Organic Retail Magazine

c i n a g Or V.U. Niko D’hont – Verschijnt 4 maal per jaar (ma, jun, sep, dec), maart-april-mei 2012, 5e jaargang P802085 – Afgiftekantoor: Antwerpen X - Version Française sur simple demande

MAGAZINE VOOR DE BIOPROFESSIONAL

… …

< www.ORGANICRETAIL.INFO

retail

16

BIOVAK ?

Organic 16

sept. okt. nov. 2012 Organic Retail is een onafhankelijk vakblad voor de distributie van biologische, vegetarische, ecologische en dieetproducten in de Benelux en Frankrijk.

Organic Retail beoogt door middel van onafhankelijke communicatie een bijdrage te leveren binnen de biologische sector. De redactie werkt onafhankelijk van de publiciteitswerving.

Verantwoordelijke uitgever - Niko D’hont Jozef Guislainstraat 44 bus 1, B-9000 Gent, België Tel. +32 (0)9 329 66 96 – Fax +32 (0)9 270 32 01 niko@organicretail.net De uitgever kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van de gepubliceerde advertenties. Het verlenen van toestemming tot publicatie in dit tijdschrift heeft tevens betrekking op de terbeschikkingstelling in om het even welke elektronische vorm. Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de verantwoordelijke uitgever.

Version française sur simple demande.

Reclametarieven - www.organicretail.info Redactie - Niko D’hont (niko@organicretail.net), Martine Cosserat Vertaling - AF Translation Fotografie - Niko D’hont, Martine Cosserat Illustraties - Wouter Viaene - Traag Paard Eindredactie - Christiane Lateur Vormgeving - www.79d.be, Gentbrugge Drukwerk - Druk in de Weer, Gent

Dit magazine wordt gedrukt met plantaardige inkten op 100% gerecycleerd papier.

DRUK IN DE WEER

10 …

…

retail

Opinie — Cristina Mafteiu:

“Lekker of hip hoeft niet ten koste te gaan van de duurzaamheid” De wereld van biologisch en ecologische producten telt heel wat bloggersdie bewuste consumenten inspireren bij een duurzamere consumptie. Wij spraken met blogster Cristina Mafteiu. Ze is oprichtster van Style Me Green, een platform en samenwerkingsverband dat ‘een groene maar daarom niet minder hippe levensstijl’ tracht te promoten in Vlaanderen.

Samen met de drie andere hippe en groene dames maakte Cristina Style Me Green tot een succesvol en dynamisch initiatief dat ook steeds present is op groengetinte evenementen.

De ‘Style Me Green’ blog promoot hippe en trendy, maar ook telkensduurzame en vaak biologische producten voor een groeiende schare aanhangers in België en ook Nederland. Het gaat daarbij vaak – maar zeker niet enkel – om producten die ook te koop zijn in de biowinkel: vegetarische en biologische voeding ennatuurcosmetica, daarnaast is er ook veel aandacht voor duurzame mode en accessoires.

“Net als Sarah, Kelly en Katrijn – de andere dames van Style Me Green – houd ik van lekker eten, leuke en hippe accessoires en toffe mode. Alleen vinden we dat dit niet ten koste moet gaan van eender wie of wat op Aarde. Als we shoppen willen we kledij afkomstig uit sweatshops mijden, maar ook voor andere producten willen we leuke dingen zonder dat die schadelijk zijn voor mens, milieu en dier. In onze nieuwsbrieven, maar ook in onze workshops en presentaties pleiten we daar op een overtuigde, maar positieve manier voor. We dringen daarbij niet op en vermijden te activistisch te zijn omdat we denken dat dit niet werkt. En ook heel belangrijk: we verkopen niets. We doen het uit overtuiging maar even zeer voor de fun. We gaan in de toekomst ook wandelingen doen in steden waarbij we een bezoek brengen aan shops die leuke en duurzame producten verkopen.

Welke publiek bereiken jullie en in welke mate zijn ze te overtuigen?

“Dat is erg vrouwelijk (lacht). Vooral op evenementen zijn het allemaal dames, op een verdwaalde man na. De meerderheid is tussen 25 en 45 jaar, en op onze workshops zien we zelden jongeren onder 25 jaar – dat heeft ook te maken met een beperkt budget. Maar we streven ook naar een uitbreiding van dat publiek. We willen ook een ouder publiek warm maken voor een andere en duurzamere benadering van consumptie. Het deed ons bijvoorbeeld plezier dat we ook workshops over natuurlijke cosmetica mochten geven aan een vereniging van landbouwersvrouwen (KVLV).”

Is het moeilijk te bepalen welke producten in jullie ogen mens-, dier- en milieuvriendelijk zijn?

“In sommige gevallen wel. Uiteindelijk heb je voor die keuze toch dikwijls een label nodig. Omdat groene, natuurlijke en faire producten in zijn heb je ook meer en meer producenten die aan ‘Greenwashing’ doen (hun bedrijf of product groener voorstellen dan het is). Ik heb een dubbel gevoel bij ‘Greenwashing’.

Het is natuurlijk vals spelen en dat kunnen we enkel afkeuren,

maar greenwashing trekt de aandacht van de consument ook op de problematiek rond milieu en duurzaamheid. Dat is dan weer een positief neveneffect. Maar natuurlijk vermijden wij vanzelfsprekend dergelijke producten te promoten.”

Bieden labels dan de noodzakelijke houvast?

“Labels bieden meer zekerheid, maar zelfs voor mij die de diverse labels en hun voorwaarden uitvoerig bestudeer, is het niet makkelijk. Ik denk daarbij vooral aan natuurcosmetica.

Het is niet altijd makkelijk om te weten wat het lastenboek bepaalt. En dan heb je bepaalde ingrediënten in cosmetica waarvan de ene specialist zegt dat ze absoluut niet thuishoren in bio- of natuurcosmetica en de ander dat dan weer nuanceert.”

Zijn er nog zaken die beter kunnen?

“Ik vind ook dat er onvoldoende aandacht gaat naar het aspect dierenrechten. Voor mezelf en heel veel gebruikers van biologische cosmetica is het afzweren van dierenproeven en het respect voor dieren een super belangrijk argument bij de aankoop. We merken echter dat de meeste labels zich op dat vlak niet echt engageren of weinig informatie geven.

Naar mijn gevoel moet een ‘Leaping Bunny’ of elk ander label daaromtrent meer zekerheid bieden.”

Meer info: www.stylemegreen.be

Organic Retail 16 |

5

6 | Organic Retail 16

Nieuwe Producten Bernard Gaborit: Tomme de Brebis en Fleur de Brebis in porties Sinds meer dan een jaar heeft Maison Gaborit een samenwerking met een coöperatieve van biologische schapenboeren in de Zuid-Franse Aveyron regio. Kaasmeester Marie Gaborit ontwikkelde twee heerlijke geaffineerde kazen op basis van biologische schapenmelk: Tomme de Brebis en Fleurs de Brebis. Sinds kort zijn deze kazen ook beschikbaar in een voorverpakte portie voor zelf bediening.

Tomme de Brebis is een geperste kaas op basis van gepasteuriseerde melk die gedurende drie maanden geaffineerd is op planken van sparrenhout.

De kaas kenmerkt zich door een zachte smeltende textuur en een ivoorkleur en kenmerkt zich door zachte aroma’s van schapenmelk. (25% vetgehalte, 55% vetgehalte op droge stof).

Porties tussen 180 en 230 gram exclusief voor biowinkels enkaasspeciaalzaken.

Fleurs de Brebis is een zachte kaas met gemengde korst op basis van gepasteuriseerde melk. De affineertijd bedraagt drie weken. De Fleurs de Brebis heeft een zachte smeltende textuur en een gouden kleur. De aroma’s doen denken aan melk en noten.

(25% vetgehalte, 55% vetgehalte op droge stof). De porties wegen 220 gram en zijn exclusief voor biowinkels en kaasspeciaalzaken.

Meer info: www.bernardgaborit.fr

DRUK IN DE WEER

Organic Retail 16 |

7

PUBLIREPORTAGE

"Een inspanning leveren voor Dit jaar viert sappenspecialist Pajottenlander zijn vijfentwintigste verjaardag.

Een mooie gelegenheid voor een gesprek met Peter Vandendaele van Pajottenlander over de biologische fruitteelt, de complexe bereiding van de vruchtensappen en een stand van zaken in de biosector.

Twee grote passies Peter Vandendaele had in zijn jeugd twee passies: ecologische landbouw en hoogstamboomgaarden. Hij ging aan het prestigieuze Leuvense Lemmensinstituut klassieke piano en orgel studeren, gestimuleerd door zijn vader. Al zijn vrije tijd besteedde hij aan een biologische moestuin, fruit oogsten en verkopen. Nadat hij afstudeerde werkte Peter enkele jaren in het biologisch dynamische tuinbouwbedrijf Akelei. Bevrucht door het enthousiasme van Johan D’hulster, besliste Peter om van zijn passie zijn beroep te maken en zijn beroep ‘muziek’ werd zijn hobby. Hij vond een mooie hoogstamboomgaard in zijn geboortestreek, het Pajottenland (een pittoreske, heuvelachtige streek ten westen van Brussel), waar de wortels van het merk Pajottenlander liggen. “Het is eigenlijk allemaal groter geworden dan ik destijds gedacht had. Ik wilde biologisch fruit telen en verwerken en gaan voor kwaliteit. Op een bepaald moment hadden we dertig hectaren boomgaard in eigen beheer, waarvan een deel voor de verse verkoop. De rest verwerkten we zelf tot sappen en andere fruitproducten. De combinatie van teelt, verwerking en vermarkting was echter moeilijk. Daarom beslisten we om een aantal taken uit te besteden en samen te werken met betrouwbare partners. Een goede beslissing”.

Consumenten en B2B “We zijn vandaag uitgegroeid tot een bedrijf met twee activiteiten die elkaar in evenwicht houden: de verkoop van biologische vruchten- en groentesappen en fruitbereidingen in België en de verkoop van bio grondstoffen op basis van fruit in binnen- en buitenland.

Import en export Pajottenlander beschikt over een assortiment van 20 vruchtensappen, 6 groentesappen en de vlierbloesemdrank, waar in totaal 35 verschillende soorten fruit en groenten in verwerkt zijn. “We hebben een heel

8 | Organic Retail 16

PUBLIREPORTAGE

meer fruitteelt in eigen land" "Voor ons betekent bio méér dan het beantwoorden aan de biologische wetgeving. Voor ons is bio een ‘holistische visie’, de liefde voor het leven (=bios)." breed aanbod en kopen biologische sappen uit diverse hoeken van de wereld. Een deel komt uit België en zijn buurlanden, maar het gaat ook veel verder: Turkije en Iran voor ons granaatappelsap bijvoorbeeld, of mangopuree uit India.

We hebben een sterke reputatie opgebouwd met ons aanbod en die koesteren we ook. Bij de productie van onze sappen doen we alle inspanningen om de hoogste kwaliteit te bereiken. Zelf testen we constant onze producten op smaak.

Om zeker te zijn van de biologische kwaliteit, vooral bij sappen uit exotischere regio’s, laten we veel extra analyses uitvoeren.

Appelsap Veel consumenten associëren fruitsap nog steeds met sinaasappelsap. De bioconsument leeft doorgaans bewuster en kiest vaker voor inheemse fruitsoorten zoals appelsap. Vele van onze sappen zijn op basis van appelsap of perensap, omdat we zelf ook kiezen voor een zo hoog mogelijk aandeel aan inheemse fruitsoorten. We zien momenteel trouwens een groei in de verkoop van ons perensap. De laatste tijd krijgen we meer vraag naar sappen zonder appelsap, van mensen die allergisch zijn voor appels. Wij vermoeden dat dit te maken heeft met de talrijke gifstoffen die gebruikt worden in de gangbare of geïntegreerde appelteelt, geeft Peter Vandendaele mee.

“Een deel van ons appelsap is af komstig van Belgische teelt, maar voor een deel van de productie zijn we aangewezen op import uit Duitsland, waar traditioneel een heel grote biologische appelteelt en verwerking is. Onze verkoop is te groot om louter met Belgische appelen te werken. Dat is jammer en daarom hebben we een project opgestart om de teelt van bio appelen in België de komende jaren te stimuleren. Het gaat om een samenwerking met de Nationale Boomgaarden Stichting

in Vlaanderen, CRA (Centre de Recherche Agronomique) in Wallonië (Gembloux) en ook met Le Centre régional de ressources génétiques in Noord-Frankrijk (Villeneuve d’Ascq). We hebben diverse appelvariëteiten getest. Zo zijn we te weten gekomen welke het beste geschikt zijn om te verwerken tot sap.

Enkelvoudig of oersap Van bij de start wilde men bij Pajottenlander de allerbeste sappen produceren. “De kwaliteit danken we aan de kwaliteit van het fruit, maar ook aan de verwerkingswijze. Bij ons gaat het om puur enkelvoudig sap of oersap en niet om concentraten. Bij concentraten wordt al het water uit het sap gehaald, zo houdt men nog slechts een zesde van het volume over. Dat is om diverse redenen handig maar het is een zeer agressieve verwerking die zijn invloed heeft op de smaak en de voedzaamheid.”

“Hoe ons sap geproduceerd wordt? Wij laten de vruchten bij voorkeur met een Bucherpers persen omdat dit de minst agressieve manier van persen is en een zéér goede smaak oplevert. Na het persen wordt het sap gestabiliseerd door pasteurisatie. Nadien gaat alles naar steriele opslagtanks. Zo kunnen we de sappen nog geruime tijd bewaren zonder kwaliteitsverlies.”

Mengeling “Ons appel- en perensap is afkomstig van hoogstamfruit. De periode van bloei tot rijping is bij hoogstammen langer dan bij laagstammen. Dit resulteert in een optimale verhouding tussen vruchtenzuren en vruchtensuikers.

Het zijn net die zuren in de hoogstamappelen die het sap body geven en het lekkerder maken. Voor de sapmengelingen, bijvoorbeeld appel-zwarte bes of appel-kriek, gebruiken we een combinatie van hoogstam en laagstam.

“De smaak kan verschillen van jaar tot jaar. Consumenten vragen ons soms waarom ze een smaakverschil vaststellen. We leggen hen dan uit dat het om een natuurproduct gaat.”

Biosector “Ik ben positief over de ontwikkeling van de biosector. Maar dat betekent niet dat alles goed gaat. Dat enkelen in de sector bijvoorbeeld de ondergrens opzoeken qua kwaliteit is een verontrustende ontwikkeling.

De verantwoordelijkheid voor de kwaliteit ligt in ieder geval in handen van de producenten. En op dat vlak ben ik niet pessimistisch, ik zie veel collega’s die zich met hart en ziel inzetten om hun producten echt top te maken”, benadrukt hij.

“Voor ons betekent bio méér dan het beantwoorden aan de biologische wetgeving. Voor ons is bio een ‘holistische visie’, de liefde voor het leven (=bios). Met respect voor de natuur, vandaar onze keuze voor biologische landbouw. Met respect voor de mensen met wie we samenwerken en met wie we onderhandelen.”

“Ik maak me wel zorgen over de groei van de biolandbouw. Door de hoge grondprijzen is instappen in de biologische landbouw moeilijk geworden, vooral voor jonge enthousiaste mensen. Daar moet iets aan gedaan.

Vandaar ook dat wij als producent ons steentje willen bijdragen en in eigen land en streek de biolandbouw verder willen ontwikkelen”, besluit Peter Vandendaele.

Pajottenlander bvba | Kerkstraat 14, B-1670 Pepingen T. +32 (0)2 360 35 55 | F. +32 (0)2 361 23 54 | info@pajottenlander.be | www.pajottenlander.be Organic Retail 16 |

9

PUBLIREPORTAGE

"Breed aanbod biologische verse en bulkproducten zijn de basis van ons succes" groenten. We bieden onze klanten dus een uitgebreid aanbod biologische groenten van de eigen teelt aangevuld met seizoensgebonden fruit en groenten van andere biotelers. Een kwalitatief vers biologisch gamma en een uitgebreid aanbod bulkproducten zijn het onderscheidend punt voor een biowinkel tegenover de concurrentie. We trachten daarbij tevens ook vergeten en minder evidente producten aan te bieden.”

Persil et Ciboulette in Saint-André les Vergers (nabij Troyes, ten oosten van Parijs) is om meerdere redenen een bijzondere biowinkel. Zo beschikt men over een ronduit indrukwekkend aanbod verse biologische groenten en fruit. Maar daar blijft het niet bij: men besliste om ook een heel breed, hoogwaardig en kwalitatief aanbod droge bulkproducten aan te bieden. Dat bevat een klassiek bulkaanbod maar ook een hele reeks lekkernijen die het aanbod dynamischer en onderscheidend maken.

Daarvoor ging uitbater Samuel Fallet in zee met de bulkspecialist Natur’Inov. Een sierlijk, 3,75 m lang Econological® meubel met 90 referenties versterkt het onderscheidend karakter van de winkel in de regio.

Tuinbouwbedrijf De familie Fallet is al bijna een eeuwigheid actief in de biologische landbouw. Jean-Pierre en Annie Fallet, de ouders van Samuel, hebben al sinds de jaren ‘70 een biologisch tuinbouwbedrijf dat gespecialiseerd is in onder meer sla, radijzen, komkommers en courgette. De verse biologische producten worden al jaren verkocht op markten via groenteabonnementen en in de eigen hoevewinkel. De groei van het tuinbouwbedrijf en geloof in de biosector deed de familie Fallet beslissen om ook zelf een volwaardige biologische speciaalzaak te openen: Persil et Ciboulette (Peterselie en Bieslook). Ze kozen daarvoor een opmerkelijke locatie: een grote shoppingzone in Saint-André les Vergers met een Carrefour hypermarkt aan de overkant…

De biowinkel kijkt de supermarkt als het ware recht in de ogen, een gewaagde keuze?

“Als biowinkel ben je sowieso niet meer alleen als aanbieder van biologische producten. Hier hebben we natuurlijk Carrefour vlakbij, maar ook als dat niet het geval zou zijn, is er concurrentie. Wij wilden een zéér compleet aanbod hebben dat bovendien telkens heel vers en droge producten die kwalitatief beter zijn. Dat zorgt ervoor dat onze klanten bij een bezoek duidelijk het verschil merken en een echt hoogwaardige biologisch aanbod ontdekken.”

Is het bulkaanbod ook een attractie voor de klanten?

“Er was duidelijk behoefte aan een bulkaanbod bij onze klanten. We kregen namelijk al langer de vraag van een aantal klanten om een dergelijk aanbod te voorzien. We besloten om die vraag niet te negeren maar uit te kijken naar de mogelijkheden voor een mooi bulkaanbod met een meerwaarde. Het was niet zo makkelijk om een kwalitatief, divers en onderscheidend aanbod bulkartikelen te vinden. Uiteindelijk kwamen we bij het Econological® concept terecht. De zeer ruime keuze en de goede begeleiding liet ons toe om een aanbod samen te stellen dat op maat is van Persil et Ciboulette. Zo kunnen we optimaal inspelen op de voorkeur van onze klanten en de trends op de markt. Het in overleg ontstane aanbod is een echte voltreffer. De klanten bedienen zich gretig en er is ook wat meer shopping fun in de winkel en we onderscheiden ons nu nog meer van de supermarkt.”

En hoe zijn de resultaten?

“De verkoopsresultaten zijn zeer goed en we merken ook dat het aantal bezoekfrequentie van onze klanten erdoor gestegen is. Vooral het brede aanbod biologische snacks en tussendoortjes: de noten en de zongedroogde vruchten, maar ook de confiserie en chocoladesnoep zijn echte voltreffers. Ik ben heel blij met onze keuze en de begeleiding die bij het concept hoort biedt zonder twijfel een flinke meerwaarde.”

Wat was de visie bij het opstarten van Persil et Ciboulette?

Samuel Fallet: “Het leek ons noodzakelijk om een vast verkooppunt op te richten. We wilden een moderne biowinkel met als troef een heel breed aanbod vers fruit en groenten. Dat konden we dankzij onze knowhow omtrent vers fruit en

Natur’Inov | info@natur-inov.com | Tel +32 (0)71 21 37 30

10 | Organic Retail 16

Organic Retail 16 |

11

PUBLIREPORTAGE

Ecover: met innovatie bijdragen aan een duurzamere wereld Met een eigen, consequente filosofie wil Ecover zijn bijdrage leveren aan een duurzamere wereld. De ontwikkeling van performante maar tegelijk ecologischere onderhouds- en hygiëneproducten wordt gekoppeld aan een gestaag duurzamer wordende werkwijze. Ecover interpreteert ecologischheid en duurzaamheid heel breed, vertelt Gert Verboven, Countrymanager Benelux bij Ecover.

Eco-Surfactants uit een hommelnest De vondst van de Ecover Eco-Surfactants op basis van een natuurlijk gist en het gebruik in steeds meer producten was een heel belangrijke stap voor Ecover, een stap die ook een ‘European Business Award for the Environment’ opleverde.

“De Eco-Surfactants werden drie jaar geleden gelanceerd nadat we er jaren onderzoek en ontwikkeling rond gedaan hadden. De ontdekking van het gist in de hommelnest gebeurde reeds in de jaren ’60. Maar er was nog veel ontwikkelingswerk om dit gepast te integreren in een onderhoudsproduct, uit te zoeken welke variant het meest performant is en hoe je die vervolgens op grote schaal gaat produceren. Sophorolipide is de naam van onze Eco-Surfactant. We kozen deze omdat hij heel effectief is in de reiniging van harde oppervlakten en tegelijk huidvriendelijk dankzij zijn neutrale zuurtegraad. Hij kan bovendien met ongeëvenaarde snelheid aangemaakt worden bij een energievriendelijke temperatuur (30°C).

De zware inspanningen voor de ontwikkeling bleken uiteindelijk een schot in de roos. Er is trouwens ook bij de gangbare concurrenten interesse in onze technologie.”

Inspanningen van Ecover voor proefdiervrije reinigingsproducten beloond met Leaping Bunny Ecover is door Cruelty Free International gecertificeerd voor zijn beleid tegen dierproeven.

Het hele was- en reinigingsgamma van Ecover draagt voortaan het Leaping Bunny keurmerk. Dat certificeert de Ecover-producten als proefdiervrij. Het Leaping Bunny logo toont aan dat het bedrijf regelmatig gecontroleerd wordt om aan alle criteria van de Humane Household Products

12 | Organic Retail 16

Standard te voldoen. Bedrijven die gecertificeerd zijn onder de Humane Household Products Standard gaan nog een stap verder door ervoor te zorgen dat hun ingrediënten (en dus niet alleen hun eindproducten) door geen enkele betrokkene in de productieketen getest worden op dieren. Dat betekent dat de leveranciers ook aan de criteria moeten voldoen.

Leaping Bunny is de enige internationale certificering tegen dierproeven die beheerd wordt door een wereldwijd netwerk van dierenbeschermingsorganisaties. GAIA, een Belgische partnerorganisatie van Cruelty Free International, heeft met Ecover samengewerkt om ervoor te zorgen dat het volledige gamma huishoudproducten in overeenstemming is met de strikte criteria van de Humane Standards.

Performantie Performantie blijft voor Ecover even belangrijk als het ecologische karakter, benadrukt Gert Verboven. “De meeste consumenten haken toch af als ze merken dat het ecologisch alternatief niet goed werkt. Het zou een averechts effect hebben producten aan te bieden die niet effectief zijn. Maar in sommige gevallen moet je ook tegen de gewoonten en verwachtingen van consumenten opboksen. Ik denk daarbij aan schuim. Onze producten schuimen aanzienlijk minder dan de gangbare producten, maar ze zijn geenszins minder effectief. Dat bewijzen ook de goede resultaten van Ecover in onderzoeken van consumentenorganisaties. Bij de meeste gangbare afwasmiddelen worden schuimversterkers toegevoegd omdat de consument dat leuk vindt en denkt dat het zo hoort. Maar die schuimversterkers verbeteren de prestaties helemaal niet.

En tegelijkertijd zijn de schuimversterkers moeilijk biologisch af breekbaar en vervuilen ze dus ons oppervlaktewater.”

Overname Method creëert het mondiaal grootste bedrijf voor ecologische onderhoudsproducten Ecover nam begin september het Amerikaanse Method over. Aan de andere kant van de oceaan is Method de toonaangevende producent van premium ecologische schoonmaakproducten. Door de overname ontstaat het grootste bedrijf voor ecologische onderhoudsproducten ter wereld.

Door de overname zullen de twee bedrijven een beroep kunnen doen op hun gecombineerde omvang, kennis en vaardigheden en een ruim distributienetwerk dat zich uitstrekt over Europa, de VS, Azië en Australië. De twee merken, die samen goed zijn voor een bruto-omzet van zo’n 200 miljoen dollar en een driehonderdtal mensen tewerkstellen, zullen naast elkaar blijven bestaan, met de ambitie om zo veel mogelijk nieuwe consumenten aan te trekken op de markt voor ecologische onderhouds- en lichaamsverzorgingsproducten.

Er komt ook een gezamenlijke aanpak op het vlak van innovatie en onderzoek en ontwikkeling, een aspect dat de beide bedrijven heel sterk koesteren omdat het de ware grondslag van hun merken vormt.

Duurzame verpakkingen op plantaardige basis Ook de lancering van de 100% duurzame verpakking door Ecover is een prestatie waar men heel trots op is, vertelt Gert Verboven: “De Ecover producten worden nu allen verpakt in ecologisch verantwoorde plastic gemaakt op basis van suikerriet. Dankzij het nieuwe materiaal wordt 75% minder CO2 uitgestoten. Het suikerriet dat in onze verpakkingen verwerkt wordt, komt uit Brazilië. De akkers waarop het suikerriet geteeld wordt, zijn duurzaam landbouwgebied. Het suikerriet wordt verwerkt tot groene polyethyleen. De cijfers spreken voor zich: één ton suikerriet absorbeert tot 2,5 ton CO2 uit de lucht. Moesten 100 consumenten 1 jaar lang de nieuwe Ecover flessen gebruiken, betekent dat een besparing van 171 kg CO2, wat neerkomt op een autorit van Brussel naar Milaan. Met de nieuwe verpakking bespaart Ecover jaarlijks 13.500 vaten ruwe olie ofwel 1.800.000 kilometers met de auto ofwel 280 keer rond de wereld in de wagen. Let wel: dat betekent niet dat het Ecover Refill systeem in de biowinkels minder relevant is. Ondanks het duurzame karakter van onze flessen blijft het hergebruik van onze flessen vanzelfsprekend nog altijd de beste zaak voor het milieu.”

GreenPalm “We toetsen elk ingrediënt dat we gebruiken in onze producten af aan onze duurzaamheidscriteria. Een mooi voorbeeld is de palmolie die we gebruiken. Iedereen weet dat sommige palmolie afkomstig is van palmplantages die een verwoestend effect hebben op het milieu. Daarom kiezen we ervoor om de productie van duurzame palmolie te ondersteunen via de GreenPalm-certificatenhandel Ecover is sinds 2008 lid van RSPO (RoundTable of Sustainable Palm Oil) en zet zich al lang in om de markt te helpen transformeren en van duurzame palmolie de norm te maken. Ecover betaalt via de aankoop van GreenPalm-certificaten een vrijwillige premie aan een palmolieproducent die de strenge richtlijnen van RSPO voor maatschappelijk en milieuverantwoord ondernemen naleeft.”

“Met de nieuwe verpakking op basis van plantaardig plastic bespaart Ecover jaarlijks 13.500 vaten ruwe olie uit.” www.ecover.com Organic Retail 16 |

13

Biologische bananenteelt

Consumptie Bananen zijn het meest gegeten fruit ter wereld en dat zowel bio als gangbaar. Dat komt om dat het voor een kwart van de wereldbevolking een essentieel onderdeel is van hun voeding. Slechts een vierde van de totale teelt van bananen wordt geëxporteerd. Kampioen van de bananenexport is Ecuador.

In West-Europa bezet de banaan de derde plaats in de lijst van meest verbruikte groenten, na appelen en sinaasappelen. De Belgen en Nederlanders eten ongeveer 10 kilogram banaan per jaar. De consumptie van bananen is door het jaar heen vrij stabiel met uitzondering van een daling in de zomer, wanneer het zomerfruit de rol overneemt. De meest geteelde variëteit is de Cavendish banaan.

Gangbare teelt: sproeivliegtuigen De gangbare bananenteelt is erg geïndustrialiseerd en verbruikt grote hoeveelheden pesticiden. De grote bananenplantages worden besproeid met sproeivliegtuigen. Het gaat daarbij om een tweewekelijkse behandeling met hoofdzakelijk schimmelbestrijding (fungicide). Men bestrijdt vooral de zwarte cercosporiose, een bladschimmel die zich vooral ontwikkeld als er veel vocht is. Deze schimmelziekte tast de bladeren, wat een groot probleem is want een tros bananen kan pas rijpen als er ten minstens

een vijftal bladeren op de boom staan. Om de bladeren te beschermen tegen cercosporiose, ook Zwarte Sigatoka genaamd heeft de biologische teler maar een middel: het aanbrengen van minerale olie op de bananenbladeren. Als de aantasting te erg wordt rest er niet anders dan de plantage te vernietigen.

Op de stam van de bananenboom groeien drie generaties trossen om dan af te sterven.

Vervolgens groeit er op een nieuwe scheut nieuwe trossen. Bananenbomen zijn ook veeleisend qua bemesting. De plantages vragen dus veel compost of vogeluitwerpselen, wat de kosten voor de teler opdrijft. In Colombia wordt ook vaak met wormcompostering gewerkt.

Enkel biologische teelt is anders Na de oogst worden de nog onrijpe bananen verpakt en klaargemaakt voor verzending. Voor de rijping gaan de bananen naar rijpingskamers waar er ethyleen in de bananendozen gebracht

“De handel in bananen is niet risicoloos. Naast de fragiele teelt is het lange transport naar Europa waarbij vertragingen voor de boot een financieel drama zijn. De rijping van de bananen laat maar weinig speelruimte.”

14 | Organic Retail 16

Biobanen van de Canarische eilanden Op de Canarische eilanden en vooral op het eiland Tenerife worden er bananen geteeld. Sommige landbouwers doen dat zelfs al heel lang biologisch. De bemesting van de bananenplantage gebeurt er met mest van de schapen en compost van de bananenbomen. Door de nabijheid is het transport erg snel en is er zo ook geen ethyleenbehandeling nodig. De geteelde variëteit is er een met zwart pigment, waardoor de bananen bij het rijpen een zwarte kleur krijgen terwijl de vrucht aan de binnenzijde romig wit blijft. De bio bananen van tenerife zijn ongeveer 30% duurder dan deze uit Amerika. Op Tenerife is het rendementverschil tussen gangbare en biologische teelt twee tot drie maal minder.

Hoewel weinig bekend in de rest van Europa is de bananenteelt (gangbaar) in Tenerife aanzienlijk, want ze is goed voor 90% van de Spaanse vraag. Er zijn trouwens aanzienlijke verschillen met de Amerikaanse bananenteelt.

Door de vulkanische ondergrond is de banaan van Tenerife heel rijk aan oligo-elementen en zetmeel, wat resulteert in een vaster vruchtvlees en een meer uitgesproken smaak. Omdat de verbruikers van de bananen veel dichterbij wonen rijpen de bananentrossen langer aan de bomen dan de Amerikaanse – ongeveer 50 weken. Het subtropische klimaat op Tenerife is gunstig voor de bananenteelt en het landbouwmodel is veel meer gericht op kleinschaligheid in vergelijking met de bananenteelt in Amerika. wordt. Ethyleen is een gas dat op natuurlijke wijze geproduceerd wordt door tal van vruchten, zoals appelen, peren en dergelijke.

De meeste bananen, bio of gangbaar, worden per containerboot naar Europa getransporteerd. Dat duurt ongeveer drie weken. Nadien volgt dan een ethyleenbehandeling van 3 à 4 dagen en dan zijn ze klaar voor verkoop.

Stabiele prijs Biologische bananen hebben een marktaandeel van 4 à 5% inde totale bananenverkoop. De prijs van biologische bananen verschilt weinig van gangbare bananen en fluctueert maar beperkt door het jaar heen: 1,8 à 2 euro per kilogram. Nochtans is er een aanzienlijk verschil in opbrengst tussen bio en gangbare teelt. Een groot deel van de totaalprijs van bananen wordt echter bepaald door de logistieke kost en door belastingen.

Niet risicoloos voor producenten Al bij al is de bananteelt en –handel niet zo eenvoudig noch risicoloos. Naast de fragiele teelt is er het lange transport naar Europa waarbij vertragingen voor de boot een financieel drama zijn. De rijping van de bananen laat maar weinig speelruimte. De banaan mag bij de oogst noch te rijp noch te groen zijn en men kan de rijping ook niet stopzetten.

Per doos bananen (18 kilogram) zijn er ongeveer 18 trosjes. De snijwijze van de bananentrossen dient volgens bepaalde regels te gebeuren.

Zo is er een algemeen snijvoorschrift voor de Europese bananentrossen die dan weer anders is voor andere markten in de wereld.

Gezondheid Biologische bananen bevatten meer suikers en meer droge materie dan gangbare, blijkt uit analyses. Ook zou er volgens deskundigen een constantere kwaliteit zijn en zou er minder variatie zijn in de suikergehalten van biologische teelt.

Bananen bevatten drie suikers : saccharose, fructose en glucose. Ze bevatten eveneens veel vezels en zijn door de combinatie met de suikers een onmiddellijke en langdurige bron van energie. Onderzoek toonde aan dat het eten van twee bananen voldoende energie geeft voor een fysieke inspanning van 90 minuten. De banaan is trouwens ook rijk aan vitamine A, B, C, calcium, kalium, fosfor, ijzer en magnesium.

Uit ander onderzoek blijkt dat mensen die aan depressie lijden zich beter voelen na het eten van een banaan. Dat zou te verklaren zijn door het tryptofaan in de baan, een aminozuur dat door het menselijk lichaam omgezet wordt in serotonine. Serotonine helpt ons ontspannen, verbetert ons humeur en verhoogt het geluksgevoel. De vitamine B6 in de banaan heeft eveneens invloed op de suikerspiegel in ons bloed en dat is goed voor het humeur.

Bananen bevatten veel kalium en weinig zout en dat is goed voor de bloeddruk en verbetert ook onze intellectuele capaciteiten. De Amerikaanse Food and Drug Administration gaf trouwens toestemming om deze vrucht te promoten als nuttig in de strijd tegen hoge bloeddruk en beroerten.

Bananen zijn vezelrijke vruchten en helpen bij darmongemakken en constipatie. Bananen zouden zelfs nuttig zijn voor mensen die willen ophouden met roken. De aanwezige B6, B12 zorgen samen met het kalium en het magnesium voor minder nicotine afkickverschijnselen.

De zwarte cercosporiose, een bladschimmelziekte, is de grootste bedreiging voor de biologische en gangbare bananenteelt.

Organic Retail 16 |

15

PUBLIREPORTAGE

EMILE NOEL :

eerlijke handel, bij ons en in het Zuiden Oliespecialist Emile Noël was altijd al een pionier. In 1972 was het de eerste Franse producent die werkte met biologische grondstoffen met een herkenning van Nature et Progrès.

partnerschappen tot stand op diverse plaatsen: in Mali, Turkije, Marokko, Kenia. Vanzelfsprekend groeiden er ook in Frankrijk zelf een aantal mooie samenwerkingen: voor de zonnebloemolie, cameline-olie en hennepolie in de Rhônevallei en de regio Centre.

Ook op het vlak van eerlijke handel loopt Emile Noel voorop. In 1985 startte het reeds een eerste project op in West-Afrika. Vandaag heeft de biologische landbouw zich sterk ontwikkeld en de eerlijke handel is nog veel meer gegroeid.

Toch zijn er weinig voedingsbedrijven die zich zo sterk engageerden op deze twee domeinen. Emile Noël heeft een ideaal toekomstbeeld en handelt hier consequent naar bij de productie en ontwikkeling van zijn oliën.

Biologische landbouw is voor Emile Noël de enige landbouw die ons verbindt met onze aarde en zijn ritme. Alles dat men doet moet op mensenschaal blijven, bij ons en in de rest van de wereld.

Daarom stelt Emile Noël waarden als openheid, eerlijkheid en evenwicht centraal in de onderneming. Al sinds de oprichting geldt het adagium: “voor een goede olie heb je goede grondstoffen nodig” dus stelde stichter Emile Noël alles in het werk opdat de ingekochte grondstoffen van de hoogste kwaliteit waren. Hij verkende alle hoeken van de wereld op zoek naar de beste grondstoffen en bouwde een bijzonder en divers gamma van dertig erg voedzame en lekkere oliën op. Zo kwamen een mooi aantal solidaire

Dergelijke partnerschappen dienen correct omkaderd te worden. Daarom engageerde memn zich samen met een aantal andere kleine en middelgrote biologische voedingsbedrijven uit Frankrijk is in de Bio Partenaire organisatie. Deze non-profit zag het licht in 2002 ter ondersteuning van samenwerkingsverbanden tussen biologische verwerkers en landbouwcoöperatieven. Het doel is om tegelijk de biologische landbouw en de eerlijke handel te versterken en de consument de nodige zekerheden te bieden.

Daarom worden de producten die uit deze samenwerkingsverbanden stammen gelabeld met een label: Bio Equitable (Handel met het Zuiden) of Bio Solidaire (Eerlijke Handel in Europa). Als basis geldt een uitgebrreid lastenboek en kwaliteitscharter.

16 | Organic Retail 16

Bio partenaire: eerlijke handel op zijn best

Bio Equitable: dertig jaar engagement De eerste stappen naar eerlijke handel zette Emile Noël in Afrika. De olieboer had een hart voor Afrika en ging er vaak op zoek naar grondstoffen voor nieuwe oliën. Zo kwam hij onder meer terecht in Burkina Faso en later in Mali. Die omzwervingen lagen aan de basis van de samenwerking met biologische sesamzaadtelers in Mali. Dat project is vandaag uitgegroeid tot een coöperatieve die ongeveer 10.000 landbouwers telt.

Het bevindt zich in de regio ten noordoosten van Bamako (in Banamba, Sirakorola, Koulikoro, Kolokani). Het project dat samen met OVHN (Office de la Haute Vallée du Niger) uitgebouwd werd, gaf de lokale landbouw een nieuw elan. In totaal wordt er in 171 dorpjes op meer dan 9000 hectaren sesam verbouwd, goed voor een productie van 1300 ton sesamzaad per jaar.

PUBLIREPORTAGE

Aujourd’hui, l’agriculture bio est partout, mais de quelle agriculture parlons-nous ? Le commerce équitable est partout, mais de quel commerce parlons-nous ?

Om alles in goede banen te leiden en het project alle kansen tot verdere groei te bieden werd in 2011 een fonds met een kapitaal van 40.000 euro opgericht voor essentiële investeringen: —— 20 nieuwe coöperatieves opgebouwd per dorp —— 2 opslagplaatsen in Sirakorola en Koulikoro —— Materialen en trekdieren hoofdzakelijk voor de vrouwencoöperatieven —— Vernieuwing van de karitéproductie in Bougouni De andere projecten waar Emile Noël zich voor engageerde zijn op gelijke leest geschoeid en eveneens gecertificeerd door Bio Equitable. Het gaat telkens over kleine, fragiele landbouwbedrijven. Nog in Mali zijn er projecten vor karite en baobabteelt, in het noorden van Turkije is er een project voor hazelnoten en in ZuidwestMarokko wordt biologische argan verbouwd.

Recent werd in Kenia een partnerschap opgestart met telers van biologische avocado’s.

2012-2013: de Fondation Emile Noël ziet het leven Momenteel werkt Emile Noël aan de oprichting van een organisatie die zich volledig toelegt op nieuwe landbouwontwikkeling en ondersteuning van biolandbouw in het Zuiden op basis van solidariteit en eerlijke handel.

“Het gaat voor ons dus veel verder dan het verkrijgen van een label. Wij spreken over geïntegreerde samenwerking”, klinkt het. “Wij als olieproducent zijn de laatste schakel in een keten die start bij de telers van zaden en vruchten uit Mali, Turkije, Marokko, Kenia… Door de rechtstreekse contacten en de geïntegreerde samenwerking ontstaan er ook andere voordelen: meer voedselveiligheid, transparantie en een verzekerde bevoorrading.”

Tegelijkertijd behoedt het de landbouwers voor de druk over te schakelen op intensieve landbouw, de negatieve invloed van prijsschommelingen en andere grillen van de wereldhandel. Emile Noël maakt vooraf een schatting van de noodzakelijke volumes en maakt deze over aan zijn partners in het Zuiden. Dat is ook van belang om de teelten die voor het eigen levensonderhoud zorgen niet te verstoren. En op die manier is er ruimte voor wisselteelt en behoud van de bodemvruchtbaarheid. De prijzen voor de oogst worden in gezamenlijk overleg bepaald met de telerscoöperatieven.

De vruchten en zaden worden rechtstreeks naar Frankrijk verscheept en vervolgens tot olie verwerkt in Pont Saint-Esprit, thuisbasis van Emile Noël. In eigen land zorgt Emile Noël trouwens ook voor een directe distributie van zijn producten. De in totaal 300 referenties worden in Frankrijk zelf verdeeld aan meer dan 1200 verkoopspunten (reeds sinds 1966).

www.emilenoel.com Organic Retail 16 |

17

PUBLIREPORTAGE

Nieuw gebouw en nieuwe perspectieven voor Nat-Ali Na bijna honderd jaar verlaat Nature et Aliments (Nat-Ali) het centrum van de stad Nantes en verhuist naar een nagelnieuw en bijzonder duurzaam gebouw in Rezé, aan de rand van de stad. Het gebouw bevindt zich in een ‘biologisch bedrijvenzone’ verzoent milieu en social responsability met economie heeft een oppervlakte van 2500 m².

bedrijf gaf zijn voorkeur aan het behoud van deze sociale tewerkstelling. De band met deze medewerkers met een beperking wilde men niet laten teloorgaan, mede doordat dit de kijk op mensen met een beperking positief beïnvloedt.

Nieuwe productie-eenheid Nat-Ali greep de verhuis aan om tegelijk de productiemachines te moderniseren. Dankzij een investering ter waarde van 1 miljoen euro krijgt men voor het eerst ook de gelegenheid om nieuwe marktsegmenten aan te boren.

Concreet wordt er gedacht aan de collectiviteiten en productie voor derden.

Tegelijkertijd is er ook veel aandacht aan (voedsel)veiligheid besteed. Zo is er meer ruimte voorzien tussen de verschillende productielijnen om de risico’s op contaminatie te verminderen. In het verleden had Nat-Ali al ernstig geïnvesteerd in traceerbaarheid, dankzij een nieuw computersysteem kunnen problemen nog sneller en gerichter aan te pakken.

Op het dak bevind zich 500 m² zonnecellen.

De opstelling en inrichting van de verschillende lokalen (productie, kantoorruimte…) werd aangepast om maximaal te kunnen genieten van het binnenvallende licht. Voor de kantoren werd voldaan aan de strengste ecologische bouwvoorschriften met drielaags hoogrendementsglas, vloerverwarming met warmtepomp, sanitairwater afkomstig van een zonneboiler en zo veel mogelijk ecologische bouwmaterialen.

Betere werkomstandigheden

Groene omgeving

Bij de verhuis en de inrichting van het nieuwe bedrijfsgebouw overlegde men regelmatige met de medewerkers. De locatie, Rezé, werd bekeken en goed bevonden. Ook bij de keuze van materialen, opstelling en zelfs kleuren werd het personeel betrokken.

Nature et Aliments houdt ook in zijn nieuwe gebouw vast aan de samenwerking met een beschermde werkplaats, meerbepaald voor de verpakking in zakjes. Dit kon vanzelfsprekend ook geautomatiseerd worden, maar het

Het gebouw voldoet zo aan de criteria van de Franse norm voor ecologische en duurzame gebouwen. Daar hoort ook een evenwichtige integratie van het gebouw in zijn omgeving en een maximum aan groen bij. Voor de parking vermeed men het gebruik van asfalt en koos men voor grastegels die het regenwater doorlaten. Het omliggende terrein (6500 m²) werd ingericht tot bloemenweide met een aantal zones die speciaal aandacht hebben voor biodiversiteit.

Energie-efficiënt gebouw

Ambitieus Het totale project is goed voor een investering van 4 miljoen euro en bepalend voor de toekomst van Nat-Ali ( jaaromzet 3,3 miljoen euro). De onderneming kon ook rekenen op subsidies en ondersteuning van de departementale en regionale overheden. Voor de financiering deed men ook een beroep op NEF, een duurzame bank die de waarden van Nature et Aliments deelt. Dat het gebouw van Nat-Ali een toonbeeld is voor de duurzame economie in de regio, blijkt ook uit de organisatie van het forum voor duurzame ontwikkeling voor KMO’s dat er in mei volgend jaar plaatsvindt. Een meer dan terechte keuze, ons dunkt.

3 rue Nicolas Appert, FR-44400 Reze | tel. 02.40 73 65 97 | www.nature-aliments.com

18 | Organic Retail 15

Rebranding voor bieren van biobrouwerij Jessenhofke De Hasseltse brouwerij Jessenhofke pakt uit met een fraaie rebranding. De brouwerij kreeg een nieuw huisstijl en logo.

Ook de bieretiketten kregen een nieuwe en opvallende, moderne look.

“Jessenhofke verwijst naar de Jessenhofstraat in Hasselt. Aangezien Jessenhofke in vreemde talen moeilijk uit te spreken is, opteren we nu voor een meer visuele aanpak. Daarom vind je nu een eekhoorntje die een hazelnootje oppeuzelt als logo. Dat wordt een fris en makkelijk herkenbaar visueel beeld voor onze bieren. Het hazelnootje verwijst trouwens naar de hazelaars in het stadsschild van Hasselt. Zo behouden we toch onze lokale link”, vertelt Gert Jordens enthousiast.

Aanwezig in binnen en buitenland De brouwerij ontstond begin deze eeuw toen Gert Jordens startte met zijn eerste brouwsels in de eigen keuken. Na jaren experimenteren volgde Gert ook een opleiding aan de Brouwersschool in Gent en werd een gediplomeerd brouwer. Hij besliste om biologische bieren te gaan brouwen en verraste onder meer met een biologisch knoflookbier. Omwille van de groeiende vraag zijn de Jessenhofke bieren sinds enkele jaren ook aanwezig in biowinkels in België, Nederland en Frankrijk. De bieren worden aan biowinkels verdeeld door Mannavita en Marma (België), Udea (Nederland) en La Centrale des Bières (Frankrijk). Daarnaast zijn nog tal van drankenhandels & horecazaken in binnen en buitenland klant.

Zes heerlijke biobieren Het Jessenhofke aanbod telt vandaag zes bieren: LGHT is een lichtblonde, laag alcoholische dorstlesser op basis van drie biologische hoppen die makkelijk verteerbaar is (3,5% alcohol).

BRWN is een romig bruintje op basis van speciale mouten, maar zonder pilsmout. (7% alcohol) TRPL is een tripel en kenmerkt zich door een harmonieuze smaak- en geursensatie waarin zowel droog mondgevoel, bitterheid, kruidigheid als zoetigheid in evenwicht zijn. (8% alcohol)

PMPRNL Pimpernel is het resultaat van een partnerschap met kruidenkwekerij Sanguisorba. Het is een blond tripelbier met extra kruiden en een licht rode toets. Bij het proeven ontdek je aroma’s van citrus en aarde die uitdeinen in een lange droge bitterheid. (8% alcohol) RSRV Jessenhofke Reserva is een stevig quadrupel kerstbier dat de liefhebbers van bewaarbieren aanspreekt. Vanaf één jaar rijping ontwikkelt zich een opvallende volle smaak. (10% alcohol)

MAYA kwam tot stand dankzij een unieke samenwerking met de Hasseltse seitanmakerij Maya. De gerst in dit bier werd gedeeltelijk vervangen door het zetmeelhoudende restproduct van de seitanmaker. Het resultaat is een lekker, lichtblond sprankelend bier met een aangename bitterheid in harmonie met een zoetzurige ondertoets. (6% alcohol)

19

PUBLIREPORTAGE

Yarrah biologische diervoeding voor Wie dagelijks bewust voor biologische voeding kiest, kan die keuze ook maken voor de voeding van zijn hond of kat. Meer zelfs: het is de enige consequente keuze, weten ze bij Yarrah Organic Petfood. De voorbije twintig jaar is Yarrah uitgegroeid tot de Europese marktleider in het segment van biologische honden- en kattenvoeding. Arthur Hartman, kwaliteitsmanager en Jolanda Huizing, marketing- en communicatieverantwoordelijke bij Yarrah vertellen ons alles over de werkwijze bij Yarrah en de vele verschillen met gangbare voeding.

Gecertificeerde biologische voeding Twintig jaar geleden werd Yarrah opgericht door de Nederlander Jan-Jaap Roelevink. Hij was tevergeefs op zoek naar biologisch voer voor zijn hond en besloot dan maar zelf een bedrijf op te richten voor de productie van biologische huisdiervoeding: Yarrah. Voor de productie en de samenstelling van zowel gangbare als biologische honden- en kattenvoeding bestaan een aantal wettelijke verplichtingen omtrent proteïneverhoudingen, koolhydraten, vetten en aanwezige vitamines. Dit wordt op Europees niveau vastgelegd ( FEDIAF) en daar dient Yarrah zich net als iedere diervoeding producent aan te houden.

Arthur Hartman, kwaliteitsmanager bij Yarrah legt uit op welk vlak de Yarrah voeding zich onderscheidt van gangbare voeding. “Het belangrijkste verschil zit in de oorsprong van onze ingrediënten. We werken enkel met hoogwaardige ingrediënten afkomstig uit de restproductie van de biologische vlees- en gevogeltesector. Het gaat dan om orgaanvlees en de andere bijproducten uit de biologische voedingindustrie die niet voor menselijke consumptie gebruikt kunnen worden. De certificatie is in regel met het Nederlandse ‘EKO’ wetgeving en

20 | Organic Retail 15

gebeurt door het Nederlandse certificeringsorganisme SKAL. Onze diervoeding voldoet ook aan de Zweedse KRAV-regelgeving die door een aantal extra duurzaamheidseisen de strengste van Europa is (aangezien er nog geen Europese reglementering is, heeft iedere EU-lidstaat zijn eigen lastenboek, nvdr).”

Kippen Yarrah gebruikt voor zijn diervoeding vrij veel kippenvlees, meer dan andere vleessoorten. Meestal is dat afkomstig uit Duitsland en België.” Jolanda Huizing, marketingverantwoordelijke, vertelt waarom: “We kiezen graag voor kip omdat het een lagere ecologische voetafdruk heeft dan bijvoorbeeld rundvlees. Voor het produceren van één kilo kip, is gemiddeld drie kilo voer nodig; voor één kilo rundvlees is dat gemiddeld 5 à 6 kg.”

Grasgevoerd rundvlees Terwijl het gros van de Yarrah ingrediënten uit West-Europa komt, is het gebruikte rundvlees afkomstig van veeboerderijen in het ZuidAmerikaanse Uruguay. Een verrassende maar niet onlogische keuze, zo blijkt. In Europa is er te weinig biologisch rundvlees beschikbaar.

Maar die schaarste is zeker niet de enige reden. Jolanda Huizing: “In Europa eten runderen niet enkel gras, ze worden ook bijgevoerd met onder meer soja. Voor het voedsel van de koe is ook erg veel water nodig. Uit onderzoek blijkt dat voor een kilo rundvlees 15.000 liter water gebruikt wordt. In Uruguay heb je al deze nadelen niet: dat land heeft erg veel grasland (75% van de totale oppervlakte van het land) en is dus ideaal voor veeteelt. De koeien leven er puur op gras en het vlees is daardoor rijker aan omega-3-vetzuren. Een ander voordeel is dat de runderen in Uruguay veel meer ruimte hebben waardoor de

PUBLIREPORTAGE

kat en hond: een logische keuze kans op epidemieën bij de koeien veel kleiner is dan in dichtbevolkte gebieden zoals bij ons.

Vanzelfsprekend gebruiken we net als bij onze Europese leveranciers de restproducten voor onze dierenvoeding.”

Duurzaam gevangen vis ipv biologische vis Een tijdje geleden heeft Yarrah er bewust voor gekozen om duurzaam gevangen vis te gaan gebruiken in zijn producten en dus niet langer te gaan voor biologische vis. Het gaat om in het wild gevangen zeevis die gecertificeerd wordt door MSC (Marine Stewardship Council). Zo is men zeker dat de vistechnieken de marine fauna en flora niet belasten en die de visbestanden in stand houden. Jolanda Huizing: “Na een grondige evaluatie bleek de regelgeving omtrent de biologische viskweek niet te verzoenen met onze visie. Wij willen op de meest duurzame en diervriendelijke manier het beste biologische diervoeder produceren en daarvoor bleek duurzame visvangst de juiste keuze.”, vertelt Jolanda Huizing. Arthur Hartman legt uit: “Ons onderzoek leerde dat biologische visteelt gevoerd wordt met duurzaam, niet-biologische gevangen vis. Het kost ongeveer 3kg duurzame vis om 1 kg biologische vis te kweken. Bovendien vinden we het concept van duurzaam gevangen vis veel natuurlijker. Ook de zalm in onze voeding is duurzaam gevangen en komt niet uit kwekerijen waar ze op een onnatuurlijke wijze gedwongen zijn in scholen te zwemmen.”

Hoogste kwaliteitszorg en traceerbaarheid Kiezen voor Yarrah voeding is bovendien ook meer dan puur de zekerheid van biologische grondstoffen. “Je mag stellen dat de kwaliteitscontrole en traceerbaarheid van onze voeding uniek is. Door de biologische origine zijn de ingrediënten al gecontroleerd tijdens de teelt. Nadien worden zij bij elke fase van de productie gecontroleerd en getraceerd.

Het resultaat is een hoogwaardige dierenvoeding met een perfecte traceerbaarheid.”

Acceptatie Een ander belangrijk onderscheid is dat er bij de Yarrah biologische dierenvoeding geen gebruik gemaakt wordt van kunstmatige geur- of smaakstoffen. “Wanneer een hond of kat een maaltijd voorgeschoteld krijgt, zal de geur van de voeding vaak bepalen of hij of eet of niet. Daarom worden door gangbare producenten heel wat synthetische geur en smaakstoffen toegevoegd. Dat is – terecht - niet toegelaten door het biologisch lastenboek.

Kruiden Vanzelfsprekend is de Yarrah voeding perfect aangepast aan de behoeften van honden en katten. Yarrah ziet er strikt op toe dat beide diersoorten in hun voeding de noodzakelijke nutriënten terugvinden. Wel is de oorsprong van die noodzakelijke nutriënten vaak anders. Zo is de in de hondenvoeding noodzakelijke chondroïtine en glucosamine bij Yarrah afkomstig uit het kraakbeen van gevogelte, terwijl het gangbaar dikwijls kunstmatig toegevoegd wordt. Tevens worden er kruiden zoals duivelsklauw, heermoes en rozenbottel toegevoegd, deze werken artrose- en ontstekingsremmend.

Vegetarische hondenbrok “We hebben ook een succesvolle veganistische hondenvoeding in ons assortiment. Deze voeding biedt vegetariërs de kans om hun hond ook zonder vlees of andere dierlijke voeding te voeden. Dat is perfect mogelijk, jawel. De hoofdbestanddelen zijn granen (tarwe en maïs), plantaardige bijproducten (zonnebloempitschilfers en tarwegries) en sojabonen; allen afkomstig van gecertificeerde, biologische boeren. Daar voegen we ook nog de noodzakelijke vitamine D2 aan toe, want de dieren kunnen dat zelf niet aanmaken.

Voor katten hebben we geen veganistische voeding. Katten hebben behoefte aan taurine en dat halen ze uit vlees. Het kan kunstmatig gemaakt worden, maar dan is het niet meer biologisch.”, legt Arthur Hartman uit.

Biowinkels Tot slot onderstreept Jolanda Huizing het belang van biowinkels voor de verdeling van de Yarrah voeding: “De biowinkelklanten kiezen bewust voor bio en bij die keuze hoort ook biologische dierenvoeding. Voor de biowinkelier is het belangrijk dat men ook deze productcategorie niet verwaarloost, aangezien men anders de klant dwingt om langs de supermarkt of dierenspeciaalzaak te gaan. We hebben op onze website ook een handige tool waarop de consument het dichtstbijzijnde verkooppunt kan vinden. Winkeliers kunnen zich hier makkelijk laten registreren.”

Yarrah heeft een compleet assortiment biologische voeding en snacks voor honden en katten: —— Hondenvoer en kattenvoer droog —— Hondenvoer en kattenvoer in blik —— Hondenvoer en kattenvoer in alu bakjes —— Snacks voor honden en katten —— Kattenbakvulling

Meer info: www.yarrah.com Organic Retail 15 |

21

PUBLIREPORTAGE

TerraSana lanceert eigen lijn Superfoods: zo puur kan lekker zijn!

Al vele jaren geldt TerraSana als een betrouwbare partner voor biowinkels die producten levert trouw aan drie principes: betrouwbare oorsprong, voedzaamheid en lekker smakend.

“TerraSana is een groothandel en producent die graag pioniert en onderneemt in diverse gebieden van de biosector.”, aldus Kees Barnhard, directeur en oprichter van TerraSana.

Dit najaar pakt TerraSana uit met een eigen lijn TerraSana Raw Superfood.

TerraSana kiest met zorg de leveranciers van de Superfoods om u de kwaliteit te leveren die u van TerraSana gewend bent. Vanzelfsprekend horen Superfoods thuis in iedere biowinkel.

Maar ook vanuit het drogisterijkanaal krijgt TerraSana vraag. Daar worden voedingssupplementen al verkocht maar veelal in pil-vorm en niet als natuurlijk product.

Steeds meer mensen ontdekken de kracht van Superfoods. Het gaat hier om een verzamelnaam voor voeding boordevol nuttige voedingsstoffen.

Superfoods zijn een natuurlijke en gezonde aanvulling op de hedendaagse voeding en danken hun naam aan het feit dat ze meer dan twaalf voedingsstoffen bevatten die een gunstige invloed hebben op de gezondheid. Het gaat om uitzonderlijke concentraties van mineralen, vitaminen, polysachariden, aminozuren en antioxidanten. Wanneer Superfoods op regelmatige basis geconsumeerd worden, zullen ze een positief effect hebben op de huid, organen, reproductief systeem en het immuunsysteem.

Het gaat hier ook over producten die passen in het Raw Food dieet. Daarbij wordt in principe niets gegeten dat boven 48 graden verhit is omdat bij deze temperatuur nuttige enzymen en vitamines worden vernietigd.

Eeuwenoud gebruik

Compleet assortiment Het assortiment Superfood en Rawfood van TerraSana is zeer uitgebreid.

Naast superfood bessen (goji bessen, incabessen, moerbeien, duindoornbessen, aroniabessen, etc), zuidvruchten (dadels rood jujuba, wilde boomgedroogde abrikozen) en oersappen heeft TerraSana nu ook CACAO Antioxidant Poeder, MACA High Energy Poeder en HENNEP Protein Poeder.

Veel Superfoods worden al eeuwen gebruikt door inheemse volkeren uit alle hoeken van de wereld. Daar genieten ze een sterke reputatie omwille van hun positieve invloed op lichaam en geest. Zo werd Chiazaad (letterlijke vertaling uit oude Maya taal ‘Kracht’) gezien als lopersvoedsel omdat een Azteekse boodschapper een hele dag kon rennen dankzij de energie die geleverd werd door de Chiazaden. Er is trouwens geen grotere plantaardige bron van de essentiële omega 3 vetzuren dan de Chiazaden. En van Boeddha wordt beweerd dat hij in zijn ascetische periode leefde op één hennepzaadje per dag.

Cacao is dan weer de grootste natuurlijke bron van magnesium. Hennep is de grootste natuurlijke plantaardige bron van proteïnen. En al deze voedingen bevatten nog een 10-tal andere unieke eigenschappen

Productie in huis De TerraSana Superfoods worden net als de befaamde notenpastalijn van TerraSana in eigen huis geproduceerd. Met deze eigen productielijn heeft TerraSana meer grip op de kwaliteit en efficiëntie. “Wij hebben direct contact met de leveranciers van onze ingrediënten. Hierdoor kunnen wij controleren of de voeding aan alle kwaliteitseisen voldoet. Bovendien kunnen wij hierdoor snel inspelen op de wensen van de consument en detailhandel. En kunnen wij snel met nieuwe producten komen.”

Zo heeft TerraSana onlangs naast het hele Raw Superfoodassortiment 2 nieuwe notenpasta’s toegevoegd: Tahin van witte sesamzaad en zonnebloempasta.

Duurzame energie, vernuftige koeling Bij de opstart van de notenpastaproductie dacht TerraSana ook meteen aan een duurzame energiebron. Er staan twintig zonnepanelen op het dak die een gemiddelde bijdrage leveren van 3 kilowatt per uur.

22 | Organic Retail 16

PUBLIREPORTAGE

TerraSana kiest met zorg de leveranciers van de Superfoods om u de kwaliteit te leveren die u van TerraSana gewend bent.

De machines van de notenpastalijn gebruiken eveneens 3 kW/uur. Het komt er dus op neer dat de notenpasta's van TerraSana CO2-neutraal geproduceerd worden. In het weekend, als er niet geproduceerd wordt, worden de overtollige kW's terug geleverd aan het elektriciteitsnet, waarvoor het bedrijf vervolgens weer subsidie ontvangt. De twintig zonnepanelen voldoen voor 10 procent aan de totale energiebehoefte van TerraSana. Er is trouwens nog meer ecologisch vernuft bij TerraSana. Voor de koeling van de productielijn wordt gewerkt met een koudwaterkoeling en niet met een energieverslindende airconditioning. Een pomp (aangedreven door de zonne-energie) haalt water uit een van de nabijgelegen rivieren en laat het koude water circuleren langs de te koelen onderdelen van de productie. Zo wordt alles op een aangename en goede temperatuur gehouden en gaat dit niet ten koste van het milieu.

“Een mooi voorbeeld zijn TerraSana Shoyu en Tamari. De shoyu en tamari sauzen van TerraSana worden uit volwaardige ingrediënten gemaakt, zonder chemische toevoegingen. In tegenstelling tot veel sojasauzen die slechts 3 maanden rijpen, worden onze sauzen 2 tot 3 jaar in houten vaten, gerijpt.

Zo ontstaan voldoende lang gefermenteerd sauzen met een uitstekende kleur, smaak en aroma. Echte bio kwaliteit.“

Japanse deegwaren Naast Shoyu en Tamari bevat het Japans assortiment van TerraSana onder andere een uitgebreide lijn Japanse zeewieren en heerlijke voedzame deegwaren. Het geheim van de Japanse deegwaren van Muso komt voort uit honderden jaren lange familietraditie. Zij hebben een unieke smaak en kracht.

Naast Udon en Soba heeft TerraSana o.a. Yomogi soba (Boekweitspaghetti met bijvoet), Jinenjo soba (met jinenjo) of Lotuswortel soba, Quinoa soba en Quinoa Udon, Bifun (Rijstspaghetti) en Ramen (Boekweitspaghetti met bouillon/zeewier of Shiitake).

Daarnaast is er ook een pastalijn beschikbaar met bruine rijstmeel en quinoameel. Quinoa is trouwens nog een superfood dankzij het hoge protheïnegehalte.

Japanse specialiteiten

Amazake

TerraSana is ook en van de grootste importeurs van Japanse specialiteiten in Europa. In totaal telt het aanbod circa 250 referenties. Voor heel wat meer gespecialiseerde en minder courante producten is TerraSana de enige leverancier voor biowinkels.

“We kopen onze Japanse delicatessen louter in bij één van de grondleggers van de macrobiotiek: Muso in Japan, een betrouwbare leverancier die hoogwaardige, originele en authentieke producten levert ”, zegt Kees Barnhard niet zonder trots.

Tot slot nog iets over de unieke TerraSana Amazake, eveneens afkomstig van Muso. Deze zoete, gefermenteerde rijstdrank wordt op ambachtelijke wijze bereid en is sinds deze zomer ook biologisch gecertificeerd (Ecocert).

Amazake is lekker als broodspread of kan gebruikt worden als een kwalitatieve zoetmaker, o.a. voor het maken van pudding of andere toetjes en gebak. Amazake vermengd met water geeft een lekkere gezonde energiedrank. Koud in de zomer en heet in de winter.

TerraSana: Zo puur kan lekker zijn!

Voor meer informatie: www.TerraSana.nl | www.TerraSana.nl/superfood Organic Retail 16 |

23

Certisys, gespecialiseerd controle- en certificatieorganisme met toegevoegde waarde Op bezoek bij een landbouwer

Meer dan dertig jaar geleden verenigde een team landbouwspecialisten zich met een duidelijk doel: onze planeet beschermen door bij te dragen aan een landbouw met respect voor de bodem. Hun missie was helder maar ambitieus: een betrouwbaar controleen certificatiesysteem opbouwen dat bijdraagt aan de geloofwaardigheid van de biologische landbouw.

Een certificatie ook die de biolandbouwer de kans biedt zijn producten aan een correcte prijs te verkopen. En die de consument toelaat met vertrouwen biologische voeding te kopen. Enkel op die manier kan er een vertrouwensrelatie ontstaan tussen producent en verbruiker.

EN TOEN WAS ER BIO Tot in 2007 ging Certisys door het leven als ‘Ecocert België’. Bij de oprichting begin jaren ’80 waren zij het eerste certificatie- en controleorganisme voor de biologische landbouw in België. Het was eigenlijk een overheidsprogramma dat de diversiteit in de landbouw wilde stimuleren die een groep agronomen deed beslissen zich voluit in te zetten voor de toen nog zeer kleinschalige en aarzelend gestarte biologische landbouw.

De oprichters van Certisys stellen echter snel vast dat er eigenlijk geen normen zijn voor biolandbouw. Hun aandacht gaat dus in eerste instantie uit naar het uitbouwen van een privaat lastenboek voor de biologische landbouw.

Bij de wettelijke erkenning van biologische landbouwproducten in 1991 wordt Certisys (of Ecocert België zoals het toen heette) het eerste officieel erkende certificatie-organisme voor de biolandbouw in België. Dankzij deze officiële erkenning wordt bio voortaan beter beschermd en worden valse claims voortaan vermeden.

Certificatie blijft daarbij essentieel om iedereen in de keten de zekerheid te bieden dat de aangekochte producten van biologische origine zijn.

“WIN-WIN’ PARTNERSCHAP OPVOLGING VAN NABIJ VOOR DE OPERATOREN.

Een staalname voor analyse

Certisys bouwde een sterke dienstverlening uit en gaat er prat op controles te doen in alle stadia van de productie, de bereiding, de import en de distributie van biologische producten. Het aantal verplichte controles is wettelijk bepaald, maar Certisys kiest bewust voor een aanpak met bijkomende controles. Gemiddeld doet Certisys drie controles per jaar of het dubbele van wat wettelijk bepaald is. Bij elke operator worden quasi jaarlijks staalnamen voor analyse en controle gedaan. Maar Certisys is meer dan louter een controle- en certificatieorganisme.

De klanten van Certisys krijgen een degelijke

ondersteuning met informatie en opleiding.

Zo ontvangen ze op regelmatige tijdstippen rapporten en analyses die hen toelaten een beter inzicht te krijgen in hun werkwijzen en hun bedrijfsvoering. Dat biedt hen de kans om efficiënter te werken en nieuwe activiteiten te ontwikkelen. Ook gaat er veel aandacht naar een geschikte omkadering van de klant en aan het voorkomen van extra controles. Het uiteindelijke doel van Certisys is een vertrouwensrelatie op te bouwen die de klant toelaat betere resultaten te bereiken.

Als controle en certificatieorganisme is het logisch dat Certisys af en toe fraudes ontdekt.

In 2011 werden er bij controles 12 partijen afgekeurd. Die afkeuring betekent een verbod op verkoop als biologisch product, in één geval werd de licentie ingetrokken. Men stelt echter opgelucht vast dat het in geen enkel geval om grootschalige fraude ging. Omdat Certisys beschikt over een uitgebreide juridische dienst is het goed gewapend om ook de grootschalige fraude correct aan te pakken: op een onpartijdige wijze en met respect voor de officieel vastgelegde procedures.

“Het volledige engagement van onze medewerkers biedt ons de kans om ons te onderscheiden van andere controleorganismes. We bieden onze medewerkers diverse opleidingsmogelijkheden voor alle aspecten van hun job: op het vlak van analyses, voor de wettelijke reglementering, ook besteden we aandacht aan het gepast omgaan met een internationale context of eventuele taalbarrières. We willen dat onze medewerkers echte allrounders zijn die op alle terreinen thuis zijn: dat gaat van een goede kennis over de teelt tot inzicht in de typische eigenheden van import. De tijd die we investeren in die breed opgebouwde expertise zorgt ervoor dat we sterk staan om fraude op te sporen en te bestrijden”, aldus Blaise Hommelen, directeur van Certisys.

De bescherming van de typische waarden van de biologische landbouw is van levensbelang voor de sector. Kennis en onderzoek zijn daarbij cruciaal. “Wij kunnen dan ook stellen dat we veel meer doen dan wat de wetgeving ons vraagt”, benadrukt Blaise Hommelen.

•••••••••••••

CERTI

bio

®

•••••••••••••

Het Certisys team

BIO EN LOKAAL CERTISYS, EEN KMO MET 100% LOKAAL VERANKERD KAPITAAL. Certisys profileert zich tevens als een organisme die totaal onafhankelijk is van de grote kapitaalgroepen. Die onafhankelijkheid en lokale verankering is geen toeval maar het resultaat van een bewuste keuze die leidde tot de scheiding met Ecocert. Een band met het lokale economische weefsel is belangrijk om diverse redenen. Zo biedt het tewerkstelling aan 20 werknemers in hun eigen regio. Het gaat daarbij over een team van controleurs die permanent onderweg zijn om bezoeken te brengen aan biolandbouwers in een straal van 50 km rond hun woning.

Certisys beschikt daarmee over controleurs die een reële binding hebben met de (biologische) landbouw in de eigen regio en ook de lokale regelgeving perfect beheersen. Onze controleurs spreken ook altijd de taal van hun regio.

Het regionaal engagement van Certisys blijkt trouwens ook uit de aanwezigheid in diverse regionale adviesorganen omtrent de duurzame ontwikkeling van de biologische sector.

GLOBAAL GEORIËNTEERD CERTISYS IS LID VAN EEN INTERNATIONAAL NETWERK. Een andere missie van Certisys is de lokale verankering en het engagement voor de biologische landbouw koppelen aan een internationale oriëntering. Naast een certificatie volgens de normen van de regio waarin het actief is, zet Certisys zich ook in voor de internationale promotie van de lastenboeken van Biogarantie en Ecogarantie en kan het zijn klanten begeleiden bij de certificatie van export naar de Verenigde Staten (NOP), Japan (JAS) en andere landen.

Certisys bouwde ook een samenwerking uit met andere certificatieorganismen zoals voor fair trade, GlobalG.A.P. en Autocontrole (FAVV).

“Een activiteit die ons eveneens nauw aan het

hart ligt is de samenwerking en uitwisseling met West-Afrika en Latijns-Amerika in het kader van Certibionet. Dat is een internationale vereniging van controle- en certificatieorganismen voor biologische landbouw.”, verduidelijkt Blaise Hommelen. Het gaat om een wereldwijd netwerk die controle-organismen wederzijdse hulp, informatie-uitwisseling en ondersteuning biedt.

Certibionet zorgt tegelijkertijd voor waardevol internationaal overleg en kennisoverdracht. Als lid engageren we ons ook voor het ethisch charter van Certibionet dat gebaseerd is op een duurzame benadering van de bodemvruchtbaarheid, de biodiversiteit en het menselijk welzijn.

Dat is trouwens de rode draad voor alle activiteiten van Certisys. Het organisme hanteert daarvoor vier principes: een consequente keuze voor een ecologische werking (beperking van energie- en waterverbruik, vermijden van onnodige verplaatsingen, de keuze voor zuinige wagens op autogas…), de ontwikkeling van een duurzaam economisch model (correcte salarissen, beheersbare huurkosten,…) en een keuze voor nabijheid met aandacht voor ethiek.

Het doet plezier te zien dat de biologische landbouw zich blijft ontwikkelen dankzij twee essentiële ontwikkelingen: een groeiende vraag bij de consumenten en de groeiende overtuiging dat de biologische landbouwmethode beter is voor onze Aarde. Dat evenwicht moet gekoesterd worden omdat het de consument de mogelijkheid biedt om gezonde voeding te kopen en alle operatoren in de sector de kans biedt om de productkwaliteit te verzekeren en tegelijk economische rendabel te zijn. Ook zorgt dit voor milieubehoud en duurzame ontwikkeling.

Naar het voorbeeld van iedereen actief in de biosector bood de ontwikkeling van de biosector Certisys de kans om van zijn roeping een professionele activiteit te maken. Dat is ook de reden waarom Certisys de toekomst met vertrouwen en overtuiging tegemoet kijkt.

Certisys sprl

rue Joseph Bouché 57/3 - 5310 Bolinne TEL 081 600 377- info@certisys.eu www.certisys.eu

Beursvoorbeschouwing Biovak Nederland

Biovak: vakbeurs voor de volledige biologische keten Op 23 en 24 januari 2013 vindt in Zwolle alweer de zesde editie van BioVak plaats.

De Nederlandse beurs van en voor de biologische sector ontvangt de gehele keten: van boer tot detailhandelaar, van producent tot horeca- en cateringondernemer.

Workshops en seminars De organisatie werkt volop aan een uitgebreid programma van workshops en seminars. Een aantal zaken werden reeds vastgelegd. Zo komt er een Symposium Melkveehouderij BioVak 2013. De afzet van biologisch geproduceerde melk vertoont een stijgende lijn in Nederland.

Dit betekent dat er mogelijkheden zijn voor groei bij de melkveehouders. Daarom organiseert ForFarmers tijdens Biovak voor de tweede maal een symposium hieromtrent.

Een ander gegeven dat belangrijk is voor Nederland en zijn biologische sector is dierenrechten en dierengezondheid. Vanwege de vele positieve reacties van deelnemers van de vorige BioVak omtrent dit thema zal op BioVak 2013 het thema ‘Diergezondheid met een biologische visie' een plaats krijgen op een van de beurspleinen.

Ook een workshop over de ontwikkelingen in de biologische gewasbescherming staat opnieuw op het programma. Ook is er een presentatie van de resultaten van het project ‘Locale aardappel rassen’ in het kader van Organicseeds.nl. Aan dit project werken 10 veredelaars en 11 aardappeltelers mee.

Verkiezing Nederlands’ Biologische Winkel van het Jaar 2012 Belangrijk voor onze sector en nieuw op biovak is de verkiezing van de meest inspirerende, lekkerste, mooiste, verleidelijkste, vriendelijkste, gezelligste, boeiendste, klantvriendelijkste, leukste biologische winkel van Nederland. Alle winkels, groot en klein, zowel onafhankelijk als lid van een winkelorganisatie, kunnen meedoen. Naast de eer is aan de prijs een geldbedrag verbonden van € 2.500, -. Meer dan 18.000 bezoekers De vorige editie trok in totaal 18.345 bezoekers en dat dankt het aan een groots opzet waarbij alle takken van de biologische keten betrokken worden. BioVak is er voor boeren en tuinders, producenten, zaaigoedbedrijven, verwerkers, groothandelaren, detaillisten, supermarkten, winkelorganisaties, horeca en cateringbedrijven en grootkeukens van bijvoorbeeld scholen en zorginstellingen. De verschillende biologische brancheorganisaties zijn eveneens in Zwolle vertegenwoordigd.

Biovak werkt aan Belgische versie in Brussel ICEM, organisator van Biovak in Nederland bekijkt momenteel de mogelijkheden om ook een Belgische versie van Biovak te organiseren. Bedoeling is om in december 2013 een beurs te organiseren die de volledige Belgische biologische keten samenbrengt. Plaats van gebeuren wordt dan Tour & Taxis in Brussel. De mogelijkheden worden momenteel bekeken met diverse stakeholders.

Voor meer info kan u terecht op de website van biovak: www.biovak.nl

26 | Organic Retail 16

Het gamma