10 minute read
WANDELREPORTAGE | Spanje
Ook de hekkensluiter draagt zijn steentje bij
Trektocht door de Sierra Nevada
Wanneer onze nieuwe wandelbestemming op een bijeenkomst buiten in de winterkoude wordt gepland, lijkt alles mogelijk. Zelfs half oktober boven de 3000 m overnachten. De Sierra Nevada ligt in het zuiden van Spanje, niet? Als deze vierde staptocht met ons achten iets aantoont, dan wel dat improvisatie het nieuwe normaal geworden is.
Tekst Maarten Dhaenens Foto’s Vic Van Geele, Jan Van Meiraeghe, Wouter Dhaenens, Pieter Lahousse en Maarten Dhaenens
Ik plan een onmogelijke route in de vorm van een 8 en zes maanden later stappen we het vliegtuig op richting Malaga. Met een gehuurd busje rijden we via Motril naar Trevélez. Mijn neef, die in Andalusië op zoek is naar een huis, heeft voor ons campinggas, wijn en chocolade verstopt aan een verlaten ruïne. Zo zullen we geen uren moeten zoeken naar de juiste aansluiting voor onze gasstelletjes. Na een extreem droge zomer in de streek is mijn grootste bezorgdheid water. Grote rivierbeddingen monden droog uit in zee en mijn angstzweet lijkt het enige water in de wijde omgeving. In mijn hoofd vormt zich een speech om mijn kompanen voor te bereiden op een weekje playa in Malaga. Maar op enkele honderden meters voor het startpunt volgt een enorme opluchting: “Er stroomt water in de rio Trevélez!” In de late namiddag vatten we onze eerste klim aan. Meteen is duidelijk dat dit de enige dag zal zijn met het voltallige team: mijn broer zit met een stressfractuur in de rechtervoet en heeft ondanks de nieuwe steunzolen nog steeds veel pijn. Wanneer we 9 km en 1000 hoogtemeters later ons kamp opzetten is het duidelijk: hij keert morgen terug naar beneden. Gelukkig hebben we het busje en gelukkig is er nog onze neef. Mijn broer zal dit keer niet letterlijk de hekkens sluiten aan het einde van de groep, hij wordt de symbolische hekkensluiter.
In tijden van waanzin
Het pad loopt langs een nog werkende ‘acequia’. De moren bouwden deze kanalen op de hoog-
Even via de ‘Hoge Route’ proberen ... Nog bergbewoners op het pad.
telijnen om helder water overal naartoe te brengen. Op 2500 m hoogte, in oktober in Andalusië, is onze bewondering voor zo veel vindingrijkheid onmetelijk. Zo hoeven we vandaag geen drie liter per persoon de flank op te sjouwen, we kunnen rechtstreeks drinken van het kabbelende water, helemaal tot aan de bron, de Lagunas de Juntillas, een omwald meer op 3115 m. Wanneer we voor die ‘muur’ staan, lijkt het even alsof onze tocht opnieuw vroegtijdig zal eindigen. Maar door minutieus de stippellijntjes op de gps te volgen, worden we letterlijk stapje voor stapje naar boven geleid. We dalen gespreid een lange steenlawine af om zoveel mogelijk oppervlakte te beslaan voor het vinden van een mooie kampeerplek. Zelf loop ik bij de drie gelukkigen die de ideale plek vinden, aan een stroompje van amper 20 cm breed. De schoonheid van de omgeving doet onze monden openvallen.
Uitdrogen en insneeuwen
Koude heeft ook zijn voordelen. De volgende ochtend zien we al na 100m een bevroren watervalletje. We dalen langs het breder wordende stroompje af, met hier en daar iets wat op een pad lijkt. Wat verder gaat het over in een acequia, die van de andere kant lijkt te komen. We staan ons een hele tijd te verbazen over een optische illusie: de acequia lijkt omhoog te lopen! In tijden van waanzin is er gelukkig nog altijd één zekerheid: wit-rood toont de weg.
We komen op de GR 240 terecht en kunnen terug wat tempo maken. Omdat we nu gelijklopen met de hoogtelijnen, flirtend met de boomgrens, wordt het een prachtige en productieve doorstapdag: bijna 15 kilometer aan meer dan 4km/u! We eindigen aan onze eerste ‘refugio’ Postero Alto, die volgens de website van de Sierra Nevada gesloten is. Maar dan blijkt de deur gewoon open te gaan. “Hola”, wordt tot onze stomme verbazing beantwoord met: “Estás dentro, ¿no?”. Al meer dan twee weken heeft José geen levende ziel gezien. Hij verklaart ons gek, want zo laat op het jaar wordt hier soms al geskied. Enkel in de Sierra Nevada gaan het gevaar van uitdrogen en insneeuwen hand in hand. Door corona zijn we verplicht om in de refugio gekookt te eten voor een respectabel bedrag. Hij start een bluesy track op voor een gemoedelijke onderhandeling en we vinden elkaar in het midden. Ondertussen heb ik mijn broer gebeld en hij zal samen met onze neef een kleine 100 km omrijden om er die avond bij te zijn. Het wordt een heerlijke maaltijd in een refugio voor 65 mensen, voor onze groep alléén! José wordt er bijna emotioneel van. Is eenzaamheid dan toch niet zijn beste vriend?
Zes druppels
Voor onze langste stapdag volgen we andermaal de hoogtelijnen, tot aan de skipiste van Aldeire. Bij de lunch bakken we trekkersomelet en tellen we zes druppels regen: de rubriek ‘buien trotseren’ kunnen we meteen afvinken. Die dag zou vooral mooi en meegaand zijn, maar ik heb in mijn berekeningen de skipiste op het einde van de tocht niet meegeteld, waardoor we alsnog behoorlijk gebroken beneden komen. Daar wachten broer en neef, met een voorraad biertjes in een box vol ijsblokjes. Enkele meters buiten het Nationaal Park slaan we het kamp op en koken een heer-
Onder de tarp en volle maan weten we weer waarom we willen afzien. We starten de klim langs eeuwenoude kastanjebomen.
lijk maal met verse groentjes. En in plaats van stenen bij te stapelen op de steenmannetjes, draagt mijn broer nu figuurlijk een flink steentje bij: morgen zal hij ons rond de Sierra Nevada voeren zodat we de Mulhacen vanuit het westen, vanuit Lanjarón, kunnen beklimmen. Na twee dagen met ‘veel luxe’ voelen we ons onoverwinnelijk en klaar voor de hoogste berg van het Iberisch schiereiland.
Een doodlopend pad
In een verschroeiende hitte vatten we de klim aan langs eeuwenoude kastanjes. Zij hebben bosbranden overleefd, maar vele van hen zijn er toch aan bezweken. De verzengende hitte baart mij zorgen omdat het even zal duren voor we aan de río Lanjaron komen. De klim is loodzwaar. Tot overmaat van ramp raakt het water stilaan op en kies ik een doodlopend pad dat op kaart veel korter leek. Ik stel mijn hoop op de hoger gelegen refugio Ventura, maar dat blijkt alweer een ruïne te zijn. Nog 2 km lopen we door langs een uitgedroogde acequia. Dan komen we aan bij Cascajar de Peñon Colorado, waar de nauwe, hoger gelegen vallei openbreekt met een prachtig zicht vanop 2400 m tot aan de zee. Die avond zetten we voor het eerst onze tarp op met de wandelstokken, want een stevige valwind guurt door de nauwe trog naar beneden. Met hoofdlampen op rond de gasbekkens, het licht van de volle maan vechtend voor een plaatsje aan de dis, weten we weer waarom we willen afzien.
Schoenzool los
De volgende dag moeten we boven de 3200 m geraken. Dichter bij de ‘Lord of the Rings’ komt het niet. Na een vlugge lunch aan de Laguna de Lanjarón klimmen we de laatste tweehonderd hoogtemeters met zicht op de prachtige refugio Elorrieta. Bij één van de kompanen is de schoenzool los gekomen. Herstellen met ducttape? Maar neen: de elastische crampons vormen een volwaardige ‘tweede schoen’ rondom het gescheurde exemplaar. Bij de refugio staan drie Spanjaarden, duidelijk boven de zeventig. Ik buig het hoofd uit diep respect en vraag hoe zij het helemaal tot hier hebben gehaald. “De auto staat beneden op de parking”, verontschuldigen ze zich. Zij wonen al hun hele leven aan de voet van de Sierra Nevada. Of we de ‘ruta baja’ of ‘ruta alta’ nemen naar de refugio Vivac de la Carihuela? De ‘hoge’ natuurlijk! Ze kijken van onze rugzak naar de bergkam en fronsen hun voorhoofd …
Terugkeren is geen optie
De ‘hoge’ blijkt niet meteen iets om met zware rugzakken te doen. Wanneer we de streepjes en de steenmannetjes eindelijk hebben gevonden, leiden zij ons tussen en over gigantische rotsblokken langs iets dat een ‘via ferrata’ had moeten zijn. Maar de ijzeren treden of de hulplijn zijn nooit in de berg verankerd … Ik moet er voorgaan en verkennen, springend van rotsblok naar riggel, om dan voor een onzekere kompaan met zijn rugzak de route opnieuw te doen. Terugkeren is geen optie, bovendien zien
Even wat tempo maken op de GR 240. Enkele steenbokken zijn ook al vroeg op pad.
we de refuge al aan de andere kant van de klif. Dit is het moment waarop iedereen in zichzelf keert en versmelt met de berg, zelf een stuk rots wordt om er nooit meer van los te komen: een gevoel van essentie, van de berg en de stappers en niets anders meer. Wanneer we eindelijk onze rugzak afgooien aan de voordeur van de refugio val ik mijn vriend met hoogtevrees in de armen, beiden in tranen. Na een troostend aperitief ontvouwt zich een onwaarschijnlijk spektakel: aan de ene kant de ondergaande zon, aan de andere kant de opkomende volle maan, pal boven de Mulhacen. Een Duits koppel komt uitgeput boven langs een ander pad, met de fiets!
Zweetdruppel aan de neus
Na een nachtje in een bunk van 12 slurpen we ochtendkoffie met zicht op de dag voor ons. We knikken unaniem dat het de ‘ruta alta’ niét wordt naar de Punto Mulhacen. Een kudde gemzen wandelt even met ons mee richting de lage route. Het is duidelijk dat dit het gangbare pad is, maar op die hoogte blijft het evengoed adembenemend. We kennen onderhand de routine: iedereen zoekt zijn eigen tempo, pasjes van 20 cm, diep inhaleren, zweetdruppel aan de punt van de neus. Ik stap als laatste, want in de finale klim wil ik de groep ook eens zien in plaats van hem te leiden. Het wordt een beeld dat mij altijd zal bijblijven, onlosmakelijk verbonden met de top van de Mulhacen, op 3480 m. Na een uur turen dalen we af naar de refugio Siete Lagunas. Het blijkt niet meer dan een overhangende rots waar enkele wanhopige stappers ooit stenen omheen hebben gestapeld. Eenmaal de tent opgetrokken kunnen we zonder zorgen in één van die zeven meertjes springen om ons in het laatste zonnetje te verfrissen. Bij het aperitief komt een kudde gemzen rond onze tent grazen. De jonge mannetjes gaan op hun achterpoten staan en knallen hun horens luid echoënd tegen elkaar. Iemand doet de stem van David Attenborough na ...
85 mmPRAKTISCHE INFO Downhill hiking
Als de duisternis invalt en de maaltijd bijna klaar is, doemt er plots een jonge stapper op, in t-shirt en met kleine rugzak. Of hier die refugio ligt? Als blijkt dat Nicolas enkel een slaapzak en een hangmat heeft, rep ik mij om hem mijn rubberen ondermatje aan te bieden. In de beschutte grot hangt hij zijn hangmat tegen de stapels stenen om de wind wat tegen te houden. ’s Nachts, terwijl de wind buiten raast, doemen nachtmerries op van zijn lijk dat ik de volgende ochtend zal aantreffen. Er ligt een pel ijs op het meertje, maar Nicolas komt bibberend uit zijn hol gekropen. Zou hij zijn lesje geleerd hebben? Op de laatste dag ruiken paarden hun stal: nog nooit stapte ik zo snel, in het kielzog van grote mannen met veel langere benen. ‘Downhill hiking’, ik wist niet dat het een discipline was. De kapotte schoenen zijn nu zelfs niet meer met crampons bijeen te houden. Beneden staat daar als grote toeverlaat de hekkensluiter. In het busje dromen we weg van ons luxehotel in Malaga en van onze geliefden thuis.
SIERRA NEVADA
Pradollano
Lagunaz de Juntillas, 3115 m
Refugio Elorrieta, 3178 m
Vivac de la Caldera, 3060 m
Refugio Ventura
Mulhacén, 3480 m Laguna de Lanjaron Cascajar de Peñon Colorado Siete Lagunas, 30600m
ALPUJARRAS
Capileira
Travélez
Busquistar
Rifugio Postero Alto, 1879 m Aldeire
0 5 10
Mecina Bombaron
km
Bérchules
Op Weg 2022
Wij wandelden 8 dagen in de Sierra Nevada in Zuid-Spanje. In totaal besloeg de route 100 km, met 10.000 hoogtemeters. Over de kam van het gebergte wandelen, zoals eerst gepland, is bijna onmogelijk door gebrek aan water. Voor onze uiteindelijke route gebruikten we tent en vervoer, maar dat heeft ons wel toegelaten de volledige Sierra te zien. Naast stukjes GR bevat de route ook meerdere secties ‘mountaineering’ (geen noemenswaardig pad). Gps-navigatie is noodzakelijk. De ‘Hoge route’ is heel gevaarlijk en te mijden (met rugzak).
ONLINE