6 minute read

WANDELREPORTAGE | België

De Transardennaise

Door de velden in de buurt van Carlsbourg. Door de naaldbossen op weg naar Saint-Hubert.

Een aanrader voor iedereen die een beetje getraind is

De GTA of Grande Traversée des Ardennes is een echte wandelklassieker. Het pad door de centrale Ardennen van La Roche tot Bouillon verbindt de mooie valleien van de Ourthe, de Lesse, de Lhomme en de Semois, allemaal zijrivieren van de Maas. We deden beroep op Anders Reizen om deze ‘Grote Oversteek’ voor ons te organiseren.

Æ Tekst en foto’s Filip Savat

DAG 1 Onze bagage staat al te wachten

De GTA start in het centrum van La Roche en begint onmiddellijk met een stevige klim: een ideale opwarmer en meteen het sein om onze trui in de rugzak te proppen. Het is perfect wandelweer: een licht briesje, zon en niet te warm. Bossen, velden en dorpjes volgen elkaar op. We picknicken in de schaduw van de kerk van Cens en via Wyompont en Roumont gaat het naar Sprimont. Er volgt een schitterend stukje op een knuppelpad door een moerassig gebied, waar we een beverdam zien. Via een oude spoorwegbedding die de Westelijke Ourthe dwarst, komen we aan in ons hotel in Lavacherie, met 29 km op de teller. Onze bagage staat al te wachten, en wat doet die douche deugd! We genieten van een lekker driegangenmenu, drinken nog een slaapmutsje en binnen de kortste keren liggen we onder de wol.

DAG 2 Gpx versus markering

Opnieuw starten we met een deftige beklimming, en alweer verdwijnt de trui meteen in de rugzak. Het pad leidt door een bos, waarna we, tussen de weiden, afdalen naar Tonny. Net voorbij het dorpje staan we voor een dilemma: mijn gpx-gegevens sturen ons naar rechts, lichtjes bergop, maar...de markering wil dat we rechtdoor gaan. We besluiten mijn gpx te volgen en, jawel, 700 m verder staan we voor een hek. Zucht. In het vervolg toch maar de markeringen volgen :-)

Een paadje tussen manshoge varens wordt gevolgd door kilometers naaldbossen. Erg donkere bossen, waar geen straaltje zon de bodem bereikt, wisselen af met tot 30 m hoge sparren waar weinig ondergroei is. Dan weer volgen gemengde bossen en beukenbossen. Van het hoogste punt op onze tocht, 557 m, gaat het langzaam bergaf naar Saint-Hubert. Er rest voldoende tijd om onze dorst te lessen op het marktplein én om de indrukwekkende gotische St.-Pieter & Paulus basiliek te bezoeken.

De lange etappe richting Nassogne gaat nagenoeg de volledige dag door het uitgestrekte woud van Saint-Hubert.

DAG 3 Reeën zien, klimmen en zweten

Na een deugddoende nachtrust vertrekken we voor een lange etappe richting Nassogne, nagenoeg de volledige dag door het uitgestrekte woud van Saint-Hubert. Er staan enkele stevige beklimmingen op het programma en de temperatuur gaat richting 28°C. Het voordeel van zonder bagage te stappen is dat we voldoende flessen water kunnen meedragen in onze rugzak. Na de gebruikelijke startklim komen we voorbij een gigantische kerstboomplantage, duizenden bomen die deze winter (toch even) binnen zullen staan. In een wildpark zien we tientallen herten, de enige levende reeën die we in 7 dagen spotten. We klimmen tot 540 m hoogte en komen voorbij een monument(je) voor koning Albert I, die hier in de herfst van 1933 blijkbaar graag kwam wandelen. Er volgt een lange afdaling langs bospaden en een kronkelend asfaltbaantje. Een groepje mountainbikers vlamt ons voorbij aan hoge snelheid, sommigen dragen niet eens een helm… Bijna beneden zien we in de berm het kadaver van een ree en haar kalfje. We kunnen alleen maar gissen naar de doodsoorzaak. Aan de oevers van de Masblette pauzeren we, want een eerste zware beklimming wacht op ons. Aanvankelijk gaat het geleidelijk, maar dan gaat

Brugje over de Laval. Wegwijzers genoeg. Gotiek in Saint-Hubert.

de steiltegraad met een ruk omhoog en ons staptempo steil omlaag. Na een korte rustpauze dalen we af naar het domein Fourneau Saint-Michel, maar we laten het openluchtmuseum voor wat het is want daar is de tweede zware beklimming al: van 290 naar 520 m. Als uitsmijter volgt op het einde nog een kleine helling van 100 m naar Nassogne. Met onze bergschoenen en bezwete stapperskleren vallen we uit de toon tegenover de andere hotelgasten.

Vandaag is het hier rustig en stil: de meeste dorpjes lijken uitgestorven, we zien nauwelijks mensen.

DAG 4 De transfer is geregeld

De vierde dag gaat het zuidwaarts richting Mirwart. Het wordt onze kortste etappe, maar door de hitte en de 500 hoogtemeters breken we vandaag ons transpiratierecord. In tegenstelling tot de voorbije dag starten we met een flinke afdaling. In Masbourg dwarsen we opnieuw de Masblette en dan volgen een korte maar steile helling, een stukje asfalt en weer bossen. Wanneer we tussen de weiden verder stappen zien we in de diepte Fourneau SaintMichel liggen. We picknicken op een brugje over een beek: idyllisch, maar allesbehalve rustig wegens voorbijrazende auto’s. Twee klimmetjes en een passage langs de Lhomme later, arriveren we in Mirwart, ‘un des plus beaux villages de la Wallonie’. Er is geen slaapgelegenheid in het dorp, maar wel in Hatrival, zo’n 15 km verder. De transfer is geregeld: een telefoontje en 20 minuten later worden we opgehaald. Een ligbad en twee Chouffes later genieten we nogmaals van een uitstekend avondmaal.

DAG 5 Luid verkeer en overweldigende stilte

We worden opnieuw afgezet aan de vijvers van het Provinciaal Domein van Mirwart, die zijn aangelegd op de loop van de Marsau. In de 35 vijvers kweken ze forel en zoetwaterkreeftjes. Vandaar gaat het 8 km aan een stuk geleidelijk omhoog door de bossen. Een stukje van de route loopt bijna evenwijdig met de E 411 en het lawaai van het verkeer stoort echt. De passage door Transinne is wat minder aangenaam maar gelukkig komen we enkele kilometer verder weer in het bos. Tijdens onze picknick genieten we van de overweldigende stilte: ik meet een waarde van amper 30 dB. De rest van de dag gaat het vrijwel continu bergaf. We passeren door het boekendorp Redu en lopen langs de schotelantennes van het ESA Redu Centre, dat een hele reeks satellieten volgt en test. Na wat asfalt stappen we nog een vijftal kilometer door de bossen naar de Lesse die we volgen tot aan ‘Le Moulin de Daverdisse’, waar we op het terras nagenieten.

DAG 6 Een makkelijk traject

Intussen zijn onze benen getraind en weten we perfect welk tempo we moeten aanhouden om op een klim boven te komen zonder gehijg. We duiken een bos in en een kaarsrecht bospad brengt ons naar Porcheresse. Op 22 augustus 1914, bij het begin van WO I, werden bijna alle huizen van het dorp afgebrand door het Duitse leger. Vandaag is het hier rustig en stil: de meeste dorpjes lijken uitgestorven, we zien nauwelijks mensen. Het gaat licht golvend op en neer en gezwind stappen we naar Our, waar we even halthouden op de brug over L’Our. Een stuk bos, een (te) lang stuk asfalt door Beth, Opont en Fresnes en een volgend stuk bos brengen ons naar het eindstation van vandaag. Het hotel ligt een stukje buiten Paliseul en we besluiten om eerst op de markt te genieten van een verfrissing (inderdaad, een biertje…).

DAG 7 Proficiat aan onszelf

We hebben uitstekend geslapen en na het ontbijt vertrekken we voor de laatste etappe. De lucht is dreigend grijs en de temperatuur is zo’n 8 graden lager dan de voorbije dagen. Er staat een stevige noordenwind, maar gelukkig stappen we pal zuidwaarts. In de gids lezen we dat dit het gemakkelijkste traject is: golvend, een leuke afwisseling van bossen en velden en niet te veel verharde wegen. De lucht klaart langzaam op en na 26 km komen we aan het ‘Belvédère d’Auclin’. Na 120 trappen krijgen we vanop de uitkijktoren een prachtig uitzicht over Bouillon. We beginnen te beseffen dat het bijna voorbij is, maar eerst volgt nog een steile afdaling naar de Semois. Beneden zijn we een beetje teleurgesteld dat het einde van de route op geen enkele manier is gemarkeerd: geen bord met een tekst in de aard van “Proficiat, U wandelde de

This article is from: