Organic Retail 4

Page 1

organic

retail

Onafhankelijk vakblad voor de distributie van biologische, ecologische, vegetarische en dieetproducten in de Benelu x en

V.U. Niko D’hont – Verschijnt 4 maal per jaar (maart, juni, september, december) – Februari-Maart-April 2009 – 2e jaargang P802085 – Afgiftekantoor: Antwerpen X – Version Française sur simple demande

Is ‘Hij’ er klaar voor? Natuurlijke mannencosmeticA Biologische en Eerlijke handeL Biologische Bieren natuurlijk en artisanaal Aftershow Millésime Bio & Biovak

nr

4

Frankrijk


Vind de expertise van Primeal op het gebied van granen terug met het gamma

gegarandeerd zonder gluten, bio, smakelijk, evenwichtig en creatief !

www.maviesansgluten.fr - E-mail : euro-nat@euro-nat.com


Organic Retail - maart 2009

Organic Retail editie 4 4 11

• ORGANIC NEWS • Dossier: bio & fair trade De toestand in wereld leidt meer en meer consumenten naar bio en fair trade producten omdat beide concepten oplossingen bieden voor de wereldproblemen van vandaag. Het zijn de zogenaamde ‘cultural creatives’ die een boon hebben voor deze producten en die bij u over de vloer komen. Wij spraken met belangrijke spelers uit de wereld van de eerlijke handel en gingen op zoek naar het verhaal achter producten die biologisch en fair trade zijn.

p

11

• Beursverslag: Biofach en Vivaness Meer dan 46.000 bezoekers en 2900 exposanten. Biofach in het Duitse Nürnberg is ontegensprekelijke hoogmis voor de biosector. Wij trokken er heen en brengen een impressie van wat er te zien was.

21

• Agavesiroop: de rijzende ster van de zoetstoffen komt uit Latijns-Amerika De siroop van het hart van de agaveplant is lekker, heel zoet, polyvalent en praktisch in gebruik. Daarenboven is het met zijn lage glycemische index ook een gezond zoetmiddel. Met al zijn kwaliteiten is agavesiroop dan ook aan een sterke opmars in de biowereld bezig.

27

• Beursverslag: Millésime Bio in Montpellier Met meer dan 350 exposanten uit diverse landen, zowel wijnproducenten als verdelers, profileerde de vakbeurs Millésime Bio zich eind januari als internationaal platform voor de biowijn. De vakbeurs toonde de sterke internationale groei van de biowijnen en schonk ook aandacht aan de toekomstige Europese reglementering en de Amerikaanse biowijnenmarkt.

30

• Mannencosmetica zorgt voor groei op de cosmeticamarkt

35

• Chef’s Corner: Op bezoek bij een nieuw natuureethuis in Waregem (België)

38

• Biologische bieren: nog echt artisanaal en natuurlijk

40

• Bio in de USA (deel 3): ‘The American Dream’ op een biologische kruidenboerderij Sinds deze zomer heeft Den Haag er een nieuwe conceptstore bij. In Sarita en Armando Doebar’s vegetarische winkel kan men als vegetariër terecht voor een 100% vegetarische shopping. De mix van bio en niet-bioproducten trekt mensen van allerlei pluimage aan.

44

Het tijdperk waarin mannen niet in de buurt van de cosmeticaproducten gespot wilden worden, is voorgoed voorbij. De nieuwe man apprecieert eze producten nu ook ontdekt en gaat gretig aan het experimenteren. Meer en meer fabrikanten van natuurlijke cosmeticaproducten brengen een aparte lijn uit die specifiek inspeelt op ‘zijn’ behoeften.

p

30

Biobieren zijn nog echte artisanale en natuurlijke bieren van kleine brouwers. Ze onderscheiden zich van gangbare bieren die ook een artisanale merkuitstraling of imago hebben maar veel toegevoegde suiker, kleurstoffen en kunstmatige bewaarmiddelen bevatten. Wij brengen het verhaal van een tiental biobrouwers en gingen ook op bezoek bij een biologische hopteler.

p

35

Coverfoto: Bananenvrouw in de Dominicaanse Republiek (© Eric De Mildt)

COLOFON

Organic Retail is een onafhankelijk vakblad voor de distributie van biologische, vegetarische, ecologische en dieetproducten in de Benelux en Frankrijk. Organic Retail beoogt door middel van onafhankelijke communicatie een bijdrage te leveren binnen de biologische sector. De redactie werkt onafhankelijk van de publiciteitswerving. Verantwoordelijke uitgever Niko D’hont Jozef Guislainstraat 44 bus 1, B-9000 Gent Tel. +32 (0)9 329 66 96 – Fax +32 (0)9 270 32 01 niko@organicretail.net

Reclametarieven www.organicretail.net Redactie Sarah Braekman (sarah@organicretail.net) Niko D’hont (niko@organicretail.net) Martine Cosserat Vertaling AF Translation Fotografie Lyra Alves (www.lyra-photography.net) Niko D’hont Andy Eeckhaut (www.ignisarts.be) Sarah Braekman

Eindredactie Aline De Boeck Bjorn Verlinde Vormgeving ‘79 design, Kortrijk (matthias.halsberghe@telenet.be) Drukwerk Druk in de Weer – Gent De uitgever kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van de gepubliceerde advertenties. Het verlenen van toestemming tot publicatie in dit tijdschrift heeft tevens betrekking op de terbeschikkingstelling in om het even welke elektronische vorm. Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de verantwoordelijke uitgever.

Version française sur simple demande. Dit magazine wordt gedrukt met plantaardige inkten op gerecycleerd papier.

Inhoud & colofon


Organic News Essentiële olie en hydrolaten inzetbaar bij ontsmetting van biologische zaden

Ecover presenteert doorbraak in ecologisch reinigen: Ecosurfactants

Zaden kunnen biologisch worden ontsmet met plantaardige etherische oliën, zo blijkt uit onderzoek van het Nederlandse Plant Research International (PRI). Een behandeling van een half uur met tijmolie of een grapefruitextract kan al voldoende zijn om veelvoorkomende bacterie- en schimmelziekten te voorkomen. Jan M. van der Wolf en Yvonne Birnbaum van PRI onderzochten daarom de mogelijkheden van een hele reeks etherische oliën in de zaadontsmetting voor een aantal bekende zaadgerelateerde ziekteverwekkers. Zaden van kool een half uur behandelen met een verdunning van 0,1 tot 1% etherische olie volstaat om 99% van de meest optredende bacterieziekten te voorkomen. Tijmolie toonde zich tijdens de experimenten het meest beloftevol, maar ook grapefruitextract en oregano bewezen hun werkzaamheid. Omwille van de krachtige werking van essentiële oliën bestaat het risico van overdosering. De onderzoekers adviseren een verdunning in water, hoewel ze niet oplosbaar zijn in water. Christel Van Vooren van Netelvuur, een Oost-Vlaamse producent van essentiële oliën en hydrolaten stelt daarom het gebruik van hydrolaten voor als alternatief. “Tijmhydrolaat lijkt mij beter en makkelijker. Het waterachtige gedeelte dat bekomen wordt door de stoomdistillatie van tijm bevat maximum 0,2% essentiële olie en is dus veiliger. Hydrolaten bevatten zowel de aromatische moleculen als de in water oplosbare moleculen van het kruid. De essentiële olie is bij hydrolaten echter veel beter opgelost in water. Telers hoeven in dat geval geen emulgator te gebruiken. Hydrolaten zijn bovendien goedkoper in gebruik. Met 100 liter tijmhydrolaat kan je ongeveer een evengroot volume zaad behandelen en dat is al heel wat!”

Ecologische detergentenspecialist Ecover kondigt een belangrijke nieuwe stap aan in de zoektocht naar 100% hernieuwbare en ecologische reinigingsmiddelen. Het gaat hier over een nieuw procédé dat de naam ‘Ecosurfactant’ kreeg. Surfactants, in de volksmond ook wel detergenten genoemd, zijn de actieve werkzame stoffen in de reinigingsproducten. De meeste van deze surfactants worden geproduceerd met behulp van petrochemische grondstoffen en op basis van een chemisch procédé.

Openingsuren: woensdag en zaterdag van 14.00 u tot 17.00 u of op afspraak

Netelvuur

bvba

Contact: Christel Van Vooren Veldhoek 33 9931Oostwinkel Tel. +32 (0)9 259 98 91 Gsm. +32 (0)472 73 45 18 info@netelvuur.be www.netelvuur.be

Biologische kruidenkwekerij en distillerie

Je kunt een geur ervaren Je kunt haar niet aanraken maar er wel door geraakt worden Geur is de geest van de bloem die blijft Inayat Khan

• biologische teelt (controle BLIK) van aromatische planten voor extractiedoeleinden • stoomdistillatie van aromatische planten tot essentiële oliën en hydrolaten (bloesemwaters) • cursussen, workshops, bedrijfsbezoeken en teambuilding in aromatisch kader

Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling: Europa investeert in zijn platteland

advertentie190x136_NL.indd 1

16/02/09 09:25


Organic Retail - maart 2009

“Tot voor kort vervingen wij de petrochemische ingrediënten door plantaardige basisingrediënten. Om van een plantaardige olie tot een effectieve surfactant te komen, hadden we echter nog een chemisch proces nodig. Nu is er echter een doorbraak: we kunnen nu een surfactant produceren via een volledig natuurlijk proces.”, meldt men bij Ecover. “In de jaren ’60 ontdekte men de unieke werking van een gist dat in een hommelnest gevonden werd en dat er voor zorgt dat glucose met olie omgezet wordt in een surfactant. Het gist maakt een verbinding tussen de wateroplosbare suiker en de niet-wateroplosbare olie. De verbinding ontstaat via micro-organismen en is volledig natuurlijk. Waarom deden we dit niet eerder? De grootste uitdaging was om de gist op grote schaal te maken want enkel zo konden we ook in grote hoeveelheden deze ecosurfactant maken.” De door Ecover gepatenteerde ecosurfactant is ‘sophorolipide’. “Dit is niet de enige ecosurfactant, maar uit ons onderzoek blijkt hij wel de beste omwille van enkele unieke eigenschappen.

Nieuwe Europese reglementering voor bioproducten Sinds 1 januari is een nieuw Europese reglement voor bioproducten van kracht. Het oude werd vervangen door reglement 834/2007. In de nieuwe wetgeving werden er weinig fundamentele veranderingen aangebracht. De wetgever heeft getracht een meer transparante en leesbare tekst op te stellen die ook meer strookt met de Europese benadering. Het toepassingsveld werd verbreed, waardoor nu ook de biologische aquacultuur, de gisten, de wijnmakerij en de plantenzaden gereglementeerd zijn. Tot vandaag ontbreken echter nog altijd de technische eisen voor deze teelten. In afwachting daarvan blijven de nationale of private lastenboeken geldig. Een aantal domeinen zijn nog steeds niet vastgelegd in de wetteksten: jacht- en visserijproducten, grootkeukenreglementering (nationale regels zijn wel van toepassing) en non-food producten (cosmetica, textiel, bouwmaterialen, detergenten,…). Wat verandert er niet? - De principes van bio, de regels voor productie en verwerking - Chemische inputs en ionisatie blijven verboden - De reglementering rond parallelle teelt (bio/niet-bio) - Het controlesysteem en de invoermodaliteiten - De toegelaten additieven en hulpstoffen, vastgelegd in een positieve lijst - Het verbod om in één product eenzelfde ingrediënt in biologische en niet-biologische vorm te gebruiken - GGO’s blijven ook in biovorm verboden, hoewel de GGO-verontreinigingsgraad opgetrokken wordt tot 0,9%. - De controles op GGO’s door de controle-instanties zijn verplicht en worden opgedreven. Wat verandert wel? - De nieuwe wegeving legt nieuwe normen voor verpakkingen vast. Er werd wel een transitieperiode voorzien. - Het verplicht gebruik van het Europese logo voor producten met een percentage van 100% (of meer dan 95% aan biologische producten indien er geen biologisch alternatief bestaat voor de resterende 5%)

Hij kan namelijk met ongeëvenaarde snelheid aangemaakt worden en dat bij een energievriendelijke temperatuur (30°C). Sophorolipide is bovendien ongelooflijk efficiënt in de reiniging van harde oppervlakten en is tevens huidvriendelijk dankzij een neutrale zuurtegraad.” Ecover werkte de voorbije zes jaar aan deze belangrijke doorbraak. In september 2007 opende men twee productie-eenheden voor de productie van de ecosurfactants in een voormalige landbouwcoöperatieve in Oost-Europa. Vandaar worden ze naar België getransporteerd voor filtering, verfijning en gebruik in de Ecover-producten. De ecosurfactants werden voor het eerst gebruikt in Ecover Boatwax, later volgde ook de Ecover Car Wash & Wax en de Ecover CarGlass & Interior Cleaner. Nu presenteert Evocer een volledig vernieuwd gamma reinigingsproducten op basis van Ecosurfactants: Glasreiniger (500 ml), Allesreiniger spray (500 ml), Power Cleaner (500 ml) en Allesreiniger (1 l).

- Bij producten met minder dan 95% aan biologische ingrediënten: de biologische ingrediënten mogen aangeduid worden in de ingrediëntenlijst. Er mag geen biologo gebruikt worden op deze producten en gebruik van gelijk wel ander conventioneel ingrediënt is toegestaan. Dit is een belangrijke wijziging aangezien het toestaat dat er een referentie naar bio wordt gemaakt wanneer er slechts één ingrediënt biologisch is. Vroeger werd elke verwijzing naar bio pas aanvaard, indien het product minstens 70% biologisch was. - Voor producten waarvan het hoofdbestanddeel vis of wild is met toevoeging van bioproducten, wordt de vermelding van ‘bio’ aanvaard in de ingrediëntenlijs, ook in de nabijheid van de productomschrijving. - Het certificeringsorganisme zal voortaan door middel van een code op de verpakking verschijnen voorafgegaan door een landcode. Bijvoorbeeld BE BIO, NL BIO, DE BIO - Een nieuw Europees logo ligt op de onderhandelingstafel en wordt in 2010 in gebruik genomen. Het nieuwe logo maakt het onderwerp uit van een wedstrijd voor ontwerpers en dient nog goedgekeurd te worden. Andere veranderingen Voor de producenten komen er nog een aantal nieuwigheden: - Verbod om gebruik te maken van dierlijke producten van nietbiologische oorsprong. - De introductie van een positieflijst met toegelaten substanties, poets- en desinfectieproducten, en ook voorzorgsmaatregelenen om ervoor te zorgen dat de verwerkingsmethode van het biologische product natuurlijk blijft. - Ook komen een aantal regels die de nodige flexibiliteit moeten bewaren in uitzonderlijke gevallen. Import Voor de import van biologische producten wordt de jaarlijkse herhaalde aanvraagprocedure afgevoerd. De Europese commissie zal een lijst publiceren van erkende certificeringsorganismen die de importproducten ter plaatse kunnen certificeren. Deze wijziging wordt in 2010 of 2011 ingevoerd. Meer informatie vind je op: http://ec.europa.eu/agriculture/organic

5


Organic News Organic Monitor voorspelt voor 2009 Organic Monitor, een Engels onderzoeksbureau gespecialiseerd in de biologische markt, deed in het kader van de slabakkende wereldeconomie enkele voorspellingen omtrent de biologische markt voor 2009. Voeding De sterke groei die we de afgelopen jaren kenden, zal vooral in de landen die erg werden getroffen door de crisis afnemen. De UK markt heeft de zwaarste klappen gehad, maar de rest van West-Europa blijft een groeipercentage kennen van twee cijfers. Consumenten blijven overtuigd van de voordelen van biovoeding en willen graag biologisch eten, maar moeten soms een stapje terug zetten, om budgettaire redenen. Biologische voeding bij discounters als Aldi of Lidl trekt deze consumenten dan weer aan. Net als private labelproducten in supermarkten. Cosmetica Natuurlijke cosmetica zullen aan belang winnen in conventionele verkooppunten, aangezien veel retailers een private label in natuurlijke cosmetica op de markt brengen. Er ontstaat een strijd om rekruimte tussen bestaande merken en deze private label producten. De groeiende interesse in sociale gelijkheid en ethisch verantwoorde producten stuwt de markt van fairtrade producten verder. Soja en functionele voeding De vraag naar soja stijgt constant en blijft dat ook doen gedurende 2009. Het succes achter deze producten ligt vooral bij de gezondheidsclaims die erop kunnen worden gemaakt. Er worden veel nieuwe functionele voedingsmiddelen verwacht, maar de levensduur hiervan meestal vrij beperkt is. Textiel Ook bij textiel speelt de groeiende ‘awareness’ van mensen een belangrijke rol. Textiel heeft een voorbeeldfunctie, aangezien deze producten de principes van biologisch en fairtrade combineren. Verder wordt er gewerkt aan het productieproces. De textielproducenten proberen de CO2-uitstoot hiervan terug te dringen.

Globaal biologisch areaal groeide met 5% Op BioFach presenteerde IFOAM de internationale cijfers over biolandbouw. De wereldwijde groei in areaal houdt aan. De sector klokt in 2007 af op 32,2 miljoen ha, of 1,5 miljoen ha meer dan in 2006 (+5%). De groei was het sterkst in Latijns-Amerika en Afrika. Deze toename in zuiderse landen vertaalt zich op productniveau in een groter aanbod van tropisch fruit, katoen, koffie en cacao. Van alle koffie wereldwijd wordt 5.3% biologisch verbouwd; in Mexico bedraagt dat aandeel zelfs 30%. De groei in ontwikkelingslanden bewijst bovendien dat biologische landbouw kan bijdragen aan betekenisvolle socio-economische en ecologisch duurzame ontwikkeling, vooral in de armere landen. Net als vorig jaar tekent Australië voor het grootste gecertificeerd biologische areaal met 12 miljoen ha. Dit grote oppervlak heeft ze overwegend te danken aan graasland. Australië wordt gevolgd door Argentinië (2,8 milj. ha) en Brazilië (1,8 milj. ha).

Globale biomarkt goed voor 46 miljard dollar Organic Monitor meldde dat de globale biomarkt eveneens sterk groeide en in 2007 goed was voor ruim 46 miljard dollar. De verkoop van bioproducten wordt wereldwijd voor 97% gerealiseerd in Europa (54%) en Noord-Amerika (43%).

Daarmee blijft de kloof bestaan tussen producerende en consumerende landen. Deze kloof wordt geweten aan twee oorzaken: de grotere kennis en opleiding én de hogere koopkracht in ontwikkelde landen. De grootste markten bevinden zich in Amerika, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Frankrijk en Italië. Als we continent per continent bekijken zien we volgende verschillen: Europa vertegenwoordigd met een groei van 14% de grootste markt (25 miljard dollar), met Duitsland, UK, Frankrijk, Italië en Zwitserland als de belangrijkste afzetgebieden. De supermarkten spelen een bijzonder grote rol in de verkoop van bio, soms zelfs tot 80% van de afzet. Noord-Amerika komt op de tweede plaats (20 miljard dollar) met een groei van 15%. Hier zijn de Verenigde Staten de grootste markt, met weerom een sterke rol voor de supermarkten en discounts.

Bio: opportuniteit voor ontwikkelingslanden Ondanks de economische crisis blijft de vraag naar biologische voedingsproducten stijgen. De VN-organisatie Unctad verwacht dat de verkoop van gecertificeerde biovoeding in 2012 ongeveer 67 miljard dollar zal opleveren. In 2007 was die verkoop goed voor 46 miljard dollar, in 2002 ging het om 23 miljard dollar. Indien de prognose van Unctad klopt, zou de verkoop van gecertificeerd biologisch voedsel in tien jaar tijd dus bijna verdriedubbelen. Volgens Unctad is dat vooral een uitgelezen kans voor ontwikkelingslanden, aangezien zij een aanzienlijk deel van de wereldwijde productie voor hun rekening nemen. De boeren in deze landen hebben het dikwijls moeilijk om met klassieke methodes op te boksen tegen de gesubsidieerde en technologisch geavanceerde landbouwbedrijven in het rijke westen. Unctad raadt deze boeren daarom aan om zich vooral toe te leggen op de kweek en export van biologische producten. Volgens de VN-organisatie verdienen boeren die biologisch verbouwen meer dan de boeren die bij de conventionele methode blijven. Biologische landbouwproducten kunnen immers een meerprijs opleveren die schommelt tussen 30 en 200 procent. Volgens cijfers van de FAO, de voedsel- en landbouworganisatie van de VN, is de landbouw in Afrika goed voor 57 procent van de tewerkstelling, terwijl de sector slechts 11 procent van de exportopbrengsten vertegenwoordigt. Biologische landbouwtechnieken zouden dat cijfer volgens Unctad aanzienlijk kunnen opkrikken. Op dit ogenblik bevindt 20 tot 24 procent van de biologische boerderijen zich in Afrika.

New York laat bio links liggen In eerdere edities van Organic Retail schetsten we de bloeiende biomarkt in de USA. Ondertussen kwam de recessie harder aan bij de gemiddelde Amerikaan dan bij ons en zien we een duik in de verkoop. Kara Nielsen van het centrum voor Culinary Development analyseert de situatie van Whole Foods Market in New York: “Mensen kiezen voor Whole Foods Market omdat ze waarde hechten aan biologische voeding, omdat ze denken dat de maaltijden er gezonder zijn en vanwege het gevarieerde aanbod. Dat maakte van de keten tot voor kort een zeer populaire winkelplek.


Organic Retail - maart 2009

De jongste kwartaalcijfers laten zien dat de verkoop afneemt. De algemene groei van biologische voeding is gedaald van 20 naar 4%, bij Whole Foods daalde ze van 8 naar 0,4%. De keten heeft terecht de reputatie duur te zijn en Amerikanen letten blijkbaar op de centen.” De trend om te besparen bij de gemiddelde Amerikaan brengt met zich mee dat er minder vaak uit eten gegaan wordt en daar kan Whole Foods perfect op inspelen als leverancier van kwalitatieve kant-en-klare maaltijden. In een pogin om van het dure imago af te raken organiseert de keten rondleidingen en nieuwsbrieven waarbij koopjes en voordelige producten in de aandacht worden gebracht. Ook de kookcursussen gaan de laatste tijd vooral over ‘voordelig koken’.

Actieplan voor meer bioboeren in Noorwegen De verkoop van biologische producten in Noorwegen kende in het laatste jaar een enorme groei. Om deze te kunnen opvangen, deed de minister van voeding, Lars Peder Brekk een voorstel om het aantal Noorse bioboeren te doen stijgen. Hij verdedigt over een subsidiesysteem waarbij de best producerende provinicies uiteindelijk gesubsidieerd worden. Volgens Brekk zou dit de inventiviteit en de competitiegeest versterken. Hij hoopt tegen 2015 een percentage van 15% biologische landbouw te bereiken.

België Glutenvrijspecialist.be online Glutenvrijspecialist.be is een nieuwe website die een ruim overzicht biedt van de ongeveer 100 verschillende glutenvrije voedingsproducten die door Hagor-Bioservice verdeeld worden via de dieeten natuurvoedingswinkels. Naast informatie over glutenintolerantie bevat de website een klantenbestelformulier dat de bezoeker kan downloaden. Dit formulier kan vervolgens ingeleverd worden bij de dichtstbijzijnde dieet- en natuurvoedingswinkel, waarna de bestelling later in deze winkel kan worden opgehaald.

Nature’s Fountain: ecologische catering voor evenementen Nature’s Fountain is een nieuw initiatief voor catering dat net een stapje verder gaat dan biologische voeding. De voeding en de drank die door Nature’s Fountain verdeeld wordt, is biologisch, lokaal verbouwd, seizoensgericht en draagt bij tot de biodiversiteit. Zo verkoopt het bedrijf sappen van Drie Wilgen, waarvan 3% van de omzet naar Natuurpunt gaat, kun je wijnen met een WWF-logo krijgen en koffie die in schaduwbossen wordt verbouwd. Deze manier van verbouwen doet de koffieboon langzamer rijpen, en zorgt voor een sterker aroma. Deze techniek trekt overwinterende vogels aan, die op traditionele koffievelden niet terecht kunnen. Verder investeert Nature’s Fountain in plaatselijke biologische graanbedrijven, om de populatie van vogels die vroeger rond graanvelden leefden, maar nu niet meer zo sterk aanwezig zijn door de oververbouwing van maïs, op te trekken. Momenteel catert Nature’s Fountain vooral voor ngo’s en op evene-

menten en worden de dranken geserveerd in café’s en bij organisaties, maar het bedrijf gaat de markt van particulieren niet uit de weg.

Vredeseilanden werkt aan pilootprojecten voor duurzame overheidscatering De Belgische NGO Vredeseilanden werkt sinds enige tijd aan verschillende pilootprojecten rond duurzame catering. Daarbij worden bedrijfsrestaurants aangemoedigd hun aanbod en De Financietoren in Brussel processen te verduurzamen. Belangrijk is dat niet gefocust wordt op eenmalige projecten maar wel op de duurzaamheid van het ‘systeem’, het volledige jaar door. De verduurzaming steunt op verschillende peilers waaronder de promotie van biologische en fairtrade voeding. Daarnaast wil men de uitbaters van de bedrijfsrestaurants aanzetten tot een systematische keuze voor seizoensproducten en producten van lokale afkomst, alsook tot het verminderen van de vleesconsumptie. Op dit moment lopen reeds een aantal pilootprojecten voor diverse overheden in België. Een belangrijk project is de catering van de Financietoren in Brussel, de grootste administratieve zetel van het ministerie van Financiën. Dit project loopt in samenwerking met Velt, Ecolife, Wervel en Bioforum Vlaanderen en Netwerk Bewust Verbruiken. Het bedrijfsrestaurant in de Financietoren wordt in eigen beheer uitgebaat. Momenteel wordt onderzocht hoe de keuken kan

TIBET AUTHENTIC GOJIBESSEN …het gezondheidsgeheim uit Tibet GOJIBESSEN vervullen een belangrijke rol in de traditionele Chinese geneeskunde. Ze zijn een zeer rijke bron van vitamines, mineralen, essentiële aminozuren, antioxidanten en sporenelementen. Gojibessen worden ook wel “Happy Berries” genoemd omdat het dagelijks eten van een klein handvol (+/- 20 g) een positieve invloed heeft op uw algemeen welzijn. MEER VITAMINE C DAN SINAASAPPELS! Gojibessen bevatten meer vitamine C per gram dan sinaasappels. Gojibessen hebben een hoger beta-caroteen gehalte dan wortels. RIJK AAN VITAMINEN EN MINERALEN! Gojibessen bevatten vitamine A, B1, B2, B3, B6, C en E Ze zijn ook een rijke bron aan mineralen zoals zink, ijzer, magnesium, selenium en calcium. EXCLUSIVITEIT HET TIBET AUTHENTIC LOGO is in samenwerking met het Tibet Medical College ontwikkeld en garandeert u dat onze Gojibessen een echt Tibetaans natuurproduct zijn. HEALTH XL is exclusieve verdeler van Tibet Authentic Gojibessen in België, Luxemburg en Frankrijk

Verkrijgbaar bij:

Health XL

Wijngaardstraat 7, 2800 Mechelen t. 0477 38 06 06 – info@healthxl.be – www.healthxl.be Ook verkrijgbaar: Cacao Nibs en Maca

OR4_HEALTHXL_1_4.indd 1

7

27/02/09 11:42


Organic News verduurzamen. Op termijn kan de aanpak van dit pilootproject als model dienen voor de bedrijfsrestaurants in alle regionale kantoren van Financiën. Bio- en fairtrade traiteur Geert Groffen werkt halftijds als consultant voor deze projecten en legt uit hoe hij tewerk gaat. “Eerst en vooral nemen we de ingekochte ingrediënten onder de loep. Er wordt zoveel mogelijk gekozen voor biologische, fairtrade en lokale producten. Daarnaast wordt ook naar de maaltijden zelf gekeken. Het is duidelijk dat steak met champignonsaus zich minder leent tot verduurzamen dan een Thaise curry met seizoensgroenten.De consumptie van veel industrieel gekweekt rundvlees is omwille van de ermee samengaande broeikasgassenuitstoot bijvoorbeeld niet duurzaam. De Thaise curry biedt de mogelijkheid om voor minder vlees of vis te gaan en meer groenten en laat ook ruimte voor een duurzamere vegetarische versie met bijvoorbeeld tofu .” De keuze voor duurzame catering betekent echter niet dat alle klassiekers zoals de steak met frietjes afgeschaft worden. “Dat zou misschien te drastisch zijn. Die blijven dus behouden en worden duurzamer gemaakt, maar er komt dus ook een ruimer aanbod echte duurzame alternatieven. En belangrijk: er zal ook een communicatiecampagne aan vasthangen waarin de medewerkers van Financiën warm gemaakt worden voor de principesvan duurzame voeding.”

ële opening door hare Koninklijke hoogheid Prinses Margriet is de BioVak een aantrekkelijk podium voor duurzame perspectieven geworden. We zijn blij met het feit dat we velen uit de gangbare landbouw, waaronder geïnteresseerden in omschakeling, hebben mogen verwelkomen. Ook hebben we ondernemers geprikkeld om individueel en collectief verder te bouwen aan het verzilveren van de waarden van de (biologische) landbouw. We gaan met veel vertrouwen werken aan BioVak 2010.” Opvallend was ook de presentatie van de Nederlandse biologische wijnboeren. Nederland telt momenteel al zo’n 80 wijngaarden groter dan 1 ha, waarvan het merendeel boven de grote rivieren ligt, vooral in de provincies Gelderland en Overijssel. Er namen zes biologische wijngaarden deel, waaronder diverse winnaars van bronzen en zilveren medailles van de Nederlandse Nationale Wijnkeuring. De kwaliteit van de Nederlandse wijn verbetert sterk doordat de wijnboeren veel investeren in het uitbreiden van hun kennis. Dat is ook nodig want tot 10 jaar geleden was de wijnbouw in Nederland beperkt tot Zuid-Nederland. Maar dankzij nieuwe druivenrassen die twee à drie weken eerder afrijpen is de wijnbouwgrens een paar honderd kilometer naar het noorden opgeschoven. Het innovatieve van deze nieuwe rassen is dat ze minder gevoelig zijn voor meeldauw zodat er veel minder chemische bespuitingen nodig zijn. Van de Nederlandse wijnbouw is dan ook inmiddels 25% biologisch.

2Bio neemt goede start

Eind 2008 opende de Natuurwinkelketen een vijftigste vestiging in Nederland. Dit keer was Eindhoven aan de beurt. Het was de negende opening in 2008. De Natuurwinkel ziet klimaatneutraal ondernemen als belangrijke focus en streeft ernaar de uitstoot van broeikasgassen -veroorzaakt door winkels-, zo minimaal mogelijk te houden. Koelingen en vrieskasten zijn voorzien van dagafdekking. Er wordt gebruik gemaakt van uitgekiende verlichtingsplannen. Verpakkingen en winkelmaterialen zijn -waar mogelijk- biologisch afbreekbaar of 100% gerecycled en er wordt gebruik gemaakt van groene stroom. Het doel is om het totale energieverbruik in 2013 met 20% te reduceren ten opzichte van 2007.

De lancering van het nieuwe merk 2Bio is door de natuurwinkels zeer positief onthaald. Er zijn reeds meer dan 100 winkels die de producten met veel enthousiasme opgenomen hebben in hun assortiment. Ook is er interesse vanuit de biowinkels in Nederland en Frankrijk. “Van onze producent Campo hebben wij de Passata opgenomen in het assortiment. Het gaat om een nieuwe oogst van Italiaanse ‘Roma’ tomaten, gepeld en gepureerd tot een lekkere basis voor tomatensausen. Er wordt enkel zeezout toegevoegd. Ook nieuw is een kwaliteitsvolle appelazijn uit Frankrijk. Deze appelazijn werd niet gepasteuriseerd en is lekker als basis voor dressings en salades”, meldt 2Bio. In de komende maanden wordt het assortiment verder uitgebreid. Wie meer info wil over het project of over de producten van 2Bio kan contact nemen met Biofresh (ludo.peeters@biofresh.be).

Nederland Biovak 2009 lokt meer dan 5000 bezoekers Op 21 en 22 januari vond in de IJsselhallen van Zwolle de tweede BioVak beurs plaats. In totaal kwamen over beide dagen meer dan 5000 bezoekers af op de beurs, een verdubbeling van het aantal van de eerste BioVak in 2008. Meer dan 160 bedrijven presenteerden zich in stands, een verdrievoudiging ten opzichte van 2008. Zowel de vijftig workshops als het openingsdebat over de ontwikkelingsrichting van de biologische landbouw konden rekenen op overweldigende belangstelling. Kees van Zelderen is namens de Vakgroep Biologische Landbouw LTO/ Biologica verantwoordelijk voor de BioVak en toonde zich zeer tevreden: “Het totaalconcept van de BioVak is aangeslagen. Gesterkt door de offici-

Natuurwinkel opent vijftigste vestiging

Frankrijk Regio Rhône-Alpes ondersteunt zijn biobedrijven via Organics Cluster De Franse regio Rhône-Alpes is met meer dan 900 bedrijven in de biologische verwerking en distributie een van de belangrijkste bioregio’s van Frankrijk. Op het vlak van voedings- en cosmeticabedrijven staat het aan de top. Daarom besliste de regionale overheid deze economische activiteit extra te ondersteunen via Organics Cluster. Deze organisatie ontwikkelt programma’s die de biobedrijven moeten helpen bij hun groei en ontwikkeling. Het gaat daarbij om training, marketingacties en innovatie. Daarnaast wil Organics Cluster ook specifieke activiteiten ontwikkelen om het imago van de regio Rhône-Alpes te versterken in de internationale biowereld. Zo konden in december 2008 regionale biobedrijven dankzij Organics Cluster deelnemen aan MENOPE (Middle East Natural & Organic Products Expo) en zorgde men ook voor een goede vertegenwoordiging op BioFach 2009 (met 20


Organic Retail - maart 2009

bedrijven uit de regio). Binnenkort staat de beurs Natural and Organic Products Europe in Londen, een conferentie over de biologische markt in Japan op het programma. Ook werkt de Cluster aan een begeleidingsprogramma in de ontwikkeling van meer ecologische verpakkingen voor biobedrijven.

Zeiler Armel Le Cléac’h kiest voor biologische afbakbroodjes aan boord Biofournil, al dertig jaar producent van biologische afbakbroden en viennoiserie kwam op een ludieke wijze in de aandacht. Het bedrijf besloot immers Armel le Cléac’h, een man die meedeed aan de hallucinante race Le Vendée Globe, te sponsoren. Deelnemers aan de Vendée Globe varen met een zeilbootje de wereld rond in 90 dagen. Het natuurgeweld en de eenzaamheid maken van deze tocht een beproeving. Armel nam op zijn tocht een hele voorraad broodproducten mee. De race sluit volledig aan bij de bedrijfsfilosofie van Biofournil: de zeilboten worden aangedreven door de natuur en zijn dus ecologisch erg verantwoord en de race ijvert, net als Biofournil, voor schone zeeën. Net zoals de gezondheid van de zeilers nauwlettend in de gaten wordt gehouden, primeert bij Biofournil de nutritionele waarde van zijn producten. Op 7 februari kwam de boot van Armel als tweede aan. Biofournil stopte kort geleden enkele producten in een nieuwe, meer milieuvriendelijke verpakking van gerecycleerd papier. Het bedrijf zet voortdurend stappen in de richting van vernieuwing en verbetering.

INRA presenteert Europees overzicht wetenschappelijk onderzoek voor biolandbouw INRA, het Franse instituut voor landbouwonderzoek heeft sinds begin dit jaar al zijn onderzoeken en bevindingen omtrent biologische landbouw gegroepeerd in een aparte rubriek. Deze aanpassingen werden uitgevoerd naar aanleiding van een colloquium dat vorig jaar in Montpellier plaatsvond. Met deze aanpassing hoopt INRA een bijdrage te leveren aan de technische uitdagingen die telers en verwerkers in de biosector dagelijks aangaan en wil men de dynamiek en groei van de sector ondersteunen. Op dezelfde site werd een forum omtrent biologische landbouw geplaatst. Dit forum is beschikbaar voor iedereen en biedt de mogelijkheid om technische en wetenschappelijke vragen te stellen, maar ook om ervaringen te delen en innovaties voor te stellen. www.infra.fr

...Franse biosector beklaagt zich over zwak aanbod Uit het overzicht blijkt dat de Franse bijdrage aan onderzoek naar biologische landbouw beperkt is. Dat bevestigt de klachten van de Franse biosector over de beperkte interesse van de Franse overheid voor dit onderzoeksdomein. Dit leidde tot een hevig debat op het forum van INRA. De conclusie was dat Frankrijk nog steeds teveel inzet op intensieve landbouw. Het ontbreekt de biosector aan mensen, middelen en politieke steun. Deze bevindingen staan in schril contrast met de populariteit van bio bij de consumenten en het potentieel dat Frankrijk heeft als landbouwland.

Agence bio presenteert nieuwe barometer voor Franse biomarkt Het Franse Agence Bio publiceerde recent zijn zesde barometer op basis van een enquête bij 1050 personen in oktober vorig jaar. De perceptie van bioproducten wordt steeds positiever en de fransen kennen de principes van de biolandbouw steeds beter, ook omdat ze zich informeren over dit thema. De prijs blijft de grootste remmende factor als het op aankopen aankomt en het blijkt dat consumenten steeds meer gaan vergelijken. Een meerprijs tot 12% voor biologische tegenover gangbare wordt probleemloos aanvaard. De meest verkochte bioproducten in Frankrijk zijn fruit en groenten (77%), melkproducten (70%), eieren (64%), kruidenierswaren (56%), vlees (49%), brood (42%), dranken (40%). Voor een aantal productcategorieën hecht men extra belang aan het biologisch karakter: voedingssupplementen, eieren, melk, olie en sojaproducten. De belangrijkste verkooppunten voor bio zijn super- en hypermarkten (72%), de markt (45%), speciaalzaken (26%), boerderij (24%), artisanale bakkerijen en slagerijen (22%). Deze verkooppunten variëren naargelang de aard van het product. Melkproducten, dranken, koffie, thee, kruidendranken, sojaproducten, koekjes en babyvoeding worden meestal gekocht in supermarkten. Fruit, groenten, kaas en eieren blijken dan weer het sterkst te scoren op de markten. Voedingssupplementen, kruidenierswaren, brood, dranken en sojaproducten komen meestal van speciaalzaken, terwijl in boerderijwinkels vooral vlees en eieren worden gekocht. Deze recentse barometer toont aan dat er de laatste twee jaar een stijging plaatsvond van nieuwe bioconsumenten voor specifieke producten, zoals wijn, sojaproducten, fruitsappen en brood. Ook kant-en-klare maaltijden kennen een sterke opmars. De meerderheid van de ondervraagden lieten weten dat hun bioconsumptie stagneert of stijgt (82 - 96%) - gezien de huidige economische situatie een goed resultaat. 76% gelooft dat biolandbouw een goede oplossing biedt voor de milieuproblematiek en 86% vindt dat de biolandbouw in Frankrijk verder ontwikkeld moet worden. www.agencebio.org

Nieuwe producten Pajottenlander stelt 3 nieuwigheden voor in de lente 2009: Appel-rodebietensap met een verleidelijke rode kleur. Gezond en heerlijk. Al de goede eigenschappen van appels en van rode bieten in perfecte balans. Vlierbessensiroop met een gewijzigde receptuur en een nieuw etiket. Vers geplukte vlierbessen, agavesiroop en een beetje citroensap zijn de ingrediënten van deze smakelijke siroop, ideaal tegen vele voorjaars- en najaarskwaaltjes. Nieuwe verpakking voor de POM fruitsapjes 0,2 L en voor de literflessen (appelsap 1 L en vlierbloesemdrank 1 L). De POMMETJES krijgen een hersluitbaar twist-off schroefdeksel, veel handiger om mee te nemen voor onderweg. Het totale gamma van Pajottenlander omvat nu 24 verschillende fruit- en groentesappen, en 3 fruitbereidingen. Voor elk product garandeert Pajottenlander de hoogste kwaliteit en de beste kwaliteit/ prijs-verhouding.

9


Organic News Terrasana Barnhard Bodywear Terrasana verdeelt nu ook biologisch ondergoed. De collectie van Barnhard Bodywear wordt gemaakt van 100% ongebleekt biologisch katoen. De natuurlijke teelt zorgt ervoor dat het katoen zachter aanvoelt dan gewoon katoen. Deze producten zijn daarom perfect voor mensen met een gevoelige huid. Barnhard Bodywear is gegarandeerd zuiver tot in elke vezel. De biologische teelt maakt uitsluitend gebruik van natuurlijke compost en natuurlijke bestrijdingsmiddelen. Om uitputting van de bodem te voorkomen wordt de teelt van katoen afgewisseld met de biologische teelt van voedselgewassen. Het katoen wordt geproduceerd volgens de ‘Global Organic Textile Standard’. Op de naleving van deze norm wordt toegezien door de controle-instantie Control Union.

Prodia Suikervrije speculoospasta Met de huidige hype rond de nieuwe speculoospasta om op de boterham te smeren, kon de suikervrije versie niet lang op zich laten wachten. Revogan introduceert dan ook de Prodia Speculoospasta voor mensen die het suikergebruik binnen de perken moeten of willen houden. De pasta bevat geen suiker, maar maakt gebruik van maltitol om de zoete smaak te bekomen.

Soy: nieuwe Tofuburger met zeeboon Soy stond al bekend om zijn tofuburgers en die reputatie houdt het bedrijf graag aan. Soy ontwikkelde immers een tofuburger met zeeboon en saffraan. Zeebonen zien er een beetje uit als prinsessenboontjes, maar het zijn eigenlijk blaadjes van een zoutwaterplant met een subtiele smaak. De nieuwe burgers zijn rijk aan proteïnen, ze zijn een bron van omega 3-oliën, calcium, magnesium en vezels en de sojabonen zijn 100% Frans, verbouwd in het Zuid-Oosten van het land.

Nix Dio: Biologische, vegetarische, gluten- en lactosevrije beertjes Nix Dio presenteert een nieuw gamma beertjes (roze, gele, groene en paarse) van biologische origine die bovendien geen gelatine, gluten en lactose bevatten maar met veel smaak en herinneringen. nix.mint@skynet.be

Springfield Cranberrysupplement even efficiënt als antibioticum Een recente studie aan de Schotse universiteit van Dundee heeft uitgewezen dat een specifiek veenbessensupplement dezelfde resultaten geeft als een bekend antibioticum tegen terugkerende urineweginfecties. De oorzaak van een blaasontsteking is meestal de E. colibacterie. Cranberries bevatten stoffen die pro-anthocyanidinen (PAC) worden genoemd. De specifieke PAC’s uit cranberry verhinderen dat de bacterie zich kan vasthechten aan de blaaswand. Op die manier verlaat de bacterie op natuurlijke wijze het lichaam, zonder een infectie te veroorzaken. Dit nieuwe onderzoek is de eerste in zijn soort die de efficiëntie bekijkt van een hoog geconcentreerd cranberrysupplement (Springfield Cran-Max) bij oudere vrouwen. Het unieke aan Cran-Max is de toepassing van een gepatenteerde extractie- en concentratiemethode, waarbij zowel vruchtvlees, schil, zaad als sap van de cranberry worden gebruikt. Daarbij wordt het extract verwerkt in een geconcentreerde matrix (BioShield), afkomstig van de cranberry-bes zelf, om de werkzame bestanddelen te beschermen tegen onder andere maagzuur en te zorgen voor een geleidelijke afgifte.

Springfield stelt B-complex uit Quinoa voor Quinoa vormt de basis voor een bijzonder rijk, natuurlijk en organisch gebonden complex van B-vitamines. Een speciaal, gepatenteerd groei- en productieproces zorgt voor een hogere concentratie B-vitaminen. De zaden van quinoa worden geweekt in vitaminerijk water. In de zeer actieve fase tijdens de ontkieming worden de B-vitaminen opgenomen en omgezet in biologisch actieve, organische B-vitaminen. Dit leidt tot een 300-voudig hogere concentratie aan B-vitaminen. De kiemen bevatten door deze productie een spectrum van organische B-vitaminen in hun natuurlijke vorm. De kiemen worden geoogst, gedroogd en verwerkt tot poeder. Deze biologische actieve B-vitaminen worden efficiënt door het lichaam gebruikt. Geen enkele andere voedingsstof of plant kan hoge concentraties aan B-vitamines bieden als quinoa. Uniek is ook dat quinoa plantaardige vormen van vitamine B12 bevat. Deze zijn normaal gesproken van dierlijke oorsprong. In voedingssupplementen tref je vaak maar één vorm aan. Dit complex bevat meerdere actieve vormen van B12. Eén gram quinoa B-complex bevat alle vormen van de B-vitaminen in ongeveer 100% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid. Doordat de B-vitamines in hun natuurlijke en biologisch actieve vorm aangeboden worden, heeft dit complex een effectieve werking en kan toegepast worden ter ondersteuning van de algemene gezondheid (immuunfunctie), fysieke en mentale energie, concentratievermogen en geheugen, overige cognitieve en mentale functies en prestaties, gemoedstemming, gewichtsbeheersing, sportbeoefening enz.


Dossier

> Fair Trade

Organic Retail - maart 2009

Bio

Lily Deforce (directeur Max Havelaar België):

“Vele Fairtradecoöperatieven investeren in conversie naar bio”

Hoewel het fair tradeconcept al meer dan vijftig jaar oud is mogen we gerust stellen dat het concept pas de jongste jaren in volle bloei is. Fairtrade kende heel wat groeipijnen, maar is vandaag volwassen, actueler en hipper dan ooit. Max Havelaar heeft in deze ontwikkeling een belangrijke bijdrage geleverd. Lily Deforce van Max Havelaar België vertelt welke rol het Fairtradegebeuren kan spelen in de wereldwijde verspreiding van bio en is ambitieus: “Tegen 2012 streven we ernaar dat 50% van alle Fairtradeproducten bio zijn.” Jullie moeten op dit moment heel gelukkig zijn: Fairtrade heeft volgens recente cijfers de wind in de zeilen. Of moeten we zeggen een stormwind in de zeilen? “Dat klopt. Fairtrade heeft enorm aan belang gewonnen. Alle marktindicatoren tonen overigens dat die evolutie nog zal versterken, zowel voor bio als voor conventionele producten. Het succes is vooral te danken aan de intrede van grote voedingsmiddelenleveranciers die hun A-merken van een Fairtradelabel voorzien. Zowel de Nederlandse chocoladefabrikant Verkade als de Belgische rietsuikerfabrikant Candico zijn daar mooie voorbeelden van. Als een aantal A-merken de stap naar Fairtrade zetten, heeft dit een enorme impact bij de andere A-merken. Er zijn nog veel bedrijven die willen instappen en zo goed als geen enkele willen stoppen met Fairtrade. Dat bewijst dat het een sociale keuze is die de bedrijven ook op de markt helpt. Aan de andere kant van de ‘supply chain’ is er eveneens goed nieuws: meer dan ooit staan landbouwcoöperatieven in het Zuiden te trappelen om in het Fairtradesysteem te stappen.” Legt u ons nog eens uit hoe eerlijke handel of Fairtrade werkt? “Alles vertrekt van een eerlijke prijs voor de geleverde landbouwproducten. We werken daarvoor wereldwijd samen met meer dan 700 landbouwcoöperatieven die samen 1,5 miljoen landbouwers groeperen.” “Het vertrekpunt is een berekende minimumprijs die toelaat om te spreken van een economische rendabele activiteit. Wij handhaven deze minimumprijs ongeacht de reële prijs op de markt, als de marktprijs boven onze minimumprijs stijgt koppelen we onze prijs aan de marktprijs. Daar bovenop komt dan nog de Fairtrade premie. Deze gaat echter niet naar de landbouwer, maar naar de coöperatieve waartoe de boer behoort. Enkel al voor alle in 2008 verkochte bananen in Nederland, België en Frankrijk hebben de bananencoöperaties een extra premie ontvangen van meer dan 1 miljoen dollar. Als je uitrekent wat dat per landbouwbedrijf vertegenwoordigt, stel je vast dat een landbouwer daar niet echt iets mee kan aanvangen. Door dat bedrag echter aan de gemeenschap te geven, kan je daar wel iets mee doen. Zo’n bedrag is veel geld in het Zuiden en daarmee maak je wel het verschil. De premie gaat naar heel diverse doeleinden. In Afrika gaat dit meestal naar basisinfrastructuur: ziekenhuizen, scholen, betere wegen … In Latijns-Amerika staan de coöperatieven meestal al verder en zie je meer geavanceerde investeringen:

dat kunnen kwaliteitsverbetering voor de teelt zijn, zo zien we dat bananentelers kabelbaantjes aankopen waar de bananen aan opgehangen worden zodat de zware bananentrossen niet meer gedragen hoeven te worden.” Kwatongen zeggen wel eens: de huidige grondstofprijzen zijn zo hoog dat alles al aan eerlijke prijzen verhandeld wordt. “Tja, de grondstofprijzen zijn op dit moment inderdaad hoog, maar Fairtrade is veel meer dan die minimumprijs. De premie die bovenop de minimum- of de marktprijs betaald wordt in iets zinvols voor de volledig gemeenschap geïnvesteerd. Anderzijds garandeert een hogere prijs zeker en vast niet dat iedereen die bij de landbouw betrokken is ook meegeniet. Met Fairtrade heb je die zekerheid wel.” Hoe staat Max Havelaar tegenover bio? “Heel positief! Wij vinden bio heel belangrijk. Ons uitgangspunt is anders en dat zal echter in de eerste plaats armoedebestrijding blijven. Bio en armoedebestrijding gaan echter heel goed samen. Ook het duurzame karakter maakt bio heel waardevol is voor de Fairtrade landbouw in het Zuiden. We promoten bij onze landbouwcoöperatieven al enkele jaren de conversie naar biolandbouw. En met succes, we zien dat meer en meer coöperatieven beslissen hun Fairtradepremie te investeren in een omschakeling naar bio. De beschikbare biologische Fairtrade-ingrediënten zullen de komende jaren dus sterk toenemen!” Hoe belangrijk is het milieu voor een niet-biologische Fairtrade producent? “Een van de peilers in het Fairtrade lastenboek is ecologie. We leggen de coöperatieven dus al een aantal ecologische voorwaarden op voor ze kunnen intreden. Fairtrade landbouwers doen al aan geïntegreerde landbouw: bepaalde meststoffen of bestrijdingsmiddelen zijn verboden, we eisen van hen ook dat er sedimentatiebekkens komen, enz… Dat maakt dat de eerste voorzichtige stap richting bio al gemaakt is. Trouwens, sommige Fairtrade producten zijn in de realiteit al bio. Ze zijn echter nog niet gecertificeerd omdat de coöperatieve administratief nog niet klaar is voor deze stap.” Bio en Fairtrade delen ongeveer hetzelfde klantenpubliek. Zullen bio en Fairtrade verder naar elkaar toegroeien? En passen deze concepten bij elkaar? “Zeker. Fairtrade landbouw is kleinschalige familiale landbouw, net zoals biolandbouw. Mits de nodige kennis van zaken en ondersteuning kunnen deze landbouwers vrij makkelijk de stap richting bio zetten. En ze beseffen dat zelf ook. Meer en meer kiezen onze coöperatieven

11


Dossier

> Fair Trade

Bio

voor investeringen naar conversie. Ze doen dat dan vooral omdat ze weten dat ze een hogere prijs krijgen voor hun oogst. We gaan ons de komende jaren hard inzetten voor bio. In 2012 willen we dat 50% van de Fairtrade producten een biolabel dragen. Wereldwijd is 34% van de Max Havelaar producten van biologische origine. In België zitten we op 42%, voor Nederland is dat 37%, voor Frankrijk zelfs ongeveer 50%…”

niet beschikbaar is in Fairtrade. Bij vele collega’s is dat niet zo. Wij vinden in ieder geval dat er een wettelijke bescherming moet komen voor het begrip ‘Fairtrade’. Labels die de lat lager leggen maar ook pretenderen ‘fair trade’ te zijn doen de coöperatieven in het zuiden en de echte Fairtrade gecertificeerde bedrijven in het westen oneerlijke concurrentie aan.

Fairtrade landbouwers evolueren dus richting bio. Gaat het omgekeerde - van bio naar Fairtrade ook vlot? “Het is een feit dat wij als organisatie ingesteld zijn op het tegenovergestelde: een Fairtrade leverancier die bio wil worden. Hier zitten we met het omgekeerde: een bioleverancier die vanuit het Westen verzocht wordt om Fairtrade te worden is makkelijker. Als bio landbouwcoöperatieve zit je immers een stapje dichter bij Fairtrade. De conversie van Fairtrade naar Fairtrade en bio duurt tot drie jaar, het omgekeerde moet echter veel sneller kunnen.”

Je hoort de markt wel eens klagen dat die certificaties zo duur zijn. “We krijgen soms dat verwijt, ja. Ik denk echter dat dit wel meevalt. Positief is dat een verdere groei van Fairtrade het certificeren efficiënter en goedkoper zal maken. Ook moeten we gaan kijken hoe FLO (Fairtrade Labeling Organisation) kan gaan samenwerken met de bio en Fairtrade certificatie voor producten die beide zijn. Er zijn recent gesprekken opgestart tussen FLO en IFOAM om te kijken hoe we kunnen samenwerken. Max Havelaar wil bio stimuleren bij zijn partners in het Zuiden en we willen ook iets doen aan die aparte certificaties. Maar ook hier kunnen we stellen dat hoe sterker dat bio en Fairtrade groeien in het Zuiden, hoe sneller en efficiënter dit kan.”

Uit recent onderzoek blijkt dat de consument zijn weg soms verliest in het teveel aan Fairtrade labels. Wat vinden jullie daarvan? “We stellen ook vast dat er heel wat andere ‘fair trade-achtige’ of duurzame labels komen met elk hun eigen accenten en regels. Max Havelaar is echter heel streng: alles moet Fairtrade zijn tenzij het echt

“Fairtrade en bio bieden heel veel toegevoegde waarde” Oxfam Fairtrade kiest waar het kan voor bio, maar vraagt ook begrip voor de complexiteit van de omschakeling Sinds de vroege jaren ’70 is Oxfam Fairtrade actief als groothandel van Fairtrade producten. Eerst enkel voor de wereldwinkels in België, later ook export naar andere Europese landen. De jongste jaren trekt Oxfam Fairtrade ook zij de biokaart: één derde van het assortiment draagt al een biolabel.

67 bioproducten Jeroen Brugge is marketing manager van Oxfam Fairtrade en hij deed recent het telwerk: “67 van de ruim 180 producten is biologisch, dus ongeveer één derde van ons assortiment. Dat aantal is de jongste jaren aanzienlijk gegroeid. We hebben duidelijk een voorkeur voor bioproducten omdat ze in onze filosofie passen en ze ook op de markt voordelen biedt. Een goed en kwalitatief product dat bio en Fairtrade is, biedt gewoon heel veel toegevoegde waarde. Ook voor de uitstraling van ons merk Oxfam Fairtrade is het een goede zaak. Bio en Fairtrade samen vraagt echter veel van onze partners in het Zuiden en van onze organisatie.” “Oxfam Fairtrade zag zijn omzet de laatste jaren aanzienlijk toenemen. Dat was vooral het gevolg van de keuze om onze producten in België aan te bieden in de klassieke retailkanalen (supermarkten). Ook de groeiende export (naar Frankrijk, Nederland, Zweden, Portugal en Luxemburg) droeg aan dit succes bij. Die export is ondertussen goed voor ruim 10% van de omzet van Oxfam Fairtrade.”

Geen normverlaging Het afgelopen jaar kende Fairtrade een forse groei en daar kan men bij Oxfam Fairtrade enkel gelukkig om zijn. Toch zijn er ook risico’s

verbonden aan dat succes, waarschuwt Jeroen Brugge. “We moeten er over waken dat de schaalvergroting van de Fairtrademarkt niet leidt tot een verlaging van de normen voor Fairtrade. Daarom dringen we er bij de overheden al enkele jaren op aan om Fairtrade wettelijk te laten beschermen. Bovendien moeten de Fairtradecriteria bij wet worden vastgelegd. Als er zogenaamde Fairtradeproducten komen die de norm lager leggen, dan doe je de echte Fairtrade oneerlijke concurrentie aan en zijn de landbouwcoöperatieven in het Zuiden daarvan het slachtoffer.”

Marktgeoriënteerde productontwikkeling Karel Braem is productontwikkelaar bij Oxfam Fairtrade. Hij stond mee in voor de introductie van tal van bioproducten in het Oxfam Fairtrade-assortiment. Of een product al dan niet in de catalogus van Oxfam Fairtrade komt blijkt af te hangen van een aantal criteria: “We zoeken naar producten die zinvol zijn voor de markt, maar houden daarbij vooral rekening met het marktpotentieel. Ook een Fairtradeproduct moet aan de consumentenbehoeften beantwoorden. Naast de producten waarbij het louter om afvullen gaat (wat deels in het Zuiden en deels hier gebeurt) hebben we ook heel wat producten waarbij verschillende Fairtrade ingrediënten


Organic Retail - maart 2009

zinvol samengevoegd worden. Maar als we in onze chocolade bijvoorbeeld Fairtrade kokos kunnen verwerken om een chocoladereep met kokossmaak te introduceren, dan is dat natuurlijk prachtig. We moeten er echter ook over waken dat de prijs van ons Fairtradeproduct in verhouding blijft met de gangbare prijs op de markt. Een te groot prijsverschil zou averechts werken.” “Ook voor biologische Fairtradeproducten geldt dit principe. Oxfam Fairtrade verkiest een biologisch product maar als we merken dat dit een te duur product oplevert, dan passen we liever. Ook Oxfam Fairtrade dient rekening te houden met de markt en de verkoopscijfers. Doen we dat niet, dan zijn wij en onze partners in het Zuiden daarvan het slachtoffer.” Of de biologische variant van een product succesvol zal zijn, is niet op voorhand te bepalen. “De meeste van onze bioproducten zijn voltreffers. Onze biokoffie doet het bijvoorbeeld fantastisch en overtreft de gewone varianten. Bij andere producten is dat soms wat minder spectaculair.”

Bio niet altijd binnen bereik Leo Ghysels is bij Oxfam Fairtrade verantwoordelijk voor de producentendienst en gaat dikwijls op bezoek bij de partners in het Zuiden. Hij is goed op de hoogte van de situatie bij vele Fairtrade coöperatieven. “De meeste landbouwcoöperatieven in het Zuiden zijn geïnteresseerd in Fairtrade en in bio. Bio is bij hen in de eerste plaats een economische keuze. Het probleem voor bio is echter dat de criteria te zwaar zijn. Vooral kleine bedrijfjes zijn nog niet in staat om administratief aan die vereisten te voldoen. Een ander belangrijk probleem is dat de biocertificatie te duur is voor sommige producenten. Die twee zaken maken dat het vooral de kleine boerengemeenschappen zijn die moeten afhaken. Als men echt massaal wil inzetten op bio bij Fairtrade producenten dan ligt de sleutel bij een efficiëntere en goedkopere certificatie.” Hoewel de meerderheid van de Fairtradecoöperatieven nog niet bio zijn, leveren de partners van Oxfam Fairtrade veel inspanningen om de landbouw milieuvriendelijker te maken. “De criteria voor certificatie beperken het gebruik van bestrijdingsmiddelen en leggen afvalwaterzuiveringscriteria op. Ook interessant: sommige producenten gaan werken met zonnepanelen of windmolens voor hun energieverbruik.”

ed. oft: Ma9 - 038

Bij Oxfam Fairtrade-producten ligt de lat voor het aandeel Fairtradeingrediënten ook hoger dan bij de meeste andere producten. Karel Braem: “Heel wat van onze producten zijn 100% Fairtrade: koffie, rijst, sappen. Voor samengestelde producten is de regel: minimum 51% van de ingrediënten (in gewicht) moet van Fairtrade origine zijn. Voor een Fairtrade certificatie van Max Havelaar volstaat in sommige gevallen 20%.” (Dit is het geval voor voor significante ingrediënten,

bijvoorbeeld aardbeienconfituur met Fairtrade suiker. Voor andere producten geldt dan weer de 50% regel, nvdr.)

Bio & Fairtrade

oft.be

Oxfam Fairtrade heeft een boontje voor bio. Ruim één derde van onze fairtradeproducten is afkomstig uit biologische landbouw, vervaardigd met respect voor mens én milieu.

Handel, uit respect. Ontdek onze bioproducten in de Oxfam-Wereldwinkel, supermarkt of natuurvoedingswinkel in je buurt. Een overzicht van alle verkoopadressen en producten vind je op oft.be

Handel, uit respect.

13


Dossier

> Bio

Fair Trade

André Deberdt (Kaoka)

“Samen met onze partners aan duurzame cacaoteelt werken” André Deberdt is voorzitter van de Association Bio Equitable en staat aan het hoofd van de biochocoladefabrikant Kaoka, één van de partnerbedrijven van Bio Equitable. De helft van het jaar brengt hij door bij de cacaocoöperatieven in Ecuador, SaoTomé et Principé (een eilandengroep aan de Westkust van Afrika) en in Vanuatu (een Vulkanische eilandengroep ten oosten van Australië en ten noordoosten van NieuwCaledonië). Hij schetst ons zijn ervaringen met bio en fair trade in het Zuiden. Het standpunt van BioEquitable is duidelijk: duurzaam kan pas echt als de landbouwmethoden en de teelt ook duurzaam is en dus bio.”

Partners Sinds 1987 begeleidt André Deberdt cacaoboeren in het Zuiden en koopt hij hun producten. Hij weet als geen ander hoe onwetend de cacaotelers ginds tegenover bio staan. Is het moeilijk om de plaatselijke telers te overtuigen van een biologische aanpak? “Onze benadering is er één van partnerschap en handel. De klassieke fair trade draait eerder om handel tegen een eerlijke prijs. Met BioEquitable kan je niet van een klant-leveranciersrelatie spreken, het is echt partnerschap.” BioEquitable partner Kaoka is al twintig jaar “De kleine cacaoboer is sowieso geen fervente actief in de biologische en ‘eerlijke’ cacaoteelt gebruiker van kunstmest en pesticiden om de eenvoudige reden dat het te duur is. Dus in die zin is Ongewoon het niet moeilijk om een biologische cacaoproductie op te starten in “BioEquitable werd opgericht in 2002 omdat we bij de inkoop van die landen. De uitdaging ligt ook in het feit dat je de leveranciers daar biologische producten onze verantwoordelijkheid op menselijke en moet ondersteunen en opleiden en dat ze er uiteraard ook moeten in sociaal vlak niet wilden ontlopen. Op dat moment vond men hier de slagen om de biocertificering te krijgen.” combinatie van bio en fair trade vreemd. In de loop der jaren hebben we beide concepten in de praktijk naar elkaar zien toegroeien. Door “Net als hier is het voor hen makkelijker om voor conventionele teelt de jaren heen werden er trouwens aan de lastenboeken van de fair met gebruik van chemie te kiezen. Door de hogere prijs voor bioprotrade organisaties veel ecologische vereisten toegevoegd. Ik schat dat ducten en de verzekering dat je hen alle mogelijke hulp zal bieden 40% van de fair trade ondertussen ook bio is. Begin deze eeuw was kan je de cacaotelers overtuigen voor bio te kiezen. In de praktijk dit nog ondenkbaar. Als we op dit spoor blijven zullen we op langere komt het erop neer dat je hen gereedschap bezorgt en dat je lokale termijn een fusie zien van beide gegevens. Steeds meer fair tradepro- mensen opleidt om hen in staat te stellen de cacaoboeren op hun ducten zullen dus bio worden. Een goede zaak!” beurt de werkwijzen van de biolandbouw aan te leren. Het zijn dus geen Fransen die het ginder gaan uitleggen. Neen, voor zoiets moet je De lat hoger leggen werken met lokale mensen die de cultuur en de mentaliteit kennen. “Wij waren destijds net als Max Havelaar en FLO gewonnen voor het Zij kunnen dat veel beter dan een Europeaan.” “Terwijl we bij ons zien fair trade concept maar voor ons kan dat geenszins gecombineerd dat het een kwestie van overtuiging en filosofie is, is de keuze voor worden met het gebruik van pesticiden en kunstmeststoffen. We wilbio in het Zuiden vooral een financiële zaak. Maar ook zij merken op den ook een heel intense band tussen de producenten in het Zuiden termijn dat het gezonder is voor hen, voor de vogels en beter voor de en ons als Europese biofabrikant. Ook zetten we vanaf de start hard biodiversiteit in het algemeen. in op kennisuitwisseling. Vandaar de opstart van BioEquitable. In Na enkele jaren is er niemand die af wil van bio. Ze zijn dan even hard onze gesprekken met FLO en Max Havelaar merken we nog steeds overtuigd van de meerwaarde van bio” dat zij in de eerste plaats inzetten op een snelle groei van het fair tradesegement, hoewel ze overduidelijk sympathie hebben voor bio en Cacaoteelt bedreigd ook willen dat de fair trade landbouwers in het Zuiden in die richting De wereldwijde cacaoteelt bevindt zich momenteel op een keerpunt, meldt André Deberdt. “Terwijl de vraag naar cacao nog evolueren. Laat ons zeggen dat het accent gewoon anders ligt en dat jaar na jaar groeit, neemt de productie af. “Dat heeft te maken een label als BioEquitable de lat hoger legt. Het gaat om het creëren met de leeftijd van het gros van de cacaoplantages. Een van duurzame ontwikkeling in het Zuiden.


Organic Retail - maart 2009

zoeken. We startten een aantal pilootprojecten op om de efficiëntie van die renovatie te bestuderen en hebben samen met onze telers grote vorderingen gemaakt. Wereldwijd zullen telers de komende jaren geconfronteerd worden met deze problemen.” Dit voorbeeld illustreert volgens André Deberdt de meerwaarde van het BioEquitable: “Door het partnerschap tussen teler en verwerker maken we hier duidelijk sneller vorderingen dan de conventionele telers. We hebben boomkwekerijen opgericht om de nieuwe cacaoboompjes te kweken en we hebben een unieke techniek op punt gesteld om de oude cacaoplantages te renoveren.”

Groei in productie

cacaoboom levert cacaobonen tussen zijn 5de en 60ste levensjaar. Nadien is het gedaan. Heel wat cacaoplantages zijn ondertussen ‘bejaard’. En het vervangen van oude cacaobomen door nieuwe is niet zo eenvoudig. Wanneer je de oude cacaoboom wil verwijderen dan krijg je al gauw wortelrot. Toen wij met die problemen te kampen kregen bij de renovatie van de oude plantages, bleek dat er geen echte oplossingen beschikbaar waren. We hebben dus zelf een oplossing moeten

Voor BioEquitable is efficiënte teelt en een goed rendement ook belangrijk: “Een doorsnee cacaoplantage levert gemiddeld een 300 à 350 kilogram cacao per hectare. Wij willen met een doorgedreven aanpak dit rendement verhogen tot 800 kg per hectare. Onze partners zorgen ervoor dat de bomen niet te hoog worden omdat te hoge cacaobomen zijn nefast voor het rendement per boom. Ook door een dichtere beplanting kan je makkelijk de oogst vergroten.” Deze benadering past perfect in de filosofie van Bioequitbale, legt André Deberdt uit: “De minimumprijs van fair trade is goed, maar niet voldoende. Als je jaar na jaar je productie kan verhogen dan zullen je inkomsten ook nog stijgen als de prijzen op de markt zakken. Op dit moment zijn de prijzen van cacao op de markt al heel hoog: de conventionele cacao kost op dit moment al 600 dollar per ton meer dan de vastgelegde minimum fair tradeprijs. Door ook de aan het geproduceerd volume te werken, kan je hen beter wapenen tegen een terugval van de prijzen en bied je hen extra zekerheid voor de toekomst.”

Katoen gamma 100% ❍ ❍ ❍

❍ ❍

Biologisch Fair Trade

Herkomst uit Bénin Traceerbaarheid van de producent tot de consument Bio Equitable: het bio fairtrade label  Landbouw conform aan de internationale reglementering van biologiBio: in overeenstemming met het lastenboek “textile biologique” sche landbouw van het controleorgaan Ecocert  Contractueel engagement tussen de verwerkende bedrijven en de landbouwers of landbouwerscoöperatieven en tussenpersonen in de handel. Fair Trade volgens het handvest Bio Equitable, gecontroleerd door Ecocert

 De verwerkende bedrijven nemen alle kosten voor voor biologische certi-

Duurzame ontwikkeling: biologisch afbreekbare verpakkingen van ficering van de partners op zichmaïszetmeel

 Alle middelen (ook financiële en technische ondersteuning) worden ter beschikking gesteld van de landbouwers om te voldoen aan de regels van BIO EQUITABLE en dat met alle respect voor de lokale cultuur en gebruiken.  Het hanteren van een contractuele minimumprijs moet de producenten en hun medewerkers de zekerheid bieden op een menswaardig bestaan et voldoen voor de behoeften van de medewerkers en hun families. Daarbij wordt ook rekening gehouden met de economische rendabiliteit van de activiteit.  De verwerkers in het Westen respecteren de elementaire rechten van de persoon. Iedere exploitatie van producenten en het niet respecteren van arbeids- en sociale rechten wordt uitgesloten. Ook de kinderbescherming is vereist en kinderarbeid is niet toegestaan.  Bio Equitable staat synoniem voor een duurzame landbouw met behoud van de het lokale landelijke sociale weefsel.

Euro-Nat - 07340 Peaugres - Tél. : 04 75 32 43 60 - Fax : 04 75 67 30 24 E-mail : euro-nat@euro-nat.com - www.douce-nature.fr

15


Dossier

> Fair Trade

Bio

Jorge Vailati (IBD)

“Bij IBD ligt de nadruk op lokale behoeften en op vooruitgang” De Braziliaanse organisatie IBD ontstond in de jaren ’80 en legt bij zijn ‘EcoSocial’ certificering de nadruk op de lokale context en de specifieke noden van andere culturen en minderheden. Daarbij worden ecologische, sociale en economische criteria evenwaardigd behandeld want: “Echte duurzame vooruitgang, dat is waar wij naar streven.” Vailati is tevreden met het succes dat de eerlijke handel vandaag geniet bij de consumenten. “Dat is waar we naar streven: een mooie wisselwerking en wederzijds erkenning tussen landbouwers, verwerkers en eindgebruikers.” Anderzijds is de Braziliaan op zijn hoede voor het opportunisme dat het marktsucces van fair trade met zich meebrengt. “We hebben regelmatig aanvragen van bedrijven voor certificatie die afspringen. Bij een eerste verkennend gesprek blijkt dan dat ze de lokale sociale of milieuwetgeving niet respecteren, geen aandacht besteden aan een veilige en hygiënische productie… Wij starten met de basis: houden de bedrijven zich aan de wetten van het land waar ze actief zijn? Als zij nog niet bereid zijn de wetten te respecteren dan zijn ze volgens ons eigenlijk enkel uit op het certificaat om hun producten tegen een hogere prijs te kunnen verkopen dankzijn het Ecosocial label. Het belang van de medewerkers, de gemeenschap of het milieu is het laatste van hun zorgen. Poverty is a great way of making money, these days!

Het is makkelijk geld verdienen met armoede vandaag de dag! We moeten dus met zijn allen waakzaam blijven!” Om echt vooruitgang te kunnen boeken voor de lokale gemeenschap wordt er uitvoerig overlegd met de lokale gemeenschap. “We zijn heel veeleisend zodat we zeker zijn dat de extra inkomsten ten dienste staan van de lokale gemeenschap. Bij IBD werken we een prioriteitenlijst uit en zorgen dat de lijst met projecten gerealiseerd wordt met de fair trade premium. Belangrijk daarbij is dat de projecten die op die prioriteitenlijst staan in de mate van het mogelijke moeten uitgevoerd worden door lokale bedrijven. Zo wordt dit geld uit eerlijke handel ook opnieuw geïnvesteerd in de lokale economie.” Jorge Vailati (IBD): “Al onze partners werken biologisch of biodynamisch. Omwille van het duurzame karakter van biologische teelt was dit voor ons een vanzelfsprekende voorwaarde.”

Sinds 20 jaar, Heeft PRIMEAL een verbond gesloten voor de ontwikkeling van een quinoa keten…

100% bio - 100% Fair Trade - 100% traceerbaarheid

Met de keuze van PRIMEAL biologische quinoa , draagt u ook bij aan Fair Trade en de solidariteit met de Boliviaanse boeren op de Altiplano. www.primeal.fr - mail : euro-nat@euro-nat.com


Organic Retail - maart 2009

In dit tweede deel van ons dossier rond bio en fair trade gaan we dieper in op een aantal projecten die zowel bio als fair trade zijn. Deze producenten tonen het succesvolle samengaan van beide gegevens en de extra duurzaamheid die bio biedt in deze landen. Bio en fair trade quinoa biedt hoop op Boliviaanse hoogvlakten Bijna nergens ter wereld is het duurzame karakter van biologische landbouw zo essentieel als op de Boliviaanse Altiplano. Op deze hoogvlakte (tussen 3500 en 4000 meter boven zeeniveau) wordt al sinds mensenheugenis quinoa geteeld. Dit bijzonder voedzame gewas is nauw verbonden met de roemruchte Incacultuur en één van de weinige gewassen die op de Altiplano gedijt. Met de komst van de Europese kolonisatie raakte deze teelt echter in onbruik. De Andesbevolking teelde enkel nog voor eigen gebruik. Het is Didier Perréol van het Franse Euro-Nat die eind jaren ’80 dit heilige graan van de Inca’s ontdekte, de import naar Europa opstartte en daardoor nieuw leven blies in de Boliviaanse quinoateelt. Onder het merk Priméal worden diverse producten op basis van quinoa gecommercialiseerd, allen bio en fair trade en gecertificeerd door BioEquitable. Alle gebruikte quinoa is afkomstig van een coöperatieve gesitueerd op de zuidelijke Altiplano in de regio’s Oruro en Potosi (nabij de grens met Chili en Argentinië) die tevens Bio Equitable gecertificeerd is. Deze hooggelegen gebieden zijn schraal en ogen woestijnachtig met een, enkel in de buurt van het bekende (en bijzonder fotogenieke) zoutmeer Salar d’Uyuni is het klimaat iets milder. Het klimaat is er droog en de temperatuur is door de hoogte bijzonder wisselend. Het mag dan ook een half wonder heten dat hier een teelt mogelijk is. Quinoa is dus een echte zegen voor dit land omwille van zijn voedzaamheid en geschiktheid voor het klimaat van de Altiplano. Toch is de quinoacultuur ook uiterst kwetsbaar aangezien de vruchtbare toplaag van deze regio slechts 60 cm dik is. Intensieve teelt riskeert de hoogvlakten onvruchtbaar te maken door gronderosie. De Quinoa-leveranciers van Priméal gebruiken de hellingen voor hun teelt omdat deze beter geventileerd en daardoor beter gewapend zijn tegen aanvallen van parasieten. De quinoateelt is voor de bevolking een belangrijke bron van inkomsten maar op deze hoogte en met de beperkte middelen betekent het ook hard manueel werk. De quinoa wordt in oktober gezaaid en in mei geoogst. Voor het zaaien wordt de grond bewerkt en eventueel bemest met lama-uitwerpselen. Vervolgens gaat men ploegen en trekt men groeven van één meter breed waar men per meter een tiental quinoagraantjes zaait. De vochtigheid van de grond volstaat om de zaadjes te laten kiemen, neerslag of irrigatie zijn hierbij (gelukkig) niet nodig. Bij de oogst worden de quinoaplanten gemaaid en in hopen gestapeld om te kunnen drogen. Nadien gebeurt het dorsen op ambachtelijke wijze door de aren met de voeten te betreden of tegen elkaar te wrijven. De granen worden vervolgens blootgelegd en verpakt. Nadien gaan ze naar de ‘Jatariy’ fabriek waar ze gewassen en gedroogd worden. Dit proces is essentieel om de bitter smakende saponine die zich in de quinoa bevindt te verwijderen. Nadien gaat de quinoa richting havenstad Arica (Chili) voor transport naar Europa. Het belang van de biologische quinoateelt voor de lokale economie is groot. Bolivia is het armste land van Zuid-Amerika en de extreme

hoogten in dit land bemoeilijken de ontwikkeling van de economie. Met de groeiende interesse voor quinoa in Westerse landen is een nieuwe economische activiteit gecreëerd. Vooral sinds de eeuwwisseling is de geëxporteerde hoeveelheid quinoa sterk gegroeid en de fair trade handel zorgt voor een eerlijke verdeling van deze inkomsten. Importeurs zoals Euro-Nat hebben met hun Bio Equitable aanpak de teelt en verwerking efficiënter gemaakt en de inkomsten zijn door de lokale gemeenschappen gebruikt voor de bouw van ziekenhuizen, sanitaire voorzieningen en dergelijke… Ook het biologische karakter van deze teelt is cruciaal, gezien ze in deze woestijnachtige regio de beste garanties biedt voor een duurzame quinoateelt op lange termijn. En misschien nog wel het allerbelangrijkste in dit verhaal is de trots van de lokale bevolking op hun ‘quinoa’, een gewas dat onmiskenbaar verbonden is met hun cultuur en hun verleden en de hoop die deze handel biedt op een meer welvarende toekomst.

Canaan Fairtrade: bio en fairtrade uit Palestina Canaan Fairtrade is de belangrijkste exporteur van olijfolie uit Palestina. Canaan Fairtrade werd in 2004 opgericht door Nasser Abufarha. Van Palestijnse origine, leefde en werkte Abufarha in de Verenigde Staten. Hij doktoreerde aan de universiteit van Wisonsin-Madison en leerde in de VS het fairtrade systeem kennen. Daarop besloot hij in 2004 de Palestijnse Fairtrade Organisatie op te richten en iets later startte hij met Canaan Fairtrade. Deze organisatie richt zich op het produceren van biologische en fairtrade olijfolie en andere traditionele Palestijnse producten (amandelen, zongedroogde tomaten, kruiden, tahin, za’atar, zeep…. ) De eeuwenoude tradities van Palestina zijn daarbij een leidraad. Eenvoudig was het niet. De infrastructuur in Palestina was niet geschikt voor dit soort organisaties, een ineengestorte economie, geen regels voor fairtrade olijfolie, weinig bereidwillige banken in een gebied wat als levensgevaarlijk bekend staat. Canaan Fairtrade is desondanks een succes geworden en groepeert ruim 1700 boeren.. De producten van Canaan worden al enkele jaren verdeeld in de Verenigde Staten, Canada, Australië, Duitsland, Denemarken, Nederland... Na een erkenning van de Amerikaanse NSDA als producent van biologische producten in 2007, beschikt Canaan Fairtrade sinds eind vorig jaar ook over een Europese biocertificatie. De Zwitserse biocertificeerder IMO controleert de olijfolie op eerlijke (Fair for Life) en biologische criteria. Sinds 2008 heeft Canaan als eerste olijfolieproducent ter wereld een fairtrade keurmerk van FLO. De gemiddelde prijs die boeren in Palestina nu krijgen voor olijfolie is verdubbeld. “Fairtrade gaat niet alleen over de prijs," zegt Abufarha, hoewel de erkenning die een toename in inkomen met zich meebrengt vitaal is voor veel boeren in Palestina. "We hebben de boeren hoop gegeven.” Door de politieke situatie was het voor sommige Palestijnse landbouwers zelfs

17


Dossier

> Bio

Fair Trade

niet meer interessant om de olijven te oogsten. De prijs voor olijfolie en de moeilijkheden die men ondervond om ze te vermarkten maakten dat het beter was niet te oogsten. Men oogstte enkel de hoeveelheden die men lokaal kon verkopen en wat men nodig had voor eigen gebruik.

Voor de controle op de kwaliteit van de olie was dit een grote beperking. In november 2008 opende Canaan in hetzelfde Berquin een fabriek met een gloednieuwe olijfoliepers, gekocht in Italië. Door deze pers is niet alleen de opbrengst van de olie verhoogd, maar heeft Canaan ook de kwaliteitscontrole in eigen handen. De fabriek biedt 280.000 liter opslagcapaciteit, ruimte voor productontwikkeling en een ontvangstruimte. De Canaan olijfolie wordt ook verwerkt in de cosmeticaproducten van Dr. Bronner. De import in Europa gebeurt via het Nederlandse Agro Bio Connection gewerkt. De distributie verloopt lokaal per land. Op dit moment zoekt men nog naar distributeurs in België en Frankrijk.

Italiaanse biocoöperatieve Alce Nero en zijn bio en fairtrade partnercoöperatieven in het Zuiden

Nasser Abufarha benadrukt ook de waarde van de eerlijke handel qua ontwikkeling. “Al jaren spenderen Europa en de VS miljoenen aan hulp voor de Palestijnse gebieden. Uit ervaring weet ik echter dat dit geld zelden goed besteed wordt. Canaan Fairtrade heeft met bescheiden middelen al veel meer bereikt.” Tot 2008 werkte Canaan vanuit een kleine fabriek in Berquin bij Jenin (Westelijke Jordaanoever). Daar werden flessen gevuld en was er ruimte voor opslag. Het persen van de olie gebeurde in d talloze lokale persen.

Sinds meer dan 30 jaar verenigt Alce Nero een coöperatieve van biologische landbouwers, imkers en producenten in Italië. Het assortiment van Alce Nero bevat ook tal van ingrediënten of producten die van buiten Europa afkomstig zijn. Deze producten zijn allemaal fairtrade en biologisch gecertificeerd en gegroepeerd in het gamma “Il Biologico Equosolidale”. Net als Alce Nero zijn alle partners eveneens georganiseerd in coöperatieven. Heel wat van deze partners zijn aangesloten bij de ‘Cooperativa Sin Fronteras’ die heel wat fairtrade coöperatieven in Latijns-Amerika ondersteunt.

een culinaire reis… biologisch en eerlijk Il Biologico dal 1973

VOOR U MET ZORG GESELECTEERD DOOR

Carolinalei 6 | B-2930 Brasschaat | T +32 3 664 17 69 | F +32 3 664 16 13 | info@biosano.be | www.biosano.be


Organic Retail - maart 2009

Voor het de rietsuiker werkt Alce Nero samen met de Peruviaanse coöperatieve Cepicafè. Zij slagen erin om de lokale rietsuikerboeren een waardig bestaan te bieden: door de productie van biologisch rietsuiker in Peru te stimuleren. Cruciaal daarbij is het systeem van prefinanciering eigen aan fairtrade. Alce Nero’s Millefiori honing komt uit de bloemrijke bossen van de noordelijke Argentijnse provincie Salta. De coöperatieve Norte Grande werd opgericht in 2001 en groepeert meer dan 100 imkers met ruim 7000 bijenkorven, goed voor een jaarlijkse honingproductie van 140 ton. Sinds 2007 zijn de producten van Norte Grande fairtrade gecertificeerd. APPTA (Asociación de Pequeños Productores de Talamanca) uit Costa Rica levert Alce Nero ondermeer cacao voor de verwerking in hun chocolade, biscuits en tussendoortjes. De ruim 1100 APPTA leden bevinden zich in de indianenreservaten van de geïsoleerde jungleregio Talamanca en produceren samen meer dan 240 ton biologische cacao. Door de toenemende populariteit van biologische cacao op de markt overtreft de vraag zelfs het aanbod. APPTA investeert momenteel in een meer efficiënte cacaoteelt om beter aan de vraag te kunnen voldoen. Daarnaast levert APPTA ook bananen en mangoconcentraat voor verwerking in de sappen van Alce Nero.

satie levert kwalitatief hoogstaande groene thee uit de hoge gelegen heuvels van Nilgiri (op de grens van de deelstaten Tamil Nadu en Kerala). De fairtade certificatie garandeert dat de ruim 1300 werknemers van Unitea een waardig bestaan leiden. De producten van Alce Nero worden in België verdeeld door Biosano. Biosano is sinds 1998 actief in de import en distributie van biologische zuiderse droogwaren, wijnen en zaden. De droogwaren en wijnen zijn hoofdzakelijk van Italiaanse oorsprong. Zij leveren aan de betere natuurvoedingswinkels, dieetwinkels en restaurants. Zij streeft daarbij naar het onderhouden van persoonlijke contacten met de producenten, van wie zij rechtstreeks invoeren aan een eerlijke prijs. Bij voorkeur werkt Biosano samen met kleinere bio-bedrijven en coöperaties van bioboeren. De aandacht gaat ook naar projecten rond sociale tewerkstelling. “Fairtrade en biologisch zijn complementair”, aldus Lode Speleers, zaakvoerder van Biosano. Er wordt dan ook actief gezocht naar kwalitatieve fairtrade en biologisch gecertificeerde producten. Naast de fairtrade producten van Alce Nero verdeelt Biosano ook de siropen, confituren, confits en koekjes van het biologische en Fairtrade merk Mondoh, Papagayo fairtrade rum, fairtrade confituren en siropen van Vlierbos en fairtrade koffie van La Terra e il Cielo.

Forel uit Peru: bio en fairtrade

Theeplukkers van Unitea in de heuvels Nilgiri (India).

De Alce Nero sappen van biologische sinaasappelen en mandarijnen zijn dan weer afkomstig uit Brazilië. De ‘Cooperativa Ecocitrus’ uit de deelstaat Rio Grande do Sul telt 42 families als lid en 150 partnerfamilies die allen biologisch werken. De coöperatieve beheert de volledige biologische productieketen en biedt de leden en partners sociale bescherming, opleiding, technologische ondersteuning, financiering. Daarnaast doet de coöperatieve ook de marketing voor zijn producten (op de Braziliaanse markt). Met deze aanpak draagt Ecocitrus bij aan een duurzaam, eerlijke en economisch rendabele landbouw in de Caí Vallei. De biologische koffie van Alce Nero wordt geoogst op de hoogvlakten van Costa Rica, Nicaragua en Peru. De koffiebonen worden geoogst en gebrand door ‘La Alianza’ (vereniging van 250 koffieboeren in Costa Rica), Prodecoop (coöperatieve van meer dan 2300 kleine koffieboeren in Noord-Nicaragua) en ‘Cepicafe’ (Peru). Het mengen van koffiebonen afkomstig van diverse regio zorgt voor een koffie met heel rijk aroma en zachte smaak. Alce Nero telt ook partnercoöperatieven in India. De Federatie van Kleine Boeren van de Khaddar Regio verenigt 900 rijsttelers die actief zijn in de uitlopers van de Himalaya in Khaddar. Zij verbouwen er hoogstaande basmati-rijst voor Alce Nero. Dankzij de fairtrade premium kon deze kleine landbouwerscoöperatieve landbouwingenieurs inhuren die hen helpen bij het efficiënter maken van de teelt en de oogst, het reduceren van kosten en kan men een eerlijke prijs betalen aan de kleine rijstboeren. In Zuidelijk India werkt Alce Nero samen met Unitea. Deze organi-

Sinds 2007 is de ‘Asociación de Productores de Trucha Ecológica, Bio-Trucha Andina Perú’ partner van Oxfam Fairtrade. Zij levert sinds kort biologische forel in blik. Deze visserscoöperatieve bevindt zich in het Peruaanse district Arapa en ligt ten noordwesten van het Titicacameer, op de grens van Bolivia en Peru, in de zuidelijke Andes. Arapa telt ongeveer 10.000 inwoners. De meeste van de inwoners leven van kleinschalige landbouw en visvangst. De associatie werd in 2005 opgericht en telt momenteel tien leden, allemaal vissers of kleine boeren. De meeste aandacht van Bio Trucha Andina gaat naar biologische forelteelt. Alle deelnemers zijn zich bewust van het belang van milieubehoud. Het rein houden van het meer en het behoud van de waterkwaliteit staat bovenaan de milieuagenda van de organisatie. Enkel op die manier kan men de visvangst en de landbouw in deze bergstreek duurzaam houden.

Biologische en Fairtrade forelteelt op het Arapameer, een zijmeer van het Titicacameer

De groep beschikt over 375 kooien die op het water drijven en waaruit forellen met een schepnet worden gevist. De vissen worden ondermeer gevoederd met quinoa. De aankoop van de bioforel in blik door Oxfam Fairtrade zal de groep een nieuw impuls geven. De fairtradepremie zal in een eerste periode worden aangewend om Bio Trucha Andina sterker te maken.

19


NIEUW

E FOR

MULE

!

SUPERKRACHTIG

UITERST ECOLOGISCH Dankzij de gepatenteerde EcoSurfactant-technologie Nooit eerder zag je de natuur zo krachtig aan het werk! Ecover pakt uit met een schoonmaakassortiment op basis van de baanbrekende EcoSurfactant-technologie. • EcoSurfactants zijn supersterk in het reinigen van harde oppervlakken. • Ze worden duurzaam geproduceerd op basis van plantaardige ingrediënten. Nu nog ecologischer en energiezuiniger. • Ze respecteren de huid, omdat ze pH-neutraal zijn. • Tegen deze eco-kracht kan geen vuil of vet het halen! Haal het nieuwe gamma in de rekken en pak uit met een echte natuurkracht!

www.ecover.com


Beursverslag

Organic Retail - maart 2009

> BioFach/Vivaness (Nürnberg)

Biosector verpinkt niet Ook de economische crisis kan een vakbeurs als BioFach (en bij uitbreiding de biosector?) geen schade toebrengen. Dat was de teneur na afloop van de twintigste BioFach beurs in Nürnberg. Van 19 tot 22 februari telde de organisatie 46.771 bezoekers uit 129 verschillende landen. 39% van de bezoekers was van niet-Duitse origine, daarmee onderstreept BioFach zijn toonaangevende rol als globale biobeurs. Europees Commissaris voor Landbouw Marianne Fischer-Boel opende de beurs (foto: Nürnberg Messe)

Ondanks de economische crisis werd het dus absoluut geen editie in mineur. Waarom ook? De biosector is immers in volle ontwikkeling en zelfs pessimisten denken dat de crisis niet meer dan een groeivertraging of stagnatie kan veroorzaken voor onze sector. Bovendien vierde BioFach zijn twintigste verjaardag en kwamen ook de bezoekers weer massaal opdagen. De Duitse media (kranten, radio en tv) schonken tijdens de beurs trouwens opvallend veel aandacht aan BioFach en de biosector. Altijd een goed teken en dat kan de consumptie enkel bevorderen.

Bezoek van de Europese Commissaris! Sneeuw of geen sneeuw: voor deze editie zakten ook heel wat hoogwaardigheidsbekleders naar Nürenberg af. Beklaagde men er zich tijdens de vorige editie nog over dat de Duitse landbouwminister een bezoek overbodig vond, dan had men dit jaar geen reden tot klagen: Europees Commissaris voor Landbouw Mariann Fischer-Boel opende de beurs! Zij benadrukte in haar speech de lange weg die de biosector reeds afgelegd heeft. Ze wees op het belang van de nieuwe reglementering en haar belang en benadrukte hoe belangrijk een Europees biologo is om het vertrouwen van de consument te winnen voor producten uit andere lidstaten, in een context van toenemende internationalisering.

Denemarken Naast de twintigste verjaardag van deze beurs was ook het feit dat haar vaderland het themaland was van deze beurs een goede aanleiding voor een bezoek van de Europese landbouwcommissaris. Met Denemarken maakte de organisatie een goede keuze: het land is één van de Europese koplopers qua marktontwikkeling De Deense biomarkt kende een fabelachtige groei van 33%. In totaal zijn er in dit land met 5,4 miljoen inwoners en 45.370 boerderijen 2.889 biologische landbouwbedrijven goed voor 6% van het Deense landbouwareaal. De Denen spenderen jaarlijks gemiddeld 80 euro aan biologische voeding. Indrukwekkende cijfers. Ter vergelijking: in Oostenrijk is dat 64 euro, in Duitsland 56 euro, Britten zijn goed voor 47 euro, Zweden voor 42 euro, Italianen voor 32 euro, Nederlandsers voor 28 euro en Fransen voor 27 euro.

21


Beursverslag

> BioFach/Vivaness (Nürnberg)

Op volgende pagina’s brengen we een overzicht van wat ons bijgebleven is van ons bezoek aan de exposanten. Noble House komt dit jaar op de proppen met twee cosmeticaproducten. Na een jaar van ontwikkeling komt er een volledig nieuw gamma eetbare lichaamsolie op basis van essentiële oliën op de markt. Het gamma telt tien varianten: Pazzionata, Cinnamona, Jasminum, Vanilla, Torso, Nerolina, Rosas, Lavandula, Babynero en Babyluna. Daarnaast introduceert Noble House Dr. Bronner's Magic Soap uit de Verenigde Staten. Dr. Bronner's zuivere Castilliaanse zepen. Die reinigen zonder agressief te zijn en maken de huid zacht en verfrist ze. Deze zepen zijn multifunctioneel en kunnen dus gebruikt worden voor de huid en het haar. Verder biedt Dr. Bronner een hand- en lichaamszeep, een lotion, een lippenbalsem en een lichaamsbalsem. Nieuw in het gamma van Coslys zijn een deodorant met citrusgeur, een conditioner en een wasgel voor baby’s. Verder presenteerde Coslys zijn oude vertrouwde shampoos die nu ook in kleinere flesjes beschikbaar zijn. Dr. Hauschka brengt zoals elk jaar een nieuwe make-uplijn uit, die deze keer rond pastelkleuren werkt. Om het de verkoper makkelijk te maken, creëerde Dr. Hauschka een Point of Sales kit voor de make-uplijn, die elk jaar opnieuw kan aangepast worden aan de veranderende kleuren en trends. GDI speelt in op het recente succes van goji-bessen en introduceert nu goji-sap. In België wordt dit onder de merknaam Martera geïntroduceerd. Het goji-sap zal in het buitenland verdeeld worden onder private label. De bio certificering van ons goji-sap is lopende en we hopen binnenkort van Certisys ons aangepast certificaat te ontvangen..

Kruidenbierbrouwer Jessenhofke brengt zijn biobier nu ook in kleine vaten van 15 liter op de markt en trakteerde al zijn bezoekers, vooral tijdens de latere uurtjes, op een fris getapt biertje. De Aardappelhoeve introduceerde eerder dit jaar biokrieltjes en verwacht binnenkort ook biologische primeuraardappelen uit Egypte en Israël.

Het Engelse Community Foods ontwikkelde een gezonde fruitsnack. De ‘Crazy Jack Fruitfingers’ zijn gemaakt van samengeperst fruit en zitten in handige portieverpakkingen.

Biologische dierenvoedingspecialist Yarrah verwent dit jaar de poezen met een nieuwe kattensnack. De biologische vlees- en viskauwsticks bevatten geen kunstmatige stoffen en geen extra suikers.

Bij Simon Lévelt is men dit jaar 25 jaar actief in de verkoop van duurzame en biologische koffie en thee. Daarom lanceert men een speciale koffie: Certified. Deze zachte arabicakoffie van leverancier Pronatur in Peru de enige koffie in Europa met de Bird Friendly certificering. De Café Organico Certified is verkrijgbaar vanaf 1 maart (snelfiltermaling).


Organic Retail - maart 2009

Bij voedingsoliespecialist Emile Noel was de blikvanger het nieuwe gamma hygiëne- en schoonheidsproducten onder het merk ‘Emma Noël’. Het gaat om een selectie van 50 producten die allen Cosmébio gecertificeerd zijn. Emma Noël groepeert 7 productfamilies: verzorgings- en schoonheidsolie, massageolie, zepen, vloeibare zepen, douchegels en shampoos.

Biovita presenteerde een biologische Noni sap uit Costa Rica. Dit sap is het resultaat van een natuurlijk rijpingsproces (8 à 12 weken). Het gaag hier om een 100% puur sap, dus geen toevoeging van water, poeder of pulp… Noni sap wordt ondermeer geroemd voor zijn algehele celregeneratie, pijnstillende werking, hulp bij chronische gewrichts- en spieraandoeningen en steun tegen neerslachtigheid Hyson Tea is een premium theeproducent uit Sri Lanka met een erg compleet aanbod. De vruchtbare gronden en het warme en vochtige klimaat zorgen er voor de ideale omstandigheden voor theeteelt. Op BioFach werd het uitgebreid aanbod biothee van Hyson gepresenteerd. De hoogstaande kwaliteit die men biedt komt eveneens tot stand door erg korte periode tussen oogst en verwerking in de hermetische dichte theepotten en in de ‘silky bags’ verpakkkingen. Hyson Teas wordt gedistribueerd door Biovita. Speick introduceerde een ‘Speick Thermal’, een gamma lichaams- en gezichtsverzorgende producten voor veeleisende en gevoelige huiden. De producten zijn samengesteld met ultrazacht silicaverrijkt (voor een meer stevige en elastische huid) thermaal water van de Schlangebad thermen, Spirulina Platensis extracten en de gebruikelijke speick extracten.

Natuurvlees Dobbelaere presenteerde een gamma kant-en-klare biologische maaltijden onder het merk Dobio: Bioballetjes in tomatensaus, Stoofvlees op z’n Vlaams, Vol-au-vent en Bolognaisesaus.

Mondolio , gevestigd in Puteaux nabij Parijs is de specialist in de import van (voornamelijk biologische) olijfolie uit Tunisië. Verder importeert het bedrijf ook amandelen en dadelen uit dit land. Bij Gandaham en Le Larry waren de bioyoghurt op basis van geitenmelk met vanille en de biogeitenkaasbolletjes met olie en kruiden de belangrijkste nieuwigheden in het aanbod.

De Rit presenteerde een nieuwe variant in zijn gamma biscuits. Het gaat om chocolade cookies met amandelen.

Brouwerij Brunehaut werkte op BioFach verder aan de internationale verdeling van zijn gamma biologische bieren. Het bleek eveneens een trefpunt voor collega-exposanten voor of na de avondsluiting van de beurs.

DSM is een Belgisch bedrijf dat de artisanale merken ‘Le Repaire des Gourmets’ en Terra Mare Biologique onder dak heeft. Terra Mare biedt een gamma biologische terrines, zowel van gevogelte, groenten (100% vegetarisch), garnalen en vis (zalm).

Saint Jean, een producent van ondermeer biologische voorverpakte pasta en quennelles. Op de beurs toonde men een nieuwe bioravioli met basilicum, een cannelloni ricotta-spinazie en verse tagliatelle.

IRVAI is een specialist in kant-en-klare maaltijden en met name quiches. Sinds enige tijd beschikt men ook over een gamma biologische quiches onder het merk ‘Organic & Taste’. De quiches zijn 100% bio en worden zonder additieven of bewaarstoffen geproduceerd. Nieuw in dit gamma zijn de quiches met champignons en met gegrilde zomergroenten.

23


tempting range of soya based cheese ...

100% vegetable 0% cholesterol All our products are produced according the authentic cheese process of fermentation, curd separation and ripening.

100% bio-organic • spreadables • cubes • young ripened

•biofun• BIOFUN • Legeweg 135-137, bus 10 - B-8020 Oostkamp - Belgium • T: 0032 50 289 220 • info@biofun.be • www.soyagarden.net


Organic Retail - maart 2009

Pains et Traditions is een middelgrote bakkerij. Het bedrijf legt zich toe op traditionele artisanale broden volgnes oude bakmethoden. Momenteel is 40% van de productie reeds biologisch.

Happy Company is een Belgische producent van ‘happy’ pralines met biologische ingrediënten. Het gaat om mini zeevruchten van chocolade, truffels en pralines die ook fairtrade gecertificeerd zijn. Waarom zouden chips van steeds van aardappelen gemaakt moeten worden? TRAFO innoveert met chips van wortelen, rode biet en pastinaak.

Bij Euro-Nat maakten we kennis met een gamma speltcrackers met quinoa, ideaal voor onder meer het aperitief.

Biologische hygiëne- en cosmeticaspecialist Melvita toonde zijn bezoekers een nieuw gamma heerlijk geurende biologische zepen met diverse parfums: rozenhout, kaneel-sinaas, roos-framboos, patchouli… Dit gamma speelt in op de groeiende vraag naar zeep in plaats van douchegels. Vermoedelijk door de economische crisis. Andere nieuwigheid is het gamma Algascience. In dit gamma gebruikte Melvita grondstoffen uit de zee (ondermeer algen) voor de ontwikkeling van een slankheidsolie en –gel, douchegel, badzout, scrubbings… Nature & Aliments is een van de oudste nog bestaande biobedrijven van Frankrijk (opgericht in 1913). Blikvanger was het recent gelanceerde gamma Plaisance Bio. In dit aanbod zitten een aantal biologische desserts in poeder-

vorm, maar ook hulpmiddelen om te koken zoals agar agar, glutenvrij en klassiek gist en ook een aanbod biologische oplossoep. Bij Côteaux Nantais was er divers nieuws. De uitbreiding van de boomgaarden loopt vlot en er werden op de plantage van Remouillé 10 hectaren nieuwe appelbomen geplant en werd de vijver voor watervoorziening afgewerkt. Verder is er geïnvesteerd in meer aardbeienen rabarberteelt. Men werkt ook ijverig verder aan de uitbreiding van het aanbod verwerkt fruit en tracht te diversifiëren met de recente introductie van een compote en een puree van Reine Claudes, compote van mirabelpruimen en van kwetsen. Deze originele producten werden zeer goed onthaald door de consument. Het bedrijf wil tevens enkele fair trade projecten op stapel zetten, ondermeer voor suiker en mango’s voor gebruik in een appel-mangosap of een mangopuree. Biofournil presenteerde een nieuw biologisch wit brood (Pain de Mie) met een houdbaarheid van drie maanden. Biokorn Biscuits presenteerde een gamma biologische en fairtrade biscuits in vier varianten: kokos, mueslichocolade, chocolade en cacao.

De producent van biologische vers-en diepvriesproducten Bioline toonde een nieuw gamma biologische lasagnes in drie varianten: verde, vegetarisch en Bolognese. Arthur Van der Heyden van Bioline benadrukte dat men als 100% biologisch bedrijf een voortrekkersrol wil spelen op het vlak van milieu -en consumentvriendelijke verpakkingen. Daarom lanceert men 100% biodegradeerbare verpakkingen ( volledig uit papier/karton) die volledig natuurlijk vergaan en onschadelijk zijn voor het milieu. De producten kunnen bereid worden zowel in de microgolf oven als in de tradionele oven. Nature & Compagnie is gespecialiseerd in glutenvrije voeding. Naast het bestaande gamma kant-en-klare maaltijden komt er nu een aanbod biscuits, taarten (Tatin), bakmeel en pasta.

25


Beursverslag

> BioFach/Vivaness (Nürnberg)

Op de stand van Ecover ging vooral de aandacht uit naar de nieuwe producten met ecosurfactants. Daarnaast presenteerde men ook het gamma cosmetica en voor de Duitse markt een gamma navulsystemen voor thuis. Ethletic is producent van ethisch en ecologisch verantwoorde producten: sneakers, sportballen en balonnen, allen van FSCgecertificeerd rubber. De productie gebeurt op fair trade basis en is voorzien van

de wereld. Alle producten zijn ‘100% PICO’: Produced in Country of Origin (en met respect voor de medewerkers en de natuur. In het aanbod van Amigos International zit het chocolademerk Organic Meltdown. Bij de aanschaf van deze chocolade kan men én genieten van een heerlijke, dubbel gecertificeerde chocoladereep én tegelijkertijd een bijdrage leveren aan de strijd tegen de klimaatsverandering en de ontbossing van het tropische regenwoud. Voor iedere verkochte chocolade reep van Organic Meltdown wordt er één boom in het tropisch regenwoud gered. Iedere reep heeft aan de binnenzijde van de verpakking een uniek nummer. Met behulp van Google Earth kan men ook de boom die aan de reep ‘gekoppeld’ is ontdekken. Een ander product is Escoffee, een gamma koffie gekweekt tussen de fruitbomen die aan insecten en vogels een ideale schuilplaats bieden.

een Max Havelaar fairtrade label. Rosies is het nieuwe bedrijf van De Halm en is gespecialiseerd in granen, zaden en noten voor mensen die kampen met allergieën (gluten, melk, ei en gist). Alle producten worden aan een strenge controle onderworpen alvorens ze het bedrijf verlaten. Bij de ontwikkeling van de producten werd tevens veel aandacht besteed aan de smaak waarop niet mocht worden ingeboet. Verder tracht men ook vernieuwend te zijn qua samenstelling en ogen de verpakkingen bijzonder aantrekkelijk. Riegel is de grootste Duitse distributeur van biologische wijnen en één van de belangrijkste op Europees gebied. Vooral het ruime aanbod biologische wijnen uit zowat alle landen maakt indruk. Ook biologische fairtrade wijnen (Stellar Organics uit Zuid-Afrika) behoren tot het aanbod. Het Lets Madara presenteerde Flower Dust, een nieuwe hydraterende melk die de huid een goudkleurige schijn geeft en de bruine kleur beter laat uitkomen. Tegelijkertijd hydrateert en verfrist deze melk de huid. Flower Dust bevat planten uit de Baltische regio: algen, weegbree, goudsbloem, camille, bottelroos en natuurlijke mica. Flower Attack is dan weer een kit met natuurlijke middelen tegen een ‘natuurlijk fenomeen’: cellulitis. Flower Attack bevat een douchegel, een anti-cellulitiscrème en een bijpassende verstevigende olie. Amigos International zet zich als bedrijf in om de handel in ontwikkelingslanden te stimuleren en zodoende een bijdrage te leveren aan het rechttrekken van de ongelijkheden van inkomen in

Tal van nieuwigheden bij Provamel. Zo konden de nieuwe Bio Soya Nuggets & Filets door de bezoekers uitgebreid geproefd worden. De Provamel Soya Filets en Nuggets hebben een stevige structuur, een fijne smaak en alle goede eigenschappen van soja: volledige cholesterolvrij, makkelijk verteerbaar en rijk aan hoogwaardige soja-eiwitten en poly-onverzadigde vetten. Met hun transparante verpakking zijn de Nuggets en Filets zichtbaar voor uw klant en zonder wikkel ook minder belastend voor het milieu. Andere belangrijke nieuwigheid is de Provamel Bio Soya Yofu Limoen-Melisse, een plantaardig alternatief dat de frisheid van limoen combineert met een kalmerende toets van melisse. De 500 g Yofu’s hebben allen een 100% recycleerbare wikkel. Waardoor er heel wat minder kunststof en heel wat meer recycleerbare materialen zijn. Ook Oxfam Fairtrade was aanwezig om zijn aanbod biologische en fairtrade producten te promoten. Nieuw waren de biologische lichtzure fruitgommen met cassis- en pompelmoessmaak. Gemaakt met fair trade sinaasappelconcentraat en ongeraffineerde rietsuiker. Bevat natuurlijke fruit- en plantextracten en guarana.


Dossier

Organic Retail - maart 2009

> Zoetstoffen

Agavesiroop: nieuwe ster onder de zoetstoffen

Lage glycemische index en polyvalentie overtuigen De Inca’s en Azteken wisten het al: de siroop van het hart van de agaveplant is lekker, heel zoet, polyvalent en praktisch in gebruik. Daarenboven is het met zijn lage glycemische index ook een gezond zoetmiddel. Met al zijn kwaliteiten is agavesiroop dan ook aan een sterke opmars in de biowereld bezig. De laatste jaren is er heel wat te doen geweest rond zoetmiddelen. De gemiddelde westerling eet immers te veel geraffineerde suiker en loopt mede daardoor een grotere kans om op latere leeftijd met diabetes of hart- en vaatziektes te kampen. Daarom werden het voorbije decennium tal van alternatieve zoetmiddelen gelanceerd. Opvallend daarbij (en gelukkig maar) is dat de tijd van de synthetische zoetstof-

fen op zijn einde loopt. Meer natuurlijke en gezondere alternatieven (her)(ver)overen de markt van zoetmiddelen en zullen aan belang winnen. Agavesiroop past perfect in dit plaatje.

Sappige kern Agavesiroop wordt getrokken uit de agaveplant, die vooral in Mexico en Zuid-Amerika groeit. Het sap van deze plant wordt al 9000 jaar gebruikt om zijn zoetkracht, maar ook om zijn medicinale toepassingen. Het sap kan helpen in de strijd tegen indigestie, winderigheid, geelzucht, dysenterie en overgroei van bacteriÍn in de darm. Bovendien wordt het in Mexico aangebracht op wonden om deze te ontsmetten en om haaruitval tegen te gaan. De Inca’s en Azteken brouwden er Pulque mee, een populaire alcoholische drank die later als basis diende voor tequila en mescal.

27


Dossier

> Zoetstoffen

Het verkregen sap filtert men tot er een kleverig, transparante en zachte vloeistof ontstaat. Via verwarming en verdamping wordt het sap ingedikt tot er een viskeuze, honingachtige, korengele en stabiele vloeistof overblijft: agavesiroop. Dit proces bevat geen raffinagestap, en is dus vrij van elke chemische toevoeging. Bovendien blijven alle vitamines en mineralen van de plant, en dat zijn er heel wat, achter in het sap. Per 100 gram bevat agavesiroop 3 milligram calcium, 3 mg kalium, 1,5 milligram magnesium en 7 milligram fosfor en ijzer.

Glycemische index

De sterke, vlezige en taaie Agaveplant valt vrij makkelijk biologisch te telen, mede doordat ze in haar oorspronkelijke omgeving (Midden- en Zuid-Amerika) gekweekt wordt. De planten worden geoogst wanneer ze 8 à 10 jaar oud zijn. Men verwijdert de bladerenrozet en behoudt de stam, die zo'n 25 tot 150 kilogram weegt. Deze sappige kern wordt gewassen en uitgeperst.

lage gi

biologische agavestroop als zoetmiddel biologische confituren op basis van agave www.bezegaard.be O’Bio nv +32 (0)9 388 38 38

De siroop heeft een lage glycemische waarde. Het gebruik van agavesiroop zal dus niet leiden tot een piek in het insulinegehalte in het bloed, wat positief is voor diabetespatiënten, maar ook voor hen die niet aan diabetes lijden. Hoge pieken van insuline in het bloed zijn bijzonder belastend voor het lichaam. Bij gebruik van traditionele suikers maakt de pancreas op korte tijd enorme hoeveelheden insuline aan die vervolgens naar het bloed en de lichaamscellen gaan om het suiker te verwerken. De glycemische index van agavesiroop ligt rond de 30-39. Als we de vergelijking maken met andere zoetstoffen, zien we dat dit laag is. Geraffineerde suiker heeft een GI van 58 tot 68, pure ahornsiroop klokt af op 54 en commerciële honing op 62 tot 85.


Organic Retail - maart 2009

Een Mexicaan lest zijn dorst met het sap van de agaveplant. Deze foto dateert van de periode1862-1877. (Foto: Antíoco Cruces and Luis Campa)

Hendrik Verbeure van Bezegaard-O'Bio : "Naast overtuigde natuurvoedingsgebruikers tellen wij van oudsher ook heel wat diabetici onder onze klanten. Deze patiënten grijpen immers al te vaak naar weinig biologische zaken zoals maltitol en andere zoetstoffen. Met onze biologische agave kunnen we ondertussen al 16 jaar lang een gezond alternatief aanbieden, dat ook voor de gezondheidsbewuste bio-gebruiker niks dan voordelen heeft, waarbij wij zelf consequent focussen op de herkomst, kwaliteit en de samenstelling van de agavesiroop. We verwerken agave bovendien in onze confituren, wat niet alleen het gezondheidsaspect maar ook de smaak ten goede komt: de fructosemolecule heeft immers het vermogen de fruitsmaak te versterken. Door de hogere zoetkracht heb je bovendien een derde minder calorieën binnen.”

Fructose Ook de aard van de suikers in agavesiroop is van belang voor de gezondheid. Agavesiroop bestaat voor 90 tot 93% uit fructose, een suiker die, mits ze van natuurlijk oorsprong is, te verkiezen valt. Het resterende deel (7 tot 10%) is vooral glucose en verder inuline en een miniem aandeel sucrose.

Zoeter en caloriearmer De zoetkracht van agavesiroop is bovendien sterker dan die van geraffineerd suiker dus is er minder nodig om hetzelfde effect te verkrijgen. Bovendien is de calorische waarde van agavesiroop zeer laag. Per gram krijgt een snoeper maar 3 kilocalorieën binnen. Als een klant de suiker in een recept wil vervangen door agavesiroop, doet hij er goed aan om de hoeveelheid te verlagen.

“We zien de verkoop van agavesiroop voortdurend stijgen en het groeiritme versnelt zelfs nog wat. Tal van fabrikanten kiezen vandaag voor agavesiroop ten koste van tarwestroop omdat die laatste moeilijk bewaarbaar en onstabiel is in tegenstelling tot agavesiroop. Deze bewaart makkelijk en is ook temperatuurstabiel. Zo wordt agavesiroop ook gebruikt als broodverbeteraar, omdat de siroop het vocht beter vasthoudt. Daardoor blijft brood of gebak langer vers. De siroop heeft ook een lager vriespunt, wat dan weer zorgt voor een romiger roomijs. Agavesiroop is ook makkelijk voor gebruik in de eigen keuken. Het lost perfect op, is te gebruiken bij koude en warme bereidingen, bij koken en bakken, en is zo goed als neutraal van smaak.

“Vooral populair bij dieetvolgers” Hagor Bioservice: "Wij verdelen al jaren agavesiroop van Allos en Geo Organics. De groei van de verkoop is enorm. Ten opzichte van vorig jaar zijn de verkoopcijfers vervijfvoudigd. We vermoeden dat de oorzaak ligt bij de stijgende aandacht van de gespecialiseerde pers voor dit thema. Agavesiroop wordt naar ons gevoel vooral gekocht door mensen die een dieet volgen. De voordelen zijn immers belangrijk voor deze mensen. De lage calorische waarde en de tragere stijging van de bloedsuikerspiegel trekken de aandacht. Bovendien smaakt het product ook lekkerder dan andere zoetmiddelen. Je kunt het in zowat alles gebruiken. Hier op kantoor wordt het bijvoorbeeld massaal in de koffie gebruikt."

Samenvattend zijn de belangrijkste gebruiksredenen voor agavesiroop de lage calorische waarde en lage glycemische index, het feit dat agavesiroop minder gaatjes in de tanden veroorzaakt en het feit dat er mineralen en vitamines in de siroop zitten.

“Agavesiroop versterkt de fruitsmaak” Wij spraken ook met een aantal aanbieders van agavesiroop. Bezegaard-O'Bio, is een teler van biologische bessen, verwerker van biofruit in jams, confituren en sappen en invoerder van biologische agavesiroop. Hun agavesiroop en confituren gezoet met agave worden verdeeld door Biofresh-Devahill, Marma, De Nieuwe Band, Cleyland en Biokeuken. Hagor Bioservice (dochter van het Nederlandse Natudis) verdeelt ook agavesiroop in de Benelux.

29


Beursverslag

> Millésime Bio (Montpellier)

Biowijnen: doorbraak op internationale markt Met meer dan 350 exposanten uit diverse landen, zowel wijnproducenten als verdelers, profileerde de vakbeurs Millésime Bio zich eind januari als internationaal platform voor de biowijn. De vakbeurs die alternerend in Montpellier of Perpignan doorgaat is door het groeiende belang van biowijn geevolueerd van een regionaal gebeuren ter promotie van de lokale wijnen tot een evenement met mondiaal perspectief. De nabijheid van regionale luchthavens en het belang van Frankrijk in de wijnwereld maken de beurs aantrekkelijk voor een internationaal bezoekerspubliek. Dat bleek ook uit de bezoekcijfers: één derde was van buitenlandse origine. Voor de editie 2009 schakelde de organisatie dan ook naar een hogere versnelling en overtuigde zowat alle andere Franse wijnregio’s om hier hun biowijnen te presenteren. Maar ook andere wijnlanden daagden op: uit Italië kwamen een veertigtal exposanten (voornamelijk Toscane en Piemonte) en ook een dertigtal Spaanse biowijnbedrijven trokken over de Pyreneeën richting Montpellier. Daarnaast waren er ook Portugese, Zuid-Afrikaanse, ZuidAmerikaanse en Oost-Europese wijnen vertegenwoordigd.

zijn aangezien het verbruikte volume wijn in Frankrijk reeds meerdere jaren dalende is. Zij hoopten vooral nieuwe klanten te vinden in NoordEuropa, de VS of Japan waar de wijnconsumptie wel in de lift zit.

Gelijkheid Het uitgangspunt van de organisatie is duidelijk: Millesime Bio moet een beurs zijn met ruime gelegenheid om te proeven op geüniformiseerde stands (gelijke wijnglazen, tafels en indentificatie). Zo creëert men gelijke kansen voor elke exposant: van de kleine producenten tot de grote distributeurs.

Bezoekersaantal: +50% Met 1700 bezoekers kende Millésime 2009 een groei van 50%. De organisatie toonde zich ook trots op de ruim 700 bezoekende wijnhandels, waarmee het professionele karakter van de beurs bewezen werd. Buitenlandse importeurs, Franse wijnkelders en wijngroothandels vertegenwoordigden samen 75% van het bezoekersaantal. Met een totale productie van 601.000 hectoliter lieten de verzamelde exposanten een stijging van 30% optekenen . Het sterk toegenomen bezoekersaantal valt te verklaren door de inspanningen van de organisatie (AIVB – LR, de organisatie van wijbouwers in de Languedoc Rousillon), maar vooral door de sterke ontwikkeling van de handel in biowijn. Het succes valt vooral te verklaren doordat wijnliefhebbers steeds meer kiezen voor een biologische wijn. Het gaat hierbij duidelijk om een mondiale toename van de vraag. Uit een enquête bleek dat de biowijnbouwers vooral aanwezig waren omwille van de exportkansen die de beurs hen biedt. Bij de Franse exposanten leeft het idee dat de groeikansen in eigen land beperkt

Sterke groei voor biowijn in VS Tijdens een conferentie nam men de Amerikaanse markt voor biowijnen onder de loep. Een bloemlezing uit de informatie die men met de bezoekers deelde: Het biologische wijnareaal in de Verenigde Staten beslaat om en bij de 5000 hectaren, goed voor 2,6% van de totale wijnbouw en is geconcentreerd in de staten Oregon, Washington en Californië. De biowijnproductie kent ook daar een snelle groei: tussen 20 en 24%. De wijnconsumptie gaat al jaren in stijgende lijn en de vraag naar biologische varianten groeit nog sneller dan de algemene markttrend. Het aandeel van biowijnen in de totale Amerikaanse wijnconsumptie blijft met amper 0,4% beperkt. Op mondiaal niveau zijn de Verenigde Staten reeds de derde grootste verbruik van biowijn na Frankrijk en Groot-Brittannië. Opvallend daarbij

Millésime Bio kende de jongste jaren een sterke groei. Ooit startte het namelijk als een lokaal evenement om de biologische wijnen uit de eigen regio (Languedoc-Rousillon) in de kijker te zetten. De regio wordt algemeen erkend als voorloper van de biologische wijnteelt met een wijnareaal van 6140 hectaren en 410 biologische wijndomeinen .

is dat de consumptie zich concentreert in de staten Californië, New York, Florida en Texas. De Verenigde Staten importeren voornamelijk biowijnen uit Frankrijk, Italië en Spanje. Frankrijk verloor daarbij wat terrein vanwege de concurrentie met meer trendy wijnmerken. De traditionele Franse ‘Château’-wijnen slaan immers minder aan in de VS. Als antwoord op dit gegeven creëerde de regio Languedoc-Rousillon het merk ‘Sud de la France’. Onder dit merk vallen ook een aantal biologische wijnen die ook internationaal gepromoot worden (ondermeer op BioFach). Deze type wijnen aan toegankelijke prijzen ondervinden de jongste tijd meer en meer concurrentie van de duurdere wijnen die aan populariteit winnen in de VS. Verklaringen voor het succes van biowijnen in de VS liggen voor de hand: ze genieten mee van het succes van bio en fairtrade >


Organic Retail - maart 2009

De jury kende 138 medailles toe: 22 gouden, 62 zilveren en 49 bronzen medailles. Bij de gouden medailles kregen er zes een speciale vermelding: 2 wijnen uit de Languedoc Rousillon (Domaine Grand Corbière Rouge 2005, Mas de Janiny - Rouge 2007 Vin de Pays d’Oc en Vin de Pays des Sables du Golfe du Lion), 1 Elzaswijn (JP Frick Blanc 2002 Vendanges Tardives - AOC Alsace Pinot Gris), 1 Italiaanse (Loacker Tenute Rouge 2005 DOC Lagrein Kastlet) en 1 Spaanse wijn (Albet i Noya wit 2007 Pénèdès Chardonnay)

Italië is Europees leider in de biowijnbouw met 34.000 hectaren. Frankrijk is tweede en telde eind 2007 22.000 hectaren biologische wijnbouw. Spanje is de Europese nummer drie met 16.000 hectaren.

Daarnaast was er natuurlijk een strikte controle op de (biologische) afkomst van de gepresenteerde wijnen. In de marge van het driedaags evenement was er ook veel ruimte voor debatten en conferenties met speciale aandacht voor de toekomst van de biologische wijnbouw in Frankrijk en Europa en dit jaar ook een focus op de Amerikaanse biowijnmarkt.

Concours bekroont 138 biowijnen Bij een wijnevenement hoort traditiegetrouw ook een wedstrijd. AIVB organiseerde voor de eerste keer de Challenge Millésime Bio. De organisatoren wilden hiermee vooral de kwaliteit van de nieuwste generaties biowijnen aantonen en de wijnbouwers extra stimuleren om de kwaliteit verder te verbeteren. De deelnemende wijnen werden blind getest door een professionele jury met diverse achtergronden: sommeliers, makelaars, handelaars, importeurs… In totaal namen 486 wijnen deel aan de competitie.

>

in de VS. Ook de groeiende aandacht voor gezondheid, welzijn, de strijd tegen obesitas en een toenemend bewustzijn voor de sociale implicaties en de milieu-impact van de voeding werken dit in de hand. Paul Chartrand van Chartrand Imports, een Amerikaans bedrijf gespecialiseerd in de import van biowijn in de VS, schetste op de beurs een beeld van de huidige situatie op de Amerikaanse markt: “Hoewel de economische crisis op dit moment nog uitbreidt zal de biowijn zich blijven ontwikkelen. Net omdat de keuze voor biowijn past in een logica die dergelijke producten als oplossing ziet voor de huidige malaise. Wel stellen we vast dat de prijzen meer en meer onder druk komen te staan. Nochtans behoren kopers van biowijnen vooral tot de hogere inkomensklasse behoren.” Wijn is een genotproduct en het is logisch dat de stijgende kwaliteit van de biowijn de verklarende factor is voor het groeiende succes. Alle wijn, ook biowijn staat of valt met smaak en kwaliteit. Deze tendens geldt net zo goed in de VS als aan deze kant van de Atlantische Oceaan. Een moeilijkheid op de Amerikaanse markt is dat de verwachtingen van de wijnconsumenten veel gevarieerder zijn dan in Europa. Specialisten wijzen naar het hoge multiculturele karakter van de bevolking, hoewel het succes van sommige wijnen in de VS nauwelijks met rationele argumenten te verklaren valt, fluisterde men ons toe…

Conferentie over de toekomst van de biowijnbouw. Van links naar rechts : Louis Delhon en Thierry Julien van AIVB (organisatie), Elisabeth Mercier van Agence Bio (Frankrijk), Andréa Ferrante van AIAB (coordinator Orwine in Italië), Marianne Monod (Ministerie van Landbouw Frankrijk), Monique Jonis van ITAB (partner van Orwine voor Frankrijk), Serge Jacquet (Viniflhor Frankrijk).

Amerikaanse reglementering voor biowijnen Qua reglementatie onderscheidt USDA de officiële Amerikaanse biocertificatie-organisme 3 soorten biowijnen: “100% organic” is de strengste kwalificatie. Deze vereist dat elk wijningrediënt van biologische origine is. “Organic” geldt voor wijnen die minstens voor 95% bio-ingrediënten bevatten. “Made with organic grapes” geldt voor wijnen die minimum 70% biologische ingrediënten bevatten. Heel wat Europese wijnen vallen onder de laatste categorie omdat ze sulfiet of niet-toegestane nitrieten bevatten. Europese wijnbouwers die een rol willen spelen op de Amerikaanse markt dienen een goedkeuring te krijgen van NOP (National Organic Program) om zich in regel te stellen met de Amerikaanse vereisten, die strenger zijn dan de geldende vereisten in Europese landen. In de praktijk blijkt de Amerikaanse consument niet vertrouwd met de USDA certificering en er ook niet veel belang aan te hechten. Het gevolg is dat er in veel gespecialiseerde verkooppunten heel wat wijnen verkrijgbaar zijn zonder officiële certificatie, maar met vermeldingen zoals ‘duurzaam’ en ‘natuurlijk’.

31


Beursverslag

> Millésime Bio (Montpellier)

Op weg naar een Europese reglementering voor biowijn in 2010 Sinds enkele jaren wordt in het kader van het wijnresearchprogramma ‘Orwine’ gewerkt aan een basis voor een Europese reglementering rond biowijn. Dit programma wordt gecoördineerd door Italië, Duitsland, Zwitserland en Frankrijk. In september starten de debatten om met de resultaten van Orwine tot een algemene Europese reglementering te komen voor biowijnen. De bedoeling van Orwine is om helderheid te brengen in de biologische vereisten voor wijnen en zo het werk van de wetgevers te vereenvoudigen. Het nieuwe Europese reglement moet het de consument ook makkelijker maken en zou de handel in biowijnen buiten Europa moeten vereenvoudigen. Op dit moment is er namelijk te veel verwarring in de interpretatie en certificatie van Europese wijnen. Geen enkel Europees land kent op dit moment een officiële reglementering, elke certificatie gebeurt met private lastenboeken. Daarom verzamelde Orwine alle lastenboeken om de werkwijze, de verschillen en de overeenkomsten in kaart te brengen. Tijdens de debatten die volgende herfst plaats vinden, zal vooral de limiet van de toegelaten hoeveelheden sulfiet stof voor discussie zijn. Het beheer van het fermentatieproces, het gebruik van nutriënten zoals stikstof, en de voorwaarden om te chaptaliseren (het toevoegen van suiker aan het nog niet gefermenteerd druivensap) zijn andere hete hangijzers. Orwine peilde ook naar de verwachtingen van de consumenten en ondervroeg consumentenpanels in de vier partnerlanden. Daaruit bleek dat biowijnen nog steeds een negatief imago meeslepen op

het vlak van smaak. Van een biowijn verwachten consumenten vooral dat hij gezond, zuiver en natuurlijk is. Het gebruik van sulfiet wordt door de wijnliefhebber argwanend bekeken. Nu de vraag naar biologische wijnen sterk in de lift zit, blijkt uit het onderzoek dat men de consument beter moet informeren over deze wijnen en de certificatie. Ook de prijs-kwaliteitsverhouding moet verder opgedreven worden. Enquêtes bij wijnboeren brachten dan weer hun behoeften en problemen in kaart. Uit de resultaten blijkt dat de gemiddelde biowijnboer een klein wijndomein bezit en dat de werkwijze sterk overeenkomt met de conventionele wijnbouw met uitzondering van het gebruik van chemische hulpmiddelen. Het niveau van sulfiet blijkt een belangrijk pijnpunt te zijn. Quasi alle biowijnboeren verminderen de hoeveelheden sulfiet, sommigen bannen het gebruik van sulfiet volledig. De kwaliteit van de wijnen kan nog beter, melden zij ook. Daarom moet verder geëxperimenteerd worden met nieuwe vinificatiemethoden om de hoeveelheden sulfiet te verminderen en tegelijkertijd de kwaliteit van de biowijn te verbeteren.

TerraSana introduceert

Barnhard Bodywear For men and women

Bio Cotton

NIEUW

Bewust beter!

www.barnhardbodywear.com

Design, comfort en een perfecte pasvorm. Met Barnhard Bodywear zorg je niet alleen goed voor jezelf, maar ook voor het milieu. De nieuwe ondergoedcollectie van TerraSana is gemaakt van 100% biologisch katoen en wordt op een sociaal verantwoorde manier geproduceerd, zónder bestrijdingsmiddelen. Door bewust te kiezen, is Barnhard Bodywear bewust beter.


Dossier

Organic Retail - maart 2009

> Cosmetica

Ja, de man is klaar voor natuurlijke cosmetica! Het tijdperk waarin mannen niet in de buurt van de cosmeticaproducten in de supermarkt wilden gespot worden, is voorgoed voorbij. De nieuwe man heeft deze producten nu ook ontdekt en gaat gretig aan het experimenteren. Tot groot plezier van de cosmeticasector, want de afdeling mannenproducten is zowat de enige groeimotor voor de sector. De terugval die de vrouwelijke cosmeticamarkt kende, werd de laatste jaren volledig opgevangen door de groei in mannelijke. Ook de biologische en ecologische cosmeticamarkt wordt gekenmerkt door hetzelfde fenomeen. (fotografie: Andy Eeckhaut)

Markt

Eenvoud

In Nederland kende de totale markt van cosmetica in 2007 een magere groei van 0,4% en dat had zij enkel te danken aan de groei van een segment dat tot enkele jaren terug bijna irrelevant was: de cosmetica voor mannen. Deze niche kende in datzelfde jaar immers een groei van 10% ten opzichte van het jaar voordien, wat voor een omzet zorgde van 292 miljoen euro. De mannenafdeling neemt nu 17% van de cosmeticamarkt in. Het aantal mannen dat zich interesseert in cosmetica verdubbelt elke twee jaar. Slechts 18% van de vrouwen vinden dat een vreemde, evolutie, de andere vrouwen vinden dit (meer dan) OK! 91% van de mannen gebruikt dagelijks deo, 35% verzorgt de huid van het gezicht met een crème en 21% doet aan gezichtsreiniging.

De cosmeticaconsumptie van de man is anders dan bij de vrouw. Zo laat 28% van de mannen de aankoop van deze producten over aan een familielid of een partner. Mannen hebben meer moeite met het maken van een keuze, maar eenmaal ze een goed product hebben gevonden, zijn ze erg merktrouw en conservatief. Vrouwen proberen veel liever nieuwe dingen uit en zijn minder trouw aan een merk of product. Mannen houden eveneens van eenvoud. De producten moeten duidelijk en makkelijk in gebruik zijn. Dat verklaart het succes van 2 in 1 producten in het mannensegment.

33


NIEUW

FA I R T R A D E & B I O

minimum 70 tot 100%

in 100% recycleerde plastiek flessen

WASSEN MET EEN ZUIVER GEWETEN en ook shampooĂŤn en hydrateren

Info tel 00 32 (0)3 653 25 41 www.noble-house.tk


Dossier

Organic Retail - maart 2009

> Cosmetica

Marktonderzoek leert dat de mannelijke koper van ecologische en biologische cosmetica iemand is die belang hecht aan het milieu en zijn gezondheid en er ook concreet naar handelt. te vet voor de huid van een man. Er wordt aangeraden om de mannenhuid te hydrateren met een lichte crème die het vochtgehalte balanceert. Mannen hebben meer spieren in het gezicht, daarom verslapt hun huid minder snel, maar zij hebben dan weer sneller last van expressierimpels. Zij kunnen daarvoor producten gebruiken met vitamine A. Producten met fruitzuren zullen echter te snel irriteren op de zwaarbelaste mannenhuid. We vroegen enkele producenten van mannencosmeticagamma’s om hun kijk op dit marktsegment. Een bloemlezing. Kai Alan Thomas (Alva) “De markt van natuurlijke mannencosmetica volgde initieel het voorbeeld van de conventionele markt. Mannencosmetica bleken een hit, dus volgden de natuurlijke producenten. Nu bemerken we de omgekeerde trend: de conventionele markt ziet dat wij het heel goed doen en putten inspiratie uit onze natuurlijke aanpak. Toch moet wij, de natuurlijke markt, blijven bewijzen dat deze producten even goed werken als hun oude vertrouwde product. Mannen zijn immers hondstrouw als het op merken aankomt.” Marktonderzoek leert dat de mannelijke koper van ecologische en biologische cosmetica iemand is die belang hecht aan het milieu en zijn gezondheid en er ook concreet naar handelt. Meestal volgt de keuze van de man voor deze producten ook uit een voorkeur voor biologische voeding. En beide producten vindt hij dan uiteraard in de biowinkel, mannelijke cosmetica is er dus zeker op zijn plaats…

Amanda Gerentes Chevilliat (Melvita)

Zogenaamde ‘specialty producten’ voor het haar, scheerschuim en deo kiest een man dan weer liever zelf. 30% van de mannen vindt het niet nodig om een apart product te kopen en gebruikt de spulletjes die hij in de kast van zijn vrouw vindt. Wel is het zo dat meer en meer mannen hun eigen producten wil en ook verkiest ze zelf aan te schaffen.

Huid De man heeft echter andere behoeftes op het vlak van huidverzorging dan de vrouw. Hoewel de structuur van de huid identiek is, is de huid van een mannengezicht veel dikker en rijker aan collageenvezels en dus sterker. Veelvuldig scheren belast de huid echter zwaar en is de basis van tal van huidproblemen op het gezicht. Elke scheerbeurt bedreigt de hydrolipidische film – de natuurlijke beschermingslaag op het gezicht. Daardoor ontstaat er dehydratatie en uitdroging. Het gevolg: irritatie, ontsteking, roodheid , microwondjes… Dermatologen raden daarom mannen aftershave producten aan zonder alcohol en zonder parfum aan om de reeds zwaar belaste huid te sparen. Het testosteron bij de man zorgt voor meer talg en dus voor een vettere huid dan bij de vrouw. Daardoor zijn verzorgende huidcrèmes voor vrouwen totaal ongeschikt. Producten zoals dagcrèmes voor vrouwen zijn meestal gebaseerd op retinol en dat maakt deze crèmes

“Melvita bracht in 2008 een nieuwe mannenlijn uit rond het thema ‘bomen’. Daarmee wensen we de nabijheid van de man met de natuur te benadrukken . We produceren nu een reinigingsgel, een scheercrème, een aftershave balsem, een anti-aging lotion, een contourgel voor de ogen en een deodorant. Sinds kort is er ook nog een douchegel aan het gamma toegevoegd. Voor deze lijn werken we met alle nuttige grondstoffen afkomstig van diverse Europese bomen(berken, beuken, eiken, lindebomen, cipressen en den) en we gebruiken alle delen: de wortels, de stam, de noten, bladeren, boomsappen, knoppen… De producten werden opgebouwd vanuit een basis van lichte, verzorgende en herstellende vloeistoffen, met een aangenaam, fris en mannelijk parfum en slaan aan door hun kwaliteiten en hun biologische certificatie.”

35


Dossier

> Cosmetica

Dana Van Oeteren (Amanprana) “’Wat je niet eten kan, doe je niet op je huid’ is het basisprincipe van amanprana voor de eerste 100% eetbare bio cosmeticalijn ter wereld. Wat je op je huid smeert komt deels in je bloed en lymfesysteem terecht komt, dat is uitvoerig bewezen. Het nieuwe gamma dag-,lichaamen masageoliën van amanprana zijn daarom 100% natuurlijk, 100% actief, 98 à 100% bio en 100% eetbaar. Dat is volledig in overeenstemming met de filosofie van Amanprana: je levenskracht op een serene wijze versterken zonder lichaam en geest geweld aan te doen, zacht en zonder excessen. De producten bevatten geen chemicaliën, petroleumderivaten noch isolaten en zijn louter samengesteld met plantaardige oliën, versterkt met essentiële oliën. Deze lijn is een feest voor de huid en echte wellness voor je ik. Ze beschermen, voeden en hydrateren niet alleen de huid maar hebben een therapeutische waarde voor je ik. Ze bezitten een natuurlijke intelligentie, hebben een hoog antioxidantenniveau (hoge ORAC-waarde), bevatten vele beschermende stoffen en zitten perfect beschermd in een speciaal ontworpen violet flesjes (schermt het zichtbare licht af en laat het ultraviolette en infrarood licht door waardoor de 100% actieve waarde van de dagolie gegarandeerd blijft tot na vervaldag). De Amanprana dagoliën worden goed opgenomen door de huid zonder vettig aan te voelen en verzorgen een perfecte hydratatie van de huid. Hun essentiële oliën vinden hun weg naar elke cel van ons lichaam en ondersteunen je ik met positieve vibraties. In dit gamma creëerden we ook een specifieke variant voor mannen: TORSO. Een verkwikkende, opwekkende, immuunversterkende, ontspannende en zuiverende olie bestaande uit extra vierge amandelolie uit Andalusië, extra vierge

olijfolie uit La Rioja en duurzame rode palmolie uit Colombia als basis voor de vetiver, sandelhout, wierook en lavandin. Deze mannelijke dag-, lichaam- en massageolie is heel veelzijdig en kan gebruikt worden door de man als verzorgende olie, massageolie, in of na het bad of de douche, om het mannengezicht te verzorgen, om zijn droge huid te hydrateren of gewoon als zinnenprikkelend parfum.” Delphine Ung (Sicobel) “In het algemeen willen mannen vooral hydraterende, zuiverende of anti-aging producten. Bij mannen met een vette huid zijn zuiverende gels of producten die een ongewenste glans vermijden zeer geliefd. Voor mannen met een gevoelige huid zijn aangepaste scheergels of huidverzorgende producten erg gevraagd. Bij de samenstelling van ons nieuw gamma voor mannen werkten we vooral met natuurlijke ingrediënten die bekend zijn om hun geschiktheid voor mannelijke producten, met name gember, babassuolie, tamanol, extracten van eik… Qua parfums kozen we hier voor frisse geuren met toetsen van citrusvruchten of menthol.” Anna Handschuh (Speick) “Vroeger zag je dikwijls dat mannencosmetica verpakt werd in donkere tubes. Dat is nu niet meer zo. We zien zelfs dat veel nieuwe vrouwencosmetica donker verpakt worden. De aloude rollen in onze maatschappij vervagen en dat heeft zijn weerslag op de markt van cosmetica. Mannen hebben geen schrik meer voor cosmetica en de verpakkingen hoeven zelfs niet eens meer stoer te zijn. Uiteindelijk zijn succesvolle producten ambassadeurs voor een bepaalde lifestyle. Mannen moeten zich meer en meer bewijzen in een wereld van omgekeerde emancipatie en dat brengt ze op het idee dat hun verzorging best wel uitgebreider mag zijn dan de klassieke ‘wash and go’. Veel mannen tasten evenwel nog in het duister en daarom is het ook belangrijk dat je meegeeft wat een bepaald product precies voor voordelen heeft en waarom het belangrijk is dat ze het gebruiken.

De markt is ook rijper geworden dan enkel de klassieke rinse-of producten, zoals scheerschuim of zeep, die we kennen van vroeger. Er bestaan zelfs kuuroorden die zich specifiek richten op mannen. Deze ‘gender-producten’ vragen een andere stijl van marketing. Mannen verwachten reclameboodschappen met echte mannen, met een verhaal. Daarom zie je vaak dat bekende mannen worden ingeschakeld voor scheerproducten. Mannen hebben deze


Organic Retail - maart 2009

gezichten nodig om zich ermee te vereenzelvigen. Als Beckham een bepaald product gebruikt, dan willen veel mannen, die naar hem opkijken, dat product ook. Vooral jonge mannen worden makkelijk beïnvloed door zo’n reclame. Zij kopen hun cosmetica immers zelf, terwijl de oudere generatie dat kiezen liever aan hun vrouw overlaat. Speick focust momenteel vooral op de scheerverzorging en biedt daarom een volledige lijn van 6 producten hieromtrent aan. Onze Pre-Shave zet bijvoorbeeld de haartjes recht, waardoor ze makkelijker te scheren zijn. Verder is er een Intensive Cream, Body Lotion, een Bio-Active Deo Spray en een Shower Gel, die ook als shampoo kan gebruikt worden. Dat twee-in-een-concept is iets wat bij mannen heel erg in de smaak valt.” Marianne Van Nieuwenhuijse (Terrasana, distributeur van Logona en Sante)

Nu al gebruikt één op de drie mannen dagelijks een gezichtsverzorgingsproduct. Meer dan 50% van de mannen koopt zijn lichaamsverzorgingsproducten zelf. Slechts 20% laat dit over aan familieleden. Mannen zijn standvastig in hun keuze: wanneer ze eenmaal voor een merk gekozen hebben, blijven ze het jarenlang gebruiken. Mannen stellen als eis dat de verzorging van hun huid praktisch moet zijn. Zij hebben dan ook een voorkeur voor producten die verschillende werkingen in één product combineren. Bovendien moeten de verzorgingsproducten een mannelijke en discrete geur en een mannelijk uiterlijk hebben. De markt voor natuurlijke gezichtsverzorgingsproducten voor de man is nog redelijk beperkt, maar Weleda speelt wel in op de vraag. We zorgen ervoor dat onze producten aangepast zijn aan de wens en de fysieke kenmerken van de man. Sesam- en jojobaolie geven de crème een zachte textuur, sesamolie reguleert de functie van de talgkliertjes, ondersteunt de opbouw van de hoornlaag, stimuleert de stofwisseling van de huid en voorkomt vochtverlies, bijenwas verzorgt en beschermt tegen uitdrogen, carnaubawas beschermt: gaat vochtverlies tegen zonder de natuurlijke afscheiding van de huid te belemmeren, heemstwortel hydrateert en kalmeert. Wij bieden met deze ingrediënten een gamma aan met een hydraterende crème, een scheercrème en een aftershave balsem.”

“Wij geloven sterk in deze merken, omdat zij alles bieden wat een moderne man belangrijk vindt. Het assortiment bestaat uit de basisproducten die elke man nodig heeft, zoals scheerschuim, aftershave en een goede gezichtsgel. Er is al een aantal jaren een trend gaande dat mannen het belangrijk vinden om er verzorgd uit te zien. Het is allang niet meer gek als een man een dag- en nachtcrème gebruikt. Veel mannen worstelen met een droge of gevoelige huid. De producten van Logona en Sante zijn daar ideaal geschikt voor. Dit komt mede door de afwezigheid van synthetische kleur- en geurstoffen en conserveringsmiddelen, zoals parabenen. Daarnaast bevatten alle producten verzorgende ingrediënten. Zelf vind ik de scheerschuim van Santé bijzonder. Deze is op basis van olie, wat het scheren veel aangenamer maakt. Gangbaar scheerschuim is gemaakt op waterbasis en bevat vaak agressieve stoffen die ervoor zorgen dat het scheermiddel heel erg schuimt. Dit soort producten drogen de huid uit, terwijl die van Santé de huid direct voeden. De producten uit de mannenlijnen hebben een lekkere geur die mannen en ook vrouwen aanspreekt. We verwachten dat de markt voor mannencosmetica zal blijven groeien.” Pieter De Cooman (Weleda) “De markt voor gezichtsverzorgingsproducten voor mannen is groeiende. Consumentenonderzoek in Nederland heeft uitgewezen dat iedere twee jaar het aantal mannen dat een gezichtsverzorgingsproduct gebruikt, verdubbelt.

37


Chef’s corner

> België

Jan De Vry van natuureethuis De Postelein

“Biologisch koken leer je niet op de kokschool” Jan en Floor openden eind vorig jaar een nieuw natuur-eethuis in het West-Vlaamse Waregem. Ze zijn hiermee niet aan hun proefstuk toe. Ze maakten van ’t Bloemenhuisje in Oostkamp (nabij Brugge) al een succes. Met spijt in het hart namen ze afscheid van deze prachtige locatie en vestigden zich in een biologisch gat in de markt: Waregem. Wij spraken met Jan over de passie voor het beroep en de lange weg die hij als restauranthouder met ‘bio’roeping aflegde. Waarom koos je voor Waregem? Jan: “Als je het puur geografisch bekijkt, dan was er een gaatje dat opgevuld kon worden in deze streek. In het Brugse is de markt op dit moment verzadigd, dus moesten we sowieso een andere plek opzoeken en Waregem leek ons perfect. Floor is er opgegroeid en er was tot voor kort geen eetgelegenheid voor mensen die op zoek waren naar een lekkere biologische maaltijd, maar wel een vraag. We vonden een pand dat perfect kon dienen, dus zijn we ervoor gegaan. We merken ondertussen dat het een goede keuze was. We krijgen vaak mensen uit de buurt over de vloer die opgelucht zuchten dat er eindelijk een bio-restaurant in hun buurt is. We bieden ook een vrij uitgebreide vegetarische kaart aan, waarvan 4 gerechten veganistisch zijn, dus er komen wel wat veggies van ver voor die gerechten. Bovendien is de ligging van het restaurant perfect. We bevinden ons in een van de hoofdstraten van het centrum van Waregem, net tussen de renbaan en de markt, in de nabijheid van enkele grote kantoren en bureau’s. Dat bezorgt ons op elk moment van de week en het weekend voldoende klanten. Pas op, het is voor vele Waregemnaars wel nieuw. Er wordt al eens naar een cola gevraagd. Vandaar dat ik nu op zoek ga naar een lekkere biologische colavariant. Coca Cola haal ik niet in huis.” Vanwaar je roeping voor het biologische? Jan: “Het is me met de paplepel meegegeven. Mijn vader leefde al macrobiotisch toen ik geboren werd. Ik was drie toen hij een grote serre bouwde waar hij op biologische wijze aardbeien verbouwde. Niet enkel voor eigen gebruik, maar ook voor de verkoop. Er was immers een oproep geweest onder de leden van VELT (Vereniging voor Ecologische Leef- en Teeltwijze) om nieuwe telers te motiveren grootschaliger te telen en zo een vrij lokale afzet te creëren voor de natuurwinkels in de buurt rond Lier. Mijn vader reageerde daarop en begon te verbouwen. Er waren ook augurken, pompoenen, paprika’s en courgettes in de serre. We hadden algauw een cultuurtuin van 2000m². De groenten werden verkocht op de eerste ‘bioveiling’ in Koningshooikt. Toen we pubers waren, werden we ietwat opstandig en begon het ‘regime’ te versoepelen. Er kwam een keer per week een vleesschotel op tafel. Meestal waren dat stoofpotjes met biovlees van eigen kweek. Later kookte mijn pa voor de universitaire parochie in Antwerpen. Ik hielp en kreeg zelf zin om een carrière in die richting te beginnen, maar dat mocht niet van thuis. Ik werd leraar en kookte in mijn vrije tijd voor groepen die aan yoga- of meditatiekampen deelnamen. Mijn keuken paste immers bij dat sfeerbeeld. Na een tijdje vroeg het opleidingscentrum of we vast wilden komen werken. Dat hebben we een jaar gedaan, maar financieel viel dat wat tegen. Ik kluste bij als manusje-van-alles. Op een gegeven moment vroeg een bevriend paar of ik de zolder boven

hun tea-room, het Bloemenhuisje, wilde komen ombouwen als vergaderzaal. Dat is uiteindelijk onze eigen living geworden want kort nadien verkochten ze het handelsfonds van de tea-room aan mij en Floor.” Een typische tearoom is ’t Bloemenhuisje niet gebleven, toch? Jan: “Neen, ik had niks met het ‘tearoom’-idee, maar er was vast cliënteel en ik had de nodige diploma’s niet om een echt restaurant te beginnen, dus startten we als tearoom. Ik heb in twee jaar de koksopleiding die je nodig hebt om à la carte te koken behaald. Dat was zwaar, maar het was de enige mogelijkheid om uit te bouwen waarvan ik droomde: een biologisch restaurant waar je een dagschotel kon krijgen en à la carte kon kiezen. Langzamerhand trok ik mijn stoute schoenen aan en begon ik de snack-kaart uit te breiden met andere zaken zoals gevulde maaltijdpannenkoeken, later volgden de stoofpotjes met vlees, vis of vegetarisch. Wanneer er net iets meer een eetcultuur begon te komen, gingen we de uitdaging aan ook een dagverse biologische dagschotels aan te bieden. Tijdens die eerste weken verkocht ik er maar drie per dag, maar ze werden steeds meer en meer succesvol. De combinatie bleek een razend succes. We overwogen een volledig vegetarisch restaurant te worden, maar dat was zowel in Oostkamp als nu in Waregem geen goed idee. Nu trekken we vegetarische vrouwen aan die met hun vleesetende man graag komen eten of families die een ‘veggie’ tellen en die iets te vieren hebben. Zo is het goed voor mij. Weinig restaurants bieden vegetarische gerechten aan à la carte. Volwaardig uitgebalanceerd vegetarisch vergt immers meer werk en daar hebben veel restaurateurs geen zin in.


Organic Retail - maart 2009

moten aan het einde van de dag. Want dat moet je uiteindelijk doorrekenen aan de klant.”

Bovendien is het een beetje een risico, want zoveel vegetariërs zijn er niet. Je leert trouwens niet erg veel over vegetarisme op school.” Werd er veel aandacht besteed aan biologisch en vegetarisch koken tijdens jouw opleiding? Jan: “Absoluut niet. De kokscholen brengen de traditionele Franse keuken, dus vlees met een rijke saus, aardappelen en een snuifje groenten. Dat staat haaks op mijn overtuiging. Mijn niet-vegetarische stoofpotjes bestaan voor 50% uit vlees of vis en voor de andere 50% uit groenten. Gelukkig waren er enkele docenten die tegen de stroom in gingen. Mark Peeters, bijvoorbeeld, gebruikte graag duur vlees in zijn gerechten. Automatisch grijp je dan als restaurateur naar een vlees-groente-verhouding die qua gewicht groenten bevoordeelt. Van die man heb ik dus veel heerlijke groentegerechten geleerd. Met die docenten heb ik nog steeds een speciale band en ze zijn ook trots op wat ik heb opgebouwd. Voor de rest heb ik tijdens mijn opleiding vooral geleerd hoe het niet moet. Althans als je een natuureethuis wil beginnen. Maar we zijn jammer genoeg een zeldzaam ras.” Hoe komt dat eigenlijk? Jan: “Het betekent dat je harder moet werken. Mijn worteltjes worden niet netjes vacuüm verpakt, in stukjes gehakt, geleverd. Hier komen ze van de bioboer, dus die moeten verwerkt worden. Al die werkuren kosten geld. Een gemiddelde kok betaalt graag iets meer voor dat verpakte worteltje, aangezien het zijn werkuren drastisch vermindert. Wij hebben die luxe niet. Wij staan van ’s morgens 6u tot ’s avonds 10u achter de potten. Maar ik zou het niet anders willen. Mijn producten zijn eerlijk. 99% van mijn ingrediënten zijn biologisch. De enige uitzondering zijn sommige kruiden, die ik in Istanbul ben gaan halen. Sinds we verhuisd zijn naar Waregem, is ook ons vlees biologisch. Ik heb nog geen groothandel gevonden die me kan bevoorraden, maar ik geniet een fikse korting bij Bioplanet en die leveren vlees van een goede kwaliteit. Ik merk het verschil enorm in de keuken. Ik kan eindelijk mijn vlees bakken in plaats van koken. Er wordt geen water opgespoten, dus er komt er ook geen vrij tijdens het bakken. Dat bakt ook sneller en er kunnen meer lapjes in de pan. De overschakeling naar biovlees heeft me al veel tijdsbesparing opgeleverd. Verder verwerk ik zo’n 20 kilogram groenten per dag. Ik haal die bij groothandel Biofresh of bij Biobrugs Ommeland, een samenwerkingsverband van bioboeren in de Brugse regio. Sinds de verhuis is het wat moeilijker geworden om naar Brugge te gaan voor groenten, dus doe ik nu ook een beroep op de groothandelaar. Voor de vis verkies ik wilde vis met vangstbeperking boven biovis, want biovis is gekweekt en daar heb ik het niet voor. Mijn vis wordt bij de vangst meteen diepgevroren. Dat kun je geen verse vis meer noemen, maar voor de stoofpotjes is dat perfect. Bovendien kan ik makkelijk doseren en verlies ik geen dure

Met zo’n exclusieve producten zou je denken dat je gerechten duurder zouden zijn. Jan: “Ik doe alles zelf, he. Zo druk je de kostprijs. Mijn idealisme is daar sterk genoeg voor. Mensen die biomaaltijden gewend zijn, zien dat ze hier dezelfde prijs betalen als in andere biorestaurants. Het restaurant draait trouwens goed. Ik weet niet of ik last heb van de crisis, want ik heb geen vergelijkpunt hier in Waregem, maar ik weet wel dat ik momenteel aan een gemiddelde zit van 25 couverts per dag en dat is al super. Natuurlijk was de vooropening tijdens Waregem Koerse (de jaarlijkse paardenrennen waar Waregem nationaal om bekend is en die een grote volkstoeloop kennen, nvdr) een perfect promo-moment. We liggen hier net tussen de renbaan en de markt, dus tegen de middag was er een stroom van mensen. We hebben toen 500 mensen langs gekregen in 4 dagen. Ik had 6 gerechten op de kaart staan, telkens een stoofpotje voor een breed publiek en eentje voor mensen die van een avontuurtje houden. De keuzes werden goed onthaald. Mensen kiezen meer en meer bewust voor een gezonde maaltijd. Ik verwacht dus nog groei.” Je kookt biologisch, maar toch is het restaurant niet gecertificeerd. Jan: “Ik ben geen fan van het huidige systeem van certificering. Het is niet aangepast aan een restaurantkeuken. Er wordt gevraagd om al je recepten prijs te geven. Daar ben ik tegen. Bovendien zijn mijn recepten niet even honkvast, ze variëren een beetje volgens de beschikbaarheid van seizoensingrediënten in het biologische circuit. Ook moeten we de vooropgestelde dagschotel soms wijzigen wanneer er zaken niet of anders geleverd worden dan gevraagd. Ik bekijk wat ik die morgen aan ingrediënten heb en werk van daaruit. Gewoon creatief zijn met de dingen die voorradig zijn eigenlijk. Ik kan mijn recepten dus niet op voorhand geven. De controleurs mogen gerust mijn facturen bekijken, dan is het meteen duidelijk dat we een biologisch restaurant uitbaten. Ik hecht niet zoveel belang aan een certificaat. Mijn vaste klanten weten dat ik biologisch werk. Ik heb het meer voor eerlijke communicatie met mijn klanten. Als ik een keertje geen biologisch vlees heb gevonden, dan verschijnt dat op het bord. Zo weet de klant waar hij aan toe is. Klanten aanvaarden dat graag. Er is begrip onder mijn klanten. Een controle-instantie kan daar minder mee lachen. Ik hoor dat er een nieuw systeem aankomt, ik wil daar gerust eens naar luisteren.” Mogen we nog nieuwigheden verwachten? Jan: “De tuin moet nog aangelegd worden, maar dat is een meerjarenplan. Ik wil een terras, omringd door fruitbomen en kruidentuintjes. Dan kan ik die ingrediënten verwerken in de keuken. Wat is er immers fijner dan dineren onder de boom waar je appeldessert vandaan komt? Later wil ik een veranda voorzien waar groepen apart kunnen bediend worden. Voor de rest ben ik onlangs gestart met een stoofpotjesbuffet. Ik hoop dat verder uit te bouwen. De eerste keer waren de mensen blij verrast. Ik had een auberginetajine, worteltjes met prei, aardpeer met ui en mosterd, een Moorse runderschotel, een vispannetje, kip escabeche, een Brugs Potje met tofureepjes, een Mexicaanse groenteschotel en rauwkost op het buffet staan. Vooral de reactie van de kinderen was super. Het idee dat ze helemaal zelf mogen beslissen wat er op hun bord komt, maakt ze euforisch. Ik neem ze mee achter het buffet en leg ze precies uit wat er in de potjes zit. Er is nog nooit zoveel geproefd! Ik laat kinderen trouwens elke keer zelf kiezen wat ze op hun rauwkostschoteltje willen als ze een stoofpotje bestellen. Zo krijg je steeds tevreden etertjes.”

39


Dossier

> Biobieren

Als het ècht natuurlijk en artisanaal moet zijn Biobieren zijn nog echte artisanale en natuurlijke bieren van kleine brouwers. Ze onderscheiden zich van gangbare bieren die ook een artisanale merkuitstraling of imago hebben maar veel toegevoegde suiker, kleurstoffen en kunstmatige bewaarmiddelen bevatten. En in tegenstelling tot wat sommige denken en voor u getest: de meerderheid is echt lekker en kan qua smaak naast eender welk groot gangbaar merk staan! Dat is onze conclusie na een bezoek aan tal van brouwerijen in België, Frankrijk en Nederland.

10 brouwers, 3 landen

Recepten

Onze rondgang bracht ons bij de Budelse Brouwerij in Budel (Nederland), in bierland ‘par excellence’ België bij de Brouwerij van Brunehaut, Brouwerij Guldenboot in Opwijk, brouwerij Den Hopperd in Westmeerbeek, brouwerij Jessenhofke in Hasselt, bij de brouwerij van Silenrieux maar even goed in het Natuurgebied De Liereman in OudTurnhout en bij een kaasmakerij: het Hinkelspel in Gent. In NoordFrankrijk gingen we langs bij Brasserie Moulins d’A scq (Villeneuve d’A scq) en bij Brasserie Castelain (Bénifontaine). Het gaat hier nog maar om een beperkt aandeel van de biobrouwerijen die er in dit deel van West-Europa zijn. Hoe meer men op zoek gaat naar brouwers van biobieren, hoe meer men er ook ontdekt. Is biobier dan het exclusieve domein van kleine brouwerijen? Ja en neen. Een kleine tien jaar gelden lanceerde een brouwerij in België een biovariant van een bekend gangbaar tarwedbier: Dentergems een bioversie Met weinig succes echter…. (Liefmans, de brouwerij van Dentergems bier ging in 2007 trouwens failliet) maar misschien was men te vroeg met de lancering van de biobieren. Hoewel de markt voor biobieren nog altijd geen hoogvlieger is, is de categorie duidelijk groeiende. Het succes van het biobieraanbod in de biowinkel hangt echter ook sterk af van de locatie en het klantenprofiel en de motivatie voor de promotie van deze producten bij de winkeluitbater.

Aan recepten voor biobier is er bij de kenners geen gebrek. De mogelijke variaties in ingrediënten en hoeveelheden bieden quasi eindeloze mogelijkheden. Dit staat in schril contrast met de biologische grondstoffen die slechts beperkt beschikbaar zijn en de brouwers regelmatig kopzorgen biedt Naast water (gemiddeld 90 à 95% van het bier) is gerst het basisbestanddeel van bier. Omdat gerst van nature nauwelijks suikers bevat, moet voor de productie van bier eerst gerst tot het suikerrijke wort worden verwerkt. Dit gebeurt door achtereenvolgens te mouten en te maischen. Mouten gebeurt in een mouterij: de brouwgerst wordt tijdens het mouten in water geweekt en vervolgens enkele dagen in een

Smaak! Bepalend voor het succes van een biobier is echter de smaak en niet de biologische oorsprong. En in die zin zijn er sterke parallellen met de biowijnmarkt. Bier en wijn zijn genotsproducten en zelfs de grootste bio-adept kan daar niet om heen. De nieuwe generatie biobieren is dan ook volledig in die optiek gebrouwen. Daarom kiest het gros van de brouwers voor heel verzorgde bieren die gebrouwen zijn in navolging van de stijl van de Belgische streekbieren (hoge gisting). Sommige brouwers kiezen specifiek voor grondstoffen waar de bioklant mee vertrouwd is zoals spelt en boekweit, andere maken een biovariant van een pilsbier, een wit tarwebier en een biologische fruitbier. Je hoeft zelfs geen brouwerij te zijn om een biologisch bier te lanceren. Een aantal van onze gesprekspartners beperkten zich tot de receptontwikkeling en laten hun bier brouwen bij een externe brouwer en. Dat was steeds de Proefbrouwerij in Lochristi (Gent, België). Deze brouwerij legt zich toe kleinere brouwsels op verzoek en stond soms ook in samenspraak met de opdrachtgever in voor de receptontwikkeling.

Foto: Brunehaut


Organic Retail - maart 2009

warme ruimte, de kiemkast, neergelegd. De vochtige gerst gaat door de warmte ontkiemen. Bij het ontkiemen komen er enzymen vrij die het in de korrel aanwezige zetmeel (later) kunnen omzetten in suikers. Na het ontkiemen worden de korrels gedroogd, geroosterd of zelfs gebrand, vervolgens geperst en van de wortelts ontdaan. Het product dat zo ontstaat heet mout. In de brouwerij wordt de mout eerst gekneusd waardoor het kaf en het meel gescheiden raken. Uit dit proces, het schroten, ontstaat schroot. De schroot wordt met warm water vermengd en in etappes verwarmd. Dit heet maischen. Door de stijgende temperatuur beginnen de bij het mouten ontstane enzymen te werken. Ze zetten het zetmeel uit de graankorrels om in suikers, die oplossen in het water. Het resulterende vloeibare product heet wort. Na het klaren wordt de wort gekookt. Nadat de wort is afgekoeld, worden gist en lucht toegevoegd. De toevoeging van lucht is noodzakelijk voor een snelle vermeerdering van de gistcellen die voor hun reproductie zuurstof nodig hebben. Een eerste gisting ontstaat. Het is pas tijdens de tweede gisting, de nagisting, dat het bier een krachtige smaak krijgt en het koolzuurgas in het bier ontstaat.

Soorten fermentatie Afhankelijk van de temperatuur waarbij het gistingsproces plaatsvindt spreekt men van lage of hoge gisting. Lage gisting vindt plaats bij een temperatuur van 6 tot 8 graden. Het proces verloopt rustig zodat de gist de kans krijgt naar de bodem van de ketel te zakken. De volledige vergisting neemt enkele weken in beslag. Dit is de gebruikelijke methode voor het brouwen van onder andere pilsbier. Bovengisting of hoge gisting vindt plaats bij een temperatuur van 15 tot 20 graden. Dit proces verloopt veel wilder; de vergisting duurt hoogstens enkele dagen en de gist blijft op het brouwsel drijven. Dit proces wordt veel in België en Engeland gebruikt. Uniek is het proces van spontane fermentatie. Deze spontane fermentatie gebeurt naar ons weten enkel nog bij Brouwerij Cantillon in de regio rond Brussel. Bieren die spontaan gisten worden lambiekbieren genoemd. Spontane fermentatie ontstaat door de wort een etmaal in open kuipen aan de buitenlucht bloot te stellen. De in de lucht aanwezige gisten ("wilde gisten") en in eiken tonnen huizende micro-organismen zorgen voor een spontane vergisting. Brouwerij Cantillon is trouwens erkend als biologische brouwerij van Geuzebier en kriekbier.

Tien biobierbrouwers, tien verhalen Biobier was voor de meeste van onze gesprekspartners een boeiend avontuur. Een portret.

Brunehaut De Brouwerij van Brunehaut werd in 1890 gesticht in het gelijknamige dorp nabij Doornik (Henegouwen (B)). Het biedt drie biobieren aan van hoge fermentatie en met nagisting op fles: een witbier op basis van mout en biologisch gist (5% Vol.), een blond bier puur mout (6,5 % Vol.), een amberkleurig bier op basis van drie verschillende soorten mout (6,5% Vol.). Brunehaut exporteert wereldwijd tot in Japan en de Verenigde Staten. De brouwerij is de eerste die zijn exportbier ook in recycleerbare vaten aanbiedt.

Budels De Budelse brouwerij dateert van 1870 en is nog steeds in familiehanden en gelegen in het dorpje Budel (in het uiterste zuiden van Nederland op een boogscheut van de Belgische grens). De brouwerij heeft een uitgebreid aanbod artisanale bieren. Budels presenteerde in 1998 zijn eerste biobier en ondertussen worden er al drie biobieren met lage fermentatie aangeboden: een biologische pils op basis van biologisch geteelde mout en biologisch geteelde hop. De bieren worden bovendien met groene stroom gebrouwen. Daarnaast is er Budels Witte Parel, een biologisch witbier op basis van tarwemout , gerstemout , hop , koriander en citrusschillen. Een derde variant is Budels Honey, een speciaalbier op basis van biologische gerst, hop en honing. Alle bieren voor 100 % gebrouwen met groene stroom uit duurzame energiebronnen.

Castelain Brasserie Castelain uit Bénifontaine (Pas-de-Calais (F)) lanceerde als eerste Franse brouwer in 1986 de Bio Jade. Het gaat hier om een blond bier van lage gisting (alcohol,%) waar geen suikers, kleurstoffen of bewaarmiddelen aan toegevoegd zijn. Het bier kenmerkt zich door zijn frisheid maar heeft tegelijkertijd een zekere body. Als ingrediënten noteerden we Perle en Spalter Select en de gerstmoutvariëteiten Trémois en Volga. Het traditionele brouwproces met infusie brengt de moutaroma’s zacht tot leven en het meervoudige hoppen zorgt voor een lichtere bittere toets en een parfum van hop. De lange bewaring van de Bio Jade zorgt voor meer mildheid en finesse.

Gageleer De bron van het biobier Gageleer ligt in het natuurgebied De Liereman in Oud-Turnhout (B), nabij de Nederlandse grens. De inspiratie voor het aanmaken van de Gageleer komt uit het natuurgebied zelf. Daar groeit gagel. Dit vroeg bloeiende (eind maart – half april) en roodkleurige gewas kenmerkt zich door zijn opvallende geur die een aromatische olie bevat en ook een insectenwerende werking heeft. Tot de late Middeleeuwen werden bieren in de Lage Landen op smaak gebracht met Gagel of ‘Gruit’ zoals de middeleeuwse naam luidde. Een verbod van de Kerk en het overgewaaide Duitse Reinheitsgebod (wet die enkel nog gemout graan, water, hop en gist als bieringrediënt toelaat) zou de oorzaak zijn waarom de toevoeging van dit gewas in onbruik raakte. Het was een thuisbrouwer die eind de jaren ’80 met het idee speelde om opnieuw een gruit- of gagelbier te lanceren. Daarvoor nam hij contact met de vrijwilligers van Natuurpunt die het gebied beheerden met de vraag om wat gagel te oogsten in De Liereman. De proef werd een succes en men besliste om een biobier met gagel onder de naam Gageleer te lanceren. Het bier werd al snel een topper in de taverne van het natuurgebied en zette zo zijn weg verder richting natuurvoedingswinkels. De Gageleer is een goudblond volmoutbier van hoge gisting met

41


Dossier

> Biobieren

nagisting op fles (alcohol 7,5%). De smaak van de gagel in het bier is typerend, voor de rest is dit een bier met een fruitige toets. De opbrengst van de verkoop van het bier wordt geïnvesteerd in het beheer van het natuurgebied De Liereman.

legendarische machinist, Valère genaamd, bleef leven in de herinneringen van de bevolking in de streek rond Aalst en gaf zijn naam ondermeer aan deze bieren.

Guldenboot

Den Hopperd is de kleinste biobierbrouwer die wij ontmoetten. Het gaat hier om een uit de hand gelopen hobby, stelt de eigenaar zelf. Maar deze hobbyist kent wat van bierbrouwen. Zijn bieren worden lokaal hard geapprecieerd. Deze bieren van hoge gisting met hergisting op fles worden op de markt gebracht onder de naam Kameleon. De naam verwijst naar de ontwikkeling van de gisten die tijdens de nagisting op de fles voor een continue smaakevolutie zorgen. Er zijn drie varianten: Kameleon Ginseng (Alcohol 6,5%) een fruitig bier met bittere tonen en ginseng als ingrediënt, Kameleon Amber (alcohol 6%) is licht zoetig en bitterig en Kameleon Tripel is de sterkste variant (alcohol 8,5%) en qua smaak zoetig en scherp.

Brouwerij Guldenboot is het bedrijf achter Leireken biobier. Leo De Smedt, ooit mede-eigenaar van de brouwerij van Affligem, startte deze brouwerij op in 2003 en lanceerde Leireken. Het gaat om een familie van 4 bieren: Boekweit Blond, Boekweit Bruin, Witte Spelt en sinds de zomer van 2008 Leireken Wilde Vruchten. Boekweit Blond en Bruin delen een alcoholgehalte van 6% en werden niet gefilterd. De blonde variant heeft de kenmerkende smaak van boekweit en eindigt in een zachte bitterheid met kruidige ondertoon. Boekweit Bruin koppelt een volle smaak aan een elegante frisheid. De Leireken Witte Spelt is een licht fruitig bier met een mooie witte schuimkraag. Qua smaak treft men een delicate hoptinteling aan een een toets van citrusvruchten. Opmerkelijke nieuwigheid is de Leireken Wilde Vruchten. Dit bier combineert op bijzonder wijze aardbei, framboos, rode vlierbes, bosbes, granaatappel en kriek. Bij Guldenboot benadrukt men dit bier omdat het moeilijk te brouwen valt zonder toevoeging van kunstmatige en door de biocontrole niet toegelaten stoffen (kunstmatige zoetstoffen e.d.). De naam ‘Leireken’ verwijst naar een machinist van de spoorlijn die onderdeel moest uitmaken van een ambitieuze goederenspoorlijn tussen Antwerpen en het Noord-Franse Douai. Een

Portret van een biologisch hopteler: Joris Cambie Hop is naast gerst een van de belangrijke ingrediënten in bier. Joris Cambie is de enige biologische hopteler in België (gevestigd in de streek rond Poperinge (Westhoek). Langzaam maar zeker raakte hij overtuigd van de mogelijkheden van biologische teelt, tenminste voor andere teelten zoals tarwe, spruiten...). Hop, dat algemeen erkend wordt als heel gevoelig gewas leek hem niet haalbaar. Hij experimenteerde toch met een omschakeling naar bio voor een deel van zijn plantage. Net op het moment dat hij de omschakeling naar biologische hopteelt wou opgeven omdat hij onvoldoende afzetmogelijkheden zag en de wetgeving hem door zijn parallelle teelt verplichtte tot volledige omschakeling kwam hij in contact met een Engelse klant. Deze was geïnteresseerd in zijn biohop voor de productie van biobier in Engeland. Joris Cambie waagde de stap. Ondertussen is de markt van biobier geëvolueerd en gezien de beperkte beschikbaarheid van de meeste hopvariëteiten heeft Cambie niet te klagen over interesse uit de markt. “Voor sommige variëteit van hop ben ik zelfs de enige producent in Europa.

Den Hopperd (Kameleon)

Het Hinkelspel (Lousberg) Lousberg is de naam van het amberkleurig degustatiebier van hoge gisting afkomstig van de biologische rauwmelkse kaasmakerij Het Hinkelspel uit Gent (B). Dit bier werd door de kaasmakerij speciaal ontwikkeld als begeleider voor de familie Hinkelspelkazen. Alexander Claeys van het Hinkelspel vond het al lang jammer dat er altijd maar rode wijn gedronken wordt bij kaas, met name bij een kaasschotel. Zoals alle kenners vindt hij dat witte wijn veel beter past. Hij was echter ook overtuigd van de mogelijkheden van bier als kaasbegeleider. Gevestigd in bierland België zocht hij zijn heil in bier. “Na wat experimenten in samenwerking met de mensen van de Biohop is slechts beperkt beschikbaar, ik ken Engelse brouwers die hun biohop uit Nieuw-Zeeland halen!”, vertelt hij . Wegens zijn succes werkt de hopboer uit Poperinge nu aan de uitbreiding van zijn plantages. Hoe komt het dat hij in zijn streek geen navolging krijgt? “Hop is ook conventioneel een moeilijke teelt, want de gangbare telers kampen ook met ziekten of plagen waar maar weinig chemische middelen voor bestaan. Mijn uitgangspunt is anders: voor mij start alles bij een goede grond met veel bodemleven. Ik investeer veel middelen en tijd in het aanmaken van goede compost om de structuur en het bodemleven te verbeteren.” De eerste jaren waren moeilijk maar de jongste jaren loopt de teelt redelijk goed. “Mijn rendement is constanter geworden en stijgt jaarlijks. Het moeilijke is dat je als biolandbouwer voor alles zelf een oplossing moet zoeken. Soms krijg je eens wat info van de universiteit maar het meeste leer je uitervaring en door experimenten.” Maar dat hop ook goed biologisch te telen valt is duidelijk: ‘Ik kan nu als biologische teler hopvariëteiten kweken die zelfs conventionele hoptelers niet durven kweken wegens te fragiel. Ik schat dat naargelang de variëteit mijn huidig rendement op iets tussen twee derden en drie vierden ligt van de conventionele telers. En met nog wat verder zoeken naar oplossingen denk ik dat ik binnen enkele jaren richting 90% kan doorgroeien. Mocht men tien procent van alle middelen die men nu in de ontwikkeling van chemische bestrijdingsstoffen en kunstmeststoffen investeert aanwenden voor onderzoek naar biologische oplossingen, dan ben ik ervan overtuigd dat de bioteelt nog veel sneller vooruitgang zou maken.”


Organic Retail - maart 2009

proefbrouwerij kwamen we tot een luxebier met een alcoholpercentage van 8%. Het koolzuurgas in bier is ideaal omwille van zijn neutraliserende werking en als tegengewicht voor het mondgevoel dat na het eten van kaas achterblijft. De milde citrustoon (afkomstig van de Virginia hop) en het floraal aroma maken dat het ideaal is in combinatie met ondermeer onze kazen.”

Moulins d’Ascq Tien jaar gelden ontstond in Villeneuve d’A scq de biobrouwerij ‘Moulins d’A scq (Département du Nord, (F)). De brouwerij vond een lokatie in de oude ‘La Ferme du Sens’, een oude boerderij uit 1861 die ook een biologische bakkerij en een biowinkel herbergt.

Jessenhofke is een stevig degustatiebier waar kruiden en knoflook aan toegevoegd werden. Dat laatste is echter niet merkbaar. Kenners beschrijven het bier als evenwichtig, moutig met kruidige en hoppige toetsen en een lekkere afdronk. Het Jessenhofke bier is momenteel ook bezig aan een internationale expansie en is al in tal van Europese landen verkrijgbaar.

Silenrieux

Deze artisanale brouwerij groeide de voorbije jaren (jaarlijkse productie van 2000 hectoliter) en momenteel worden er vijf niet gefilterde en niet-gepasteuriseerde Moulins d’Ascq bieren aangeboden. Het gaat hier om bieren van hoge fermentatie met hergisting op fles. Er is een blonde versie (alcohol 6,2%), een amberkleurige versie (6,6% alcohol) met fruitige en caramelachitge toetsen, een witte variant (alcohol 5%) en een krachtige tripelversie (alcohol 8%). Voor de kerst wordt daar nog een koperkleurig kerstbier aan toegevoegd (alcohol 7%).

Jessenhofke ‘Beer, Bed and Breakfast’, zo promoot Jessenhofke hun Bed & Breakfast in de Jessenhofstraat in Hasselt (B). Gert en Christel Jordens bieden hun gasten een aangenaam verblijf en een brouwervaring in hun stijlvolle B,B&B. Daar nodigen ze de mensen uit om samen met hen een brouwdag door te brengen en het productieproces van A tot Z mee te volgen in de huisbrouwerij. Gert Jordens (van opleiding informaticus) is al geruime tijd een bierfanaticus en startte begin deze eeuw met zijn eerste proefbrouwsels. Het repub centrale biere 190x655 2.pdf 30/01/09 12:21:54 ceptencart voor het ‘Jessenhofke’ kwam uit de talrijke experimenten tot stand.

In het zuiden van de provincie Namen ligt Silenrieux (B). In de regio werd in de vroege jaren ’90 beslist om de teelt van boekwijt en spelt te herlanceren. Om een extra verwerkingsmogelijkheid te bedenken voor deze gewassen startte men de brouwerij op. Met behulp van de brouwspecialisten van de universiteit van Louvain-la-Neuve werden twee bieren gecreëerd: de ‘Joseph’, een speltbier en de ‘Sara’, een boekweitbier. Beide bieren bevatten respectievelijk 50% spelt en 50% boekwijt. Opvallend is dat deze granen niet gemout worden. De toegevoegde gerst werd wel gemout. In 1999 besliste de brouwerij om de productie van deze bieren om te schakelen naar bio. Het gaat hier om bieren van hoge gisting die ondertussen ook met succes geëxporteerd worden naar de VS, Japan, Canada, Noorwegen, Italië. De Sara (6% alcohol) is een blond fris boekweitbier met de hoge voedingswaarde van boekweit (verteringsbevorderend en bloeddrukverlagend). De Joseph (5% alcohol) is een subtiel blond speltbier met een dubbele hoge gisting en een fruitige smaak.

43


Bio in de USA

> deel 3

Een biologische Amerikaanse droom Jacob’s Farm, een kruidenboerderij in Californië

Verstopt in het glooiende groene landschap van Pescadero, ten zuiden van San Francisco verbouwt Jacob’s Farm heerlijk geurende, biologische verse kruiden. Larry Jacobs en Sandra Belin startten in de jaren ‘70 een klein kruidenbedrijfje in het zo milde en vergevingsgezinde klimaat van Californië. Alles moest biologisch zijn, want het koppel was heel erg tegen pesticiden. Enkele decennia later is Jacob’s Farm een van de toonaangevende spelers op de Amerikaanse verse biologische kruidenmarkt en runt het ook een groot biolandbouwbedrijf in Mexico.

Sandra en Larry waren een hardwerkend stel dat hun kennis van de bioteelt graag in een economische activiteit wou vertalen. Op die manier konden ze niet alleen op vlak van natuurbehoud hun steentje bijdragen, maar boden ze tevens een sociaal kader voor Mexicaanse vluchtelingen. Zij werden ingezet op de boerderij als plukkers en inpakkers. Daar konden ze in een aangename omgeving werken en dat staat ook vandaag nog in schril contrast met de andere, meestal ongezonde of onveilige jobs die Mexicaanse vluchtelingen in de VS aangeboden krijgen.

In 1985 werd de band met de Mexicaanse onderburen nog concreter toen het succesvolle Jacob's Creek de grens over trok om in en rond het plaatsje Del Cabo (op het schiereiland Baja) enkele zusterboerderijen op poten te zetten. De impact van deze investering was enorm. De economie in de omgeving rond de boerderijen leefde er volledig door op. De families die er aan de slag gingen kregen immers de kans om een familiebedrijf uit te bouwen dat hen financiële zekerheid bood en dat kon overgedragen worden van generatie op generatie. Vandaag zijn er 400 Mexicaanse families betrokken bij Del Cabo.


Organic Retail - maart 2009

© Paolo Vescia

Deze laatste benadert de term biologisch wat soepeler, vooral onder druk van de vlees- en zuivelindustrie. De logische stap voor Jacob's Farm was dan ook de keuze voor een extra label van Oregon Tilth. Kurt Jacobsen: “Voor we lid konden worden, dienden we een biologisch managementplan in te dienen. We moesten een bewijs leveren van de kennis rond biologische teelt en de slaagkansen van het bedrijf op papier zetten. Eenmaal per jaar komt de organisatie de facturen nakijken, worden er checks gedaan op het veld en in het magazijn en wordt een vergelijking gemaakt van de producten die verkocht worden en onze oogst. Op deze manier wordt de mogelijkheid uitgesloten dat er conventionele producten verkocht worden als biologisch.” Jacob's Farm verbouwt geen conventionele producten en heeft dus geen enkel probleem met deze aanpak. Toch heeft men een pragmatische benadering als er een tekort dreigt. “Dan kopen we eventueel conventionele kruiden aan. We brengen de afnemers hiervan uiteraard op de hoogte en alle biolabels worden dan van de verpakking verwijderd. Deze producten worden ook in aparte dozen vervoerd zodat er nooit verwarring kan zijn.”

Invoer Lokale teelt Bij Jacob's Farm ligt de nadruk op de productie van diverse soorten verse kruiden. De sterk groeiende interesse van de Amerikanen voor culinaire geneugten en home cooking maakt van deze activiteit een bloeiende business. De kwaliteit van de producten wordt nauwgezet in de gaten gehouden. Bij Del Cabo in Mexico legt men zich qua kruiden vooral toe op basilicum, maar er is ook ruimte voor kerstomaten en andere biologische groenten en fruit. Het gros van de oogst gaat naar conventionele en biologische supermarkten in en rond Californië. In de buurt van San Francisco heeft de hippieperiode een sterke ‘vibe’ voor natuurbehoud en gezonde voeding achtergelaten, die vandaag extra aangewakkerd wordt door de biologische trend en dat zorgt voor een constante vraag bij de consument. Sinds enkele jaren heerst er hier net als in Europa een verlangen voor lokaal geoogste producten. De voordelen voor het milieu zijn voor de hand liggend. In werkelijkheid werkt de lokale filosofie niet in een land als Amerika. Jacob's Farm levert bijvoorbeeld ook aan de Oostkust van Amerika, vooral dan tijdens de winter. Producten die bij de keten van ‘bio’ supermarkten Whole Foods om de hoek worden geoogst, worden immers eerst naar het pakhuis, dat honderden kilometers verderop ligt, vervoerd en daarna verdeeld over alle Whole Foods. Dus ook naar de Whole Foods om de hoek. Opvallend is de impact hiervan op de organisatie van Jacob’s Farm. “Tijdens de zomer nemen de biowinkels aan de oostkust liever kruiden af van de lokale boer. In de winter kunnen deze kleinere boerderijen niet leveren wat sommige biologische supermarkten nodig hebben, dus worden wij terug aangesproken. Ideaal is dat niet voor ons bedrijf. Wij zouden liever een constante afname van onze producten zien,” vertelt Kurt Jacobsen, directeur van het bedrijf in Pescadero.

Certificatie Jacob's Farm en Del Cabo zijn beide gecertificeerde biologische bedrijven. Naast de verplichte certificering rond voedselveiligheid en de certificering van de staat, koos men ook voor Oregon Tilth. Oregon Tilth is een non-profit organisatie die zich inzet voor een strikte, veilige certificatie van biologische bedrijven en tevens opleidingen verzorgt en research doet. Jacob's Farm koos voor Tilth omdat het strenger optreedt dan de overheidsinstantie USDA.

Jacob's Farm is al vanaf het begin een bloeiend bedrijf. De laatste 13 jaar zagen Larry en Sandra een groei van 10 tot 25% per jaar. De hype rond het culinaire ligt zeker aan de basis hiervan. Vooral in en rond Californië is er een sterke groei van bewuste consumenten, die om verschillende redenen kiezen voor biologische producten. Er blijkt meer vraag dan aanbod. Het Mexicaanse zusterbedrijf Del Cabo biedt hierin een oplossing, maar de invoer van Mexico naar de USA blijft een heikel punt. “Mensen geloven nog steeds dat Mexicaanse producten slechter van kwaliteit zijn dan Amerikaanse. Verhalen van onhygiënische praktijken doen de ronde en sommige Amerikaanse consumenten kopen liever geen Mexicaans product. De Del Caboonderneming wordt echter zeer nauwgezet begeleid door Larry en Sandra zelf en de biologische teelt wordt in Mexico door de overheid ondersteund. Vooral de invoer vanuit Mexico naar de VS wordt bemoeilijkt via allerlei omslachtige en bureaucratische procedures van de Amerikaanse overheid. Het doorlopen van het invoerprotocol duurt soms te lang waardoor de kruiden hun versheid verliezen. De producten verwelken en we moeten ze soms weggooien.”, vertelt Kurt. De sterke opgang van ‘organic’ in de VS heeft ook impact op de ‘gangbare’ concurrentie. Jacob's Farm krijgt de jongste jaren meer en meer concurrentie van grote traditionele Amerikaanse landbouwbedrijven te verwerken. Die zien het marktpotentieel en beslissen om een biologische afdeling op te richten. “Ze doen dat dan met name voor de makkelijk te telen kruiden of groenten. Bij hen is het een louter zakelijke keuze, geen filosofische,” legt Kurt uit.

Koopkrachtige klanten Gevraagd naar het type klant van Jacob’s Farm en Del Cabo producten schetst Kurt een profiel: “Naast de traditionele bio-adepten gaat het ook veel om koopkrachtige klanten van conventionele supermarkten. Zij willen kwaliteit kopen en geloven in biologische producten. Zij zien koks in Amerikaanse sterrenrestaurants resoluut voor bio kiezen en besluiten hen te volgen in die keuze. De prijs van biologische kruiden verschilt ook niet zoveel van de conventionele, kwalitatieve verse kruiden, dus dat vormt op zich geen obstakel. De sterkste groei van onze omzet komt van dit type klanten.” Bij de gemiddelde biologische supermarkt verkoopt Jacob's Farm dan weer aan de bewuste bioconsument. Dit type klant staat – zeker in vergelijking met de traditionele keukenanalfabete Amerikanen – aanzienlijk meer achter de kookpot, ook omdat hij meer vertrouwen heeft in zijn eigen keuken.

45


Bio in de USA

> deel 3

…invoer van Mexico naar de USA blijft een heikel punt. “Mensen geloven nog steeds dat Mexicaanse producten slechter van kwaliteit zijn dan de Amerikaanse.” Californië is zodanig hoog dat er geen geld meer over zou blijven voor zonne-panelen. Zo zouden de serres verwarmd moeten worden met niet-ecologische en zeer dure grondstoffen. Verder dient er nog meer aandacht te worden gestopt in het Mexicaanse avontuur. Er zijn nu 12 zones in Mexico die gecoördineerd dienen te worden. Bovendien verbouwen ze er meer producten dan in Pescadero, wat de nood aan kennis van de biologische teelt van deze producten weer aanwakkert. De recessie jaagt Jacob’s Farm echter geen angst aan. Uit ondervinding weten ze dat er tijdens dit soort periodes op alles bespaard wordt, behalve op eten. We blijven er bij Jacob's Farm ook over waken dat onze prijzen niet of slechts lichtjes boven die van de conventionele producten uitstijgen.

Uitdagingen Jacob's Farm blijft innoveren en heeft nog enkele uitdagingen aan te gaan. Zo is er het probleem van de alsmaar duurder wordende vervoerskosten. In 2008 betaalde het bedrijf 50.000 dollar meer aan vervoersonkosten dan in 2007. Er wordt nu onderzoek gedaan naar biodiesel op basis van mosterdzaad, dat om te beginnen goedkoper is, maar waarvan het afvalproduct ook kan gebruikt worden als natuurlijke herbicide en insecticide. De Farm wil voor de stijgende winterverkoop ook investeren in serres voor de afdeling in Pescadero, maar de kostprijs van grond in

Karton, maïs of plastic? Een laatste uitdaging blijken de verpakking van de kruiden. Tot nu toe werd er gebruik gemaakt van plastic doosjes, maar deze zijn zeer inefficiënt om te vervoeren en kosten dus veel aan transport. Bovendien stijgt de prijs van plastic door de prijsstijging van aardolie. Hoewel er van consumentenzijde niet veel klachten over de plastic verpakking komen, wil het bedrijf toch overschakelen op een biologisch afbreekbaar alternatief. Daarbij werd al gedacht aan karton, maar aangezien de consument de producten bij aannkoop wil zien, werd dit afgevoerd. Er wordt momenteel ook onderzocht of een bio-afbreekbaar zakje geen oplossing is. De verpakkingen op basis van maïs zijn geen alternatief. Kurt vertelt waarom: “We kunnen in dit geval de afbreekbaarheid niet garanderen omdat men deze verpakkingen bij het groentenafval gooit en daar het afbraakproces in de war stuurt. De Farm hoopt wel de consument te kunnen overtuigen van de kartonnen verpakkingen door sterk te blijven werken op betrouwbaarheid en vertrouwen.

Wordt Organic Retail in je zaak verslonden van zodra het uit de bus komt?

ZIN IN EEN EXTRA EXEMPLAAR? A

ls professional in de biosector heb je bij iedere verschijning recht op een gratis exemplaar van ons magazine. We beloven onze adverteerders immers een quasi complete doelgroep van biowinkels, biorestaurants en andere beslissingsnemers in de sector. Maar misschien is het voor jullie handiger om bij iedere verschijning verschillende exemplaren te krijgen zodat jouw medewerkers ook telkens het recentste nieuws, beursverslagen, diepspittende dossiers en nog veel meer uit onze sector kunnen lezen.

DAT KAN NU! Voor slechts 16 euro per jaar krijgen

jullie voortaan twee exemplaren in de bus. Of willen jullie telkens drie of meer exemplaren krijgen? Ook dat kan!

GEÏNTERESSEERD?

Stuur gerust een mailtje naar niko@organicretail.net Na betaling ontvangen jullie dan een factuur.*

organic

retail

Onafhankelijk vakblad voor

de distributie van biologische,

november) – Juni/Juli/Augustus

april, juni, september, 5 maal per jaar (februari, demande Française sur simple V.U. Niko D’hont – Verschijnt Antwerpen X – Version P802085 – Afgiftekantoor:

ecologische, vegetarische

nr en dieetproducten in de

1

organ ic

re tail

Benelux en Frankrijk

2008 – 1ste jaargang

V.U. Niko D’hont – Onafhankel P802085 Verschijnt – Afgifte ijk vakbl kantoor: 5 maal per jaar ad voor Antwerpen (februa de distri X – Version ri, april, juni, butie van septem Française biologische sur simple ber, november) , ecologisch – Septem demande ber/Ok tober/N e, veget arische ovember en dieetp 2008 – 1ste jaarga roducten ng in de

REPORTA

BIO INGET HE

SOJA: GO UDEN I VERWACHT NATUURLIJKE BOON MET VELE GEDA AN ING: STERKE GROE CONSEQUE TANDPASTA TE GLUTENVRIJE VOED ER VALÉRIE CUPILLARD RUG NA AR TEN NTEECOLOG AZIN MAG IJFST BIOLOPROFES DE ISC SIONAL KOOKBOEKSCHR GISCH VOOR DE NATUURLIJKER NU E INGRE H DENKEN ALS WI ESSENTIE KAN IM DIËNTEN NKELI SHAMPOO: SCHU ZIJ ANEN N IJTGR KR ACHTIGE ER MAGAZIN VOEDZAME ONTB VOOR DE R PROFESS E

NIEUW

2de exemplaar:

> €16 per jaar (vijf edities) (ex. BTW)

3 exemplaren bij elke verschijning:

> €31 per jaar (vijf edities) (ex. BTW)

4 exemplaren bij elke verschijning:

> €45 per jaar (vijf edities) (ex. BTW)

5 exemplaren bij elke verschijning:

> €59 per jaar (vijf edities) (ex. BTW)

*De kosten voor vakliteratuur zijn fiscaal inbrengbaar.

NIEUW IONAL

nr Benelux en Frank

2 rijk


Nieuw: Provamel Bio Soya Yofu Limoen & Melisse

U N IE

Provamel Bio Soya Yofu – hét alternatief voor zuivelyoghurt – is een verrukkelijk smeuïge en fruitige delicatesse. De nieuwe yofu variëteit zal u zeker kunnen bekoren met zijn frisse en subtiele smaak van limoen en melisse. Binnenkort verkrijgbaar in uw natuurvoedingswinkel. Meer info op www.provamel.com

PROVAMEL. LOVE YOUR FUTURE

W


Feest voor je huid Wellness voor je IK

WAT JE NIET ETEN KAN, DOE JE NIET OP JE HUID AMANPRANA 100% BIO DAG-, LICHAAMS- EN MASSAGEOLIE INFO TEL 00 32 (0)3 653 25 41 • WWW.NOBLE-HOUSE.TK

Marathon Creative +32 3 653 33 77

NIEUW


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.