgsmaatregelen gezorgd. Volgens

op de weg die vervolgens extra alert zijn.”

regiomanager operationele zaken Henk van Dijk is zo lang mo-

In de praktijk komt het niet vaak voor dat voertuigen niet de

gelijk doorrijden het devies, maar niet ten koste van alles. “Die

weg op mogen vanwege extreme weersomstandigheden. Tim-

laatste storm van 18 januari hebben we constant contact ge-

merman: “Wel gaat bij storm ons afvalbrengstation (abs) soms

houden met de chauffeurs op de weg over wat hun bevindingen

dicht. Als de spullen uit de bakken waaien en we vinden het

zijn. Daarnaast houden we ook het weerbericht in de gaten. Op

niet langer veilig voor de medewerkers en de mensen die afval

basis daarvan besluiten we of we wel of niet stoppen. In janu-

brengen, sluiten we de abs. Dat communiceren we dan via onze

ari, toen er in het hele land vrachtwagens op hun kant gingen,

app met een pushbericht, maar ook op de website en via de

hebben we tijdens het hoogtepunt van de storm gezegd dat

gemeentelijke site. Dit gebeurt ongeveer vijf keer per jaar.”

onze wagens bij binnenkomst ook binnen moesten blijven en pas weer de weg op mochten als code Rood was opgeheven.

SIGNALEN VAN DE BUITENDIENST

Dat besloten we pas op het moment zelf, omdat we wel vaker

Ook directeur Michel de Jong van de Afvalstoffendienst Den

codes voorbij zien komen die niet altijd even heftig uitpakken.”

Bosch vaart liever op de kennis en kunde van zijn buitendienst En toch is er een aanscherping

dan op een weerswaarschuwing van het KNMI. “De situatie is altijd afhankelijk van de omstandigheden. Als je in de stad rijdt en er valt sneeuw dan is er nog wel overheen te rijden, maar als de sneeuw plat is dan wordt het een ijsbaan. Daar kun je vooraf geen scenario’s voor bedenken.” De afweging om wel of niet de weg op te gaan maken ze in Den Bosch

“TIJDENS DIE LAATSTE STORM VAN 18 JANUARI HEBBEN WE CONSTANT CONTACT GEHOUDEN MET DE CHAUFFEURS OP DE WEG OVER HUN HUN BEVINDINGEN.”

op het moment zelf en die is vol-

gekomen van de voorzorgsmaatregelen bij ROVA. “Van de zware storm in januari hebben we wel geleerd dat als er code Rood is, we als management toch even bij elkaar komen om te overleggen over wat we gaan doen. We fixeren ons tijdens extreme weersomstandigheden altijd erg op het transport

en

inzamelen,

maar

ook onze veegdienst zat tijdens

gens De Jong afhankelijk van de omstandigheden. “Daar kun

die storm op de weg en zij kregen bij wijze van spreken de

je vooraf geen zinnig woord over zeggen. Je vangt verschillen-

dakpannen om de oren. Hen moeten we niet vergeten.”

de signalen op, de meeste vanuit de buitendienst, en op basis daarvan reageren we. De enige keer dat we wel naar Code Rood of Oranje kijken is bij gladheid. En zelfs dan is het heel erg afhankelijk van de situatie ter plekke.”

GRAM #3 april 2018 | 13


[Advertorial]

PEKELOPLOSSING VAN DE NEDERLANDSE ZOUTBANK

De Nederlandse Zoutbank is in 2010 opgericht. Inmiddels is het bedrijf uitgegroeid tot een gerenommeerd bedrijf, dat naast de levering van wegenzout tevens beschikt over een vloeibare natriumchloride-menginstallatie (NaCl 22%). De menginstallatie mengt zout en water tot een vloeibare NaCl-oplossing van 22%. De voorraad NaCl-oplossing wordt opgeslagen in een voorraadtank, waardoor het

mengsel ten alle tijden beschikbaar is voor de gladheidbestrijding. De Nederlandse Zoutbank beschikt over meerdere zoutopslagbanken verspreid over Nederland. Met een landelijk dekkend netwerk garandeert De Nederlandse Zoutbak leveringen binnen 48 uur. De Nederlandse Zoutbank levert zout en NaCl-mengsels aan Rijkswaterstaat, pro-

vincies, gemeenten, waterschappen en voor bedrijfsterreinen. Vaak als onderdeel van een gladheidsbestrijdingscontract, maar ook rechtstreekse levering is mogelijk. Een aantal opdrachtgevers benut de opslaglocaties als depot voor hun zoutopslag.

DE NEDERLANDSE ZOUTBANK, EEN INTERESSANT ALTERNATIEF.

DeNederlandseZoutbank WWW.DENEDERLANDSEZOUTBANK.NL 14 | GRAM #2 maart 2018


HAALBAARHEIDSSTUDIE HELLOBIN ONDERZOEKT INZET SATELLIETDATA

HULP UIT DE RUIMTE De inzet van satellietgegevens kan efficiencyvoordelen geven bij afvalinzameling, groenonderhoud en gladheidbestrijding. Althans, dat is de verwachting van het project HelloBin. Of er een gezonde businesscase ligt, moet de haalbaarheidsstudie nog uitwijzen. Projectleider Willem de Kock vertelt. TEKST PIETER VAN DEN BRAND BEELD TRIPLESAT

We varen blind op ons autonavigatiesysteem. Onze favoriete va-

ten Amersfoort en Haarlemmermeer en drie commerciële

kantieplekjes bekijken we op Google Maps of met andere kaar-

partijen vorig jaar de haalbaarheidsstudie HelloBin gestart.

tenapps. Een reis of hotel boeken doen we niet langer in een

Ook Irado is onlangs ingestapt. ESA heeft als doel de toepas-

saai administratief systeem maar op een overzichtskaart met

sing van aarde-observatietechnologie voor maatschappelijke

satellietbeelden, waarna we op onze vakantiebestemming in-

vraagstukken te stimuleren. “In onze studie onderzoeken we

zoomen om deze verder uit te pluizen. Zonder dat we er erg

allereerst welke geodata bruikbaar zijn voor de afvalsector,

in hebben, speelt geografische informatie een belangrijke rol

waaronder satellietdata. Er zijn heel veel databronnen be-

in ons leven. Iedereen heeft een GPS (Global Positioning Sys-

schikbaar. Van belang is echter te bepalen welke specifieke

tem) op zijn mobiele telefoon. GPS-ontvangers gebruiken de

behoeften er zijn, om daar vervolgens de relevante data bij

unieke radiosignalen die de talrijke navigatiesatellieten boven

te zoeken, in dit geval satellietdata”, zegt projectleider Willem

onze aardbol uitzenden. Over de locatie waar we ons bevin-

de Kock van adviesbureau AeroVision, dat overheden onder-

den krijgen we zo steeds meer informatie aangereikt, bijvoorbeeld over hoe vaak het er gemiddeld regent of wat de kwaliteit van het zwemwater is, maar ook waar in de buurt restaurants en pinautomaten zijn. De mogelijkheden lijken eindeloos. In de akkerbouw werkt menig boer met een stuurautomaat, waarbij de tractor met behulp van GPS over het land wordt gestuurd. Speciale ak-

steunt bij het inzetten van geo-in-

“ONDERZOEK TOONT AAN DAT DEZE VORM VAN ROUTEPLANNING GEMIDDELD DERTIG PROCENT BESPARING OPLEVERT VAN TIJD, MIDDELEN EN BRANDSTOF.”

keroptimalisatiesoftware bepaalt de

formatie. De twee andere commerciële deelnemers aan HelloBin zijn routesoftwareleverancier Jewel en TerraSphere, een bedrijf dat informatie van satellietbeelden om kan zetten in bruikbaar beeldmateriaal. Kerndoel van de HelloBin-studie is een gezonde businesscase te identificeren. In de eerste fase van de studie hebben de deelnemers drie in hun ogen kansrijke disciplines vast-

geometrie van een perceel tot op de centimeter nauwkeurig en

gesteld: afvalinzameling, openbaar groen en gladheidbestrij-

stelt de agrariër in staat de meest efficiënte rijpaden voor zijn

ding. “Beheer van de openbare ruimte”, licht De Kock toe, “is

trekker uit te stippelen. Ook zijn er specialistische satellieten die

zowel voor de gemeente als de bedrijven een belangrijke taak.

met observatietechnologie zijn uitgerust voor bijvoorbeeld me-

Er zijn mogelijkheden om satellieten te gebruiken om bladgroei

teorologen. Met deze beelden kunnen zij een veel betere kaart

en vitaliteit van bomen te monitoren en detecteren”, illustreert

maken van de op korte termijn te verwachten weertypes. Dit

hij de mogelijkheden. “Inspectie van dergelijke satellietbeelden

soort satellieten wordt bijvoorbeeld ook gebruikt om waterlek-

vooraf kan voor een gerichtere aansturing van de groendienst

kages in leidingnetten op te sporen.

zorgen. Op basis van deze data kun je voorspellen hoeveel

Ook voor de afvalsector lonken de vruchten van via de satelliet

bladafval er in welke periode valt te verwachten, afhankelijk

verkregen informatie. Met subsidie van de Europese ruimtevaar-

van de boomsoort. Je kunt zo patronen herkennen. Vitaliteit is

torganisatie ESA zijn Meerlanden, ROVA, Omrin, de gemeen-

aanvullende informatie voor het zogenoemde bomenpaspoort.”

GRAM #3 april 2018 | 15


Satellietbeeld van Amersfoort uit voorjaar 2017 met eroverheen gelegd het stratenplan uit Here Maps.

MIDDELEN

werkelijk meerwaarde is op de drie disciplines die we hebben uit-

Voor de afvalinzameling en de gladheidbestrijding is onder meer

gekozen. Is het technisch haalbaar en is het commercieel interes-

routeoptimalisatie het doel. In het licht van de ambitie uit het

sant. We verwachten van wel.”

VANG-programma (75 procent afvalscheiding en nog maar 100 kilo restafval per persoon per jaar in 2020) neemt het aantal ge-

KOSTEN

scheiden stromen toe en worden volumes lager en stromen vola-

In de haalbaarheidsstudie willen de deelnemers ook een grove

tieler. Steeds meer huishoudelijke stromen worden gescheiden in-

indicatie van de kosten krijgen. Satellietdata zijn in veel gevallen

gezameld, wat bij gemeenten en hun uitvoeringsorganisaties een

gratis te downloaden, bijvoorbeeld van het Nationaal Satelliet-

steeds groter beroep op flexibele inzet van mensen en middelen

dataportaal, maar deze ruwe data moeten worden bewerkt voor

doet. Alles moet efficiënter en goedkoper gebeuren. Dat vraagt

gebruik. Aan de mate van resolutie van beelden hangt eveneens

om slimme vraaggestuurde navigatiesystemen, gevoed door bij-

een prijskaartje. Verder zullen gebruikers een geodatabase met

voorbeeld inwoners in afgelegen gebieden die een seintje geven

actuele kaartgegevens en andere specifieke informatie over onder

als hun container vol zit, of door containers met vulgraadsensoren

meer containerlocaties in moeten richten, wat essentieel is om

die zelf aangeven dat ze geleegd moeten worden. “Dat is realtime

routes dynamisch te plannen. “De verschillen tussen gemeenten

informatie naast het bestaande statische kaartenmateriaal. Neem

zijn op dat vlak nog groot. Het actueel houden van kaarten en

ook de detectie van verkeersfiles en de openingstijden van scho-

achterliggende informatie vergt veel tijd. En dan nog zijn er witte

len en winkelstraten, die de efficiency van een route kunnen be-

vlekken. Zelfs Google Maps of het vergelijkbare Here Maps, zijn

ïnvloeden. Met behulp van satellietdata kun je routes dynamisch

niet altijd actueel, wat frequente gebruikers weten. Toch behoort

plannen. Onderzoek toont aan dat deze vorm van routeplanning

Nederland tot de koplopers in het actueel houden van kaartma-

gemiddeld dertig procent besparing oplevert van tijd, middelen

teriaal. De kwaliteit is vaak goed, al is informatie niet honderd

en brandstof. Het slimmer inzetten van wagens levert CO2-reduc-

procent actueel”, zegt De Kock.

tie op, niet onbelangrijk voor gemeenten.” Nog een voordeel is dat met goed ontwikkelde en panklaar beDe deelnemers van het HelloBin-project zien het gebruik van sa-

schikbare route-informatie ook nieuwe en minder ervaren me-

tellietinformatie nadrukkelijk als aanvulling op bestaande syste-

dewerkers snel aan de slag kunnen, legt De Kock uit. “Zoiets

men. Kosten, service en milieu zijn de drie pijlers van het afval-

vergroot de inzetbaarheid en flexibiliteit van het personeel. De

beheer. De aan HelloBin deelnemende overheidsbedrijven werken

afhankelijkheid van ervaren medewerkers is nu groot, denk aan

voor een groot aantal gemeenten. In elke gemeente willen ze,

chauffeurs die een gebied op hun duimpje kennen, maar dat

waar nodig, maatwerk bieden. “Daar is meer en nauwkeuriger

maakt de organisatie ook kwetsbaar in het geval zo iemand weg-

informatie voor nodig”, zegt De Kock. “Satellietdata kunnen nut-

valt.” Volgens verwachting wordt de haalbaarheidsstudie in juni

tige nieuwe inzichten verschaffen. Gebruikers zijn straks in staat

afgerond. Een mogelijke volgende stap”, vertelt De Kock tot slot,

andere afwegingen te maken en efficiencyvoordelen te behalen

“is een demonstratieproject, waarin technologie in de praktijk

zonder dat ze de basisservice hoeven te verwaarlozen of een we-

wordt beproefd. Ik hoop op het blijvende enthousiasme van de

zenlijk thema als veiligheid tekort hoeven te doen, denk aan de

huidige deelnemers, en wat mij betreft mogen nog meer afvalbe-

gladheidbestrijding. Maar eerst gaan we achterhalen of er daad-

drijven en gemeenten aanhaken.”

16 | GRAM #3 april 2018


REKENTOOL

voor omgekeerd inzamelen en diftar Veel gemeenten zijn bezig hun afvalbeleid aan te passen. Diftar, omgekeerd inzamelen en het opzetten van circulaire ketens zijn hierbij belangrijke onderwerpen. Inzicht krijgen in de (financiële) gevolgen van invoering van deze systemen is niet eenvoudig. Het is een samenspel van te scheiden fracties, containers, aanbiedfrequentie en veranderingen in gedrag en betrokkenheid van de bewoners. Gelukkig zijn er goede ervaringen die als leidraad kunnen dienen. TEKST JAN VAN DIJK (GIRAF RESULTS), GERNOUT ERENS (INNOVADERS) EN KOOS VAN DAEL (NVRD) BEELD GERNOUT ERENS

NVRD wil gemeenten graag inzicht en kennis geven over deze onderwerpen. Daarom heeft zij Giraf Results en Innovaders gevraagd om op basis van hun ervaringen bij gemeenten een rekentool te ontwikkelen die de effecten van diftar en omgekeerd inzamelen inzichtelijk maakt. De ontwikkeling van de rekentool is mede mogelijk gemaakt door de gemeente Arnhem als uitwerking van de kennisdelingsparagraaf van de LIFE+ subsidie1.

ROB SCHRAM, DIRECTEUR RMN, OVER DE TOOL: “Ik heb een ochtend naar de rekentool gekeken. Met name het kiezen van de scenario’s en de te nemen maatregelen is interessant om mee te variëren. Van belang om goed te kijken welke effecten je wilt bereiken met welke maatregelen. Specifiek heb ik gekeken naar te behalen afvalverschuivingen bij de hoogbouw: ga je investeren in extra ondergrondse containers, of zet je in op nascheiding van de restfractie? Deze discussie speelt bij veel gemeenten. Dit soort tools moet altijd gezien worden als een dynamisch model. Er zijn altijd verbeteringen mogelijk voor de eigen situatie. Maar het model helpt zeker om te komen tot een eerste aanzet.”

De tool dient als hulpmiddel om een eerste verkenning uit te voeren waarbij ook verschillende varianten mogelijk moeten zijn. De rekentool gaat uit van de VANG-doelstellingen: het streven is om maximaal 100 kilogram per inwoner per jaar aan restafval te produceren en om minimaal 75 procent te hergebruiken. Daarnaast maakt de rekentool gebruik van de bandbreedte aan afvalverschuivingen die in de praktijk worden behaald bij gemeenten die diftar en/of omgekeerd inzamelen al hebben ingevoerd. Hiervoor is onder andere gebruik gemaakt van de gegevens van de NVRD-benchmark. De gebruiker van de tool kan zelf de verwachte afvalverschuiving beoordelen door de volgende maatregelen toe te passen: - invoeren van diftar en/of omgekeerd inzamelen; - toepassen van extra minicontainers voor papier en/of kunststof (PMD); - inzamelfrequentie voor restafval verlagen en voor gescheiden fracties verhogen; - nascheiden van fijn restafval of grof huishoudelijk restafval. Daarnaast kan de gebruiker met een aantal variabelen variëren, denk aan het te behalen inzamelresultaat en het aantal benodigde brengcontainers. Aan de hand van de specifieke gegevens van de gemeente of het gebied doet de tool een voorstel voor het aantal benodigde breng- en huis-aan-huiscontainers om een afvalverschuiving te realiseren en geeft het een beeld van de servicegraad richting burgers. In het financiële deel van de rekentool wordt gekeken naar de benodigde investeringen en wijziging in de afvalbeheerkosten (container-, inzamel- en afvalverwerkingskosten). Op deze manier geeft de tool een helder overzicht van de gevolgen van verschillende keuzes voor de hoeveelheid restafval, kosten en percentage hergebruik. De NVRD beoogt met de tool haar leden een eerste inzicht te verschaffen in de gevolgen van wijzigingen en hiermee een aanvulling te geven op verdere onderbouwing van het gemeentelijk afvalbeleid. Afvalstromen ombuigen naar nieuwe grondstoffen, daar gaat het om. Op naar een circulaire, efficiënte en effectieve verwijderingsketen! De rekentool, die de vorm heeft van een excel-sheet, is te vinden op de homepage van de NVRD-website.

Deze subsidie heeft Arnhem ontvangen voor het project ‘Omgekeerd Inzamelen’. (Zie voor de Arnhemse aanpak:

1

https://www.arnhem.nl/Inwoners/wonen_en_milieu/afval/omgekeerd_inzamelen)

GRAM #3 april 2018 | 17


‘DE ENIGE ROUTE IS VERDUURZAMEN’

ZICHT OP DE VERBORGEN IMPACT Consumenten denken vaak dat ze goed bezig zijn en bijdragen aan verduurzaming van de samenleving als ze hun afval scheiden, minder autorijden en korter douchen. Maar daarmee ben je er niet. Bijna viervijfde van onze milieu-impact is namelijk verborgen en zit in zaken die je niet direct waarneemt, aldus Babette Porcelijn auteur van het boek ‘De verborgen impact’. TEKST ANS AERTS

“Mensen hebben goede bedoelingen als het gaat om duurzaam leven, maar in praktijk blijkt het vaak penny wise maar pound foolish te zijn”, vertelt schrijver Babette Porcelijn. Een voorbeeld dat ze zelf ‘heikel’ noemt is de plastic verpakking. “Consumenten zijn hier erg op gefocust. Je koopt een product en gooit de verpakking thuis meteen in de afvalbak. Dat suggereert dat de verpakking nutteloos is, maar dat is dus niet het geval. Sterker nog: de verpakking beschermt vaak de inhoud en dus datgene wat echt impact heeft. Hij kan pas kwaad als hij in de natuur terecht komt.” Uit onderzoek dat Porcelijn deed, bleek dat bij vlees de milieu-impact voor 99 procent voor rekening van de productie komt. Slechts 1 procent van de impact wordt veroorzaakt door de verpakking. “Wanneer de verpakking voedingsmiddelen beschermt, is er zelfs sprake van een netto, positieve milieubijdrage. Als een voedingsproduct zonder verpakking snel bederft en wordt weggegooid, levert het meer schade op.” Tijdens haar onderzoek en het schrijven van haar boek kwam ze regelmatig voor verrassingen te staan. “Mensen zijn bijvoorbeeld hartstikke boos over microbeads; de kleine plastic korreltjes die onder meer in cosmetica zitten. Kijk je echter naar de cijfers, dan blijkt jaarlijks in Nederland 1 ton aan microbeads uit cosmetica en badkamerproducten in het milieu

18 | GRAM #3 april 2018

terecht te komen. Terwijl de plastic microdeeltjes die via bandenslijtage op het asfalt achterblijven een veel grotere bron van plasticvervuiling zijn. En daarbij gaat het om 6.000 tot 17.000 ton per jaar. Met andere woorden: als je het hele jaar door cosmetica gebruikt zonder microbeads maar wel autorijdt, schiet je je doel volledig voorbij.” CROWDFUNDING Het idee voor haar boek ontstond toen de echtgenoot van Porcelijn vertelde dat de zestien grootste containerschepen op de wereldzeeën evenveel zwavel uitstoten als alle auto’s op de aarde bij elkaar. Porcelijn schrok daar enorm van. Ze besloot zich verder te verdiepen in de materie, dook in de literatuur en deed zelf onderzoek. Via crowdfunding verzamelde ze geld waarmee ze onderzoeksbureaus Ecofys en CE Delft financierde. Haar zoektocht resulteerde in ‘De verborgen impact’. Het boek staat vol met cijfers, berekeningen, diagrammen en illustraties om zaken inzichtelijk te maken. Ze kwam tot een top 10 van zaken die de meeste milieu-impact opleveren. Porcelijn licht toe hoe ze te werk ging: “We hebben levenscyclusanalyses (LCA) gemaakt om productieketens in kaart te brengen. Hierin komt de hele cyclus van een product aan bod, van de winning van grondstoffen, via de productie en het (her-)gebruik tot en met de

afvalverwerking. Zaken als landgebruik en ontbossing, vervuiling, verborgen en zichtbare energie en klimaateffecten, zijn hierin meegenomen.” Op nummer 1 van de top 10 staan spullen, variërend van elektronica en meubels tot pannen en speelgoed. “Ik schrok hiervan. Van huis uit ben ik industrieel ontwerper en dus in feite spullen-uitvinder.” Als voorbeeld noemt ze een laptop. De mijnbouw voor de winning van grondstoffen en de productie van de laptop hebben de grootste impact. De grondstoffen, waaronder koper en goud, die nodig zijn voor slechts enkele onderdelen van de laptop, zijn verantwoordelijk voor 95 procent van de impact. In de top 10 staat vlees op de tweede plaats en wonen op de derde. Dit betreft het energiegebruik van de bewoners, maar ook de bouw van het huis en de productie en het vervoer van bouwmaterialen. Op plaats vier volgt de auto. Het viel haar op dat, omgerekend, de energie voor het maken van een nieuwe auto gelijk is aan de energie voor vijf jaar rijden met een auto op benzine. Een elektrische auto scoort op de hele milieu-impact maar 30 procent beter dan een benzine-auto, omdat deze vervuilender is om te maken. Voor de productie van een batterij voor een elektrische auto zijn schaarse grondstoffen als lithium, koper en zilver nodig. Het maken van vliegreizen staat op nummer 6. Porcelijn: “Dat


is eigenlijk verbazingwekkend laag, maar als iemand meer vliegt dan de gemiddelde Nederlander, scoort dit met gemak veel hoger in zijn persoonlijke top 10.” TRUE PRICING Porcelijn noemt de onderzoeksresultaten mind-blowing. Ze gooide thuis het roer om en koopt nauwelijks nog nieuwe spullen, eet vegetarisch, heeft de auto weggedaan en maakt geen vliegreizen meer. “Dat lijkt een opoffering, maar in feite is het leven van mij en mijn gezin alleen maar leuker geworden. We kopen minder spullen, maar gaan vaker naar het theater of maken een strandwandeling. Nederland en Europa zijn hartstikke mooi en we gaan nu lekker op fiets- of wandelvakantie.” Ze hoopt dat steeds meer mensen haar boodschap oppikken. “We hebben maar één planeet, maar in Nederland leven we alsof we 3,6 planeten hebben. De enige route naar een veilige toekomst is snel en grondig verduurzamen. Er is geen alternatief.” Een belangrijke rol is daarbij weggelegd voor zowel de consument als de industrie en de overheid, volgens haar. “De overheid en bedrijven kunnen stappen zetten, maar uiteindelijk bepaalt de consument, via zijn portemonnee en de dagelijkse keuzes die

hij maakt, welke bedrijven succesvol zijn. Burgers bepalen in grote lijnen welke politici de macht krijgen en wat hun agenda is. De overheid moet aan de slag gaan met true pricing.”

“Negatieve ecologische en sociale effecten van het productieproces worden meestal niet meegerekend in de prijs van een product. Als dat wel het geval was, zou vlees hartstikke duur worden en vliegen onbetaalbaar. Duurzame keuzes zijn dan ineens veel goedkoper.” ECO-POSITIEF Afval als grondstof zien, vindt Porcelijn een mooi principe. Maar dit heeft ook een keerzijde. “Een businessmodel waarbij een producent van afgedankte autobanden nieuwe producten maakt zoals tafels, lijkt heel duurzaam. Als dit goed gaat lopen, wordt

hij echter afhankelijk van die afgedankte autobanden en blijft het vervuilende proces in stand.” Ze vindt het van belang om samen met complete productieketens in gesprek te gaan over verduurzaming. “Het gaat dan om alle afzonderlijke stappen in de keten, zodat het hele proces echt circulair kan worden een ook de verborgen impact aangepakt wordt.” Duurzaam leven is voor Porcelijn niet het hoogst haalbare. Ze streeft naar eco-positief. “Duurzaam wil zeggen dat we binnen de draagkracht van de planeet leven. Een niveau beter is eco-neutraal, waarbij mensen hun impact ook compenseren. Daarna volgt eco-positief. Een bedrijf is ecopositief bezig als de bijdrage aan verduurzaming netto positiever en meer opbouwend is dan de negatieve impact vanuit de bedrijfsvoering. Dan praat je over nieuwe businessmodellen, waarbij je niet meer de vraag stelt: hoe kan ik minder vervuilend of belastend zijn? Maar: hoe kan ik geld verdienen met het opruimen van de troep, met natuur beschermen en creëren, of met het reduceren van de uitstoot van broeikasgassen?”

GRAM #3 april 2018 | 19


SECTORPLAN AMBOR VERDER ALS ROUTE2020 De afgelopen drie jaar hebben NVRD en werkgeversorganisatie WENB hard gewerkt aan het sectorplan Ambor. Bedoeling was de opleidingsachterstand bij werknemers in de afvalinzameling en openbare ruimte aan te pakken, zodat loopbaanmogelijkheden worden verruimd. Volgens projectleider Peter Kerris zijn er goede resultaten geboekt. “Dankzij Ambor hebben 4200 mensen een studie of bijscholing gevolgd. De komende jaren gaan we ons richten op verankering van het project.” TEKST HETTY DEKKERS BEELD DINGENA MOL

A

mbor gaat verder onder de nieuwe naam Route2020 en bouwt verder op de resultaten van het sectorplan. Het wegwerken van een opleidingsachterstand blijft dan ook prioriteit nummer één. “Opleiding en bijscholing zijn belangrijk, omdat het werk over de hele breedte technischer is geworden. Voorheen bestond je werk misschien uit het oppakken van vuilniszakken en die in de wagen gooien. Tegenwoordig moet je hijskranen bedienen om ondergrondse containers te legen, of zijladers bedienen. En in veel andere functies moet je bijvoorbeeld met een tablet werken.” Het echte ongeschoolde werk verdwijnt, wil Kerris maar zeggen. “Voorheen kon je

20 | GRAM #3 april 2018

misschien tot aan je pensioen hetzelfde blijven doen, nu is er veel meer verschuiving. Werknemers moeten daarop inspelen, door over hun loopbaankansen na te denken.” STARTKWALIFICATIE Via verschillende projecten heeft Ambor de afgelopen drie jaar 4200 mensen aan een studie gekregen. “1200 mensen hebben een mbo-diploma gehaald en 3000 mensen hebben aanvullende trainingen en cursussen gedaan, waarmee ze hun startkwalificaties hebben verbeterd”, aldus Kerris. “Bij dat laatste moet je denken aan cursussen op het gebied van veiligheid, communicatie of taaltrainingen. In Breda volgden veel werknemers een trai-

ning omgaan met de tablet, waarbij ze ook werkten aan betere taalbeheersing.” Het sectorplan Ambor ontstond in de jaren van crisis. Brancheorganisaties werden uitgedaagd de werkgelegenheidsmogelijkheden in hun sector te verbeteren. NVRD en WENB signaleerden twee knelpunten in de afvalbranche. “Vergrijzing en opleidingsachterstand”, aldus Kerris. Aan die opleidingsachterstand wordt dus hard gewerkt, maar aan de vergrijzing is nog niet veel gedaan, geeft Kerris toe. “Werknemers in de uitvoerende sector zijn gemiddeld 49 jaar of ouder. In de toekomst gaan we ons zeker ook daarop richten, maar verjonging bleek in de praktijk nog geen prangend issue.”


NIEUWE WETGEVING Voorlopig zijn alle ogen dus nog steeds gericht op opleiding en bijscholing. “We hebben een kickstart gemaakt, nu gaan we proberen dat traject te verankeren bij onze leden. De mensen die een opleiding hebben gedaan de afgelopen jaren, kunnen hun collega’s aansteken en motiveren.” Een belangrijk punt is de nieuwe wetgeving die in aantocht is. “In 2020 worden werkgevers en werknemers zelf meer verantwoordelijk voor werkgelegenheid. Een werkgever kan zijn werknemer die overbodig is geworden niet meer zomaar de WW in sturen. Men moet zelf voor een oplossing zorgen.” NVRD en WENB gaan daarom aan de slag met verschillende regionale projecten, waarin werknemers worden uitgedaagd te investeren in hun opleiding. Het sectorplan Route2020 berust op drie pijlers: bewustwording, samenwerking tussen verschillende sectoren en opleiding. Ker-

1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

ris: “We gaan werknemers uitdagen meer na te denken over hun loopbaanmogelijkheden. Verder is het belangrijk dat verschillende sectoren, zoals afval, transport en groenbeheer, nauwer samen gaan werken, zodat ze personeel uit kunnen wisselen. Voor het laatste punt, opleidingen, is het belangrijk dat er budget vrij wordt gemaakt.” Het is overigens nog niet bekend welke regio’s met het sectorplan Route2020 aan de slag gaan. Volgens Kerris kunnen gegadigden zich nog aanmelden. LOOPBAANSCAN VOOR NVRD-LEDEN Een belangrijk instrument van Route2020 is de loopbaanscan. De scan is ontwikkeld door bureau MatchCare. Marco Sassen van O&O-fonds (Opleidings- en Ontwikkelingsfonds Afval & Milieubedrijven): “Het is een digitaal platform, waarop werknemers al hun gegevens kunnen invoeren, zoals wat voor werk heb ik tot nu toe gedaan, wat zou ik willen of kunnen,

wat zijn mijn opleidingsmogelijkheden, et cetera. Als alle gegevens ingevuld zijn, neemt een loopbaanadviseur persoonlijk contact op met de medewerker. Samen bekijken ze wat de mogelijkheden zijn. De loopbaanscan is dus een soort arbeidscoaching, met sturende en begeleidende gesprekken.” De NVRD en het O&O-fonds zetten hun samenwerking voort om de werknemers in de afvalbranche meer in beweging te krijgen. “Uit een arbeidsmarktanalyse 2016 bleek dat het medewerkersbestand in de afvalbranche in beton lijkt gegoten”, vertelt Sassen over de achtergrond. “Er was weinig instroom, doorstroom of uitstroom onder de laag opgeleide werknemers. Maar met steeds veranderende functie-eisen loop je als sector vast als iedereen blijft zitten waar hij zit. De loopbaanscan is een zeer praktisch en bruikbaar instrument, waarmee medewerkers gestimuleerd worden over de grenzen van onze branche te kijken.”

19-03-18 13:42

GRAM #3 april 2018 | 21


Schuifdaken, uw oplossing voor strooizout Blommaert Aluminium Constructions is reeds meer dan 35 jaar een

Volledig op uw maat gemaakt

vooraanstaande speler in aluminium overkappingen. De ervaring en

Flexibel en degelijk

de expertise die we op het vlak van aluminium constructies hebben

Hoge return on investment

opgebouwd zorgt ervoor dat wij oplossingen op maat kunnen aanbie-

Tijds- en kosten besparend

den aan verschillende sectoren zoals: zoutopslag, logistiek (op- en

Onderhoudsvriendelijk

overslag), biomassa, recyclage en waste management.

100% opening mogelijk

Stokerijstraat 35 2110 Wijnegem, België

Ophemertstraat 42, 3089 JE Rotterdam

T. +32 (0)3 353 26 89 I. info@blommaertalu.be

www.blommaertalu.COM

1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

19-03-18 13:32

Kostenbesparend en milieuvriendelijk Kostenbesparend en milieuvriendelijk gladheid bestrijden gladheid bestrijden • • • •

Calciumchloride maakt wegenzout vochtig. Calciumchloride maakt wegenzout vochtig. Met calciumchloride werkt wegenzout efficiënt Met calciumchloride werkt wegenzout efficiënt en lang, doordat het aan het wegdek plakt. en lang, doordat het aan het wegdek plakt. • Minder strooiacties en minder zout voor • Minder strooiacties en minder zout voor hetzelfde effect. hetzelfde effect. Kostenverlagend en milieuvriendelijk! Kostenverlagend en milieuvriendelijk!

Bij Nedmag halen we het beste naar boven. Bij Nedmag halen we het beste naar boven. Uit onze bron, uit onze klanten, uit onze medewerkers. Uit onze uit onze klanten, uit onze medewerkers. Elke dag bron, opnieuw. Elke dag opnieuw. Meer weten? Kijk op onze website www.nedmag.nl. Meer weten? Kijk op onze website www.nedmag.nl.

22 | GRAM #3 april 2018

0275-Calciumchloride veiligheid GRAM.indd 1

19-03-18 13:40


NVRD-LEDEN MOGELIJK GEDUPEERD DOOR TRUCKKARTEL Naar schatting zijn 600.000 Europese transportondernemers gedupeerd door het kartel en zijn in de kartelperiode in heel Europa 10 miljoen vrachtwagens verkocht. Het gaat om de zogenaamde medium en heavy trucks. Het kartel maakte onder meer afspraken over de verkoopprijzen. De fabrikanten wisten van elkaar welke offertes zij afgaven, terwijl de klanten de illusie hadden dat zij in een vrije en concurrerende markt opereerden. SCHADEVERGOEDING VOOR GEDUPEERDEN Inmiddels zijn in verschillende Europese landen door (semi)overheden, transportondernemingen en andere bedrijven die vrachtwagens afnemen juridische procedures gestart. Doel: de schade die zij als gevolg van het kartel hebben geleden, vergoed krijgen. De boete van de Europese Commissie is een maatregel die opgelegd is aan de vrachtwagenfabrikanten maar voorziet niet in een schadevergoeding voor de gedupeerden. Wel voert de Europese Commissie vanaf 2005 actief beleid om burgers, ondernemingen en overheden die schade hebben geleden door kartels te faciliteren om hun schade te verhalen. In december 2017 heeft de gemeente Göttingen voor de rechtbank in Hannover een eerste gunstige uitspraak behaald in dit dossier. De gemeente had van MAN de schade gevorderd die zij heeft geleden doordat zij teveel heeft betaald voor brandweer- en afvalverwerkingsvrachtwagens. NLTRUCKKARTEL Ook in Nederland zijn diverse claiminitiatieven ontstaan. Verreweg het grootste initiatief is NLtruckkartel: de samenwerking tussen branche-organisatie Transport en Logistiek

TEKST PROF. DR. IANIKA TZANKOVA BEELD NLTRUCKKARTEL

In juni 2016 beboette de Europese Commissie een aantal vrachtwagenfabrikanten voor een recordbedrag van €2.926.499.000. Van 1997 tot 2011, hebben zij het zogeheten Truckkartel in stand gehouden. Het betreft DAF, Daimler, Iveco, Volvo/Renault en MAN. Deze vrachtwagenfabrikanten hebben hun deelname aan het kartel en hun aansprakelijkheid daarvoor erkend. De Europese Commissie heeft Scania inmiddels een geldboete opgelegd van €880.523.000 wegens deelname aan het Truckkartel.

Nederland (TLN), internationaal advocatenkantoor Hausfeld & Co en TVM, de grootste transportverzekeraar van Nederland. Inmiddels heeft rechtsbijstandsverzekeraar ARAG zich ook aangesloten en staan andere rechtsbijstandsverzekeraars op het punt om een samenwerking met het claimcollectief aan te gaan. In totaal vertegenwoordigt dit initiatief nu ruim 300.000 trucks en meer dan 1.400 gedupeerden in Europa. Dit grote aantal trucks en de steun van de brancheorganisaties maakt dat dit collectief de meest representatieve en prominente onderhandelingspartner is voor de truckfabrikanten. De insteek van het NLtruckkartel initiatief is dat de gedupeerden zoveel mogelijk gecompenseerd worden voor de geleden schades. Dit gaat niet vanzelf. De ervaring leert dat de betreffende vrachtwagenfabrikanten eerst daadwerkelijk moeten worden gedagvaard om voor de rechter te verschijnen en de omvang van de geleden schade deugdelijk moet zijn onderbouwd met een rapport van economisch deskundigen. Vooral de onderbouwing van de geleden schade is heel belangrijk voor het boeken van resultaat, maar ook heel kostbaar. Het NLtruckkartel initiatief is voorzien van procesfinanciering door het beursgenoteerde bedrijf Burford Capital, TVM en ARAG. Het procesrisico ligt volledig bij deze funder(s). Gedupeerden van het kartel lopen geen enkel financieel risico wanneer zij meedoen met het claiminitiatief van NLtruckkartel. Slechts bij succes wordt een percentage (maximaal 25%) van het toegekende bedrag aan schadevergoeding afgestaan aan NLtruckkartel. Indien er geen resultaat wordt behaald, hoeft er niets betaald te worden.

AANSLUITEN BIJ HET CLAIMINITIATIEF Leden van NVRD die tot dit claiminitiatief willen toetreden, kunnen dit kosteloos doen en zijn een succes fee verschuldigd van 25% aan het einde van de procedure. Indien er sprake is van een rechtsbijstandverzekering bij één van de partners kan de succesfee in het geheel achterwege blijven. Indien de leden (casco)verzekerd zijn bij TVM zal de succes fee 22,5% bedragen. NVRD-leden kunnen zich registreren op de website www.nltruckkartel. nl. Aan de hand van de registratiegegevens maken NLtruckkartel en NVRD een overeenkomst op waarmee de deelname aan dit claiminitiatief wordt bevestigd. Ter onderbouwing van de claim moeten aanvullende gegevens met betrekking tot de vrachtwagens aangeleverd worden. NLtruckkartel biedt gedupeerden ondersteuning indien de juiste informatie (bijv. een oorspronkelijke factuur) niet meer direct te vinden is. Ook houdt zij haar leden over de voortgang op de hoogte middels nieuwsbrieven en is telefonisch bereikbaar op het nummer 0800-8782552 of per email via info@nltruckkartel.nl. ANDERE CLAIMINITIATIEVEN Naast het NLtruckkartel initiatief zijn meerdere claiminitiatieven ontstaan. De NVRD brengt het initiatief van NLtruckkartel bij haar leden onder de aandacht en faciliteert haar leden om bij dit initiatief aan te sluiten wegens de betrokkenheid van onder andere de brancheorganisatie TLN en het grote aantal gedupeerden die zich bij het initiatief hebben aangesloten. Uiteraard staat het de leden van de NVRD vrij zich bij andere claiminitiatieven aan te sluiten.

GRAM #3 april 2018 | 23


MILIEUSTRAAT NIEUWE STIJL: DE GRONDSTOFFENBANK VAN DE TOEKOMST Met milieustraten en gemeentewerven hebben gemeenten een belangrijke troef in handen om de omschakeling naar de circulaire economie te faciliteren en te bespoedigen. In de ontwikkeling naar een circulaire bouw kunnen deze locaties bijvoorbeeld een rol vervullen in het bij elkaar brengen van vraag en aanbod van (bouw)grondstoffen.

TEKST RON VAN WIJK EN MAARTEN BARCKHOF (STICHTING CIRCULAIR BOUWEN), SIMON DE KONING EN LANI KOK (STANTEC) BEELD CREAFOTO@XS4ALL.NL

S

telt u zich eens voor dat alle materialen en grondstoffen in de grond-, weg-, en waterbouw en in gebouwen opnieuw worden gebruikt en niet meer verdwijnen op de steeds groter wordende afvalberg. Een gebouw wordt een ‘opslagplaats’ voor materialen. Soms is er tussentijdse opslag nodig, bijvoorbeeld op milieustraten en gemeentewerven, voordat deze opnieuw kunnen worden toegepast. Stichting Circulair Bouwen, Stantec, Madaster en diverse andere partijen onderzoeken de mogelijke rol van milieustraten in de circulaire bouw en zijn op zoek naar ambitieuze gemeenten en vastgoedeigenaren om gezamenlijk, in de vorm van pilotprojecten, concrete stappen te zetten. NEDERLAND WORDT CIRCULAIR De Nederlandse overheid heeft de ambitie om in 2030 50 % minder primaire grondstoffen te gebruiken. Onze economie moet in 2050 volledig circulair zijn. De huidige processen, die gebaseerd zijn op de lineaire economie, moeten daarom drastisch worden veranderd. Dit vraagt ook om aanpassing van de vigerende wet- & regelgeving. Een peiling onder 338

24 | GRAM #3 april 2018

gemeenten laat zien, dat het thema circulaire economie al bij negentig procent van de gemeenten op de agenda staat. Eén van de plekken waar dit aan de orde is, is de milieustraat. Dankzij milieustraten wordt voorkomen dat grote hoeveelheden afval in de verbrandingsoven belanden. Afval wordt nu grondstof en vindt hier een nieuwe, nuttige bestemming. Een milieustraat is daarmee voor gemeenten een belangrijk instrument om recycling-doelstellingen te halen. Ook dragen milieustraten bij aan de bewustwording van inwoners om verantwoord om te gaan met afval. Door de jaren heen is de inrichting van de milieustraat sterk verbeterd. Zo is er een grotere verscheidenheid aan sorteerstromen ontstaan en is de identificatie om toegang te verkrijgen tot de milieustraten verregaand geautomatiseerd. Verder zijn er verhoogde of juist verdiepte bordessen gerealiseerd om afvalscheiding te vergemakkelijken en zijn er betere weegsystemen geïnstalleerd. Het proces van verwerking van het afval is echter in de afgelopen 20 jaar niet wezenlijk veranderd. In de praktijk is er

namelijk nog steeds sprake van recycling, dus van degradatie van de aangeleverde materialen en grondstoffen. Aangezien gerecycleerde grondstoffen niet meer de zuiverheid hebben van de oorspronkelijke grondstof wordt dit proces ook wel downcycling genoemd. Een voorbeeld hiervan is massief hout, dat in die vorm niet meer terugkomt in de productketen, maar hooguit wordt ingezet als spaanplaat of wordt meegestookt in de biomassacentrale. HET ROER MOET OM Op dit moment worden de prestaties van milieustraten gemeten in tonnages recycling en verbranding met energieterugwinning. In de VANG-doelstelling is afvalreductie alleen gekwantificeerd in de streefhoeveelheid van restafval per inwoner. De doelstelling hierbij is maximaal 100 kg restafval per inwoner per jaar in 2020. Hergebruik heeft daarin een summiere plaats gekregen en de hoeveelheid hergebruik wordt niet bijgehouden. Het huidige systeem biedt daarom nauwelijks een trigger voor de transitie naar een circulaire economie. Bevordert de milieustraat dan helemaal geen hergebruik? Tot op zekere hoogte is


dat wel het geval. Zo staat op menige milieustraat een container voor herbruikbare spullen. Maar hier tref je vaak alleen huisraad, kleding, elektronica, fietsen en dergelijke aan: de zogenaamde ‘kringloopwinkel-spullen’. Veel andere stromen die nu in een recyclebak belanden zijn met enige aandacht en arbeid ook herbruikbaar. Dit geldt met name voor de gebruikte bouwmaterialen. Denk bijvoorbeeld aan oude deuren, kozijnen, houten planken, overgebleven dakpannen, radiatoren en resten mortel en verf. Toekomstige milieustraten moeten veel meer op hergebruik en waardebehoud gericht zijn, want na consuminderen is hergebruik de centrale pijler van afvalreductie. In ieder geval biedt de aangeleverde hoeveelheid grof huishoudelijk afval, circa 2.800 ton per jaar, hiervoor voldoende mogelijkheden. Op kleine schaal zijn er al enkele initiatieven rondom hergebruik op milieustraten te vinden, zoals het Upcycle Center in Almere. Dit in 2017 gerealiseerde overdekte afvalperron, waarin gebruik is gemaakt van hergebruikte bouwmaterialen, biedt ruimte voor educatie en werkplaatsen om afgedankte goederen weer economische waarde te geven. Een mooi voorbeeld van upcycling, waarmee een hogere waarde wordt behaald dan met de oorspronkelijke materialen. Ook in de bouw-detailhandel zien we de eerste initiatieven om het hergebruik van ‘afgedankte’ bouwmaterialen te faciliteren. Zo hebben enkele kringloopwinkels een eigen bouwmaterialenafdeling geopend, waar gebruikte stukken hout op standaard maten worden gezaagd en van spijkers en schroeven worden ontdaan. Hiermee ont-

staat op verschillende plekken aanbod van hergebruikte bouwmaterialen. Kenmerkend voor dergelijke initiatieven is dat ze gericht zijn op verschillende momenten van de totale cyclus, op verschillende producten en materialen en verschillende doelgroepen. Ook wordt er gebruik gemaakt van verschillende manieren van inventarisatie, met ICT-systemen die niet koppelbaar zijn. De manieren van opslag, verwerking en beschikbaarstelling verschillen vaak sterk van elkaar. Om het hergebruik van bouwmaterialen naar een hoger niveau te tillen en op te schalen, is het volgens ons nodig om toe te werken naar een gestandaardiseerde

DAR milieustraat Bijsterhuizen, Wychen

manier van werken, waarbij het aanbod voorafgaand aan sloop wordt geïnventariseerd. De vrijkomende materialen worden meteen in een nieuw project gebruikt, maar als dat niet mogelijk is, worden ze tijdelijk in een depot opgeslagen. Zo nodig worden de materialen bewerkt. Vervolgens worden ze via een uniform systeem gelabeld. Belangrijk hierbij is dat via digitale marktplaatsen vraag en aanbod met elkaar worden verbonden, met daarbij een eigen businessmodel voor de leveranciers. Milieustraten nieuwe stijl kunnen bij deze transitie een belangrijke rol vervullen en

dit proces versnellen. Ze kunnen plaats bieden aan voorlopig kleinschalige (bouw) materialenhubs, op eigen of aangrenzend terrein. Daarnaast hebben ze de potentie om een belangrijke educatieve rol te vervullen om circulaire economie bij een breed publiek onder de aandacht te brengen. Ook kunnen hier mogelijk activiteiten worden georganiseerd in de vorm van sociale werkprojecten, waarbij materialen gesorteerd worden en geschikt worden gemaakt voor hergebruik. OPROEP De Stichting Circulair Bouwen (sluiten van kringlopen in de bouwsector) en Stantec (specialist in afvalmanagement) nodigen ambitieuze gemeenten en vastgoedeigenaren uit om samen met ons te werken aan Milieustraten Nieuwe Stijl en te komen tot concrete lokale of regionale pilots voor hoogwaardig hergebruik van bouwmaterialen en -grondstoffen. Dit is onderdeel van een breder plan, waarin we met Madaster samenwerken aan het opzetten van een Nationale Grondstoffenbank voor de bouw (zie hiervoor www.circulairbouwen.org). We creëren per pilot een lerende omgeving waarin partijen samen stappen zetten. De opgedane kennis en ervaringen delen we actief, zowel intern, als extern met deelnemende partijen, de VNG, lokale overheden en brancheorganisaties. Uiteindelijk moet dit uitmonden in een handboek waarmee stakeholders zelf aan de slag gaan. Kortom: komen er bij u grondstoffen of bouwmaterialen vrij en wilt u serieus werk maken van circulaire economie, neemt u dan contact op met Maarten Barckhof (T: 06-41274056) of Simon de Koning (T: 026-7507535). Dan gaan we met u in gesprek en helpen u op weg.

GRAM #3 april 2018 | 25


1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

26 | GRAM #3 april 2018

19-03-18 13:23


WIJ MAKEN WERK VAN CIRCULAIR TEKST SIGRID SCHUURMANN

Vier maanden. Honderdvijftig uur. Dat is de tijd die twee ROC-studenten kwijt waren aan het ontwerpen van een vilten tas. Gemaakt van gerecycled Twents textiel. Dit ontwerp is voortgekomen uit een ontwerpwedstrijd van de Twentse Textielcirkel. De Twentse Textielcirkel is een samenwerkingsverband tussen Twente Milieu, Frankenhuis BV, Texperium en kringloopbedrijven Het Goed en De Beurs met als doel: niet-herdraagbaar textiel terugbrengen op de markt en in de regio. Afzetmarkt De kringloopbedrijven van Twente Milieu ontvangen ingezameld textiel dat afkomstig is uit verzamelcontainers die in diverse Twentse gemeenten staan. Tijdens een eerste sortering wordt het textiel verdeeld over herdraagbaar en niet-herdraagbaar textiel. Deze laatstgenoemde categorie bevat bijvoorbeeld versleten of kapotte kleding, die niet meer geprijsd en verkocht kan worden in de kringloopwinkels. Dit textiel wordt nog te vaak bij sorteeranalyses in het restafval aangetroffen. Een belangrijk doel van de Twentse Textielcirkel is inwoners bewustmaken van de recyclingmogelijkheden van deze textielstroom, ondanks dat het niet meer opnieuw gedragen kan worden. Dankzij inzet op communicatie voor deze specifieke stroom wordt niet-herdraagbaar textiel steeds vaker en meer ingezameld. Dat is een goede vooruitgang, maar tegelijkertijd ontstond er ook een nieuwe uitdaging: voor deze niet-herdraagbare textielstroom werd nog wel afzet gezocht. GOOD: van vezels naar tas Frankenhuis textielrecycling, gelegen in Haaksbergen, verwerkt een groot deel van het niet-herdraagbare textiel. Zij ontdoen het van knopen en ritsen en daarna vervezelen ze het. Van deze vezels kan vervolgens vilt worden gemaakt: het basismateriaal van de ontworpen tas.

De ‘GOOD-tas’, zoals deze tas is benoemd door de ontwerpers, bestaat voor 85% uit textiel dat is ingezameld in de regio van Twente Milieu. De opdracht was duidelijk: ontwerp een shopper gemaakt van het gerecyclede vilt. Winnaars Tuan Nguyen en Kitty Berger waren enthousiast over de kwaliteit van het materiaal: “het materiaal is sterk en zeer geschikt voor een product als een tas. Met verschillende kwaliteitsonderzoeken hebben we de treksterkte, kleurechtheid en waterafstotendheid van het vilt getest”. De resultaten uit deze onderzoeken zijn vervolgens toegepast in het uiteindelijke ontwerp. Zo is het patroon van de tas afgestemd op de meest sterke richting van de stof en zijn de hoeken van de handvatten rond gemaakt, in plaats van vierkant.

Een tas met een boodschap De tassen zijn in productie genomen en worden verkocht bij de regionale filialen van de kringloopbedrijven Het Goed en De Beurs. Ook heeft Twente Milieu ze ingezet bij diverse projecten. Bij de gemeente Enschede is de GOOD-tas uitgedeeld aan alle Enschedese ambtenaren met informatie over de invoering van diftar. Letterlijk een tas met een boodschap. Zo zie je maar: met deze tas is het in eerste instantie niet-herdraagbare textiel van Twentse huishoudens tóch nog heel draagbaar geworden.

GRAM #3 april 2018 | 27


NVRD-STUDIEREIS OSLO Een blauwe zak voor plastic, een groene zak voor keukenafval en dat mag dan in de grijze container voor restafval. Later wordt dit er dan weer, machinaal en behoorlijk grootschalig, uit gehaald. Welkom in Oslo waar 25 van uw collega’s van 7 tot 9 maart tijdens de NVRD-studiereis onder andere dit ‘optisort’-systeem hebben gezien en besproken. TEKST MARC VEENHUIZEN

Ook in Oslo is men bezig met een zoektocht naar manieren om het scheidingspercentage (nu 33%) omhoog te krijgen. Of optisort het ei van Columbus is? Een gewetensvraag die een Noorse collega niet goed wist te beantwoorden. Een gemiddelde Noorse gemeente heeft 12.400 inwoners op een oppervlakte van 770 km2. Knus, maar een aardige logistieke opgave. Ook om in te zamelen bij -40C en ingesneeuwde containers. Overigens mag blik hier bij glas. Graag zelfs, omdat het glas dan langer heel blijft en dus makkelijker te sorteren is. In 2008 hebben ze in Oslo ook een stortverbod ingevoerd. Veel verbranding is er echter nog niet. Ja, vlakbij het kantoor van onze gastheer Agency for Waste Management, waar we op dat moment verschillende presentaties genoten. We keken toe hoe er bij de buren een loods met papier en plastic in vlammen opging. Verder gaat veel Noors afval naar Zweden om te worden verbrand. In ruil verwerkt Noorwegen gevaarlijk afval van Zweden. STATIEGELD Groene zakken in het restafval: voor ons is het een bijzondere gewaarwording. Maar wel interessant dat dit keukenafval (geen gft; tuinafval moet naar de milieustraat) naar de vergisters van de boeren gaat die het inmiddels graag willen hebben. Co-vergisting met dierlijke mest, 50%-50% qua samenstelling. Het bezoek was een week voor de Nederlandse discussie over statiegeld dus uiteraard kwam dat ook ter sprake. In Oslo zit statiegeld op groot en klein. Zelfs nog verhoogd. Het systeem werkt op basis van een belasting op de hoeveelheid ingezamelde verpakkingen. Zamel je veel in, dan betaal je weinig of geen belasting. Dus ja; Coca-Cola betaalt minder belasting omdat er meer wordt ingezameld. Er is zelfs concurrentie om zelf een goed systeem op te zetten. Drankpakken? Die gaan gewoon met het oud papier mee, geen probleem. “Hoezo is daar in Nederland een discussie over?”, vragen onze Noorse collega’s zich verbaasd af. INPANDIGE MILIEUSTRAAT Wij deelnemers van de studiereis kenden het niet, maar er bestaat in Oslo zoiets als een ‘third-shift’. Het gaat dan om diefstal van de milieustraten. Overigens worden in een hoekje op de milieustraten

28 | GRAM #3 april 2018

mooie goederen apart gehouden, die mensen gratis mogen meenemen. Het gaat toch om hergebruik? Zo'n hoekje was er ook bij een inpandige en indrukwekkend grote milieustraat. Kosten: 17 miljoen euro. Maar de service gaat nog verder. Belangrijke constatering is dat steeds minder mensen in Oslo een auto hebben. Wat doe je dan met het brengen van grof afval? Oslo heeft hier het volgende op bedacht, ook vanuit educatief oogpunt: in de stad is ergens op de begane grond een ruimte gehuurd en ingericht om klein grofvuil in te nemen. En ja, ook daar weer een hoekje met gratis spullen. Mensen mogen er maar 20 minuten binnenblijven, dan roept een buddy je. Duur, maar zeer gewaardeerd. Wat service betreft gaat Oslo ver in het aanbieden van keuzemogelijkheden: je betaalt in principe naar het volume van je bak, waarbij je verschillende keuzes hebt. Je kunt ook samen doen met je buren, dan verdeelt de dienst de kosten. Wil je iets anders, bijvoorbeeld ondergronds? Kan ook, maar dan moeten de bewoners dit wel zelf aanschaffen, in de grond stoppen, en onderhouden. De dienst adviseert en leegt de container. In Nederland lijkt dit ondenkbaar. Een belangrijk punt tijdens de reis, dat ook buiten de officiële bezoeken en presentaties plaatsvond, was het netwerken. Ook dat onderdeel van het programma mag als zeer succesvol worden omschreven. De deelnemers deelden veel parallellen, maar ook serieuze verschillen, en dat is altijd leerzaam en nuttig. De NVRD-studiereis mag dan ook dit keer weer als zeer geslaagd worden omschreven.


COLUMN

NIEUWS BRIEF AAN TWEEDE KAMER Uit gesprekken die het NVRD-bureau en bestuur de afgelopen periode met

COLUMN OLAF PRINSEN

leden van gemeenten en publieke bedrijven hebben gevoerd, blijkt dat leden zich grote zorgen maken over de evaluatie en toekomst van de afspraken uit

De column van Olaf Prinsen ver-

de Raamovereenkomst Verpakkingen 2013-2002. Aan de hand van deze ge-

schijnt niet meer maandelijks maar

sprekken hebben NVRD en de Ambtelijke Werkgroep Afval de belangrijkste

één keer per kwartaal. De eerstvol-

publieke uitgangspunten op een rij gezet die volgens de NVRD-achterban de

gende column zal in het meinummer

basis moeten vormen voor een hernieuwd afsprakenstelsel in het kader van

te lezen zijn.

de Raamovereenkomst Verpakkingen. Deze uitgangspunten zijn inmiddels aangeboden aan verschillende bestuurders en Tweede Kamerleden en zullen meegenomen worden bij verdere afspraken over de verpakkingsketens:

1.

Producentenverantwoordelijkheid

investeringen in hoogwaardige recycling.

sen de verpakkingsfractie en de overige

.geldt als het uitgangspunt bij het

Alleen dan kan de regierol op efficiënte

kunststoffen in het huishoudelijk afval

halen van ambitieuze doelen en bij het

wijze uitgevoerd worden en kan invloed

8.

Bedrijfsmatig en huishoudelijk ge-

voorkomen van niet-recyclebare verpak-

uitgeoefend worden op grote maatschap-

kingen. Er komt een innovatie-agenda

pelijke opgaves zoals de aanpak van plas-

die start bij productontwerp, immers:

tic soup en het behalen van de circulaire

troep erin is troep eruit. De kosten voor

doelen.

moeten hetzelfde aangepakt worden.

5.

9.

Gemeenten worden in het kader

legbaar zijn. Er moet meer duidelijkheid

de keten komen en ruimte (of prikkels)

van

producentenverantwoordelijk-

komen over de acceptatie en beoordeling

om daarboven te zitten. Daarvoor is het

heid volledig vergoed voor hun diensten;

op alle plaatsen in de keten, waaronder

belangrijk de huidige, nagenoeg behaalde

daarvoor wordt een basistarief per ton af-

de hoeveelheid gerecycled materiaal.

doelstelling van 52% hergebruik verder te

de producentenverantwoordelijkheid mogen niet worden afgewenteld op de maatschappij.

Afspraken met de verschillende (publieke) ketenpartners moeten voor

iedereen eenduidig, transparant en uit-

2.

gesproken onafhankelijk van de systeemkeuze. Bonus/malus is alleen van toepassing op door gemeenten beïnvloedbare factoren. Gemeenten lopen alleen risico daar waar ze invloed kunnen uitoefenen.

6.

Afvalscheiding van verpakkingsafval moet logisch en uitlegbaar (echte re-

cycling) zijn aan de burger. Daar waar de burger het niet snapt, moet in de keten gekeken worden of het beter kan.

3.

Inzamelen en de keuze voor een inzamelstructuur is het mandaat van

gemeenten. Gemeenten hebben hierbij de vrijheid de inzamelstructuur te kiezen die het beste past bij de lokale omstan-

7.

lijkwaardig verpakkingsafval vallen

onder dezelfde verantwoordelijkheid en

Om de circulaire ambities waar te maken, moet er een duidelijk mini-

maal ambitieniveau van alle partijen in

verhogen in de richting van 65% hergebruik van recyclaat in producten in 2022.

10.

100% circulair en daarmee 100% toepassing van recyclaat is het uit-

eindelijke doel in 2050, met minder wordt alleen genoegen genomen wanneer daar-

Inzameling van de brede kunststof-

voor goede argumenten zijn. Daar waar

fractie heeft de voorkeur en is uitleg-

acceptabel is dat een deel niet gerecycled

baar; hierbij moeten heldere afspraken

wordt, kunnen gemeenten ook geen ver-

gemaakt worden over de toerekening tus-

antwoordelijkheid dragen.

digheden en het totale inzamelsysteem voor alle huishoudelijke afvalstromen.

4.

Langjarige, duidelijke afspraken (in ieder geval tot en met 2030) over de

invulling van de producentenverantwoor-

delijkheid zijn noodzakelijk voor gemeenten en hun (keten)partners bij investe-

NIEUWSBRIEF De digitale NVRD nieuwsbrief verschijnt 2-wekelijks maar belandt soms door een spamfilter niet in uw mailbox. Ontvangt u deze nieuwsbrief niet regelmatig, controleer dan even de map ongewenste e-mail.

ringen in de inzamelstructuur tot en met

GRAM #3 april 2018 | 29


NVRDNVRD Jaarcongres Jaarcongres 2018 2018 30 en 31 mei 30 2018, en 31 Amsterdam mei 2018, Amsterdam

De afvalsector De afvalsector maakt ermaakt wat van! er wat van! De transitie naar een Decirculaire transitie naar economie een circulaire staat volop economie in de aandacht. staat volop De in afvalsector de aandacht. speelt De afvalsector speelt hierin een belangrijke hierin rol.een Inwoners belangrijke blijken rol. gemotiveerder Inwoners blijken te zijn gemotiveerder om hun afvaltetezijn scheiden om hunals afval te scheiden als ze weten waarvoorze zeweten het doen. waarvoor Tijdens zehet hetcongres doen. Tijdens in Amsterdam het congres is ditinhét Amsterdam onderwerp. is dit hét onderwerp. Verschillende partijen Verschillende laten zien wat partijen zij kunnen laten zien maken watvan zij kunnen afval. Ook maken wordt vaneen afval. Ook wordt een onderzoek gepresenteerd onderzoek vangepresenteerd Maurice de Hond vannaar Maurice de motivatie de Hondvan naarinwoners de motivatie om hun vanafval inwoners om hun afval te scheiden. Andere teinteressante scheiden. Andere sprekers interessante en aandacht sprekers voor het en thema aandacht (bijvoorbeeld voor het thema tijdens (bijvoorbeeld tijdens de catering) makende decatering) dag af. maken de dag af.

Stientje van Veldhoven Stientje van Veldhoven Staatsecretaris van Staatsecretaris van Infrastructuur en Infrastructuur en Waterstaat Waterstaat

Timothy Bouldry ISWA

Maurice de Hond Onderzoeker

Maurice de Hond Onderzoeker

Merijn Tinga Merijn Tinga ‘Plastic soup surfer’ ‘Plastic soup surfer’

Marcello Somma Fater SpA

Marcello Somma Fater SpA

Marceline SchopmanMarceline Schopman Dagvoorzitter Dagvoorzitter

Timothy Bouldry ISWA

Meer informatie enMeer direct informatie aanmelden enkan direct op:aanmelden www.nvrd-jaarcongres-amsterdam.nl kan op: www.nvrd-jaarcongres-amsterdam.nl

Hoofdsponsor:

Hoofdsponsor: Sponsor:

30 | GRAM #3 april 2018

Sponsor: Het Jaarcongres wordt Hetgeorganiseerd Jaarcongres wordt door: georganiseerd door:


DE LEDEN CENTRAAL “SCHEIDING VAN AFVAL IS NIET MEER WEG TE DENKEN UIT DE MAATSCHAPPIJ” TEKST HETTY DEKKERS

In deze rubriek krijgen NVRD-leden een stem in GRAM. De NVRD is er immers voor en door de leden. Deze keer aan het woord: Tim Grubben, voorman afval en planner buitendienst gemeente Peel en Maas. WAT HOUDT JE FUNCTIE IN? Wij willen als gemeente zo veel mogelijk zelf de regie houden, daarom zamelen wij het afval zelf in. Dat doen we met vijf wagens. Daarnaast hebben we ondergrondse containers en een eigen milieupark, dat valt allemaal onder mijn taakgebied. Bovendien ben ik aanspreekpunt voor klachten. Als voorman afval stuur ik het team afvalinzameling aan van ruim 20 personen. Daarnaast plan ik, samen met een collega, alle groen- en grijswerkzaamheden voor de rest van de buitendienst (30 à 35 medewerkers). De chauffeurs en beladers komen elke week in elke straat, bij ons werkt het zo dat zij even een seintje geven aan de wijkdienst als ze zien dat ergens gat in de weg zit of iets anders kapot is. Wij hebben een hechte buitendienst. WAT BETEKENT DE NVRD VOOR JOU? Ik ben een trouwe lezer van Gram. Ik mag graag lezen over de ontwikkelingen in de afvalbranche. Het leuke is dat onze chauffeurs en beladers het blad ook wel eens mee naar huis nemen. Ook zij zien het als hun vakblad. VOLDOET HET LIDMAATSCHAP AAN JE VERWACHTINGEN? Beleidsmedewerkers hebben natuurlijk meer met de NVRD te maken dan ik, als uitvoerende. Maar onze beleidsmensen zijn er tevreden mee, zover ik weet. WAT ZIJN VOLGENS JOU DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN BINNEN DE AFVALBRANCHE? Scheiding van afval is niet meer weg te denken uit de maatschap-

pij. Steeds meer mensen hebben het idee omarmd. Wij gaan vaak naar basisscholen toe, met een vuilniswagen. Of de kinderen komen naar de milieustraat om te zien hoe het daar werkt. Het is prachtig om te zien hoe enthousiast en fanatiek de kinderen zijn. Wat dat betreft zie ik de toekomst rooskleurig in. Die kinderen zijn de basis van onze toekomst. Maar ook de volwassen inwoners betrekken we heel intensief bij onze plannen. We willen het samen met de burgers doen, dat merken ze. WAT VIND JE HET LEUKSTE/ MOOISTE AAN JE WERK? De variatie, iedere dag is weer anders. Ons werk gaat ook altijd door. Of er nu een pak sneeuw ligt of dat het 35 graden is, wij moeten ophalen en dat doen we ook. En dat je het resultaat kunt meten. Wij zitten nu op 35 kilo restafval per persoon per jaar. Dat is een prachtig resultaat waar we natuurlijk apetrots op zijn. WAAR STOOR JE JE AAN? Een grote ergernis is het dumpen van afval. Hebben we zoveel faciliteiten, gaan sommige mensen toch nog dumpen. Een bankstel kun je bij ons voor 2,50 euro kwijt op het milieupark, ik kan er met mijn hoofd niet bij dat er dan toch mensen zijn die het liever langs de weg gooien. Chemische goedjes van drugslaboratoria, die gooi je toch niet in een bos waar kinderen spelen? WELKE TIP WIL JE DE LEZERS VAN GRAM MEEGEVEN? Om je afvalbeleid te laten slagen, is het creëren van draagvlak het meest belangrijk. Luister naar je inwoners, zorg voor goede voorlichting, duidelijke instructies. Als wij een serieuze klacht binnen krijgen, gaan we er even langs. Even uitleggen hoe het zit, het gesprek aangaan. Dat werkt zo veel meer verhelderend dan een mailtje terug sturen.

GRAM #3 april 2018 | 31


OBSERVATOR

Wegdekconditie Sensoren

MINDER ELEKTRISCHE APPARATEN IN RESTAFVAL GeĂŻntegreerde, contactloze en mobiele sensoren Wij bieden u alle sensoren voor een compleet wegdek informatie systeem Vertegenwoordiging van

De hoeveelheid afgedankte kleine elektrische apparaten (e-waste) in het restafval daalt. In de periode 2012-2016 is de hoeveelheid klein e-waste dat de consument jaarlijks als restafval weggooit met een derde verminderd van 33,6 naar 21,9 miljoen kilo. E-waste dat mensen weggooien, gaat verloren voor recycling. NVMP en Wecycle ondersteunen daarom de inspanningen van gemeenten om meer afval te scheiden.

in Nederland

Rietdekkerstraat 6 | 2984 BM | Ridderkerk 0180- 46 34 11 | info@observator.com | www.observator.com

21-8000-0252-1 NVRD GRAM 2018 april 1_4_st_GRAM_92x130.indd 1

19-03-18 13:52

NIEUW: HOLDER C 65. VOOR ELK JAARGETIJDE EEN HOLDER! Volle kracht vooruit: het jongere broertje van de succesvolle Holder C 70 heeft alles wat in het dagelijkse leven het verschil maakt. Kijk voor meer informatie op www.mechancultuurtechniek.nl

21-8000-0233-1 NVRD GRAM 2018 april

32 | GRAM #3 april 2018 1_4_st_GRAM_92x130.indd 1

19-03-18 13:49

Bureau Witteveen+Bos deed in opdracht van NVMP en Wecycle onderzoek naar de hoeveelheid e-waste in het restafval. Deze hangt sterk samen met gedifferentieerde tarieven voor afvalinzameling door gemeenten (diftar). In gemeenten met diftar is de hoogte van de afvalstoffenheffing afhankelijk van de hoeveelheid restafval. Dit stimuleert inwoners om hun afval gescheiden in te leveren, zodat er zo min mogelijk restafval ontstaat. Het verschil tussen diftar-gemeenten en gemeenten zonder diftar is groot: in diftar-gemeenten zit er gemiddeld 60 procent minder e-waste in het restafval. Dit verschil is nog groter in gemeenten die gebruik maken van de diftar-methoden waarbij de inwoners betalen naar rato van gewicht of een dure zak moeten aanschaffen voor hun restafval. In die gemeenten zit er gemiddeld 71 procent minder e-waste in het restafval. In de onderzoeksperiode heeft Wecycle in totaal bijna 180 miljoen kilo aan klein e-waste ingezameld, voornamelijk via gemeenten. Bureau Witteveen+Bos (W+B) maakte voor haar onderzoek gebruik van sorteergegevens die de gemeenten aanleveren aan het Centraal Bureau voor de Statistiek. In haar analyse hield W+B rekening met seizoensinvloeden, type woning, soorten inzamelmiddelen en het al dan niet hanteren van gedifferentieerde tarieven voor afvalinzameling door gemeenten.


BRANCHE NIEUWS

GEMEENTE AMSTERDAM INTRODUCEERT HAAR EERSTE ELEKTRISCHE HUISVUILWAGEN 15 maart heeft de gemeente Amsterdam de eerste volledig elektrische huisvuilwagen in gebruik genomen. Amsterdam zet daarmee een concrete stap dichterbij haar doelstelling om de CO2-uitstoot in 2025 met 45% te verlagen ten opzichte van 2012. Het schone voertuig is, in de aanwezigheid van een vertegenwoordiging van de afvalorganisatie, aan Wethouder Abdeluheb Choho gepresenteerd op de Dam in Amsterdam. De e-huisvuilwagen wordt ingezet op drukke verkeerspunten en levert een bijdrage aan de verbetering van de schone lucht in Amsterdam en daarmee aan de gezondheid van alle Amsterdammers. De door E-Trucks geproduceerde huisvuilwagen is niet alleen 100% elektrisch en daardoor erg stil, maar technisch ook al voorbereid om in 2019 omgebouwd te worden tot één van drie waterstofhybride huisvuilwagens.

Waterstofhybride vrachtwagens zijn dé oplossing voor het binnenstedelijk vervoer, doordat deze volledig emissievrij (dus zonder CO2-uitstoot, roet, NOX en fijnstof) ingezet kunnen worden. De voorbereidingen voor de benodigde infrastructuur, zoals een waterstof tankstation in Amsterdam zijn in volle gang. Heeft uw gemeente ook al schone voertuigen rondrijden voor afvalverwerking of voor het beheer van de openbare ruimte? Of bent u geïnteresseerd in de ontwikkelingen en mogelijkheden voor uw organisatie? De NVRD is van plan om binnenkort een bijeenkomst te organiseren, om te inventariseren wat de wensen en behoeften zijn van onze leden op het gebied van duurzame voertuigtechnieken. Mocht u op de hoogte willen worden gehouden van deze bijeenkomst, dan kunt u dit kenbaar maken per mail aan Sigrid Schuurmann: schuurmann@nvrd.nl

GRAM #3 april 2018 | 33


AGENDA 19 APRIL Nationaal Gladheidbestrijdingscongres Hart van Holland, Nijkerk Organisatie: NVRD FOTO NEDERLAND SCHOON

Inl. www.gladheidcongres.nl

LANDELIJKE OPSCHOONDAG

14 – 18 MEI

Een recordaantal van 133.000 vrijwilligers is op 24 maart tijdens de Landelijke Opschoondag op pad gegaan om zwerfafval op te ruimen. Het aantal deelnemers steeg ten opzichte van vorig jaar met 17 procent. Opvallend is volgens de organisatie dat steeds meer jongeren meedoen. Een woordvoerder van de stichting Nederland Schoon verklaart de hoge opkomst doordat “steeds meer mensen zich verantwoordelijk gaan voelen voor hun omgeving”. Het startschot voor de Landelijke Opschoondag werd gegeven in Oss, maar ook in veel andere steden werd opgeruimd. Door het hele land vonden meer dan 2500 opruimacties plaats, met steeds meer initiatieven op, om en in het water.

Inl. www.ifat.de

30 - 31 MEI ALV en NVRD Jaarcongres ‘De afvalsector maakt er wat van!’ Undercurrent, Amsterdam Inl. www.nvrd-jaarcongres-amsterdam.nl

14 JUNI NVRD kennisbijeenkomst 'duurzame inzetbaarheid en veiligheid'

19-03-18 13:45

w w w. curitas.n l

ww w. curitas.nl

ww. curitas.nl

ww w. curitas.nl

Antropica, Driebergen

w w w. curitas.n l

w ww.boe r g r oep.nl

w w w.bo e r g r oe p.n l

ww w.b oe r g r oep

www.bo e r g r oep.nl

w w w.b o e r g r oe p.nl

34 | GRAM #3 april 2018

190x62.indd 1

IFAT München


The world’s most advanced cleaning and hygiene show

Refresh your mind 

Organized by:

Innovative – product launches and seminar sessions Inclusive - the entire industry gathered in one place International - 35,000 professionals from 150 countries Professional - Your dedicated tradeshow since 1967

Register your free visit now

Official media partner:

intercleanshow.com

Advertentie Interclean 2018-210x280mm.indd 1

03-01-18 13:55


We take Care.

Foto: Rijkswaterstaat

Innovatie in gladheidbestrijding Aebi Schmidt Nederland BV Handelsweg 8 7451 PJ Holten Tel: 0548 370000 www.aebi-schmidt.nl

Mobiliteit is belangrijk in Nederland. Zeker in de wintermaanden wanneer sneeuw en gladheid voor gevaarlijke situaties en oponthoud kunnen zorgen. Aebi Schmidt is toonaangevend op het gebied van gladheidbestrijding met het merk Nido. Nido technologie staat voor Innovatie, betrouwbaarheid, efficiency met minimale belasting voor het milieu en leefomgeving. Natuurlijk Nido.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.