GRAM februari 2021

Page 1

SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN

VAKBLAD VAN NVRD | JAARGANG #05 JUNI 2017 VAKBLAD VAN DE DE NVRD | JAARGANG 112108 #01 februari 2021 PERIKELEN VAN AMSTERDAM BEGINT ANALYSE BENCHMARK BIJPLAATSEN RONDOM AFVAL BIJ ONDERGRONDSE OFFENSIEF TEGEN SCHOONDE AFVALSTOFFENHEFFING AFVALCONTAINERS BIJPLAATSINGEN

OPLOSSING VOOR GROF HUISHOUDELIJK GEMEENTEN WERKEN OOK ZONDER LUIERS STEEDS RESTAFVAL, IN AANPAK CHEMIE GRIPWEL OP OF NIET SAMEN DICHTERBIJ NASCHEIDEN? PLAAGDIERENOVERLAST ONKRUIDBEHEER


5-DAAGSE OPLEIDING

9, 16, 23, 30 MAART & 13 APRIL 2021 | BCN UTRECHT CS

INCLUSIEF excursiedag bij AVR Rotterdam

management Circulair Afvalbeheer en Beleid

Alle actuele en nieuwe ontwikkelingen in de afvalmarkt:  Actuele marktontwikkelingen en marktverhoudingen  Introductie in Europees en nationaal Afvalstoffenrecht  Verwerking en inzameling: innovaties, methoden en technieken  Positie en toekomst van: storten, verbranden, recyclen  De uitvoeringsaspecten in de afvalsector: financieel, landelijk afvalbeheerplan, producentenverantwoordelijkheid  Financiële aspecten: o.a. afvalstoffenheffing, diftar, subsidiering, aanbesteden en contractbeheer  Afvalmanagement als katalysator van een circulaire economie

www.sbo.nl/afval


COLOFON

UITGEVER NVRD, WTC Arnhem Nieuwe Stationsstraat 10 6811 KS ARNHEM +31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl REDACTIECOMMISSIE Marc Veenhuizen, ACV Groep (hoofdredacteur) Riny de Jonge, gemeente Amsterdam Addie Weenk, Rijkswaterstaat Folkert Starreveld, Cyclus Management Dico Kuiper, gemeente Alphen aan den Rijn Marianne Zegwaard, Stantec Kees van der Laan, Gemeente Rotterdam Annemieke Braamburg, Twente Milieu Ilse van der Grift, NVRD EINDREDACTIE Karin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhem +31 (0)88 - 3770000 hegeman@nvrd.nl

ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl REALISATIE EN DRUK Print2Pack, print2pack.nl Coverbeeld: Hans van Rhoon / ANP ABONNEMENTENADMINISTRATIE NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem Jaarabonnement ad €108 ex btw. België €125 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50. BEËINDIGING ABONNEMENT Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD. Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard. ISSN 1569-0458 © NVRD RECYCLED Made from recycled material

INHOUD 09

MINDER BIJPLAATSINGEN MET BLOEMBAKKEN RONDOM AFVALCONTAINERS De Afvalinzameling van Amsterdam ontvangt veel complimenten van bewoners voor de realisatie van 17 bloembakken op vier verschillende ondergrondse containerlocaties.

21

DE WEEK VAN DE AFVALHELDEN Van 1 tot en met 7 maart 2021 vindt voor het eerst de Week van de AfvalHelden plaats. Initiatiefnemers NVRD, Vereniging Afvalbedrijven (VA) en O&O Fonds GEO organiseren deze week verschillende momenten waarop de operationeel medewerkers in de afval- en reinigingsbranche in het zonnetje worden gezet.

14

OOK ZONDER CHEMIE GRIP OP ONKRUIDBEHEER Hebben we voldoende grip op onkruidbeheer? Dat is de vraag die we ons stelden ongeveer vijf jaar na de introductie van het verbod op chemische bestrijding van onkruid op verharding.

05 BEZEM 06 HOE DOEN ZIJ DAT: DE INZET VAN MENSEN MET EEN AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT 10 ANALYSE BENCHMARK SCHOON 12 AMSTERDAM BEGINT OFFENSIEF TEGEN BIJPLAATSINGEN 18 GEMEENTEN ZOEKEN SAMENWERKING IN AANPAK PLAAGDIERENOVERLAST 22 ECOLOOG LOUISE VET: ZORG VOOR MEER BIODIVERSITEIT 24 DE LEDEN CENTRAAL 25 NVRD NIEUWS 26 DIFTAR ALS BELEIDSINSTRUMENT BIJ HUISHOUDELIJK AFVALBEHEER 29 UITBREIDING STATIEGELDSYSTEEM PLASTIC FLESSEN 30 UITVOERINGSPROGRAMMA VANG-HUISHOUDELIJK AFVAL 2020 31 ZOWEL GELD ALS CO2 BESPAREN MET CIRCULAIR AFVALMANAGEMENT VAN DE OPENBARE RUIMTE 34 BRANCHENIEUWS 35 CLOSE-UP

C106833

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.

GRAM #01 februari 2021 | 3


KLIKO GROEP Innovators van afvalinzamelsystemen

ALLES ONDER 1 DAK minicontainers

containermanagement

ondergrondse containers

vierwielcontainers

chipregistratie

containerbehuizing

palletboxen

toegangscontrole

onderhoud en reiniging

“Al meer dan 40 jaar toonaangevend in minicontainers, innovator van ondergrondse containers, marktleider in chipregistratiesystemen en trendsetter in toegangselektronica.”

KLIKO GROEP Standaardruiter 36 3905 PZ Veenendaal

+31(0)318 559393 info@kliko.nl www.kliko.nl

BEZOEK ONZE NIEUWE WEBSITE

KLIKO.BE | KLIKO.NL


SAMEN De kortste maand van het jaar: februari. Is dat een voor- of nadeel in deze tijd? Deze maand gaat immers eerder voorbij dan alle anderen. Ook is het de laatste maand van de meteorologische winter, dan breekt de lente aan. En de maand van het vrolijke samenzijn, vooral onder de grote rivieren. Het grote ‘aanraak-en-elkaar-vasthouden-feest’, ofwel Carnaval. Een happening waarbij iedereen gelijk is, want iedereen is verkleed. Kroeg in, kroeg uit. Dweilen heet dat. Onbekommerd en soms onbezonnen. Met de optocht staat iedereen buiten de koude te trotseren en lacht om de geweldige creaties met vaak lokale politieke kinkslagen. Maanden van vrijwilligerswerk, dag en nacht samen ploeteren om het precies zo te krijgen als bedacht.

Samen. Zo begon het jaar altijd pas goed, pas echt goed. Maar nu dus even niet. Is ‘samen’ niet eigenlijk het woord van 2020? En bleek dat niet het virus, maar juist dit woord het probleem werd? Want samen is niet iets wat vanzelfsprekend goed gaat. Een paar rare pannenklappers bij een persconferentie als ultiem voorbeeld. Of losgeslagen vlaggendragers die een overheidsgebouw binnendringen. Wat wel iets weg had van een carnavalsoptocht, dat dan weer wel. Als bezem zie ik dat helaas ook. Heel lokaal en heel plaatselijk. Ik werk in de openbare ruimte, de ruimte van – precies - ons allemaal, van ons samen. Niet van de gemeente, niet van iemand die er zijn auto parkeert of iemand die er zijn afval achterlaat. We kunnen er wel een mooi woord op plakken; participatie. Maar ‘samen’ is toch ook gewoon goed? De NVRD heeft het zelfs in haar logo staan. Samen zijn niet de mannen en vrouwen van de reiniging of de mensen op de gemeentehuizen, of de gebruikers van de straten, pleinen en parken. Het is niet ‘of’, het is ‘én’. Laat 2021 het jaar zijn dat we ‘samen’ herontdekken.

GRAM #01 februari 2021 | 5


HOE DOEN ZIJ DAT? DEZE KEER: DE INZET VAN MENSEN MET EEN AFSTAND TOT DE ARBEIDSMARKT TEKST: HETTY DEKKERS ook nog eens fors van omvang, heel de dag lopen, dat ging niet. Toen hebben we hem een plaatsje gegeven op de onkruidbrander. Daar was hij heel blij mee. Maar het gebeurt ook dat iemand moeilijk kan lopen en toch wil schoffelen, dat regelen wij dan ook. MAKEN ZE ONDERDEEL UIT VAN HET RE-

Leo van Eeuwijk, teamleider regiogemeenten en reiniging Avri. Contact: vaneeuwijk@avri.nl

OM WAT VOOR MENSEN GAAT HET? Wij hebben zo’n 80 mensen lopen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Een deel van hen heeft een lichamelijke of geestelijke beperking of is volgens de WIA afgekeurd. Maar het grootste deel komt uit het ‘granieten bestand’, mensen uit de bijstand die jaren thuis hebben gezeten. We noemen ze tegenwoordig P-wetters, van participatiewet. WELKE TAKEN HEBBEN DEZE MENSEN BIJ JULLIE? Ze werken in het groen en de reiniging. Schoffelen, prullenbakken legen, straatvegen, dat soort taken. Als iemand bij ons binnenkomt, zoeken we naar werk dat bij hem of haar past. Laatst had ik een jongen met een halve voet, vanwege suiker. Hij was

6 | GRAM #01 februari 2021

GULIERE BEDRIJFSPROCES OF ZIJN ER APARTE AFSPRAKEN GEMAAKT? Ongeveer zestig mensen zijn gedetacheerd, twintig in eigen dienst. Onze voormannen hebben opleidingen gehad om ze te begeleiden. Maar het moet je wel een beetje liggen, niet iedereen kan dat. Onze doelstelling is deze mensen uiteindelijk door te laten stromen naar een reguliere baan. In 80 procent van de gevallen lukt dat, dus we doen het best goed, al zeg ik het zelf. Je moet er wel veel tijd en energie in steken, én maatwerk leveren. Laatst had men een groots plan om de mensen te trainen in lezen, schrijven en digitale vaardigheden. Dat werkte niet, je kunt deze mensen niet met twintigen in een klasje zetten en zeggen nu gaan we een lesje Nederlands doen. Dus bedachten wij zelf een andere methode. Ze krijgen ieder hun eigen tablet in de keet, waarmee ze hun taken aan kunnen vinken. Zo kunnen ze al een beetje aan de tablet wennen en in hun eigen kleine groepje oefenen. Als ze gewend zijn, mogen ze de tablet mee naar huis nemen om daar wat opdrachten te maken. Deze persoonlijke aanpak, die we zelf bedacht hebben, slaat wel aan. In een volle klas schamen ze zich en zijn ze bang uitgelachen te worden, daar voelen ze zich niet op hun gemak. HOE ORGANISEREN JULLIE DE BEGELEIDING? Alle binnenkomers krijgen bij ons een leer-werktraject dat drie tot negen maanden kan duren. Vaak zie je dat ze na één

maand in een gat vallen, ze starten goed maar daarna komt de terugval. Dus bij sommigen heb je die negen maanden echt nodig. We leren ze omgaan met op tijd komen, wat doe je als iemand onaardig tegen je doet, enzovoort. Het werk zelf is meestal geen probleem, maar het omgaan met elkaar en werkdiscipline, dat moet je ze echt leren. Overschatting is het grootste probleem. Dan zit er een leuke gezonde kerel van dertig jaar tegenover je, waarvan iedereen, hijzelf ook, denkt dat hij gewoon kan werken. Dat kan hij ook wel, maar niet meteen. Dan blijkt er toch van alles aan de hand, waar je op een opbouwende manier, hard aan moet werken. WAT DOET HET MET DE EIGEN CULTUUR? HOE GAAN COLLEGA’S ER MEE OM? Wij hebben in totaal 120 mensen in dienst, dus met 80 P-wetters is de verhouding fors. Sommige collega’s vinden het prima dat we dit doen, maar willen zelf echt niet met deze mensen samen werken, daar houden we rekening mee. Maar de meeste groepjes zijn gewoon gemengd, dat gaat prima. Het zijn vaste groepjes, dus men kent elkaar. Het gros van de eigen collega’s heeft er geen problemen mee. WELKE TIP ZOU JE WILLEN MEEGEVEN ALS GEMEENTEN HIERVOOR KIEZEN? Doe het zo laagdrempelig mogelijk. In het begin zaten er bij ons altijd mensen van P&O, keurig in het pak, bij het eerste sollicitatiegesprek. Dat werkt echt niet, kandidaten worden daar bloednerveus van. Ontvang ze ongedwongen en onofficieel, gewoon met een kopje koffie en een praatje. Open hiring is nog beter, dat mensen binnen kunnen lopen zonder officieel te solliciteren. Elke drempel kan te hoog zijn voor ze, hou daar rekening mee.


ale vaardigheden. En de een kan niet lezen of schrijven, en de ander haalt een groot rijbewijs, het niveau is echt heel verschillend.

Rolf de Kok, chef werkplaats Waardlanden. Contact: rolfdekok@waardlanden.nl

OM WAT VOOR MENSEN GAAT HET? Ik begeleid zelf drie jongens in de werkplaats, wajongers, die voorheen speciaal onderwijs hebben gehad. Het gaat dus om aangeboren beperkingen. In totaal werken er zo’n twintig mensen met afstand tot de arbeidsmarkt bij Waardlanden. Sommigen hebben het niveau van een 10-jarige, anderen hebben een hoger IQ maar zijn vooral beperkt in hun soci-

WELKE TAKEN HEBBEN DEZE MENSEN BIJ JULLIE? Mijn drie jongens rijden mee op de wasauto voor ondergrondse containers, repareren in de werkplaats en onderhouden het terrein. De overige zeventien werken allemaal bij de afvalinzameling. Zoals prullenbakken legen, meehelpen bij de inzameling. Het zijn toevallig allemaal jongens en mannen. Een afvalbedrijf als het onze, met bedrijfskleding en grote afvalwagens, heeft een enorme aantrekkingskracht voor ze. Ze vinden het stoer en mannelijk werk. MAKEN ZE ONDERDEEL UIT VAN HET REGULIERE BEDRIJFSPROCES OF ZIJN ER APARTE AFSPRAKEN GEMAAKT? De meeste zijn gedetacheerd, vanuit het sociaal maatschappelijk werk. Een klein deel is in vaste dienst. HOE ORGANISEREN JULLIE DE BEGELEIDING? Eens in de paar weken komt er een jobcoach langs en als iets echt mis gaat, hebben we nog iemand die thuis bij ze op bezoek gaat, ze wonen allemaal begeleid. Ik werk elke dag met deze jongens en stuur ze

aan. Dat vind ik heel mooi om te doen. Je moet ze geen drie opdrachten tegelijk geven bijvoorbeeld, dat gaat niet. Maar over het algemeen zijn ze heel vrolijk en blij als er iets lukt. Ze bellen me ook gerust in het weekend thuis op, om te melden dat ze iets leuks hebben meegemaakt, echt prachtig vind ik dat. WAT DOET HET MET DE EIGEN CULTUUR? HOE GAAN COLLEGA’S DAARMEE OM? Die moesten even wennen natuurlijk, maar dan loopt het prima. Ik hou ze wel in de gaten. Die jongens zijn makkelijk voor de gek te houden, dat moet niet uit de hand lopen. Een grapje kan best, maar het mag niet doorslaan. Wat je ook wel merkt, is dat het vaderlijke gevoelens oproept bij sommige collega’s. Ze nemen zo’n jongen in bescherming, dat is mooi om te zien. WELKE TIP ZOU JE WILLEN MEEGEVEN ALS GEMEENTEN HIERVOOR KIEZEN? Luister goed naar die mensen, soms hebben ze echt goede ideeën. En de sfeer in je bedrijf moet al goed zijn, als je hier aan begint. Als de collega’s niet fijn met elkaar omgaan, heeft het geen zin om een aparte doelgroep erbij te halen. Dan haalt het waarschijnlijk niets uit.

Wajongeren bij Waardlanden, foto Kobaltfoto.

GRAM #01 februari 2021 | 7


Maar het allergrootste deel werkt in ons textielsorteercentrum, waar jaarlijks 2,5 kilo ingezameld textiel uit heel Zuid-Limburg gesorteerd wordt. MAKEN ZE ONDERDEEL UIT VAN HET REGULIERE BEDRIJFSPROCES OF ZIJN ER APARTE AFSPRAKEN GEMAAKT? Ze zijn volwaardige collega’s en maken deel uit van de RD4-familie. Ze krijgen een kerstpakket, komen naar bedrijfsfeesten. Maar ze staan niet als zodanig op de loonlijst, ze zijn gedetacheerd via WSP. HOE ORGANISEREN JULLIE DE BEGELEIDING? We hebben jobcoaches via WSP, maar die zijn er niet altijd. Het meeste komt toch neer op de filiaal- en bedrijfsleiders. Die moeten wel enige affectie met deze doel-

Roger Wetzels, manager grondstoffen RD4. Contact: roger.wetzels@rd4.nl

OM WAT VOOR MENSEN GAAT HET? We hebben zo’n 180 mensen rondlopen uit de sociale werkvoorziening, die heet bij ons WSP. Daarnaast hebben we nog een aantal langdurig werklozen, die hier als vrijwilliger werkritme opdoen, en een aantal mensen uit de reclassering. WELKE TAKEN HEBBEN DEZE MENSEN BIJ JULLIE? Ze werken in de kringloopwinkels en sorteren de inhoud van de Best-tassen uit (boeken-elektronica-speelgoed en textiel).

Opleidingen ▪ ▪ ▪ ▪ ▪

8 |A.indd GRAM 190x62mm 1

Beeldkwaliteit Veiligheid Machines - code 95 Praktijk Communicatie

#01 februari 2021

groep hebben. Ik zeg het altijd zo: als er thuis een parkiet sterft, kan de werknemer volledig van slag zijn. Hij of zij komt huilend aan op het werk en moet dan even gerustgesteld worden en opgevangen met een bakje koffie. Als filiaalleider moet je op zulk soort dingen ingesteld zijn. WAT DOET HET MET DE EIGEN CULTUUR? HOE GAAN COLLEGA’S ER MEE OM? RD4 werd twintig jaar geleden opgericht en we hebben er toen meteen werk van gemaakt om relevant te zijn voor de samenleving. We hebben van begin af aan activiteiten ontplooid voor deze doelgroep. Daarom zijn ze een natuurlijk onderdeel van onze organisatie. Als we reguliere mensen in dienst nemen, wijzen we hen erop dat ze samen moeten werken met mensen met een beperking. We willen die doelgroep per

se in ons midden hebben, dus sleutelen wij aan de reguliere kant. De samenwerking verloopt daardoor heel goed. Op bedrijfsfeesten staan de WSP’ers heus niet in een hoekje bij elkaar, integendeel, men zoekt elkaar op en viert samen feest. WELKE TIP ZOU JE WILLEN MEEGEVEN ALS GEMEENTEN HIERVOOR KIEZEN? Het is geen kwestie van keuze, het is je plicht als gemeente. Ze zouden in mijn optiek allemaal het goede voorbeeld moeten geven. Je levert een meerwaarde aan het bestaan van deze mensen, dat is niet in geld uit te drukken.

“ IK ZEG HET ALTIJD ZO: ALS ER THUIS EEN PARKIET STERFT, KAN DE WERKNEMER VOLLEDIG VAN SLAG ZIJN. HIJ OF ZIJ KOMT HUILEND AAN OP HET WERK EN MOET DAN EVEN GERUSTGESTELD WORDEN EN OPGEVANGEN MET EEN BAKJE KOFFIE. ”

Advies ▪ ▪

CO2 footprint Certificatie: - veiligheid VCA - kwaliteit ISO - proces BRL

1632-01 NVRD GRAM 2021 feb

11-01-2021 12:30


MINDER BIJPLAATSINGEN MET BLOEMBAKKEN RONDOM AFVALCONTAINERS De Afvalinzameling van Amsterdam ontvangt veel complimenten van bewoners voor de realisatie van 17 bloembakken op vier verschillende ondergrondse containerlocaties. De bewoners rond deze locaties zijn blij, want de buurt fleurt door de tuintjes op en er wordt nauwelijks meer afval naast de containers gedumpt. TEKST: RINY DE JONGE BEELD: GEMEENTE AMSTERDAM Het project van de bloembakken op containerlocaties startte in juni 2020 op verzoek van bewoners en gebiedsteams. Doel was te testen of de bloembakken effectief waren tegen bijplaatsingen bij de containers. Met de directie Afval & Grondstoffen als projectleider werd de proef gezamenlijk ontwikkeld. Voor de proef werden locaties gekozen verspreid over de stad, waar structureel overlast was van afval naast de ondergrondse containers. Terugkijkend constateert projectleider Touria Sbaa dat er sowieso drie concrete successen werden geboekt: vergroening van de buurt, minder afvaldumpingen en meer participatie van bewoners. Feitelijk drie belangrijke Amsterdamse politieke beleidspeerpunten. De plantjes in de bloembakken werden verzorgd door Groenvoorziening, maar het dagelijkse beheer van de bloembakken ligt volledig bij de omwonenden. Voor elke locatie waren er bewoners die zich hieraan ook schriftelijk committeerden. Met elkaar de tuintjes verzorgen lijkt te zorgen voor een verbeterde sociale cohesie van betrokken bewoners, een positiever buurtgevoel (er zijn minder irritaties over troep op straat) en meer vertrouwen in de gemeente. Ook de chauffeurs van de afvalinzameling zijn blij met de tuintjes; ze kunnen nu meteen aan de slag zonder eerst los afval van de containerplaten te moeten halen.

huisje soms wel lastig door de plantengroei (zie foto). Bovendien is het gewicht van de plantenbakken rondom een container zo’n 230 kg, waardoor extra rekening moet worden gehouden met de capaciteit van de hijskraan. Voor grote reparaties aan de container(behuizing) moeten de plantenbakken losgemaakt worden. Tevens is nog onduidelijk of de plantenbakken corrosievorming op de containerplaat stimuleren. In de hele proefperiode, die eind december afliep, was er geen sprake van vandalisme aan de bloembakken op de vier verschillende locaties. Wellicht een aanwijzing voor het brede draagvlak voor dit initiatief onder de bewoners. De kosten van aan-

schaf, installatie en technisch beheer van de bloembakken waren in deze proefperiode nog relatief hoog, zo’n 2200 euro per container. Maar de doorontwikkeling van de bloembakken en de afstemming met containerleveranciers, kan wellicht tot lagere kosten leiden. Na aanschaf zijn de jaarlijkse beheerkosten relatief laag, zeker in verhouding tot de kosten van de extra auto die wordt ingezet om bijplaatsingen tussentijds weg te halen. In het eerste kwartaal van 2021 worden de voor- en nadelen van deze ‘grondstoffentuintjes’ geëvalueerd. Voor informatie: Touria Sbaa, Directie Afval & Grondstoffen Amsterdam, t.sbaa@amsterdam.nl

HIJSKRAAN Tot nu toe dus veel lof voor de bloemenbakken op de containerplaten, maar er zijn ook aandachtspunten. De deur van het containerhuisje moet toegankelijk blijven en dat is bij het huidige type container-

GRAM #01 februari 2021 | 9


ANALYSE BENCHMARK SCHOON GEMEENTEN DIE VOL INZETTEN OP PARTICIPATIE SUCCESVOL IN DE BENCHMARK SCHOON! TEKST & BEELD: FOLKERT STARREVELD, CYCLUSMANAGEMENT

De benchmark Schoon vergelijkt de beheerambities en -resultaten van gemeenten met elkaar en relateert deze aan de inzet en gemaakte kosten. Hierdoor worden gemeenten geprikkeld om te leren van elkaar en in benchmarkbijeenkomsten ervaringen en best practices uit te wisselen. De benchmark schoon gaat over zwerfafval, onkruid op verharding en alle andere activiteiten rondom het (preventief) schoonhouden van de openbare ruimte. Afgelopen jaar verliep de benchmark iets anders dan andere jaren. In plaats van de gebruikelijke bijeenkomsten in Utrecht vonden deze vanwege Corona online plaats. Met 24 gemotiveerde deelnemers ging dat boven wel goed. Er is weer een nieuwe dataset over het peiljaar 2019 gevuld waaruit mooie inzichten zijn gedestilleerd. In dit artikel volgen de belangrijkste. BEELDKWALITEIT De kwaliteit van de openbare ruimte wordt in deze benchmark vergeleken op basis van de beeldsystematiek van CROW. Daar waar gemeenten gebruik maken van een eigen beeldsystematiek – wat het geval was bij 30% van de benchmarkdeelnemers – wordt gevraagd een vertaling te maken naar de beeldsystematiek van CROW. Stadscentrum

Winkelcentra

5% 5%

8% B/C

9% C A+ 9% B/C A+/A

29% A

27% B 41% A

5% A/B

50% B

Woonbuurten 21% B/C

17% A

13% A/B

Buitengebied

23% C

18% B/C 63% B

Figuur 1: gerealiseerde beeldkwaliteit per gebiedstype

10 | GRAM #01 februari 2021

9% A

50% B

Gemiddeld streefden gemeenten een kwaliteitsdoelstelling A/B na. Veelal wordt deze doelstelling gedifferentieerd naar gebiedstype: A voor het stadscentrum en de winkelcentra, en B voor de woongebieden en het buitengebied. De gerealiseerde beeldkwaliteit kwam in 2019 uit op gemiddeld een B. 83% van alle gemeenten behaalde zijn eigen kwaliteitsdoelstelling. 25% van de gemeenten realiseerde ten opzichte van 2018 een kwaliteitsverbetering, 21% een kwaliteitsverslechtering. Een andere werkwijze, budgetwijziging, of andere aansturing zijn de meest genoemde reden van de kwaliteitsverandering. BELEVING Belangrijk naast de gemeten beeldkwaliteit is hoe inwoners de beeldkwaliteit ervaren. Toch is voor slechts 13% van de gemeenten burgerbeleving het meest belangrijke sturingsmechanisme. 47% van de gemeenten vindt burgerbeleving wel belangrijk maar stuurt bij voorkeur op beeldkwaliteit, en bij 40% van de gemeenten speelt burgerbeleving geen doorslaggevende rol. Van de gemeenten die de burgerbeleving wél monitoren is gevraagd een vertaling te maken naar een rapportcijfer van 1 tot 10. Het gemiddelde belevingsresultaat kwam in 2019 uit op 6,8 dat is iets hoger dan de 6,4 in 2018. KOSTEN De totale kosten van Schoon bedroegen in 2019 €20,- per inwoner. Dit is iets meer dan de €19,- in 2018. De kosten per m2 zijn wel lager dan in 2018 namelijk €0,21 versus €0,27. Er hebben afgelopen jaar meer landelijke gemeenten meegedaan aan de benchmark dan voorgaande jaren. Het grootste deel van de kosten komt voor rekening van vegen en afvalbakken legen (69%) en onkruidbestrijding op verharding (24%). Niet alle schoonkosten zijn beïnvloedbaar. Bijvoorbeeld een gemeente die veel toerisme trekt, heeft een hogere gebruiksdruk van de openbare ruimte en daardoor een hogere vervuilingsgraad dan een gemeente die geen toerisme trekt. Ook de stedelijkheid is een niet-beïnvloedbare factor die wel kostenbepalend is. Om die reden worden de kosten ook per stedelijkheidsklasse bepaald. Figuur 2 laat zien dat de verschillen in beheerkosten groot zijn tussen de stedelijkheidsklassen. AANPAK Gelukkig blijven er voldoende mogelijkheden over om de beeldkwaliteit en de kosten wel te beïnvloeden, bijvoorbeeld door goede voorzieningen te treffen en een efficiënte schoonmaakmethode te kiezen. Of door vol in te zetten op participatie en gedragsbeïnvloeding.


€ per inwoner 25

24

22

€ per m2 0.4

23 20

20 15

0.3 0.2

9

10

0.4

0.2

0.2

0.2

0.1

5

0.1

0.0

0 SK1

SK2

SK3

SK4/5

SK1

BM

SK2

SK3

SK4/5

BM

Figuur 2: gemiddelde kosten schoon (zwerfafval, afvalbakken, onkruid verharding incl. coördinatie) per stedelijkheidsklasse De intensiteit waarmee participatie, communicatie en handhaving wordt toegepast is moeilijk te meten. De benchmark hanteert een vragen-score lijst waarmee per doelgroep wordt nagegaan welke aspecten van participatie, communicatie en handhaving worden benut. Opvallend is dat de gemeenten die hoog scoren op participatie, ook de gemeenten zijn die een hoge beeldkwaliteit realiseren tegen relatief lage kosten. AFVALBAKKEN EN OVERIGE VOORZIENINGEN Gemeenten hebben gemiddeld 13 afvalbakken per 1000 inwoners staan in de openbare ruimte. Ongeveer twee derde van de gemeenten leegt deze bakken op basis van vullingsgraad. 33% van de gemeenten heeft afvalbakken voor meerdere componenten staan (afvalscheiding), 38% heeft adoptiebakken staan, 63% hondenpoepbakken, en 67% heeft opvallende gekleurde bakken. Tijdens de bijeenkomsten is het nut van de afvalbak besproken. Sommige gemeenten voeren coulant plaatsingsbeleid om zwerfafval te voorkomen, terwijl anderen juist aangeven terughoudend om te gaan met het plaatsen van afvalbakken om wildgroei te voorkomen. 40% van de gemeenten heeft plaatsingscriteria vastgesteld.

VEEGAANPAK Steeds meer gemeenten maken resultaatgericht schoon. 42% van de gemeenten veegt volledig beeldgericht. De helft van de gemeenten stemt de veegfrequenties af op de vervuilingssnelheid van het gebied, en 8% veegt op vooraf vastgestelde frequenties. De gemiddelde veegfrequentie is het hoogst in de stadscentra (gemiddeld 419 keer per jaar) en het laagst in het buitengebied (gemiddeld 25 keer per jaar). ONKRUIDBESTRIJDING Onkruidbestrijding is een lastige activiteit sinds er niet meer met chemische middelen mag worden gewerkt. Machinaal borstelen is de meest toegepaste werkwijze (46%). Gemiddeld wordt er €5,50 per inwoner uitgegeven aan de onkruidbestrijding, maar veel gemeenten geven aan dat hun budgetten ontoereikend zijn om de vastgestelde beeldkwaliteit te halen. De gemiddelde frequentie voor onkruidbestrijding in de stadscentra bedraagt 7 keer per jaar. In de overige gebieden is dat gemiddeld 4 keer per jaar. Het analysedocument van deze benchmark is te downloaden via : https://www.benchmarkschoon.nl/#actueel

OVER DE BENCHMARK SCHOON De Benchmark Schoon is een initiatief van de NVRD en wordt in samenwerking uitgevoerd met Rijkswaterstaat, Nederland Schoon en Cyclusmanagement. Het is een krachtig kennis-, netwerk- en managementinstrument, dat een actieve zoektocht naar de oorzaken van verschillen stimuleert.

Beeld kwaliteit

PRESTATIEGEBIEDEN Centraal in deze benchmark staat de Benchmarkdriehoek. Deze driehoek geeft op de belangrijkste prestatiegebieden (beeldkwaliteit, beleving, kosten en aanpak) de onderlinge afhankelijkheid weer. Per prestatiegebied zijn prestatie-indicatoren benoemd. De relatie tussen prestaties en prestatiebepalende factoren worden in de rapportages inzichtelijk gemaakt, dan wel besproken tijdens de bijeenkomsten. ONDERWERPEN De Benchmark Schoon omvat de beheerthema’s afval in de openbare ruimte, onkruid op verharding, uitwerpselen, kauwgom en graffiti & wildplak. Van deze beheerthema’s wordt gekeken naar de beheeractiviteiten van het primaire proces: zowel naar de uitvoering als de coördinatie, het schoonmaken als preventie. INFORMATIE OF DEELNAME? De benchmark schoon wordt jaarlijks georganiseerd. Het levert niet alleen waardevolle rapportages op (met inzicht in eigen prestaties ten opzichte van andere gemeenten), maar ook leerzame bijeenkomsten met collega’s door het hele land. Deelname is gratis. Aanmelden kan via www.benchmarkschoon.nl (tot 15 april 2021.)

Aanpak Beleving

Kosten

Beeld kwaliteit

Gemeenten beeldresultaat (CROW)

Kosten

Kosten schoon totaal en kosten per beheerthema (in € per inwoner en € per m2)

Beleving

Perceptie van het resultaat door burgers

Aanpak

Voorzieningen (afvalbakken etc) Reinigingsinzet (vegan, afvalbakken, legen, etc) Flankerende inzet (participatie, handhaving, communicatie)

GRAM #01 februari 2021 | 11


AMSTERDAM BEGINT OFFENSIEF TEGEN BIJPLAATSINGEN Wie ziet het niet, in grote steden als Amsterdam, en ook in middelgrote steden: in de drukke openbare ruimte worden vuilniszakken niet alleen in de afvalcontainers geworpen maar er ook naast gezet. De irritatie erover is groot. Amsterdam is daarom halverwege 2020 een ‘afvaloffensief’ begonnen. “Het moet gewoon schoner worden”, aldus wethouder Laurens Ivens (SP). TEKST: RENÉ DIDDE BEELD: GEMEENTE AMSTERDAM

A

l bijna de helft van de twaalfduizend afvalcontainers in Amsterdam is binnen een half jaar voorzien van een nieuwe sticker. In een oogopslag maakt het pictogram de burger duidelijk hoe afval moet worden aangeboden. In twee talen – Nederlands en Engels – zijn voor de zekerheid vier korte richtlijnen vermeld. Is de container vol? Loop naar de volgende. Voetstappen op trottoir wijzen op veel locaties al de looprichting. Is de container kapot? Meld het. Is het afval te groot? Dan is het grof afval, dat in deze buurt op zondagavond moet worden aangeboden in speciale vakken, vaak naast het containerparkje. En tenslotte: voorkom dat u een boete krijgt. “Mensen lezen niet”, zegt programmamanager Peter Kooij van de directie Afval en Grondstoffen van de gemeente Amsterdam. “Je neemt maar beperkt tekst op als je ergens komt. De indruk ter plekke, en het beeld dat je bij de container ziet is belangrijker”, zegt hij op een koude januari-ochtend bij een containerlocatie in de Schinkelbuurt, niet ver van het Vondelpark. Over het ontwerp van de nieuwe sticker is uitgebreid overlegd met gedrags- en communicatiedeskundigen, prototypen zijn voorgelegd aan testpanels. Het is nog niet duidelijk hoeveel effect de stickers hebben. Veel Amsterdammers houden zich netjes aan de afvalregels, een bepaalde groep is hardleers en negeert de afspraken moedwillig vanuit gemak of onverschilligheid. Voor elk van de zeven stadsdelen van Amsterdam is een lijst gemaakt met 150 plekken waar de meeste overlast is van afval, 75 ‘aandachtslocaties’ en 75 ‘probleemloca-

12 | GRAM #01 februari 2021

ties’. Die plekken worden dagelijks bezocht door servicemedewerkers van de gemeente, afval toezichthouders en de werkbrigade (medewerkers van de sociale werkplaats Pantar). Chauffeurs van vuilniswagens krijgen een tablet waarin zij met een druk op de knop melding kunnen maken van een probleem dat zij zelf niet kunnen oplossen bij alle andere containerparken, net zoals andere medewerkers daar met foto’s de properheid in beeld brengen. Alle medewerkers van de afvalinzameling, van buurtconciërge tot toezichthouder verzamelen met een speciaal door de gemeente ontwikkelde app gegevens over de schoonheidsgraad, vulgraad van de containers, defecten en bijplaatsingen. Zo probeert de gemeente een beter beeld te krijgen en gericht menskracht en informatie naar deze locaties te dirigeren. BIJGEPLAATSTE ZAKKEN OPENMAKEN De toezichthouders onderzoeken bijgeplaatste vuilniszakken en proberen er bewijsmateriaal zoals papieren met adresverwijzingen in te vinden. Dat blijkt in een half jaar tijd redelijk succesvol, aldus Kooij. “Van half juli tot eind oktober zijn op de probleemlocaties in heel Amsterdam in totaal 13.555 overtredingen geconstateerd. In de meeste gevallen leidde dat tot een boete van €95. Stadsdeel Zuid en Stadsdeel West waren de trieste aanvoerders van de lijst.” De bewoners van het gevonden adres ontvingen een kaartje met het verzoek om een BOA (buitengewoon opsporingsambtenaar) te bellen. Daar kon de betrapte persoon een verklaring afleggen. “Een enkele keer leidde dat tot verandering in een waarschu-

wing, maar vaak waren het smoesjes en verklaringen als ‘de werkster zet het afval op straat’ of ‘ik zag er al zakken staan dus dacht dat het mocht’”, aldus Kooij. Opmerkelijk is ook het aantal winkels en bedrijven die meer dan de toegestane hoeveelheid van negen vuilniszakken per week in of bij de containers plaatsen. Groentewinkeliers die partijen overrijp fruit plaatsen bij het grofvuil, of gewoon naast de container; bouwbedrijven die sloopafval of ongebruikt cement naast de container zetten. Daar heeft de gemeente nog geen goede strategie voor. “De pakkans is laag, je kunt er niet dag en nacht een toezichthouder neerzetten”, aldus Kooij. De eerste boete voor betrapte bedrijven bedraagt € 495. KARTONKLEP Afval en troep zijn de hondenpoep van weleer. Ze prijken bovenaan de lijstjes van (groot)stedelijke ergernissen. “Het lijkt steeds normaler te worden om een bankstel of hele inboedel op de hoek van de straat te zetten”, zegt Laurens Ivens, namens de SP wethouder Reiniging. “Maar afval op straat is niet normaal. Het is smerig, milieuonvriendelijk, trekt ongedierte aan en kan gevaarlijk zijn voor verkeersdeelnemers of spelende kinderen. De stad moet gewoon schoner worden.” De gemeente moet ‘de basis op orde hebben’. Afval moet op tijd worden opgehaald, containers moeten werken, meldingen van bewoners moeten snel worden afgehandeld. Dat is het vertrekpunt, aldus de wethouder. Maar dat blijkt niet genoeg. Sinds half juli 2020 startte daarom het Afvaloffensief onder leiding van Ivens. Op een commissie-


vergadering in december verzekerde hij dat het Afvaloffensief net zolang gaat duren totdat negentig procent van de aandachten probleemlocaties het CROW-predicaat schoonheidsgraad B-niveau heeft verworven. “Veel mensen zeggen dat de container vol of gestremd is en plaatsen de vuilniszak ernaast, maar dat is slechts in vijf procent het geval.” Handhaven en beboeten op afvalgebied is relatief nieuw in Amsterdam. Er is wel een voorbeeld. Indertijd had een structureel volgehouden campagne van de politie om fietsers te manen fietslicht te voeren veel succes, mede door de boetes. Peter Kooij noemt ook een aantal innovaties die mensen moeten verleiden tot beter gedrag. Zo is er veel kartonafval in omloop door online aankopen die zeker door de corona-crisis fors zijn toegenomen. “We hebben op een honderdtal papiercontainers aparte kartonkleppen aangebracht waardoor papiercontainers minder snel verstopt raken. Doel is gemak voor de Amsterdammer zodat men het karton makkelijker kwijt kan.” Uit evaluatie moet blijken of dit werkt. GREEN GRAFFITI Tot die verleiding dragen ook andere voorzieningen bij. Kooij toont een locatie waar een fietsenrek is verplaatst om meer ruimte te creëren voor de grofvuil-afval plek. De gemeente legt zogeheten containertuintjes aan die worden beheerd door bewoners die daarmee de bijplaatsingen trachten te verminderen. Hij maakt gewag van ‘buurtgerichte’ flyers. Bij een plek met veel kartonafval wordt gewezen op de kartonklep, of simpel voorgedaan hoe je een kartonnen doos klein krijgt. Er zijn promotieteams inclusief koffiekar die met buurtbewoners in gesprek gaan over de afvalregels. De voetstappen naar een alternatieve container en andere vormen van tijdelijke ‘green graffiti’ bieden mogelijkheid tot gerichte communicatieboodschappen. Glascontainers hebben een pictogram dat aangeeft dat bewoners glas tussen 07.00 en 22.00 uur moeten inwerpen. Hans Homburg, adoptant van een afvalcontainerparkje in de Saxen Weimarlaan, is tevreden. “De sticker met pictogram is duidelijk”, zegt hij. Zojuist heeft hij zijn eigen containers schoon gemaakt met een sopje. Hij sleept op deze snijdende koude ochtend blijmoedig zeker zes kerstbomen van zijn parkje naar een nabij gelegen,

Dankzij aparte kartonkleppen raken papiercontainers minder snel verstopt. tijdelijke kerstbomenlocatie. ‘Lever hier kerstbomen in’ staat er met koeienletters bij. Het is een van de liefst duizend plekken waar Amsterdammers hun kerstboom kwijt kunnen, zodat speciale vuilniswa-

gens de bomen gerichter en sneller kunnen weghalen. Zelfs in de chique Vondelparkbuurt is het voor sommige mensen toch teveel gevraagd om de bomen op de juiste plek aan te bieden.

GRAM #01 februari 2021 | 13


OOK ZONDER CHEMIE GRIP OP ONKRUIDBEHEER Ondanks het verbod op chemische bestrijdingsmiddelen lukt het in vrijwel alle gemeenten om onkruid te bestrijden. Onkruid op een natuurvriendelijke wijze onder de duim houden is echter wel intensiever dan met de chemische middelen. Belangrijk hierbij is dat budgetten in gemeenten voldoende worden afgestemd én dat gemeenten rekening houden met de inrichting van de openbare ruimte.

H

TEKST: BAS PEETERS BEELD: LUUK VAN DER LEE / ANP

et overgrote deel van de Nederlandse gemeenten heeft grip op het onkruidbeheer. Dit ondanks het verbod op chemische bestrijdingsmiddelen en de toegenomen onkruiddruk. Het is hierbij wel belangrijk dat beheer en ontwerp elkaar versterken en dat budgetten voldoende zijn afgestemd op het gewenste kwaliteitsniveau. En dat de omstandigheden niet tegenwerken. Dit blijkt uit een onderzoek dat de NVRD heeft uitgevoerd naar de huidige stand van zaken van onkruidbeheer in Nederland. Het recentelijk onverbin-

14 | GRAM #01 februari 2021

dend verklaren van het verbod op glyfosaat (zie kader pag. 16) doet hieraan geen afbreuk. De NVRD staat voor duurzaam onkruidbeheer en ook met alternatieve methoden kan het gewenste resultaat worden behaald. ONDERZOEK Hebben gemeenten voldoende grip op onkruidbeheer? Dat is de vraag die centraal stond in het onderzoek, uitgevoerd door adviesbureau TAUW/vanWelsem. Het verbod uit 2016 heeft veel invloed


gehad op de onkruidbeheersing in Nederland. Gemeenten en beheerders zijn in de afgelopen jaren op zoek gegaan naar een nieuw evenwicht tussen kwaliteit, kosten en in te zetten methoden. In het onderzoek is onderzocht of dit is gelukt aan de hand van vijf hoofdvragen die in de volgende alinea’s aan bod komen. HOGERE KOSTEN De eerste hoofdvraag van het onderzoek betrof de huidige stand van zaken van onkruidbeheer in Nederland. Welke methoden worden toegepast, wat zijn daarvan de kosten en welke resultaten worden behaald? Mechanische methoden overheersen in het onkruidbeheer. De meest gebruikte methoden zijn: borstelen, veelal in combinatie met de bosmaaier, gevolgd door thermisch bestrijden met hete lucht. Opvallend is dat hierbij geen significant verschil is tussen gemeenten die al langer chemievrij werken en gemeenten die in 2016 zijn overgestapt. Er zijn ook weinig innovaties op dit terrein. Uit het onderzoek blijkt dat met elke methode het gewenste resultaat behaald kan worden. Thermische methoden lijken geschikter voor gebieden met een hoger kwaliteitsniveau. Ten opzichte van chemisch onkruidbeheer zijn de kosten met een factor 3 tot 4 toegenomen tot gemiddeld 0,17 cent/m2 voor kwaliteitsniveau B. Omdat de budgetten niet gelijk zijn gestegen, hebben veel gemeenten concessies moeten doen zoals het verlagen van het kwaliteitsniveau en de inzet van goedkopere mechanische beheertechnieken zoals borstelen. Ook wordt er meer geveegd. ONKRUIDDRUK TOEGENOMEN In het onderzoek zijn ook de effecten en consequenties van chemievrij onkruidbeheer onderzocht. Het belangrijkste effect is dat de onkruiddruk is toegenomen. Waar met chemische bestrijding het onkruid werd vernietigd, is het nu lastiger om het helemaal te verwijderen. Onkruid vergaat niet meer. Wortels of zaden blijven met mechanisch methoden vaak achter, waardoor het onkruid sneller terugkomt. Dit resulteert in een lagere beeldkwaliteit en in een toegenomen aantal klachten van bewoners. Het beter inrichten van de openbare ruimte is hierop een antwoord. Met een kwalitatief goede bestrating en weinig objecten op straat geef je onkruid minder kans om vaste bodem te krijgen. Minder obstakels maakt het vegen en borstelen gemakkelijker. Naast de onkruiddruk is ook wortelopdruk een groter probleem bij niet-chemische bestrijding. Het wortelpakket zorgt voor het omhoog drukken van de bestrating met weer meer onkruidgroei tot gevolg.

van onkruidgroei met onkruidwerende inrichting van de openbare ruimte of door een grotere acceptatie van onkruid. Er liggen nog veel kansen op het gebied van participatie, beleving en voorlichting. Beter communiceren over het werk in onkruidbeheersing naar inwoners zorgt voor meer begrip. Zo verhoogt men de acceptatie en verbetert de beleving van ‘groen op straat’. SAMENWERKING Deelnemers aan het onderzoek ervaren een goede samenwerking tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Toch kan niet worden voorkomen dat er af en toe discussiepunten ontstaan. Hoe moet men omgaan met langere groeiperiodes als er geen extra capaciteit aan machines beschikbaar is? Hoe kan men het beste omgaan met onenigheden over de beeldkwaliteit? En hoe gaat men om met klachten van bewoners? Door chemievrij onkruidbeheer is de relatie tussen kwaliteit, methoden en budget meer onder spanning komen staan. Dit heeft weer invloed op de relatie tussen opdrachtgever en opdrachtnemer. Het budget is de leidende factor en kan te laag zijn om het gewenste resultaat te behalen. Er ontstaat dan al snel discussie over de te gebruiken methode, maar daar zit de oplossing meestal niet in. Deze zit wel in een intensievere samenwerking tussen opdrachtgever en -nemer. Evalueer samen hoe het gaat, waar wellicht extra inzet nodig is, waar dit niet gaat lukken, heb begrip voor de situatie en verken ook vooral waar je deze situaties in de toekomst kunt voorkomen door bijvoorbeeld het toepassen van preventieve maatregelen. Alhoewel belevingskwaliteit als belangrijk wordt gezien, zien we een neiging naar werken op frequentie. Dit brengt minder risico met zich mee voor de opdrachtnemer en is gemakkelijker te communiceren naar de burger. VOLDOENDE GRIP OP ONKRUIDBEHEER? Uit het onderzoek is gebleken dat in drie kwart van de gevallen de ondervraagden aangeven grip te hebben op het onkruidbeheer. Dit ondanks het feit dat de overgang van chemische onkruidbestrijding naar niet-chemische bestrijding invloed heeft gehad op de kosten, methoden, beeldkwaliteit en de tevredenheid bij de burgers.

Een andere oorzaak van de toegenomen onkruiddruk ligt in de toenemende invloed van het klimaat. Klimaatverandering waaronder minder strenge winters zorgt voor langere groeiperioden waardoor vaker ingrijpen noodzakelijk is. BEHOEFTE AAN VERDUURZAMING Een duidelijke trend bij zowel beheerders als gemeenten is de behoefte om te verduurzamen. Een grote mogelijkheid tot verduurzaming ligt uiteraard in het chemievrij blijven beheren, ook na de recente uitspraak van het gerechtshof. Mogelijkheden tot verduurzaming liggen verder in het gebruik van milieuvriendelijke brandstoffen en elektrische voertuigen en werktuigen. De meeste duurzaamheidswinst is waarschijnlijk te behalen in het voorkomen

GRAM #01 februari 2021 | 15


Het onderzoek levert geen generiek passend antwoord op de vraag naar het optimale evenwicht tussen de gebruikte me-

De omstandigheden in een gemeente bepalen per geval hoe de driehoek tussen kwaliteit, methode en kosten het beste ingevuld kan wor-

thode, de gerealiseerde kwaliteit en de daarbij horende kosten. Dit hangt sterk af van een veelheid aan factoren zoals: onder-

den. Het blijkt dat met elke methode de gewenste kwaliteit gehaald wordt. De grootste problemen lijken te ontstaan als de budgetten niet voldoende zijn voor het gewenste kwaliteitsniveau. Als dit wel het geval is, kan verder worden geoptimaliseerd. In het onderzoeks-

grond, kwaliteit van de verharding, achterstand door onvoldoende budget na overgang naar niet-chemisch, beschikbaar materiaal etc.

rapport worden hiervoor verschillende aanbevelingen gedaan.

STREEP DOOR HET GEBRUIKSVERBOD? De NVRD heeft met het onderzoek de huidige situatie, ervaringen, trends en ontwikkelingen van onkruidbeheer in Nederland in kaart gebracht. Een ontwikkeling die we niet hadden voorzien was het arrest van het gerechtshof in Den Haag van 24 november 2020 dat een streep zette door het gebruiksverbod op gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw. Het gerechtshof is van mening dat de wijziging van het besluit gewasbeschermingsmiddelen en biociden via koninklijk besluit van 9 maart 2016 een wettelijke grondslag ontbeert en onverbindend is. Dit zou betekenen dat gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen voor onkruidbeheer weer is toegestaan. Dit is naar verwachting van beperkte duur. In een brief aan de Tweede Kamer heeft staatssecretaris Stientje van Veldhoven aangegeven op korte termijn de wettelijke basis onder het gebruiksverbod voor gewasbeschermingsmiddelen te herstellen. Er ligt inmiddels een wetsvoorstel bij de Raad van State. Dit voorstel regelt volgens de staatssecretaris een wettelijke grondslag voor maatregelen zowel voor particulier als professioneel gebruik van gewasbeschermingsmiddelen buiten de landbouw. Na advies van de Raad van State wordt het wetsvoorstel aan de Tweede Kamer voorgelegd. De staatssecretaris spreekt in de brief de verwachting uit dat beheerders terreinen chemievrij blijven beheren en niet zullen terugvallen op het gebruik van gewasbeschermingsmiddelen. Ook de NVRD is voorstander van duurzaam beheer en verwacht niet dat haar leden zullen teruggrijpen naar chemische bestrijdingsmiddelen.

Slimme oplossingen voor grondstof inzameling Scheidingsmeubel

Textielcontainers

Containerbehuizingen

naar wens samen te stellen

innovatieve inzamellogistiek

240, 660, 1100 liter diverse fracties

...en meer op onze website: www.mcbmilieuentechniek.nl Volg ons op

info@mcbmilieuentechniek.nl | +31 (0)165 555 110

16 | GRAM 190x130mm A.indd 1

#01 februari 2021

22-0000-1548-02 NVRD GRAM 2021 feb

11-01-2021 13:12


[Advertorial] WECYCLE:

STICHTING LIGHTREC/ WECYCLE Namens LightRec verzorgt Wecycle de inzameling van energiezuinige (consumenten- en professionele) lampen. AANLEIDING Voor energiezuinige (consumenten- en professionele) lampen wordt de inzameling namens LightRec uitgevoerd door Wecycle. In 2021 zal Stichting OPEN de overkoepelende organisatie worden voor de inzameling van alle afgedankte elektrische apparaten met uitzondering van energiezuinige lampen (dit blijft LightRec), met als belangrijke taak om het inzamelvolume met 65.000 ton te verhogen. In 2021 zal op een vergelijkbare wijze als nu de inzameling van lampen en armaturen geregeld worden met een belangrijke toevoeging: een extra inzamelinspanning voor lampen en armaturen uit de openbare verlichting. DE UITDAGING In Nederland vindt momenteel een grote transitie plaats waarbij de standaard verlichting wordt vervangen door LED verlichting. Niet alleen moeten de oude lampen die hierbij vrijkomen verantwoord worden ingezameld, ook eventuele armaturen die hierbij niet meer kunnen worden hergebruikt moeten ingezameld worden ten behoeve van recycling. Al met al biedt deze ontwikkeling kansen voor circulariteit. LEERERVARINGEN Bij de vervanging van vrijkomende openbare verlichting binnen gemeenten is het bevorderen van de circulariteit mogelijk door afgedankte lampen en armaturen op één plek binnen een gemeente te verzamelen en vervolgens regiogewijs te laten beoordelen op de mogelijkheden voor hergebruik. VOORLOPERS: HUIZEN EN ZWOLLE Om zicht en grip te houden op een verantwoorde afvoer, hebben deze gemeenten in de contracten met hun installatiebedrijven al opgenomen dat openbare verlichting op een centrale plek in de gemeente afgegeven moet worden, in dit geval op de gemeentewerf. Namens stichting LightRec haalt inzamelorganisatie Wecycle deze lampen en armaturen op. De armaturen worden vervolgens naar één van de Wecycle Service Centers verstuurd en met inzet van SROI ontdaan van milieugevaarlijke stoffen (bijv. condensatoren) en aansluitend verwerkt conform de CENELEC normen. De lampen worden na demontage uit de armaturen direct verwerkt door gespecialiseerde bedrijven. Zie de video https://vimeo. com/138092870) waarin wordt getoond hoe het verwerkingsproces plaatsvindt.

TOEKOMST: GEMEENTELIJK PLATFORM En wat als iedereen meedoet? Gemeenten zitten in een unieke positie. Allereerst kopen zij zelf grootschalig verlichting in. Ten tweede kan een gemeente als eigenaar van de openbare verlichting bepalen hoe met de overtollige openbare verlichting omgegaan wordt. Een uniforme aanpak waarbij gemeenten beginnen met het aanwijzen van één verzamelpunt voor overtollige en afgedankte openbare verlichting, creëert bij voldoende deelname van gemeenten de noodzakelijke schaalgrootte. Op deze manier is het vervolgens mogelijk om met behulp van SROI inzet potentieel bruikbare armaturen te scheiden en apart te houden en waar mogelijk te repareren voor hergebruik. Deze ‘refurbished’ armaturen kunnen dan opnieuw ingezet worden in de eigen gemeente of bij partnergemeenten van het platform. Op deze wijze realiseren de deelnemende gemeenten zowel een nieuwe kringloop als hoogwaardig hergebruik. Voor deelname en meer informatie kunt u contact opnemen met Wecycle, telnr 079 7600 610 of info@wecycle.nl.

INTERESSE IN VERWERKING VAN VERLICHTING? ZIE DE VIDEO OP: HTTPS://VIMEO.COM/138092870


GEMEENTEN ZOEKEN SAMENWERKING IN AANPAK PLAAGDIERENOVERLAST Plaagdierenoverlast neemt toe: veel gemeenten hebben te maken met oprukkende exoten en groeiende overlast van meer bekende plaagdieren zoals ratten. Een landelijke aanpak is lastig omdat de Rijksoverheid geen centrale regierol meer heeft. Gemeenten die veel ervaring met oude en nieuwe plaagdierenoverlast hebben, willen onder meer door meer onderlinge samenwerking de aanpak ervan verbeteren.

E

r zijn twee belangrijke plaagdiertrends, vertelt directeur Bastiaan Meerburg van het Kennis- en Adviescentrum Dierplagen (KAD). Aan de ene kant nieuwe bedreigingen van exoten zoals de Aziatische hoornaar - in Vlaanderen al gemeengoed - of het draaigatje (een miersoort). Aan de andere kant zijn bekende plaagdieren her en der in opmars, denk aan de eikenprocessierups en ratten. “Deels heeft dit met klimaatverandering te maken”, stelt Meerburg. “Soorten die eerder niet in staat waren zich hier te handhaven, kunnen dat steeds beter. Zeker met invasieve exoten heb je dan een probleem, omdat je ecosysteem wordt aangetast.” Bij de traditionele plaagdieren is de aandacht voor bestrijding de afgelopen decennia verminderd. Het KAD was ooit onderdeel van het toenmalige ministerie van VROM, maar is in 1998 geprivatiseerd tot onafhankelijke stichting. Reden was onder meer dat de Rijksoverheid de dierplagen als iets van het verleden zag. Niets blijkt echter minder waar te zijn, constateert Meerburg. De Rijksoverheid heeft de verantwoordelijkheid voor bestrijding van dierplagen steeds meer bij gemeenten neergelegd. Deze circa 365 gemeenten hebben hun eigen insteek en prioriteiten. Dat leidt volgens Meerburg tot ongelijkheid en fragmentatie in de aanpak, al heeft KAD inmiddels met 80-90 gemeenten serviceovereenkomsten. Dat betekent onder meer dat inwoners voor advies het KAD

18 | GRAM #01 februari 2021

TEKST: MARTIJN KREGTING BEELD: KAD kunnen bellen. Bij meer uitgebreide overeenkomsten kan een KAD-medewerker bij inwoners langsgaan. “Verder hebben we een signaalfunctie naar gemeenten, omdat wij sneller merken waar er - groeiende - overlast is.” VERSNIPPERD BEELD De mate van plaagdierbestrijding en -beheersing blijft echter erg afhankelijk van de gemeente waar iemand woont. In kleinere gemeenten met minder middelen is hiervoor vaak minder prioriteit dan in grotere gemeenten. Er wordt niet centraal gekeken naar waar de overlast het grootst is. “Vóór 1998 had je een inspecteur voor de volksgezondheid, specifiek voor dierplagen. Die kon op basis van cijfers per gemeente aangeven of er ergens een tandje bij moest.” Nu is er een heel beperkt en versnipperd beeld. Landelijke registratie vindt niet plaats en gemeenten hebben uiteenlopende methoden en definities om te registreren. Het RIVM heeft wel een landelijke rattenmonitor, maar de medewerking hieraan is nog beperkt. Meerburg: “Terwijl je volledige en vroegtijdige informatie hard nodig hebt: om de focus te verleggen van bestrijding naar preventie, voor een goed beleidsplan dat bepaalt of en zo ja op welke wijze er ingegrepen wordt bij overlast van plaagdieren.” OPMARS IN FLORA EN FAUNA In de openbare ruimte ervaren gemeenten de laatste jaren een toename van exoten in flora én fauna, vertelt Constant Moriën, regisseur Openbare Ruimte van

Alphen aan den Rijn. “Zo hebben wij sinds ruim twee jaar last van onder meer het mediterrane draaigatje en Amerikaanse rivierkreeften. Op floragebied is er overlast van de Japanse duizendknoop en een waterplant die in steeds meer sloten en vaarten woekert.” Met name exoten zorgen voor overlast door overwoekering van inheemse soorten of, zoals bij het draaigatje, duizenden diertjes in huis. Tot voor kort werd vooral ingegrepen op basis van klachten en meldingen, met een ploegje van de buitendienst of een ingehuurde specialist. Moriën: “Maar als gemeentelijke organisatie zijn we enigszins overvallen door het snelle oprukken van exoten. De specialismen voor bestrijding hiervan hebben we niet in huis.” WEL OF NIET UITBESTEDEN Volgens Grietje Maters, Adviseur Gemeente Rotterdam - Stadsbeheer, hangt de aanpak van plaagdierenoverlast (in Rotterdam onder meer ratten en het draaigatje) mede af van uitbesteden ervan of niet. “Grotere gemeenten zoals Rotterdam hebben vaak een eigen organisatie - zoals onze afdeling plaagdierbeheersing - om de overlast te bestrijden. Vooral kleinere gemeenten besteden dit uit wegens capaciteitsgebrek.” Dat betekent niet altijd dat de bestrijding van plaagdieren efficiënter is bij een grote gemeente. Er zijn vaak meer en grotere afdelingen – dus langere lijnen. Daardoor gaan dingen soms juist langzamer. “Je hebt vaak mensen van meerdere afde-


Het draaigatje is een van de exoten die steeds vaker overlast veroorzaakt in huis. lingen nodig voor een integrale aanpak. Maar die afdelingen hebben vaak een eigen agenda. Een groenbeheerder heeft misschien andere prioriteiten dan een rattenbestrijder. Dat maakt een integrale aanpak weer ingewikkeld.” CENTRAAL BELEID In 2018 begon de bestrijding van het draaigatje in Alphen aan den Rijn. Het KAD werd ingeschakeld en er kwam contact met andere gemeenten over vergelijkbare problemen. Ook flora-exoten begonnen toen op te rukken. Reden voor één centraal beleidsstuk over met name de exoten, want de bestaande budgetten zijn niet toereikend. “Vooral dat draaigatje heeft inmiddels al 1 a 1,5 ton gekost. Begin 2021 gaat er een beleidsstuk naar de gemeenteraad. Daarin schetsen we de problematiek, de mogelijke vormen van aanpak en de benodigde budgetten.” Voor bestrijding van ratten - al langer de grootste overlastveroorzakers in Rotterdam - heeft deze gemeente in 2017 een

actieplan opgesteld. Dat biedt kaders om de overlast in een grote gemeente zoals Rotterdam gebiedsgericht te bestrijden. Het plan geeft aan wie van welke afdeling daarvoor nodig is, wat de formats en de onlangs geupdate werkprocessen zijn. Dat wordt allemaal centraal gefaciliteerd. Maters stelt dat verder gedacht wordt aan een uitvoeringskader: een handreiking waarin kennis per diersoort gebundeld wordt over zaken zoals regulering, kennis over overlast in het verleden, beschikbare instrumenten. Maar ook hoe bewoners uit te leggen waarom wel of niet wordt ingegrepen per overlast. Zo zijn overlastgevende dieren niet altijd plaagdieren. Soms worden ze wettelijk beschermd. “Vaak zijn dieren overlastgevend omdat mensen het ernaar maken door zaken zoals beheer en inrichting van de openbare ruimte, voedsel op straat of achterstallig onderhoud aan bebouwing. Dat maakt een integrale aanpak lastig, want uiteenlopende belangen zoals van dieren, men-

sen die hinder ervaren, het beheer van de openbare ruimte en publieke gezondheid botsen wel eens. Bovendien willen we liever werken aan preventie dan beheersing. Een dier dat niet geboren wordt, hoeft niet gedood te worden.” WIEL NIET ZELF UITVINDEN In Rotterdam lopen nu proefprojecten om superkolonies van het draaigatje aan te pakken, omdat de gebruikelijke middelen tegen mieren bij deze exoot niet werken. Natuurlijk, benadrukken Moriën en Maters, moeten gemeenten het wiel niet allemaal zelf uitvinden. Alphen aan den Rijn heeft contact met onder meer Rotterdam en Nieuwkoop over de behoorlijk gespecialiseerde problematiek van de aanpak van het draaigatje en andere exoten die oprukken als gevolg van klimaatverandering. Daar heb je volgens Moriën instanties zoals het KAD bij nodig. “Zij kunnen ons verder steunen met informatie en kennis om naar bewoners te communiceren via

GRAM #01 februari 2021 | 19


bewonersavonden en brieven. Door dit soort samenwerkingen hopen we dat het probleem met exoten weer beheersbaar wordt zonder ingehuurde professionals. Tot dan heb je die bedrijven nodig met hun gespecialiseerde instrumenten zoals de stoommethode of bacteriële aaltjes. Dat kunnen we niet zelf.”

voor het bundelen van kennis en opbouwen van een landelijk overzicht van soorten overlast en ontwikkelingen hierin. “De Rijksoverheid kan ook makkelijker uitzonderingen toestaan voor bepaalde bestrijdingsmiddelen als er geen andere opties zijn, of beleid opstellen bij overlast door exotische diersoorten als Nijlganzen.”

CENTRALE AANPAK Mogelijk kan een meer centrale aanpak helpen om voorbij de huidige symptoombestrijding te komen en meer op preventie te mikken, hoopt Moriën. “We weten waar het draaigatje vandaan komt en hoe die hier komt, via tuincentra die bepaald plantmateriaal met deze mier importeren. Het zou fijn zijn als er aan de voorkant meer aandacht komt voor bronbestrijding - preventie dus - bijvoorbeeld vanuit de Rijksoverheid.”

FOCUS OP PREVENTIE Meerburg onderschrijft deze conclusies. Zo wordt preventie belangrijker nu steeds meer bestrijdingsmiddelen tegen bijvoorbeeld ratten en muizen voor particulieren verboden worden. Dat maakt het inschakelen van een professional vaak nodig, maar veel particulieren zullen de kosten hiervoor te hoog vinden. Met als gevolg dat plagen zich verder verspreiden.

Ook Maters vindt meer coördinatie - op landelijk of provinciaal niveau - nuttig. Ter bestrijding of preventie van overlast;

volgen dat je al in oktober moet beginnen om de eikenprocessierups in juni van het jaar erop goed te kunnen bestrijden. Die bewustwording is erg belangrijk.” Ook afvalinzameling kan een factor vormen, evenals inrichting van de openbare ruimte. Zo halen veel gemeenten de gftcontainer tweewekelijks op, terwijl dat in de zomer eigenlijk wekelijks moet tegen vliegenoverlast. En het aanleggen van wadi’s zorgt voor stilstaand water en meer muggenoverlast. Als dan het Westnijlvirus opduikt, creëert een oplossing op één gebied problemen elders. “Je moet met een helicopterview bekijken hoe je plaagdierenoverlast kunt voorkomen of beperken.”

Hetzelfde geldt voor exoten, al is de ontwikkeling hier lastiger te voorspellen. Meerburg: “Zorg als gemeente in ieder geval voor budget en tijdig ingrijpen. Zo leren wij beleidsmedewerkers die bij ons cursussen

VAN HUISAANSLUITING TOT EN MET ASSETMANEGEMENT… Geen reinigings- of beheerprobleem is ons te groot. Krapte op de arbeidsmarkt, onderbezetting op de afdeling, te veel zaken die snel een oplossing vergen. Iedere beheerder van natte infrastructuur loopt wel eens tegen deze zaken op. Wij helpen u graag met kwalitatieve en snelle oplossingen. Of het nu gaat om huisaansluitingen, uitwerken van maatregelplannen of het maken van lange termijnplannen, vandervalk+degroot beheerst de hele keten van dienstverlening in het reinigen en onderhouden van natte infrastructuur. Of het nu om reinigen van straatkolken gaat, rioleringen, waterzuiveringsinstallaties of verkeerstunnels, met 11 vestigingen in Nederland zijn wij nooit ver weg. INTERESSE IN ONZE VOLLEDIGE SERVICE? Maak eens een afspraak met een van onze specialisten om te bespreken hoe we u van dienst kunnen zijn.

ABC-Westland 231, 2685 DC Poeldijk • postbus 62, 2685 ZH Poeldijk • tel. 0174-247474 • www.valkdegroot.nl • info@valkdegroot.nl

20 | GRAM 190x130mm A.indd 1

#01 februari 2021

21-9000-1407-01 NVRD GRAM 2020 feb

16-01-2020 11:02


WEEK VAN DE AFVALHELDEN Van 1 tot en met 7 maart 2021 vindt voor het eerst de Week van de AfvalHelden plaats. NVRD, Vereniging Afvalbedrijven (VA) en O&O Fonds GEO organiseren tijdens deze week verschillende momenten waarop de operationeel medewerkers in de afval- en reinigingsbranche in het zonnetje worden gezet. Ook moedigen zij hun achterban aan actief te participeren in deze week en de eigen medewerkers extra waardering te tonen. TEKST: SUZIE VAN DE PAS BEELD: JAN DE VRIES De coronacrisis en daaropvolgende lockdown heeft groot effect gehad op de afval- en reinigingsbranche. Niet in de minste plaats voor alle medewerkers die de branche telt. Het werken in een ‘vitale sector’ werd hun nieuwe normaal: zoveel mogelijk op afstand, thuiswerken waar mogelijk en constant de handen wassen. Er was ook een positieve trend waar te nemen: Nederlanders toonden veelvuldiger hun waardering voor de personen in de sector, met tekeningen, taart en koffie. NVRD, VA en O&O Fonds GEO houden dit gevoel graag vast. Zij slaan daarom de handen ineen voor de Week van de AfvalHelden, van 1 tot en met 7 maart 2021. Doel van de week: vergroten van zowel de waardering voor als de zichtbaarheid van alle operationeel medewerkers in de afval- en reinigingsbranche. AFVALHELDEN Onder AfvalHelden rekenen de organiserende partijen alle operationeel medewerkers uit de afval- en reinigingsbranche. De mensen die zichtbaar zijn en hun werk in de buitenruimte uitvoeren: de beladers, chauffeurs, de medewerkers op de milieustraat en in de openbare ruimte. Maar ook de mensen die het werk ‘achter de schermen’ uitvoeren: de kraanmachinisten, de monteurs, de teamleiders en nog veel meer personen die het afval van Nederland dagelijks inzamelen en verwerken. Om de Week van de AfvalHelden in Nederland onder de aandacht te brengen, ontwikkelden de organiserende partijen diverse communicatiemiddelen, zoalsr posters, stickers, logo’s en kalenders. Deze middelen zijn te vinden op de website van de Week van de AfvalHelden en vrij te gebruiken. Hang bijvoorbeeld de kalender op in de kantine, reserveer abri’s in de gemeente om posters in te plaatsen en/of plaats een advertentie in de regionale krant met het logo van de Week van de AfvalHelden.

brievenbus te doen. Zo wordt het extra makkelijk voor inwoners om hun waardering voor de AfvalHelden te tonen: Zij kunnen simpelweg de kleurplaten in de week van 1 tot 7 maart ingekleurd voor het raam hangen. VAKDAG Al twee jaar organiseert de NVRD in samenwerking met O&O Fonds GEO de Vakdag. Tijdens deze dag komen operationeel medewerkers uit het hele land bij elkaar om ervaringen te delen, workshops te volgen en sprekers te beluisteren. Centraal op deze dag staat altijd persoonlijke ontwikkeling. De Vakdag stond dit jaar weer op de planning, en wel op woensdag 3 maart; midden in de Week van de AfvalHelden. Op deze dag is echter juist het ontmoeten cruciaal om van elkaar te leren en ervaringen uit te wisselen, zo geven NVRD-leden in een uitvraag aan. In de huidige omstandigheden is dit niet mogelijk. In overleg met O&O Fonds GEO is dan ook besloten om de Vakdag te verplaatsen naar later in het jaar. Omdat beide partijen deze dag niet zonder meer voorbij willen laten gaan, is men nu bezig met het ontwikkelen van een alternatief aanbod voor 3 maart. MAGAZINE ‘DE AFVALHELD’ Speciaal voor alle AfvalHelden verschijnt tijdens de Week van de AfvalHelden het magazine ‘De AfvalHeld’. In dit verzamelexemplaar komen verschillende onderwerpen uit de afvalbranche aan bod. Denk aan interviews met collega’s door heel het land, een overzicht van de geschiedenis van inzamelvoertuigen en een infographic met interessante cijfers over de branche. Het magazine is aan te vragen bij Suzie van de Pas (vandepas@nvrd.nl) of via de website van de Week van de AfvalHelden: www.weekvandeafvalhelden.nl.

KLEURPLATENACTIE Naast communicatiemiddelen zijn op de website ook verschillende kleurplaten te downloaden. Al deze kleurplaten verbeelden het werk dat de afval- en reinigingsbranche dagelijks uitvoert. De organiserende partijen moedigen hun achterban aan deze kleurplaten in het verzorgingsgebied te verspreiden. Geef ze bijvoorbeeld een week eerder mee aan inzamelaars om tijdens hun ronde bij inwoners door de

GRAM #01 februari 2021 | 21


ECOLOOG LOUISE VET: ZORG VOOR MEER BIODIVERSITEIT

"GROEN SMAAKT NAAR MEER" Overal in ons land een rijkdom aan planten- en dierensoorten te creëren is essentieel, stelt Louise Vet. Ook in de stad en de openbare ruimte. De emeritus-hoogleraar ecologie roept gemeenten op meer oog voor biodiversiteit te hebben. "Het systeem klopt niet meer." TEKST: PIETER VAN DEN BRAND BEELD: MAARTJE GEELS

Louise Vet, in 2018 verkozen tot de nummer één van de Duurzame 100 van dagblad Trouw. IN DE MEDIA GAAT HET VAAK OVER DE AFNAME VAN DE RIJKDOM VAN PLANTEN EN DIEREN OVERAL. SOORTEN STERVEN UIT. HOE ERG IS HET EIGENLIJK? “Wereldwijd gaat het verschrikkelijk slecht. Ieder jaar krijgen we weer dezelfde rapporten met steeds treurigere berichten. Allemaal dalende lijnen. We zijn met steeds meer mensen die meer ruimte innemen, meer wegen en steden bouwen en steeds meer consumeren. Dat gaat ten koste van de habitat voor dieren en wilde planten.”

22 | GRAM #01 februari 2021

EN IN NEDERLAND? “In ons land spelen tal van drukfactoren die ertoe leiden dat we soorten gaan verliezen. Een belangrijke drukfactor is stikstofuitstoot, vooral de ammoniak uit de mest van de landbouw. Ook het verkeer en de industrie stoten veel stikstof uit. Dat heeft iedereen die autorijdt, al wel meegekregen. Het bodemleven gaat ook achteruit door verzuring en vermesting van de bodem. Terwijl we al die miljoenen krioelende beestjes nodig hebben voor een goe-


de bodemstructuur, zeker in deze tijd van klimaatverandering, om periodes van droogte èn overvloedige regelval op te vangen.” VAST EEN OPEN DEUR, MAAR IS BIODIVERSITEIT BELANGRIJK? “Zeker, we hebben biodiversiteit nodig om ons ecosysteem veerkrachtig te houden. Biodiversiteit gaat niet alleen om een grote verscheidenheid aan soorten, maar ook om genetische variatie binnen soorten. Hoe groter die variatie des te minder kans op ziekten en plagen. Biodiversiteit is een vorm van risicospreiding, een voorzorgsmaatregel dat je kunt blijven voortbestaan. De intensieve veehouderij vormt een monocultuur aan dieren. Op de akkers zien we dezelfde gewassen, vooral maïs en Engels raaigras. Waarom geen kruidenrijk grasland? Dat is veel beter voor de bodem en gezonder voor de koeien. Insecten zijn vaak op één specifiek gewas gefocust. Dan maak je het ze wel erg gemakkelijk met een monocultuur. Daarom is strokenteelt met verschillende gewassen veel beter. Dan heb je veel minder plaagdruk.” AL HET BELEID HEEFT TOT NU TOE GEFAALD, OOK MÈT DE LANDBOUW. JIJ BENT EEN VAN DE TREKKERS VAN HET DELTAPLAN BIODIVERSITEITSHERSTEL. WAAROM GAAT HET NU WEL LUKKEN? “Wetenschappers, boeren, overheden, onderwijsinstellingen, natuurbeschermers en bedrijven hebben ditmaal de handen ineengeslagen. Ons doel is een vitaal platteland, waar de boer voldoende zijn geld kan verdienen, niet alleen met zijn product maar ook met zijn bijdrage aan het herstel van biodiversiteit. Dat nieuwe verdienmodel voor boeren is heel belangrijk. We gaan naar een gebiedsgebonden aanpak toe, van de dijken en de wegbermen in het landelijk gebied tot diep in de stad. We willen een netwerk van groene oases creëren, waar wilde dieren en planten een plek hebben en waar het ook voor ons fijn is om te vertoeven. Nu met de coronabeperkingen zie je hoe wezenlijk het groen voor mensen is. Het is fijn als dat gewoon om de hoek is te vinden en je daar niet drie kwartier voor in de auto hoeft te zitten.” WAT KUNNEN GEMEENTEN EN HUN GROENBEDRIJVEN DOEN OM MEER BIODIVERSITEIT TE KRIJGEN? “De openbare ruimte in de stad is strak aangeharkt, zo netjes alsof het onze woonkamer is. Alles moet schoon zijn en rechtgetrokken en vooral van veel steen zijn voorzien. Daar gaan veel bomen van dood, omdat hun wortels weggedrukt worden. Terwijl juist de openbare ruimte kan zorgen voor de ecologische verbinding. Maak al die grijze bedrijventerreinen groener en levendiger. Dan is het daar ook fijner werken. Groen smaakt naar meer. Neem biodiversiteit mee in je aanbestedingen. Het moet niet een sausje achteraf zijn. Je moet het borgen. Ruil tegels en klinkers waar mogelijk in

voor groen. Maai al die groenstroken niet zo kort. Waarom moet het overal een golfbaan zijn? Laat wilde planten gerust groeien. Lang waar het kan, kort waar het moet, is onze slogan. Dat is bovendien kostenbesparend. Overal staat de natuur te popelen om te groeien. Als het maar mag. Als je de bladeren in de herfst weghaalt, haal je het voedsel voor de natuur weg. Het gaat niet alleen om beeldkwaliteitsniveaus. Er moet meer tolerantie komen voor alles wat groeit en bloeit. Er valt zoveel winst te behalen.” DE RECHTER BEPAALDE ONLANGS DAT GEMEENTEN TOCH WEER CHEMISCHE ONKRUIDBESTRIJDERS MOGEN GEBRUIKEN. WAT IS JOUW BOODSCHAP AAN GEMEENTEN? HET IS AANTREKKELIJK WANT GOEDKOPER OM CHEMICALIËN IN TE ZETTEN. “Van die rechterlijke uitspraak heb ik echt de balen. Ik heb de belangenorganisatie van pesticidenproducenten die achter deze procedure zitten, hierop aangesproken. Dit kan echt niet. We weten dat glyfosaat heel erg slecht is. De impact op de bodem en het oppervlaktewater is enorm. We zitten de boer op de kop dat het allemaal minder moet en dan gebeurt er dit. Gelukkig hebben gemeenten erin geïnvesteerd om het anders te doen. Ze zien de voordelen van de duurzame alternatieven. Ik hoop echt dat ze deze weg blijven volgen en niet alleen naar de kosten kijken.” UIT JULLIE EIGEN ENQUÊTE BLIJKT DAT TWEEDERDE VAN DE NEDERLANDERS NIET WEET WAAR BIODIVERSITEIT PRECIES VOOR STAAT. HOE LEG JE ALS GEMEENTE ZO’N LASTIGE TERM HET BESTE UIT? “Het grappige is, weten we ook uit dat onderzoek, dat als je het begrip een beetje uitlegt tachtig procent biodiversiteit belangrijk vindt. Je kunt het wel over natuur hebben, maar dat is toch echt iets anders. Ik zeg altijd: biodiversiteit is meer dan panda’s of uitstervende tijgers. Maar er is geen helder alternatief voor deze term. Eigenlijk is het net als diversiteit in het bedrijfsleven. Je hebt mannen en vrouwen, jonge en oude mensen, uiteenlopende achtergronden. Hoe diverser de samenstelling, des te beter de resultaten. Ik zie trouwens dat gemeenten nu meer aandacht hebben voor natuurinclusief bouwen, waar volop vergroening bij komt kijken. Maar bij het grote publiek is zeker verandering nodig. Daarom zijn we in oktober vanuit het Deltaplan de campagne Maak Grijs Groener.nl gestart. We willen burgers laten zien dat ze zelf veel kunnen doen. Ook voor gemeenten hebben we volop tips op een rijtje gezet.” HOE ZOU JE WILLEN DAT ONS LAND ER OVER TIEN OF TWINTIG JAAR UITZIET? “Veel biodiverser. Dat je overal waar je woont en werkt in contact staat met de natuur en daarvan geniet.”

GROENE DENKER ÈN DOENER Louise Vet (1954) is wetenschapper pur sang, maar staat juist ook bekend om de maatschappelijke betrokkenheid die ze vanuit haar werk toont. Van origine bioloog werd ze in 1997 hoogleraar evolutionaire ecologie in Wageningen. Tot eind vorig jaar leidde ze twee decennia het Nederlands Instituut van Ecologie (NIOO). Bij haar afscheid liet ze een gloednieuw gebouw voor het NIOO achter, dat als één van de duurzaamste laboratorium- en kantoorcomplexen van ons land geldt. Als ecoloog zit ze in tal van adviesorganen en commissies, om aan oplossingen voor maatschappelijke vraagstukken te werken. Vet is fel tegenstander van energie uit biomassa, wat niet CO2-neutraal en niet duurzaam is.

GRAM #01 februari 2021 | 23


DE LEDEN CENTRAAL “VOOR INWONERS DIE AFVAL MOETEN SCHEIDEN, ZOU ALLES HEEL DUIDELIJK MOETEN ZIJN” TEKST: HETTY DEKKERS

In deze rubriek krijgen NVRD-leden een stem in GRAM. De NVRD is er immers voor en door leden. Deze keer aan het woord: Kees Kaandorp, teammanager afval bij werkorganisatie De Buch (ambtelijke samenwerking gemeenten Bergen, Castricum, Uitgeest en Heiloo). WAT HOUDT JE FUNCTIE IN? Leidinggeven aan alle medewerkers, een kleine dertig in totaal. Ik ga ook over de aannemers die wij inhuren, want een groot deel van het werk is uitbesteed. De Buch is vier jaar geleden ontstaan, het is een ambtelijke werkorganisatie voor vier gemeenten. Ik zat eigenlijk bij de gemeente Heiloo, het werk is nu grootschaliger geworden. Op het gebied van afval had elke gemeente zijn eigen methode, én zijn eigen boekhouding, dat was vooral in het begin lastig. Binnenkort wordt er in drie gemeenten diftar ingevoerd, dat is een grote overgang. Bergen doet (voorlopig) nog niet mee, omdat ze hun afvalinzameling uitbesteed hebben aan HVC. Op het gebied van afval blijven de nuances bij elke gemeente verschillend, maar qua hoofdzaken proberen we zo veel mogelijk één lijn te trekken. WAT BETEKENT DE NVRD VOOR JOU? Een grote kennisbron. Je kunt er veel praktische kennis ophalen, maar ook informatie over beleidszaken. Ik raadpleeg vooral de website, het vakblad en de nieuwsbrieven. Bijeenkomsten heb ik veel bezocht, maar de laatste tijd werd het wat minder, vanwege drukte op het werk.

WAT VIND JE HET LEUKSTE/MOOISTE AAN JE WERK? Het contact met de mensen, zowel in de uitvoering als op beleidsniveau. Soms loop je vanuit een managementvergadering rechtstreeks naar de werkplaats om te vragen waarom die ene auto alweer kapot is. Het is snel schakelen, dat maakt dit werk zo leuk. WAAR STOOR JE JE AAN? Je hebt af en toe inwoners die heel ongenuanceerd kunnen klagen. Zonder dat ze in willen zien wat ze zelf verkeerd doen. Dan bellen ze verontwaardigd op om te zeggen dat hun rolcontainer niet is geleegd. Als wij uitleggen dat dat komt omdat er verkeerd afval in zat, dienen ze tóch een officiële klacht in. Die je volgens de procedures af moet handelen en dus veel werk geeft. Die tijd zou ik graag aan andere dingen besteden. WELKE TIP WIL JE DE LEZERS VAN GRAM MEEGEVEN? Als je een grote verandering invoert, zoals diftar, maak de informatie dan niet te complex. Probeer niet alles uit te leggen in één brief, want dat werkt niet. Geef je inwoners steeds hapklare brokken aan informatie, en begin daar tijdig aan. Hakken in plakken, zagen in lagen, noemen wij dat.

VOLDOET HET LIDMAATSCHAP AAN JE VERWACHTINGEN? Zeker, het is een goede club. Toen wij fuseerden, zijn ze hier geweest. Om te zien hoe wij als vier gemeenten onder één lidmaatschap konden vallen, maar ook om informatiebijeenkomsten te begeleiden. Daar hebben we veel aan gehad. De NVRD kon het goed uitleggen, zowel aan bewoners als aan beleidsmedewerkers. WAT ZIJN VOLGENS JOU DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN BINNEN DE AFVALBRANCHE? Voor de inwoners, die het uiteindelijk moeten doen, zou alles heel duidelijk moeten zijn. Vooral over pmd is nu veel discussie. Hoe werkt het, is thuis scheiden zinvol of kun je het net zo goed aan nascheiding doen? Die onduidelijkheid is slecht voor het draagvlak, bewoners worden steeds getriggerd door die berichten, maar ook als gemeente krab je wel eens achter de oren: zijn we wel op de goede weg? Die discussie blijft maar boven de markt zweven. Daar wil je vanaf.

24 | GRAM #01 februari 2021

Kees Kaandorp, teammanager afval bij werkorganisatie De Buch


SUBSIDIE CIRCULAIRE KETENPROJECTEN 2021 Eind vorig jaar is de subsidieregeling Circulaire Economie aangepast in verband met de nieuwe Subsidieronde Circulaire Ketenprojecten in 2021. Deze regeling is gericht op MKB-bedrijven die in een keten samenwerken om producten, processen, diensten of businessmodellen op een circulaire manier te ontwerpen, te produceren of te organiseren. De aanvraagronde in 2021 wordt opengesteld op 1 april, om 09.00 uur. Indienen kan totdat de pot leeg is of anders uiterlijk tot en met 30 september 2021, om 12.00 uur. Het subsidieplafond in 2021 is vastgesteld op €4.500.000,–. Aanvragen worden behandeld op volgorde van binnenkomst. Meer informatie is te vinden op www.rvo.nl

NVRD VÓÓR STATIEGELD OP BLIK 8 op de 10 Nederlanders wil dat er statiegeld op blikjes komt. In de Tweede Kamer en het kabinet is goede wil om, naast de plastic flesjes, ook statiegeld op blikjes in te voeren. Gemeenten, organisaties en bedrijven moedigen politici aan om nu door te pakken en snel te besluiten voor statiegeld op blikjes. Dit kan zelfs nog deze regeerperiode. Daarom is de statiegeldalliantie de Yes We Can! campagne gestart. De NVRD en veel van haar leden onderschrijven deze campagne om snel tot een politiek besluit te komen. Het beslismoment voor statiegeld op blik staat gepland voor het najaar 2021. Maar de tellingen door Rijkswaterstaat tonen nu al dat het aantal blikjes in de natuur niet daalt, maar sterk stijgt, zelfs met 19 procent. Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat Stientje van Veldhoven verklaarde in het Algemeen Dagblad van 11 november dat om die reden overwogen kan worden om de beslissing begin 2021 te nemen!

DOE MEE MET DE WEEK VAN DE AFVALHELDEN! Van 1 tot 7 maart vindt de Week van de AfvalHelden plaats. Tijdens deze week staan alle operationeel medewerkers in de afval- en reinigingsbranche in het zonnetje. Gedurende de week zijn er verschillende mogelijkheden om als organisatie mee te doen. De Week wordt afgetrapt met een opening door staatssecretaris Stientje van Veldhoven. Ook zij toont graag haar waardering voor onze branche. Nu de Vakdag op 3 maart niet doorgaat en we onze AfvalHelden die dag toch graag in het zonnetje zetten, roepen we iedereen op om op 3 maart een ontbijt-to-go voor de medewerkers te regelen. Dan maken we er een Nationale AfvalHelden Ontbijtdag van. Laat zien dat uw organisatie meedoet door communicatiemiddelen uit de toolbox te delen. Hang bijvoorbeeld de speciaal ontwikkelde kalender op. Of print de posters met daarop AfvalHelden uit de gehele branche. De organiserende partijen, NVRD, VA en O&O Fonds GEO blijven druk bezig met het ontwikkelen van communicatiemiddelen en het organiseren van activiteiten.

COLUMN

NIEUWS

Foto: John van Lierop

FLESSENPOST Bij een ‘coronaproof’ afscheid verliet ik mijn vorige werkgever (het spoor) met een serie leuke, persoonlijke filmpjes. Eén van de meest beeldende opnames van een collega was deze: de collega gooide een leeggedronken fles Merlot in een glasbak in Rotterdam - bij wijze van flessenpost naar mijn nieuwe ‘kantoor’. Ook de opmerkingen ontbraken niet; of mijn nieuwe leaseauto misschien een kliko was? Veruit de meeste reacties over onze duurzame, publieke sector waren positief. Al kwam dat ook deels omdat ik in mijn bericht aan collega’s en externe partners kort had toegelicht waar ik naar toe ging. Circulaire economie is ook op het spoor ‘hot’. Wat echter overduidelijk is: de meeste mensen hadden geen idee wat de NVRD is. Die letters zijn echt in alle combinaties langsgekomen. Iedereen kent zijn eigen ‘vuilophaler’, maar ook bij wereldwijze en belezen mensen was vooral veel discussie over de lokale regels, afgewisseld met gemopper (“waarom betalen wij voor grofvuil en drie dorpen verderop niet?”). Laat staan dat mensen zich bewust zijn van hoe al onze leden elke dag actief bijdragen aan een duurzamer Nederland. Een circulaire economie. Heerlijk. Ik voel me meteen thuis. Net als het spoor is onze branche er één waar werkelijk iedereen mee te maken heeft. En ook iedereen heeft er een mening over. Hiervoor kon ik geen feestje bezoeken of ik moest mij verantwoorden over blaadjes op de rails. Nu kon ik nog voor ik begonnen was al uitleggen waarom betalen voor restafval niet bedoeld is om te pesten. Kortom, een belangrijke publieke sector! En een uitlaadklep waar je bij tijd en wijle vrijblijvend op kunt mopperen. Slechts weinig burgers is het gegeven om het dan voor ons op te nemen. Dat zullen we dus zelf moeten doen! Pas één maand op mijn post ben ik al overdonderd door de prestaties, ambities en bevlogenheid van onze leden. Wat we al bereikt hebben. Wat we nog gaan bereiken. Welke werelden er schuilgaan achter bijvoorbeeld de milieustraat, welke prachtige mensen hier werken. Alle reden om met nog meer trots Nederland duurzamer, en ook wijzer te maken. Trots op onze afvalhelden. En wijzer met grondstoffen. Dát is een fles Merlot waard. Een mooi 2021 gewenst! Wendy de Wild

GRAM #01 februari 2021 | 25


DIFTAR ALS BELEIDSINSTRUMENT BIJ HUISHOUDELIJK AFVALBEHEER Steeds meer gemeenten passen diftar toe. Niettemin bestaan er nog veel vragen en vooroordelen over diftar. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat liet de feiten op een rijtje zetten. Het rapport is nu beschikbaar.

D

iftar staat voor een tariefsysteem waarbij een huishouden betaalt voor de hoeveelheid (volume of gewicht) aangeboden restafval. Net zoals we dat doen voor andere nutsfuncties als elektriciteit, gas en water. Het aantal gemeenten dat diftar toepast, is in de afgelopen jaren toegenomen van 27% in 2003 tot 48% in 2020. WAAROM KIEZEN VOOR DIFTAR? De motieven om de prijsprikkel op restafval te hanteren zijn: 1. Gedragsbeïnvloeding zodat minder restafval en meer gescheiden recyclebare grondstoffen worden aangeboden; 2. Een rechtvaardig tariefsysteem. Het wordt als eerlijk gezien om huishoudens die minder restafval aanbieden ook minder te laten betalen; 3. Kostenefficiëntie: lagere kosten voor het afvalbeheer. WAAROM KIEZEN GEMEENTEN (NOG) NIET VOOR DIFTAR? Redenen om diftar (nog) niet toe te passen zijn divers, zoals politieke principes (solidariteit), verwachte neveneffecten (ontwijkgedrag, vervuiling grondstofstromen) en de basis nog niet op orde hebben (inzamelsysteem, communicatie, administratie). WAT IS HET EFFECT OP AFVALSCHEIDING? Op basis van analyse van de afvalbeheerprestaties van gemeenten in Nederland blijkt diftar effectief in de reductie van restafval en in een toename van de hoeveelheid ingezamelde recyclebare grondstoffen. De landelijke afvalcijfers van Nederlandse gemeenten spreken voor zich: in 2019 hebben inwoners in niet-

26 | GRAM #01 februari 2021

TEKST & BEELD: ADDIE WEENK diftar gemeenten jaarlijks gemiddeld 182 kg restafval (CBS Statline 2020) per persoon ingezameld, en inwoners in diftar gemeenten gemiddeld 94 kg restafval per persoon. Dit is een verschil van bijna 88 kg restafval per persoon. Gemeenten met een diftarsysteem scheiden ook meer grondstoffen aan de bron. De CBS Statline data tonen aan dat de gemiddelde grondstoffenscheiding in gemeenten met diftar 78% is en in gemeenten zonder diftar 61%. Van de gemeenten die in 2019 al de VANG-doelstelling van 75% afvalscheiding hebben behaald is ruim 90% een diftargemeente. In gesprekken met gemeenten en inzamelaars werd een en ander bevestigd. Een aantal gemeenten geeft aan dat met eerder toegepaste maatregelen het scheidingsgedrag niet snel genoeg verbeterde. Dit is een belangrijke beweegreden geweest voor het invoeren van diftar. WAT IS HET EFFECT OP DE TOTALE HOEVEELHEID AFVAL? Uit een onderzoek naar 45 gemeenten blijkt dat de hoeveelheid huishoudelijk afval na de invoering van diftar is afgenomen. De hoeveelheid restafval nam op jaarbasis af met gemiddeld 89 kg per inwoner, en de totale hoeveelheid afval met 59 kg per inwoner. De reductie van het restafval komt dus niet geheel als gescheiden grondstofstromen terug in het systeem. Naar de specifieke oorzaken en verklaringen van de reductie van de totale hoeveelheid afval is geen diepgaand onderzoek beschikbaar. Door betrokkenen worden genoemd: - de inzet van communicatie voor bewustwording resulteert in bewuster gebruik en hergebruik van producten, bijvoorbeeld door meer kopen en aan-

-

brengen bij kringloopwinkels, thuiscompostering, opslag thuis en afvalbewuster boodschappen doen; afname van het aandeel bedrijfsafval dat onterecht met het huishoudelijk afval meeging, door de voor diftar noodzakelijke opschoning van het

-

containerbestand en de implementatie van een containermanagement systeem (met gechipte minicontainers en toegangspasjes voor ondergrondse containers in de wijk); ontwijkgedrag, (ongewenste) alternatieve routes die inwoners kiezen om niet te hoeven betalen voor restafval: in containers voor gescheiden stromen, bijplaatsingen, afvaldumping en via bedrijfsafval.

NEEMT DE KWALITEIT VAN DE GESCHEIDEN GRONDSTOFFEN AF BIJ DIFTAR? Ook hier zijn geen resultaten van diepgaand onderzoek bekend. Op basis van de beschikbare informatie kan gesteld worden dat de kwaliteit van de gescheiden ingezamelde grondstoffenstroom niet wezenlijk afwijkt in gemeenten met en zonder diftar. PMD is zelfs iets zuiverder in gemeenten met diftar. In het oud papier en karton is iets meer vervuiling. De vervuiling blijft bij de genoemde stromen over het geheel binnen de toegestane marges. LEIDT DIFTAR TOT MEER ONTWIJKGEDRAG? Hoewel harde cijfers ontbreken, blijkt dat over het geheel de omvang van het ontwijkgedrag relatief beperkt is. Met name in wat grotere steden lijkt er wel een toename te zijn van bijplaatsingen. Dit gaat vooral om locaties waar goede communicatie moeilijk is, zoals in wijken met veel verschillende nationaliteiten, internationale stu-


denten, en/of wijken waar veel doorstroom is van inwoners. De angst blijkt echter vaak groter dan hoe het in werkelijkheid uitpakt. Door (tijdelijke) extra inzet op communicatie en toezicht en handhaving kunnen veel problemen voorkomen of opgelost worden. Soms moet er (vaak tijdelijk en op enkele kwetsbare locaties, hotspots) extra reiniging worden uitgevoerd.

dat het niet een groter of onbeheersbaarder probleem is geworden sinds de invoering van diftar. Om ontwijkgedrag te voorkomen is het advies de financiële prikkel niet te groot te maken. Het gaat meer om het idee dat er betaald moet worden voor restafval dan om de hoogte van het tarief. Dan zagen we ook terug bij het beprijzen van de plastic tasjes enkele jaren geleden.

In gemeenten waar het afvalbeleid en de keuze voor diftar sterk in de publieke belangstelling staat, kan het aantal (extra) bijplaatsingen in absolute zin gering zijn, maar in de publieke perceptie omvangrijk. In grote steden vormen bijplaatsingen ook zonder diftar een probleem. De geïnterviewde gemeenten geven ook aan dat het probleem van dumpingen voornamelijk grof afval (verbouwingsafval) of illegale stort (zoals drugsafval) betreft en

HOE ZIT HET MET DE KOSTEN? De invoering van diftar brengt uiteraard kosten met zich mee: investeringen in containers en containermanagement (registratie, pasjes) en extra administratie, communicatie en toezicht en handhaving. Uiteindelijk zijn de jaarlijkse afvalbeheerkosten echter significant lager in diftar gemeenten, zoals te zien is in bijgaande figuur waarin ook de hoeveelheid fijn restafval is weergegeven.

Geïnterviewde gemeenten geven de tip voorzichtig te zijn met het communiceren van de voorziene lagere kosten: daardoor zouden wel eens te hoog gespannen verwachtingen en teleurstellingen kunnen ontstaan. Door inflatie, de afvalstoffenbelasting vanuit het Rijk en marktomstandigheden kunnen de kosten na invoering ook weer gaan stijgen namelijk. Bovendien gelden de lagere kosten niet voor slechte scheiders. Een andere tip is om het aantal aanbiedingen van restafval niet te hoog in te schatten. Doe je dat wel, dan zou je als gemeente te maken kunnen krijgen met minder variabele inkomsten en daarmee tekorten op de begrotingsbalans als je inwoners veel beter gaan scheiden dan verwacht: de diftar paradox. Aan de andere kant is, het zoals al gezegd, zaak het tarief niet te hoog te maken om ontwijkgedrag te voorkomen. Zie het tarief dus als een prikkel, en minder als financiering.

Fijn restafval (kg per inwoner per jaar) en afvalstoffenheffing (€) vs tariefsysteem 300

250

200

150

100

50

0 vastrecht

omvang hh

Diftar-volume

Afvalstoffenheffing

Diftar-vol&freq

Diftar-zakken

Diftar-gewicht

Diftar-gew&freq

Fijn restafval (ex nascheiding)

GRAM #01 februari 2021 | 27


ZIJN DE EFFECTEN VAN DIFTAR TIJDELIJK OF STRUCTUREEL? Diftar kan gezien worden als een sterke gedragsbeïnvloedende prikkel. Inwoners lijken een variabel tarief anders te beleven dan een jaarlijks te betalen vast bedrag. Een variabel tarief heeft dus een hoge ‘gevoelswaarde’. In gemeenten die al jaren diftar toepassen zijn de afvalprestaties (reductie restafval, meer gescheiden recyclebare grondstoffen) in het algemeen blijvend verbeterd. Het effect van diftar is dus structureel. Wel kan er na enkele jaren enige gewenning optreden, waardoor de hoeveelheid restafval weer licht gaat stijgen. Andere beleidsinstrumenten, zoals de serviceprikkel (omgekeerd inzamelen, verlaging inzamelfrequentie restafval) en communicatie, kunnen dan zorgen voor stabilisatie of verdere daling van het restafval.

IS DIFTAR ALS INSTRUMENT VOOR HUISHOUDELIJK AFVALBEHEER IN ELKE GEMEENTE ALTIJD MOGELIJK? Technisch gezien kan worden gesteld dat een vorm van diftar in principe in elke gemeente uitvoerbaar is: de techniek om het aanbieden van huishoudelijk restafval per huishouden te registeren en te beprijzen is beschikbaar. Ook is er veel kennis, ervaring en ondersteuning beschikbaar voor de invoering. Dat betekent echter niet dat het altijd makkelijk is. De lokale context van een gemeente bepaalt de complexiteit voor het beheersbaar maken en houden van een diftarsysteem. Dit speelt voornamelijk in (sterk) stedelijke gemeenten waarbij sprake is van dichte bebouwing, veel verschillende nationaliteiten of relatief grote doorstroming (bijvoorbeeld expats, studenten). Dan vergt het een flinke inspanning om (nieuwe)

inwoners duidelijk te (blijven) maken wat er van hen wordt verwacht. Ook kan het zijn dat ontwijkroutes moeilijk te dichten zijn, zoals naar naburige gemeenten zonder diftar. ONTWIKKELINGEN Het aantal grote, verstedelijkte gemeenten dat diftar toepast is afgelopen jaren toegenomen. Naar verwachting zet dit door: diverse grote gemeenten zitten in de besluitvormingsfase over diftar, al of niet onder die naam. Het rapport is te vinden in de kennisbibliotheek op www.vang-hha.nl. Recent is daar ook de handreiking diftar verschenen.

ONKRUIDBEHEERSING WIJ HEBBEN ALLES IN HUIS OM HET GEWENSTE RESULTAAT TE BEHALEN!

TEL. +31 (0) 416 540718 WWW.WEEDCONTROL.NL 28 | GRAM 190x130mm C.indd 1

#01 februari 2021

22-0000-1319-01 NVRD GRAM 2021 feb

12-01-2021 11:19


UITBREIDING STATIEGELDSYSTEEM PLASTIC FLESSEN Hoe ziet de communicatie naar bedrijven en naar consumenten eruit die door de nieuwe uitvoeringsorganisatie voor statiegeld wordt georganiseerd met oog op de uitbreiding van het systeem? GRAM informeerde bij Statiegeld Nederland. TEKST & BEELD: VAN DE REDACTIE WIE VORMT DE ORGANISATIE ACHTER DIT NIEUWE TRAJECT? Het Afvalfonds Verpakkingen heeft in 2018 met het Centraal Bureau Levensmiddelenhandel (CBL) en de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) een blauwdruk laten maken door adviesbureau EY Parthenon om te komen tot een effectief en efficient landelijk dekkend inzamelsysteem voor grote en kleine plastic flessen van frisdranken en water. Het bestuur wordt gevormd door een brede vertegenwoordiging vanuit de producenten- en innamepunten. De uitvoeringsorganisatie werkt momenteel hard aan de verdere invulling van het nieuwe statiegeldsysteem, op basis van bovengenoemde blauwdruk. WAT IS DE KERN VAN JULLIE BOODSCHAP? Op 1 juli 2021 wordt het statiegeldsysteem uitgebreid. Er komt dan ook statiegeld op kleine plastic flessen van frisdranken en water. Producenten/importeurs zijn dan verplicht € 0,15 statiegeld te heffen op kleine plastic flessen. Op grote flessen blijft het statiegeld € 0,25. De etiketten van alle statiegeldflessen worden aangepast; er komt een statiegeldlogo en een nieuwe EAN-code op te staan. Zo is het voor consumenten en innamepunten duidelijker welke fles wel en niet meedoet in het systeem. Ook komen er veel meer innamepunten. Grotere supermarkten, bemande tankstations langs de snelweg, bemande treinstations en grotere cateraars zijn straks verplicht om statiegeldflessen in te nemen. Andere verkooppunten van plastic flessen, zoals sportvereningingen, pretparken en horecabedrijven kunnen vrijwillig statiegeldflessen innemen. Het wordt een open inleversysteem: de

consument kan inleveren bij alle innamepunten. Het maakt niet uit waar hij of zij de flessen gekocht heeft. In totaal zijn er straks 61.000 mogelijke inleverlocaties. HOE GAAT DE COMMUNICATIE OVER HET NIEUWE GELDSYSTEEM ERUIT ZIEN? Momenteel organiseren we diverse inbelsessies om de verschillende doelgroepen goed te informeren. Ook hebben we de website www.statiegeldnederland.nl en starten we in juni met een consumentencampagne. HOE WORDEN BELANGRIJKE STAKEHOLDERS ZOALS GEMEENTEN MEEGENOMEN IN DE COMMUNICATIE? We trachten de verschillende stakeholders zo goed mogelijk te informeren en aangesloten te houden. Gezien de enorme tijdsdruk en grootte van het project is het soms lastig om hierin compleet te zijn. De focus ligt hierdoor wel wat meer bij de betrokken bedrijven. WELKE ROL HEEFT ZWERFAFVAL GESPEELD BIJ OPZETTEN VAN EEN NIEUW STATIEGELDSYSTEEM? Zwerfafval is de aanleiding geweest voor staatssecretaris Van Veldhoven om over te gaan tot de invoering van statiegeld. WAT VERWACHT JE VAN GEMEENTEN EN INZAMELBEDRIJVEN BIJ INVOERING VAN HET NIEUWE SYSTEEM? Het nieuwe statiegeldsysteem sluit aan bij bestaande systematiek voor statiegeldverpakkingen. Dit betekent dat lege statiegeldverpakkingen worden ingezameld bij diverse verkooppunten, waarna de retourlogistiek wordt verzorgd door groothandels en producenten/importeurs. Hiermee wordt voldaan aan gestelde eisen waaronder terugname bij in elk geval supermarkten, grote treinstations en grote bezinestations. De rol van gemeenten en inzamelaars is dus net als bij andere statiegeldverpakkingen nihil. KOMT ER NU OOK MEER MATERIAAL BESCHIKBAAR VOOR DE PRODUCTIE VAN NIEUWE FLESSEN? Uiteraard. Het huidige aantal statiegeldflessen is 600 miljoen (de huidige grote flessen). Vanaf juli komen hier nog 900 miljoen kleine flesjes bij. WORDT BLIK OOK MEEGENOMEN?

Foto: Nedvang

We houden het wel in ons achterhoofd, maar het is vooralsnog een onderwerp op de politieke agenda.

GRAM #01 februari 2021 | 29


UITVOERINGSPROGRAMMA VANG-HUISHOUDELIJK AFVAL 2020 In 2020 zijn er vanuit het programma VANG-HHA weer vele activiteiten georganiseerd en producten en diensten geleverd. GRAM zet ze voor u op een rij. Het overzicht, mét links naar tools en documenten, vindt u ook op www.vang-hha.nl. Informatie en cijfers • Website met kennisbibliotheek www.vang-hha.nl. • Nieuwsbrief VANG-HHA. • Databases met afvalcijfers. • Publicatie van NL-kaart met namen en prestaties gemeenten in GRAM augustus 2020. • Benchmark huishoudelijk afval (zie ook platforms en netwerken).

Ondersteuning gemeenten • Adviesgesprekken met beleidsmedewerkers (31 gemeenten en 4 samenwerkingsverbanden met samen 22 gemeenten). • Maatwerkregeling: VANG-HHA support (5 trajecten). • Presentaties/advisering bij gemeentelijk bestuur (6). • Support trajecten op acht actuele thema’s: financiële implicaties diftar, neveneffecten diftar, diftar en communicatie, kwaliteit grondstoffen, rol milieustraat bij afvalbeleid, afvalcoaches, communicatie en gedrag, gescheiden inzameling GFE. De (kennis)producten komen in 2021 beschikbaar voor alle gemeenten. • Helpdesk voor vragen bij Rijkswaterstaat en NVRD.

Workshops en trainingen • NVRD-talks georganiseerd in VANG (www.nvrd.nl/nvrdtalks): o Succesvolle strategieën en ondersteuning VANG (62 deelnemers) o Cirkelwaarde (19 deelnemers) o VANG helpt u op weg over scenariotool (34 deelnemers) o GFT wel/niet lijst (62 deelnemers) o Circulaire ambities gemeente Rotterdam (34 deelnemers) o Kostenplaatje Van Afval Naar Grondstoffen (89 deelnemers) • Kennissessie over GHA, 9 juni, bijgewoond door 10 gemeenten. • Online training gedragsbeïnvloeding, ontwikkeld door Rijkswaterstaat.

Platforms en kennisnetwerken • Benchmark huishoudelijk afval, kennisuitwisseling met ca. 150 gemeenten, zie www.benchmarkafval.nl. Met handige tools als de VANG-vergelijker, VANG-landkaart, CO2-kentallen. Ook wordt gewerkt met CE-indicatoren. Analyserapport over peiljaar 2019 beschikbaar. • Platform Innovatie Stedelijke Afvalinzameling (ISA), met ca. 20 grote gemeenten en werkgroepen op de thema’s bedrijfsafval, inpandige inzameling, GF-inzameling, gedragsbeïnvloeding en ruimtelijke ontwikkeling/nieuwbouw. Het platform richt zich op kennisuitwisseling, ontwikkeling kennisproducten en pilots voor kennisontwikkeling. In 2020 zijn vier plenaire bijeenkomsten geweest en ca. 10 werkgroepsessies.

Nieuwe kennis en tools • Verkenning inzet sensoren voor kwaliteitsverbetering afvalstromen. • Ervaringen met de GFT-vermaler in Sneek. • (On)mogelijkheden van verwerkingsmethoden van swill en GFT binnen het huidige beleid en regelgeving. • Pictogrammen beschikbaar, nu ook voor textiel en bekers.

30 | GRAM #01 februari 2021

• Pilots Afvalscheiding Hoogbouw in Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Utrecht, Almere, Schiedam. Rapportage, menukaart en webinar beschikbaar. Rapport en samenvatting ook beschikbaar in het Engels. • Update inventarisatie andere gemeentelijke pilots afvalscheiding in de hoogbouw, binnenkort op www.vang-hha.nl. • Rekentool diftar en omgekeerd inzamelen. • Infoquête afvalpreventie, met voorbeeldbrief. • Infoquête afvalscheiding, getest in Aalten, Meppel, Tytsjerksteradiel en Zwolle. Artikel in GRAM december. Voorbeelden beschikbaar op www.vang-hha.nl. • Update argumentenkaart bron-/nascheiding. • Onderzoek naar mogelijkheden verbetering inzameling PMD. • Praktijkvoorbeelden verbetering inzameling PMD. • Verschil in moleculaire verontreiniging (met name geur) tussen bronen nascheiding. • Interactieve zelfbeoordelingstool verbetering PMD-inzameling. • VANG-HHA-doelstellingen, peiling onder gemeenten. • Handreiking diftar. • Diftar als beleidsinstrument bij huishoudelijk afvalbeheer, de feiten op een rij, binnenkort op de VANG-HHA site, zie artikel pag. 26 in deze GRAM.

Aparte deelprogramma’s • Aanvalsplan GFT en Textiel: o Nieuwe wel/niet lijst GFT, met downloadbare designs. o Maatwerktrajecten kwaliteit ? o Marktconsultatie: betere kwaliteit door nieuwe contracten en aanbestedingen. o Handreiking aanpak vervuiling ingezameld GFT. o Handreiking aanpak vervuiling ingezameld textiel. o Handboeken kwaliteit GFT-afval en textiel (KplusV). o Voorbereiding van een Green Deal met de branchevereniging Koffie en Thee NL voor composteerbare koffiepads en theezakjes, te realiseren in 2021. • Circulaire Ambachtscentra https://circulairambachtscentrum.nl/ o Subsidies voor nieuwe initiatieven. o Onderzoek effecten circulaire ambachtscentra. o Ontwikkeling monitoring methode voor de effecten van ambachtscentra op milieu, werkgelegenheid, sociale cohesie etc. Begin 2021 gereed. o Leernetwerk gemeenten, sessies voor kennisuitwisseling. o Inspiratiegids.

Gerelateerde programma’s • VANG Buitenshuis, afvalscheiding in de KWD-sector (https:// vangbuitenshuis.nl/). • Circulair inkopen (www.afvalcirculair.nl/onderwerpen/beleidcirculaire/circulair-inkopen/). • Kunststof verpakkingsafval als grondstof, afgesloten in maart 2020 (https://kunststofhergebruiken.nl/). • Rijksbreed programma Nederland Circulair in 2050 (www.afvalcirculair. nl/onderwerpen/beleid-circulaire/rijksbreed-programma/).


ZOWEL GELD ALS CO2 BESPAREN MET CIRCULAIR AFVALMANAGEMENT VAN DE OPENBARE RUIMTE Komend jaar zijn bij veel gemeenten flinke bezuinigingen in het fysieke domein te verwachten. Tegelijkertijd neemt de druk toe om binnen gemeenten de afvalstromen circulair te maken. Antea Group heeft gekeken naar de afvalstromen bij het beheer van de openbare ruimte voor de gemeente Almere en de financiële getallen voor een circulaire grondstoffenhub op een rij gezet. Conclusie is dat er veel geld te besparen valt en tegelijkertijd circulair ambities worden gerealiseerd. TEKST: MONIQUE VAN ALPHEN EN ANTAL HARTMAN, ANTEA GROUP BEELD: GETTY IMAGES

B

innen het afvalmanagement is door de VANG-regeling veel aandacht voor het circulair krijgen van het huishoudelijke afval. Een andere bron voor het vrijkomen van grote hoeveelheden ‘afval’ is de openbare ruimte. Daarmee doelen we niet op openbare vuilnisbakken of het zwerfafval, maar de openbare ruimte zelf. Gemeenten zijn verantwoordelijk voor

de inrichting en het beheer hiervan. De openbare ruimte is daarmee een logisch beginpunt om circulair afvalmanagement en preventie op te zetten en uit te rollen. De gemeente Almere heeft al enkele jaren geleden een traject ingezet om hergebruik van materialen, grondstoffen en ‘afval’ binnen de hele gemeente op allerlei gebieden te stimuleren. Er zijn op het gebied van

duurzaamheid en circulaire economie ambitieuze doelen geformuleerd. In dat kader heeft de gemeente Almere aan Antea Group gevraagd de businesscase uit te werken van een circulaire grondstoffenhub. DIVERSE AFVALSTROMEN De ‘afval’stroom die bij het beheer van de openbare ruimte vrijkomt, is heel divers: houten bankjes, kunststof straatmeubilair,

GRAM #01 februari 2021 | 31


betonbanden, gebakken klinkers, gekapte bomen, asfalt, roestvrijstalen speeltoestellen, noem maar op. Het is niet mogelijk om al deze materialen in één keer circulair te krijgen. Daarom moest er een keus gemaakt worden bij welke materialen te beginnen. Antea Groep heeft gekeken naar de materialen met de grootste volumes en die tegelijkertijd de beste mogelijkheden hebben om opnieuw gebruikt te worden. Zodoende heeft ze de 'grondstoffen' grond, bomenhout, speeltoestellen en elementenverhardingen geselecteerd voor verdere analyse.

een grondstoffenhub. Hierbij is rekening gehouden met verschillen in transport, schoonmaak, opslag wijze en verwijderkosten.

De volgende stap was om te kijken wat circulariteit betekent voor elke grondstof afzonderlijk. Antea Group gaf antwoord op vragen als; welke niveaus van circulariteit zijn mogelijk? Wat is haalbaar en wat is wenselijk? Wat gebeurt er op dit ogenblik met deze grondstoffen? Welke acties zijn nodig zijn om een hoogwaardiger invulling te geven aan circulaire ambities?

vrijkomende straatstenen voor veel minder CO2-uitstoot dan de aanschaf (en daarmee

VRAAG EN AANBOD Idealiter worden de grondstoffen die vrijkomen in het ene project zo snel mogelijk gebruikt in het volgende project. Vraag en aanbod sluiten echter zelden op het juiste moment op elkaar aan. Een fysieke grondstoffenhub is daarop het antwoord. Antea Group heeft voor de gemeente Almere onderzocht of en hoeveel geld te besparen is door grondstoffen tijdelijk op te slaan op een circulaire grondstoffenhub. Daarvoor heeft ze een vergelijking gemaakt tussen de huidige wijze van werken en een circulaire aanpak met

Het resultaat van het onderzoek op de financiële aspecten is dat een grondstoffenhub de gemeente een besparing van 55% oplevert op de inkoopkosten van elementen-verhardingen ten opzichte van de huidige kosten. Ook kan een hub een ruim drie keer hogere opbrengst realiseren op vrijkomend hout. Een grondstoffenhub zorgt daarnaast voor minder afval en véél minder CO2-uitstoot. Zo zorgt het reinigen van

de productie) van nieuwe straatstenen. LOCATIEONDERZOEK Na het in kaart brengen van de kosten, opbrengsten, besparingen, processen, werkstappen en risico’s, was voldoende informatie beschikbaar voor locatieonderzoek. Antea Group inventariseerde de hoeveelheid te verwachten vrijkomende grondstoffen, net als de benodigde voorzieningen om de grondstoffen te bewerken. Samen met de gemeente Almere werd gezocht naar geschikte locaties om de geïnventariseerde grondstoffen te verwerken en waar kruisbestuiving kan plaatsvinden met andere initiatieven. Het hebben van een grondstoffenhub garandeert niet dat deze gebruikt wordt. De organisatorische implementatie binnen een organisatie is essentieel. Antea Group heeft samen met verschillende afdelingen van de

gemeente Almere gekeken welke processen hergebruik in de weg staan. Ook onderzocht ze welke activiteiten het gebruik van een grondstoffenhub juist stimuleren. Naast interne afspraken en werkwijzen is bijvoorbeeld ook een intern digitaal platform voor vraag en aanbod noodzakelijk. BREAK EVEN POINT Conclusie is dat het break even point voor de benodigde investeringen (aankoop van grond, voorzieningen, de implementatiekosten, digitale voorzieningen en exploitatiekosten) al na ongeveer vier jaar wordt behaald. Ofwel vanaf vier jaar na de eerste investering gaat de gemeente jaarlijks veel geld besparen op beheer en onderhoudskosten. Een financiële besparing die weer ingezet kan worden voor reiniging en beheer van de stad. Gezien de circulaire ambities van de gemeente is het wellicht nóg belangrijker dat een grondstoffenhub zorgt voor een vermindering van volume vrijkomend afval. Een hub draagt bij aan het sluiten van de kringlopen en grondstoffen worden langer, hoogwaardiger en waardevast hergebruikt. Met een grondstoffenhub geeft de gemeente Almere concreet invulling aan de transitie naar een circulaire economie én bespaart ze bovendien op kosten. Benieuwd of een grondstoffenhub ook voor uw gemeente interessant is? Neemt u dan gerust contact op met de auteurs via email: Monique.VanAlphen@AnteaGroup.nl of Antal.Hartman@AnteaGroup.nl

OPTIMALISEREN GRONDSTOFFENHUB Naast het uitwerken van deze businesscase voor gemeente Almere ontwikkelt Antea Group aanvullende producten en diensten die gemeenten helpen bij het ontwikkelen van een circulair grondstoffenhub tot slimme grondstof-matchmaker. ONDERZOEK PROGRAMMERING PROJECTEN Zo startte Antea Group een onderzoek om gemeenten te ondersteunen bij de programmering van projecten. Als een grondstoffenhub eenmaal beschikbaar is, wil een gemeente de grondstoffenstromen uiteraard goed beheersen. Ze wil weten wanneer grondstoffen vrijkomen bij het ene project en beschikbaar komen bij het volgende. Door te schuiven met projecten (naar voren halen of juist uit te stellen) kunnen gemeenten een grondstoffenhub verder optimaliseren. De fysieke hub is immers een soort buffer. Een te grote buffer is te duur, maar met een te kleine buffer kunnen gemeenten niet zo veel. Met de programmering van projecten besparen gemeenten bovendien transportkosten. MATERIALENPASPOORT Voor goed circulair beheer en inzet van grondstoffenhubs zijn tevens materiaalpaspoorten van belang. In Haarlem heeft Antea Group het materialenpaspoort in GBI gezet, het beheersysteem van Antea Group voor de openbare ruimte waar ongeveer de helft van de Nederlandse gemeenten mee werkt. Met een materialenpaspoort in GBI weet zowel de gemeente als de aannemer van welke locatie welke materialen vrijkomen. Met deze informatie kan het volume, de waarde van de vrijkomende grondstoffen en de hergebruikmogelijkheden goed worden ingeschat. Ook kan bij oplevering van een werk opgenomen worden welke materialen zijn toegepast voor circulair beheer in de toekomst.

32 | GRAM #01 februari 2021


[Advertorial] CLIMPEX:

CLIMPEX FOCUST VOOR NU OP DUURZAAMHEID INZAMELEN > VERWERKEN > SORTEREN Eén voorbeeld hiervan is post contaminatie waarbij textiel correct is gedeponeerd maar later in aanraking is gekomen met vervuiling welke maakt dat de complete batch wordt aangetast. Vaak zijn er dan verbeteringen te behalen op logistiek en emballage gebied. Pre contaminatie heeft een breed pallet aan mogelijke oorzaken. Huishoudelijk afval, type container, voorlichting, beleid, locatie. Hogere opbrengst per huishouden wordt behaald door actief huisaan-huis inzameling te combineren met passieve container inzameling. Naast adviseren op maat, faciliteert Climpex gemeenten in de juiste aanpak en biedt daarbij een zeer nauwkeurig proces van bron en na-scheiding

Textielstromen zijn qua volume de underdog binnen de gemeentes. Dit terwijl we het streven hebben om het 100% circulair te kunnen verwerken. Hoewel er wel al tal van initiatieven zijn op gebied van circulariteit, zijn de technische ontwikkelingen helaas nog verre van inzetbaar. De kleine successen die geboekt worden zijn helaas nog maar een fractie van het benodigde totaalproces wat ons allen in staat gaat stellen om op industrieel niveau het werkelijke verschil te kunnen maken. Tot die tijd moet er geld verdiend worden om de circulaire ambities te kunnen bekostiggen. DUURZAAMHEID Duurzaamheid is een speerpunt van Climpex waarbij wij de 3 P’s; People, Planet en Prosperity op harmonieuze wijze combineren. Duurzaamheid is voor nu de beste strategie, tot we volledig circulair zijn. Kleding doordragen of ter beschikking stellen voor verkoop is het hoogst haalbare voor nu. Focus op bron- en nascheiding en optimaal bovengronds inzamelen geeft ons meer dan voldoende mogelijkheden om van de textielstroom een waarde (volle) stroom te maken. Immers iedereen heeft baat bij hergebruik, recycling én circulariteit. CONCEPTUEEL DENKEN; POST CONTAMINATIE EN PRÉ CONTAMINATIE De grootste bedreiging voor textielinzameling is contaminatie. Veelvuldig wordt er gesproken over textielstromen tegen negatieve (voor de gemeente) of neutrale vergoedingen worden ingezameld en verwerkt. In veel gevallen kan dit simpelweg voorkomen worden door een conceptuele aanpak met een zeer laag afvalpercentage vanuit de inzameling.

INNOVATIE EN DUURZAAMHEID Door inzet van slimme hard- en software wordt de vulgraad van de containers gemonitord. Een door de Erasmus universiteit ontwikkeld systeem berekend daarnaast zeer nauwkeurig de optimaal in te zetten logistiek op basis van prioriteiten. Door haar 22 inzamelvoertuigen te elektrificeren in combinatie met minimale logistieke bewegingen, genereert dit een minimale milieubelasting. GEROBOTISEERD SORTEERCENTRUM ÉN MVO Ingezameld textiel gaat naar onze nieuw geopende en volledig gerobotiseerd sorteercentrum. Een wereldprimeur. Deze unieke sorteer plant sorteert op meer dan 400 verschillende soorten met een gemiddeld afvalpercentage van 4%. SOCIAAL ECONOMISCH BETROKKEN ONDERNEMING; SEBO KEURMERK De Gemeente Zoetermeer waardeert lokaal maatschappelijk betrokken ondernemingen met het SEBO-Keurmerk. Climpex biedt werkgelegenheid voor meer dan 150 medewerkers. Velen van hen hebben een afstand tot de arbeidsmarkt. Climpex zet zich in voor kwetsbare groepen. Inzet van lokale SROI, onder begeleiding van professionele inzamelaars en sorteerders, binnen het gehele proces van verwerken én inzamelen. Lokaal en landelijk per gemeente en regio; Climpex heeft 2 lokale winkels waar producten worden verkocht. Ook dit concept draagt bij aan lokale inzameling en werkgelegenheid. Lokale verwerking, lokale afzet. Climpex; uw partner bij uitstek! Inzameling en sortering TŰV Gecertificeerd ISO-9001 Gecertificeerd Meer weten? Scan de QR code en laat u informeren!

MEER WETEN? SCAN DE QR CODE EN LAAT U INFORMEREN!


DOE MEE MET DE LANDELIJKE OPSCHOONDAG Dit jaar vindt de Landelijke Opschoondag in aangepaste vorm plaats. Het thema is ‘Word weer verliefd op buiten’. Stichting Nederland Schoon roept op om mee te doen en op zaterdag 20 maart een opschoon-ommetje te maken, uiteraard rekening houdend met de corona-regels. Op www.supportervanschoon.nl staat een speciale pagina voor deelnemers met deze regels. Ook zijn daar tips te vinden voor vrijwilligers om te zorgen dat die veilig kunnen opruimen. Gemeenten kunnen hun deelnemende inwoners, bedrijven en andere organisaties vragen hun acties te delen op https://www.supportervanschoon.nl/kaart/#kom-inactie. Promotie- en opruimmaterialen kunnen desgewenst besteld worden in de webshop.

AGENDA 01 - 07 MAART 2021 Week van de Afvalhelden

01 APRIL 2021 Gladheidbestrijdingscongres 2021, Hart van Holland Nijkerk

18 MEI 2021 Algemene Ledenvergadering NVRD

19 MEI 2021 NVRD Jaarcongres 2021 'Innovatie - de rol van de overheid', Klokgebouw en Kazerne te Eindhoven

ONZE eTRUCK HEEFT ALLES MEE. Laagdrempelig en instapklaar met AM-rijbewijs.

Een echte gemeentewerker. Ruim, veelzijdig en 100% elektrisch. De Aixam eTruck staat z’n mannetje wanneer hij wordt ingezet voor bijvoorbeeld afvalbeheer of het beheer van de openbare ruimte in uw gemeente. Compact als hij is, een grote jongen die van wanten weet.

www.aixam.nl of bel gratis 0800 - 249 26 28 34 | GRAM 190x130mm A.indd 1

#01 februari 2021

22-0000-1631-01 NVRD GRAM 2021 feb

11-01-2021 13:13


AANGEBODEN DOOR

MCB MILIEU & TECHNIEK CLOSE-UP

SLIM DESIGN EN MAATWERK VOOR ELKE GEMEENTE Een volledig circulaire economie in 2050. Dat is voor MCB Milieu & Techniek een belangrijke stip aan de horizon. Het Roosendaalse bedrijf ontwerpt en produceert slimme inzamelmiddelen voor afval. Vaak helemaal toegespitst op de wensen van de klant. MCB is een Nederlandse leverancier van voornamelijk containers, containerbehuizingen en semi-ondergrondse containers. “We hebben alles in eigen hand, ontwerp én productie, waardoor we goed in kunnen spelen op de specifieke wensen van de klant”, aldus salesmanagers Mark van Beers en Gerwin van der Welle. Voor een grotere gemeente in Nederland ontwierp MCB bijvoorbeeld een speciale textielcontainer, waarmee vervuiling wordt tegengegaan. Van Beers: “In de behuizing zit een gaaskar die je er eenvoudig uitrolt. Met een klein elektrisch voertuig kun je de kar legen, zodat er geen grote kraanwagens in de binnenstad hoeven te rijden. Ander groot voordeel van de gaaskar is dat je eventuele vervuiling, zoals restafval, verf of zelfs slachtafval, meteen kunt detecteren en verwijderen. Je kunt je bewoners rond die locatie erop aanspreken én je krijgt een schonere textielfractie. Als je een textielcontainer leegt met een kraanwagen, is vaak de hele partij van die inzamelroute vervuild en niet meer geschikt voor hergebruik.” Een ander voorbeeld van maatwerk, is de behuizing voor gfe-containers bij hoogbouw. “Wij kunnen de behuizing aanpassen per type wijk”, aldus Vander Welle. “Maar zelfs als de container al geplaatst is, kunnen we eenvoudig omschakelen. Eén gemeente had een containerbehuizing voor uitsluitend gfe, dus met een kleine stortklep. Vanwege gewijzigd afvalbeleid, mochten later ook bewoners van laagbouw hier hun gfe én tuinafval inleveren. Met een kleine aanpassing hebben wij dat mogelijk gemaakt. We hebben de stortklep vervangen door een grotere draaiklep.”

MODULAIR Duurzaamheid, schonere afvalstromen en circulaire economie is voor MCB leidend. “Onze producten zijn modulair opgebouwd, zodat ze eenvoudig aan te passen zijn”, zegt Van Beers. “Als je bijvoorbeeld een glascontainer wil ombouwen tot papiercontainer, vervangen wij het voorpaneel met inwerpopening. We hebben een speciale containerlijn, die zo slim is ontworpen, dat je alleen vier boutjes los hoeft te draaien. Zo denken we voortdurend aan innovatieve oplossingen. Vaak worden de ideeën ingegeven door de klant. Gemeenten zijn steeds op zoek naar manieren om het restafval te verminderen en de gescheiden stromen zo zuiver mogelijk te houden. Daar helpen we ze graag bij.” Uiteraard denkt MCB ook aan duurzaamheid binnen de eigen bedrijfsvoering. Van Beers: “We zijn onlangs gecertificeerd voor de CO2-prestatieladder, daar zijn we trots op. Onze producten zijn

voornamelijk van staal, tot veertig procent daarvan is gerecycled materiaal. Ook aan het eind van de levensduur zijn onze producten eenvoudig te demonteren en opnieuw te recyclen. Momenteel zoeken we naar mogelijkheden om ook de kunststof onderdelen van gerecycled plastic te maken. Ons bedrijf bestaat ruim twintig jaar, over drie decennia willen we een belangrijke bijdrage hebben geleverd aan een volledig circulaire economie. Dat is onze doelstelling.” Voor meer info: www.mcbmilieuentechniek.nl.

GRAM #01 februari 2021 | 35


g 50 mln k CO2 g besparin in 2020

Innovatie in matrasrecycling

De kracht van circulair samenwerken Steeds meer gemeentes kiezen voor de samenwerking met RetourMatras. Dankzij de RetourMatras-methode worden afgedankte matrassen op een duurzame manier gerecycled en realiseren we een aanzienlijke CO2 besparing. Grondstoffen als textiel, metaal en foam die we herwinnen uit gerecyclede matrassen worden door onze partners gebruikt in circulaire productieprocessen. Dat is de kracht van circulair samenwerken met RetourMatras. In 2021 openen wij onze 4e matrasrecyclingfabriek in Etten-Leur waarmee we nog meer circulaire samenwerkingen kunnen aangaan. Blijf ons volgen op www.retourmatras.nl en op social via @retourmatras

WWW.RETOURMATRAS.NL


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.