GRAM juni 2023

Page 1

PERIKELEN RONDOM DE AFVALSTOFFENHEFFING

OMGAAN MET ZEROEMISSIEZONES IN 2025

VAKBLAD VAN DE NVRD | JAARGANG 108 #05 JUNI 2017

VAKBLAD VAN DE NVRD | JAARGANG 114 #05 juni 2023

UNIEK MOBIEL ERFGOED STADSREINIGING AMSTERDAM

BIJPLAATSEN VAN AFVAL BIJ ONDERGRONDSE AFVALCONTAINERS

CIRCULUS MEET SOCIALE IMPACT

GROF HUISHOUDELIJK

RESTAFVAL, WEL OF NIET NASCHEIDEN?

VERBETERING AFVALSCHEIDING IN TILBURGSE HOOGBOUW MET GEBRUIK VAN DATA

OPLOSSING VOOR LUIERS STEEDS DICHTERBIJ

SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN

Gemeenten en milieustraten, helpen jullie mee?

Steeds vaker belanden oude en kapotte fietsaccu’s in het huisvuil. Veel mensen weten niet waar ze hun fietsaccu wél kunnen inleveren en waarom dat inleveren zo belangrijk is.

Veilig

Doordat mensen uit onwetendheid fietsaccu’s bij het restafval gooien, neemt het risico op kortsluiting toe met mogelijk brand tot gevolg.

Duurzaam

In fietsaccu’s zitten waardevolle metalen die hergebruikt kunnen worden. Dat lukt alleen als fietsaccu’s op de juiste manier worden ingeleverd voor recycling.

Verantwoord

De juiste plek voor het inleveren van fietsaccu’s is bij de milieustraat van de gemeente of bij een fietsenwinkel die is aangesloten bij Stibat.

Daarom is het van belang om inwoners van uw gemeente op de hoogte te brengen van het veilig, duurzaam en verantwoord afdanken van oude en kapotte fietsaccu’s! Helpt u ook mee?

Ga naar stibat.nl/gemeenten voor meer informatie en download gratis het communicatiemateriaal.

Scan de QR-code voor meer informatie

Samen veilig, duurzaam en verantwoord fietsaccu’s inzamelen

COLOFON

UITG EVER

NVRD, WTC Arnhem

Nieuwe Stationsstraat 10

6811 KS ARNHEM

+31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl

REDACTIECOMMISSIE

Marc Veenhuizen, gemeente Oldebroek (hoofdredacteur)

Addie Weenk, Rijkswaterstaat

Daan Middelkamp, Dar

Folkert Starreveld, Cyclus Management

Ilse van der Grift, NVRD

Marianne Zegwaard, Stantec

Peter de Boer, Royal HaskoningDHV Diederik Notenboom, HVC

EINDREDACTIE

Suzie van de Pas en Vrhl

Postbus 1218, 6801 BE Arnhem

+31 (0)88 - 3770000 vandepas@nvrd.nl

ADVERTENTIE-EXPLOITATIE

Elma Media B.V.

Silvèr Snoek - Sales Manager

0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl

REALISATIE EN DRUK

Print2Pack

Coverbeeld:

Stefan Verkerk

ABONNEMENTENADMINISTRATIE

NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem

Jaarabonnement ad €113,40 ex btw. België €131,25 (Europa en buiten Europa op aanvraag).

BEËINDIGING ABONNEMENT

Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd.

Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD.

Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard.

ISSN 1569-0458

© NVRD

12

HOE DOEN ZIJ DAT: PERSONEELSTEKORTEN

Gemeente Putten, HVC en Spaarnelanden laten weten of zij personeelstekorten ervaren, hoe zij daarmee omgaan en hoe zij hun huidige medewerkers tevreden houden.

17

UNIEK MOBIEL ERFGOED STADSREINIGING

AMSTERDAM

Beelden van het verre verleden van de Stadsreiniging Amsterdam en innovaties van honderd jaar geleden bij de afvalinzameling en het straatvegen: ze komen tot leven bij het zien van de collectie van ‘antieke’ reinigingsvoertuigen van de gemeente Amsterdam.

21

INTERVIEW MET

GOHDAR MASSOM, DIRECTEUR AFVAL & GRONDSTOFFEN AMSTERDAM

De gemeente Amsterdam heeft ambitieuze doelen op circulair gebied. Amsterdam zet nu vol in op afvalpreventie onder het motto: voorkomen is beter dan opruimen.

ACTIEPLAN DESIGN FOR RECYCLING MIKT OP SNELLE VERBETERING

Hester Klein Lankhorst (Afvalfonds) en Wendy de Wild (NVRD) gaan in gesprek over het actieplan Design for Recycling en de ontwikkelingen in de wereld van verpakkingen.

15

28

30

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 8x per jaar.

GRAM #05 juni 2023 | 3 INHOUD 05 BEZEM 06 AFVALSECTOR DRUK MET ZERO-EMISSIEZONES IN 2025 09 DATA DELEN MAKKELIJKER DOOR PROJECT BRANCHESTUURINFORMATIE 10 CIRCULUS MAAKT SOCIALE IMPACT ZICHTBAAR
SPELENDERWIJS AAN DE SLAG MET VEILIGHEID IN DE SAFETY KEET
14
HOE STAAT HET NU MET DE LEIDRAAD FYSIEKE BELASTING?
HAARLEMMERMEER: ZONDER DIFTAR 59 KILOGRAM MINDER RESTAFVAL
VERBETERING AFVALSCHEIDING IN DE HOOGBOUW MET GEBRUIK VAN DATAVERZAMELING
20
24
YOUNG NVRD OP HET
CONGRES:
JAAR-
ENTHOUSIAST, VERKLEED EN MET STEEDS MEER!
EN BATTERIJEN
IN TE LEVEREN
EU-UPDATE
NVRD-NIEUWS
BRANCHENIEUWS
LANDELIJKE CAMPAGNE ROEPT INWONERS OP ACCU’S
APART
32
33
34
25

CLOSE-UP

DE TOEKOMST VAN AFVALBEHEER: GEEN ZWERFAFVAL EN MINDER KOSTEN

De slimme afvalbakken van Mr. Fill veroveren de wereld. Ze zijn zelfpersend, werken op zonne-energie én verdienen zichzelf terug. Eigenlijk een ‘no brainer’, zo blijkt ook uit installaties op uiteenlopende locaties als het centrum van Amsterdam, de kust van Zandvoort of het park in Maastricht.

Mr. Fill is in 2018 opgericht en produceert en ontwikkelt alles op eigen bodem in het Nederlandse Culemborg. “En we zijn nu al marktleider in Europa”, zegt CEO Theo Kik. Hoe dat kan? “Onze slimme afvalbakken leveren in de praktijk echt minder zwerfafval op. Dankzij de persfunctie besparen gemeenten ook veel tijd en kosten in de ledigingen van afvalbakken. Het personeel wordt ontzorgd, juist in de piekmomenten zoals het weekend. Mr. Fill werkt vrolijk door en is nooit ziek! Er komt steeds meer druk op onze openbare ruimte en met onze Ultra Fill hebben we een slimme en subtiele afvalbak, we creëren rust in de openbare ruimte.”

De Ultra Fill is verkrijgbaar in meerdere modellen zoals de 120Little, 120, 240 en 360 liter. “Deze afvalbakken zijn zó slim, dat ze automatisch hun klep sluiten als ze per ongeluk vol mochten zijn én op hun display melden dat verderop een

afvalbak staat die wel beschikbaar is”, licht Kik toe. “Dit communicatiesysteem voor de gebruiker hebben we uitgebreid getest. Het blijkt dat je hiermee enorm veel bijplaatsingen en dus zwerfafval voorkomt. Optioneel kunnen ze ook data verzamelen als luchtvochtigheid, temperatuur, co2-uitstoot. Die data kun je als gemeente gebruiken voor andere doeleinden. Want met de slimme afvalbakken heb je al veel meetpunten in de stad, die kun je benutten.”

Mr. Fill wordt veelal herkend op straat door de herkenbare Ultra Fill afvalbakken met het zonnepaneel aan de bovenzijde. Echter worden er in de fabriek in Culemborg meerdere slimme afvaloplossingen ontwikkeld. Zo is de Heavy Harry ondergrondse persmodule misschien wel het product met de meeste potentie volgens Kik. “De ondergrondse persmodule is ontwikkeld voor nieuwe én bestaande ondergrondse containers. Met deze ‘turbo’ op je bestaande container kan je de capaciteit van je ondergrondse rest- of pmd-container zo verzesvoudigen!”.

Je moet volgens Kik niet onderschatten hoeveel kosten je bespaart met zelfpersende containers. “We hebben een installatie bij een gemeente die zes keer per week papier/karton op moest halen. Na de inzet van de Heavy Harry hebben ze die frequentie teruggebracht naar één keer per week.” Voor gemeenten die weinig budget hebben, is er ook de mogelijkheid tot leasen. “De besparing op inzamelkosten zijn een stuk hoger dan het maandelijks leasebedrag, hierdoor kunnen gemeenten direct besparen”, verzekert Kik.

De slimme producten van Mr. Fill hebben hun weg al gevonden naar bijna zeventig Nederlandse gemeenten. Ook in andere Europese steden, zoals Parijs, Londen en Brussel, is de afvalbak van Mr. Fill populair. Ook buiten Europa is Mr. Fill al actief. Tijdens de wereldtentoonstelling in Dubai trok het jonge bedrijf internationaal publiek met honderden Ultra Fill installaties voor een schone en duurzame tentoonstelling.

Bent u benieuwd hoeveel tijd en kosten u kunt besparen met de inzet van de slimme afvaloplossingen van Mr. Fill? Ga voor meer info naar www.mr.-fill.com.

4 | GRAM #05 juni 2023 aangeboden door MR. FILL

VROEM

Als ik rustig over straat loop en vegend de restanten van een mooie zomerse dag opruim, ben ik blij te zien dat statiegeld werkt. Blij verrast maar eigenlijk ook weer niet helemaal. Dit wisten wel al lang; zulke prikkels werken. Hoeveel data wil je hebben om te zien dat diftar, of een recycletarief, werkt? Een veel te grote, ronkende SUV dendert voorbij, hij past net door de smalle straat waar ik werk. Dat we daar nog geen tarief voor hebben verbaast mij dan weer wel. Een prijsprikkel op rijden, rekeningrijden bijvoorbeeld. Dat je weet dat het effect van je handelen direct consequenties heeft. Dat je weet dat autorijden, het gebruik van een auto, geld kost. Zoals het omgekeerd, positief, met zonnepanelen is; je ziet direct in je app wat het oplevert (minder kost). Zo zou het ook met vervoer moeten. Positief of negatief.

Jammer is dat een Belg genaamd Etienne Lenoir – nee, niet de wasverzachter, dat is Lenor – in 1860 de eerste echte verbrandingsmotor bouwde. Nadat al eerder James Watt – ja

die – in 1764 een stoommachine had uitgevonden. Wat nu als we dat nu nooit hadden ontdekt? Zou olie dan in de grond zijn gebleven? Ja, dan hadden we het niet over rekeningrijden hoeven hebben lijkt mij. Mits niet iets anders vervuilends was uitgevonden natuurlijk. De wereld had er significant anders uitgezien, de geopolitiek zeker. De macht van de olie en benzine dollars was er niet. Oliestaten bestonden niet. ’t Was wat geweest als we toen al zonne- en windenergie als basis hadden genomen. Hadden er ook niet een paar duizend mensen een autoweg hoeven blokkeren op een zonnige zaterdag. Om een verkeerde prijsprikkel op de verkeerde middelen te laten stoppen. Een glanzende, te dure en te snelle wagen flitst voorbij en verstoort mijn gemijmer.

Dapper zijn we bezig om ongedaan te maken wat al ver de verkeerde kant op is gegaan. Goede, mooie en bitter noodzakelijke initiatieven om schoner te rijden. Voor onze branche een must. Afval moet ook weg waar nauwelijks mensen komen, maar wel wonen. Ik weet dat mijn collega’s vol energie en passie proberen om schoner, schoonst mogelijk vervoer te ontwikkelen. Is het wiel al uitgevonden, zoals Lenoir ooit deed? Ik weet het niet, hoop het wel. ’t Zou mooi zijn als onze branche daar de innovator voor is, meer dan alleen een early adapter.

Ik veeg verder, loop de hoek om en probeer tussen het strak geparkeerde blik het zwerfafval weg te halen. Ik zwaai naar mijn collega’s op een waterstof aangedreven vuilniswagen. Groene waterstof. Goed bezig collega’s.

GRAM #05 juni 2023 | 5

AFVALSECTOR DRUK MET ZEROEMISSIEZONES IN 2025

SCHONE VLOOT NOG EEN HELE OPGAVE

Vanaf 2025 komt een groot aantal gemeenten met een zero-emissiezone. Dat heeft ook gevolgen voor het wagenpark van de afvalsector. Veel afvalbedrijven blijven onverkort op de verduurzaming van hun vloot inzetten, maar er zijn nog veel uitdagingen.

Voor een schonere en stillere leefomgeving en het tegengaan van klimaatverandering voeren 28 gemeenten vanaf 2025 een zero-emissiezone in voor vrachtwagens en lichte bedrijfsauto’s. Alleen superschone voertuigen (in vaktaal: met een emissieklasse lager dan 5 of 6) mogen nog zo’n zone in. Nieuw aangeschafte voertuigen moeten meteen vanaf 2025 uitstootvrij zijn, dus elektrisch zijn of op waterstof rijden. Vanaf 2030 geldt

in zo’n ZE-zone een verbod voor alle fossiel aangedreven lichte bedrijfsvoertuigen en vrachtwagens. De gemeente Rotterdam komt per 1 januari 2025 met een ZE-zone.

Niet alleen de omgeving van het Centraal Station en het stadhuis aan de Coolsingel zijn ingekleurd op het kaartje van de concept-ZE-zone op de gemeentesite. De contouren van de zone beslaan een gebied van het Kralingse Bos in het noordoosten tot het Zuiderpark en voetbalstadion De Kuip in het zuiden. “In feite gaat om het hele ge-

bied binnen de ring, op de industrieterreinen na”, legt Johan Visser uit, adviseur bij het onderdeel Vervoer en Materieel van het cluster Stadsbeheer. De laatste maanden is Visser druk met in kaart brengen van wat er versneld nodig is om aan de toekomstige emissievrije eisen te voldoen. Wat kost het vervangen van alle fossiel aangedreven voertuigen? Hoeveel energie heeft het nieuwe wagenpark dan nodig? Wat zijn de ervaringen van de chauffeurs met de eerste voertuigen op elektriciteit en waterstof?

6 | GRAM #05 juni 2023
TEKST: PIETER VAN DEN BRAND

De grootste uitdaging voor het cluster Stadsbeheer ligt bij de zware energieverbruikers: de veegmachines en de vrachtwagens. In 2019 werd de eerste elektrische achterlader in gebruik genomen, toen nog een omgebouwde diesel. Sinds begin van dit jaar zijn zes van de 154 vrachtwagens uitstootvrij en zeventien van de 145 veegmachines en veegvuilophaalwagens. Het overgrote deel van dit zware wagenpark is straks ook nodig binnen de ZE-zone. “Om alle voertuigen te vervangen”, zegt Visser, “zijn miljoenen euro’s nodig om de meerkosten tegenover dieselvoertuigen af te kunnen dekken.” Het exacte prijskaartje wil hij niet delen. “Ook zullen we op meer van onze locaties zware voertuigen en oplaadstations moeten plaatsen, om de elektriciteitsvraag te verdunnen. We werken met een ochtend- en avondshift. Tachtig procent van de voertuigen zit op de weg. Elektrische wagens moeten binnen een paar uur voldoende kunnen laden.” Nu heeft alleen de vestiging aan het Kleinpolderplein een zwaar DC-laadstation. Voor de toekomstige laadstations is bovendien veel ruimte nodig vanwege de benodigde laadpalen en de aanrijbeveiliging. De voorlopige conclusie van Vissers puzzelwerk is glashelder. “2025 wordt voor ons een uitdaging. Het beschikbaar komen van extra geld en een verzwaring van de energie infra zijn hierbij randvoorwaardelijk. Gelukkig zijn er tot 2030 overgangsregels, vrijstellingen en ontheffingen. Tot die tijd kan er nog veel gebeuren.”

AMBITIES

HVC loopt tegen dezelfde problematiek aan. Het bedrijf werkt al langer aan het verduurzamen van zijn wagenpark en heeft – alle voertuigen meegenomen – nu vijftien procent van zijn vloot geëlektrifi-

ceerd. “Als je naar de grote inzamelvoertuigen kijkt, zitten we op één procent”, vertelt wagenparkbeheerder Evert-Jan Plas. “We hebben drie elektrische vrachtwagens en er zijn er zeven in bestelling. We zijn echt vroeg begonnen en rijden al een aantal jaren elektrisch. Maar je moet realistisch zijn. Ons plan is nu: alle dieselvoertuigen vervangen, tenzij. Als we zien dat er in een bepaald gebied de komende vijf jaar geen elektrische laadcapaciteit is vanwege netcongestie, dan wordt het toch weer een diesel. Je moet je ambities tenslotte wel waar kunnen maken. Onze gemeenten begrijpen dat.” HVC telt 51 gemeenten als aandeelhouder. In het merendeel van het aandeelhoudersgebied is sprake van netcongestie, aldus Plas. De krapte op het net zorgt ervoor dat HVC bij de netbeheerder op de wachtlijst staat. “In Zaandam krijgen we pas in 2028 een extra aansluiting. In Alkmaar, waar we een nieuwe vestiging bouwen, idem dito. Samen met een aantal partners zoeken we nu naar alternatieve energievormen, zoals energieopslag in batterijen, om deze in de nacht op te laden met laagspanning. Dat ziet er tot nu toe veelbelovend uit”, zegt Plas.

DAAR HOORT

EEN DUURZAAM

WAGENPARK BIJ.”

Bij het beheer van de openbare ruimte komen de eerste elektrische veegmachines in beeld. HVC heeft twee middelgrote eveegwagens in gebruik, een in Dordrecht en een in Velsen. Binnenkort komt er in het centrum van Dordrecht een elektrische veegmachine bij. Voor de zero-emissiezone die ook deze gemeente op de rol heeft staan, is beslist meer nodig, weet teamleider BOR Marco Groenendijk van HVC. Een probleem bij de elektrische veegmachines is dat ze de snelweg op moeten

kunnen om zich van het ene naar het andere HVC-gebied te verplaatsen. “Dat kan dus technisch nog niet. Ook zijn er op de markt nog geen elektrische veegmachines beschikbaar, die hondenpoep op kunnen zuigen. Het aantal aanbieders van gewone elektrische veegmachines neemt wel toe. Lange tijd was er maar één leverancier, nu zijn het er drie.”

RENDABEL

De plannen voor de zero-emissiezones, geeft Plas van HVC aan, gaan bovendien vaak maar over relatief kleine stukjes binnenstad van hooguit tien tot twintig straten. “Dan ben je in anderhalve dag klaar. Met zo’n beperkt oppervlak is het niet rendabel in een elektrisch voertuig te investeren. Je praat over heel duur materieel. Ook moeten we er vanuit een van onze zeven vestigingen helemaal naartoe rijden. Dat zijn geen korte afstanden. Een elektrische wagen is dan lastig in te zetten.” HVC wil er bij gemeenten dan ook op aandringen een zo groot mogelijke ZE-zone in te richten. “Ook zouden we graag zien dat gemeenten ons eerder bij hun plannen betrekken”, zegt Plas. “Vaak worden we er pas achteraf mee geconfronteerd. Daarom zijn we nu heel scherp op mogelijke nieuwe ontwikkelingen. We informeren er bij gemeenten nadrukkelijk naar. Wij kunnen dan immers zelf ook prioriteren. Zo weten we nu dat er in Dordrecht een relatief grote zone aankomt, dus gaan we daar een van onze nieuwe elektrische voertuigen inzetten.” Pluspunt is weer wel, voegt Plas toe, dat de communicatie met gemeenten verbetert, nu ze ontdekken dat pioniers als HVC veel kennis hebben over de elektrificatie van vervoer. “Ze komen bij ons informeren wat goed werkt en wat er zoal te koop is.” Over het aanbod van elektrische vrachtwagens is Plas tevreden. “De actieradius is goed. De voertuigen zijn betrouwbaar en we denken dat ze langer dan een diesel meegaan, en ze zijn vriendelijker in onderhoud.”

WATERSTOF

Afvalauto’s op waterstof is een ander verhaal. Het cluster Stadsbeheer in Rotterdam draait sinds 2021 proef met een kolkenzuiger op waterstof. “Dat is erg leerzaam met het oog op de toekomst”, zegt Visser, “maar ook erg kostbaar. Dit voertuig is driemaal zo duur als een gewone diesel, en rijden op waterstof is eveneens fors aan de prijs.”

GRAM #05 juni 2023 | 7
“WE HAMEREN OP DUURZAME ENERGIE EN CIRCULAIRE AMBACHTSCENTRA.

Ook het aanbod van zware vrachtwagens op waterstof die geschikt zijn voor de afvalinzameling of de stadsreiniging laat te wensen over, weet directeur Paul Marinissen van de Zeeuwse Reinigingsdienst (ZRD). Hij was recent voorzitter van de Koplopergroep H2-reinigingsvoertuigen, een initiatief vanuit de Werkgroep Duurzaam Wagenparkbeheer van de NVRD, die na een zeer teleurstellende marktconsultatie echter weer werd opgeheven. “Er kwamen geen geïnteresseerde partijen op af”, zegt Marinissen. “Ons doel was de markt uit te dagen. Door inkoopkracht te bundelen kun je veel bereiken. Eerder is dat bij circulaire minicontainers gelukt, die nu allemaal van gerecycled plastic zijn. Vanuit dezelfde gedachte wilden wij de komst van afvalvoertuigen op waterstof een slinger geven. Een beetje reuring veroorzaken in de markt. Maar alle leveranciers lieten ons weten dat ze niet mee wilden doen.”

Niet dat er geen fabrikanten zijn. Het Duitse Daimler-Benz produceert reinigingsvoertuigen op waterstof, die in Aken en Keulen in gebruik zijn. Op zo’n voertuig met een niet mis te verstaan

prijskaartje van één miljoen euro legt de Duitse overheid een subsidie van 700 duizend euro toe. “Met 300 duizend euro maak je het dan veel aantrekkelijker”, zegt Marinissen, “maar in Nederland kennen we zo’n royale subsidie niet.” In ons land zijn overigens wel aanbieders van H2-ombouwauto’s actief. De Zeeuwse Reinigingsdienst praat met leverancier Etrucks uit het Belgische Lommel. Hierbij gaat het om een omgebouwde dieseltruck die is voorzien van een elektromotor en een brandstofcel met waterstoftank. “Dat is niet echt wat we zoeken”, vertelt Marinissen. “Ook de prijs valt enorm tegen. Ons bestuur wil niet verder gaan dan 550 duizend euro, zo’n ombouwwagen kost 750 duizend euro per stuk.”

WACHTSTAND

De ZRD verzorgt de afvalinzameling in de zeven Zeeuwse gemeenten. Deze gemeenten hebben geen concrete plannen voor een zero-emissiezone. Daar wil de provincie vanuit het rijksbeleid wel op aandringen, mede vanwege de historische stadscentra. “Ook wij zetten druk op onze aandeelhouders. We zijn immers een duurzaam bedrijf”, zegt Marinissen. “We hame-

ren bij het bestuur op duurzame energie en circulaire ambachtscentra. Daar hoort zeker een duurzaam wagenpark bij.” Elektrificatie is echter niet de oplossing, geeft hij aan, vanwege de grote afstanden die de reinigingsdienst op de Zeeuwse eilanden moet overbruggen. “Met het huidige aanbod elektrisch krijgen we dat technisch niet voor elkaar.” Vandaar dat de Zeeuwse reinigingsdienst kijkt naar waterstof als tweede stap in het verduurzamingsbeleid voor haar vloot, die nu al op HVO 100 rijdt. De letters staan voor Hydrotreated Vegetable Oil, een hernieuwbare diesel gemaakt van onder meer resten plantengewassen maar ook afgedankt frituurvet. “Dat is per liter 10 tot 20 cent duurder, en dat telt aan met ons jaarlijkse volume van 400 duizend liter. Het bestuur heeft daar echter groen licht voor gegeven. Maar verder komen we niet, niet elektrisch en niet op waterstof. Ondanks alles wat we ondernemen, staan we nu in de wachtstand. Dat is erg frustrerend. Terwijl we twee aanbieders hebben weten te interesseren, die ieder in ons gebied een waterstoftankstation willen bouwen. We blijven positief en willen er ook zelf geld in steken, maar er is veel meer nodig.”

8 | GRAM #05 juni 2023

DATA DELEN MAKKELIJKER DOOR

PROJECT BRANCHESTUURINFORMATIE

Data vormt een belangrijk sturingsmiddel voor beleid en bedrijfsvoering. Nu de berg aan data steeds groter wordt, groeit ook de uitdaging om deze data eenduidig vast te leggen en goed te ontsluiten. Daarom werkt de NVRD aan een BrancheStuurInformatie-systeem.

TEKST EN BEELD: PROJECTTEAM BSI

gaan. Stel, je gaat op vakantie naar Griekenland. Spreek je de taal niet? Dan kies je een taal die je gemeenschappelijk spreekt. Meestal is dat Engels, daarmee begrijpen we elkaar terwijl we onze ‘eigen taal’ ook blijven gebruiken.”

Deze criteria worden steeds verder uitgebreid, zodat in de toekomst ook bedrijven uit het MKB verplicht worden om te rapporteren.

ORGANISATIE BSI

Het project BSI bestaat uit drie deelprojecten:

Het is niet voor niets dat de NVRD het project Branchestuurinformatie (BSI) is gestart. Het delen van informatie binnen de branche is al jaren één van haar speerpunten. En nu is het tijd voor de volgende stap. Hieraan levert dit project een flinke bijdrage. Erik Verschoor, projectleider van dit ambitieuze project, legt uit waarom. “Informatie delen doen we al een aantal jaar met elkaar. Zo zijn we natuurlijk bekend met de Benchmark Huishoudelijk Afval en delen we onze data met het Centraal Bureau voor de Statistiek. Elk jaar opnieuw is dit een behoorlijke klus.”

Dat dit veel tijd in beslag neemt, heeft een belangrijke reden, vertelt Erik. “Binnen elke organisatie in de afvalbranche gebruiken we onze eigen termen en begrippen. Denk maar aan het woord ‘ORAC’. Een aantal lezers weet direct waar dit over gaat. Anderen gebruiken de term ‘OGI’ of ‘onderlossende container’. Met deze drie verschillende woorden bedoelen we precies hetzelfde. Een ondergrondse container, waar meerdere huishoudens hun afval storten.”

GOOGLE TRANSLATE VOOR DE AFVALBRANCHE

Erik gaat verder. “Wanneer we binnen onze branche allemaal dezelfde taal spreken, zal het delen van informatie veel eenvoudiger

Wat is dan de vertaalslag naar het project BSI? Het projectteam is op zoek gegaan naar de gemeenschappelijke taal die organisaties binnen onze branche met elkaar kunnen spreken. Met een gemeenschappelijke taal delen we eenvoudiger informatie met elkaar, terwijl we daarnaast in onze eigen organisatie onze eigen termen en begrippen blijven gebruiken.

Om dit te kunnen, introduceert het projectteam het Woordenboek. Hierin wordt gezamenlijke terminologie opgesteld, die wordt gebruikt om beter met elkaar te communiceren. Het Woordenboek zorgt voor eenduidig interpreteerbare informatie, die eenvoudig te delen is met elkaar en toezichthouders.

DUURZAAMHEIDSINFORMATIE RAPPORTEREN

“Een tweede reden om het project BSI te starten, is de introductie van een nieuwe richtlijn binnen de Europese Unie,” aldus Erik. “In november 2022 werd de Corporate Sustainability Reporting Directive aangenomen. De zogenaamde CSRD verplicht bedrijven om te rapporteren over de impact die zij hebben op mens en milieu. Dit moet ervoor zorgen dat onze duurzaamheidsinformatie transparanter en van betere kwaliteit is.” Bedrijven die voldoen aan twee van de drie onderstaande criteria, zijn verplicht om te rapporteren:

1. Meer dan 250 medewerkers in dienst

2. Meer dan €40 miljoen omzet per jaar

3. Meer dan €20 miljoen op de balans

1. RAPPORTAGEVERPLICHTINGEN

Binnen dit project worden de Benchmark Huishoudelijk Afval en het CBS geanalyseerd. Er is geanalyseerd welke gegevens deze instanties gebruiken en welke daarvan gestandaardiseerd kunnen worden. Deze analyse is inmiddels gereed en de vertaling naar het Woordenboek is gestart.

2. CSRD

Binnen dit project worden alle ontwikkelingen omtrent de Europese Unie in de gaten gehouden voor advies richting de NVRD-leden. Om concreet te weten over welke duurzaamheidsinformatie gerapporteerd moet worden, onderzoekt dit deelprojectteam op dit moment de European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Dit deelproject levert uiteindelijk een duidelijk stappenplan op voor de NVRD-leden.

3. ICT

Hoe dit alles met de spreekwoordelijke ‘één druk op de knop’ beschikbaar gesteld kan worden en hoe het Woordenboek gefaciliteerd kan worden, daar buigt een groep van Nederlandse en buitenlandse experts zich over.

De onderzoeken en inventarisaties zijn vóór de zomervakantie van 2023 afgerond. “Na de zomervakantie start de realisatiefase en we verwachten dat aan het einde van het jaar een concreet resultaat te presenteren is.”

GRAM #05 juni 2023 | 9
Erik Verschoor

SOCIALE IMPACT ZICHTBAAR MAKEN

In Oost-Nederland is Circulus al ruim vijfentwintig jaar een bekend gezicht. In zowel de inzameling van afval en grondstoffen als het verzorgen van de buitenruimte hebben Circulus en haar voorgangers Berkel Milieu en Circulus Berkel een goede reputatie opgebouwd.

Minder bekend is dat Circulus ook aan de weg timmert op sociaal ondernemen.

TEKST: CIRCULUS BEELD: RENS PLASCHEK

Voor de gemeenten Apeldoorn, Deventer, Epe, Zutphen, Lochem, Bronckhorst, Brummen, Doesburg en Voorst verzorgt Circulus de inzameling van afval en grondstoffen. Daarnaast verzorgt Circulus voor een aantal van deze gemeenten de openbare ruimte. Werkzaamheden die tot de kern van Circulus horen en waarin het bedrijf voorop wil blijven lopen. Onder andere door ontwikkelingen als elektrificering, bewonersparticipatie in afvalen grondstofplannen, circulaire ambachtscentra en gereduceerde vervoersbewegingen, om er maar eens een paar te noemen, te omarmen.

Naast deze kerntaken staat sociaal ondernemen hoog in het vaandel bij Circulus. Voor de eerder genoemde negen gemeenten is Circulus partner in het sociaal domein. Net als de andere bedrijven in onze branche, biedt Circulus een diversiteit aan werksoorten die zeer geschikt zijn voor een brede sociale doelgroep. Denk bijvoorbeeld aan inzameling, op recyclepleinen, het onderhoud van groen, het schoonhouden van buurten of werken in het kringloopbedrijf Stilema in Vaassen (onderdeel van Circulus). Daarnaast heeft Circulus diverse werkonderdelen waaronder een keuken, een fietswerkplaats, een houtwerkplaats, een wasserij en een textielwerkplaats. Deze onderdelen zijn ontstaan in de wijken waar de organisatie aanwezig is om mensen kansen te bieden op weg naar regulier werk.

CERTIFICAAT

De diversiteit aan werksoorten geeft Circulus de mogelijkheid om verschillende werk- en werkleerplekken te bieden. Zoals trajecten voor mensen die met behoud van uitkering de eerste stappen zetten op weg naar werk, (doorstroom)banen of arbeidsmatige dagbesteding. In overleg en samenwerking met onder andere werk- en leerbedrijven, gemeenten en UWV brengen we zoveel mogelijk mensen die een bijdrage kunnen leveren, ook en vooral als ze een steuntje in de rug kunnen gebruiken, binnen Circulus aan het werk.

Dat het de Apeldoornse organisatie hierbij ernst is, blijkt uit het PSO Trede 3 certificaat. Na onafhankelijk onderzoek komt naar voren dat Circulus een bovengemiddelde bijdrage levert op het gebied van sociaal ondernemen en daarmee het certificaat Trede 3 op de Prestatieladder Socialer Ondernemen (PSO) haalt. Eind maart kreeg Circulus uit handen van Jan Theo Hoefakker, directeur van PSO Nederland, het certificaat uitgereikt.

GESLAAGD TRAJECT

Houtwerkplaats Circulus

Maritta Haantjes, projectleider Sociaal bij Circulus, is duidelijk over de ambitie van haar organisatie. “Het vergroten van de sociale impact door te groeien in het aantal werkplekken en werkleerplekken”, aldus Haantjes. “Zodat zoveel mogelijk mensen, vanuit welke doelgroep dan ook, bij ons aan de slag kunnen en zich verder kunnen ontwikkelen. De sociale impact die we realiseren komt het sterkst tot uitdrukking bij het bieden van werk, het creëren van doorstroombanen en bieden van arbeidsontwikkeltrajec-

10 | GRAM #05 juni 2023

ten dan wel werkervaringsplaatsen voor mensen met behoud van uitkering,” licht zij verder toe. Hiertoe zijn werkleerplekken ingericht met werkbegeleiding op de werkvloer ondersteund door een team van coaches.

Als voorbeeld geeft Maritta iemand die al een tijd in een traject in de Buitenruimte heeft gezeten. “Op een gegeven moment ging de knop om en wilde hij stappen verder maken. Hij kon aan de slag in een doorstroombaan (tijdelijke baan bedoeld om werkervaring op te doen en verder te groeien) en vond vervolgens een baan in het groen. Gedurende het hele traject is hij begeleid door een coach van Circulus. Mooi voorbeeld van een geslaagd traject, hier doen we het voor!”, vertelt Maritta enthousiast.

Hoewel het duidelijk aan iemand te merken is wat de invloed van werk is op zijn of haar sociale leven, is het een stuk moelijker om dit te meten of in cijfers te vangen. Terwijl het wel belangrijk is om die impact te meten en inzicht te krijgen in de waarde van trajecten. Zowel voor de organisatie (waar doen we het voor) als voor de gemeente (wat levert het op) als voor strategische keuzes (wat gaan we doen).

IMPACTMETING

Om de impact van trajecten en het bieden van werk (SW en Pwet) op het welzijn van medewerkers en op de financiën voor medewerkers, gemeente en overheid te meten, riep Circulus de hulp in van de Impact Institute (impactinstitute.com/nl). Deze sociale onderneming ontwikkelt open-source standaarden voor impactmeting en -waardering en biedt organisaties tools, trainingen, en diensten om deze standaarden te implementeren. Zij kwamen tot een impactmeting die bestaat uit vier stappen.

STAP 1

Inzichtelijk maken van wat de impact precies is en vaststellen van het referentiescenario (mensen zitten in de bijstand en hebben geen of weinig kans op het vinden van een baan).

STAP 2

Gegevens verzamelen. Over het daadwerkelijke aantal medewerkers, aantal gewerkte uren, de kosten van bijstand, de lonen, etc.

STAP 3

Berekenen

- Hoe groot is de impact (het verschil) op de financiën van de medewerker.

- Hoe groot is de impact op de financiën van de gemeente en de overheid.

- Hoe groot is de impact op het welzijn van de medewerker.

STAP 4

Uitkomsten

Van augustus 2019 tot augustus 2020 is een impactmeting gedaan voor medewerkers die bij Circulus aan het werk waren of in een traject zaten. Voor iemand die van een uitkering naar een baan gaat, neemt de financiële ruimte toe. Gemiddeld met zo’n €5000,op jaarbasis. Terwijl de financiële impact voor iemand uit een tra-

ject die met behoud van uitkering gaat werken nihil is. Voor die persoon ligt de positieve impact in de toekomst, op het moment dat de kandidaat een betaalde baan vindt.

WAARDE VAN WELZIJN

Waar het in beeld brengen van financiële impact relatief makkelijk is, geldt dat niet voor welzijn. Hoe ken je financiële waarde toe aan gevoel van eigenwaarde, autonomie of sociale contacten? De European Social Survey, een breed gedragsonderzoek in Europa, heeft de impact op welzijn omgezet in geld. Hierdoor kan de grootte van de impact op de financiën worden vergeleken met de grootte van de impact op welzijn. En wat blijkt? Bij zowel trajecten als betaald werk komt de positieve impact op welzijn overeen met zo’n €18.000,-. Dat betekent dat een toename van welzijn vergelijkbaar is met een inkomensstijging van €18.000,-. En bij betaald werk is de impact op welzijn ruim 3x zo groot als de impact op de financiën van een medewerker.

Opvallende cijfers, die aantonen wat het belang en de waarde van welzijn is. Zowel in een betaalde baan als in een traject doet het ertoe dat je je kan ontwikkelen, je een bijdrage kan leveren, sociale contacten hebt, je onafhankelijk(er) kan zijn. En dan zijn in deze impactmeting de effecten die meer welzijn en het hebben van werk op de maatschappelijke kosten (zorg, eenzaamheid) buiten beschouwing gelaten.

De ambitie van Circulus is en blijft voorop lopen bij Grondstoffen, circulariteit en Buitenruimte. Daarnaast zet het bedrijf zich in om zichtbaar te zijn in de gemeenten door impact te maken in het sociale domein. En door zelf een voorbeeld te zijn. Met ruim 350 medewerkers in dienst en zo’n 200 collega’s vanuit trajecten, (doorstroom)banen en zo’n 150 vrijwilligers, streeft Circulus naar een zo sociaal mogelijke organisatie. Met werkbegeleiders, jobcoaches en medewerkers die als buddy optreden en ondersteuning bieden aan collega’s die op hun manier een volgende stap zetten in hun ontwikkeling. Passend bij het motto van Circulus: Kies voor elkaar!

GRAM #05 juni 2023 | 11
Medewerker Buitenruimte

HOE DOEN ZIJ DAT?

DEZE MAAND:

PERSONEELSTEKORT: STRAAL PLEZIER UIT IN DUURZAAMHEID EN INNOVATIE

goed. We staan in de top tien van gemeenten met het hoogste scheidingspercentage tegen de laagste kosten. Wij hebben eigen voertuigen. Naast vuilniswagens beschikken we ook over een kolkenzuiger, een veegmachine, strooiwagens en voertuigen voor algemeen transport. We hebben op dit moment met acht chauffeurs nog net voldoende capaciteit. Maar ik maak me zorgen als het aantal aansluitingen met 25 procent toeneemt wanneer de nieuwe woonwijk Halvinkhuizen helemaal gereed is. Bovendien gaan er binnen enkele jaren een paar chauffeurs met pensioen. We zagen eerder al een slechte respons op onze vacature ‘uitvoerder groenvoorziening’. Ik telde acht reacties waarvan slechts één persoon werkzaam is in het vakgebied. Dat is vandaag de dag helaas de realiteit. Vroeger kregen we gemakkelijk twintig reacties.”

WELKE ACTIES ONDERNEMEN JULLIE

OM MENSEN BINNEN TE KRIJGEN? HOE

HOUDEN JULLIE MENSEN BINNEN?

ER IS BIJ VEEL BEDRIJVEN SPRAKE VAN

EEN TEKORT OP DE ARBEIDSMARKT.

HERKEN JE DAT? WAAR GAAT HET DAN

PRECIES OM? ZO NEE, HOEZO NIET?

“Wij zien al tijden een tekort aan vakgeschoolde mensen. Voor de beladers valt dat nog wel mee. Die huren we in via een uitzendbureau. De meeste mensen zijn jonger dan dertig jaar. Zij kunnen de P90-tilnorm wel aan om de zakken restafval, zakken PMD en zakken gft in de vuilniswagen te gooien. De zakken kopen de 9.500 huishoudens in Putten bij de supermarkten. Papier halen we ’s zaterdags op met verenigingen uit onze gemeente. Dat werkt

“We hebben tot nog toe geen speciale campagne op het oog. We zoeken altijd eerst intern bij de gemeente Putten. Daarna nemen we contact op met de buurgemeenten Bunschoten, Nijkerk en Leusden. Maar die hebben het ook moeilijk. Als het dan nog niet lukt gaan we extern kijken. Via P&O zetten we dan een advertentie.

Mensen houden we zo lang mogelijk binnen door de taken te rouleren tussen de chauffeurs en goed te luisteren naar hun opmerkingen. Zo vreesden zij bij de aanschaf van twee nieuwe vuilniswagens problemen met de stoffen bekleding van de stoelen. Als het regent zitten ze namelijk de hele dag op een natte plek. Dus zorgen we voor goede hoezen of leren bekleding.”

Catharina van Son, human resource business partner bij HVC Groep

ER IS BIJ VEEL BEDRIJVEN SPRAKE VAN EEN TEKORT OP DE ARBEIDSMARKT. HERKEN JE DAT? WAAR GAAT HET DAN PRECIES OM? ZO NEE, HOEZO NIET?

“Er is vooral een tekort aan technici en monteurs voor onze bedrijfsauto’s. Soms staat er een vacature voor een chauffeur langer open. HVC doet met 1.300 werknemers veel meer dan alleen afvalinzameling. We leveren ook duurzame energie en ontwikkelen zonneparken en boren naar aardwarmte. Nou, om daarvoor voldoende technisch geschoolde mensen te vinden,

12 | GRAM #05 juni 2023
John Koens, bedrijfsleider buitendienst gemeente Putten

vissen we met veel bedrijven in dezelfde vijver. We waren als HVC tot voor anderhalf jaar niet altijd even zichtbaar in de arbeidsmarkt. Daarom hebben we ons werkgeversmerk onderzocht: we probeerden erachter te komen wat onze collega’s drijft om bij HVC te werken. Wat onderscheidt ons van andere bedrijven en hoe breng je dat onder de aandacht? Het bieden van een goed salaris en ook uitstralen dat het plezier geeft om bij een duurzaam bedrijf als HVC te werken. Wij willen vooroplopen om duurzaamheid te bewerkstelligen. Onze slogan is dan ook ‘Ga voor de betere wereld-baan’. Hiermee benadrukken we dat we goed voor je willen zijn als werkgever, maar dat jij ook bijdraagt aan een betere wereld.”

WELKE ACTIES ONDERNEMEN JULLIE

OM MENSEN BINNEN TE KRIJGEN? HOE

HOUDEN JULLIE MENSEN BINNEN?

“Wij zijn intussen veel meer zichtbaar op de digitale snelweg. Ieder mens laat zijn sporen na op Google en Facebook en daar proberen we op in te haken.’ Hierin gebruiken we Loesje’- achtige teksten zoals ‘Ben jij ook zo’n opgeruimd type’, en – voor monteurs – ‘Denk jij dat je alles kunt maken?’. Het werkt best goed, ook met dank aan de inzet van gespecialiseerde recruiters. Ondanks de krapte op de arbeidsmarkt zien we het aantal reacties onze vacatures groeien. Ook keren oud-collega’s bij ons terug. Maar ook de materiële basis moet goed zijn. We betalen goed tot uitstekend en concurreren met de gemeenten, óók wat betreft de secundaire arbeidsvoorwaarden. Toen de brandstofprijzen de pan uit rezen hebben we de kilometerprijsvergoeding verhoogd van 0,21 euro naar 0,35 euro. En we hebben een eenmalige tegemoetkoming in de gestegen kosten van levensonderhoud uitgekeerd aan onze collega’s. We zijn intussen ook meer zichtbaar door open dagen te organiseren. Deelnemers kunnen dan een proefles op een van onze wagens krijgen. Hoe leuk is dat! We bezoeken ook scholen. En hebben samenwerkingsafspraken met onderwijsinstellingen zoals via het ROC en MYTECH. Jonge mensen leren kunnen tegelijk via leerwerktrajecten bij ons aan de slag. We zijn zichtbaar in de samenleving door vlaggen en billboards. Onze collega’s spreken met trots over HVC op feestjes en familieaangelegenheden. Je eigen medewerkers zijn nog altijd de beste ambassadeurs van je bedrijf.”

ER IS BIJ VEEL BEDRIJVEN SPRAKE VAN EEN TEKORT OP DE ARBEIDSMARKT. HERKEN JE DAT? WAAR GAAT HET DAN PRECIES OM? ZO NEE, HOEZO NIET?

“Nee, wij hebben nergens last van! Weet je wat het is? Deze sector heeft de neiging om kommer en kwel uit te stralen.

‘Niemand wil bij ons werken.’ Dit Calimero-effect is niet goed. Je moet plezier uitstralen! Spaarnelanden is een bedrijf dat meer doet dan afval inzamelen in de regio Haarlem. We verzorgen de leefomgeving en de openbare ruimte. Wij zorgen bijvoorbeeld in Zandvoort voor het strand en de boulevard en zijn betrokken bij de Grand Prix. Onze kracht is dat we uitstralen dat we een breed en duurzaam bedrijf zijn, innovatief ook. Vooral jonge mensen vinden het gaaf om bij ons te werken. Zo hebben wij bijvoorbeeld ‘green collecting’ bedacht, waarbij alle bedrijfsafval dat door verschillende commerciële afvalbedrijven wordt opgehaald voortaan alleen met onze auto

wordt opgehaald. Dat scheelt veel verkeer. Dat willen jonge mensen horen. Wij hadden twee jaar geleden wel problemen om monteurs te vinden voor ons garagebedrijf, waar overigens ook brandweerwagens en ambulances worden onderhouden. Onze manager daar heeft de perfecte oplossing gevonden. Wij zijn daar een leerwerkbedrijf gestart. Jonge mensen die nog naar school gaan, zijn daarna bij ons komen werken.”

WELKE ACTIES ONDERNEMEN JULLIE OM MENSEN BINNEN TE KRIJGEN? HOE

HOUDEN JULLIE MENSEN BINNEN?

“Ons taxibedrijf biedt oudere vrachtwagenchauffeurs de gelegenheid om tot hun pensioen rustiger te werken. Wij ontwikkelen bovendien veel kennis door te rade te gaan bij onze werknemers. Wij hebben een innovatiebox, een moderne vorm van de ideeën- bus, als je wilt, voor oudere lezers. Als jij een goed idee hebt, en wij dat beamen, krijg je een zak met geld plus de tijd om het uit te werken. Zo hebben veel verkeersborden in Haarlem aan de achterzijde een bijenkorfje dat zichtbaar bijen trekt. Iemand trof in een restaurant een waterloos toilet aan. ‘Waarom hebben wij dat niet?’, dacht hij. Hij is het nu aan het uitvoeren. Wij zetten geen advertenties meer. Volkomen achterhaald. Jongeren lezen toch niet meer. Onze recruiters gaan ze gericht zoeken. Zoek andere wegen dan vroeger. Denk aan de identiteit van je bedrijf. Zeg niet dat je afval ophaalt door een rondje om de kerk te rijden, maar benadruk de maatschappelijk betekenis van het werk. Doe aan branding, geef mensen energie. En ga ze niet méér betalen. Daar gaat het niet om.”

GRAM #05 juni 2023 | 13
Robert Oosting, directeur Spaarnelanden

SPELENDERWIJS AAN DE SLAG MET VEILIGHEID IN DE SAFETY KEET

In 2022 heeft Hub Creations in opdracht van het O&O-fonds GEO een Safety Keet ontwikkeld. De Safety Keet is een trailer, dynamisch van opzet, gericht op de beïnvloeding van cultuur en gedrag. Hierin staat leren, bewustwording en het goede gesprek over veiligheid centraal.

De huidige content is speciaal gemaakt voor de afvalinzameling, groen en reiniging. In deze sector is het aantal arbeidsongevallen helaas relatief hoog. Met de Safety Keet wordt op een interactieve manier extra aandacht besteed aan risicobewustzijn en handelingsperspectief.

TEKST EN BEELD: HUB CREATIONS BEELD: FOTOGRAAF

De uitklapbare trailer heeft zes interactieve zones met elk zijn eigen didactische uitdaging. In de Safety Keet vind je diverse interactieve elementen en spellen. Het spel ‘De Veilige Werkplek’, een VR-game, een goed gevulde safety app met e-learnings en quizzen, het spel ‘SpeakUp’, een videowand met verhalen en een interactieve wensenwand. Elke zone speel je in groepjes van vier personen. Om de hele Safety Keet in rust te doorlopen ben je ongeveer anderhalf uur bezig.

VEILIG RONDREIZEN

Vanaf maart 2023 is de Safety Keet door Nederland gaan reizen en heeft hij bij verschillende afvalinzamelbedrijven gestaan. Bijvoorbeeld bij Dar in Nijmegen, ACV in Ede en Cyclus in Moordrecht. De bedrijven huren de Safety Keet voor een of meerdere weken en laten zowel uitvoerders als kantoorpersoneel de interactieve zones doorlopen. Het bezoek vormt zowel een introductie met de praktijk als een plek waar dilemma’s, wensen en verwachtingen uitgesproken kunnen worden. Met het bezoeken van de Safety Keet wordt veiligheid ‘top of mind’ en een persoonlijke doelstelling. De spellen leveren waardevolle gesprekken op over veiligheid op het werk. In het bijzonder wanneer de groepen gemengd zijn en werknemers in gesprek komen met collega’s met wie ze in het dagelijks werk niet in aanraking komen. Na afloop van het bezoek aan de Keet kunnen mensen het gesprek voortzetten met een hapje en een drankje. In de trailer zit een keukentje met een oven en koelkast. Als de Safety Keet weer vertrekt blijft de wens bij

een aantal bedrijven om het gesprek over veiligheid op gang te houden. Hier geven ze naar eigen behoefte zelf invulling aan. Interactief veiligheidstrainingscentrum De Safety Keet kan worden ingezet als veiligheidstrainingscentrum. Denk aan onboarding, toolbox, cultuurmeting, workshops, leiderschapstrainingen of als onderdeel van een veiligheidsdag of -week.

In de Safety Keet maakt de bezoeker spelenderwijs kennis met de werkomgeving en de veiligheidsinstructies. Daarnaast wordt er gewerkt aan bewustzijn en intrinsieke motivatie door middel van interactief, sociaal leren en vertellen van verhalen.

Op woensdag 28 september is de Safety Keet aanwezig op de Vakdag bij DUS in Utrecht. De Vakdag is dé dag voor opera-

tioneel medewerkers uit de branche. De hele dag staat in het teken van werkgeluk en waardering. De Safety Keet wordt gebruikt bij een van de workshops onder begeleiding van drie mensen die veel aan de ontwikkeling hebben bijgedragen.

Op www.safetykeet.nl vind je meer informatie over de Safety Keet en hoe je deze kunt huren. De interactieve zones zijn nu gericht op de GEO-sector (afvalinzameling, groen en IBOR), maar is ook te huur voor andere sectoren. Branchespecifieke content en spellen kunnen worden gecustomized. Vragen over de mogelijkheden kun je mailen naar support@hubcreations.nl.

14 | GRAM #05 juni 2023
JAARCONGRES

HOE STAAT HET NU MET DE LEIDRAAD FYSIEKE BELASTING?

Met het schrappen van de P90-norm uit de Arbocatalogus Afvalbranche, zijn er geen landelijke normeringen meer op het gebied van fysieke belasting. Het is nu aan organisaties om hier zelf invulling aan te geven. Dit leidt tot onduidelijkheid, concurrentie en praktische uitdagingen. De NVRD pakt dit probleem nu aan.

Het is inmiddels ruim een jaar geleden dat de welbekende P90-norm geschrapt is uit de Arbocatalogus Afvalbranche. Over de potentiële vervangende ‘Leidraad fysieke belasting’ (hierna: Leidraad), uitgevoerd door VHP Human Perfomances, ontstond geen consensus tussen werkgevers en vakbonden. Als gevolg hiervan zijn er op dit moment geen normen voor fysiek belasting verankerd in de Arbocatalogus Afvalbranche. Dit heeft als gevolg dat je als werkgever zelf verantwoordelijk bent om in de RI&E aan te tonen hoe je de risico’s of fysieke overbelasting beheerst, zonder dat er kan worden teruggevallen op een met de Nederlandse Arbeidsinspectie afgestemde landelijke normering. Lia de Bie, KAM-coördinator bij Saver: “Omdat er nu geen geaccepteerde Leidraad is, moet je als bedrijf je eigen Leidraad maken en zelf onderbouwd beslissen hoe je hiermee omgaat.

Wanneer je als collectief een leidraad kunt opstellen zijn de cijfers beter, omdat je met gemiddelden werkt en er minimale wetgeving voor de gehele branche is. Je hebt dan geen ‘oneerlijke’ concurrentie met elkaar waar uiteindelijk de medewerkers de dupe van worden.”

GEZAMENLIJK AANPAKKEN

Voor de gehele sector geldt nu dezelfde vraag, namelijk: ‘wat is de toegestane fysieke belasting?’. We pakken dit probleem gezamenlijk op. Het projectteam Leidraad, opgericht door de NVRD, buigt zich over deze vraag. Dit projectteam bestaat uit NVRD-leden die aan de slag willen met de Leidraad maar in de uitwerking en de toepassing tegen vraagtekens aanlopen. Het projectteam bestaat momenteel uit 22 personen. Zij stemmen af, delen kennis en praktische toepassingen en zorgen dat daar waar nodig lijntjes worden gelegd met andere partijen zoals de Vereniging Afvalbedrijven (VA) of de arbeidsinspectie.

Jeroen Reijns, Manager Productie bij Rd4: “Het niet hebben van een Leidraad geeft organisaties vrijheid om zelf te bepalen hoe hoog de productiviteit op een dag zou moeten zijn. Echter is het belangrijk dat er een balans wordt gevonden tussen productiviteit en duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Wij willen immers dat alle medewerkers hun pensioen kunnen behalen, zonder klachten. Hiervoor is het verstandig dat er een Leidraad wordt opgesteld die duidelijkheid geeft voor alle fracties en inzamelmiddelen. Als deze duidelijkheid er eenmaal is, kan je hier als organisatie op inspelen en je strategische personeelsplanning passend inrichten.

Medewerkers kunnen immers ook als belader fungeren, wanneer zij ouder worden. De uitkomst van het onderzoek van VHP geeft in ieder geval duidelijkheid op een aantal fracties, maar levert ook nog vragen op. Te zien is dat deze eerste uitkomst nogal praktische problemen opleveren als het gaat om de uitvoering van de Leidraad. Zo zouden wij, als we de Leidraad precies volgen, PMDroutes bij Rd4 moeten halveren. Dit is praktisch gezien een flinke uitdaging. Oplossingen die ik zie zijn bijvoorbeeld volledig inzetten op het mechaniseren van de inzameling, door bijvoorbeeld gebruik van verzamellocaties, ondergrondse systemen of zijladers.”

GRAM #05 juni 2023 | 15
TEKST: JANNEKE BOLIJN Janneke Bolijn

SPOORBOEKJE

Om te komen tot een vernieuwde Leidraad is er samen met Stichting Arbocatalogus Afvalbranche, NVRD, VA en WENB besloten hoe de route naar een gezamenlijke Leidraad eruit moet komen te zien. Dit is weergegeven in de vorm van een stappenplan, ook wel ‘spoorboekje’ genoemd.

1. De volledige uitdaging helder in beeld brengen,

2. De gehele uitdaging naast de oorspronkelijke scope van het Leidraad-onderzoek leggen,

3. Aan VHP en andere onderzoeksbureaus vragen wat het zou kosten om alle onderzoeken te doen om de gehele puzzel te actualiseren,

4. Op basis van alle informatie bereid het projectteam een advies voor aan o.a. de Expertgroep Veiligheid en het bestuur van de NVRD om te besluiten wat de scope en plan van aanpak worden,

5. Met de vastgestelde scope wordt een definitieve offerte aangevraagd,

6. Het kostenplaatje wordt voor goedkeuring voorgelegd aan de verschillende betrokken partijen, waarbij een voorstel zit voor hoe de middelen worden verkregen,

7. Bij akkoord kan het project starten. Hierbij willen we voor de NVRD-leden kijken naar de mogelijkheid om bij (zelf) uitgevoerde onderzoeken een arbeidsergonoom mee te laten kijken. Dit is onderdeel van het projectplan.

HUIDIGE STATUS

De partijen zijn van start gegaan met het in kaart brengen van de oorspronkelijke scope van het Leidraad-onderzoek. Dit is naast de gezamenlijke uitdaging gelegd, zoals deze op dit moment in de branche bestaat.

Er is een bijeenkomst geweest met het projectteam Leidraad waarin de verschillende modaliteiten doorgesproken zijn. Op basis hiervan wordt een notitie geformuleerd, waarin de vernieuwde scope beschreven wordt. De stuurgroep en het projectteam geven hier input voor. Ad Vermaas, KAM-adviseur bij Cyclus: “We weten op dit moment niet wanneer we het goed doen en wanneer niet. Ook is er kans dat het level-playing-field uit beeld raakt. De kans dat er geconcurreerd wordt op arbeidsomstandigheden neemt hierdoor toe en dat is in de professionele bedrijven die we willen zijn het laatste wat we moeten willen. De kans op (onbewuste) overbelasting van medewerkers met negatieve gevolgen voor de langetermijn inzetbaarheid neemt toe.”

Wanneer er overeenstemming is over de vernieuwde scope, kan VHP een nieuw projectvoorstel en offerte maken. Dit voorliggende projectvoorstel inclusief kosten wordt vervolgens besproken binnen NVRD (inclusief bestuur), WENB-vertegenwoordigers en zal bij instemming voorgelegd worden aan de overige bestuurlijke leden van de Stichting Arbocatalogus Afvalbranche. Tijdens het gehele traject biedt een (onafhankelijk) ergonoom ondersteuning, voor medebeoordeling en het helpen formuleren van de onderzoeksvraag.

Behaal maximaal waardebehoud door overtollige, afgestoten of verouderde goederen op een circulaire manier te verkopen op een veiling. Neem voor meer informatie contact met ons op!

onderdeel van OVM | Group

22-3000-0430-01 NVRD GRAM 2023 juni

Geen overlast van maden & stank

Verleng de inzameling interval, zelfs in de zomer

Ideaal voor het inzamelen van etensresten

Bewezen toename in kwantiteit & kwaliteit GFT-e afval

Verminder CO2 footprint

16 | GRAM #05 juni 2023
De Biofilterdeksel nl.biologic.de 1-4_190x62mm_C.indd 1 13-04-2023 14:52
1-4_190x62mm_A.indd
05-06-2023 10:38
1

UNIEK MOBIEL ERFGOED STADSREINIGING AMSTERDAM

Beelden van het verre verleden van de Stadsreiniging Amsterdam en innovaties van honderd jaar geleden bij de afvalinzameling en het straatvegen: ze komen tot leven bij het zien van de collectie van ‘antieke’ reinigingsvoertuigen van de gemeente Amsterdam.

TEKST: RINY DE JONGE

De gemeente Amsterdam beschikt, waarschijnlijk als enige gemeente in Nederland, over een volstrekt unieke collectie aan voertuigen van haar voormalige Stadsreiniging Amsterdam. Het gaat om onder andere paardenvuilniskarren, handkarren, sneeuwschuivers en een elektrische spoelauto; elk van tenminste honderd jaar oud. Ook minder oude bedrijfsvoertuigen, zoals een ‘zelfopnemende veegmachine’ uit de jaren vijftig en bakfietsen uit de dertiger jaren, behoren tot de collectie. In totaal bestaat de verzameling uit zo’n negentien voertuigen en objecten, waarvan de onderhoudsstaat varieert van zeer goed tot slecht. De voertuigen en objecten bevinden zich in opslag verspreid over meerdere locaties in Amsterdam en Tilburg.

HET BEGINMOMENT VAN DE COLLECTIE

De basis voor deze unieke collectie mobiel erfgoed ligt bij de viering van het vijftiλarige bestaan van de Stadsreiniging in oktober 1927. Om de bevolking van Amsterdam te tonen wat de Stadsreiniging (afgekort SR) van die stad aan werkzaamheden verrichtte, werd met steun van het gemeentebestuur een parade van alle voertuigen en personeel dwars door de stad gehouden. Een lange stoet aan vuilniskarren met paarden ervoor, elektrisch aangedreven veegauto’s, sproeiauto’s met een benzinemotor, verschillende handkarren en bijna duizend medewerkers van de Stadsreiniging. Alle medewerkers in bedrijfskleding en voorzien van pet of lederen helm en sommigen zwaaiend met een ratel – een instrument dat bij de huisvuilinzameling werd gebruikt om bewoners door een hard ratelend geluid te verwittigen dat ze hun huisvuil naar buiten konden brengen. Tijdens de optocht in 1927 werden ook vuilniskarren getoond, die inmiddels waren vervangen door meer ‘moderne’ varianten. De parade was niet alleen een toonbeeld van innovatie bij de Stadsreiniging, maar ook een gigantische propaganda-activiteit voor de ‘moderne reinigingsdienst’ in de hoofdstad. Na deze parade is de Stadsreiniging gestart met het bewaren van sommige van haar bedrijfsvoertuigen en objecten. Deze vormen nu het hart van de huidige collectie.

VOERTUIGEN EN OBJECTEN UIT DE COLLECTIE

Afgebeeld zie je een aantal voertuigen uit de mobiele erfgoed collectie van de Stadsreiniging. Bij de eerste vijf voertuigen is op de linkerfoto het bestaande voertuig uit de collectie weergegeven en op de rechterfoto een historische opname van soms hetzelfde voertuig.

Een van de meest unieke objecten is deze door paarden voortgetrokken vuilniskar uit de periode 1883-1900. Het voertuig beschikt over een houten bak (vuilkist), die met luiken kan worden afgesloten. Achterin bevindt zich een scharnier, waardoor de bak leeggestort kan worden.

Een ijzeren paardenvuilniskar verving na 1900 de houten variant. Innovatief was niet alleen de toepassing van de ijzeren bak, maar ook dat deze nu een ‘wisselbak’ heeft. Met de vier haken aan de zijkanten kon de wisselbak met een kraan van het chassis worden getakeld en op een boot – bestemming vuilstort en na 1918 vuilverbranding – worden geplaatst. In totaal heeft de Stadsreiniging circa veertig stuks van deze vuilniskar gebruikt.

GRAM #05 juni 2023 | 17
Houten paardenvuilniskar IJzeren paardenvuilniskar Asfaltwasser Elite

Honderd jaar geleden beschikte de Stadsreiniging al over een voorloper van de Tesla: de elektrisch aangedreven straatreinigingswagen Elite. Hij ging alleen wat minder snel (vijftien kilometer per uur) en de ‘motordrijver’ (chauffeur) zat in de open lucht. Vanaf 1920 verdrong asfalt steeds vaker de gewone straatstenen in het centrum van Amsterdam. Voor het schoonmaken van dit asfalt (van onder andere paardenstront en stof) was een betere veegmachine nodig. Dat werd de in Berlijn geproduceerde asfaltwasser Elite. Het was een elektrische auto, waarvan er zo’n twaalf werden aangeschaft en waarvan enkele tot na 1945 in gebruik waren.

Wellicht is de omschrijving ‘iconisch’ voor deze Amsterdamse huisvuilwagen op zijn plaats. In zijn tijd was de met benzinemotor uitgeruste auto ‘revolutionair’. De Faun verving vanaf 1934 de paardenhuisvuilwagens en bleef (in steeds verbeterde versies) in Amsterdam rondrijden tot in de zestiger jaren. Het was een compacte met kleine banden en wisselbak uitgeruste auto. Ideaal voor de huisvuilinzameling in de nauwe straten in het centrum van Amsterdam. De aanschaf van deze auto’s ging gelijk op met de invoering van de uniforme vuilnisemmer, waarover elk huishouden in Amsterdam vanaf 1935 de beschikking kreeg. In totaal heeft de Stadsreiniging zo’n honderdvijftig stuks van deze Faun-vuilniswagens gebruikt.

“Je kan altijd nog putjesschepper worden”, werd in het verleden op scholen tegen leerlingen die hun best niet deden gezegd. Het was een dreigement en waarschuwing. Het beroep van putjesschepper had honderd jaar geleden al een zeer negatief imago. De putjesschepper bij de Stadsreiniging had als taak het met de hand leegscheppen van verstopte riolen en straatkolken. Dit was zwaar en onhygiënisch werk. De putjesscheppers kar werd rond 1920 speciaal voor dit werk gemaakt. Vanaf 1936 werd dit werk gemechaniseerd door putzuigers.

18 | GRAM #05 juni 2023
ANDERE VOERTUIGEN UIT DE COLLECTIE: Faun-veegmachine (1959) Faun huisvuilwagen Putjesschepperkar Laffly-sproeiwagen (1926) Handkar straatveger (1906) Paardensneeuwschuiver (circa 1920) Bakfiets (1935)

WAARDE

Wat is de hedendaagse waarde van de collectie mobiel erfgoed Stadsreiniging Amsterdam? Dat is niet eenvoudig in enkele woorden uit te drukken. De ‘waardebepaling’ heeft ook een sterk subjectief karakter. Sommigen vinden een bepaald type voertuig mooier dan een andere of hebben een voorkeur voor een ander type, omdat ze er zelf mee gewerkt hebben. Weer anderen denken aan de marktwaarde in euro’s. Toch heeft de gemeente Amsterdam een poging gedaan om de waarde van de collectie ook objectief te laten vaststellen. In opdracht van de gemeente is door Max Popma (Cultuurwerk) een ‘Verkenning van de cultuurhistorische waarde van het mobiel erfgoed’ (2021) gemaakt. Hierbij werd het ‘Waardestellend kader mobiel erfgoed’ (ontwikkeld door onder andere de Rijksdienst Cultureel Erfgoed) gebruikt, tevens een analyse van elk voertuig uit de collectie afzonderlijk en ook de geschiedkundige ontwikkeling van Amsterdam en de Stadsreiniging. Het resultaat is een grondige analyse van alle voertuigen en objecten in de collectie en een rangschikking in cultuurhistorische waardering. Een vaststelling die eventueel als basis kan dienen voor de afweging of een voertuig of object uit de collectie behouden moet blijven, gerestaureerd of kan worden afgestoten. Samenvattend komt uit deze waardeanalyse dat zeker acht objecten uiterst zeldzaam, uniek en betekenisvol zijn als erfgoed van de gemeente Amsterdam en moeten worden behouden (en gekoesterd). Een vijftal voertuigen is weliswaar uniek, maar heeft toch een wat lager behoud potentieel. De overige voertuigen en objecten hebben om verschillende redenen een lagere behoudwaarde.

BEHOUD EN BEHEER

Momenteel bevinden de historische voertuigen zich op verschillende locaties in opslag en wordt er al jaren niets gedaan aan beheer of onderhoud. Het is aan de gemeente Amsterdam, als eigenaar van dit erfgoed, om actie te ondernemen en deze unieke collectie voor verdere aftakeling te behoeden. Helaas is hiervoor door de hedendaagse opvolgers van de Stadsreiniging bij de Gemeente Amsterdam nog weinig gedaan. De toekomst van deze collectie voertuigen en objecten uit onze Nederlandse huisvuil- en straatveeggeschiedenis, is dan ook onzeker.

WIL JE OP DIT ARTIKEL REAGEREN OF MELDING MAKEN VAN ANDER ‘REINIGING ERFGOED’ IN JE BEDRIJF OF WOONPLAATS?

Mail naar Riny de Jonge: marmarry@xs4all.nl

HERKOMST FOTO’S

Stadsarchief Gemeente Amsterdam: afbeelding 2, 4, 6, 8, 10, 12, 14, 16, 18

Riny de Jonge: afbeelding 5, 7, 9, 15, 19, 20, 21, 22

Conam: afbeelding 3

Max Popma (Cultuurwerk): afbeelding 1, 11, 13

Maker onbekend: afbeelding 17

GRAM #05 juni 2023 | 19
Handkar straatveger (1920) Haspelkar (circa 1930). Loopstrooier (circa 1930)

ZONDER DIFTAR 59 KILOGRAM MINDER RESTAFVAL

Dat zijn de tussentijdse resultaten van ‘een nieuwe manier van inzamelen’ in de gemeente Haarlemmermeer. Via inzamelproeven naar de invoering van een nieuw afvalsysteem, werkt deze grote gemeente vlak onder Amsterdam al sinds 2016 samen met afvalinzamelaar Meerlanden en inwoners om tot dit mooie tussentijdse resultaat te komen.

TEKST EN BEELD: GEMEENTE HAARLEMMERMEER

De beleidsontwikkeling startte in 2016 met een beleidsvisie. Hierin werd de ambitie bepaald aan de hand van de afvalbeleidsdriehoek en de best presterende gemeente vanuit de gedachte: “Als de beste het kan, waarom zouden wij dat dan niet ook doen?” Belangrijke voorwaarde was het abstraheren, om zo objectief te bepalen waarmee het beoogde resultaat kan worden behaald. Om de gemeenteraad en dorps- en wijkraden mee te nemen in de ontwikkeling van het nieuwe beleid, werd het ‘afvalspel’ gespeeld. Zo kregen mensen een idee van wat een zak, een rolemmer of verzamelcontainer en de variatie in haalschema en volume aan resultaten geeft. Alle betrokkenen waren uiterst verrast en kwamen zo meer los van hun mening over rolemmers, bakken en zakken. Vervolgens wilden we de verbeelding prikkelen en mensen uit hun routinegedrag verleiden om zo beter hun afval te scheiden.

INZAMELPROEVEN

In 2017 is gemeente Haarlemmermeer samen met afvalinzamelaar Meerlanden en betrokken inwoners in bewonerswerkgroepen inzamelproeven gaan ontwerpen, testen en evalueren. Ruim duizend huishoudens uit drie verschillende proefwijken probeerden vier nieuwe inzamelsystemen uit. Deze proefwijken stonden model voor verschillende typen wijken: hoogbouw (9.200 huishoudens), laagbouw met rolemmerinzameling (42.200 huishoudens) en laagbouw met verzamelcontainers (7.600 huishoudens). De resultaten en de bevlogen verhalen van de bewonerswerkgroepen hielpen het college en de gemeenteraad om vlot een besluit te nemen.

BESTE RESULTAAT

De inzamelproef in de wijk met rolemmerinzameling behaalde het prachtige resultaat om van 187 kilogram restafval per inwoner per jaar terug te gaan naar 47 kilogram. De mensen in de proefwijk waren supertrots op dit resultaat. Pijnlijk was het dan ook toen

bij een nieuwe doorberekening bleek dat het systeem duurder was. Dit nieuws werd teruggelegd bij de bewonerswerkgroep en de proefwijk. Wat nu? De inwoners wilden graag de milieuwinst verzilveren en zo is het gekomen dat inmiddels een 80 liter-rolemmer dertien keer per jaar wordt ingezameld.

INVOER NIEUWE SYSTEEM

Voor de invoering van het nieuwe inzamelsysteem had 95 procent van de inwoners een 240 liter-rolemmer die tweewekelijks werd ingezameld. De ervaringen vanuit de inzamelproeven hebben andere inwoners weten te overtuigen, want 81 procent van de huishoudens heeft een 80 liter-rolemmer aangevraagd. Deze invoering is zonder al te veel hobbels verlopen. Meer voeten in de aarde hadden de locatieplaatsenbesluiten voor de verzamelcontainers in hoogbouwwijken. In één wijk hebben we zelfs 120 zienswijzen ontvangen, dat was fors. Om inwoners te helpen beter hun afval te scheiden is bij nieuwe verzamelcontainers het volume van de inwerptrommel voor restafval gehalveerd. Om inwoners hier attent op te maken is met de aankondigingsbrief ook een 30 liter-afvalzak gestuurd.

TUSSENTIJDSE RESULTATEN

Halverwege de invoering van ‘een nieuwe manier van afval scheiden’ is het tussenresultaat dat inwoners zijn teruggegaan van 200 kilogram restafval naar 141 kilogram restafval. De hoeveelheid apart ingezameld PBD is ruim verdubbeld naar 28 kilogram. Opvallend is dat we nog 35 procent van het gft+e in het restafval terugvinden. Terwijl criticasters van de beperktere restafvalinzameling vooral bang zijn voor beestjes en geurtjes, waarmee je zou verwachten dat deze fractie nu in de juiste rolemmer zou belanden?!

OVER HAARLEMMERMEER

De gemeente Haarlemmermeer is in 1852 gesticht en kent inmiddels ongeveer 66.000 huishoudens, verdeeld over 31 landelijke én stedelijke kernen. Met 26 procent hoogbouw valt de gemeente binnen de typologie van RWS onder de C-klasse gemeentes. Wil je meewerken ambities waar te maken in het taakgebied van contractmanagement afval & reiniging (beleid), markten en gladheidsbestrijding? Mail bij interesse voor de vacature naar nicky.maarse@haarlemmermeer.nl

20 | GRAM #05 juni 2023
Nieuwe manier van inzamelen in Haarlemmermeer voor laagbouw en hoogbouw

GOHDAR MASSOM, DIRECTEUR AFVAL & GRONDSTOFFEN AMSTERDAM:

De gemeente Amsterdam heeft ambitieuze doelen op circulair gebied. Het college van B&W wil in 2030 het aantal gebruikte grondstoffen gemeentebreed halveren. In 2050 moet de economie van de Nederlandse hoofdstad volledig circulair zijn – vergelijkbaar met het doel van de Rijksoverheid. Ambitieus inderdaad, voor een stad waar de directie Afval en Grondstoffen momenteel elke dag zo’n 1.000 ton afval ophaalt – soms meermaals per dag. Maar niettemin realiseerbaar, meent Gohdar Massom, directeur van Afval & Grondstoffen. Amsterdam zet nu vol in op afvalpreventie onder het motto: voorkomen is beter dan opruimen.

Toen Gohdar Massom in 2021 na een intensieve procedure gevraagd werd om leiding te geven aan de directie Afval en Grondstoffen van de gemeente Amsterdam, kwam hij direct in een uitdagende omgeving terecht. “Mijn directie werd in mijn eerste week al onder verscherpt toezicht gesteld. De kosten waren te hoog en de dienstverlening ging achteruit.”

De uitdaging die Massom erfde, is inmiddels aangepakt. Er zijn volgens de directeur inmiddels sterke verbeteringen doorgevoerd. Maar de opgave op het gebied van afval naar grondstoffen, naar een circulaire gemeente, blijft voor Amsterdam groot en complex. “We zamelen momenteel ruim één miljoen kilogram afval per dag in; op sommige plekken komen we meerdere keren per dag.”

Toch is Massom blij met zijn uitdaging. “Amsterdam is een wereldstad, heel erg dynamisch; geen dag is hetzelfde. Ook heeft de stad en het bestuur grote ambities op onder meer het gebied van duurzaamheid die mij enorm aanspreken.”

MEER DAN AFVAL

Duurzaamheid, benadrukt Massom, gaat over veel meer dan afvalstromen duurzaam verwerken. Het gaat ook over het voorkomen van afval. De gemeente Amsterdam heeft een speciale directie Ruimte en Duurzaamheid die de duurzaamheidsagenda gemeentebreed coördineert. “Maar duurzaamheid is een ambitie van alle directies, het maakt inmiddels deel uit van al onze bedrijfsprocessen, zit in het bloed. Amsterdam is een prachtige stad met een rijke historie. Daar hoort een mooie, duurzame en gezonde leefomgeving bij.”

In zijn circulaire ambities kijkt Amsterdam niet alleen naar de milieukant, maar staat ook de sociale kant centraal, vervolgt Massom. “Vanuit de afvalinzameling kijken wij zo ook: hoe zorgen we goed voor ons personeel, hoe bieden we breed werk aan voor een diverse groep, kunnen we sociale werkplekken helpen realiseren? Wat is de impact van de verwerking elders?”

DRIE PRINCIPES

Dat betekent ook dat Massoms directie niet alleen probeert afval zo goed mogelijk te verwerken, maar ook te voorkomen, volgens drie principes:

1. Voorkomen dat afval ontstaat.

2. Voorkomen dat er afval op straat terecht komt.

3. Voorkomen dat afval op onjuiste wijze ingezameld wordt.

GRAM #05 juni 2023 | 21
“AMSTERDAM ZET VOL IN OP AFVALPREVENTIE, VOORKOMEN IS BETER DAN OPRUIMEN”
TEKST: MARTIJN KREGTING BEELD: GEMEENTE AMSTERDAM

“Voorkomen dat afval ontstaat, doen we op meer manieren. Zo zijn we als gemeente actief in diverse werkgroepen van de NVRD. Via de NVRD is er overleg met het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat over het in de praktijk brengen van (uitgebreide) producentenverantwoordelijkheid voor steeds meer producten. Er zijn al UPVafspraken voor textiel en zwerfafval (met producenten van plastic voor eenmalig gebruik), evenals koelkasten en tv’s. We willen dat op termijn uitgebreid zien naar producenten van bijvoorbeeld meubilair zoals kasten en bankstellen.”

Natuurlijk ontstaat er toch afval. Dan wil Amsterdam voorkomen dat dat op straat terecht komt in plaats van in de 13.000 containers verspreid over de gemeente. “Daarvoor werken we met het Programma Aanpak Bijplaatsingen”, vertelt Massom. “Dat houdt in dat we dagelijks langs 1.200 locaties rijden waarbij we de situatie in de gaten houden, zodat afval niet naast de containers gezet wordt. En tot slot, als het gaat om recycling, bedoelen we vooral dat het juiste afval in de juiste containers terecht komt. Zodat materialen op de juiste manier gescheiden en hergebruikt worden.”

VERTALING AANPAK

De afval- en duurzaamheidsaanpak van Amsterdam kan niet een op een naar andere gemeenten vertaald worden, weet Massom. Maar als onderdeel van de NVRD bespreekt de gemeente haar aanpak wel met andere gemeenten. De NVRD vertaalt daarnaast de aanpak van haar leden naar de Rijksoverheid.

“Als het gaat om duurzaamheid, is dat een ambitie die alle gemeenten moeten hebben, ongeacht de grootte of in welke fase van afvalbeleid ze zich bevinden. Uiteindelijk hebben we in de basis veel dezelfde problemen. De aanpak van kartoninzameling en -recycling

speelt bijvoorbeeld bij alle gemeenten. Maar ook bijplaatsingen zoals van matrassen en meubilair. Ik denk dat we daarin veel van elkaars best practices kunnen leren.”

Zo heeft Amsterdam enige jaren geleden de ja-ja-sticker ingevoerd die in diverse steden is omarmd. Alleen al in Amsterdam heeft dat voor ruim 8.000 ton minder papier in het afval gezorgd, circa 1.050 vrachtwagens vol.

AMSTERDAM IS EEN PRACHTIGE

STAD MET EEN RIJKE HISTORIE.

DAAR HOORT EEN MOOIE, DUURZAME EN GEZONDE

LEEFOMGEVING BIJ.

BURGERS, MEDEWERKERS MEENEMEN

De gemeente probeert haar burgers mee te nemen in de ambities voor duurzaamheid en circulariteit. Zo werkt Amsterdam momenteel aan een afvalpreventieplan om te voorkomen dat afval ontstaat. Dat gaat nu vooral over stromen die veel op straat te vinden zijn, zoals wegwerpplastics, matrassen, meubilair en karton. “We proberen hier bestaand en aankomend beleid van de EU en Rijksoverheid goed in kaart te hebben, zodat we als gemeente hier strategisch op kunnen aanvullen met gerichte acties”, licht Massom toe. “Het zal geen verrassing zijn dat veel oplossingen voor het voorkomen van afval circulair van aard zijn.”

22 | GRAM #05 juni 2023

Verder is de gemeente in het najaar van 2022 een grote campagne begonnen over kartoninzameling en de aanpak van grofvuil. Daarnaast heeft de gemeente zijn zes Afvalpunten omgevormd naar Recyclepunten, waarbij de focus nog meer ligt op het recyclen van bruikbare materialen. Drie ervan gaan ook op zondag open om wegbrengen van grondstoffen nog eenvoudiger te maken. Tot slot werkt de gemeente aan de uitrol van een ambitieus gfe/t-programma voor de hele stad.

“We proberen ook de medewerkers van mijn directie het belang van een duurzame samenleving mee te geven. Dat doen we via een mix van trainingen en opleidingen, workshops en seminars. En bij elk voorstel dat we als directie doen, bijvoorbeeld een nieuwe dienst, of de noodzaak voor nieuwe machines, nemen we duurzaamheid en circulariteit mee.”

GROTE OPGAVE

Linksom of rechtsom: de transitie naar een circulaire economie is een grote opgave. Dat kan Amsterdam niet alleen. “Het vraagt echt om een systeemverandering, om een andere mindset bij mensen, organisaties en overheden. Een praktische uitdaging voor onze directie is onder meer: hoe komen we tot meer groene energie, bijvoorbeeld voor elektrische voertuigen? Dat is een uitdaging waar de meeste afval- en reinigingsdiensten voor staan. Er komen steeds meer bedrijven bij die willen helpen met bestaande voertuigen duurzamer maken, maar de praktijk leert dat we nog nauwelijks duurzamer of circulairder zijn dan een paar jaar geleden. Dit gaat te langzaam. En dat geldt denk ik voor veel zaken.”

Het maatschappelijke debat hierover moet nog echt gevoerd gaan worden, meent Massom, met als startpunt: hoe moet een circulaire samenleving er uit zien? Ook dat is nu vaak nog onduidelijk. Er is een stip aan de horizon – een circulaire economie in 2050 – maar de weg erheen is vaag. “Soms is de Rijksoverheid hierin te afwachtend. Het Nationaal Programma Circulaire Economie staat vol met onderzoeken en verkenningen, maar harde maatregelen zijn meestal een uitvoering van EU-beleid. Er is ruimte voor meer ambitie van onze landelijke overheid. Ik verwacht echt meer aansturing.”

NIET AFWACHTEN

De gemeente Amsterdam blijft ondertussen niet afwachten. Massom: “Drie jaar geleden heeft de gemeente een circulaire strategie geformuleerd. Onderdeel daarvan is de ambitie om in 2030 als gemeente in ieder geval 50 procent minder grondstoffen te gebruiken. Aan deze strategie zijn verschillende uitvoeringsprogramma’s gekoppeld met acties die moeten bijdragen aan de strategie. In dit kader investeren we ook veel in ons afvalbeleid, zoals de investeringen in de recyclepunten die ik noemde. Natuurlijk bestaat Am-

sterdam uit meer dan het gemeentelijk apparaat. Er wonen hier zo’n 900.000 mensen, er zijn hier duizenden bedrijven. Daar zijn enorme slagen te maken en dat vergt tijd. Maar we willen als gemeente naar onze inwoners en bedrijven het goede voorbeeld geven.”

En, benadrukt Massom tot slot: voor Afval en Grondstoffen wordt nu ingezet op preventie: voorkomen is beter dan opruimen. “Dus: anders of minder verpakken, beter recyclebare spullen, slimmere retourlogistiek, veel meer lenen en repareren. En de gemeente speelt een belangrijke rol in de toekomstige economie – maar kan het niet ook alleen. Wel kunnen we in de transitie een verbindende factor zijn tussen beleid dat uit de EU en het rijk op ons af komt en moet landen in de stad. Wij kunnen lokale ondernemers en inwoners meenemen in de transitie en hun daarin ondersteunen – voor zover het niet ook andersom gebeurt.”

330.000 ton afval per jaar

377 kg afval per inwoners per jaar

13.500 ondergronds containers

6 recyclepunten met 217.000 bezoekers per jaar

600 medewerkers

205 inzamelvoertuigen

4.075 totaal geadopteerde containers

28.000 afvalboetes

GRAM #05 juni 2023 | 23
ENKELE KERNCIJFERS VAN DE GEMEENTE AMSTERDAM (2021)
22-3000-0726-01GRAM 2023Juni 92x130mm.indd 1 07-06-2023 11:38

VERBETERING AFVALSCHEIDING IN DE HOOGBOUW

MET GEBRUIK VAN DATAVERZAMELING

Afvalscheiding in de hoogbouw is voor veel NVRD-leden een breinbreker. In Tilburg ging de BAT de uitdaging aan. Door middel van data achterhaalden zij waar de echte problemen schuilgingen. Katja Beljaars, Coordinator Brabants Afval Team (BAT), vertelt.

Tilburg is een stad met ongeveer 225.000 inwoners, waarvan 37 procent in een hoogbouwcomplex woont. Het merendeel daarvan (85 procent) heeft inpandige containerruimtes met verzamelcontainers voor papier, PMD, gft en restafval. Sommige van deze containerruimtes zijn een doorn in het oog van de huismeesters. Ze geven aan dat zij een groot deel van hun tijd kwijt zijn met het opruimen van het afval dat bijna letterlijk in het hok gegooid wordt. We krijgen hiernaast ook steeds meer verzoeken om deze containerruimtes om te bouwen naar opslagruimte voor scootmobielen. De afvalscheiding in de hoogbouw is over het algemeen veel slechter dan in de laagbouw: dit scheelde in 2022 gemiddeld negentig kilogram restafval per inwoner. Een bekend probleem voor veel gemeenten, dat meerdere oorzaken heeft: minder volumebeperking, mogelijkheid om ook grofvuil af te voeren, weinig controle op de afvalscheiding en het is vaak anoniem.

DATAVERZAMELING OPZETTEN

Er zijn in de hoogbouw ook grote verschillen qua afvalscheiding per complex: je hebt goede tot heel slechte. Dat wisten we al dankzij de chauffeurs die er iedere week komen. Maar we wilden dit gaan analyseren en kwantificeren. Welk complex scheidt nu echt slecht en waarom is dat dan zo? Zoiets is alleen maar te achterhalen met goede data en een analyse van de verzamelde data. Alle hoogbouwcontainers werden vervolgens voorzien van een chip en een groot deel van het wagenpark werd uitgerust met een weegsysteem.

We hebben ons de volgende vragen gesteld: wat willen we precies weten, welke data hebben we daarvoor nodig en wat gaan we doen met de verkregen data? We wilden bijvoorbeeld het aantal containers per complex en de ledigingen per week weten, maar

ook het aantal kilogram per afvalsoort per aansluiting en de hoeveelheid illegaal gestort grof huisvuil in inpandige containerruimtes. En ook de migratieachtergrond en leeftijdsgroep per locatie. In januari 2022 is een data-analist begonnen die al snel een speciaal dashboard opgezet had; een nieuwe functie binnen het Brabants Afval Team, de inzameldienst van de gemeente Tilburg.

BEVINDINGEN

Wat opviel na een tijdje data verzamelen is dat er grote verschillen per complex zijn. Met als conclusie dat er dus maatwerk nodig was om betere scheidingsresultaten te bereiken. Voor de verbetering van de afvalscheiding in de hoogbouw is een apart project opgestart. Met een mini-conferentie zijn alle stakeholders bij elkaar gebracht om de neuzen allemaal dezelfde kant op te krijgen, en kon iedereen meedenken over de te nemen stappen. Goed communiceren met de medewerkers van woningbouwcorporaties en de vve’s is erg belangrijk. Daarnaast zijn ook alle chauffeurs en beladers vanaf het begin meegenomen. Het houdt de lijntjes kort en creëert gedeelde verantwoordelijkheid doordat er SMART-afspraken gemaakt worden. Ook het communiceren in meerde-

re talen met bewoners helpt. Jarenlang was het beleid van de gemeente Tilburg dat er alleen maar in het Nederlands gecommuniceerd mocht worden. Er is verder een afvalcoach ingezet, samen met speciaal daarvoor opgeleide afval-boa’s.

Middels diverse pilots worden er dingen uitgeprobeerd en worden meteen de effecten per complex gemeten via het dashboard. Aandachtspunten hierbij zijn dat je vooraf het datasysteem moet checken op de (on)mogelijkheden en dat het weegsysteem van de vrachtauto gekoppeld wordt met de containerchip.

EN KLOPTE NU ALLES METEEN?

Nee. Het is namelijk een forse wijziging van het werkproces. En veranderingen leveren soms weerstand op. Dat levert vervolgens onvolledige data op, omdat chauffeurs niet meegaan en bijvoorbeeld weigeren om iedere containerlediging te wegen. Ook de koppeling van het weegsysteem met de chip en onze administratie had in het begin kinderziektes. Maar al snel bleek uit de data dat meten weten is en we niet meer met hagel hoeven te schieten. “Meten is weten. Gokken is jokken”

24 | GRAM #05 juni 2023
TEKST: KATJA BELJAARS BEELD: GEMEENTE TILBURG

ACTIEPLAN DESIGN FOR RECYCLING MIKT OP SNELLE VERBETERING

SAMEN VOOR DE GOED RECYCLEBARE VERPAKKING

Met het Actieplan Design for Recycling wil het Afvalfonds het aandeel goed recyclebare plastic verpakkingen eind 2025 naar minimaal 50 procent brengen. De NVRD werd gevraagd mee te denken en mee te praten.

TEKST: PIETER VAN DEN BRAND BEELD: GUUS SCHOONEWILLE EN HENRY FABER

Aan de grote vergadertafel in het NVRD-kantoor in Arnhem tonen algemeen directeur Hester Klein Lankhorst van het Afvalfonds Verpakkingen en directeur Wendy de Wild van de NVRD een hoge mate van eensgezindheid. De bevindingen uit het onderzoek dat Wageningen Food & Biobased Research in 2021 in opdracht van de NVRD deed, zijn door het Afvalfonds omarmd. Niet dat de conclusie positief was. Volgens het onderzoek is slechts 27 procent van de plastic verpakkingen geschikt voor hoogwaardige recycling. Een lichtpunt is dat bij een aanvullende 29 procent de recyclebaarheid met simpele ingrepen in onder meer het ontwerp is te verhogen. Het Afvalfonds liet Partners for Innovation een verdiepend onderzoek

doen naar hoe dit laaghangende fruit te plukken, in maart uitgemond in het Actieplan Design For Recycling met een tiental kansrijke verbetertrajecten. “Ik vind het gaaf dat het Afvalfonds dit onderzoek heeft overgenomen en deze uitdaging is aangegaan”, vertelt De Wild. “We zitten samen in de keten, dus moeten we gezamenlijk proberen circulair zoveel mogelijk voor elkaar te krijgen. Het onderzoek van Wageningen leert dat er bij een grote groep verpakkingen veel verbeterkansen zijn. In het publieke domein werken wij aan de inzameling en sortering van verpakkingen. Voor de NVRD-leden is het draagvlak bij inwoners cruciaal. Inwoners moeten weten welke volgende stap hun verpakkingen krijgen en hoe goed recyclebaar ze zijn. We weten dat dit een heel belangrijke motivator is om het goede gedrag te tonen.”

GRAM #05 juni 2023 | 25

Op haar beurt prijst Klein Lankhorst de NVRD dat ze via dit soort onderzoek geschikte mogelijkheden en oplossingen aanreikt. “We willen allemaal naar verpakkingen toe die terugkeren als verpakking en niet als bermpaaltjes. Als verpakkingssector hebben we daarom gezegd: laten we een vervolgonderzoek doen met een actieplan om het ontwerp van verpakkingen en daarmee de sorteerbaarheid en recyclebaarheid ervan te verbeteren. Ons doel in de Plastic Wijzer is dat alle verpakkingen in 2030 in elk geval recyclebaar zijn. Het streven is dat minimaal de helft eind 2025 hoogwaardig recyclebaar is. Het is goed voor het milieu en voor de economie, wanneer een verpakking weer een verpakking wordt. Het is waardevol daar samen met ketenpartners werk van te maken. Daarom hebben we de NVRD en bijvoorbeeld milieuorganisatie Recycling Netwerk in de klankbordgroep voor het actieplan uitgenodigd.”

AMBITIEUS

Het doel voor eind 2025 van minimaal vijftig procent goed recyclebare verpakkingen noemt Klein Lankhorst ‘spannend’. “Het onderzoek van Wageningen gaf echter al aan dat dit percentage mogelijk moet zijn. We hebben niet iedereen aan een touwtje, maar streefcijfers helpen.” De verpakkingssector ligt onder een vergrootglas, benadrukt Klein Lankhorst. Daarom wil het Afvalfonds zijn nek uitsteken en er samen met het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) alles aan doen om dit doel te halen. De Wild had de lat graag hoger gelegd. “Maar 50 procent is een mooi doel en behoorlijk ambitieus. Minder relevant is of het Afvalfonds het doel volledig haalt. Als het uiteindelijk 48 procent wordt, gaan wij niet meteen klagen. Het gaat om de beweging.” In 2024 wordt het onderzoek van Wageningen herhaald, om te achterhalen of er vooruitgang is geboekt. De NVRD heeft het Afvalfonds gevraagd zich als opdrachtgever aan te sluiten samen met het KIDV.

Het onderzoek van Partners for Innovation geeft aan dat etiketten, sleeves en lijmen geschikte onderdelen van verpakkingen zijn waarvan relatief snel de sorteerbaarheid en recyclebaarheid is te verbeteren. “Producenten hoeven hun verpakkingslijnen niet ingrijpend om te gooien. Dat maakt het relatief eenvoudig”, legt Klein Lankhorst uit. Grote winst is er te behalen bij PET-trays. Voorheen het zorgenkind van de recycling, worden PET-trays inmiddels als aparte stroom ingezameld en voor meer dan 50 procent gerecycled. Producenten zijn druk met omschakelen naar transparante mono-PET-trays en gebruiken minder vaak een laminaatlaag van PE, wat het recyclingresultaat negatief beïnvloedt. De recyclingcapaciteit wordt op korte termijn uitgebreid, waardoor er steeds meer PET-trays gerecycled worden. “Er zijn grote stappen gezet voor het verbeteren van de recyclebaarheid van PET-trays”, zegt Klein Lankhorst. “Bij de folies ligt dat anders. Het gaat om vrij dun materiaal, wat sortering en recycling lastig maakt. We gaan ermee aan de slag, maar de folies zitten niet bij het laaghangend fruit. We kijken ook naar chemische recycling. We werken aan een position paper.”

TARIEFDIFFERENTIATIE

Vanaf 1 januari 2024 gebeurt er nog meer. Het Afvalfonds gaat na een lange voorbereiding op alle plastic verpakkingen de tariefdifferentiatie uitbreiden. Bedrijven die kiezen voor een goed sorteerbare en goed recyclebare verpakking komen al sinds 2019 in aanmerking voor een gereduceerd tarief. De uitbreiding van het systeem houdt

WENDY DE WILD: WE ZITTEN

SAMEN

ELKAAR TE KRIJGEN.

in dat producenten en importeurs verschillende kortingen krijgen op het tarief voor plastic, gebaseerd op de kenmerken van hun verpakkingen, zoals monomateriaal, kleur en etiket. In het nieuwe systeem wordt ook het gebruik van recyclaat in de verpakkingen met een korting beloond. “Dit gaat absoluut helpen”, verwacht Klein Lankhorst. “Het resultaat zal zijn dat er meer aan deze stromen getrokken gaat worden. Producenten zullen meer recyclaat gaan toepassen. Er zal een echte markt komen. Het aanbod en de kwaliteit van het recyclaat moeten daar wel voldoende voor zijn en hierbij speelt ook de kwaliteit van de inzameling een rol. Of het systeem in precies deze vorm werkt, moeten we uiteraard nog zien. Dit is de eerste stap, maar we delen een stevige prikkel uit.”

Een goede ontwikkeling, vindt De Wild. “Maar ook hier ben ik Rupsje Nooitgenoeg. Ik ben zelf geen specialist op het vlak van tariefdifferentiatie, maar partijen als het Planbureau voor de Leefomgeving stelden inderdaad dat het wel wat steviger moest. Wel denk ik dat

26 | GRAM #05 juni 2023
IN DE KETEN, DUS MOETEN WE GEZAMENLIJK PROBEREN
CIRCULAIR ZOVEEL MOGELIJK VOOR

HESTER KLEIN LANKHORST:

WE WILLEN ALLEMAAL NAAR VERPAKKINGEN TOE DIE

TERUGKEREN ALS VERPAKKING EN NIET ALS BERMPAALTJES.

het systeem gaat werken. Richting inwoners zien we dat financiële prikkels altijd helpen. Me dunkt dat dit bij bedrijven ook zo is.” De NVRD-directeur ziet echter meer uitdagingen. “Geen verpakking is de beste verpakking. Daar blijf ik bij het Afvalfonds op hameren. Ik zie veel ruimte voor productaanpassingen die ertoe leiden dat je geen verpakking van plastic meer nodig hebt. Er zijn innovatieve bedrijven die laten zien dat het kan. Als je water uit een product haalt, heb je geen plastic meer nodig. De consument kan er zelf thuis water bij doen uit de kraan.” Een voorbeeld is shampoo.

INCENTIVE

Klein Lankhorst juicht het principe van minder verpakkingen zonder meer toe. “Des te minder wij hoeven te regelen, dus dat is alleen maar positief.” Het Afvalfonds heeft het reguliere basistarief van verpakkingen flink moeten verhogen, van 70 naar 1,05 cent per kilogram, plus een opslag van 2,30 euro per 1.000 SUP-verpakkingen, en dat is een behoorlijke incentive voor bedrijven om minder plas-

tic te gebruiken en meer verpakkingen te hergebruiken, aldus Klein Lankhorst. “Een fles kun je bijvoorbeeld zes keer gebruiken, maar je hoeft hem maar één keer te betalen. Verder denk ik dat we vanuit onze regiefunctie een grote rol kunnen gaan spelen bij herbruikbare verpakkingen, neem bekers. Van belang is wel dat niet iedereen zijn eigen systeempje op gaat zetten. Er is veel mogelijk, maar we staan hier nog aan de vooravond. Ook bij consumenten is een omslag nodig; het duurt lang voordat ze aan iets gewend zijn. Bovendien zijn dit soort kleine initiatieven heel mooi, maar het is nodig zoiets op grote schaal te realiseren. Maar dat wil niet zeggen, dat je het niet moet doen.”

Van kleinere verpakkingen, zoals portieverpakkingen en kleine folies om individueel verpakte voeding als koekjes, is al jaren bekend dat ze niet of lastig zijn te sorteren en te recyclen. Zou er geen wetgeving moeten komen om deze verpakkingen eenvoudigweg te verbieden? Niet per se, stelt De Wild. “Als we de collectieve marketingkrachten van de industrie ten positieve aanwenden, kunnen we consumenten vrij rap meekrijgen. Ze zijn aan individuele verpakkingen gewend geraakt, maar een aantal jaren geleden waren er daar veel minder van. Dus dan kun je zoiets ook ontwennen.” Klein Lankhorst vindt dat je naar het geheel moet kijken. “Als er dan bijna een heel pak koekjes wordt weggegooid, omdat de koekjes niet meer vers zijn, zorgt dat voor voedselverspilling, en dat is een grotere milieubelasting dan die individuele verpakkingen. Wel vind ik dat je moet nagaan hoe je deze verpakkingen beter kunt sorteren en recyclen, en daar zijn sorteerders al volop mee bezig.”

STUNTEN

Pakweg de helft van alle voedselproducten is vandaag de dag verpakt in gelamineerde meerlaagse verpakkingen. Ze verlengen de houdbaarheid van producten, mede ingestoken vanuit de regelgeving voor voedselveiligheid, maar hebben tegelijkertijd een slechte reputatie als het gaat om recycling. Slaan producenten ook hierin niet te veel door? Valt immers nog wel uit te leggen aan de consument waar deze stroom bij hoort? Klein Lankhorst vindt dat producenten zich beslist moeten inspannen voor beter recyclebare verpakkingen, maar benadrukt tegelijkertijd dat er ook meer eenvormigheid in gemeentelijke inzamelsystemen zou moeten komen. “Dan kun je veel beter in een landelijke campagne uitleggen wat waar in moet. Het moet van twee kanten komen.” De Wild vindt juist dat de verschillen in inzamelsystemen beperkt zijn. “Je brengt het weg of het wordt opgehaald, je doet het bij het restafval of het wordt gescheiden ingezameld. Dat zijn zo wel de keuzes voor verpakkingsafval. Ik denk dat inwoners het goed willen doen, maar dat ze het op dit moment ontzettend moeilijk vinden. Producenten zijn nu ook aan het stunten met de ‘eco-look’. De bramen zitten in een kartonnen het bakje, maar het is wel gelamineerd. Waar moet het bakje dan bij? Ook zien we plastic verpakkingen waarvan gezegd wordt dat ze biologisch afbreekbaar zijn, maar ze kunnen niet bij het gft en ook niet bij het plastic. De producenten kunnen hierbij helpen en misschien iets minder marketing bedrijven. Onze taak is inwoners goed te informeren en ze er wellicht ook op aan te spreken, als ze het niet goed doen. Daar mogen we gerust strenger in zijn. Ook moeten we een inzamelsysteem niet aan het begin van elke collegeperiode opnieuw ter discussie te stellen. Wat goed werkt, daar moet je gewoon mee doorgaan.”

GRAM #05 juni 2023 | 27

YOUNG NVRD OP HET JAARCONGRES: ENTHOUSIAST, VERKLEED EN MET STEEDS

MEER!

Hoe krijgen we meer Young NVRD'ers bij het NVRD Jaarcongres en andere branche activiteiten? Een belangrijke vraag waar het NVRD-bureau en Young-NVRD bestuur druk mee bezig zijn. De eerste positieve resultaten worden geboekt!

Als bestuur van Young NVRD zien wij steeds meer jonge medewerkers deelnemen aan activiteiten in de afvalbranche. Bij het recente Gemeentelijke Grondstoffencongres paste het aantal aanwezige jongeren nauwelijks op de foto. Trots vertegenwoordigden alle Young NVRD'ers hun generatie. ‘Old’ NVRDers stonden er jaloers bij. Ook bij andere evenementen zoals de Afvalconferentie en de Young NVRD-bijeenkomsten verschijnen steeds meer nieuwe jonge gezichten.

Bij het recente NVRD-Jaarcongres was het aantal absoluut ook hoger dan de afgelopen jaren. In mijn herinnering waren de jongeren toen op één hand te tellen en stond ik jonge spelden te zoeken in een grijze hooiberg. Nu waren we toch echt wel aanwezig. We stonden meerdere keren op het podium, stonden achter de stands en waren natuurlijk ook –verkleed - aanwezig op de dansvloer.

Toch zou het aantal jongeren op het Jaarcongres nóg groter mogen wat mij betreft. Vooral de nieuwe gezichten miste ik. Grosso modo kunnen we de aanwezige jongeren verdelen in de volgende categorieën:

1. NVRD'ers: de NVRD heeft veel jonge mensen in dienst die lekker stonden te shinen op het congres.

2. Oude jonge garde: Dit zijn Young NVRD'ers die al een aantal jaren komen, omdat zij ooit al een keer meegingen (bijvoorbeeld als trainee). Zij weten nu ‘de weg’ en komen nog steeds mee.

3. Sponsors en overige leveranciers: bij commerciële partijen hoeft de salesmanager of het boegbeeld lang niet altijd senior te zijn.

28 | GRAM #05 juni 2023
TEKST: DOUWE HUITEMA (KPLUSV), BESTUUR YOUNG NVRD BEELD: EMIEL HORNMAN

4. Meelifters: sommige inzamelbedrijven komen met behoorlijk grote vertegenwoordigingen naar het Jaarcongres. Hier zitten vaak wel één of twee jongere medewerkers bij.

Dus wie waren er dan niet bij? Allereerst de jonge ambtenaren. Helaas zijn gemeenten ondervertegenwoordigd op het NVRD Jaarcongres. Mogelijk doordat het evenement zich vooral richt op directeuren en het hogere management. De focus ligt bovendien minder op vakkennis dan bij andere evenementen.

Ten tweede waren er weinig jonge medewerkers van afvaldiensten. Wie van deze organisaties naar het Jaarcongres gaat, is vaak al jaren hetzelfde of wordt stilzwijgend bepaald. Dat vraagt om verandering! Ik denk dat het als afvalbedrijf juist heel verstandig is om als directielid of senior management je potentiële opvolger(s) mee te nemen. Zo borg je niet alleen dat contacten worden overgedragen, maar ook dat de belangrijke geluiden vanuit de jongere generatie een plek krijgen op het Jaarcongres. Daarnaast kijk je op deze manier vanuit verschillende perspectieven naar de inhoud van het programma. Ten slotte is het ook nog financieel voordelig: Young NVRDers hadden dit jaar namelijk €100 korting op Jaarcongrestickets.

Het Jaarcongres programma wordt naar mijn idee steeds meer inspirerend en uitdagender. Laat ons maar lekker uit de comfortzone stappen en de uitdaging op zoeken. Als Young NVRD hebben we een mooie bijdrage mogen leveren met de inzet van de Broke Ass Milionaires. Met tweedehandskleding zetten zij de congresdeelnemers in het circulaire zonnetje.

De verkleedpartij zette zich voort op de dansvloer met een kringloopkledingrek van Rd4. Wat ons betreft een blijvertje! Hopelijk wordt deze prikkelende lijn de komende jaren doorgezet. En dat het Jaarcongres hiermee ook veel jonge nieuwkomers mag ontvangen. Vergeet volgend jaar dus niet je (Young) opvolgers mee te nemen!

GRAM #05 juni 2023 | 29

DOE MAAR APART: LANDELIJKE CAMPAGNE ROEPT

INWONERS OP ACCU’S EN BATTERIJEN NIET WEG

TE GOOIEN MAAR APART IN TE LEVEREN

Klein elektrisch afval: je hebt er meer van in huis dan je denkt. Denk aan smartphones, scheerapparaten, elektrisch gereedschap, e-sigaretten (vapes), elektrisch speelgoed, losse lithiumbatterijen en (fiets)accu’s. De branche roept met de campagne ‘Doe maar apart’ consumenten op om deze apparaten apart in te leveren. Want dat levert niet alleen waardevolle grondstoffen op, maar laat ook veiligheidsrisico’s afnemen.

TEKST: KELVIN DERKSEN

Batterijen staan bij inzamelaars en verwerkers van afval de afgelopen drie jaar in de top drie van oorzaken van brand. “Losse batterijen en apparaten met batterijen tussen het rest-, bedrijfs-, bouw-, sloop- en metaalafval geven problemen bij de inzameling en verwerking. Dit leidt tot veiligheidsrisico’s zoals afvalbranden. Als batterijen en elektrische apparaten bij het restafval terechtkomen, gaan ook nog eens veel waardevolle grondstoffen verloren”, zegt Steven van Eijck, voorzitter van Stichting OPEN. “Dat moeten we niet willen, daarom lanceerden we deze aparte campagne.”

DOE MAAR APART

‘Doe maar apart’ is een campagne van de Taskforce Batterijbranden, bestaande uit Stichting OPEN, NVRD, BRBS Recycling, NRF, Stichting Stibat Services, TLN en Vereniging Afvalbedrijven. De doelstelling is om consumenten en (medewerkers van) bedrijven te stimuleren om klein elektrisch afval en batterijen veilig in te leveren bij inleverpunten en milieustraten. Zo wordt de recycling

bevorderd en worden batterijbranden bij de inzameling, transport en verwerking voorkomen. Kijk voor meer informatie en campagnemateriaal op: www.doemaarapart.nl.

INVULLING VAN DE CAMPAGNE

Het toenemende aantal batterijbranden was aanleiding om in razend tempo een campagne op te tuigen. En door de krachten te bundelen werd het mogelijk om de campagne landelijk uit te rollen. Er is vooral ingezet op radio en sociale media, waarbij de nadruk werd gelegd op de oproep om elektrische apparaten, losse batterijen en accu’s gescheiden in te leveren. De campagne liep van 5 tot en met 25 juni, en was gericht op alle Nederlandse volwassenen.

Extra aandacht was er voor jongvolwassenen en dat heeft alles te maken met een van de grote veroorzakers van afvalbranden; e-sigaretten, ook wel vapes genoemd. Batterijbranden kunnen ontstaan als deze producten beschadigd raken bij onjuiste inzameling, transport en verwerking. “Vooral

het gebruik van vapes onder jongeren is zeer zorgelijk”, volgens Van Eijck. “Deze esigaretten vertegenwoordigen maar liefst 84 procent van alle risicovolle apparaten in het restafval, maar ook veel accu’s afkomstig uit boormachines en fietsen worden aangetroffen.”

NVRD-DIRECTEUR WENDY DE WILD BIJ SPRAAKMAKERS

Op 30 mei 2023 was NVRD-directeur Wendy de Wild te gast bij het NPO Radio 1 programma Spraakmakers om te vertellen over de problematiek en de ‘Doe maar apart’-campagne. Waar lopen we tegenaan, wat kan het goed gescheiden inzamelen ons opleveren en hoe hopen we dat de campagne gaat bijdragen aan goed gedrag?

Heb je het interview gemist? Scan de QRcode om het interview alsnog te beluisteren.

30 | GRAM #05 juni 2023
GRAM #05 juni 2023 | 31 Niet weggooien, maar inleveren. WECYCLE1273 A0 poster QR.indd De campagnemiddelen in de toolkit op www.doemaarapart.nl blijven beschikbaar, zodat we hier vaker aandacht voor kunnen blijven vragen via onze eigen kanalen. Wij roepen onze leden dan ook op hier hun voordeel mee te doen en bij te dragen aan deze gezamenlijke boodschap. Als NVRD zijn we gedreven om te onderzoeken op welke manieren we het effect van de campagne nog verder kunnen verlengen en verbreden.

EU-UPDATE

De NVRD is niet alleen actief op het nationale toneel wat betreft belangenbehartiging. Er komt namelijk steeds meer wet- en regelgeving vanuit Europa op ons af. Vanaf heden deelt

Public Affairs adviseur van de NVRD Ralph Peters daarom ieder kwartaal - op hoofdlijnende belangrijkste Europese ontwikkelingen op het gebied van afval en circulaire economie.

TEKST: RALPH PETERS

VERORDENING VERPAKKINGEN EN VERPAKKINGSAFVAL

In november 2022 heeft de Europese Commissie (EC) een voorstel gedaan om de Europese Richtlijn betreffende verpakkingen en verpakkingsafval te herzien. Op hoofdlijnen bevat het voorstel doelstellingen en maatregelen om de productie van verpakkingsafval te voorkomen, hoogwaardige recycling te stimuleren en voor het reduceren van het gebruik van fossiele grondstoffen bij de productie van verpakkingen. De EC heeft het voornemen om deze richtlijn om te zetten in een verordening. Dat houdt in dat de regelgeving rondom verpakkingen en verpakkingsafval minder vrijblijvend wordt. Waar lidstaten voorheen zelf konden kiezen hoe zij wet- en regelgeving rondom dit onderwerp implementeerden, moeten dan alle lidstaten aan precies dezelfde regels voldoen.

Voordat een voorstel van de EC daadwerkelijk in werking treedt, moeten er verschillende stappen worden doorlopen. Momenteel ligt dit voorstel bij het Europees Parlement (EP), waar Europarlementariërs middels amendementen aanpassingen kunnen doen op het voorstel. Er is op dit moment nog veel discussie in het parlement over de maatregelen gericht op hergebruik. De steun voor de voorgestelde hergebruiksdoelstellingen varieert erg. Er zijn partijen die de doelstellingen volledig ondersteunen en partijen die de ambitie volledig naar beneden willen halen. Vanuit Municipal Waste Europe (MWE) zijn wij ook actief op het vlak van

belangenbehartiging op dit punt en steunen wij als NVRD de ambitie van de EC. In maart hebben we een gezamenlijke reactie met voorstellen voor aanpassingen gegeven op het voorstel. In deze reactie doen we onder andere voorstellen voor meer duidelijkheid en helderheid rondom composteerbare en biologisch afbreekbare verpakkingen. Hierdoor wordt uiterlijk in mei 2026 de composteerbaarheidsnorm herzien. Het is echter helaas niet gelukt om de definitie van composteerbare verpakkingen te verduidelijken. In plaats daarvan is er een definitie voor een biologisch afbreekbare verpakking toegevoegd.

ECO-DESIGN

In maart 2022 heeft de EC een voorstel gedaan voor een herziening van de regelgeving rondom eco-design. Ook hier is het voornemen om de reeds bestaande richtlijn om te zetten in een verordening. Dat houdt in dat lidstaten niet meer zelf kunnen beslissen hoe ze deze wetgeving in hun eigen land implementeren, maar dat dit voor elke lidstaat hetzelfde is. Deze herziening beoogt de regels en procedures voor de vaststelling van eisen aan verschillende producten te harmoniseren. Het legt ook de basis voor een bredere toepassing van eco-designprincipes, waardoor niet alleen energie-efficiëntie, maar ook andere milieuprestaties van producten beter kunnen worden gereguleerd.

Momenteel wordt onderzocht welke productgroepen er eventueel onder deze verordening zouden kunnen vallen. Zowel vanuit MWE als NVRD hebben wij hier input op geleverd. Hierin hebben wij aangegeven dat wat ons betreft de eerste prioriteit komt te liggen op eco-design regels voor: alle soorten textiel (inclusief schoenen), meubels, matrassen, speelgoed en luiers en maandverband. Daarnaast hebben we ervoor gepleit dat ook bouwmaterialen hieronder komen te vallen. Daarnaast hebben we met betrekking tot het recht op reparatie ervoor gepleit dat de reparateur ook onafhankelijk mag zijn van de fabrikant. Momenteel buigt een werkgroep van het Europees parlement zich over dit voorstel. Naar verwachting wordt er in juli over het voorstel gestemd.

De NVRD is momenteel bezig om een werkgroep samen te stellen die de Europese ontwikkelingen wat nauwgezetter gaat volgen. Mocht u interesse hebben om daar bij aan te sluiten en/ of hier wat meer over de horen schroom dan niet om contact op te nemen met Ralph Peters (peters@nvrd.nl of 06-25132885).

32 | GRAM #05 juni 2023

NIEUWS

AANMELDEN VOOR BENCHMARK ZWERFAFVAL NU MOGELIJK!

Wens je meer inzicht in de kosten van zwerfafval? En wil je weten hoe je gemeente of reinigingsdienst het doet ten opzichte van andere organisaties? Doe dan mee met de Benchmark Zwerfafval die de NVRD in samenwerking met Rijkswaterstaat binnenkort opstart.

Naar aanleiding van het Kostenonderzoek Zwerfafval adviseert Tauw om gebiedsbeheerders de komende jaren te ondersteunen om gegevens structureel inzichtelijk te maken en doet de suggestie dat de Benchmark Zwerfafval van de NVRD hiertoe een handig middel kan zijn.

NVRD pakt samen met Rijkswaterstaat deze uitdaging op en biedt daarmee de deelnemende gemeenten aan het kostenonderzoek een vliegend start met het vergroten van dit inzicht. Deze gemeenten hebben al gegevens verzameld en kunnen gelijk door met het leren van elkaar. Zij vormen daarmee een goede vergelijkingsbasis.

Wil je deelnemen aan de Benchmark Zwerfafval? Meld je dan tot 1 juli aan via de website van Benchmark Schoon. Deelname is gratis.

UPDATE DOSSIER LACHGAS: ONE-PAGER MET EFFECTEN WETGEVING

Al eerder berichtten wij dat er rondom de lachgasproblematiek gesprekken lopen met de ministeries Justitie & Veiligheid en Infrastructuur & Waterstaat. Deze departementen hebben een one-pager opgesteld met de precieze effecten van de geldende wetgeving.

De gesprekken over een oplossing voor het lachgas afvalprobleem tussen enerzijds de ministeries Justitie & Veiligheid en Infrastructuur & Milieu en anderzijds de NVRD en de Vereniging Afvalbedrijven (VA) lopen nog steeds. Ook de Landelijke Politie is aangesloten.

Hoewel de gesprekken constructief verlopen, hebben wij (NVRD en VA) duidelijk aangegeven dat het tempo om tot een oplossing te komen niet snel genoeg gaat. De precieze effecten van de wetgeving zoals deze geldt sinds januari 2023 zijn door beide departementen verwoord in een one-pager. Hiermee wordt alleen maar duidelijker dat er dringend een oplossing gevonden moet worden voor de tientallen cilinders die nu rondzwerven in bermen, restafval en glasbakken.

NVRD en VA blijven leden daarom oproepen om incidenten, cijfers en andere relevante ervaringen te delen zodat we deze gesprekken goed kunnen voeren.

Contactpersoon voor dit dossier is Janneke Bolijn (bolijn@nvrd.nl of 06 21 30 89 29).

Opladen zonder stekker

De vakantieperiode staat voor de deur, en de een na de andere collega bij de NVRD zoekt zon en avontuur op. Met een gevarieerde club gelukkig niet allemaal midden in de schoolvakanties. Tegelijkertijd betekent het ook dat tussen eind mei en eind september er altijd wel iemand weg is. Maar wat betekent weg tegenwoordig? ’n Appje is zo gestuurd. Mensen reageren toch op mails. Mijn pubers zuchten als ik begin over ‘vroeger’ en hoe ik iedereen gun om echt weg te zijn. Hoe ik in m’n eentje met rugzak volkomen onvoorbereid het vliegtuig naar China nam. En het daar maar ging uitzoeken – geen internet, geen telefoon, geen Engels sprekende bevolking. Met de trein, in de bus, achterop de fiets bij Chinezen die zo’n blank geval met ronde ogen wel grappig vonden. Of eng. Fantastische ervaring. Na vijf weken moest ik echt weer even re-integreren hier thuis. Datzelfde kunstje deed ik tien jaar later nog eens. Inmiddels samen met geliefde, en dan de wereld rond. Internet bestond al wel, maar we gingen bewust op ‘dieet’: de telefoon bleef thuis en e-mails checkten we minimaal. Met als effect dat je maanden echt ‘weg’ bent; in het daar en dan. Wat een mentale ontspanning geeft dat! Niet dat ik die lessen vervolgens heb toegepast: het grootste deel van mijn werkende leven sta ik bekend om altijd en overal bereikbaar. Daar scoor je immers punten mee. Maar is dat zo? Wat doet het met je brein en creativiteit als je altijd ‘aan’ staat?

‘Uit’ dat hoofd. En dat apparaat. Tenen in het zand en lummelen maar. Opladen, zonder stekker. Laten we afspreken dat we de mensen negeren die op vakantie zijn. Zodat ze lummelen en vele malen creatiever terugkeren. Ciao!

GRAM #05 juni 2023 | 33
COLUMN
Wendy de Wild directeur NVRD Foto: Bart van Dieken

BRANCHE NIEUWS

GIDS VOOR GEMEENTEN IN GEDRAGSVERANDERING

GEPUBLICEERD DOOR RWS EN MILIEU CENTRAAL

Rijkswaterstaat en Milieu Centraal ontwikkelden, met steun van diverse partners zoals gedragsexperts, afvalverwerkers en gemeenten, gezamenlijk deze gids voor gemeenten. De gids beantwoordt diverse vragen zoals: wat is er nodig om afval scheiden in de basis op orde krijgen? Hoe kun je gedrag veranderen: welke stappen moet je daarvoor nemen en welke verschillende gedragstechnieken kun je inzetten om bewonersgedrag te veranderen? En hoe kun de capaciteit, motivatie en weerstand van de bewoners respectievelijk vergroten of verminderen. De gids is te downloaden op de website van Milieu Centraal. Inclusief social media toolkit en interactieve excel om de juiste keuzes te kunnen maken passend binnen budget en beschikbare capaciteit.

DRENTSE GEMEENTEN TEKENEN VOOR CIRCULAIRE GRONDSTOFFENECONOMIE IN 2050

Alle Drentse gemeenten werken samen op het gebied van afval en reiniging, met als gezamenlijk doel een circulaire grondstoffeneconomie. De Drentse gemeenten hebben afspraken gemaakt hoe zij dit willen realiseren. Deze afspraken zijn vastgelegd in een manifest en op donderdag 1 juni 2023 door alle verantwoordelijke bestuurders ondertekend. Met het manifest bevestigen de gemeenten dat zij zich inzetten om de hoeveelheid restafval te verminderen. Het uiteindelijke doel is dat in 2050 geen grondstoffen meer worden verspild. Als tussenstap streven de gemeenten ernaar dat in 2030 maximaal 100 kilogram restafval per inwoner wordt ingezameld. In het manifest spreken ze met elkaar af elkaar te motiveren om zich blijvend in te zetten voor de realisatie van de doelen en elkaar te ondersteunen door het delen van kennis en ervaringen. Het manifest is getekend voor vijf jaar, maar kan daarna worden verlengd.

4 oktober

Afvalconferentie

Jaarbeurs

30 oktober - 1 november

ISWA World Congress

Muscat, Oman

25 - 27 september

Excursie buitenland

Duitsland

34 | GRAM #05 juni 2023
AGENDA

Ortessa Groep blijft graag

vooroplopen in automatisering van processen met AMCS Platform.

Ortessa Groep

De implementatie stelt Ortessa Groep in staat om inzamelroutes efficiënter en papierloos uit te voeren, sneller te reageren op behoefte van klanten en de operationele activiteiten en financiële afhandeling gedurende het hele proces beter te kunnen volgen.

Een unieke prestatie om met álle vestigingen van de drie Ortessa bedrijven en met het complete portfolio van diensten in één weekend live te zijn gegaan.

Bezoek ons ook op: www.amcsgroup.com/nl

MINDER FIJNSTOF ALS JE NIET RIJDT

Simpel met de perscontainer van Sidcon

Iedere gemeente is bezig met het reduceren van fijnstof. Minder rijden is de beste oplossing. De ondergrondse perscontainer geeft meer capaciteit in dezelfde betonput waardoor je het aantal transporten vermindert. Een makkelijk stap om de uitstoot te reduceren!

22-3000-0578-02 NVRD GRAM 2023 juni
Lees het verhaal
“ ® 05-06-2023 10:36 22-2000-1576-03 NVRD
juni
GRAM 2023
kiezen voor
Slimme gemeenten
slimme oplossingen
1-2_190x130mm_E_GRAM.indd 1 05-06-2023 10:39

“Al

KLIKO GROEP Standaardruiter 36 3905 PZ Veenendaal +31(0)318 559393 info@kliko.nl www.kliko.nl
meer dan 40 jaar toonaangevend in minicontainers, innovator van ondergrondse containers, marktleider in chipregistratiesystemen en trendsetter in toegangselektronica.”
van afvalinzamelsystemen KLIKO.BE | KLIKO.NL BEZOEK ONZE NIEUWE WEBSITE
chipregistratie
KLIKO GROEP Innovators
vierwielcontainers
ondergrondse containers minicontainers containerbehuizing onderhoud en reiniging palletboxen toegangscontrole containermanagement ALLES ONDER 1 DAK

Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.