organic
retail nr
Onafhankelijk vakblad voor de distributie van biologische, ecologische, vegetarische en dieetproducten in de Benelu x en
V.U. Niko D’hont – Verschijnt 5 maal per jaar (februari, april, juni, september, november) – September/Oktober/November 2008 – 1ste jaargang P802085 – Afgiftekantoor: Antwerpen X – Version Française sur simple demande
Frankrijk
REPORTAGE
BIO IN THE
Soja: Gouden boon met vele gedaanten Natuurlijke tandpasta terug naar de essentie Consequent ecologisch denken als winkelier Biologische ingrediënten zijn krachtiger
2
NIEUW MAGAZINE VOOR DE PROFESSIONAL
de vakbeurs voor gezond leven
VITASANA 5-6 OKT 2008 UITNODIGING
ZONDAG 5 oktober - van 10u tot 18u MAANDAG 6 oktober - van 10u tot 17u
Hal 8, Flanders Expo, Gent - België
Klein- en groothandelaars, therapeuten en diëtisten vinden op VITASANA alles wat hun klanten nodig hebben om gezond te leven.
Sectoren op VITASANA:
Biologische en volwaardige natuurvoeding • Dieetvoeding • Kruiden, vitamine- en mineraalsupplementen • Natuurlijke cosmetica en ecologisch verantwoorde was- en onderhoudsproducten • Producten voor een gezonde omgeving en leefwijze Geef deze uitnodiging volledig ingevuld af aan de kassa van VITASANA (geeft recht op gratis toegang voor 2 personen)
Voornaam:
Naam: Firma: Straat & nr: Postcode:
Gemeente:
Land:
E-mail: Sector*: Hoe vaak heeft u Vitasana reeds bezocht? *kleinhandel, groothandel, gezondheidstherapeut, andere …
Voor meer info: e-mail: vitasana@flandersexpo.be / Tel +32 9 241 92 11
www.vitasanaexpo.be
Organic Retail editie 2
Organic Retail - september 2008
• Organic News • DOSSIER: SOJA (deel 1)
Terwijl sojaproducten nog vrij beperkt aanwezig zijn in supermarkten spelen ze al verschillende decennia een belangrijke rol in de schappen van biowinkels. In een tweedelige reeks vertellen we u uitgebreid over de sojaplant en –teelt en de rol die bio hierin speelt.
p
11
4 11
• PUBLIREPORTAGE: PROVAMEL
17
• Beursvoorbeschouwing: VITASANA
19 21
Het verhaal van Provamel en zustermerk Alpro is er altijd één geweest van betrokkenheid bij de problemen in onze wereld. Al die tijd was het echter ook een zoektocht naar een voedzaam en lekker biologisch product.
• SHOPPING NEDERLAND: Grootse plannen bij Ecocentrum Emma in Enschede Susanne Groten, landschapsecologe en universitair docente duurzame productiesystemen, was rond de eeuwwisseling het ontwikkelingswerk dat ze in Azië en Afrika deed een beetje moe. Ze besloot zich definitief in Nederland te vestigen, met haar Nederlandse partner en deed wat ze het best kon: ecologisch met bloemen en planten bezig zijn.
• Publireportage Noble House: “Lekker, gezond en goed voor de natuur gaan hand in hand”
p
28
“De keuze van onze producten gebeurt steeds vanuit een filosofie waarbij 100% natuurlijke en niet-geraffineerde voeding centraal staat.”, aan het woord is Chantal Voets van Noble House, ondermeer bekend van de Amanprana producten. “Natuurlijk, biologisch, gezond en vooral ook heel lekker: daar draait het om!”
• Verkoop Ecover groeit met meer dan 20%
26
• “Less meat, less heat”
27
• Natuurlijke tandpasta: terug naar de essentie
28
• Shopping Frankrijk: Natur’Eol nabij Toulouse Geeft het goede voorbeeld
32
Ecover, Europees marktleider in ecologische was- en reinigingsmiddelen blikt tevreden terug op de resultaten van het afgelopen jaar. Binnenkort pakt men ook uit met een nieuw vernuftig hervulsysteem exclusief voor natuurvoedingswinkels.
Rachendra Pachauri, voorzitter van het VN-klimaatpanel (IPCC) en Nobelprijswinnaar voor de vrede, sprak op 30 augustus voor een volgepakt auditorium in Gent (België) voor het eerst in zijn carrière over de link tussen vleesconsumptie en de impact op het milieu. Producenten van natuurlijke tandpasta keren terug naar de essentie en terug naar ingrediënten die eeuwenlang hun bestaansrecht bewezen hebben. Een overzicht.
p
38
24
Enkele maanden geleden opende nabij Toulouse een nieuwe Biocoop-vestiging met 300 vierkante meter winkeloppervlakte en vijf medewerkers: Natur’Eol. Uitbater Jérôme Bernard koos voor een innovatief project waarbij consequent ecologisch denken centraal staat.
• CHEF’S CORNER: “Biologische ingrediënten zijn krachtiger”
35
• Shopping België: Annette Dubois van Biocap: “Nieuwe allergieën zorgen voor nieuwe klanten in biowinkel”
38
Sinds april 2008 kan elke organisatie en elk bedrijf in Nederland dat biologische maaltijden wil aanbieden terecht bij Biozorg, een pionier in Nederland op het vlak van biologische catering. Raymond Hertong, directeur en bezieler van Biozorg in Haaksbergen, Nederland waagde begin dit jaar de sprong in het onbekende. Met succes.
Annette Dubois en Martine Baré hebben goed ‘geboerd’ in de biosector. Alle twee zijn ze al meer dan 25 jaar actief als winkelier: eerst onafhankelijk van elkaar, later als zakenpartners. Deze twee sterke ‘biovrouwen’ baten de Biocap-winkels in Charleroi en Namen uit en oogsten daar veel bewondering mee. Wij spraken met Annette Dubois in de Biocap van Charleroi.
• Reportagereeks: Bio in de USA
p
43
Het is niet overdreven om te stellen dat gezond en biologisch eten in de Verenigde Staten de nieuwe hype is. Het land van de fastfood kent een groeiende tegenbeweging waarbij biologische, ‘organic’, producten algemeen gelden als het alternatief. Biosupermarkten (met oppervlakten van meer dan 1000 vierkante meter) schieten er als paddenstoelen uit de grond en worden er door de lokale bevolking telkens enthousiast onthaald. We bieden je in deze en volgende edities van Organic Retail verschillende impressie van de overkant van de Oceaan. In deze editie starten we met een algemene impressie van de biologische markt in het land van Barack Obama en John McCain.
COLOFON
Organic Retail is een onafhankelijk vakblad voor de distributie van biologische, vegetarische, ecologische en dieetproducten in de Benelux en Frankrijk. Organic Retail beoogt door middel van onafhankelijke communicatie een bijdrage te leveren binnen de biologische sector. De redactie werkt onafhankelijk van de publiciteitswerving. Verantwoordelijke uitgever Niko D’hont Jozef Guislainstraat 44 bus 1, B-9000 Gent Tel. +32 (0)9 329 66 96 – Fax +32 (0)9 270 32 01 niko@organicretail.net
Reclametarieven www.organicretail.net
Vormgeving ‘79 design, Kortrijk (matthias.halsberghe@telenet.be)
Redactie Sarah Braekman (sarah@organicretail.net) Niko D’hont (niko@organicretail.net) Martine Cosserat
Drukwerk Druk in de Weer – Gent
Vertaling AF Translation Fotografie Lyra Alves (www.lyra-photography.net) Isabelle Persyn (www.isabellepersyn.com) Niko D’hont Sarah Braekman
43
De uitgever kan niet verantwoordelijk gesteld worden voor de inhoud van de gepubliceerde advertenties. Het verlenen van toestemming tot publicatie in dit tijdschrift heeft tevens betrekking op de terbeschikkingstelling in om het even welke elektronische vorm. Niets uit deze uitgave mag op enigerlei wijze worden overgenomen zonder schriftelijke toestemming van de verantwoordelijke uitgever. Version française sur simple demande.
Dit magazine wordt gedrukt met plantaardige inkten op gerecycleerd papier.
Inhoud & colofon
Organic News FRANKRIJK
WERELD
Frankrijk telt bijna 12.000 biologische landbouwers
IFOAM verzamelde in Modena
Midden juni presenteerde het Franse Agence Bio cijfers van de biologische landbouw in Frankrijk voor 2007. Daaruit blijkt dat de Franse biolandbouw een kleine vooruitgang boekt: men telde 11978 Franse biologische landbouwers (+3%) en een biologisch areaal van 557133 hectaren of 2% van het totale nationale landbouwareaal in Frankrijk. Een nadere blik op het bio-areaal leert dat twee derde daarvan graslanden of graasvelden waren. Het resterende deel (110.404 hectare) was biologische teelt. Fruit en wijnvelden waren goed voor 32.158 hectare of 6% van het biologisch areaal. Een opvallende stijging werd opgetekend in het wijnareaal (22.000 hectare of +20% in vergelijking met 2006) en verse groenten (7433 hectare of +32% ). Evolutie van het Franse landbouwareaal sinds 1995
Het IFOAM (International Federation of Organic Agriculture Movements) World Congress dat in juni plaatsvond in Modena (Italië) richtte zijn pijlers dit jaar op ‘Cultivate the Future’. Een breed spectrum van variaties op dit thema werden bijgewoond door meer dan 1700 geïnteresseerden. Het congres van 2008 borduurde verder op de vier pijlers die in 2005 werden vooropgesteld: gezondheid, ecologie, eerlijkheid en zorg. Op deze editie werden deze principes verder uitgewerkt in het licht van de huidige voedselcrisis, het verlies van biodiversiteit en voedselonzekerheid. Met een areaal van 30 miljoen hectare wereldwijd staat de biologische landbouw op de kaart. De sector wil dit aandeel vergroten en op lange termijn de norm worden qua gezondheid, eerlijke handel, ecologie en zorg. Deelnemers aan het congres werden vergast op een enorm verscheiden programma, gaande van een retailreport met de marktcijfers en -groei van het voorbije jaar in Europa, over workshops rond biologische landbouw en het klimaatprobleem tot biologische aquacultuur. De stad Modena engageerde zich tijdens dit congres eveneens voor de biologische landbouw en transformeerde zichzelf tijdelijk tot ‘World Capital of Organics’. Niet enkel de congresdeelnemers werden dus ondergedompeld in een biologisch bad. Ook de inwoners van Modena moesten eraan geloven met workshops, muziekfestivals en proevertjes. De volgende editie van het IFOAM wereldcongres zal doorgaan in Zuid-Korea van 22 tem 24 juni 2011.
• omschakeling • = bio
De biologische teelt van verse groenten beslaat nu 7433 hectare of 2% van de totale oppervlakte voor groententeelt in Frankrijk. Bretagne is koploper met 1744 biologische hectaren, een stijging van 39% in één jaar tijd. Minder goed nieuws is er bij de granen die een daling van 42% kenden. Veel heeft echter te maken met het rotatiesysteem en de lage prijzen voor granen in 2006. Sowieso blijven biologische granen belangrijk met een aandeel van 13,6% in het nationaal bio-areaal. De biologische fruitoogste kende een groei van 5% en klokt af op 9649 hectaren. De regio Rhône-Alpes is met 2276 hectaren koploper, gevolgd door Provence-Alpes-Côte d’A zur met 1304 hectaren, Languedoc-Rousillon (1186 hectaren) en Aquitaine (1139 hectaren). De sterke stijging van biowijnbouw is opmerkelijk, gezien het bijzonder hoge vebruik van bestrijdingsmiddelen in deze landbouwsector. Biowijn is nu goed voor 2,6% van de toale Franse wijnoogst. Het biologisch wijnareaal steeg het sterktst in de regio’s Languedoc-Rousillon (6140 hectare en +16% in vergelijking met 2006), Alpes-Côte d’A zur (5294 hectare en + 24%) en Aquitaine (3065 hectare of + 9%). Een andere snelle groeier is de categorie aromatische planten die gebruikt worden voor parfums, aroma’s en medicinale toepassingen. Tal van producenten schakelden over op bio en dat resulteerde in een stijging met 28%. Vooral in de regio’s Drôme en Alpes de Haute Provence waren er veel bedrijven die omschakelden. De veruit belangrijkste plant blijft lavendel en lavandula. Bij de veeteelt was er in het algemeen sprake van stagnatie. Enkel de biologische varkensteelt kende een sterke stijging met 17% (terwijl de gewone varkensteelt in Frankrijk met 4% achteruitging).
Bio: vraag blijft groter dan aanbod De wereldwijde vraag naar biologische producten blijft vooral in West-Europa en Noord-Amerika boven het aanbod uitsteken. Er werd in deze regio’s in 2006 voor ruim 30 miljard euro aan biologische producten gekocht. De vraag naar deze producten blijft sinds 2002 jaarlijks met 12% stijgen, wat ervoor zorgt dat de vraag harder blijft stijgen dan het aanbod. Dat betekent eveneens dat de prijzen zullen gaan stijgen als het aanbod niet bijbeent. De invoer van lokale producten wordt in deze sector niet meteen op prijs gesteld door de consument wegens onduurzaam. Gelukkig blijft de biologische sector op zoek gaan naar producten die aan de vraag voldoen. Er is dus zeker nog ruimte op de wereldbiomarkt voor nieuwe initiatieven.
Groei voor fairtrade groenten en fruit In 2007 steeg de omzet van de verkoop van fairtrade en biologische groenten en fruit boven de 5 miljard in Europa. Dat betekent een stijging van 92% ten opzichte van 2006. De oorzaak ligt vooral bij supermarkten die massaal deze producten in hun rekken gaan leggen zijn. Ketens Sainsbury’s en Waitrose in Engeland zijn koplopers in deze markt. Een vierde van alle verkochte bananen in Engeland zijn dan ook fairtrade. In Zwisterland neemt de verkoop van fairtrade producten zelfs 10% van alle producten in.
Organic Retail - september 2008
5
Economische crisis geen reden om te besparen op bio De Amerikaanse consument zou ondanks de recessie niet besparen op de aankoop van biologische en natuurlijke producten. Dat meldt de Amerikaanse biologische supermarktketen Whole Foods Market op basis van een enquete bij 2209 Amerikanen. 70% zegt daarin dat ze hun aankoopgedrag op het vlak van biologische producten niet zullen veranderen. 79% stelt bovendien dat ze op het vlak van voedselkwaliteit geen enkele concessie willen doen. Uit het onderzoek bleek ook dat veel Amerikanen aangeven meer thuis te koken, meer gebruik willen maken van kortingsbonnen en dat men meer uitkijkt naar prijsverschillen tussen concurrenten. Een ruime meerderheid gaf trouwens aan dat de hogere voedselprijzen sowieso hun shopgedrag beïnvloeden. Op dit moment zijn er nog geen gelijkaardige onderzoeksresultaten bekend voor Europa.
Datamonitor geeft zicht op globale markt Datamonitor maakte een globale studie van de biologische markt en gaf enkele cijfers vrij. In 2007 groeide de wereldwijde markt met 10,9%, wat resulteert in een totale omzet van 43,5 miljard dollar. Er wordt gespeculeerd dat de totale omzet tegen 2012 met 53,6% zal stijgen en dus zo’n 66,8 miljard dollar zal beslaan. Groenten en fruit nemen 35,4% van de totale markt in en het gros van de totale omzet wordt in Europa verzet, nl. 51,4% van de totale markt. GESCHATTE TOTALE OMZET: 66,8 MILJARD DOLLAR TOTALE OMZET: 43,5 MILJARD DOLLAR
200,97%
2012 ,6% + 53
+ 10
Biologische landbouw in Afrika ter discussie De laatste maanden is er heel wat te doen geweest rond biologische landbouw in Afrika. Op de derde African Green Revolution in Oslo werd er over het thema van de voedselcrisis gesproken met ingenieurs die voor chemische mestproducenten werken. Verschillende stemmen gingen op tegen deze tendens tot terugkeer naar het verleden. Moses Kiggundu Muwanga, coördinator van the National Organic Agricultural Movement of Uganda, stelt dat de terugkeer naar chemische meststoffen zal zorgen voor een grotere uitstoot van broeikasgassen, wat klimaatproblemen in de hand zou werken, die dan op hun beurt een nieuwe voedselcrisis zou veroorzaken. Bovendien stijgen de prijzen van synthetische meststoffen zodanig hard dat de gemiddelde Afrikaanse boer ze niet zal kunnen aankopen. The International Assessment of Agricultural Science and Technology, die de levenskwaliteit van de arme Afrikaanse boeren moet verbeteren, pleit al jaren tegen chemische meststoffen, omdat land-
bouw zonder deze producten meer en betere voeding voortbrengt, zonder dat er een negatieve impact is op de leefomgeving van de boeren. De Universiteit van Michigan bracht in 2007 een rapport uit waaruit duidelijk blijkt dat biologische landbouw zonder deze schadelijke meststoffen genoeg voeding kan produceren, zonder de noodzaak tot vergroting van het landbouwareaal. In tropische gebieden als Afrika zijn de opbrengsten van biologische landbouw immers groter dan waar landbouwers gebruik maken van chemische meststoffen. Het Tigray Project in Ethiopië, waar boeren werden gemotiveerd om biologisch te verbouwen, toonde aan dat de opbrengst groter wordt, het grondwaterniveau stijgt, de vruchtbaarheid van de bodem verbetert en de inkomens van de boeren stijgen bij de keuze voor biologisch boeren. De wereld roept dus op om het probleem niet op te lossen met tijdelijke antwoorden, zoals chemische meststoffen, maar om te investeren in nieuwe systemen die op lange termijn ook nog voor oplossingen zullen zorgen.
Brit koopt 20% minder biologisch Britse consumenten kopen bijna 20 procent minder biologische voedingswaren dan vorig jaar. Gemiddeld wordt nu maandelijks voor zo’n 100 miljoen euro in dit segment omgezet, terwijl dat vorig jaar nog 125 miljoen per maand was. Dat blijkt uit cijfers die marktonderzoeker TNS vrijgaf op verzoek van dagblad The Guardian. Het onderzoek is gebaseerd op de aankopen van 25.000 huishoudens. De grootste daling doet zich voor bij biologische eieren (18 procent minder) maar ook zuivel, kip, fruit en groente kampen met lagere verkopen. Het nieuws is opmerkelijk, omdat tot voor kort het aanbod de vraag niet bijhield. Algemeen wordt aangenomen dat de Brit door de moeilijkere economische omstandigheden de duurdere biologische producten links laat liggen. De voedselcrisis heeft bovendien de aandacht gevestigd op de voordelen van land- en arbeidsintensieve landbouwproductie.”Het gebeurt over de hele linie. Biologische voeding is uiteindelijk iets dat je zou willen kopen, niet iets dat je perse moet kopen”, aldus Charles Bourns, voorzitter van de sectie pluimvee bij de National Farmers Union. De Soil Association, de organisatie voor de biologische voedingsindustrie, bevestigt dat veel leden lagere verkopen melden, al is het volgens de organisatie niet zo dramatisch als TNS berekent. In Nederland verklaart een woordvoerder dat marktleider Albert Heijn geen significante daling van de biologische afzet ziet. Ook handelsondernemingen Eosta en Udea zien vooralsnog geen dalende verkopen in Nederland en Duitsland.
>> Lees verder op pagina 7
5
New: Provamel Soya Drink Omega 3
N
Al het gezonde van soja en omega 3, gecombineerd in één heerlijke drink! Provamel Drink Omega 3 is een lekkere en gezonde sojadrink, verrijkt met biologische lijnzaadolie, een natuurlijke bron van omega 3 vetzuren. Zo levert één glas van 200 ml Drink Omega 3 reeds 30% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid omega 3. Daarnaast is de Drink Omega 3, net als alle andere Provamel sojadrinks, rijk aan hoogwaardige eiwitten en vrij van cholesterol en lactose. Meer info op www.provamel.com
PROVAMEL. LOVE YOUR FUTURE
! W E
Organic Retail - september 2008
7
Speciale dag voor fairtrade bananen in Duitsland Op 18 september zal er in Keulen een speciale dag voor fairtrade bananen worden georganiseerd. In totaal zullen er 1 miljoen fairtrade bananen worden verspreid in de Duitse stad. Op deze dag zal er een bananenbus door de stad toeren die op diverse plaatsen zal stoppen om uitleg te geven over het idee achter fairtrade producten. Er zullen ongeveer 1000 schoolkinderen deelnemen aan het evenement.
Ook zal er een bananenteler uit Ecuador aanwezig zijn. Hij zal vertellen over de gevolgen van fairtrade op de gemeenschap in Ecuador.
België Nieuwe Bio-Planet in Mechelen Op de Battelsesteenweg in Mechelen kan bioconsumerend Vlaanderen sinds 29 juli terecht bij de vijfde Bio-Planet-supermarkt in Vlaanderen. In een markt waar 70% van de huishoudens interesse vertoont in biologische producten blijkt er ruimte te zijn voor een vestiging, meldt de Colruyt-groep. Het idee van een biologische supermarkt blijkt vooral aan te slaan bij mensen die af en toe biologisch kopen en daarvoor terecht willen in een winkel waar ze zekerheid hebben omtrent de aanwezigheid van het specifieke product dat ze zoeken. Mechelen blijkt zeer geschikt te zijn voor Bio-Planet aangezien er zich een concentratie van jonge mensen bevindt die geïnteresseerd is in bio en er zelfs naar vraagt. Leuk om weten: de façade van het nieuwe filiaal is volledig opgetrokken uit gerecupereerde stenen van het oude magazijn dat er vroeger stond en de inkomhal is gepleisterd met 100% natuurlijke traskalkpleister. Bio-Planet wil de bouw van zijn winkels zo duurzaam mogelijk maken.
Bio groeit snelst bij Groep Colruyt Nederlandse duurzame sector blijft achter op die van Duitsland De Duitse markt voor biologische producten overstijgt die in Nederland op verschillende vlakken, meldt het Nederlandse voedingsmiddelenvakmedium Foodholland. In Duitsland gingen er in 2007 zes keer zoveel biologische producten over de toonbank als in Nederland, wat goed was voor een totale omzet van 15 miljard in Duitsland tegenover een omzet van 518 miljoen in Nederland. Ook op het vlag van technologie steekt Duitsland met kop en schouders boven de markt in Nederland uit. Gebruik van hernieuwbare energie steeg in Duitsland in 2007 tot 14%, terwijl datzelfde gebruik in Nederland op de grens van de 3% blijft steken. De reden voor dit grote verschil? Het zou aan een gunstig politiek klimaat en de bereidwilligheid van de consument liggen.
Omzet biologisch in Denemarken blijft sterk stijgen Denemarken heeft in 2007 voor ongeveer 483 miljoen euro biologische producten verkocht, dat is liefst 33% meer is dan in het jaar ervoor, meldt ZMP, het Duitse observatorium voor de levensmiddelenmarkt. De algemene omzet van levensmiddelen in Denemarken blijft eveneens stijgen en volgens het Deense Bureau voor Statistiek is de verkoop in 2007 met 13% gestegen. De Deense consumenten kochten 80% van de biologische producten in de supermarkten, terwijl slechts 5% in de speciaalzaken gekocht werd. Met een uitgave van 96 euro per hoofd van de bevolking per jaar is Denemarken het tweede Europese bio-land na Zwitserland.
De groei van het biologische aanbod bij Groep Colruyt overstijgt de gemiddelde groei op de Belgische markt. Philip Sterck van Bio-Planet gelooft dat de drempel om bio te kopen bij de groep kleiner is. Colruytconsumenten komen bioproducten tegen in de rekken van hun vertrouwde winkels en het concept achter Bio-Planet maakt de stap om een kijkje te komen nemen minder moeilijk. De verkoop van biologische groenten bij Colruyt steeg vorig jaar met maar liefst 20%. Colruytklanten die voor bio kiezen, doen dat vooral bij de afdelingen groenten en fruit, zuivel en wijn. Bij Bio-Planet wordt er dan weer vooral naar vers brood, vers vlees, zuivel en verse vegetarische producten gegrepen.
Voeding goedkoper dan 50 jaar geleden Voeding is de laatste jaren relatief gezien steeds goedkoper geworden. Uit onderzoek van het observatorium van het voedingsverbruik van de universiteit van Gembloux blijkt dat Belgen nooit eerder zo weinig uitgaven aan voeding. Het budget voor voeding van gezinnen is gedaald van 60% in het begin van vorige eeuw naar 12% in 2005. Omgerekend naar uurloon, is de werktijd voor 1 kg biefstuk, 1 kg aardappelen of een brood nu drie keer minder dan in 1955.
>> Lees verder op pagina 8
7
Organic News NEDERLAND Stichting Milieukeur start met barometer voor duurzaamheid van groenten en fruit Als je als groenten- en fruitverdeler duurzaam onderneemt en je wil dat aan je klanten duidelijk maken, dan was dat tot nu toe moeilijk concreet weer te geven in de winkel. Wat is duurzaam immers? SMK, de Nederlandse Stichting Milieukeur maakte dat begrip net iets concreter met de nieuwe Barometer Duurzame Groenten en Fruit. Omdat duurzaamheid niet zozeer een concept, maar eerder een proces is, koos SMK voor een gradatiesysteem met drie niveaus: brons, zilver en goud. Uiteraard is het basiscriterium de aankoop van duurzame groenten en fruit, maar er kan veel meer bij komen kijken als de groentenboer dat wil. Zo kan de biowinkeluitbater ervoor kiezen om in de winkel zelf ook duurzaam te koelen of te verpakken.
Klanten kunnen een groentenboer die gecertificeerd is herkennen aan het logo van de barometer in de winkel. Aangezien de barometer rekening houdt met de volledige winkel in tegenstelling tot de producten apart, vind je het logo dus niet op de groenten zelf, maar gewoon in de afdeling. Op deze manier kan de klant duidelijk zien dat deze afdeling sterk bezig is met duurzaamheid en dat over de hele lijn. De aanvraagkosten voor de Barometer bedragen 235 euro voor individuelen en 470 euro per groep. Jaarlijks betaal je nadien 200 euro per individuele vestiging. Als supermarktketen betaal je een jaarlijks bedrag van 500 euro plus 150 euro per aangesloten filiaal.
“Nederlandse scharreleiconsument wordt voorgelogen” Een onderzoek van dierenrechtenorganisatie Wakker Dier op verschillende dagmarkten in Nederland wees uit dat veel consumenten die denken eieren van scharrelkippen te krijgen, eigenlijk gewoon legbatterij-eieren verkocht krijgen. Hoewel de verpakking vermeldt dat het om scharreleieren gaat, vertelt de opgelegde code dan weer een heel ander verhaal. 36 van de 53 onderzochte kramen logen hun klanten voor.
Levensmiddelenindustrie ontevreden over Fairfood De levensmiddelenindustrie reageert verbolgen op de aanpak van Fairfood, die aan de hand van vragenlijsten tracht uit te zoeken of producenten eerlijk produceren. Vervolgens maakt Fairfood de lijst van faire en onfaire producenten openbaar. In juli van dit jaar kwamen de resultaten van dit onderzoek voor 3000 supermarktproducten vrij. De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie vindt de vragenlijsten te ingewikkeld opgesteld, waardoor de producenten ze niet op een correcte manier kunnen invullen. Producenten die de lijst nog niet terugstuurden, worden automatisch op de zwarte lijst gezet bij Fairfood. De levensmiddelenindustrie gaat dus niet akkoord met deze methode en wenst binnenkort met Fairfood rond de tafel te zitten voor een oplossing.
Verpakken toch goed voor het milieu? Hoewel er massaal veel gelobbyd wordt voor minder verpakkingen rond voedingsmiddelen, blijkt er toch een andere kant van de medaille te zijn. Dr. Roland ten Klooster van de Universiteit Twente is er immers achtergekomen dat het soms meer milieuvriendelijk is om je voedingsmiddelen te verpakken dan om dat niet te doen. Goed verpakken helpt immers de houdbaarheid van verschillende goederen vooruit en voorkomt zo dat er veel spulletjes weggegooid moeten worden. Vandaag de dag wordt 15% van alle voedingsmiddelen in supermarkten weggegooid en dat ligt volgens dr. Ten Klooster aan een slechte verpakking. Hij gelooft meer in een verduurzaming van het vervoersbeleid dan in het afschaffen van verpakkingen.Coffeebreak lanceert nieuw gamma.
Organic Retail - september 2008
9
Geen sluitende resultaten na onderzoek op kippen In 2005 startte een breed consortium van het Louis Bolk Instituut met het RIKILT - Instituut voor Voedselveiligheid, de Wageningen Universiteit (WUR) en TNO in Nederland met een onderzoek rond de gezondheid van biologische voedingsmiddelen. De kip werd gekozen als diermodel voor biologische voeding om onder meer uit te zoeken of biologische voeding gunstig is voor het afweersysteem van de mens. De kippen kregen gangbare of biologische voeding en werden onderworpen aan tests. Uit deze tests kon echter niet geconcludeerd worden of de kippen die biologische voeding toegediend kregen gezonder waren. De wetenschappers pleiten voor een tweede sessie van het onderzoek om te zien of de resultaten reproduceerbaar zijn. Later zouden ze dezelfde tests willen uitvoeren op andere dieren. Nederlands minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit Verburg wenst echter geen vervolgonderzoek zolang de methodologie niet verduidelijkt wordt, want hierover bestaat nog steeds onduidelijkheid.
NIEUWE PRODUCTEN Biologische fairtrade chocolade Aangezien de vraag naar fairtrade chocolade stijgt, komt Coffeebreak met biologischfairtrade chocolade op de markt. De chocolade wordt verpakt met etnische foto’s die de nadruk moeten leggen op het fairtrade karakter van de lekkernijen. Een volledig gamma aan tabletten en 5g napolitaines kan aangekocht worden onder de naam ‘Coffeebreak’, maar kan ook geleverd worden onder private label.
Provamel: brengt biologische sojadrink met Omega 3 Al het gezonde van biologische soja, verrijkt met natuurlijke Omega 3 vetzuren, dat is in een notendop de nieuwe Provamel Drink Omega 3. De kritische consument is zich de laatste jaren meer en meer bewust geworden van het belang van de essentiële Omega 3 vetzuren, meldt Provamel. En niet zonder reden: ‘essentieel’ wil hier zeggen dat het lichaam deze vetzuren niet kan produceren, terwijl ze wel cruciaal zijn voor een goede gezondheid. In vele Europese landen is de hoeveelheid Omega 3 in de dagelijkse voeding onvoldoende.
Provamel Drink Omega 3 kan het evenwicht helpen herstellen. Deze sojadrink is immers verrijkt met biologische lijnzaadolie, een natuurlijke bron van Omega 3. Eén glas van 200 ml levert reeds 30% van de aanbevolen dagelijkse hoeveelheid Omega 3. Daarnaast bevat deze sojadrink de vertrouwde Provamel voordelen: de sojadrink met Omega 3 is rijk aan hoogwaardige eiwitten en vrij van cholesterol en lactose.
Provamel: Moka wordt Cappuccino
In november wordt Provamel Bio Soya Dessert Moka vervangen door zijn zuiderse variant: Dessert Cappuccino! Zoals u steeds streeft Provamel naar een zo natuurlijk mogelijke oorsprong van al onze ingrediënten. Daarom wordt het koffiesurrogaat in de Moka vervangen door echt biokoffie-extracten. De naam verandert dan ook in Dessert Cappuccino. Een extra reden om van van deze lekkernij te genieten!
Provamel: Bio Yofu blauwe bosbes 500 gram Vanaf september is de overheerlijke Provamel Bio Yofu Blauwe Bosbes ook in 500g verpakking te verkrijgen. Zo kan de hele familie meegenieten van deze gezonde lekkernij! In het kader van de Sustainable Development filosofie van Provamel probeert men in de verpakkingen zoveel mogelijk “hernieuwbare materialen” te gebruiken. Daarom veranderde de verpakking van de Provamel Yofu 500g van een volledig kunststoffen pot naar een 100% recycleerbare pot. De nieuwe verpakking bestaat uit een licht plastic met daar rond een wikkel. Door deze 2 materialen te combineren, bevat deze pot 20 % minder kunststof dan een pot die volledig uit kunststof gemaakt is. Een eenvoudige scheurlijn zorgt ervoor dat beide materialen gemakkelijk van elkaar kunnen worden gescheiden.
9
Dossier
> Soja (deel 1)
Organic Retail - september 2008
De gouden boon met de vele gedaanten Producten op basis van soja zijn overal ter wereld bezig aan een sterke opmars. De gouden sojaboon heeft veel kwaliteiten en is bovendien bijzonder flexibel voor het maken van voedingsproducten. Terwijl sojaproducten nog vrij beperkt aanwezig zijn in supermarkten spelen ze al verschillende decennia een belangrijke rol in de schappen van biowinkels. Een goede reden om soja in al zijn aspecten grondig te belichten. In dit eerste deel gaan we dieper in op het gewas, de impact op de globale landbouw en de rol die de biosoja speelt. (foto’s: DO-IT)
Eiwitkampioen Dat de sojaplant een buitengewone plant is vonden de Chinezen 6000 jaar geleden al. De plant werd er beschouwd als één van de vijf heilige gewassen. Het bijzondere aan soja is de eiwitrijke bonen. Het hoge eiwitgehalte van de boon (naargelang van de soort kan dit oplopen tot 38 à 40%) kent namelijk zijn gelijke niet in de plantaardige wereld. Een sojaplantage van één hectare zou goed zijn voor om en bij de 1000 kilogram eiwitten. In de botanische encyclopedie lezen we dat de sojaplant (latijnse naam Glycine Max) een éénjarig peulgewas is dat behoort tot de familie van de vlinderbloemigen.
Sojaplanten worden ongeveer 80 cm hoog en kennen een kleurrijke bloei, die varieert van rood over mauve tot zelfs wit. Na de bloei verschijnen de peulen. De peulen bevatten tussen 2 en 5 sojabonen. Er bestaan over heel de wereld 100.000 verschillende variëteiten soja die onderling verschillen in grootte, kleur, eiwit- en oliegehalte. De soort met gele bonen wordt het vaakst gebruikt voor menselijke voedingsproducten omdat die een optimale combinatie bevatten van eiwitten, vetten alsook een goede smaak.
11
Dossier
> Soja (deel 1)
Rhizobium Bijzonder aan de sojaplant is dat ze in staat is – net als andere peulgewassen - de grond waarop ze groeit vruchtbaarder te maken. De plant slaagt er namelijk in om stikstof uit de lucht te halen en af te geven aan de aarde. Net zoals bij veel andere planten uit de familie van de vlinderbloemachtigen zet zich een bacterie, rhizobium genaamd, vast op de wortels van de plant. Er ontstaan kleine knolletjes op de wortels van de sojaplant waarin de bacteriën leven. Deze bacteriën leven in perfecte symbiose met de plant en zorgen voor het proces waarbij stikstof uit de lucht afgegeven wordt aan de aarde. Wanneer landbouwers starten met sojateelt enten ze zelf de bacterie op de planten. Daardoor heeft soja geen stikstofbemesting nodig en is dat, biologisch of niet , goed voor het milieu. In een wisselteelt (waaronder biologische landbouw) speelt sojateelt dan ook de rol van ‘vitaminekuur’ tussen andere teelten in. Ondermeer daardoor is soja populair bij landbouwers, ze is bovendien sterk en weinig gevoelig voor ziekten en parasieten.
Superboon Soja oogsten betekent het verzamelen van de bonen die zich in de peulen bevinden. Want al het goede dat de plant te bieden heeft, bevindt zich in de boon. Qua samenstelling kent deze boon zoals gezegd zijn gelijke niet. Ze heeft een bijzonder hoog eiwitgehalte, is olierijk en bevat ook nog tal van interessante vitaminen en mineralen. Merkwaardig is dat de boon zonder verwerking eigenlijk niet te eten is omdat ze wegens het hoge vezelgehalte niet te verteren valt. Om ze bruikbaar te maken dient men ze te persen voor de olie, te fermenteren of te vermalen tot een ‘sojamelk’.
Samenstelling van een sojaboon VITAMINEN & MINERALEN 5% ANDERE 4% WATER 10% OLIE 17%
EIWITTEN 38%
KOOLHYDRATEN 26%
Het overgrote deel van de geteelde soja in de wereld wordt gebruikt als veevoer. Naargelang van de bron heeft men het over 90 à 95% van de wereldwijde productie. Verwerkers persen de sojabonen tot een soort van cake die vervolgens verkocht wordt aan veevoederfabrikanten die het in hun veevoeders verwerken. De olie die in soja zit is geschikt voor menselijke consumptie en wordt dan ook overal te wereld gebruikt: om te verkopen als pure sojaolie aan de consument, voor verwerking in margarines of als vetstof in gebak, brood of maaltijden.
‘Feed’ soja Onder telers en verwerkers maakt men een duidelijk onderscheid tussen ‘feed’ soja en ‘food’ soja. Feed soja staat voor alle soja die een eindbestemming heeft als veevoer. Food soja zal dan weer terechtkomen in tal van menselijke voedingsmiddelen. Omdat de verwachtingen voor de verwerking zo anders zijn, selecteert men uit de tienduizenden variëteiten van sojabonen deze die zich specifiek lenen voor een ‘feed’ of ‘food’ toepassing. Hoewel alle sojabonen eiwitrijk zijn, heeft men toch variëteiten die een lager eiwitgehalte hebben en olierijker zijn en soorten die een heel hoog eiwitgehalte hebben maar lager scoren qua oliegehalte. Voor verwerking in veevoeders is vooral het oliegehalte van belang. Voor de verwerking in sojamelk, tofu, tempeh … primeert het eiwitgehalte (en de smaak). Het eiwitgehalte van een feed sojaboon is om en bij de 25%, terwijl food sojabonen om en bij de 38% sojabonen eiwitgehalte hebben.
Organic Retail - september 2008
‘Food’ soja Het spreekt voor zich dat de sojabonen die gebruikt worden door voedingsfabrikanten aan meer en hogere kwaliteitseisen moeten voldoen. Ze dienen schoner te zijn, vrij gelijk qua grootte en liefst zo groot mogelijk. Kleine sojabonen hebben na het pellen slechts een heel kleine kern en zijn daardoor onbruikbaar voor verwerking in sojamelk, tofu en tempé. Nog veel belangrijker is echter de smaak van de bonen. Danilo Callewaert, directeur technologie bij Provamel, producent van biologische sojamelk en tofu, verklaart: “Er zijn tal van sojabonenvariëteiten en je vindt ze in alle uithoeken van de wereld. Ze verschillen in grootte, kleur en vooral ook smaak. Je kan zeker en vast van alle bonen sojamelk of tofu maken, maar de consument zou ze niet allemaal appreciëren. Sommige sojabonen hebben gewoon geen lekkere smaak. Als wij een nieuwe variëteit willen gebruiken voor onze productie, dan gaan we dat eerst uitgebreid testen. We werken zelfs met een smaakpanel om zeker te zijn dat we ons niet vergissen en de producten ‘lekker’ bevonden worden. En smaak is niet enkel cruciaal, het is ook heel subjectief. In onze gewone sojadrink of tofu ‘nature’ zonder smaaktoevoegingen ligt dat natuurlijk het meest gevoelig. In yofu met fruit of gekruide tofu valt dat al minder op.”
Geglobaliseerde markt De handel in sojabonen is een belangrijk gegeven op wereldschaal, gedomineerd door de ‘feed’ soja. Meer dan 90% van de totale sojateelt naar veevoederfabrikanten gaat naar veevoeders. Soja wordt in het Westen al meer dan honderd jaar gekweekt voor verwerking in veevoeders. Ter vergelijking: de teelt van food soja voor menselijke consumptie in het Westen bestaat nog maar iets meer dan een kwarteeuw. Food soja is echter aan een sterke opmars bezig: de Westerse wereld, de Verenigde Staten op kop, heeft immers de enorme mogelijkheden van soja ontdekt. In de VS groeide de verkoop van menselijke voedingsproducten op basis van soja van 300 miljoen dollar in 1992 naar 3,9 miljard dollar in 2006. Naast traditionele vegetarische producten die soja bevatten, gaat men er massaal voedingsproducten verbruiken die geproduceerd zijn op basis van TSP (Texturized Soy Protein): het gaat daarbij om hamburgers, worstjes, nagemaakte kip, nagemaakt fish sticks… Deze groeiende vraag is te danken aan de populariteit van vegetarische voeding maar evenzeer aan het lage vetgehalte en de afwezigheid van cholersterol van deze producten in vergelijking met het origineel. (zie ook ons artikel over bio in de Verenigde Staten, verderop in dit nummer). Om een zicht te krijgen op de sojamarkt in de wereld grasduinden we door diverse studies en pikten er een aantal veelzeggende cijfers uit. Top vier van de sojaproducerende landen in de wereld (cijfers 2005) Verenigde Staten van Amerika 84 miljoen ton per jaar Brazilië 57 miljoen top per jaar Argentinië 41 miljoen ton per jaar China 18 miljoen ton per jaar Bron: Food and Agriculture Organization of the United Nations (FAO) (Deze cijfers maken geen onderscheid tussen soja voor menselijke en dierlijke consumptie)
De groei van de sojateelt bevindt zich voornamelijk in Zuid-Amerika met een groeipercentage van 14% voor Brazilië en 27% voor Argentinië. Experts verwachten dat het slechts een kwestie van tijd is alvorens Brazilië de grootste sojaproducerende natie van de wereld wordt. Schattingen spreken van 1 miljoen ton sojaproductie in de landen van de Europese Unie.
De wereldproductie van soja in marktaandelen (cijfers van 2006) ANDERE 4%
PARAGUAY 2% CANADA 2% INDIA 3%
CHINA 7%
VS 38%
ARGENTINIË 7%
BRAZILIË 19% Sojaconsumptie in de wereld (cijfers 2005) Verenigde Staten van Amerika China Brazilië Argentinië Europese Unie
51 miljoen ton per jaar (61% uit eigen land) 45 miljoen ton per jaar (250% van de totale eigen productie) 32 miljoen ton per jaar (56% uit eigen land) 31 miljoen ton per jaar (76% uit eigen land) 15 miljoen ton per jaar (1500% van de eigen productie)
China is veruit de grootste importeur van sojabonen in de wereld. Dat heeft te maken met een sterk groeiende binnenlandse vraag naar soja, maar tevens met het sterk stijgende aantal sojaverwerkende bedrijven in de (buurt van) Chinese havensteden. De verkoop van sojabevattende voeding in Europa kende in de periode 2001-2006 een gemiddelde groei van 10% en bereikte in 2006 een totale marktwaarde van 1,8 miljard euro. Wie de cijfers hierboven bekijkt kan niet anders dan besluiten dat het gouden sojajaren zijn. De vraag stijgt sterk en het aanbod groeit snel mee. Helaas brengt dit ook een aantal verontrustende wantoestanden met zich mee die de meer dan respectabele sojaboon in een kwaad daglicht stelt. Deze wantoestanden spelen zich met name af in Brazilië en Argentinië. De ecologische prijs voor de snelstijgende sojaproductie is in deze landen bijzonder hoog. Zowel op ecologisch als op menselijk vlak. In Noord-Brazilië worden gigantische oppervlakten van het primair regenwoud in het Amazonegebied en de aangrenzende Carrado-savanes gekapt en ingepalmd voor sojateelt. Gezien het klimaat in deze regio’s gaat het hier om sojateelt voor veevoeders. Maar ook andere wantoestanden zijn gelinkt aan de snelle groei van het soja-areaal in Brazilië: van slavernij, gewelddadige onteigening van grond, vervuiling, overtreden van milieuwetgeving tot sproeivliegtuigen die huizen van omwonenden vernietigen of zelfs omwonenden verpletteren onder water…
13
Dossier
> Soja (deel 1)
In Argentinië is de situatie nog erger. Soja neemt er nu al zowat 16,6 miljoen hectare in, meer dan de helft van het Argentijnse landbouwareaal. Zowat alle soja is genetisch gemanipuleerd of ‘besmet’ met ggo-soja. Dat is ruim een verdubbeling in vergelijking met tien jaar geleden. Voor de teelt van maïs, tarwe en citrusvruchten is steeds minder plaats en zelfs de weidegronden krimpen in ten koste van soja. Voor het milieu en de sociale verhoudingen op het platteland is dat een rampzalige ontwikkeling. Soja blijkt er voor tal van landbouwers veel interessanter dan andere gewassen, veeteelt of zuivelproductie. Uit studies blijkt dat de sojateelt gezinsbedrijven kapotmaakt en de landarbeiders naar de steden drijft omdat de (GGO) soja maar weinig handenarbeid vergt. Daar blijft het niet bij: “De voorbije negen jaar is er in Argentinië 2,5 miljoen hectare bos opgeofferd aan de landbouw, voor een groot deel aan sojavelden”, stelt Greenpeace. Experts voorspellen rampscenario’s. Door de teloorgang van de diversiteit zal het ecosysteem overbelast worden en de intensieve sojateelt vroeg of laat in elkaar klappen.
Biologische sojabonen Deze wantoestanden werpen een schaduw op soja. Nochtans hebben ze niets van doen met de biologische sojabonen en de afgeleiden producten zoals men ze in de biowinkel of het biologisch restaurant vindt. Maar, hoe jammer we het met zijn allen ook vinden: de teelt van biologische sojabonen heeft slechts een klein aandeel in de totale globale sojaproductie. Zowel in de ‘feed’ soja als in de ‘food’ soja worden er biologische varianten gekweekt (bij die eerste als voer voor biologische veeteelt). Het grootste aandeel van biologische bonen is vanzelfsprekend voor menselijke voeding bestemd. Poppe Braam van het Nederlandse bedrijf DO-IT (Dutch Organic International Trade), een van de belangrijkste invoerders van biologische sojabonen in Europa is een bevoorrecht waarnemer van de markt van biosoja. Hij schat dat zowat 10% van de bonen voor menselijke consumptie verbouwd zijn volgens de principes van de biologische teelt. De biosojabonen die DO-IT invoert en verkoopt aan Europese producenten van biologische sojaproducten komen voornamelijk uit Brazilië en China (en voor een heel klein deel ook uit Paraguay). Hij geeft een verklaring waarom Europa niet voldoende soja kweekt voor eigen consumptie. “Het landbouwareaal is hier veel kleiner, niet alle Europese landen voldoen aan de klimatologische vereisten voor goede ‘feed’ sojabonen en er is ook de concurrentie tussen de gewassen onderling. De opbrengst van sojateelt is in Europa lager dan van andere gewassen zoals maïs of tarwe. Daardoor is het bij de Europese landbouwer minder geliefd. Als we het specifiek hebben over biologische soja: er zijn gewoon onvoldoende biologische landbouwbedrijven in Europa om aan de vraag te kunnen voldoen.”
Krapte op de biomarkt En de vraag naar biosojabonen is groot in verhouding tot het aanbod. Europa lijkt dus nog voor lange tijd veroordeeld om het gros van zijn biologische soja in te voeren. Er heerst zoals bij vele andere biologische landbouwproducten een zekere krapte op de markt van biosoja. Net als bij alle andere landbouwgewassen kende de prijs van (bio)soja een
sterke stijging het afgelopen jaar. Die stijgende prijzen zijn ongetwijfeld een goede zaak voor de landbouwsector, echter niet als het erop aankomt om landbouwers te overtuigen om te schakelen naar biologische teelt, vindt Poppe Braam: “De vraag naar soja voor menselijke consumptie stijgt elk jaar sterk, de biologische teelt kan die amper bijbenen. Als de prijzen voor soja sowieso stijgen, voelen landbouwers zich minder geneigd om de inspanning te doen om te schakelen. Het prijsverschil tussen biologische en gewone (niet genetisch gemodificeerde) soja met een gelijkwaardig eiwitgehalte bedraagt ongeveer 60%. Dat lijkt veel, maar het is helaas niet voldoende om de landbouwers massaal te laten omschakelen – zeker niet nu de prijzen van de gangbare producten ook sterk stijgen.” Weinig verrassend is dat de teelt van biosoja veel arbeidsintensiever is dan die van gewone soja. Wie dus niet echt overtuigd is van de meerwaarde van bio, ziet dus op tegen de extra inspanningen om de sojateelt tot een goed einde te brengen. Vooral grote landbouwbedrijven schrikken terug voor de arbeid die biologische teelt zou teweegbrengen. Dat maakt dat de biosoja die DO-IT invoert voornamelijk afkomstig is van coöperatieven die kleine landbouwers groeperen. “Voor deze landbouwers is het prijsverschil wel nog interessant. Ook omdat we extra inspanningen doen om deze coöperatieven te begeleiden en hen ook helpen bij het opbouwen van sociale voorzieningen in hun regio.”
100% Frans partnerschap Dat biologische teelt ook in Europa lukt, bewijst het Zuid-Franse SOY,fabrikant van producten op basis van soja. Alle gebruikte sojabonen zijn afkomstig van biodynamische landbouwbedrijven uit de eigen regio (Midi-Pyrénées). Bernard Storup van SOY vertelt hoe dat in zijn werk gaat. “Al van bij onze oprichting in 1982 leek het ons haalbaar om de soja voor onze tofu uit eigen regio te halen. Het leek ons ook beter in overeenstemming met de principes van de biologische landbouw om de grondstoffen lokaal aan te kopen. Bovendien zijn zowel de grond hier als de klimatologische omstandigheden ideaal. In de loop der jaren groeide de sojaproductie van onze leveranciers mee met onze verkoop. In totaal spreken we van meer dan 2000 hectaren biologische soja die ons een perfecte traceerbaarheid van zaden tot verwerkte bonen in de fabriek te garanderen.
Organic Retail - september 2008
We kunnen ook spreken van een heel hecht partnerschap met de ruim 200 landbouwbouwbedrijven die ons bevoorraden. Er is veel overleg en uitwisseling van informatie over de variëteiten en de gebruikte landbouwmethoden.” Het partnerschap tussen SOY en de lokale landbouwers resulteerde ook in prijs- en productieafspraken.“We betalen systematisch meer dan de marktprijs, als tegenprestatie bieden de landbouwers ons een engagement op lange termijn.” Het boven de marktprijs betalen en het aanhalen van het partnerschap met de landbouwer is niet zo ongebruikelijk in de biosojasector. De Belgische sojaproducent Provamel haalt zijn sojabonen voornamelijk in Brazilië en China. Maar ook zij leveren tal van extra inspanningen om de landbouwers trouw te maken en te blijven motiveren in hun keuze voor bio. Michael Sheridan, aankoopverantwoordelijke voor soja bij Provamel vertelt: “bovenop de conventionele prijs van soja betalen wij premiums die bestemd zijn om de landbouwers te ondersteunen voor de extra inspanningen die zij leveren om biosoja te produceren. Wij organiseren ook zogenaamde ‘farmers days’ waarbij overleg tussen fabrikant en producent centraal staat en wij hebben landbouwingenieurs die agronomische steun bieden aan de bioboeren. Ook steunen we een aantal sociale projecten, ondermeer rond onderwijs, om hen te helpen een beter bestaan op te bouwen. Wij hebben ook bijvoorbeeld de aankoop van landbouwmachines en de installatie van sanitaire voorzieningen voor arme boeren financieel ondersteund. Dit alles kadert in het EcoSocial certificatie programma. Zo bouwen we aan een hecht partnerschap en zitten we met een betrouwbare aanvoer van landbouwers die ook echt biogezind zijn.”
onduidelijk maar vallen in ieder geval te vrezen, vertelt Poppe Braam (DO-IT): “Je hoeft de theorieën van Darwin maar te lezen en even door te denken om te weten wat de mogelijke risico’s zijn. Het natuurlijk evenwicht met insecten of dieren kan verstoord raken en planten zouden door de genetische manipulatie ook ziekteverwekkende of giftige stoffen kunnen ontwikkelen.” Als jarenlang waarnemer op de markt ziet Poppe Braam de situatie in ieder geval evolueren naar een ‘duale’ sojamarkt. “Ik vermoed dat er op termijn enkel nog GGO-soja en bio-soja zal beschikbaar zijn. Meer en meer gangbare landbouwers kiezen voor Roundup Ready, dus dan blijven op de duur enkel nog de biologische landbouwers over.” Hoe reëel is het risico op kruisbesmetting tussen biosoja en ggo-soja? Het antwoord is genuanceerd: het risico bestaat maar is vrij beperkt en in ieder geval veel kleiner dan dat is bij ggo-maïs (of BT maïs). De bufferzones rond biologische teelt volstaan normaal ruimschoots. Het belangrijkste verschil en groot voordeel in vergelijking met maïs is de zelfbevruchting van soja. Daardoor valt het risico van verspreiding van stuifmeel weg. Kruisbesmetting kan dus enkel via insecten, maar dit moet te vermijden vallen dankzij de bufferzones rond biologische teelt. Net als bij andere teelten dienen de landbouwers natuurlijk wel uit te kijken om andere contaminaties (bijvoorbeeld via onvoldoende gecontroleerd zaad of via landbouwmachines) te vermijden. De invoerders en verwerkers van soja moeten ook bijzonder opletten om ggo contaminatie te vermijden door zeer strenge traceerbaarheids- en segregatiesystemen op te zetten die regelmatig gecontroleerd moeten worden door externe partijen zoals Cert ID, IBD of Ecocert. Voorbeelden daarvan zijn de opslag van bonen in afzonderlijke silo’s of het transport in containers in plaats van bulkschepen. Wat alvast een belangrijke geruststelling kan zijn voor wantrouwige of angstige consumenten is het feit dat op gelijk welk moment in de keten kan getest worden of er GGO-soja aanwezig was of is. Ook van een pak sojamelk of een stuk tempeh kan via de PCR-test achterhaald worden of er ggo-soja gebruikt is. De PCR of Polymerase Chain Reaction-test kan met een foutmarge tot 0,01% iedere aanwezigheid van ggo-soja detecteren. Consumenten die een sojaproduct willen kopen dat gegarandeerd ggo-vrij is, kiezen dus best voor een bio-product (is dat eigenlijk niet altijd zo?).
Roundup Ready Het gros van de ‘food soja’ wordt volgens gangbare landbouwprincipes geteeld. Het aandeel van genetisch gemodificeerde sojateelt neemt hierin snel en onrustbarend toe. In de Verenigde Staten en Argentinië is nauwelijks nog gangbare soja te vinden die niet afkomstig is van genetisch gemodificeerd zaad, ook wel Roundup Ready soja genoemd. De naam van deze GGO-soja verwijst naar een variant die door landbouwgigant Monsanto een tiental jaar geleden op de markt werd gebracht. Roundup is de naam van een krachtig herbicide van Monsanto waartegen de genetisch gemodificeerde soja van Monsanto wel bestand is en de gewone soja niet. De resistentie aan roundup is te verklaren door een verandering in de genstructuur van de Monsanto sojavariëteit. Met Roundup Ready (of de nieuwe generatie Roundup Ready to Yield) wordt het telen van soja heel eenvoudig. Het volstaat om na het zaaien een aantal keer Roundup te spuiten en vervolgens te oogsten. De gevolgen van deze genetische manipulatie op lange termijn zijn
Het sojaklimaat Sojabonen zijn in vele delen van de wereld teelbaar: sojabouw vindt men zowel in landen met een gematigd en koeler klimaat, als in landen met een warmer, tot subtropische en zelfs tropisch klimaat. Sojabonen die in een gematigd klimaat gekweekt worden zijn eiwitrijker en lenen zich veel meer voor menselijke voeding. De bonen uit (sub)tropisch gebied zijn veel olierijker en dus meer geschikt voor verwerking in veevoer. Sojaculturen vindt men in koelere klimaten zoals Canada, de Franse Elzas of Oostenrijk , maar evenzeer in tropisch Brazilië of China. Soja is dus vrij flexibel (enkel kleigronden zouden moeilijk zijn) qua grondsoort en klimaat. Het vereist gewoon voldoende water en vooral ook een droge periode net voor de oogst – anders krijgt men wegens het vocht kwaliteitsproblemen met de bonen.
15
Publireportage
Provamel of het geloof in soja en de toekomst Het verhaal van Provamel en zustermerk Alpro is er altijd één geweest van betrokkenheid bij de problemen in onze wereld. Ruim dertig jaar geleden stond de honger en het eiwittekort in de wereld centraal in de voor die tijd grensverleggende zoektocht naar de mogelijkheden van soja. Vandaag kan soja zijn bijdrage leveren aan de milieuproblemen op Aarde. Al die tijd was het echter ook een zoektocht naar een voedzaam en lekker biologisch product. samen met hem en zijn collega’s aan een oplossing voor die uitdaging. Hij vertelt over de verwoede zoektocht naar de oplossing: “Het leek ons in het begin evident om een sojamelk te maken uit de resten van de uitgeperste sojabonen. Het is ons echter nooit gelukt om iets te maken dat aan onze standaarden op vlak van smaak beantwoordde. Smaak is namelijk zo belangrijk, want anders krijg je het product toch niet verkocht. Na tal van pogingen hebben we dan beslist dat het anders moest: we zouden een sojadrink maken van verse sojabonen en niet van de resten uit de productie van sojaolie. Tegen het einde van de jaren ’70 zijn we er dan in geslaagd om een voor die tijd ronduit vooruitstrevend productieproces voor de productie van sojamelk te ontwikkelen. Vooral onze capaciteit om met verschillende sojaboonvariëteiten een lekkere sojamelk met identieke smaak te maken was baanbrekend en gaf ons een ruime voorsprong.”
Geloof Het begin was moeilijk, het geloof in de mogelijkheden van soja is er bij de top van het bedrijf echter altijd geweest. Danillo Callewaert: “Dat geloof gaf ons de gelegenheid om te experimenteren en verder te onderzoeken. Let op: die vrijheid om te experimenteren was niet evident. Er was op dat moment eigenlijk geen markt voor sojaproducten in Europa. Maar De Vandemoortele groep besefte het grote potentieel van sojamelk en besloot in 1980 om Alpro op te richten. Met zijn wereldverbeterende visie ging Philippe Vandemoortele nog een stap verder en startte de bouw van een sojafabriek op het eiland Madagaskar. De doelstelling was om op een voor het bedrijf rendabele manier mee bij te dragen aan een oplossing voor het schrijnende probleem van de honger in de derde wereld. Ondanks de vele inspanningen moest het project stilgelegd worden om logistieke redenen.
Doorbraak
Uitdaging Provamel bestaat sinds de jaren ’80, maar de band tussen soja en moederbedrijf Vandemoortele is veel ouder. Reeds in de jaren ’30 perste stichter Vandemoortele olie uit sojabonen. In de jaren ’70 was het kleinzoon Philippe Vandemoortele, bezorgd om de honger en het eiwittekort in de wereld, die zijn medewerkers uitdaagde om een manier te vinden om de eiwitten uit het overgebleven schroot van de sojaolie (dat naar veevoer gaat) te gebruiken voor menselijke consumptie. Danillo Callewaert, chemicus en researcher van het eerste uur, werkte
Ondanks deze tegenslag bleef het geloof in soja voor menselijke voeding intact. De groeiende belangstelling voor vegetarische en plantaardige voeding, de roep naar cholesterolvrije producten in de strijd tegen hart- en vaatziekten en de frequenter voorkomende lactoseintolerantie bood een enorm potentieel voor sojamelk. De jaren die volgden gaven de oprichters van Alpro en Provamel gelijk: in 1989 bouwde men in Wevelgem (België) Europa’s grootste en modernste productie-eenheid voor sojavoeding. In 1996 werd de franse sojafabrikant Sojinal overgenomen en versterkte zich zo met een extra productie-eenheid van sojamelk in Issenheim, Frankrijk. In 2000 bouwde men in de Britse stad Kettering een gloednieuwe sojamelk fabriek.
De wereld op je bord
Organic Retail - september 2008
Bio gaat natuurlijk om voedselzekerheid, maar evenzeer om een duurzame visie op landbouw en milieubeheer en een verantwoorde consumptiekeuze
Provamelproducten zijn gemaakt van biologische sojabonen afkomstig voornamelijk uit China en Brazilië. Michael Sheridan is verantwoordelijk voor de aankoop van de biologische sojabonen. Hij vertelt over de afkomst van de biobonen. “We zijn de grootste producent van biologische sojavoedingsproducten in Europa. De daarmee gepaard gaande vraag zorgt ervoor dat we geen biosoja in Europa aankopen. Vandaar dat we ons richten tot bioproducenten in diverse delen van de wereld. Dat betekent echter niet dat we geen nauwe banden onderhouden met onze leveranciers: de biocoöperatieven en sojaboeren in China en Brazilië. Het gaat om veel meer dan bestellen en betalen. Zo ondersteunen locale landbouwingenieurs onze landbouwers met kennis omtrent biologische teelt. Dankzij deze ondersteuning slagen onze boeren erin om biologisch te telen en tevens hogere rendementen te halen. Dit geeft hen een duurzamer inkomen. Hierdoor kan Provamel de landbouwer en zijn familie te allen tijde een degelijk en menswaardig bestaan verzekeren en hen motiveren om voor bio te blijven kiezen. Tevens financieren we een aantal sociale projecten in de regio van onze bioboeren: mooie voorbeelden zijn de onderwijsprojecten voor kinderen en volwassenen in Brazilië of de schenking van landbouwmachines aan kleinere boeren zodat ze een zelfstandiger en efficiënter bestaan kunnen hebben.” Dat dit geen loze woorden zijn bewijst het door Provamel verkregen Ecosocial label van het Braziliaanse Instituto Biodinâmico (IBD). Het internationaal erkende Ecosocial label staat voor continue verbetering en duurzame ontwikkeling, zowel socio-economisch als op vlak van milieu. De criteria zijn gebaseerd op maatschappelijk verantwoorde arbeid (fairtrade, veiligheid en gezondheid op het werk, geen kinderarbeid of dwangarbeid, geen discriminatie of misbruik) en respect voor het milieu. “
Farmers days “Elk jaar organiseren we ook Farmers days in de productielanden. Gedurende een aantal dagen gaan we op bezoek bij onze boeren en locale partners en gaan er met hen de dialoog aan. Zij vertellen er over hun problemen en uitdagingen, wij maken hen duidelijk wat onze verwachtingen zijn op vlak van traceerbaarheid en kwaliteit.
Door die contacten met onze leveranciers is de betrokkenheid in onze onderneming met de bewuste regio’s enorm gegroeid. En dat past perfect in onze visie omtrent bio in de wereld. Bio gaat natuurlijk om voedselzekerheid, maar evenzeer om een duurzame visie op landbouw en milieubeheer en een verantwoorde consumptiekeuze” , vertelt Michael Sheridan. Hij benadrukt ook dat de Braziliaanse soja van Provamel niet uit regio’s komt waar het tropisch regenwoud verdwijnt om er soja te verbouwen voor veeteelt: “ Onze Braziliaanse soja komt uit het zuiden van Brazilië. Daar is er minder sprake van negatieve impact op het milieu en de lokale gemeenschappen. De schrikbarende kap van het tropisch regenwoud doet zich voor in het noorden van Brazilië.” Op alle plaatsen waar landbouwers in de weer zijn om de kwalitatief hoogstaande biosojabonen van Provamel te kweken past men de principes van de wisselbouw toe in overeenstemming met de biologische landbouwmethoden. Geen enkel bedrijf is gelokaliseerd op recent ontgonnen of ontboste landbouwgrond.
Traceerbaarheid In een wereld waar genetisch gemanipuleerde sojabonen steeds talrijker worden is een geavanceerd controleproces en een perfecte traceerbaarheid een absolute vereiste. Provamel besliste om een traceerbaarheidsysteem uit te werken dat door onafhankelijke derden (waaronder Cert-ID) gecontroleerd wordt. Michael Sheridan: “Die traceerbaarheid gaat van het prille begin tot en met het afgewerkte Provamel sojaproduct. Ons biologisch sojazaad wordt op GMO’s gecontroleerd vóór het gezaaid wordt. Tijdens de teelt gebeuren er regelmatig controles bij de biolandbouwers. De zorg voor kwaliteit en de betrokkenheid bij de landbouwers resulteerde onlangs nog in de aanschaf van aparte zaai- en oogstmachines voor de biolandbouwers in Brazilië. Joost Arnout, kwaliteitsverantwoordelijke bij Provamel licht toe: “Door de groeiende productie hadden de landbouwers soms onvoldoende eigen oogst- en zaaimachines beschikbaar voor hun bioteelt. Daardoor leende men soms machines van boeren die misschien – het valt niet uit te sluiten – ook in aanraking komen met
17
Publireportage keer minder land dan deze van dierlijke oorsprong, 11 keer minder fossiele brandstof en maar liefst 100 keer minder water. De opwarming van de aarde en andere milieuaspecten die de leefbaarheid van onze planeet bedreigen kunnen door de keuze voor plantaardige voeding opgelost worden.
niet-biologische sojateelt. Om het risico van contaminatie met gmo-soja of niet-biologische soja uit te sluiten, schonken we hen extra machines. Een mooi voorbeeld van ons engagement naar onze sojaleveranciers: het werk voor hen is makkelijker en tegelijkertijd is een schakel van onze toeleveringsketen versterkt.”
De internationale klimaatcommissie onder leiding van Nobelprijswinnaar Rajindra Pachauri (IPCC) berekende immers dat een groot deel van de opwarming van de Aarde afkomstig is van de intensieve veeteelt. Een wereldwijde beperking van de vleesconsumptie op Aarde zou dus al een enorme ommekeer kunnen veroorzaken. Enkele cijfers uit de studie van het IPCC:
< CO2-uitstoot is goed voor 64% van de opwarming van de Aarde. 9% CO2-uitstoot is rechtstreeks gelinkt aan veeteelt.
Maar er is meer, vertelt Joost Arnout: “We werken louter met transporteurs die ons de garantie kunnen geven dat er geen contaminatie met GMO of conventionele (niet-biologische) bonen gebeurt tijdens het transport. Onze sojabonen worden ook niet in grote bulkschepen vervoerd. Ze worden in verzegelde containers verscheept. De bonen worden daarbij extra beschermd door een inwendige folie in de container. De transporteurs zien er tevens op toe dat ze niet leiden onder te hoge temperaturen of geen schade oplopen op zee.” Eens aangekomen in Europa geschiedt de verwerking, het afvullen en het verpakken van onze eindproducten volledig gescheiden van de niet-biologische productie en dat in een gegarandeerd veilige werkomgeving in overeenstemming met de biologische productiemethode. Tenslotte krijgen de producten als ze ons bedrijf verlaten een afzonderlijk nummer dat we gemakkelijk kunnen opsporen eens ze naar onze verdelers zijn gegaan. “Al onze sojaproducten moeten aan de hoogste standaarden beantwoorden. Goede grondstoffen zijn cruciaal, maar ook het productieproces is essentieel. Dat is proces is volledig natuurlijk en heel goed te vergelijken met de traditionele Oosterse methoden.”, legt Joost Arnout uit: “Eerst worden de sojabonen gepeld, gewassen en geweekt om uiteindelijk in heet water gemalen en gecentrifugeerd te worden. Het resulterende mengsel wordt dan gefilterd om de basis te vormen voor de verschillende sojaproducten. We kiezen tevens voor de milieuvriendelijke drankkartons die de versheid, optimale kwaliteit en smaak van de sojaproducten waarborgen, en tegelijk een minimale impact op het milieu hebben.”
De meerwaarde van een plantaardige eiwitbron De 21ste eeuw wordt plantaardig. De mensen achter Provamel denken er net zo over. De keuze voor plantaardige voedingsbronnen (waaronder soja) reikt een haalbare oplossing aan voor de problemen van onze aardbol. De productie van plantaardige proteïnen vergt tien
< Methaanproductie is verantwoordelijk voor 20% van het broeikaseffect. 35 à 40 % van de methaanproductie is afkomstig van de uitwerpselen van vee.
< Stikstofoxide is verantwoordelijk voor 6% van de klimaatopwarming. Hiervan is 65% van dierlijke afkomst. Het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift The Lancet besloot daaruit dat bijna 20% van het broeikaseffect te wijten is aan de intensieve veeteelt op Aarde.
Provamel werkt ook aan eigen ecologische voetafdruk Provamel startte recent met een groot project om het energieverbruik en de CO2-uitstoot te verminderen. In de fabriek in Wevelgem (België) wordt groene energie geproduceerd via stoom uit biogas, gegenereerd door anaërobe behandeling van afvalwater. Op langere termijn legt men de lat hoger: bedoeling is om een volledig CO2-neutrale fabriek te worden in 2020. Gezien de UHT (ultrahoge temperatuur) behandeling van de producten wordt dit geen eenvoudige opdracht. Ook de CO2-uitstoot veroorzaakt door de aanvoer van de sojabonen wordt bekeken. Zo besliste men om zoveel mogelijk te kiezen voor aanvoer van bonen via binnenschip. Momenteel worden er extra loskades gebouwd voor binnenschepen aan de productie-eenheid in Wevelgem. De binnenvaart zorgt niet enkel voor minder verkeer op de dichtslibbende Europese verkeersaders, het is ook veel C02-vriendelijker.
Organic Retail - september 2008
Vitasana: 5 tot 6 oktober Flanders Expo Gent
Tal van nieuwigheden op Vitasana 2008
Vitasana, de enige Internationale vakbeurs voor gezond leven in de Benelux gaat dit jaar opnieuw door in Flanders Expo in Gent. Zoals de vorige edities gaat Flanders Expo voor deze elfde editie een partnership aan met Naredi, de Belgische federatie van de handel en de nijverheid in natuur-, reform- en dieetwaren. Hiermee wordt een droomplatform gecreëerd voor de biologische producent en zijn producten. Klein- en groothandelaars, gezondheidstherapeuten en andere geïnteresseerde professionals zullen ook dit jaar nieuwigheden ontdekken en contacten leggen in de wereld van biologische voeding, dieetvoeding, natuurlijke cosmetica, schoonmaak- en onderhoudsproducten en andere ecologisch verantwoorde producten. De organisatie stuurde ons alvast een 72 pagina’s tellend document vol nieuwe producten die ons meer dan de moeite lijken om te gaan ontdekken.
2000 professionals Net zoals bij vorige editie worden alle nieuwe producten verzameld en op één centrale plaats voorgesteld aan de bezoekers. 80% van de bezoekers van de vorige editie vond deze uitstalling van nieuwe producten erg interessant. Er worden bovendien opnieuw meer dan 2000 professionals verwacht. Uit een analyse van het bezoekerspubliek bleek dat 52% actief is in de kleinhandel, 13% in de groothandel, 23% is gezondheidstherapeut en 12% heeft een divers profiel. De beurs gaat dit jaar door op zondag 5 oktober van 10 tot 18u en op maandag 6 oktober van 10 tot 17u. De toegang is gratis en voorbehouden voor professionals. Je neemt gewoon de ingevulde bon mee die je op pagina twee van dit magazine vindt. Op zondag is er ook gratis kinderopvang voorzien. Meer info vind je op www.vitasanaexpo.be
Exposantenlijst Hierbij vindt u de volledige exposantenlijst op 10 september 2008 in alfabetische volgorde: Agenda Plus Api-Ar International Bio-dis España Bioforum Vlaanderen Vzw Biogarantie Bio-life Parc Scientifique Crealys Sprl Biosano BVBA Biotechnobel SA Biover NV Biovita Bloem Natuurproducten BV Brita Belgium BVBA Budgetbulk BV Certisys Bvba Château Morillon Color of India Complemed Group BVBA Corma NV - Ganda Ham Couleur Nature De Traay BV Dieximport Distribio Dr. Theiss Naturwaren Dynamed Pharma Sprl Ecodis
Ecomicroob Eco-Rah SPRL Florevia SPRL G.D.I. NV Gezond en Wellness Haagland Reform HRP Hendriks Hygiena NV Iceland Trade Integra Inversiones Yrlosa & Agro industria Kit Golden Temple Natural Products BV Koffie Kan Bvba Laboratoire Super Diet Laboratoires Ortis SPRL Lakshmi Ayurvadic Beauty Mannavita Marma BVBA MBE Sarl Meli-Jo M-J-Drent Products BV Mobil Wood Naredi Nature Element NATUR’INOV
Nutrico NV Nutry Body & Pachacamac Trading Oce-Bio BVBA Ojibwa De Roeck Orcovita Oxfam Fairtrade Pharma Consulting & Industries BV Phytal-Crea BVBA PK Benelux BVBA Rayforce Europe GMBH Regisana Sprl Revogan NV Salus Benelux Solgar Vitamins BV Sud Decor TS Products TSH BVBA Vianatura NV Volkorenbakkerij De Trog Weleda Mestdagh Ilse NV
> beursplan op pagina 20
19
05/10 - 06/10/2008 Flanders Expo - Gent
Noord Amerika’s best verkochte merk kruidenthee met Farmacopee* kwaliteit. Sinds 1974 Rode Zonnehoed (Echinacea purpurea)
• Klinisch getest • Biologische ingrediënten • Farmacopee kwaliteit * Veel landen publiceren een Farmacopee, een officieel handboek met standaardeisen waaraan alle medicinale ingrediënten, inclusief kruiden, moeten voldoen. Traditional Herbals® voldoet aan deze eisen voor kwaliteit, werkzaamheid, oorsprong en samenstelling.
Traditional Herbals® www.TraditionalMedicinals.com Exclusief gedistribueerd door Natudis. De biologische rode zonnehoed is geteeld in de U.S.A.
Shopping
Organic Retail - september 2008
> Nederland
Grootse plannen bij Ecocentrum Emma in Enschede
“Er zijn mensen die zeggen dat ik gek ben. Tot op zekere hoogte geef ik hen gelijk.”
Susanne Groten, landschapsecologe en universitair docente duurzame productiesystemen, was rond de eeuwwisseling het ontwikkelingswerk dat ze in Azië en Afrika deed een beetje moe. Ze besloot zich definitief in Nederland te vestigen, met haar Nederlandse partner en deed wat ze het best kon: ecologisch met bloemen en planten bezig zijn. Op een dag stapte ze een conventioneel tuincentrum binnen om info te krijgen over ecologisch verantwoorde bestrijdingsmiddelen. Susanne was snel weer de deur uit, want dat hadden ze niet. Haar partner bleef echter nog wat rondhangen en hoorde de mensen van het centrum over haar praten: “Daar had je weer zo’n ecofreak!” Hij vertelde haar wat hij gehoord had, waarop Susanne kwaad werd en zweerde dat zij een plantencentrum zou oprichten waar de vragen die zij gesteld had meer dan normaal waren. Ze vond een oud pand in een achtergestelde wijk in Enschede, knapte die op, bouwde een biowinkel die bij het bloemencentrum moest horen en zwaaide haar deuren open. Ondertussen is de wijk opgewaardeerd en bezit ze een bloeiende zaak. In meer dan één betekenis van het woord.
Mijn plannen lopen steeds over 5 tot 10 jaar, niet over 3 zoals de meeste banken het graag willen. Ik denk strategisch. Er zijn een heleboel plannen die ik binnenkort wens uit te voeren en die plannen dateren al van het moment dat we dit pand kochten. Het pand ligt perfect in het midden van Enschede. Dat creëert mogelijkheden voor een bezorgdienst. Mensen gaan steeds meer drukker leven en er komt een generatie van eigenwijze oude mensen aan die hun oude biologische
Kweken versus verkopen Susanne: “Ik was al een tijdje bezig met het kweken van bloemen op een biologische manier. Bio is voor mij een vanzelfsprekendheid. Als landschapsecologe heb ik veel vervuiling in de natuur gezien die ik wilde vermijden als ik zelf met bloemen bezig was. Ik kwam op een punt waarop ik de keuze moest maken. Word ik producent, hou ik vast aan het idyllische boerenleven en wacht ik tot er iemand langskomt om mijn producten te kopen of begin ik een winkel waar ik spulletjes inkoop en op termijn zelf ga kweken? Ik en mijn kwaadheid kozen voor de tweede optie. De kwaadheid is ondertussen verdwenen, maar de passie blijft. Ik koop nu in wat ik kan inkopen via de groothandel en wat er niet verkrijgbaar is, kweek ik zelf. Dat is een hoop werk en er zijn mensen die zeggen dat ik gek ben. Tot op zekere hoogte geef ik ze gelijk. Als je een zaak runt die zo verscheiden is, ben je afhankelijk van de betrouwbaarheid van je medewerkers en dat is op dit moment nog niet ideaal. Ongeveer een jaar geleden moest ik twee van mijn meest competente medewerkers laten gaan, omdat de straat lange tijd opengebroken was hier en we op de rand van een faillissement stonden.”
Bezorgdienst Susanne: “Dat zijn we ondertussen al te boven gekomen. We kennen gelukkig opnieuw een sterke groei. Het nakende faillissement heeft me even bezorgd gemaakt, maar niet voor lang. Mijn ervaring in het ontwikkelingswerk zorgt ervoor dat ik op langere termijn denk dan gemiddeld.
21
Shopping
> Nederland
leefwijze niet willen opgeven, omdat ze niet meer mobiel zijn. Voor zo’n mensen is een bezorgdienst een fantastisch idee. Er zijn voorbeelden van bedrijven die erin geslaagd zijn om een goede bezorgdienst uit te bouwen en deze voorbeelden gebruiken we maar wat graag om van te leren.”
Er zou bijvoorbeeld iemand bij kunnen komen die voedingsadvies geeft. De klanten die daar geholpen worden, kunnen meteen hun producten in de winkel meenemen. Op die manier ontstaat er een centrum waar mensen met een ecologische behoefte alles kunnen vinden waar ze naar op zoek zijn. We schakelden onlangs Hogeschool Saxion in Enschede in om een marktonderzoek te doen hierrond. Zij kwamen tot de conclusie dat mensen een nieuwe levensstijl, zoals de ecologische, aannemen doordat ze vooreerst aangesproken worden door iets wat ze met hun zintuigen kunnen ervaren, zoals biologische voeding en ecologische kledij. Als ze gewend zijn geraakt aan die producten, gaan ze verder kijken en ontstaat er een ecogedachte die verder gaat dan enkel producten. Ze willen dan bijvoorbeeld ecologisch hun huis verbouwen of advies om hun voedingsgewoontes aan te passen. Ecocentrum Emma wil een plek zijn waar een klant in elke fase van deze evolutie terecht kan.”
Ecocentrum
Ondernemerschap
Susanne: “Een ander plan dat al een tijdje leeft, staat dan weer dichter bij de deur. We willen van Ecocentrum Emma een echt centrum maken. Een ecologisch bedrijvencentrum. Wat het fysieke aspect daarvan betreft, liggen de plannen klaar. We willen de plantenkas die achteraan de winkel ligt de hoogte in heffen en daaronder nieuwe commerciële ruimte creëren. De nieuwe kas op de bovenverdieping zal dan energie opleveren, die kan gebruikt worden in het gebouw. Het wordt een duurzaam houtskeletbouw volgens het cradle to cradle principe. We zoeken enkele sterke partners, groene ondernemers, die met ons in zee willen gaan. De drang en noodzaak om uit te breiden is er immers, maar we willen het niet meer allemaal zelf gaan doen. We zijn het punt voorbij waarop we onszelf willen bewijzen en zoeken nu uitbreiding door samenwerking. We zoeken dus mensen die ook hun nek willen uitsteken.”
Susanne: “Het is echter niet makkelijk om partners te vinden. Er zijn veel mensen op zoek naar een baantje, maar ik zoek mensen die een drive hebben, die zelf dingen willen doen, die je vrij kunt laten in wat ze doen en die een wil tot samenwerking hebben. We begrijpen dat dit niet simpel is. Er kruipt veel werk en tijd in. Daarom staan we ook open voor parttime ondernemerschap. Zo kan iemand die met ecologische mode bezig is, een hoek in de zaak gebruiken om kledij te verkopen. Die persoon zou maar sommige dagen aanwezig moeten zijn om de stock in orde te houden,bestellingen te doen, en moeilijke vragen van klanten te beantwoorden. De normale verkoop zelf wordt gewoon in de winkel gedaan door de mensen die er al zijn.
Marktonderzoek Susanne: “We willen een bedrijvencentrum creëren met bedrijven die complementair zijn. We moeten elkaar aanvullen in plaats van te beconcurreren. Op die manier ontstaat er een belang aan samenwerking, waarbij je klanten aan elkaar kunt doorverwijzen. De samenwerking tussen natuurvoedingswinkel en de bloemen en plantenzaak heeft bewezen dat dit voor beiden heel goed werkt.
Organic Retail - september 2008
Een fairtrade decoratie afdeling lijkt me ook leuk. Vanuit mijn verleden voel ik me een beetje verplicht om dat te doen, maar de spullen die je momenteel bij fair trade organisaties kunt inkopen, vind ik vaak erg kitscherig. Ik wil kwaliteit verkopen en vermijd de spullen die bedoeld zijn voor toeristen. Bovendien zijn fairtrade producten niet altijd ecologisch gemaakt.”
Peilers Susanne: “Ik hoop op die manier een centrum uit te bouwen dat op vier peilers steunt: natuurvoeding, culinair genot, gezondheid en het internet. Wat het culinaire genot betreft, mag er gerust iemand een biologische trattoria komen openen hier. Mensen kunnen in de plantentuin hun lekkers opeten. En mijn partner is bekend met automatisering, dus die is volop bezig met het uitwerken van een webshop. Het is nu enkel nog wachten op centen en gemotiveerde mensen. De klanten vinden de plannen super en ondertekenden massaal een handtekeningenlijst. We kregen eerder al steun van de provincie om de marktonderzoeken rond het project te doen. Maar van de gemeente kunnen we niet meteen iets verwachten. Die zijn nog te hard bezig met het oplossen van de gevolgen van het vuurwerkdrama en pompen daar al hun geld in. We verwachten uit andere hoeken wel subsidies en voor de rest zullen we de bank aanspreken.”
Monopolisering Susanne: “Momenteel probeert de winkel zich te focussen op producten die een niet al te lange weg afgelegd hebben. Streekproducten genieten onze voorkeur. Maar dat is lang niet zo simpel. Sommige producten die we bij de groothandel aankopen, worden in de regio geproduceerd. Maar ze gaan eerst naar een opslagplaats alvorens in onze winkel te belanden. We kijken daarom liever zelf rond naar producten en kopen rechtstreeks bij de boer. Dat versplintert de aankoop dan weer, maar het geniet toch onze voorkeur.
We hebben een gezonde achterdocht voor tendensen in de sector naar monopolisering. Ik zie winkels die veranderen in een verzameling van potjes en poedertjes. Dat willen we liever niet. Hoewel ik graag een gezondheidshoek zou hebben in de winkel. Maar daar moet dan wel een persoon met een drogisterijdiploma mee bezig zijn. Ik vind dat als je producten verkoopt, dat je dan ook moet weten waarvoor dienen. Je moet er ook een zekere integriteit voor hebben.”
www.ecocentrumemma.nl
23
Publireportage
“Lekker, gezond en goed voor de natuur gaan hand in hand” De filosofie achter Amanprana
“De keuze van onze producten gebeurt steeds vanuit een filosofie waarbij 100% natuurlijke en niet-geraffineerde voeding centraal staat.”, aan het woord is Chantal Voets van Noble House, ondermeer bekend van de Amanprana producten. “Natuurlijk, biologisch, gezond en vooral ook heel lekker: daar draait het om!”
Voeding als medicijn Chantal Voets en echtgenoot-zaakvoerder Bart Maes hielden altijd al van lekkere voeding. Eén gebeurtenis in het leven van het echtpaar overtuigden hen echter van het belang van voeding voor gezondheid en welzijn. De concentratieproblemen bij hun dochter baarde hen veel zorgen. De diagnose na het bezoek aan tal van artsen dat de concentratieproblemen bij dochter Maxime veroorzaakt werd door een acuut tekort aan omega 3/6/9 vetzuren was verrassend. De snelle verbetering van de schoolresultaten door de inname van plantaardige omega 3/6/9 veranderde het leven van de familie Maes voor goed. Op hetzelfde moment laste Bart Maes een sabbatjaar in en gooide zich vol overgave op de studie van voeding en de effecten op het menselijk welzijn. Het aanvullen van de voeding met essentiële omegavetzuren moest vast en zeker ook voor tal van andere mensen een weldaad betekenen. Vooral de hoge levensverwachting op het Japanse eiland Okinawa (waar in verhouding de meeste honderdjarigen ter wereld leven) boeide hem. Tal van studies wezen op het positieve effect van de voeding die er bijzonder rijk is aan plantaardige omegavetzuren. Bart Maes en familie beslisten daarom in 2003 te starten met de productie en verdeling van biologische ongeraffineerde oliën van plantaardige oorsprong in België en de buurlanden.
Geen isolaten in de Amanprana producten Ondertussen zijn we vijf jaar verder en is het aanbod van Noble House sterk gegroeid en zijn de producten verkrijgbaar in natuurvoedingswinkels in tien Europese landen. Alle producten die geproduceerd en verdeeld worden door Noble House zijn volledig in overeenstemming met de filosofie van het bedrijf: de kracht van 100% natuurlijk en nietgeraffineerde voeding. Dat dit geen holle woorden zijn wordt met passie uitgelegd. Chantal Voets: “Wij geloven in de inwendige kracht van kwalitatief hoogstaande voeding zonder toevoegingen. Isolaten hebben nooit dezelfde synergetische werking van een natuurlijk product. Een gemiddeld natuurlijk voedingsproduct zoals een sinaasappel, wortel, aardappel, sla bevat wel 500 verschillende micro-nutriënten. Een isolaat kan dit nooit evenaren. Wie gezond wil eten is beter af om een product te kopen dat van nature rijk is aan vitamines of omega-vetzuren. Geraffineerde producten horen dan weer niet thuis in een gezonde voeding. Bij het raffineren van voeding haal je bijna al het waardevolle uit voeding. Onze Okinawa Omega-olie bijvoorbeeld bevat naast alle essentiële omega-vetzuren van nature ook een hoog gehalte vitamine E en carotenen. Dat werkt veel beter dan het kunstmatig toevoegen van die vitaminen. Meer en meer wetenschappelijke studies bevestigen onze filosofie trouwens. Als mensen hoogwaardige voeding tot zich nemen, bieden ze hun lichaam een heel palet aan waardevolle voedingsbestanddelen, hun lichaam zal dan alle bestanddelen opnemen waar het op dat moment behoefte aan heeft.”
Het gouden trio: Amanprana’s extra vierge kokos-, palm- en olijfolie Een van de populairste producten in het gamma van Amanprana zijn de glazen potten met extra vierge koudgeperste olijf-, kokos- en rode palmolie om te frituren, te wokken en te bakken. “Deze oliën zijn koudgeperst en bevatten geen meervoudige onverzadigde vetzuren waardoor ze bijzonder geschikt zijn om te bakken of te frituren. Ze zijn zeer gezond, heel lekker en hebben een lange levensduur. Mooi aan dit trio is dat ze elkaar zo perfect aanvullen op het vlak van smaak en gezondheidsvoordelen. Extra vierge kokosolie is bijzonder makkelijk verteerbaar, lekker van smaak en heeft tevens een antimicrobiële en antivirale werking. Extra vierge rode palmolie is dan weer een aanrader voor de gezondheid omwille van zijn rijkdom aan carotenen en vitamine E.” Chantal Voets benadrukt ook het belang van de rode kleur van palmolie: “De rode kleur wijst erop dat het hier om een ongeraffineerd product gaat. De witte variant die ook op de markt verkrijgbaar is, is geraffineerd en daar zijn alle goede eigenschappen van de rode palmolie uit verdwenen.”, waarschuwt Chantal. “Extra vierge olijfolie is dan weer heel goed in de strijd tegen hart- en vaatziekten omwille van de polyfenolen
Organic Retail - september 2008
Het geloof in bio trekt men door in alle geledingen van het bedrijf. Onlangs kregen de werknemers van Noble House een nieuw werkplunje volledig vervaardigd van biologisch katoen.
die erin zitten. Van polyfenolen, waartoe ook de groep van de flavonoïden behoort, is geweten dat ze beschermen tegen vrije radicalen. Oliën en vetten hebben ten onrechte een slechte reputatie. Het menselijke organisme heeft behoefte aan goede vetten, wie deze drie oliën regelmatig en met mate gebruikt, werkt aan zijn gezondheid en het is nog lekker ook.”
Ecologische verpakking De liefde voor gezonde, lekkere voeding wordt bij Noble House ook doorgetrokken in de keuze van de verpakking. “Onze producten zullen zo weinig mogelijk in plastic verpakt worden, omwille van het milieu, de smaak en de gezondheid. Het is niet goed om olie in plastic te verpakken en zeker niet bij onverzadigde olie. De olie gaat immers een chemische verbinding aan met de plastic en er ontstaat een migratie van plastic naar olie. Ook water in plastic flessen vinden wij geen goed idee. Je riskeert minuscuul kleine deeltjes van de plastic op te drinken, en zeker bij warm weer. Dat is ook een van de redenen waarom wij op zoek gegaan zijn naar een lekker water in glazen flessen. We hebben dat ook gevonden: Pineo is een heerlijk zacht water uit de Spaanse Pyreneeën, en verkrijgbaar in een glazen fles.” Ook het milieuaspect wordt bij de verpakkingskeuze niet uit het oog verloren: “Recent hebben we nog het papier op onze olieflessen vervangen door een biodegradeerbare folie op basis van maïs.”, verklaart Chantal, “louter en alleen omdat het nog milieuvriendelijker zou zijn dan het gerecycleerde papier. Hiermee waren we de eerste olieproducent die voor zijn labels dit bio-afbreekbaar materiaal gebruikt.” Het ecologisch denken wordt trouwens doorgetrokken in alle geledingen van het bedrijf. Producten en materialen die we thuis en in onze kantoren gebruiken zijn allemaal milieuvriendelijk en als er iets geschilderd wordt is het met ecologische verven. Trouwens, één van onze dromen voor de toekomst is het meest ecologisch bedrijf te bouwen.”
Chantal: “In Sri Lanka bijvoorbeeld steunen we een Boeddhistische priester en honderden families door het kopen van hun biologische kokosnoten aan een correcte prijs die dan worden opgehaald en verzameld in de fabriek waar ze gekeurd en verwerkt worden . Hetzelfde geldt voor onze rode palmolie: daarvoor werken we alleen met coöperatieven die het Rainforest Alliance embleem hebben. Zo zijn we zeker dat er geen regenwoud gekapt wordt voor onze palmolie. Ook van onze olijfolie weten we perfect waar ze vandaan komt: een klein familiebedrijf in een natuurgebied waar de olijven geplukt, geperst en gebotteld worden. We werken gewoon ook graag met mensen die fier zijn op hun producten en deze ook met liefde en respect behandelen. Daarbij moet ik spontaan denken aan onze walnotenolie uit de Franse Périgord. Deze producent roostert zijn walnoten niet en gebruikt alleen de beste noten voor onze olie. De slechte noten worden onder zijn vakkundig oog met de hand verwijderd. Anderzijds blijven we doorgaan met het steunen van allerlei projecten die het milieu en de natuur beschermen zoals het zeehondenproject van Annemarie Postma of de samenwerking die we hebben met diepzeefotograaf Dos Winkel die opkomt voor de bedreigde ecosystemen in de oceanen.”
Amanprana en ethische handel De biologische sector wordt meer en meer aangetrokken door de principes van eerlijke handel. Ook bij Noble House probeert men zoveel mogelijk een eerlijke en ethische handel te voeren, verduidelijkt
www.noble-house.tk
25
Verkoop Ecover groeit met meer dan 20% Ecover, Europees marktleider in ecologische was- en reinigingsmiddelen blikt tevreden terug op de resultaten van het afgelopen jaar. De fabrikant met productie-eenheden in België en Frankrijk kende in 2007 een marktgroei van maar liefst 21%. Binnenkort pakt men ook uit met een nieuw vernuftig hervulsysteem exclusief voor natuurvoedingswinkels.
Internationale groei De sterke groei dankt Ecover met name aan de intrede in supermarkten in verschillende landen. Zo zijn de producten nu ook te koop in de Franse supermarkten van Auchan en Carrefour. Ook in België was er een doorbraak in het supermarktkanaal: de verkoop steeg er in 2007 met 74%. Onder andere Delhaize en Carrefour beslisten immers de keuze van Colruyt voor Ecover te volgen en de producten een plaats in de schappen te geven. Deze nieuwe distributiekanalen zorgden in België voor een algemene groei van 71%. De verkoopsgroei in natuurvoedingswinkels was minder spectaculair maar even mooi: Ecover tekende een stijging met 21% op in de natuurvoedingswinkels in de Benelux. Ook in de rest van de wereld doet Ecover het goed. In Zwitserland steeg de omzet met 53%. In Denemarken, Duitsland en Japan met respectievelijk 51%, 42% en 33%. Voor 2008 verwacht het bedrijf een globale groei van 18%, wat hun omzet op 78 miljoen euro brengt. Ecover gebruikte 4,6 miljoen van deze omzet voor investeringspojecten, zoals de renovatie van de fabriek in Malle. Michaël Bremans, CEO van Ecover schat het Europees marktaandeel van zijn bedrijf op 1% van de totale markt van was- en reinigingsmiddelen. Minder milieubelastende producten moeten dus nog steeds opboksen tegen de overmacht van de traditionele producten. Sommige individuele producten doen het echter aanzienlijk beter. Als voorbeelden vermeldt Bremans het Ecover afwasmiddel dat in het Verenigd Koninkrijk 6% marktaandeel heeft, of de handzeep met pompsysteem d in België neemt dan weer 3% in. Een andere groeipool voor het bedrijf is de professionele markt waar de verkoop met 37% steeg. Ook overheden kiezen voor Ecover: waaronde de stad Antwerpen en de stad Gent.
Nieuw hervulsysteem Ecover produceert niet alleen ecologisch verantwoorde producten en doet dat niet alleen op een ecologische manier. Het bedrijf bedenkt ook steeds nieuwe dingen om alles nog meer ecologisch te maken. Zo start Ecover met een hervulsysteem dat voor minder verpakkingsafval moet zorgen. De Ecoverflessen kunnen zo tot 1.000 maal hervuld worden. De 15-liter bag-in-box-dozen worden opgesteld in de winkel. De klant brengt zijn eigen oude fles mee, hervult ze aan
het gebruiksvriendelijke tapje en bespaart zo 10% op zijn rekening. De installatie van 35.000 reservoirs van 15 liter betekent een besparing van enkele miljoenen flessen en dat betekent heel wat voor het milieu. De reservoirs zelf zijn volledig recycleerbaar. Het systeem wordt momenteel getest in de Belgische Bioshops en zal daarna stapsgewijs in andere natuurvoedingswinkels ingevoerd worden. De winkelier heeft de keuze tussen een totem die vier ‘bag-in-box’-eenheden met tapsysteem bevat of het plaatsen van de hervuldozen in de rekken. De totem neemt 76 cm op 78 cm op 223 cm in beslag. Bovendien werkt Ecover aan een vernuftig systeem om te controleren of iemand een nieuwe fles kocht of het systeem gebruikte. Nieuwe flessen, die langs de kassa passeren krijgen een nieuwe streepjescode opgekleefd. Op die manier hoeft er geen medewerker klaar te staan om te assisteren bij het vulsysteem of hoeven de dozen niet aan de kassa te staan om controle te bieden.
Waterproject in Ethiopië Naast de bekommernissen om het milieu, denkt Ecover ook aan sociale wereldproblemen. Begin dit jaar startte het bedrijf een 3-jarig partnership met de internationale organisatie WaterAid in Ethiopië. Het project richt zich op watervoorziening, verbetering van sanitaire structuren en onderwijs gericht op persoonlijke hygiëne. Dankzij dit project zullen ruim 15.000 mensen uit de regio Hintalo-Wajerat toegang krijgen tot zuiver, veilig water en de noodzakelijke sanitaire voorzieningen.Tot voor kort moest men elke dag enorme afstanden afstappen op zoek naar zuiver water. Ecover gelooft sterk dat dit een eerste stap uit de armoede kan betekenen. De dagelijkse trips naar het huidige waterreservoir zorgden er ook voor dat kinderen niet naar school konden. Ook dat schrijnend probleem hoopt Ecover met het project mee op te lossen.
Organic Retail - september 2008
“Less Meat, Less Heat” Nobelprijswinnaar vrede Pachauri over de link tussen vlees en klimaat
Rachendra Pachauri, voorzitter van het VN-klimaatpanel (IPCC) en Nobelprijswinnaar voor de vrede, sprak op 30 augustus voor een volgepakt auditorium in Gent (België) voor het eerst in zijn carrière over de link tussen vleesconsumptie en de impact op het milieu. “Onze vleesconsumptie vertegenwoordigt achttien procent van de globale broeikasgasuitstoot, dat is meer dan het wegtransport. Als we iets willen doen aan de opwarming van de aarde moeten we dringend minder vlees eten”, is de boodschap van Pachauri.
2 miljoen ton CO2 Dat de globale temperatuur stijgt en dat dat rampzalige gevolgen heeft voor onze leefomgeving, is gekend. Dat het eten van vlees daar veel mee te maken heeft, is echter minder geweten. Mensen linken de huidige milieuproblematiek met dingen die vanzelfsprekend zijn: uitlaatgassen in het verkeer, energieverbruik, verpakkingen,… Op vraag van de Belgische vegetarische vereniging EVA, kwam Rachendra Pachauri daarom voor de eerste keer in zijn carrière als milieugezant praten over een thema waar iedereen dagelijks mee te maken heeft en dat nefast blijkt voor ons milieu: vleesconsumptie. Pachauri: “Mocht iedere Belg (er zijn ruim 10 miljoen Belgen) een dag per week geen vlees eten, zou dat jaarlijks een besparing betekenen van om en bij de 2 miljoen ton CO2. Mochten we 1 miljoen auto’s van de weg halen, zouden we hetzelfde cijfer bekomen. De vleesoptie lijkt mij makkelijker haalbaar dan de auto-optie.”
Als je de landbouwgrond die gebruikt wordt voor veevoeders zou gebruiken voor menselijke voeding, zou er heel wat minder honger zijn in de wereld. 1 hectare landbouwgrond die louter gebruikt wordt voor groenten, fruit en granen voor menselijke consumptie kan 30 personen voorzien van voedsel gedurende een jaar. Wordt diezelfde oppervlakte gebruikt voor veevoeder, dan levert het vlees slechts voedsel op voor 5 tot 10 personen. Bovendien bezorgt onze overmatige vleesconsumptie ons ziektes als kanker, hartziekten, diabetes type 2 en overgewicht. Daarom raad ik aan om met zijn allen de vleesconsumptie te matigen.”
Mest Pachauri: “De vervuilende factoren in de vleesindustrie zijn divers. Vlees is een heel inefficiënte manier om voedsel te produceren, omdat je eerst veevoeder moet verbouwen. Drie vierde van de landbouwgrond wordt nu al gebruikt voor de veeteelt. Om aan deze permante vraag naar nieuwe landbouwgrond te voldoen, moeten er bomen worden gekapt en daarbij komt de koolstof (CO2) vrij die door de bomen was opgeslagen.” CO2 is het belangrijkste broeikasgas en verantwoordelijk voor de opwarming van de aarde. “Dan is er het probleem van de mest en het verteringsproces van de dieren. De mest is verantwoordelijk voor een enorme uitstoot aan lachgas en de vertering van de dieren zorgt dan weer voor methaangas. Deze broeikasgassen zijn stukken schadelijker dan CO2 en kunnen dus niet genegeerd worden in de oplossing van de globale opwarming. Vleesverwerking en bewaring vraagt dan weer enorm veel energie. Energie die meestal niet van de meest duurzame bronnen komt. De productie van 1 kilo rundvlees gaat gepaard met evenveel broeikasgassen als een autorit van 45 kilometer, of 4,5 kilo CO2-equivalent, terwijl een bord groenten slechts instaat voor 0,18 kilo CO2-equivalent. Een laatste, niet te verwaarlozen probleem, is het gebruik van water in de industrie. Voor je een kilogram rundvlees op je bord hebt, is er 15.500 liter water verbruikt, terwijl een kilo maïs slechts 900 liter water vereiste.”, stelt de baas van het Internatinaal Klimaatpanel.
Wereldhonger Rachendra: “Vervuiling is trouwens niet het enige probleem dat de vleesindustrie veroorzaakt. Zo is het ook een feit dat vlees het probleem van de wereldhonger niet oplost, maar zelfs tegenwerkt.
Foto: Marco Chiodi
27
Dossier
> Tandpasta
Natuurlijke tandpasta, terug naar de essentie De cosmetica-industrie is steeds in beweging. Er worden nieuwe ingrediënten uitgevonden en nieuwe behoeftes verzonnen. Ingrediënten die achteraf niet altijd even gezond blijken en behoeftes die de mens echt niet heeft. En toch wordt er op de conventionele markt, ook die van tandpasta, steeds vooruitgekeken en nooit terug. De producent van de natuurlijke tandpasta, een buitenbeentje in de industrie, keert echter terug. Terug naar de essentie en terug naar ingrediënten die eeuwenlang hun bestaansrecht bewezen hebben.
Deze producenten herontdekken oude wijsheden en vertalen ze naar moderne behoeftes op de biologische markt: een eerlijke, duurzaam product dat niet schadelijk is en doet wat het dient te doen. Natuurlijke tandpasta’s keren hun rug naar fluor en zeep en mengen vervlogen eeuwen met de 21e eeuw.
Fluor: goed of slecht? Fluoride is een afvalproduct van de aluminiumindustrie. De Amerikaanse dokter Gerald Cox was de eerste wetenschapper die dit afvalproduct een positief gezondheidsaspect toedichtte. Hij onderzocht fluoride-toxiciteit bij aluminiumarbeiders en ontdekte dat het in kleine doses een versterkend effect had op het glazuur.
Prompt werd het goedje op deze manier gepromoot en begon de Amerikaanse regering fluoridetabletten toe te dienen aan kinderen en pompte zij fluoride in het kraantjeswater. De tandpasta-industrie volgde snel. De tabletten werden afgevoerd, omdat veel kinderen over maaglast kloegen na de inname van deze tabletten. In de Europese landen waar dat wel nog het geval was, wordt het goedje binnenkort niet meer toegevoegd aan het drinkwater. De traditionele fluortandpasta ligt echter nog steeds in de rekken en houdt goed stand. Nochtans zijn er veel wetenschappelijke stemmen opgegaan tegen het gebruik van fluor, omdat het nefast is voor de botstructuur en de enzymen uit speeksel sloopt, waardoor een optimale vertering verhinderd wordt.
Organic Retail - september 2008
Ook zou het een effect hebben op de DNA-structuur en een negatief effect op de darmflora. Deze alarmerende beweringen brengen tandenpoetsers naar de biowinkel: “Heeft u een alternatief?”
Natuurlijke tandpasta Dat heeft u. Een waardig alternatief zelfs. De natuurlijke tandpasta die bij u in de rekken ligt, vervult dezelfde functies als conventionele tandpasta en speelt, net als conventionele tandpasta in op de meest voorkomende problemen in de mond: gaatjes en wegtrekkend tandvlees. Alleen doen ze dat zonder gebruik te maken van schuimmiddelen, fluoriden, ontsmettingsmiddelen of optische blekers, wat ze meteen gezonder maakt. Om de tanden te poetsen, bevatten de natuurlijke pasta’s meestal zoutkristallen. Deze schuren de tanden op een zachte manier zonder enige beschadiging. Bovendien hebben ze een regulerende werking op de pH-waarde in de mond, wat de vertering positief beïnvloedt en gaatjes voorkomt. Op deze manier worden resten die op de tanden blijven plakken zorgvuldig verwijderd en dat verhindert dan weer de vorming van gaatjes. Veel natuurlijke tandpasta’s gebruiken kruiden die bijvoorbeeld het probleem van wegtrekkend tandvlees oplossen. Wegtrekkend tandvlees zorgt niet alleen naast een oncomfortabel gevoel, maar zorgt er ook voor dat delen van de tand bloot komen te liggen. Het gevolg is extra gevoeligheid en tanden die los komen te zitten. Er ontstaat tandhalsgevoeligheid aangezien de zenuwkanalen vrij komen te liggen. Deze veel voorkomende aandoening, parodontose, wordt het best behandeld met kruiden. Conventionele tandpasta’s voor parodontose verstoppen immers de kanaaltjes van de zenuwen, waardoor de pijn tijdelijk verdwijnt, maar het probleem op zich niet opgelost wordt.
Dagelijks smeren met tandvleesbalsem en poetsen met een aangepaste tandpasta kan al veel onheil voorkomen. Ook de manier waarop men poetst, is belangrijk. Het is onlogisch om het tandvlees met de borstel verder omhoog te duwen, dus raadt men een klant met parodontose best aan om de richting van het tandvlees te volgen bij het poetsen. Wat de tandpasta zelf betreft, wordt Teatree aangeraden voor de ontstekingsremmende en anti-bacteriële werking. Dit natuurlijk ingrediënt voorkomt abcessen op de vrijgekomen tandhals.
De markt Aangezien er evenveel tandproblemen zijn als klanten, kun je maar beter een uitgebreid assortiment in de rekken plaatsen. Wat is er te vinden op de markt? WalaVita Het zusterbedrijf van Dr. Hauschka, WalaVita, specialiseert zich enkel in tandpasta met een uiterst kwalitatief product als resultaat. WalaVita is trots op zijn expertise en de kwaliteit van de grondstoffen. De zoutoplossing die zij gebruiken voor WalaVita’s top seller, de Citrisol tandpasta, komt bijvoorbeeld uit Bad Dürrenberg, dat bekend staat om zijn ‘pekel’. Deze zoutoplossing bevordert de aanmaak van speeksel. De andere tandpasta’s bevatten silica als schuurmiddel. WalaVita gebruikt geen schuimmiddelen of fluor en is BDIH-gecertificeerd. Weleda Tandvleesproblemen blijken een constante bij de tandverzorgingsproducten van Weleda. Ze voegt aan de volledige lijn natuurlijke tandpasta weefselversterkend mirre en ratanhiawortel toe die het tandvlees verstevigen. Calendula en kamille werken dan weer ontstekingsremmend en paardenkastanje biedt een natuurlijke bescherming tegen cariës.
29
Ecover, â&#x20AC;&#x2DC;t is ecologisch! Ecoverâ&#x20AC;&#x2122;s ecologische was- en reinigingsmiddelen worden gemaakt op basis van hernieuwbare plantaardige grondstoffen en mineralen. Zij worden al meer dan 25 jaar op een ecologisch, economisch en sociaal verantwoorde manier geproduceerd, in een unieke ecologische fabriek. Eerlijk en open, met respect voor mens, dier en milieu. Meer info op www.ecover.com
Dossier
Organic Retail - september 2008
> Tandpasta
Zuiveringszout en kwarts schuren de tanden op een milde manier. De kindertandpasta werd op maat van kindermondjes gemaakt en smaakt heerlijk naar munt en venkel en wordt in de internationale pers geprezen om zijn doeltreffendheid en aangename smaak. Uniek in het Weleda-gamma is de tandvleesbalsem, die het probleem van wegtrekkend en ontstekend tandvlees verhelpt.
Een mix van poeder van verbrande aubergines en zeezout wordt er over de tanden gewreven, waardoor onzuiverheden worden weggeschuurd en het tandvlees wordt verzorgd. Het poeder kan trouwens ook gebruikt worden om bloedingen te stelpen, zelfs buiten de mond. ‘Dentie’ zoals het middel heet, is beschikbaar als poeder in een zakje of verwerkt in tandpasta.
Druide Druide tandpasta is relatief nieuw op de markt. Twee jaar geleden besloot Druide het gat in de Canadese markt van natuurlijke tandpasta’s te vullen. Hoewel er veel ‘natuurlijke’ tandpasta’s op de markt waren, werd de term ‘natuurlijk’ erg losjes gebruikt. Daarom besliste Druide op elk punt te letten. Druide maakt gebruik van hoogkwalitatieve essentiële oliën en de verpakking is biologisch afbreekbaar. Aangezien het product met de hand wordt gemaakt, is het prijskaartje net iets duurder. Voor de Belgische en Nederlandse markt is Druide nog op zoek naar een verdeler, maar op de Franse markt is het product verkrijgbaar. Druide komt binnenkort met een bananentandpasta op de markt. Lavera Lavera Basic gebruikt natuurlijke silica en calciumcarbonaat om de tanden te schuren. Bovendien is de tandpasta uitermate geschikt voor gevoelige tanden met echinacea en propolis.
Weleda
Ciel d’Azur Ciel d’A zur biedt een volledig gamma dat niet enkel mondproblemen verhelpt. Anijs verhelpt maagproblemen, citroen versterkt het tandvlees, menthol werkt afkoelend, rozemarijn biedt extra hygiëne, salie werkt tonificerend en tijm stimuleert. Urtekram Koploper bij Urtekram is de kindertandpasta. Deze biedt een lekkere smaak zonder suiker of synthetische zoetstoffen. Urtekram gebruikt aloe vera en groene thee voor de positieve werking op het tandvlees.
Lavera
Materiaal Niet enkel de tandpasta zelf kan duurzaam zijn, ook je borstel of andere tandgerelateerde spulletjes kunnen voldoen aan de eisen van de bioconsument. Bij Frisadent kun je tandenborstels inkopen met een verwisselbare kop. Dat voorkomt verspilling. Preserve biedt dan weer een tandenborstel en tongschraper uit gerecycleerd materiaal aan. En Planet Kid won de prijs voor product van het jaar in Frankrijk met zijn kindertandenborstel.
Nieuwigheden Twee nieuwigheden op het vlak van natuurlijke tandhygiëne komen beide toevallig uit Japan. De Soladey-2-tandenborstel is een ionische tandenborstel. Onder invloed van een natuurlijke of kunstmatige lichtbron produceert het titaniumdioxide-staafje elektronen die helpen bij het verwijderen van dentale plaque. De negatief geladen elektronen worden aangetrokken door de positief geladen ionen van het zuur in de plaque en neutraliseren zo de bacteriën die de plaque veroorzaken. Tandpasta is niet of bijna niet nodig met deze tandenborstel, maar kan wel steeds voor een frisse smaak zorgen. Een andere Japanse tandhygiënetraditie heeft te maken met aubergine! Het goedje wordt er al eeuwen door gezinnen zelf gemaakt, maar bereikt nu pas de Westerse markt.
Urtekram
31
Shopping
> Frankrijk
“Consequent ecologisch denken als winkelier” Natur’Eol nabij Toulouse geeft het goede voorbeeld Enkele maanden geleden opende nabij Toulouse een nieuwe Biocoop-vestiging met 300 vierkante meter winkeloppervlakte en vijf medewerkers: Natur’Eol. Met deze nieuwe vestiging komt de teller van de Biocoop winkels in de omgeving van ‘la ville rose’ op zes te staan (voor heel Frankrijk zijn er dat 311). Jérôme Bernard, oprichter en winkeluitbater is heel betrokken bij zijn winkel. Hij koos voor een innovatief project waar consequent ecologisch denken centraal staat. Als nieuwkomers in de biosector kozen hij en zijn echtgenote voor een project op lange termijn.
Jérôme Bernard is landbouwingenieur van opleiding en groeide op als zoon van een echtpaar dat een supermarkt bezat in de regio Charente. Een winkelpunt uitbaten zit hem dus in de genen en de passie voor bio en het milieu groeide met de jaren. Het begon tijdens zijn studies toen hij besloot een verhandeling te schrijven over biodynamische landbouw in de Canadese provincie Québec. “Op dat moment was er in Frankrijk eigenlijk niemand geïnteresseerd in dat onderwerp!”, glimlacht Jérome. Het idee om een natuurvoedingswinkel te openen was er al een tijdje. Uiteindelijk besloot hij zich aan te sluiten bij Biocoop.
“Ik koos voor Biocoop omwille van hun leiderschap in Frankrijk en het evenwicht tussen het economische belang en het respect voor de leden. Ook de coöperatieve werking van Biocoop was een beslissende factor. Als er belangrijke beslissingen genomen worden bij Biocoop, dan telt iedereen even hard mee en dat vind ik belangrijk.” De begeleiding bij het opstarten van de winkel, het leveringssysteem en de selectie van kwaliteitsproducten waren andere bepalende zaken voor Jérôme Bernard. “Als uitbater is dat een belangrijke zekerheid en kan je je verder concentreren op je eigen vestiging. En dat is al een hele klus!”
Organic Retail - september 2008
Prijsbewust
Houten constructie Alvorens Jérôme Bernard van start ging met zijn project volgde hij een opleiding ecologisch bouwen. Hij had immers al besloten dat de winkel nieuwbouw moest zijn maar ook anders en meer vernieuwend dan wat gangbaar is in de sector. Het project van Jérôme resulteerde in een mooi houten gebouw gecombineerd met betonnen tegels die de temperatuur in het gebouw stabieler maken – we bevinden ons in Zuid-Frankrijk... De architect werkte samen met een thermisch ingenieur en zorgde ervoor dat het gebouw voldoet aan de bekende ISO 14001 milieunorm, hoewel het gebouw nog niet gecertificeerd werd. Door het gebruik van geavanceerde isolatiematerialen slaagde men erin om het energieverbruik met een factor vier te verlagen in vergelijking met een conventioneel gebouw. Daar blijft het niet bij: het regenwater wordt opgevangen, gefilterd en met UV-stralen gezuiverd zodat het perfect herbruikbaar is. Zonnecellen op het dak staan in voor de warmwatervoorziening en er is ook een kleine windmolen voorzien voor binnenkort. Die windmolen is goed voor 15000 kilowattuur per jaar en zal de energiefactuur van Natur’Eol aanzienlijk verkleinen. Tot slot is het gebouw ook voorzien van een ‘dubbel flux’ mechanisch gecontroleerd ventilatiesysteem die zorgt voor een continue luchtverversing. Wanneer Jérôme na het bouwen de rekening maakte stelde hij vast dat zijn winkel 10 à 15% duurder is dan een klassieke winkelbouw. Hij rekent er echter op dat deze investering zich zal terugbetalen door de aanzienlijk lagere energiekosten.
De winkel zelf onderscheidt zich op verschillende vlakken. Opvallend is het prijsbewustzijn van Jérôme Bernard. “Ik wil bio binnen het bereik van iedereen brengen. In elk gamma bieden wij een productreferentie die zeer betaalbaar is. Ik heb dan ook veel tijd gestoken in de selectie van een aantal courant verkochte producten: olijfolie van het vat, bloem, eieren…” Om de prijs zo aantrekkelijk mogelijk te maken heeft hij zelfs 2% van zijn winstmarge afgeknabbeld – de klanten kunnen er maar wel bij varen. Ook verruimde Jérôme zijn aanbod bulkgoederen. Het resultaat is indrukwekkend en ongezien: een tapwand met liefst 150 referenties. Ook producten die minder vanzelfsprekend zijn, bevinden zich in het aanbod bulkgoederen: bloemsoorten, koffie, thee, koekjes, pasta… Het hele concept kent veel succes en is al goed voor 15% van het zakencijfer. Niet enkel het budget is gediend met deze aanpak, vertelt Jérôme, ook het milieu: “Een van onze principes is dat het beter afval sorteren begint bij het sorteren van je aankopen.”, glimlacht hij.
Gratis zuiver water De milieubekommernis van Jérôme Bernard stopt niet bij de bulkafdeling. “Ik vind de gigantische verkoop van water in flessen in Frankrijk verontrustend. De verkoop van water in plastic flessen zorgt in ons land voor een jaarlijkse afvalberg van 300.000 ton en de verwerking kost bovendien massa’s energie!” Daarom koos hij voor het aanboren van een waterbron die via een ingenieus filtersysteem zorgt voor zuiver water.
33
Shopping
> Frankrijk
Onzuiverheden, nitraten, bacteriën en zware metalen worden dankzij vijf filters uit het water gehaald. Natur’Eol biedt zijn klanten de mogelijkheid om hun flessen gratis te komen vullen aan de ‘bron’ in de winkel. Dit ongewone aanbod verrast ook de klanten, maar voor Jérome past het in een consequente ecologische uitbating van zijn winkel. “Eerst hadden we geen water in aanbod maar sommige klanten bleven vragen achter water in flessen. Ik hoop dat ze gaan beseffen dat dit een goede zaak is voor iedereen, maar dat vraagt misschien wat tijd.” Daarom besliste men bij Natur’Eol om een beperkt aanbod flessenwater te plaatsen. Maar de klant wordt er wel op gewezen dat het gratis beschikbaar water een veel betere oplossing is voor het milieu. Ook wie meer informatie wil over efficiënte waterzuivering kan trouwens terecht bij Jérôme of één van zijn medewerkers.
Meer aanbod Bij de inrichting van de winkel werden aparte hoeken gecreëerd: ecoproducten, textiel, verswaren, bulk, wijn, kaastoog met bediening… Natur’Eol tracht zijn klanten ook een compleet aanbod vlees en charcuterie aan te bieden dat ter plaatse wordt versneden, hoewel het hier om een stand met beperkte oppervlakte gaat.
“Als je voor bio kiest, is het logisch dat je je vleesconsumptie beperkt. Vlees vraagt nu eenmaal veel water en soja… Maar wie vlees wil, moet het ook in onze winkel kunnen krijgen.”, legt de landbouwingenieur uit. Jérôme heeft ook nog tal van ideeën om het aanbod te verruimen en vindt het spijtig dat hij niet meer ecologische producten kan aanbieden. “Ik overweeg ook nog te starten met een aanbod vis. Net als voor vlees beschikt men bij de Biocoop-centrale over een goed en regelmatig aanbod verse biologische vis. We gaan het nog bekijken.” Natur’Eol is goed van start gegaan, maar natuurlijk is niet alles perfect. Zo maakt men zich een beetje zorgen over de gebrekkige aanlevering van sommige producten ten gevolge van een krap aanbod. 2008 was voor Frankrijk een moeilijk jaar op dat vlak met voornamelijk problemen in het aanbod fruit, groenten en kazen. Door het groeiend aantal biowinkels in Frankrijk – die ook steeds ruimer worden - stijgt de vraag voortdurend. Landbouwers, telers en producenten kunnen niet altijd volgen. Ook het aanbod producten uit de eigen streek is voor de man achter Natur’Eol nog niet volledig naar wens: “Ik schat dat slechts 5% van de producten lokaal geproduceerd werd en dat is te weinig. Ons vlees is van PoitouCharentes bijvoorbeeld, maar het moet toch mogelijk zijn om dat dichterbij te halen.” Daarom denkt Jérôme Bernard eraan om lokale producenten te ondersteunen die de overstap naar bio overwegen, bijvoorbeeld via een contract dat een bepaald afnamevolume vastlegt. Daarmee zit hij trouwens op dezelfde lijn als de Biocoop-centrale.
Chef’s Corner
Organic Retail - september 2008
> Nederland
“Biologische ingrediënten zijn krachtiger” Biozorg, de eerste biologische maaltijdenleverancier in Nederland Sinds april 2008 kan elke organisatie in Nederland dat biologische maaltijden wil aanbieden terecht bij Biozorg, een pionier in Nederland op het vlak van biologische catering. Raymond Hertong, directeur en bezieler van Biozorg in Haaksbergen, Nederland waagde begin dit jaar de sprong in het onbekende. Met succes. Raymond: “We voorspellen bovendien dat grote reguliere bedrijven zoals Rabobank en de zorgverzekeraars snel zullen volgen. Er zijn ook al reacties van Sodexho en Kompass. Deze leveranciers van maaltijden gaan zich heroriënteren. Er roert zeker wat in de biologische cateringsector. We krijgen zelfs reactie vanuit België.”
Prijs
Raymond Hertong genoot een opleiding als slager. Na enkele jaren in het vak werd hij kok en ging aan de slag als menu-ontwikkelaar. Hij werd enkele jaren geleden benaderd door Infodish, een product- en conceptbureau dat gespecialiseerd is in voeding, om uit te zoeken of biologische grootkeuken een toekomst had. Raymond stapte vol enthousiasme in het pilootproject dat daaruit ontstond. Hij kreeg de taak op zich om 400 personen in een Nederlands tehuis te voorzien van biologische maaltijden gedurende enkele maanden. Raymond werkte een menu uit dat breed was en werkbaar en tegelijkertijd erg smaakvol. De respons die hij kreeg was een teken aan de wand voor Raymond. Hij sloot het project met succes af en startte meteen met Biozorg. Een experiment werd een volwaardige bedrijfsactiviteit.
Zorg Raymond koos voor de naam ‘Biozorg’, omdat hij voorspelde dat de meeste vragen vanuit de zorgsector zouden komen. Al gauw bleek dat ook gewone bedrijven interesse hadden voor de diensten van Biozorg. Bovendien werd een convenant uitgevaardigd door de Nederlandse overheid waarin staat dat alle Nederlandse ministeries tegen 2010 100% duurzaam moeten eten, waarvan minstens 60% biologisch. Aangezien er 445.000 ambtenaren zijn in Nederland voorziet Biozorg dat ongeveer de helft daarvan binnenshuis bio zal eten.
Nochtans blijken de maaltijden bij Biozorg duurder te zijn. Is er een markt voor duurdere voeding in op het moment dat er sprake is van een voedselcrisis? Raymond: “Er is absoluut een doelgroep die bereid is om meer te betalen voor biologische maaltijden. Ik heb het dan over tweeverdieners en 50-plussers. Vooral die laatste groep is sterk bezig met de gezondheid en dat vertaalt zich in hun maaltijden. De prijs is immers ook niet zoveel hoger, zo blijft het voor de prijsbewuste consument makkelijk te verantwoorden om een biologische convenience maaltijd in het karretje te gooien. We merken ook dat het rendement van biologische groenten tot 10% hoger ligt. Wanneer je reguliere prei of witloof roerbakt, moet je eerst het vocht wegbakken. Dat hoeft niet bij biogroenten. Dat maakt het productieproces net iets makkelijker en bovendien bak je op die manier de smaak van de groenten niet weg. Hetzelfde verhaal heb je bij biologisch vlees. 100 gram biovlees betekent 100 gram biovlees, niet 80 gram vlees en 20 gram water. Dat zorgt ervoor dat de prijs niet te hoog wordt.”
Saus Raymond: “Bovendien zijn biologische ingrediënten krachtiger. De hulpstoffen die een bepaalde consistentie opwekken in een saus, bijvoorbeeld, doen dat veel feller dan de reguliere versies. Dat betekent dat je minder nodig hebt voor dezelfde saus. We zijn voor sauzen trouwens moeten afstappen van het aardappelzetmeel dat traditioneel wordt gebruikt. Mijn sauzen waren veel te dik. Dat zegt veel over het verschil tussen reguliere en biologische groenten. Ik heb veel recepturen moeten aanpassen om soortgelijke ‘problemen’ te voorkomen, maar dat maakt de job dan weer extra uitdagend.” En dan hebben we het nog niet over de smaak gehad. Een biologische wortel smaakt harder door dan een reguliere wortel. Wil je een gerecht dus de smaak meegeven van een wortel, dan heb je opnieuw minder van de groente nodig om hetzelfde effect te bekomen. Dat drukt de prijs allemaal. Bovendien werken we met een kleinere winstmarge. We willen het product een kans tot leven geven.”
35
Chefs corner
> Nederland
“We merken dat het rendement van biologische groenten tot 10% hoger ligt” Pionier Biozorg is de eerste biologische maaltijdenleverancier in Nederland. Dat moet wel voor uitdagingen zorgen. Raymond: “We moeten inderdaad de kar trekken en dat betekent dat we voor elk probleem een oplossing moeten bedenken en nieuwe ideeën moeten ontwikkelen. We doen om te beginnen alles zelf. Op die manier heb je immers meer controle over het proces. We werken met groenteboeren en een slager die al 15 jaar in het biologische vak staan. Op hun expertise kunnen we dus gelukkig steunen. Bovendien zorgen de contracten met hen dat we gegarandeerd over een bepaald volume aan groenten en vlees kunnen beschikken, want dat is soms een probleem in de biosector. Je kan er immers niet zomaar terugvallen op diepvriesgroenten, want die zijn er gewoon niet. Ook de boeren zijn op die manier zeker van afzet en durven op die manier wat meer verbouwen.”
Gamma Hoewel de biologische producten op dit moment nog niet en masse verkrijgbaar zijn, kan de klant bij Biozorg wel kiezen uit een enorm gamma. Raymond: “Door onze creativiteit slagen we erin een breed aanbod te creëren. Je kunt bij ons kiezen uit volledige maaltijden, componenten
voor maaltijden, convenience maaltijden (dus gegaard en geproportioneerd), verschillende soorten pasta’s, verschillende rijstsoorten, vlees in sauzen, gegaarde groenten en ook gewoon verse, gesneden groenten. De klant kan dus kiezen om deels of volledig zelf te koken. De toelevering van groenten kan soms een probleem zijn, maar ook dat kunnen we best creatief oplossen. Het grootste probleem zijn de sauzen. Die biologische verdikkingsmiddelen maken het ons soms erg moeilijk. Maar dan doe je toch gewoon terug aan productontwikkeling. Wij zijn bijvoorbeeld overgeschakeld op tapioca. Dat werkt fantastisch. Verder werken we met een seizoensassortiment. Elk seizoen wordt het gamma aangepast aan de groenten die kunnen geleverd worden. Ook dit zorgt weer voor afwisseling in het gamma. Biologisch koken heeft meer voordelen dan je dacht!”
Organic Retail - september 2008
37
Veggie Raymond: “We kozen ook voor een uitgebreide keuze aan vegetarische gerechten. We merken immers dat mensen die voor bio kiezen vaak ook voor veggie kiezen. We werken met een vleesvervanger op basis van zuivel. Of we laten het vlees weg en verwennen die mensen met meer groenten. De pasta’s blijken de toppers. Vooral op het vlak van convenience in supermarkten. Een pastaatje is immers snel meegenomen. Iedereen lust wel pasta. Een samengestelde maaltijd is veel persoonlijker. Je kunt verzot zijn op puree met worteltjes, maar dat blinde vinkje erbij lijkt je maar niks? Dan laat je de schotel liggen. Wat veel mensen ook vragen is de voedingswaarde van al onze producten. Mensen blijken echt met hun gezondheid bezig te zijn.”
Opnieuw verzinnen Raymond: “Zelf sta ik uiteraard ook volledig achter het idee ‘bio’. Ik merk het thuis ook. Mijn dochter eet de biologische groenten liever dan de reguliere. “Die smaken lekkerder, papa”, zegt ze. Zo simpel is het. Bovendien is de sector zoveel boeiender. Als reguliere cateraar heb je sneller een contract, maar of je het lang behoudt is nog maar de vraag. Mensen zijn immers het gangbare gewend en of ze nu catering krijgen van bedrijf a of bedrijf b, dat maakt hen weinig uit. Als bio-bezorger sta je wel steviger in je contract. Klanten appreciëren wat je doet en merken gauw het verschil. Het is ook veel fijner werken. Vroeger was het een routine om een aardappelpuree te maken. Daar dacht je niet meer over na. Het wiel werd al uitgevonden. Nu moet ik alles terug uitdenken. Opnieuw verzinnen, opnieuw creëren. Dat maakt het stukken boeiender. Het personeel is ook veel meer begeesterd. Een van mijn koks kwam mee uit het pilootproject bij Infodish. Hij koos na die ervaring bewust voor bio.”
Ambities Raymond: “Onze ambities zijn eenvoudig. We willen van Biozorg een kwalitatief product maken. Ik hoef op dit moment geen verschillende fabrieken over heel Nederland. Laat ons gewoon van deze ene stek een superplek maken. Misschien met een beetje steun van de overheid? Wat mochten zij nu de BTW afschaffen voor bioproducten? Dat zou het prijsverschil serieus drukken! Ze doen wel hun best, hoor. Zo deed de Hogeschool Groningen ook aan bio, maar op een bepaald moment zal het budget op zijn en valt dat biologische weg. Dat budget en het effect ervan door inflatie zijn risicopunten voor ons. Luxeproducten zijn de eerste dingen die sneuvelen op zo’n moment. Is het geld op, dan wordt er teruggegrepen naar gangbare maaltijden. Gelukkig geloven we in het product en weten we dat de smaak boekdelen spreekt. Mijn ouders hadden vroeger een groentenzaak. Een keer in het jaar, gedurende een erg korte periode kon je Opperdoezer-aardappelen kopen. Die waren zo lekker dat mijn vader tijdens die periode er op stond dat mijn moeder die elke dag klaarmaakte. Met een biologische aardappel heb je een nog lekkerder aardappel, dan die Obbedoes en dat het hele jaar door. Bio is iets aparts en dat hopen we over te brengen.”
ant! k o r k d n ove d r e v r o o Crunchy: Verras uw klanten met 3 nieuwe smaken! Appel en Kaneel Choco en Sinaasappel Citroen en Gember www.dehalm.nl
0026_NL_OrgRet.indd 1
23-05-2008 15:36:09
Shopping
> België
Annette Dubois, één van de twee vrouwen achter succesformule Biocap
“Nieuwe allergieën zorgen voor nieuwe klanten in biowinkel” Annette Dubois en Martine Baré hebben goed ‘geboerd’ in de biosector. Alle twee zijn ze al meer dan 25 jaar actief als winkelier: eerst onafhankelijk van elkaar, later als zakenpartners. Deze twee sterke ‘biovrouwen’ baten de Biocap-winkels in Charleroi en Namen uit en oogsten daar veel bewondering mee. Wij spraken met Annette Dubois in de Biocap van Charleroi.
Bijna dertig jaar ervaring De Biocap-winkels gelden in België als één van de referenties maar ook voor Martine Baré en Annette Dubois is het allemaal klein begonnen. Annette: “Ik startte in 1980 een shop met hoofdzakelijk natuurlijke voedingssupplementen en reformvoeding, dat was in Gembloux. Na de typische eerste moeilijke jaren bouwden we een reputatie op in de streek en werd de zaak ook rendabel, hoewel ik dan ook al blij was dat ik een man had met een vast salaris. Tegen het einde van de jaren ’80 besefte ik dat een natuurvoedingswinkel meer moest evolueren in
de richting van verse biologische voeding. Ik kende Martine al goed van op de bijeenkomsten van Naredi (de Belgische federatie voor natuurvoeding en supplementen). We merkten dat we beiden in dezelfde richting dachten, dus was een vennootschap vormen een logisch gevolg. Martine is trouwens iemand die echt in de bio opgegroeid is. Haar ouders waren een van de eerste landbouwbedrijven in België die overschakelden op biologische landbouw. Ook financieel was dat beter want om met verse voeding te starten heb je veel meer winkeloppervlakte nodig en meer
Organic Retail - september 2008
Van Charleroi naar Namen Annette voelde dat bio in volle opmars was en zag tegelijkertijd dat ze ook veel klanten over de vloer kreeg die niet van de Naamse regio waren. “We ontdekten ook veel klanten uit de regio Charleroi in ons bestand. Dus zijn we gaan kijken of het niet mogelijk was om hier in Charleroi zelf een winkel te starten. En dat is gelukt: in 2006 openden we in Marcinelle een volledig nieuwe vestiging.” De winkel in Charleroi is een plaatje: een mooi winkelgebouw in hout en gebouwd volgens ecologische bouwvoorschriften en voorzien van een ruime parking. Heel geslaagd is het vele licht dankzij de glazen voorkant. “We wilden de klanten een aangename shoppingervaring bieden met veel licht en ook voldoende ruimte tussen de rekken. Hier hebben we 400 vierkante meter winkeloppervlakte en ook ruimte zat voor stock en bureaus.” Sommige mensen verwonderen zich over een dergelijk initiatief in Charleroi, een stad die in België een vrij negatieve reputatie heeft van criminaliteit en werkloosheid, vindt Annette. “Die problemen zijn er natuurlijk wel. Maar de regio van Charleroi is meer dan dat en is in volle heropbouw. Carolo’s zijn heel vriendelijke mensen en Charleroi is echt een grote stad: agglomeratie inbegrepen wonen hier meer dan 600.000 mensen. Daar zitten heel wat mensen tussen die geïnteresseerd zijn in een bio-aanbod.”
Optimisme
startkapitaal. Zo is de eerste Biocap in Namen opgericht. Deze winkel was al gauw een succes en daardoor is hij met een winkeloppervlakte van 300 vierkante meter ondertussen ook te klein geworden. Vooral op piekmomenten is het moeilijk voor onze klanten en onze medewerkers. Het is trouwens opvallend – en ik ben vast niet de enige die dat al merkte - hoe klanten in golven komen. Het kan hier twee uur aan een stuk razend druk zijn en dan plots in een kwartier loopt het weer bijna leeg om dan een half uur later weer druk te worden. We moeten ons daar net als mijn collega’s op instellen. Daar valt voor de rest weinig aan te doen. We zoeken momenteel naar een oplossing voor extra ruimte in Namen.”
De 400 vierkante meter winkelruimte in Charleroi is wel voldoende, vindt Annette. “Buitenlandse voorbeelden die tot meer dan 1000 m 2 winkelruimte hebben: daar is België nog niet klaar voor.” “We hebben hier eigenlijk een heel compleet aanbod. Enkel als je ook zou beginnen met beddegoed of andere ecologische spullen heb je dergelijke oppervlakte nodig.” Dat betekent echter niet dat Annette niet gelooft in een groei voor bio de komende jaren. “Ik las in een studie dat slechts 3% van de bevolking in ons land natuurvoedingswinkels bezoekt. Er is dus nog een enorm potentieel. Vooral ook omdat mensen door de berichtgeving in de media meer en meer met hun neus op de feiten gedrukt wordt. Bio is beter voor het milieu, gezonder en lekkerder.” Anette wijst bovendien op het belang van dieetvoeding voor een biowinkel. “Steeds meer mensen kampen met een allergie : lactose, gluten enzovoort. Dat is dikwijls ook de aanleiding voor een eerste bezoek aan onze winkels. Hoewel dat aanbod meestal geen bio is, zorgen we toch dat het zo compleet mogelijk is.”
39
Shopping
> België
Materiële zaken Contact met klanten en advies kunnen geven is iets dat men bij Biocap heel belangrijk vindt. De medewerkers worden allemaal opgeleid om professioneel advies te kunnen geven en de medewerkers staan allemaal open voor vragen te beantwoorden of advies te geven. Daardoor heeft Annette ook een goed zicht op wat voor mensen over de vloer komen. “Je hebt verschillende types van klanten maar toch zijn er een aantal zaken die altijd terugkomen. Van het overgrote deel merk je duidelijk dat ze heel veel belang hechten aan kwalitatieve voeding.
Organic Retail - september 2008
41
Veel lokale producten
Ook klanten met een gewoon of bescheiden inkomen komen hier over de vloer, zeker en vast! Dat zijn mensen die dan geen geld hangen aan materiële zaken zoals dure auto’s of mobiele telefoons. Maar ze vinden het wel belangrijk dat ze gezond en lekker eten. En wie kan ze ongelijk geven?”, lacht Annette. “Je hebt ook rijkere mensen die hier shoppen alsof ze in een supermarkt zijn, de meesten kopen echter selectief. Ik denk ook dat bijna niemand van onze klanten al zijn inkopen doet bij biowinkels. Neen, ze gaan waarschijnlijk allemaal ook naar de supermarkt. Daar zullen ze waarschijnlijk ook meer bioproducten kopen dan andere klanten, denk ik.” Dat brengt ons vanzelf bij een actueel thema: koopkracht. Merkt zij budgettaire beperkingen bij haar klanten? “Neen, eigenlijk nog niet. Maar dat ligt in lijn met de motivatie om echt goede producten te kopen. Dus denk ik en hoop ik dat men niet snel zal besparen op bio.”
De Biocap-winkels blinken ondermeer uit door een mooi aanbod verse producten. “We hechten daar veel belang aan. En we hebben ook redelijk wat producten die we rechtstreeks betrekken van landbouwers of producenten: zoals groenten, fruit of kaas. Dat is heel positief omdat je de klanten zo scherpere prijzen kan bieden en ook omwille van het rechtstreekse contact met die mensen.” Anderzijds kampt Biocap net zoals veel andere biowinkels soms met een ontbrekend product in het aanbod. “Tja, soms krijg je ’s morgens een telefoontje van een boer met de melding dat de aardbeien iets later zullen komen omdat het die nacht gevroren heeft en hij dus niet kon plukken. Erg vind ik dat echter niet: we leggen het ook uit aan de mensen. Ze krijgen een lokaal product dat bovendien biologisch en lekkerder is dan gewoonlijk, maar dat is nu eenmaal de keerzijde van de medaille. En ik moet zeggen: de klanten tonen daar begrip voor.”
Meer promoties Annette en Martine zijn kortom heel tevreden met hun bestaan als natuurvoedingswinkeluitbater. En ook de toekomst oogt mooi: “Bio zit duidelijk in de lift, dat biedt ons mooie perspectieven. En beide winkels draaien goed, we mogen dus tevreden zijn.” Bij Biocap rust men echter nooit op zijn lauweren en Annette weet dan ook wel wat ze nog wil verbeteren: “Er zouden wat meer promoties mogen komen, in de winkel en op de website. Die laatste ziet er best mooi uit maar zou wat meer moeten veranderen zodat mensen weten dat het de moeite is om hem regelmatig te bezoeken. Daar gaan we dus aan werken.”, besluit ze.
o O MEGA & MORE o
o O MEGA & MORE o
Kokosolie van onze eigen plantage Dankzij eerlijke handel krijgen arbeiders opleiding en huisvesting Meer energie en vermindert vetopslag Ondersteunt het afweersysteem ◆ Voor een goede darmfunctie ◆ Bevat geen transvetzuren ◆ Past in een vegetarisch, gluten- en lactosevrij dieet ◆ Helpt bij verlaging van het cholesterol gehalte ◆ Vervanger van boter ◆ Te gebruiken bij het koken, wokken en frituren ◆
PERFECT BALANCE
◆
◆ De meest gezonde biologische oliemelange ◆ ◆ 2 eetlepels Perfect Balance leveren meer dan 13 gram Omega-3 ◆ ◆ Puur en plantaardig ◆
Onze biologische kokosolie is zowel geurloos als koudgeperst (extra virgin) ◆ Verkrijgbaar in 500 en 2220 ml.
◆ Verkrijgbaar in 250 en 500 ml, capsules en sachets ◆
www.witsenburg.net | t: +31 71 331 4631
oft.be
www.witsenburg.net | t: +31 71 331 4631
Oxfam Fairtrade is hét merk voor voedingsproducten van eerlijke handel. Met respect voor mens én milieu. Oxfam Fairtrade in jouw assortiment? Neem contact op met Martine.vanderhaegen@oft.be +32 (0)9 218 88 99
Handel, uit respect.
Bio in Amerika
Organic Retail - september 2008
> deel 1
Biohype in de USA! Het is niet overdreven om te stellen dat gezond en biologisch eten in de Verenigde Staten de nieuwe hype is. Het land van de fastfood kent een groeiende tegenbeweging waarbij biologische, ‘organic’, producten algemeen gelden als het alternatief. Biosupermarkten (met oppervlakten van meer dan 1000 vierkante meter) schieten er als paddenstoelen uit de grond en worden er door de lokale bevolking telkens enthousiast onthaald. We bieden je in deze en volgende edities van Organic Retail verschillende impressies van de overkant van de Oceaan. We starten we met een algemene indruk van de biologische markt in het land van Barack Obama en John McCain.
San Fransisco, bakermat van de bio-filosofie Biomarkt in New York
De markt In een land met ruim 300 miljoen inwoners staat het bio-marktaandeel van 3,3% toch al gauw garant voor indrukwekkende cijfers. In 1990 was bio al goed voor een omzet van 1 miljard dollar. Die som groeide in 2006 al door tot 23 miljard dollar, een stijging met liefst 21% in vergelijking met 2005. Recente tellingen spreken van meer dan 9.000 biowinkels verspreid over het hele land en een marktaandeel van meer dan 3,3% voor biologische producten in de volledige voedingsmarkt en een jaarlijkse groei van om en bij de 10%. De biologische non-food producten groeiden in 2006 met 26%. De sterkste groeiers op die nonfood markt waren dierenvoeding (37%), huishoudproducten (31,6%) en kledij (27%). De biologische cosmeticasector groeiden ook aanzienlijk sneller dan hun conventionele tegenhanger: +15%. Biofach USA, de Amerikaanse tegenhanger van de vakbeurs Biofach, barstte in 2007 uit zijn voegen en verhuisde (wegens een oppervlakte-
groei van 60%) van Baltimore naar Boston. Stefan Hauke, consultant en biologische marktkenner verklaarde deze groei als volgt: “De gemiddelde Amerikaanse consument verdient jaarlijks 46.000 dollar. De prijs is voor deze consument dus niet het eerste noch belangrijkste criterium. Sinds de opkomst van de LOHAS (Lifestyle of Health and Sustainability) cultuur werd duurzaamheid voor een deel van de consumenten belangrijker bij de keuze voor een bepaald product. Bovendien is de kwaliteit van duurzame producten op de Amerikaanse markt zo goed dat de veeleisende Amerikanen massaal overstag gaan.”, zegt Hauke.
43
Bio in Amerika
> deel 1
Amerikanen maken tijdens deze economisch moeilijke tijden gretig gebruik van kortingsbonnen, bulkkortingen en hun eigen keuken i.p.v. restaurants om hun budget te rekken en op die manier toch biologisch te kunnen kopen. Amerikaanse consumenten willen immers niet inbinden op kwaliteit van voeding, want hoewel duurzaamheid een belangrijke factor is in de keuze voor bio, blijft het gezondheidsaspect de eerste reden om voor bio te kiezen. “Bovendien is het aanbod de laatste jaren zodanig gegroeid dat een consument niet lang moet zoeken om biologische producten te vinden. Duurzame producten zijn overal verkrijgbaar, aangezien grote supermarktketens als Safeway en Walmart mee op de biologische kar gestapt zijn en deze producten ook in hun rekken aanbieden. De volgende stap voor de Amerikaanse biobedrijven ligt in het dieper
en meer divers maken van het assortiment”, vervolgt Hauke. Net als in Europa kampt de markt echter met het feit dat het aanbod landbouwproducten onvoldoende meegroeide met de vraag. 55% van alle Amerikaanse producenten klagen over aanleveringproblemen. Mondiale cijfers leren ons dat slechts 1,6 miljoen hectare van het 30 miljoen hectaren tellende globale biologische areaal zich op Amerikaanse bodem bevindt. Producenten van bioproducten moeten dus ook al te vaak beroep doen op producten uit het buitenland.
40%
Snelst groeiende non-food categorieën (2006 data)
30%
+12%
DRANK
+14%
VOORVERPAKTE VOEDING
+18%
BIO SAUZEN
+21%
SNACKS
+23%
BROOD & GRAAN
+24%
GROENTEN & FRUIT
+25%
ZUIVEL
+29%
10%
BIOLOGISCH VLEES
+24%
COSMETICA
+19%
BIO BLOEMEN
+26%
SUPPLEMENTEN
20%
+27%
+37%
30%
KLEDING
10%
+31,6%
Snelst groeiende voedselcategorieën (2006 data)
DIERENVOEDING
40%
HUISHOUDPRODUCTEN
20%
Waarom kiest de Amerikaan voor bio? Rondvraag bij Amerikanen leert ons waarom de bioconsument bio verkiest boven gangbare landbouwproducten. Dit zijn in volgorde de argumenten van de Amerikaan om voor bio te kiezen:
< < < < < < < <
Geen pesticiden Geen groeihormonen Betere en meer nutriënten Beter voor het milieu “Ik ben tegen GGO” Gezondheidsredenen “Producten zijn lekkerder” “Producten zijn duurzamer”
Biologische voedingsdistributie in de Verenigde Staten INTERNETWINKELS 2,2% CATERING 4%
BOERENMARKTEN 2% REST 3,8%
*CLUB STORES 8%
HYPERMARKTEN 8%
BIOWINKELS 44% *Club Stores zijn winkels waar je mits lidmaatschap tegen gereduceerde prijs aankoopt.
CONVENTIONELE SUPERMARKTEN 28%
Organic Retail - september 2008
Hoe anders is een biowinkel in de Verenigde Staten? In de jaren na mei ’68 ontstond er in Amerika – net als bij ons - een tegenbeweging die zijn invloed had in alle geledingen van de maatschappij. Ook in de landbouw kozen mensen voor methoden die ingingen tegen de praktijken van de traditionele intensieve landbouwmethode. De biolandbouw was geboren. De afzet was echter beperkt door het ‘anders’-gehalte van de producten. Ook de winkels waar ze verkocht werden lokten enkel hippies en alternatieve mensen. Het overgrote gedeelte van de bevolking liet deze winkels en producten links liggen. De doorzettende professionalisering en het inzicht bij een groeiend aantal mensen dat bio onmiskenbaar sterke argumenten had, zorgde voor een groeiende belangstelling. Een groeiende zucht naar echt gezonde en natuurlijke voeding paste perfect in het kraam van biologische producten en maakte de biomarkt tot wat hij vandaag is. Wie de biologische producten in Amerikaanse winkels onder de loep neemt, kan niet anders dan concluderen dat ze qua verpakking sterk gelijken op de gangbare producten. Men heeft er duidelijk over gewaakt dat de drempel naar bio zo laag mogelijk bleef. Bioproducenten namen mainstream verpakkingsontwerpers, productontwikkelaars en marketeers onder de arm, dompelden hen onder in ‘all things bio’ en kwamen zo op de proppen met producten die een lagere drempel hadden dan hun voorgangers, maar die op vlak van ethiek, milieubewustzijn en gezondheid evenwaardig waren. Shoppen in een Amerikaanse biosupermarkt is nauwelijks anders dan shoppen in een gewone supermarkt, alleen vind je op alle verpakkingen, ook op convenience maaltijden, cosmetica of koeltoogproducten, ‘organic’ labels.
De klant weet wat hij mag verwachten, want hij kent het product uit een niet zo biologisch verleden. Alleen kan hij nu zijn tanden zetten in de biologische versies van zijn vertrouwde producten.
Deli In het licht van de herkenbaarheid nemen veel biowinkels, hoe klein ze ook zijn, de eigenschappen van gewone supermarkten over maar geven net dat beetje extra. Zo vind je in de meeste biowinkels een deli, een soort van verstoog met versbereide gerechten die je kunt laten inpakken of die je ter plaatse kunt opeten. De gerechten zijn steeds kraakvers, kwalitatief hoogstaand, verrassend en culinair zeer verantwoord. Er zijn tabouleh met geroosterde groenten, tofuschotels met succulente vinaigrettes en gekruid vlees. Fruitslaatjes, vegetarische proteïnenschotels en pizza by the slice. De prijs van een gemiddelde lunchsalade bedraagt ongeveer 7 dollar (4,7 euro) en Amerikanen betalen dat maar wat graag. De nadruk ligt in rurale gebieden wat meer op afhaalmaaltijden en in stadscentra net iets meer op lunch-ter-plekke. Zo zit de lunchafdeling van Whole Foods Market op Union Square in New York ’s middags afgeladen vol, terwijl je bijvoorbeeld in het conservatieve Utah meer Amerikanen met hun pakketjes ziet vertrekken. Kristische consumenten kiezen bewust om de deli van biowinkels op te zoeken in tegenstelling tot die in conventionele supermarkten, omdat ze beseffen dat de kwaliteit er superieur is. En ze betalen graag dat dollartje extra. De Amerikaan anno 2008 kiest ook voor veiligheid. Pesticide- en hormoonvrije maaltijden betekenen veel in een maatschappij die de veiligheid van hun kinderen vooropstelt. Maar dat wil niet zeggen dat ze hun ‘luie’ gewoontes en hun microgolfoven zomaar opgeven.
Een ‘Deli’ met consumptiegelegenheid is eerder regel dan uitzondering in de VS
45
Bio in Amerika
> deel 1
Van zowat alles dat vlees of vis bevat, bestaat tegenwoordig een vegetarische versie
‘Organic’ is op dit moment duidelijk het sterkste verkoopsargument voor groenten en fruit
Amerikanen zijn gek van wegwerpverpakkingen. Ook in natuurvoedingswinkels werkt men met plastic bekers, maar dan wel van duurzame en composteerbare materialen.
Convenience Ook in de diepvriesafdeling kom je de convenience-cultuur tegen. De voorverpakte maaltijden die al jaren een enorm succes zijn in conventionele supermarkten worden vertaald naar het bioverhaal. Diepvriespizza met sojakaas, vegetarische lasagne, volledige gerechten met biologisch vlees, massaal veel soorten ijs, je vindt het er allemaal. Het aanbod biologische convenienceproducten is zeer uitgebreid en doet nauwelijks onder voor het aanbod gangbare producten. Deze gerechten sussen bovendien het geweten en verminderen het schuldgevoel dat men mogelijk zou hebben over het ongezonde karakter van kant-enklare maaltijden. En daar speelt de biologische marketing graag op in.
De nieuwe biologische ‘American Dream’ De nieuwe Amerikaanse droom is biologisch. Tal van Amerikaanse sterren slaan figuurlijk groen uit. Zij zijn – zo lijkt het alvast op afstand – sterk begaan met milieu en duurzaamheid: allen hebben ze in hun wagenpark een Toyota Prius en sommigen gaan verder: actrice Julia Roberts is trots op haar compostvat, Nathalie Portman lanceerde een niet-lederen schoenlijn, Sandra Bullock heeft haar eigen ecologisch/biologisch restaurant en Brad Pitt bouwt passiefhuizen voor een goed doel. ‘Bio’ en ‘eco’ zijn er zo hard in waardoor alle producenten hard gaan nadenken over hun producten en hun ecologische voetafdruk. Deze trend betekent echter wel dat sommige producenten gekozen hebben voor een ‘tussenstap’, waardoor het niet noodzakelijk 100% biologisch is, maar wel biologischer of ecologischer is dan de normale producten. De filosofie erachter is er een van kleine stapjes naar een betere wereld. Producent willen de gemiddelde Amerikaan geleidelijk aan naar een volledig biologische keuze sturen, door hen eerst gewend te laten geraken aan deze ‘tussenstap’-producten. Een strategie die uiteraard evenveel voordelen als nadelen biedt.
Organic Retail - september 2008
Tofu vind je in de Verenigde Staten al in diverse hardheden: firm, lite firm en extra firm
Sojakaas is in Europa nog vrij onbekend, maar al heel groot aan de andere kant van de Atlantische Oceaan
Tegenover het convenienceverhaal tekent zich echter een nieuwe trend af waarbij men meer zelf gaat koken. Voor alle duidelijkheid: dagelijks zelf koken is voor heel wat Amerikanen nog steeds ‘out of the question’, maar de toenemende behoefte om gezond te eten zorgt ervoor dat men weer liever het heft in eigen hand neemt. Kookprogramma’s op tv waarin de nadruk gelegd wordt op gezonde en evenwichtige maaltijden zijn bijzonder populair en meer en meer waagt men zich weer achter het fornuis.
One-stop shopping In de VS streven biowinkels ernaar een volledig aanbod te creëren waardoor het overbodig wordt om een gewone supermarkt te frequenteren. In Europa is de combinatie van shopping in de biowinkel en de conventionele supermarkt heel populair en misschien zelfs nauwelijks te bestrijden. De Amerikaanse biosupermarkten willen dit koste wat het kost vermijden door het aanbod zo af te stemmen dat een trip naar een supermarkt na een bezoek aan de biowinkel overbodig wordt. Aan de basis van dit idee ligt het rotsvast geloof dat deze strategie een trouwer publiek vormt. Eén dat na een tijdje de rug toekeert aan conventionele winkels.
Vegetarische hamburgers op basis van sojaproteïnen
Alles wat nieuw is moet spannend, grappig, speciaal en uitgekiend zijn. Vegetarische klanten kopen de producten als ze vleeseters over de vloer krijgen of als ze zelf verlangen naar oude smaken, die ze uit ethische overwegingen niet meer wensen te eten. De producten lijken zo hard op het origineel dat sommigen de wenkbrauwen fronsen. Eens de schok voorbij, gaan ze als warme ‘vlees’broodjes over de toonbank. Het namaakverhaal past ook erg goed in de ‘new vegetarian’ trend, waarbij mensen niet meer kiezen voor vegetarisme uit ethische overwegingen, maar om af te vallen of uit gezondheidsoverwegingen. Deze consumenten geven de smaak en textuur van vlees niet graag op en grijpen naar dea vervangproducten. Deze nieuwe trend zorgde voor een jaarlijkse groei van 7% sinds 2003. Valse vleesproducten nemen er trouwens 17% van de volledige sojamarkt in.
Vegetarisch vlees Een blik op het aanbod biologische, vegetarische producten leert ons dat er een duidelijke trend is naar ‘nepvlees’ en ‘nepvis’. Je kan het zo gek niet bedenken of een producent kwam er mee op de markt. Vegetarische halve ‘kippen’ (met houten botje), ‘scampi’s’, ‘braadworsten’, ‘vleesbrood’,… Het wordt gretig gekocht door vegetarisch of veganistisch Amerika. De meeste producten zijn op basis van soja die gehydrateerd worden met natuurlijke smaakstoffen, kort worden afgekoeld om vervolgens te bakken. Het hele nepvleesaanbod werkt erg goed in de novelty-cultuur die er heerst.
Tofurky, een vermaard merk van namaak ham- en kalkoensneetjes
47
Photo Jackie Borromeo • Concept Marathon 00 32 3 653 33 77
GLUTEN 0%
▲ Kokos vezels/meel weinig calorieën en platte buik
OMEGA-3/6/7/9
▲ Okinawa Omega-3/6/7/9 op basis van Perilla olie
AMAN PRANA SERENE LEVENSKRACHT ▲ Gezonde frietjes? Eenvoudig. Amanprana stelt u verschillende extra vierge oliën voor om te frituren, te bakken of te smeren: kokosolie, de mengelingen cocos+olive en cocos+olive+palm, evenals rode palm, rijk aan carotenen en vitamine E.
100% BIO - 100% vegetarisch info@noble-house.tk www.noble-house.tk tel 00 32 (0)3 653 25 41