4 minute read

Gezamenlijk opkomen voor rechten

In de jaren zestig en zeventig staan Nederlandse bedrijven te springen om arbeiders uit onder andere Marokko en Turkije. In de samenleving krijgen veel gastarbeiders echter te maken met discriminatie. In 1975 besluit een groep Turkse vrouwen zich te verenigen in Hollanda Türkiye

Kadinlar Birligi (HTKB), de eerste landelijke Turkse vrouwenvereniging van Nederland, om op te komen voor hun belangen. Wat is hun verhaal?

DOOR MILOU BOLLEN

Een van de oprichtsters van de Turkse Vrouwen

Vereniging Hollanda Türkiye Kadinlar Birligi (HTKB) was Maviye Karaman: op dat moment samen met haar echtgenoot hét gezicht van de progressieve Turkse arbeidersbeweging HTIB in Nederland. Hoewel die vereniging dan openstaat voor het lidmaatschap van vrouwen, meent Karaman dat er voor hen een aparte vrouwenorganisatie opgezet moet worden. Zo geschiedde. De HTKB zet zich vanaf dat moment niet alleen in voor seksegelijkheid, maar ook voor klassengelijkheid en tegen racisme. Hun doel: solidair zijn met de democratische beweging en bevolking in Turkije én Turkse vrouwen bewust maken van hun positie.

In staking

Samen staan we sterker, merken de Turkse vrouwen. In 1978 legt fotograaf Bertien van Manen de eerste staking van Turkse vrouwen in Nederland bij een kippenslachterij in Almelo vast. De vrouwen komen in opstand vanwege de slechte arbeidsomstandigheden. Ze krijgen lichamelijke klachten omdat ze met hun handen het gloeiendhete kippenvlees van botjes moeten verwijderen, tachtig uur per week werken en onderbetaald worden. Alle vrouwen schrijven zich tijdens de staking in bij de vakbond. De foto herinnert ons aan een onderbelichte geschiedenis: niet alleen mannen maar ook de eerste generatie Turkse vrouwen in Nederland heeft hard gewerkt voor de kost.

Wederzijds respect

De HTKB netwerkt van meet af aan veel met andere feministische groepen. De samenwerking met Nederlandse vrouwenorganisaties verliep echter stroef. Turkse vrouwen voelden zich bijvoorbeeld niet gesteund in hun strijd voor zelfstandige verblijfsvergunningen voor buitenlandse vrouwen. Dat werd gezien als een probleem voor buitenlandse organisaties. “Dat is ongelijkwaardig,” stelde HTKB-voorzitter Maviye Karaman in 1986. Veel migranten hadden zich immers inmiddels blijvend in Nederland gevestigd. Karaman: “We moeten ook gemeenschappelijke programma’s maken onder gelijkwaardige omstandigheden. Wederzijds respect is een voorwaarde en het bestrijden van vooroordelen tegen migranten en het strijden voor gelijke rechten moeten de Nederlandse organisaties niet alleen als hun probleem zien, maar ook hun plicht.”

Buurthuisbijeenkomsten

Tijdens bijeenkomsten van de HTKB bespreken de vrouwen hun gemeenschappelijke problemen. Zo ontstond er langzaamaan een systematisch beeld van de ongelijkheden waar deze vrouwen mee te maken kregen. Daarom ging de vereniging ook aan de slag met belangenbehartiging en probeerden ze het beleid van gemeenten of Rijksoverheid jegens ‘hun’ vrouwen te beïnvloeden. Op deze foto is een bijeenkomst van de HTKB te zien in buurthuis Oosterhonk in het Oosterpark in Amsterdam.

In solidariteit

De Turkse Vrouwenvereniging publiceert ook een tweetalige krant: de Kadinlarin Birligi (Turkse Vrouwenkrant). In de krant komen allerlei onderwerpen aan bod, zoals discriminatie op de Nederlandse arbeidsmarkt, emancipatie en racisme en solidariteit met politiek vervolgde vrouwen in Turkije. HTKB steunt ook de democratische beweging in Turkije, de vereniging spreekt

Niet meer te gast

Nieuwe arbeidskrachten uit onder andere Spanje, voormalig Joegoslavië, Marokko en Turkije worden in eerste instantie met veel dankbaarheid ontvangen vanaf de jaren zestig. Tot 1980 was het beleid van de Nederlandse overheid gericht op het idee dat aanwezige migranten eens zouden terugkeren. In de jaren zeventig werd gezinshereniging daarom erg moeilijk gemaakt. De verblijfsvergunning van de vrouw verviel als haar echtgenoot binnen drie jaar na afgifte van het bewijs naar zijn vaderland zou terugkeren of van zijn vrouw zou scheiden. In dat geval zou de vrouw Nederland verplicht moeten verlaten. Dankzij dit overheidsbeleid werd de migrantenvrouw volledig afhankelijk van haar echtgenoot. Zij kon zelf pas een zelfstandige verblijfsvergunning aanvragen als zij kon aantonen dat zij drie aansluitende jaren in Nederland had gewoond. Alleen als de vrouw al in het bezit was van een werkvergunning had zij zonder meer recht op verblijfsvergunning.

Af che van HTKB ter gelegenheid van Internationale Vrouwendag op 8 maart 1993. Forum over solidariteit, sociale voorzieningen en de multiculturele samenleving.

Ontwerp: Ufuk Kobas | Collectie IAV-Atria

Kleur in de vrouwenbeweging Vrouwen van kleur hebben in Nederland in de jaren zeventig en tachtig te maken met zowel racisme als seksisme. Binnen de mainstream vrouwenbeweging hebben ze nauwelijks een stem. Zwarte vrouwen en vrouwen van kleur richten daarom nieuwe groepen op onder de paraplu Zwarte, Migranten- en Vluchtelingen Vrouwenbeweging (ZMVVrouwenbeweging), om in de maatschappij hun plek op te eisen. Vrouwen uit de ZMV-Vrouwenbeweging, zoals de Turkse vrouwen van de HTKB, organiseerden talloze activiteiten. Ze richtten centra zich regelmatig uit over het fascistische Turkse regime. Verbetering van de economische en politieke situatie in Turkije is voor hen van groot belang. Vrouwen die in de jaren tachtig als politieke vluchtelingen naar Nederland kwamen, worden regelmatig opgevangen door de HTKB.

Onvermoeibare strijd

In 1995 gaat de HTKB als Amsterdamse en dus lokale vereniging verder. Er volgen veel acties, vaak samen met verschillende andere ZMV-vrouwenbewegingen. Zo zouden ze jarenlang gezamenlijk strijden voor een zelfstandig verblijfsrecht en recht op bijstand voor buitenlandse vrouwen gevestigd in Nederland. Dankzij de inzet en lobby van deze organisaties hebben vrouwen die op, drukten hun eigen kranten en nieuwsbrieven en publiceerden reportages via de Zwarte Vrouwenradio. Ze stonden aan het begin van het maatschappelijke debat over feminisme, gender en etniciteit in Nederland. Zo zei HTKB-voorzitter Maviye Karaman in 1986: “Een gemeenschappelijke strijd is alleen maar op gelijke voorwaarden mogelijk. Omgekeerd verwachten we ware solidariteit, vrij van elk soort vooroordeel, van vrouwenorganisaties, van politieke partijen, vakbonden en vrouwenorganisaties bij de door ons te voeren strijd op alle gebieden van het leven.” in hun huwelijk te maken krijgen met geweld een veel betere kans om dit huwelijk te kunnen verlaten zonder meteen het land uitgezet te worden.

Organisaties als de HTKB zijn nog steeds hard nodig. Het kabinet probeerde onlangs nog het recht op gezinshereniging opnieuw aan banden te leggen. Het recht op zelfstandig verblijf is nog steeds niet geborgd. Gezamenlijk opkomen voor rechten helpt, laat de geschiedenis van de Turkse vrouwenbeweging zien. De woorden van de HTKB, en later ATKB, klinken voort. Zoals Karaman in 1986 al stelde: “Een gemeenschappelijke strijd is alleen maar op gelijke voorwaarden mogelijk.” O

This article is from: