Economisch profiel Roermond-Echt Regionale verdieping Christoellezing
Uitgave bij gelegenheid Christoellezing 2010 15 december 2010 Rabobank Roermond-Echt
COVER Christoffelhandout.indd 1
02-12-2010 16:00:15
Toelichting Definities Economische Thermometer
Literatuur
Algemeen
• Rabobank (2010). Economisch Kwartaalbericht, september. • Rabobank (2010). Branche Informatie Rabobank. • UWV (2010). Regionale arbeidsmarktschets Noord- en Midden-Limburg.
• Arbeidsvolume: arbeidsvolume werknemers en zelfstandigen in arbeidsjaren • Bruto toegevoegde waarde: loonkosten + afschrijvingen + financiële lasten + bedrijfsresultaat
Variabelen economisch groei
Colofon Titel: Auteurs: Publicatiedatum: In opdracht van: Productionele begeleiding: Vormgeving: Fotografie: Contactadres:
Economisch profiel Roermond-Echt 2010 Cynthia Briesen (Rabobank Nederland) Thijs Geijer (Rabobank Nederland) December 2010 Rabobank Roermond-Echt Rabobank Roermond-Echt Afd. CCM, Sakia Robinson en Roel Schenk Creation Station, Ivo Van den Broek Karel Bingen, Peter Wijnands e.a. Postbus 35 6040 AA Roermond Tel: (0475) 50 05 00 bedrijven@roermond-echt.rabobank.nl www.rabobank.nl/roermond-echt
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke bewerking van het werk, zonder voorafgaande toestemming van Rabobank Nederland. No part of this publication may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other means without written permission by Rabobank Nederland.
• Winstgroei: bedrijfsresultaat 2009 t.o.v. bedrijfsresultaat 2008 • Productiegroei: bruto toegevoegde waarde 2009 t.o.v. bruto toegevoegde waarde 2008 • Investeringsgroei: investeringen 2009 t.o.v. investeringen 2008 • Arbeidsvolumegroei: arbeidsvolume 2009 t.o.v. arbeidsvolume 2008
Variabelen economisch kracht • Arbeidsproductiviteit: bruto toegevoegde waarde / arbeidsvolume • Rentabiliteit op eigen vermogen (REV): bedrijfsresultaat als % van het eigen vermogen • Investeringsratio: investeringen als % van de bruto toegevoegde waarde • Werkgelegenheidsfunctie: arbeidsvolume als % van de beroepsbevolking
Disclaimer Deze publicatie is met zorg samengesteld, maar beoogt niet volledig te zijn. Deze informatie is gebaseerd op de situatie van november 2010. Deze publicatie is geen aanbod, aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. © Rabobank Nederland, 2010. Wijzigingen voorbehouden.
2 |
COVER Christoffelhandout.indd 2
Economisch profiel Roermond-Echt | 63
02-12-2010 16:00:18
Voorwoord Als betekenisvolle relatie van de Rabobank Roermond-Echt bieden wij u graag de eerste editie aan van Economisch Profiel Roermond-Echt (2010). Deze exclusieve uitgave bevat een regionale verdieping van de Christoffellezing zoals op 15 december uitgesproken door chef-econoom Wim Boonstra van de Rabobank Groep. Met de Christoffellezing, onze traditionele eindejaarslezing, willen wij onze zakelijke relaties een deskundige vooruitblik geven op het jaar dat nog komen gaat. Om de beschreven economische ontwikkelingen ook in regionaal perspectief te plaatsen, hebben wij naast lokaal economisch onderzoek ook met een select aantal betrokkenen interviews gehouden. In deze persoonlijke gesprekken is voor verschillende sectoren de balans opgemaakt over 2010 en vooruit geblikt naar de regionale ontwikkelingen in 2011. Onze dank gaat uit naar alle geïnterviewden voor hun spontane medewerking. De onderzoekers van KEO danken wij voor de samenstelling van deze regionale profielschets. Namens alle collega’s van de Rabobank RoermondEcht wens ik u fijne feestdagen en een succesvol 2011.
Bart van Iersel Directeur Bedrijven Rabobank Roermond-Echt
Economisch profiel Roermond-Echt | 3
4 |
Inhoudsopgave Voorwoord
3
Inleiding
7
1 Het economisch presteren 1.1 Bergop gaat langzamer dan bergaf 1.2 De economie van regio Roermond-Echt 1.3 Over de Regionaal-Economische Thermometer 1.4 Thermometerstand 1.5 Economische groei 1.6 Economische kracht
9 9 10 15 16 17 18
2 Verwachtingen tot 2012 2.1 Banenverlies in regio Roermond-Echt hoger dan landelijk 2.2 Werkloosheid neemt af 2.3 Productievolume herstelt in 2010 en 2011
21 21 23 25
Conclusies
27
Interviews
29
Toelichting
63
Economisch profiel Roermond-Echt | 5
6 |
Inleiding In deze publicatie staat de economische stand van zaken in het werkgebied van Rabobank Roermond-Echt centraal. Deze analyseren we door de volgende vragen te beantwoorden: • Wat is de structuur van de economie en hoe presteerde het bedrijfsleven in het werkgebied in 2009? • Wat is de verwachte economische ontwikkeling op de korte termijn? • Hoe zien regionaal belanghebbenden de meest recente economische ontwikkelingen en wat zijn hun verwachtingen voor 2011?
Het werkgebied van Rabobank Roermond-Echt bestaat uit vier gemeenten: Echt-Susteren, Maasgouw, Roerdalen en Roermond. Hoewel het werkgebied van de bank niet de gehele oppervlakte van de gemeenten Echt-Susteren en Maasgouw beslaat, is er vanuit praktisch oogpunt voor gekozen om deze gemeenten in hun geheel in het onderzoek mee te nemen. Waar mogelijk vergelijken we de vier gemeenten met de regio Midden-Limburg en Nederland.
Deze publicatie bestaat uit twee delen. In het eerste deel gaan we in op de economische structuur, de bedrijfsprestaties en de economische verwachtingen op de korte termijn. Dit gebeurt op basis van cijfermateriaal van de Rabobank, het werkgelegenheidsregister LISA en het UWV-Werkbedrijf. In het tweede deel blikken we met een tiental regionaal belanghebbenden terug op 2010 en kijken we vooruit naar 2011.
Economisch profiel Roermond-Echt | 7
8 |
Het economisch presteren Dit hoofdstuk behandelt de economische prestaties van het bedrijfsleven in de regio Roermond-Echt. De rapportcijfers die daarbij worden gepresenteerd, zijn relatieve cijfers en moeten worden gelezen tegen de achtergrond van de huidige macro-economische context. Dit is altijd van belang, maar zeker in de huidige tijd. Voordat dit hoofdstuk ingaat op de economische prestatie van de regio Roermond-Echt, wordt om die reden een beeld geschetst van de huidige economische stand van zaken.
1.1 Bergop gaat langzamer dan bergaf Na een aantal jaren van hoge economische groei gooide de kredietcrisis in 2008 roet in het eten. In het laatste kwartaal van dat jaar werd de Nederlandse economie meegetrokken in de vrije val van de wereldhandel. Daarmee kwam abrupt een einde aan de periode van hoogconjunctuur en sloeg de uitbundige groei van de Nederlandse economie om in een forse krimp. De afgelopen recessie was de hevigste sinds de jaren dertig van de vorige eeuw. De economie kromp met 4%. Sinds medio 2009 klimt onze economie weer langzaam uit het dal en kunnen we spreken van een
voorzichtig en broos herstel. Voorzichtig omdat de groei beperkt is. Broos omdat de duurzaamheid ervan onzeker is. De Nederlandse economie groeide in het derde en vierde kwartaal van 2009 met 0,6%. De groei werd vooral gedragen door de toegenomen export als gevolg van de opleving van de internationale handel. In het eerste kwartaal van 2010 bedroeg de groei 0,5%, in het tweede kwartaal zelfs 0,9%. Nederland profiteerde van de aantrekkende wereldhandel. Ook de consumentenbestedingen en de investeringen droegen hieraan bij, zij het mondjesmaat. Hoe belangrijk de export ook mag zijn voor onze economie, consumentenbestedingen en investeringen zijn evengoed noodzakelijk voor een gezonde en bestendige groei. Hoewel de investeringen de laatste maanden weer aantrekken, wordt er nog steeds minder ge誰nvesteerd dan een jaar geleden. Ook de consument haakt nog niet echt aan en blijft de kat uit de boom kijken. Hoewel de werkgelegenheid weer langzaam oploopt, is de werkloosheid hoger dan
Economisch profiel Roermond-Echt | 9
voor de recessie. Dit creëert onzekerheid en heeft impact op de koopkracht en een neerwaarts effect op de consumentenbestedingen. Ook het economisch beleid van de komende kabinetsperiode speelt een grote rol in de onzekerheid. Dat er bezuinigd gaat worden is zeker. Dat de consument dit zal voelen in zijn portemonnee ook. Maar op welke terreinen, in welke mate en in welk tempo dat zal gebeuren, is nog de vraag. Dit kweekt voorzichtigheid, wat we onder meer terugzien in de toenemende spaartegoeden. Bovendien moet niet alleen de Nederlandse overheid bezuinigen. Probleemlanden als Griekenland, Ierland, Portugal en Spanje zijn gedwongen om dit jaar al het tekort op de overheidsbegroting terug te dringen. De andere Europese overheden volgen volgend jaar. Voor een open economie als die van ons zijn dat essentiële ontwikkelingen. Samenvattend zien we een voorzichtig herstellende economie met veel nationale en internationale onzekerheden. Voor verdere economische groei zal vooral de binnenlandse vraag moeten toenemen en dus de consument de hand van de knip moeten halen. En met de op handen zijnde bezuinigingen en de onzekerheid daarover is het zeer de vraag wanneer dat zal gebeuren. Daarom verwachten wij voor de komende kwartalen een meer
gematigde economische groei. Voor 2010 als geheel wordt een groei verwacht van 1,75%. Hoewel die groei lager is dan voor de recessie en we dus nog steeds verwijderd zijn van het ‘normale’ groeipad, is dat positief te noemen. Voor heel 2011 zal de economische groei naar verwachting 1,5% bedragen.1
1.2 De economie van regio Roermond-Echt Sectorstructuur De regio Roermond-Echt heeft een totale bevolking van ruim 132.000 inwoners, bezit 63.000 banen en 9.300 vestigingen. De vier gemeenten Roermond, Roerdalen, Maasgouw en Echt-Susteren zijn samen goed voor iets minder dan 60% van de totale bevolking, werkgelegenheid en vestigingen in Midden-Limburg. De werkgelegenheid in de gehele regio Midden-Limburg is relatief sterk georiënteerd op de industrie, detailhandel en zorg (figuur 1.1 en 1.2). Ten opzichte van Nederland kent de regionale industrie een veel sterkere specialisatie op de vervaardiging van metaal, rubber, kunststof en overige mineralen. De werkgelegenheid in dienstverlenende sectoren zoals de informatie & communicatie, financiële instellingen en advies & onderzoek is relatief beperkt.
1
10 |
Bron: Rabobank (2010). Economisch kwartaalbericht, september.
Figuur 1.1: Sectorstructuur
Figuur 1.2: Sectorstructuur
Bron: Rabobank/EIM/LISA
Bron: Rabobank/EIM/LISA
De vier gemeenten in het werkgebied wijken op hoofdlijnen weinig af van het regionale beeld (figuur 1.1 en 1.2). Per gemeente zijn er wel specialisaties aan te wijzen. De landbouw is groot in Roerdalen, de industrie in Roermond (onder andere Rockwool, SIF en Smurfit Kappa) en Maasgouw (Cehave), vervoer & logistiek in Roerdalen (UPS), zorg is in alle gemeenten behalve Roerdalen oververtegenwoordigd. Roermond vormt het bestuurs- en onderwijshart van het gebied met een relatief grote semi-overheid.
Sectorprognoses
Detailhandel: na het dal komt de vlakte
Macro-economische ontwikkelingen oefenen invloed uit op de verschillende sectoren in Nederland. In de regio Roermond-Echt zijn met name de detailhandel, de industrie en de zorg de leidende sectoren. Vanwege het grote economische belang van deze sectoren voor de regio is het belangrijk om de sectorale ontwikkelingen in kaart te brengen.
De aangekondigde overheidsbezuinigingen, de situatie op de arbeidsmarkt en de koopkrachtdaling drukken een stempel op de bestedingen van consumenten. In de food-detailhandel blijft de consument daarom op zoek naar goedkopere producten en aanbieders. Wel kan de foodsector profiteren van de wat hogere thuisconsumptie. In de non-fooddetailhandel
Economisch profiel Roermond-Echt | 11
Aandachtspunten voor de regio Roermond-Echt • Roermond heeft zich geprofileerd als detailhandelsstad, en staat ook onder invloed van bovengenoemde algemene ontwikkelingen in deze sector. • De detailhandel kampt met een afname van de werkgelegenheid, maar met de ambitie van Roermond om zich verder te profileren als detailhandelsstad zou dit op lokaal niveau een toename van de werkgelegenheid in deze sector kunnen betekenen.
zal de marginale groei van de private consumptie geen omzetgroei genereren. Een lichte volumedaling gecombineerd met een beperkte prijsstijging zal hier leiden tot een stabilisatie van de omzet. Na de sterke omzetdalingen van afgelopen jaren komt nu derhalve de ‘vlakte’. De sector non-food is echter zeer heterogeen: binnen de sector kunnen er behoorlijke verschillen zijn. Vooral branches waar grote uitgaven spelen, hebben het lastig. Zo nemen de autoverkopen wel toe in aantallen, maar niet in omzet omdat er goedkopere auto’s worden gekocht. Uiteraard zijn er in de huidige markt ook kansen voor de detailhandel. Door samen te werken (zowel horizontaal als verticaal) kunnen er nieuwe producten op de markt worden gebracht, kunnen nieuwe markten worden aangeboord, en kan de doelgroep nog beter en efficiënter worden bediend. Daarnaast is het onderscheidend vermogen van belang: kies zorgvuldig je doelgroep en biedt producten via de juiste verkoopkanalen aan.2
Industrie: tijdelijke groei-impulsen vallen weg De Nederlandse industrie profiteert in 2010 van de aantrekkende wereldhandel. Deze wordt deels aangewakkerd door tijdelijke factoren, zoals stimuleringsmaatregelen van overheden, positieve vraageffecten vanuit de voorraadcyclus en monetaire impulsen. Geleidelijk vallen deze impulsen weg en vlakt de wereldhandelsgroei af. In 2011 zal de productiegroei zich hierdoor (en door de beperkte groei van de binnenlandse vraag) in een gematigder tempo ontwikkelen. Overigens zijn er grote verschillen in productieontwikkeling binnen de sector. Bepalend is vooral de situatie in de eindmarkten die worden bediend. Maar toch liggen er kansen voor de industrie. Kansen liggen er op de exportmarkten en dan vooral de markten in Azië en Latijns- Amerika. Ook de Duitse markt doet het relatief goed. Nederlandse toeleveranciers kunnen profiteren van (tot nu toe) goede gang van zaken bij Duitse producenten van luxe en
Aandachtspunten voor de regio Roermond-Echt • De industrie in de regio Roermond-Echt is eveneens hard getroffen door de recessie. Dit blijkt uit de economische groeicijfers van 2009. De verwachting is dat zij in 2010 en 2011 van het landelijke herstel in de economie zal profiteren. • Voor de industrie is het echter wel van belang dat zij door innovatie haar arbeidsproductiviteit verhoogt.
2
12 |
Bron: Branche Informatie Rabobank.
kapitaalgoederen (auto’s, machines e.d.). Deze Duitse producenten exporteren veel naar de Aziatische regio. De Nederlandse markt toont daarentegen nog weinig dynamiek: de investeringsbereidheid bij bedrijven is beperkt en de consumentenvraag is nog zwak. Door innovatie en productontwikkeling kan men in een relatief verzadigde markt als West-Europa toch omzetgroei genereren.3
Zorg: bovengemiddelde omzetgroei De gezondheidszorg heeft afgelopen jaren relatief minder last van de crisis gehad. De groei in deze sector zal zich ook komend jaar doorzetten door de vergrijzing, toepassing van nieuwe medische technologieĂŤn en de wensen van de zorgconsument. Wel zal de overheid een rem op de collectieve zorguitgaven zetten. PatiĂŤnten zullen dus een hogere eigen bijdrage aan de zorg moeten gaan betalen. Gelet op de veranderende marktomstandigheden is de strategie van het zorgbedrijf of instelling belangrijk. Hier moet een rendabel verdienmodel uitkomen.4
Verdeling bedrijfsleven Binnen het werkgebied is Roermond de economische hoofdplaats (figuur 1.3). Met ruim 36.000 banen heeft de gemeente meer dan de helft van de totale werkgelegenheid in het gebied. Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen hadden begin 2009 respectievelijk 12.000, 8.800 en 5.800 banen. Ook wat betreft bruto toegevoegde waarde is het Roermondse bedrijfsleven goed voor meer dan de helft van de totale bruto toegevoegde waarde. Het aantal vestigingen is meer gelijkmatig over het gebied verdeeld. Hiertoe worden zowel hoofd- als nevenvestigingen gerekend. In Roermond zijn er 3.900 vestigingen, in Echt-Susteren 2.400, in Maasgouw 1.800 en in Roerdalen 1.300. Bijna de helft van alle vestigingen behoort tot de grooten detailhandel, zakelijke dienstverlening of bouw.
Aandachtspunt voor de regio Roermond-Echt De verwachting is dat het aantal arbeidsplaatsen in de zorg in de regio Roermond-Echt in 2011 zal toenemen. Het is zaak hier nu op in te spelen door goed opgeleid personeel naar de regio te trekken en in te zetten op bij- en omscholing van het bestaande arbeidsaanbod.
3+4
Bron: Branche Informatie Rabobank.
Economisch profiel Roermond-Echt | 13
Figuur 1.3: Verdeling economische indicatoren Arbeidsmarkt Vestigingen
25%
Bruto toegevoegde waarde
17%
Arbeidsvolume
19%
0% Echt-Susteren
19%
20% Maasgouw
42%
14%
64%
13% 6%
14%
Aan het begin van de crisis bestond de angst dat het banenverlies groot zou zijn en dat daardoor de werkloosheid flink zou gaan stijgen. Tot februari 2010 is er zeker sprake geweest van een stijging van de werkloosheid en het aantal niet-werkende werkzoekenden (nww’ers) dat zich bij het UWV-Werkbedrijf inschreef. Na deze piek is er in het vervolg van 2010 landelijk sprake geweest van een geleidelijke afname (figuur 1.4).
58%
9%
40%
60%
Roerdalen
80%
100%
Roermond
Bron: Rabobank/EIM
Figuur 1.4: Ontwikkeling niet-werkende werkzoekenden
De vier gemeenten en de regio Midden-Limburg als geheel laten tot het begin van de crisis (eind 2008 begin 2009) een ontwikkeling zien die vergelijkbaar was met het landelijke beeld. Daarna onderscheidt de regio zich echter in positieve zin. De toename van het aantal nww’ers is veel minder sterk geweest dan landelijk. Sinds het begin van 2010 vertoont het aantal nww’ers een enorme daling. Als gevolg daarvan is bijvoorbeeld in Roermond het aantal nww’ers sinds 2007 bijna gehalveerd.
Bron: Rabobank/EIM/LISA
14 |
1.3 Over de Regionaal-Economische Thermometer onvoldoende beoordeeld.5 Het rapportcijfer voor ‘economische groei’ en ‘economische kracht’ is het ongewogen gemiddelde van de rapportcijfers voor respectievelijk de vier groei- en de vier krachtindicatoren. Het rapportcijfer voor de economische prestatie is het ongewogen gemiddelde van de cijfers voor groei en kracht. De rapportcijfers zijn berekend op basis van verschillende bronnen. Dit zijn onder andere de MKB-database en de Monitor Bedrijfsactiviteit van de Rabobank, de financiële jaarrekeningen van het CBS en de werkgelegenheidscijfers uit het zogenoemde LISA-bestand (Landelijk Informatie Systeem Arbeidsorganisaties).
De Regionaal-Economische Thermometer (RET) meet de economische prestaties van Nederlandse regio’s en vergelijkt die met het Nederlandse gemiddelde. De prestaties worden gemeten aan de hand van acht deelindicatoren. Deze acht deelindicatoren zijn ondergebracht bij twee hoofdindicatoren: ‘economische groei’ en ‘economische kracht’. Samen vormen zij de score voor de ‘economische prestatie’. Onderstaande figuur geeft de opbouw van het model weer. De economische prestatie van een regio waarderen we met een rapportcijfer. Voor elke variabele zetten we de gemiddelde waarde in Nederland op een zes. Stel dat de gemiddelde winstgroei in Nederland 10 procent bedraagt, dan scoort een regio met een gemiddelde winstgroei van 10 procent een waardering van een zes. Ligt het cijfer boven de zes, dan heeft de regio een hogere winstgroei gekend. Een waardering met een cijfer onder de zes duidt op een minder dan gemiddelde score en wordt daarom als
De rapportcijfers worden ieder jaar opnieuw berekend met de meest actuele gegevens. Hierdoor kunnen er verschillen ontstaan tussen de cijfers die wij dit jaar over 2009 presenteren en de cijfers die wij komend jaar over hetzelfde jaar presenteren. Deze verschillen hebben te maken met actualiseringen in het bronmateriaal.
5
De rapportcijfers variëren van 3 tot 9. De mate waarin de regionale score afwijkt van het gemiddelde van alle regio’s (de standaarddeviatie) vertaalt zich in punten die de regio meer of minder krijgt toebedeeld dan dat landelijke gemiddelde: een zes. Economisch profiel Roermond-Echt | 15
1.4 Thermometerstand De economische recessie heeft uiteraard een forse invloed gehad op de prestaties van het bedrijfsleven in 2009. Over het algemeen vallen de cijfers voor de acht indicatoren in heel Nederland lager uit dan in 2008, uitzonderingen daargelaten. Dit hoeft echter geen invloed te hebben op de rapportcijfers. Het gemiddelde (Nederland) staat immers voor elke indicator elk jaar op een zes, ongeacht het absolute cijfer. De landelijke economie is in 2009 gekrompen. Deze landelijke krimp vormt dus het uitgangspunt waartegen de regionale ontwikkeling is afgezet. Tegen die achtergrond moet ook de gebruikte terminologie (voldoende, onvoldoende et cetera) worden ge誰nterpreteerd.
Figuur 1.5: Economische prestatie
Bron: Rabobank/EIM
Figuur 1.6: Economische groei
Figuur 1.5 toont het rapportcijfer voor de vier gemeenten en de regio, voor 2008 en 2009. Voor 2009 krijgt regio Midden-Limburg een 5,6 voor haar economische prestatie. Daarmee presteert het gebied net onder het gemiddelde van het totale Nederlandse bedrijfsleven. De vier gemeenten in de regio scoorden voor hun economische prestatie allen net iets onder het landelijk gemiddelde. Roerdalen scoorde zelfs nog wat lager. Dit kwam vooral doordat de economische groei in de vier gemeenten achter bleef bij de landelijke ontwikkeling (figuur 1.6). Door de recessie was er landelijk in 2009 geen sprake van groei maar krimp, in de vier gemeenten was deze krimp iets sterker dan landelijk. Op economische kracht, een indicator van de structuur van het bedrijfsleven, presteerden de gemeenten rond het landelijk gemiddelde. Roermond is in dat opzicht de meest krachtige gemeente van de vier, en Roerdalen de minst krachtige (figuur 1.7).
16 |
Bron: Rabobank/EIM
Figuur 1.7: Economische kracht
Bron: Rabobank/EIM
1.5 Economische groei Figuur 1.6 laat zien dat het rapportcijfer voor economische groei in de regio Midden-Limburg in 2009 gelijk is gebleven ten opzichte van 2008. Hieronder gaan we in op de vier onderliggende indicatoren die de economische groei bepalen. Dit zijn de winstgroei, de productiegroei, de investeringsgroei en de arbeidsvolumegroei. In figuur 1.8 zijn deze indicatoren voor de vier gemeenten en regio Midden-Limburg weergegeven.
Figuur 1.8: Indicatoren economische groei
de logistiek waren hiervoor verantwoordelijk. In 2009 heeft de industrie in Nederland grote klappen gehad. De gevolgen van de crisis voor de industrie in Roermond zijn echter nog sterker gevoeld. Dit kan te maken hebben met het type industrie dat in Roermond is gevestigd. In de gemeente Echt-Susteren daalde de winst met 23,8% en krijgt daarom het rapportcijfer 6,3.
Productiegroei van Maasgouw blijft ruim achter op Nederland De productiegroei wordt gemeten door de omvang van de bruto toegevoegde waarde te vergelijken met deze omvang een jaar eerder. In Nederland daalde de productie in 2009 met 4%. Regio Midden-Limburg kende in 2009 een daling van de totale productie van 4,9% en kreeg daarom geen voldoende. De negatieve productiegroei komt met name vanuit de industriesector. In de regio ervoer Maasgouw de grootste daling van de productie met 6,8%.
Investeringsgroei van Roermond op landelijk gemiddelde Bron: Rabobank/EIM
Roermond scoort zeer onvoldoende op winstgroei De winstgroei wordt berekend door het totale bedrijfsresultaat van de bedrijven in de regio af te zetten tegen het bedrijfsresultaat in het voorgaande jaar. In Nederland daalde de winst in 2009 met 26,4%. Regio Midden-Limburg zag haar winst met circa 34% dalen en krijgt hiervoor het rapportcijfer 5,1. Het onvoldoende rapportcijfer voor Roermond (3,1) werd veroorzaakt doordat de winst is gehalveerd (-50%). Met name de industrie, de handelssector en
In 2009 daalden de investeringen in Nederland met 14,3%. In regio Midden-Limburg daalden ze nog iets meer, namelijk met 15%. Hiervoor krijgt het gebied een 5,4 als rapportcijfer (figuur 1.8). De krimp zat met name in de industrie en logistieke sector. Beide sectoren zagen hun investeringen in 2009 flink afnemen. Zij weken echter niet veel af van de investeringsafname in de sectoren op landelijk niveau. De industrie is (op de financiĂŤle sector na) het hardst geraakt door de economische crisis. Maar het is ook de sector die weer als eerste uit het dal klimt. Uit figuur 1.8 blijkt dat Roermond de enige gemeente in de regio is die ongeveer een gelijke afname van de investeringen kende als Nederland (-14%).
Economisch profiel Roermond-Echt | 17
Maasgouw en Roermond hebben gemiddelde arbeidsvolumegroei
1.6 Economische kracht
Het arbeidsvolume is de werkgelegenheid gemeten in arbeidsjaren (fulltime banen). Het aantal banen is dus altijd groter dan het arbeidsvolume omdat er ook parttime banen zijn. In 2009 kromp het arbeidsvolume in Nederland met 1,6%. Met een krimp van 1,8% scoort regio Midden-Limburg enigszins slechter dan Nederland als geheel. De zakelijke dienstverlening is de sector met de grootste krimp van het arbeidsvolume in de regio Midden-Limburg. Dit geldt het meest voor Echt-Susteren en het minste voor Roerdalen.
De regio Midden-Limburg krijgt een 6,0 voor economische kracht, een vergelijkbare score ten opzichte van 2008. De economische krachtindicatoren bieden inzicht in de structuur en de gezondheid van het bedrijfsleven. Deze cijfers fluctueren veel minder door de jaren heen. Hoewel de recessie ook op deze indicatoren van invloed is, zijn de verschillen met voorgaande jaren kleiner. De economische kracht bestaat eveneens uit vier indicatoren. Dat zijn het rendement op het eigen vermogen (REV), de arbeidsproductiviteit, de investeringsratio en de werkgelegenheidsfunctie. In figuur 1.9 zijn de scores voor de vijf gemeenten en regio Roermond-Echt op deze vier indicatoren weergegeven.
Figuur 1.9: Indicatoren economische kracht
Bron: Rabobank/EIM
18 |
Maasgouw kent hoog rendement op eigen vermogen Het rendement op het eigen vermogen (REV) geeft de verhouding weer tussen de gerealiseerde winst (het bedrijfsresultaat) en het eigen vermogen waarmee dit is verkregen. De regio Midden-Limburg scoort rond het Nederlandse gemiddelde. Alleen Roermond blijft achter op deze indicator.
Regio Midden-Limburg heeft lage arbeidsproductiviteit De indicator arbeidsproductiviteit geeft de gemiddelde productie per fulltime werknemer weer. Hiervoor wordt de bruto toegevoegde waarde gedeeld door het arbeidsvolume. Het geeft dus aan hoeveel waarde een fulltime medewerker in een jaar toevoegt. Gemiddeld ligt de arbeidsproductiviteit in Nederland op zo’n € 88.000. In de regio RoermondEcht blijven met name Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen ver onder het landelijk gemiddelde.
Regio Echt-Susteren Maasgouw Roerdalen Roermond
Arbeidsproductiviteit € 76.000 € 75.000 € 64.000 € 86.000
De arbeidsproductiviteit is bij uitstek een variabele die sterk verschilt per sector. Hoe hoger de kapitaalintensiteit (en dus hoe lager de arbeidsintensiteit), hoe hoger de arbeidsproductiviteit. Zo heeft de (kapitaalintensieve) industrie in Nederland een arbeidsproductiviteit van €153.000 en bedraagt de toegevoegde waarde van een fulltime werknemer in de (arbeidsintensieve) horeca ‘slechts’ €43.000. De industrie realiseert over het algemeen een hoge arbeidsproductiviteit, zo ook in de regio Midden-
Limburg. Wel is deze in 2009 gedaald ten opzichte van 2008. Bovendien ligt de arbeidsproductiviteit van de industrie in de regio Midden-Limburg lager dan in de rest van Nederland.
Grote investeringsbereidheid in Roerdalen De investeringsratio is het deel van de bruto toegevoegde waarde dat wordt geïnvesteerd. Dit kengetal geeft een indruk van de mate waarin het bedrijfsleven bereid is om te investeren en (in sommige gevallen) vertrouwen heeft in de toekomst. In de regio Midden-Limburg bedraagt de investeringsratio 20% tegenover 18% in Nederland als geheel. De regio Midden-Limburg scoort hier een 6,4. Positieve uitschieter binnen de regio is Roerdalen dankzij de zakelijke dienstverlening in haar gemeente.
Roermond heeft een hoge werkgelegenheidsfunctie De werkgelegenheidsfunctie van een regio geeft de verhouding weer tussen het arbeidsvolume en de beroepsbevolking (personen in de leeftijd van 15-65 jaar die zich beschikbaar stellen op de arbeidsmarkt) in een gebied. Dit geeft een indicatie van het belang van de regio als werkverschaffer. Normaliter ligt deze verhouding hoger naarmate de gemeente meer stedelijk is. Door de recessie en de daarmee gepaard gaande werkgelegenheidsdaling is de werkgelegenheidsfunctie van Nederland gedaald, van 90 naar 85 fulltime banen per 100 leden van de beroepsbevolking. Let op, dit betekent niet dat de rest werkloos is, aangezien het om fulltime banen gaat en een deel van de beroepsbevolking parttime werkt. Roerdalen krijgt het rapportcijfer van een 3,5 wat overeenkomt met een werkgelegenheidsfunctie van 42 banen per 100 leden van de beroepsbevolking. Roermond is de enige gemeente in de regio Midden-Limburg met een werkgelegenheidsfunctie die hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. Zij biedt namelijk 114 banen per 100 leden van de beroepsbevolking.
Economisch profiel Roermond-Echt | 19
20 |
Verwachtingen tot 2012 Vanuit regionaal perspectief kan er sprake zijn van grote verschillen in de mate waarin de effecten van de crisis neerslaan. Om hier inzicht in te bieden, is door Rabobank Nederland de Regionale Conjunctuur Barometer ontwikkeld. Hiermee wordt een prognose gegeven van de ontwikkeling van de werkgelegenheid en de werkloosheid in regio’s en gemeenten. In het model is rekening gehouden met de sectorstructuur in de betreffende gemeente of regio, de ontwikkeling van de beroepsbevolking en de pendelstromen die naar en vanuit het gebied plaatsvinden. De werkloosheid in een gemeente is immers niet alleen afhankelijk van de ontwikkelingen bij het lokale bedrijfsleven maar hangt ook af van de werkgelegenheid bij bedrijven in andere gemeenten waar de beroepsbevolking werkzaam is. Daarnaast speelt ook de groei of krimp van de beroepsbevolking een rol. Werkloosheid is immers de resultante van zowel het aanbod van als de vraag naar werk. Als het aantal personen dat wil en kan werken harder daalt dan de werkgelegenheid, kan de werkloosheid dus zelfs afnemen.
Ook voor 2010 is de verwachting dat in Nederland in de meeste sectoren de werkgelegenheid afneemt (figuur 2.1). Dit is vooral het geval in de industrie, in de bouw en bij financiĂŤle instellingen. Voor 2011 is het beeld wat positiever, de meeste sectoren vertonen of een lichte krimp of groeien al iets. In beide jaren is de zorg de enige sector die gestaag doorgroeit. Naar gelang de samenstelling van de sectorstructuur zorgt het banenverlies op regionaal niveau voor een grotere of kleinere daling van de werkgelegenheid dan landelijk. De verdeling van het aantal banen over de sectoren (figuur 1.1 en 1.2) liet al zien dat in de regio Roermond-Echt het belang van de detailhandel, industrie en zorg relatief groot is. In vergelijking met Nederland zijn de dienstverlenende sectoren als de informatie & communicatie, financiĂŤle instellingen en advies & onderzoek relatief kleine sectoren.
2.1 Banenverlies in regio RoermondEcht hoger dan landelijk
In figuur 2.2 is de prognose van de werkgelegenheidsontwikkeling voor de vier gemeenten weergegeven. Hieruit blijkt dat de gemeenten een verschillende werkgelegenheidsontwikkeling hebben doorgemaakt. In Roerdalen zien we met name een stijging tussen 2005-2006. Deze stijging werd veroorzaakt
Als gevolg van de recessie en het daaruit volgende banenverlies is de werkloosheid sinds 2009 in nagenoeg alle Nederlandse gemeenten gestegen.
Economisch profiel Roermond-Echt | 21
Figuur 2.1: Prognose landelijke werkgelegenheidsontwikkeling
Figuur 2.2: Prognose werkgelegenheidsontwikkeling
Landbouw Industrie Bouw Groothandel
Detailhandel Horeca Logistiek FinanciĂŤle instellingen Zakelijke dienstverlening
Overheid en onderwijs Zorg Overige diensten
-10%
-5%
0% 5% 2010 2011
10%
Bron: LISA, Rabobank/EIM
Bron: LISA, Rabobank/EIM
door een flinke toename in het aantal banen in de logistieke sector. Ook Echt-Susteren heeft sinds 2000 een positieve werkgelegenheidsontwikkeling laten zien. Oorzaak hiervoor is de stijging van het aantal banen in de zorgsector en de groot- en detailhandel. Roermond laat echter sinds 2000 een wisselend patroon zien, maar sinds 2006 is de werkgelegenheid weer gestegen. Deze toename in het aantal banen lag met name in de groot- en detailhandelssector, de zakelijke dienstverlening, het onderwijs en de zorgsector. Door de recessie daalt het aantal banen in Nederland in 2010 naar verwachting met 1,7%. In Echt-Susteren, Roerdalen en Roermond is de krimp volgens de prognose ruim 2%. Alleen in Maasgouw wordt een lagere krimp van de werkgelegenheid verwacht van 0,9%. Voor 2011 wordt een zeer bescheiden landelijke groei van de werkgelegenheid verwacht van 0,2%. Van de vier gemeenten zit alleen Maasgouw daar met een verwachte groei van 0,8% boven.
De diverse sectorstructuur van de regio RoermondEcht zorgt er voor dat de werkgelegenheidskrimp in 2010 hoger ligt dan het landelijk gemiddelde. De regio wordt gekenmerkt door conjunctuurgevoelige sectoren als de handel, de logistiek en de industrie. Maar het relatief grote belang van de zorg en de beperkte krimp in de handelssector dempen enigszins de afname van het aantal banen.
22 |
Binnenwerk boekje 60 paginas.indd 22
07-12-2010 16:19:35
Figuur 2.3: Ontwikkeling werkloosheid, Figuur 2.4: Prognose productievolume arbeidsplaatsen + beroepsbevolking 2010 - 2011 4%
2%
0%
-2%
-4% Ontwikkeling 2009-2010 Echt-Susteren
Bron: LISA, Rabobank/EIM
Maasgouw
Roerdalen
Ontwikkeling 2010-2011 Roermond
Nederland
Bron: Rabobank/EIM
2.2 Werkloosheid neemt af Het effect van het banenverlies op de werkloosheid is afhankelijk van de ontwikkeling van de beroepsbevolking6 en het aanwezige woon-werkverkeer. De beroepsbevolking verandert bijvoorbeeld door de vergrijzing, een hogere arbeidsparticipatie van bepaalde groepen of doordat mensen ervoor kiezen om langer door te studeren. Pendelrelaties kunnen er daarnaast voor zorgen dat als in de ene gemeente banen verloren gaan dit ook in andere gemeenten voelbaar is. In figuur 2.3 wordt getoond wat het effect is van het banenverlies en de ontwikkeling van de beroepsbevolking op de werkloosheid. Daarbij wordt tevens rekening gehouden met woon-werkverkeer. Uit figuur 2.3 blijkt dat van alle vier de gemeenten alleen Roermond in 2010 en 2011 een hoger verwacht werkloosheidspercentage laat zien dan Nederland. Voor de overige drie gemeenten wordt verwacht dat hun werkloosheidspercentage in 2011 zal dalen ten opzichte van 2010. De hoge werkloosheid is het resultaat van vraag en aanbod op de arbeidsmarkt. Zoals gezegd heeft Roermond met 114 banen per 100 leden van de
beroepsbevolking een zeer hoge werkgelegenheidsfunctie. Dit zou moeten leiden tot een lagere werkloosheid. Roermond is echter ook een stad die veel forensen uit de regio aantrekt. Veel banen in Roermond (circa 57%) worden vervuld door werknemers van buiten de stad. Deze komen met name uit de regio zoals Leudal, Maasgouw en Roerdalen. Daarnaast is er sprake van een mismatch op de arbeidsmarkt, wat betekent dat vraag (vereiste opleidingsniveau banen) en aanbod (werkzoekenden) niet op elkaar aansluit. Zoals gezegd zal de werkgelegenheid in Maasgouw in 2011 stijgen. In de overige gemeenten zal er nauwelijks sprake zijn van groei van het aantal banen. Ook is er geen groei van de beroepsbevolking. De Nederlandse beroepsbevolking daalt, vooral als het gevolg van de vergrijzing. Met name voor de gemeenten Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen is de daling van de beroepsbevolking sterker dan landelijk. Om deze daling enigszins te compenseren zal een verhoging van de participatiegraad van ouderen, vrouwen en laagopgeleiden nodig zijn. 6
Het aantal mensen dat zich beschikbaar stelt op de arbeidsmarkt. Economisch profiel Roermond-Echt | 23
24 |
2.3 Productievolume herstelt in 2010 en 2011 Een aantrekkende economie zorgt voor nieuwe schaarste aan hoger en middelbaar opgeleiden. Dit speelt zeker in Midden-Limburg, waar de beroepsbevolking lager is opgeleid dan gemiddeld in Nederland. Door upgrading in vrijwel alle sectoren neemt het aandeel vacatures voor middelbaar en hoger personeel in Midden-Limburg toe. Er moet rekening mee worden gehouden dat door de verdienstelijking van de economie deze trend van hogere opleidingseisen doorzet. Aan de aanbodzijde wordt echter een groot aandeel werklozen van laaggeschoold niveau waargenomen. Een verhoging van het opleidingsniveau is essentieel en kan de werkloosheid aan de onderkant van de arbeidsmarkt verlagen, en de verwachte krapte aan de bovenkant bestrijden.7
7
In 2009 leidde de verminderde vraag naar goederen en diensten tot een sterke daling van het productievolume van bedrijven. In 2010 is het producentenvertrouwen en de bezettingsgraad bij bedrijven weer toegenomen. In de komende kwartalen zal de productiegroei zich, door de afvlakkende wereldhandel, waarschijnlijk in een gematigder tempo ontwikkelen.8 Het herstel van de economie is ook terug te zien in de verwachte landelijke en regionale ontwikkeling van het productievolume (zie figuur 2.4). Maasgouw springt hier in positieve zin uit. Naar verwachting bedraagt de productiegroei in 2010 circa 3%. Voor de overige drie gemeenten wordt verwacht dat zij in 2011 dezelfde productiegroei zullen realiseren als Nederland.
Bron: UWV (2010). Regionale arbeidsmarktschets Noord- en Midden-Limburg. 8
Bron: Rabobank: Economisch Kwartaalbericht, september 2010. Economisch profiel Roermond-Echt | 25
26 |
Conclusies • De prestaties van het bedrijfsleven in de regio Roermond-Echt stonden in 2009 onder druk als gevolg van de recessie. De economische prestatie van het gebied als geheel lag iets onder het landelijk gemiddelde.
in Nederland als geheel. Gezien de sterke internationale oriëntatie van dit type bedrijvigheid is dit ook niet verwonderlijk. De zorg kwam qua bedrijfsprestaties relatief ongeschonden door de crisis, alleen de investeringen liepen terug.
• De krimp van de groei-indicatoren winst, productie, • De Nederlandse economie herstelt zich van de investeringen en arbeidsvolume was in de regio Roermond-Echt hoger dan in Nederland.
• Op economische kracht zijn er enkele uitschieters naar boven en naar beneden te bespeuren. Het gebied scoort het beste op het rendement op eigen vermogen en de investeringsratio. De arbeidsproductiviteit blijft echter ver achter in vergelijking met Nederland, evenals de werkgelegenheidsfunctie. Met uitzondering van Roermond.
• Binnen de regio Roermond-Echt bleken de bedrijven in Roermond in 2009 gemiddeld wat beter bestand tegen de effecten van de recessie dan bedrijven in Echt-Susteren, Maasgouw en Roerdalen.
• Sectoraal vond de sterkste krimp van de bedrijfseconomische indicatoren plaats bij bedrijven in de productiesectoren en de handel & logistiek. Dit gold zowel voor de regio Roermond-Echt als
recessie, zij het voorzichtig. Ook in de regio Roermond-Echt lijkt het dieptepunt op aspecten als werkgelegenheid, werkloosheid en productievolume achter de rug te zijn. Voor Roermond is de werkloosheid op termijn echter nog wel een aandachtspunt.
• De crisis heeft de economie in regio Roermond-Echt hard geraakt, maar gaat net zoals de landelijke economie weer bergopwaarts. De regio wordt gekenmerkt door haar strategische ligging en is daardoor een aantrekkelijke vestigingsplaats voor grote en internationale bedrijven. Daarnaast is de bereikbaarheid over de weg flink verbeterd, wat een positieve uitwerking heeft op de regionale economie. De profilering van Roermond als detailhandelsstad heeft geleid tot veel bezoekers van buiten de regio (ook internationaal!). Door regio RoermondEcht tevens als aantrekkelijk toeristisch-recreatief gebied op de kaart te zetten, zal dit bijdragen aan een sterkere regionale economie.
Economisch profiel Roermond-Echt | 27
28 |
Interviews Om de beschreven economische ontwikkelingen in 2009/2010 in regionaal perspectief te plaatsen, zijn met een select aantal regionaal betrokkenen interviews gehouden. In de interviews is de balans opgemaakt over 2010 en vooruit geblikt naar de regionale ontwikkelingen in 2011. Om een zo breed mogelijk beeld te schetsen is gekozen voor vertegenwoordigers uit verschillende sectoren.
Economisch profiel Roermond-Echt | 29
Henk van Houtum is directeur van Van Houtum B.V. dat al 75 jaar een zelfstandig producent is van hygiĂŤnepapier en koploper op het gebied van Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen. De producten en diensten worden uitsluitend aan de business to business markt en de overheid geleverd via onder andere schoonmaakbedrijven en de vakgroothandel. Het productieproces is gecertificeerd volgens de Cradle to Cradle criteria.
30 |
Henk van houtum
“ Toenemende vraag naar duurzame producten” Terugblik op de economische recessie “Economisch gezien hebben we in 2009 ons beste jaar ooit gehad. Ook dit jaar is een goed jaar voor ons. We zijn niet zo gevoelig voor de economie, want we zijn niet-cyclisch. In goede economische tijden zijn juist de grondstoffen voor ons duur, waardoor de kosten dan hoger zijn. De grondstofontwikkeling is in deze voor ons van belang en is een belangrijk aspect om in de gaten te houden. China zuigt nu veel oud papier vanuit Europa weg. Dit leidt tot druk op de prijzen van oud papier en dat heeft weer effect op onze marges.
om het product te onderscheiden van andere groene producten doordat we een stoer product neerzetten: ‘Word stoer met Satino Black’ (hij wijst op het product waarvoor een man met een hanenkam symbool staat). Groene producten hebben nog te vaak een geiten wollen sokken imago, dat heeft Satino Black niet. Voor de toekomst zijn we al bezig om een innovatief product op de markt te brengen. Ons streven is niet sec volumegroei, we willen beter worden en koploper blijven op het gebied van duurzaamheid. Liever een kleinere speler, maar daarin wel de beste zijn.”
Toekomstige economische ontwikkelingen Ik heb positieve verwachtingen voor volgend jaar. Wij verwachten dat wij een stabiele ontwikkeling doormaken. Wij staan ook niet onder invloed van regionale ontwikkelingen, maar meer van internationale ontwikkelingen. Plannen die nu voor de regio klaar liggen hebben weinig impact op ons. Wel hebben we veel concurrentie in de markt. Ongeveer 50% van de omzet wordt in de Benelux gegenereerd en 50% in de overige EU-landen. We willen vooral groeien in de Benelux. Mensen zijn echt op zoek naar duurzame producten, maar ze zijn ook gevoelig voor kwaliteit en prijs. We streven er ook naar om meer innovatieve producten te ontwikkelen. Onze Cradle to Cradle producten worden onder de merknaam Satino Black op de markt gebracht. En waarom is er dan gekozen voor de kleur zwart? De zwarte kleur is het minst milieuschadelijk en het makkelijkst Cradle to Cradle te maken. Maar vooral is deze kleur gekozen
Spelen er specifieke ontwikkelingen in de (papier)industrie? “De industrie is erg belangrijk voor de regio. De maakindustrie in Zuidoost Nederland is de 3e à 4e pijler in de economie. Het behoud van een goed vestigingsklimaat voor de maakindustrie is daarom belangrijk. Het beleid van de gemeente draagt daaraan bij. Om het vestigingsklimaat te verbeteren is ook innovatie van belang. We zouden de hightech bedrijven moeten clusteren, maar ook de zorg, en hiermee innovatie bevorderen. In de papierindustrie streven we ernaar om het energieverbruik in 15 jaar te halveren. In de hele keten is het mogelijk om het energieverbruik te halveren, zowel in Nederland als wereldwijd. Daarbij moet je kijken naar de manier waarop je produceert, hoe je het transporteert en hoe de gebruiker het gebruikt. De papierindustrie in Nederland is koploper in het reduceren van de energie. Wij streven ernaar om
Economisch profiel Roermond-Echt | 31
Henk van houtum
Zijn er nog bepaalde speerpunten voor de toekomst van de regio? CO2 neutraal te produceren en zelfs een positief CO2 resultaat te bereiken. Het overschot van de energie kan dan worden gebruikt voor het gratis verwarmen van huizen in de omgeving. Op deze wijze kunnen we een positieve bijdrage leveren aan onze woon- en leefomgeving. Je moet je positief naar hen opstellen.”
32 |
“Voor de toekomst van de regio vind ik dat de regio zich meer moet inzetten op duurzaamheid. Het idee was om een Cradle to Cradle gebied te creëren met bedrijven. Provincie en gemeenten mogen daar meer op inzetten. Binnen de provincie is er ook een Cradle to Cradle overleg waarin zowel bedrijven als de overheid aan tafel zitten. Maar het loopt allemaal niet zo snel. Naast duurzaamheid blijft ook de infrastructuur van belang voor de regio. Daar mag nog beter in worden geïnvesteerd.”
Economisch profiel Roermond-Echt | 33
Henny van Houts is directrice van woningstichting Roermond. Zij opereren met name in Roermond en de regio Midden-Limburg. In totaal worden circa 960 woningen verhuurd. Daarnaast zijn zij actief op het terrein van Wonen en Zorg voor ouderen en mensen met een verstandelijke beperking.
34 |
Henny van Houts
“ Durven besluiten om minder te gaan bouwen” Terugblik op de economische recessie
Toekomstige economische ontwikkelingen
“In 2008 en 2009 liepen de woningverkopen nog goed door, maar in 2010 zijn de verkoopresultaten behoorlijk gestagneerd. Zelfs monumentale arbeiderswoningen onder de €100.000,- worden niet verkocht. Dit jaar hebben we er nog geen verkocht, terwijl de kopers daar vorig jaar voor in de rij stonden. Onze doelgroep zijn starters die tot €150.000,- een woning kunnen kopen. In 2008-2009 was er de starterssubsidie. Dat was het moment voor velen om te kunnen kopen. Het was een wezenlijk element en gaf de doorslag om een woning te kunnen kopen. Nu is deze subsidie afgeschaft. Enkele woningen hebben wij terug in de verhuur genomen, omdat de verkoopprijs erg laag was in relatie tot de geboden oppervlakten en grond van de woning.
Voor komend jaar verwachten we nauwelijks aantrekkingskracht op de koopmarkt. Per 1 januari 2011 moet 90% van de huurwoningen worden toegewezen aan huishoudens met een inkomen tot €33.000. En 10% van de woningen mag worden uitgegeven aan huishoudens met een bovenmodaal inkomen. Sommige dorpen krijgen hierdoor echt een probleem. Huurders met een hoger inkomen worden gedwongen om of particulier te huren of te kopen. Wij kunnen in Roermond geen huren vragen vanaf €700,-, dat is voor veel huurders hier niet te betalen.
Vorig jaar dachten veel mensen nog dat de crisis hen niet zou treffen. Dit jaar zagen wij de huurschulden oplopen. Met name onder de laaggeschoolden, werkzaam in de industrie en de transportsector. En deze groep is vooral onze doelgroep. Veel mensen zijn werkloos geworden. We proberen de huurachterstand van deze huurders via betalingsregelingen op te lossen. Ook zijn de banken kritischer geworden dan in het verleden. De bank gaat meer meekijken met wat de consument doet. Zo zijn er al voorbeelden dat bij de bouw van een woning, de bouwvergunning moet worden overlegd en aannemersovereenkomsten. De bank wil meer zekerheden inbouwen voor de langere termijn.
Die huurprijzen worden moeizaam gerealiseerd. Deze prijzen zijn in de Randstad niet voor te stellen hè. Huren kan soms zelfs duurder zijn dan kopen vanwege de lage prijzen hier voor een koopwoning. Van invloed zijn de nieuwe Europese regels voor toewijzing van sociale huurwoningen. Scheefwoners krijgen een hogere huurverhoging dan de inflatie, namelijk 5%. De huurmarkt wordt op deze wijze afgeroomd. Het gevolg kan zijn dat woningcorporaties meer huurwoningen moeten gaan verkopen. Dit is een behoorlijke opgave, zeker in een gebied waar krimp op de loer ligt. Binnen corporatieland zal dit leiden tot een afname van de bouw van gecombineerde huurprojecten. Daarnaast wordt verwacht dat deze maatregel ook zal leiden tot een versobering van de beheerskosten.”
Economisch profiel Roermond-Echt | 35
Henny van Houts
En hoe staat het met de regionale ontwikkelingen? ”Er is een overcapaciteit aan huurappartementen in Roermond. Er wordt teveel gebouwd. Volgens de prognoses van de regionale woonvisie zit Roermond tot 2014 veel te ruim in zijn woningen. Er is hier geen vraagdruk meer. Projectontwikkelaars bouwen voor de leegstand, wanneer zij niet met een uniek project komen. Ze bouwen niet voor de onderkant van de woningmarkt, maar voor middeninkomens of hoger. De overcapaciteit van appartementen zorgt voor verdringing op de woningmarkt. Mensen kiezen voor nieuwbouw in plaats van de bestaande huizen. Je kunt hier een grote woning met behoorlijke tuin kopen, maar er zijn veel oude woningen, waar nog een kwalitatieve slag in moet worden gemaakt. Mensen hebben nu ook andere eisen. Ze willen een kwalitatief goede woning en de meeste mensen willen niet meer klussen in huis,
36 |
maar een huis kopen dat echt ‘af’ is. De woning moet zo strak mogelijk worden opgeleverd. Mensen kiezen ook waar ze gaan wonen voor de voorzieningen. Als je ergens een huis gaat kopen dan vraag je je af Wat krijg je aan voorzieningen terug? Wat we zien is dat de voorzieningen wegtrekken uit de dorpen. De leegstand van het zuiden (Zuid-Limburg) wordt zichtbaar. Het is niet alleen onze taak om dat op peil te houden. Limburg heeft het probleem van de ontgroening en vergrijzing. De dorpen rondom de stad gaan leeglopen, want mensen trekken naar de stad. Dit laatste betekent dat Roermond groeit ten koste van de omliggende dorpen. Roermond wordt steeds meer de centrumstad voor de omliggende gemeenten.”
Economisch profiel Roermond-Echt | 37
Na een periode als gemeenteraadslid en wethouder maakte Jos van Rey in 1982 de overstap naar de Tweede Kamer. Sinds 1998 is de VVD-politicus terug als wethouder. Zijn portefeuille omvat onder andere economische zaken en ruimtelijke ordening. Vanuit zijn functie was hij nauw betrokken bij het tot stand komen van het Designer Outlet Centrum (DOC). Daarmee stond hij aan de wieg van het hernieuwde elan van de stad Roermond.
38 |
Jos van Rey
“ Wij pakken zaken daadkrachtig aan” Terugblik op de economische recessie Verontwaardigd was hij toen hij de lage positie van Midden-Limburg in de jaarlijkse Regio Top 40 van de Rabobank zag. “Ik herken Roermond daar helemaal niet in: de werkloosheid is hier de afgelopen tien jaar enorm gedaald. Wij zijn als enige Limburgse gemeente vorig jaar en dit jaar met duizend inwoners gegroeid en we scoren hoog op de Elsevier-lijst van woongemeenten. Dat is een fenomenaal resultaat voor dit stadje. We hebben in tien jaar veel bereikt. Maar we zijn er nog niet! Ten eerste is onze strategie als bestuur niet kiezen voor krimp -hoewel we onze ogen daar niet voor sluitenmaar gáán voor groei. Allereerst moet je daarvoor goed bereikbaar zijn. Daar hebben we 48 jaar op moeten wachten. Maar met de A73 en de oostelijke verbinding naar Düsseldorf is de bereikbaarheid enorm verbeterd. Zowel voor mensen die hier werken als bezoekers. Inmiddels zijn er binnen twee uur rijden dertig miljoen potentiële consumenten. Waar vindt u dat? In de Randstad wonen maar zeven miljoen mensen! Ten tweede moet je sterker maken waar je sterk in bent. Dus retail en maakindustrie. Qua retail zijn we bijna nummer 1 van Nederland. De maakindustrie ondersteunen we via de Ontwikkelings Maatschappij Limburg (OML), één loket voor alle bedrijventerreinen. Zij zijn de oren en ogen voor wat op industrieterreinen gebeurt.”
Waren de afgelopen jaren zwaar voor de industrie in uw stad? “Als je genoeg diversiteit in huis hebt, is dat anders. Wij hebben hier de SIF. Die was geconcentreerd op de off shore/olie, maar doet nu ook windenergie. We hebben Rockwool. Duurzaamheid is geweldig in trek. Als je zorgt dat je een kleurrijk palet hebt van verschillende branches dan valt het nog mee. De derde kerngedachte is het binden van middengroepen aan de stad. De beperkte ruimte om grondgebonden te bouwen heeft ons daarbij jarenlang parten gespeeld. Met Oolderveste waar duizend woningen komen, inmiddels zijn er vijfhonderd klaar, kunnen ook de middengroepen dicht bij hun werk wonen. Want er is heel veel werk: 60% van de mensen die hier werken, woont in buitengemeenten. De succesvolle groei van Roermond is te danken aan de ruimte die we de markt geven. Bijvoorbeeld: wij wisten dat er interesse was in een run-shopping centre (retailpark). De ontwikkelaar heeft van ons een briefje gekregen waarin stond dat hij alles mag doen wat niet in strijd is met regels en niet nadelig is voor de binnenstad. Het waren twee regels tekst waar gemeenten normaal een boekwerk van 38 pagina´s over sturen dat je als ondernemer op iedere pagina moet paraferen. Je moet die markt wat ruimte laten.
Economisch profiel Roermond-Echt | 39
Jos van Rey
In ons Overlegplatform Economie en Toerisme (OPET) zitten alle belangrijke partijen. Wij vertellen daar al onze plannen en houden niks geheim, zodat iedereen daar op kan inspelen.
Toekomstige economische ontwikkelingen “Twee jaar geleden is in een onderzoek geconcludeerd dat wij over vijf tot tien jaar aanlopen tegen een probleem met het personeelsaanbod in de retail. Oké, dan gaan wij dus een Retail en Business Academy opstarten om mensen te bekwamen en om het ondernemerschap in de sector te bevorderen. Op deze MBO-opleiding zitten nu veertig leerlingen en dat aantal moet flink groeien. Uiteindelijk moet de opleiding zo’n naam hebben dat als je bijvoorbeeld bij Kruidvat filiaalleider wil worden je in Roermond moet zijn opgeleid. Over het regionaal bedrijventerrein Sint Joost hebben we net weer vergaderd. Dit wordt uitgegeven door OML. Zo´n regionale samenwerking hadden we tien jaar geleden al veel steviger moeten aanpakken. Maar ja, alles heeft zijn tijd nodig. Je hebt een herindeling nodig, anders had je helemaal veel gemeenten gehad. Ik ben überhaupt voor meer robuuste gemeenten over heel Nederland. Dat komt de burger ten goede. Dan moet die burger er wel voor zorgen dat daar mensen komen te zitten die daadwerkelijk iets durven te zeggen. Er zijn wethouders die het de hele dag niet zo druk hebben. Die vinden het geweldig om ´s morgens om negen uur te vergaderen over het ene onderwerp en om elf uur met dezelfde mensen te vergaderen over het andere onderwerp. Zo zit ik niet in elkaar. Dat T-Mobile verhaal van Van ´t Hek – ik wil niet hebben dat ondernemers en
40 |
burgers hier bellen en niet worden geholpen. Actie! We gaan door: water naar de stad, stad naar het water. Dit wordt allemaal ontwikkeld: (wijst op sheets, red.) City Meadow, Oolderveste, ECI, het Ondernemershuis, de Rabobank. We zijn anders dan anderen, ook door onze diversiteit in retail. En werk samen. Als iedere gemeente dit zou doen, (lachend:) dan zou er meer competitie zijn. We willen shoppers vasthouden. De gemiddelde verblijfsduur op het DOC is nu 2,5 uur. Dat moet 6-7 uur over twee dagen worden. We hebben prachtige Maasplassen maar daar hebben we weinig mee mogen doen na de overstromingen van 1993. Wij hopen dat er na het masterplan Maasplassen mogelijkheden liggen om die meer uit te buiten. De aanpak van de singels gaat de komende jaren spelen; er komen ongelijkvloerse kruisingen op de N280. Daarnaast wordt glasvezel aangelegd, krijgen we het Breedband Innovatie Centrum Limburg; we doen mee aan de Provada en we blijven behoren tot de Limburgse gemeenten met de laagste OZB-belasting.”
Wat wordt de komende jaren van ondernemers zelf verwacht? “De raad heeft vorige maand besloten tot de invoering van de Bedrijfsinvestering-zones (BIZ). Als ondernemers ook voor zijn, komt er voortaan een heffing in een pot. Ondernemers in de binnenstad en op een aantal bedrijventerreinen kunnen dan zelf beslissen over de besteding van die middelen. Het geld is bijvoorbeeld te gebruiken voor activiteiten en beveiliging: eigen verantwoordelijkheid naar goed liberaal streven.” Bij dit gesprek was ook de heer Jan Bronsdijk (waarnemend directeur Sector Ruimte) aanwezig.
Economisch profiel Roermond-Echt | 41
Marc Bauwens is Country Manager Duitsland en Nederland van McArthurGlen Group. Deze onderneming is marktleider op het gebied van outlet centers in Europa. McArthurGlen biedt tientallen topmerken met kortingen van 30-70% in een authentieke architecturale omgeving. Momenteel heeft McArthurGlen negentien designer outlets over heel Europa met circa 500.000 m2 verkoopvloeroppervlak.
42 |
Marc Bauwens
“ Designer Outlet is de publiekstrekker” Terugblik op de economische recessie “Sinds de opening in 2001 is het aantal bezoekers gegroeid van 1,75 miljoen tot 3,5 miljoen in 2009. In 2009 hebben we de grootste stijging aan bezoekers gerealiseerd (15%). Het is duidelijk dat ons bedrijf niet heeft geleden onder de crisis en zich contracyclisch heeft gedragen. In dit economische klimaat hebben alle “discounters” het goed gedaan. Met name de designer merken, voor wie de reguliere handel in 2009 een zwart jaar is geweest, hebben in het Designer Outlet Roermond een uitstekende prestatie neergezet. Het kooptoerisme, vooral vanuit China en Rusland, is exponentieel gegroeid tijdens het afgelopen jaar. De recente opening van Gucci- en Prada-winkels heeft hier aanzienlijk toe bijgedragen. De verwachting voor 2010 is een verdere toename van het aantal bezoekers met 9%, wat het totaal op ongeveer 3,8 miljoen zal brengen. De omzetstijging zal dit cijfer ver overtreffen omdat nu ook de gemiddelde besteding sterk is toegenomen. Dit center heeft een sterkere groei doorgemaakt dan die in de rest van Europa. Dit komt omdat onze catchment area circa 26 miljoen mensen bedraagt, verspreid over Nederland, België en Duitsland, binnen een straal van anderhalf uur reisafstand. We liggen in het dichtstbevolkte gebied van heel Europa. Dit verzorgingsgebied was ook de belangrijkste reden voor vestiging hier. Daarnaast is de bereikbaarheid cruciaal, aangezien 90% van onze
klanten met de auto komt. De goede verbindingen, de A73 die Nijmegen verbindt met Maastricht en de A52 vanuit Düsseldorf, zijn een geschenk uit de hemel. Dit is een ongelooflijk belangrijke factor geweest voor onze groei.
Toekomstige economische ontwikkelingen Voor 2011 verwachten we dat we de grens van de 4 miljoen bezoekers gaan overstijgen en dat de gemiddelde besteding per bezoeker verder omhoog gaat. Mede dankzij onze unieke merkenportefeuille, waarin het designer-gehalte werkelijk onovertroffen is, worden we door de klant gewaardeerd en wordt dit aan vrienden en kennissen doorverteld. Deze mond-totmondreclame is een van onze belangrijkste marketingkanalen. Omdat het klantenpotentieel zo onuitputtelijk groot is, stellen we vast dat nog steeds zo’n 30% van onze klanten voor het eerst ons center bezoeken. Voor september 2011 staat een uitbreiding van 28.000 naar 35.000 vierkante meter gepland. We zullen dan 150 winkels en tien horecagelegenheden hebben. Het shopping toerisme is enorm toegenomen en Roermond is de retailstad bij uitstek geworden in deze dichtbevolkte, internationale regio. Samen hebben we “het product Roermond” op de kaart gezet. Mede dankzij het City management heeft Roermond zich geprofileerd als een bruisende stad, waar veel evenementen en activiteiten plaatsvinden.”
Economisch profiel Roermond-Echt | 43
Martin Beulen is eigenaar van het schoonmaakbedrijf Robedo en heeft zijn hoofdvestiging op het bedrijventerrein de Berk in Echt. Met een personeelsbestand van ongeveer 120 medewerkers bedient zijn bedrijf een grote diversiteit aan klanten in de provincie Limburg en het zuidoosten van Brabant.
44 |
Martin Beulen
“ Bovenregionaal bedrijventerrein moet van de grond komen” Terugblik op de economische recessie “2010 is natuurlijk een cruciaal jaar geweest, zo mag je wel stellen, voor alle sectoren in het bedrijfsleven. Wij hebben dat in 2009 zien aankomen en onszelf de vraag gesteld ‘wat gaan we doen in een situatie waarin het niet bloeiend gaat met het bedrijfsleven?’. Op die situatie hebben we geanticipeerd door in gesprek te gaan met onze klanten en in onderling overleg de gesloten contracten opengebroken en de uitvoering van de werkzaamheden met een passende frequentie uitgevoerd. Wij hebben iets water bij de wijn gedaan en bestaande klanten daarmee geholpen. Na verloop van tijd, in mei-juni, is er een omslag gekomen, bedrijven hebben weer wat meer buffer gekregen. We hebben het vertrouwen en de band met klanten versterkt en hebben als bedrijf zijnde groei meegemaakt in de tweede helft van 2010, ook omdat onze aanpak zich heeft rondgesproken. Er is dit jaar nog niet een klant weggevallen en uiteindelijk is dan ook een omzet stijging van 20% gerealiseerd, terwijl we in eerste instantie hebben moesten inleveren. Tevens hebben wij ons dienstenpakket uitgebreid met het Schoonmaak-Plus pakket en Gladheidsbestrijding, waarvoor veel belangstelling is. In de markt zien we dat op een gegeven moment de nationale partijen (bijvoorbeeld HAGO, ISS, ASITO, GOM) ook op kleinere projecten zijn gaan letten. Tegelijkertijd hebben zij zich gezekerd door bedrijven
in de sociale werkvoorziening (SW) over te nemen. Scholengemeenschappen en andere partijen maken tegenwoordig aanbestedingen met als eis bijvoorbeeld zestig procent SW personeel. Als middelgrote partij heb je voor dat soort aanbestedingen krachten van andere bedrijven nodig. Je moet gaan samenwerken met andere schoonmaakbedrijven wil je aan deze eisen van Europese aanbestedingen voldoen. Voor onderhandse aanbestedingen zou ik zeggen ‘dat doen we in de eigen gemeente’. Maar nee, nu zijn net alle nevenactiviteiten (zoals openbare werken en brandweer) onderhands aanbesteed in onze gemeente en dan gaan ze met een landelijk bedrijf in zee. Zou je dat bij een van de bedrijven uit Echt doen, dan doe je iets terug voor de bedrijven die hier werkgelegenheid creëren, belasting betalen en via sponsoring betrokken zijn bij de gemeenschap. Hieruit concludeer je dat onze gemeente het beleid met betrekking tot ondernemers die hier gevestigd zijn en zich willen vestigen drastisch zullen moeten wijzigen. Dan ligt de situatie in Roermond een heel stuk anders, chapeau, dat men daar zulke adequate mensen op de goede plaats heeft zitten. Uiteindelijk moet je medewerking van gemeente of instanties die bij jou in de regio zitten alleen maar toejuichen, ik denk ook dat iedere ondernemer daar blij mee zou zijn.
Economisch profiel Roermond-Echt | 45
Martin Beulen
Toekomstige economische ontwikkelingen Als ik de ontwikkelingen volg dan denk ik wel dat de regio Roermond een groeimarkt is. Ik hoop ook dat het bovenregionale bedrijventerrein, samen met de gemeente Roermond, nu wel van de grond komt. Tot nu toe heeft het alleen maar een hele hoop geld gekost en is er niks van terecht gekomen. Er zijn genoeg bedrijven die zich hier willen vestigen, dus ik zie hier wel potentieel in voor ons bedrijf en andere bedrijven, qua uitbreiding van de werkgelegenheid. Van een sociaal verantwoord bedrijf wordt verwacht dat producten en diensten waar vraag naar is, op een efficiĂŤnte, ethisch verantwoorde en milieu vriendelijke manier wordt aangeboden. De kans is groot dat ons bedrijf, dat voortdurend op de wensen van onze
46 |
klanten inspeelt en borg staat voor een uitstekende kwaliteit, veiligheid en betrouwbaarheid, met een hoogwaardige dienstverlening, meer rendement haalt en ik denk dat wij hiermee op de goede weg zijn. De doelstelling voor ons bedrijf is vooruit kijken en de crisis, welke wij ook ervaren hebben, achter ons te laten en werken naar een omzet vergroting van 15 tot 20%. Ons inzetten voor onze werknemers met bijsturen, ontwikkelen d.m.v. cursussen en niet te vergeten, dat ze zich thuis voelen bij onze organisatie. Door nauw samen te werken met ons personeel en onze opdrachtgevers, kunnen wij efficiÍnter werken en zodoende kosten besparen en onze kwaliteit nog meer verbeteren.�
Economisch profiel Roermond-Echt | 47
Vanaf de bovenste verdieping van ‘zijn’ Natalinitoren overziet Piet van Pol (directeur Van Pol Beheer) het Roermondse en de ontwikkeling van de stad. Zijn kleine organisatie heeft de afgelopen jaren het voortouw genomen bij een aantal toonaangevende ontwikkelingen en ook voor de komende jaren lopen er meerdere omvangrijke projecten.
48 |
Piet van Pol
“Roermond heeft de sprong gemaakt” Terugblik op de economische recessie
Toekomstige economische ontwikkelingen
De Natalinitoren is op 1 april 2010 in gebruik genomen na een bouwtijd van iets meer dan een jaar. De voorbereidingstijd van dit specifieke gebouw duurde echter vijftien jaar, terwijl de rest van dit project van 24.000 m2 kantoren (onder meer CWI) vrij snel was gegaan. Vele instanties hebben zich ermee bemoeid, omdat het gebouw buiten het bestemmingsplan viel en de toren het zicht op de Kathedraal dreigde weg te nemen. Uiteindelijk was dit gebouw een van de landmarks die in Roermond mocht verrijzen. Daarnaast hebben we de laatste vier jaar gebouwd: 200 woningen bij het ziekenhuis, het Retail Park Roermond van 35.000 m2, het Outdoor Center Roermond van 13.000 m2, het project Kazernevoorterrein – met onder andere 180 woningen, 8000 m2 kantoor, een casino, twee restaurants en een parkeergarage. Bij elkaar waren deze projecten goed voor een volume van ongeveer 200 miljoen euro.”
Momenteel wordt het Masterplan voor Jazz City uitgewerkt en de laatste hand gelegd aan het bestemmingsplan Roerdelta. Het plan Roerdelta ligt tussen Maas, Roer en de binnenstad waar vroeger twee chemische fabrieken stonden. Een zeer moeilijk te herontwikkelen gebied. Door het volume van het project en specifieke regelgeving kon de aanpak van de vervuiling rendabel worden gemaakt. Met hulp van de overheid wordt de ECI-fabriek nu helemaal gerenoveerd en ontstaat een locatie volledig die gericht is op cultuur. Op dit cultuureiland zal onder andere een platte zaal, een filmhuis, een poppodium en een centrum voor de kunsten worden gevestigd. Eind 2011 moet het klaar zijn en daarna wordt, na goedkeuring van het bestemmingsplan, in fases gestart met de eerste woningen rondom het gebouw. Op stadsrandzone Zuid vordert inmiddels de bouw van het nieuwe Rabobank-kenniscentrum. Hier ontstaat een schitterend en duurzaam gebouw. Een landmark langs de A73. Al deze bouwplannen worden zo veel mogelijk met regionale bedrijven uitgevoerd, wat ook door de gemeente wordt gestimuleerd. De bouwsector zal de komende jaren ongetwijfeld, bijzonder door de stagnerende verkoop van woningen, nog problemen kennen. Er zal gezocht moeten worden naar alternatieve bouwprocessen om te komen tot goedkopere woningen. Wij hebben echter het volste vertrouwen dat het dieptepunt is bereikt en stap voor stap weer vooruitgang zal worden geboekt. De rol van de banken speelt hier ongetwijfeld een grote rol. Het financieren van zowel bedrijven als ook particulieren zal weer op gang gebracht moeten worden.”
Wat heeft al die ontwikkelingen mogelijk gemaakt? “Dit kleine stadje heeft die sprong kunnen maken door de komst van de A73 en het Designer Outlet Centre. Een grote rol speelt natuurlijk ook de voortvarendheid en de visie van het gemeentebestuur, die ieder initiatief ondersteunt, in het belang van de ontwikkelingen van de stad.
Economisch profiel Roermond-Echt | 49
Tilman Schreurs is directeur van de Ontwikkelingsmaatschappij Midden-Limburg (OML). OML is opgericht door een aantal gemeenten in de regio Midden-Limburg. OML ontwikkelt nieuwe bedrijventerreinen en verkoopt bedrijfskavels op deze terreinen. Daarnaast fungeert zij als hét aanspreekpunt voor bedrijven die zich willen vestigen op één van de vele bedrijventerreinen in Midden-Limburg.
50 |
Tilman Schreurs
“ De regionale economie staat of valt met bereikbaarheid” Terugblik op de economische recessie
Toekomstige economische ontwikkelingen
“Door de economische omstandigheden in 2009 en 2010 hebben we minder hectare aan bouwkavels verkocht dan in onze verkoopambities was vastgesteld. Onder invloed van de financiële en economische crisis zijn verschillende mogelijke verkopen niet omgezet in een verkoopovereenkomst. In 2009 hebben we redelijkerwijs gronden verkocht op de bedrijventerreinen, maar het is niet in verhouding met een paar jaar geleden. Vooral het aantal verkopen in het derde kwartaal van dit jaar is gestagneerd. Een verschil met 2009 is dat er nu weinig tot geen opties op de bedrijfskavels worden genomen. De ‘schwung’ is er ietwat uit. De druk op bepaalde bedrijfslocaties is hierdoor minder, en door er geen optie op te nemen bespaar je als ondernemer overigens ook kosten! Daarnaast is er de financieringskwestie. Voor ondernemers is het nu vaak ook moeilijker om een financiering te krijgen als je wilt groeien, ongeacht in welke sector je opereert. Ondernemers willen groeien, ze kijken vooruit, ook in mindere tijden, we zien nu wel dat zij zaken weer aan het oppakken zijn. De huisvestingsdiscussie speelt immers altijd voor ondernemers. Daarom zullen we op basis van onze verwachtingen in 2011 wel een stijging zien in het aantal verkopen ten opzichte van 2010.
We hebben genoeg gronden in ons bezit voor de ontwikkeling en verkoop van bedrijfskavels voor de komende 15 tot 20 jaar. Hierbij is het belangrijk dat er geen nieuwe bedrijfsterreinbestemmingen meer bijkomen. Indien dat wel gebeurd zullen, bij een gelijkblijvende vraag, de prijzen uiteindelijk naar beneden gaan. Reserveren voor herstructurering wordt dan lastig. De landelijke overheid benadrukt het belang van (her)gebruik van bestaande bedrijfspanden, maar voor een ondernemer is het vaak onaantrekkelijker om een bestaand pand te kopen. Neem bijvoorbeeld enkel de hedendaagse isolatie-eisen, een nieuw pand voldoet hieraan, bij een bestaand pand vraagt dit, naast allerlei andere aanpassingen, veelal grote investeringen. Bij de ontwikkeling en verkoop van kavels op bedrijventerreinen blijkt dat de verkoop voor circa 85% plaatsvindt aan bedrijven uit de regio en dus maar voor 15% van buitenaf. Het is in het belang van de regio om hier in de toekomst meer nadruk op te leggen. Vanuit economisch perspectief is het van groot belang een bewuste keuze te maken voor de kwaliteiten en competenties van de regio. De gemeente Roermond heeft een bewuste keuze gemaakt om van Roermond een retailstad te maken. De combinatie van de historische binnenstad en de vernieuwing op het gebied van retail heeft de regio geen windeieren gelegd.
Economisch profiel Roermond-Echt | 51
Tilman Schreurs
De komst van het Designer Outlet Center, Retailpark, Huis- en Tuinboulevard, Outdoorcentrum et cetera zorgde voor een grote vermindering (27%) van de werkloosheid. Bij het aantrekken van bedrijven op bedrijventerreinen is het zaak dat we verdere ondersteuning bieden aan deze ontwikkelingen, de openbare infrastructuur is van groot belang in deze. Voor de nabije toekomst moeten wij zorgen dat de kwaliteit van de bedrijventerreinen hoog blijft, nieuwe technologieën, onder andere glasvezel, het inzetten van parkmanagement en een goede bereikbaarheid van de terreinen is de basis voor een economisch sterke regio. In dit kader dienen toekomstige discussies te worden gevoerd omtrent hoe om te gaan met het beheer van (nieuwe) bedrijventerreinen om de kwaliteit in lengte van jaren te garanderen. Daarom zijn er voor de regio Roermond drie speerpunten van belang voor de toekomst: • Er dienen voldoende bedrijventerreinen te zijn; • De bereikbaarheid verbeteren door het upgraden van de N280 in westelijke richting; • Afspraken maken binnen de regio met betrekking tot kwaliteit, segmentering en volume van bedrijventerreinen, er is immers meer dan voldoende aanbod! Voor de regio is het van belang dat de N280 wordt doorgetrokken (hij pakt een A4-vel en tekent de infrastructurele positie van Roermond in Limburg).
52 |
We moeten hier goed kunnen werken, recreëren en wonen. Daarin vindt de ondernemer het onderscheidend vermogen en dat is ook het beleid van de regio voor de komende jaren. Voor het toerisme en recreatie moet je de bereikbaarheid optimaliseren, want dan kun je economisch nog sterker worden in de regio. De drie-eenheid moet kloppen (wonen, werken en recreëren). Hierbij is het van belang om te focussen op onze voorzieningen, een bewuste keuze te maken, anders is dit geen aantrekkelijke woonregio. We moeten niet te veel aandacht geven aan hetgeen wat zwak is in ons gebied, maar aan hetgeen wat sterk is. We moeten de regio ook klaarmaken voor ondernemers voor de toekomst, waarbij je je moet afvragen: ‘Wat en waar wil je wat gaan doen?’ ‘Waar moet je ingrepen doen om voldoende middelen te genereren voor de toekomst en waar moet je investeren?’ Je moet zorgen dat je regio economisch krachtig blijft. De snelheid van schakelen op het (Provinciaal) economisch bord loopt momenteel niet optimaal. Dit vereist dat we hier een vertaalslag moeten maken naar Brainport Eindhoven en de logistieke hotspot Venlo, samen met de Westelijke Mijnstreek naar ZuidLimburg. We moeten de sterke regio’s ondersteunen met lokale bedrijvigheid, en daarbij niet bang zijn om soms de krenten uit de pap te halen, want daar zit je winst.”
Economisch profiel Roermond-Echt | 53
Wim Cox is directeur van het familiebedrijf Cox & Co. Dit bedrijf met circa 200 medewerkers richt zich op de exploitatie van horecagelegenheden in Limburg, met Roermond in het bijzonder. Zij zijn onder andere gevestigd in het Designer Outlet Center en het Retailpark. De klanten zijn veelal inwoners van de regio Midden-Limburg en (winkel)toeristen. Wim Cox werd in 2010 door Horeca Nederland uitverkozen tot meest markante horeca ondernemer van Limburg.
54 |
wim cox
“ Omzetgroei vooral vanuit het regionale toerisme” Terugblik op de economische recessie “2009 was een lastig jaar voor ons. We hebben als bedrijf diverse activiteiten: retailondersteunende horeca, maar ook een hotel dat de zakelijke markt bedient. In de retailondersteunende markt hebben we nagenoeg niks van de crisis gemerkt. In de zakelijke horeca hebben we een omzetdaling van 12% gehad. In de transport georiënteerde tankstations hebben we een omzetdaling van 48% gehad. Dit komt door de accijnsverschillen en de bereikbaarheid. Door een nieuwe weg zijn we niet volledig meer ontsloten en dit duurt nog 12 maanden. In totaal zijn we dan 3 jaar slecht ontsloten geweest. Sinds april 2010 hebben we weer een opleving in onze cijfers. De transportwereld is weer op gang gekomen. Er heeft een inkrimping van de capaciteit in de transportwereld plaatsgevonden, velen zijn over de kop gegaan. Nu de markt weer aantrekt, leeft het op. Maar de zakelijke markt is nog steeds moeilijk, erg afwachtend. Voordat we op het niveau van 2007/2008 zitten in de zakelijke markt, zijn we wel een aantal jaren verder. Bedrijven bezuinigen bijvoorbeeld op vergaderen, en doen dat nu intern. En als ze extern gaan, bezuinigen ze op niveau, kosten en de duur van de vergadering. Maar het is moeilijk om het volume en de prijs weer op niveau te krijgen. Ook zijn er nieuwe technieken voor het vergaderen, je kunt het steeds meer vanaf je beeldscherm doen. Daarnaast is er het internet, iedereen kan online prijzen vergelijken. Het internet vormt echt een bedreiging
voor ons, dus gaan we ons meer focussen op leisure in plaats van de zakelijke markt. Wat we hebben geleerd is dat we de juiste arrangementen moeten aanbieden via de juiste productkanalen. De retailactiviteiten doen het goed, maar heeft dan ook een speciale positie in Roermond.”
Toekomstige economische ontwikkelingen “De Maasplassen vormen een belangrijke toeristische pijler voor de regio Midden Limburg en biedt een enorme potentie. In de gebiedsontwikkelingsvisie van Midden-Limburg zijn hiervoor al plannen ontwikkeld, maar het duurt te lang voordat deze in iets concreets worden omgezet. Door de Maasplassen krijg je spin-off op recreatiegebied. Ook met de uitbreiding van Jazz-City rondom het Designer Outlet Center krijg je een totaal product en wordt Roermond aantrekkelijker. De veelzijdigheid maakt het aantrekkelijk. We hebben cultuur, recreatie en shopping. Ik denk dat shopping op zondag vrijetijdsbesteding nummer één wordt. Roermond heeft namelijk een enorm aanbod. We zijn nu ook met extra promotie bezig. Alle stakeholders zitten op één lijn, maar we hebben wel ieder afwijkende doelgroepen. De samenwerking tussen de retailstakeholders zou steeds beter moeten worden. Dit zal voor een vergroting zorgen van de aantrekkingskracht van Roermond.”
Economisch profiel Roermond-Echt | 55
wim cox
En wat betekent dit dan voor de infrastructuur? ” Het vierbaans maken van de N280 West is belangrijk voor de verbinding van Eindhoven met Roermond. De twee banen zijn een beperking in de ontsluiting van Roermond. Als de uitbreiding van de N280 niet doorgaat, dan slipt Roermond dicht en zijn we slecht bereikbaar. Het is positief dat er een enorme inspanning van alle partijen wordt geleverd om Roermond op de kaart te zetten. Dit zal zijn vruchten afwerpen. Verder zie ik mogelijkheden op Duits grondgebied voor samenwerking. Er is een oude Engelse kazerne hier over de grens in Duitsland. We zouden er – uiteraard met toestemming van Duitsland – een internationaal industrieterrein van kunnen maken. Daar kunnen wij van profiteren.”
56 |
Wat betekent de groei van Roermond voor de omliggende regio? “We moeten voorzichtig zijn dat we niet te snel groeien, dat we niet ongebreideld voort groeien. We moeten ons afvragen waar onze behoefte ligt en of hier nog vraag naar is over drie à vier jaar naar wat wij willen aanbieden? Weert en Sittard-Geleen missen de boot. Wij profiteren nu van hun bestuurlijke besluiteloosheid. Onze groei gaat ten koste van hen. Daarbij moeten we ons afvragen tot welke schaal je kunt doorgroeien? Wij moeten hierin onze verantwoordelijkheid nemen.”
Economisch profiel Roermond-Echt | 57
Wim van de Belt is algemeen directeur van de Limburgse Land en Tuinbouw Bond (LLTB). De bond behartigt de belangen van haar leden richting de politiek op Europees, nationaal, regionaal en lokaal niveau en onderhoudt de contacten met andere belanghebbenden in het buitengebied. Voor vraagstukken op bovenregionaal niveau maakt men deel uit van LTO Nederland. De LLTB vervult ook een collectieve en individuele (via Arvalis) adviesfunctie voor haar 3.000 leden, zo´n 70 procent van de agrarische bedrijven in Limburg.
58 |
Wim van de Belt
“ Het verduurzamingsproces zal alleen maar verder doorzetten” Terugblik op de economische recessie
Toekomstige economische ontwikkelingen
“De laatste jaren is de houding van de sector naar buiten toe veranderd. We zitten er nu proactief in en onderstrepen veel meer het belang van de sector voor de economie en burger. De sector wordt nu in de regeringsverklaring een van belangrijkste pijlers van de economie genoemd. In mijn ogen heeft die erkenning te maken met de inzet van onze sector op terreinen van duurzaamheid, dierenwelzijn, energie en werkgelegenheid. Gelukkig wordt de maatschappij zich steeds meer bewust van het feit dat ons voedsel geen vanzelfsprekendheid is, ons mooie platteland zonder boeren niet kan. Kortom, de maatschappij voelt onze inzet voor welzijn en welvaart. Het effect daarvan zal ook zijn dat op een bepaald moment je omgeving zegt ‘dat is een mooi beroep’. Qua duurzaamheid gebeurt in deze regio veel: luchtwassers in de varkenshouderij, zelfregulerende en energieproducerende kassen, dierenwelzijn, biovergisting, nieuwe stalsystemen en ga zo maar door. Dat verduurzamingsproces zal de komende jaren alleen maar verder doorzetten. In samenwerking met Rabobank en een aantal coöperaties zijn we ook bezig als aanjager van innovatie, door concrete nieuwe ontwikkelingen aan te jagen en van de grond te krijgen. Dat is belangrijk, om onze sterke positie als landbouwnatie te behouden. Nederland is de tweede exporteur van land- en tuinbouwproducten in de wereld. Onze kennis en duurzaamheid wordt geroemd in het buitenland. Dat respect moeten we vasthouden en ook in eigen land benadrukken!
Midden-Limburg telt ongeveer 500 stevige agrarische bedrijven. We zien veel jonge ondernemers, met plannen voor de toekomst. Je ziet dat van tuinbouw en akkerbouw tot intensieve veehouderij alle taken vertegenwoordigd zijn. De keuzes die deze ondernemers in hun bedrijfsontwikkeling maken zijn heel divers. Vaak ingegeven door externe beperkingen ook. Natuurontwikkeling, ontwikkeling infrastructuur, het Maasplassengebied. Factoren die bepalen welke kansen je als agrarisch ondernemer wel of niet pakt. Onder invloed daarvan kiezen sommige ondernemers voor schaalvergroting en specialisatie. Weer anderen kiezen voor niche-producten en houden het bedrijf compact. En weer anderen zoeken de kansen in recreatie en toerisme, in zorg of in streekproducten. Als LLTB zijn we van mening dat elke ondernemer die keus ook zelf moet maken. Je hoort soms wel eens roepen dat het in de agrarische sector alleen maar om schaalvergroting draait. Gelukkig zien we in deze regio dat dat niet alleen het geval is. Het is juist de diversiteit aan bedrijvigheid, die deze regio en het platteland maakt tot wat het is: een bijzonder mooi gebied, met een mix van stedelijke ontwikkeling, een mooi platteland, water en natuur met mogelijkheden om te recreëren. Ik geloof er heilig in dat juist die mix de positie van de agrarische sector alleen maar sterker maakt!”
Economisch profiel Roermond-Echt | 59
Peet Donkers is algemeen directeur van Jack Frenken makelaars en hypotheekadviseurs. De makelaardij groeide in 25 jaar tijd tot een compleet adviescentrum voor de aanen verkoop van woningen en zakelijk onroerend goed.
60 |
Peet Donkers
“ Blijven investeren in de woonregio” Terugblik op 2009-2010 en de verwachtingen voor 2011 “We hebben aan alle kanten de economische, financiële en emotionele crisis gevoeld. En dachten Komt dit nog wel ooit goed?. De crisis heeft het bedrijfsleven hard geraakt. De schrik zit er behoorlijk in. Beslissingen met grote financiële consequenties worden voorlopig uitgesteld. De huizenmarkt en de vastgoedmarkt zitten behoorlijk op slot. De financierbaarheid is lastiger dan dat ie was. In 2010 is er een stukje angst verdwenen. De discussie rondom de hypotheekrenteaftrek heeft het herstel in de sector vertraagd, maar vanaf dit jaar constateren we alweer wat beweging. Het aantal bezichtigingen stijgt. Mensen beslissen iets sneller dan pakweg een jaar geleden. Het lijkt er op dat er wat meer optimisme in de markt is gekropen. Ik verwacht dat het aantal transacties de komende tijd sneller zal stijgen. Ik durf voorzichtig optimistisch te zijn.
Regionale ontwikkelingen We hebben ons in 25 jaar weten te ontwikkelen tot regionaal marktleider. Daardoor hebben we gelukkig wat meer volume. We zijn bij tal van nieuwbouwontwikkelingen betrokken en ook onze portefeuille bestaande woningen is goed gevuld. Als de markt aantrekt gaan we daar hopelijk flink van profiteren. “We hebben veel vertrouwen in de regionale
woningmarkt. Er zijn nog plannen voor enkele duizenden woningen in de gemeente. Roermond wil zich profileren als dynamische centrumstad, een stad die veel te bieden heeft en zeker op het gebied van wonen. Er wordt flink gewerkt aan de versteviging van de lokale en regionale aantrekkingskracht. Roermond bruist!” De waardeontwikkeling is de afgelopen jaren toegenomen (WOZ). We blijven weliswaar nog achter bij Weert en Maastricht maar we lopen al in. Ook is de gemiddelde transactiewaarde hoger. Behalve het aantrekken van nieuwe inwoners ligt er ook een taak richting het bedrijfsleven. Dankzij de voltooiing van de nieuwe ontsluitingswegen is Roermond vanuit alle richtingen uitstekend te bereiken. Dat is aantrekkelijk voor de vestiging van nieuwe bedrijven. Bestaande bedrijven krijgen de mogelijkheid om uit te breiden. Er zijn nieuwe kansen ontstaan. Misschien kunnen we lokaal en regionaal nieuwe economieën creëren. In 45 minuten ben je van Roermond op luchthaven Düsseldorf. Onze centrale ligging en de toegenomen bereikbaarheid leveren nieuwe bedrijvigheid op, groeikansen en vooral: nieuwe woningen. Daarin moeten we blijven investeren.”
Economisch profiel Roermond-Echt | 61
62 |
Toelichting Definities Economische Thermometer
Literatuur
Algemeen
• Rabobank (2010). Economisch Kwartaalbericht, september. • Rabobank (2010). Branche Informatie Rabobank. • UWV (2010). Regionale arbeidsmarktschets Noord- en Midden-Limburg.
• Arbeidsvolume: arbeidsvolume werknemers en zelfstandigen in arbeidsjaren • Bruto toegevoegde waarde: loonkosten + afschrijvingen + financiële lasten + bedrijfsresultaat
Variabelen economisch groei
Colofon Titel: Auteurs: Publicatiedatum: In opdracht van: Productionele begeleiding: Vormgeving: Fotografie: Contactadres:
Economisch profiel Roermond-Echt 2010 Cynthia Briesen (Rabobank Nederland) Thijs Geijer (Rabobank Nederland) December 2010 Rabobank Roermond-Echt Rabobank Roermond-Echt Afd. CCM, Sakia Robinson en Roel Schenk Creation Station, Ivo Van den Broek Karel Bingen, Peter Wijnands e.a. Postbus 35 6040 AA Roermond Tel: (0475) 50 05 00 bedrijven@roermond-echt.rabobank.nl www.rabobank.nl/roermond-echt
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie of op welke andere wijze dan daaronder mede begrepen gehele of gedeeltelijke bewerking van het werk, zonder voorafgaande toestemming van Rabobank Nederland. No part of this publication may be reproduced in any form by print, photo print, microfilm or any other means without written permission by Rabobank Nederland.
• Winstgroei: bedrijfsresultaat 2009 t.o.v. bedrijfsresultaat 2008 • Productiegroei: bruto toegevoegde waarde 2009 t.o.v. bruto toegevoegde waarde 2008 • Investeringsgroei: investeringen 2009 t.o.v. investeringen 2008 • Arbeidsvolumegroei: arbeidsvolume 2009 t.o.v. arbeidsvolume 2008
Variabelen economisch kracht • Arbeidsproductiviteit: bruto toegevoegde waarde / arbeidsvolume • Rentabiliteit op eigen vermogen (REV): bedrijfsresultaat als % van het eigen vermogen • Investeringsratio: investeringen als % van de bruto toegevoegde waarde • Werkgelegenheidsfunctie: arbeidsvolume als % van de beroepsbevolking
Disclaimer Deze publicatie is met zorg samengesteld, maar beoogt niet volledig te zijn. Deze informatie is gebaseerd op de situatie van november 2010. Deze publicatie is geen aanbod, aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. © Rabobank Nederland, 2010. Wijzigingen voorbehouden.
2 |
COVER Christoffelhandout.indd 2
Economisch profiel Roermond-Echt | 63
02-12-2010 16:00:18
Economisch profiel Roermond-Echt Regionale verdieping Christoellezing
Uitgave bij gelegenheid Christoellezing 2010 15 december 2010 Rabobank Roermond-Echt
COVER Christoffelhandout.indd 1
02-12-2010 16:00:15