GRAM oktober 2018

Page 1

SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN

VAKBLAD DE NVRD | JAARGANG 108 OKTOBER #05 JUNI 2018 2017 VAKBLAD VAN VAN DE NVRD | JAARGANG 109 #08 WIE WEET WAT BEDRIJFSLEVEN PERIKELEN BIJPLAATSEN VAN ZWERFAFVAL IS? WELKE AFVAL LANCEERT NIEUWE RONDOM DE AFVALBIJ ONDERGRONDSE DEFINITIES ZIJN ER? AANPAK ZWERFAFVAL STOFFENHEFFING AFVALCONTAINERS

TRANSITIE NAAR HOE STAAT HET MET OPLOSSING VOOR GROF HUISHOUDELIJK CIRCULARITEIT ZAL OF NIETVLAKGLASRECYCLING LUIERS STEEDS RESTAFVAL, WEL SCHUREN IN NEDERLAND? DICHTERBIJ NASCHEIDEN?


LEVERANCIER VAN: Een schone en veilige oplossing voor efficiënte en milieuvriendelijke afvalinzameling.

ORIGINAL ®

semi ondergrondse AFVALCONTAINERS Denk aan het milieu en kies Molok® • Gebruikersgemak; • Veilig en betrouwbaar; • Minimale afvalverspreiding door wind; • Onderhoudsarm; • Onderdelen te vervangen; • Lagere ledigingsfrequentie; • Besparing brandstofkosten en lagere CO2uitstoot.

1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

01-10-18 14:43

Jadon-adv-190x130mm.indd 1

02-10-18 11:24


COLOFON UITGEVER NVRD, WTC Arnhem Nieuwe Stationsstraat 10 6811 KS ARNHEM +31 (0)88 - 3770000 post@nvrd.nl www.nvrd.nl REDACTIECOMMISSIE Marc Veenhuizen, gemeente Apeldoorn (hoofdredacteur) Riny de Jonge, stadsdeel Amsterdam-Oost Addie Weenk, Rijkswaterstaat Diederik Notenboom, Meerlanden Folkert Starreveld, Cyclus Management Dico Kuiper, gemeente Alphen aan den Rijn Marianne Zegwaard, Stantec Bas Assink, Twente Milieu Ilse van der Grift, NVRD EINDREDACTIE Karin Hegeman en Berit Aagten Postbus 1218, 6801 BE Arnhem +31 (0)88 - 3770000 hegeman@nvrd.nl ADVERTENTIE-EXPLOITATIE Elma Media B.V. Silvèr Snoek - Sales Manager 0226 33 16 67 - s.snoek@elma.nl www.elma.nl REALISATIE EN DRUK Print2Pack, print2pack.nl Coverbeeld: Irma van Middelkoop, Nationale Beeldbank ABONNEMENTENADMINISTRATIE NVRD, Postbus 1218, 6801 BE Arnhem Jaarabonnement ad €108 ex btw. België €125 (Europa en buiten Europa op aanvraag). Los: €11,50. BEËINDIGING ABONNEMENT Abonnementen moeten schriftelijk bij de NVRD en uiterlijk op 15 november worden opgezegd. Bij niet tijdige opzegging wordt het abonnement automatisch verlengd. Gemeentereiniging en Afvalmanagement is het officiële vakblad van de NVRD. Hoewel door de uitgever de uiterste zorgvuldigheid is betracht, wordt voor de inhoud geen aansprakelijkheid aanvaard. ISSN 1569-0458 © NVRD RECYCLED Made from recycled material

C106833

GRAM wordt gedrukt op papier met het FSC®-keurmerk en verschijnt 10x per jaar.

INHOUD 06

BEDRIJFSLEVEN LANCEERT NIEUWE AANPAK ZWERFAFVAL Eind 2020 moet het aantal plastic flesjes in het zwerfafval flink zijn teruggebracht. Anders komt er statiegeld.

18

VAN RSC SCHIPHOL NAAR DE DOUANE

12

Het Regionaal Sorteercentrum (RSC) Schiphol opende ruim een jaar geleden zijn deuren. Kevin Koedam ging hier in april aan de slag. Binnenkort hoopt hij door te stromen naar een nieuwe baan.

'OOK ONS IS ZWERFAFVAL EEN DOORN IN HET OOG’ Voor de levensmiddelenindustrie is het Verpakkingendossier van groot belang. Vanwege haar circulaire ambities, maar ook omdat er veel kosten in omgaan.

16

HOE STAAT HET MET VLAKGLASRECYCLING IN NEDERLAND? Veel milieustraten hebben een vlakglas­ container staan. Maar wat gebeurt er eigenlijk met die fractie? En hoe gaat het eigenlijk met de recycling van vlakglas?

04 BEZEM 05 WIE WEET WAT ZWERF AFVAL IS? 08 “WE HAALDEN DE AFVAL DRUMS WEG, NU IS HET STRAND VEEL SCHONER” 10 SAMEN AAN DE SLAG MET ZWERFAFVAL 14 TRANSITIE NAAR CIRCU LARITEIT ZAL SCHUREN 21 NVRD NIEUWS 22 RECYCLEN OF NUTTIG TOEPASSEN? VOER VOOR DISCUSSIE 25 DE LANGE WEG VAN REGRANULAAT NAAR CONTAINER 27 DE LEDEN CENTRAAL 28 BRANCHENIEUWS 30 AGENDA

GRAM #8 oktober 2018 | 3


AFGEMETEN

Als bezem heb ik niet veel taken. Eigenlijk maar één, de boel een beetje netjes houden. Ik krijg dan instructies waarmee ik aan de gang moet en ga dan enthousiast mijn werk doen. Al jaren, en voor zover ik weet, altijd naar tevredenheid. Maar nu komt het. Laatst kreeg ik een opmerking van hogerhand: hoe ik wist of ik mijn werk goed deed. Of ik wel zeker wist dat het schoon was. Of ik kon aantonen dat ik mijn target had gehaald. Ik kende nog net genoeg Engels om te weten wat target was, maar ik was toch even van mijn stuk gebracht. Dat we op beeld aan het reinigen waren, wist ik. Daar heb ik een cursus over gehad. En eerlijk gezegd, was dat goed en leerzaam. Zelf vond ik dat ik elke dag een mooi beeld achterliet. Maar nu werd er geteld. Stuks of kilo’s, dat weet ik even niet

4 | GRAM #8 oktober 2018

meer. Meetvlakken, jawel. Maar daar hoorden prullenbakken dan weer niet bij. En bij een winkelcentrum is het anders dan in het park. Wel flesjes, geen blikjes. Laten liggen door een bewoner of afkomstig van een snackbar. AAAAARGH! Hoe moeilijk kunnen we het maken? Als ik een buurtbewoner spreek, is die hartstikke tevreden en krijg ik wel eens koffie van haar. Als ik om mij heen kijk, zie ik een nette omgeving. Als er een bankstel ligt, bel ik mijn collega’s die het keurig komen opruimen. Een verdwaalde vuilniszak? Even doorspitten of ik een adres kan vinden en daarna weghalen. En als er een schoolklas een parkje komt schoonmaken, zorg ik voor prikkers en zakken. Ik weet het even niet meer. Zwerfafval is toch gewoon alles wat niet op de grond hoort te liggen? Ongeacht wie het heeft neergegooid. Punt. Ik en mijn collega’s, zo hoorde ik laatst, spenderen jaarlijks zo’n slordige 250 miljoen euro aan opruimen van zwerfafval. Zeg maar €14,50 per inwoner. Ik kan er weinig aan doen om het te voorkomen, asociaal gedrag is van alle tijden. Maar ik word er wel op aangesproken als het er ligt, al heb ik het natuurlijk niet neergegooid. Best raar eigenlijk. Ik heb het niet gemaakt en niet weggegooid, en toch ruim ik het op. Zoals altijd. Kom, laat ik maar weer aan het werk gaan.


WIE WEET WAT ZWERFAFVAL IS? TEKST SANDER WAGEMAN BEELD NEDERLANDSCHOON

Over zwerfafval wordt veel gezegd en geschreven. Meestal gaat het dan over het voorkomen ervan of de beste manier om rommel op straat op te ruimen. Zo is het onderwerp ook nu weer actueel vanwege de discussie over het wel of niet invoeren van statiegeld op PET-flesjes. In een poging het debat helder te krijgen, zocht GRAM uit wat betrokken organisaties nu precies wel én niet verstaan onder zwerfafval. Kortom, welke definities hanteren de verschillende partijen? We beginnen met de definitie van zwerfafval zoals die in het Landelijk Afvalbeheerplan (LAP) is terug te vinden. Daar staat: “Zwerfafval is niet-verzameld afval dat mensen bewust of onbewust weggooien of achterlaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn, of door indirect toedoen of nalatigheid van mensen op die plaatsen is terechtgekomen. Zwerfafval is samengesteld uit vele soorten verpakkingen en producten waarvan consumenten zich buitenshuis na gebruik op oneigenlijke wijze ontdoen en die door of als gevolg van activiteiten van bedrijven verstrooid in de openbare ruimte vrijkomen. Partijen afval die bij illegale dumpingen in binnen- en buitengebieden worden aangetroffen vallen niet onder het begrip zwerfafval.” Met de definitie uit het LAP in het achterhoofd stelden we Natuur en Milieu dezelfde vraag: wat is zwerfafval? Kristel Lageweg mailt op ons verzoek het antwoord van haar organisatie. “Zwerfafval is afval dat buiten de daarvoor bestemde inzamel- en verwerkingsstructuur terecht is gekomen. Dat kan in bebouwde omgeving of in natuur zijn.” Net als in de omschrijving van het LAP stelt ook Natuur en Milieu nadrukkelijk dat zwerfafval niet alleen door consumenten, maar ook door het bedrijfsleven kan ontstaan. Wat de organisatie niet als zwerfafval rekent, zijn bijplaatsingen bij vuilcontainers, zo laat het desgevraagd nog weten. Nederland Schoon, ooit opgericht door de verpakkende industrie, de NVRD en de ANWB om zwerfafval te voorkomen, heeft ook een eigen definitie van zwerf-

afval, zo blijkt als we hen er naar vragen. En ook hierin is de basis hetzelfde, maar verschilt het op details van de andere beschrijvingen. Bij de stichting zijn ze namelijk behoorlijk specifiek in het benoemen van wat zwerfafval is. Vincent Breedveld van Nederland Schoon somt op: “Zwerfafval bestaat vooral uit sigarettenpeuken, kauwgom en verpakkingen zoals snoepwikkels, blikjes, flesjes en patat­pakjes.” En ook hebben ze vrij helder wat niet onder zwerfafval wordt verstaan, namelijk: bladafval, onkruid, hondenpoep, graffiti en illegaal gedumpt afval in binnen- en buitengebieden. In de hoop een eensluidend antwoord op onze vraag te krijgen, benaderden we tot

slot Rijkswaterstaat En wat blijkt? Ook daar zijn ze – net als ons – op zoek naar een antwoord op de vraag ‘Wat is zwerfafval?’ Guus van den Berghe laat weten dat er bij hen net een onderzoek is gestart naar de monitoring van zwerfafval. “En in dat kader is ook de discussie ontstaan over de definitie van zwerfafval. Het onderzoeksbureau kwam met het volgende voorstel: ‘Zwerfafval is afval dat mensen bewust of onbewust weggooien of achterlaten op plaatsen die daar niet voor bestemd zijn.’” Een beknopte samenvatting van de overeenkomsten uit de vorige definities dus. Maar het wordt interessant als er gekeken wordt naar wat er niet onder zwerfafval geschaard zou moeten worden. Dan worden namelijk naast eerder genoemde items zoals bladafval, onkruid en graffiti ook zaken genoemd zoals: bandenslijpsel, microplastics uit cosmetica en synthetische vezels uit wasmachines. En die hadden we toch nog nergens anders gehoord. Kortom, in de basis gaven de partijen die we naar hun definitie van zwerfafval vroegen redelijk dezelfde antwoorden. Maar het wordt lastiger als het gaat om bijvoorbeeld hondenpoep. Bij sommigen wordt het expliciet buiten de definitie gehouden, bij andere zou het er binnen kunnen vallen. En in weer andere gevallen is het gewoonweg vaag wat wel of niet als zwerfvuil kan worden gezien. Neem veegvuil. Als er bladeren en onkruid bij zit, dan niet, maar de sigarettenpeuken en lege flesjes die bij elkaar worden geveegd weer wel. En zo blijft zwerfafval de gemoederen bezig houden.

GRAM #8 oktober 2018 | 5


BEDRIJFSLEVEN LANCEERT NIEUWE AANPAK ZWERFAFVAL Eind 2020 moet het aantal plastic flesjes in het zwerfafval flink zijn teruggebracht. Anders komt er statiegeld. Het verpakkende bedrijfsleven zet een grootscheepse aanpak in, maar wat zijn de gevolgen voor de gemeenten? Directeur Helene van Zutphen van NederlandSchoon legt uit. TEKST PIETER VAN DEN BRAND BEELD NEDERLANDSCHOON

Het scala van ‘wegwerpverpakkingen’ is de afgelopen jaren explosief gegroeid. Vitaminerijke sapjes in kleurrijke flesjes, ontbijtrepen in vrolijke wikkels en fruitige yoghurtmixjes in drinkklare tuitzakjes, de mobiele mens loopt continu te snacken en de restanten halen het vaak niet tot de afvalbak. Drankverpakkingen beslaan volgens de Zwerfafvalmonitor 2016/2017 van Rijkswaterstaat zo’n 16 procent van het zwerfafval. Een constatering waar staatssecretaris Van Veldhoven scherpe consequenties aan verbonden wil zien. Eind 2020 moet de verpakkende industrie ervoor zorgen dat er dan 70 tot 90 procent minder plastic flesjes in het zwerfafval zitten en dat 90 procent van de flesjes wordt gerecycled. Zo niet, dan volgt er een statiegeldplicht op, aldus de in maart gemaakte afspraken tussen kabinet en verpakkende bedrijfsleven.

Helene van Zutphen van NederlandSchoon

6 | GRAM #8 oktober 2018

En dat is een zware klus. Wie de statestieken van de Zwerfafvalmonitor er weer bij pakt, kan hier snel uit opmaken dat de hoeveelheid kan hier snel uit opmaken dat de hoeveelheid flesjes op parkeerplaatsen met vier-vijfde en die langs wegen, bij sportcomplexen en scholen met minimaal driekwart omlaag moet. En dat

dat’. Vier representatieve ‘target-locaties’ zijn gekozen: Heerenveen, RotterdamNoord, Meierijstad (rond het Oost-Brabantse Veghel) en Zaandam. Plekken waar de bekende ‘hot spots’ met veel zwerfafval zijn, maar waar de betrokkenheid van publieke en private partijen om daar iets aan te doen groot is. Van Zutphen somt

"IK VERWACHT DAT NIET ALLEEN HET AANTAL FLESJES MAAR DE TOTALE HOEVEELHEID ZWERFAFVAL MINDER WORDT." dus binnen twee jaar. “Er ligt inderdaad een uitdaging om die aantallen naar beneden te krijgen, maar met de brede aanpak die we hebben ontwikkeld, heb ik er alle vertrouwen in dat we de doelen gaan halen. Sterker nog, ik verwacht dat niet alleen het aantal flesjes maar het gehele zwerfafval minder zal worden”, zegt een gedreven directeur Helene van Zutphen van NederlandSchoon. De stok achter de deur van een statiegeldplicht heeft volgens Van Zutphen nieuwe energie vrijgemaakt in het bedrijfsleven, van producenten en groothandels tot retailers en horeca-ondernemers. “Iedereen zit in de actiemodus en daar maken we dankbaar gebruik van. We zijn meteen met bedrijven om de tafel gegaan om een grootscheepse aanpak op te zetten. Iedereen heeft zich hieraan gecommitteerd.”

PRIVAAT De brede zwerfafvalaanpak van het bedrijfsleven loopt over twee sporen, een privaat en een publiek spoor. Om met de private aanpak te beginnen, gedoopt met de slogan ‘Flesjes in de bak – zo doen we

op: “We gaan daar met extra afvalbakken werken. Voor kleine flesjes hebben we een speciale afvalbak ontworpen. Er komen extra opschoonacties en we hebben een incentiveprogramma opgezet om ondernemers te belonen met onder meer extra reclameruimte. Ook hebben we een digitale adoptiekaart ontwikkeld. Online is te zien wie welk deel van de ‘targetlocatie’ heeft geadopteerd om dat plekje schoon te houden.” In november hoopt Van Zutphen een goed beeld te hebben van wat wel en niet goed werkt, en tegen welke kosten. “Als de resultaten goed zijn, rollen we de aanpak volgend jaar in heel het land uit.” Binnen het private spoor zijn overigens ook plannen voor het aanpakken van blikjes en kauwgom in de maak.

PUBLIEK In het publieke spoor staat eenzelfde traject op de rol, maar dan gericht op gemeenten. In tien gemeentelijke targetlocaties wordt eerst een aantal modules uitgeprobeerd. Zo komt er een uitgebreidere versie van het op sportverenigingen en scholen gerichte programma Schoon Belonen.


Voor kleine flesjes zijn er nu speciale afvalbakken. Ook wordt ingezet op ‘slimmer schoonhouden’ met burgerparticipatie, zoals de eerdergenoemde gebiedsadoptie­kaart, toolkits en een fastfoodaanpak. Andere ‘modules’ zijn handhaving van horecaen winkelgebieden (de ‘25-meter regel’), monitoring en het effectief inzetten van afvalvoorzieningen. “Feit blijft dat mensen zo makkelijk mogelijk van hun afval af moeten kunnen komen. Afvalbakken moeten zo zichtbaar mogelijk zijn”, zegt

dat gemeenten niet actief zijn, ze geven immers jaarlijks zo’n 200 miljoen euro uit aan het opruimen en tegengaan van zwerfafval. Maar als het om zwerfafval gaat kun je niet genoeg doen.” Het verpakkende bedrijfsleven wil de komende twee jaar alles uit de kast halen om de doelen te halen en zo statiegeld te voorkomen. Hierbij heeft men hoge verwachtingen van de genoemde vier pijlers

“FEIT BLIJFT DAT MENSEN ZO MAKKELIJK MOGELIJK VAN HUN AFVAL AF MOETEN KUNNEN KOMEN. AFVALBAKKEN MOETEN ZO ZICHTBAAR MOGELIJK ZIJN”. Van Zutphen. “De kern van het publieke spoor is dat we gemeenten willen helpen hun gebied efficiënter en effectiever schoon te houden en burgers daar zoveel mogelijk in te laten participeren. Niet

of modules. In het publieke spoor wil men sterk inhoudelijk sturen op de genoemde modules, wat mogelijk ook gevolgen kan hebben voor de jaarlijkse zwerfafvalvergoeding van twintig miljoen euro uit het

Afvalfonds. Gemeenten kennen nu een grote mate van beleidsvrijheid in hoe ze hier extra activiteiten mee financieren. Op de exacte invulling van de zwerfafvalvergoeding kan Van Zutphen echter niet ingaan. Dat wordt bepaald in de nog lopende onderhandelingen tussen het Afvalfonds Verpakkingen, het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat en de VNG. Ook staat de in 2016 gestarte Landelijke Aanpak Zwerfafval (LAZ), waarin NederlandSchoon, NVRD en Rijkswaterstaat de krachten bundelen, onder druk. “We hebben afgesproken dat we blijven samenwerken op die punten waar dat toegevoegde waarde heeft”, licht Van Zutphen toe. “Zo blijven we gezamenlijk de Benchmark Schoon doen en kijken we hoe we kunnen afstemmen met bijvoorbeeld de toepassingstrajecten. We blijven dus zoeken naar zaken, waar we goed op samen kunnen werken.”.

Lees de reactie van de NVRD op pagina 9.

GRAM #8 oktober 2018 | 7


FRED BLEEKEMOLEN, STADSWERKEN AMSTERDAM:

‘WE HAALDEN DE AFVALDRUMS WEG, NU IS HET STRAND VEEL SCHONER’ In het meest oostelijke deel van Amsterdam (op IJburg) ligt een strand met uitzicht over het IJ. Met de prachtige zomer van het afgelopen jaar trok het strand veel bezoekers. Wat het strand niet aantrok, was afval. Verantwoordelijk ambtenaar Fred Bleekemolen vertelt waarom. "Met minder afvalfaciliteiten wisten we een veel schoner strand te realiseren." TEKST MARTIJN KREGTING BEELD DIRECTIE EN TOEZICHT SCHOON – STADSWERKEN AMSTERDAM

De afgelopen tien jaar was Fred Bleekemolen als coördinator vanuit stadsdeel Oost, afdeling BOR Schoon, verantwoordelijk voor het schoonhouden van het strand op IJburg. Opgespoten stranden en tijdelijke locaties, dus geen eenvoudige zaak. Zo kunnen er niet zo makkelijk permanente voorzieningen aangelegd worden. Ook het huidige strand moet wegens bouwwerkzaamheden op het Centrumeiland weer verhuizen. “Wij moeten als beheerder van de stranden telkens meeverhuizen. Permanente voorzieningen voor afval moet je dus zo min mogelijk aanleggen. Wel is er een aantal vaste afvalbakken aan toegangswegen en parkeerterreinen. Dat is nodig omdat het gebied ook buiten het zomerseizoen bezocht wordt, bijvoorbeeld door mensen die de hond willen uitlaten op het strand.”

Merendeels stonden de oliedrums op het strand, de rest bij toegangsweg en het parkeerterrein. “Genoeg afvalvoorzieningen dus. Maar mensen lopen meestal niet verder dan de dichtstbijzijnde afvalvoorziening, vaak een oliedrum. Die zijn bedoeld voor klein afval. Vaak kwamen mensen met een hele tas afval. Die oliedrums waren dus zo vol. Het afval werd er dan naast gezet in plaats van naar een iets verder gelegen centrale locatie met container.”

GROTE POSTZEGEL De focus van het afvalbeheer ligt echter op de recreatieperiode van 1 mei tot 1 oktober. “Natuurlijk is het strand op IJburg een postzegel vergeleken bij de Noordzeestranden. Maar het is toch alles bij elkaar zo’n 12.000 vierkante meter groot. Tijdens evenementen kunnen er wel tot 20.000 mensen staan. Gemiddeld zijn er in de recreatieperiode van 1 mei tot 1 oktober op een zomerse dag zo’n 1.500 bezoekers.” Jarenlang werd voor het afval op het strand een mix aangeboden van een aantal afvalboeien - containers voor het grotere recreatieafval - en 40-50 oliedrums. Die werden in de kleuren van NederlandSchoon gespoten (gifgroen/blauw).

ren. Bleekemolen zette zelfs een 4-wheel drive in om die zakken weg te halen van het strand. Er volgde nog een proef met gescheiden inzameling van kunststof, papier en glas, maar dat werkte niet. De gescheiden afvalstromen waren te vervuild.

8 | GRAM #8 oktober 2018

Elke dag lag het strand bezaaid met afval. Medewerkers van het ingehuurde SW-bedrijf moesten met volle afvalzakken sleu-

afvallocaties gebracht worden. Die afvalpalen van NederlandSchoon kunnen overdag buiten gezet worden en in de avond binnengezet. Bij het IJburgstrand ging dat niet omdat er geen permanent beheer is. Bleekemolen liet daarom een hufter- en weersbestendig metalen variant ontwikkelen, dat dezelfde zakjes van NL Schoon verstrekt. Een beperkt aantal strandpalen werd aan het begin van het recreatieseizoen verspreid over het strand stevig in de grond verankerd. Bovenop elke paal werd met pijlen gewezen naar welk van de vier centraal geplaatste afvaleilanden (combi-

‘MET WEGLATEN KREGEN WE MEER VOOR ELKAAR’

INSPIRATIE UIT KEEP IT CLEAN Dat moest anders, maar hoe? Bleekemolen liet zich inspireren door het Keep it Cleanmodel van Nederland Schoon. Het doel is om meer verantwoordelijkheid voor afval afvoeren bij de bezoekers te leggen. Kort door de bocht: een soort vogelhuisjes worden op strandpalen neergezet, waar mensen zakjes kunnen halen om afval in te doen. Die zakjes kunnen naar centrale

natie van afvalboei en glascontainer) aan de strandranden (waar men het strand op komt/af gaat) geplaatst waren. De locaties zijn eenvoudig te bereiken.

MEER = MINDER Belangrijkste element is echter het weghalen van alle afvalvoorzieningen op het strand zelf. Geen oliedrums meer. Alleen centrale locaties aan de rand van het strand. Bleekemolen: “Met weglaten kregen we meer voor elkaar. Voorheen liepen mensen naar de dichtstbijzijnde afvalbak. Nu zijn er alleen de strandpalen. Natuurlijk kunnen ze nog steeds hun afval achterlaten. Maar er is ook zoiets als sociale controle. Het strand is nog nooit


zo schoon geweest als deze recreatie. Om mensen op hun eigen verantwoordelijkheid te wijzen, heeft Bleekemolen ook een aantal keer promotieteams ingezet. Die wezen mensen op de nieuwe strandpalen met afvalzakjes of deelden de zakjes uit. Bleekemolen vindt het concept van NederlandSchoon, al dan niet met de eigen veranderingen, toepasbaar op veel recreatielocaties in Amsterdam. “Op het nieuwe IJburgstrand verwacht ik dat we dit volgend jaar ook zo toepassen. Er zijn veel recreatielocaties zoals parken. Ik

weet zeker dat daar we hetzelfde effect krijgen met de IJburg-aanpak. De enige voorwaarde is toegankelijkheid voor een vuilniswagen om de grote afvalcontainers te legen.” Fred Bleekemolen was tot voor kort actief binnen Beheer Openbare Ruimte (BOR) Schoon in stadsdeel Oost, waar IJburg onder valt. Per 1 september zijn alle BOR-afdelingen van de diverse stadsdelen binnen Amsterdam gecentraliseerd, de werkzaamheden op het onderdeel Schoon vallen nu onder de afdeling Stadswerken.

OLAF PRINSEN: EEN BREDE ZWERFAFVALAANPAK BETEKENT EEN INTEGRALE AANPAK Al ruim 10 jaar participeert de NVRD in de uitvoering van Landelijke zwerfafvalprogramma’s. De aanpak die wordt gekozen door Nederland Schoon, maakt dat dit verandert. Directeur Olaf Prinsen: " De NVRD staat nog steeds achter een landelijke aanpak van zwerfafval en wil hieraan ook een bijdrage blijven leveren, maar we kiezen er nu voor om dit niet meer te doen als volwaardige uitvoeringspartner. De NVRD is vooralsnog niet enthousiast

over de invulling van het publiek spoor en zeker niet als die gekoppeld wordt aan de besteding van de zwerfafvalvergoeding. Dit doet geen recht aan de expertise van gemeenten en lokale beheerders die het beste weten wat er in hun situatie echt nodig is." Volgens Prinsen lijkt het erop dat tot het definitieve besluit over het al dan niet invoeren van statiegeld (najaar 2020) de situatie ontstaat dat het verpakkende bedrijfsleven alles op alles zal zetten om

dat te voorkomen en hierbij ook de inzet van gemeenten verwacht. Hij vervolgt: “Voor de NVRD betekent een brede zwerfafvalaanpak een integrale aanpak, die alle mogelijke maatregelen bevat, inclusief statiegeld op flesjes en blikjes. Veel gemeenten zijn pro-statiegeld maar realiseren zich ook dat statiegeld alleen het zwerfafvalprobleem niet oplost en er voor het resterende deel altijd een brede integrale aanpak is vereist. Voor gemeenten en hun publieke afval- en reinigingsbedrijven is het zaak de dagelijkse aanpak van zwerfafval door te zetten, en indien gewenst hierbij gebruik te maken van het aanbod van Nederland Schoon. De NVRD blijft gemeenten ondersteunen en de belangen van haar leden vertegenwoordigen." In het dossier trekt de NVRD samen op met VNG en RWS. Ook Jack Broekaart van RWS leefomgeving onderschrijft het belang van een integrale aanpak:“ In de afgelopen jaren dat we met programma’s als Gemeente Schoon op het onderwerp zwerfafval hebben samengewerkt is gebleken dat een integrale aanpak veruit de beste resultaten oplevert. We moeten dan ook voorkomen dat de focus te veel op een deelstroom komt te liggen: schoon is schoon voor alle deelstromen”.

GRAM #8 oktober 2018 | 9


SAMEN AAN DE SLAG MET ZWERFAFVAL ‘Samen aan de slag met zwerfafval’, dat blijft het motto van het Team Zwerfafval van Rijkswaterstaat. Al 10 jaar helpt dit bevlogen team gemeenten met een schone openbare ruimte. Centraal staat verspreiding en ontwikkeling van kennis onder gemeenten. Nu door maatwerk, praktische toepassingstrajecten en onderzoek. TEKST KELLY REIMERT BEELD DICK BOERSEMA Aan het woord is Ageeth Boos, coördinator van het team Zwerfafval bij Rijkswaterstaat (RWS): “Met twee collega’s afkomstig uit de advieswereld, twee collega’s gedetacheerd vanuit gemeenten en drie collega’s van RWS die al jaren meedraaien, hebben we een team waarin alle expertise en ervaring op het gebied van zwerfafval samenkomt. We voeren een zwerfafvalprogramma uit waarin we gemeenten faciliteren langs drie lijnen: Toepassingstrajecten, Projecten met stakeholders en Maatwerk. Met deze werkwijze kunnen we gemeenten goed helpen met de aanpak van zwerfafval. Onze visie is dat zwerfafval integraal wordt aangepakt. Van monitoring tot reiniging, participatie, communicatie, beheer en reiniging en natuurlijk gedragsverandering. Daarbij werken we nauw samen met de NVRD. Een andere samenwerkingspartner is NederlandSchoon. Zij bieden ondersteuning door middel van onder meer de zwerfafvalvergoeding, de webwinkel, toolboxen en accountmedewerkers."

10 | GRAM #8 oktober 2018

TOEPASSINGSTRAJECTEN De toepassingstrajecten worden geleid door Stefan van der Wal. Het valt hem op dat steeds meer gemeenten met gedrag aan de slag willen, maar dat er vaak nog grote slagen te maken zijn bij het op orde brengen van de basis. De uitdagingen zijn de lastige hotspots. Vanuit gemeenten is er op dit moment veel belangstelling voor onder meer bijplaatsingen, markten en afvalbakken. “We hebben de focus verlegd naar praktische toepassingstrajecten”, aldus Stefan. In kleine groepjes bespreken gemeenten hun eigen case. Samen zoeken we naar oplossingen die bij de specifieke situatie past.” In deze werkvorm is er veel ruimte voor kruisbestuiving. De grootste winst wordt geboekt door een gedegen analyse van de case. “Vaak wordt direct naar oplossingen gegrepen. Wij helpen met het maken van een goede analyse, waardoor het probleem aan alle kanten wordt verkend. Hoe wordt er gereinigd? Wat ligt er op straat? Wie veroorzaakt het? Wat zijn

de voorzieningen, beheer en de communicatie? Ook de interne samenwerking en afstemming komen aan bod. Oftewel: is de basis op orde, en kunnen daar al quick wins worden geboekt? Deze inspanning in het begin betaalt zich uit in meer effectieve en efficiënte maatregelen.”

MAATWERK “We benutten waar nodig ook andere experts en sluiten aan bij de vraag van gemeenten”, licht Stefan toe. “Tijdens het toepassingstraject over evenementen hebben we naar aanleiding van de vele vragen over evenementenbeleid en hardcups gemeente Amsterdam en Green Events uitgenodigd. Zij zijn voorlopers op dit gebied en delen deze informatie graag met gemeenten die hiermee aan de slag willen. Door deze werkwijze sluiten we ook zoveel mogelijk aan bij de problemen en behoeften van de gemeenten. Een tweede voorbeeld: tijdens een toepassingstraject gericht op zwerfafval veroorzaakt door arbeidsmigran-


ten kwam de gemeente Emmen met een specifieke vraag over de internationale vrachtwagenchauffeurs. Door de aanpassingen in de reistijden in Duitsland staan de vrachtwagens in het weekend langs de Nederlandse wegen stil met alle problemen van dien. Met gemeente Emmen zijn we daarom een maatwerkproject gestart om dit probleem aan te pakken. Natuurlijk hebben we hier ook onze RWS-collega’s uit de regio bij betrokken die de wegen beheren.”

als bij de toepassingstrajecten werken we ook hier met een werkboek. Dit is een handig hulpmiddel om gestructureerd te werken en concrete stappen te zetten. Vanuit mijn advies- en detacheringsachtergrond ben ik gewend om goede analyses te maken en oplossingsgericht te denken. Inmiddels weet ook de eigen RWS organisatie ons te vinden en buigen we ons nu ook over het probleem van zwerfafval op de parkeerplaatsen langs de snelweg.”

PROJECTEN MET STAKEHOLDERS “Schone wegen is een onderwerp dat ook leeft bij gemeenten”, vertelt Wilma Middel. “Naar aanleiding van een vraag uit de gemeente Landsmeer, zijn we samen met Amsterdam Noord, Zaandam, Purmerend en Oostzaan een project gestart om de route A10-A8-A7 schoner te maken. In deze projecten betrekken we naast de RWS-regio ook andere stakeholders, zoals de benzinestations en fastfood. Deze wijze van werken maakt dat de aanpak veel breder is en ook wordt geborgd. Iedereen zit aan tafel vanuit z’n eigen verantwoordelijkheid. Net

Het zwerfafvalteam heeft een unieke expertise opgebouwd over de toepassing van kennis op gebied van gedragsverandering. Met behulp van onze kennis denken we met gemeenten mee. De vragen zijn divers: Zaandam over een andere manier van belonen, Hoorn over bijplaatsen bij ondergrondse containerparkjes en Venray over het inzetten van cameratoezicht tegen dumpingen etc. Oude rot in het vak Addie Weenk smult van het maatwerk: met meedenken en concrete projecten en adviezen gemeenten een stap verder helpen. Gedragsbeïnvloeding is daarbij een stokpaardje van hem. Deze

de Zelfpersende vuilnisbak op zonne energie.

Gepersonaliseerde display

kennis zet hij ook in om gemeenten te helpen bij afvalscheiding en RWS-collega’s te helpen bij typische RWS-vraagstukken. Hij maakt ook deel uit van het Behavioural Insight Team (BIT) van IenW.

COLLEGA GERICHT WERKEN Het zwerfafvalteam heeft met Henk Dillingh van gemeente Soest, Margriet van de Poel van gemeente Deventer en Hanneke van der Bijl van RWS dit jaar een waardevolle uitbreiding. Zo kunnen we de adviezen nog beter relateren aan de praktijk. Henk vindt zijn detachering een waardevolle ervaring. “Mijn expertise ligt bij de aansturing van de reinigingsdienst, maar ook bij handhaving of projecten zoals Schoon Belonen. Ik hoop via de toepassingsprojecten veel te kunnen betekenen, en ook veel te leren van andere gemeenten”, aldus Henk. Kunt u de hulp van het RWS Zwerfafval team ook goed gebruiken? Neem contact met ons op via zwerfafval@rws.nl en www.afvalcirculair.nl/zwerfafval

ZONNEPANEEL

Elektrische pers

MINDER kosten & Minder zwerfafval

SIgaretteninworp

ROlcontainers

Lease vanaf €150 p.m.

Fabrikant

T. (+31) 0345 52 48 81 E. info@mr-fill.com W. mr-fill.com Pascalweg 20 4104 BG Culemborg The Netherlands 6 tot 7 keer zoveel capaciteit

De Ooyen 25 4191 PB Geldermalsen T. 0344 – 57 66 77 E. info@ofn.nl

Minder CO2 uitstoot

ALTIJD VERBONDEN MET DE Smart WASTE MANAGER

75% kostenbesparing Made in Holland

distributeur

1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

GRAM #8 oktober 2018 | 11

02-10-18 11:37


HYLKE BRUNT VAN FNLI:

(foto: De Beeldkuil/Marcel Bekken)

‘OOK ONS IS ZWERFAFVAL EEN DOORN IN HET OOG’

MelkpakFriesland

Voor de levensmiddelenindustrie is het Verpakkingendossier van groot belang. Vanwege haar circulaire ambities, maar ook omdat er veel kosten in omgaan. Duurzaamheid blijft een spannende uitdaging voor zijn achterban, stelt manager duurzaam verpakken Hylke Brunt van branchevereniging FNLI. TEKST PIETER VAN DEN BRAND De functie van Hylke Brunt bestaat nog maar een paar jaar. FNLI, kort voor de Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie, wil laten zien dat het menens is met haar ambitie verpakkingen te verduurzamen en hoogwaardig te recyclen. Ook de afvalfase van verpakkingen valt onder de hoede van de manager duurzaam verpakken van de brancheorganisatie. “Dranken, etenswaren en andere levensmiddelen kunnen niet zonder verpakking. Je praat over grote volumes, ook bij de inzameling en recycling. Het verpakkingendossier is voor ons dan ook van groot belang.” Brunt zegt te kunnen begrijpen dat burgers, die hun uiterste best doen zoveel mogelijk verpakkingsafval te scheiden, zich afvragen wat de

12 | GRAM #8 oktober 2018

bedrijven hier nu zelf aan doen. Flink wat levensmiddelenproducenten hebben volgens Brunt een stevige duurzaamheidsslag gemaakt, “maar het tempo wisselt nog altijd sterk. Aan de ene kant zijn er de multinationals, die onlangs nog in Davos riepen dat honderd procent van hun verpakkingsportfolio in 2025 recycle­ baar moet zijn (in Davos vond januari dit jaar het World Economic Forum plaats, red.). Dat zijn de koplopers. Maar er zijn ook middenmoters die daar minder armslag voor hebben. Er zal altijd een spanningsveld blijven tussen duurzaamheid en circulariteit versus voedselveiligheid en kwaliteit. Die laatste twee zijn het hoogste goed. Daar is geen discussie over.” Drie jaar geleden stelde FNLI samen met

CBL (supermarkten) en NVG (diervoederfabrikanten) een brancheverduurzamingsplan voor de hele keten op, een van de afspraken uit de Raamovereenkomst Verpakkingen tussen overheid en verpakkend bedrijfsleven. “We zijn nu druk bezig met de eindrapportage, die we voor het opstellen van een nieuw brancheplan gaan gebruiken. Dat plan komt volgend jaar uit, zo is de planning.” Brunt kan nog niet uitweiden over de resultaten, maar wil wel verklappen dat het merendeel van de doelstellingen soms dik wordt gehaald, zoals de inzet van PET-recyclaat. Lastig om te realiseren blijkt de toepassing van gerecycled karton voor primaire verpakkingen. De kans op contaminatie van levensmiddelen door minerale oliën


met allerlei middelen op in. Zo kijken we naar het instrument van tariefdifferentiatie, wat ook een van de wensen van de staatssecretaris is. Je geeft producenten dan een financiële prikkel om andere typen verpakkingen op de markt te brengen.”

STATIEGELD Volgens Brunt is het verpakkingendossier de afgelopen jaren steeds hoger op de agenda van alle bedrijven in de sector komen te staan. “Het brancheverduur­ zamingsplan heeft daaraan bijgedragen, maar ook de discussie over zwerfafval en statiegeld.” Eind 2020 ligt er een harde deadline om 90 procent recycling en 7090 procent reductie van kleine plastic flesjes in het zwerfafval te realiseren, anders volgt er een statiegeldplicht op deze drankverpakkingen, aldus de in maart dit jaar gemaakte afspraken tussen bedrijfsleven en staatssecretaris Stientje van Veldhoven (Infrastructuur en Waterstaat). “Geen fabrikant of retailer, kan ik je verzekeren, vindt het leuk om zijn merknaam in een perk of ergens op straat terug te zien”, zegt Brunt. “Ook ons is zwerfafval een doorn in het oog. Ik wil vooropstellen dat we volledig achter de afspraken met de staatssecretaris staan. Maar we zijn nooit een warm pleitbezorger van uitbreiding van de statiegeldplicht geweest. Daarom is deze overeenkomst zo ontstaan. Ons standpunt is dat je deze

(foto: Bart van Vliet)

van inkt uit krantenpapier is groot. “Dat hadden we ook verwacht, er is veel discussie over, maar we hebben nu in de praktijk laten zien dat dit niet effectief is.” Het volgende brancheplan loopt tot 2022 als ook de huidige Raamovereenkomst afloopt.

Hylke Brunt

Manager duurzaam verpakken / van branchevereniging FNLI

doelen ook op een goedkopere manier te bereiken. Maar als het ons niet lukt, dan komt statiegelduitbreiding aan de orde. Dat hebben we immers zo afgesproken.”

PVC In het pmd van huishoudens zit nog bijna 30 procent aan kunststofstromen die niet recyclebaar zijn, blijkt uit een vorig jaar in opdracht van de NVRD uitgevoerde sorteeranalyse van Wageningen Universiteit. Zwartgekleurd PET, dat voor bloempotjes,

“GEEN FABRIKANT OF RETAILER, KAN IK JE VERZEKEREN, VINDT HET LEUK OM ZIJN MERKNAAM IN EEN PERK OF ERGENS OP STRAAT TERUG TE ZIEN” doelen op een alternatieve manier kunt realiseren, die mogelijk net zo effectief is als statiegeld. Daar hebben we twee jaar de tijd voor gekregen.” Verpakkingsindustrie, retail en levensmiddelenindustrie hebben nooit onder stoelen of banken gestoken dat ze een retoursysteem met statiegeld een duur instrument vinden dat te veel ruimte in de supermarkt opeist. “Naast effectiviteit in termen van wat je kunt inzamelen, zit hier zeker ook een kostencomponent aan”, erkent Brunt. “We verwachten de

tuinaardezakken en schaaltjes voor vlees en salades wordt gebruikt, maakt een vijfde daarvan uit. In het kunststofverpakkingsafval zit ook nog (welgeteld 1,2 procent) milieugevaarlijk PVC, dat chloor en weekmakers bevat. Ook al beloofde het verpakkende bedrijfsleven al in 2012 het gebruik van PVC terug te dringen naar nul. “Onze bedrijven hebben er natuurlijk alle belang bij die 30 procent omlaag te krijgen. Het brengt immers kosten met zich mee en gaat tegen de wens in om meer grip op grondstoffen te hebben en ze niet naar de afvalverbranding te sturen. Daar zetten we

De vraag dringt zich op of het voor de industrie niet beter is om collectief afspraken te maken over bijvoorbeeld welke soorten kunststoffen ze gebruikt, om zo voor beter recyclebare afvalstromen te zorgen. “Een plausibele vraag”, reageert Brunt, “maar dat is niet eenvoudig. De kunststoffen die onze achterban gebruikt, zijn zeer gedifferentieerd. In sommige verpakkingen gebruiken fabrikanten bovendien meerdere kunststoffen, om een bepaalde functionaliteit te realiseren. Het is dan niet eenvoudig de juiste balans te vinden in termen van recycling. Dat blijft een spanningsveld. Vaak kun je niet met één materiaal volstaan, omdat je het verpakte product dan een dag later weg kunt gooien. Als je minder verschillende kunststoftypen in verpakkingen gebruikt, vallen verpakkingen bovendien dikker uit. Er komt dan een groter verpakkingsgewicht op de markt. Dunne verpakkingen die uit veel uiteenlopende typen polymeren bestaan, zijn namelijk over het algemeen lichter dan verpakkingen uit monomaterialen.”

FINANCIERING Vooruitblikkend op de volgende Raam­ overeenkomst, die medio 2023 in zou moeten gaan, hoopt Brunt dat de samenwerking in de verpakkingsketen dan zo ver gevorderd is, dat een veel lichtere versie volstaat. “Het liefst zie ik dan nog, dat we ketenbreed zulke efficiënte processen hebben ingericht voor de inzameling en recycling van verpakkingen, dat een Raamovereenkomst helemaal niet meer nodig is. Duurzamere verpakkingen zullen daar zeker een belangrijke rol bij spelen.” Bij de komst van een volledige circulaire kunststofketen, wordt mogelijk zelfs het Afvalfonds overbodig, want dan kan het systeem zichzelf bedruipen. Zover wil Brunt nog niet vooruitdenken. “Natuurlijk zou dat het ideaal zijn, maar voorlopig is financiering nog nodig en daar zijn wij voor verantwoordelijk. Al zou het prachtig zijn als er minder geld – nu nog jaarlijks zo’n 150 miljoen euro – in om zou gaan.”

GRAM #8 oktober 2018 | 13


TRANSITIE NAAR CIRCULARITEIT ZAL SCHUREN Wie echt werk wil maken van een circulaire omgeving moet niet bang zijn om daar ook pijn voor te lijden. Of, zoals professor Derk Loorbach van onderzoeksbureau DRIFT van de Erasmus universiteit in Rotterdam het zegt: duurzaamheid zal schuren. “En dat geldt zeker ook voor de afval- en reinigingsindustrie.” TEKST SANDER WAGEMAN BEELD BUREAU DRIFT Om maar meteen met de deur in huis te vallen, wie vast blijft houden aan oude, niet-duurzame gebruiken en methodes in de industrie zou zo maar eens aan het kortste eind kunnen trekken. Alleen organisaties die bereid zijn om op een zeker moment rigoureus het roer om te gooien en koers te varen richting een meer duurzame werkwijze, hebben kans van slagen. Volgens professor Derk Loorbach is het transitieproces er één waar spaanders vallen. “Maar het is onontkoombaar. Verandering wordt van alle kanten geëist en gaat er komen. Je merkt nu dat de partijen die garen spinnen bij de oude werkwijze keihard aan het vechten zijn om hun positie te behouden. Maar het is een doodlopende weg, echt. Aan de andere kant: wie nu al aan het experimenteren is, heeft straks een ontsnappingsroute.” En dus een kans om te overleven. Loorbach is professor socio-economische transities bij de Erasmus Universiteit en directeur van het Dutch Research Institute for Transitions (DRIFT). Met DRIFT onderzoekt hij transitieprocessen in binnen- en buitenland. Het heeft geleid tot een breed beeld van het onderwerp, mede vanwege de vele invalshoeken die zijn bestudeerd. Zo worden naast economische perspectieven ook politieke en sociale consequenties en invloeden in ogenschouw genomen. Loorbach: “We hebben ook gekeken naar de druk om te veranderen die van onderop komt. En dat is wel een belangrijke die mensen bovendien vaak vergeten.”

VERANDERDRUK In beginsel liggen de fundamentele pro-

14 | GRAM #8 oktober 2018

Derk Loorbach is professor socio-economische transities bij de Erasmus Universiteit en directeur van het Dutch Research Institute for Transitions (DRIFT). blemen met de wijze waarop we in de wereld met grondstoffen omgaan, ten grondslag aan het onderzoek van DRIFT. Loorbach: “Die problemen zijn groter dan alleen het feit dat we grondstoffen in een afvalverbrandingsinstallatie stoppen. Afval verbranden an sich is namelijk niet eens zo slecht. Alleen de schaal waarop en wat we er in stoppen, dat zal veranderen. In breder perspectief gaat het over toegang tot grondstoffen, de betaalbaarheid en de verspilling er van. Al dat soort vragen spelen een steeds belangrijkere rol en zullen steeds meer leiden tot druk om te veranderen. En uiteindelijk leidt het tot besluitvorming. Dat kunnen overheden heel lang uitstellen, maar het gaat gebeuren. Kijk maar naar het gebruik van plastic. Je kunt allemaal circulaire tran-

sitieagenda’s opstellen, maar wat werkt is maatschappelijke mobilisatie, bijvoorbeeld vanwege documentaires over plastic soup en maatschappelijke acties. Je ziet dat door die extra druk er nu een versnelling gaande is naar het gebruik van allemaal andere materialen, beter hergebruik et cetera. Van onderop, van buitenaf, de druk komt van alle kanten. Ook binnen de afvalmarkt. Je kunt verwachten dat de markt zoals we die de afgelopen twintig jaar kennen steeds kleiner wordt. Partijen gaan steeds meer concurreren. De koplopers, die nu al aan het experimenteren zijn, hebben een ontsnappingsroute. Maar degene die dat niet doen zullen zich nog harder verzetten tegen verandering, bijvoorbeeld met rechtszaken, claims enzovoort. De partijen die vastzitten in het


stuk. En daarna beginnen we met een selecte groep mensen een proces van reflectie. We kijken waar de veranderingsdruk vandaan komt. Dat is belangrijk om er achter te komen welke verandering we nu daadwerkelijk willen. Vervolgens gaat het over het vinden van een gemeenschappelijke richting. Is die richting gevonden, dan ga je terug redeneren vanuit de principes die je met elkaar hebt vastgesteld en bekijk je wat het zou betekenen voor het bestaande systeem. En we stellen daarbij de vraag: wat is er voor nodig om die kant op te gaan?”

Dico Kuiper, beleidsregisseur Duurzaam­ heid, Afval en Schoon bij de gemeente en milieukundige.

bestaande en afwachten maken zich dus kwetsbaar vanuit transitieperspectief; de kans is levensgroot dat transities ze gaan overkomen.” DRIFT helpt initiatieven, instellingen, bedrijven en overheden die wel mee willen in de vaart der volkeren en daar een transitietraject voor in willen slaan. “Wij doen actie-onderzoek, dus in en met de

Volgens Loorbach leidt het hele proces tot het geven van antwoord op drie kernvragen. “Als eerste: wat ga je nou meer strategisch opbouwen? Vaak is dat een versterking van veel van de initiatieven en ideeën die al lopen. Deelnemers krijgen alleen veel meer context. De tweede vraag is: wat is er binnen het bestaande systeem dat prima is, maar je anders zou willen inzetten of ombouwen? En de derde vraag is: wat moeten we gaan afbouwen?” De methode moet mensen helpen om strategischer keuzes te maken en eigenlijk helpt het de mensen om te ontsnappen aan hun eigen regime en stelt ze in staat om iets effectiever in te spelen op veranderingen.

DICO KUIPER: “WE ZIJN ECHT OP ZOEK NAAR VONKJES IN DE GEMEENTE. VONKJES DIE HOPELIJK OVERSLAAN EN VERANDERING TEWEEGBRENGEN.” praktijk”, legt professor Loorbach uit. “Het doel is om daar waar de transitie-opgave ervaren wordt - dat is meestal een bedrijf, instelling, ambtenaar of initiatief – ondersteuning te bieden door de dynamiek die er is in een transitieperspectief te plaatsen. We doen dat met wat wij een transitiearena noemen. Die methode gebruiken we elke keer als vertrekpunt.”

DRIFT METHODE De DRIFT methode bestaat uit een aantal verschillende fases, zo legt Loorbach uit. “We maken eerst een transitieanalyse waarin we breed kijken naar het vraag-

“En ze durven het dan misschien vaker te laten schuren.” Uiteindelijk moet het volgens Loorbach allemaal leiden tot zogeheten transitie-experimenten. In Alphen aan den Rijn werken ze inmiddels met de DRIFT-methode en zijn er inmiddels twee van de vijf geplande transitie-arena’s gehouden. Dico Kuiper, beleidsregisseur Duurzaamheid, Afval en Schoon bij de gemeente en milieukundige, is onder de bezielende leiding van Derk Loorbach binnen zijn gemeente aan de slag gegaan met de methode. “De nieuwe gemeenteraad heeft een hele dui-

delijke ambitie als het om verduurzaming gaat. De naam van het coalitieakkoord is ‘Groene Stad met lef’. De partijen zijn duidelijk: ze willen echt een duurzaamheidsslag maken. Maar wat we beslist niet wilden doen is een beleidsnotitie maken en opschrijven hoe het allemaal geregeld moet worden. Liever wilde we echt het gesprek met de samenleving aan gaan en de verandering van daaruit laten komen. De transitiearena’s van DRIFT passen daar precies bij. Daarom is de hulp van Derk ingeroepen.”

ZONDER WRIJVING GEEN GLANS En dus zochten de betrokken ambtenaren binnen hun netwerk in de gemeente naar particulieren, organisaties en bedrijven die een steentje zouden kunnen bijdragen. “We zijn met een open houding de stad in gegaan en gingen het gesprek aan. Dat doen we in totaal vijf keer, de eerste twee Arena’s hebben we inmiddels achter de rug. Ik merk dat de aanpak van Bureau DRIFT ons een kader en urgentie geeft. En een van de mooiste dingen die ik er uit meeneem is dat als je echt een slag op transitiegebied wil maken, moet het wel schuren. Want zonder wrijving geen glans.” Kuiper heeft niet alleen goed geluisterd naar de boodschap van professor Loorbach, maar ook meteen de daad bij het woord gevoegd. “Het heeft mij persoonlijk geïnspireerd om als medewerker van de gemeente er voor te pleiten om alle drie de bedrijfskantines vis- en vleesvrij te maken. Dat vinden de mensen niet grappig, maar dat is ook de bedoeling. Het zijn dit soort initiatieven die uiteindelijk er voor moeten zorgen dat iets mainstream wordt. We zagen dat bijvoorbeeld ook met het betalen voor het plastic zakje. En nog eerder met het verbod op roken op de werkplek.” Uiteindelijk hoopt Alphen aan den Rijn dat er vanuit de samenleving nieuwe initiatieven ontstaan die de torenhoge duurzaamheidsambitie vorm kunnen geven. “Ik ben heel benieuwd wat er uit komt. We zijn echt op zoek naar vonkjes in de gemeente. Vonken die hopelijk overslaan én die verandering teweeg brengen.”

GRAM #8 oktober 2018 | 15


HOE STAAT HET MET VLAKGLASRECYCLING IN NEDERLAND? Veel milieustraten hebben een speciale container voor vlakglas staan. Maar wat gebeurt er eigenlijk met deze fractie? En hoe gaat het eigenlijk met de inzameling en recycling van vlakglas? GRAM vroeg het aan directeur Cor Wittekoek van stichting Vlakglas Recycling Nederland (VRN). TEKST HETTY DEKKERS BEELD STICHTING VLAKGLAS RECYCLING NEDERLAND

Waarom en wanneer is de inzameling gestart? “Wij als VRN zamelen het vlakglas in sinds 2002. Op de eerste plaats doen we dat om kostbare grondstoffen terug te kunnen winnen. Maar ook om kosten te besparen voor de branche. Het vlakglas werd voorheen afgevoerd als bouw- en sloopafval, daar wilden we op basis van vrijwillige producentenverantwoordelijkheid vanaf.” Wie betaalt de inzamelstructuur? “Onze achterban, de glasproducenten, betalen nu een recyclingbijdrage van 30 cent per vierkante meter isolatieglas. Ook niet-aangesloten bedrijven betalen VRN een recyclingbijdrage, dit op basis van ‘algemeen bindend verklaring’. Wat je ziet, is dat enkele producenten die niet bij ons aangesloten zijn een ontheffing aangevraagd hebben. De Raad van State heeft dat verworpen, nu ligt de kwestie bij de staatssecretaris. Die moet beslissen. Wij hopen natuurlijk dat iedereen meebetaalt, anders geef je een heel slecht signaal af.”

16 | GRAM #8 oktober 2018

Hoe verloopt de inzameling? “We zamelen inmiddels zo’n 70.000 ton vlakglas per jaar in. Dat is een kleine 80 procent van al het vlakglas dat geproduceerd wordt. De grote bulk komt van de glasbedrijven, uit woningen en gebouwen, uit kassen. Een kleiner deel bestaat uit breukglas, koelkastplaten, schilderijglas. Dat is het consumentengedeelte dat vaak via gemeentelijke milieuparken wordt ingezameld. Deze fractie is meer vervuild dan het vlakglas dat we via bedrijven inzamelen. Men werpt er bijvoorbeeld keramische kookplaten bij, die er op het oog wel uitzien als glas maar toch een heel andere samenstelling hebben. Maar aardewerk, zoals kopjes en schotels, zit er ook tussen. Probleem is dat glasscherven scherp zijn, je kunt er niet makkelijk iets tussenuit halen. Om de vervuiling tegen te gaan, bezoekt een collega van me de milieuparken om beheerders beter voor te lichten. We hebben ook een korte training ontwikkeld voor milieustraatbeheerders. In een halve dag leren ze hoe ze op kwaliteit moeten

FEIT Vlakglas Recycling Nederland (VRN) is een initiatief van GBO (Glas Bouw Organisatie) en de NGF (Nederlandse Glas Federatie). Doel is op een verantwoorde manier vlakglasafval in te zamelen en te recyclen. Directeur Wittekoek is ook secretaris van Bouwend Nederland, vakgroep GBO.

FEIT Vlakglas is de verzamelnaam voor de verschillende soorten glas die gebruikt worden in de woning- of utiliteitsbouw. Vaak gaat het om vensterglas uit kozijnen en deuren, maar ook om interieurglas zoals spiegels, tafelbladen of design­glas.

letten, wat ze kunnen doen om vervuiling tegen te gaan. Op dit moment heeft zo’n zestig procent van alle milieuparken rechtstreeks een container van ons staan. Op andere parken gaat het via een tussenpersoon, zoals Suez. We merken echter dat het aantal vervuilde ladingen op de milieu­parken toeneemt.” Eerder moesten gemeenten betalen voor de vlakglascontainer, daarna werd het gratis nu kost het gemeenten weer 25 euro per maand. Hoezo? “De inzameling en recycling van het vlakglas liep op een gegeven moment zo goed, dat we de recyclingbijdrage voor de producenten konden verlagen. Omdat onze transportkosten voor milieuparkcontainers relatief hoog zijn, het gaat om kleine hoeveelheden, vragen we gemeenten weer om een bijdrage. Het gaat om een relatief klein bedrag. Geen enkele gemeente is vanwege die 25 euro afgehaakt. Logisch, want de marktprijs ligt veel hoger. Als ze zelf hun vlakglas aan een verwerker aan-


bieden, betalen ze veel meer. Een ander voordeel is dat, als ze het bij ons aanbieden, zeker weten dat hun vlakglas ook echt gerecycled wordt.” Hoe verloopt die recycling? “Wij laten het vlakglas verwerken door twee glasrecyclingbedrijven in België en één in Duitsland. Zij recyclen de fractie voor 99,7 procent, inclusief het aluminium uit dubbelglas en kitresten. Het grootste deel van het ingezamelde vlakglas, zestig procent, wordt ingezet in de verpakkingsindustrie. Men maakt er weer potjes

FEIT Eind vorig jaar zamelde VRN de miljardste kilo vlakglas in. Daarmee is zo’n 116 miljoen kilo CO2 bespaard, sinds de start in 2002.

en flesjes van. Dertig procent gaat naar de glaswolindustrie en tien procent naar de vlakglasindustrie. Voor die laatste sector heb je namelijk een zeer zuivere en ook blanke grondstof nodig. Gerecycled vlakglas is daarom vooral geschikt voor groene bierflesjes of ander gekleurd verpakkingsmateriaal. Overigens kun je van vlakglas wel flesjes maken, maar niet andersom. Op flesjes zit vaak een coating, tegen het krassen. Dat maakt het materiaal ongeschikt voor de productie van nieuw vlakglas.” Wat kunnen gemeenten doen om de recycling van vlakglas te bevorderen? “Als er renovatieprojecten op stapel staan, kunnen ze het bouwbedrijf attenderen op ons inzamelnetwerk. En ze zouden dus beter op de kwaliteit kunnen letten van het vlakglas op de milieuparken. Overigens is de kwaliteit van het consumentenvlakglas niet zo slecht

dat het niet gerecycled kan worden. Het gaat slechts om 10.000 ton per jaar, een relatief kleine hoeveelheid. Door de minder schone fracties te vermengen met schonere fracties, die veel groter zijn, krijg je toch een acceptabele kwaliteit. We denken ook niet dat de fractie van de milieuparken nog veel zal groeien in de toekomst. Het gaat toch om een ruitje uit de schuurdeur; als het goed is, neemt de glaszetter dat mee.” Tot slot, wat betekent het CO2-certificaat? “Glas krijg je door zand te smelten op een temperatuur van 1600 graden Celsius. Als je scherven toevoegt, kun je volstaan met een temperatuur van 1400 graden. Dat scheelt een hoop energie en dus CO2-uitstoot. Daarom reiken we CO2-certificaten uit aan bedrijven of gemeenten die vlakglas bij ons aanleveren en die graag willen weten wat ze daarmee besparen aan CO2-uitstoot.”

GRAM #8 oktober 2018 | 17


VAN RSC SCHIPHOL NAAR DE DOUANE Het Regionaal Sorteercentrum (RSC) Schiphol opende ruim een jaar geleden zijn deuren en is een samenwerking van inzamelaar Meerlanden en Wecycle. RSC Schiphol is een Wecycle Service Center: hier wordt e-waste gesorteerd en gedeeltelijke gedemonteerd. Een deel van de medewerkers zijn mensen met een arbeidsbeperking. Kevin Koedam ging hier in april aan de slag. Binnenkort hoopt hij door te stromen naar zijn nieuwe baan. TEKST Ans Aerts BEELD Wecycle

18 | GRAM #8 oktober 2018


Alsof het dagelijkse kost is, geeft Kevin (22) een rondleiding over het terrein van RSC Schiphol: “Hier zie je de sorteertafels waar we kleine elektronische apparaten sorteren. We hebben aparte bakken voor bijvoorbeeld mobieltjes, lampen en batterijen. Daar verderop demonteren we het groot witgoed. De glazen deurtjes en de betonringen halen we eruit en ook de condensatoren houden we apart.” Kevin voelt zich duidelijk in zijn element op zijn werkplek. Hij heeft eerder een opleiding Applicatieontwikkeling mboniveau 4 afgerond en heeft een Wajonguitkering. Bedrijfsleider Martien Verwer van RSC Schiphol was in eerste instantie verbaasd dat Kevin in het zogenaamde doelgroepenregister stond: het landelijke register waarin mensen staan die vallen onder de banenafspraak voor mensen met een arbeidsbeperking. Verwer: “Ik zag zijn cv en vroeg me af: ‘Wat is er met deze jongen aan de hand?’” Kevin vertelt: “Ik heb het syndroom van Asperger. Dat is een stoornis in het autistisch spectrum, waarbij iemand een gemiddeld tot bovengemiddeld IQ heeft. Dat zit dus goed, maar ik ben op sociaal en emotioneel vlak niet zo sterk en soms heb ik last van concentratieproblemen.” Voor Verwer was meteen duidelijk dat Kevin veel in zijn mars had, maar er moest wel extra aandacht uitgaan naar het contact met zijn collega’s. Kevin startte in eerste instantie met de demontage van groot witgoed. Hier kon hij rustig op eigen houtje werken, maar had hij wel contact met zijn collega’s. Verwer: “In het begin hield hij wat afstand, maar het ging steeds beter. Vervolgens is hij andere werkzaamheden gaan doen, waarbij hij steeds meer in gesprek ging met zijn collega’s. Inmiddels is hij op allerlei plekken inzetbaar en zie ik dat hij zich veilig en geborgen voelt in de groep.”

GRAPJE Verwer merkt nu dat Kevin zich soms wat té vrij voelt en daarin weer moet worden afgeremd. “Laatst was hij bijvoorbeeld op vrijdag een uur eerder naar huis gegaan. Hij was klaar met zijn taken, had niets gezegd en was gewoon vertrokken. Ik fluit hem dan terug.” Kevin vertelt daarover: “Ik schat het dan anders in. Als het werk klaar is, zal ik wel weg mogen,

denk ik dan. Dat gaat op de automatische piloot.” Verwer reageert: “Ons contact is zodanig dat er sprake is van wederzijdse openheid. Als iets niet lekker loopt zoals in dit geval, bespreken we het. Daarbij is het belangrijk dat ik begrijp hoe dingen voor hem werken.” Kevin merkt zelf ook dat de communicatie met zijn collega’s steeds beter gaat. “Toen ik laatst bij het witgoed aan het werk was, maakte een collega een grapje. Ik wist een passende opmerking terug te maken. Op dat soort situaties kan ik nu veel beter inspelen. Eerder zou ik misschien helemaal niet hebben gereageerd.” Hij voegt eraan toe: “En ik heb geleerd dat ik niet zomaar naar huis kan gaan zonder iets te zeggen.”

liere krachten, draagt er onder meer zorg voor dat de werkprocessen goed verlopen. Daarnaast zijn er medewerkers uit de sociale werkvoorziening. Verwer: “Zij zijn gelukkig met het werk dat ze doen. Een enkeling stroomt misschien nog door naar regulier werk, maar ik ga daar niet aan lopen trekken.” Tenslotte is er een groep medewerkers die een zetje in de rug nodig heeft om te kunnen instromen in de reguliere arbeidsmarkt. Kevin is de vijfde werknemer in een jaar tijd, die gaat doorstromen. “Dat lukt omdat we hier werken als een regulier bedrijf. Mensen komen ’s ochtends binnen en gaan om vijf uur naar huis. Ze weten dat er iets van ze wordt verwacht”, aldus Verwer.

MARTIEN VERWER: “ALS JE ECHT IN GESPREK GAAT MET MENSEN, KRUIPEN ZE UIT HUN SCHULP. DAT MAAKT HET VERSCHIL.” Kevin rondde zijn studie Applicatieontwikkeling in 2017 af, maar constateerde achteraf dat de opleiding niet goed bij hem paste. In april dit jaar kwam hij bij RSC Schiphol terecht. Zijn contract loopt nog tot eind december, maar hij heeft al een nieuwe werkplek in het vooruitzicht bij de douane. Kevin: “Ik kan daar ondersteunend administratief werk gaan doen. In oktober heb ik het arbeidsvoorwaardengesprek en daarna verwacht ik aan de slag te gaan.” De vacature kwam hij tegen op een banenbeurs. Werken bij de douane spreekt hem aan omdat hij daar mogelijkheden ziet om door te groeien. “In de toekomst wil ik me gaan bezighouden met het opsporen van verdachte pakketjes. Dat lijkt me heel interessant.” Verwer is ervan overtuigd dat de overstap naar een reguliere baan gaat slagen: “Hij is van een gesloten jongen veranderd in iemand die open is. Nu proberen we nog de juiste balans te vinden, zodat hij zich in bepaalde situaties niet te veel vrijheid gaat permitteren.”

HEFTRUCKCERTIFICAAT Bij RSC Schiphol werken in totaal 15 mensen. Het kernteam, dat bestaat uit regu-

De begeleiding die hij biedt, is maatwerk. “Toen ik eerder als accountmanager in de sociale werkvoorziening werkte, draaide ik soms halve dagen mee in een groep medewerkers. Mensen vertelden dan over hun angsten of vragen waar ze mee zaten. Voor mij werd dan bijvoorbeeld helder dat eerst een bepaald probleem moest worden aangepakt, voordat iemand een volgende stap kon zetten. Als je echt in gesprek gaat met mensen, kruipen ze uit hun schulp. Dat maakt het verschil.” Verwer kan soms een scholingspotje inzetten als een werknemer baat heeft bij een bepaalde training of cursus. Kevin behaalde onlangs het heftruckcertificaat, waar hij trots over vertelt. Verwer: “Je kunt je afvragen of een heftruckopleiding passend is voor iemand die in de administratie gaat werken, maar omdat hij nu heftruck rijdt, kan hij meer werkzaamheden doen. Bovendien geeft het hem zelfvertrouwen. Hij moet nu nog meer dan voorheen communiceren met zijn collega’s.” De juiste dynamiek binnen de groep is een voorwaarde voor Verwer om het werk goed te kunnen uitvoeren. “Als er te veel mensen met problemen in het team wer-

GRAM #8 oktober 2018 | 19


TED VAN HINTUM: “IN NEDERLAND STAAN ELF WECYCLE SERVICE CENTERS. HIER WORDT E-WASTE GESORTEERD IN VERSCHILLENDE FRACTIES. ken, heeft dat invloed en slaat de balans de verkeerde kant uit.” Hij laat graag aan bedrijven zien hoe hij te werk gaat. “Het mooiste zou zijn als bedrijven niet komen met vacatures voor mensen met een arbeidsbeperking, maar dat ze een functie juist afstemmen op een bepaalde kandidaat. De werkgever geeft aan welke competenties minimaal nodig zijn en met de medewerker ga je daaraan werken. Mijn ideaalbeeld is dat er een overlap is tussen het traject bij RSC Schiphol en het bedrijf waar iemand naar doorstroomt, bijvoorbeeld via een stage bij het bewuste bedrijf. Zaken die dan nog niet helemaal goed

gaan, kun je dan nog bijschaven. Dan is er echt sprake van een warme overdracht.” Van de nieuwe werkgever wordt wat verwacht, volgens Verwer. “Bedrijven zouden er bewust voor moeten kiezen om invulling te geven aan hun maatschappelijke verantwoordelijkheid. Het werken met mensen met een arbeidsbeperking vraagt wat extra’s. Een bedrijf moet zich daarop inrichten en ook het reguliere personeel erop voorbereiden. Dan is de slagingskans het grootste. Als een bedrijf ruimte biedt aan deze doelgroep, levert dat een verrijking op van de eigen organisatie.”

WECYCLE SERVICE CENTERS “In Nederland zijn elf Wecycle Service Centers. Hier wordt e-waste gesorteerd in verschillende fracties en deels ook gedemonteerd”, vertelt Ted van Hintum, manager Corporate Communicatie bij Wecycle. Het werk bij de Service Centers gebeurt deels via de inzet van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Medewerkers van de Wecycle Service Centers verwijderen bijvoorbeeld de bovenplanken, glazen deuren en het betonnen contragewicht uit afgedankte wasmachines. Van Hintum: “Na verwijdering van deze stoorstoffen, blijft een zuiverder stroom over. Hiermee wordt de kwaliteit van de recycling hoger.” Ongeveer de helft van de mensen met een arbeidsbeperking stroomt uit naar een reguliere baan of gaat een vervolgopleiding doen. Mensen werken tussen drie en zes maanden bij een Service Center voordat ze uitstromen.

OPTIMAAL EN ZORGELOOS ONDERHOUD VAN UW CONTAINERPARK • Afvalinzameling ondergrondse en bovengrondse containers

• Reparatie en onderhoud

• Reinigen ondergrondse en bovengrondse containers

• Keuren ondergrondse en bovengrondse containers (o.a. TÜV-keuring)

• Inzamelen en aansluitend reinigen van ondergrondse en bovengrondse containers

• Levering diverse typen containers en veiligheidsvloeren

• Reinigen betonputten

• Distributie van mini- en rolcontainers aan huis en bij bedrijven.

• Calamiteitenservice

MEER WETEN? Kijk op beekgroep.com of bel 085 - 273 50 00.

www.beekgroep.com / info@beekgroep.com / 085 - 273 50 00

1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

20 | GRAM #8 oktober 2018

06-09-18 15:50


SAMEN VOOR SCHONE EN AFVALVRIJE GEMEENTEN

NIEUWS

RGANG 108 #05 JUNI 2017

DELIJK OF NIET

AFVALSCHEIDING: VAN KWANTITEIT NAAR KWALITEIT OPLOSSING VOOR LUIERS STEEDS DICHTERBIJ

BIJEENKOMST ‘OMGEKEERD INZAMELEN: LESSONS LEARNED’ Op 30 oktober organiseert NVRD samen met gemeente Arnhem de VANGbijeenkomst ‘Omgekeerd inzamelen: lessons learned’. Een 8-tal relatief stedelijke gemeenten (Alkmaar, Arnhem, Breda, Haarlem, Krimpen a/d IJssel, Nissewaard, Zaanstad en Zwolle) delen hun ervaringen die ze hebben opgedaan gedurende het proces van invoeren van omgekeerd inzamelen. Denk hierbij aan zaken als omgaan met weerstanden, communicatie, aanpak hoogbouw en locatiekeuze ondergrondse containers. De bijeenkomst vindt plaats van 9.30 tot 16.30 in Arnhem. Aanmelden kan via www.nvrd.nl

AANBESTEDING MINICONTAINERS Dat de kwantiteit van gescheiden inzameling de laatste jaren fors toenam, is geen nieuws meer. Circa 40 gemeenten zaten in 2016 al op de doelstelling van 100 kilo restafval per inwoner per jaar, die eigenlijk pas voor 2020 staat. Dat we in moeten zetten op kwaliteit is ook geen nieuws. Maar wel goed om te vermelden hoe we dit samen doen. In veel gemeenten worden nu ‘nieuwe’ systemen van afvalinzameling gekozen. Bijvoorbeeld omgekeerd inzamelen. Dat omgekeerd inzamelen ook tot vervuiling van het pmd kan leiden was onlangs nog te zien in het NOS journaal. Logisch want 09-06-17 08:21 overal waar een nieuw systeem wordt ingevoerd, is het belangrijk om een periode lang in te zetten op extra communicatie en aandacht voor de inwoners waarvan we verwachten dat ze het afval op de juiste manier scheiden. Inwoners moeten wennen aan een nieuw systeem en een deel van de inwoners neemt het in het begin wellicht wat minder nauw. Duidelijkheid over wat

in welke bak thuishoort, is in veel gevallen al voldoende om na een korte periode weer op het beoogde kwaliteitsniveau te zitten. Gemeenten zetten al belangrijke stappen om dit voor elkaar te krijgen en de NVRD ondersteunt hierbij. Zo is er een werkgroep kwaliteit in het leven geroepen die de kwaliteitsproblemen met gft-afval, oud papier en karton, textiel en verpakkingen onder de loep neemt. Om de prioriteit te bepalen is een enquête onder leden uitgevoerd waarin de kwaliteitsproblemen van deze stromen nader onderzocht zijn. Aan de hand van de uitkomsten die volgende week worden verwacht, zullen verdere acties opgezet worden. Daarnaast wordt er op 20 november een VANG-bijeenkomst georganiseerd over de aandacht voor kwaliteit en hoe die te verbeteren is. Communicatie speelt hierbij een belangrijke rol. Voor een circulaire economie is kwantiteit en kwaliteit van grondstoffenstromen essentieel. De NVRD en haar leden blijven zich hier dan ook voor inzetten.

Aanbestedende diensten kunnen gebruik maken van de aanbestedingsdocumenten voor de circulaire minicontainer, die te vinden zijn op het ledennet van de NVRD website. De werkgroep wil met deze documenten bewerkstelligen dat één of meerdere zo circulair mogelijke minicontainers op de markt komen die op grote schaal worden ingekocht. De werkgroep circulaire minicontainer kwam eind 2016 voor het eerst bij elkaar. Inkoopervaringen werden uitgewisseld en de ingrediënten voor de definitie ‘circulaire minicontainer’ werden gezamenlijk bepaald. Hierin kwamen zaken als een lange levensduur en gebruik van virgin materialen uitgebreid aan bod. Een schriftelijke marktconsultatie en twee marktdagen later werd er steeds meer duidelijk over de (on)mogelijkheden van de circulaire minicontainer, zodat een programma van eisen opgesteld kon worden dat binnen de grenzen van de mogelijkheden op de markt zo ambitieus mogelijk is.

GRAM #8 oktober 2018 | 21


RECYCLEN OF NUTTIG TOEPASSEN? VOER VOOR DISCUSSIE De discussie of iets recycling is of nuttige toepassing steekt steeds vaker de kop op. Want hoewel we materialen het liefst terug zien in een vergelijkbaar materiaal en toepassing nadat het in de afvalfase is beland, is dat niet altijd mogelijk. Een van de voorbeelden hiervan is het digestaat dat na vergisting overblijft en als biogranulaat wordt verbrand. TEKST RENÉ DIDDE BEELD HOLLANDSE HOOGTE

Huishoudelijk restafval wordt vooral nagescheiden om de relatief waardevolle fracties als plastic, metaal en drankenkartons (pmd) terug te winnen. Dat gebeurt onder meer bij Omrin, HVC, AEB Amsterdam, Attero en straks ook bij AVR. Vooral in het stedelijk gebied bestaat het restafval van huishoudens gemiddeld voor ongeveer een derde uit groente- en fruitafval uit de keuken en etensresten (gfe). Dat moet niet worden verward met gft-afval, want binnenstedelijk gebied en steden met veel hoogbouw kennen immers amper tuinafval. Het achteraf afgescheiden materiaal wordt de organische natte fractie (ONF) genoemd. Doordat het spul in contact is geweest met ander huishoudelijk afval is het uitgesloten dat de ONF mag worden gecomposteerd tot materiaal dat aan de wettelijke eisen voldoet. In installaties van Attero (Vagron) in Groningen en van Omrin in Oudehaske wordt de ONF daarom vergist. Ongeveer vijftien procent van de ONF wordt op deze manier omgezet in biogas. Wat dan nog overblijft, is een natte kledder die digestaat wordt genoemd. Er kan verder niet veel meer mee gebeuren dan het 'klimaatneutraal' verbranden. De bulk van de energie kan er immers maar één keer worden uitgehaald en het grootste deel ervan is met de vergisting al benut.

OMRIN Omrin heeft nu een methode bedacht om met dit digestaat iets nuttigers te doen dan domweg verbranden in een afvalcentrale. “We drogen de fijne fractie van het digestaat met restwarmte en laten dit in samenwerking met een ander bedrijf mengen met vergelijkbare reststromen zoals zuiveringsslib”, zegt Hein Grafhorst, bedrijfsdirecteur recycling van Omrin. “Het resultaat noemen wij biogranulaat en hebben daarvoor het certificaat voor biomassa gekregen. Dat betekent dat het nuttig kan worden toegepast als bijstookmateriaal in bijvoorbeeld de cementindustrie in Duitsland.” Doordat Omrin geen verbrandingsbelasting betaalt over deze fractie uit het restafval, vindt Grafhorst dat het biogranulaat als recycling mag worden aangemerkt. “Het is gecertificeerde biomassa en het komt immers niet in de verbrandingsoven. We verminderen de hoeveelheid restafval.” Dat het biogranulaat wordt verbrand in een cementoven, bruinkool- of kolencentrale doet daar niets aan af, aldus Grafhorst. Hij trekt een parallel met het

22 | GRAM #8 oktober 2018

bijstoken van hout dat ook een biomassa-status heeft. “Maar ook voorgescheiden pmd dat door ongedisciplineerd gedrag van bewoners is vervuild met restafval, telt nu gewoon volledig mee bij de recyclingpercentages van gemeenten. Ook al is het uiteindelijk op de grond van de vervuiling ongeschikt voor recycling, rangschikt het CBS deze scores in recyclingprestaties van de gemeenten. Dat gebeurt ook met textiel dat is vervuild en glas dat te veel steentjes bevat.” Omrin vindt dan ook dat gemeenten het biogranulaat mogen aftrekken van hun hoeveelheid restafval en dus bij hun VANG-ambities mogen rekenen.

AEB Is deze route voor het afscheiden van organisch materiaal uit restafval dan ook niet wat voor AEB die vorig jaar een fonkelnieuwe nascheidingsinstallatie in gebruik nam voor het restafval van Amsterdam en omstreken? Doordat in de hoofdstad amper gft-afval en gfe vooraf wordt gescheiden, bevat het restafval heel veel organisch keukenafval. Peter Simoës, strategisch adviseur business development van AEB, benadrukt allereerst dat AEB geen ONF vergist. “Als we het wél zouden vergisten, dan is de enige duurzame oplossing voor het digestaat verbranding. Dat telt volgens ons niet mee met de VANG-doelstellingen”, aldus Simoës. AEB onderzoekt echter wel mogelijkheden om de afgescheiden ONF te drogen. “De biomassa wordt dan relatief schoner en kan dan vervolgens op meer hoogwaardige wijze worden ingezet als secundaire biobrandstof, bijvoorbeeld als brandstof voor een biomassacentrale”, vertelt Simoës. “Die produceert elektriciteit én stadswarmte, waarmee de aardgastransitie is gebaat.” Ook chemische recycling, zeg maar het kraken van ONF tot waterstof en koolmonoxide, behoort tot de opties, aldus Simoës. “Groene grondstoffen voor de chemische industrie, biofuels en groengas komen dan in zicht. We onderzoeken dit momenteel.” Uiteindelijk volgt AEB dus een soortgelijke redenering als Omrin. “Het gedroogde ONF heeft als voordeel dat er bovendien alsnog een scheidingsstap kan plaatsvinden, waardoor recyclebaar materiaal dat in eerste instantie niet door de scheidingsinstallatie werd afgescheiden, alsnog kan worden teruggewonnen. “Denk


aan verkleefd plastic en textiel en inert materiaal als steentjes en glas. Het recyclingpercentage gaat omhoog en tegelijk verbetert de kwaliteit van het ONF. Wij vinden dat die materialen als extra teruggewonnen grondstoffen wel degelijk mogen bijdragen aan de doelstellingen van VANG”, aldus Simoës.

huishouden per jaar. Overigens wordt in het LAP-3 van december vorig jaar gesteld dat alle energietoepassingen (trede D op de ladder van Lansink) als nuttige toepassing worden gezien en dus niet als recycling (trede C).

RWS

Vereniging Nederlandse Gemeenten is voorlopig uiterst voorzichtig in zijn reactie. “Wij volgen de ontwikkelingen rondom de inzet van biogranulaat met gepaste interesse”, klinkt het diplomatiek vanuit het hoofdkantoor in Den Haag. “Het realiseren van een nuttige toepassing voor reststromen staat immers altijd hoger op de ladder dan verbranden”, zegt Mark van Waas, beleidsmedewerker Fysiek Domein. Maar mag het meetellen aan de VANG-doelen? “Dat is niet aan ons”, zegt Van Waas. “Maar als je kijkt naar de technische ontwikkelingen, zal de discussie over 'nuttige toepassing' dan wel 'hergebruik' voor andere reststromen dan digestaat snel volgen. Met die verwachting in het achterhoofd, zal de komende tijd in breder verband besproken moeten worden hoe de ontwikkelingen als met biogranulaat zich verhouden tot het meest effectieve resultaat van de afvalscheiding”, aldus Van Waas.

Bij Rijkswaterstaat Leefomgeving in Utrecht zegt Guus van den Berghe dat het recyclingproduct van gft-afval of gfe compost heet. “Biogranulaat is geen compost, maar gedroogd digestaat. Dat het digestaat gedroogd is, leidt er toe dat het beter brandt, maar volgens Van den Berghe blijft het een 'nuttige toepassing'. “Verbranden van restafval in een AVI is ook 'nuttige toepassing'.” De VANG-ambities gaan niet over recycling, maar over afvalscheiding, in de veronderstelling dat het wordt gerecycled, aldus Van den Berghe. Zoals bekend moeten gemeenten al in 2020 toe naar een maximale hoeveelheid restafval van 100 kilogram per huishouden per jaar. Tot voor kort was die hoeveelheid nog 250 kilogram per

VNG

GRAM #8 oktober 2018 | 23


HVC Bij de HVC-groep geeft directeur Chris Kuijten aan dat HVC voorstander is van het composteren van gft en gfe dat in huishoudens wordt voorgescheiden. Dat is de enige juist verwerking die de naam recycling waard is, meent Kuijten. “Ook in hoogbouw en in binnenstedelijk gebied moeten we bewoners tot in de keuken helpen om het organisch afval apart te houden.

CURE In Eindhoven is Cure bezig met het ontwikkelen van een plan om een nascheidingsfabriek voor het afval van Eindhoven en omstreken van de grond te krijgen. Cure kijkt hier onder andere naar de verwerkingstechniek van Renescience waarin het huishoudelijk restafval wordt gewassen met enzymen met als doel vooral zo zuiver mogelijk pmd-afval uit niet-gescheiden afval te halen. Daarbij komt uiteraard ook ONF vrij. “Dat willen we vergisten tot biogas”, zegt Frans van Strijp, directeur van Cure. “Wij zijn op dit moment bezig om met onze technische mensen te kijken naar een zo hoogwaardig mogelijke verwerking van het digestaat, beter nog dan biogranulaat verbranden. Van Strijp vindt de Omrinroute van biogranulaat een goede ontwikkeling. “Ik ken het proces en ze hebben de mogelijkheden van het biomassa-certificaat en het vermijden van de afvalverbrandingsbelasting prima benut. Strikt genomen belandt het digestaat niet de in afvalverbranding maar wordt het elders verbrand.” Aan een uitspraak over het mee

laten tellen van biogranulaat aan de VANG-doelstellingen, waagt Van Strijp zich niet. “Dat is een politieke discussie en daar zitten veel haken en ogen aan.”

Reactie NVRD Olaf Prinsen van NVRD voelt voor een bredere discussie over verbranding/nuttige toepassing en recycling aan de hand van meer afvalonderwerpen dan alleen het biogranulaat. “We zitten in een transitie naar een circulaire economie. Zolang we daar nog niet zijn, hoop ik op heel veel innovatie die ons de goede richting uit helpt. Het is onmogelijk hier in één keer uit te komen en net zo onmogelijk om hier te komen zonder discussie te hebben of zelfs fouten te maken.” De directeur van de NVRD geeft meer voorbeelden: “Ik vind het aloude voorbeeld van een bermpaaltje niet meteen slecht, het is beter dan gelijk verbranden. Nieuwe voorbeelden zijn stoeptegels uit bodemas of het bijstoken van afvalhout in biomassacentrales. Het is niet het ideaalplaatje en we mogen er geen genoegen mee nemen. We moeten blijven innoveren, maar we zijn op weg. Het is logisch dat ook de vraag opkomt wat wel en niet meetelt.”

MOBIEL SCHEIDINGSSTATION KTK

AD NLO W O E D ONZ OOK APP KTK

• WERKT OP SOLARENERGIE • GESCHIKT VOOR MEERDERE TOEPASSINGEN Informatie: bel 0546 - 575400 of kijk op WWW.KTK.NL

1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

24 | GRAM #8 oktober 2018

02-10-18 11:26


DE LANGE WEG VAN REGRANULAAT NAAR CONTAINER De vraag naar minicontainers van gerecycled materiaal neemt sterk toe. Steeds meer gemeenten hebben er belangstelling voor, in hun streven naar duurzaamheid en circulaire economie. Branchevereniging Klair licht graag toe hoe het proces van gerecyclede containers in zijn werk gaat. “Van ingezameld pmd kun je uiteraard niet zomaar een sterke container maken.” TEKST Gerard Weernink Klair is een branchevereniging van leveranciers van inzamelsystemen. “Wij behartigen de belangen van onze leden, maar adviseren bijvoorbeeld ook gemeenten bij het samenstellen van hun aanbestedingsprocedures”, licht bestuurslid Willem van de Pieterman toe. “Wij zijn een onafhankelijke vereniging, die kwaliteit en duurzaamheid van de inzamelsystemen voorop heeft staan.” Om volledig circulair te zijn in 2050, zoals Nederland wil, moeten grote stappen gezet worden. “Om dit doel te realiseren is een gecoördineerde samenwerking in de keten heel belangrijk”, aldus Van de Pieterman.

INZETBAARHEID Het ingezameld pmd levert uiteraard een grote hoeveelheid kunststoffen op. Deze kunnen na een gedegen sortering en reiniging verwerkt worden tot regranulaat. Op het gebied van inzetbaarheid leven er verschillende beelden. Niet ieder regranulaat is overal inzetbaar. Dat heeft met verschillende elementen te maken. Ten eerste is het soort kunststof belangrijk. De zuiverheid van de soort wordt bepaald door de sorteertechniek. Als er door een matige sortering een te hoog percentage kunststoffen van een andere soort aanwezig is, heeft dat een negatieve invloed op de toepasbaarheid van het regranulaat. Er is nog een aantal belangrijke technische parameters om regranulaat als grondstof voor nieuwe containers in te kunnen zetten, waaronder densiteit, viscositeit, stijfheid, trek- en buigsterkte. De inzetbaarheid hangt af van bovenstaande eigenschappen. Om de kwaliteit van het product te garanderen, wordt er vaak virgin (nieuw) granulaat bijgemengd. Hoe minder de kwaliteit regranulaat hoe meer virgin granulaat bijgemengd moet worden. Deze mengverhouding bepaalt uit-

eindelijk de kwaliteit en de te verwachten levensduur van de container. Een ander aspect is de hoeveelheid gebruikte additieven in het kunststofmateriaal. Een aantal van de oudere additieven kunnen een tweede leven van kunststoffen verkorten of zelfs onmogelijk maken. Door nieuw ontwikkelde additieven is de inzetbaarheid en kwaliteit van veel regranulaat echter aanzienlijk verbeterd. Met deze additieven kan de materiaaldegradatie nagenoeg teniet worden gedaan, waardoor met regranulaat weer kwalitatief hoogwaardige containers geproduceerd kunnen worden.

STRIKTE EISEN Bij het produceren van containers gelden strikte eisen ten aanzien van het materiaal. Containers zijn onderhevig aan verschillen-

de externe factoren. Denk aan weer- en temperatuursinvloeden, UV-licht, trekken, drukken en schokken door ledigingen. Containers worden daarom geproduceerd met HDPEgranulaat. Een deel kan regranulaat zijn, maar dat is sterk afhankelijk van de kwaliteit. Als de kwaliteit van het granulaat niet goed is, zal de container de benodigde testen niet doorstaan. Containers moeten namelijk voldoen aan NEN-EN 840, anders mogen ze niet de markt op. Om dit keurmerk te krijgen, wordt de container onder meer onderworpen aan een valtest, hittetest en een dekseltest. Daarnaast moet de container aan nog meer normen voldoen, zoals het RAL-GZ 951/1 kwaliteitslabel, DIN EN 15132 Afvalcontainerbehuizingen en DIN EN 14803 Elektronische identificatie van afval verzamelcontainers via transpondertechnologie. Door de hoge belasting van de container en de geldende kwaliteitsnormen, kan er geen risico genomen worden met afwijkende grondstoffen. Het voordeel van regranulaat van een rolcontainer is dat de kleur al in lijn kan zijn met de kleur die de nieuwe container moet krijgen. Nadeel van dit regranulaat kan het toegevoegde additief zijn waardoor bij analyse van het regranulaat afwijkende waardes gevonden kunnen worden. Ook het granuleerproces is van invloed op de kwaliteit van het granulaat. De thermoplastische verwerking heeft invloed op de molecuulketen en hoe vaker die aangetast wordt, hoe korter de keten wordt. Maar ook dit kan weer ondervangen worden met moderne additieven. Kortom er spelen bij de recycling van kunststoffen een heleboel factoren een belangrijke rol. Om een duurzame kwalitatieve rolcontainer te kunnen produceren moet een producent al deze parameters onder controle hebben. Een goede afvalscheiding is mede afhankelijk van een goed inzamelmiddel.

GRAM #8 oktober 2018 | 25


HĂŠt enige branchemoment om persoonlijk met elkaar in contact te komen.

20, 21 & 22 november 2018 Evenementenhal Gorinchem @Recycling_EH

Bestel uw gratis tickets met code:

71808005

www.recyclingvakbeurs.nl

1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

02-10-18 11:20

1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

01-10-18 10:04


DE LEDEN CENTRAAL TEKST HETTY DEKKERS

In deze rubriek krijgen NVRD-leden een stem in GRAM. De NVRD is er immers voor en door de leden. Deze keer aan het woord: Karin Fakkert, beleidsmedewerker afval gemeente Almelo. “De technologische ontwikkelingen blijven maar doorgaan. De waarheid van vandaag kan morgen achterhaald zijn. Dat maakt dit werk spannend en interessant.” WAT HOUDT JE FUNCTIE IN? Beleid maken op het gebied van afval en regievoering inzameling en vermarkting. Twente Milieu is onze inzamelaar, wij hebben de regie over wat er moet gebeuren en hoe. De afgelopen jaren hebben we in Almelo een paar veranderingen doorgevoerd, zoals het vierwekelijks inzamelen van het restafval en de invoering van een pmd-container. Vooral dat laatste was lastig omdat het de vierde container is die mensen thuis hebben staan. Dat is wel een punt. We gaan kijken hoe het uitpakt in de praktijk, het wordt deze maand daadwerkelijk ingevoerd. Daarnaast hou ik me bezig met Europese aanbestedingen voor bijvoorbeeld papier en pmd. We doen dat samen met andere gemeenten, ik zit in de werkgroepen. WAT BETEKENT DE NVRD VOOR JOU? Een goede organisatie waar veel gemeenten bij elkaar komen. De landelijke bijeenkomsten daar ga ik vaak naartoe, de regionale alleen als het onderwerp me interesseert. GRAM blijft soms een poosje liggen, maar ik lees hem wel. VOLDOET HET LIDMAATSCHAP AAN JE VERWACHTINGEN? Van oudsher is de NVRD een belangenvereniging voor gemeentereinigingsdiensten. Ik vind het lastig dat steeds meer bedrijven aangesloten zijn bij de NVRD. Hun investeringsbelangen stroken soms niet met onze belangen: zoveel mogelijk stromen gescheiden inzamelen en die zo goed mogelijk recyclen. De NVRD zou dat onderscheid in elk geval beter moeten benoemen.

WAT ZIJN VOLGENS JOU DE BELANGRIJKSTE ONTWIKKELINGEN BINNEN DE AFVALBRANCHE? Waar ik heel nieuwsgierig naar ben, is de technologische toekomst van nascheiding en sortering. De burger denkt dat straks alles weer in één container mag, maar dat is niet zo. Ik hoor veel verschillende geluiden over de toekomstige mogelijkheden van nascheiding en sortering, ik ben echt nieuwsgierig hoe zich dat ontwikkelt. WAT VIND JE HET LEUKSTE/ MOOISTE AAN JE WERK? De technologische ontwikkelingen blijven maar doorgaan. De waarheid van vandaag kan morgen achterhaald zijn. Dat maakt dit werk spannend en interessant. Maar soms is het wel moeilijk uit te leggen aan de burger. Die snapt niet dat het zo werkt, die wil continuïteit. Dat wil je als gemeentelijke overheid ook het liefst, maar toch moet je vaak mee met de marktontwikkelingen. Het blijft voor ons altijd zoeken naar de juiste balans. Verander je iets aan de inzameling om de marktontwikkeling te volgen of laat je het zo? WAAR STOOR JE JE AAN? Als overheid zit je met megagrote bedrijven aan tafel om te onderhandelen. Wat je ziet is dat ambtenaren en bestuurders daar niet tegen opgewassen zijn. Logisch, want de overheid is er om te verbinden, om oplossingen te zoeken. Dat keiharde spel van onderhandeling ligt ons niet, daardoor halen we niet alles uit een deal. Ik vind het jammer dat de overheid zo koppig is om het toch zelf te proberen. Je moet toegeven dat je ergens niet zo goed in bent. Huur de juiste mensen in, die voor jou het onderhandelingswerk doen. Het is gewoon een vak. WELKE TIP WIL JE DE LEZERS VAN GRAM MEEGEVEN? Ga altijd vanuit je eigen intrinsieke betrokkenheid aan de slag. Als je echt gemotiveerd bent, en van daaruit handelt, krijg je mensen makkelijker mee.

GRAM #8 oktober 2018 | 27


BRANCHE NIEUWS HWE CITY & PARK B.V. / MOLOK® HWE City & Park B.V. is leverancier van de originele Molok®, een schone en veilige oplossing voor efficiënt en milieuvriendelijke afvalinzameling. De Molok®-containers hebben een lagere ledigingsfrequentie dan rolcontainers vanwege de grote opslagcapaciteit. Lediging kan op schone en veilige manier zowel met kraakperswagen of standaard kipwagen mits die zijn voorzien van laad-loskraan. De inwerp-opening van de afvalcontainer blijft schoon doordat lediging via de onderkant plaats vindt. De container bevindt zich voor 60% ondergronds en neemt een minimale oppervlakte in, hierdoor

wordt het afval op een efficiën­te manier ingezameld, zelfs als er weinig ruimte beschikbaar is. Door de lage temperatuur in de bodem wordt de ontwikkeling van bacteriën vertraagd en geurvorming beperkt. Dankzij de zwaartekracht en de (ondergrondse)hoogte van de systemen wordt het afval door zijn eigen gewicht voor een groot deel samengeperst. De Molok®-container is uit te rusten met toegangscontrole en data registratie. De Deep Collection® vermindert het brandstofverbruik gemiddeld met 30% vergeleken met bovengrondse inzamelsystemen. De grote voordelen van Molok®-Deep Collection® zijn: • minimale geuroverlast; • minimale verspreiding van het afval door wind of ongedierte;

• onderhoudsarm, onderdelen zijn op voorraad en makkelijk te vervangen; • lagere ledigingsfrequentie, besparing brandstofkosten, beperking van emissies; • 50–60 % snellere lediging dan bij bovengrondse containers; • keuze uit diverse inwerpdeksels; • gescheiden inzamelen in één container. De Molok® Light is een container van 2000 liter en is zeer geschikt om tijdelijk in te zetten bij recreatiegebieden en evenementen wanneer in bepaalde seizoenen flexibele capaciteit gewenst is. Of de Molok® Plus waar kabels en leidingen voor beperking zorgen, deze container gaat slechts 0,5 m de grond in en heeft een opslagcapaciteit van 3 m³.

Landelijk Zwerfafvalcongres Het Rendement van Schoon

26 november in de Rijtuigenloods in Amersfoort Met o.a. Peter Heerschop, inspirerende talkshows, diverse pitches, best practices van gemeenten én een Inspiratieplein! Meer informatie en aanmelden via www.hetrendementvanschoon.nl

1_2_li_GRAM_190x130.indd 1

28 | GRAM #8 oktober 2018

02-10-18 11:28


HAMBURG, SCHOON EN KAUWGOMVRIJ MET JADON riĂŤndiep reinigt. Deze milieuvriendelijke en gepatenteerde techniek werkt op basis van water onder verhoogde druk met een zeer hoge temperatuur. Door deze hoge temperatuur is de inzet van reinigingsmiddelen niet nodig. De KVM 6 is gemonteerd op een LADOG T1250 chassis met Euro6 motor. Naast deze machine wordt ook de knowhow geleverd en gaat Stadreiniging vervolgens zelf dagelijkse reinigingen uitvoeren in het centrum. Hiervoor wordt een speciaal team gevormd dat wordt begeleid door Jadon. Bij extra aanvragen zal het bedrijf bijspringen. Jadon draagt zorg voor scholing van de medewerkers om ervoor te zorgen dat de kwaliteit gewaarborgd blijft. De capaciteit wordt hiermee uitgebreid naar meer dan 200.000 m2 per jaar!

reinigd en worden er bijna een miljoen kauwgomspots verwijderd!

w ww.boe r g r oep.nl

w w w.b oe r g r oep.nl

w ww.bo e r g r oep.n l

ww w.boe r g r oep.nl

w w w.b oe r g r oe p.n l

190x62.indd 1

21-8000-0247 NVRD GRAM 2018 april

17-04-18 13:31

GRAM #8 oktober 2018 | 29

w w w. curitas.n l

jaarlijks 100.000m2 stadsvloer ge-

w ww. curitas.n l

straatwerkreiniging uit. Zo wordt er

www. curitas.nl

kauwgomverwijdering en intensieve

Vanaf 2019 heeft Hamburg extra budget uitgetrokken om de stad schoner en veiliger te maken en wordt de samenwerking tussen de Stadreiniging en Jadon uitgebreid. Het reinigingsbedrijf levert de multifunctionele reinigingsmachine KVM 6, dat kauwgom verwijdert en tegelijkertijd het straatwerk intensief en po-

ww w. curitas.nl

Hamburg alles op het gebied van

w ww. curitas.n l

Al meer dan 10 jaar voert Jadon in

De KVM 6 is volledig in eigen beheer ontwikkeld en voorzien van de modernste technieken. Belangrijk voor Hamburg is dat er niet met chemicaliĂŤn gewerkt wordt en dat de CO2 uitstoot minimaal is. In november volgt de introductie in Hamburg. Inmiddels hebben meer grote Duitse steden zich aangemeld voor eenzelfde constructie. In Nederland is met de gepatenteerde reinigingstechniek van Jadon al meer dan 5.000.000 m2 straatwerk gereinigd. De techniek wordt vooral toegepast in de openbare ruimte, op stations en in parkeergarages.


AFVALFONDS VERPAKKINGEN BELOONT GEBRUIK VAN GOED RECYCLEBARE KUNSTSTOF VERPAKKINGEN

AGENDA

Met ingang van 1 januari 2019 voert het Afvalfonds Verpakkingen een zogenoemd gedifferentieerd tarief in voor kunststof verpakkingen. Voor kunststof verpakkingen die goed te recyclen zijn en die wanneer ze gerecycled zijn een positieve marktwaarde hebben, geldt een lager tarief van € 0,38 per kilo in plaats van het reguliere tarief van € 0,64 per kilo verpakkingsmateriaal.

15 NOVEMBER NVRD THEMABIJEENKOMST COMMUNICATIE, BEELD & GELUID IN HILVERSUM

20 – 22 NOVEMBER

De inzameling en recycling van verpakkingen wordt gefinancierd door de bedrijven die de verpakte producten in Nederland op de markt brengen. Zij betalen hiervoor een bijdrage per kilo verpakkingen aan het Afvalfonds Verpakkingen, die daarmee de gemaakte kosten voor inzameling, verwerking en recycling vergoedt.

VAKBEURS RECYCLING + ASBESTOS, EVENEMENTENHAL GORINCHEM

26 NOVEMBER ZWERFAFVALCONGRES 'HET RENDEMENT VAN SCHOON', RIJTUIGENLOODS AMERSFOORT

Kunststof is licht en volumineus en daarmee inefficiënt in de inzameling en transport. Daarmee brengen verpakkingen van kunststof de hoogste kosten met zich mee. Tevens moet kunststof gesorteerd worden voordat het gerecycled kan worden. Omdat de ene verpakking beter te recyclen is dan de andere, en de waarde van het gerecyclede materiaal aanzienlijk kan verschillen afhankelijk van de soort kunststof, biedt het Afvalfonds Verpakkingen bedrijven de mogelijkheid om gebruik te maken van een gedifferentieerd tarief.

27 – 30 NOVEMBER POLLUTEC, BEURS VOOR MILIEU INNOVATIES, LYON EUREXPO

NIEUW OP DE KENNISBIBLIOTHEEK VANG EN KENNISWIJZER ZWERFAFVAL Op de kennisbibliotheek van VANG www.vang-hha.nl/ kennis­bibliotheek zijn de volgende nieuwe documenten te vinden: • Samenstelling ingezameld kunststof'/PMD verpakkingen het effect van inzamelsystemen; • Evaluatie waste challenge studenten Wageningen • Naar een circulair Nederland; • Afvalscheiding als nieuwe gedragsnorm: reisnotities van een gedeelde transitie + Grootste gemene delers in de afvaltransitie; • Productoverzicht Afvalbakken voor afvalscheiding in huis; • Uitvoeringsprogramma VANG-Huishoudelijk Afval: Herijking 2018-2020. Op de bibliotheek van Kenniswijzer Zwerfafval www.kenniswijzerzwerfafval.nl/bibliotheek zijn de volgende nieuwe documenten te vinden: • https://kenniswijzerzwerfafval.nl/document/factsheet-afvalbakken-de-openbare-ruimte; • https://kenniswijzerzwerfafval.nl/document/stappenplanoptimalisatie-afvalbakken-de-openbare-ruimte; • https://kenniswijzerzwerfafval.nl/document/kansen-enbelemmeringen-voor-kunststoffenscheiding-op-het-strand; • https://kenniswijzerzwerfafval.nl/document/participatieschoonprojecten-lessen-van-de-werkvloer;

Schuitemaker specialist in: zoutstrooiers • rolbezems • zoutloodsen •

sneeuwploegen • zoutoplossers • winterdienstopleidingen •

Schuitemaker Industrial B.V. | Morsweg 18 - 7461 AG Rijssen - Nederland Tel.: +31 (0)548 - 51 41 25 | sales@sr-schuitemaker.nl | www.sr-schuitemaker.nl

30 | GRAM #8 oktober 2018 1_4_st_GRAM_92x130.indd 1

16-02-18 09:04


INGEZONDEN MEDEDELING

GRAM #8 oktober 2018 | 31


Acht miljoen oude autobanden inzamelen per jaar... …dat zijn alle ingeleverde gebruikte personenwagenbanden in Nederland …dat is gelijk aan de oppervlakte van 400 voetbalvelden

…op milieuverantwoorde wijze verwerkt …dit levert 32 miljoen kilo hoogwaardige grondstoffen …dit betekent bijna 60.000 ton minder CO2-uitstoot …daarmee besparen we CO2 gelijk aan de emissie van 400 miljoen autokilometers (10.000 keer de aardbol rond) of de aanplant van 400.000 nieuwe bomen

Inzamelen oude banden. Voor een schoner milieu. Alle gebruikte autobanden worden in Nederland door RecyBEM ingezameld en op een milieuverantwoorde wijze verwerkt. RecyBEM is een initiatief van uw bandenleverancier. Het RecyBEM-systeem is door het ministerie van I&M algemeen verbindend verklaard (AVV). Hierdoor heeft RecyBEM kracht van wet.

www.bandenmilieu.nl

Oude banden, nieuw leven.


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.