25 minute read
MIJLPAAL ONDERGRONDS
from GRAM december 2020
by NVRD
MIJLPAAL ONDERGRONDS AFVAL TRANSPORT IN AMSTERDAM
In de nieuw te realiseren Sluisbuurt op het Zeeburgereiland in Amsterdam, is vorige maand gestart met de aanleg van een uniek afvalinzamelsysteem. Het Ondergronds Afval Transportsysteem (OAT). Hiermee wordt het afval van 5.500 toekomstige woningen, via inlets (inwerpopeningen) ingezameld en ondergronds via buizen naar een centrale inzamellocatie getransporteerd. Dat betekent meer gemak voor de bewoners én vanaf 2023 veel minder afvalinzamelwagens in de wijk.
Advertisement
TEKST: RINY DE JONGE BEELD: GEMEENTE AMSTERDAM
Er is gekozen voor dit innovatieve OAT, omdat de Sluisbuurt een stedelijke, duurzame en autoluwe wijk wordt. Er komen scholen, winkels, sociale huurwoningen, middel-dure en dure huurwoningen én koopwoningen. Dat zijn voornamelijk appartementen in (middel) hoge woongebouwen (mogelijk tot wel 125 meter hoog). Het OAT moet tot veel minder vervuiling op straat leiden, omdat er zich daar geen afvalverzamelcontainers meer bevinden.
Amsterdam werkt samen met het Finse bedrijf MariMatic, dat in heel Europa veel ervaring heeft met het OAT en verantwoordelijk wordt voor de aanleg en de exploitatie van het systeem. In totaal ligt er straks 5.300 meter aan afvalbuizen in de buurt, waar circa 6000 ton afval per jaar met een snelheid van 75 km per uur naar het centrale inzamelpunt vliegt. Gebruikmakend van de ervaringen elders, is er uitgebreid stilgestaan bij het voorkomen van storingen in het buizensysteem. Het afval wordt vanzelfsprekend ook gescheiden, er komen aparte inlets voor oud-papier, gft- en restafval. Eventueel, afhankelijk van de bestuurlijke besluitvorming over een keus voor bron- of nascheiding van plastic, metaal en drankkartons (PMD), komen er ook inlets voor PMD. Andere afvalfracties (elektrische apparaten, glas, textiel, grof karton) worden met inpandige rolcontainers gescheiden ingezameld.
Behalve de innovatieve techniek van het OAT is ook bijzonder dat er volop wordt ingezet op het gedrag van de bewoners. Via de bouwenvelop worden de bouwers en de eigenaren van de gebouwen verantwoordelijk voor de locatie en een goed gebruik van de inlets. De bouwenvelop beschrijft de voorwaarden vanuit de gemeente waar de gebouwencomplexen aan moeten voldoen. Daarnaast wordt beoogd met corporaties en kopers afspraken te maken over de keukeninrichting, met het oog op afvalscheiding door de bewoners.
INFOQUÊTE SNIJDT ALS MES AAN TWEE KANTEN VAN AFVALBELEID
Het afgelopen jaar hebben diverse gemeenten in Nederland de infoquête ingezet als onderdeel van hun afvalbeleid. In Meppel en Zwolle is het instrument gebruikt om burgers zowel te informeren (infodeel) als te bevragen (enquêtedeel). Hoewel in beide gevallen het doel van informatie ophalen bereikt werd, gooide de coronacrisis roet in het eten bij het andere doel: burgers beïnvloeden in hun afvalgedrag door hen te informeren. Toch zijn beide gemeenten tevreden over de uitkomsten tot nu toe.
TEKST: MARTIJN KREGTING BEELD: GEMEENTE ZWOLLE
Voor Meppel was de noodzaak om een nieuw beleids- UITZETTEN INFOQUÊTE plan op te stellen mede aanleiding voor het gemeen- Eind 2019 is de infoquête in Meppel uitgezet, met onder andere ‘wist u tebreed inzetten van de infoquête, vertelt Sabine Nij- dat’-vragen om mensen in de juiste mindset te krijgen. Meppel heeft dam, beleidsadviseur Afvalbeheer en Grondstoffen ervoor gekozen om de vragenlijst per post te verspreiden, om zoveel inzameling. Om de inwoners meer bij het nieuwe mogelijk mensen de mogelijkheid te geven om mee te doen. “In de plan te betrekken, wilde de gemeente ook inzicht in wat burgers we- begeleidende brief hebben we aangegeven dat de lijst ook digitaal in ten over afvalscheiding, welke ideeën voor verbetering ze hebben, te vullen was”, vertelt Sabine. “Voor de component informeren – in hoe de gemeente hen beter kan faciliteren. “Tegelijk wilden we in- feite ook gedragsbeïnvloeding - was het namelijk belangrijk een zo woners informeren over afvalscheiding. In het verleden stuurden we groot mogelijke bekendheid én respons te genereren.” elk halfjaar een nieuwsbrief. Toen ik twee jaar geleden deze functie kreeg, wilde ik wat anders proberen. Toen ik via Rijkswaterstaat over Na een plan van aanpak en een akkoord voor de infoquête en finande infoquête hoorde, leek me dat het perfecte instrument om beide ciering hiervan, werd in Zwolle gekozen voor externe hulp via bureau doelen van informatie opvragen en informeren te combineren.” AMA, dat ervaren is in de verwerking van infoquêtes. Lizette de JaINZET OP WIJKNIVEAU genomen en uitgewerkt met wijkspecifieke weetjes. De lijst is heel De gemeente Zwolle werd ook via Rijkswaterstaat op het spoor van sterk geworden door een heldere duidelijke vormgeving met veel afde infoquête gebracht. Anders dan bij de gemeente Meppel, zag men beeldingen, verbindend en simpel taalgebruik, mede dankzij doorlein Zwolle vooral op wijkniveau het nut van de infoquête, vertelt Li- zen ervan door het Versimpelteam én een aantal bewoners.” zette de Jager - Dukker, team Afval & Grondstoffen. “In het voorjaar ger: “We hebben de vragenlijst van de gemeente Meppel als leidraad van 2020 was in de wijk Diezerpoort dubbele inzameling van pmd RESPONS VERGROTEN in zakken en containers opgeleverd, maar het aanbod was bene- Het merendeel van de vragenlijsten kwam zowel in Zwolle als Mepden gemiddeld, terwijl veel pmd-zakken 'zwierven'. De lockdown- pel via de post terug. Eerst druppelsgewijs, maar door extra aandacht maatregelen maakten persoonlijke gesprekken onmogelijk, andere voor de infoquête in onder meer lokale kranten en social media, werd manieren om wijkbewoners beter te informeren of gedrag te beïn- dat in Meppel snel meer. Sabine: “De uiteindelijke respons was 28 vloeden waren niet direct voorhanden. Toen kwam de infoquête in procent, wat bevestigt dat het onderwerp afvalinzameling en -scheibeeld waar Meppel al mee aan de slag was. Het leek een bruikbaar ding in Meppel leeft.” Niet alleen de infoquête zelf, ook het aandacht instrument voor gedragsbeïnvloeding door informeren (wist u dat) vestigen op de infoquête is van belang om mensen tot deelname te en te enquêteren (vragen naar mening, suggesties en ideeën) op motiveren. Enkele dagen voordat de infoquête in Zwolle werd bewijkspecifiek niveau.” zorgd, zijn op ondergrondse restcontainers stickers geplakt om aandacht te vragen voor de infoquête. Enkele weken hierna is nogmaals Omdat Zwolle nog bezig was met het faciliteren van de hoogbouw, aandacht gevraagd via een campagne op Facebook. “Hierin gaven we werd gekozen voor het uitzetten van de infoquête in een net gefaci- ook een link aan zodat mensen de infoquête ook online konden inliteerde wijk. “We hebben mensen geïnformeerd over het scheiden vullen. Vooral door deze laatste actie zag je een opleving in het aantal van pmd en informatie opgehaald over wat hierover al bekend is”, online ingevulde lijsten, vertelt Elwira. “Dat geeft ook aan hoe belanglicht Elwira van Pijkeren, Adviseur team Afval & grondstoffen, toe. rijk is dat je rondom een infoquête goed communiceert dat bewoners “Het is een hele gemengde wijk, met veel diversiteit in woningen. Zo hem kunnen verwachten en invullen. Het instrument is het meest krijg je ook een beetje een beeld van wat er Zwolle-breed speelt en effectief wanneer je vooraf, tijdens en erna communiceert met de kun je een infoquête voor volgende wijken aanscherpen.” bewoners. Dus niet alleen droppen en afwachten.”
Via een campagne op Facebook vroeg Zwolle aandacht voor de infoquête die ook online ingevuld kon worden.
ENTHOUSIASME EN MEDEWERKING
Er was in beide gemeenten veel enthousiasme en medewerking. In Zwolle zowel intern als van afvalverwerker ROVA. Lizette: “Zo kwam er heel snel toestemming om de restcontainers te bestickeren. "Intern hebben we samengewerkt met Onderzoek en Informatie, Inwonerszaken, Communicatie en de Services. Ook leuk was het enthousiasme van kringloopwinkels in de wijk. We hadden 50 cadeaubonnen te verloten die te besteden waren bij die kringloopwinkels. Dat kan op veel belangstelling rekenen.” Uiteindelijk hebben in Zwolle zo’n 1236 mensen de infoquête ingeleverd, waarvan 275 digitaal. Het totaal aantal aangeschreven huishoudens bedroeg 6003. Elwira: “We hebben dus een respons van ruim 20 procent gekregen. Dat is bovengemiddelde voor een enquête.”
Een gespecialiseerd gedragsbureau heeft voor Meppel alle respons verwerkt. Het daaruit voortgekomen rapport heeft veel informatie opgeleverd over wat inwoners wel en niet weten over afvalinzameling en -scheiding, evenals waar de gemeente verbetering kan aanbrengen. “Het rapport onderscheidt kansen & verbeteringen m.b.t. de service/ dienstverlening en communicatiekansen. Dat wordt allebei meegenomen in ons nieuwe beleid.”
Het doel van informatie opvragen is dus overduidelijk geslaagd. Zo bleek op communicatiegebied meer nodig om bijvoorbeeld de afvalscheidingskaart en -app onder de aandacht te brengen, of meer uitleg over wat er met de ingezamelde grondstoffen gebeurt. “Het geeft ook aan welke afvalmythes we beter moeten ontkrachten, of waar we met tips en trucs kunnen helpen om afvalscheiding te vereenvoudigen.” Op basis van ‘wist-u-dat’ vragen werd in Zwolle duidelijk dat bewoners veel minder over afvalinzameling wisten dan gedacht, vertelt Lizette de Jager. “Veel betere communicatie, en niet alleen via de geijkte kanalen zoals wijkbladen, is dus een aandachtspunt.”
INFORMEREN, GEDRAGSVERANDERING
Meppel heeft ook geprobeerd om de effecten van de infoquête op de afvalinzameling te monitoren door de hoeveelheid ingezameld restafval te wegen. Sabine: “We wilden weten of mensen bewuster geworden waren door de infoquête, meer gingen scheiden – het informerende aspect. Helaas gooide corona roet in het eten. Opeens moesten mensen veel meer thuisblijven. Dus we hebben niet echt een significant effect op de afvalscheiding kunnen meten. Dat is jammer.”
Zwolle is nog in afwachting van de monitoringsdata. Lizette hierover: “Wij hopen uit onze analyse te halen dat het gedrag omtrent afval scheiden veranderd is. Omdat we wegens corona al een beetje zagen aankomen dat de afname op restafval lastig te meten zouden zijn, hebben we ook een aantal kwalitatieve metingen laten uitvoeren: zoals het aanbod van pmd-zakken en het gebruik van de Rova-app. We hopen met de monitoringsdata van afvalverwerker Rova meer te kunnen evalueren dan een – naar ons idee twijfelachtige – afname van de hoeveelheid restafval.”
VERDERE PLANNEN
In Meppel kreeg de infoquête een praktisch vervolg, vertelt Sabine. “We ontvingen een volgeschreven lijst van de inwoners van een flat, met reacties en tips voor ander inzamelbeleid. Zij wilden ook hun gft-afval kunnen scheiden en boden tips voor verbetering van het pmd-afval. We hebben daar met succes een pilot met gftinzameling via een verzamelcontainer uitgevoerd. De pilot is naar meer hoogbouwlocaties uitgebreid en we passen het nu ook toe bij nieuwbouw.” Zwolle voert in 2022 gedifferentieerd betalen in onder de naam ‘Zwols belonen’, vergezeld van een grote publiciteitscampagne. Mogelijk maakt een infoquête daar deel van uit, stelt Lizette. “Uit de pilot hebben we in ieder geval al veel informatie gekregen over wat er wel en niet werkt in onze communicatie over afvalbeleid, wat er beter of anders kan. En in de wijk Holtenbroek, waar we het project Faciliteren Hoogbouw nog moesten uitrollen, hebben we op basis van de informatie uit de Diezerpoort infoquête geen pmd-zakken ingevoerd, maar plaatsen we alleen boven- en ondergrondse pmd-containers.”
DO’S & DONT’S BIJ EEN INFOQUÊTE
Do: • Stem plannen goed af met relevante partijen: B&W, gemeenteraad, de afdeling communicatie, klantcontactcentrum, eventueel de postafdeling. • Vormgeving moet op orde zijn; taalcheck (max. B1-niveau) en schrijven vanuit burgerperspectief. Verder helpt campagne voeren op
Facebook om de respons te verhogen. • Pas vragenlijsten aan voor de behoefte van een gemeente. Informeren over of informatie ophalen voor nieuw beleid vergt een andere vraagstelling dan wanneer het de praktische invoering van een nieuw soort afvalinzameling- of scheiding betreft. Don’t: • Geen echte don’t, maar uit privacyoverwegingen dient de vragenlijst anoniem te zijn. In Meppel had Sabine Nijdam echter wel meer willen weten over in welke wijk men woonde. Er zijn natuurlijk verschillen tussen het centrum, woonwijken of het buitengebied. Meer inzicht hierin was nuttig geweest. • Uitvoeren van een infoquête in een crisisperiode (zoals de coronacrisis) maakt het lastig om gedrag te beïnvloeden. Zowel in Meppel als Zwolle is de hoeveelheid restafval enorm toegenomen, terwijl het doel van het informatie bieden juist gedragsbeïnvloeding ter vermindering van dat afval was. Even in ‘betere’ tijden uitvoeren dus.
2020 het jaar waarin Nederland kennis mocht maken met vernieuwende verhuurder Flex Rent.
Het afgelopen jaar is Flex Rent enorm gegroeid. Niet alleen in het aantal reinigingsvoertuigen, maar ook zijn we met onze diensten een stapje dichter bij een uitstootvrij Nederland.Mede dankzij het vertrouwen van onze klanten en collega’s, kunnen wij sneller een transiti e maken naar zero-emissie trucks.
Laat óók volgend jaar een mooie periode worden met successen, zowel zakelijk als persoonlijk. Wij wensen iedereen fi jne feestdagen en een gezond & schoon nieuwjaar!
Flex Rent www.fl exrent.eu
ANALYSE BENCHMARK HUISHOUDELIJK AFVAL
Gemeenten die succesvol zijn in het verminderen van hun restafval hebben de laagste beheerkosten, zo blijkt uit de Benchmark Huishoudelijk Afval. Dit zijn meestal ook de gemeenten die een vorm van tarief- en servicedifferentiatie hebben ingevoerd. De vermeden verbrandingskosten maken de extra kosten die deze strategieën met zich meebrengen, meer dan goed.
TEKST: FOLKERT STARREVELD BEELD: NVRD/ CYCLUS MANAGEMENT
Jaarlijks organiseert de NVRD in samenwerking met Rijkswaterstaat en Cyclusmanagement de Benchmark Huishoudelijk Afval. De benchmark vergelijkt ongeveer 160 gemeenten en bedrijven op hun milieu-, kosten en serviceprestaties (afvaldriehoek). Door deze prestaties aan elkaar te koppelen ontstaat inzicht in de kosteneffectiviteit van de inzamelstrategieën die deze gemeenten en bedrijven toepassen. Ook dit jaar kwam tariefdifferentiatie in combinatie met servicedifferentiatie als meest kosteneffectieve inzamelstrategie uit de bus rollen (zie afbeelding 1).
DIFTAR
Tariefdifferentiatie blijkt een belangrijke succesfactor in het aanjagen van afvalscheiding en het reduceren van restafval. De vermeden verbrandingskosten die dat tot gevolg heeft, maken de kosten van een diftar (inclusief flankerend beleid) meer dan goed, zo blijkt uit de benchmark. De afvalbeheerkosten van de diftar-gemeenten zijn significant lager dan de gemeenten die geen diftar toepassen. Dat de 100 kg-doelstelling van het Rijk bijna onhaalbaar is zonder diftar, blijkt ook uit de benchmark. Over peiljaar 2019 behaalden in totaal 36 gemeenten de 100-kg doelstelling. Allen met een vorm van diftar.
WIN-WIN-SITUATIE
Dat restafvalreductie en kostenbeheersing hand en hand gaan laat afbeelding 2 zien, waarin alle regiegemeenten zijn weergegeven met hun restafval en kostenprestaties. Hierin is een duidelijke cor-
Afbeelding 1: Restafval en totale beheerkosten (concrete cijfers zijn te vinden op www.benchmarkafval.nl). Afbeelding 2: Correlatie tussen de hoeveelheid restafval en totale beheerkosten.
relatie zichtbaar: hoe hoger het restafvalaanbod, hoe hoger de kosten. De kleur van de bol geeft de inzamelstrategie weer, waarbij we ook hier kunnen constateren dat de gemeenten met een diftarsysteem de minste restafval hebben en de laagste kosten. Gemeenten die alleen servicedifferentiatie (restafval op afstand en/of frequentieverlaging restafval) hebben ingevoerd presteren weliswaar beter dan gemeenten die ‘niets’ hebben toegepast, maar halen bij lange na de 100-kg doelstelling niet. Ook weten deze gemeenten daardoor nauwelijks hun kosten te beheersen.
IN BEWEGING
Dat gemeenten al aardig in beweging zijn om hun afval- en grondstoffenbeheer te verduurzamen, blijkt uit afbeelding 3, waarin de strategieverdeling van de benchmarkgemeenten is weergeven. Hieruit blijkt dat 79% van de gemeenten een vorm van tarief- en/ of servicedifferentiatie hebben ingevoerd. Over peiljaar 2018 was dat nog slechts 65%. Ook het aandeel diftargemeenten is groeiende: 42% tegenover 34% in peiljaar 2018. De gemeenten met alleen een volume-diftarsysteem zijn daarbij niet meegeteld.
Diftar+ servicedifferentiatie Diftar Servicedifferentiatie Geen diftar, geen servicedifferentiatie Totaal
Aantal gemeenten
44 23 59 34 160
Afbeelding 3: Aantal gemeenten per inzamelstrategie.
% 28% 14% 37% 21% 100%
HOOGBOUW
Naast de toegepaste inzamelstrategie is ook de mate van hoogbouw sterk prestatie- en kostenbepalend. Om deze factor te kunnen uitsluiten bij het bepalen van de meest kosteneffectieve inzamelstrategieën zou afbeelding 1 eigenlijk per hoogbouwklasse moeten worden weergegeven. Dit is gedaan in het analyserapport (te downloaden via www.benchmarkafval.nl) waarbij kan worden opgemerkt dat ook per hoogbouwklasse de diftarstrategieën significant beter scoren dan de niet-diftarstrategieën.
BENCHMARKGEMIDDELDEN
Over alle gemeenten en inzamelbedrijven die aan de benchmark hebben deelgenomen bedroeg de gemiddelde hoeveelheid restafval in 2019 165 kilogram per inwoner. Ten opzichte van 2018 is dat een daling van 7% (op basis van dezelfde deelnemersgroep). De gemiddelde beheerkosten in 2019 waren € 175,- per huishouden (9% hoger dan in 2018). Van de grondstoffen laten voornamelijk gft en pmd een stijgende trend zien. De hoeveelheid glas is al jaren constant en de hoeveelheid oud papier en karton neemt door de digitalisering van de maatschappij nog steeds af.
Restafval (incl. grof)
Beheerkosten
Afbeelding 4: Ontwikkeling hoeveelheid restafval en de totale beheerkosten.
AFVALSCHEIDING
Het gemiddelde afvalscheidingspercentage bedroeg in 2019 66%. Dat is een toename van 2%punt ten opzichte van 2018 op basis van dezelfde deelnemersgroep. Analyse van het nog ongescheiden fijn restafval laat verder zien dat er nog veel groente-, fruit- en tuinafval (33%) en pmd (11%) in zit. Maar ook op oud papier, glas en textiel is nog veel winst te behalen (zie afbeelding 6).
Afbeelding 6: Benchmarkgemiddelde samenstelling van het fijn restafval.
Pmd CIRCULAIRE INDICATOREN
Voor het eerst dit jaar is er ook een aantal circulaire indicatoren opgenomen in de benchmark. Rekening houdend met de uitval die na inzameling plaatsvindt is voor vijf grondstoffen nagegaan hoeveel procent van het vrijkomende materiaal ook daadwerkelijk terugkomt in de keten, en op welk kwaliteitsniveau dat gebeurt. Glas en papier doen het beide goed met een recyclingpercentage van 73%. Pmd en gft blijven daarop flink achter met 30%. Van de vrijkomende hoeveelheid textiel wordt slechts 16% hergebruikt als kleding, 4% als garen en 14% laagwaardig hergebruikt.
MEER INFO
Kijk voor meer resultaten, best-practices en kentallen per hoogbouwklasse op www.benchmarkafval.nl. De Benchmark Huishoudelijk Afval is een initiatief van NVRD en Rijkswaterstaat en wordt uitgevoerd door Cyclus Management. Een keer meedoen? Meld u dan aan op www.benchmarkafval.nl
Papier
Afbeelding 5: Gescheiden ingezamelde hoeveelheden grondstoffen.
Glas
Afbeelding 7: Circulariteitspercentages van vijf grondstofsoorten.
WECYCLE EN STICHTING DE KRINGLOPER: MEER INZAMELING – MEER KANSEN VOOR PRODUCTHERGEBRUIK – MEER OMZET, BETER MILIEU
AANLEIDING
In Europees verband zijn de inzameldoelen voor elektronica afval, kortweg e-waste, aangescherpt naar 65% van de nieuw op de markt gebrachte apparaten. Dit doel wordt in Nederland nog niet gehaald: ruwweg zal 70.000 ton per jaar extra ingezameld moeten worden.
Gelijktijdig verschuift de aandacht van grondstofhergebruik naar product en onderdelen hergebruik, nodig om de circulaire ambities waar te kunnen maken. Tot slot is bekend dat circa 30-35.000 ton aan met name kleine apparaten jaarlijks via de minicontainer als restafval worden afgevoerd.
Alle aanleiding voor Wecycle om met ketenparters te verkennen hoe meer ingezameld kan worden met meer mogelijkheden voor hoogwaardig hergebruik. Stichting De Kringloper is een belangrijke ketenpartner voor Wecycle en gezamenlijk is een idee uitgewerkt om meer e-waste in te zamelen via het kringloopkanaal.
HET IDEE
Stichting De Kringloper beschikt, redelijk uniek voor een kringloopbedrijf, over het WEEELABEX certificaat waarmee veilig aan e-waste gewerkt mag worden. Zou het volume aan bruikbare en niet bruikbare apparaten vergroot kunnen worden?
Aanpassing belprotocol
Om goederen op te halen, hanteert Stichting De Kringloper een belprotocol om te zorgen dat vooral verkoopbare goederen, meubels etc opgehaald worden. Onverkoopbare goederen vormen een kostenpost. Maar niet voor e-waste!
Indien na het doorlopen van het belprotocol wordt geconcludeerd dat de bruikbare spullen opgehaald kunnen worden, wordt aansluitend gevraagd naar werkende en niet werkende apparaten. Deze worden gelijktijdig opgehaald met de overige bruikbare spullen. Vervolgens ontstaan enkele keuzes: - Verkoop in de winkel (foto links); - Demontage van onderdelen voor hergebruik/ reparatie (foto rechts); - Overdracht aan Wecycle.
RESULTATEN EN TOEKOMST Meer e-waste
Met dezelfde inspanning kan meer e-waste ingezameld worden. Inmiddels heeft Stichting De Kringloper één jaar gewerkt met de nieuwe opzet, wat heeft geleid tot een verhoging van de hoeveelheid ingezameld e-waste met maar liefst 70 ton (plus 18%).
Meer omzet
Voor Stichting De Kringloper levert deze aanpassing direct meer omzet op: - Werkende apparaten worden verkocht in de winkel; - Onverkoopbare apparaten worden samen met in de winkel ingeleverd e-waste in de inleverbak overgedragen aan Wecycle. Hiervoor ontvangt de Kringloper een vergoeding.
Hoogwaardig hergebruik (re-use)
Bruikbare apparaten worden verkocht of gedemonteerd voor onderdelen (reparaties) wat is toegestaan met het WEEELABEX certificaat. Aanzienlijk beter dan afvoer via het restafval.
Toekomst
Wecycle brengt deze werkwijze graag onder de aandacht voor andere gemeenten: meer e-waste, hoogwaardig hergebruik, efficiente logistiek.
VANG BUITENSHUIS INSPIREERT HONDERDDUIZENDEN BEDRIJVEN CIRCULAIR TE DENKEN
AGENDEER, INSPIREER, MOTIVEER: AFVAL IS ECHT GRONDSTOF!
Afval is nu nog een hoofdzaak, maar wordt in de toekomst bijzaak. Want rond 2030 hopen wij dat bedrijfsafval niet meer ontstaat, omdat bijna alle producten dan herbruikbaar óf beschikbaar zijn als dienst. In de tussentijd kunnen echter nog flinke stappen worden gezet. Daarom organiseerde VANG Buitenshuis op 6 november jl. de Inspiratiedag Bedrijfsafval 2020. Om te informeren, kennis te delen en te motiveren door middel van voorbeelden uit de praktijk.
Re
-use -act -organize -think -fuse
Het meeste afval buitenshuis komt vrij in de kantoren, winkel- en dienstensector (KWD-sector). Het afval waar wij het hier over hebben is qua samenstelling vergelijkbaar met huishoudelijk afval. De sector bestaat uit ruim 1 miljoen bedrijven die 5.3 miljoen ton afval per jaar produceren. In vrijwel elk kantoor, winkelbedrijf of (overheids) dienst in Nederland is men bezig met het creëren, scheiden, bewaren en voorkomen van afval. Het programma VANG Buitenshuis stimuleert de innovatieve bedrijven met het vinden van oplossingen voor logistieke, juridische en andere knelpunten.
COVID-19 STIMULEERT VERANDERINGEN
Het voelt soms ongemakkelijk voor het VANG Buitenshuis-team om in de huidige COVID-19 periode nog meer aandacht te vragen voor afvalscheiding en grondstoffenverspilling. De doelgroep van VANG TEKST: CHARLOTTE HARTMANN
Inspiratiedag Bedrijfsafval 2020
VANG Buitenshuis
Buitenshuis - de KDW-sector - heeft nu genoeg andere zaken aan zijn hoofd. Aan de andere kant zien we ook dat bedrijven juist in deze tijd veranderingen doorvoeren om grondstofverspilling te voorkomen. Zo richt de culturele sector zich meer op inkoopaspecten en een gebiedsgerichte aanpak. Er is een onderzoek uitgevoerd naar de effecten van COVID-19 maatregelen op hospitality. Dat onderzoek biedt concrete handvaten voor het maken van duurzame keuzes. Het rapport is binnenkort verkrijgbaar op https://vangbuitenshuis.nl.
Ook het feit dat meer dan 200 geïnteresseerden deelnamen aan de digitale Inspiratiedag Bedrijfsafval 2020 bevestigt dat circulaire bedrijfsvoering op de kaart staat. Aan de verschillende workshops is enthousiast meegedaan. De geselecteerde sprekers, die weten waar onze doelgroepen nu mee te maken hebben, zijn er in geslaagd om te informeren en te inspireren. Hieronder een impressie van de Inspiratiedag Bedrijfsafval.
CIRCULAIRE BEDRIJFSVOERING EN HET PRAKTISCHE VERHAAL
Aerd de Boode, hospitality manager van Tivoli Vredenburg en gastheer, opende de Inspiratiedag. Als geen ander weet hij het praktische verhaal van de verduurzaming uit te dragen. De missie van Tivoli is gericht op de toekomst én duurzaamheid.
VANG BUITENSHUIS
VANG Buitenshuis (BHS) maakt deel uit van het grotere programma ‘Van Afval Naar Grondstof’ (VANG) van het ministerie van IenW. VANG is een belangrijk beleidsprogramma in de ontwikkeling van Nederland naar een circulaire economie. Een van de doelen van VANG is het halveren van de hoeveelheid restafval die wordt verbrand of gestort. VANG BHS richt zich op de KWD-sector. Deze sector bestaat uit ruim 1 miljoen bedrijven in overheid, onderwijs, vrije tijd, vervoer, winkels, horeca, handel, zorg en zakelijke dienstverlening. Deze sector produceert ruim 5.3 miljoen ton afval per jaar.
190x130mm.indd 1 21-9000-1393-05 GRAM 2020 dec
24-11-2020 12:12
Schuifdaken, uw oplossing voor strooizout
Blommaert Aluminium Constructions is reeds meer dan 35 jaar een
vooraanstaande speler in aluminium overkappingen. De ervaring en
de expertise die we op het vlak van aluminium constructies hebben
opgebouwd zorgt ervoor dat wij oplossingen op maat kunnen aanbie-
den aan verschillende sectoren zoals: zoutopslag, logistiek (op- en
overslag), biomassa, recyclage en waste management. Volledig op uw maat gemaakt Flexibel en degelijk Hoge return on investment Tijds- en kosten besparend Onderhoudsvriendelijk 100% opening mogelijk
Stokerijstraat 35 2110 Wijnegem, België Ophemertstraat 42, 3089 JE Rotterdam T. +32 (0)3 353 26 89 I. info@blommaertalu.be
www.blommaertalu.COM
Op het podium is ruimte voor nieuw talent en ook de bedrijfsvoering is duurzaam en toekomstgericht. Men beseft dat het een voorbeeldfunctie heeft en - niet onbelangrijk - dat het publiek om duurzaamheid vraagt. De Boode deelt actief de ervaringen en kennis. Zo was hij als een van de pioniers van de landelijke Zero Waste Expeditie Cultuur. Nu helpt hij andere instellingen in de stad en werkt met andere ondernemers samen door bijvoorbeeld gezamenlijk afspraken met toeleveranciers te maken. Boode deed de oproep aan de overheid om vooral ook de achterkant - het ophalen en laten verwerken van bedrijfsafval - goed te regelen.
ER IS MÉÉR DAN CO2
Frederike Noppers is verbonden aan Verborgen Impact en ging in op de keuzes die bedrijven kunnen maken om hun footprint te verkleinen. Inzicht in de eigen bedrijfsvoering is de sleutel tot succes. Stel jezelf vragen; bijvoorbeeld kan ik nog een jaartje langer met de huidige elektronica doen? Is refurbishen een optie? Of kan de organisatie overgaan op een meer plantaardig dieet? Er zijn veel antwoorden op deze vragen. Inspiratie pur sang!
HOE MAAK JE AMBITIES WAAR
Lisanne van Geffen werkt als gedragsexpert bij Rijkswaterstaat aan verschillende duurzaamheidsthema’s. Je kunt als bedrijf ambities hebben, maar hoe zorg je ervoor dat medewerkers en bezoekers deze waar kunnen maken? Lisanne biedt inzicht in het gedrag van ons als mens. “Niemand houdt van verandering, dus vrees geen weerstand” is haar boodschap. Creatief en verhelderend!
Lees meer op https://vangbuitenshuis.nl/ nieuws-achtergronden/2020/terugblik-inspiratiedag-bedrijfsafval-2020 over de Inspiratiedag Bedrijfsafval 2020. U vindt daar ook de link naar de livestream om terug te kijken én de resultaten van de verschillende workshops.
TOENEMEND VERTROUWEN IN KWDSECTOR
Internationaal onderzoek *) wijst uit dat steeds meer Nederlandse consumenten/ burgers - de doelgroep van de KWD-sector - zich bewust is van duurzaamheidskwesties en de rol die de sector hierin speelt. Nederlanders stellen veel vertrouwen in bedrijven en organisaties die duurzaamheid en innovatie stimuleren en willen zelf ook deel uitmaken van deze ontwikkeling. Dit is een ontwikkeling die veel kansen biedt.
VANG BUITENSHUIS ANTICIPEERT OP ONTWIKKELINGEN
Circulaire bedrijfsvoering is dus niet meer weg te denken uit de plannen van bedrijven en overheden. VANG Buitenshuis anticipeert op deze ontwikkelingen en gaat zich van een sectorale aanpak op een meer gebiedsgerichte aanpak richten. Lokale overheden en bedrijven worden uitgedaagd meer samen te werken op allerlei thema’s. Van gezamenlijke inkoop tot afspraken voor het afvoeren van afval. Wij hebben elkaar daarbij nodig. Ook volgend jaar ondersteunt het team van VANG Buitenshuis u graag met kennis, onderzoek, bijeenkomsten en gedragscursussen. Blijf op de hoogte en abonneer u op de nieuwsbrief.
Voor meer informatie: https://vangbuitenshuis.nl
Sustainable Brand Index™ is het grootste en meest toonaangevende merkenonderzoek in Europa op het gebied van duurzaamheid en merkontwikkeling. Gebaseerd op een onafhankelijk onderzoek van meer dan 58.000 interviews onder consumenten, worden duurzaamheid, branding en communicatie van consumentenmerken in kaart gebracht en geanalyseerd. Meer info: www.sb-index.nl/
VOLLE ZAKKEN AARDAPPELEN EN MONDKAPJES
Corona heeft ons gedrag sterk beïnvloed dit jaar. Maar zie je dat ook terug in ons (huishoudelijk) afval? GRAM vroeg twee afval-onderzoeksbureaus naar hun ervaringen.
TEKST: HETTY DEKKERS BEELD: DE AFVALSPIEGEL
“Wij hebben geen significante verschillen gevonden in de samenstelling van het restafval”, zegt Ton Daamen, adviseur en teamleider van De Afvalspiegel. “Wat we wel zagen, is dat de hoeveelheid restafval vooral tijdens de eerste coronagolf duidelijk toenam. Op milieustraten zal die toename nog duidelijker zijn geweest, maar wij onderzoeken voornamelijk huishoudelijk afval dat in mini- of verzamelcontainers wordt aangeboden.” De Afvalspiegel analyseert jaarlijks afvalmonsters van en voor zo’n honderd gemeenten. Speciaal voor GRAM legde de Afvalspiegel resultaten van 2019 en 2020 naast elkaar, om de mogelijke invloed van corona op het huishoudelijk afval te kunnen meten.
Die invloed lijkt echter beperkt. Ook de kwaliteit van gescheiden stromen zoals gft en pmd bleef volgens De Afvalspiegel onveranderd. “Mensen werken meer thuis, maar kennelijk gaan ze daar niet slechter van scheiden”, aldus Daamen. “De samenstelling van het pmd is overigens wel sterk afhankelijk van het inzamelmiddel, signaleren wij. Als een gemeente overstapt van zakken op een minicontainer voor pmd, meten wij vrijwel altijd een verslechtering van kwaliteit. Maar corona lijkt dus geen invloed te hebben op de samenstelling van het pmd.” De toename van het restafval, van de gescheiden stromen heeft Daamen nog geen cijfers, lijkt overigens vooral van toepassing op de eerste coronagolf. “Nu, tijdens de tweede golf, signaleren we veel minder toename. Kennelijk zijn mensen er wel klaar mee, met het opruimen en klussen in huis.”
EURECO
Afval-onderzoeksbureau Eureco meldt dat de hoeveelheden restafval en pmd duidelijk zijn toegenomen. “Ik heb nog geen jaarcijfers paraat”, meldt bedrijfsleider Yvonne Leenaars, “maar ik heb wel gesproken met onze sorteerders. Wat zij melden, is dat ze veel mondkapjes tegenkomen, in het restafval maar ook bij het pmd. Mondkapjes zijn geen verpakkingsafval en al helemaal niet van plastic gemaakt, dus in het pmd horen ze niet thuis. Voorheen troffen onze sorteerders geen enkel mondkapje aan in het huishoudelijk afval, dus dat verschil viel ze meteen op.”
De sorteerders van Eureco hadden daarnaast de indruk dat er meer voedsel verspild wordt dan voorheen. “Mensen werken en eten of koken meer thuis. Dat zie je terug in de afvalstromen. Een zak met een of twee aardappels er nog in, dat is normaal. Maar nu zie je volle zakken aardappels weggegooid worden. Of halfvolle flacons ketchup bij het pmd. Ook zie je duidelijk dat er meer afhaaleten genuttigd wordt. Pizzadozen, maaltijdverpakkingen, daar is duidelijk een toename van. Ook hier zie je de extra verspilling terug, in de dozen zitten soms nog halve pizza’s.” De vermeende voedselverspilling zorgt vooral voor meer vervuiling van het pmd. “Bij gft-afval tref je een enkele keer een volle zak krentenbollen aan, maar het meeste effect zie je toch bij het pmd. Zoals de halfvolle flacons met sausen en verpakkingen van bezorgmaaltijden, maar ook plastic pakjes vleeswaren die niet eens open gemaakt zijn.”
Leenaars heeft een vermoeden dat sommige Nederlanders niet zo handig zijn met zelf koken. “Voorheen gingen ze naar een restaurant of aten ze in de bedrijfskantine. Het lijkt alsof ze niet weten wat ze er mee aan moeten. Ze kopen te veel in en gooien veel weg, zo lijkt het althans.”
Medewerkers van De Afvalspiegel aan het werk bij sorteeranalyses.