SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN
VAKBLADVAN VANDE DENVRD NVRD||JAARGANG JAARGANG111 108#02 #05maart JUNI 2017 VAKBLAD 2020 PERIKELEN NIEUWE RAAMOVERRONDOM DE AFVALEENKOMST VERPAKSTOFFENHEFFING KINGEN
BIJPLAATSEN VAN EEN KWART EEUW AFVAL BIJ ONDERGRONDSE GFT-AFVAL SCHEIDEN IN AFVALCONTAINERS NEDERLAND
OPLOSSINGKIEST VOOR GROF HUISHOUDELIJK ONRUST OP DE GESTAGIN ENSCHEDE LUIERS STEEDS RESTAFVAL, WEL OF NIET DE INWONER NEERDE OUD PAPIERZELF DICHTERBIJ NASCHEIDEN? MARKT
Meld je nu aan via: gladheidcongres.nl
GLADHEIDBESTRIJDINGSCONGRES 2020 Op 16 april 2020 organiseert de NVRD voor de 13e keer het Nationaal Gladheidbestrijdingscongres, hĂŠt landelijke congres voor alle professionals betrokken bij gladheidbeheer op de Nederlandse (en Vlaamse) wegen.
Wat zijn de nieuwste ontwikkelingen en trends in gladheidbeheer en welke innovaties staan ons te wachten? Zeker is dat duurzaamheid een steeds belangrijker thema wordt in gladheidbeheer. Duurzaam gladheidbeheer is dan ook het centrale thema van het congres. Duurzaam in de zin van de toekomst van gladheidbeheer gezien de klimatologische ontwikkelingen en duurzaam in de zin van het beperken van de milieu-impact van gladheidbeheer. We hebben al een aantal inspirerende plenaire sprekers vastgelegd rondom de thema’s Innovatie en duurzaamheid, Klimaat en Smart mobility.
PRAKTISCHE INFORMATIE Datum: Tijdstip: Locatie:
16 april 2020 09:30 tot 17:30 uur Hart van Holland, Nijkerk
Meer informatie en aanmelden:
www.gladheidcongres.nl
SPONSOREN
DE NOORD CHEMICALS
INHOUD
COLOFON UITGEVER NVRD, WTC Arnhem Nieuwe Stationsstraat 10 6811 KS ARNHEM +31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl REDACTIECOMMISSIE Marc Veenhuizen, ACV Groep (hoofdredacteur) Riny de Jonge, gemeente Amsterdam Addie Weenk, Rijkswaterstaat Diederik Notenboom, Meerlanden Folkert Starreveld, Cyclus Management Dico Kuiper, gemeente Alphen aan den Rijn Marianne Zegwaard, Stantec Kees van der Laan, Gemeente Rotterdam Annemieke Braamburg, Twente Milieu Ilse van der Grift, NVRD EINDREDACTIE Karin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhem +31 (0)88 - 3770000 hegeman@nvrd.nl
ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl
06
22
Het duurde even, maar nu liggen er nieuwe afspraken over inzameling en recycling van verpakkingen.
Met de nijpende grondstoffenschaarste en de groeiende wereldbevolking voelt H&M de noodzaak van een circulaire mode-industrie.
DE CHIPSZAK MAG VOORTAAN BIJ HET PMDAFVAL
WERELDWIJDE MISSIE VAN H&M: 100 PROCENT DUURZAME KLEDING
18
GRIP OP WAARDEVOLLE GRONDSTOFFEN AR 4 0 JA
Piepschuim van een nieuwe tv, een kapotte elektrische tandenborstel of een halfvol verfblik. Veel mensen vinden het vaak (te) veel moeite om zoiets kleins naar het milieubrengstation te brengen.
REALISATIE EN DRUK Print2Pack, print2pack.nl Coverbeeld: Jan de Vries ABONNEMENTENADMINISTRATIE NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem Jaarabonnement ad €108 ex btw. België €125 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50. BEËINDIGING ABONNEMENT Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD. Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard. ISSN 1569-0458 © NVRD RECYCLED Made from recycled material
C106833
GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.
34
GLASPLAN ZET KOERS Op 4 juni 2019 viel hij op de mat van het Afvalfonds Verpakkingen; de Last Onder Dwangsom (LOD) opgelegd door de ILT aan het Verpakkende Bedrijfsleven voor het niet halen van de glasdoelstelling van 90% recycling.
05 BEZEM 09 EEN KWART EEUW GFT-AFVAL SCHEIDEN 12 ONRUST OP DE GESTAGNEERDE OUDPAPIERMARKT 15 KEUZEVRIJHEID CENTRAAL THEMA IN VERDER TERUGDRINGEN RESTAFVAL 25 WAT DOET RIJKSWATERSTAAT AAN ZWERFAFVAL? 26 ZWERFAFVAL: HET TIJ IS AAN HET KEREN 28 VERVUILD VLAKGLAS NIET RECYCLEBAAR 31 SENSOREN EN ARTIFICIAL INTELLIGENCE VOOR MEER EN BETERE GRONDSTOFFEN 36 BLIK OP DE TOEKOMST VAN RESTAFVALVERWERKING 39 DE LEDEN CENTRAAL 40 DIFFERENTIATIE BIEDT POTENTIE VOOR BETERE AFVALSCHEIDING IN KATWIJK 42 BRANCHENIEUWS 42 AGENDA 43 CLOSE-UP GRAM #02 maart 2020 | 3
[Advertorial]
WASTE VISION:
OPENING NIEUWE SOCIALE VESTIGING WASTE VISION IN GRONINGEN
Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een groot goed. We leven in een samenleving waarin het van belang is dat iedereen mee kan doen; Waste Vision staat hier voor de volle honderd procent achter. Deze overtuiging is dermate groot, dat sociaal ondernemen over de hele breedte van de organisatie wordt toegepast. Dit levert dusdanige successen op, dat Waste Vision – na het filiaal in Rotterdam – op 12 december in Groningen een tweede vestiging heeft geopend waarbij maatschappelijk verantwoord ondernemen centraal staat.
OPENING GRONINGSE VESTIGING Enkele jaren geleden is in samenwerking met de Gemeente Groningen gezocht naar manieren om de binnen Waste Vision geïntegreerde wijze van sociaal ondernemen ook regionaal toe te kunnen passen. Om eveneens lokale individuen met een arbeids beperking een werkplek te bieden, is – naar het voorbeeld van het maatschappelijk verantwoorde Rotterdamse filiaal – begonnen met het optuigen van een Groningse vestiging van Waste Vision. De recente groei in activiteiten heeft ertoe geleid dat de laatste tijd ook de sociale impact in Groningen is vergroot. Steeds meer individuen uit de regio, die doorgaans moeilijk aan werk komen, wordt de kans geboden om op de arbeidsmarkt hun steentje bij te dragen. Deze ontwikkelingen zijn niet onopgemerkt gebleven en om deze reden heeft Waste Vision – in de aanwezigheid van vele belang
stellenden – op 12 december de vestiging in Groningen op feeste lijke wijze ingewijd. De behaalde successen van het noordelijke filiaal zijn op deze dag gevierd; medewerkers, opdrachtgevers en andere betrokkenen waren getuige van het moment waarop de Groningse wethouder Carine Bloemhoff op ceremoniële wijze Waste Vision Groningen officieel opende. Onder het genot van een hapje en een drankje is vervolgens vooruitgekeken naar de toekomst waarin wordt ingezet op een verdere verwezenlijking van de (sociale) ambities. MAATSCHAPPELIJK VERANTWOORD ONDERNEMEN Waste Vision hecht veel waarde aan een inclusieve samenleving en ziet in sociaal ondernemen dan ook de toekomst. Ieder individu moet – ongeacht de achtergrond – de mogelijkheid krijgen om mee te doen op de arbeidsmarkt. Gelukkig hechten steeds meer organi saties waarde aan het invulling geven aan Social Return en om deze reden wordt de samenwerking gezocht met Waste Vision. Ook bij de nieuwe vestiging in Groningen kan de sociale wijze van ondernemen op veel enthousiasme rekenen. Zo werken verschillende omliggende gemeenten inmiddels samen om de positieve (maatschappelijke) effecten te vergroten. Het hoge sociale gehalte van Waste Vision kan uitstekend voorzien in de almaar groeiende behoefte aan maat schappelijk verantwoorde goederen en diensten. Het is dan ook niet voor niets dat elders in het land eveneens dergelijke samenwerkings verbanden van de grond komen; Waste Vision is hierdoor in staat om bij te dragen aan het ontstaan van een eerlijke arbeidsmarkt waarop iedereen mee kan doen.
WWW.WASTEVISION.COM
is toch niemand die aan een kleuter kan uitleggen dat wat je thuis moet doen, namelijk afval scheiden, op school niet kan? Ja, er zijn wel voorbeelden, maar is het geregeld? Niet echt.
GRIJS Als Bezem ben ik of te oud - en snap dan automatisch niets van social media -, of te dun - en behoor dan tot de groep die te ver doorslaat met lijnen. Ik ben het één of het ander. Niet gewoon een Bezem, een veger, stoffer of ragebol, mocht u nog weten wat dat is. De één is niet beter dan de ander. Maar tegenwoordig is het zwart of wit. Grijs lijkt een absolute no-go te zijn. Even wat voorbeelden uit de praktijk: Huishoudelijk afval versus bedrijfsafval. Niet de allermakkelijkste. Maar als we het zwart-wit maken valt het maatschappelijke midden er tussenuit. Maatschappelijke organisaties hebben niet echt veel ander afval dan huishoudens. Denk aan scholen en kerken. Er
Een andere bekende: kwaliteit versus kwantiteit. Het eerder in GRAM genoemde kilo-fetisjisme. Maar een discussie over kwaliteit zonder kwantiteit kan helemaal niet. Zonder kilo’s heb je helemaal niets. En hoe verrassend, onze vrienden van het Afvalfonds zien dit nu ook. Willen we de Europese doelstellingen voor recycling halen dan moeten we heel veel meer gaan inzamelen. Daar werken we graag aan mee, uiteraard. Het is het één én het ander. En dan de klassieker der klassiekers, de Feyenoord-Ajax van de branche: bron- versus nascheiding. Een discussie volledig los van de werkelijkheid. Argumenten vliegen heen en weer, vooral om te roepen dat de ander slecht is. Raadsleden, een hoogleraar, een ex-politicus, ze voeren discussies waar verkopers van energiecontracten nog jaloers op worden. Hier is alles diep zwart of oogverblindend wit. Voor een oude Bezem, die de straten onverminderd schoonhoudt, is het onbegrijpelijk. Ik houd van voetbal, een mooie pot tennis en luister graag naar verschillende soorten muziek. Kan mij het schelen hoe we afval scheiden. Als we het maar scheiden. Punt. Het enige dat we nog moeten ‘scheiden’, is uit-scheiden, met deze discussies.
GRAM #02 maart 2020 | 5
NIEUWE RAAMOVEREENKOMST VERPAKKINGEN
DE CHIPSZAK MAG VOORTAAN BIJ HET PMD-AFVAL Het duurde even, maar nu liggen er nieuwe afspraken over inzameling en recycling van verpakkingen. Na een behoorlijke impasse als gevolg van onderling wantrouwen, hebben VNG en Afvalfonds Verpakkingen, met het Rijk als toehoorder, getekend voor een hernieuwde samenwerking tot minstens 2030. De weg is vrij voor verbetering van de inzameling, en het sluiten van de kunststofketen. Een interview met de twee hoofdrolspelers.
H
TEKST: RENÉ DIDDE BEELD: TIES VAN VEELEN, NATIONALE BEELDBANK
et is in de lange geschiedenis van de Verpakkingenconvenanten en Raamovereenkomsten sinds 1992 nooit rustig geweest tussen gemeenten, reinigingsdiensten en verpakkende industrie. Er is eigenlijk al bijna dertig jaar voortdurend geharrewar over
6 | GRAM #02 maart 2020
inzamelcijfers, hoogte van de vergoedingen, zwerfafval, gescheiden inzameling of nascheiding en natuurlijk de voortdurende splijtzwam over statiegeld op kleine flesjes en blikjes. Het leek sinds 2012 stil dankzij de gestaag groeiende inzamel- en recyclingpercentages en de redelijke vergoedingen, maar in
2018 is dan toch ook de overeenkomst 20122022 in een impasse geraakt. En een stevige, want bijna was er geen nieuwe overeenkomst gesloten. De vertegenwoordigers van de drie belanghebbenden VNG, Rijk en Afvalfonds schoven probleemdossiers voor zich uit en konden geen knopen doorhakken. Vooral kwam de klad erin doordat veel
gemeenten de gehele regie voor de verwerking van verpakkingen voor hun rekening namen, aldus Cees de Mol van Otterloo, directeur Afvalfonds Verpakkingen. “We dachten allemaal, ik ook, dat de goede regie van gemeenten over de inzameling én vermarkting van glas, papier-en karton en metaal ook wel op de kunststoffenverpakkingen van toepassing zou zijn.”
STEF DEPLA: “WE ZIJN NU WENDBAARDER VOOR NIEUWE ONTWIKKELINGEN IN DE MARKT.” Niet dus. Kunststoffen bleken complexer. Er ontstonden meningsverschillen over de vervuiling van de ingezamelde hoeveelheden, niet-recyclebare verpakkingen en de fractie hangertjes, tandenborstels en kunststof kerstbomen. De treurigmakende impasse over het nobele doel van het convenant werd doorbroken doordat de partijen meer beslissingskracht aan de onderhandelingstafel inzetten en het zogenoemde platform ketenoptimalisatie (PKO) in het leven riepen. Daarin schoven ook de uitvoeringsorganen van VNG en Afvalfonds aan: NVRD en Nedvang. Dat bleek een zet die door iedereen constructief wordt genoemd. Het ging niet langer alleen over beleid, maar ook de praktijk kwam direct ter sprake. Intussen hebben alle achterbannen de nieuwe ketenovereenkomst die tot 2030 loopt aangenomen, “met Noord-Koreaanse percentages van bijval”, aldus Cees de Mol van Otterloo. De nieuwe ketenovereenkomst moet met eenduidige inzamelingsregels voor heel Nederland het voor bewoners duidelijker en makkelijker maken kunststof verpakkingen te scheiden. En daarmee de kwaliteit van de inzameling verbeteren. “Een chipszak mag voortaan wel bij het pmd en een plastic wegwerp zwembadje niet", zegt Staf Depla, adviseur namens de VNG. "Dat de vooralsnog zeer slecht recyclebare chipszak er wel in
mag, komt doordat die het recycleproces niet verstoort. Het is vooral ook een signaal aan de verpakkende industrie om haast te maken met een betere verpakking. Tot die tijd betalen zij gewoon voor het verwerken van deze zak.” Het zwembadje, dat vooral na de zomer veelvuldig wordt aangetroffen in pmd-zakken of bakken – soms met nijvere huisvlijt secuur in kleinere stukken geknipt – heeft uiteraard niets met verpakkingen te maken en verstoort het proces wel. Alle partijen schaarden zich achter het alomvattende mantra van ‘het sluiten van de kunststofverpakkingenketen tegen zo laag mogelijke kosten en zo hoog mogelijk rendement’.
ding levert op dit moment betere kwaliteit pmd op dan nascheiding, maar het buitengebied is nu eenmaal geen stadswijk. Dus gebieden met veel hoogbouw en weinig sociale cohesie kunnen mogelijk beter gaan nascheiden. Je moet dat per wijk en per gebied bekijken. Beide methoden blijven zich ontwikkelen en zullen betere rendementen halen door elementen van elkaar over te nemen.” De Mol van Otterloo: “Ze konden al naast elkaar leven. Ik persoonlijk ben nog steeds voorstander van meer nascheiding, maar steden die goed scoren met bronscheiding moeten er vooral mee doorgaan. De nascheidingsvergoeding is hoger omdat die gemeenten al gesorteerde kunststoffen leveren.”
Andere highlights: er komt een uniform monitoringsprotocol waarmee de kwaliteit van het ingezamelde afval wordt beoordeeld, nascheidingsverpakkingsafval krijgt een eerlijkere vergoeding en het hete hangijzer: gemeenten kunnen terug naar de situatie waar zij goed in zijn, namelijk inzamelen, en zij kunnen de verdere sortering, schoonmaak en vooral vermarkting overlaten aan een andere partij, zoals RKN, een samenwerkingsverband tussen HVC, Midwaste en Combinatie Oost waarbij 250 gemeenten zijn aangesloten. Die partijen sluiten dan contracten over de vermarkting SUEZ of Attero, of rechtstreeks met het Afvalfonds.
Is de ketenovereenkomst wel Europees bestendig, vooral gezien de verandering om vanaf 2025 een inzamelingsscore van vijftig procent ‘schoon’ gewassen plastic verpakkingen te halen? Depla: “Of vijftig procent haalbaar is, hangt van de recyclebaarheid van de verpakkingen en de kwaliteit en kwantiteit van de inzameling. Ik denk dat het met de nieuwe ketenovereenkomst meer kans heeft dan met de oude. Want we zijn nu wendbaarder voor nieuwe ontwikkelingen in de markt.
Waar geef je je partner in de onderhandelingen het grootste compliment voor? Staf Depla: “Cees snapte de pijn bij onze achterban heel goed en heeft zich goed verplaatst in mijn standpunten vanuit het publieke bedrijf. Dat nam hij serieus mee terug naar de loopgraven van zijn achterban. In de werkgroepen gaven we ook de boodschap mee van ‘praat door zover je consensus kunt bereiken en schrijf dan tenslotte de punten op waarover je het nog oneens bent’. Dan hakken wij de knoop door.” Cees de Mol van Otterloo: “Staf heeft senioriteit en durf. We hebben serieuze gesprekken gevoerd en we konden knopen doorhakken. En de bijdrage van de uitvoeringsdiensten was uiterst constructief.” Is de eindeloze discussie over bronscheiding versus nascheiding nu voorbij? Depla: “Dat debat is de laatste jaren ontaard in een geloofsbelijdenis. Hoewel ik katholiek ben opgevoed, ben ik nu vooral ingenieur. De inzameling moet praktisch zijn. Bronschei-
CEES DE MOL VAN OTTERLOO: “BELANGRIJKSTE PUNT IS DE VERVUILINGSGRAAD TERUG TE DRINGEN.” De duidelijkere financiële verantwoordelijkheid geeft het verpakkende bedrijfsleven meer prikkels. Als er meer innovatie in de recyclingssector plaatsvindt, ontstaan meer afzetmogelijkheden.” De Mol van Otterloo: “De Europese doelen worden steeds hoger. Het strengere ‘meetpunt’ van vijftig procent, betekent dat we van de huidige Nederlandse vijftig procent naar zeventig procent moeten in amper vijf jaar tijd. Die sprong met twintig procent is mijns inziens een stimulans voor de kwantiteit en zal dus de kunststof-mixstroom bevorderen.
GRAM #02 maart 2020 | 7
Nee, hou toch eens op over die ‘bermpaaltjes’! Je kunt grote hoeveelheden mixplastic zinvol en langdurig verwerken in pallets, oeverbeschoeiing, steigers, loopplanken en (binnenkort!) spoorbielzen. Het scheelt hout of beton en de slechte afbreekbaarheid van kunststoffen werkt hier nu eens in het voordeel. Op die manier kunnen we snel het percentage aan nuttig hergebruik verhogen.”
Concurreert huishoudelijk afvalplastic dan niet met kunststofbedrijfsafval sinds het sluiten van de grenzen in China? Depla: “Doordat de afzet naar China is verdwenen, wordt de noodzaak groter om de recyclingsmogelijkheden in Europa te verbeteren en uit te breiden, ook in Nederland. De lange termijnafspraken maken het aantrekkelijk voor marktpartijen om te investeren in nieuwe, innovatieve recyclecapaciteit.” De Mol van Otterloo: “Sinds 2010 wordt alle huishoudelijk kunststofafval al in Europa gerecycled. Het is waar dat we
laatste tijd meer problemen hebben in de concurrentie met het voorheen in China verwerkte kunststofbedrijfsafval. Want dit zijn relatief schone folies van pallets en snijafval uit productieprocessen. Onze secundaire kunststoffen zijn moeilijker schoon te krijgen.”
Wat zouden jullie samen graag willen? Depla: “Ik denk dat innovatie ‘aan de achterkant’ tot nog toe ernstig is achtergebleven, dus het ontwikkelen van de afzetmarkten voor hoogwaardig hergebruik van secundair kunststofverpakkingsafval. Er worden goede stappen gezet zoals het testcentrum in Heerenveen en de door de maatschappelijke druk toegenomen belangstelling van Philips, Ikea, Albert Heijn en Campina Melkunie. Maar er zou veel meer gezamenlijk aan onderzoek en productontwikkeling in de pre-competitieve fase moeten worden gedaan. Rijk, gemeenten en Afvalfonds zouden daarin geld moeten stoppen, en uiteraard de bedrijven ook. In nieuwe technieken zoals chemische recycling of in de
ontwikkeling van basiskennis over nieuwe pet-trayverpakkingen. Zo ontstaan sneller nieuwe business-modellen en komt het hoogwaardig hergebruik beter van de grond, zo is althans mijn ervaring in de Hightech maakindustrie rond Eindhoven waar ik jarenlang aan heb meegewerkt.” De Mol van Otterloo: “Belangrijkste punt is de vervuilingsgraad terug te dringen. Verder moeten er meer recyclebare verpakkingen op de markt komen. Die bal ligt vooral bij ons en de ontwerpers van onze verpakkingen, zoals de chipszakken en de petschaaltjes. Dat moeten meer uit monostromen gemaakte verpakkingen worden. Met de start-up 4 Pet-recycling is de techniek overschat. We zouden we het recycleproces kunnen verbeteren, want in een gesloten keten raakt het her te gebruiken materiaal aan het ontwerp. Ik vind het een mooi verhaal van Staf Depla. Ik snap het nog niet helemaal, dus misschien huren we hem wel in. Maar ik denk dat wij allebei hier over tien jaar niet meer zitten, dus ik reken op goede opvolgers.”
Connecting Global Competence
Environmental technologies for municipalities. May 4–8, 2020 • Messe München Solutions for an environmentally friendly society—at IFAT 2020. The world‘s largest platform comprising 270,000 m² offers innovative solutions: 3,305 exhibitors present solutions for climate-neutral municipal technology, sustainable road and canal construction as well as reasonable water and waste management.
Secure your online ticket now! ifat.de/tickets/en
World‘s Leading Trade Fair for Water, Sewage, Waste and Raw Materials Management Information: van Ekeris Expo service b.v. Tel. +31 23 525 8500 | info@vanekeris.nl
ifat.de
21-9000-1261-01 NVRD GRAM 2020 feb
8 | GRAM maart 2020 IFAT20-Besucheranzeige-Kommunen-Copytext-190x130-GRAM-NL-E.indd 1 1-2Li_190x130 B.indd #02 1
16.12.19 12:08 16-01-2020 11:05
EEN KWART EEUW GFT-AFVAL SCHEIDEN In 1994 werd het voor gemeenten in Nederland wettelijk verplicht om gft-afval gescheiden in te zamelen. In de loop van de jaren was er sprake van toenemende en afnemende aandacht voor gescheiden gft-inzameling. Anno 2020 is gft-afval niet meer weg te denken als waardevolle grondstof. Drie oudgedienden vertellen over hun ervaringen en geven hun visie op gescheiden gft-inzameling en -verwerking in de afgelopen 25 jaar en voor de toekomst.
T
TEKST: ANS AERTS
im Brethouwer is senior marktanalist bij Attero. Hij werkt hier sinds 1980 en daarvóór bij diens voorganger; de VAM. Brethouwer: “Ik zit al veertig jaar in het vak. In 1984 was ik betrokken bij de eerste proeven met gescheiden gft-inzameling in Nuenen en De Bilt.” De wettelijke verplichting voor gemeenten om gescheiden gft in te zamelen, leidde er in 1994 toe dat in korte tijd een groot aantal composteringsinstallaties het levenslicht zagen. Hij zegt hierover: “De markt was hier nog niet klaar voor. Ik herinner me dat er in het begin in Wijster een hele jaarproductie aan compost lag, waar nog geen afzetmarkt voor was. We hadden meer tijd nodig voor onderzoek en promotie.” Eind jaren negentig was er sprake van een hoogtepunt in de hoeveelheid gft die werd ingezameld. Brethouwer: “Daarna liep het terug. Veel gemeenten stopten met gescheiden inzameling bij
hoogbouw en in dunbevolkte gebieden. Nu staat het weer volop in de belangstelling. Gemeenten willen een bijdrage leveren aan de circulaire economie en hun scheidingsdoelstellingen halen.” De eerste vergister stond in 1997 in Lelystad. De echte boost met vergisten, volgde pas in 2008. Toen bouwde de VAR (de voorganger van Attero) een vergistingsintallatie in Wilp. Snel daarna kwamen er meer vergisters. “We hebben toen geleerd dat niet al het gft vergist kan worden”, zegt Brethouwer: “De gasopbrengsten zijn lager dan we in eerste instantie verwachtten. Dat komt omdat we geen gas kunnen maken uit een deel van het tuinafval, omdat dit te veel zand bevat. Daarnaast blijft na vergisting digestaat over dat verontreiniging bevat. Dit kunnen we vervolgens wel mengen met vers gft-afval en nacomposteren, zodat we hier alsnog compost van kunnen maken.”
Foto: Attero GRAM #02 maart 2020 | 9
In 2018 is in totaal 1,5 miljoen ton gft ingezameld. Op dit moment heeft Nederland voor iets meer dan 600.000 ton vergistingscapaciteit en gaat ruwweg eenderde deel van het gft-afval door de vergister. DESIGN FOR RECYCLING Naar aanleiding van de MER die in 2002 uitkwam, merkt Brethouwer op: “In 2002 was de opvatting dat we net zo goed konden verbranden in plaats van composteren. Daar hebben we toen best last van gehad. Gelukkig denkt men inmiddels veel meer na over het hergebruik van grondstoffen.” De vraag is wat de volgende stap is na composteren en vergisten. Er zijn op beperkte schaal ontwikkelingen gaande. Zo zijn er drie installaties die uit biogas vloeibaar CO2 terugwinnen, dat onder meer wordt ingezet als meststof in de glastuinbouw. “Daarnaast vinden er innovaties plaats om de kwaliteit van de compost te verbeteren, zodat een groter deel kan worden afgezet als potgrond en in de glastuinbouw.” Gemiddeld is er sprake van 3,9 procent vervuiling van het aangeleverde gft-materiaal. Brethouwer: “Ik ben blij dat er binnenkort een eenduidige wel/niet-lijst voor gft komt, zodat voor consumenten duidelijk is wat in het gft thuishoort. Vervuiling kun je echter nooit helemaal voorkomen.” Aan de voorkant is nog wel winst te boeken, denkt hij. Zo pleit hij voor design for recycling. “Producten als theezakjes of koffiepads zouden per definitie composteerbaar moeten zijn. Feit is ook dat niet al het bioplastic bij het gft kan. Dat is verwarrend voor consumenten.” Er zijn twintig installaties die gft verwerken in Nederland, waarvan er tien zijn met een voorgeschakelde vergister. Brethouwer: “We lopen aan tegen de vraag of we nieuwe installaties gaan bouwen en vervangingsinvesteringen gaan doen. De Nederlandse overheid zet in op composteren en vergisten en de Europese wetgeving komt er aan. Nederland is koploper en wij maken compost van goede kwaliteit. De toekomst van gftinzameling en –verwerking hangt af van de kwaliteit van het ingezamelde gft-materiaal en de afzetmarkt voor compost.”
Naast het geven van voorlichting hebben gemeenten in de loop van de tijd steeds meer ingezet op gedragsbeïnvloeding en gedragsverandering om mensen te verleiden hun afval te scheiden. Dit kwam terug in de pilots. In Schiedam is bijvoorbeeld gewerkt op basis van social modelling. Weenk: “Een prominente wijkbewoner liet zien hoe hij zijn afval scheidt in de keuken en dat hij daar plezier in heeft. Dit hebben we verwerkt in een stripverhaal. Op die manier kun je extra gedragsverandering realiseren.” Met zijn collega’s verzamelt Weenk good practices uit het hele land. “We zien soms mooie inzamelvoorzieningen in een hal of vlakbij de uitgang van een flat. In de gedragsleer heet dit priming. Mensen worden er bewust of onbewust aan herinnerd dat ze hun afval gescheiden moeten aanbieden.” Ook technische voorzieningen kunnen een impuls geven. Weenk: “Zoals een check op basis van weging en een scan van het restafval in een container. Mensen krijgen dan een signaal als ze iets aanbieden dat niet in de bak thuishoort.” Steeds meer gemeenten willen aan de slag met gedragsverandering, merkt hij. Zo is er veel belangstelling voor de trainingen die het VANGprogramma over dit onderwerp aanbiedt. Vanaf de start van het VANG-programma is bijna 9 procent meer gftafval ingezameld en is de hoeveelheid gft in het restafval met 6 procent gedaald. Weenk: “Er zijn helaas nog steeds gemeenten die achterblijven. De kennis om 100 kilo restafval per persoon, per jaar te realiseren, hebben we. We zijn met z’n allen goed bezig, maar een beetje meer druk vanuit de Rijksoverheid, geholpen door de Europese wetgeving op het gebied van gescheiden inzameling, kan net dat extra zetje geven.”
“AAN DE VOORKANT IS NOG WINST TE
BOEKEN. PRODUKTEN ALS THEEZAKJES EN KOFFIEPADS ZOUDEN PER DEFINITIE COMPOSTEERBAAR MOETEN ZIJN.”
‘GEDRAGSVERANDERING EN EEN EXTRA ZETJE VANUIT DE OVERHEID’ Addie Weenk is adviseur bij Rijkswaterstaat. Vanaf de start in 2014 is hij bij het VANG-programma betrokken, dat gemeenten ondersteuning biedt om de doelstelling van 100 kilo restafval per persoon, per jaar te realiseren. Weenk: “Gft-afval is hierbij de belangrijkste stroom. Eenderde deel van het restafval bestaat nog uit gft.” De problemen met gescheiden inzameling van gft-afval bij hoogbouw staken door de jaren heen steeds opnieuw de kop op. Uit een aantal pilots voor gescheiden gft-inzameling bij hoogbouw in de G4-gemeenten, Almere en Schiedam, bleek dat er drie voorwaarden zijn om goed scheidingsgedrag te realiseren. “Bewoners hebben goede voorlichting en hulpmiddelen nodig om hun afval goed te scheiden. Daarnaast is het belangrijk dat er buiten goede voorzieningen zijn om het afval aan te bieden”, vertelt Weenk.
10 | GRAM #02 maart 2020
‘INSPELEN OP DE TOEKOMST’ Wil Sijstermans is directeur van reinigingsdienst Rd4, dat de inzamelen reinigingswerkzaamheden uitvoert in tien gemeenten in ZuidLimburg. Al vanaf 1998 is hij werkzaam bij Rd4. Sijstermans: “In de jaren negentig was er geen prikkel voor bewoners om bepaalde grondstoffen apart te houden. Er stond een gft-container en een restafvalcontainer aan de straat, maar dat was het dan ook. In de beginjaren hadden we in ons verzorgingsgebied gemiddeld 300 kilo restafval per inwoner, per jaar. Een aantal gemeenten in de regio vond dat dit beter kon. Mede daardoor zag Rd4 het levenslicht. Over een tijdspanne van 25 jaar hebben we vervolgens een verdubbeling gerealiseerd van de hoeveelheid ingezameld gft.” Tussen 2007 en 2011 voerde Rd4 gefaseerd het systeem van volume/ frequentie in. Inwoners konden alleen nog tegen betaling een container aanbieden om deze te laten legen. Uit sorteeranalyses in 2012 bleek dat het restafval voor ongeveer 50 procent uit gft bestond. Vanaf 2013 zamelt Rd4 het gft-afval gratis in. De hoeveelheid ingezameld gftmateriaal steeg daarmee van 20.000 naar 35.000 ton. In 2018 volgde de beslissing om bij ruim 30.000 huishoudens in de gestapelde bouw en hoogbouw ook gft-afval in te gaan zamelen. Rd4 deelde hiervoor 24.000 20-liter emmertjes uit. De overige 8.000 huishoudens in de
Foto: Frank de Roo, Hollandse Hoogte hoogbouw maken gebruik van ondergrondse systemen. Sijstermans: “In de hoogbouw hebben wij het afgelopen jaar meer dan 1 miljoen kilogram gft ingezameld. Dat is ongeveer 35 kilo per aansluiting. Deze ontwikkeling liep parallel aan de beslissing om het inzamelen van het restafval duurder te maken. Dit hebben we verhoogd tot 8,75 euro per aanbieding voor een 240-liter container.” METEN IS WETEN Rd4 levert het gft-afval aan bij verwerker Attero in Maastricht en Venlo, waar het gft eerst wordt vergist voor het opwekken van groene stroom. Aansluitend wordt het materiaal gecomposteerd. “De afkeur van ons gft is verwaarloosbaar klein. Parkstad Limburg waar Rd4 het zwaartepunt heeft, is een zwaar verstedelijkt gebied. Desondanks hebben we
een hoge respons.” Het bedrijf heeft zijn infrastructuur ingericht op de inzameling van grondstoffen. Jaarlijks gaat het om 180.000 ton materiaal. Daarvan wordt 75 procent gescheiden aangeleverd. Bewoners bieden op dit moment gemiddeld 125 kilo restafval per persoon, per jaar aan. Sijstermans: “We buigen ons op dit moment over het afvalbeleid voor de komende jaren. De belangrijkste uitdaging is om de kwaliteit van de stromen te bewaken.” Via sorteerproeven zoekt Rd4 uit waar nog mogelijkheden zijn om de hoeveelheid restafval te verminderen. “Daarnaast geldt: meten is weten. Wij hebben tien jaar geleden een ERP-systeem ingevoerd, waarmee we kunnen zien waar een bepaalde stroom afval vrijkomt, met welke frequentie en welke kwaliteit. Op basis van feiten en data laten we de deelnemende gemeenten de effecten van beleid zien en spelen we in op de toekomst.”
WETTELIJK VERPLICHT OF NIET? In 1994 zetten gemeenten flink in op gescheiden inzameling van gft-afval, toen dit wettelijk verplicht werd. Uit een Milieueffectrapportage (MER) uit 2002 bleek dat gescheiden inzamelen en composteren geen extra milieuwinst opleverde, vergeleken met verbranden samen met het restafval. Het enthousiasme bij gemeenten om gescheiden gft-afval in te zamelen raakte in een dip. Vanaf 2005 stopten steeds meer gemeenten met gescheiden gft-inzameling bij hoogbouw en in dunbevolkte gebieden. Gemeenten hadden al de mogelijkheid om, onder bepaalde voorwaarden, van de wettelijke verplichting af te wijken. Via een wijziging in de Wet milieubeheer in 2009 kregen gemeenten vervolgens nog meer armslag om zelf te bepalen hoe ze de gescheiden inzameling van hun huishoudelijk organisch afval wilden aanpakken. Vanaf 2012 leefde de gescheiden inzameling van gft-afval weer op. De visie op afval veranderde en inzamelstromen werden steeds meer gezien als waardevolle grondstoffen. Dit kwam verder tot uiting in het uitvoeringsprogramma VANG Huishoudelijk Afval van Rijkswaterstaat, de NVRD en de VNG, dat in 2014 van start ging. Een volgende stap is dat uiterlijk 31 december 2023, volgens de gewijzigde Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen, gescheiden inzameling van gftafval in alle Europese lidstaten wettelijk verplicht is.
GRAM #02 maart 2020 | 11
ONRUST OP DE GESTAGNEERDE OUDPAPIERMARKT
Foto: Jan de Vries
Het is onrustig op de oud papiermarkt. De afzet naar China is gestagneerd, de prijzen dalen en er is veel discussie over de kwaliteit. PRN, Papier Recycling Nederland, ziet gelukkig ook lichtpuntjes. Maar als het gaat om kwaliteit, moeten vooral diftar-gemeenten alert blijven, aldus PRN.
P
RN heeft als doelstelling de recycling van oud papier te stimuleren en te waarborgen. De organisatie monitort de kwaliteit van het oud papier, werkt samen met gemeenten en garandeert een minimale vergoeding van 25 euro per ton oud papier (niet-verpakkingen) als de afzetmarkt het geheel af mocht laten weten. “Zo erg is het nog niet”, zegt PRN-directeur Hielke van den
12 | GRAM #02 maart 2020
TEKST: HETTY DEKKERS Brink. We spreken hem eind januari, op dat moment was de prijs niet zover gedaald dat PRN in actie moest komen en vergoedingen uit moest gaan keren. “We kunnen natuurlijk niet in de toekomst kijken. Ons algemene advies aan gemeenten is rekening te houden met het feit dat de oud papiermarkt een wereldmarkt is, met altijd zijn pieken en dalen. Nu is de prijs laag, maar bedenk ook in betere tijden dat het kan schommelen. Bouw geen meerja-
renbegroting rondom een piekprijs, want op een wereldmarkt kan het op elk moment weer tegen zitten.” LICHTPUNTJE Eerst de lichtpuntjes dan maar. Van den Brink: “India heeft begin dit jaar het laagwaardige materiaal uit de UK en de VS in de ban gedaan. In Groot-Brittannië wordt het oud papier samen met andere droge stoffen ingezameld, dat geeft een lagere kwaliteit.
Die importstop betekent dat daar ruimte ontstaat voor hoogwaardiger papier, zoals dat uit Nederland. Ook zien we steeds meer papierverwerkingsfabrieken in Europa verschijnen, dat verhoogt de capaciteit. Wellicht zorgt dat alles voor positieve ontwikkelingen.” Dat het papier uit Nederland van goede kwaliteit is, staat buiten kijf. Maar volgens PRN gaat de kwaliteit de laatste jaren wel degelijk iets achteruit. Volgens onderzoek bedroeg de vervuiling in de periode 20172018 zo’n 2,1 procent. Dat is ruim een halve procent meer dan in 2015. Als men de getallen uitsplitst naar inzamelmiddelen, blijkt dat inzameling via ondergrondse verzamelcontainers en minicontainers de meeste vervuiling oplevert. “Het is niet zo erg als bij textiel, daar signaleert men een vervuiling van 12 procent bij ondergrondse containers. Als dat bij ons ook zo was, konden we het oud papier weggooien. Maar ondergrondse verzamelcontainers zorgen ook bij het oud papier wel voor iets meer verontreiniging dan bij andere inzamelmiddelen.” De hogere vervuiling in mini-containers kan Van den Brink niet goed verklaren. “Misschien is het een tijdelijke piek. Volgens ons onderzoek is de kraakperswagen in elk geval het schoonst. Waarschijnlijk omdat het minder anoniem is, de buren zien wat je aan de straat zet.” Wat al jaren hetzelfde beeld geeft, is de hogere verontreiniging bij diftar-gemeenten. Daar horen ook de gemeenten bij die omgekeerd inzamelen. Gemiddeld is het oud papier hier bijna één procent meer verontreinigd dan bij andere gemeenten. “Dat lijkt een klein getal, maar het is toch een belangrijk verschil. Hoe beter de kwaliteit van het papier, hoe hoger de inzetbaarheid. Verontreinigingen kunnen het hele productieproces in de fabriek verstoren.” LAGERE NORM Om de concurrentiepositie van de papierverwerkers te versterken, en om de recyclebaarheid van het Nederlandse oud papier te verbeteren, wil PRN toe naar een lagere acceptatiegrens. “De maximale vervuilingsnorm was altijd 5 procent, in het Papiervezelconvenant van 2018 hebben we die norm verlaagd naar 3 procent. Dat gebeurde in samenwerking met de VNG. Met 5 procent vervuiling is het vandaag de dag een hele uitdaging om je papier nog af te kunnen zetten voor een redelijke prijs. Daarom hebben we
Directeur Hielke van den Brink van PRN: “Met 5 procent vervuiling is het vandaag de dag een hele uitdaging om je papier nog af te kunnen zetten voor een redelijke prijs.” dat maximale percentage omlaag gebracht. Het is nog niet bindend, zolang het niet opgenomen is in de deelnemersovereenkomst met gemeenten. Daarvoor gaan we binnenkort in gesprek met de VNG.” Los van die maximale vervuilingsgrens, waarboven oud papier afgekeurd kan worden, staan volgens Van den Brink vooral diftar-gemeenten voor de uitdaging om hun papier zuiverder te krijgen. “Dat kan door betere handhaving en communicatie. Ze kunnen gebruik maken van onze scheidingswijzer en mensen beter voorlichten. In Venlo bijvoorbeeld is men een campagne gestart om pizzadozen uit het papier te houden. Dat is heel positief, want pizzadozen zijn zeer vervuilend, vooral vanwege de etensresten en schimmels die eraan kleven. Dat geldt ook voor andere maaltijdverpakkingen van thuisbezorgservices. Het folietje van de broodzak of vensterenvelop wordt er nog wel uit gefilterd tijdens het verwerkingsproces, maar etensresten en bacteriën zijn veel erger. Om die laatste reden mogen ook gebruikte tissues niet bij het oud papier. Licht je bewoners goed voor, want veel mensen weten het echt niet.” Volgens het onderzoek van PRN neemt het aantal maaltijdverpakkingen van thuisbezorgservices flink toe. Deze verpakking soort wordt vaker bij het oud papier gegooid en is daarmee een belangrijke oorzaak van de toegenomen vervuiling.
MEER KARTON Een andere trend die duidelijk doorzet, is meer karton in de fractie. In 2018 was de verhouding nog 72 procent niet-verpakkingen (kranten en ander grafisch papier) tegenover 28 procent verpakkingen (waaronder veel karton). Van den Brink beaamt dat die verhouding inmiddels flink verschoven moet zijn naar de zijde van karton, maar hij heeft nog geen cijfers paraat. “Ik durf geen schatting te maken, dat moeten we eerst monitoren. Overigens zijn er meerdere redenen voor de verschoven verhouding. Uiteraard zorgen de vele online aankopen voor meer karton, maar tegelijkertijd zie je een krimp bij het niet-verpakkingspapier. Mensen lezen minder kranten en papieren boeken, de jaja-sticker is in opkomst. Wat wij ook zien, is dat bedrijven hun oud papier steeds vaker bij het huishoudelijk afval aanbieden. Het bedrijfsleven heeft altijd meer karton en dat materiaal brengt iets minder op dan grafisch papier, of ontinktingspapier zoals wij dat noemen. Ook daar ligt dus een uitdaging voor gemeenten, zorg dat het bedrijfsafval niet bij het huishoudelijk terecht komt. De voorzieningen voor huishoudelijk afval worden betaald uit de gemeenschap, die zijn niet bedoeld voor bedrijfsafval.” Voor het overige is de toename van karton niet per se negatief, aldus Van den Brink. “De afnemer die vooral ontinktingspapier maakt, is minder blij met karton. Maar er zijn ook verwerkers die graag karton hebben, om daar nieuw karton van te maken. Het hangt dus van de afnemer af.” Maar over het algemeen is karton momenteel wel iets lager geprijsd dan ontinktingspapier, beaamt hij. INZAMELAARS VERSUS VERWERKERS Meerdere gemeenten en inzamelaars hebben inmiddels meningsverschillen met hun verwerkers. Verwerkers beweren dat het papier meer vervuild is dan voorheen, onder meer dankzij de ondergrondse inzamelcontainers. Daar zouden mensen makkelijker ander afval bij gooien. Gemeenten en inzamelaars spreken dat meestal tegen. Zij denken dat de verwerker strengere eisen stelt omdat de afzet zo problematisch is geworden. Ook de AVU is in zo’n conflict met de papierverwerker betrokken.
GRAM #02 maart 2020 | 13
Woordvoerder Peter Kompier van AVU (Afvalverwerking Utrecht) wil niet ingaan op de details. “Wij hebben nu een geschil met onze verwerker over de kwaliteit van het papier, die discussie loopt nog. Dat willen we niet in de pers uitvechten. Wij zijn niet de enigen, er zijn meer gemeenten die hier mee te maken hebben. Logisch, want aan de afzetkant is het nu erg moeilijk geworden om papier af te zetten. De acceptatievoorwaarden in Aziatische landen als China en Indonesië zijn veel strenger geworden, men controleert ook strenger, dat gaat wringen.” Of het eigen papier van AVU inderdaad meer vervuild is dan voorheen, durft Kompier niet te zeg-
gen. “Wij hebben de indruk dat het gewoon onder de toegestane 5 procent zit. Maar wil je daar echt goed inzicht in krijgen, moet je veelvuldige sorteeranalyses uitvoeren. Dat is kostbaar.” Kompier vindt het in elk geval erg jammer dat er zoveel commotie is ontstaan rondom de afzet van oud papier. “Het waren voor iedereen prachtige jaren natuurlijk. Oud papier leverde geld op, zowel voor gemeenten als vrijwilligersorganisaties. Ik vind het heel spijtig om te zien dat de markt nu zo instort. De inzamelingskosten zijn nu bijna hoger dan wat het oplevert. Terwijl het een
prachtige grondstof is om te recyclen, de milieuwinst staat buiten kijf. Ik ben overigens ook benieuwd naar wat de ja-ja-sticker op gaat leveren. En of meer gemeenten die in gaan voeren. Voorheen kon je met een neenee-sticker op je brievenbus aangeven dat je geen reclamefolders en huis-aan-huisbladen wilde, met de ja-ja-sticker werkt het andersom. Géén anoniem drukwerk, tenzij je een ja-ja-sticker op je deur hebt zitten. Ik kan me voorstellen dat verwerkers hier misschien niet blij mee zijn, omdat het om kwalitatief goed papier gaat, maar je bespaart er wel grondstoffen mee. Op zich is het een positieve ontwikkeling, denk ik.”
REACTIE NVRD Maarten Goorhuis van de NVRD: “Wij kunnen natuurlijk niet oordelen over de papierkwaliteit van individuele gemeenten. Wat wij wel merken, is dat sommige verwerkers een lagere vervuilingsnorm van maximaal 3 procent hanteren. Dat is niet terecht, want de norm is altijd 5 procent geweest en dat is nog steeds zo. In het nieuwe Papiervezelconvenant is weliswaar een lagere norm van 3% opgenomen, maar die gaat pas gelden voor gemeenten als ze een nieuwe aansluitingsovereenkomst met PRN aangaan. Tot die tijd is het maximaal toegestane vervuilingspercentage 5%. De gemiddelde vervuiling van het oud papier zit overigens nog steeds ook onder die nieuwe norm van 3 procent, maar voor sommige gemeenten komt de bovengrens dan wel erg dicht in de buurt.” Over meer vervuiling bij diftargemeenten zegt hij: “Dat klopt. Maar het verschil is niet enorm groot. Ook diftargemeenten kunnen onder de norm blijven.”
Support-Team.NL Innovatieve reinigingstechniek www.support-team-reinigingstechniek.nl Graffiti verwijdering doen wij professioneel en zo veel mogelijk milieuvriendelijk! Wij gebruiken de volgende systemen om graffiti te verwijderen: DOFF® INTEGA-SYSTEEM | IBIX® | MILIEUVRIENDELIJKE REINIGERS | TORNADO®ACS Bezoek onze website voor meer informatie:
21-9000-1402-01 GRAM 2020-2
1_4_li_GRAM_190x62.indd 1
16-01-2020 11:12
GRONDSTOFFENCONGRES SESSIE: “VANG laaghangend fruit; keukenafval en luiers” OP HET GRONDSTOFFENCONGRES VAN 15:15 – 16:15 PRESENTEREN WIJ DRIE IDEEËN OM HET RESTAFVAL FORS TE VERMINDEREN:
Luiers apart en recyclen: we gaan in op de actuele stand van zaken van de luier recycling en presenteren praktische gegevens over inzameling en verwerking www.vanluiertotgrondstof.nl Keukenafval uit het restafval: nu zit er nog vaak 50 á 60 kg keukenafval per inwoner per jaar in het restafval. U krijgt praktische ideeen om dit op te lossen www.vankeukentotcompost.nl GFT-aanbesteding en GFT-kwaliteit: sorteeranalyses van ingezameld GFT zijn belangrijk in moderne GFT-aanbestedingen. Wij presenteren onze ervaring.
14 | GRAM #021 maart 1_2_li_GRAM_190x62.indd
2020
13-02-2020 10:07
De McFlurry krijgt een duurzame makeover: geen plastic deksel en lepel meer; op de foto is de oude verpakking geblurd (Foto: McDonald’s).
IN ENSCHEDE KIEST DE INWONER ZELF
KEUZEVRIJHEID CENTRAAL THEMA IN VERDER TERUGDRINGEN RESTAFVAL De gemeente Enschede heeft hoge ambities op het gebied van afval scheiden. Als onderdeel van de regio Twente hebben zij zich gecommitteerd aan de regionale missie om in 2030 maximaal 50 kg fijn restafval per inwoner te hebben. Een heldere stip op de horizon waar de gemeente ook in het komende jaar grootse stappen in gaat zetten. Daarbij is niet alleen het milieu het uitgangspunt, ook keuzevrijheid en service staan hoog op de prioriteitenlijst. Een mooie uitdaging voor de gemeente en afvalinzamelaar Twente Milieu.
“D
TEKST: ANNEMIEKE BRAAMBURG BEELD: ERIC BRINKHORST
e afgelopen jaren troffen we als gemeente al verschillende maatregelen om het scheiden van afval te stimuleren. Zo introduceerden we jaren geleden al de papiercontainer, halen we de afvalstroom verpakkingen (pmd) huis-aan-huis op, voerden we in 2017 diftar in, hetgeen de meeste invloed had op de daling van het restafval, en zetten we hoog in op het informeren van inwoners. Dit heeft er toe geleid dat we op 125 kg restafval per inwoner
per jaar zitten." Aan het woord is Mirian Kock, beleidsadviseur afval van de gemeente Enschede en samen met haar collega’s verantwoordelijk voor het afvalbeleid in de gemeente Enschede. “Na deze maatregelen, leek omgekeerd inzamelen een logische volgende stap. Dit bleek na een grondige evaluatie van het eerste jaar diftar echter nog een stap te ver volgens onze inwoners en de gemeenteraad. De illegale bijplaatsingen bij ondergrondse containers zorgden vooral voor een negatief beeld waar de gemeenteraad eerst meer aandacht voor wilde.”
GRAM #02 maart 2020 | 15
IEDEREEN OVERAL ONDERGRONDS STORTEN Samen met Twente Milieu werd er een menukaart tegen illegale bijplaatsingen ontwikkeld. Vanuit de elf mogelijke acties, wees de gemeenteraad er drie aan. Zo werden de voorrijkosten voor het ophalen van grof restafval verlaagd en het stortquotum voor het wegbrengen van grof restafval verhoogd naar 75 kg. Ook wilden we dat elke inwoner zijn fijn restafval ondergronds kan storten op elke container in de stad. Die laatste maatregel draagt er mogelijk aan bij dat inwoners minder snel hun fijn restafval naast een container plaatsen. Inwoners konden altijd al op de drie dichtstbijzijnde ondergrondse containers storten, maar het was voor de inwoner niet altijd bekend welke locaties dat waren, met als gevolg dat bij een storing van de container gemakkelijker de zak naast de container wordt gezet. Bovendien hoeven de dichtstbijzijnde locaties niet altijd de meest logische locaties te zijn. Een zakje restafval meenemen op weg naar je werk of samen met je lege flessen als je boodschappen gaat doen, kan veel praktischer zijn. Net als het op warme dagen ondergronds storten van je luiers. Vanuit de gedragspsychologie weten we dat het voor inwoners zo gemakkelijk mogelijk gemaakt moet worden. Daarom is sinds afgelopen januari heel Enschede ondergronds, een hele operatie voor Twente Milieu.” KEUZEVRIJHEID STAAT CENTRAAL Mirian vervolgt: “Naast het thema illegale bijplaatsingen, was na een jaar diftar ook de verpakkingenzak onderwerp van gesprek. De zak die huis-aan-huis ingezameld wordt, verstoort het straatbeeld. We willen van die zak af en het invoeren van de oranje verpakkingencontainer is een goede volgende stap. Hoewel vier containers aan huis het scheiden van afval bevordert, is het voor inwoners misschien niet wenselijk. Onze gemeenteraad vond jarenlang maximaal drie containers het uitgangspunt. In gesprek met inwoners werd al snel duidelijk dat iedereen daar echter z’n eigen afwegingen in maakt, met eigen redenen. Daarom besloten we om inwoners zelf een keuze te laten maken.” En zo werd het keuzemodel geboren. Een model waarbij inwoners zelf kiezen welk afval zij thuis willen laten ophalen en welk afval ze willen wegbrengen. Erg servicegericht, en tegelijkertijd erg kostbaar. Hoe heeft de gemeente Enschede naar deze kostenkant gekeken? “Een logische vraag inderdaad en ook zeker één die ons bezighield. De eerste vraag daarbij was ‘Hoe kunnen we een financiële doorrekening maken, als we geen idee hebben wat inwoners kiezen?’ We moesten een beter beeld krijgen van de mogelijke keuze van onze inwoners. Daarom hebben we in het najaar van 2018 een stadsbrede digitale enquête uitgezet. Om de respons te verhogen en diverse doelgroepen te kunnen bevragen, zijn we samen met Twente Milieu ook letterlijk huis-aan-huis gegaan in bepaalde wijken waar de respons nog laag was. Met
een tablet in de hand en de oren goed open voor alles dat er met ons gedeeld werd. Super waardevol!”, vertelt Mirian enthousiast. Uiteindelijk werden 5.585 enquêtes ingevuld. De uitkomsten gaven de gemeente Enschede een goed beeld op basis waarvan er een aantal scenario’s doorgerekend konden worden. Zo werd duidelijk dat inwoners liever vier containers hebben, dan dat ze gedwongen worden om hun afval zelf weg te brengen naar een verzamelcontainer. “Op basis van de doorberekening besloot de raad afgelopen november om inderdaad te kiezen voor het keuzemodel en dus inwoners de keuze te bieden of het huishoudelijk gescheiden afval aan huis opgehaald of zelf weggebracht wordt. Inwoners kiezen daarnaast ook de grootte van de container zelf.” GFE SCHEIDEN BIJ HOOGBOUW Voor gft-afval houden de laagbouwbewoners een container aan huis en kiezen zij het gewenste formaat. Vanaf 2021 wordt ook bij hoogbouw gfe gescheiden ingezameld in Enschede. Mirian licht toe: “Dit gaan we doen omdat er nu geen gelegenheid is voor hoogbouwbewoners en er wel een wil is. We krijgen daar veel meldingen over van inwoners en verlaagden daarom bijvoorbeeld al het tarief voor restafval voor hoogbouwbewoners. Inwoners van hoogbouw kunnen nu al wel een gft-container aanvragen, als daar plek voor is en de container aangeboden kan worden in een bestaande inzamelroute van Twente Milieu. Maar we wilden hier verder in gaan. Daarom startten we twee jaar geleden een pilot bij een aantal flats. De uitkomsten van de evaluatie van deze pilot waren positief. Vervolgens hebben we aan een gedragspsycholoog advies gevraagd welke methode van inzamelen van gfe bij hoogbouw het beste past bij onze stad. We hebben dus zowel naar de technische als gedragskant gekeken. De ‘gfebox’ met toegangscontrole bleek het best passende middel.” OPERATIE & COMMUNICATIE Om alle gekozen maatregelen uit te voeren, moeten de gemeenten en Twente Milieu het komende jaar flink aan de bak. Annemiek Prinsen, communicatieadviseur van Twente Milieu kijkt uit naar een uitdagend jaar: “Niet alleen moeten 50.000 huishoudens in laagbouw een keuze maken, het is ook belangrijk dat de inwoners een keuze maken die zo goed mogelijk past bij de eigen situatie. Als je kan kiezen wat bij jou past, ga je sneller afval scheiden. Samen met de gemeente bereiden wij nu de communicatie hiervoor voor. Dat begint met keuzes maken over de aanpak. Gaan we wijkgericht of stadsbreed aan de slag? En hoever gaan we in het begeleiden van inwoners bij het maken van een passende keuze? We willen voorkomen dat er, nadat containers zijn uitgezet, ineens enorm veel containerwisselingen plaatsvinden. Dat vraagt dus om een klantgerichte aanpak met ruimte voor persoonlijke communicatie. Onze afvalcoaches spelen daar een
“INWONERS VAN ENSCHEDE KIEZEN ZELF OF HET HUISHOUDELIJK
GESCHEIDEN AFVAL AAN HUIS WORDT OPGEHAALD OF DOOR HEN WORDT WEGGEBRACHT.”
16 | GRAM #02 maart 2020
belangrijke rol in. We willen aansluiten bij wijkvergaderingen, aanwezig zijn in winkelcentra en zelfs bij de mensen thuis komen als dat nodig is. Hoe dichterbij je bij de mensen kunt komen, hoe beter de gemaakte keuzes zijn. Het wordt dus echt maatwerk en we zitten nu in het proces om daar een plan van aanpak voor te maken. Daarbij maken we ook gebruik van gedragsbeïnvloedingstechnieken en ludieke manieren om het onderwerp onder de aandacht te brengen.” Zo wordt bij de hoogbouwhuishoudens bijvoorbeeld een afvalbakje voor op het aanrecht uitgedeeld. “Door een bakje uit te delen, zijn hoogbouwbewoners direct in de gelegenheid om het gewenste gedrag uit te voeren, namelijk het scheiden van gfe-afval. Daarnaast doe je hiermee een beroep op het wederkerigheidsprincipe: jij doet iets voor mij, dus ik doe iets voor jou”, aldus Niek Busschers, adviseur Strategie & Beleid bij Twente Milieu. “Dit maakt het makkelijker voor de bewoners om hun gedragspatroon te doorbreken. De bakjes worden daarnaast persoonlijk overhandigd, waardoor er ruimte is voor persoonlijke uitleg en toelichting. En ook de deksels van de bakjes laten we niet onbenut. Daar willen we een beeldende sticker op met wat er in het bakje mag.” Daarnaast kijken we of we hoogbouwbewoners bijvoorbeeld kunnen laten kiezen uit twee kleuren bakjes. “Als mensen een keus krijgen, zijn zij sneller bereid om het gedrag aan te passen. Wij mensen willen nou eenmaal niet iets opgelegd krijgen.” HET FINANCIËLE PLAATJE Nog even terug naar de kostenkant. “Los van het keuzemodel voor inwoners, voeren we nog een aantal maatregelen door die niet alleen bijdragen aan het afval scheiden, ze zorgen ook voor een daling van de kosten. Zo verlagen we de inzamelfrequentie van verpakkingen en fijn restafval van eens per twee weken,
naar eens per vier weken. Weer een extra stimulans om beter te scheiden en de cijfers tonen aan dat een grote grijze restafvalcontainer van 240 liter nu gemiddeld negen keer per jaar aan straat wordt gezet, dus dat deze inzamelfrequentie hier goed bij past. Daarnaast nemen we afscheid van de zak voor het inzamelen van de verpakkingen (pmd). Deze speciale zakken zijn nu nog gratis te verkrijgen in supermarkten, stadskantoor en op de afvalbrengpunten, maar worden ook voor heel veel andere zaken gebruikt. De inwoner die straks kiest voor de verpakkingencontainer kan vanaf 2021 geen gratis zakken meer ophalen. Inwoners die de verpakkingen zelf gaan wegbrengen naar verzamelcontainers krijgen nog wel een aantal gratis zakken per jaar. Dit levert een kostenbesparing op. En dan is er nog het rechttrekken van het tarief op restafval voor hoogbouwbewoners, omdat er ook door hen straks gfe gescheiden kan worden. Op basis van al deze maatregelen en de scenario’s die uit de enquête naar voren kwamen, is een doorberekening gemaakt. Die berekening laat zien dat het vaste deel van de afvalstoffenheffing in de komende twee jaar in totaal ongeveer met 8,50 euro gaat stijgen als gevolg van deze maatregelen. Op de vraag wanneer gemeente Enschede en Twente Milieu op 2 januari 2021 tevreden zijn, zijn Mirian, Annemiek en Niek het helemaal eens: “Als alle 50.000 laagbouwhuishoudens op 1 januari 2021 de juiste container bij het huis hebben staan die past bij de persoonlijke situatie, inwoners tevreden en goed geïnformeerd zijn en er na een paar maanden geen duizenden containermutaties hebben plaatsgevonden. En natuurlijk wanneer de hoogbouwhuishoudens goed het gfe scheiden, het aantal kilo’s restafval hierdoor verder daalt en de bewustwording van inwoners is gestegen.”
Foto: Eric Brinkhorst
GRAM #02 maart 2020 | 17
GRIP OP WAARDEVOLLE GRONDSTOFFEN Piepschuim van een nieuwe tv, een kapotte elektrische tandenborstel of een halfvol verfblik. Veel mensen vinden het vaak (te) veel moeite om zoiets kleins naar het milieubrengstation te brengen. Ze sparen dit afval thuis op of het belandt bij het restafval. Met de GRIP-wagen (Grondstoffen Inlever- en Informatiepunt) willen de gemeente Zwolle en ROVA het Zwollenaren makkelijker maken om kleine hoeveelheden grof huishoudelijk afval beter te scheiden. Met succes. TEKST: TOM HORSTMAN, MARCO KRUIZINGA EN CORINA HENDRIKS
S
inds de aftrap in september 2018 is de GRIP-wagen een vaste en kleurrijke verschijning geworden in de straten van Zwolle. De GRIP-wagen staat op vaste tijden, meestal één keer in de twee weken, op twaalf vaste locaties verspreid door de stad. Bij supermarkten en – als het even kan – naast de kaasboer of loempiakraam. Dit zodat inwoners eenvoudig tijdens het boodschappen doen hun klein maar grof huishoudelijk afval (gha) kunnen wegbrengen. Dit is ook de essentie van de GRIP-wagen: mensen makkelijk maken om ‘het goede’ te doen. Dichtbij huis, flexibel en met een persoonlijke benadering: de GRIP-wagen heeft een vast chauffeur die de grondstoffen aanneemt en vragen beantwoordt. En die soms ook gewoon een gezellig praatje maakt. Ook niet onbelangrijk: het geheel
ziet er uitnodigend uit, net een minimarkt, met allerlei verschillende kleurrijke bakken en banieren buiten de wagen om de aandacht op de GRIP-wagen te vestigen. Inwoners kunnen zeven verschillende soorten grondstoffenstromen bij de GRIPwagen inleveren: harde kunststoffen, piepschuim, vlakglas, hout- en puinafval, oud ijzer, klein gevaarlijk afval (kga) en elektrische apparaten. In het formaat ‘boodschappentas’. In 2019, het eerste volledige jaar dat de GRIP-wagen in Zwolle staat, is 0,86 kilo grof huishoudelijk afval per inwoner gebracht (ruim 109 ton). Het betreft vooral veel kga en elektrische apparaten (zie Figuur 1). Alhoewel de kilo’s niet aantikken, wordt ook veel piepschuim gebracht. Het doel is om 1 tot 2 kilo gha per inwoner per jaar op te halen.
Elektrische apparaten Vlakglas
27,1% 2,2%
Oud ijzer
9,0%
Schoon puin Papier en karton
11,3% 1,9%
KGA
33,6%
Hout-B Kwaliteit
8,8%
Harde kunststof Piepschuim 0,0%
5,3% 0,7% 5,0%
10,0% 15,0% 20,0% 25,0% 30,0% 35,0% 40,0%
Figuur 1: Aangeboden grondstoffenstromen (kg/%)
18 | GRAM #02 maart 2020
MILIEURENDEMENT Bij de gebrachte stromen valt iets op in termen van milieurendement: de GRIPwagen haalt 3,5 keer zoveel kga op dan de chemowagen. Dit lijkt vooralsnog niet ten koste te gaan van het gebrachte kga naar het Milieubrengstation (MBS). Het lijkt er dus op dat de GRIP-wagen kga inzamelt dat anders in de restcontainer zou verdwijnen. Dit geldt ook voor vooral piepschuim en elektrische apparaten, zo geven inwoners zelf aan in een enquête die in 2019 is afgenomen onder aanbieders (zie Figuur 2). Voor een stukje piepschuim rijden mensen toch niet snel naar het MBS. Hoe belangrijk het milieurendement ook is, de GRIP-wagen is bovenal een manier om de service voor inwoners te verhogen. En dat wordt ook zo ervaren: inwoners van Zwolle die gebruik maken van de GRIPwagen geven de voorziening gemiddeld een 8,4. Ze waarderen vooral het feit dat de wagen dichtbij huis staat en dat het makkelijk is om even snel iets te brengen. Zo’n 40% van de aanbieders van gha vindt meer dan een kwartier rijden naar het MBS wat dit betreft te ver. Hierbij speelt mee dat ze vaak geen vervoer hebben. PERSOONLIJKE BENADERING Wat bovenal op prijs wordt gesteld, is de persoonlijke benadering en service van de chauffeur: mensen vinden het prettig dat de chauffeurs altijd vriendelijk en dienstbaar zijn, aanbieders persoonlijk benaderen en hen vaak een warm welkom geven. Dit heeft een positief effect op het imago van de afvalbranche in het algemeen en die van ‘vuilnismannen’ in het bijzonder.
Naast een ‘gewoon praatje’, verstrekt de GRIP-chauffeur ook gevraagd en ongevraagd informatie over grondstoffen en recycling. De chauffeur vertelt wat met de grondstoffen gebeurt en laat zo zien dat het nut heeft afval te scheiden. Aanbieders van grondstoffen vinden dit prettig en interessant om te weten. En het zorgt er bij een aanzienlijk deel (zo’n 50%) ook voor dat ze beter afval gaan scheiden. Inwoners komen vaker terug. Ongeveer een derde van de aanbieders komt in ieder geval maandelijks iets brengen. Na een succesvolle proefperiode rijdt de GRIP-wagen definitief rond in Zwolle en vervangt de chemowagen op afroep. De komende tijd staat enerzijds in het teken van het vergroten van de bekendheid van de GRIP-wagen omdat nog maar een relatief klein deel van de Zwolse inwoners gebruik maakt van de wagen. Tegelijkertijd is de GRIP-wagen op sommige locaties al zo populair dat deze al vlot vol zit. Dit heeft er toe geleid dat er bijvoorbeeld in Zwolle Zuid een nieuwe locatie is bijgekomen.
70 60 50 40 30 20 10 0
66
35 25 10
Ik zou het afval opsparen en in een keer naar het Milieubrengstation brengen
Ik zou voor het Klein Chemisch Afval een afspraak maken met de chemokar
10
Een deel zou bij het restafval belanden
Een deel zou dan op zolder of in de schuur blijven liggen
Anders, namelijk
Figuur 2: Wat zouden aanbieders met het gha hebben gedaan zonder GRIP-wagen? (n=120; meerdere antwoorden mogelijk) Wie in Zwolle rondloopt, kan eigenlijk niet meer om de GRIP-wagen heen. De felgroen gekleurde wagen valt op en mensen lopen vaak automatisch even naar de wagen toe om te vragen wat de wagen precies is. De meeste inwoners (zo’n 66%) die gebruik maken van de GRIP-wagen doen dit dan ook omdat ze de wagen hebben zien rond-
rijden of staan. En daarmee verkoopt de GRIP-wagen – en daarmee de inzameling van waardevolle grondstoffen – zich eigenlijk bijna vanzelf. Best handig. Tom Horstman en Marco Kruizinga zijn beleidsadviseurs bij de gemeente Zwolle. Corina Hendriks is beleidsadviseur ROVA.
BREDERE INZET Anderzijds wordt de komende tijd onderzocht of en hoe een GRIP-wagen breder kan worden ingezet in de 22 andere ROVAgemeenten. Vooral in gebieden waar inwoners ontevreden zijn over de voorzieningen rondom grof huishoudelijk afval. Een vraagstuk dat hierbij onder meer speelt, is hoe de GRIP-wagen goed binnen diftar kan functioneren, aangezien voor enkele bij de GRIP-wagen in te leveren grondstoffenstromen normaliter moet worden betaald. Ook bekijkt ROVA wat de voorwaarden voor succes zijn in niet-stedelijke gebieden.
Stof tot Grondstof www.sympany.nl
inzamelen 3320001 SYM adv Van Stof tot Grondstof_190x62.indd 1 1_4_li_GRAM_190x62-E.indd 1
sorteren 21-9000-1252-01 GRAM 2020 mrt
nieuwe bestemming 28-01-20 17:19 10:04
GRAM #02 maart 2020 | 19 13-02-2020
Informatie voor gemeenten | Uitvoering van het Besluit beheer autobanden
RecyBEM-banden
NIET-RecyBEM-banden
Gebruikte autobanden van personenwagens, lichte bestelwagens, caravans, campers en aanhangwagens die vallen onder het Besluit beheer autobanden volgens het principe ‘éénmaal oud voor éénmaal nieuw’ en afkomstig zijn van particuliere inwoners na een bandenwissel (maximaal 4 per jaar per inwoner).
Banden van alternatief of bedrijfsmatig gebruik zoals boerenbanden, banden van kartbanden en bouw en infrastructuur, banden van sloopauto’s en alle andere banden zoals banden met velg, motorbanden, truckbanden etc.
ONDERWEG NAAR EEN CIRCULAIRE ECONOMIE JAARLIJKS NEGEN MILJOEN INGEZAMELDE AUTOBANDEN GRONDSTOFFEN VOOR DE TOEKOMST MINDER CO2-UITSTOOT ECOLOGISCHE BESPARING GELIJK AAN: 26.000.000
6.300.000
70.000.000
14.933.334
kilo rubber
kilo staal
kilo CO2-uitstoot
kilowattuur
Oude banden, nieuw leven. RecyBEM B.V., Loire 150, 2491 AK Den Haag, Postbus 418, 2260 AK Leidschendam. Telefoon (070) 444 06 32 | fax (070) 444 06 61 e-mail bem@recybem.nl | website www.recybem.nl
1 inwoner 4 RecyBEM-banden per jaar RecyBEM organiseert de gratis inzameling van autobanden die vallen onder het Besluit beheer autobanden en die door particuliere inwoners in kleine aantallen (maximaal 4 per jaar per inwoner) naar de milieustraat worden gebracht. Om te zorgen voor een gestructureerde inzameling en milieuverantwoorde verwerking van gebruikte autobanden is sinds 1 april 2004 het Besluit beheer autobanden (Besluit) van kracht. RecyBEM is de uitvoeringsorganisatie van het Besluit. We zamelen RecyBEM-banden in volgens het principe ‘éénmaal oud voor éénmaal nieuw’ en zorgen ervoor dat de afgedankte autobanden zo hoogwaardig mogelijk worden verwerkt. Dankzij het RecyBEM-systeem wordt voorkomen dat oude autobanden rondslingeren in het milieu. Ook zorgen we er voor dat er minder primaire grondstoffen onttrokken hoeven te worden aan de natuur en dat de uitstoot van CO2 wordt vermeden.
Voorwaarden Om RecyBEM-banden gratis door RecyBEM te laten inzamelen dient de gemeente aan een aantal voorwaarden te voldoen: 1. De gemeente ziet er op toe dat alleen voor de RecyBEM-banden die door particuliere inwoners worden gebracht (maximaal 4 per inwoner per jaar) gebruik gemaakt wordt van de (gratis) inzamelmogelijkheid via de RecyBEM-regeling en houdt hiervan een registratie bij. 2. De gemeente slaat RecyBEM-banden gescheiden op van niet-RecyBEM-banden. Dit kan door een aparte container voor RecyBEM-banden en een aparte container voor niet-RecyBEM-banden te plaatsen op de milieustraat. De beide containers zijn van duidelijke instructies voorzien. 3. Naast de controle op de herkomst dienen RecyBEM-banden vrij te zijn van ander afval (velgen, grond etc.) en min of meer schoon zijn. Let op: het ontvelgen van een band zorgt er niet voor dat deze onder de RecyBEM-regeling kan worden ingezameld. Na het eventueel ontvelgen op de milieustraat dienen deze banden (na herkomstverificatie meestal) in de container voor niet-RecyBEM-banden te worden opgeslagen. 4. De gemeente dient administratief aan te kunnen tonen dat alleen RecyBEM-banden onder de RecyBEM-regeling worden afgevoerd en dat niet-RecyBEM-banden separaat worden ingezameld. Het aantal ingezamelde RecyBEM-banden komt overeen met het aantal door particuliere inwoners gebrachte RecyBEM-banden volgens de registratie van de afgifte. Een daartoe bevoegde medewerker van de milieustraat ondertekent de inzamelbon van de RecyBEM-inzamelaar voor het juiste aantal ingezamelde banden op het moment van inzameling. Deze bon is het bewijs van inzameling onder de RecyBEM-regeling. Benieuwd naar de bijdrage aan het milieu van uw gemeente? Wilt u weten hoeveel CO2-uitstoot uw gemeente heeft vermeden met de inzameling van RecyBEM-banden? U kunt uw milieubijdrage per e-mail bij ons opvragen.
Twee bandencontainers De gemeente dient autobanden die onder de RecyBEM-regeling worden ingezameld gescheiden op te slaan en in te laten zamelen van niet-RecyBEM-banden. Maar wat zijn RecyBEM-banden?
RecyBEM-banden
RecyBEM-banden zijn autobanden 4X die vallen onder het Besluit beheer autobanden. Een producent of importeur heeft hiervoor de wettelijke afvalbeheersbijdrage voldaan en daarmee kunnen deze autobanden gratis worden ingezameld onder de RecyBEM-regeling. Het gaat dan alleen om gebruikte carabanden van personenwagens, lichte bestelwagens, cara vans, campers en aanhangwagens voor personenwagens en bestelwagens (dus banden voor voertuigen met een ledig gewicht tot 3500 kg) uit de vervangingsmarkt volgens het principe ‘éénmaal oud voor éénmaal nieuw’.
Niet-RecyBEM-banden Banden van alternatief of bedrijfsmatig gebruik zoals boerenbanden, banden van kartbanden en bouw en infrastructuur, ieder ander bedrijfsmatig gebruik, banden van sloopauto’s, andere typen banden zoals banden met velg, motorbanden, truckbanden etc. en alle andere autobanden die niet direct afkomstig zijn van de bandenwisseling door bijvoorbeeld garages zijn niet-RecyBEM-banden.
Inzameling van gebruikte banden voor een schoner milieu. Heeft u vragen? Wij helpen u graag! Wij zijn telefonisch bereikbaar op nummer 070 444 06 32. U kunt ook een e-mail sturen naar bem@recybem.nl.
WERELDWIJDE MISSIE VAN H&M: 100 PROCENT DUURZAME KLEDING IN 2030
‘WE MOETEN VOORUIT EN SNEL’ Met de nijpende grondstoffenschaarste en de groeiende wereldbevolking voelt H&M de noodzaak van een circulaire mode-industrie. Ook het eigen bestaansrecht is in het geding. In 2030 moet alle kleding van gerecyclede of duurzaam geproduceerde materialen zijn, ook de verpakkingsmaterialen en het interieur van wereldwijd 5000 winkels. “Een stevige uitdaging”, weet manager Sustainability Annet Feenstra van de Nederlandse tak.
T
TEKST: PIETER VAN DEN BRAND BEELD: H&M
rendy en verrassende kleding van goede kwaliteit voor een betaalbare prijs en honderd procent duurzaam geproduceerd. Zo omschrijft manager Sustainability Annet Feenstra wat ze de wereldwijde missie van H&M noemt. “We willen het zo aantrekkelijk mogelijk maken om duurzame kleding te kopen. De klant kiest voor mooie kleding en denkt dan ‘Hé, het is ook nog duurzaam’. Voor de ene klant is dat wellicht niet zo belangrijk, anderen hechten daar juist veel aan.” Hennes en Mauritz (H&M) heeft vergaande duurzaamheidsambities. In 2030 wil het Zweedse kledingconcern alleen nog gerecyclede of duurzaam geproduceerde materialen gebruiken. In 2017 was dat streven voor 35 procent gerealiseerd. In 2018 stond de teller al op 57 procent. “De reden”, legt Feenstra uit, “is dat we in dat jaar een aanzienlijke slag hebben gemaakt door voor 95 procent duurzaam geproduceerd katoen in te zetten. Vanaf 2020 gebruiken we alleen nog maar duurzaam katoen. Maar vanaf nu wordt het lastiger, weten we. Maar dat maakt het juist een uitdaging.” ACHTERGROND De H&M Group heeft zo’n 5000 winkels en 51 online shops in 74 landen, maar bezit geen kledingfabrieken. De multinational werkt met zo’n 1200 producenten wereldwijd en is ’s werelds twee na grootste kledingretailer (marktleider is het Spaanse Inditex met merken als Zara en Bershka). Op de 21 productiekantoren in de landen waar de producten gemaakt worden, zien duurzaamheidsexperts toe op de werk- en milieuomstandigheden tijdens de productie en controleren ze of kleding aan de duurzaamheidseisen van H&M voldoet. Openheid hoort daarbij. In april vorig jaar maakte H&M de herkomst van kleding inzichtelijk op zijn website. Door de barcode op het prijskaartje van een product te scannen via een app, krijgen klanten te zien in welk land een specifiek kledingstuk gemaakt is, welke leveranciers daarbij betrokken waren en in welk land de fabriek staat.
22 | GRAM #02 maart 2020
Annet Feenstra: “Er is niet genoeg virgin materiaal om kleding voor iedereen te maken. De materialen die we hebben zullen we intensief moeten hergebruiken.”
“We hebben nog geen inzicht in welke mate klanten hier gebruik van maken. Maar de optie is er, dat is het belangrijkst”, zegt Feenstra. “Steeds meer consumenten willen weten waar de producten die ze kopen vandaan komen en onder welke omstandigheden ze gemaakt zijn. Maar we horen ook dat ze het lastig vinden om die informatie te vinden. We zijn nog een vorm aan het zoeken hoe we deze gegevens ook in de winkel kunnen communiceren.” FAST FASHION Van de prijsvechters in de branche, zoals Primark, met hun ongelooflijk goedkope kleding trekt H&M zich niets aan, aldus Feenstra. “Wij gaan niet voor de laagste prijs, maar volgen ons eigen plan. Wij willen de wegbereider zijn voor de rest van de branche. Het heeft impact als wij iets doen. En je mag ons erop aanspreken, als het niet hard genoeg gaat.” Dat laatste gebeurt zeker. Van consumentencommunity Good on You, die merken op duurzaamheid beoordeelt, kreeg H&M het verwijt dat het meedoet aan ‘Fast Fashion’, het fenomeen van snel wisselende collecties die de berg afgedankt textiel doet groeien. “Daarom attenderen wij onze klanten er juist op dat zij hun kleding veel langer kunnen dragen door er goed voor te zorgen.” Daar heeft het bedrijf verschillende ijzers voor in het vuur liggen. Om verspilling tegen te gaan geeft H&M tips voor kledingreparatie en -onderhoud, In totaal zijn er 79 onderhoudstips te vinden op het ‘Take Care’platform. Dit platform bestond al in andere landen, maar is sinds begin januari in het Nederlands beschikbaar. In februari kwam de nieuwe HACKED By_-collectie uit. De presentatie van de door
“STEEDS MEER CONSUMENTEN WILLEN WETEN WAAR DE PRODUCTEN DIE ZE KOPEN VANDAAN KOMEN EN ONDER WELKE OMSTANDIGHEDEN ZE GEMAAKT ZIJN.” het bekende ontwerpersduo Alexander van Slobbe en Francisco van Benthum gemaakte exclusieve kleding, gefabriceerd uit afgeprijsde H&M-kledingstukken, ging vergezeld van handleidingen voor consumenten om zelf kleding te upcyclen. “We willen onze klanten prikkelen om anders naar hun kleding te kijken en zelf eens een trui te hacken, en je kunt zo langer van je favoriete kleren genieten”, zegt Feenstra. Ook roept het bedrijf klanten op de kleding die ze echt niet meer willen, bij de winkel in te leveren, ook als ze kapot is, zodat er niets bij het restafval terechtkomt. Doel is de kleding te recyclen en geschikt te maken voor hergebruik. In 2018 zamelde het bedrijf 26 duizend ton gebruikt textiel in via zijn winkels. Sinds de start van de inname van oude kleding is er in ons land bijna 3,5
In februari kwam de nieuwe HACKED By_-collectie uit. Deze uit afgeprijsde H&M- gefabriceerde kledingstukken gingen vergezeld van handleidingen voor consumenten om zelf kleding te upcyclen
GRAM #02 maart 2020 | 23
miljoen kilo textiel door H&M ingezameld (wereldwijd 110 miljoen kilo). Ook geeft het bedrijf kortingsbonnen weg aan klanten die oude kleding komen brengen (15 procent korting op één kledingstuk naar keuze). “De schaarste aan grondstoffen wordt nijpender. De wereldbevolking groeit naar straks tien miljard rond 2050. Er is niet genoeg virgin materiaal om kleding voor iedereen te maken. De materialen die we hebben zullen we intensief moeten hergebruiken.” RECYCLING Daar ligt een volgende uitdaging. De textielrecycling is aan vernieuwing toe. Ingezameld textiel is van steeds slechtere kwaliteit en daardoor minder geschikt voor mechanische recycling. Daar een goede bestemming voor vinden vergt nieuwe verwerkingsroutes. Ook H&M investeert volop in de recycling van kleding en het produceren van textiel door recycling van nieuwe materialen. “We zijn het eerste merk dat kleding aanbiedt die is gemaakt van chemisch gerecycled materiaal”, verwijst Feenstra naar de Conscious Exclusive-collectie die eind maart wordt gelanceerd. In deze collectie zitten kledingstukken van Circulose, een materiaal dat door het Zweedse recyclingbedrijf Re:newcell geproduceerd wordt. H&M heeft geïnvesteerd in deze startup, die een technologie heeft ontwikkeld om vezels met een hoog cellulosegehalte, zoals katoen en viscose, te recyclen. Via de H&M-
foundation lauwert het kledingconcern jonge bedrijven die met innovaties pionieren, met de jaarlijkse Global Change Award. In de finale zat overigens al driemaal een Nederlandse finalist. Zo kon ontwerper Tjeerd Veenhoven een aantal jaren terug zijn gewonnen geldprijs van 150 duizend euro investeren in een proeffabriek om van cellulose uit algen textielvezels te gaan maken. “Zo hebben we nog meer innovatief onderzoek lopen.” BELANGEN Wat Feenstra gemeenten en inzamelbedrijven wil meegeven is vooral het belang van brede samenwerking met bedrijven en andere stakeholders. “In feite met iedereen die bereid is de uitdagingen aan te gaan en de urgentie van verandering inziet. We moeten vooruit en snel. Wezenlijk is tegengestelde belangen opzij te zetten.” Zo werkt H&M met honderd andere merken en organisaties samen bij de UN Fashion Industry Charter for Climate Action. Hetzelfde doet het bedrijf met andere internationale bedrijven en vakbond IndustriAll in ACT (Action Collaboration Transformation) op het gebied van arbeidsomstandigheden en lonen in ACT. “Ons doel is dat er CAO’s voor de hele kledingindustrie worden afgesloten. De aangesloten merken hebben vastgelegd dat zij een leefbaar loon mogelijk gaan maken door hun inkoopbeleid. Je kunt met samenwerking veel bereiken. Maar dat vergt wel ambitie en investeringen en afstappen van alles wat we tot nu toe gewend waren te doen.”
25-26 March 2020 RAI, Amsterdam The Exhibition and Conference for the European Plastics Recycling Industry The Plastics Recycling Show Europe will take place at the Rai, Amsterdam on 25th-26th March 2020 Incorporating
Register for your FREE ENTRY BADGE to the exhibition and conference at prseventeurope.com www.prseventeurope.com
24 | GRAM #02 1maart 1_2_li_GRAM_190x130.indd
2020
13-02-2020 10:10
WAT DOET RIJKSWATERSTAAT AAN ZWERFAFVAL? Rijkswaterstaat hecht aan schone en veilige rivieren, oevers, wegen, bermen en parkeerplaatsen. Zo goed als mogelijk ruimen we zwerfafval op. Ook werken we aan het voorkomen ervan. Daarmee leveren we een bijdrage aan het verminderen van de plastic soep. Hieronder een overzicht van onze activiteiten. TEKST: STEFAN VAN DER WAL Er zijn veel redenen om zwerfafval aan te pakken. Door zwerfafval kunnen onveilige situaties ontstaan op wegen en rivieren. Dieren eten het op of raken erin verstrikt. Via de oevers en rivieren komt zwerfafval in zee, wat bijdraagt aan de plastic soep. Ook kost het opruimen van zwerfafval veel geld, verliest vervuild bermmaaisel zijn waarde en kunnen grondstoffen niet meer worden hergebruikt. Dit maakt zwerfafval een ‘lek’ van grondstoffen uit de circulaire economie. SCHONE EN VEILIGE WEGEN Blikjes, flesjes en snoepverpakkingen: zwerfafval is in alle soorten en maten te vinden in de bermen langs onze wegen. Ook op parkeerplaatsen langs snelwegen ligt veel zwerfafval, zo blijkt uit de landelijke RWS monitoring zwerfafval. Uiteraard bieden we daar afvalbakken aan en maken we er schoon. Het
parkeerplaatsen beter schoon kunnen houden, voeren we onderzoeken en pilots uit om het weggooigedrag van weggebruikers beter te begrijpen en te kunnen beïnvloeden. SCHONE OEVERS EN RIVIEREN Op rivieroevers beginnen we met preventie en kijken we naar de bron van het zwerfafval. Zo richten we ons o.a. op afval dat recreanten achterlaten op recreatiestranden en afval dat wegwaait bij bedrijventerreinen en bouwplaatsen. In samenwerking met andere beheerders van deze gebieden analyseren we het probleem en testen we maatregelen om het ontstaan van zwerfafval daar te verminderen. Dit leidt hopelijk tot een aanpak die als voorbeeld kan dienen voor vergelijkbare gebieden. Zo bereiden we momenteel een pilot voor met vangsystemen in een rivier. Verder faciliteren we Schone Rivieren netwerken,
afgenomen en er is een dalende trend in de hoeveelheid zwerfvuil in mariene organismen. Rijkswaterstaat richt zich voor de KRM op preventie, door middel van een integrale bronaanpak, communicatie/bewustwording en het sluiten van productketens (o.a. door Green Deals, producteisen en afvalbeleid). Daarnaast doet Nederland aan effectbestrijding, bijvoorbeeld door schoonmaken van de stranden en het Fishing for Litter project. KENNISCENTRUM Een kleine groep mensen binnen Rijkswaterstaat houdt zicht op de kennis en ervaringen die in Nederland zijn en worden opgedaan bij de aanpak van zwerfafval. Met die kennis worden beheerders van de openbare ruimte, waaronder gemeenten en natuurlijk Rijkswaterstaat zelf, bediend bij de ontwikkeling en uitvoering van zwerfafvalbeleid en de monitoring daarvan. ONZE ZWERFAFVALAANPAK Meer weten over wat Rijkswaterstaat doet aan zwerfafval? Mail dan naar zwerfafval@ rws.nl of kijk op www.afvalcirculair.nl/onderwerpen/afvalscheiding/zwerfafval/.
opruimen van zwerfafval langs wegen kost veel tijd en geld. Bovendien veroorzaken de werkzaamheden hinder voor weggebruikers: rijstroken moeten afgezet worden en er zijn veiligheidsmaatregelen nodig, zodat de opruimploeg veilig kan werken. MONITORING EN PILOTS Schoonhouden begint met goede monitoring: meten is weten. Het is echter verboden om zonder toestemming en veiligheidsmaatregelen langs een snelweg te lopen. Daarom onderzoeken we de inzet van vaste en mobiele camera’s om zwerfafval te meten en te monitoren. Om te kijken hoe we de wegen en
waarbij we partijen rondom rivieren bij elkaar brengen om samen zwerfafval aan te pakken. Deze partijen organiseren opruimacties op rivieroevers en monitoren soms ook. Zwerfafval dat bij deze opruimacties wordt verzameld, voert Rijkswaterstaat weer af via de zwerfafval ophaalregeling. KRM De Europese Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) heeft tot doel het beschermen en herstellen van de Europese zeeën en oceanen en duurzaam gebruik te bevorderen. Voor zwerfafval zijn de volgende doelen gesteld: De hoeveelheid zichtbaar zwerfvuil op de kust is
RWS EN ZWERFAFVAL: EEN OVERZICHT OP RWS AREAAL • Nieuw kader voor aanbesteding ‘Aanpak zwerfafval op RWS areaal’ voor land en water • Delta-aanpak schone oevers (programma) • Pilots op oevers voor bronaanpak van zwerfafval • Pilots schone wegen en verzorgingsplaatsen • Faciliteren aanpak Schone Rivieren • Monitoring zwerfafval op land en water • Kaderrichtlijn Mariene Strategie (KRM) • Zwerfafvalophaalregeling (ZOR) SAMENWERKING MET EXTERNE PARTNERS • Benchmark Schoon • www.kenniswijzerzwerfafval.nl • Green Deals: Schone Stranden, Visserij en Zeevaart • Vraagbaak en kennisontwikkeling VOOR MINISTERIE VAN I&W • Landelijke monitoring zwerfafval • Ondersteunen bij maken beleidsplannen en beantwoording Kamervragen
GRAM #02 maart 2020 | 25
Foto: IJsbrand Terpstra / Nationale Beeldbank
ZWERFAFVAL: HET TIJ IS AAN HET KEREN Maja Valstar en Anke Willemstein van het ministerie IenW, beleidsdirectie Duurzame leefomgeving en circulaire economie (verantwoordelijk voor respectievelijk zwerfafval en single-use plastics implementatie, Red.) vertellen hoe zij de toekomst van zwerfafval zien, mede met de komst van de
M
Single-Use Plastics (SUP-) richtlijn.
aja Valstar: “Zwerfafval is van alle tijden, maar met het toenemend gebruik van plastic vergaat dit zwerfafval niet zomaar. Op zich is plastic een heel mooi materiaal, maar het overvloedige gebruik ervan en het weggooigedrag zorgen voor grote problemen zoals de plastic soep. Ik geloof wel dat het tij aan het keren is. Er is een groeiend bewustzijn van het plastic probleem, en veel maatschappelijke en politieke aandacht: burgers die opruimacties ondernemen, succesvolle campagnes van de Zwerfinator en de Plastic Soup Surfer die bedrijven aanspreken op hun verantwoordelijkheid. Bedrijven nemen meer en meer hun verantwoordelijkheid daarin. Kijk bijvoorbeeld naar McDonalds die inzet op minder verpakkingen, afbreekbare verpakkingen en gedragsverandering om zwerfvuil tegen te gaan. Of Anta Flu die haar snoepwikkels dit jaar van papier gaat maken in plaats van plastic. Consumenten ergeren zich ook steeds meer aan de grote hoeveelheid plastic verpakkingen en zo ontstaat steeds meer een roep om verandering.”
26 | GRAM #02 maart 2020
Vanuit de overheid wordt deze beweging ondersteund. “We voeren nu gesprekken over statiegeld op kleine flesjes en blikjes. We hebben het plastic pact opgericht, een groot samenwerkingsverband om plastics terug te dringen en het plastic dát we gebruiken voor een groter deel uit gerecycled materiaal te laten bestaan. En we hebben een succesvol initiatief genomen voor een Europees plastic pact. Daarnaast brengt de single-use Plastic (SUP)-richtlijn grote veranderingen met zich mee. Dit alles past in de transitie naar een circulaire economie, waarbij de verantwoordelijkheid voor een product veel meer bij de producenten, aan de voorkant van de keten komt te liggen.” INHOUD SUP-RICHTLIJN Anke Willemstein: “De Europese Commissie heeft onderzoek laten uitvoeren naar de meest voorkomende SUP’s op de stranden van Europa (zie kader). Tezamen maken deze single use plastics 50% van het zwerfafval op de stranden uit. De visnetten zorgen voor 27%. Het mariene milieu en de biodiversiteit lijden onder de enorme hoeveelheid plastic zwerfafval. Naast de al bestaande Europese Ka-
derrichtlijn Mariene Strategie was daarom bronaanpak hoognodig. Voorjaar 2018 heeft de Europese Commissie de Single-Use Plasticsrichtlijn opgesteld en gepubliceerd.”
SUP’S DIE VALLEN ONDER DE RICHTLIJN: kunststof flesjes, sigarettenpeuken, bekers, bordjes, bestek, roerstaafjes, rietjes, voedselverpakkingen, snoepverpakkingen, ballonnen en ballonstokjes, hygiëneproducten (tampons, maandverband, natte doekjes), plastic tasjes. En (pluis van) visnetten en produkten die vervaardigd zijn uit oxo-degradeerbare kunststoffen.
BETEKENIS VOOR NEDERLAND Willemstein: “De SUP-richtlijn heeft twee doelen: het mariene milieu te beschermen tegen het plastic zwerfafval en circulaire economie en nieuwe innovatieve bedrijfsmodellen te bevorderen. Het is belangrijk die doelen in samenhang te zien, want het laat zien dat de Commissie niet zozeer wil inzetten op een overschakeling van plastic naar ander materiaal dat vervolgens ook weggegooid wordt, zoals papier of karton, maar op alternatieve bedrijfsmodellen en alternatief gedrag. Het mooie is dat de maatregelen van de SUP een enorme beweging hebben gebracht in de markt: je ziet Circo tracks over de SUP-richtlijn, bedrijven kijken naar andere business modellen, branches maken verduurzamingsplannen. Gemeenten die ik spreek zijn ambitieus. Dit past in een trend waarbij de samenleving zijn verantwoordelijkheid voor zwerfafval serieus neemt en waarin burgers/consumenten steeds meer protesteren tegen de stortvloed aan plastics.
SELECTIE UIT MAATREGELEN VAN DE SUP-RICHTLIJN Verbod op een aantal producten (bordjes, bestek, rietjes, roerstaafjes, wattenstaafjes, ballonstokjes, EPS bekers, voedsel- en drankverpakkingen en tot slot alle oxo-plastic producten). Hier moet bij vermeld worden dat onder de definitie single-use plastics ook valt: biobased, biodegradeerbaar plastic en andere materialen met plastic coating. De lidstaten moeten zorgen dat er een aanzienlijke reductie komt van bekers en (‘on the go’) voedselverpakkingen; de richtlijn laat ruimte voor de manier waarop de lidstaten dat doen. Producentenverantwoordelijkheid: producenten van producten als ballonnen, plastic tasjes, bekers, voedsel- en drankverpakkingen - voor ‘on the go’ -, sigarettenpeuken, natte doekjes en visnetten, moeten de kosten dragen van een aantal maatregelen, die variëren per groep producten. In ieder geval valt eronder dat zij verantwoordelijk zijn voor de kosten van bewustwording bij consumenten en van inzameling van het zwerfafval. In sommige gevallen ook voor het verwerken en vervoeren daarvan. Producteisen: aan drankverpakkingen (doppen moeten vast zitten) en aan de hoeveelheid recyclaat in flessen (25% in petflessen in 2025 en 30% in alle flessen in 2030) worden inzamelingsvereisten gesteld. En op producten als sigaretten en natte doekjes moet een markering komen die duidelijk maakt dat er plastics in zitten en wat de beste manier van weggooien is.
GEDRAGSVERANDERING IS CRUCIAAL De focus ligt op gedragsverandering: van producenten tot consumenten en alle andere schakels in de keten. Het idee achter de SUP-richtlijn is om in te zetten op alternatief gedrag van alle actoren, in plaats van alternatieve materialen (die ook in het milieu kunnen belanden). Dus van eenmalig naar meermalig en herbruikbaar en natuurlijk minder zwerfafval. De SUP-richtlijn vraagt de lidstaten om maatregelen om de burgers bewust te maken van hun gedrag, van de opties die zij hebben en van het aandeel plastic in de SUP-producten en vraagt aan producenten de kosten hiervan te dragen. We zetten nu gedragsonderzoek uit voor de producten onder de SUP om vervolgens maatregelen te nemen om verandering in het gedrag van de consument tot stand te brengen. Gedragsinzichten zijn een belangrijk hulpmiddel bij het aanpakken van het zwerfafval probleem. Er zal altijd een groepje mensen zijn dat zwerfafval blijft veroorzaken. Je kunt nog zo veel campagnes maken, maar de kans dat hun gedrag verandert is heel klein. Aan de andere zijde van het spectrum heb je de betrokken burgers die ook best bereid zijn afval van anderen op te ruimen tijdens opruimacties. Dit zijn de helden die we in het zonnetje moeten zetten en kunnen ondersteunen met prikstokken en handschoenen, zoals sommige gemeenten doen, of met de Zwerfafval Ophaal Regeling die vanuit het Rijk beschikbaar is (https://www.afvalcirculair.nl/onderwerpen/afvalscheiding/ zwerfafval/landingspagina/).
GEMEENTEN BETREKKEN BIJ SUP Valstar: “We spreken over de nieuwe richtlijn met diverse gemeenten, waaronder de G4. Ook is de VNG betrokken via de Werkgroep SUP. We horen via de gemeenten die wij spreken al wel veel goede en interessante verhalen, bijvoorbeeld op het vlak van festivals en events. Of van plasticvrije terrassen en strandgebieden (bv. in het kader van de Green Deal Schone stranden waarin gemeenten en strandpaviljoens veel samen doen). Dit inspireert ons bij het terugdringen van gebruik van plastic bekers en voedselverpakkingen, en het bereiken van ander gedrag t.a.v. alle single-use plastics.” Mochten er nog gemeenten zijn die met ons contact willen en/ of hun praktijkvoorbeelden met ons willen delen, dan kunnen zij terecht bij: maja.valstar@minienw.nl (zwerfafval) anke.willemstein@minienw.nl (SUP-richtlijn) Meer informatie vind u op www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/ afval/europese-richtlijn-voor-minder-wegwerpplastic-in-zeesup-richtlijn
GRAM #02 maart 2020 | 27
VERVUILD VLAKGLAS NIET RECYCLEBAAR TOENEMENDE VERVUILING BIJ INZAMELING FUNEST Glas hergebruiken spaart het milieu doordat er minder 'verse' grondstoffen nodig zijn voor de productie van nieuw glas. Een kilo scherven vervangt ruim een kilo soda en zand, de twee belangrijkste grondstoffen voor glas. Schoon vlakglas is 100 procent herbruikbaar. Dat het ingezamelde vlakglasafval niet is vervuild, is dus erg belangrijk. Vervuiling zorgt ervoor dat het moeilijker is om het glas te recyclen en dat kan leiden tot onbruikbaar afval. Het recycleproces van vlakglas begint daarom al bij de inzamelpunten. TEKST: TRUDY TUINENBURG
D
e laatste maanden wordt Vlakglas Recycling Nederland helaas steeds vaker geconfronteerd met vervuiling in de vlakglascontainers. In toenemende mate wordt deze vervuiling veroorzaakt door de aanwezigheid van keramisch glas (kookplaten, ovenschalen en pannendeksels), metalen en kunststof profielen, vazen, holglas (flessen, potjes) en porselein (schotels en kopjes). Hierdoor kan het ingezamelde vlakglas niet worden gerecycled en wordt
BEELD: VLAKGLAS RECYCLING NEDERLAND
het als restafval afgevoerd. En dat is zonde; het kost geld én het glas gaat verloren voor hergebruik in de glasindustrie. SCHOON VLAKGLASAFVAL Alleen van schoon glas kan nieuw glas worden gemaakt. Het recycleproces van vlakglas begint daarom al bij de inzamelpunten voor vlakglas. Hoe schoner het ingezamelde vlakglas, hoe beter het kan worden gerecycled. Daarnaast wordt schoon vlakglas beschouwd als grondstof en mag normaal
vervoerd worden. Een vlakglascontainer die vervuild is met glasvreemd materiaal geldt als afval. Voor afvaltransport gelden zwaardere eisen en meer regels; Vlakglas Recycling Nederland heeft geen vergunning om zulke ladingen te vervoeren. Beheert u een inzamelpunt voor Vlakglas Recycling Nederland? Let dan goed op dat u alleen schoon vlakglasafval accepteert. Als een lading vlakglas glasvreemde materialen bevat, dan is deze lading vervuild en kan het alleen nog verwerkt worden als restafval. De kosten daarvoor worden dan aan het inzamelpunt voor vlakglas doorbelast. Met ingang van 2020 zijn de tarieven voor vervuiling verhoogd. Bij een afgekeurde vracht betaalt een inzamelpunt voor vlakglas € 150 per ton én de werkelijke transportkosten. Bij herhaaldelijke vervuiling kan ertoe worden besloten om de vlakglascontainer weg te halen. CURSUS ACCEPTATIE VLAKGLASAFVAL Voor de acceptanten van vlakglasafval is het van groot belang om de vlakglascontainers schoon te houden en zo een hoge kwaliteit van het vlakglasafval te waarborgen. Met de (gratis) cursus ‘Acceptant vlakglasafval’ leert Vlakglas Recycling Nederland de acceptant van vlakglas om vervuiling tegen te gaan. Tijdens de cursus wordt aan de hand van beeldmateriaal en monsters uitgebreid uitleg gegeven over vlakglas, -inzameling en -recycling. Aan het einde van de cursus ontvangt
28 | GRAM #02 maart 2020
men een certificaat van deelname. Een inzamelpunt ontvangt eveneens een magneetstikker die aangeeft wat er wel en niet in de vlakglascontainer mag. KERAMISCH GLAS SCHEIDEN We zien steeds vaker dat ingezameld glas vervuild is door keramisch glas (bijvoorbeeld een ovenschaal, kookplaat of kachelruitjes). Keramisch glas is tijdens het recycleproces moeilijk te herkennen en te verwijderen. Dit glas mag dan ook absoluut níet in de glasbak. Door een andere chemische samenstelling heeft keramisch glas een hoger smeltpunt dan vlakglas. Bij de productie van nieuw vlakglas, flessen en glaswol kan dit gevaar opleveren voor de medewerkers van de glasproducent. Indien de schaar die de porties glas knipt, in een hittebestendige scherf knipt, kan men geconfronteerd worden met een vallende druppel vloeibaar glas. Ook voor de consument kan het gevaar opleveren. Neem bijvoorbeeld flessen met daarin brokjes niet gesmolten keramische scherven. Deze zijn
zwakker van samenstelling dan normale flessen. Zeker bij koolzuurhoudende dranken is het risico op glasbreuk dan groter. WAT MAG ER WEL EN NIET IN DE VLAKGLASCONTAINER? Vlakglas Recycling Nederland onderscheidt een aantal categorieën bij het inzamelen van vlakglas; combinatie-, blank float-, blank gelaagd- en vervuild glas. Vlakglas dat niet schoon wordt aan-
geleverd veroorzaakt problemen bij de recycling of mag niet vervoerd worden. Vlakglas met resten kit, afstandhouders van isolatieglas en handgrepen zijn toegestaan. Deze materialen worden in de recyclefabriek verwijderd. Daarentegen zijn bijvoorbeeld glasvreemde materialen zoals aluminium profielen van douchedeuren, zand, steen en keramiek, heel dik glas, keramisch-, lampen- en holglas niet toegestaan.
IS UW STRAATWERK SCHOON EN VRIJ VAN KAUWGOM?
Maakt werk van duurzame afval- en grondstofketens.
_st_GRAM_92x130 B.indd 1
Ons reinigingsmiddel? Water, schoon water! VOOR
www.kplusv.nl T +31 (0)26 355 13 55 E info@kplusv.nl
NA
Jadon garandeert u een schoon en kauwgomvrij winkelgebied. Snel en vakkundig gerealiseerd, milieuvriendelijk en met een minimum aan overlast!
(0488) 430289 info@jadon.nl www.jadon.nl
21-9000-1496-01GRAM GRAM 2020 feb #02 maart 2020 | 29 13-02-2020 92x130mm.indd 09:421
16-01-2020 11:18
[Advertorial]
SIDCON:
SIDCON FOCUST OP PRODUCT ONTWIKKELING EN SAMENWERKING MET KLANTEN De perscontainers van Sidcon zijn zo ontwikkeld dat ze perfect aansluiten bij de huidige infrastructuur van ondergrondse containers. De afgelopen jaren is er veel geïnvesteerd in de kwaliteit en het gebruiksgemak van de producten, zowel voor burgers als voor inzameldiensten van gemeenten. Aangezien perscontainers op drukke openbare locaties staan, is de ondersteuning van een professionele serviceorganisatie met kennis en ervaring van groot belang. Dit is doordat bij een storing bij een perscontainer dit veel meer impact heeft door het vele afval wat hier aangeboden wordt. De ervaring die de afgelopen 10 jaar is opgedaan, heeft tot vrijwel storing loze machines geleid. Door real-time monitoring en meerdere servicewagens, die volledig uitgerust zijn voor snelle, veilige en adequate ondersteuning, wordt de hoogst mogelijke beschikbaarheid gegarandeerd. Zo staan er 1.000 ondergrondse perscontainers verspreid over meer dan 100 gemeenten. Door intensief samen te werken met klanten (gemeenten en overheid gedomineerde afvalinzamelaars) worden er continu verbeteringen doorgevoerd, die tot een zeer hoge kwaliteit leiden.
Sidcon perscontainer houdt de stad leefbaar. EFFICIËNT EN DUURZAAM PMD-AFVAL INZAMELEN De vergoedingen voor het inzamelen van PMD-afval in kleine gemeenten worden steeds lager, dus efficiëntie wordt steeds belangrijker. Zo kunnen 10 gewone ondergrondse containers vervangen worden door 1 ondergrondse perscontainer voor PMD van Sidcon. Inmiddels staan er 400 ondergrondse perscontainers voor PMD in Nederland. De containers van Sidcon verzamelen daarmee meer dan 25% van al het PMD dat in Nederland middels brenglocaties wordt ingezameld. SIDCON PAKT STEDELIJK AFVALPROBLEEM AAN In steden wordt het restafval voornamelijk middels ondergrondse containers ingezameld. Om het aantal transportbewegingen in drukke steden terug te brengen, zijn de perscontainers van Sidcon een uitkomst. Door het persmechanisme van de machines kan er wel 5x zoveel restafval in één perscontainer. Daardoor zijn er veel minder containers nodig, wat in een krappe openbare ruimte de leefbaarheid vergroot. De perscontainers zijn uitgerust met slimme technieken waardoor de perscontainers perfect bij de “smart cities” van de toekomst passen. Maximale efficiëntie voor PMD-inzameling.
WILT U MEER WETEN? WWW.SIDCON.NL
SENSOREN EN ARTIFICIAL INTELLIGENCE VOOR MEER EN BETERE GRONDSTOFFEN Hoe kunnen we de kwaliteit en kwantiteit van recyclebare afvalstromen verbeteren met moderne detectietechnieken en Artificial Intelligence? Dat was de vraag die centraal stond in een deskstudy door Stantec en een sessie met de branche. Conclusie is dat er veel mogelijk is en ook ontwikkeld kan worden. Met oog voor effectiviteit, robuustheid en kosten. Een uitdaging voor de branche!
B
TEKST: ADDIE WEENK EN GERRIT DE ZOETEN
ij gescheiden in te zamelen stromen gaat het om het signaleren van stoorstoffen die problemen opleveren bij de sortering en bewerking tot goede grondstoffen. Bij restafval draait het juist om het signaleren van afval dat aan de bron gescheiden had moeten worden. In behoorlijk wat gemeenten wordt handmatige/ visuele controle al toegepast. Het is echter lastig om op deze manier onderin een bak of in een zak te kijken, waardoor opzettelijke vervuiling moeilijk te ontdekken is. Feitelijk willen we met sensoren die controle automatiseren en grondiger maken. Diverse gemeenten hebben al behoefte getoond aan dergelijke technieken. MEETPUNT Metingen zijn mogelijk op verschillende punten in de keten van ontdoening, inzameling, transport, overslag, sortering en verwerking. Hoe eerder je meet en ingrijpt in de keten, hoe beter het is voor de uiteindelijke grondstof. Terecht werd door de ontwikkelaars en leveranciers van inzamel(hulp)middelen opgemerkt dat goede voorlichting van groot belang blijft: de ontdoener moet weten hoe afval gescheiden moet worden, zodat onopzettelijke vervuiling zoveel mogelijk voorkomen wordt. IN HUIS Voor afzonderlijke afvalitems zou je wellicht kunnen denken aan een scan-app die een item herkent en aangeeft tot welk soort afval het behoort. Vergelijk het maar met een statiegeldappa-
raat. De herkenning van een item kan bijvoorbeeld op basis van vorm, barcode en materiaalscan. RFID (Radio-Frequency Identification) en watermerken in verpakkingen en producten bieden weer extra mogelijkheden voor herkenning, thuis maar ook bij aanbieding voor inzameling. VERZAMELCONTAINER De trommel van een verzamelcontainer biedt theoretisch mooie mogelijkheden. Belemmeringen voor de scan kunnen zijn dat er vaak een zak om het aangeboden afval zit, dat de trommel zelf van ijzer is en dat het afval bij het sluiten van de trommel direct weg is. Als er gewerkt wordt met een ruimte met een klep, is er wel een moment dat het afval in een afgesloten ruimte ligt. En dat levert een mooie scan-, feedback- en/of beslismoment (acceptatie ja/nee) op. Ook kan de ontdoener eventueel geholpen worden bij de vraag wat er dan wel met het aangeboden afval moet gebeuren. Bij een van de nu leverbare zuilen voor ondergrondse containers wordt het aangeboden afval gewogen om het diftarbedrag te bepalen. Naast wegen zou je ook andere metingen kunnen uitvoeren, zoals soortelijk gewicht (combi van gewicht en volume) en vochtgehalte (met bijvoorbeeld een microwave techniek). Een zware restafvalzak met veel vocht bevat waarschijnlijk veel gfe. Ook biedt RFID wellicht weer mogelijkheden om iets te concluderen over de inhoud van een zak. Gebleken is trouwens dat het bewuster maken van het ontdoeningsgedrag ook minder vervuiling oplevert. Dat kan bijvoorbeeld door te werken met een pasje en dan de aanbieder te laten bevestigen dat het gaat om een bepaalde afvalstroom.
GRAM #02 maart 2020 | 31
Stapje verder is dat je de ontdoening de-anonimiseert, personaliseert, door de zak een tag mee te geven met info van het gebruikte pasje. Als die zak later ongewenst, zeer storend afval bevat, kun je de vervuiler achterhalen. Alleen het communiceren van deze mogelijkheid zal tot bewuster en beter ontdoeningsgedrag leiden. Wel een gevalletje Big Brother natuurlijk. BIJ INZAMELING VAN ZAK, MINICONTAINER OF VERZAMELCONTAINER Een zak of minicontainer zou je handmatig of geautomatiseerd kunnen scannen voor het moment van inzameling. Gewicht, volume of vulgraad en vochtgehalte leveren al behoorlijk wat informatie op waarmee bepaald kan worden wat er (waarschijnlijk) wordt aangeboden. Een van de leveranciers gaf aan dat ze na lediging van een minicontainer in de mond van een inzamelwagen een foto maken van het afval in die mond. Daarna komt de klep om het spul naar het perscompartiment te schuiven. Met beeldherkenning is wellicht iets te zeggen over de kwaliteit van de betreffende afvalstroom, dan wel de aanwezigheid van recyclebare stromen in restafval.
MÜLLSHERIFF Enkele gemeenten in Nederland hebben ervaring met een Duitse vinding om een gft-minicontainer te scannen bij inzameling: de Müllsheriff. Daarbij gaat het om metaaldetectie voorafgaande aan lediging. Die detectie kan zo ingesteld worden dat zelfs chipszakken met een metaallaagje kunnen worden gedetecteerd. In Duitsland werd deze instelling gebruikt om te zorgen dat ca 1% van de containers duidelijk zichtbaar en met wat bombarie ‘afgekeurd’ werd. Wat steeds een mooie appellering was voor de hele buurt.
BIJ SORTERING EN VERWERKING De herkenning van materialen bij sortering en verwerking van afvalstromen heeft natuurlijk al een behoorlijke vlucht genomen. De sortering van PMD-afval en nascheiding van restafval is niet denkbaar zonder geavanceerde sensoren, zoals beeldherkenning en NIR. Wellicht kunnen we deze technieken ook gebruiken in eerdere stappen in de keten. Of bij voorsortering van monostromen, zoals gft, zodat ze schoner de verwerking in kunnen en waardevolle grondstoffen opleveren. VEEL MOGELIJK, VEEL KANSEN De verkenning maakt duidelijk dat er veel mogelijk is. Heel veel! Goede metingen en slimme interpretatie van de meetgegevens, bijvoorbeeld met kunstmatige intelligentie, bieden mooie kansen. Betrouwbaarheid en betaalbaarheid vormen uiteraard belangrijk voorwaarden voor toepassing. En er zal geen panacee zijn: op meerdere plekken in de keten zullen maatregelen nodig zijn om tot betere kwaliteit van afvalstromen en dus grondstoffen te komen. Voorlichting van de ontdoener, tools voor wathoort-waar-bij in huis, detectie van stoorstoffen bij aanbieding en inzameling van afval, slimme sortering en opschoontechnieken voorafgaande aan de verwerking: allemaal nodig.
32 | GRAM #02 maart 2020
OPROEP Aanvullende ideeën en meedenken zijn uiteraard van harte welkom. Vanuit het VANG programma gaan we kijken hoe we een volgende stap kunnen zetten of faciliteren. We hebben in een sessie ook al gemerkt dat het vraagstuk de leveranciers uitdaagde. In hun hoofd waren ze met kennis en creativiteit al met mogelijke uitwerkingen bezig. En dat kan natuurlijk verrassende ontwikkelingen opleveren. Ter illustratie: in het verleden heeft een oproeptweetje vanuit VANG bijgedragen aan de ontwikkeling van een minicontainer met omkasting waarmee je gfe zelfs inpandig kunt verzamelen, zonder geur- of vliegjesproblemen. Dus met vertrouwen in de innovativiteit van de Nederlandse afvalen ook de verpakkingsbranche durven we te vragen: wie pakt de handschoen(en) op? De resultaten van de deskstudy zijn te vinden op www.vang-hha. nl. Over de auteurs: Addie Weenk is werkzaam bij Rijkwaterstaat en Gerrit de Zoeten bij Stantec.
GLASPLAN ZET KOERS Op 4 juni 2019 viel hij op de mat van het Afvalfonds Verpakkingen; de Last Onder Dwangsom (LOD) opgelegd door de ILT aan het Verpakkende Bedrijfsleven voor het niet halen van de glasdoelstelling van 90% recycling. Samen met gemeenten wil Nedvang het Glasplan realiseren en er alles aan doen om de doelstelling te halen.
D
e Nederlandse glasinzameling groeit met kleine stapjes. In 2016, 2017 en 2018 is elk jaar het percentage met een procent gestegen. Inmiddels wordt 86% van het glas gerecycled, maar dat is niet genoeg, oordeelde de Raad van State op 23 januari 2019; als een doelstelling niet wordt gehaald, dient er in beginsel handhaving plaats te vinden. En zo geschiedde. In 2017 en 2018 heeft het Afvalfonds Verpakkingen met behulp van een speciaal actieplan Glas groei gerealiseerd op het gebied van glasinzameling. In gemeenten waar stimulerende maatregelen werden genomen op het gebied van afvalscheiding - denk hierbij aan de invoering van diftar of laag frequent restafvalinzameling -, in combinatie met goede communicatie en extra voorzieningen werd een serieuze groei geconstateerd. Naar dergelijke voorbeelden heeft de ILT haar LOD gevormd; aan gemeentelijkbeleid kan het Afvalfonds Verpakkingen niets veranderen, maar zij kan gemeenten wel stimuleren om meer glasbakken te plaatsen. De opdracht van de ILT was dan ook duidelijk: realiseer 800 extra glasbakken. Uiteraard betreft het geen vervangingen van oude bakken.
Nedvang is in opdracht van het Afvalfonds Verpakkingen gestart met de uitvoering van dit project en heeft daarbij twee vragen centraal gesteld: - In welke gemeente in Nederland is nog groei te behalen? Uit het eerdere actieplan Glas blijkt dat de inzamelpotentie van gemeente tot gemeente kan verschillen. - Zitten gemeenten wel op extra bakken te wachten? Omdat glas al vrij hoog zit in haar re-
34 | GRAM #02 maart 2020
TEKST: SVEN NOORDHOEK BEELD: NEDVANG cyclingpercentage, hebben gemeenten meer aandacht voor andere afvalstromen in hun streven om aan de VANGdoelstelling te voldoen. Terugkijkend op het eerste half jaar van het 800-bakken-project kan het projectteam beide vragen met een ‘Ja’ beantwoorden. Er is nog inzamelpotentie voor glas en er zijn nog genoeg gemeenten die één van de oudste inzamelsystemen van Nederland een extra impuls willen geven. Glaskilo’s zijn nu eenmaal interessante VANG-kilo’s. INZAMELPOTENTIE In Nederland wordt gemiddeld 22 kilo glas per persoon per jaar ingezameld. Dit gemiddelde volgt uit de opgaven die gemeenten doen in WasteTool van Nedvang. Het is te makkelijk om te berede-
‘Een gemeente heeft groeipotentie voor additionele glasinzameling wanneer deze minder glas inzamelt dan op basis van objectieve gemeentelijke karakteristieken te verwachten is’. Zo hebben Wouter Verbeek en Aart Kooiman, beiden consultants bij Berenschot, hun onderzoeksdefinitie geformuleerd. Zij kwamen er achter dat factoren als onder andere geografische ligging, toerisme, stedelijkheidsklasse (factoren waar een gemeente niet op kan sturen) naast inzamelbeleid (factoren waar een gemeente wel op kan sturen) ook van invloed kunnen zijn op de glasinzameling. Via hun rekenmodel ontstond een lijst van gemeenten met inzamelpotentie. “Het onderzoek helpt Nedvang bij het benaderen van de juiste gemeenten. Maar let wel, het blijft belangrijk dat er op lokaal niveau wordt vastgesteld of er daadwerkelijk inzamelpotentie is.” aldus Aart Kooiman.
“GEOGRAFISCHE LIGGING, TOERISME EN STEDELIJKHEIDSKLASSE ZIJN NAAST INZAMELBELEID VAN INVLOED OP GLASINZAMELING. INMIDDELS WORDT 86% VAN HET GLAS GERECYCLED.” neren dat wanneer een gemeente minder dan 22 kg/pp/pj inzamelt, zij onder niveau presteert. Restafvalanalyses laten vaak een ander beeld zien. Om duidelijk te krijgen welke factoren van invloed zijn op glasinzameling heeft adviesbureau Berenschot een onderzoek gedaan naar groeipotentie.
800 EXTRA BAKKEN, GAAT DAT HELPEN? Gaat een extra glasbak leiden tot meer glasinzameling? Onlangs stelden Raymond Gradus (VU Amsterdam) en Elbert Dijkgraaf (Erasmus Universiteit) dat 800 extra glasbakken plaatsen nauwelijks impact heeft op de glasinzameling. “Een logische conclusie als je dit vanuit ma-
gaan schuiven met de bakken en hebben we er twee bijgeplaatst. Resultaat: een stijging van bijna 10%!” Schuiven met bakken is natuurlijk gemakkelijk in gemeenten met veel bovengrondse bakken. Anno 2020 zijn de meeste bovengrondse bakken vervangen door ondergrondse. Dat is lastig schuiven. “Is er inzamelpotentie omdat een restafvalanalyse dat duidelijk maakt en zijn er zogenaamde blinde vlekken, dan kunnen wij gemeenten helpen. Nedvang beschikt over een vloot van 40 bovengrondse testbakken, waarmee een eventuele groei is vast te stellen.” Een eis was dat voor het einde van 2019 de eerste 40 extra bakken op locatie zouden staan. Met een uiteindelijke score van 66 extra bakken in 9 verschillende gemeenten is daar ruim aan voldaan. “Met zo’n 320 extra bakken in de pijplijn verwacht ik dat we het doel voor 2020 ook wel halen”, zegt projectleider Jan van der Ven van Nedvang met veel vertrouwen. “Dan zijn we op de helft. We hebben de bijdrages verdeeld onder 500 vouchers van max 7.000 euro per stuk en 300 voucher van max 2.000 euro. Die van 7.000 euro zijn bedoeld voor een ondergrondse container. Die gaan best hard. Gemeenten kunnen zich maar beter tijdig melden; op is op!” Eind 2021 moeten alle 800 extra glasbakken geplaatst zijn.
Van de 800 extra glasbakken zijn er inmiddels 66 geplaatst en worden voorbereidingen getroffen voor nog eens 320 glasbakken. cro-economisch perspectief bekijkt”, zegt Gijs Duivenvoorde, manager stimuleringen kennisprogramma’s bij Nedvang. “Wij hebben meegewerkt aan het onderzoek, maar we hebben ook geconstateerd dat de praktijk weerbarstiger is. Een extra bak leidt wel degelijk tot meer glas in de glasbak, maar daar is wel een belangrijke
voorwaarde aan gekoppeld: een glasbak dient wel op de juiste locatie te staan. Dat hebben we al bewezen bij het laatste actieplan ‘Gas op Glas’. In Den Helder bijvoorbeeld, daar hebben we met HVC en de gemeente gekeken of de bakken wel op de juiste plaatsen staan. Na de ‘blinde vlekken’ in kaart te hebben gebracht, zijn wij
ROTTERDAM PAKT GLAS AAN Eén van de deelnemende gemeenten is de gemeente Rotterdam. Daan van den Elzen, adviseur Stadbeheer Rotterdam, geeft aan dat idealiter de glasinzameling in Rotterdam verdubbeld zou moeten worden. “Als we dat bereiken, snijdt het mes aan twee kanten. Sinds dit jaar zijn wij gestopt met apart inzamelen van pmd; wij sorteren het nu uit door middel van nascheiding. Natuurlijk is het gerinkel in een restafvalzak een leuk geluid, maar we hebben er niks aan. Met glas in de glasbak kunnen we niet alleen het glas beter recyclen maar ook het restafval effectiever nascheiden. Wij gaan in groot Rotterdam ruim 100 extra glasbakken neerzetten. Samen met het projectteam Glas vanuit het Afvalfonds Verpakkingen gaan wij de Rotterdammer overtuigen dat ‘Glas in het Bakkie’ moet!”
GRAM #02 maart 2020 | 35
BLIK OP DE TOEKOMST VAN RESTAFVALVERWERKING Eind dit jaar worden gemeenten voor het eerst afgerekend op de VANG-doelstellingen. Het doel van 100 kg restafval en 75 procent scheidingspercentage lijkt voor veel gemeenten helaas nog ver weg, dus restafval blijft er voorlopig nog wel even. Gemeenten en samenwerkingsverbanden zijn hard op zoek naar de meest geschikte partners en methodes die kunnen helpen met het duurzaam verwerken van afval. Dat de wereld van afvalverwerking er de laatste jaren alleen maar ingewikkelder op geworden is, maakt dit niet eenvoudiger. TEKST: DOUWE HUITEMA (KPLUSV)
D
e tijd van langdurige op laagste prijs gegunde contracten is voorbij. Een aantal gemeenten en samenwerkingsverbanden zit in de laatste verlengingsoptie van een contract dat in het vorige decennium is aanbesteed, toen er sprake was van ‘afvalschaarste’. Prijzen van € 40 á € 50 per ton restafval waren in deze tijd goed mogelijk. Aanbesteden deed je op basis van laagste prijs, R1-status (een waarde die een indicatie geeft van het rendement van een af-
36 | GRAM #02 maart 2020
valenergiecentrale) en transport. Sindsdien is er veel veranderd. Het aanbesteden van een nieuw restafval verwerkingscontract is veranderd van een ogenschijnlijke 'race to the bottom' naar een weloverwogen afweging van belangen en mogelijkheden. Door de ontwikkeling van nieuwe technieken zijn de verschillen tussen afvalverwerkers groter, is de vervlechting van publieke en private partijen complexer en stellen aanbestedende partijen tot slot ook strengere eisen qua nascheiding en duurzaamheid..
RUIMTE OP DE AFVALMARKT Eén verandering ten opzichte van vroeger is de beschikbare capaciteit op de markt. Waar overcapaciteit voorheen zorgde voor lage prijzen, lijkt er nu weinig ruimte bij afvalverwerkers door de toename van de afvalimport (met name Brits afval) en de overige lopende contracten. Het is echter de vraag hoe lang dit zo blijft. Afvalverwerkers zijn niet bang voor de Brexit, maar wel voor de importheffing van € 32 per ton die per 1 januari geldt. Het recente bezwaar over deze heffing door AVR en Attero geeft aan dat de private verwerkers vrezen voor het verlies van een belangrijke inkomstenbron. Ook het kort geding van EEW tegen de AVU-aanbesteding illustreert dat verwerkers weer meer naar Nederlands afval kijken. En dat kan goed zijn voor de toekomstige verwerkingstarieven.
INVLOED TRANSPORT Transportafstand heeft een veel kleinere invloed op de totale CO2-uitstoot per ton verbrand restafval, dan vaak wordt aangenomen. Per 100 km is de uitstoot van een EURO 6 diesel vrachtwagen ongeveer 12 kg CO2 per ton, een fractie van de
honderden kilo's CO2 die bespaard kunnen worden met betere afvalverwerking. Desondanks is de congestie van ons wegennet, vooral in de Randstad, natuurlijk een belangrijk onderwerp. Vervoer per schip heeft daarom bij sommige gemeentes de voorkeur, ondanks dat de fijnstof- en stikstofuitstoot van schepen weer groter is dan die van rijvoertuigen.
MEER DUURZAAMHEID Prijs is (gelukkig) niet het enige waar gemeenten naar kijken. Duurzaamheid, specifiek het verminderen van de CO2-uitstoot, is de afgelopen jaren een belangrijk onderdeel geworden van het beleid. Afvalverwerking kan hierin een belangrijke rol spelen. Bij de verwerking van restafval praten we namelijk over tonnen CO2. Eén ton restafval verbranden staat, zonder biogene emissies, gelijk aan ongeveer 0,55 ton CO2. Deze uitstoot kan verminderd worden door efficiëntere energie- of warmte-opwekking, CO2-afvang en (na) scheiding van grondstofstromen. De netto uitstoot die dan overblijft varieert per verbrandingsinstallatie dan tussen de 0 en 0,3 ton CO2 per ton restafval en kan in de toekomst zelfs negatief worden. NASCHEIDING Naast het milieu aspect van nascheiding, is het realiseren van nascheiding steeds meer veranderd als doel op zich voor gemeenten die kampen met een lage effectiviteit van PMD-inzameling. Ondanks dat de grootste VANG-winst te behalen is door gft uít de restbak en ín de gft-bak te krijgen, kan nascheiding een significante bijdrage leveren aan de inzameling van PMD-stromen. Daarom hebben een aantal gemeenten besloten om PMD-inzameling (voor met name hoogbouwwijken) af te schaffen en over te gaan op kunststofnascheiding uit restafval. Gemeenten kunnen nascheiding realiseren via een inbesteding bij een publieke verwerker of via een aanbesteding in de markt. Inbesteden is hierbij een populaire route. Zo zien Omrin en HVC door de roep om nascheiding de interesse voor aandeelhouderschap toenemen, met de recente overstap van de BAR-gemeenten als concreet voorbeeld. Daarbij komt dat na-
scheiding via aanbesteden lastig is, omdat er vooralsnog maar twee marktpartijen zijn (Attero en AVR) die nascheiding aanbieden. Voor gemeenten is het daarom lastig om bij een aanbesteding de mogelijkheid en kosten van nascheiding in te schatten. NIEUWE VERWERKINGSMETHODEN Een alternatief voor nascheiding is het heft in eigen hand nemen voor het realiseren van nieuwe verwerkingstechnieken. Ook dit is een trend van de afgelopen jaren. Voorbeelden zijn Cure, dat heeft geprobeerd om met het Deense DONG een installatie voor natte nascheiding op te zetten, en de waste-to-chemicals fabriek in Rotterdam. Het opzetten van zulke grootschalige initiatieven bleek echter niet eenvoudig. De vraag om initiatieven wordt echter wel aangewakkerd door de omstandigheden op de afvalmarkt en de steeds luidere roep om circulariteit. Ook hierbij is zowel aanbesteden als inbesteden mogelijk. Zo is Afval Samenwerking Limburg recent
DUURZAAMHEIDSAFWEGINGMODEL Afvalverwerking is voor gemeenten een van de grotere aanbestedingen, waarmee een grote milieu-impact gemoeid is. Voor de inkoop van afvaldiensten was tot nu toe echter geen document met criteria voor duurzame inkoop beschikbaar bij PIANOo, dat deze documenten beheert. CE Delft heeft daarom in samenwerking met afvalbedrijf Attero de handschoen opgepakt om een duurzaamheidsafwegingsmodel (www.ce.nl/ publicaties/2128/methodiek-duurzaam-aanbesteden-afval) te maken voor de inkoop van restafval, pmd en gft verwerking. Het model berekent op basis van recente data en inzichten in een simpele en iets complexere variant de CO2 uitstoot van verschillende verwerkingsopties. Hiermee kan het model ingezet worden als gunningsmethodiek voor aanbestedingen. Zo is het model onder andere toegepast in aanbestedingen van de gemeente Den Haag, gemeenten in de regio Arnhem en de Afval Verwijdering Utrecht. Het model houdt rekening met energieproductie (elektriciteit, gas en warmte), grondstoffenafscheiding en de eigen energievraag. Op het moment wordt gewerkt aan een update van het model rondom de gehanteerde factoren. Daarnaast is de controleerbaarheid van gegevens een belangrijke factor voor de hantering van het model. Helaas is veel data niet publiekelijk toegankelijk. Zo zijn sinds ongeveer tien jaar de netto energierendementen van afvalverbranders in Nederland niet meer openbaar beschikbaar. De werkgroep afvalregistratie rapporteert veel, maar een groot deel daarvan betreft collectieve cijfers, waaruit individuele bedrijven en installaties niet te herleiden zijn. Met openbare en betrouwbare data over de opbouw van energie- en nascheidingsrendementen kan de CO2-uitstoot van specifieke verwerkingsinstallaties beter gemodelleerd en dús beoordeeld worden. Rapportage en monitoring van deze gegevens door Rijkswaterstaat zou het duurzaam inkopen van restafvalverwerking door gemeenten vergemakkelijken. TEKST: Geert Bergsma (CE Delft)
GRAM #02 maart 2020 | 37
gestart met een onderzoek naar het draagvlak onder de Limburgse gemeenten en regionale bedrijven voor het opzetten van nieuwe restafval, gft en/of pmdverwerkingstechnieken. Dergelijke verwerking zou dan aanbesteed kunnen worden middels beste-prijskwaliteit of mogelijk ook via een mededingingsprocedure met onderhandeling (MMO) of Rapid Impact Contracting (RIC) procedure.
“DOOR NIEUWE TECHNIEKEN ZIJN DE VERSCHILLEN TUSSEN AFVALVERWERKERS GROTER, IS DE VERVLECHTING VAN PUBLIEKE EN PRIVATE PARTIJEN
grote veranderingen in de vorm van nascheiden, inbesteden of investeren in nieuwe verwerkingsinstallaties. Een kortlopend contract aanbesteden kan in dat geval ruimte geven om een langetermijnvisie vast te stellen en ontwikkelingen in de markt af te wachten.
COMPLEXER EN STELLEN
WELOVERWOGEN STRATEGIE Al met al vraagt de huidige afvalmarkt om weloverwogen strategie die aansluit bij praktische uitgangspunten van afvalinzameling en de bestuurlijke context. Voor iedere gemeente of gemeenschappelijke regeling zijn deze aspecten en de balans daartussen anders. Inzicht in de daadwerkelijke prestaties van restafvalverwerkers kan helpen bij het maken van deze keuze. Wel is nu al duidelijk dat nieuwe aanbestedingsvormen, verwerkingstechnieken en samenwerkingsverbanden nodig zijn om te komen tot een écht circulaire economie.
AANBESTEDENDE PARTIJEN
OOK STRENGERE EISEN QUA
CONTRACTOPZET Een andere afweging voor opdrachtgevers is de termijn en flexibiliteit van een overeenkomst. Deelname aan publieke verwerkers is doorgaans voor onbepaalde tijd en vraagt om veel bestuurlijke draagkracht. Veel gemeenten zien dat ze 'iets moeten' met restafvalverwerking, maar schatten dat de huidige situatie van de afvalmarkt, hun eigen afvalbeleid (‘We hebben nét diftar/omgekeerd inzamelen ingevoerd’) of de politieke context niet geschikt is voor
NASCHEIDING EN DUURZAAMHEID.”
21-9000-0449-01 NVRD GRAM 2019 aug
190x62mm.indd 1
Software met toekomst?
27-06-19 10:43
WasteXL
S O F T WA R E S O L U T I O N S
38 | GRAM1#02 1/4liggendGRAM.indd
www.fixion.nl 040-2900632
maart 2020
➦
Meer info? demo? Hét totaalpakket voor huishoudelijk afval inzamelaars
22-0000-0072-01 GRAM Maart 2020
13-02-2020 10:07
DE LEDEN CENTRAAL “IEDERE SCHAKEL HEEFT ZIJN EIGEN VERANTWOORDELIJKHEID” TEKST HETTY DEKKERS
In deze rubriek krijgen NVRD-leden een stem in GRAM. De NVRD is er immers voor en door leden. Deze keer aan het woord: Marcel Meijer, opdrachtgever afval en grondstoffen, gemeente Berkelland. WAT HOUDT JE FUNCTIE IN? Mijn functie is heel breed en omvat alles wat met de inzameling en verwerking van huishoudelijk afval te maken heeft. Dat varieert van beleid maken tot uitvoering en adviseren. Het is een éénmansfunctie, dus ik heb veel te doen. Wij werken niet meer met afdelingen maar met zelforganiserende teams, vandaar de functienaam ‘opdrachtgever’. Als je met afval te maken hebt, zorg je voor opdrachten aan de inzamelaar, de verwerkers, de inwoners. Met die laatsten ga ik ook vaak in gesprek. Toen we overgingen van de pmd-zak naar een container bijvoorbeeld, ben ik bij de mensen aan huis geweest. WAT BETEKENT DE NVRD VOOR JOU? Een zeer mooie organisatie en voor mij een belangrijke bron van informatie. Ik haal kennis en tips van de website, uit het blad GRAM en de georganiseerde bijeenkomsten. Zowel de website als GRAM zijn prettig leesbaar, vind ik.
WAT VIND JE HET LEUKSTE/MOOISTE AAN JE WERK? Ik krijg er vooral energie van als iets goed gaat. Als het college een belangrijk voorstel heeft aangenomen bijvoorbeeld. Of als bewoners gemotiveerd zijn. Wij hebben een actieve inwoner, Jaap de Boer, die een hele groep zwerfafvalrapers om zich heen heeft verzameld. Hij heeft zich overal tegenaan bemoeid, in positieve zin, heeft een app laten maken waarop je kunt zien waar geraapt is. Daar krijg ik echt energie van, van zo’n initiatief. WAAR STOOR JE JE AAN? Als mensen toch proberen een bankstel in een ondergrondse container te proppen. Eén telefoontje en het wordt opgehaald, wat moet je nog meer regelen als gemeente zijnde? Daar kan ik met mijn verstand niet bij. WELKE TIP WIL JE DE LEZERS VAN GRAM MEEGEVEN? Luister goed naar je buitendienst. Zij zien wat er kapot is, wat mogelijk is en wat juist niet. Die jongens hebben kennis en kunde, het helpt echt als je hun ervaringen meeneemt in je beleid.
VOLDOET HET LIDMAATSCHAP AAN JE VERWACHTINGEN? Zeker, al heb ik een verbeterpuntje. De regionale bijeenkomsten mochten wat specifieker gericht zijn op regionale behoeften. Ze zijn op zich prima, zowel qua sprekers als inhoud, maar meestal gaat het over problemen die zich vooral in het westen voordoen. Zoals bijplaatsingen en vervuiling van grondstoffen. Dat speelt hier ook wel, maar in veel mindere mate dan in de Randstad. WAT ZIJN VOLGENS JOU DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN BINNEN DE AFVALBRANCHE? Wij hebben ons inzamelsysteem de afgelopen jaren flink aangepast om de VANG-doelstelling te halen. We gingen al van 250 naar 160 kilo restafval per persoon per jaar, dus dat is een behoorlijk resultaat. Eind dit jaar hopen we aan de doelstelling van 100 kilo te voldoen. Wat ik in bredere zin belangrijk vind, is het streven naar een circulaire economie. De hele keten staat voor de opdracht zuivere fracties te produceren die geschikt zijn voor recycling. Als gemeente ben je vooral verantwoordelijk voor de inzameling, dus daar doen wij ons best. Je kunt niet verwachten van een kleine gemeente dat die zich opwerpt als ketenregisseur, iedere schakel heeft zijn eigen verantwoordelijkheid.
Marcel Meijer, gemeente Berkelland
GRAM #02 maart 2020 | 39
DIFFERENTIATIE BIEDT POTENTIE VOOR BETERE AFVALSCHEIDING IN KATWIJK Van harmonisatie naar differentiatie als middel om afvaldoelstellingen te realiseren: dat is de uitkomst van een aantal afvalinzamelingsproeven in de gemeente Katwijk. De pilots bieden potentie. Daarnaast lijkt het laten betalen voor inzameling van restafval noodzakelijk om de gewenste mate van afvalscheiding en reductie van restafval te realiseren, vertelt Saskia Agterdenbos, beleidsmedewerker Afval en Grondstoffen.
D
TEKST: MARTIJN KREGTING BEELD: GEMEENTE KATWIJK
e gemeente Katwijk heeft ambitieuze afvalplannen: in 2023 minimaal 80 procent afval scheiden. De gemeente kent - sinds de samenvoeging van Katwijk-Rijnsburg-Valkenburg in 2006 en toepassing van onder meer ondergrondse containers (oc) in nieuwbouwwijken en enkele laagbouwwijken – veel diversiteit in inzamelmethoden voor grondstoffen en restafval. In de zoektocht naar ‘het ideale systeem’ zijn – uitvloeiend uit het Coalitieakkoord - vorig jaar bij de bewoners ideeën opgehaald, die vervolgens in een aantal pilots (zoveel mogelijk op wijkniveau) zijn uitgetest om te kunnen bepalen en laten zien wat wel en niet werkt. De VANG-doelstelling ligt eigenlijk al voor 2020 op van 250 kilo naar 100 kilo restafval per inwoner per jaar en 75 procent scheiding van huishoudelijk afval in 2020. Dat is de ambitie van het Ministerie van IenM, de VNG, de NVRD en Rijkswaterstaat. “Dat willen wij zeker realiseren, maar niet dit jaar,” stelt Saskia Agterdenbos. “Wat niet wegneemt dat het de ambitie van de gemeente blijft om dit uiterlijk in 2023 te realiseren.”
40 | GRAM #02 maart 2020
INZAMELMETHODEN Na de fusie van drie gemeenten tot gemeente Katwijk was er een diversiteit aan inzamelmethodes voor met name restafval en gft. Hoewel de gemeente al eerder keek naar een efficiënter afvalinzamelingsbeleid, zijn de scherpe doelstellingen voor 2023 van de laatste jaren. Agterdenbos: “De diversiteit aan inzamelingsmethode per wijk of dorpskern naast het bebouwingstype maakt het moeilijk om tot één systeem per bebouwingstype te komen.” Drie jaar terug, voorafgaand aan de huidige collegeperiode werd al een plan opgesteld om deze doelstellingen te realiseren: omgekeerd inzamelen plus, met een diftar-systeem. Dit plan werd teruggetrokken wegens onvoldoende draagvlak in de gemeenteraad en bij bewoners. Een belangrijk element in dit plan was het ophalen van meer grondstoffen. Met name in wijken met ondergrondse containers zat men echter niet te wachten op twee of drie rolcontainers aan huis. Dat vloeide voort uit cultuurverschillen tussen de diverse dorpskernen wat betreft afvalinzameling.
BEWUSTWORDING ALLEEN NIET GENOEG Vervolgens zette het nieuwe college na de gemeenteraadsverkiezingen in op betere scheiding van afval door bewustwording via voorlichting. Al snel bleek dat er meer nodig was. Het coalitieakkoord zette in op betere afvalscheiding, maar ook op het meer betrekken van bewoners bij keuzes in beleid die op hen impact hebben. Daaronder viel per wijk kijken naar de beste, maar ook meest acceptabele manier van afvalscheiding. Het idee van harmonisatie werd losgelaten. Met name dit tweede element uit het akkoord vormde de basis voor een aantal pilots: 1. Wekelijkse inzameling gft in de zomerperiode 2. Aparte inzameling keukenafval en tuinafval (naast een container aan huis ook een brengvoorziening in de wijk geplaatst voor keukenafval) 3. Gescheiden inzameling PMD aan huis via een minicontainer in twee wijken: a. Wijk die nog geen gebruik maakt van minicontainers (restafval/gft: ondergronds) b. Wijk die al wel gebruik maakt van minicontainers (restafval/gft) 4. Herbestemming restafval-oc als PMD-oc In januari 2018 haalde de gemeente in een aantal dorpskernen tips en adviezen van bewoners op, met als uitgangspunt dat de huidige wijze van afvalinzameling wel moet veranderen. Voor verduurzaming en om het betaalbaar te houden. “Dat alles is gebundeld in de pilots van afgelopen zomer,” vertelt Agterdenbos. “Daaronder vallen deelpilots met hetzelfde doel: een betere vorm van afvalinzameling. We hebben ons met name op pmd-afval gericht vanwege het volume en op groenafval – vooral keukenafval – omdat dit het meest aanwezig is in restafval.” In de pilots werd samengewerkt met Tabula Rasa voor VANG-ondersteuning, waarbij onder meer challenges werden gebruikt om bewoners te stimuleren met een financiële beloning voor de wijk als er meer gescheiden werd.
GEEN BAANBREKENDE VERSCHILLEN Na de pilotperiode (juli-september) was er een evaluatie in oktober. Hoewel geen enkele pilot een baanbrekend verschil in afvalscheiding betekende richting 80 procent scheiding, waren er duidelijke richtingen zichtbaar in wat kan werken en wat niet. Uit een goed beantwoorde enquête bleek ook dat bewoners erg betrokken waren. “Drie van de vijf wijken kregen een beloning, waaronder de twee wijken met de pmd-deelpilot. Hier zat drie tot vijf procent minder pmd (gewicht) in het restafval. In de derde wijk konden inwoners keuken- en tuinafval laten ophalen of wegbrengen naar een verzamelcontainer. Hierdoor zat er zes procent minder van dit afval bij het restafval. Keukenafval in de wijkcontainer was ook kwalitatief goed genoeg om voor recycling aan te bieden.” Wekelijks ophalen van gft-afval leidde niet tot meer scheiding, wel tot een hogere servicewaardering. Pmd aan huis ophalen – nieuw voor Katwijk - liet veel verschil zien tussen een wijk waar men al gewend was aan een rolcontainer aan huis en een wijk met verzamelcontainers (beiden laagbouw). De hoeveelheid ingezameld pmd groeide, van 12 kg per persoon naar rond de 21-23 kg, met minder vervuiling dan bij de milieuparkjes. Maar de wens om de rolcontainer te houden, liep sterk uiteen. In de wijk waar restafvalcontainers omgebouwd werden naar pmdcontainers was bovendien vrijwel elke container te veel vervuild met restafval om als pmd aan te bieden. Veel mensen gebruikten de containers goed en waardeerden de optie, maar enkele bewoners bleven hier stug restafval in aanbieden. DIFTAR ALS PRIKKEL De evaluatie vormde de start voor een bestuurlijk besluitvormingstraject om tot een gemeentebrede inzamelmethodiek te komen. Eerdere ervaringen en benchmarks met andere gemeenten zijn ook meegenomen. Het voorstel is in ieder geval om Diftar in te gaan voeren – betalen voor het restafval. Dit omdat er toch een extra prikkel nodig is om de afvaldoelen te realiseren. Daarnaast zal de invulling per wijk bepaald worden, maar blijven de huidige inzamelmethodes voorlopig bestaan. Agterdenbos: “We gaan niet opeens ondergrondse containers of minicontainers weghalen. Waar mogelijk breiden we dat wel uit met het aan huis ophalen van grondstoffen. We willen tot een keuzemenu komen en dat per wijk bespreken. Eerst met de wijkraden, uiteindelijk ook met de bewoners. Verder moet de gemeenteraad zich nog buigen over de nieuwe inzamelplannen.”
Adviezen voor andere gemeenten die hun inzamelbeleid efficiënter willen inrichten: • N eem genoeg voorbereidingstijd voor pilots, zeker bij meerdere pilots wordt dat snel te onderschat. • Houd rekening met de cultuur en gewenning in afzonderlijke dorpskernen. • Ga het wiel niet volledig zelf heruitvinden, maar leun niet alleen op ervaringen van andere gemeenten. Kennis vanuit de eigen gemeente zorgt ook voor meer draagvlak. • Maak gebruik van de beschikbare VANG-ondersteuning om pilots zo effectief mogelijk te laten zijn.
GRAM #02 maart 2020 | 41
BRANCHE AGENDA
NIEUWS RECTIFICATIE
Onderstaand het juiste voorbeeld van de toepassing van het Beeldmerk Afvalscheiding op een uiting van de gemeente Venlo. In GRAM februari 2020 op pagina 21 was helaas een verkeerde afbeelding gepubliceerd. Hieronder de juiste afbeelding mét het genoemde beeldmerk.
GLAS
Bewaar papier en karton apart. We maken er nieuw papier van.
Van plastic verpakkingen (P), blik (B) en drinkpakken (D) maken we nieuwe producten.
Glas kan eindeloos opnieuw worden gebruikt.
NVRD Jaarcongres 2020 'Innovatie - de rol van de overheid’ Natlab, Klokgebouw en Kazerne Eindhoven KLEDING EN TEXTIEL
TEXT
Glasbak Alleen glazen verpakkingen waar drank, voedsel of cosmetica in zat gooit u in een glasbak.
Cure Afvalbeheer heeft in februari besloten om het Renescience-project te beëindigen. Renescience is een nascheidingstechniek die gebruik maakt van enzymen om het organische afval af te breken en er gas uit te kunnen winnen. De overige componenten (plastics, metalen) worden hierdoor schoongewassen, waardoor er meer van deze materialen gerecycled kunnen worden dan bij de huidige technieken.
IEL
Textiel-container Naast goede kleding en schoenen kunt u ook versleten en kapot textiel inleveren. Dit moet wel droog en schoon zijn en worden aangeboden in een dichtgebonden plastic zak.
AFVAL NAAST DE CONTAINER IS € 95 BOETE! RENEWI LANCEERT PLATFORM VOOR CIRCULAIRE PRODUCTEN
Versie: augustus 2019. Wijzigingen voorbehouden.
Waar staan de afvalcontainers in uw buurt? Kijk op kaarten.venlo.nl/ondergrondse-afvalcontainers
Meer info over afval scheiden, kijk op venlo.nl/afval
CURE AFVALBEHEER BEËINDIGT RENESCIENCE-PROJECT
Lever alle kleding, schoenen en textiel apart in, dan gebruiken we het opnieuw.
D
PBD-container Gooi alleen plastic verpakkingen, blik en lege drinkpakken in uw PBD-container. Gebruik daarvoor uitsluitend doorzichtige zakken. Deze koopt u in een supermarkt.
In de Week van de Circulaire Economie 2020 lanceerde Renewi een digitaal platform waar vraag en aanbod voor circulaire producten bijeenkomen. Deze producten zijn gemaakt van secundaire grondstoffen die Renewi wint uit het afval dat wordt ingezameld. Via het platform is het onder ander mogelijk om circulair papier, compost en reinigingsproducten te kopen. Meer info: www.renewi.com/circulaire-producten-platform
42 | GRAM #02 maart 2020
Gemeentelijk Grondstoffencongres, De Woonindustrie Nieuwegein
13 & 14 MEI
PB
Papier ophaalservice We halen droog en schoon papier en karton 1 x per maand gratis bij u thuis op. Wanneer? Kijk op: > venlo.nl/afvalkalender
19 MAART
Gladheidbestrijdingscongres 2020, Hart van Holland Nijkerk
Veel van ons afval bevat waardevolle grondstoffen. We kunnen er nieuwe producten van maken. Gooi het daarom niet weg met het restafval, maar hou het gescheiden. Dat is beter voor het milieu en het is goedkoper.
PLASTIC, BLIK, DRINKPAKKEN
Vakdag (samen met O&O-fonds), Gelredome Arnhem
16 APRIL
GEEF AFVAL EEN NIEUW LEVEN PAPIER
4 MAART
De Renesciencetechniek heeft zich tot op heden niet aantoonbaar bewezen. Daarbij is het ook niet mogelijk gebleken om te komen tot een concrete prijs voor de verwerking van het afval. Daardoor kon dit tarief ook niet voorgelegd worden aan andere gemeenten en/of bedrijven, om hiermee het benodigde minimum van 120.000 ton huishoudelijk afval zeker te stellen. Hoe nu verder? Cure Afvalbeheer is een gemeenschappelijke regeling van de gemeenten Eindhoven, Geldrop-Mierlo en Valkenswaard. De ambities van de gemeenten en Cure wijzigen niet, alleen zullen die nu op een andere manier bereikt moeten worden. Het bestuur heeft daarom een Taskforce ingesteld, bestaande uit leden van of namens de gemeenten, die het moeten adviseren over het vervolg om te komen tot 0% restafval.
aangeboden door
Twist
CLOSE-UP
“DOOR STEEDS EEN STAPJE VERDER TE DENKEN, KOM JE OOK VERDER” “Dikke rapporten met abstracte inhoud, daar houden wij niet van”, typeert Twist-directeur Carmen Ruiz haar organisatie. Advies- en interimbureau Twist geeft de voorkeur aan concrete oplossingen en tastbare resultaten. Zodat gemeenten en inzamelaars hun afvalbeleid en hun bedrijfsvoering daadwerkelijk kunnen verbeteren. Twist levert interimmanagers aan de afvalinzamelbranche. Dat gaat vaak om planners, team- of projectleiders. Daarnaast is Twist sterk in advisering, ontwikkeling van nieuw beleid en implementatie. “Wij werken met negen eigen consultants plus een aantal vakbekwame zzp’ers”, licht Carmen toe. “Omdat we sterk gespecialiseerd zijn, hebben al die mensen veel kennis en ervaring in huis. Ze kunnen gemeenten en inzamelaars bijvoorbeeld begeleiden bij de invoering van een ander inzamelsysteem, zoals diftar of omgekeerd inzamelen. Maar het kan ook om complexe deelprojecten gaan, zoals de plaatsing van ondergrondse containers in een historische binnenstad. Bij zo’n deelproject heb je te maken met heel veel partijen, zoals gemeente, inzamelaar, bewoners, archeologen. Onze consultants kunnen een plan maken, draagvlak creëren en de uitvoering begeleiden. Dat is wellicht een belangrijk verschil met andere adviesbureaus, wij bedenken het niet alleen maar voeren het ook uit.” Carmen begon het adviesbureau Twist zes jaar geleden. Daarvoor was ze twintig jaar werkzaam in de afvalbranche, in leidinggevende functies. Door haar achtergrond heeft ze een uitgebreid netwerk plus een enorme kennis van zaken. “Toch leren we elk project weer bij”, lacht ze. “De ontwikkelingen in deze branche gaan razendsnel en dat is maar goed ook. Ik hou daarvan, het maakt dit werk juist zo interessant.” Omdat de verwerkingskosten van het restafval momenteel enorm stijgen, hebben veel gemeenten behoefte aan een efficiëntere afvalinzameling. Carmen: “Wij worden de laatste tijd veel gevraagd voor verbeteringen op de afvalbrengstations. Zodat er minder restafval aangeboden wordt en de kwaliteit van de gescheiden stromen omhoog gaat. Een grote plaats in de Randstad zat bijvoorbeeld met een te kleine milieustraat, waar men, in afwachting van uitbreiding, toch nog enige tijd mee moest doen. Wij hebben gekeken naar de huidige situatie en de mogelijkheden. Veel grondstofstromen werden in de restcontainer gegooid, daar hebben we met bebording, goede communicatie en een andere indeling iets aan kunnen doen. Ook hebben we de medewerkers een training gegeven, zodat zij de klanten van de
milieustraat beter kunnen verwijzen en meer kennis hebben van de grondstoffen en het nut van gescheiden inzamelen. Al met al functioneert de milieustraat nu veel beter.” Twist adviseert organisaties, zoals gemeenten en inzamelaars, ook over efficiëntere werkwijzen. “Wat heeft een gemeente nodig, wat kan er beter in de eigen organisatie. Wij bekijken de planning opnieuw, het wagenpark, proberen planners mee te krijgen in het nieuwe denken met de focus op grondstoffen. We nemen het hele plaatje onder de loep, met de strategische keuzes die daarbij horen. Door steeds een stapje verder te denken, kom je ook verder.” Zoals gezegd houdt Twist niet van dikke, wollige rapporten. Wel van de drie T’s. Carmen: “Ons motto is Teamwork, Tastbaar en Trots. Met teamwork bedoelen we dat we het samen willen doen, onderling maar ook met de klant. Tastbaar staat voor tastbare, concrete resultaten. Op wat we doen en bereikt hebben zijn we trots, vandaar die laatste T.”
Het team van Twist Group
GRAM #02 maart 2020 | 43
Handig: onze regiomanagers hebben veel lokale kennis in huis,
100% ZWERFAFVALVRIJ? WIJ HELPEN JE ERBIJ
waardoor ze goed kunnen inschatten welke thema’s juist voor jou relevant zijn, en welke lokale en nationale samenwerkingsvormen mooie resultaten kunnen opleveren.
Kennis maken? Tijdens het Gemeentelijk Grondstoffencongres stellen we ons heel graag persoonlijk aan je voor. Tijdens 2 inhoudelijke sessies praten we je bij over:
Een zwerfafvalvrij Nederland. Met dat onderwerp houdt NederlandSchoon zich al bijna 30 jaar lang bezig. Dit doen we als kennisinstituut én als verbinder. Tijdens het Gemeentelijk Grondstoffencongres stellen we ons graag persoonlijk aan je voor.
✓ Plastic Soup College: in 1 uur op de hoogte Alles over de laatste regelgeving op nationaal en Europees niveau, zoals de richtlijn Single Use Plastic. ✓ Een schone buurt, samen met ondernemers: de succesfactoren In samenwerking met o.a. Floor Uitterhoeve (McDonald’s) en wethouder Ankie Smit (Schouwen-Duiveland).
Hoe krijg je de basis van je zwerfafvalbeleid op orde? En hoe communiceer je nu het meest effectief? Wat zijn de laatste beleidsmaatregelen rondom zwerfafval en hoe stimuleer je lokale samenwerking? NederlandSchoon helpt je de juiste vragen te stellen over de aanpak van zwerfafval en inventariseert welke maatregelen en samenwerkingsvormen complementair zijn aan je huidige beleid. Dit doen we op basis van wetenschappelijke kennis en opgedane ervaring rondom de thema’s Effectieve Inzet Afvalbakken, Slimmer Schoonhouden, Schoon Belonen, Handhaving, en Monitoring.
Samenwerken of een vraag? Heb je interesse in samenwerken of een vraag? Onze regiomanagers staan voor je klaar. Kijk voor de manager van jouw regio en alle contactgegevens op www.nederlandschoon.nl/ gemeenteprogramma/ontmoet-onze-regiomanagers
Rinze van der Born, regiomanager bij NederlandSchoon ‘Door ervaringen te delen, vergroot je je kennis over zwerfafval enorm. Ik kijk daarom erg uit naar de persoonlijke ontmoetingen tijdens het Gemeentelijk Grondstoffencongres. Onze inhoudelijke sessies bieden actuele informatie en inzichten, en er is genoeg gelegenheid tot het bespreken van persoonlijke ervaringen.’