9 minute read

INTERVIEW | Sebastien Naulais

Onbegrensde avonturen met de Joëlette

Wie niet gelooft in de filosofie van ‘niets is onmogelijk’ moet eens grasduinen in de dagboeknotities van enkele deelnemers aan de tochten van de Stichting Onbegrensd Avontuur. Hoe onbegaanbaar sommige paden ook lijken, de groep komt er altijd doorheen. Mensen met en zonder lichamelijke beperkingen kunnen die onvergetelijke, uitdagende momenten delen dankzij de Joëlette, een off-road aangepaste rolstoel.

 Tekst Johan Lauwerier Foto’s Onbegrensd Avontuur

Twintig jaar later

Hester stapte voor de eerste keer mee als ‘gewone’ wandelaar, iemand die meehelpt met het voortbewegen van de rolstoel: One, two, three, go! We tillen met z’n zessen de berg-rolstoel met inzittende van de grond en zetten hem aan de andere kant van de boomstam weer neer. Glibberend over modderpaadjes komen we het ene na het andere obstakel tegen. Waar voor de dagelijkse wandelaar een draaihekje geen probleem is, is dat met een bergrolstoel toch een ander verhaal. Maar we komen er, overal waar de ‘gewone’ wandelaar ook komt. En dat maakt deze wandeltocht door het heuvelland van Zuid-Limburg voor zowel ons als wandelende deelnemers, als de deelnemers in de rolstoelen een onvergetelijke ervaring. De één moet tijdens de wandeling wat meer sjouwen, iemand helpt met de afwas en een ander zorgt voor het kampvuur. Iedereen heeft iets te bieden en de

variatie aan achtergronden en leeftijden levert een unieke sfeer. Op vrijdagavond was ik aan het koken samen met Harry. In het dagelijkse leven wordt er voor hem gekookt vanwege zijn beperking. Maar hij wilde helpen en niet zonder risico was hij de lente-ui aan het snijden. Ik vroeg hem hoelang het geleden was dat hij in een bos had gewandeld.

Het antwoord was, na even nadenken, meer dan twintig jaar. Gebonden aan de rolstoel, kwam hij nooit meer buiten de gebaande paden, laat staan slapen op een luchtbedje in een tent. Hoe dapper was hij dat hij geen grenzen zag, maar mogelijkheden! Onze natuurcamping is denk ik het mooiste kampeerplekje van Nederland en na de lange en vermoeiende hike op zaterdag, konden we de verfrissing van de rivier de Geul opzoeken. Ik leerde kompaslezen, de weg vinden op bewolkte dagen of ’s nachts, maar bovenal leerde ik (opnieuw) hoe heerlijk het is om in de natuur te zijn.

De één moet tijdens de wandeling wat meer sjouwen, iemand helpt met de afwas en een ander zorgt voor het kampvuur. Iedereen heeft iets te bieden.

Met zeven

Anita maakte een grote Alpentocht in de Joëlette:

De eerste avond was er nog een briefing van Sebastien en kregen we theorie en praktijk. Eerst met lege stoelen, daarna mochten Glenn en ik plaatsnemen. Voor David, Rens, Patricia en Karlien was het de eerste keer dat zij met een Joëlette liepen. Falco en Ilse hadden op Terschelling al ervaring opgedaan. Het gastgezin Jean-Pierre, Sylvie en dochter Anne-Cecile zouden de tocht tot de hoogste hut meelopen. Zij waren zeer bedreven in het lopen met een Joëlette bij de Franse stichting. We begonnen in een bos met zeer steile stukken, over smalle paden vol met grote stenen. Op de lastige passages moesten ze met zeven mensen één stoel omhoog krijgen. Achteraf bleek het slechts een kleine voorbode voor de komende dagen. Via een pad vol boomwortels kwamen we aan bij de Refuge Des Fonts, na 8 km met een hoogteverschil van 540 m. We hadden de berghut in een herdersdorpje voor onze groep alleen. Er was voor iedereen dus plaats genoeg om te slapen. De volgende dag stond het ontbijt al vroeg klaar. Helaas was het weer behoorlijk verslechterd. We moesten dan ook in de stromende regen vertrekken. Er werd onweer voorspeld aan het einde van de dag, dus dan moesten we echt zorgen dat we er zouden zijn. In regenpak kan je ook wandelen, dus vertrokken we vol goede moed. Al snel stonden er koeien op het pad. Sylvie en Ilse maakten de weg vrij en we konden weer door. Het was de hele ochtend wisselvallig, maar wat een prachtige natuur, wat een heftige paden en wat een mooie vergezichten kwamen we tegen.

Hangbed

Door de regenval waren de paden erg nat en modderig, dit had de nodige glijpartijen tot gevolg. De meeste tijd werd er dan ook gelopen met twee mensen voor de Joëlette, één erachter en twee aan de zijkanten. Snel stromende watertjes konden we oversteken met een paar stenen te verleggen en zo een weg te maken.

Er werden heel wat rust-, drink- en adempauzes genomen en dat was echt geen overbodige luxe. Boven de boomgrens kwamen we langs besneeuwde stukken. Twee lammergieren vlogen voorbij. Deze zijn een paar jaar geleden uitgezet in de Haute Savoie. Het laatste stuk was verschrikkelijk steil. Er is dan echt geen tijd om foto’s of filmpjes te maken. Iedereen is hard nodig. Eindelijk zien we de berghut: Refuge Alfred Wills. Eerst volgt nog een kleine afdaling om echt bij de hut te komen. Bijna viel ik om, maar Sebastien kon mij nog net tegenhouden. En dan zijn we na een zware tocht van ongeveer 7 km met een hoogteverschil van 600 m, eindelijk bij de berghut. We hebben het met z’n allen geflikt! Na de kaasfondue gingen we vroeg naar bed. We lagen in de hut die we moesten delen met andere mensen nu wel met twee of drie tegen elkaar aan. Karlien kreeg als kleinste een speciaal eenpersoons hangbed. Maar of ze daar nu blij mee was? De laatste avond bereidden we voor ons Frans gastgezin een Nederlandse maaltijd. Het menu: mosterdsoep, amuse compleet met echte drop, hutspot oftewel wortelenstamp oftewel peeënstaamp, vlaflip.

Eens de groep gevormd spreken we niet meer over ‘deelnemers met fysieke beperking’ en ‘wandelende deelnemers’. Basisdingen

Tim deed een tweedaagse die op zijn maat was gemaakt:

Sebastien dacht een ideale locatie voor mijn wensen te hebben, maar vrijwilligers vinden in coronatijd bleek lastig te zijn. Zeker was dat wij naar ’Bivakzone Soor’ in de Ardennen zouden gaan en dat er een Joëlette mee moest om mij overal te krijgen. In de laatste weken heeft Sebastien dit avontuur gedeeld op sociale media en uiteindelijk waren wij met zeven mensen van zes verschillende nationaliteiten, ‘’dat wordt interessant’’. Het is even pielen (voor de Vlaamse lezers = klungelen, knoeien) met zo’n lichamelijke beperking, maar met het juiste inzicht en elkaars hulp hadden wij het kamp redelijk snel staan. Daarna bombardeerde Sebastien ons met een cursus navigeren op de natuur, zonnestand in combinatie met tijd, watertjes, weggetjes, terreinsoort, hoogte, boomgroei, noem maar op. Niet allemaal altijd even betrouwbaar, maar wel goed om als indicatie te hanteren. Voor het avondeten hadden we alleen wat basisdingen: een pan, ongesneden groenten, een zakmes en een aansteker. We gingen dus koken op open vuur. De groenten werden met het zakmes klein gesneden en in de pan gegooid. Sebastien was op alles voorbereid en had een mooi handzaam filtertje om waterflessen mee te vullen. De volgende ochtend had ik voor het evenwicht even een hand nodig om uit mijn tent te komen en met mijn sokken aan vanuit de tent direct in mijn schoenen te stappen. Met een klein beetje hulp was dit zo gebeurd. Ook nu begon ik lopend met de anderen aan de tocht, maar we gingen meteen de bospaadjes op met alle uitdagingen vandien. Uiteindelijk moest ik natuurlijk ook op deze dag verstandig doen en nog een beetje kunnen genieten van de omgeving, dus na een tijdje ging ik weer in de stoel zitten. Het pad van deze dag gaf ons nog wat meer uitdagingen: veel oppervlaktewortels, kleine waterstroompjes en ook hele modderpoelen waar we doorheen moesten.

Onmogelijk geachte dromen die ook nog worden gerealiseerd, hoe komen mensen op zulke ideeën? Zoals zo vaak bij nieuwe outdoor-activiteiten zijn

het onze zuiderburen die het voortouw namen en waagden vervolgens onze noorderburen de sprong. We stelden dus de vraag aan Sebastien Naulais, stichter-voorzitter van de Nederlandse Stichting Onbegrensd Avontuur.

De naam ‘Joëlette’ hebben jullie niet zelf uitgevonden?

Een Franse berggids, een zekere Joël, wilde 35 jaar geleden zijn neefje die aan een spierziekte leed toch meenemen op tocht. Hij bedacht daartoe een speciale rolstoel en kon die ook nog laten bouwen. Het lukte om hoog in de Alpen te komen, met zijn neefje in de stoel. Die doopte het vervoermiddel prompt om tot zijn ‘Joëlette’. Later hebben een aantal bedrijven zich geëngageerd om jaarlijks zo’n 200 stoelen van de band te laten lopen. Maar op jullie tochten is niemand ‘vrijwilliger’?

We zijn allemaal deelnemers. Eens de groep gevormd spreken we niet meer over ‘deelnemers met fysieke beperking’ en ‘wandelende deelnemers’. Er is ook geen hiërarchie. Deelnemers in een rolstoel vinden dit heel prettig want het voelt niet aan alsof een groep vrijwilligers zich komt inzetten voor een speciale doelgroep.

Joël zag plots de mogelijkheid om iets bijzonders te realiseren. Wat was jouw Joël-moment?

De laatste avond van een tocht door Schotland, de zonsondergang, een fles Whisky, mijmeren, terugblikken, je kent dat gevoel. De vraag ‘hoe zou ik dit met anderen kunnen delen?’, was snel beantwoord: met een combinatie van mijn job en mijn hobby, fysiotherapeut en outdoor. Ik beschikte over de expertise van de doelgroep, ben dan eens met een Franse groep meegegaan en ik voelde mij er klaar voor. De filosofie was meteen duidelijk: genieten van een eenvoudige levensstijl, op basis van gelijkheid, waarbij iedereen, met of zonder lichamelijke beperking, doet wat mogelijk is. De wandelaars hoeven ook geen supergetalenteerde berggeiten te zijn. Intussen is de hobby dus wel een beetje ‘uit de hand gelopen’. Gelukkig kunnen we nu wel rekenen op een zestal min of meer vaste vrijwilligers.

Het valt op dat kaart en kompas nog een belangrijk oriëntatiemiddel zijn.

We willen inderdaad nog een beetje ouderwets avontuur aanbieden en alle elementen daarvan aan bod laten komen. Bij de aspecten van natuurlijk leven en overleven in groep, daar horen op kompas lopen en kaartlezen van oudsher bij.

De tochten vragen een zeer gedegen voorbereiding?

Ik ga de routes verkennen en bezoek vooraf alle berghutten om de mogelijkheden goed te bespreken. In Frankrijk kennen ze ons wel en worden we altijd vriendelijk ontvangen. We organiseren ook bagagevervoer want een rugzak en een Joëlette dragen lukt niet. De deelnemers betalen hun maaltijden en overnachtingen. Voor de logistiek moeten we fondsen zien te verzamelen want iedereen moet meekunnen en zijn plekje in de groep kunnen krijgen. Meestal gaan twee Joëlettes mee, per stoel hebben we 4 à 5 mensen nodig, zodat we met maximum 15 deelnemers (tussen 18 en 65 jaar) op pad gaan. Het is soms wat puzzelen om de groep samen te stellen, maar dat lukt.”

Info

Het aanbod van Stichting Onbegrensd Avontuur is ook ‘onbegrensd’. Naast wandeltochten van de Eifel tot het Centraal Massief en de Alpen staat op het programma ook een fietstocht langs de Vennbahn met 5 nachten in een tent en afstanden tussen 21 en 42 km, een wandeltocht met raft avontuur of een kanotocht naar natuureiland Jisp in Nederland. Voor de tochten in het tweede deel van deze zomer is er allicht nog hier en daar een plaatsje vrij. Alle info op www.onbegrensdavontuur.nl.

This article is from: