Energiepact Werk in uitvoering
december 2010
2
Energiepact Werk in uitvoering
3
Inhoudsopgave
Theo Rietkerk: Trots op duurzaam Overijssel
1. Energiepact: netwerk voor duurzame energie en energiebesparing 2. Energie in woningen en gebouwen Flats energiezuiniger en comfortabeler (De Woonplaats, Enschede) Een frisse, energiezuinige school (Etty Hillesumlyceum, locatie Het Vlier in Deventer) 3. Energieloketten: één loket voor besparen thuis Hardenberg: Bewust Duurzaam Thuis 4. Duurzaam Dorp Overijssel Hoonhorst 5. Energie in bedrijf Restwarmte voor gezondheidspark (Wavin) 6. Duurzame mobiliteit Regiovervoer op groen gas (TCR) Rijden op GFT (ROVA) 7. Zon Samen investeren in zonne-energie (Zonnehoven) Energie- en CO2-neutraal bedrijfsgebouw ( Esdec) Asbest van het dak, energie in het bedrijf (LTO Noord) 8. Wind Spoorwind 9. Bio-energie Energie uit ijsafval (Ben & Jerry’s) Topsportaccommodatie duurzaam verwarmd met houtkachels (Het Ravijn) Minivergister in Langeveen (Kleizen) Pyrolyse-olie basis voor ‘bio-based economy’ (BTG) 10. Bodemenergie Tuinders werken samen in aardwarmteproject (Koekoekspolder)
4
Voorwoord Trots op duurzaam Overijssel Overijssel telt meer dan tweehonderd initiatieven om onze provincie een stuk schoner te maken en ons voor te bereiden op een toekomst waarin fossiele energie schaarser en duurder wordt. Dat zijn de projecten waar wij vanuit het Energiepact een band mee hebben. Omdat we met de mensen achter deze initiatieven samenwerken, hen financieel steunen of omdat we als provincie zelf initiatiefnemer zijn. Mooie projecten van gedreven initiatiefnemers met een visie op duurzaamheid, net zoals wij.
Een kleine selectie van projecten waaraan wij in het programma meewerken, vindt u in deze uitgave. Het is slechts een tipje van de sluier. En bij de tweehonderd projecten die we nu al kennen, blijft het niet. Steeds meer mensen willen graag duurzamer wonen en werken, kortom leven. Ze realiseren zich dat hun energierekening op termijn wel eens veel hoger kan worden, ze willen onafhankelijker zijn van energieleveranciers of ze willen hun steentje bijdragen aan een schonere leefomgeving, een duurzame toekomst. Ook via de energieloketten van gemeenten en organisaties van ondernemers worden inwoners en bedrijven aangespoord om in actie te komen.
Ik ben trots op de resultaten die we nu al hebben behaald. Aansprekende voorbeelden en de energiewinst die door verschillende initiatiefnemers wordt behaald zullen leiden tot navolging. U zult zien dat Overijssel binnen nu en enkele jaren nog eens flinke stappen zet in energiebesparing en de productie van duurzame energie. Laat u verrassen door de projecten die hier beschreven worden en lees wat de drijfveren zijn van de verschillende initiatiefnemers. We hopen dat u erdoor geĂŻnspireerd raakt om ook zelf aan de slag te gaan en -nog- duurzamer te gaan leven.
Theo Rietkerk, Gedeputeerde Ruimte, Wonen en Milieu
“Ik ben trots op de resultaten die we nu al hebben behaald�
Energiepact netwerk voor duurzame energie en energiebesparing
Met ons programma voor duurzame energie en energiebesparing, het Energiepact, investeert de provincie Overijssel flink in projecten die bijdragen aan onze doelstelling. Een doel dat we niet alleen stellen omdat dat landelijk is afgesproken, maar vooral omdat we zelf zien dat het nodig is. Ook levert het nieuwe werkgelegenheid en doet het een beroep op de innovatiekracht van ondernemers. Daarom is onze doelstelling ambitieus en daarom willen we vaart maken. Het doel is om de CO2-uitstoot met 2200 kiloton terug te dringen. Dat is vergelijkbaar met de uitstoot van 450.000 huishoudens. En dat niet in 2020, maar al in 2017.
5
1. Energiepact Een gezonde, schone en veilige leefomgeving voor nu en de generaties na ons. Dat is waar de provincie Overijssel zich sterk voor maakt. Onder andere met het Energiepact, het programma voor duurzame energie en energiebesparing. Een programma om de CO2-uitstoot in Overijssel met 30 procent terug te dringen, ten opzichte van de uitstoot in 1990. Overijssel sluit daarin aan bij de doelstellingen die op nationaal niveau zijn vastgesteld. Overijssel is echter ambitieuzer: zij wil haar CO2-doelstellingen niet in 2020, maar al in 2017 realiseren.
Voor Overijssel betekent dit een reductie van 2200 kiloton CO2. Dit komt overeen met de jaarlijkse CO2-uitstoot van 450.000 huishoudens. Een flinke opgave. Deze ambitie kan voor circa 60 procent behaald worden door het gebruik van duurzame energie: energie uit biomassa, zonne-energie, windenergie of energie uit restwarmte of warmte uit de bodem. Voor 40 procent kan de CO2-reductie behaald worden door energiebesparing. Hoe werkt het Energiepact? De provincie draagt hierin zelf haar steentje bij, maar de grootste reductie bereikt Overijssel door energieprojecten in de provincie. Nu al meer dan tweehonderd. Het Energiepact maakt deze projecten mogelijk of zorgt ervoor dat ze sneller van de grond komen. Voor projecten voor duurzame energie kan het Energiepact ondernemers en initiatiefnemers helpen bij het vinden van geschikte locaties, vergunningen, financiering en kennisuitwisseling. Alleen bij uitzondering zal de provincie zelf projecten (mee) ontwikkelen, zoals bij aardwarmte in de Koekoekspolder en bij Duurzaam Dorp.
6
Ook energiebesparing in woningen en bedrijven krijgt een impuls vanuit het Energiepact. Inwoners en ondernemers kunnen hiervoor terecht bij overheden en organisaties die dichtbij hen staan. Ondernemers kunnen terecht bij ondernemersverenigingen en bij het energieloket in hun eigen gemeente. Om besparingen voor huurders te stimuleren werkt de provincie samen met woningcorporaties. Energie in Overijssel In verschillende deelprogramma’s zijn de doelstellingen van het Energiepact verder uitgewerkt. Er is immers niet voor elk type duurzame energie of energiebesparing evenveel CO2-reductie te verwachten. Zo komt duurzame energie in Overijssel vooral uit biomassa. De omstandigheden hiervoor zijn relatief gunstig. Besparingen in verkeer en vervoer leveren minder CO2-reductie op. In een monitoringsysteem houdt het Energiepact bij welke projecten er zijn en hoeveel de CO2-uitstoot daardoor afneemt.
FinanciĂŤle steun Het Energiepact ondersteunt ook financieel. Zoals met een subsidieregeling in een tendersysteem, maar ook via leningen of subsidies die gemeenten verstrekken aan particuliere woningeigenaren. Voor grotere projecten, met veel CO2-reductie, is maatwerkfinanciering mogelijk. Veel projecten voor duurzame energie zijn naar verwachting rendabel, zeker op langere termijn. Toch komen deze projecten niet altijd van de grond. Bijvoorbeeld omdat de rentabiliteit te laag is, te laat wordt behaald of te onzeker is. Omdat deze projecten wel rendabel zijn, komen ze niet in aanmerking voor subsidie via het tendersysteem. Met deelnemingen, leningen of garanties wil het Energiepact ook deze projecten een impuls geven.
Een gezonde, schone en veilige leefomgeving voor nu en de generaties na ons.
Reductie CO2 in 2017 ten opzichte van 1990 in kiloton/jaar Duurzame opwekking Biomassa 1140 Wind 60 Bodem energie 70 Zon 30 Besparingen Bedrijven 490 Woningen 330 Verkeer en vervoer 80 Totaal 2200 (dit komt overeen met het energiegebruik van 450.000 huishoudens)
Energiepact netwerk voor duurzame energie en energiebesparing
Ambities
7
2. Energie in woningen en gebouwen Ongeveer een derde deel van de CO2-uitstoot in Overijssel komt voor rekening van het energiegebruik in woningen en andere gebouwen. De CO2 komt vrij bij het verbruik van aardgas en bij de productie van de elektriciteit die in de gebouwen wordt gebruikt. De provincie wil dat de CO2-uitstoot in de gebouwde omgeving met 330 kiloton afneemt. Het belangrijkste deel hiervan moet gerealiseerd worden door energiemaatregelen in bestaande woningen en gebouwen van bedrijven en instellingen. Hier is veel energiewinst te boeken. Oudere woningen en bedrijfsgebouwen zijn immers nog vaak slecht geĂŻsoleerd. Door te isoleren is fors energie te besparen. Isolatiemaatregelen worden daardoor vaak snel terugverdiend. Bovendien worden woningen en gebouwen gezonder en comfortabeler, doordat ze tochtvrij en minder vochtig zijn.
Meedoen
8
De reductiedoelstelling van de provincie wordt alleen gehaald, als inwoners en bedrijven in Overijssel meedoen. Om haar inwoners te bereiken, kiest de provincie voor een aanpak via gemeentelijke energieloketten. Ook met projecten als Duurzaam Dorp en met voorlichtings- en educatieprogramma’s van partners als Natuur en Milieu Overijssel
en het techniekmuseum HEIM bereikt de provincie de inwoners van Overijssel.
Winst voor bedrijven In bedrijfsgebouwen is veel winst te behalen met energiemaatregelen. Daarom is er voor bedrijven een eigen plan van aanpak. Via ondernemingsverenigingen en projecten kunnen ze energiescans laten uitvoeren en uitzoeken waar zij met isolatie, aangepaste verlichting of aanpassingen in hun bedrijfsproces energiewinst kunnen boeken.
Zuiniger bouwen Bij nieuwbouwprojecten zet Overijssel in op energiezuinig of zelfs energieneutraal bouwen. De provincie draagt bij aan duurzame gemeentelijke gebouwen en energieneutrale woonwijken, zoals de wijk Steenbrugge in Deventer. De provincie wil bovendien in elke gemeente een demonstratiewoning realiseren. Dat mag zowel een nieuwbouwwoning als een renovatiewoning zijn volgens het passiefhuisconcept. Een passiefhuis is heel energiezuinig en heeft een prettig binnenklimaat, onder meer door de ligging, isolatie en goede ventilatie. Een bijzonder project in Overijssel zijn de aardehuizen in Olst. Hier worden 25 woningen gebouwd met duurzame materialen. De woningen voorzien in hun eigen energie en drinkwater.
Reductiedoelstelling van de provincie wordt alleen gehaald, als inwoners en bedrijven in Overijssel meedoen.
Energiebesparingsfonds Woningen Overijssel Om besparingen in bestaande woningen te stimuleren heeft de provincie het Energiebesparingsfonds Woningen Overijssel in het leven geroepen. Met dit fonds kunnen gemeenten via hun energieloket aan particuliere woningbezitters een financieringsarrangement aanbieden. Dat kan een subsidie zijn, maar ook een goedkope lening. Het fonds is ook bedoeld voor onderzoeksprojecten of pilots van Overijsselse woningcorporaties. De woningcorporaties hebben hun eigen energiedoelstellingen vastgesteld. Zij willen tot 2020 in ruim 20.000 huurwoningen energiemaatregelen nemen. De provincie zou graag zien dat de Overijsselse corporaties daar bovenop nog een forse extra inspanning doen. Hierover maakt de provincie afspraken met de corporaties. De energiemaatregelen van corporaties brengen soms een prijsverhoging voor huurders met zich mee. Verschillende corporaties onderkennen dat en gaan daarom in gesprek met de huurders. Voor hen geldt veelal dat een relatief kleine huurverhoging een flink lagere energierekening kan opleveren.
Inwoners gaan zelf aan de slag Steeds meer inwoners van Overijssel nemen zelf het heft in handen. Zij isoleren hun huis, brengen dubbele beglazing aan of vervangen hun verwarmingsketel. Er zijn er ook die nog een stap verder gaan. De inwoners van ‘t Natuurlijk Huus in Raalte bijvoorbeeld. Zij hebben bij de bouw van hun huis op allerlei manieren rekening gehouden met energiegebruik en duurzaamheid. Ze gebruiken zo min mogelijk energie, wekken hun eigen duurzame energie op en leven verder ook zo natuurlijk mogelijk, zonder luxe in te leveren. Hun belevenissen en ervaringen delen ze met anderen, bijvoorbeeld via een TV serie op RTV Oost, via excursies en scholen die lessen verzorgen in ‘t Natuurlijk Huus.
Samen met de buren Op verschillende plekken in de provincie ontstaan mooie initiatieven waarbij inwoners samen aan de slag gaan. De duurzame dorpen zijn daarvan goede voorbeelden, maar ook projecten als Zonnehoven in Deventer, de energiecafĂŠs in Steenwijk en de aardewoningen in Olst-Wijhe laten zien dat je door samen te werken meer kunt bereiken. Je deelt ervaringen en de kosten zijn lager, omdat je gezamenlijk kunt inkopen.
9
Flats energiezuiniger en comfortabeler Een van de woningcorporaties die samen met de provincie haar energieambities waarmaakt, is woningcorporatie De Woonplaats in Enschede. Directeur Fons Catau vertelt enthousiast over de flats aan Het Leunenberg en De Kiepe in Enschede. “We zijn met de bewoners in gesprek gegaan en konden daarna meteen in drie van de zes blokken aan de slag. Na een enquête onder de inwoners van de andere blokken kwamen daar nog eens twee bij.“
Maatregelen
10
“We moesten in de flats sowieso de verwarmingsketels vervangen. Stadsverwarming lukte niet, dus zijn er per gebouw twee nieuwe HR-ketels gekomen. De gebouwen zijn geïsoleerd en we hebben PV-panelen geplaatst. In de openbare ruimtes is LED-verlichting aangebracht en de liftmotoren zijn vervangen. Door deze maatregelen besparen we niet alleen energie, maar is ook het comfort groter. De lift stopt nu op iedere verdieping en LED-verlichting is betrouwbaarder. Er zijn veel minder storingen en dat geeft een veiliger gevoel. En ook in de woningen zelf zijn verbeteringen aangebracht”, zo vertelt Catau. “De radiatorknoppen zijn vervangen, zodat de bewoners hun eigen temperatuur kunnen instellen, en er zijn meters aangebracht, zodat iedereen zijn eigen stroomverbruik in de gaten kan houden. Het comfort in de flats is
zeker toegenomen en de energierekening zal flink lager zijn, verwachten we. Dat laatste kunnen we natuurlijk niet helemaal garanderen. Dat hangt ook af van het weer en van het gedrag van mensen. Via voorlichting, onder andere door de gesprekken die onze huismeesters voeren met de bewoners, proberen we hen bewuster te maken van hun eigen invloed op hun energierekening.” Project: Energiemaatregelen in flats van Woningcorporatie De Woonplaats in Enschede. Bijdrage provincie Overijssel: € 154.372,00 Energiebesparing: 275.860 m3 gas, en 64.000 kWh. CO2-reductie: 500 ton per jaar.
Een frisse, energiezuinige school
Energieles
Het Etty Hillesum Lyceum in Deventer, locatie het Vlier, was toe aan een grondige opknapbeurt. Deze verbouwing is door de directie aangegrepen om het gebouw zo aan te passen, dat het energiegebruik flink zal dalen. Directeur Arno Jansen is enthousiast. “We hebben gekozen voor een klassieke gasmotor en warmtepompen met warmteterugwinsysteem. Het vermogen daarvan is beperkt, zodat dat niet teveel energie vraagt. Dit systeem gebruiken we ’s winters om te verwarmen en ’s zomers voor koeling. Uitgangspunt is geweest dat wij een school wilden met een goed binnenklimaat. Tegelijk gingen wij voor maximale energiebesparing. Samen met adviesbureau Dijkoraad zijn wij daar in geslaagd.”
De school zou geen school zijn, als ze niet meteen van de gelegenheid gebruik maakte om de leerlingen te vertellen over de energiemaatregelen. Jansen: “Onze leerlingen, VWOen HAVO leerlingen, krijgen gastlessen over energie. In de klassen zien ze natuurlijk de regelsystemen en ze merken dat het licht reageert op hun aanwezigheid. Op monitors in het gebouw kunnen ze bovendien zien wat het energieverbruik van de school is. Als maatschappelijke organisatie hebben we ook een taak om de leerlingen bewust te maken van hun gedrag. Als school moeten we natuurlijk zelf het goede voorbeeld geven.” Project: Energieneutraal en gezond leren.
Fris “Het mooie is, dat we er meteen ook voor zorgen dat er genoeg frisse lucht in het gebouw is. CO2-meters sturen de ventilatie in de klassen aan. Hierdoor is er nooit teveel CO2. Voor de verbouwing was het CO2-gehalte in een klas soms meer dan drie keer de toegestane hoeveelheid. Nu zitten we onder de GGD norm en de huidige bouwwetgeving. Van een vies, bedompt oud gebouw, krijgen we nu een lekker frisse school, waar docenten en leerlingen prettig kunnen werken.”
Bijdrage provincie Overijssel: € 75.350,00 Energiebesparing: 32% minder gasverbruik en 21,9% elektriciteitsbesparing ten opzichte van een school zonder extra energiebesparende maatregelen. Het gebouw gaat van energielabel G naar label A. CO2-reductie: 121 ton per jaar.
“Het mooie is, dat we er meteen ook voor zorgen dat er genoeg frisse lucht in het gebouw is”
11
3. Energieloketten: één loket voor besparen thuis Zijn de gemeentelijke energieloketten in Overijssel de oplossing voor energiebesparing thuis? Het lijkt er wel op. De ervaringen van de eerste gemeenten met zo’n loket zijn namelijk bijzonder positief. De provincie kiest ervoor om niet zelf haar inwoners te benaderen, maar dat over te laten aan de overheid die het dichtst bij de burger staat: de eigen gemeente. Met de energieloketten in de eigen gemeente, maakt de provincie het voor inwoners aantrekkelijker en gemakkelijker om energie te besparen. De loketten werken vaak samen met aannemers, installateurs en andere ondernemers uit die gemeente, zodat ook het lokale bedrijfsleven een impuls krijgt.
Eén loket Bij een energieloket kunnen mensen terecht voor informatie over energiebesparing in hun eigen huis. Via de loketten krijgen inwoners handreikingen om in hun eigen huis energiemaatregelen te nemen. Sommige gemeenten geven inwoners een maatwerkadvies of bieden hen goedkope leningen of subsidies aan. Daarnaast wijzen de loketten hen de weg naar informatie, toeleveranciers of andere financieringsmogelijkheden.
12
Sommige gemeenten geven inwoners een maatwerkadvies of bieden hen goedkope leningen of subsidies aan.
Lokale aanpak werkt De provincie Overijssel betaalt voor een groot deel het loket en de gemeentelijke maatregelen. Zo’n driekwart van de kosten komt voor rekening van de provincie. De aanpak per loket kan verschillen. De ervaringen van de eerste loketten zijn heel goed. In Hardenberg bijvoorbeeld, de eerste gemeente in Overijssel met zo’n loket, zijn meer dan honderd energieleningen aangevraagd. Daarmee hoort de gemeente tot de landelijke top. De gemeenten komen geregeld bij elkaar. Om informatie en ervaringen uit te wisselen en te kijken wat wel en niet werkt. Zo kunnen zij voor hun eigen inwoners het ideale loket samen stellen. Dat hangt overigens ook af van hun eigen financiële middelen.
Met Bewust Duurzaam Thuis is een besparing gerealiseerd van 100.000 kubieke meter gas per jaar.
Hardenberg: Bewust Duurzaam Thuis Een van de eerste gemeenten in Overijssel met een eigen energieloket is Hardenberg. De gemeente heeft de lat hoog gelegd als het gaat om energie: Hardenberg wil op termijn energieneutraal worden. Bijzonder aan de aanpak in Hardenberg is volgens wethouder Jannes Janssen dat het niet bij plannen maken blijft, maar dat de gemeente zelf al heel wat projecten heeft opgestart. Hardenberg wil onder andere woningeigenaren enthousiast maken om thuis energie te besparen. De woningeigenaren kunnen bij de gemeente terecht voor zowel financiële als praktische hulp. Janssen vertelt: “De grootste besparing in onze gemeente kunnen we halen in de bestaande woningbouw. Daarom zijn we begonnen met Bewust Duurzaam Thuis. Bij dit grootschalige project helpen we woningeigenaren energie te besparen en het leefklimaat van de woning te verbeteren. Met Bewust Duurzaam Thuis zijn we een van de koplopers in Nederland als het gaat om het duurzamer en energiezuiniger maken van de woningen in de gemeente. Zo hebben we via Bewust Duurzaam Thuis al ruim vijfhonderd maatwerkadviezen uitgevoerd. Uit eigen onderzoek komt naar voren dat twee van de drie woningeigenaren die een energiemaatwerkadvies hebben laten uitvoeren, ook daadwerkelijk
maatregelen nemen. Circa 40 procent van deze groep maakt gebruik van de duurzaamheidslening.” Met Bewust Duurzaam Thuis is tot nu toe een besparing is gerealiseerd van bijna 100.000 kubieke meter gas per jaar. Dit is een CO2-reductie van bijna 180 ton. Een mooi begin, vindt wethouder Janssen. “Maar met het oog op de totale klimaatdoelstelling geeft het tegelijk ook aan dat er nog een hele grote inspanning geleverd moet worden.” Project: Bewust Duurzaam Thuis, het energieloket van de gemeente Hardenberg. Bijdrage Overijssel: 75% van de kosten van het energieloket. Energiebesparing: 100.000 m3 gas per jaar. CO2-reductie: 180 ton per jaar.
13
4. Duurzaam Dorp Overijssel Hoonhorst heeft een skatebaan met LED-verlichting. Het dorp, sinds de zomer van 2010 Duurzaam Dorp Overijssel, laat hiermee zien waar het bij een duurzaam dorp om gaat. Ze zorgen er met elkaar voor dat de eigen omgeving prettiger wordt, met aandacht voor elkaar en het milieu. Naast de skatebaan heeft Hoonhorst ook plannen voor een materieel-o-theek, voor energiezuinige woningen en voor energiezuinige renovatie van de molen, de gymzaal en andere voorzieningen.
14
Duurzaam Dorp Overijssel is een initiatief van de provincie Overijssel. Doen en van elkaar leren in een bestaande gemeenschap, met de inwoners die er nú wonen. Daarin onderscheidt de Overijsselse aanpak zich van andere duurzaam dorp initiatieven. Tien dorpen die zich in het voorjaar van 2010 aanmeldden voor deze verkiezing, kwamen met inspirerende plannen voor opwekking van duurzame energie en gezamenlijke energiebesparing. Ook kwamen er leuke ideeën om de sociale samenhang in de dorpen te versterken en om jonge ondernemers een goede start te geven.
Duurzaam Dorp: Hoonhorst
Om ervoor te zorgen dat het niet bij mooie plannen en ideeën blijft, begeleiden de provincie en Hogeschool Saxion de dorpen bij de uitvoering van hun plannen. Daarnaast is er een kenniskring voor de negen andere duurzame dorpen. Ze leren van elkaar en van de ervaringen in Hoonhorst. Het Duurzaam Dorp Overijssel wordt daardoor een inspiratiebron voor andere dorpen en voor mensen die duurzamer willen leven.
Vlak daarna kregen we een brief van de gemeente, waar in stond dat Dalfsen een duurzame gemeente wilde worden. Ondertussen was er vanuit Hoonhorst ook al contact geweest met de gemeente over een plan voor duurzame recreatie. En Van Lenthe, het composteerbedrijf dat hier zit, had plannen voor een warmtenet in de gemeente Dalfsen. Op de kerstmarkt lieten we onze dorpsgenoten zien hoe water verwarmd kan worden door het via een buis door een hoop compost te leiden. In april, tijdens de jaarvergadering van PlaatselijkBelang, hebben we de plannen gepresenteerd en kregen we de handen ervoor op elkaar. Van het een komt het ander en de wedstrijd van de provincie heeft onze plannen versneld.”
Timo Veen is een van de initiatiefnemers van Duurzaam Dorp Hoonhorst. “Het initiatief van de provincie kwam voor ons op een heel goed moment. Tijdens een dorpsfeest bespraken we dat er de komende periode met verschillende gebouwen in Hoonhorst wat zou gaan gebeuren. We zouden het zonde vinden als daarbij geen aandacht voor duurzaamheid zou zijn. We zagen toen kansen om de school, de voetbalkantine en de molen zo aan te pakken dat ze energiezuinig konden worden en dat er duurzame energie wordt toegepast.
Lachend: “We weten elkaar hier gelukkig goed te vinden en iedereen helpt mee. De een draait mee in een stichtingsbestuur dat we hebben gevormd en de ander geeft aan dat ie wel wil helpen schilderen. Dat is het mooie van dit dorp.” willen leven.
Bijdrage provincie: Initiatiefnemer, projectbegeleiding en een financiële bijdrage van € 1,5 miljoen voor Hoonhorst, € 1,3 miljoen voor communicatie, kennisverspreiding en investeringen in de overige duurzame dorpen en wijken.
Project: Duurzaam Dorp Overijssel: 10 dorpen in Overijssel meldden zich aan voor de verkiezing tot Duurzaam Dorp Overijssel. De plannen van de dorpen werden door een vakjury beoordeeld op verschillende duurzaamheidscriteria op het gebied van people (welzijn), planet (milieu) en profit (economie).
CO2-reductie: Afhankelijk van de energieprojecten die worden opgepakt. Partners: Saxion, gemeenten, OVKK (Overijsselse Vereniging voor Kleine Kernen).
Iedereen helpt mee. Dat is het mooie van dit dorp. 15
5. Energie in bedrijf Veel bedrijven in Overijssel gaan al bewust om met energie. Soms uit kostenoverwegingen, soms uit het gevoel onafhankelijker te zijn van derden of uit ideĂŤle motieven. Vaak is het een combinatie van deze factoren. De grotere bedrijven hebben zich bovendien via meerjaren afspraken voor energie-efficiĂŤntie verplicht om milieu-inspanningen te leveren. Toch zijn er ook nog heel wat bedrijven die nog geen energiebesparende maatregelen hebben getroffen. En daar is winst te halen. Overijssel telt veel relatief kleine ondernemingen. Deze hebben geen afspraken gemaakt over milieu-inspanningen en hoeven niet verder te gaan dan de wettelijke plicht. Voor hen telt daarom wellicht nog sterker dat de maatregelen ook financieel aantrekkelijk moeten zijn. De provincie wil dat bedrijven in Overijssel 490 kiloton minder CO2 uitstoten.
Overijssel investeert in bedrijven
16
Om bedrijven te helpen en voor hen inzichtelijk te krijgen welk voordeel energiemaatregelen opleveren, heeft de provincie een plan van aanpak voor bedrijven en bedrijventerreinen gemaakt. De provincie werkt daarbij samen met de milieucommissie van de Kamer van Koophandel en gemeenten. Deze instanties informeren bedrijven over de
energiekansen voor hun branche en voor hun bedrijf. Ondernemers krijgen de mogelijkheid om tegen gereduceerd tarief een energiescan te laten uitvoeren, zodat ze snel inzicht krijgen in de besparingen die mogelijk zijn binnen hun bedrijf. Het gaat dan vaak om besparingen door het gebouw aan te passen en te isoleren, maar ook om optimalisatie van het productieproces. En, zeker niet onbelangrijk, om de gedragsverandering bij mensen.
Samenwerken De provincie Overijssel stimuleert daarnaast bedrijven om samen te werken. Met andere bedrijven, bijvoorbeeld op bedrijventerreinen, of met maatschappelijke organisaties. Een mooi voorbeeld van een project waarbij bedrijven samen werken aan energiebesparing is het project Energie=winst in de gemeente Steenwijkerland. Ook ondernemers in Hengelo, Deventer en Ootmarsum pakken samen hun energiegebruik aan. In Deventer was een verlichtingsproject voor horeca en winkels succesvol. De samenwerking die AKZO Nobel in Hengelo zoekt met Twence en die van Wavin met een sportboulevard en een gezondheidspark in Hardenberg zijn andere inspirerende samenwerkingsprojecten.
“Wereldwijd doen we veel om energie te besparen en de CO2-uitstoot terug te dringen”
Stoomleiding bespaart energie AKZO Nobel is de grootste energiegebruiker in Overijssel. “Juist daarom zijn we hier in Hengelo al vanaf de start in 1936 heel alert op ons energiegebruik,”vertelt André Amelink. Hij is plantmanager van het energiebedrijf van AKZO Nobel. Het bedrijf doet veel om zijn ‘footprint’ kleiner te maken. Amelink: “Wereldwijd doen we veel om energie te besparen en de CO2-uitstoot terug te dringen. Voor energieprojecten gelden bij ons daarom ook andere rendementseisen dan voor andere projecten. Hier in Hengelo gebruiken we heel veel energie voor het indampen van pekel voor onze zoutproductie. Dat doen we met stoom. Twence, hier twee kilometer verderop, verbrandt afval. Daarbij komt stoom vrij. Nu maken ze daar nog elektriciteit van, maar dat levert weinig op. Wij kunnen hun stoom goed gebruiken. Voor ons is die stoom goedkoper dan de stoom die we nu zelf produceren. Onze ketels kunnen op een lager pitje draaien en we besparen aardgas: jaarlijks zo’n 50 miljoen m3. Dat is per jaar een CO2-reductie van 80 kiloton.” De aanleg van een stoomleiding van twee kilometer lang, met een diameter van 1 meter, had nog wel wat voeten in aarde. “Het bestemmingsplan moest aangepast worden en we willen ervoor zorgen dat de mensen die in de buurt
wonen zo weinig mogelijk overlast hebben. We hebben ze steeds goed geïnformeerd en we leggen rond de pijp een boomwal aan, die goed past in het landschap.” Project: STAN, een stoomleiding tussen Twence en AKZO Nobel. Bijdrage provincie: € 199.000,00 Energiebesparing: 50 miljoen m3 aardgas per jaar. CO2-reductie: 80 kiloton per jaar (bruto).
17
Restwarmte Wavin voor gezondheidspark en sportboulevard Pal naast de productielocatie van Wavin in Hardenberg verrijzen binnenkort een sportboulevard en een gezondheidspark. Een goede gelegenheid om eens te kijken of de restwarmte van de kunststofproducent ook gebruikt kan worden voor deze nieuwe voorzieningen. “Wij verwarmen hier pvc en polyethyleen tot een plastische massa. Nadat de producten zijn gevormd, worden deze afgekoeld. Hierbij komt veel warmte vrij. De hoeveelheid daarvan komt, omgerekend, overeen met zo’n 3 miljoen kuub gas. Een deel daarvan benutten we al voor ons nieuwe kantoor, maar de rest verdwijnt in de Randewijker beek of gaat de lucht in,” vertelt manager locatiebeheer Thom Cremer van Wavin. “En dat terwijl we zo dicht bij de nieuwe sportboulevard zitten, dat we bij wijze van spreken zo een pijp door het hek kunnen steken.“
18
“Zo eenvoudig is het natuurlijk niet helemaal, maar omdat we veel kansen zagen, zijn we in gesprek gegaan met de gemeente Hardenberg en ZorgID Hardenberg, de organisatie achter het gezondheidspark. Met steun van de provincie hebben we een haalbaarheidsonderzoek gedaan. Daaruit blijkt dat er genoeg warmte vrij komt voor het nieuwe
zwembad en de gebouwen op het gezondheidspark,” aldus Cremer. Wavin is al meer dan twintig jaar actief om energie efficiënter te gebruiken. “Energie is voor ons bedrijf een grote kostenpost. Bovendien dragen we als bedrijf ook graag maatschappelijk ons steentje bij. Daarnaast zijn wij gebonden aan de MJA-3. In deze meerjaren afspraken verplicht onze branche zich om jaarlijks 2 procent energie te besparen. Daarvoor zijn we in de loop van de jaren verschillende energieprojecten gestart. Een belangrijk energieproject, waarin we ook willen samenwerken met de sportboulevard en het gezondheidspark, is de koeling met grondwater via het koude opslagsysteem. Dat gaan we nu ombouwen tot een warmte koude opslagsysteem. Ook daarin kunnen we goed samenwerken.”
“Energie is voor ons bedrijf een grote kostenpost. Bovendien dragen we als bedrijf ook graag maatschappelijk ons steentje bij” Project: Haalbaarheidsstudie duurzaam gebruik restwarmte Wavin. Bijdrage provincie: € 15.000,00 Energiebesparing: De aanwezige restwarmte komt overeen met 3 miljoen m3 aardgas. De besparing hangt af van hoeveel hiervan werkelijk gebruikt kan worden om te besparen. CO2-reductie: Als de sportboulevard en het gezondheidspark geen aardgas hoeven te stoken, scheelt dit 800-900 ton CO2.
19
6. Duurzaam rijden Rijden en duurzaamheid, het lijken bijna tegengestelde begrippen. Toch zijn er meer mogelijkheden om duurzamer te rijden dan je op het eerste gezicht zou verwachten. Rijden in zuiniger auto’s is al milieuvriendelijker. Het gebruik van de fiets, het openbaar vervoer en auto’s delen is nog beter voor het milieu. Maar ook voor de automobilist en voor het vrachtverkeer zijn er steeds duurzamer alternatieven bereikbaar, zoals bijvoorbeeld rijden op bio-ethanol, groen gas of elektrisch rijden. Daarmee is ook in Overijssel veel winst te behalen. Door duurzaam rijden te stimuleren, wil de provincie Overijssel de luchtkwaliteit verbeteren en de CO2-uitstoot verminderen, voor een gezonde en schone leefomgeving voor haar inwoners. De CO2-uitstoot door het verkeer in Overijssel zou met 80 kiloton CO2 moeten afnemen. De provincie wil dit onder andere bereiken met een campagne ‘Rijden op groen gas’. De provincie stimuleert daarnaast onderzoek naar alternatieven: rijden op waterstof, brandstofsystemen die minder diesel gebruiken of vervoer per elektrische scooter.
20
Een initiatief dat de provincie steunt met expertise en door samenwerking met gemeenten, is de binnenstadsservice.
Hierbij wordt de lading van vrachtauto’s aan de rand van de stad overgeladen in kleinere, milieuvriendelijker auto’s. Deze auto’s of kleine vrachtwagens rijden elektrisch of op groen gas. Zij vervoeren de spullen verder de binnenstad in, of nemen goederen mee de binnenstad uit. Hierdoor nemen de CO2-uitstoot, de stikstofoxides (NOx), de hoeveelheid fijnstof en het geluid in de binnenstad af.
Openbaar vervoer en fiets De provincie stimuleert inwoners van Overijssel om gebruik te maken van de fiets en het openbaar vervoer. De provincie doet dat onder andere door er voor te zorgen dat de knooppunten en overstappunten van auto of fiets naar openbaar vervoer op logische routes liggen. Daarnaast zorgt de provincie voor snelle fietsroutes met zo min mogelijk obstakels en verkeerslichten, om woon-werkverkeer per fiets te bevorderen. In aanbestedingen voor openbaar vervoer (bus- en streekvervoer) wordt niet alleen gekeken naar de prijs-kwaliteit verhouding, maar ook naar milieucriteria, zoals de uitstoot van stikstofoxides, fijnstof, CO2 en geluid.
De provincie stimuleert inwoners van Overijssel om gebruik te maken van de fiets en het openbaar vervoer.
Campagne groen gas De provincie stimuleert het rijden op aardgas en groen gas. Aardgas maakt de weg vrij voor de introductie van groen gas. Groen gas wordt gemaakt van organisch afval, zoals GFT-afval en mest. De provincie wil dat er in 2015 minimaal tweeduizend voertuigen op aardgas of groen gas rijden. Dat betekent wel dat het voor automobilisten en voor bedrijven aantrekkelijk moet zijn om over te schakelen op deze schone brandstof. Dat betekent onder andere dat er voldoende tankstations in Nederland moeten zijn. Het streven is dat er in 2012 120 tankstations in Nederland zijn. Daarvan komen er 12 in Overijssel. Hiervoor heeft de provincie subsidie beschikbaar gesteld. Daarmee is aardgas of groen gas voor de meeste zakelijke rijders bereikbaar. Dat biedt hen voordeel, want rijden groen gas is schoon, stil en veilig. Bedrijven kunnen ermee onderstrepen dat ze maatschappelijk verantwoord ondernemen en bovendien is rijden op groen gas voordelig, omdat de brandstofkosten laag zijn. Met de campagne wil de provincie de voordelen van rijden op groen gas bekend maken bij bedrijven, organisaties en hun wagenparkbeheerders. Een ander aspect van de campagne is de lobby richting de landelijke overheid. Overijssel wil dat voor auto’s op groen gas de-
zelfde fiscale voordelen gelden als voor elektrische auto’s of schone dieselauto’s. Natuurlijk zijn er ook andere alternatieven voor het gebruik van benzine, diesel of LPG. Deze alternatieven, zoals elektrisch rijden of rijden op waterstof, zijn echter nog in een ontwikkelfase. Rijden op aardgas of groen gas kan nu al.
Verlichting Niet alleen op, maar ook langs de weg is energiebesparing mogelijk. Het provinciale wegennet is ruim 600 kilometer lang. Langs deze provinciale wegen staat op vele kruispunten, en bij gevaarlijke situaties, openbare verlichting. Na een uitgebreide proef, waarin onder andere is gelet op de verkeersveiligheid en de sociale veiligheid, wordt de conventionele openbare verlichting vervangen door LED-verlichting. Op sommige plaatsen worden lichtmasten vervangen door LED-lampen in het wegdek. Op andere plekken kunnen lichtmasten helemaal verdwijnen, of worden de lichten gedimd. Met al deze maatregelen beschermt de provincie donkerte. De CO2-uitstoot neemt af en de energiebesparing bedraagt 30%.
21
22
Provincie rijdt op groen gas
Duurzaam vervoer
De medewerkers van het team Vaarwegbeheer en Installaties van de provincie Overijssel rijden al enkele jaren in groen gasauto’s. Ze gebruiken de auto’s onder andere langs het kanaal Almelo-de Haandrik, voor de bediening van de bruggen over het kanaal. In een andere auto rijdt teamcoördinator Jan de Wilde. Hij rijdt met zijn groen gasauto door de hele provincie. “Technisch gezien rijden de auto’s perfect. Ze zijn mooi rustig en ook qua onderhoud gaat alles prima. Ik ben wel heel blij dat er nu ook in Hardenberg een groen gastankstation komt.” De Wilde ziet het aantal vulpunten nog als een van de nadelen van rijden op groen gas. “Je moet er echt even over nadenken wat je de volgende dag doet, omdat je niet zo ver kunt rijden op één tank. Tot nu zijn er nog te weinig tankstations, vind ik. Ik kijk er wel naar uit dat de nieuwe tankstations erbij komen. Misschien is het nog een idee om een extra tank in de auto te plaatsen. Ruimte heb ik genoeg in deze auto, dus dat is het probleem niet.“
TCR verzorgt het regiovervoer in Salland. Het bedrijf kwam als beste uit de bus bij de aanbesteding door de provincie en dat was onder andere te danken aan het feit dat TCR met groen gasauto’s wil gaan rijden. Groen gas is schoner dan rijden op diesel, de gebruikelijke brandstof in het regiovervoer. Duurzaamheid was één van de criteria waar de provincie in de aanbesteding op toetste. “Brandstof is voor ons de grootste kostenpost,” zo vertelt Marc Roescher van TCR. “We zijn dus altijd bezig om te kijken of het goedkoper kan. En we kijken daarbij ook naar het aspect duurzaamheid. Daar moet je een goede mix tussen vinden. We nemen ook de tijd die het kost om te tanken, de inruilwaarde en de onderhoudskosten mee in onze berekeningen. We zijn benieuwd waar dat over een jaar of vijf op uitkomt. En we blijven kijken naar alternatieven. Als elektrisch rijden straks echt van de grond komt is dat misschien ook wel iets voor ons.” TCR rijdt met meerdere groen gasauto’s, “We zijn blij met het nieuwe groen gastankstation in Wesepe. Dat is belangrijk, want zonder tankstation geen auto’s, maar zonder auto’s komt er ook geen tankstation. Het blijft een beetje een kip-ei-verhaal,” aldus Roescher.
Rijden op GFT Afvalverwerker ROVA produceert groen gas. Dat is biogas uit groente-, tuin- en fruitafval, dat wordt opgewerkt tot aardgaskwaliteit. Via het landelijk netwerk gaat het groene gas naar huishoudens, gebouwen en naar de aardgastankstations. Net als bij groene stroom kunnen aardgasgebruikers via certificaten het groen gas kopen. Directeur Hans Groenhuis vertelt waarom ROVA het project “Rijden op GFT’ startte. “Wij zijn eigendom van gemeenten, zij hebben doelstellingen op het gebied van klimaat, luchtkwaliteit, geluid en duurzaamheid. Daar wilden wij graag iets mee doen. Het idee ontstond om door middel van GFT een bijdrage te leveren aan het bereiken van die doelstellingen. Dat kan door groen gas van het GFT te maken. Groen gas waar onze voertuigen op kunnen rijden en dat we kunnen invoeden in het aardgasnetwerk zodat onze gemeenten er van kunnen profiteren. Vervolgens loop je dan tegen heel wat zaken aan: er moet een vergister komen, huisvuilwagens moeten op gas kunnen rijden en er is een tankstation nodig. Voor zo’n project is de samenwerking met partners heel belangrijk,”aldus Groenhuis. “Ook voor de verdere afzet van ons biogas bleek dat essentieel. Zo’n vergister levert 24 uur per dag, 7 dagen per week gas. Dat is meer dan wij kunnen tanken, dus voor het teveel aan gas is een buffer nodig. Daarvoor is het aardgasnet Hessenpoort, het bedrijventerrein hier, te klein. Daarom moesten we hoger in het net. En daar hadden we de Gasunie voor nodig. Wij werken nu het biogas op tot aardgaskwaliteit. Dat was nog erg lastig. De netwerkbeheerder wilde absolute zekerheid dat er geen bacteriën of virussen in het gas zitten. Om dit te garanderen, zijn allerlei technische maatregelen genomen in het productieproces.” ROVA is in totaal zo’n 3 jaar bezig geweest met het project.
“Door samen te werken met partners én door vol te houden hebben we hier een uniek project gerealiseerd,”vermeldt Groenhuis met gepaste trots. ”Voor zover we weten wordt nog nergens anders in de Europa groen gas in het hogedruk gasnetwerk ingevoed.” Dat het een bijzonder project is, blijkt ook uit het feit dat ROVA in november 2010 de vergistingsprijs 2010 van Agentschap NL won. Deze prijs wordt jaarlijks toegekend aan het meest innovatieve vergistingsproject, met een grote maatschappelijke betekenis en waarbij duurzame ketens worden gesloten. ROVA en HVC, de mede-eigenaar van de vergister, werken bij dit project samen met Salland Olie, Gasunie, Enexis en de provincie Overijssel. Energieproductie: 4 miljoen kuub biogas. Daaruit wordt 3 miljoen kuub groen gas per jaar geproduceerd. Daarnaast wordt er 17.000 ton compost geproduceerd. Dit wordt als natuurlijke bodemverbeteraar ingezet in de landbouw. Bijdrage provincie: € 200.000,00. De provincie is partner in dit project. CO2-reductie: 6,5 kiloton per jaar.
“Samen hebben we hier een uniek project gerealiseerd”
23
7. Zonne-energie Zonne-energie raakt nooit op. Ook in Nederland schijnt de zon genoeg om zonneboilers en zonnepanelen te laten werken. Bij gebruik van zonneenergie komen er nauwelijks milieubelastende stoffen vrij, zoals CO2. Zonne-energie is zonder subsidies echter nog niet rendabel: de terugverdientijd voor zonnepanelen en -collectoren is tot nu toe meer dan tien jaar. Die periode wordt korter, als de prijzen voor de traditionele energie omhoog gaan, of als de aanschafkosten voor zonnepanelen flink naar beneden gaan. Maar zover is het nog niet. Daarom zijn er subsidieregelingen. De belangstelling voor zonne-energie is groot. Landelijke subsidieregelingen worden steeds flink overtekend. Ook de provincie Overijssel wil zonne-energie stimuleren. Daarvoor zijn er subsidieregelingen voor instellingen, groepen en bedrijven. In sommige gevallen is er maatwerkfinanciering mogelijk, of is er een regeling in samenwerking met gemeenten.
24
Samen investeren in zonne-energie Een aantal inwoners in Deventer was zo geïnteresseerd in zonne-energie, dat zij zich niet lieten ontmoedigen door de run op de landelijke subsidieregeling. Ze vormden samen een stichting en konden zo een beroep doen op subsidie van de provincie. Willem Seine, een van de initiatiefnemers van het project Zonnehoven, vertelt dat het project voortkomt uit de wijkaanpak van de gemeente Deventer. “In een bijeenkomst gaven heel veel mensen aan dat ze ‘iets’ met duurzaamheid wilden doen. Na overleg besloten we ons daarbij te focussen op zonne-energie.” Een voorwaarde om voor de provinciale subsidieregeling in aanmerking te komen, is dat er minimaal 25 deelnemers zijn. “We zochten de deelnemers eerst alleen in onze eigen wijk. Het werd spannend of we er dan wel 25 bij elkaar konden krijgen. Daarom hebben we ons project uitgebreid tot heel Deventer en onze doelstelling bijgesteld naar 50 deelnemers. Uiteindelijk worden het er nu 75. Samen plaatsen we ongeveer 800 zonnepanelen met een totaal vermogen van 157.000 Wattpiek (0,157 Megawatt). Verliezen meegerekend levert dat per jaar rond de
“In een bijeenkomst gaven heel veel mensen aan dat ze ‘iets’ met duurzaamheid wilden doen”
126.000 kWh aan stroom. We krijgen nu als stichting subsidie van de provincie en zorgen ervoor dat iedere deelnemer 35 procent van de aanschafwaarde van de panelen en collectoren vergoed krijgt. De installatiekosten en dergelijke zijn voor rekening van de individuele inwoners.” Project: Zonnehoven, zonne-energie in Deventer. Bijdrage provincie: € 165.000,00 Energieproductie: 126.000 kWh per jaar. CO2-reductie: 78 ton per jaar.
25
Asbest van het dak, energie in het bedrijf Binnen het haalbaarheidsonderzoek “Asbest van het dak, energie in het bedrijf” - een opdracht van LTO Noord, provincie Overijssel en Interpolis - is praktijkervaring opgedaan met asbestverwijdering van agrarische bedrijfsgebouwen gecombineerd met het plaatsen van zonnepanelen op het dak. De kennis en ervaringen van de deelnemende ondernemers deelden ze via verschillende kanalen met collega-agrariërs en andere geïnteresseerden. Tijdens twee open dagen was er veel belangstelling van collega’s en het brede publiek. Het haalbaarheidsonderzoek heeft zoveel positieve reacties opgeroepen - van zowel agrariërs als overheid en bedrijfsleven - dat de provincie onderzoekt of het project uitgebreid kan worden naar andere bedrijven, al dan niet agrarisch.
26
Eén van de deelnemers aan het project is Bert Kristen, melkveehouder in Ambt–Delden. “Ik heb grond verkocht aan een bedrijventerrein. Een deel van de opbrengst wilde ik investeren in duurzame of schone energie. Op mijn stallen lag in totaal zo’n 1100 m2 asbest. Het asbest is nog in redelijke staat, maar moet op termijn vervangen worden. Eén stal heeft een dakhelling op het zuiden, met een kleine kanteling naar het westen. Dit dak leent zich dus prima voor
het opwekken van zonne-energie. Van deze stal is asbest verwijderd en het nieuwe dak is van zonnepanelen voorzien.” Met dit zonnedak hoopt Kristen zelf de energie voor zijn bedrijf te kunnen opwekken. De eerste resultaten zijn positief. “Vooral de melkmachine en de koeling zijn stroomvreters. Daarnaast heb ik stroom nodig voor een gemaal in een sloot. In totaal heb ik panelen nodig met een piekvermogen van 15.000 Watt.’’ Project: Asbest van het dak, energie in bedrijf. www.asbestvanhetdak.nl. Bijdrage provincie: € 375.000,00 Energieproductie: 127.500 kWh per jaar.
“We would like to involve everyone, young and old, rich and poor, native and foreign.”
CO2-reductie: 63 ton per jaar, en er is in totaal 4.896 m2 asbest verwijderd.
“De aanschaf van zonnepanelen is zonder subsidie nog niet rendabel”
Energie- en CO2 neutraal bedrijfspand
“Wij installeren zelf zonne-energie, maar zelfs voor ons is de aanschaf van zonnepanelen zonder subsidie nog niet rendabel’’, vertelt Theo Smidt van Esdec. “Met hulp van de provincie zijn wij nu een energieleverend bedrijf. Ons pand is goed geïsoleerd en op het dak liggen PV-panelen. Het systeem werkt prima en voldoet aan onze verwachtingen, maar zonne-energie is nog steeds relatief duur” “In de landen om ons heen zie je een andere aanpak dan in Nederland. In Duitsland bijvoorbeeld wordt duizend keer zoveel zonne-energie opgewekt. Je merkt dat een terugverdientijd van tien tot vijftien jaar het best is. Als die tijd langer is, investeert niemand, en als die tijd korter is dan krijg je een stormloop op PV-systemen. Dat is ook niet de bedoeling. In Duitsland is de regeling om die reden aangepast, omdat de PV-systemen goedkoper werden. Nu is in Duitsland de terugverdientijd weer tien tot vijftien jaar.” Smidt vindt het jammer dat de Nederlandse overheid niet voor een soortgelijk subsidiesysteem heeft gekozen als in Duitsland.
Project: Energie- en CO2-neutraal bedrijfspand. Bijdrage provincie: € 40.205,00 Energiebesparing: Elektriciteit: 12.750 Kwh/jaar, Aardgas: 182 m3/jaar. CO2-reductie: 8 ton per jaar.
27
8. Windenergie Wind is een belangrijke bron van duurzame energie. Het is een heel efficiÍnte energiebron. De provincie Overijssel wil dat er in 2020 windmolens, met een gezamenlijk vermogen van 80 MW in de provincie staan. Dat komt overeen met het energiegebruik van zo’n 65.000 huishoudens. In Overijssel staan nu drie windmolens in de gemeente Staphorst, met een totaal vermogen van 6 MW. Daarnaast zijn er in Zwolle en Dalfsen vergevorderde plannen voor windenergie. Ook in andere gemeenten zijn er projecten in voorbereiding. De provincie ondersteunt en stimuleert gemeenten om de plannen te realiseren. Bij hen liggen in eerste instantie de bevoegdheden voor het aanpassen van bestemmingsplannen en het verlenen van bouwvergunningen voor de bouw van de molens. Provinciale Staten hebben in de Omgevingsvisie vastgesteld in welke gebieden en onder welke voorwaarden windmolens in Overijssel geplaatst mogen worden.
28
Daarbij wordt ondermeer rekening gehouden met natuuren landschapswaarden en de ruimtelijke kwaliteit. Bovendien moeten de windmolens voldoen aan de normen voor veiligheid en geluidsoverlast.
De provincie onderscheidt in haar Omgevingsvisie kansrijke gebieden, uitgesloten gebieden en overige gebieden voor windenergie. De kansrijke zoekgebieden liggen ten noorden van de Vecht, tussen Staphorst-Zwolle en Hardenberg. In deze gebieden maakt de provincie afspraken met gemeenten voor de (boven-)lokale ontwikkeling van windenergie. Andere geschikte plekken voor windmolens zijn grotere bedrijventerreinen (groter dan 40 ha) en langs infrastructuur, zoals bijvoorbeeld spoorwegen of snelwegen. De uitsluitingsgebieden zijn de groen-blauwe hoofdstructuur, waaronder de EHS, de Nationale Parken en de Nationale Landschappen. In deze gebieden mogen geen windmolens komen. In de overige gebieden van Overijssel zijn wel molens mogelijk, als er bij de plaatsing ervan rekening wordt gehouden met de gebiedskenmerken.
“Door kennis op te doen, door onze vasthoudendheid en ons doorzettingsvermogen is dit tot stand gekomen” Spoorwind De eerste, en tot nu toe de enige, windmolens in Overijssel vind je in Staphorst. Vlakbij het spoor en de A28 zijn vier ondernemers een tweede bedrijfstak begonnen. Gert van der Veen is een van hen. Hij vertelt waarom zij destijds kozen voor windenergie. “We wilden elk een tweede tak naast onze agrarische bedrijven. Voor die tweede tak kwamen we al snel uit bij duurzame energie. Windenergie was in dit gebied het meest geschikt. Daarom hebben we Spoorwind BV opgericht. We zijn vier jaar bezig geweest met de voorbereidingen. Alleen door kennis op te doen, door onze vasthoudendheid en ons doorzettingsvermogen is dit tot stand gekomen. Zonder subsidies,” zo vertelt Van der Veen. “Uit onderzoek bleek dat het windaanbod hier goed is. En door de vrije ligging zijn er weinig mensen in de buurt die last kunnen hebben van de molens. We waren van plan om vier molens te plaatsen, maar dat werden er uiteindelijk dus drie. In totaal hebben deze molens een vermogen van 6 MegaWatt. Daarmee kun je 4000 tot 4500 huishoudens voorzien van groene stroom,”aldus Van der Veen. “De stroom wordt afgenomen door het energiebedrijf. Na al het fusiegeweld in die wereld, is dat nu RWE. Met hen hebben we een tienjarig contract, maar voor de inkomsten van de molens blijven we afhankelijk van de wind. Mijn kinderen zijn het niet altijd met me eens, als ze weer eens tegen de wind in moeten fietsen, maar
van mij mag het wel wat vaker hard waaien.” Van der Veen erkent dat er ook weerstand kan zijn tegen de molens. “Je moet daarom in gesprek blijven met elkaar. Maar misschien moet het ook wennen. Ook tegen de windmolens van 100 jaar geleden was er veel weerstand en nu behoren ze tot ons cultureel erfgoed.” Project: Spoorwind BV. Bijdrage provincie: Kennis en expertise, geen subsidies. Energieproductie: 6 MegaWatt CO2-reductie: 4,5 kiloton per jaar.
29
9. Bio-energie Bio-energie is schone, duurzame energie uit biomassa: mest, hout, groenafval, rioolslib of afval van de voedingsmiddelenindustrie. In Overijssel, ‘de tuin van Nederland’, is veel van deze biomassa aanwezig. Ook hebben we in Overijssel de kennis en bedrijven in huis die de bio-energie-installaties kunnen bouwen. Aan de andere kant zijn er voldoende mogelijkheden om de duurzame energie ook af te zetten. Warmte, stroom en groen gas voor de inwoners van de steden en dorpen in Overijssel en voor bedrijven. De meest bekende bio-energie is energie door het verbranden van hout. Afvalhout of snoeiafval wordt hiervoor vaak verwerkt tot houtpellets. Dit zijn korrels van hout dat onder hoge druk is samengeperst. Deze pellets nemen minder ruimte in, zorgen voor minder as en de verbranding ervan is efficiënter dan van onbewerkt hout. Maar ook andere houtachtige biomassa wordt voor verwarming gebruikt.
30
De ‘natte’ biomassa wordt gebruikt om in vergisters biogas op te wekken. Dat biogas wordt in de meeste gevallen omgezet naar elektriciteit. Ondernemers kunnen met mestvergisters in hun eigen energiebehoefte voorzien.
Of ze leveren hun biogas of de elektriciteit die ze ermee opwekken aan het regionale netwerk.
Innovatie Relatief nieuw is groen gas uit biogas. Groen gas is biogas dat is opgewerkt tot aardgaskwaliteit. Het kan aardgas vervangen. Bij afvalverwerker ROVA in Zwolle wordt groen gas opgewekt uit GFT-afval. Dit gas wordt in het landelijk aardgasnetwerk van Gasunie gebracht, een landelijke pilot die uniek is in Europa. Een nieuwe vorm van bio-energie is pyrolyse, oftewel biomassa omzetten in olie. Deze innovatieve techniek is ontwikkeld en wordt vermarkt door het Overijsselse bedrijf BTG uit Hengelo.
Kansen De provincie Overijssel ziet grote kansen voor bio-energie in de provincie. De energie wordt op een efficiënte manier regionaal opgewekt en bio-energie is CO2-neutraal. Biomassa vervangt fossiele brandstoffen en hierdoor neemt de CO2-uitstoot flink af. De provincie stimuleert ondernemers om een vergister te bouwen. Onder andere via een subsidieregeling. Provinciale Staten van Overijssel hebben bovendien vastgelegd dat het van provinciaal belang is dat er voldoende locaties beschikbaar komen voor vergisters.
Bio-energie wordt op een efficiënte manier regionaal opgewekt en is CO2-neutraal.
Minivergister in Langeveen Philip Kleizen uit Langeveen is een ondernemer met een duidelijke visie op zijn bedrijf. Hij plaatste een kleine vergistingssilo en een WKK motor op zijn kalverhouderij. De WKK-motor zet het biogas om in groene stroom. “We zijn actief met duurzame energie omdat het naar de toekomst toe belangrijk is om zuinig met onze voorraden fossiele brandstoffen om te gaan. Voor ons bedrijf is het nu het moment om in te stappen omdat we uitbreidingsplannen hebben en met dit project hebben we er een neventak bij die ook past in de bedrijfsopzet. De verwachte energieproductie is 180.000 kWh bij een mestinput van 3000 m3 per jaar. We denken hiermee 664 ton CO2-reductie per jaar te halen. Niet alleen door de besparing van elektriciteitsproductie, maar ook door de vermeden koude gisting van mest,” aldus Kleizen.
Project: Mestvergister. Bijdrage provincie: € 199.000,00 Energieproductie: 180.000 kWh CO2-reductie: 664 ton per jaar.
31
32
“Hiermee kun je dus de economie echt milieuvriendelijker maken”
Olie uit resthout Daar waar eerder chloor werd geproduceerd, wordt straks olie gemaakt uit resthout zoals snoeiafval en schoon hout uit de bouw. Dat gebeurt in de pyrolysefabriek die het Twentse bedrijf BTG op het terrein van AKZO Nobel gaat bouwen. Bij pyrolyse wordt het materiaal ‘gekraakt’ door het zonder zuurstof te verhitten. De vrijkomende oliedamp wordt gecondenseerd tot pyrolyse-olie. “Hier zetten we belangrijke stappen voor een ‘bio-based economy’, “legt directeur René Venendaal uit. “Door middel van pyrolyse maken we niet alleen olie, maar ook lijm en azijnzuur. Met azijnzuur kun je chemische productie vergroenen en de olie wordt gebruikt om warmte of elektriciteit op te wekken. Pyrolyse kan overigens ook met andere biomassa. Met bermgras, stro of slib bijvoorbeeld. Hiermee kun je dus de economie echt milieuvriendelijker maken. Dat is ook hard nodig, want de Nederlandse overheid wil dat in 2030 30 procent van de fossiele grondstoffen is vervangen door biomassa,” betoogt Venendaal. “De provincie heeft ons vooral in het voortraject gesteund. Die steun heb je hard nodig als je wilt innoveren, “vervolgt hij. De vervolgactiviteiten rond pyrolyse-olie bieden volgens
Venendaal in de toekomst potentieel werk aan driehonderd werknemers. En indirect zijn dat er nog veel meer. “En we staan niet stil. Voor de afzet van de producten kan de provincie ook een belangrijke impuls geven. Wij werken aan pyrolyseolie die diesel kan vervangen. Daar zijn leuke ontwikkelingen gaande. Als dat lukt, dan boren we daarmee een enorme nieuwe markt aan. Volop kansen dus.“ Project: Bouw van een pyrolysefabriek. Bijdrage provincie: € 499.000,00 Capaciteit: 20 miljoen liter olie per jaar. CO2-reductie: 25 kiloton per jaar.
33
Klimaatneutraal zwemmen
34
Het Ravijn –zwem sport zorg- in Hellendoorn wordt sinds kort klimaatneutraal verwarmd. Het sportcomplex is de eerste topsportaccommodatie van deze omvang, die met houtkachels verwarmd wordt. Vincent Rodijk is de projectleider van de gemeente Hellendoorn, die verantwoordelijk is voor de bouw van het nieuwe complex. “Bij de nieuwbouw hebben we verschillende soorten duurzame energie onderzocht, omdat dat goed past bij de gedachte van Hengelo als ‘groene gemeente’,” vertelt Rodijk. “Aardwarmte was geen optie, omdat we dicht bij een waterwingebied zitten en biodiesel ging niet door, omdat daar geen subsidie meer op zit. Houtverbranding bleek toen de meest interessante optie. We zitten hier midden in het bos, met veel gemeentelijk openbaar groen. Het idee van een gesloten cirkel leek ons heel mooi. Daarom willen we graag versnipperd snoeihout stoken. In de praktijk blijkt dat nog lastig, omdat je voor een hoog rendement gedroogd materiaal van een bepaalde grootte nodig hebt. We stoken daarom eerst nog op hoogwaardige houtpellets, dat zijn van die staafjes van samengeperst hout. Het rendement is verrassend hoog, maar voor het idee van de gesloten cirkel willen we straks toch graag overgaan op houtsnippers. De twee houtkachels die we hier hebben, hebben elk een capaciteit van 300 kiloWatt.
Daarmee kan het hele complex 90 procent van de tijd goed verwarmd worden. Alleen voor extreme situaties en als back up hebben we hier nog een CV-installatie staan.” Project: Verwarming van Het Ravijn -zwem sport zorgmet houtgestookte kachels. Bijdrage provincie: € 199.000,00 Energieproductie: 600 kiloWatt CO2-reductie: Ten opzichte van gaskachels: 400 ton.
“Bij ons is duurzaamheid geen modieus sausje”
Energie uit ijsafval In de Ola fabriek in Hellendoorn maken ze het wereldberoemde Ben & Jerry’s ijs. En dat doen ze al jaren klimaatneutraal, vertelt de manager duurzaamheid, Rudi van der Arend. “We weten precies wat de CO2-impact van een ‘pint’ van ons ijs is. Van het methaangas van de koe, tot het vervoer van de kersen, de elektriciteit in de supermarkt en de diepvries thuis. We werken volgens de Trias Energetica: energie besparen, duurzame energie opwekken en de rest compenseren. Bij ons is duurzaamheid geen modieus sausje.” De fabriek investeert nu in een vergister, waarmee nog bewuster met energie wordt omgegaan. “Met die vergister willen we 40 procent van onze energie zelf opwekken. Een warmtekrachtmotor op biogas zorgt voor de warmte die nodig is om de melk te pasteuriseren en we wekken er elektriciteit mee op voor ons vrieshuis.” Van der Arend legt uit waarom de vergister zo bijzonder is. “Wat we hier gaan doen is nog nergens in de wereld gedaan. We gaan ons afvalwater en afvalijs vergisten. Dit afval is heel vet. ‘Super premium’, zoals wij dat noemen. Dat kun je met de huidige technologie niet vergisten. Uit onze pilot met een nieuwe techniek bleek dat wel mogelijk, zelfs in extreme situaties. We weten nu dat de bacteriën die voor de vergisting zorgen
tegen een productiestop kunnen, maar ook afval met extra room aankunnen.” “Precies 365 dagen zijn we bezig geweest met de voorbereidingen. We hebben daarbij ook de hulp ingeschakeld van de Universiteit van Wageningen. Daar waren we heel blij mee, want het is geen broodje kaas dat je koopt. Het is heel belangrijk dat je deskundigheid vraagt van mensen die aan jouw kant van de tafel zitten.”
Project: High energy and rich valorisation: een vergister voor vet afval. Bijdrage provincie: € 49.500,00 voor de pilot en € 499.000,00 voor de investering. Energieproductie: 40% van het huidige energiegebruik. CO2-reductie: 544 ton per jaar.
35
10. Warmte uit de bodem Warmte uit de bodem is vaak direct toepasbaar voor het verwarmen van bijvoorbeeld gebouwen. Het is daardoor een heel efficiĂŤnte vorm van duurzame energie.
Warmte-koude-opslag Bij een WKO-systeem (warmte-koude-opslag) worden warmte en koude opgeslagen in de waterhoudende lagen in de bodem op een diepte tussen de 20 en 150 meter. In de zomer gebruikt men het koele grondwater om gebouwen te koelen. Het opgewarmde water slaat men op in de bodem totdat het in de winter wordt gebruikt om gebouwen te verwarmen. In de praktijk zijn besparingen van 40 tot 80 procent bereikt.
36
Omdat warmte en koude aantrekkelijk geprijsd zijn, verdient een investering in een WKO-systeem zich vaak binnen enkele jaren terug. Voor kantoren en andere bedrijven is inmiddels sprake van een volwassen markt voor deze manier van verwarmen en koelen. Daar is veel expertise beschikbaar. Voor woondoeleinden - zoals woningbouw, verzorgings- en verpleeghuizen - geldt dat in veel mindere mate. Door de ontwikkeling van collectieve systemen kan ook deze markt in een stroomversnelling terechtkomen.
In de meeste gevallen een vergunning nodig voor de aanleg van een WKO-installatie. Gemeenten en provincie zien erop toe dat de bronnen niet in waterwingebieden worden geslagen of in een beschermingsgebied. Ook letten zij erop dat WKO-installaties niet te dicht bij elkaar worden geplaatst.
Aardwarmte Een andere vorm van duurzame energie uit de ondergrond is aardwarmte, ook wel geothermie genoemd. Hierbij wordt water vanuit veel diepere aardlagen opgepompt. Op een diepte van ongeveer 2000 meter kan water gevonden worden met een temperatuur van 70 graden. Dit verschilt echter wel van plaats tot plaats. Om deze warmte te winnen moeten er twee putten worden geboord, een zogenaamd doublet. Het warme water wordt omhoog gepompt uit de productieput. Nadat via een warmtewisselaar de benodigde hoeveelheid energie uit het opgepompte water is gewonnen, wordt het afgekoelde water teruggepompt in de injectieput. Voordat geboord kan worden naar aardwarmte is eerst onderzoek nodig, om te kijken of er voldoende warm water beschikbaar is. De landelijke overheid is via de Mijnbouwwet verantwoordelijk voor de vergunningverlening.
Groene komkommers uit de Koekoekspolder In Overijssel mag er in de Koekoekspolder geboord worden. Hier willen drie tuinders hun kassen verwarmen met aardwarmte. Dit heeft nog heel wat voeten in aarde. De tuinders bundelden hun krachten in een BV en werkten samen met de gemeente Kampen, de Provincie Overijssel en de Landen tuinbouw Organisatie LTO Noord. De provincie investeert in dit project, omdat de CO2-reductie aanzienlijk is en de financiële risico’s voor de ondernemers relatief groot zijn. Ook speelt mee dat het hier om een samenwerkingsproject gaat. De tuinders kunnen met aardwarmte meer dan de helft aan aardgas besparen en dat levert een forse reductie van de CO2-uitstoot op. Ze werken samen om kosten en risico’s te kunnen delen. Hun motto: ‘alleen ga je sneller, samen kom je verder’. Het aardwarmteproject in de Koekoekspolder is het eerste aardwarmteproject in NoordoostNederland en het eerste project in het land waarbij tuinders samenwerken in een cluster. Met steun van de provincie en de gemeente Kampen hebben de ondernemers eerst een haalbaarheidsonderzoek uit laten voeren. Dit haalbaarheidsonderzoek pakte gunstig uit.
Project: Verwarming van de kassen in de Koekoekspolder met aardwarmte. Bijdrage provincie: Een lening van 4,5 miljoen euro, expertise en garantstelling samen met de gemeente Kampen en het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie. Energiebesparing per doublet: Ruim 5 miljoen m3 aardgas/jaar. CO2-reductie: Circa 7 kiloton per jaar per doublet.
Radboud Vorage is directeur van Greenhouse Geopower BV, de BV van de tuinders. Hij vertelt dat er onder de Koekoekspolder op een diepte van 1900 meter voldoende warm water verwacht wordt. “Het water is zo’n 67 graden Celcius. We verwachten voldoende water voor 60 tot 80 procent van de warmtevraag van de tuinders,” aldus Vorage. De provincie pleitte er bij het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie voor om de garantieregeling voor boren naar aardwarmte te verruimen. “Dat is voor de ondernemers heel belangrijk, want er is nog een risico dat er onvoldoende warmte opgepompt wordt. Met de garantieregeling wordt het financiële risico voor de ondernemers in elk geval beperkt.” Als de eerste bronnen succesvol zijn, volgt een tweede groep tuinders die hun kassen met aardwarmte willen verwarmen. De provincie heeft van de landelijke overheid een vergunning gekregen voor in totaal zeven van deze doubletten in de Koekoekspolder. Op termijn kunnen ook woningen en kantoren in de omgeving gebruik maken van deze warmte.
37
Informatie Meer informatie over het Energiepact en projecten voor duurzame energie en energiebesparing in in de provincie vindt u op www.overijssel.nl/energiepact. Provincie Overijssel Programma Energiepact, eenheid Economie, Milieu en Toerisme Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 Fax 038 425 48 88
Colofon Uitgave provincie Overijssel, Oplage 300 exemplaren Redactie Provincie Overijssel, programmateam Energiepact Traffic Team Communicatie Fotografie Job Boersma, Agnes Booijink, Ben Vulkers, gemeente Hardenberg, gemeente Dalfsen, Programmateam Energiepact. Vormgeving Team Communicatie Drukwerk Molenberg Media www.overijssel.nl/energiepact
38