3 minute read
COLUMN | Niets is toeval
– alpaca’s, de nieuwe Vlaamse pony’s. En ik houd er mijn etappes, afstanden en start- en einduur bij. Via mijn social media leg ik ook leuke contacten met mensen in de regio’s die ik doorkruis. “Oh, je bent aan mijn achtertuin gepasseerd”, is een comment die ik vaak krijg. Of mensen geven tips voor een pauze. De beste koffie met taart in Diest? Via een Instagramvolger gevonden. Een plekje om op te warmen in Langdorp? Vraag het aan de Instagramcommunity. Heel geregeld sturen mensen ook de vraag: “Wacht. Doe jij dit helemaal alleen?” Ja. Ik wandel alleen. Dat is geen harde eis of voorwaarde. Het draait gewoon meestal zo uit. Als ik plannen maak, vraag ik dikwijls rond wie er een etappe wil meewandelen. Mensen reageren daar vaak enthousiast op, maar als puntje bij paaltje komt, lukt het dan toch niet en ga ik alleen op pad. Mijn gedachten en ik, onderweg langs modderpaadjes en klinkerwegels: dat is dik oké voor mij. Taylor in mijn oren
Af en toe zoek ik wel het gezelschap van een compagnon de route, maar dan in de vorm van een lijstje met favoriete artiesten. Ik wandel het grootste deel van de tijd zonder oortjes, omdat ik graag de geluiden van de omgeving rond mij hoor. Vogels. Stromend water. Een vliegtuigje dat passeert.
Maar er zijn van die typische momenten waarop ik graag muziek in mijn oren giet en gewoon doorstap: als ik een dipje heb, als er een lang stuk asfalt te malen valt, of gewoon bij heel slecht weer. Wanneer het pijpenstelen giet en ik geen hand voor ogen zie tussen Diest en Zichem, dan ben ik blij dat Taylor Swift mij de laatste kilometers voortstuwt (het nummer “State of Grace” heeft echt een heel goed stapritme). Hetzelfde doet Glen Hansard op het niet zo spannende stuk tussen Hoegaarden en Tienen – met alle sympathie voor de Grote Gete, maar op dit traject blies ze me niet echt omver. Niet zelden blijft een liedje in mijn gedachten ook ‘plakken’ aan een etappe, alweer een herinnering die ik inpak en meeneem. Een wandelaar was ik al. Nu kan ik me ook een GR-wandelaar noemen. En onder mijn hoofdkussen ligt het volgende boekje al klaar: de GR 512 of de Brabantse Heuvelroute. Nu nog zoeken naar een verloren weekje hier of daar. Ook zonder lockdowns ga ik de streepjes blijven volgen.
Niets is toeval
Met een kinderlijk enthousiasme doorblader ik mijn laatste nieuwe aanwinst. Enkele maanden terug, toen het kleine blauwe boekje van Esterbauer ergens op het internet mijn weg kruiste – toeval? – was ik meteen verkocht. Midden een coronagolf kocht ik het. Na een positieve coronatest was mijn man noodgedwongen het huis uit gevlucht, onze camper in. Tijd genoeg voor mij om virtueel onze volgende vakantiebestemming uit te zoeken. Fietsen in Graz zou het worden, zeker weten.
Deze keuze, onze eerste echte buitenlandse vakantie na twee afwachtende coronajaren, bracht ik aan in verschillende stapjes. Met ons tweetjes: check. Plus de honden: check. Fietsen mee: check. En wandelen in de bergen: check. Mijn tactiek leek te lukken. Een etentje met een oude bekende – een rot in het campervak en van vele vakantiemarkten thuis – gaf het laatste duwtje. “Zo mooi dat het daar is.” Het allerlaatste tegenargument sneuvelde toen ik uitvlooide welke tol een camper van onze gewichtsklasse nodig heeft op Oostenrijkse snelwegen. Twee maanden later maken we onze camper vertrekkensklaar. Zoals gewoonlijk gooit de job nog roet in het eten. Maar na wat last minute meetings en hier en daar een geblust brandje, gaat ook mijn fiets in het bagageruim. Koortsachtig overlopen mijn ogen de inhoud van de garage. De beelden komen binnen, maar de verwerking laat op zich wachten. Net daarom zijn we zo dringend aan vakantie toe. Pas 60 km verder heeft mijn personal computer de visuele analyse van de garage voltooid.
Waar zijn de wielen van de hondenfietskar?
Er rest ons niets anders dan een tweede keer de natte avondspits te trotseren om de vakantie, waar we zo hard naar uitkeken, te redden.
Maar uitgerekend door deze valse start belanden we – toevallig? – in een mooie stad. We blijven er zelfs wat hangen. Ook al reizen we met een doel, het onderweg zijn blijft onze prioriteit. Of we nu fietsen, wandelen of met de camper reizen, we genieten van het moment. En zo staan we vandaag plots aan de Donau en fietsen we morgen langs de bekende route naar Passau. Oostenrijk wacht. Zo zie je maar, niets is toeval.
COLUMN
Hilde Leemans