5 minute read

An Evening with the Champions

An Evening with the Champions II – 50 Years of America in the Motocross World

Advertisement

21september was het zover, de avond met de kampioenen. Een van deze kampioenen is Gerrit Wolsink, 5 maal winnaar van Carlsbad. Hierbij leest u zijn relaas over de dagen die hij hier, op uitnodiging, heeft doorgebracht met veel van zijn vroegere concurrenten en vrienden van de motorcross-wereld. Gerrit heeft genoten van het weerzien met deze oude kameraden te midden van de mooie motorcross motoren die Terry Good de afgelopen 45 jaar heeft verzameld. Hij heeft de hele wereld afgezocht naar memorabilia en de eigenlijke motorfietsen waarmee de beste motorcrossers van hun tijd kampioenschappen hebben behaald. Terry heeft genoeg artefacten verworven om een gebouw met 100.000 m2 vloeroppervlak te kunnen vullen en dit is het moment om dit allemaal toegankelijk te maken voor het publiek.

Ik sprak Gerrit hierover op dinsdag 24 oktober, nadat hij, weliswaar verlaat door een covid besmetting, terug uit Chicago was gekomen. Hij vertelde dat hij een week langer in het hotel moest blijven en dus later pas naar huis kon. Bij elkaar best vermoeiend. Maar genoten heeft hij wel degelijk.

Terry Good (foto hiernaast) had zich tot doel gesteld om de gouden tijden van de motorcross levend te willen houden. Hij is dus druk bezig met het vinden van een geschikte plek voor de bouw van het International Motocross Museum om zijn verzameling tentoon te stellen. Maar zoals u wellicht vernomen hebt zijn er alleen nog maar tekeningen. Het is, net als in Nederland, ook in de USA moeilijk om vergunningen te bemachtigen.

Vorig jaar had Terry de dag met de kampioenen gepland, maar veel evenementen (ook die van de KJMV) gingen niet door en het was onmogelijk voor een aantal prominenten om naar de USA te reizen. Dit jaar lukte dat dus wel, gelukkig. “Het begon allemaal in de motorcross met de 4-takten en een van de rijders was mijn oom Bennie Hartelman. Hij bouwde de BSA Gold Star cross motor op bij mijn vader in de garage in Hengelo GLD. ‘HAGO’ was de naam geloof ik. Zijn voorbeeld waren de Zweden en in het bijzonder Bill Nilsson.

Rolf Tibblin en Sten Lundin, hun rijtechniek en hun motoren. En later bouwde hij dus ook mijn crossmotor op. Hij bouwde ze gewoon na. Gazelle Dieren leverde de Reynolds pijp en het Duraluminium voor het frame en de swingarmen. Daarnaast monteerde hij nog Norton Manx wielen en een Norton Roadholder voorvork die nog in de garage van mijn vader lagen. Het zag er best goed uit voor dat motorcross-tijdperk. En natuurlijk kan het niet fout gaan met een BSA Goåld-Star motor, een zeer bijzonder motorblok! Ik was dol op die motoren totdat de tweetaktmotoren het overnamen. Toen kocht hij een Husqvarna blok en bouwde hiermee opnieuw een crosser. Ik heb met deze eigenbouw nog 3 nationale wedstrijden gereden in 1965.”

Gerrit vervolgde zijn verhaal met het opsommen van zijn carrière in de motorcross, naast zijn tandartsenstudie in Amsterdam. “Zoals ik al eerder aangaf werd mijn interesse in techniek bij mijn vader in de garage aangewakkerd en omdat er flink wat gecrosst werd in mijn omgeving, kreeg ik ook daar interesse in. In die tijd kon je nog wel eens met een crossertje buiten gaan spelen. Dat technische inzicht heeft Bennie ook op mij overgebracht. In het begin van mijn loopbaan ging hij ook vaak met mij mee als monteur en begeleider. Wat misschien nog wel belangrijker was, waren zijn contacten.”

In 1968 breekt Wolsink in Nederland door en wint op een Husqvarna van de toenmalige importeur Joop van Wees – ook uit Amsterdam – de Nederlandse titel in de 500 cc klasse. In totaal wordt hij vervolgens in de periode van 1968 tot en met 1978 acht keer Nederlands kampioen in de 500 cc. In eigen land moet Wolsink in die tijd vooral afrekenen met Frans Sigmans en de later naar Amerika vertrokken Pierre Karsmakers. “Mijn technische kennis kwam goed van pas toen ik als privé rijder begon bij Husqvarna op een 250 cc machine.”

Na zijn tandartsenstudie in 1972 kiest hij voor een carrière bij het Duitse Maico, waar hij een contract krijgt voor de 500cc klasse samen met Willy Bauer. In 1973 wint Gerrit prompt zijn eerste Grand Prix in het Franse Terrare. Dat jaar rijdt hij ook de Grand Prix van Amerika in het legendarische Carlsbad. Het Maico duo doet het daar uitstekend en Gerrit wordt achter Bauer tweede. Het is het begin van een serie topprestaties op het circuit in Californië. Wolsink weet daar een jaar later de USGP te winnen, die zege is de eerste uit een reeks van vijf!

Dat heeft uiteindelijk bijgedragen aan zijn intense bekendheid en aandacht van de fans in Amerika. Uiteraard weten we dat hij nog vele wedstrijden heeft gewonnen en ook is bekend dat hem door een streek van Jaak van Velthoven de wereldtitel is ontnomen. Hij eindigde toen als tweede. “Ik ben daar een tijd lang goed ziek van geweest. Ik was dat jaar vaak de snelste en heb De Coster in 1976 meerdere malen in een rechtstreeks duel geklopt. In die laatste wedstrijd echter hebben de Belgen volgens mij samengespannen. Van Velthoven had beide keren kopstart. Op zich niet zo vreemd, want de starter was zijn maatje en het starthek was van hem zelf! In het verloop van de wedstrijd ben ik een paar keer langszij gekomen, maar telkens kreeg ik een beuk. Achteraf ben ik misschien wel te netjes geweest, maar dat is nu eenmaal mijn karakter. Ik ben niet iemand die een ander doelbewust de hekken in rijdt.”

Maar we kijken nu naar het heden en het feit dat ik met al die oude vrienden heb kunnen praten en zoveel kampioensmotoren terug heb mogen zien geeft me een vorm van weemoed naar een tijd waarin ik mij voldoende heb kunnen bewijzen.

Als hij in 1979 voor de vijfde keer wint krijgt hij de legendarische bijnaam ‘King of Carlsbad’. Wolsink: “Al vanaf de eerste keer had ik het naar mijn zin in Californië. Zowel het circuit, als het weer en de mensen bevielen me. Carlsbad is een moeilijk circuit dat je moet leren rijden. Je moet vloeiend blijven rijden en op tijd even rust pakken, want het is mede door de hoge temperatuur erg zwaar. Gedurende de dag veranderde het circuit voortdurend en dat maakte het interessant. Je moest je verstand gebruiken om de goede lijnen te vinden.” Wolsink won zijn meeste GP’s, ook die in Amerika, op een Suzuki en was al die jaren teammaat van Roger de Coster. Gerrit: “Toen ik in 1973 voor Maico reed was het team van Suzuki op dat moment het hoogst haalbare. Ik wist van Roger dat ze voor 1974 een tweede rijder zochten. Toen ben ik op ze afgestapt en heb ik die plek in het team gekregen. Natuurlijk was de wedstrijd in Carlsbad belangrijk voor Suzuki. Amerika was een grote groeiende markt en de GP winnen was natuurlijk de beste reclame die ze konden krijgen. Ik denk dat mijn zeges in Carlsbad er toe hebben bijgedragen dat ik tenslotte zes jaar voor Suzuki heb gereden.”

Terry Good heeft vele kampioensmotoren reeds aan kunnen kopen, waaronder de BSA maar ook de Suzuki van Gerrit. “Het was weer fijn om mijn oude Suzuki terug te zien. Ook waren de Maico en de Husqvarna, op welk type ik vele successen behaald heb, aanwezig. Mijn eigen Husqvarna had ik reeds verkocht, maar ik ben bezig met het restaureren van zo’n zelfde type.”

This article is from: