GRAM november 2020

Page 1

SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN

VAKBLAD VAN DE NVRD | JAARGANG 108 november #05 JUNI 2017 VAKBLAD VAN DE NVRD | JAARGANG 111 #09 2020 PERIKELEN MEER GRIP OP RONDOM DEAANPAK AFVALE-WASTE; STOFFENHEFFING ROEPT VRAGEN OP

BIJPLAATSEN DIFTAR ÉN VAN AFVAL BIJ ONDERGRONDSE NASCHEIDING VAN AFVALCONTAINERS VERPAKKINGEN IN FRIESLAND

OPLOSSING VOOR GROF HUISHOUDELIJK KENNISMAKEN MET PARTICIPATIE IN LUIERS STEEDS RESTAFVAL, WEL OF NIET NVRD-DIRECTEUR CORONATIJD DICHTERBIJ NASCHEIDEN? WENDY DE WILD


P O R T O F PA P E R

Welkom bij Port of Paper! Een nieuw online platform om papier te handelen. Port of Paper is een innovatief online platform dat de oudpapierbranche helpt om op een efficiĂŤnte, betrouwbare en transparante wijze vraag en aanbod bij elkaar te brengen. veyzle, specialist in been verwerking van oud papier, was op zoek naar nieuwe methodes om vrachten aan te bieden. Met de nodige ervaring, kennis en ambitie is de afgelopen maanden hard gewerkt aan de lancering van de nieuwe innovatie. Het resultaat is een verfrissend en klantvriendelijk handelsplatform voor kopers en verkopers van oud papier. Registreer nu kosteloos via:

www.portofpaper.com een innovatie van

Veyzle


COLOFON

UITGEVER NVRD, WTC Arnhem Nieuwe Stationsstraat 10 6811 KS ARNHEM +31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl REDACTIECOMMISSIE Marc Veenhuizen, ACV Groep (hoofdredacteur) Riny de Jonge, gemeente Amsterdam Addie Weenk, Rijkswaterstaat Folkert Starreveld, Cyclus Management Dico Kuiper, gemeente Alphen aan den Rijn Marianne Zegwaard, Stantec Kees van der Laan, Gemeente Rotterdam Annemieke Braamburg, Twente Milieu Ilse van der Grift, NVRD

INHOUD 06

MEER GRIP OP E-WASTE De inzameling van elektronisch afval moet een flink tandje hoger. Het Europese inzameldoel van 65 procent is nog altijd niet in zicht.

REALISATIE EN DRUK Print2Pack, print2pack.nl Coverbeeld: Lex van Lieshout/ANP ABONNEMENTENADMINISTRATIE NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem Jaarabonnement ad €108 ex btw. België €125 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50. BEËINDIGING ABONNEMENT Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD. Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard. ISSN 1569-0458 © NVRD RECYCLED Made from recycled material

C106833

AFVAL IN DE NIEUWE OMGEVINGSWET Van 25 meter landelijk, naar lokaal zelf bepalen: dat is de verandering in de vernieuwde Omgevingswet als het gaat om zwerfafval rondom (horeca) bedrijfslocaties.

27

EINDREDACTIE Karin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhem +31 (0)88 - 3770000 hegeman@nvrd.nl

ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl

15

DE STRIJD TEGEN DE EIKENPROCESSIERUPS

11

CAMERA SPEURT NAAR RESTAFVAL IN ONDERGRONDSE GFTCONTAINER In Antwerpen merkten ze dat met name de ondergrondse gft-container nogal eens gebruikt werd voor zakken restafval.

Bijna elke gemeente heeft wel last van de eikenprocessierups. Avri en Twente Milieu vertellen hoe zij de bestrijding aangepakt hebben dit jaar.

05 BEZEM 09 MOBIEL AFVALINZAMELPUNT IN DE HENGELOSE BUURTEN 12 DIFTAR ÉN NASCHEIDING VAN VERPAKKINGEN IN FRIESLAND 18 KENNISMAKEN MET NVRDDIRECTEUR WENDY DE WILD 20 PARTICIPATIE IN CORONATIJD 25 PMD: HANDVATTEN VOOR KWALITEITSVERBETERING 31 KOSTEN VOOR DE AANPAK VAN ZWERFAFVAL IN NEDERLAND 33 DETACHERING BIJ ISWA 35 BRANCHENIEUWS 37 CLOSE-UP 38 AGENDA

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.

GRAM #09 november 2020 | 3


®

EUROBINS

AFVALREGISTRATIE

WWW.KLIKO.NL | WWW.KLIKO.BE


KWALITEIT DOE JE SAMEN Ik doe graag mijn rondjes en geniet van de kleine menselijke contacten. Ook op 1,5 meter. Ik geniet van het resultaat van mijn werk en van mijn collega’s. Samen zorgen we er voor dat onze stad er op het gewenste niveau bij ligt. Beetje jammer dat ik die collega’s weinig zie tegenwoordig, maar we werken onverdroten door. Maar het gewenste niveau, tja, dat is wel iets aparts. Wat is dat eigenlijk? Er zijn mooie methodes om het kwaliteitsniveau te meten. Maar sluiten de uitkomsten van deze metingen aan bij de beleving over kwaliteit bij de gemiddelde inwoner? Of bij een ondernemer, een raadslid of een toerist? Beetje net zo ingewikkeld als ‘de kwaliteit is niet goed’. Want wat zeg je dan? Welke ‘kwaliteit’? En wat is ‘goed’?

Nu we in Nederland een beetje mogen vieren dat we meer en meer grondstoffen hebben en wij het ongelooflijk goed doen wat betreft afvalscheiding moeten we dat toch weer, Calvinisten als wij zijn, de grond in stampen. Gft vervuild, pmd geen goede kwaliteit en met oud papier is er vast ook iets. Een deel van de discussie is, bijna als vanouds, weer geclaimd door een of andere partij, niet persé zonder een eigen belang. Maar zo’n discussie voeren kan alleen als we ook een goed en stevig aanbod hebben van grondstoffen. Daar ging en gaat het toch om? Een grote en zeer ruime meerderheid van onze inwoners doet het goed. Ze volgen de instructies die de gemeenten geven en maken gebruik van de voorzieningen die worden aangeboden. Het is een klein deel die het verziekt. De meeste mensen deugen. Kwaliteit is subjectief. Kwaliteit is iets om met elkaar over in gesprek te gaan, samen te ontdekken wat kan en wat we echt niet willen. Kwaliteit is een onderwerp om elkaar in de keten te helpen het maximale er uit te halen. Het is als de leus van onze landelijk overheid: ‘Samen krijgen we kwaliteit onder controle.’

GRAM #09 november 2020 | 5


AANPAK STICHTING OPEN ROEPT VRAGEN OP

MEER GRIP OP E-WASTE De inzameling van elektronisch afval moet een flink tandje hoger. Het Europese inzameldoel van 65 procent is nog altijd niet in zicht. Stichting OPEN wil de regie scheiden van de uitvoering met een verplichte afvalbeheerbijdrage voor alle producenten. De aanpak roept vragen op. Voorzitter Jan Kamminga en directeur Jan Vlak geven uitleg.

P

TEKST: PIETER VAN DEN BRAND BEELD: STICHTING OPEN

roducenten en leveranciers van elektronica sloegen eind vorig jaar de handen ineen in de nieuwe stichting Organisatie Producentenverantwoordelijkheid E-waste Nederland (OPEN). In totaal doen zo’n 2000 producenten mee, goed voor ruim tachtig procent van de elektronicamarkt. Voor de inzameling en recycling van elektronisch afval heeft de stichting een Algemeen Verbindend Verklaring

Demontage van AEEA bij RSC Schiphol

6 | GRAM #09 november 2020

(AVV) bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat aangevraagd (behalve voor lampen, waarvoor stichting LightRec eerder al een AVV heeft verkregen). Een AVV houdt in dat alle producenten dan verplicht meedoen. De stichting is ervan verzekerd dat alle afvalbeheerbijdragen van producenten bij haar terechtkomen, net zoals het Afvalfonds Verpakkingen deze positie heeft voor de inzameling en recycling van verpakkingsmaterialen. Vervolgens kan de

stichting de gelden verdelen over inzamelaars, recyclers en gemeenten. De ingreep is een noodzakelijke voorwaarde, stelt de stichting, om het Europese inzameldoel van 65 procent van alle nieuw op de markt gebrachte elektronica te realiseren. Medio september heeft staatssecretaris Van Veldhoven het ontwerpbesluit voor de AVV gepubliceerd. Tot eind oktober konden partijen hun inspraakreactie geven. Later dit jaar volgt een definitief besluit.


Een AVV is onvermijdelijk, benadrukt voorzitter Jan Kamminga van stichting OPEN: “Dat is gewoon nodig om de regie in één hand te krijgen. Het is vorig jaar niet gelukt om de doelstelling te halen. We zijn blijven steken bij 48 procent. De huidige concurrentie op de markt heeft tot versnippering geleid. Er is een race to the bottom ontstaan. Niet het realiseren van het inzameldoel, maar de laagste prijs stond voorop. Het is de hoogste tijd om in te grijpen.” Een sterke regie is nodig, aldus Kamminga, om ook de free-riders en lekstromen aan te pakken, van de oud-ijzerboer op de hoek tot de illegale export naar Afrika.

JAN KAMMINGA: “ DE HUIDIGE CONCURRENTIE OP DE MARKT HEEFT TOT VERSNIPPERING GELEID. ER IS EEN RACE TO THE BOTTOM ONTSTAAN. ”

Jan Kamminga

“Ons land is een Europese verplichting aangegaan. Brussel zal ons hieraan houden, anders volgen er rechtszaken.” Er zijn weinig afvalstromen waar producentenverantwoordelijkheid voor geldt, die geen AVV hebben, vult directeur Jan Vlak aan. “Bovendien gaat het bij elektronisch afval om risicovolle stoffen. De inzameling en verwerking moet streng gereguleerd zijn.” VERPLICHTINGEN De overzeese platforms en webwinkels die veel elektronica verkopen maar geen afvalbeheerbijdrage betalen, vormen een probleem. “Maar ik kan daar heel duidelijk in zijn”, zegt Vlak. “Dat soort spelers staat in ons land niet geregistreerd. Zij voldoen niet aan de wettelijke verplichtingen. Het is aan het bevoegd gezag om handhavend op te treden. Vanuit de producenten zien wij onszelf ook als de gesprekspartner van de overheid om gezamenlijk hier tegen op te trekken.” De ambitie om de inzameldoelstelling van 65 procent binnen twee jaar te halen blijft fors, weten Kamminga en Vlak. “We moeten een extra 70 duizend ton aan afgedankte apparaten inzamelen. Dat is lastig. Vorig jaar hebben we 11 procent meer ingezameld, maar qua percentage schoten we amper iets op. De verkoop van elektronica is namelijk flink toegenomen”, zegt Kamminga en verwijst naar de populariteit van zonnepanelen en e-bikes. Ook deze laatste categorie valt onder elektronica. “Bovendien wordt dit soort apparaten niet meteen afgedankt”, zegt Vlak. “Daar moeten we in onze rapportages rekening mee houden. Daar hebben we een door de overheid erkende methodiek voor ontwikkeld. Zo rapporteren we aan het Nationaal (W) EEE Register. Met deze methodiek kunnen we stromen verrekenen die we onmogelijk volledig in kunnen zamelen.” KRITIEK Intussen is er ook kritiek. Retoursysteem WEEE Nederland, waar zo’n 750 producenten en een kwart van de gemeenten bij zijn aangesloten, stelt dat een AVV indruist tegen de mededingingsregels. Stichting OPEN zou zo de volledige financiering van de producentenorganisaties naar zich toe trekken om voor de eigen inzamelstructuur een monopolie veilig te stellen. Concurrerende systemen als dat van WEEE Nederland hebben dan geen bestaansrecht meer. Alsof PostNL bij de

Jan Vlak

JAN VLAK: “ WE HEBBEN EEN PITTIGE INZAMELDOELSTELLING, MAAR WAAROM ZOU DAT BOTSEN MET HET VANG-BELEID? ALLEBEI WILLEN WE VAN AFVAL NAAR GRONDSTOF EN DAT VEREIST EEN GOEDE EN SUCCESVOLLE INZAMELING. ” overheid vraagt om de diensten van DHL te verbieden, omdat dat beter voor de pakketbezorging zou zijn, zo redeneert WEEE Nederland op zijn website. Ook de Tweede Kamer is kritisch en heeft de staatssecretaris om uitleg gevraagd. “Van een monopoliepositie is helemaal geen sprake”, reageert Vlak. “Stichting OPEN voert de regie, maar de uitvoering blijft bij de markt. Ons vertrekpunt is

GRAM #09 november 2020 | 7


de huidige inzamelstructuur met zijn keten van inzameling, sortering en verwerking. Bestaande contracten worden gerespecteerd.” Kamminga vult aan: “We juichen competitie juist toe, want we zijn gebaat bij een zo efficiënt mogelijk opererende keten. Dat is juist hard nodig om meer e-waste in te zamelen en innovatie te stimuleren. Alleen komt er een duidelijke scheidslijn tussen regie en uitvoering. In de regie streven we een sterke eenheid na.” Volgens Vlak is het niet ondenkbaar dat de stichting ook met WEEE Nederland tot contracten komt. “We zijn in gesprek over een goede oplossing en ik hoop dat we eruit komen. Het is niet onze intentie andere organisaties buiten te sluiten.” VANG-BELEID Gemeenten zijn van hun kant bezorgd over hun zeggenschap en keuzevrijheid tegenover de nieuwe regieorganisatie en vrezen dat de ambities mogelijk niet aansluiten op de totale inzamelstructuur en het VANG-be-

leid. Gemeenten hebben een zorgplicht voor alle huishoudelijke afvalstromen en hebben een oplossing gekozen die voor al deze afvalstromen samen het beste past. Voor de stichting ligt de focus op de eigen stroom e-waste. Dat is beslist een belangrijke stroom maar qua volume stelt deze weinig voor. Verder, vinden de gemeenten, mag de sociale werkgelegenheid in de verschillende sorteer- en ontmantelingscentra niet op de tocht komen te staan. “We hebben een pittige inzameldoelstelling”, zegt Vlak, “maar waarom zou dat botsen met het VANG-beleid? Allebei willen we van afval naar grondstof en dat vereist een goede en succesvolle inzameling. Stichting OPEN wil daar extra op inzetten. Dus ik weet zeker dat we elkaar juist versterken. Per inwoner zit er jaarlijks nog circa anderhalve kilo aan afgedankte elektronica bij het restafval, weten we uit onderzoek. Daar wil iedereen wat aan doen. De invulling laten we aan gemeenten over. Of dat nou met diftar of met andere methoden gebeurt. Diftar lijkt goed uit te pakken, maar is niet overal de beste oplos-

sing, bijvoorbeeld niet in de grote steden. Dus dat is aan gemeenten zelf. Onze belangen lopen in elk geval parallel.” Gemeenten blijven volgens Kamminga en Vlak vrij in hun keuze met wie ze bij de inzameling, sortering en demontage van afgedankte elektronica samen willen werken. Ook garanderen zij de continuïteit van social enterprise-initiatieven in gemeenten. “We willen veel nieuwe circulaire projecten op gaan zetten en innovatie stimuleren. Daarvoor werken we aan een innovatie-agenda en ook hierbij zoeken we nadrukkelijk de samenwerking met bestaande partners, waaronder de gemeenten”, zegt Kamminga. “We begrijpen de zorgen van gemeenten. Maar gemeenten hebben met de verpakkende industrie al een prima vervolg kunnen geven aan het Verpakkingenakkoord. Dat is goed gelukt. Met de inzameling van e-waste willen we daarop aansluiten. Het draagvlak onder de producenten is in elk geval groot.”

De oplossing De afvalbranche vraagt om nieuwe innovatieve oplossingen. Met dat gegeven heeft Opzet vanuit jarenlange ervaring een geheel nieuw CMS ontwikkeld. Daarmee kunt u al uw diensten aanbieden en beheren vanuit uw eigen website. Uw online dienstverlening wordt hierdoor veel eenvoudiger. Hoe? Wij bouwen een website en app op maat voor al uw afvalcommunicatie met een goed design. Met ongekende mogelijkheden die u veel werk uit handen nemen. Alle functies zijn in één softwarepakket te koppelen aan elk ERP systeem. Zo kunt u online moeiteloos méér doen. Opzet bouwt de website geheel WCAG drempelvrij en

Stop met worstelen

volledig AVG proof conform overheidsrichtlijnen.

Start met glimlachen

Wij bewaken de samenwerking tussen alle partijen. Onze software is het resultaat van 25 jaar ervaring.

8 | C.indd GRAM1 #09 190x130mm

In 2020 gebruikten meer dan 2.500.000 huishoudens - via

opzet.nl

23 regionale bedrijven - onze afvalkalenders en software.

023 53 88 200

november 2020

22-0000-1164-01 NVRD Gram 2020 nov

03-11-2020 14:04


MOBIEL AFVALINZAMELPUNT IN DE HENGELOSE BUURTEN De gemeente Hengelo en Twente Milieu gaan sinds oktober de buurten in met een mobiel inzamelpunt voor afval: de Afvalbalie. De Afvalbalie is een omgebouwde, verplaatsbare afzetcontainer waar inwoners verschillende soorten afval naar toe kunnen brengen die niet in de (ondergrondse) container horen, zoals kleine elektrische apparaten, piepschuim, autobanden en spullen die opnieuw gebruikt kunnen worden. Ook kunnen bezoekers van de Afvalbalie informatie en advies krijgen over afval scheiden. TEKST: ANNEMIEKE BRAAMBURG BEELD: TWENTE MILIEU Uit onderzoek blijkt dat er nog steeds bijna 9% aan grof afval in de (ondergrondse) containers zit dat er niet hoort. Het gaat vaak om grof restafval dat een klein formaat heeft, zoals metaal, apparaten, hout, steen, tapijt en rubber. Dat is afval dat thuishoort op het Milieupark aan de Wegtersweg. Dit afval kan vanaf oktober naar de Afvalbalie gebracht worden als extra service voor de inwoners. De drempel om deze vaak kleine hoeveelheden afval naar het Milieupark te brengen, is voor sommigen nog erg hoog. 18 LOCATIES De Afvalbalie staat afwisselend op 18 locaties in Hengelo. De Afvalbalie staat iedere 9 weken op een locatie (met uitzondering van de periode rond kerst/oud en nieuw). Hij wordt in totaal 15 weken per jaar ingezet, op basis van zes dagen in de week. De Afvalbalie staat zoveel mogelijk bij bestaande milieupleintjes en winkelcentra. Waar de Afvalbalie staat (en wanneer) is te vinden op www.twentemilieu.nl/afvalbalie Hengeloërs kunnen geen grote afvalsoorten brengen. Daar is geen ruimte voor. De hoeveelheid moet ongeveer in een grote boodschappentas passen. Grotere spullen horen thuis op het Milieupark aan de Wegtersweg of kunnen tegen betaling door Twente Milieu aan huis worden opgehaald. De openingstijden van de Afvalbalie zijn van 9 tot 15 uur. Er zijn minimaal twee medewerkers van Twente Milieu aanwezig bij de Afvalbalie. Voorbeelden van afval dat gebracht kan worden, zijn piepschuim, vlakglas, textiel, metalen, klein chemisch afval, grote dozen papier (die niet in milieupleintje passen), autobanden (maximaal 4 stuks per

keer), kleine elektrische apparaten, oliën/vetten en tot slot spullen die opnieuw gebruikt kunnen worden (in samenwerking met kringloopbedrijf Het Goed). Deze soorten afval geven vaak problemen in de afvalverwerking of worden gedumpt, zoals een aquarium of een kapotte ruit, een piepschuimverpakking van een nieuwe televisie, een oude vaas, grotere elektrische apparaten en autobanden. Olie en vet komt nog te vaak in het riool terecht en piepschuim vervuilt vaak de verpakkingencontainer. KOSTEN De gemeenteraad heeft in december vorig jaar 150.000 euro uitgetrokken om de Afvalbalie te realiseren. Wethouder Bas van Wakeren verklaart: “De gemeente wil de inwoners met De Afvalbalie extra service bieden, zodat ze hun grof afval naar een alternatief brengpunt kunnen brengen. Bij de Afvalbalie wordt niet gewogen en bezoekers hoeven niet te betalen, vandaar dat bezoekers vooral gratis afvalsoorten kunnen wegbrengen. We zien dit als extra service en hopelijk levert het daarnaast minder afvaldump op. Het gaat om een proef. Dat betekent dat na een aantal maanden wordt bekeken of de Afvalbalie genoeg aansluit op de wensen van de bezoekers. Want daar doen we het natuurlijk voor.” De inspiratie voor de Afvalbalie komt mede van de GRIP in Zwolle (het GRondstoffen Inzamel Punt) van ROVA. ROVA heeft vorig jaar 14.000 bezoekers gehad en heeft 109.000 kilo afval ingezameld. GRAM #09 november 2020 | 9


CO2 besparen uit matrasrecycling?

Zo doen we dat! De afgelopen 12 maanden hebben onze klanten in totaal maar liefst 50.000.000 kg CO2 bespaard dankzij de RetourMatras-methode. Met het oog op de toekomst wordt de totale CO2 besparing uit 100% matrasrecycling alleen maar meer. Daar blijven wij met elkaar dan ook keihard aan werken. Steeds meer overheidsinstellingen kiezen voor duurzame matrasrecycling via RetourMatras. Doet uw gemeente al mee? Blijf ons volgen op onze website en social media via @retourmatras.

WWW.RETOURMATRAS.NL


CAMERA SPEURT NAAR RESTAFVAL IN ONDERGRONDSE GFT-CONTAINER In Antwerpen merkten ze dat met name de ondergrondse gft-container nogal eens gebruikt werd voor zakken restafval. De gemeente zocht naar een oplossing en lijkt die gevonden te hebben: detectiecamera’s in de container zelf. TEKST: HETTY DEKKERS BEELD: STAD ANTWERPEN

“We moesten wel even zoeken naar de geschikte camera hoor”, zegt Veerle Hendrickx, projectleider ondergrondse sorteerstraten stad Antwerpen. “In die bak onder de grond is het aardedonker. Er zijn weinig camera’s die dan nog goede, duidelijke kleurenfoto’s kunnen maken. En kleurenfoto’s heb je absoluut nodig, anders herken je de verschillende zakken niet goed.” MISBRUIK Antwerpen heeft zo’n 200 ondergrondse sorteerstraten. Ze dienen voor restafval, pmd, gft, papier/karton en glas. “Die sorteerstraten hebben we al meerdere jaren”, aldus Hendrickx. “Mensen betalen hier per inworp. Rest en pmd zijn betaalde stromen, dat sluit aan bij het huis-aan-huisinzamelbeleid. Wat we echter merkten, is dat vooral in de gft-container steeds vaker hele zakken restafval werden gedumpt. De inwerpopening van deze ondergrondse container is ruim, omdat er ook tuinafval in moet kunnen. Dat nodigt natuurlijk uit tot misbruik.”

PRIVACY De verwerking van de beelden gebeurt deels door de eigen medewerkers van het team ondergrondse sorteerstraten en deels door medewerkers met een zogeheten gas-bevoegdheid (vergelijkbaar met boa’s in Nederland). Deze laatsten schrijven het proces-verbaal uit voor de inwoner die zijn zak restafval in de gft-container heeft geworpen. “Juridisch is dat allemaal in orde”, aldus Hendrickx. “We fotograferen geen mensen, bovendien is er een privacyverklaring aan de sorteerpas gekoppeld. We voldoen aan alle privacywetten, dat hebben we vooraf goed uit laten zoeken.” Maar helpt het ook, de cameracontrole? “Absoluut”, zegt Hendrickx. “We merken dat het aantal vaststellingen enorm afneemt wanneer er processen-verbaal zijn uitgeschreven. Mensen veranderen daadwerkelijk hun gedrag. We hebben de maatregel dit jaar uitgebreid naar de hele stad Antwerpen. Vooral op plaatsen waar veel restafval bij het gft wordt gegooid, gebruiken

we de cameracontroles. Steekproefsgewijs plaatsen we ze ook wel eens in papier/kartoncontainers, omdat die fractie ook gratis is. Maar deze container heeft een inworpgleuf dus hier is nauwelijks sprake van vervuiling.” HANDWERK De techniek doet het, de resultaten zijn positief, zijn er dan geen nadelen? “Het is redelijk arbeidsintensief”, moet Hendrickx aantekenen. “De voorbereidingen, het plaatsen van de camera’s op steeds wisselende locaties, het verwerken van de beelden; er komt heel wat bij kijken. Het uitlezen van de foto’s is nog gewoon handwerk. Mensen die de foto’s bekijken, pikken de zwarte vuilniszakken op het oog eruit. Soms is er twijfel of het een composteerbare zak voor gft is, maar bij twijfel wordt er niet geverbaliseerd, hebben we afgesproken. Het zou veel werklast besparen als de foto’s automatisch verwerkt konden worden, op basis van digitale herkenning. Maar zover zijn we nog niet, helaas.”

Antwerpen ging dus op zoek naar een oplossing. Begin vorig jaar startte men een pilot met ondergrondse detectiecamera’s, die in de container, net onder de inworpzuil worden gehangen. “De eerste proef zijn we gestart in een gebied waar een grote mate van vervuiling optrad”, aldus Hendrickx. “De camera’s werken op batterijen, als die leeg zijn halen we de camera op en laten we de beelden uitlezen. De bewoners weten niet in welke container een camera hangt, zodat ze daar geen rekening mee kunnen houden. Onze mensen kunnen zien wie wat ingeworpen heeft, omdat elke foto gekoppeld is aan de sorteerpas van de inwoner.”

GRAM #09 november 2020 | 11


Inzamelvoertuig in Heerenveen, voorzien van een weeginstallatie.

DIFTAR ÉN NASCHEIDING VAN VERPAKKINGEN IN FRIESLAND De combinatie van nascheiding van pmd samen met diftar lijkt geen gelukkig huwelijk. Toch bewijzen drie Friese gemeenten dat diftar de VANG-doelstelling van 100 kilogram te verbranden afval per persoon per jaar dichterbij brengt. Vooral succesvol zijn Heerenveen en Ooststellingwerf die sinds 2019 overschakelden van een volume-heffing op een kiloheffing. TEKST: RENÉ DIDDE BEELD: GEMEENTE HEERENVEEN

De zeventien gemeenten in de provincie Friesland doen al heel lang aan nascheiding omdat afvalverwerker OMRIN waarvan zij allen aandeelhouder zijn, al heel lang over een nascheidingsinstallatie beschikt. Die haalt onder andere gf-afval uit het restafval en vergist het tot biogas waar een deel van het wagenpark van OMRIN op rijdt. Friesland scheidt weliswaar veel afval, waaronder gft, aan de bron, maar wat er desondanks nog aan textiel, papier en gft in het restafval zit, wordt achteraf gescheiden. Met de komst van de kunststofscheidingsinstallatie in november 2018 kan ook het pbd-afval (b voor blik, voorheen pmd-afval) nog een extra nascheidingsstap ondergaan.

12 | GRAM #09 november 2020

VREEMDE COMBINATIE Daarom is het op het eerste gezicht vreemd dat drie Friese gemeenten deze uitgebreide nascheiding combineren met diftar voor pbd, en dat al sinds 1999. Diftar en nascheiding van verpakkingen lijkt immers geen logische combinatie. Het volumineuze pbd-afval zit met het restafval in een container die in Friesland de ‘sortibak’ wordt genoemd. Ondanks de nascheiding van pbd betalen bewoners dus elke keer dat ze de sortibak aan de straat zetten. Aan pbd-afval kleeft in feite een negatieve prijsprikkel. Je betaalt voor volumineus verpakkingsafval dat even later uit het restafval wordt gehaald.


In januari 2019 gingen twee van de drie Friese gemeenten die met een volume-frequentie-systeem werken over op een volume-gewichtssysteem. Heerenveen is een van die gemeenten. “Gewicht is een eerlijkere manier van afrekenen dan volume, zeker omdat pbd-afval veel volume heeft en weinig weegt”, zegt Yfke Hoogland, regisseur duurzaamheid en afvalinzameling van de gemeente. pbd-afval wordt in een gewichtssysteem minder zwaar belast dan in een volume-frequentiesysteem. ‘Diftar-plus’ noemen ze het systeem. OMRIN beschikt intussen over inzamelwagens die zijn uitgerust met weegapparatuur voor de afvalcontainers. De kosten per lediging van de sortibak in Heerenveen bestaan uit €1 aan voorrijkosten en vervolgens €0,25 per kilogram aangeboden restafval en pbd. Dit jaar is dit bedrag verhoogd tot €0,35. In 2019 werd bij 83 procent van de huishoudens het afval op deze manier gewogen.

YFKE HOOGLAND, GEMEENTE HEERENVEEN: “ AFREKENEN IN KILOGRAMMEN VORMT EEN EFFECTIEVE PRIKKEL VOOR INWONERS OM RELATIEF ZWARE AFVALFRACTIES UIT HET RESTAFVAL TE HOUDEN. ” Huishoudens in hoogbouw (16 procent) en huishoudens in het buitengebied waar de wegen (de zogeheten ‘zandpadroute’) veelal onverhard zijn en niet berekend op de zware afvalwagens worden nog niet op gewicht afgerekend. Om bewoners te bewegen het zware afval zoals gft beter te scheiden is de biobak gratis gemaakt. Ook het aanbieden van monostromen op de milieustraat is gratis geworden. Zoals in veel andere gemeenten met diftar-afval bestaat er een compensatieregeling voor bewoners die vanwege een chronische ziekte of een handicap met extra veel afval te maken hebben. NIET MEER PROPPEN EN STAMPEN Het nieuwe Diftar+systeem op een gewichtsheffing sluit beter aan bij het afvalbeleid en is eerlijker voor de consument, aldus de gemeente. Het afvalbeleid rekent in de bekende VANG-doelstelling in honderd kilogram per persoon per jaar in 2020 (en dertig kilogram in 2025). “Het sluit ook beter aan bij de praktijk”, verklaart Hoogland de switch. “Wij rekenen af met OMRIN in kilo’s en de afvalstoffenheffing van de burger is eveneens gebaseerd op kilogrammen restafval.” Vanwege de corona-pandemie met meer sterk gestegen thuiswerktijd zal de hoeveelheid afval dit jaar vermoedelijk wat doen stijgen. Die bananenschil telt immers thuis en niet op het werk. Ook de opruimdrift en klussen in huis leidde tot extra kilogrammen afval. “Het voordeel is dat de inwoners van Heerenveen die extra kilo’s al hebben betaald, en wij al hebben afgerekend met OMRIN. We hebben dus niet,

zoals veel gemeenten op dit moment, te kampen met een gat in de begroting voor 2021”, legt Hoogland uit. Er is nog een ander voordeel. Proppen en aanstampen van afval in de container loont niet langer. Afrekenen in kilogrammen vormt een effectieve prikkel voor de inwoners om relatief zware afvalfracties uit het restafval te houden. Gf(t), papier en glas tikken immers aan op de weegschaal.

ALY POL, GEMEENTE OOSTSTELLINGWERF: “ NA INVOERING VAN HET GEWICHTSSYSTEEM HOOPTEN WE OP EEN DALING VAN HET RESTAFVAL MET TIEN PROCENT; HET WERD 26 PROCENT! ” SUCCES Dat het nieuwe beleid een succes is, blijkt uit de cijfers van 2019. Vooral de tonnage aan gft is fors gestegen, meldt Hoogland. “We zamelen in Heerenveen nu meer gft-afval in dan restafval. Voor 2020 komen we vermoedelijk uit op 131 kilogram gft versus 121 kilogram restafval”. In 2018 was die verhouding nog 107 kilogram versus 153 kilogram. Omgerekend volgens de definitie van VANG zat Heerenveen eind 2019 met 104 kilogram te verbranden afval per persoon per jaar dicht bij de VANG-doelstelling. In 2015 was het VANG-cijfer nog 156 kilogram p.p.p.j. Op basis van extrapolatie van de cijfers van de eerste acht maanden zal het VANG-cijfer voor 2020 door het ‘corona-jaar’ ongeveer op de 113 kilogram uitkomen. Volgens Hoogland is er geen sprake van een grote toename van ‘afvaltoerisme’ zoals afvalzakken in de berm en bijplaatsingen in andere gemeenten. “Er is altijd een kleine categorie mensen die het niet zo nauw neemt met de regels, maar over het algemeen zijn we een beschaafd volk en houden we het hier graag netjes”, aldus Hoogland. Het scheidingsgedrag van de inwoners in Heerenveen is verbeterd. “Uit sorteerproeven van dit jaar blijkt dat er nog ongeveer zeven procent textiel in het restafval zit, vermoedelijk ook een gevolg van corona.” Textiel is een relatief zware fractie, die goed kan worden hergebruikt, al maakt de afzetmarkt voor hergebruikt textiel momenteel een moeilijke periode door. Hoewel er nog verbetering mogelijk is, acht Yfke Hoogland de VANG-doelstelling van 30 kilogram per persoon per jaar in 2025 een schier onmogelijke opgave. “Zelfs 100 procent afvalscheiding bewerkstelligt dat doel niet. Dan moet er echt wat veranderen aan het inkoopgedrag van de consument, of in de afvaltechniek.” KLEINE STAPJES In Ooststellingwerf, dat net als Heerenveen van volume-frequentie overstapte op gewichtssysteem, meldt Aly Pol soortgelijke resultaten als gevolg van de ‘kiloheffing’. Ook in deze Zuidoost-Friese gemeente wordt sinds 2019 meer gft-afval ingezameld en daalt de hoeveelheid

GRAM #09 november 2020 | 13


restafval. “Fantastisch”, zegt beleidsmedewerker Pol, “we hoopten op een daling van restafval met tien procent; het werd 26 procent. De hoeveelheid gescheiden ingezameld gft-afval steeg met 27 procent tot bijna 3000 ton in 2019, dat is 115 kilogram per inwoner.” Anders dan in Heerenveen is gft-inzameling in Ooststellingwerf niet gratis. De gemeente rekent €1 voorrijkosten. Voor 2020 verwacht ook Pol dat de hoeveelheid restafval niet zal afnemen als gevolg van de corona-crisis. “We denken echter dat de hoeveelheid gft blijft stijgen en ook dat de hoeveelheid afval bij de milieustraten flink toeneemt door de opruimwoede”, verwacht ze. Net als collega Hoogland denkt Pol dat het VANG-doel voor 2025 een onmogelijke opgave is. “We zijn nog zoekende hoe we de hoeveelheid restafval verder naar beneden kunnen krijgen.” DERDE PLAATS Als derde Diftar-gemeente handhaafde Opsterland het volume-frequentie systeem. “Wij bekleden een mooie derde plaats op de VANGranglijst in Friesland na Heerenveen en Ooststellingwerf”, meldt adviseur beleidsmedewerker Marieke Tiekink. Ze wil de fraaie resultaten van haar beide kiloheffing-collega’s wel nuanceren. "Het medegebruik van onze milieustraten is niet verrekend. Inwoners van Heerenveen kunnen bijvoorbeeld gebruik maken van onze milieustraat in Gorredijk, omdat deze dichterbij ligt. En zo gaan inwoners van onze oosthoek vaker naar de milieustraat in Oosterwolde (Ooststellingwerf). Omdat in Gorredijk ruim vijftien procent van de

MARIEKE TIEKINK, GEMEENTE OPSTERLAND: “ ONZE INWONERS BEGRIJPEN HET VOLUME-FREQUENTIE SYSTEEM, VOORALSNOG IS ER GEEN AANLEIDING VOOR VERANDERING. ” bezoekers uit een andere gemeenten komt, betekent dit dat onze hoeveelheid grof huishoudelijk en bouw- & sloopafval nu te hoog wordt berekend per inwoner. Het scheelt zo drie kilo per inwoner per jaar. En dat is best veel." Opsterland koos twee jaar geleden niet voor de verandering. "Wij zijn niet ontevreden met de resultaten en onze inwoners begrijpen het diftar-systeem. Vooralsnog is er geen aanleiding voor verandering. Met kleine stapjes stijgt ook bij ons de inzameling van gft-afval en daalt het restafval. Wij gaan rustig door op oude voet."

VAN HUISAANSLUITING TOT EN MET ASSETMANEGEMENT… Geen reinigings- of beheerprobleem is ons te groot. Krapte op de arbeidsmarkt, onderbezetting op de afdeling, te veel zaken die snel een oplossing vergen. Iedere beheerder van natte infrastructuur loopt wel eens tegen deze zaken op. Wij helpen u graag met kwalitatieve en snelle oplossingen. Of het nu gaat om huisaansluitingen, uitwerken van maatregelplannen of het maken van lange termijnplannen, vandervalk+degroot beheerst de hele keten van dienstverlening in het reinigen en onderhouden van natte infrastructuur. Of het nu om reinigen van straatkolken gaat, rioleringen, waterzuiveringsinstallaties of verkeerstunnels, met 11 vestigingen in Nederland zijn wij nooit ver weg. INTERESSE IN ONZE VOLLEDIGE SERVICE? Maak eens een afspraak met een van onze specialisten om te bespreken hoe we u van dienst kunnen zijn.

ABC-Westland 231, 2685 DC Poeldijk • postbus 62, 2685 ZH Poeldijk • tel. 0174-247474 • www.valkdegroot.nl • info@valkdegroot.nl

14 | GRAM 190x130mm A.indd 1

#09 november 2020

21-9000-1407-01 NVRD GRAM 2020 feb

16-01-2020 11:02


25-METER-REGEL ZWERFAFVAL: VAN LANDELIJKE NAAR LOKALE INVULLING Van 25 meter landelijk, naar lokaal zelf bepalen: dat is de verandering in de vernieuwde Omgevingswet als het gaat om zwerfafval rondom (horeca)bedrijfslocaties. Dit moet per gemeente maatwerk mogelijk maken. Hoe wordt er tegen deze ‘lokalisering’ van de landelijke regel aangekeken?

D

TEKST: MARTIJN KREGTING BEELD: NEDERLAND SCHOON

e zogeheten ‘25-Meter Regel’ verplicht een ondernemer zo vaak als nodig zwerfafval in een straal van 25 meter vanaf de voordeur van zijn zaak te verwijderen. De regel geldt sinds 1 december 2014. Gemeenten mogen handhavend optreden als bedrijven zich er niet aan houden. Als gemeenten dit instrument willen blijven gebruiken na 2022, moeten zij het opnemen in hun omgevingsplan. In de vernieuwde Omgevingswet vervalt de landelijke regel, om lokaal maatwerk mogelijk te maken: zoals een kleine of grotere straal rondom (horeca)-bedrijven. Een overgangsregeling moet de transitie vereenvoudigen.

beide gemeenten vaak beperkt tot de directe omgeving. Boetes uitdelen heeft de gemeente Lansingerland desondanks niet gedaan, stelt De Wit. “We gaan liever de discussie hierover aan in de kernen. Daar-

naast zie je dat bij aanverwante zaken, zoals waar en wanneer rolcontainers buiten mogen staan, het zwerfafval aan bod komt. Ook zo proberen we samen met ondernemers tot een goede aanpak te komen.”

ZWERFAFVALBELEID De gemeenten Lansingerland en Alphen aan den Rijn timmeren al enkele jaren aan de weg met zwerfafvalbeleid. Zo begon Alphen aan den Rijn in 2018 met onder andere een deur-aan-deur campagne – waaronder ludieke elementen zoals stoffer en bezem - via leaflets en Schone-Buurt coaches. Dat ging over de voordelen van de aanpak van zwerfafval, maar ook over het hoe en waarom van de 25-meter regeling. Zo werd noodzakelijke bewustwording gecreëerd, vertelt projectleider zwerfafval Esther Hunsche, zeker 90 procent van de ondernemers was niet met de regel bekend. Lansingerland had een vergelijkbare ervaring toen Marieke de Wit, programmaleider Afval en Schoon, vorig jaar met wijkmanagers een ronde maakte langs lokale ondernemers om hen te wijzen op hun plichten bij het opruimen van zwerfafval. Veel ondernemers doen overigens al wel wat aan zwerfafval, zoals het buiten plaatsen van prullenmanden, maar dit blijft in

Deze winkelier vindt het belangrijk dat zijn straat schoon blijft.

GRAM #09 november 2020 | 15



POSITIEVE AANPAK Bij Alphen aan den Rijn staat een positieve aanpak eveneens voorop, vertelt Hunsche. “We zijn eerst gaan communiceren met ondernemersorganisaties zoals winkeliersverenigingen over ‘met elkaar de straat schoonhouden’. Verder hebben we via ondernemersmedia verduidelijkt hoe zij baat hebben bij een schone omgeving: een prettiger omgevingsbeeld levert meer klanten op. Het effect is niet exact te kwantificeren, maar visueel zien veel locaties er nu echt schoner uit.” Toen Alphen aan den Rijn begon met zwerfafvalbeleid, viel het Hunsche op dat veel gemeenten vrij weinig deden met de 25-meter regel. “Wij overigens tot dat moment ook niet, terwijl die regel al sinds eind 2014 bestaat. Tot nu toe is Alphen aan den Rijn voor zover ik weet ook een van de weinige gemeentes die hier sterk is op gaan inzetten richting ondernemers.” De gemeente wil al in 2024 gaan werken met een lokale variant van de 25-meter regeling, zodat men niet tot 2029 een duale regeling heeft. Ook Lansingerland is bezig om in een overkoepelend project alles dat in een Omgevingsplan hoort een plekje te geven, vertelt De Wit. “We kijken welke onderdelen van lokale verordeningen – zoals de afvalstoffenverordening, de APV, en landelijke regels erin horen. Daar hoort ook de lokale opvolger bij van de landelijke 25-meter regel. We bekijken nu of we tussentijds aanpassingen van de 25 meter lokaal doorvoeren in bijvoorbeeld de APV, of dat we wachten met een lokale meter-regel voor zwerfafval tot het Omgevingsplan helemaal klaar is.” Hunsche verwacht dat in veel gemeenten het lokaal opnemen én uitvoeren van een zwerfafvalregel in Omgevingsplannen een uitdaging is. Dat heeft niet alleen met onwil te maken, maar ook met de prioriteiten, beschikbare medewerkers en beschikbaarheid van geld, onder meer via aan zwerfafval gekoppelde subsidies zoals die nu vanuit het Verpakkingsfonds komen. “Afvalspecialisten van gemeenten zullen veel aandacht richting bestuur en raad moeten besteden om de overgang van Omgevingswet naar omgevingsplan goed voor het voetlicht te brengen”, meent

Hunsche. “Maar in veel gemeenten is de 25-meter regel nog niet eens geborgd in de afvalstoffenverordening, laat staan dat hij meegaat in het Omgevingsplan.” Zelf zet Alphen aan den Rijn de komende jaren een mix van ‘blauwe’ instrumenten (reiniging, beheer, monitoring) en ‘groene’ instrumenten (gedragsinterventies, communicatie, educatie, bevordering burgerparticipatie) in om zwerfafval aan te pakken of te voorkomen. “Die mix is een must voor een succesvolle aanpak. Maar ‘groene’ instrumenten kosten vaak veel menskracht en raken snel ondergesneeuwd. Wij hebben er bewust voor gekozen om hier geld in te stoppen, zowel richting inwoners als bedrijven, onder meer met onze Schone Buurt-coaches. Zo boek je resultaat, maar je moet er als gemeente wel in willen en kunnen investeren. Daarnaast blijft een lokale 25-meter regel belangrijk als stok achter de deur.”

ESTHER HUNSCHE: “ EEN PRETTIG OMGEVINGSBEELD LEVERT MEER KLANTEN OP VOOR WINKELIERS. ” LOKALE INVULLING De Wit vindt het prettig een lokale invulling te kunnen geven aan de omtrek waarvoor de lokale opvolger van de 25-meter regel geldt. “Zeker bij grote horecaclusters en industrieterreinen ligt zwerfafval vaak buiten de 25-meter omtrek rondom een horecagelegenheid. Door die afstand te vergroten, kun je in zo’n cluster beter gezamenlijke afspraken over schoonhouden maken.”

ten actief zijn of op de grens van gemeenten met uiteenlopend beleid zitten. Het lijkt me goed dat we dit afstemmen met omliggende gemeenten, zoals al op veel gebieden gebeurt.”

ROL NEDERLAND SCHOON Nederland Schoon houdt zich bezig met een adviserende en ondersteunende rol als het gaat om de aanpak van zwerfafval. Zo staan bij veel horeca- en retailondernemers de prullenbakken van Nederland Schoon voor de deur. “Het voordeel van de nu geldende regels is dat het voor iedereen overal duidelijk is, iedereen moet aan dezelfde regels voldoen”, stelt directeur Helene van Zutphen. “We zien bij diverse lokale en regionale projecten voor de aanpak van zwerfafval dat bedrijven erop gewezen kunnen worden: dit is gewoon een landelijke regel, hier heb je aan te voldoen.” Een nadeel is dat de huidige regel vaak niet bekend is. Dat verandert pas wanneer de lokale overheid hen erop wijst. “Wanneer gemeenten zelf met een lokale regel in hun Omgevingsplan komen, hoop ik dat ze daar hun lokale ondernemers meer en beter zullen informeren dan nu landelijk gebeurt”, stelt Van Zutphen. “Misschien dat ze zelfs meer gaan handhaven. Nu krijgen handhavers vaak andere prioriteiten.” Van Zutphen is benieuwd hoe gemeenten de lokale regels invullen, of ze de verandering als positief beschouwen en verwachten dat ze zwerfafval beter kunnen aanpakken. En net als De Wit (Lansingerland) hoopt ze dat er geen lappendeken van regels ontstaat. “Meer eenduidigheid blijft belangrijk.”

Het is wel te hopen dat een lokale invulling niet leidt tot een lappendeken aan lokale regels, stelt De Wit. “Ik kan me voorstellen dat dat tot verwarring leidt. Zeker wanneer ondernemers in meer gemeen-

GRAM #09 november 2020 | 17


NIEUWE NVRD-DIRECTEUR WENDY DE WILD: ‘WAT IK GRAAG DOE IS PRIKKELEN EN UITDAGEN’ Begin december start Wendy de Wild als directeur van de NVRD. Hiervoor werkte ze negen jaar bij ProRail, onder meer als directeur regio Zuid. In haar werk staat ze liefst met beide benen in de modder. ‘Ik wil altijd ervaren hoe het er in de operatie aan toegaat. Je moet wel weten waar je het over hebt.’ TEKST: PIETER VAN DEN BRAND BEELD: JOHN VAN LIEROP

WIE IS WENDY DE WILD? “Hoewel ik ben geboren en getogen in Gouda, heb ik meer met Den Haag: daar komt mijn familie van beide kanten vandaan. Ik ben er zelf gaan wonen voor mijn eerste baan, en pas na vijftien jaar weer vertrokken. Nu woon ik in de Betuwe met mijn man en onze twee dochters. Heerlijk buiten, vlak bij de Linge.” NA HET GYMNASIUM DEED JE DE HOTELSCHOOL IN MAASTRICHT EN EEN AVONDSTUDIE POLITICOLOGIE IN LEIDEN. WAAROM DEZE BIJZONDERE COMBINATIE? “Na het gymnasium wilde ik geen theoretische studie doen zoals rechten of economie, en Maastricht leek me een mooie stad. Als tiener wilde ik me niet al vastleggen op één onderwerp: de Hotelschool is een brede opleiding met naast marketing, economie en talen ook praktijklessen en internationale stages. En passant doe je daar veel mensenkennis mee op. Daarna studeerde ik in de VS waar ik vakken als public-affairs volgde. Tijdens mijn eerste baan bij een PR-adviesbureau groeide mijn interesse in de wereld van het politieke spel. En dus begon ik aan de avondstudie politicologie bij de Haagse afdeling van de Universiteit Leiden, en dat voelde als thuiskomen. Politicus worden is nooit mijn ambitie geweest, maar ik draag graag actief bij aan een oplossing voor maatschappelijke vraagstukken. Ook in mijn vorige banen maakte ik verbinding tussen de dagelijkse operatie en de politiek-bestuurlijke werkelijkheid. Beleid maken is mooi, maar waar het om draait is dat de treinen op tijd rijden. Of dat ons afval wordt opgehaald en optimaal gerecycled. Ik wil beleidsmakers en beslissers inspireren hoe het in de praktijk werkt.”

18 | GRAM #09 november 2020

IN JE TWITTER-PROFIEL STAAT PROMINENT ‘MOESTUIN’. HOE FANATIEK BEN JE? “Een eigen moestuin was een van de redenen om buiten de stad te gaan wonen. Ik word blij van tuinieren. Ik ben alleen een druk baasje, dus elke dag flink schoffelen is er niet bij. Maar na een lange dag is het soms heerlijk even mijn verstand op nul te zetten en de resultaatgerichtheid van mijn werk los te laten. Dan ben ik trots als ik met een paar mooie courgettes het huis inloop. Al reageren mijn tienerdochters dan niet altijd even enthousiast.” HOE KIJK JE TEGEN AFVAL AAN EN HAD JE AL WEL EENS VAN DE NVRD GEHOORD? “Afval is natuurlijk iets wat je dagelijks tegenkomt, en een duurzame wereld is zeker iets wat ons thuis ook bezighoudt. Hoewel ik de vereniging zelf niet kende, ben ik zeker wel bekend met de thema’s die er spelen. Van inzamelen tot circulaire economie en een duurzame openbare ruimte is dit een sector die tastbaar werk levert en maatschappelijk grote meerwaarde biedt. Waarin mensen elke dag door weer en wind, ook in deze coronatijd, afval inzamelen om het te recyclen. Dat maakt me ontzettend enthousiast om ook een steentje bij te dragen. De afgelopen maanden heb ik me flink in de lopende zaken verdiept en ik ben onder de indruk van de branche, de enorme berg kennis en de grote betrokkenheid van mensen. Ik denk dat de sector dus ook niet te bescheiden moet zijn, en moet waken om te veel binnen de lijntjes te kleuren. Bij belangrijke thema’s mag de NVRD zelf meer de lijntjes willen tekenen! Ik maak graag snel kennis met onze leden, door mee te lopen of op werkbezoek te gaan en te ervaren hoe het er bij de leden aan toegaat. Dat heb ik bij ProRail ook gedaan. Je moet weten waar je het over hebt.”


EEN VAN JE TWEETS GING OVER DE AUTO LUCA DIE STUDENTEN VAN DE TU EINDHOVEN HEBBEN GEMAAKT VAN AFVAL. WAT SPREEKT JOU HIERBIJ AAN? “Ik vind dat een gave en slimme oplossing. Al voorzie ik geen enorme toekomst voor plastic auto’s. Maar het getuigt van anders tegen dingen aankijken. Al vermoed ik dat de oplossing vooral ligt in minder plastic op de wereld brengen in plaats van recyclen. Sinds we in onze gemeente aan huis afval zijn gaan scheiden, realiseer ik me hoe waanzinnig veel plastic we gebruiken. Ik ben me er veel meer van bewust hoeveel afvalstromen je als huishouden hebt. Hoe verminder je die stromen, en hoe zorg je dat hergebruik echt een oplossing is? Dat vergt een visie op de hele keten, van productie tot hergebruik. De schakels in die keten beter te laten samenwerken is de uitdaging, met alle belangen die daar spelen. Belangen die botsen of schuren, hebben mijn interesse. Daar zitten kansen. Als het niet schuurt of knettert af en toe, dan is er ook geen impact.”

“ IK STAP ER NATUURLIJK BLANCO IN, MAAR IK GA GRAAG DE DISCUSSIE MET ONZE LEDEN AAN WAT ZE VERWACHTEN EN OF ZE VINDEN DAT ZE WAAR KRIJGEN VOOR HUN LIDMAATSCHAP. EEN TEVREDENHEIDSONDERZOEK STAAT HOOG OP MIJN LIJSTJE. ” WELK VOORVAL UIT JE CARRIÈRE IS JE HET MEEST BIJGEBLEVEN? “Tsja, van alle banen neem je wel wat mee. Maar dan toch de meest recente: het spoor is een mooie sector, maar er gebeuren helaas ook regelmatig onplezierige dingen. Ik kan me eigenlijk alle incidenten en calamiteiten nog wel herinneren, Maar eentje zal ik echt nooit vergeten. Het ongeval in Oss met de Stint twee jaar geleden was erg heftig. Dat was mijn eigen regio, en hoewel de eerste melding ‘s ochtends vroeg nog erg onduidelijk was, gingen alle alarmbellen in mijn hoofd al af. Ik ben er meteen naartoe gegaan en zat de hele dag in het crisisteam in het stadhuis. Die dag heeft een grote impact op me gehad.”

WAAR KAN JE (ZAKELIJK) NIET GOED TEGEN? “Ik kan heel slecht tegen getreuzel en geneuzel. Vooral als dat een strategisch keuze is, bijvoorbeeld om opzettelijk afwachtend te zijn op een bepaald dossier. Daar loop ik qua energie op leeg. Ik kies voor actief optreden. Je moet eruit halen wat eruit te halen valt.” JE GAAT VAN EEN BEST GROTE ORGANISATIE NAAR EEN KLEINER TEAM. WAT ZIJN JE VERWACHTINGEN? “Ach, impact vind ik interessanter dan omvang. Het bureau is dan wel niet zo groot, maar de achterban van gemeenten en bedrijven vertegenwoordigt een omvangrijke sector. Ook binnen de achterban spelen verschillende belangen en meningen, dat merk ik nu al. Leden hebben verschillende verwachtingen en ideeën over het bureau. Ik stap er natuurlijk blanco in, maar ik ga graag de discussie met onze leden aan wat ze verwachten en of ze vinden dat ze waar krijgen voor hun lidmaatschap. Een tevredenheidsonderzoek staat hoog op mijn lijstje.” LAST BUT NOT LEAST, JE BENT DE EERSTE VROUWELIJKE DIRECTEUR IN DE GESCHIEDENIS VAN DE NVRD (OPGERICHT IN 1907). HOE VIND JE DAT? “Dat ik de eerste vrouw als directeur ben, maakt me niet uit, hoor. Het spoor is ook bepaald geen vrouwelijke sector! Ik zit daarnaast in het bestuur van de voetbalclub van mijn jongste dochter, en ook dat is een mannenwereld. Wat ik graag doe is prikkelen en uitdagen. Dan is het soms makkelijker om een vrouw te zijn. Dan kun je zoiets toch met een knipoog doen.”

GRAM #09 november 2020 | 19


GEMEENTEN DOEN MEER ONLINE IN TWEEDE CORONAGOLF Ook gemeenten zitten nu midden in de tweede coronagolf. Dat heeft gevolgen voor de afvalinzameling én voor bewonersparticipatie. Je kunt geen fysieke inloopavonden en dergelijke meer organiseren. Drie gemeenten vertellen over hoe ze het oplosten.

A

TEKST: HETTY DEKKERS BEELD: GEMEENTE ENSCHEDE

CV (Ede en omgeving) heeft wel enige hinder van personeelsuitval tijdens deze tweede coronagolf, maar de afvalinzameling draait gewoon door. “Er vallen mensen uit, maar het is te doen”, aldus Edo Dokter, manager grondstoffenbeheer ACV. “We hebben nu iedereen verplicht mondkapjes te dragen, in het hoofdgebouw, maar ook bij de afvalinzameling. Bij de eerste

20 | GRAM #09 november 2020

golf reden we met een extra auto achter de zijladers aan, maar dat was erg duur. Nu verplichten we de chauffeurs en de beladers mondkapjes te dragen in de cabine en tijdens hun werk.” Het zwerfafval in de openbare ruimte is volgens Dokter niet toegenomen, maar er liggen wel duidelijk meer mondkapjes op straat. “Daarom hebben we een kleine campagne gevoerd, met de leus ‘Maak van je mondkapje geen zwerfkapje’.”.

OP AFSPRAAK Omdat de rijen voor de milieustraten tijdens de eerste golf enorm waren, heeft ACV-gemeente Veenendaal sinds het einde van de eerste golf een online reserveringssysteem. Dokter: “Mensen moeten online een afspraak maken voordat ze het afvalbrengstation mogen bezoeken. Aan de hand van die reserveringen laten wij maximaal 40 bezoekers per uur toe, dat zijn er 320 per dag. Wat je merkte, was


dat het aantal bezoekers drastisch afnam, voorheen telden we op een drukke zaterdag wel 700 bezoekers. Die stonden gerust twee uur in de rij met één waterkoker, bij wijze van spreken. Nu mensen moeten reserveren, sparen ze hun spullen meer op. De hoeveelheid afval op de brengstations is niet afgenomen, maar de toegankelijkheid en doorstroom is veel beter geregeld nu. Wel hebben we een extra ronde grofvuilinzameling aan huis ingevoerd. Dit vooral voor de ouderen, die niet met de computer overweg kunnen, of geen auto hebben. Zij kunnen nog steeds met een telefoontje een afspraak maken voor het ophalen van grofvuil.” Het online reserveringssysteem voor de milieustraat is volgens Dokter een succes. “Het werkt perfect en wordt ook door de andere gemeenten met belangstelling gevolgd.”

EDO DOKTER, ACV: "DAAROM HEBBEN WE EEN KLEINE CAMPAGNE GEVOERD, MET DE LEUS ‘MAAK VAN JE MONDKAPJE GEEN ZWERFKAPJE ” Enschede was dit jaar druk bezig met het invoeren van twee projecten, gfe bij hoogbouw en keuzecontainers voor laagbouw. Corona gooide roet in het eten, maar Enschede vond een oplossing. “Voor de invoering van gfe-verzamelcontainers bij de hoogbouw hadden we allerlei informatie- en inspraakbijeenkomsten gepland”, vertelt Mirian Kock, senior beleidsadviseur van de gemeente Enschede. “Door corona konden die fysieke bijeenkomsten niet doorgaan. Wat we bedachten, was een onlineplatform met onder meer een informatief filmpje, een digitale kaart en de mogelijkheid om bezwaren in te dienen. Maar je wil natuurlijk zoveel mo-

gelijk respons, daarom deden we wat extra’s. Op de locaties waar we containers gepland hadden, plaatsten we bordjes. Met de boodschap dat dáár een container zou komen en een verwijzing naar het online platform. Die combinatie, online en fysiek, werkte heel goed. Mensen reden langs die borden en als ze dachten ‘dit vind ik geen goede plek’, namen ze de moeite om naar de website te gaan en hun bezwaren daar kenbaar te maken. Mensen die het er wel mee eens waren, werden ook geprikkeld om het platform te bezoeken.” Naast die actie met de fysieke borden op locatie, ging Enschede bij elk huishouden in de hoogbouw langs met een gratis gfe-bakje, voor groente-, fruiten etensresten. “We durfden niet in een wijk te gaan staan, wie weet wat daarop af komt en wellicht wordt dat veel te druk. Maar de huisbezoeken konden wel. Onze mensen konden bij die bezoekjes ook nog informatie verschaffen en vragen van bewoners beantwoorden”, aldus Kock. KIEZEN Het andere project, het ‘keuzemodel’ voor de laagbouw, had ook hinder van corona. Kock: “Bij de laagbouw kunnen mensen kiezen welke mini-containers ze willen. Papier, rest, gft en/of verpakkingen. Die laatste is nieuw, want pmd zamelden wij nog niet gescheiden in. Mensen mogen dus voor alle vier die stromen kiezen of ze een container willen of dat ze het liever wegbrengen.” Om deze operatie in goede banen te leiden, bedacht Enschede een goede, informatieve website mét een soort kieswijzer. “Mensen konden stapsgewijs aangeven of ze een groot huishouden hadden, of hun container nu vaak vol zat enzovoort. Bij elke vraag die ze invulden, kregen ze een gepast antwoord. Dat werkte goed. Ook konden mensen telefonisch hun keuzes doorgeven. Daarnaast hadden we abri’s in de stad hangen met gewone Enschedeërs op de foto’s met een keuzecontainer. Op het stadskantoor hing een grote banner: ‘Maak uw keuze’ en in de winkelcentra hadden we containers neergezet van verschillende formaten. Door die combinatie van maatregelen was de respons heel erg hoog, zo’n 80 procent heeft uiteindelijk zijn keuze kenbaar gemaakt. Daar zijn we heel blij mee.” Alle laagbouwbewoners kregen tevens veel brieven per post. Eerst met een aankondiging van het

keuzemodel, daarna nog twee herinneringen en, nu de keuzes gemaakt zijn, krijgen ze nog steeds brieven met informatie over het wisselmoment en dergelijke. Ook Amsterdam zette een onlineplatform in om bewoners inspraak te kunnen geven bij de plaatsing van nieuwe ondergrondse containers. In de Weesperbuurt is de interactieve kaart als eerste ingezet. “Bewoners werden via een brief uitgenodigd om het plan digitaal te bekijken”, aldus Ronald Zuyderduyn van team Optimalisatie Afvalinzamelvoorzieningen. “In een korte film op de website legden we uit hoe de kaart werkt en waar we rekening mee moeten houden bij de keuze van een containerplek. Bij iedere plek konden mensen reageren op de plannen en ook op elkaars reacties. Zo ontstonden er ook discussies en kregen we inzicht hoe bewoners over elkaars ideeën dachten.” VUURDOOP In totaal gaven 185 bewoners een reactie op het containerplan voor de buurt. Ongeveer de helft deed dit telefonisch of via de mail. De andere helft reageerde via de website met de interactieve kaart. In de meeste reacties vroegen bewoners om containers te verplaatsen. “Via de website gingen ruim veertig reacties over twee plekken. De boventoon van de reacties is positief ‘eindelijk van die zakken af, minder zwerfvuil’. Maar ook het gemeentelijk beleid, zorgen over het plaatsen van nieuwe afvalcontainers, het niet plaatsen van containers voor plastic en de kartongleuf in de papiercontainer waren geliefde onderwerpen”, aldus Zuyderduyn. Natuurlijk verliep niet alles vlekkeloos. Enkele bewoners hadden opmerkingen over de communicatie en het functioneren van de interactieve kaart. Daarnaast viel op dat de containerplek niet altijd goed werd aangegeven als bewoners per mail reageerden. Ook was het soms lastig om overzicht te houden als er veel reacties op reacties geplaatst werden. Het was dan moeilijker om terugkoppeling te geven. “Er zijn zeker verbeterpunten”, beaamt communicatieadviseur Juliette de Sévaux van Amsterdam. “Daar werken we aan maar bovenal kijken we positief terug op de vuurdoop van deze interactieve kaart. We zijn vooral heel blij dat we toch een participatietraject kunnen bieden en dat de bewoners mee kunnen denken met onze plannen.”

GRAM #09 november 2020 | 21


[Advertorial]

MEER REGIE NODIG OP HET BEHALEN VAN Onlangs is het door United Nations University (UNU) uitgevoerde onderzoek ‘The Dutch WEEE Flows’ gepubliceerd. Hierin is een overzicht gegeven van de hoeveelheid elektrische apparaten die jaarlijks op de markt wordt gebracht in Nederland, de hoeveelheid apparaten die wordt afgedankt als afval (e-waste) en hoe dat e-waste wordt ingezameld en verwerkt, zowel op passende wijze binnen de wettelijke kaders als buiten het gereguleerde beheersysteem om.

maar liefst 50% gestegen. Ondanks deze forse stijging wordt de wettelijke inzameldoelstelling van 65 procent nog niet gehaald. Het inzamelpercentage wordt namelijk berekend door de gemiddelde hoeveelheid op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparaten (Put on Market) voor de voorgaande drie jaar (2016-2018) af te zetten tegen de hoeveelheid e-waste die hoogwaardig is verwerkt. Uit de gegevens blijkt dat de Put on Market eveneens fors is gestegen. De Put on Market in 2018 bedroeg 514 kton tegen 387 kton in 2010, een stijging van bijna 33 procent. Door de toegenomen hoeveelheid Put on Market zal ook de hoeveelheid ingezameld e-waste nog sterker moeten toenemen om in 2020 en verder de inzameldoelstelling van 65 procent te behalen.

ONDERZOEKSRESULTATEN UNU concludeert dat tussen 2010 en 2018 een enorme sprong is gemaakt: de inzameling is fors gegroeid en de kwaliteit van de recycling is verbeterd. In 2010 werd een derde van het e-waste goed gerecycled, een derde lekte weg naar het grijze circuit en werd op een andere manier gerecycled en een derde verdween. In 2018 werd ca. de helft van de op de markt gebrachte apparaten goed gerecycled, een kwart lekte weg naar het grijze circuit en een kwart verdween. In de onderstaande figuur wordt dit inzichtelijk gemaakt:

Om aan die opgave te kunnen voldoen, hebben ruim 2.000 producenten van witgoed, ICT, audio- en visuele apparatuur, gereedschappen, armaturen en zonnepanelen de handen ineengeslagen en Stichting OPEN opgericht. Zij zetten zich met Stichting OPEN en

Infographic 0.1 WEEE Generated and WEEE Flows in 2010 and 2018

39%

11%

) 1/3 (~

324 kton 34%

6%

8% 9%

50%

27%

366 kton

MPLIANT (~1/ CO 2)

10%

1/4) T (~ AN I PL

6%

WAS TE BI N /

1/4) T (~ R PO EX

/3) (~1

NO N -C O M

RT PO

2018

T (~1/3) LIAN MP O C

WASTE BIN /E X

2010

registered as compliantly recycled calculated as noncompliantly recycled disposed of in wastebin exported for reuse

NON-COMPL IAN T

could not be documented

Het compliant verwerkte e-waste (conform de WEEELABEX standaarden) bedroeg 126 kton (39% van 324 kton) in 2010 en is doorgestegen naar maar liefst 183 kton in 2018 (50% van 366 kton). De hoeveelheid compliant verwerkt e-waste is in deze periode met

de ketenpartners in om de wettelijke inzameldoelstelling van 65 procent te halen en e-waste circulair te maken. Om dat te bereiken is massa nodig: zowel qua inzet als qua financiering. Zoals eerder in GRAM gemeld, heeft Stichting OPEN een Algemeen Verbindend


[Advertorial]

DE 65% DOELSTELLING VAN E-WASTE Verklaring (AVV) aangevraagd bij het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW). Een AVV zorgt dankzij krachtenbundeling voor de nodige coördinatie en onderlinge versterking en laat ruimte voor marktinitiatieven in de uitvoering. Stichting OPEN zal daarbij nauw samenwerken met ketenpartners. Staatssecretaris Van Veldhoven van IenW heeft inmiddels een positief ontwerpbesluit afgegeven voor een AVV aan Stichting OPEN. Naar verwachting zal nog voor de jaarwisseling een definitief besluit volgen. IMPULS VOORWAARTS VIA STICHTING OPEN: ACTIEPLAN 65% De kern van de aanpak van Stichting OPEN is een strikte scheiding tussen regie op de invulling van de wettelijke producentenverantwoordelijkheid en de uitvoering ervan, dat wil zeggen het feitelijk inzamelen, sorteren en verwerken die bij de markt wordt neergelegd. Door deze strikte scheiding tussen regie door producenten en uitvoering door de markt wordt de mededinging versterkt met het oog op procesverbetering en innovatie.

PUT ON THE MARKET

69kton

387kton

de stijgende lijn, die het Dutch WEEE Flows onderzoek laat zien, voortzetten. Via gerichte ingrepen zal in samenwerking met de ketenpartners zoals gemeenten, kringloopbedrijven en retailorganisaties de inzameling op een hoger plan getrokken worden. Dit vereist naast het intensiever gebruiken van de bestaande inzamelkanalen zeer waarschijnlijk ook het initiëren van nieuwe inzamelmethodieken. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de inzameling maar nadrukkelijk ook naar hoogwaardige vormen van product- en onderdelenhergebruik. Ook SROI blijft hierbij belangrijk en gewenst. De financiële basis plus het lange termijn perspectief dat door Stichting OPEN geboden kan worden, maakt het mogelijk om structurele verbeteringen door te voeren om tot een daadwerkelijke circulaire economie te komen. Het Actieplan 65% wordt door Stichting OPEN en adviesbureau Rebel opgesteld en afgestemd met onze ketenpartners (zoals gemeenten, kringloopbedrijven, Midwaste leden).

38kton

4.3kton

136kton

2kton

113kton

25kton

2010 USB

+4%

Temperature exchange equipment 72kton

514kton

-52%

Screens and monitors 18kton

-5%

+26%

Large equipment (excluding photovoltaics)

Lamps

4.1kton

173kton

+12%

+4700%

Photovoltaics

96kton

Small equipment

0%

Small IT and telecommunication equipment

126kton

25kton

2018 USB

Met de resultaten van het UNU-onderzoek, een gezamenlijk Actieplan 65% en een gezamenlijk Onderzoek naar effectieve instrumenten kunnen producenten in co-creatie met alle ketenpartijen

Dit zal leiden tot concrete verbeteracties die in 2021 en 2022 worden ingevoerd. In volgende berichtgevingen zal hierop aanvullende informatie gegeven worden.

KIJK VOOR MEER INFORMATIE EN HET RAPPORT VAN HET UNU-ONDERZOEK ‘THE DUTCH WEEE FLOWS’ OP WWW.STICHTING-OPEN.ORG


PMD: HANDVATTEN VOOR KWALITEITSVERBETERING De werkgroep Inzameling van Platform Ketenoptimalisatie (PKO) heeft eind augustus de eerste stappen gezet voor de ontwikkeling van een actieplan voor optimalisatie van de kwaliteit van plastic, metaal en drankenkartons (PMD) in het huishoudelijk inzamelsysteem. Het opzetten van zo’n plan vraagt om een goed beeld van bestaande onderzoeken en inzichten. PKO vroeg adviesbureau Stantec dit inzicht te bieden. In dit artikel delen we de belangrijkste bevindingen.

H

TEKST: SUZANNE VAN DER VELDE BEELD: NEDVANG

et reduceren van de hoeveelheid restafval staat in Nederland hoog op de agenda. Het uitvoeringsprogramma Van Afval naar Grondstof voor huishoudelijk afval (VANG-HHA) richtte zich de afgelopen jaren dan ook met name op het verlagen van de hoeveelheid restafval. Door de maatregelen die gemeenten namen, nam de hoeveelheid ingezameld verpakkingsmateriaal substantieel toe. De laatste jaren komt er meer aandacht voor de kwaliteit van de ingezamelde grondstofstromen. Daarom is het belang van goede kwaliteit grondstoffen in 2019 meegenomen in het nieuwe akkoord tussen de verschillende ketenpartijen. Dit akkoord is opgesteld om het systeem voor inzameling en verwerking van huishoudelijk PMD te vereenvoudigen, te verduidelijken én te verbeteren. Hogere kwaliteit van gesorteerd materiaal is hiervoor een randvoorwaarde. Om de afspraken uit het akkoord te bereiken, is de inzet van veel verschillende partijen nodig. Platform Ketenoptimalisatie zorgt onder andere voor monitoring en evaluatie van deze afspraken. Binnen PKO heeft de werkgroep Inzameling de opdracht gekregen om de samenstelling van het gemeentelijk PMD te optimaliseren. De werkgroep gaat hiervoor een actieplan maken, waarbij de lessen uit bestaande onderzoeken als startpunt dienen. HET STARTPUNT VOOR EEN ACTIEPLAN De verschuiving van focus van kilo’s naar kwaliteit is pas net gestart. Dit zagen we terug in de beschikbare informatie en onderzoeksresultaten met betrekking tot kwaliteit van PMD. De meest relevante onderzoeken zijn uitgevoerd door het in 2015 opgerichte Learning Center Kunststof Verpakkingsafval (LCKVA). Tot 2019 deed dit Learning Center onderzoek en deelde kennis over verpakkingen. Inmiddels zijn de onderzoeksresultaten ondergebracht bij VANG-HHA, dat ook praktische tips biedt aan gemeenten gebaseerd op deze onderzoeken. Ook binnen de NVRD vroegen leden zich in 2017 af hoe het stond met de aard, samenstelling en recyclebaarheid van kunststof verpakkingen die zij inzamelen en laten uitsorteren. Wageningen

24 | GRAM #09 november 2020

University & Research (WUR) heeft hier onderzoek naar gedaan. Ook hebben we onderzoeken vanuit het Kennisinstituut Duurzaam Verpakken (KIDV) bekeken en opgenomen in het overzicht voor PKO. Tot slot hebben zowel Nedvang als Regie Kunststoffen Nederland (RKN) recent proeven gedaan om de kwaliteit van PMD beter in kaart te brengen. Zo heeft Nedvang onderzoek gedaan


naar de organisatorische, kwalitatieve en kwantitatieve aspecten van de invoering van omgekeerd inzamelen in de gemeenten in het verzorgingsgebied van Avri. RKN koppelt de kwaliteitsgegevens van inzamelmethodieken bij verschillende gemeenten en de effecten op afkeur. VAN INITIATIEVEN NAAR HANDELINGSPERSPECTIEVEN Uit ons overzicht van beschikbare onderzoeken en resultaten komt één ding duidelijk naar voren: er zijn veel initiatieven, maar nog weinig grootschalige onderzoeken naar kwaliteit. De meeste aanknopingspunten voor handelingsperspectieven vinden we in de onderzoeken van het Learning Center, die gericht zijn op de zuiverheid van PMD (gebaseerd op de optelsom van kunststof verpakkingen, metaal verpakkingen, drankenkartons en inzamelzakken). Uit deze onderzoeken blijkt dat over het geheel de zuiverheid van PMD uit diftar-gemeenten net iets beter is.

“ UIT ONS OVERZICHT VAN BESCHIKBARE ONDERZOEKEN EN RESULTATEN KOMT ÉÉN DING DUIDELIJK NAAR VOREN: ER ZIJN VEEL INITIATIEVEN, MAAR NOG WEINIG GROOTSCHALIGE ONDERZOEKEN NAAR KWALITEIT. ” De onderzoekers van het LCKVA concluderen dat het gebruik van PMD-zakken leidt tot de hoogste zuiverheid (ten opzichte van PMDminicontainers en wijkcontainers), en dat het effect van de stedelijkheidsklasse op de zuiverheid van PMD klein is. Ook is geen effect gevonden van de hoeveelheid ingezameld PMD per inwoner op de zuiverheid. De zuiverheid van PMD uit een minicontainer of wijkcontainer blijkt niet significant slechter dan van PMD uit een zak. De service op restafval lijkt meer impact op de samenstelling van het PMD te hebben dan het inzamelmiddel. CRUCIALE ROL VOOR SERVICE OP RESTAFVAL De verbetering van inzamelsystemen voor huishoudelijk afval blijft in ontwikkeling. Denk hierbij bijvoorbeeld aan vormen van ‘omgekeerd inzamelen’ van restafval. Hierbij passen gemeenten de service op de inzameling van restafval aan om inwoners te motiveren om de gewenste en waardevolle stromen apart te houden om afvalscheiding en recycling te bevorderen. Denk bijvoorbeeld aan het wegbrengen van restafval naar een ondergrondse container, terwijl de gemeente PMD aan huis ophaalt. Op basis van de onderzoeken

van het LCKVA is het van belang dat gemeenten zich realiseren dat ze bij serviceverlaging op restafval de kwaliteit van PMD goed moeten monitoren en mogelijk extra maatregelen moeten treffen om de kwaliteit op niveau te houden. De onderzoeken van het Learning Center bevatten directe handelingsperspectieven, terwijl de resultaten van de overige initiatieven te weinig focussen op kwaliteitsverbetering of gebaseerd zijn op een te kleine dataset. Op basis van beschikbare onderzoeken zien wij de volgende handelingsperspectieven voor PKO: 1. Stimuleer effectieve beleidskeuzes. Veel gemeenten zijn bezig met veranderingen van hun afvalbeleid en kijken daarbij naar mogelijkheden voor diftar, omgekeerd inzamelen of naar de inzamelfrequentie voor restafval. Om effectieve beleidskeuzes te stimuleren is het van belang dat gemeenten (PMD)-kwaliteit als beleidsdoelstelling meenemen en bekend zijn met de effecten van beleidskeuzes. Ook is het monitoren van PMD-kwaliteit voor en na beleidsveranderingen belangrijk, en stimuleren voorbeelden van succesvolle andere gemeenten effectieve beleidskeuzes. 2. Zet een benchmark op voor kwaliteit. Door informatie over kwaliteit en afkeur te monitoren en toegankelijk te maken, kunnen ketenpartners beter bijsturen en verbeteringen blijven doorvoeren. Door dit op te nemen in de jaarlijkse CBS-enquête ontstaat een centrale database die gemeenten kunnen gebruiken om beleidsvragen te beantwoorden. 3. Inventariseer ervaringen van verbeteracties bij gemeenten. Gemeenten die te maken krijgen met afkeur zijn vaak zelf al aan de slag gegaan om de kwaliteit te verbeteren. Denk daarbij aan visuele inspectie van PMD-minicontainers, toegangscontrole, speciale inwerpopeningen of inzet van afvalcoaches. De effecten hiervan zijn tot nu toe nauwelijks gemeten of beschreven. Het is zinvol dat gemeenten hun leerpunten met betrekking tot vervuiling en afkeur van grondstoffen aan elkaar beschikbaar stellen. 4. Blijf op de hoogte en blijf onderzoeken. Kwaliteitsverbetering bereik je alleen als alle ketenpartners zich inzetten. Gezamenlijke onderzoeken blijven dus relevant. Zo is het effect van handhaving en communicatie op kwaliteit een aspect dat onderzoekers van het LCKVA niet konden beoordelen. Ook bieden nieuwe technologieën, zoals sensoren op verzamelcontainers, perspectief voor toekomstige verbetering van grondstofkwaliteit. Blijf dus op de hoogte van ontwikkelingen en blijf onderzoeken. VERVOLG De werkgroep Inzameling gaat in de komende periode verder met het actieplan, om zo nu al een lijn uit te zetten waarmee gemeenten stappen kunnen maken in hun beleid. De komende jaren komen ook meer gegevens over kwaliteit beschikbaar. Deze informatie zorgt voor een grotere dataset, wat leidt tot meer inzicht én betere sturingsmogelijkheden. Dit helpt bij het uiteindelijke doel van PKO: het optimaliseren van de samenstelling van het PMD van gemeenten. Het rapport is verkrijgbaar via de website van VNG. Over de auteur: Suzanne van der Velde is consultant bij Stantec

GRAM #09 november 2020 | 25


[Advertorial] EUROPRESS:

IOT TOEPASSING IN AFVALPERSEN Herinnert u zich Nokia nog? Nokia ging van Finse ‘hero naar zero’ omdat het niet op tijd anticipeerde op de evolutie van gsm naar smartphone. Het was een waarschuwing voor andere bedrijven om innovatie hoog in het vaandel te dragen. Iets wat Europress bijzonder ter harte neemt met zijn cilinderpersen en verticale balenpersen. Hét voorbeeld bij uitstek van slimme cleantech. Door data te ontvangen en te visualiseren hebben klanten altijd een goed inzicht in de werking van de persen.

crisis heeft getoond hoe belangrijk het vandaag is om over de juiste data te beschikken, om online te kunnen rapporteren, om kleine technische interventies zelf te kunnen uitvoeren … Iedereen snapt waarom we vrachtwagens uitrusten met een boordcomputer en een gps. Sinds corona begrijpen bedrijven ook beter wat de voordelen zijn van hun persen slimme technologie aan boord te geven en zo vitale informatie aangereikt te krijgen over hun corebusiness.

Europress evolueerde van een tradioneel Fins maakbedrijf tot een fabriek van de toekomst. Het gemeenschappelijke kenmerk voor elke pers die het bedrijf verlaat, is dat ze technologie in het hart draagt. Slimme technologie, want in de wereld van Industrie 4.0 maakt data het verschil. Door een gebrek aan informatie verliezen we kostbare tijd. Vandaag worden veel afvalpersen al geleegd wanneer ze nog niet eens voor driekwart gevuld zijn. Dat komt omdat het legen aan een vaste frequentie gebeurd, vaak wekelijks, want men heeft beperkt zicht op de exacte vulgraad. Dat moest toch anders kunnen? Europress heeft daarom enkele jaren geleden de knop omgedraaid om intelligente persen te maken, die informatie kunnen verzamelen, koppelen en analyseren. . Met onze slimme Europress Smart technologie weet de afvalinzamelaar hoeveel kg er al in zit, wat het meest opportune moment van legen is en wanneer hij weer vol zal zijn. Kortom, de efficiëntie en het recyclagepercentage zal aanzienlijk verhogen. Stelt u zichzelf eens voor, een milieustraat waar alle inzamelmiddelen online zichtbaar zijn en je de exacte gebruiken en vulgraden precies kunt monitoren vanachter je bureau? Dat beeld is niet meer zover weg. De persen van Europress zijn in combinatie met het Smart portaal systeem er alleszins klaar voor. Een aanpak die voor gebruikers enorm veel voordelen oplevert. Een slimmer fleetmanagement van persen, optimalisatie van de uptime dankzij remote maintenance, integratie in uw eigen informaticasystemen voor een naadloze flow … Data is nu eenmaal goud waard. Door onze persen zelf gegevens te laten verzamelen en te laten communiceren naar andere systemen, kunnen onze klanten zich beter focussen op hun corebusiness. En u hoeft niet meteen al uw persen van de hand te doen. Met onze retrofitkit, kunnen we ook uw bestaande persen slimmer maken. De corona-

De basis blijft uiteraard een goede pers. En die heeft Europress zeker in huis. Hun Scandinavische afkomst maakt dat ze tegen een stootje bestand zijn. De buitentemperaturen kunnen er immers tot onder -30 °C dalen en de sneeuw kan er anderhalve meter hoog liggen. Met een productie van meer dan 2.000 stuks per jaar mag Europress zich marktleider noemen in de Nordics voor afval- en balenpersen. Vanuit de Benelux met hoofdkwartier in Houthalen-Helchteren zal nu de rest van Europa voor de bijl gaan. Europress persen zijn opgebouwd volgens het mecanoprincipe, waardoor klanten al heel ver kunnen gaan om hem perfect op hun maat te krijgen en te laten meegroeien met hun noden. Moet hij van de loskade naar begane grond verhuizen? Dan hoeft u enkel de aangepaste vulmond te verwijderen en te vervangen door een ander type. En voor wie zijn gading nog niet gevonden zou hebben is ook maatwerk mogelijk. Dankzij onze slimme diensten kunnen klanten hun afvalbeheer optimaliseren en tegelijk het milieu beschermen.

WILT U MEER WETEN? TEL. + 32 468 46 81 47


DE STRIJD TEGEN DE EIKENPROCESSIERUPS Bijna elke gemeente heeft wel last van de eikenprocessierups. Avri en Twente Milieu vertellen hoe zij de bestrijding aangepakt hebben dit jaar. Xentari en aaltjes werken goed, maar de biodiversiteit heeft er wel onder te lijden.

I

TEKST: HETTY DEKKERS

n het Avri-gebied staan in totaal zo’n vijf- tot zesduizend eiken, schat Leo van Eeuwijk, teamleider regiogemeenten Avri. Om de eikenprocessierups (epr) in deze bomen te bestrijden, is er de afgelopen jaren vooral veel gespoten. “Wij gebruiken, afhankelijk van wat de betreffende gemeente wil, xentari en aaltjes”, aldus Van Eeuwijk. “Wij werken voor vier gemeenten, het hangt van hen af welk middel we gebruiken. Wij merken weinig verschil in resultaat, beide middelen lijken hetzelfde te doen.”

BEELD: FLIP FRANSSEN / ANP

Op sommige plekken worden nesten ook weggezogen. Van Eeuwijk: “Dat was deze zomer wat lastiger, omdat we veel meer nesten hadden dan andere jaren, maar dan in kleiner formaat. Zo’n klein nest zie je makkelijk over het hoofd als je gaat zuigen. Dat grotere aantal kleine nesten was een opvallend verschil met voorgaande jaren. Ik heb daar geen verklaring voor.”

wel nergens overlast. Opvallend was dat geen enkele bewoner heeft geklaagd over de spuitwerkzaamheden, terwijl die toch vaak ’s avonds en ’s nachts plaatsvonden. De aannemer had het zo druk, die hij dag en nacht door moest werken.” Wie wel protesteerde, was de Vlinderstichting. “Je spuit wel met biologische middelen, maar onschadelijk voor het milieu is het abso-

Volgens Van Eeuwijk werkt de gebruikte bestrijdingsmethode, xentari, aaltjes en zuigen, goed. “We hadden deze zomer vrij-

luut niet. Je spuit ook rupsen van andere, goede vlinders kapot. Voor de natuurlijke vijanden, zoals mezen, is deze manier van bestrijden ook niet bevorderlijk.”

GRAM #09 november 2020 | 27


BIODIVERSITEIT Avri werkt voor vier gemeenten. Van Eeuwijk: “Eén daarvan wilde dat we alle eiken behandelden, de andere drie kozen voor alleen spuiten op drukke plekken, in dorpskernen en dergelijke. Wij zelf maken geen beleid, we voeren het alleen uit, maar we adviseren onze gemeenten wel om meer aandacht te besteden aan biodiversiteit. Onder druk van de Vlinderstichting is hier en daar het spuitbeleid aangepast. Een belangrijke factor is het minder maaien van de bermen. Als je dat doet, krijgen natuurlijke vijanden veel meer kans.” Maar een ander maaibeleid is lastig, weet Van Eeuwijk. “Gemeenten willen vooral snelle oplossingen op basis van klachten van inwoners. Ze willen snel van die rupsen af, vanwege de volksgezondheid. Maar diezelfde gemeenten en inwoners willen dan ook nog vaak tegen geschoren gazonnetjes aan kunnen kijken. Die twee dingen gaan gewoon niet samen. Je moet minstens je maaibeleid aanpassen om de biodiversiteit en natuurlijke vijanden een kans te geven. Het inzaaien van extra bloemenperken zou nog beter zijn, maar dan loop je weer tegen hogere kosten aan. Gemeenten hebben het financieel gezien vaak al moeilijk, ze willen de goedkoopste oplossing met het beste en snelste resultaat. De mens is nu eenmaal ongeduldig.”

Of spuiten de oplossing is voor de langere termijn, waagt Van Eeuwijk te betwijfelen. “Als je daarmee doelgericht alleen de eikenprocessierups aan zou pakken, was het anders. Maar dat is nu eenmaal niet zo, met de middelen die we nu hebben. Zo’n middel zal er waarschijnlijk ook nooit komen. We moeten toe naar meer biodiversiteit. Deze zomer hebben we in ons gebied een laan aangelegd met allerlei verschillende soorten bomen. Dat zijn oplossingen voor de toekomst, want de monocultuur die we nu hebben, veel van dezelfde soort bomen bij elkaar, maakt kwetsbaar. Een aangepast maaibeleid zal in de toekomst een vlucht nemen, hopen en verwachten wij, want het is aangetoond dat dat echt helpt.” TWENTE MILIEU Twente Milieu pakte de eikenprocessierups de afgelopen jaren aan in de gemeente Borne. “Zij waren tot nog toe de enige gemeente die ons opdracht gaf dit te doen”, verklaart Theo Vlaskamp, vakspecialist van Twente Milieu. De aanpak, met xentari en aaltjes, was een succes. De overlast nam op veel plekken met meer dan 80 procent af. Vlaskamp: “Wat ons opviel, was dat xentari veel beter werkte dan aaltjes ofwel nematoden. De aaltjes moet je vroeg in het voorjaar spuiten, als er nog geen gebladerte is en als de rupsen uit de eitjes kruipen. Een tweede ronde is vrijwel altijd nodig, omdat niet alle eitjes tegelijk

Foto: KAD uitkomen. Je beschadigt hier minder andere soorten rupsen mee, omdat de eikenprocessierups vroeger is dan de meeste andere soorten. Aaltjes zijn dus wat minder schadelijk dan xentari, maar het kost meer en het resultaat is wat minder.” Aaltjes moeten ’s nachts gespoten worden, weet Vlaskamp. “We lieten daarom een buurtman mee gaan op de rondes, zodat hij mensen die vragen hadden vanwege het lawaai te woord kon staan. Dat werkte perfect. We hebben geen meldingen gehad over geluidsoverlast, omdat mensen wisten wat er aan de hand was.”

NATUURLIJKE VIJANDEN KLAREN DE KLUS IN PROEFGEBIED WASPERVEEN Dat het zonder bestrijdingsmiddelen ook kan, is bewezen in het Drentse dorp Wapserveen (gemeente Westerveld). Daar is een succesvolle proef gehouden met uitsluitend natuurlijke aanpassingen. Het resultaat: 80 procent minder eikenprocessierupsen. In Wasperveen mochten drie jaar lang de natuurlijke vijanden hun werk doen, zoals mezen, spreeuwen, vleermuizen en sluipwespen. Bloemrijke bermen en tuinen, nestkastjes en voldoende voer in de winter deden de rest. De proef, in samenwerking met onder meer de gemeente en de landbouw, werd dit jaar afgesloten. De overlast van de eikenprocessierups, die in het proefgebied enorm was, is vrijwel verdwenen. De onderzoekers zijn zelf een beetje overdonderd door het succes. “Dit hadden we nooit verwacht”, zegt Boermarke-voorzitter Ton Spijkerman. Ook René Vree Egberts, directeur van Agrarische Natuur Drenthe, is heel tevreden. “We zijn tot nieuwe inzichten gekomen. Niet alleen koolmezen zijn belangrijk in de bestrijding, maar ook roofkevers en mussen blijken nuttig te zijn.” Aan interesse voor de resultaten geen gebrek, want heel veel gemeenten zijn volgens Egberts komen kijken. “Onze werkwijze, tips en ervaringen delen wij graag met andere gemeenten, maar het is wel belangrijk dat zij zelf goed blijven nadenken. De planten die wij in Wapserveen hebben gebruikt, zijn misschien niet geschikt voor andere gebieden. Maar het is in ieder geval waardevol dat mensen ons als inspiratiebron gebruiken.” Niet alles aan het project is goed verlopen. Er zijn vijfentwintighonderd wilde planten aangeplant, maar door de droogte van de afgelopen zomers zijn veel planten niet gaan groeien. “Daar balen we van”, aldus Egberts. “Maar we moeten ons niet op één periode focussen. De komende jaren moet blijken of ander bermbeheer ook zal zorgen voor meer insecten die de eikenprocessierups opeten.” (Bron: RTV Drenthe)

28 | GRAM #09 november 2020


In Borne werden dit jaar alleen de eiken rond ‘hotspots’, drukbezochte plaatsen als sportvelden en scholen, met xentari behandeld. In wijken waar de nood iets minder hoog was, gebruikte men aaltjes. In buitengebieden en langs de randen van de bebouwde kom ging men voor biodiversiteit. “Bloemrijke bermen, minder maaien, zodat natuurlijke vijanden als de sluipwesp en de gaasvlieg meer kans kregen. Deze methode is meer voor de lange adem, pas na een paar jaar zul je hier echt resultaat zien. Maar we hadden het idee dat er ook dit jaar al iets minder overlast was op deze locaties.”

NATUURLIJK EVENWICHT Twente Milieu liet zich bij zijn aanpak adviseren door epr-deskundige Silvia Hellingman (zie kader project Wasperveen). “Zij gaf lezingen en advies waar we veel aan hadden. Ik denk dat xentari op den duur verboden zal worden, net als glyfosaat voor onkruidbestrijding. Het werkt snel en is goedkoop, maar je tast er het natuurlijk evenwicht mee aan. De kans bestaat bijvoorbeeld dat jonge koolmezen er dood aan gaan. En die eten veel rupsen. Het bevorderen van de biodiversiteit is meer van de lange adem, maar daar zullen we op den

duur naartoe moeten. In Borne proberen we nu ook eiken die nog verplant kunnen worden, te verplaatsen naar buitengebieden. In een nieuwbouwwijk heeft men gekozen voor de aanplant van veel verschillende soorten bomen, dat is een goed begin.” Volgens Vlaskamp is het belangrijk dat je een goed contact hebt met je aannemer. “Je mag bijvoorbeeld niet spuiten als het te koud is, te winderig of te nat. Dan is het effect minimaal. Dat moet je goed kunnen afstemmen met je aannemer, korte lijntjes zijn dan belangrijk.”

WEETJES OVER DE EPR IN NEDERLAND • Ruim de helft van de 355 gemeenten in Nederland gebruikte dit jaar bacteriepreparaten of aaltjes. Deze middelen doden volgens de Vlinderstichting niet alleen eikenprocessierupsen, maar ook de rupsen van ruim honderd soorten onschadelijke nachtvlinders. • Plakstrips en folie om de bomen is ‘idioterie’, aldus epr-deskundige Silvia Hellingman. Ook vogels, vleermuizen en andere insecten komen vast te zitten aan de plakstrips, waardoor het middel erger is dan de kwaal. Ook folie werkt averechts. Volgens Hellingman laten de rupsen in hun paniek extra brandharen los als ze op folie stuiten, en juist die brandharen zorgen voor irritaties bij de mens. • Volgens het Kenniscentrum Eikenprocessierups is het aantal eiken waarin de rups voorkomt gedaald. In 2019 was ongeveer 55 procent van de eiken bevolkt door de epr, dit jaar was dat nog maar 30 procent. Wel zijn de regionale verschillen groot. In sommige gemeenten is meer dan de helft van de bomen aangetast, terwijl in andere maar 10 procent van de bomen de rups heeft.

Voor overzicht en inzicht in uw projecten en planning rond Beheer Openbare Ruimte Groene software geïntegreerd in uw ICT-landschap Centraal financieel / HRM

BOR-Vision

Overige afdelingen

Beheersoftware

Digitale kaart

Tel. +31 (0)172 23 54 44 | www.bor-vision.nl 1_2_li_GRAM_190x130-b.indd 1

GRAM #09 november 2020 | 29 28-11-2019

10:40


Negen miljoen ingezamelde gebruikte autobanden per jaar... … dat zijn alle gebruikte personenwagenbanden uit de vervangingsmarkt in Nederland …op milieuverantwoorde manier verwerkt …dit levert 32 miljoen kilo hoogwaardige grondstoffen …dit betekent bijna 70.000 ton minder CO2-uitstoot … daarmee ecologische besparingen gelijk aan de emissie van 465 miljoen autokilometers (11.600 keer de aardbol rond) of de aanplant van 465.000 nieuwe bomen

Inzamelen van gebruikte autobanden voor een schoner milieu. Alle gebruikte autobanden uit de vervangingsmarkt worden in Nederland door RecyBEM ingezameld en op een milieuverantwoorde manier verwerkt. RecyBEM is een initiatief van uw bandenleverancier. Het RecyBEM-systeem is door het ministerie van I&W algemeen verbindend verklaard (AVV). Hierdoor heeft RecyBEM kracht van wet.

www.bandenmilieu.nl

Oude banden, nieuw leven.


KOSTEN VOOR DE AANPAK VAN ZWERFAFVAL IN NEDERLAND In 2010 is een onderzoek uitgevoerd naar de kosten die gebiedsbeheerders maken voor het voorkomen, opruimen en verwerken van zwerfafval. Tot op heden wordt nog vaak naar dit onderzoek verwezen wanneer men spreekt over de kosten van zwerfafval. Afgelopen jaar heeft RWS een nieuw onderzoek laten uitvoeren naar de kosten voor zwerfafval. Hoe hoog zijn deze kosten en waarvoor worden die kosten nu gemaakt?

E

TEKST: CEES RIKSEN, RIJKSWATERSTAAT

en van de ambities in de aanpak van zwerfafval is een werkend, integraal monitoringsysteem, die de ontwikkeling en effecten van zwerfafval goed meet. Deze informatie relateert aan de vier doelen (effecten) van de zwerfafvalaanpak: • toename van leefbaarheid; • voorkomen effecten op gezondheid mens en natuur; • voorkomen verlies aan grondstoffen; • verminderen kosten. In vervolg hierop verkende RWS de afgelopen twee jaar in het onderzoeksproject 'Versterken beleidsbasis, meten is weten' hoe we de verschillende effecten van zwerfafval (leefbaarheid, gezondheid mens en natuur, circulaire economie en kosten zwerfafval1) het beste kunnen monitoren. De resultaten van dit onderzoek staan deze maand op www.afvalcirculair.nl. Bij de kosten van zwerfafval maakte RWS in dit onderzoek onderscheid tussen de directe kosten voor gebiedsbeheerders en de indirecte schadekosten voor economische sectoren (bijvoorbeeld schadekosten en omzetverlies landbouw, verlies toeristische omzet of verlies omzet winkeliers). In dit artikel gaan we alleen in op de directe kosten2.

PREVENTIE, MONITORING, OPRUIMEN EN VERWERKEN Om meer inzicht te krijgen in de directe kosten van zwerfafval koos RWS om een soortgelijk onderzoek uit te voeren als in 2010. In het huidige onderzoek naar de kosten, dat is uitgevoerd door KplusV, is daarom aangesloten bij de systematiek die ook in 2010 is gebruikt. In het onderzoek zijn 80 gemeenten benaderd om mee te werken; 30 daarvan, verdeeld in clusters op basis van stedelijkheid en toerisme, hebben meegewerkt. De gemeenten en andere gebiedsbeheerders leverden informatie aan over de gemaakte kosten in 2018 in de aanpak van zwerfafval. Het gaat hierbij om de kosten voor preventie, monitoring, opruimen en verwerken van zwerfafval.

GEMEENTEN DRAGEN 81% VAN DE KOSTEN De totale kosten die gemaakt worden voor de aanpak van zwerfafval worden geraamd op € 193 mln. De totale kosten die gemeenten maken worden geraamd op € 157 mln. Gemeenten hebben daarmee een aandeel van 81% op de totale kosten van zwerfafval in Nederland. De raming van € 157 mln. is gebaseerd op de gemiddelden van kosten van gemeenten uit de steekproef, die vervolgens geëxtrapoleerd zijn. Stedelijkheid bleek een zeer bepalende factor voor de hoeveelheid gemaakte kosten. Grote gemeenten maken de meeste kosten. Deze kosten hebben vooral betrekking op de uitvoering: de kosten van personeel die vegen en afvalbakken legen. De kosten voor preventie, beleid en verwerking liggen aanzienlijk lager. Veel gemeenten geven aan dat de inzet van vrijwilligers, communicatie en voorlichting belangrijke pijlers zijn voor het zwerfafvalbeleid. Ze werken veel samen met sociale partners, zoals scholen, verenigingen en het lokale bedrijfsleven. De kosten hiervoor zijn relatief laag. Handhaving van zwerfafval heeft bij veel gemeenten geen prioriteit en hier maken ze dan ook amper kosten voor. Wel geeft het grootste deel van de geïnterviewde gemeenten aan periodiek het zwerfafval te monitoren. Dit vindt veelal plaats in het kader van een breder beeldbestek, waarbij ze ook andere elementen van de openbare ruimte monitoren. De kosten voor het verwerken van zwerfafval beslaan maar een klein deel van de totale gemaakte kosten voor het opruimen van zwerfafval. OVERIGE GEBIEDSBEHEERDERS RICHTEN ZICH OP UITVOERING De totale kosten die de overige gebiedsbeheerders, zoals Rijkswaterstaat, provincies, Waterschappen, OV bedrijven en beheerders van natuur en recreatiegebieden, maken, worden geraamd op € 36 mln.

Bijlage 4 bij de brief Uitvoering van toezeggingen AO Grondstoffen en Afval d.d. 25 juni 2015 en stand van zaken diverse acties beleidsprogramma VANG” 2 Om inzicht te krijgen in de indirecte kosten van zwerfafval is naar aanleiding van vragen uit de kamer aanvullend onderzoek uitgevoerd naar economische gevolgen van zwerfafval voor de veehouderijsector, deze is te vinden op www.afvalcirculair.nl 1

GRAM #09 november 2020 | 31


Zij hebben daarmee een aandeel van 19% op de totale kosten van zwerfafval in Nederland. Deze overige gebiedsbeheerders hebben minder zicht op kosten gerelateerd aan de activiteiten die ze uitvoeren. Wel is duidelijk dat de kosten die zij maken vooral betrekking hebben op de uitvoering, zoals het schoonmaken van openbare ruimte en het ledigen van afvalbakken. VERGELIJKING MET 2010 De kosten die gemeenten maken zijn in het huidige onderzoek (€ 157 mln. in 2018) aanzienlijk lager dan in het rapport van Deloitte

uit 2010 (€ 193 mln. in 2010). Door de geïnterviewde gemeenten zijn mogelijke verklaringen aangedragen die van invloed zouden kunnen zijn op de kosten, zoals bezuinigingen, bewustwording en het tegen lagere kosten inzetten van personeel met een afstand tot de arbeidsmarkt. Ook automatisering en verdere mechanisering, zoals efficiënte schoonmaakroutes en gerichte inzet op handmatig en machinaal vegen, leiden mogelijk tot meer efficiëntie in de uitvoering door onder meer beperkte personele inzet. Deze verklaringen zijn in het onderzoek echter niet getoetst of gekwantificeerd.

www.bollegraaf.com • info@bollegraaf.com

1_2_li_GRAM_190x130-D.indd 1

Hét softwarepakket voor gemeenten en huishoudelijk afval inzamelaars

03-11-2020 13:44

WasteXL

S O F T WA R E S O L U T I O N S

32 | GRAM #09 1-4liggendB-GRAM.indd 1

www.fixion.nl 040-2900632

november 2020

Meer info? Demo?

01-09-2020 22-0000-0072-04 GRAM September 2020

10:46


TWEE ERVARINGSDESKUNDIGEN AAN HET WOORD:

DETACHERING BIJ ISWA Sinds dit jaar is International Solid Waste Association (ISWA) gevestigd in Rotterdam. Voor NVRD leden biedt dit onder andere de mogelijkheid tot een detachering bij het ISWA-bureau. In dit artikel vertellen Cor Luykx en Max Narinx, de eerste twee ‘NVRD-ers’ die bij ISWA aan de slag zijn gegaan, hoe ze bij ISWA terecht kwamen en wat ze ervan vinden. HOE BEN JE BIJ ISWA TERECHTGEKOMEN? Cor: “In september vorig jaar kwam ik Olaf Prinsen tegen op een studiemiddag van de NVRD Young Professionals. Hij vertelde dat ISWA voor tien jaar naar Rotterdam zou komen en dat de NVRD een medewerker van een van haar leden zou detacheren bij ISWA. Olaf vertelde over de organisatie, want eerlijk gezegd wist ik alleen dát ze be-

Cor Luykx

Max Narinx

stond maar niet wat ze precies deed, alleen dat ze elk jaar een groot congres organiseren. Het leek mij wel wat om een tijdje bij een wereldwijde organisatie te werken. Ik heb toen contact gezocht met Marc Tijhuis, de nieuwe managing director van ISWA. Hij wilde graag gebruik maken van mijn ervaring in het Nederlandse afvalnetwerk. Want dat zou mijn taak worden, ISWA introduceren in de Nederlandse afvalwereld. Olaf heeft toen erg zijn best gedaan om alles geregeld te krijgen. En Frans van Strijp, directeur van Cure Afvalbeheer, heeft alle medewerking verleend. “Als jij dat graag wilt, dan ga ik daar natuurlijk in mee”, zei hij.”

medewerkers van het ISWA-bureau, die voor een groot deel nieuw zijn, wegwijs gemaakt in afvalmanagement en hoe dat in Nederland is georganiseerd. De bezoeken zijn tot nader order uitgesteld. We behelpen ons nu met Teams. We merken dat ISWA niet zo goed bekend is, maar de kennismaking wordt erg gewaardeerd. Thuiswerken is goed voor een beperkte periode, maar iedereen in onze wereld weet hoe de netwerkbijeenkomsten zoals het NVRD-jaarcongres gewaardeerd worden. Laten we hopen dat het volgende NVRD-jaarcongres in Eindhoven wel doorgaat. Ik heb mijn collega’s van het ISWA-bureau alvast van harte daarvoor uitgenodigd.”

Max: “Als NVRD-trainee zou ik in twee jaar tijd klaargestoomd worden om aan de slag te gaan bij een van haar leden. Gaandeweg werd duidelijk dat internationale afvalvraagstukken steeds meer mijn aandacht trokken. Via het door de NVRD gefinancierde Circular and Low Carbon Cities (CALC) project kwam ik voor het eerst echt in aanmerking met ISWA. De eerste bijeenkomst waarbij ik aanschoof herinner ik me nog goed; experts uit alle hoeken van het afvalbeheer en van de wereld kwamen naar Rotterdam om samen, op vrijwillige basis, via een door ISWA gecoördineerd project aan een complex afvalvraagstuk te werken. Dat inspireerde dermate dat ik gelijk informeerde of het mogelijk was om de trainee-stageopdracht bij ISWA uit te voeren. In plaats daarvan werd ik onderdeel van het CALC-project om vervolgens een half jaar de NVRD-detachering bij ISWA in te mogen invullen.”

Max: “Ondanks dat ik de afgelopen maanden pas twee keer op het ISWA-kantoor ben geweest, en een aantal collega’s nog niet eens face-to-face heb kunnen ontmoeten, voel ik me toch thuis. Het internationale ISWA-bureau en -netwerk is juist in deze tijd gedreven en inspirerend. ISWA is vergeleken met de NVRD minder een belangenbehartiger en meer een netwerkvereniging. Dat is niet beter of slechter, maar wat ik er leuk aan vind is dat ISWA-leden en organisaties uit alle facetten van het afvalbeheer – van producenten tot verwerkers, van universiteiten tot adviesbureaus, en van de EU tot lokale gemeenten – met elkaar verbindt zonder dat politieke of commerciële motieven de overhand nemen. Het inspireert mij dat het lukt om gedeelde belangen te vinden in projecten die bijdragen aan een betere wereld en het is mooi om daar een rol in te kunnen spelen.”

WAT VIND JE VAN DE DETACHERING? Cor: “Ik heb het Nederlandse netwerk in kaart gebracht, zo veel mogelijk met naam en toenaam, contactgegevens en hun rol in de Nederlandse afvalwereld. Daarnaast heb ik de

Voor ieder lid van de NVRD, ongeacht het type werkzaamheden, is er in principe de mogelijkheid om bij ISWA tijdelijk internationale ervaring op te doen. Geïnteresseerd? Stuur een mail naar Bas Peeters: peeters@nvrd.nl

GRAM #09 november 2020 | 33


22-0000-1228-01 NVRD Gram 2020 nov

190x130mm C.indd 1

03-11-2020 14:00

Haal alles eruit wat erin zit Je staat er misschien wel eens bij stil. Dat het zonde is dat we voedsel verspillen doordat een deel in de verpakking achterblijft. Door een drankenkarton slim te vouwen komt ook het laatste restje yoghurt of vla uit het zuivelpak. Zo draagt iedereen zijn steentje bij in de strijd tegen voedselverspilling!

Vouwinstructie 1

2 3

Zuivelpak is een initiatief van de zuivelindustrie, de supermarktbranche en drankenkartonproducenten. Via Zuivelpak worden consumenten geĂŻnformeerd over de duurzaamheid van zuivelpakken en andere drankenkartons. Kijk voor meer informatie op www.zuivelpak.nl

34 | GRAM 1#09 StHedra_0428-01.indd

22-0000-0428-01 GRAM

november 2020

08-04-2020 16:55


BRANCHE NIEUWS THE OCEAN CLEANUP EN VAN WERVEN GEVEN WILSON TWEEDE LEVEN Systeem 001, ook bekend als Wilson, het eerste systeem dat The Ocean Cleanup inzette om de plastic soep te bestrijden, is uit de oceaan gehaald in 2018. De organisatie geeft Wilson in samenwerking met Van Werven Plastic Recycling een welverdiend tweede bestaan. Wilson was het eerste ‘oceaanopruimsysteem’ voor het plastic in de Grote Oceaan. Het ruim 600 meter lange systeem werd in 2018 geplaatst tussen Hawaï en Californië. The Ocean Cleanup besloot Wilson vanwege een structurele storing uit de oceaan te halen. Over de toekomst van Wilson dacht de organisatie lang na. Met zijn nalatenschap verdiende Wilson een tweede leven in een andere vorm. Een zoektocht die startte in Hawaï, waar The Ocean Cleanup Wilson aan land bracht, eindigde in Biddinghuizen. De organisatie vond in Van Werven Plastic Recycling de juiste specialist om Wilson te recyclen. “We zijn trots dat The Ocean Cleanup ons koos om Wilson een tweede leven te geven”, vertelt Ton van der Giessen, CEO van Van Werven. “Vanaf het moment dat we hoorden dat The Ocean Cleanup een partner zocht voor deze uitdaging, waren we enthousiast. De

opdracht was niet gemakkelijk, maar met ons team en onze speciaal ontwikkelde apparatuur waren we in staat om vanuit Wilson positieve waarde te creëren.” The Ocean Cleanup ontwikkelde een nieuw, hoogwaardig product van het verzamelde plastic afval uit de oceaan: een tijdloze zonnebril. Ter bescherming van dit product ontwierp de organisatie een speciale koker, die is gemaakt van gerecycled materiaal van Wilson.

STAATSSECRETARIS TEKENT DENIM DEAL Begin november ondertekende staatssecretaris Van Veldhoven (circulaire economie en milieu) de Denim Deal. Hierin staan concrete afspraken voor meer hergebruik van oude denim kledingstukken. Van Veldhoven: “Ik vind dat we voor een gezonde toekomst en ons klimaat moeten toewerken naar een schonere textielindustrie. Als we hier onze vraag veranderen, heeft dat effect op hoe duurzaam bijvoorbeeld bedrijven in Turkije en China produceren. Dat maakt dat we als Nederland geen kleine speler zijn. Het bijzondere van deze Denim Deal is dat voor het eerst wereldwijd alle betrokken partijen in de (denim) textiel kringloop - van merk, tot inzamelaar en weverijen - samen de uitdaging aangaan voor een schonere kledingkast.”

190x62mm.indd 1

In de Denim Deal is afgesproken dat merken als Scotch & Soda, MUD Jeans en Kuyichi samen drie miljoen spijkerkledingstukken maken met daarin minstens 20% gerecycled textiel. Daarnaast hebben de deelnemende partijen afgesproken dat zij gezamenlijk zo snel mogelijk toewerken naar de standaard van minimaal 5% gerecycled textiel in alle denim kledingstukken. Circulus-Berkel is een van betrokken partijen bij de Deal en wordt door de overheid als koploper gezien. Dit mede vanwege de eerder gezette stap om ingezamelde kleding uit negen gemeenten regionaal te laten sorteren door ReShare/Leger des Heils. Door deze samenwerking is meer grip op de textielketen ontstaan.

GRAM #09 november 2020 | 35 08-04-2020

16:31


BRANCHE NIEUWS GOUPIL EN DUBBELDAM ONTWIKKELEN ZERO-EMISSIE VOERTUIGCOMBINATIE

Goupil Nederland (Van Blitterswijk Eco-Mobiliteit B.V.) en Dubbeldam Groep bundelen hun krachten om samen de ultieme zero-emissie voertuigcombinatie te ontwikkelen. Met een 100% elektrische Goupil als basis zal Dubbeldam tal van opbouwmogelijkheden ontwikkelen, voor onder andere stadsreiniging, (groen) onderhoud, industrie en het snel groeiende segment last-miledelivery. “Dit nieuwe model heeft een groot laadvermogen tot ca. 1.000 kg en een topsnelheid van 80km/u, dat maakt dit voertuig uitermate geschikt om in te zetten als elektrische bedrijfsauto. De Goupil G6 is zowel met standaard carrosserie als met tal van andere opbouwmogelijkheden te verkrijgen, zoals een haakarm-systeem en een vlakke, kippende laadbak. Dit maakt de Goupil G6 een ideale en flexibele elektrische bedrijfswagen”, aldus Martijn Beekwilder, commercieel manager van Goupil Nederland. “Voor vakmanschap en maatwerk in carrosserie op maat zijn we met Dubbeldam in gesprek gegaan, zij kunnen de specifieke behoefte van de ge-

bruiker vertalen in een opbouw, waarbij wij jarenlange ervaring hebben in het elektrisch vervoer, een mooie combinatie waarbij de klant de beste oplossing krijgt.” Dubbeldam is al jaren actief in schadeherstel en carrosseriebouw voor bedrijfswagens in het zwaardere segment, bussen en trucks. Het bedrijf kent een breed aanbod in carrosserie, open en gesloten, al dan niet geconditioneerd, autolaadkranen en oprijwagens. Voor haar klanten in elektrisch vervoer levert Dubbeldam lichtgewicht carrosserie opbouw, want minder gewicht betekent immers meer CO2 neutraal. Daarbij worden 100% recyclebare materialen gebruikt. De landelijke vestigingen van de Dubbeldam groep zijn allemaal volledig ingericht op schadeherstel van elektrisch vervoer. De werkplaatsen voldoen aan de hoogste kwaliteitsnormen en de medewerkers zijn opgeleid om de elektrische voertuigen veilig en deskundig te herstellen.

Ingezameld textiel een nieuwe bestemming geven www.sympany.nl

stof tot grondstof

36 | GRAM #09 november 1_4_li_GRAM_190x62-G.indd 1

2020

21-9000-1252-06 GRAM 2020 nov

03-11-2020 13:58


aangeboden door

KUNSTSTOF RECYCLING NEDERLAND BV CLOSE-UP

KUNSTSTOFRECYCLING ZIT WEER IN DE LIFT De recycling van harde kunststoffen zit gelukkig weer in de lift. “Vooral tijdens de eerste coronagolf stagneerde de afzet even”, weet Rudy Vogels, directeur/eigenaar van Kunststof Recycling Nederland BV. “Maar nu worden er weer mooie nieuwe producten gemaakt van onze grondstoffen.” Kunststof Recycling Nederland BV begon ruim zeventien jaar geleden met de verwerking van een paar duizend kilo kunststof per jaar. Nu staat de teller op 30.000 ton. “Ongeveer twee derde daarvan is afkomstig van het bedrijfsleven, zoals kratten, pallets, emmers, autobumpers, etc.”, vertelt Vogels. “Een derde van onze aanvoer komt van gemeenten. Wij verwerken voor hen vooral de gemengde fractie harde kunststoffen van de milieustraten en afgeschreven mini-containers.” KRN heeft twee moderne fabrieken in Veghel waar de stromen gesorteerd, geshredderd, gemalen, gewassen en op kleur en nogmaals op soort gesorteerd worden. Dit alles naar wens van de klant. Het sorteerwerk wordt voornamelijk door robots en infraroodtechnieken gedaan. “Daarnaast bieden we werkgelegenheid aan 55 mensen.” KRN is daarmee een gemiddeld groot bedrijf. Waar de Veghelse kunststofverwerker sterk in is, is de verscheidenheid. Vogels: “De kracht van ons bedrijf is dat we zowel gemengde stromen als monostromen verwerken. Daardoor zijn we flexibeler en minder afhankelijk van marktbewegingen. Tijdens het dieptepunt van de eerste coronagolf konden wij bijvoorbeeld doorgaan met het inzamelen van gemengde stromen bij gemeenten en reinigingsbedrijven. Omdat de monostromen nog wel economisch rendabel waren. We moesten tijdelijk wel wat meer op voorraad zetten, maar we wilden onze klanten niet in de kou laten staan. Recycling en inzameling moeten doorgaan, vinden wij. De fossiele grondstoffen raken uitgeput en je kunt van gebruikt plastic nu echt hoogwaardige nieuwe producten maken. De technieken zijn heel ver.” De tijd van grauwe bermpaaltjes is voorbij, wil Vogels maar zeggen.

werkwijze is dat de producent weet wat hij koopt, hij kent het materiaal. Ooit heeft hij er zelf nieuwe producten van gemaakt waarschijnlijk.” De kunststofstromen die KRN jaarlijks verwerkt, komen hoofzakelijk uit de Benelux, maar ook uit landen als Duitsland en Denemarken. “Voor klanten in het buitenland hebben we een mobiele shredder-unit, die op locatie het materiaal verkleint. Dat scheelt enorm veel transportbewegingen”, aldus Vogels. Met gemeenten in Nederland gaat de samenwerking steeds verder. “Er zijn milieustraten waar mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt het kunststofafval van de milieustraten voorsorteren. Dat is een mooie ontwikkeling. Je geeft die mensen een kans op werk en als gemeente bespaar je er geld mee. Als wij minder hoeven voor te sorteren, zie je dat terug in de prijs.” Voor meer info: www.krn.nl

Het afzetproduct van KRN gaat vrijwel uitsluitend naar landen in Europa. KRN maakt hoofdzakelijk ‘maalgoed’, een grondstof die, mits goed gesorteerd, eenvoudig gebruikt kan worden om nieuwe producten van te maken. Vogels: “Maalgoed bestaat uit kleine stukjes plastic die nog grillig van vorm zijn vanwege het malen. Vaak is het niet nodig om er granulaatkorrels van te maken, omdat wij producten op specificatie terug leveren. Dat wil zeggen dat we het maalgoed van kratten het liefst verkopen aan de krattenfabrikant, het maalgoed van containers aan een containerfabrikant enzovoort. Het grote voordeel van deze

GRAM #09 november 2020 | 37


AGENDA

ISWA-COLUMN Beste GRAM-lezer, Na het volgen van een zomerschool over alternatieve economische systemen ben ik steeds meer geïnteresseerd geraakt in hoe wij onze economie vormgeven en de rol die grondstoffen daarin spelen. Ik wil door middel van mijn werk graag een positieve bijdrage leveren aan de samenleving en onderwerpen zoals circulaire economie en duurzaamheid sluiten daar goed bij aan. Daarnaast werk ik het liefst in een organisatie met een internationale focus. Naast dat ik het erg leuk vind om in een internationaal team te werken, ben ik ervan overtuigd dat we binnen de sector veel van elkaar kunnen leren, zowel binnen Nederland maar ook door samenwerking met andere landen, steden of organisaties. Met deze gedachten in mijn achterhoofd ben ik bij ISWA terecht gekomen. Ik ben sinds juli 2019 bij ISWA werkzaam en heb ISWA in het afgelopen jaar leren kennen als een organisatie met enthousiaste en gedreven leden, een brede visie op afval met aandacht voor duurzaamheid en circulariteit, en natuurlijk een groot internationaal netwerk. In mijn rol als Technical Coordinator ben ik onderdeel van de ‘Techies’. Het Technical team en wij houden ons bezig met de taken gerelateerd aan ISWA’s technische programma. Zelf ben ik onder andere betrokken bij twee working groups, ISWA’s wetenschappelijke tijdschrift Waste Management & Research, het Horizon 2020 project DECOAT en ISWA’s Circular and Low Carbon Cities (CALC) project. Het CALC project is precies het soort project waar ik enthousiast van word. Ten eerste werken we met een internationaal team om steden een tool te bieden waarin circulariteit en CO2-uitstoot aan elkaar gekoppeld worden, daarnaast kunnen steden van elkaar leren door hun kennis en ervaring te delen in het CALC City Network. Zo blijft het project niet alleen theoretisch maar bieden we steden ook handvatten om mee aan de slag te gaan. In al deze activiteiten ligt een focus op duurzaamheid en circulariteit en komen een grote variëteit aan stakeholders samen, wat mij erg boeit. In de toekomst hoop ik mijn bijdrage te kunnen blijven leveren aan een samenleving die steeds meer duurzaam en circulair is.

03 DECEMBER 2020 Algemene Ledenvergadering, online

01 - 07 MAART 2021 Week van de Afvalhelden met de Vakdag op 4 maart

01 APRIL 2021 Gladheidbestrijdingscongres 2021, Hart van Holland Nijkerk

19 MEI 2021 NVRD Jaarcongres 2021 'Innovatie - de rol van de overheid', Klokgebouw en Kazerne te Eindhoven

IS UW STRAATWERK SCHOON EN VRIJ VAN KAUWGOM?

Ons reinigingsmiddel? Water, schoon water!

Dienke Dijksterhuis

VOOR

NA

Jadon garandeert u een schoon en kauwgomvrij winkelgebied. Snel en vakkundig gerealiseerd, milieuvriendelijk en met een minimum aan overlast!

(0488) 430289 info@jadon.nl www.jadon.nl

21-9000-1496-01 GRAM 2020 feb

38 | GRAM #09 november 2020 92x130mm.indd 1

16-01-2020 11:


Krachtig, nauwkeurig en gebruiksvriendelijk Onze RED bewijst dagelijks zijn waarde in de afval- en recyclingbranche. De temperatuurmeting detecteert broei vroegtijdig en voorkomt daarmee brand. Onder alle omstandigheden! Kijk voor meer informatie op onze website of bel ons op 088 – 247 56 00. 247kooi.com | Camera surveillance


DE SLIMME KEUS! Betrouwbare wintermachines en managementsystemen voor veilige en schone wegen tegen een eerlijke prijs.

Bitgumerdyk 69 9041 CB Berltsum (Frl.) Tel 0518 – 462070 E-mail info@rondaan.nl Website www.rondaan.nl

Rondaan is al ruim 100 jaar de klantgerichte partner voor levering & 24/7 service van: transportmiddelen, hydraulische laad/lossystemen, wegbeheermaterieel, routebegeleiding & strooimanagementsystemen


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.