MENNO

Page 1

n e d e r l a n d s e n i g e r a d i c a l e h e rvo r m e r

h

e e n m a l i g m ag a z i n e

•  € 6 , 9 5

a n d le with c

e

geweldloos

mondig

r

a

sober

bondig

weerloos

radicaal


VIJF EEUWEN DOOPSGEZINDEN IN NEDERLAND

Doopsgezinde Historische Kring

ALGEMENE DOOPSGEZINDE SOCIËTEIT

NEDERLAND


Doopsgezinde Historische Kring

ALGEMENE DOOPSGEZINDE SOCIËTEIT

NEDERLAND


colofon

a f b e e l d i n g b i j z o n d e r e c o l l e c t i e s , u n i v e r s i t e i t va n a m s t e r d a m , o t m KG 61C .

gelegenheid van het jubileumjaar 2011 van de doopsgezinde geloofsgemeenschap. Uitgebreide informatie over dit jubileum vindt u op pagina 37.

Conceptontwikkeling Alle Hoekema, Henk Leegte, Martin Maassen, Wieteke van der Molen, Esther van der Panne, Steven Schenk, Henk Stenvers

menno is een uitgave van Boekencentrum Uitgevers en de Algemene Doopsgezinde Sociëteit

Eindredactie Esther van der Panne

Boekencentrum Uitgevers Postbus 29, 2700 AA Zoetermeer, tel: 079 3615481 e-mail: verkoop@boekencentrum.nl www.boekencentrum.nl

visueel concept en opmaak Pieter van Schouwenburg

Algemene Doopsgezinde Sociëteit Singel 454, 1017 AW Amsterdam tel: 020 6230914 e-mail: ads@doopsgezind.nl www.doopsgezind.nl

Druk De Groot Goudriaan

M

enno verschijnt ter

informatie over activiteiten ,

opleiding tot predikant en publicaties treft u aan op www.doopsgezind.nl of kunt u lezen in het tweewekelijks periodiek Doopsgezind nl.

is de zware eikenhouten tafel afgebeeld waaraan al in de negentiende eeuw in de doopsgezinde bibliotheek de colleges voor studenten van het Doopsgezind Seminarium werden gehouden. Tot circa 1965 bestond de traditie dat pas afgestudeerde predikanten hun naam in het hout kerfden. Ook de naam van Anne Zernike is, in 1910 of 1911, met grote letters in het tafelblad gegrift (zie voorkant).

Cover Foto binnenkant (midden): Paul Breuker, met dank aan de Doopsgezinde Gemeente Aalsmeer. Foto wandbord achterkant: Koninklijke Tichelaar Makkum.

34 © 2011 ISBN 978 90 239 2579 8 Boekencentrum Uitgevers en Algemene Doopsgezinde Sociëteit

– advertentie –

een mal i g mag a zi n e

25

Bladmanager Steven Schenk

op het omslag

4 MENNO

8


inhou d

40 8 verscholen vermaningen De serene soberheid van schuilkerken Foto’s en poëzie

20

45

20 nelleke noordervliet over maeyken wens Gevangen, gemarteld en gestorven op de brandstapel, Antwerpen, 1573 25 dopers temperament Strafpleiters Wim en Hans Anker: ‘De hand van justitie kan zomaar uitschieten’ 30 zo ver mogelijk van de beschaving De wereld van AKC-kampen 34 wandelen over menno’s geboortegrond Friesland in de 16e eeuw: ‘Iedereen een dolk onder de lange mantel’ 40 ‘heilig is alle kunst’ Anne Zernike – eerste vrouwelijke predikant van Nederland 45 vrijheid in het geloven Drie dopelingen over hun keuze

30

81 ONDERZOEKEND EN NIEUWSGIERIG Aardewerkfabriek Koninklijke Tichelaar in Makkum

81 7 redactioneel 14 menno simons in een notendop Strip 15 ik schrijf u de waarheid Menno in woord en beeld 16 christus van ikea : ‘ doperdom als dutch design !’ Menno geïnterviewd 37 tentoonstellingen en toneel Agenda jubileumjaar 38 sharing your life Reisreportage

43 salaam somi en leyla ç akir Religieuze voortreksters 48 iedereen is gelijk , iedereen is welkom

Broederschapshuizen 52 geweldloosheid werkt Interview met vredesactivist Marius van Hoogstraten 56 een wereldwijde familie Portretten van Mennonites uit vier continenten

63 vrijzinnig dédain Column 64 een lappendeken van verhalen Quilts 68 e envoud als manier van leven Biologische boeren Jacob en Janke van der Hoek: ‘Dit geeft voldoening. Dit is werken aan duurzaamheid.’ 72 m enno kookt : more with less Gebraden pauw of bierpap? 76 doopsgezinden nu

sob er

MENNO 5


– advertentie –

Donatus verzekert vertrouwd

Donatus verzekert kerkgebouwen en alles wat daarbij hoort. Zoals doopvonten, kanselbijbels en orgels. Ook voor vrijwilligers en werkers in kerkelijke dienst hebben we passende verzekeringen. Donatus is een betrokken specialist. Klein genoeg om u persoonlijk van dienst te zijn. Groot genoeg om met een gerust hart uw verzekeringsbelangen aan toe te vertrouwen. Donatus is een onderlinge verzekeringsmaatschappij zonder winstoogmerk. Samen met u zorgen we ervoor dat wat waardevol is, behouden blijft voor onze kinderen en hun kinderen en hun kinderen…

w w w . d o n a tus .nl 6

MENNO

een mal i g mag a zi n e

tel . 073 - 5221700


re dactionee l

Oprecht e igenwijs Simons (1496-1561) recht met een eenmalig magazine, hoe stoer de titel ook bekt? Van de historische Jezus weten we bitter weinig en van de ex-priester Menno, van zijn motieven en zijn strijd eigenlijk niet veel meer. Een man die op eigen wijze geloofde en een eigen weg ging, vervolgd werd en verketterd. Niet iemand die rustig achter een schrijftafel zijn gedachten systematisch kon ordenen. Wel een man die met passie mensen opriep zich te voegen bij een gemeente van waarachtige volgelingen van Christus. En al werd zijn werk in latere eeuwen (en ook nu) slecht gelezen, toch werd hij voor de huidige doopsgezinden een icoon, door zijn standvastige, geweldloze voorbeeld. Dat spreekt zelfs hen aan die verder een heel vrijzinnige geloofsovertuiging bezitten.

D

oe je menno

er zijn nogal wat breuklijnen in de geschiedenis van de doopsgezinden te vinden. Van een naar binnen gerichte vroomheid bewogen ze zich naar een liberale én ten dele radicale maatschappelijke emancipatie. De oprichting van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit in 1811, en de toelating van vrouwelijke predikanten in 1911 zijn tekenen van dat laatste. Toch is er daarnaast continuïteit en velen zijn stiekem trots dat ze deel uitmaken van het verhaal van Menno’s nazaten. Doopsgezinden als de linkervleugel van de reformatie.

een onsje satire en ontmythologisering, een sobere doperse maaltijd, het getuigenis van een eigentijdse vredestichter, een brief van een martelares uit de zestiende eeuw, een gesprek met sociale advocaten, de troostende rol van quilts, een levensbericht

van Anne Zernike – de allereerste vrouwelijke predikant in ons land – en interviews met moderne vrouwen die net zo’n rolmodel zijn, korte getuigenissen van onlangs gedoopten, poëtische por tretten van oude vermaanhuizen. Deze en andere ar tikelen vormen stukjes van de legpuzzel die Menno geweest moet zijn en laten zien wat hij voor invloed op ons heeft. natuurlijk , de

‘ echte ’ M e nno kon zich on mogelijk e e n be eld vormen van een glossy magazine, in één reek s uitgegeven met een Calvijn, een Arminius en – godbetere – een Antoine door nota bene een protest ant se ui tgever ij met een calvinistische achtergrond. Hij zal een bloedhekel hebben gehad aan calvinisten en nog meer aan katholieken. Toch geven wij, eigenwijs brave nazaten van Menno in de eenentwintigste eeuw, zo’n blad uit. En we geloven ook nog oprecht, dat in dit blad de geestelijke erfenis doorklinkt van die Menno Simons uit de zestiende eeuw. Want hij was toch maar mooi de enige echte Nederlandse kerkhervormer. Een postzegel gunde TNT (toen nog PTT) hem een aantal jaren geleden niet; een levensgetrouw portret van hem bestaat niet. Dus een magazine als eerbewijs. Leesbaar voor gelovigen en niet-(meer-)gelovigen. Ga er voor zitten en verslind MENNO. Henk Stenvers, algemeen secretaris/directeur van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit Alle Hoekema, bestuurssecretaris van de Algemene Doopsgezinde Sociëteit

g e w el dloos

MENNO 7


sch u ilk e rk en

8 MENNO


f oto ’ s a n j a c r o n e n b e r g

Verscholen vermaningen

ze zien eruit als een statig woonhuis of een boerderij tussen de appelbomen . een toren hebben ze niet. de oudere doopsgezinde kerken ,

‘ vermaningen ’,

liggen soms zo verstopt

dat zelfs wie al jaren om de hoek woont, niet weet dat dat gebouw een kerk is . in de

16 e

eeuw werden doopsgezinden streng vervolgd . geen wonder dat ze ervoor moesten

zorgen dat ze niet zo gemakkelijk gevonden konden worden . da arna nam de vervolging l angz a am af , ma ar was het hun nog steeds verboden om hun godsdienst in het openba ar uit te oefenen . wie een vermaning weet te vinden en er binnenga at, vindt da ar serene soberheid .

middenbeemster

groningen

grouw

MENNO 9


Begin Want geen woord, dat van God komt, zal krachteloos wezen. Lucas 1:37 hoe wil ik die geschiedenis niet herhalen van te veel stormen en inktzwarte hekken kijk, daar springt een kind op de muur en daar speelt in de schaduwen het licht ‘de hele lucht is mama’s blauwe mantel’ en het kind rent door het gras, het zingt de aarde tot het grote zorgeloze woord nu ik ouder ben doorkruis ik het midden van al deze rijen boeken en banken langs en toch niet dat woord kunnen omvatten in het kleinste vakje berg ik mijn pen op voor wat niet te zeggen noch te vergeten is als ik de geschiedenis tenslotte kan duiden ontrolt het woord op de wind, blaast het aan cirkel waar taal zich alleen aan kan vasthaken a l bert i na soepboer

zijldijk

10 MENNO

een mal i g mag a zi n e


Over het water gaan Bij de achteringang van de Grouster vermaning Hidde, Nardus, Tseard, Jelle, Jurre gaan over het water met Japke, Jaantsje, Anne, Bauck gaan; over het Pikmeer geroeid, in de haven gemeerd; volgen het pad achterom, lichten de klink van de kleine geheime deur; komen thuis in hun leerhuis, Godshuis; zoeken zin en vertroosting. Jetze, Jolle, Aris, Pier, Menno, Jacob gaan hier en nu over het water, het jaagpad langs, de gedempte haven over; zoeken door stegen en straten de weg, ochtend en avond samen met Angela, Janneke, Floor, ZoĂŤ, Sam. Klompen slijten op de stenen, hakken haken in het grind zachtjes klakken kleine klompjes, gympen maken geen geluid aan de stokrozen voorbij naar toegang, toevlucht, leerweg, deur. Jan, Jehannes, Tsjisse, Ties, Rutger, Marco, Marthe, Maiken Mirre, Zina, Silke; op hoge hakken, stoere schoenen, vlot geklater van hun stemmen; samen over het water gegaan. Vliegen, varen, treinen over woestijnen, bossen, meren trekken een spoor van hoop en troost over de wereld. t i ne bethl ehem

grouw

m on d ig

MENNO 11


De orgelmannen van Middenbeemster De een stuwt door de pijpen lucht, de ander bedient het klavier, als de vlaggenmast en de vlag zijn ze, de matroos en kapitein de stoker en de machinist door het godshuis nevelen aerofonen in stil verbond is men bijeen, ver van het rusteloze leven dat twijfel zaait verdeeldheid baart trouw volgt het duo de route van de liturgie geeft ruimte aan bezinning en valt stil als er voor ernstig zieken wordt gebeden of de wereld, die niet veel beter is Tine Bethlehem (1938) werkte jarenlang als jeugdleider en daarna als

soms sijpelt door de ramen een boventoon

docent creatief schrijven. Ze

die in de tuin een lijster aanvuurt of botst met

1995 werd een deel van haar

debuteerde als dichteres in 1958. In

het begrensd verkeer dat horizontaal zijn heil

gedichten gebundeld in Swietroken &

zoekt, verdwijnend in vergetelheid

Oare Ăştjouwerij, Enschede, 1995). In

koperblazers. Fersen 1995-1955 (De 2001 verscheen Wetter en stien, met foto’s van Elske Riemersma (Uitgeverij

haast nooit gaan alle registers open strijkers smekend, juichend uit hun dak emoties verwaaien in de tijd en eeuwig immers is slechts god

Bornmeer, Gorredijk). Job Degenaar (1952) werkt als docent Nederlands in het volwassenenonderwijs, daarnaast schrijft hij gedichten en verhalen, en treedt hij op als gitarist/zanger. Hij publiceerde zeven gedichtenbundels. In 2009 verscheen Handkussen van de tijd, een

Maar de mannen van het orgel

bloemlezing uit de eerdere bundels (Uitgeverij Liverse, Dordrecht). Zie

komen in zijn buurt:

www.jobdegenaar.nl.

ze dienen, sterven

debuteerde als dichteres met de

en staan weer op

Albertina Soepboer (1969) Friestalige bundel Gearslach in 1995 (Uitgeverij Frysk & Frij, Leeuwarden). Daarna verschenen nog tien bundels, als meest recente De trektocht,

job dege na a r

zeventig sonnetten in het Fries en het Nederlands (Uitgeverij Contact,

Het kerkorgel dat Pieter Flaes in 1887 in De Vermaning bouwde,

Amsterdam, 2010). Soepboer schrijft

bezit nog de oorspronkelijke handpompinstallatie.

ook toneelstukken en proza. Zie www.albertinasoepboer.nl.

12 MENNO

een mal i g mag a zi n e

middenbeemster


– advertenties –

Welkom! Achter de gevel van deze schuilkerk in de binnenstad van Zwolle ontplooit de levendige Doopsgezinde gemeente Zwolle talrijke activiteiten. Wij bieden wekelijks kerkdiensten, een zondagsschool, een zusterkring, bijbelkringen, een eigen koor en een muziekgroep. Dankzij de mooie akoestiek klinkt alles er goed. De gemeente heeft ook samenkomsten in Harderwijk, en werkt samen met de plaatselijke Remonstrantse gemeente. U bent te allen tijde hartelijk welkom! Voor meer informatie www.dgzwolle.doopsgezind.nl

Samen werken aan vrede www.ikvpaxchristi.nl

doopsgezinde gemeente leeuwarden

www.dgleeuwarden.org

Bij één van de oudste doperse gemeenten staat ontmoeting en openheid centraal. Met aandacht voor jezelf, elkaar en de wereld. In de verschillende kringen kan een ieder zijn of haar talent inzetten. Hier wordt de verscheidenheid in geloven, woorden en daden binnen de gemeente zichtbaar. ‘s Zondags om 10 uur ontmoeten jong en oud elkaar, in de viering rondom het bijbelse verhaal. Stilte en rumoer, rust en beweging, inkeer en daadkracht.


menno in een notendop

t e k s t & i l l u s t r at i e m a r g r e e t d e h e e r

Margreet de Heer (1972) studeerde theologie en werd striptekenares. Haar werk is in verschillende kranten en tijdschriften verschenen. In 2010 publiceerde ze Filosofie in beeld, in maart 2011 Religie in beeld (Uitgeverij Meinema, Zoetermeer). Zie www.senoeni.net.


menno in bee ld

Menno’s ware gezicht

a f b e e l d i n g e n b i j z o n d e r e c o l l e c t i e s , u n i v e r s i t e i t va n a m s t e r d a m

Menno Simons was volgens een tijdgenoot ‘een dyck, vet, swaer man, briecht van aengesicht und eynen bruynen baerdt, konde niet waell gaen’. Dit is de enige beschrijving van zijn uiterlijk die uit zijn eigen tijd stamt. Alle portretten van Menno zijn veel later gemaakt en zijn sterk getekend door het beeld dat de makers (en hun tijdgenoten) van Menno hadden. Over Menno’s geloofsopvattingen is meer bekend, onder andere uit zijn eigen geschriften.

ca. 1607 Christoffel van Sichem. OTM H 480

ca. 1625 Jan van de Velde. OTM K 602

‘Mijn lezer,

I

k schrijf u de waarheid in Christus en ik lieg niet. In het jaar 1524 ben ik in Pingjum, het dorp van mijn vader, in dienst van de Roomse Kerk getreden. Daar waren toen in dezelfde dienst ook twee anderen van mijn leeftijd. De een was mijn pastoor, een niet ongeleerd man, de ander volgde op mij in rang. Beiden hadden de Schrift gedeeltelijk gelezen, maar ik had ze mijn leven lang niet aangeraakt, want ik vreesde verleid te worden, als ik ze las. Zie, zo’n domme prediker was ik ongeveer twee jaar lang. In het eerste jaar overviel mij de gedachte, telkens als ik met brood en wijn de mis opdroeg, dat dit niet het vlees en bloed des Heren was. Ik meende, dat de duivel mij dat ingaf om mij van mijn geloof af te brengen. Ik biechtte het vaak, zuchtte en bad, maar kon van die gedachten niet los komen. Deze eerdergenoemde twee jongemannen en ik hebben samen onze dagen met spelen, drinken en ander ijdel tijdverdrijf doorgebracht, zoals dit, helaas, de gewoonte en aard van zulke nietsnutten is. En wanneer we soms iets uit de Schrift ter sprake brachten, kon ik geen woord met hen wisselen zonder bespot te worden, zo’n gesloten boek was Gods woord voor mij. Tenslotte besloot ik het Nieuwe Testament vlijtig te gaan bestuderen. Nog maar net daarin gevorderd, zag ik al spoedig in dat wij bedrogen waren. En mijn geweten dat over het brood van de mis verontrust was, werd al spoedig zonder enige aanwijzing van alle twijfel bevrijd. Luther heeft me evenwel in zoverre geholpen met zijn overtuiging, dat het overtreden van door mensen bedachte geboden, niet de eeuwige dood tot gevolg heeft.’ Menno Simons

ca. 1650 Abraham de Cooge. OTM K 608

1948. Arend Hendriks. OTM KG61c

Begin van Uythgang uyt het Pausdom, in 1554 in Wismar geschreven. Vertaling door W. Bergsma en S. Voolstra, in Doperse Stemmen 6, 1986.

bon d i g

MENNO 15


inte rview Menno geïnte rviewd

‘Christus van Ikea :

doperdom als Dutch design !’ wie krijgt menno simons nog te spreken , de man met een dubbelsl achtig imago ? in eigen l and beschouw t men hem om zijn

‘ leer ’

als een

deerniswekkend overblijfsel uit het verleden . voor de vele noord amerik a anse menno - pelgrim s is hij sowieso een heroïsch icoon . tot dusver liet hij ook nooit iemand toe in de postgotische krochten van zijn ziel . nu ,

450

ja ar na zijn eenz ame dood , verbreekt hij op zijn

menno k ate de ban van het z wijgen . en ontmaskert de my the .

Spreekt Menno Oud-Nederlands? Een Saksisch-Fries koeterwaals? Is hij nog steeds zo strak in de leer? Zijn verschijning verpletter t mij: strak in het leer, vadsige vetrollen, groter dan verwacht, kaalkop, puntsik, make-up en veel ijzerwerk. De tweelingbroer van Sugar Lee?! Is dit DE Menno, deze ‘gothic weirdo’? ‘Wat is dat met die doopsgezinden? ’ foetert hij, alsof ons gesprek al uren aan de gang is. ‘Kletsen als kleffe ketters en ondertussen mij op een voetstuk zetten! Het is godgeklaagd, zo’n magazine onder mijn naam! God, verdoem dat vrijpostige volk! Kloothommels zijn het, kutmarokka …!’ ‘Ho, ho!’ grijp ik geshockeerd in, ‘mag het een onsje minder?! We leven niet meer in de late Middeleeuwen, meneer Simons!’ Thuis had ik allerlei scenario’s uitgedacht hoe deze ingevroren BN’er, een diep-Fries, te ontdooien. Zo’n ongezouten tirade kwam in dat script niet voor, al had ik beter moeten weten. Had deze ‘vredesapostel’ in 1554, te Wismar, de calvinist Marten Micron niet grof gebekt de deur gewezen na een beschamend schelddebat? GeenStijl bestond al eeuwen. Dit mastodontje moet wat meer over de bol geaaid, besluit ik.

I

16 MENNO

k ben zenuwachtig .

een mal i g mag a zi n e

‘ het moet u toch goed doen, na 450 jaar, dat uw geestelijke nazaten uw heengaan gedenken’, zalf ik. ‘Natuurlijk worden ook de eerste vrouwelijke predikant Anne Zernike en de Algemene Doopsgezinde Sociëteit in het zonnetje gezet, die …’ ‘Allemaal fake, man ! ’ Opnieuw slacht hij me af. ‘Gedenken? Ammehoela! Believe me, doopsgezinden hebben niks met mij, totalemente niente. Ik ben enkel nog hun knuffelturk, excuustruus – vals sentiment. Lang geleden, op 11 september 1879 – my nine-eleven – heeft doopsgezind Nederland mij voorgoed de grond in geboord, toen ….’ ‘Toen bij Witmarsum dat monument werd opgericht’, vul ik gretig aan, ‘te uwer ere!’. Ik maak het alleen maar erger. ‘Te mijner ere! Jazeker, om mij met al de roem van een misbaksel af te serveren! Gedenknaald? Een granieten uitroepteken van gêne, zul je bedoelen. Ik citeer dominee Pieter Feenstra Jr., die mij toen modernistisch de maat nam. “Zoo Menno een held is, mist hij toch alle attributen van heroïsme. Neen, een dichter is Menno niet; ook heeft hij geen verbeelding. Hij had geen genie, noch wijsgeerige zin, enkel schriftgeleerdheid. Wat Menno daaruit kon samenstellen, heeft hij geleverd: een vrij onregelmatig gebouw, met aanzien-


tekst piet visser

Het ‘Utrechtse portret’, het enige portret van Menno Simons dat uit zijn eigen tijd zou kunnen b e e l d b e w e r k i n g : p i e t e r va n s c h o u w e n b u r g .

stammen. Deskundigen zijn er echter van overtuigd dat dit portret Viglius Ayta voorstelt, een jurist en rechtsgeleerde. Viglius (1507-1577) was een tijdgenoot

51.

van Menno

i l l u s t r at i e b i j z o n d e r e c o l l e c t i e s , u n i v e r s i t e i t va n a m s t e r d a m g

maar godsdienstig gesproken een tegenstander: hij verdedigde het katholicisme en vervolgde ketters.

lijke leemten.”’’ Hij kijkt mij meewarig triomfantelijk aan. Nu begint die belegen overmoed die overbejaarden vaak zo betweterig maakt. ‘ h a r d sc h i j fj e , h è ? ’ Hij tikt trots aan z’n ringversierde kop. ‘Mijn tegenstanders waren als de dood voor mijn stalen geheugen. Hele brokken bijbelboeken dreun ik nog zo op. Test me dan, welk vers wil je horen? You name it.’ ‘1 Korinthiërs 3 vers 11’, roep ik vlug. Huiswerk. Zijn lijfspreuk immers. ‘My God, humor? ! Ass hole ! ’ Hij veracht me. ‘Waarom niet Johannes 3 vers 3? Dat is DE core business, mister: wedergeboorte!’ Verwacht hij nu dat ik inhaak? ‘Wat? Wedergeboorte? ’ stamel ik? ‘Yes man, born again! Het nieuwe leven, in de zui-

vere gemeente, de reine bruid van Christus, de eeuwige zoon van God die zondeloos uit Maria op aarde kwam. Wie dat beleeft, doet boete voor zijn zonden, gelooft waarlijk, wordt opnieuw geboren en bezegelt dat met de doop. In al zijn daden en denken demonstreert hij of zij dat nieuwe leven. Heiliging heet dat, holy shit!’ Zijn vratige ogen vermorzelen mij. ‘Jullie navelstaren maar op ‘iets’ en ‘niets’, op God en kruisdood als metafoor. Geloof is geen literatuur, geen lang lulweekend’, bast hij! ‘Ketters in kerkers, verbrand en verzopen! Zij hingen aan m’n lippen, bij honderden, stiekem, bij nacht en ontij! Niks bitterbal-en-borrel! Een schrijnend echt epos, martelgang der marginalen!’ de man is volledig terug in zíjn tijd. ‘Dit was nieuw, radicaal anders. Doe-het-zelf-geloof, Dutch design

w eer loos

MENNO 17


1996 .) van m en no, pi et vi s s e r e . a . kn ij n e n be rg , krom m e n i e ,

(u i t : s p o r e n f o t o e s t h e r va n w e e l d e n

Menno Kate bij Bad Oldesloe, in Noord-Duitsland. Hier werkte Menno Simons vanaf 1554 en liet hij zijn geschriften drukken. De linde voor het huis zou door Menno geplant zijn. Menno Kate is nu als museum ingericht.

langs de highways van de Hanze! Rocking Billy, Christus van Ikea! Good life! Geen gouden pronkaltaar, topdown Latijn, mis-baksel en santenkraam. Ooit was ik zelf zo’n pedopaap.’ Hij slurpt gerstebier, schuift mij ook een blikje toe. ‘Alleen dat pacifisme vond ik lastig, al dat softe vredesgewauwel. Maar wat moest ik anders met al die fanatenhaat na Münster? Van de pot gerukte zelfmoordjihadi’s! Hangen die zooi, schreeuwde de PVV toen al. En ik? Ik waste m’n handen nog in schijnheilig wijwater.’ Wordt hij eindelijk breekbaar? Peter dan’, waag ik, ‘die zat toch bij dat zelfmoordcommando van Oldeklooster? ’ ‘Ja, terroristen dromen altijd van hete maagden. Zijn gruwelorgasme is gestikt in godgeklaagde schande en schaamte. Mijn ouwelui werden met de nek aangekeken. Ook ik moest weg, maar kreeg een briljante ingeving en dook onder.’ Hij verslikt zich, verstikt en herschikt zich. Rond z’n boeddha-navel ontwaar ik: ‘TononneM’, getatoeëerd in menistenblauw, ongelogen!

‘ maar uw broer

e n da n , m i l d

ineens: ‘Ach ja, die broederschap. Eigenlijk ben ik er wel een beetje trots op. Jullie dopen

18 MENNO

een mal i g mag a zi n e

toch nog steeds volwassenen? Eed zweren is ook nog altijd een punt? Is mediation nu niet hot? Vrede vindt ook nog aftrek? Jullie ja is nog steeds ja, niet dan? Goede gaven zijn er zat? Aftrekbaar toch? En heten eenvoud en soberheid nu niet duurzaamheid? That’s the devil, son!’ Plotseling oogt hij moe. ‘Alle goeds wordt altijd gejat, verkracht en omgekeerd. Ook mijn ideeën zijn gekaapt, maar krijg ik de credits? No way! ’ Bierblikje nummer zes sist open. ‘Kerk en staat gescheiden, mijn idee! Wet op eed en gelofte? Op gewetensbezwaren militaire dienstplicht? Al lang parlementair geregeld bij jullie. Ban en mijding? Doet dat blonde ding toch, uit Venlo! Echtmijding? Jullie scheiden zelf als de ratten! Niet dan? ’ Hij boert. ‘ eén ding : waarom

zijn die doopsgezinde vermaningen zo stil? Deinen jullie kids niet op de clap-yourhands-dance van the OoTee en the NewTee, van Mary-bitch en Jesus-itch? ’ He’s in rhyme and rhythm. ‘Forget about identity. Life is serendipity. Weg met oecumene. Poot je eigen benen! Recht je rug, vlug en stug! Change die ouwe shit in leipe hit!’ mij als hij me zijn ‘yo-vuist’ toesteekt. ‘Sorry voor al dat Engels’, verontschuldigt Fats Dominee zich, ‘maar anders verstaan al die global Mennonites good old Menno niet. Zij houden van het ouwe, en koesteren mijn gemummificeerde imago in de schrijn van heiligheid. Brulluh, joh! Doe mijn Laaglandse leken en prekers de groeten. Ben je in de buurt? Komen! Pakken we een lijntje!’ Verbijsterd, verward loop ik het pad af naar de weg. Even lucht krijgen. Als ik op de TomTom ‘huisadres’ intoets, rinkelt Menno’s handbeslag tegen het autoraam: ‘Voor ik het vergeet. Haal asjeblieft die vijf vette letters van de omslag van dat magazine af, of geef er anders – het design is al te dik betaald, vrees ik – een nieuwe uitleg aan. Bijvoorbeeld: ‘Meer Eigenzinnigheid Na Nader Overleg’, of ‘Mienskip fan Eigenheimers, Nijljochters, Noaswizen en Oar folk ’. Frysk, jonge! Ha, ha!’ Schuddebuikend waggelt hij terug naar de lommerlinde, en schreeuwt nog: ‘O ja, die kale speknek op dat schilderij in Utrecht, dat ben ik, echt man! Doei, hè.’

een bierwalm verstikt

Piet Visser is hoogleraar Geschiedenis der doopsgezinden en aanverwante stromingen, aan de Vrije Universiteit in Amsterdam.


– advertenties –

Schatkamer van kunst en wetenschap www.teylersmuseum.nl

LUX: Grote denkers over de toekomst Hoe denken filosofen en schrijvers van wereldformaat over onze toekomst in een snel veranderende wereld? LUX gaat langs bij filosofe Susan Neiman, publicist Ian Buruma, politicoloog Dominique Moïsi, dichteres Antjie Krog, oprichtster van het American Islamic Congress Zainab Al-Suwaij, filosoof Charles Taylor, koranwetenschapper Nasr Abu Zayd en opperrabbijn en filosoof Jonathan Sacks. Word wereldburger in vier afleveringen. Bonustrack: een aflevering van LUX over dezelfde thema’s in Nederland. Bestelwijze dvd: maak t15,- over op rek.nr. 606.000

t.n.v. IKON, Hilversum o.v.v. LUX en uw complete adres.

Dominique Moïsi

Ian Buruma Zainab Al-Suwaij

• Dvd, 170 minuten • met bonustrack • t15,- incl. verzendkosten

www.luxmagazine.nl

Charles Taylor Antjie Krog

Susan Neiman Nasr Abu Zayd

Jonathan Sacks

r ad i c a al 2181010_advLUXIKON_186x120.indd 1

MENNO 19

25-10-2010 10:43:00


op de br andstape l

20 MENNO

een mal i g mag a zi n e


tekst n e lle ke noor de rvliet

gevangen , gemarteld en gestorven op de br andstapel . om ha ar getuigenis voor jezus christus . ant werpen , 1573 .

gevat en wordt bewaard in een doos bij de Bijzondere Collecties van de universiteitsbibliotheek van Amsterdam. Het papier is ooit viermaal gevouwen geweest, zodat het in de zak van een schort of wambuis opgeborgen kon worden, of op het hart gedragen. Het handschrift is regelmatig en onverstoorbaar, de regelafstand ongeveer gelijk, de bladspiegel vrijwel geheel gebruikt. De ganzenveer waarmee werd geschreven was goed gesneden, want de inkt is nergens gevlekt of gespat. Op het eerste gezicht maakt de brief een evenwichtige en kalme indruk. Maar de omstandigheden waaronder de brief werd geschreven en gelezen kunnen niet dramatischer zijn. Het is de afscheidsbrief van Maeyken Wens aan haar vijftienjarige zoon Adriaan. Ze zit in de gevangenis. De beul heeft haar al de tongschroef aangelegd. Haar tong is aan haar verhemelte vastgespijkerd. Ze kan niet meer spreken. Ze kan niet meer getuigen. Straks zal ze naar buiten worden geleid. Dorre, licht ontvlambare takken liggen al klaar rond de staak waaraan ze zal worden vastgebonden. Maar nu schrijft ze nog eenmaal op wat haar hart haar ingeeft. De laatste kans. Het laatste woord. Het is 5 oktober 1573. Het is een vertrouwd schouwspel in het drukke en rijke Antwerpen. Al jarenlang. Maar het went nooit. De gevangenis puilt uit. Vrijwel elke week stijgt de rook op van de brandstapels waarop ketters worden verbrand, en vrijwel elke week verzamelt zich volk op het plein om de arme drommels te bewenen of te beschimpen. Regelmatig doet de schout met zijn rakkers wel een inval in een kelder, een achterhuis, of een schuur waar een groep mannen en vrouwen is samengekomen om te bidden, de bijbel te lezen, en elkaar te steunen in het geloof. Dat geloof is niet het geloof van de machthebbers, die hun macht alleen denken te

D

e brief is in glas

Jan Luyken. Zes mannen en twee vrouwen op de Dam v贸贸r het oude stadhuis levend verbrand, 1549. Bijzondere Collecties, Universiteit van Amsterdam, K 905.

sob er

MENNO 21


kunnen behouden door hun tegenstanders uit te roeien, uiteraard alles in de naam van Christus, de Verlosser, de Vredebrenger. In de Lage Landen lopen de conflicten hoog op. Scheidslijnen gaan dwars door families heen. Er is verraad en angst, moed en lafheid. In de vele steden gonst het niet alleen van de bedrijvigheid, er is onrust, opstand en geweld. Zie als eenvoudig mens in die baaierd maar eens je zuiverheid en je eerlijkheid en je innerlijke rust te bewaren. brief heeft beĂŤindigd, trillen haar handen. Ze voelt het bloed bonzen in de wond die de schroef in haar mond sloeg. Ze voelt het bloed bonzen in haar hoofd en in haar buik. Is het angst? Ja, natuurlijk, hevig en donker als een dreigende onweersbui. Maar vooral is het een verzengende, smartelijke liefde. Liefde voor haar kinderen, de kleintjes, die nog geen weet hebben van wat er aan de hand is en de groteren, die dapper zijn, zoals haar man haar heeft verzekerd. Liefde voor haar Matthijs, haar metselaar, haar makker, haar man. En liefde voor Christus, die haar is voorgegaan en wiens lijden vele malen groter was dan het hare. Ze zucht diep. Ze vouwt haar handen in haar schoot en denkt een poos na over haar leven. Ze werd geboren in de tijd dat de wederdopers het Nieuwe Jeruzalem stichtten in Munster. Ze heeft erover horen vertellen: een orgie van waanzin en machtswellust. Het einde der tijden was nabij, het godsrijk zou komen op aarde en het waren Jan van Leiden en Bernd Knipperdolling die het met geweld, veelwijverij en andere uitspattingen hielpen vestigen, totdat het leger van de bisschop de stad heroverde en de lijken van de leiders in kooien aan de kerk werden gehangen om door de vogels en de maden kaalgevreten te worden. Het was haar voorgehouden door haar brave, roomse ouders als de grootste gruwel waartoe het ketterdom van Luther en Calvijn en al die andere door de duivel bezetenen had geleid. En ze had gehuiverd en geknikt. Nee, nooit zou ze het rechte pad verlaten, het pad waarop de paus en alle heiligen en martelaren en meneer pastoor haar voorgingen. Ze had gebeden dat de stukken eraf vlogen. Haar ouders kochten zich arm aan aflaten in de overtuiging dat hun tijd in het vagevuur daardoor beperkt werd en ze na hun dood snel en gelouterd door konden reizen naar de hemelse zaligheid. En meneer pastoor en vele rondreizende monniken hadden gebraad gegeten van het geld dat de gelovigen hen hadden overhandigd en ringen met robijnen gekocht en hel en verdoemenis gepreekt. Thuis hadden zij en haar ouders boven een karig maal van brood en haring de handen gevouwen en had haar vader gezegd, dat de spijs van het eeuals maeyken de

Overal brandt het. Overal is opstand

22 MENNO

een mal i g mag a zi n e


wige leven beter zou smaken dan een vet kapoen. Ze had de vroomheid en de gehoorzaamheid van haar ouders bewonderd, maar ze kon de stem in haar binnenste niet het zwijgen opleggen. Moet meneer pastoor dan niet vrezen voor zijn zielenheil als hij niet vast op vrijdag? En heeft ze hem niet eens met zijn broek op zijn enkels betrapt terwijl hij het lijfje van Margje losknoopte en haar borsten bekwijlde? Waarom mocht ze niet zelf lezen wat Jezus had gezegd? Waarom vertrouwden ze haar niet met Het Boek? Ze zag dat er verschil was tussen woord en daad. Ze zei niets. Ze keek. Ze luisterde. maeyken wens , gevangene

van het stadsbestuur, gevangene van de bisschop, gevangene van het geloof, gekweld en gemarteld, ziet opeens de muren van het Steen wijken en voor haar ogen ontrolt zich het landschap van haar jeugd: de welige weiden, de sloten vol lisdodden, de lage huizen van het dorp hurkend rond de stoere toren van de kerk, de weidse lucht erboven waarin witte wolken drijven. Ze voelt weer de lichte opwinding in haar om het leven, de toekomst, de liefde. Naast haar loopt Matthijs Wens en hij zegt dat hij haar wil en naar haar verlangt. De tijden zijn zwaar en onzeker. De keizer is moe. Het bestrijden van ketterij en het uitoefenen van de macht over zijn immense rijk hebben hem uitgeput. De veenbrand die werd aangestoken door Luther is niet geblust. Het tegendeel is waar. Overal brandt het. Overal is opstand. Overal verlaten en verraden de mensen de kerk en de keizer. Hun wacht het zwaard, de galg, het vuur en de put. Maar er is in de verwarring en de onrust ondanks alles plaats voor de liefde. En Maeyken zegt ‘ja’ tegen haar metselaar. Op een dag spreekt Matthijs met haar over de ware navolging van Christus. Maeyken schrikt. Ze voelt het kind bewegen in haar buik en legt haar hand erop. Wat bedoelt hij? In de bijbel staat het woord van God. In de bijbel wordt verteld hoe we moeten leven. We moeten het kwaad in onszelf bestrijden en eenvoud en zuiverheid heroveren op de bezoedeling. We moeten bidden om wijsheid. We moeten elkaar steunen en vermanen. We moeten het woord van God indrinken zoals het tot ons is gekomen. We zijn zelf verantwoordelijk voor onze ziel. Dat heeft hij iemand horen verkondigen en het was alsof de zon opging in zijn hart, zegt Matthijs. Maar dat is ketterij. Ze fluistert het, bang dat de muren oren hebben. Is het ketterij je naaste lief te hebben en te koesteren, je bezit met de armen te delen, met Christus op te trekken, hem te volgen, wedergeboren te worden in zijn Waarheid?

Waarom mocht ze niet zelf lezen wat Jezus had gezegd?

Afscheidsbrief van Maeyken Wens aan haar zoon Adriaan, 5 oktober 1573. Bijzondere Collecties, Universiteit van Amsterdam, HSS XXVI A 617.

g e w el dloos

MENNO 23


Het zijn grote woorden. Maar ze gaat een keer mee. Menno Simons heet hij en hij komt uit het Noorden. Hij spreekt van nederigheid en deemoed, van geweldloosheid en zuiverheid, hij spreekt van een leven afgewend van de wereld. Het is een grote, stevige man met een volle baard. Hij loopt mank. Zijn vijanden zeggen dat je daaraan de duivel kunt herkennen. Maar dat is hij niet. Hij is een goed en vroom mens. Maeyken wil hem volgen, maar hij zegt haar dat ze Christus moet volgen, het goede leven voorleven aan haar kinderen. Hijzelf moet verder. Hij kan niet lang op een plaats blijven. Zeker niet hier in het Zuiden, waar de koning en de paus nog machtig zijn, waar het stadsbestuur fel jaagt op ketters. ‘Wees voorzichtig’, zegt hij tegen de verzamelde gelovigen. ‘Wees voorzichtig.’ Degenen die hun leven hebben veranderd, doopt hij. Het is een plechtig en sober moment. maeyken wens denkt terug aan de jaren van verborgen gebed, van bijbelstudie, van samenkomsten op geheime plaatsen. Tien, twintig, soms vijftig mannen en vrouwen gaan alleen of in kleine groepjes onder dekking van de duisternis en begeleid door een weetdoener naar de plaats waar een oudste op hen wacht. Het is gevaarlijk, dat weten allen, maar ze zijn met velen en de schout kan niet overal zijn. Het verbaast haar dat er zo rabiaat op doopsgezinden wordt gejaagd. Zelfs tijdens het wonderjaar 1566/1567 toen het regime dankzij Willem van Oranje voor de meeste protestanten wat toegeeflijker werd, bleven de doopsgezinden in de ban, hun samenkomsten verboden, hun leerstellingen ketterij. Ze begrijpt oprecht niet welke dreiging uitgaat van hun opvattingen. Geweldloosheid, volwassenendoop, zuiver leven en geen eden zweren: de samenleving kan er alleen maar beter van worden. Daarvan is ze zo diep over tuigd dat ze haar geloof nooit heeft willen afzweren, ook niet onder dreiging van tortuur en dood. Tijdens een samenkomst in april gebeurde het onvermijdelijke. De schout en de soldaten ramden de deur van de schuur waar ze met zo’n zestig mannen en vrouwen waren verzameld. Sommigen ontkwamen. Zij werd ruw aangepakt door een grijnzende en vloekende Spanjaard en kon nog net Matthijs toeroepen dat hij moest vluchten. ‘Zorg voor de kinderen!’ Tot haar opluchting zag ze hem in het lawaai en de chaos naar buiten sluipen. Zijzelf werd naar het Steen gebracht met een aantal anderen. Dagenlang werden ze verhoord en werd er druk op hen uitgeoefend van hun dwalingen terug te keren. Een enkeling deed dat. Ze veroordeelde hen niet.

24 MENNO

een mal i g mag a zi n e

Mijn lieve zoon, vreest dit lijden niet, want het heeft niets te betekenen in het licht van de eeuwigheid

Adriaan Wens zoekt in de as de tongschroef die men zijn moeder Maeyken had aangelegd jan luyken . bijzondere collecties , universiteit van amsterdam , k

922.

Nelleke Noordervliet (1945) debuteerde als auteur in 1987 met Tine of De dalen waar het leven woont, het levensverhaal van Multatuli’s eerste vrouw. Haar volgende romans werden vaak genomineerd voor en bekroond met literaire prijzen. Ze publiceert ook vele verhalen, essays, lezingen en columns. Haar nieuwste roman, Zonder noorden komt niemand thuis, verscheen in het najaar van 2009 bij Uitgeverij Augustus.

ze neemt nog eens de brief op aan Adriaan en leest hem na: Och, mijn lieve zoon! Al ben ik hier van je weggenomen, leer van jongs af aan God te vrezen, dan zul je je moeder weerom krijgen hier boven in het Nieuw Jeruzalem, waar we niet meer van elkaar gescheiden zullen worden. Mijn lieve zoon, ik hoop je nu voor te gaan. Volg mij na, zo jij en alle anderen je ziel lief hebt, want er zal geen andere weg naar de zaligheid worden gevonden dan deze. Ik zal jullie allen aan de Heer aanbevelen. De Heer zal jullie bewaren. Ik vertrouw dat de Heer wel toe, als jullie hem zoeken. Hebt elkaar lief alle dagen van jullie leven. Omhels kleine Hans voor me, en als je vader jullie ook wordt ontnomen, zorg dan voor elkaar. De Heer beware jullie allemaal mijn lieve kinderen, kus elkaar voor me als herinnering aan mij. Adieu, mijn lieve, lieve kinderen allemaal. Mijn lieve zoon, vreest dit lijden niet, want het heeft niets te betekenen in het licht van de eeuwigheid. De Heer neemt alle angst weg. Ik wist van vreugde niet wat ik moest doen toen ik veroordeeld was. Blijf godvrezend ondanks deze tijdelijke dood. Ik kan God niet genoeg danken voor de grote genade die God aan mij bewezen heeft. Nogmaals adieu, mijn lieve zoon Adriaan. Wees toch goed voor je bedroefde vader alle dagen van je leven en doe hem toch geen verdriet. Dat smeek ik jullie allemaal, want wat ik tegen de oudste zeg, bedoel ik ook voor de jongste. Hiermee beveel ik jullie nogmaals aan de Heer aan. Dit heb ik geschreven nadat ik veroordeeld was en toen ik moest sterven om mijn getuigenis voor Jezus Christus, de 5de dag van oktober in het jaar onzes Heren 1573.

adriaan wens leest de brief van zijn moeder en bewaart hem op zijn hart. Als de beul het vuur aansteekt, staat hij met de kleine Hans op zijn arm op enige afstand te kijken. Hij wil een laatste blik van liefde wisselen met zijn moeder. Door er te zijn toont hij haar dat hij haar wensen zal vervullen. Hij kust en omhelst zijn broertje. Ze ziet het en knikt. Haar mond is gesloten, maar haar ogen spreken. Als het vuur opvlamt en de extase de glans van het eeuwige leven over haar gelaat legt, valt Adriaan flauw. De volgende dag zien we hem terug bij de as op het plein. Tussen de geblakerde botten van de slachtoffers zoekt hij de tongschroef. Als hij hem vindt, kust hij hem en stopt hem weg in zijn wambuis, waar ook de brief is verborgen. Hij zal ze aan volgende generaties doorgeven, brief en schroef, een eeuwig memento voor de moed en het godsvertrouwen van Maeyken Wens.


wim en han s anke r

‘De hand van justitie kan zomaar uitschieten’

MENNO 25


wim en han s anke r

Dope r s

t em pe ramen na elkaar geboren in 1953, in een ziekenhuis in Leeuwarden. Ze vertellen erover alsof ze er zojuist vandaan komen. Moeder was met de helikopter overgevlogen van Schiermonnikoog, waar vader Anker burgemeester was. Met een helikopter, in 1953? waag ik te vragen. Hans weet het zeker, Wim twijfelt. Samen stellen ze een versie van het verhaal vast. Ze spreken ‘tweelings’: de een begint een zin en de ander voltooit hem. Wie precies wat zegt in het gesprek, valt nauwelijks te reconstrueren. En verder hebben ze t y pische tweelinggrappen. De echtgenote van Hans werd eens telefonisch bedreigd en verwees de beller zonder blikken of blozen naar Wim. Vroeger gingen ze eender gekleed, zoals gebruikelijk bij tweelingen. Nu onderscheiden ze zich in hun kleding van elkaar, maar spreken dikwijls met één s tem. Oogopslag, mimiek , lichaamstaal – twee druppels water. Een doopsgezinde jeugd in een burgemeestersgezin, drie jaar op Schiermonnikoog en daarna in Akkrum. Verder ging vaders carrière niet, want hij was een principieel mens. Als enige burgemeester was hij niet aangesloten bij een politieke partij: hij was burgemeester van en voor iedereen, vond hij. Wim

Z

‘Vader was een witte plek op de kaart’

26 MENNO

een mal i g mag a zi n e

e zijn een kwartier

Anker: ‘Vader was een witte plek op de kaart. Ze zeiden tegen hem dat hij zo nooit een grotere gemeente zou krijgen. Maar dat zou helemaal niet bij hem passen. Hij zat goed waar hij zat, een burgervader in een kleine gemeenschap.’ Kerkgang was voor de jongens niet verplicht, ze gingen zo af en toe. Ze gingen ook naar de christelijke jeugdvereniging en met plezier. Hans Anker: ‘Minder was het dat de dominee na de kerkdienst vaak bij ons thuis op de koffie kwam. Wij moesten dan opzitten en pootjes geven met vlinderdasjes voor. Daar heb ik niet zulke goede herinneringen aan.’ van hun opvoeding overgehouden? Wim Anker, resoluut: ‘Pa zei: als jullie het redden in de advocatuur, is dat prachtig. Maar zorg dat je je rug rechthoudt, één, wijk nooit voor het grote geld, twee, en zorg dat je er voor iedereen bent, drie.’ De broers kozen principieel voor het strafrecht en begonnen tien jaar geleden voor zichzelf. Ze leiden nu een kantoor met meer dan twintig medewerkers. Hans houdt zich het meest met de organisatie van het werk bezig en voor het overige pleit hij in strafzaken. Wim is voor zijn werk te vinden in alle rechtbanken in het land, daarnaast geeft hij lezingen, cursussen en gastcolleges en doet hij op kantoor de pr. wat h e b b e n z e


t e k s t w i l l e m va n d e r m e i d e n f oto ’ s l u k a s g ö b e l

gelovig zijn ze niet, de t weelingbroers wim en hans anker . niet in de geijkte betekenis van het woord . ma ar als je hen hoort pr aten en pleiten en als je hun passie peilt, blijkt de erfenis van menno simons bij deze t wee bekende friese str afpleiters in goede handen .

‘ iedereen ,

ook de grootste misdadiger ,

heeft recht op iemand die het voor hem opneemt.’

men t Anker & Anker houdt zich uitsluitend met strafrecht bezig. Vijftig procent van de zaken van het kantoor zijn op pro Deo basis. Wim behandelt negentig procent pro Deo zaken. Ze wijken dus niet voor het grote geld. Een andere keuze, meer praktisch, is de keuze voor verdachten en niet voor slachtoffers. Dat voorkomt verwarring, is duidelijk. Hun vak brengt hen in contact met zware criminaliteit, met soms gruwelijke misdrijven. Ze halen zo ook nog wel eens de media. Op de tv zijn de twee broers met hun krachtige uitspraken en expressieve voorkomen graag geziene gasten. Maar de media komen voor hen op het tweede plan. ‘Wij treden, anders dan veel andere bekende collega’s, niet op voor de tv als een zaak nog voor de rechter moet komen en heel ingehouden als er nog geen uitspraak van de rechter is geweest. De rechtbank is ons podium.’ het strafklimaat vandaag de dag verhard. ‘We zijn meer nodig dan ooit. Een verdachte is, als hij of zij voor de rechter staat, de zwakkere in het strafproces, staat tegenover een justitiële overmacht. Iedereen, ook de grootste misdadiger, heeft recht op iemand die het voor hem opneemt. Iedereen is slechts verdachte, meer niet, tot aan de uitspraak van de rechter. Dat valt in het huidige harde politieke klimaat wel eens moeilijk uit te leggen. Maar zonder advocaten is de weegschaal van het recht uit balans. De hand van justitie kan zomaar uitschieten.’ Wim Anker vult aan: ‘Ik oordeel niet en ik veroordeel niet. En ieder mens heeft recht op een tweede kans. Die oude doopsgezinde vergevingsgedachte zie je tehans anker vindt

rug in ons werk. Ik begeleid tbs’ers die verschrikkelijke dingen hebben gedaan. We spannen ons in om levenslange gevangenisstraf te verkor ten. Met woorden, maar ook met daden. We hebben een rondje gemaakt langs politieke partijen, maar een wetswijziging zit er voorlopig niet in. En de media? De media moeten signaleren. Dat is hun maatschappelijke functie. Waar ik niet tegen kan, is de rol van al die anonieme internet-roepers. Dat gescheld haalt de kranten en de tv. Waarom worden deze mensen niet geweerd van het podium? Kunnen de media niet eisen dat mensen zich met naam en toenaam melden?’ met liefde over het gezin waar ze uitkomen en over het dorp Akkrum, waar ze nog steeds wonen en actief zijn. Beiden: ’Vader was een bewogen burgemeester, moeder een sociaal voelend mens. Zij ging bij zieke mensen in het dorp langs. Als de dominee op bezoek ging bij iemand die in het ziekenhuis lag, hing daar altijd al een kaart van moeder. Ze hebben gelukkig nog lang kunnen meemaken dat het ons goed ging in de advocatuur. “Nu nemen jullie het estafettestokje van me over”, zei vader. Wij hebben overgenomen wat ons is bijgebracht. Vroom waren ze niet, onze ouders. Ze leefden naar hun uitgangspunten en die uitgangspunten waren gestoeld op hun geloof. Praktisch christendom dus.’ De broers bezoeken geen kerkdiensten meer. Maar ze spannen zich bijvoorbeeld wel in om de voormalige vermaning van Akkrum, een prachtig anderhalve eeuw oud gebouw, te behouden en een nieuwe invulling te geven.

de ankers praten

‘Zorg dat je je rug rechthoudt, één, wijk nooit voor het grote geld, twee, en zorg dat je er voor iedereen bent, drie’

m on d ig

MENNO 27


‘Advocaat van de uitzichtlozen – een eretitel’

28 MENNO


principieel , praktisch , rechtvaardig

– er zijn al enkele doopsgezinde kernwoorden langsgekomen in het gesprek. Hoe zit het met waarheid en leugen? Menno Simons zelf was een principieel tegenstander van de leugen. Ik vertel het verhaal van de meniste leugen. In dit verhaal is Menno op de vlucht in een koets. De koets wordt aangehouden – verraad? – en er wordt gevraagd of Menno Simons zich in de koets bevindt. Waarop een geloofs- en reisgenoot zich uit de koets buigt en zegt: ‘Men zegt dat Menno Simons zich niet in deze koets bevindt.’ De broers moeten hartelijk lachen en Wim Anker heeft terstond een eigen parallel paraat. ‘Wij hebben een geheimhoudingsplicht, wij mogen niet naar buiten brengen wat ons in vertrouwen is medegedeeld door onze cliënten. Het is wel eens voorgekomen dat ik wist dat een cliënt schuldig was, maar dat hij op grond van ontoereikend bewijs en ontkenning vrijgesproken werd. Dan drink je daarna geen borrel op de goede afloop. In dat proces heb ik mezelf letterlijk horen zeggen: “U hoort mijn cliënt met klem en over tuiging ontkennen.” Het is met de waarheid soms wel wankelen op een evenwichtsbalk en zorgen dat je er niet van afvalt.’ Hans Anker: ‘Dat iemand iets gedaan heeft en er niet voor wordt veroordeeld, is het prijskaartje dat aan onze democratische rechtsstaat hangt. Er is nu eenmaal een bepaalde hoeveelheid bewijs nodig en als dat niet aanwezig is, dan volgt vrijspraak. Het komt gelukkig maar weinig voor. Maar de geheimhoudingsplicht brengt je wel eens in lastige ethische dilemma’s. Andersom gebeurt het ook: veroordelingen op grond van een bekentenis bijvoorbeeld van een dader die pertinent onschuldig is. Het hoort er – helaas – bij.’ de ankers verdedigen mensen die verschrikkelijke dingen hebben gedaan of die er denkbeelden op nahouden waarvan ze gruwen. Toch doen ze het. Hans Anker: ‘Ik heb er geen enkele moeite mee om deze mensen te verdedigen. Neem extreem rechts. Zaken

tegen rechtse extremisten gingen als een hete kroket langs de balie en kwamen uiteindelijk bij ons terecht. We raakten er zo’n beetje in gespecialiseerd. Zo hebben we mensen van CP ’86 verdedigd. Ons kantoor werd vier dagen lang beklad, we kregen poep in de brievenbus en werden telefonisch bedreigd. Dan krijg ik iets heel koppigs over me. Ook deze mensen, met wie ik persoonlijk niets heb, hebben recht op verdediging. Zorg dat je er voor iedereen bent, heeft vader gezegd. Voor arm en rijk, hoog en laag.’ Wim Anker: ‘Ze hebben mij de advocaat van de uitzichtlozen genoemd – een eretitel.’ bij zulke uitspraken schieten de ogen van beide broers vuur. Ze gaan staan en gesticuleren. In één moeite door en met hetzelfde Friese temperament gaat het over voetbalclub Heerenveen. Trainer Ron Jans krijgt in een mum van tijd twintig tips hoe het beter kan. Maar we keren terug naar de advocatuur. Mijn vraag aan Wim Anker of hij nooit de ambitie heeft gehad rechter te worden, is tamelijk onnozel. ‘Nee, nooit. Een rechter is van de harmonie en de balans, ik ben een vechter. Ik knok voor het recht van die ene persoon tegenover dat grote machtsapparaat. Ik ben een echte advocaat.’ Hans Anker beaamt dit meteen, gaat staan en kijk t me priemend aan: ‘Pleiten, dat is het mooiste dat er is. De rechtbank recht in de ogen kijken en op grond van argumenten gelijk krijgen. Daar doen we het voor. Ik ben wel eens jaloers op landen met een juryrechtspraak. Het lijkt me prachtig om op overtuiging van een jury een zaak te winnen.’ Als je Hans Anker zo bezig ziet, is het niet lastig om je daarvan een voorstelling te maken.

‘Het is met de waarheid soms wankelen op een evenwichtsbalk’

Willem van der Meiden is theoloog, journalist en communicatieadviseur. Hij publiceerde onder andere Zoo heerlijk eenvoudig. Geschiedenis van de kinderbijbel in Nederland (Uitgeverij Verloren, 2009).

bon d i g

MENNO 29


AKC - k ampen

de be schaving

•

Zo ver mogelijk van

Even helemaal weg, in een andere wereld. En daar leer je, zonder dat je het door hebt, dat het ook anders kan. Dat er een plek is waar je geaccepteerd wordt. Een wereld waarin je jezelf mag uitproberen en opnieuw mag uitvinden, keer op keer. de sneeuw stormde en de wegen waren spekglad. Wij waren al uren onderweg naar het einde van de wereld: Lauwersoog. De nogal vage aanwijzingen volgend sloegen we ergens rechtsaf een pad in. Voor ons lag slechts duisternis. Op het moment dat wij twijfelden of wij wel op de juiste weg waren (dit kon toch niet de bedoeling zijn, er was geen enkel teken van leven te bespeuren), lonkte ergens een lichtje. Voorzichtig vervolgden wij onze weg. Dichterbij

H

30 MENNO

een mal i g mag a zi n e

e t wa s z wa r t n a c h t ,

gekomen zagen we een van top tot teen in zeilpak gestoken f iguur met een stormlantaarn de barre weersomstandigheden trotseren. Hij wees naar links en stak groetend de hand op. Half slippend over een modderpad, zagen we plots een klein huisje dat warmte en licht uitstraalde. We grepen de tas en de slaapzak en renden de laatste meters tot de deur. werden we verwelkomd door een knuffel van de een en een nonchalant vrolijke groet van een ander. Het was er warm en licht en bedrijvig.

op de drempel


de be schaving

Zo ver mogelijk van De ontmoetingen met anderen zijn magisch

De voorbereidingen voor de maaltijd waren in volle gang en de puber kreeg meteen een schilmesje en een prei in handen gedrukt: ‘Komt dat even goed uit! Kun je mooi helpen!’ We hadden het gevoel dat we thuisgekomen waren. Eigenlijk wilden we blijven en ons laven aan de warmte, het eten, het gezelschap, de gesprekken. Maar nee, ons wachtte de storm, de gladheid, de nacht. Wij brachten immers slechts het kind naar ‘de kerk’. doopsgezind jeugd - en jongerenwerk speelt zich op de een of andere manier altijd af op onmogelijk te bereiken locaties, zo ver mogelijk van de beschaving. Ik weet niet zeker of het bewust zo gepland wordt, maar het is alsof de reis erheen deel uitmaakt van de beleving. Het wordt een pelgrimage. Op weg naar een

weekend of een kampweek laat je het dagelijkse leven langzaam achter je en tegen de tijd dat je er eindelijk bent sta je open voor willekeurig welke ervaring dan ook. Het vraagt wat van je, het is niet iets dat je zomaar even tussen de dagelijkse beslommeringen door doet. Maar: je krijgt er ook iets voor terug. Je bent als het ware eventjes helemaal weg, in een andere wereld. En in die wereld leer je spelenderwijs, gaandeweg en eigenlijk zonder dat je het door hebt, dat het ook anders kan. Dat er een plek is waar je geaccepteerd wordt om wie jij bent, wie je ook bent. Er is een wereld waarin je jezelf mag uitproberen, jezelf opnieuw mag uitvinden, keer op keer. Je ontmoet er mensen die je in het dagelijks leven misschien geen blik waardig zou gunnen, en je leert ze nog waarderen ook. De dagen zijn er altijd te kort en de nachten veel te lang en juist dat draagt bij aan de intensiteit van de

t e k s t w i e t e k e va n d e r m o l e n f oto ’ s a kc

w eer loos

MENNO 31


AKC - k ampen

De dagen waren lang En de nachten veel te kort Weet je nog hoe stil we zaten Bij het water op de steiger, bij de brug Soms dan denk ik wel eens terug Aan al die nachten We pasten echt niet bij elkaar Maar toen zag ik geen verschil In een boot in regenpak ’t Ging nooit zoals het ging Het ging voorbij Ik denk steeds weer terug

Het hoeft niet leuk te zijn. Het is leuk

Ook na al die tijd De herinnering blijft Weet je nog hoe magisch De ontmoetingen soms waren Na al die jaren zijn ze dat nog steeds Wat is er van je geworden En hoe zal het met je zijn

beleving. Het afscheid schrijnt en hoewel de bemoedigende warmte van zo’n weekend of week je nog lang bijblijft, hunker je eigenlijk al meteen naar meer en weer en nog een keer.

Met die dromen Die dag dat alles kon De optimist op open water Met zijn blikken op oneindig In een boot in regenpak ’t Ging nooit zoals het ging Het ging voorbij Ik denk steeds weer terug Ook na al die tijd De herinnering blijft Overboord en overdonderd Overstag en overstuur Over jaren denk ik nog steeds aan je terug Tekst en muziek: Maartje Aalderink, avondtune geschreven ter gelegenheid van het 90 jarige bestaan van de AKC.

32 MENNO

een mal i g mag a zi n e

anderen zijn magisch, niet in de laatste plaats omdat je jezelf daarin leert kennen. Het gaat er bijna nooit over God en tegelijkertijd is ’ie altijd aanwezig, als een vanzelfsprekendheid. Als de stille kracht die al die mensen bijeen doet drijven. Er wordt nooit les gegeven en toch leer je ontzettend veel. Bovenal leer je er leven. Het is verslavend. Je lijf en geest raken gewend aan en verwend door de vrijheid en de levensblijheid van die momenten. Je wilt meer. Goddank blijken er dan nog veel meer weekenden en weken en mogelijkheden te zijn. Op opnieuw onmogelijke locaties, met deels weer nieuwe mensen, en dus misschien nieuwe kanten van jezelf die je kunt leren kennen. Nieuwe paden die betreden kunnen worden, nieuwe liedjes om te leren. Nieuwe verhalen waar je naar kunt luisteren en die je vervolgens door kunt vertellen. En tegelijkertijd voelt het oud en vertrouwd, gewoon alsof je thuiskomt.

de ontmoetingen met

doopsgezind jeugdwerk werkt volgens mij vooral omdat er niet aan gewerkt wordt. Het gebeurt. Het hoeft niet leuk te zijn. Het is leuk. Het hoeft niet ‘ergens over te gaan’. Het gaat altijd ergens over. En het gaat vooral door. De kleine kinderen die ik ooit tijdens de weken en weekenden koesterde en troostte en vermaakte, zijn opgegroeid tot mensen aan wie ik met liefde en vertrouwen mijn eigen kleine kinderen mee geef. Ik rijd er, zoals vele ouders voor en met mij, stad en land voor af. Ik breng ze nu eens hier, haal ze dan weer daar. Zonder zeuren, zonder klagen. Slechts met een licht, schrijnend heimwee. En het gevoel altijd even thuis te komen.

Wieteke van der Molen is oud-AKC-er en doopsgezind predikant in de Verenigde Doopsgezinde Gemeente Barsingerhorn-Zijpe Noord-Zijpe Zuid-Wieringermeer-Medemblik.

De AKC (Algemene Kamp Commissie voor doopsgezinde kampen) is een van de organisaties van het doopsgezinde jeugd- en jongerenwerk. Meer informatie: www.jongeren.doopsgezind.nl en www.akc.doopsgezind.nl.

Met dank aan Wiebe Dijkstra.


– advertenties –

Doopsgezinde Gemeente “De Lytse Streek” Internationaal Menno Simons Centrum Stichting Doopsgezinde Monumenten in Friesland

Wij bieden u de mogelijkheid voor een dagvullend programma in de bakermat:

Witmarsum ๏ ๏

Een openluchtviering in het contourenkerkje De mogelijkheid om een bezoek te brengen aan ๏ de expositie ‘Doperse diaspora’ in de Vermaning en/of de expositie “Doopsgezind. Mijn passie!” in de Koepelkerk in Witmarsum ๏ de monumentale schuilkerk in Pingjum en/of de Victoriuskerk ter plekke voor een ontmoeting met Menno Simons Koffie/thee en/of een lunch kan eventueel worden verzorgd Heeft u belangstelling: neem dan contact op via 0517-452275 of 06-19879387 of stuur een e-mail naar w.faber5@kpnplanet.nl

De tentoonstellingen zijn elke zaterdag open vanaf 21 mei t/m 17 september 2011 van 13.30 - 17.00 uur of op aanvraag.

U BENT VAN HARTE WELKOM IN HET LAND VAN MENNO


ge boortegrond

Land van Watse, Pier De dorpen heten er Pingjum en Witmarsum. De wind heeft vrij spel in dit open Friese land. Menno Simons werd hier geboren en groeide hier op. In een woelige tijd waarin families elkaar te vuur en te zwaard bestreden. De trotse states en stinzen van Friese edelen zijn verwoest. Maar wandelen met een kaart uit 1739 gaat nog prima.

Kaartbeeld uit Beschrijvinge van de Heerlijkckheydt van Frieslandt, van Christianus Schotanus uit 1664, met Witmarsum, links daarboven Pingjum, recht daarboven het huis van Grote Pier en rechtsboven Hitzum.

hier nog. Wanneer je bij het indrukwekkende kerkje van Ping jum vraag t naar de doopsgezinde vermaning, raak je vanzelf aan de praat. De twee dochters berispen hun moeder: ‘We zouden toch Fries praten.’ Ze wijzen je het schuilkerkje aan, een half straatje verderop. Het is van ruwweg 1600, van na Menno dus, maar hij was nog wel pastoor in de oude kerk.

M

ensen groeten elk a ar

dorp, Pingjum. Niet, zoals te vaak, het slachtoffer van radicale dorpsvernieuwing door stadse types, maar gaaf tot hernieuwd leven gebracht met kleine steegjes waar je zo wilt wonen. Er is een goede Italiaan ook, een aanradertje voor verkleumde wandelaars. Dat is geen luxe want de wind is de baas op het open Friese land. We voelen dat als we de Gouden Halsband gaan belopen, de oude dijk die al ver voor Menno als een

het is een mooi

34 MENNO

een mal i g mag a zi n e

ring om Pingjum een eerste bescherming tegen de zee vormde. Aardige mensen laten hun hond uit en geven ons instructies: links bij die verre boerderij en dan meteen weer rechts. ‘Het kan niet missen, want de dijk is wel een halve meter hoger.’ Een halve meter? De Deltawerken moesten nog worden uitgevonden. e e n pa ar k ilom ete r achter de boerderij ligt de zeedijk en rechts zie je de torens van Harlingen. Het is een open land, de vergezichten worden alleen verbroken door windmolens. Menno moet hier op zomerse avonden hebben uitgekeken, twijfelend over zijn kerk. Het was een enorme beslissing die hij moest nemen: afvallig worden in een tijd dat dit matig werd gewaardeerd, om het voorzichtig te zeggen. Al rond 1530 werden de eerste Wederdopers terechtgesteld in Bolsward en Leeuwarden. Op onze kaart – uit 1739, je moet jezelf helpen om in stemming te geraken en het werkt prima, op


tekst pieter winsemius

f o t o s i kk e r . r o o s m a s t i c h t i n g d o o p s g e z i n d e m o n u m e n t e n i n f r i e s l a n d

en Men no Op pad met Menno De Stichting Doopsgezinde Monumenten in Friesland heeft een aantal wandel-, fiets- en autoroutes uitgezet door Noordwest-Friesland, geboortegrond van Menno Simons en bakermat van de Nederlandse doopsgezinden. De gids met routebeschrijvingen en uitgebreide informatie, is te koop bij de VVV’s en in de boekhandel. ‘Menno Simons routes’, D. Monch. Buijten en Schipperheijn, 2008. ISBN: 9789058813640 Een lange afstands wandel- en bezinningspad van Witmarsum naar Bad Oldesloe in Duitsland is in ontwikkeling. Zie www.mennosimonspad.nl. Doopsgezind schuilkerkje in Pingjum.

een enkele provinciale of rijksweg na – staat Hania State. Mijn genealogische har t klopt sneller. Watse Douwez. van Hania kerkte rond 1525 bij Menno. Misschien heeft die hem wel gedoopt. In 1569 werd Watse in Jorwerd vermoord. Achter de wolken voel je zijn toorn. Zijn trotse state is een bouwval. Het raakt me. woelige tijden in het Friesland van toen. De Friezen hadden geen ‘heer’, geen graaf die hen bond tot enigszins civiel gedrag. De grotere grondeigenaren, een soort landadel, bestreden elkaar te vuur en te zwaard. Letterlijk. Een dode werd gewroken met een andere dode. Tot de families zich verzoenden. Dan trouwde er een van de ene partij met een van de andere. Prachtig beeld, in die oude romaanse kerkjes. Iedereen in zijn beste kleren met onder de lange mantel een dolk. En dan mooi vroom zingen.

het waren sowieso

deel gehad. In 1481 liet Douwe van Sjaerda hier zijn stins omringen door een aarden wal om beter bestand te zijn tegen kanonvuur. Een kleine twintig jaar later werd het bolwerk van de Schieringers – ze noemden het een blokhuis – door de Vetkopers met grof geweld ingenomen. De geschiedboeken verhalen hoe de belegerden, ziende dat er geen uitweg meer was, hun kinderen, ‘met hun goud en zilver om het ligchaam gebonden’, met touwen naar beneden lieten zakken in de hoop de belegeraars te vermurwen. Voor de volwassenen gold echter geen genade. Menno was toen net geboren. Hij was geen wandelaar; hij ondertekende later met Menno Symons de Creupele. Voor hem moeten de paar kilometers naar Witmarsum al een probleem zijn geweest. Het is ter plaatse even zoeken maar pal naast een curieuze golfbaan is de plek gemarkeerd waar Menno werd geboren. Er staat een contourenkerkje, een soort staketsel pingjum heeft zijn

In 2011 vinden diverse activiteiten plaats in Witmarsum, Pingjum en omgeving. Zie hiervoor www.mennosimonscentrum.nl Het doopsgezinde schuilkerkje bij Pingjum is te bezichtigen na overleg. Zie voor meer informatie de website van de Stichting Doopsgezinde Monumenten in Friesland: www. doopsgezindemonumenten.nl.

w eer loos

MENNO 35


f o t o e s t h e r va n w e e l d e n . u i t

s p o r e n v a n m e n n o . k r o m m e n i e , 1996 .

f o t o s i kk e r . r o o s m a

ge boortegrond

Contourenkerkje bij Witmarsum

Het Witte huis bij Witmarsum waar Menno gewoond zou hebben

foto ard van der leeuw

Wie verleden heeft, heeft toekomst

met de hoofdlijnen van het doopsgezinde kerkje dat hier in vroeger tijden stond. Menno’s kerkje. Een ontroerend blijk van warmte. Kimswerd, een paar kilometer verderop, staat een aards oerstandbeeld. We kloppen op een deur: weet u waar Greate Pier woonde? Het is direct raak: buiten het dorp de eerste straat links en dan een paar honderd meter van de weg. Het is voor mij een tweede bedevaart. Toen ik heel klein was, ver telden mijn vader en mijn pake van Greate Pier, de Friese vrijheidsheld. Zijn enorme zwaard hing in het Friesch Museum; ik sleepte in latere jaren iedereen ernaartoe. Het is laat in de middag als we er lopen. Bij dit kleine terpje werkte Pier op het land toen de Spanjaarden hem gevangen wilden nemen. Hij tilde zijn ploeg op en verjoeg ze. Ze vluchtten naar Leeuwarden. Daarom heet de Spanjaardslaan daar nog steeds zo. Mijn vader en mijn pake waren goede vertellers. Ik erfde van hen een rijke fantasie.

in het mooie

we de toren van Achlum, prachtig op een hoge terp midden in het dorp. Weer een paar kilometer daarachter ligt Hitzum. Dat wordt de derde bedevaart. We komen hier

o p a f s ta n d z i e n

Herberg Greate Pier in Kimswerd

36 MENNO

een mal i g mag a zi n e

vaak. Onze familie heeft hier haar oudste wortels. In een document uit 1537 wordt verwezen naar ‘eenen goeden tille te Hitzum, bij Douwe Jans zoons huys’. Een jaar eerder heeft Menno het ambt van pastoor verlaten en zich aangesloten bij de Dopers. Een goede brug bij Douwe Jans’ huis. Douwe Jans is onze stamvader. Heeft hij Menno en Greate Pier gekend? Het is waarschijnlijk. Menno is geboren in 1496 en Greate Pier leefde van 1480 tot 1520. Menno en Douwe behoorden tot de ‘gestudeerde’ voorhoede in de regio; een nichtje van Greate Pier woonde op de terp in Westerhitzum. En om het feest compleet te maken is Watse van Hania getrouwd met een meisje Gratinga die hun state hadden aan de andere kant van de brug. we kijken over het vlakke land dat zich in schemer hult. Geen hekken hier, grasland zo ver het oog reikt. Het is goed je wortels te kennen: wie verleden heeft, heeft toekomst. Over een rand van de hoge wolken knipogen Menno, Pier en Douwe. Volgens mijn vader en mijn pake is dat zeker.

Pieter Winsemius was tweemaal Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieu; hij is onder andere lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid en bijzonder hoogleraar management duurzame ontwikkeling aan de Universiteit van Tilburg.


u it-agenda

2011: doopsgezind jubileumjaar Muzikale voorstelling menno simonszoon. geloof, hoop en twijfel uit het hoge noorden Kees Posthumus (spel) en Juul Beerda (accordeon). Reserveringen en speeldata: www.ads2011.doopsgezind.nl 25 december van 15-17 uur zendt Schepper&Co een radiobewerking uit via Radio 5. 1557: Menno Simonszoon reist naar Friesland om het zoveelste onderlinge conflict tussen doopsgezinden op te lossen. Het mislukt jammerlijk en hij keert teleurgesteld terug naar

haar leven als jonge weduwe met haar zoon Beint. Wat heeft het leven haar gebracht, hoe kijkt ze aan tegen theologische vragen en wat betekent vrijzinnigheid voor haar? Tentoonstelling Doopsgezind. Mijn passie! 14 mei tot en met 10 september Koepelkerk Witmarsum (na 10 september op diverse locaties te zien) Internationaal Menno Simons Centrum Foto’s: Ber t Janssen, vormgeving: Eric Duyvis. I www.mennosimonscentrum.nl Geloofsbelijdenis, toewijding en zingeving, hoe ziet dat er uit? Een veel-

kleurig palet van mensen met een persoonlijke passie. Portretten van 100 mensen die actief zijn in een doopsgezinde gemeente of instel-

Oldesloe in Duitsland. Daar kijkt hij terug op zijn bewogen leven. In de voorstelling klinken liedjes uit de tijd van Menno, voorzien van nieuwe teksten. Solotoneel anne zernike Korneel Roosma-de Vries Reserveringen en speeldata: www.ads2011.doopsgezind.nl Het is begin jaren vijftig. Anne Mankes-Zernike kijkt terug op haar leven: haar start als eerste vrouwelijke predikant van Nederland in het Friese Bovenknijpe, de ontmoetingen met de schilder Jan Mankes en

ling. Aangevuld met een selectie uit het beeldmateriaal van die gemeenten van heden en verleden, verzameld in Beeldbank Menno Simons.

Internationaal congres Towards an Ecumenical Theology of Just Peace. Contributions from the Peace Church Tradition 23 en 24 juni 2011, Amsterdam. Doopsgezind Seminarium en VU. Zie www.ads2011.doopsgezind.nl voor meer activiteiten, zoals wandelingen en fietstochten door heel Nederland en voor actuele informatie. Tentoonstelling Jan Luyken

Tot en met 17 april 2011 Prentenkabinet Teylers Museum, Spaarne 16, Haarlem T 023 5160960 I www.teylersmuseum.eu Tekeningen, prenten en gedichten van Jan Luyken (1649-1712), een van de belangrijkste (boek)illustratoren van zijn tijd. Nog steeds bekend van zijn afbeeldingen van beroepen. Het dagelijks leven vormde zijn belangrijkste inspiratiebron. In ieder werk verstopte de doopsgezinde kunstenaar stichtelijke boodschappen. Dat maakt zijn afbeeldingen tot levendige zoekplaten. Tentoonstelling Gedoopt. Vijf eeuwen doopsgezinden in Nederland Tot en met 15 mei Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam, Oude Turfmarkt 129 (Rokin), Amsterdam I www.bijzonderecollecties.uva.nl

Tentoonstelling Doperse diaspora 14 mei tot en met 10 september Doopsgezinde Vermaning Witmarsum Internationaal Menno Simons Centrum Vormgeving: Artitude, Leeuwarden.

Deze expositie geef t een goed beeld van de uitwaaiering van de wereldwijde doperse broederschap in ‘verschijningsvormen’, gewoonten en gebruiken gedurende vijf eeuwen. Zoals ‘de eigen taal’ Plautdiets, doperse receptuur, klederdracht, handwerken.

Doopsgezind jubileumjaar 2011:

• 100 jaar geleden Anne Zernike eerste vrouwelijke (doopsgezind) predikant in Nederland

• 2 00

jaar Algemene

Doopsgezinde Sociëteit

• 275 jaar Doopsgezind Seminarium

• Ook wordt herdacht dat hij 450 jaar geleden stierf

r ad i c a al

MENNO 37


Mennonite -You r-Way

Sharing your life je bent niet vies van nieuwe mensen ontmoeten , je houdt van reizen en je hoeft niet per se in een viersterrenhotel te sl apen ? misschien is couchsurfen dan iets voor jou . het is simpel : je belt iemand op met de vr a ag of die een bed of bank voor je overheeft om op te overnachten . er zijn vele couchsurfgidsen en

- websites

met adressen van mensen

die een sl a applek a anbieden . voor doopsgezinden wereldwijd besta at er ook een couchsurfnet werk : mennonite - your - way. wij probeerden het uit.

e mennonite -your -waygids

is gevuld met mensen van over de hele wereld die een overnachtingsplek aanbieden. Hosts worden ze genoemd. Meer dan driekwart van de gids is gevuld met hosts uit de Verenigde Staten, bij de Europese adressen is Nederland oververtegenwoordigd. We besluiten een aantal gastadressen uit Duitsland te vragen of we er een nacht terechtkunnen. Hoewel er meer dan 60 hosts in de gids staan, is het moeilijker dan gedacht om twee hosts te vinden voor een nacht. Veel mensen geven aan het te druk te hebben, andere hebben al gasten over de vloer en sommige reageren gewoon nergens op. Na vele mailtjes en telefoontjes zijn er twee hosts die ons willen ontvangen: de familie Dibbert uit Solingen en ene Harald Nuernberg uit Borken.

D

9:43 station zwolle Het gaat toch gebeuren, we gaan MennoniteYour-Way-en. Ik moet er nog een beetje aan wennen. Weet niets van wat we kunnen verwachten of van de mensen waar we terechtkomen. Ik zou het zelf toch niet doen denk ik, zomaar onbekenden in mijn huis laten, zelfs al zijn het doopsgezinden. 14:55 düsseldorf hbf. – solingen hbf. We kronkelen door troosteloze grijze buitenwijken. Het mooie Duitsland is nog goed verstopt. Als we Solingen Hbf. binnenrijden is er niets ver-

38 MENNO

een mal i g mag a zi n e

anderd. Een McDonalds en wat opengebroken straten, het beeld van de dag. Het lijkt een slaperig industriestadje. 18:12 grefrath Zoals Duitsland hoort te zijn: prachtige vak werkhuisjes. Maar vooral een heleboel typische streekhuisjes, Bergischen Grünn. Huizen van kleitegels met luiken en deuren in dezelfde k leur groen. Een prachtig dorpje, onderdeel van de agglomeratie Solingen. Het ademt nostalgie, het ademt Duitsland. Voor het eerst het gevoel dat we in het buitenland zijn. We rijden de heuvels op en af, door Solingen en richting de Rijn. De herfstzon maakt prachtige kleuren. In de verte zien we Keulen, Leverkusen (Bayerfabrieken) en Düsseldorf. zijn aangekomen, blijkt al snel dat we in een heerlijk gemoedelijke en echte Mennonite-Your-Way-familie zijn beland. De man des huizes, Ulrich Dibbert, vertelt ons over de geschiedenis die hij en zijn gezin hebben met Mennonite-Your-Way. Er komt een boek tevoorschijn waarin alle gasten een

als we in solingen

Dag 1 Bij de familie Dibbert in Solingen


t e k s t e n f oto ’ s j a n w i l l e m s t e n v e r s e n k a l l e b r ü s e w i t z

stukje geschreven hebben. Het gaat terug tot 1986, zolang al ontvangen ze gasten van over de hele wereld. Ulrich vertelt over de vele bijzondere contacten die ze opdoen. De drie zoons van Ulrich en Gabriele hebben hierdoor de kans gehad om doopsgezinden in de VS en Canada te bezoeken. Zo ontstaat een netwerk waarin host en guest constant wisselen. Het gaat Ulrich om delen, ‘sharing’ zoals hij het noemt: ‘Het is prettig om nieuwe mensen te ontmoeten en met hen te delen wat er in je omgaat. Op deze manier kennismaken met andere doopsgezinden en ze uitnodigen in je persoonlijke leven is de beste manier om dichter bij elkaar te komen.’ Wij ondervinden dit aan den lijve: we krijgen een tour door de stad Solingen, een heerlijke maaltijd voorgeschoteld, juichen mee met voetbalclub 1. FC Köln en spelen ’s avonds vele potjes ‘Mennonite poker’. 17:13 essen – borken Als we overstappen in Essen is pas duidelijk dat we ec h t naa r ee n u i t hoe k gaan. Het spoor waar de trein naar Borken moet ver trekken, bestaat niet. Het is een extra aanhangsel achter het laatste perron, een soort perron 9 ¾. De trein loopt langzaam vol met mensen. Als de trein rijdt, wordt het langzaam donker en heel snel kouder. De mist stijgt op en het landschap krijgt iets dreigends. We moeten door tot het einde. Het lijkt het einde van de wereld als we uitstappen in Borken. Het perron hier is niet meer dan een stuk aangestampte zandgrond. Het lijkt het einde, maar is meer een soort nieuw klein begin. Dag 2 Bij Harald Nuernberg in Borken

in borken ,

een stadje vlak bij de Nederlandse grens, komen we aan bij onze tweede host, Harald Nuernberg. Zijn huis en leven staan open ‘voor elke christen’ vertelt hij ons. We praten veel over doopsgezind zijn, wat hij eigenlijk een onzinnige discussie vindt: ‘Het maakt niet uit welke naam je het geeft, het gaat erom

dat we allemaal christen zijn.’ Harald leidt ons rond in Borken en we hebben serieuze discussies over het geloof, de positie van vrouwen binnen de kerk en over de dreiging en aard van de islam. Terwijl wij een inhoudelijke en objectieve geloofsdiscussie proberen te voeren, bereikt ons het bericht uit Irak dat een aanval van een moslimgroepering op een katholieke kerk vele doden heeft gekost. Het bericht zit Harald hoog en er wordt voor de maaltijd die daarop volgt dan ook even voor de christenen in Irak gebeden. 23:25 borken In een kamer vol verhuisdozen gesprekken over de grote dingen van het bestaan. Gesprekken over christen-zijn tot in het diepst van je hart. Vriendelijke man, uitgesproken man, belezen en intelligente man. Prachtig. wij bezoeken lijken zeer blij dat ze ons mogen ontvangen. Zij helpen ons weliswaar, maar beide hosts benadrukken dat wij hun ook een plezier doen, door ons leven met hen te delen. Toch voelt het raar om aan te kloppen bij onbekenden, daar te slapen en weer weg te gaan. Daarom hebben we een boek meegenomen over doopsgezinden in Europa, dat ze met veel dankbaarheid ontvangen. De familie Dibbert vertelt dat de meeste gasten wel een cadeau of vergoeding voor hun overnachting(en) willen geven. Zij geven aan dat ze het niet nodig hebben, maar begrijpen het als mensen iets willen geven. Vaak vinden ze na het vertrek van gasten een klein bedrag of cadeau op de tafel.

de mensen die

na twee dagen wisten wij zeker dat we niet alleen een leuk reisje hadden gemaakt, maar ook bijzondere mensen hadden ontmoet. Wij geloven dan ook dat een reisje via Mennonite-Your-Way niet alleen de ervaring van het reizen meegeeft, maar ook de ervaring van het ontmoeten; de ervaring van ‘sharing’. Dit gaan we zeker nog eens doen.

Jan Willem Stenvers studeert journalistiek. Kalle Brüsewitz studeert Theaterwetenschappen en kunsteducatie. Samen vormen ze de eindredactie van backstage, de jongerenpagina van DoopsgezindNL. Voor meer informatie over Mennonite-Your-Way: www.mennoniteyourway.com

sob er

MENNO 39


Anne Ze rnik e

t e k s t t r e e s va n m o n t f o o r t

Heilig is alle ’ kunst ‘

een vrouw op de preekstoel was een bezienswa ardigheid in

1911.

halve dorpen liepen er voor uit als anne zernike preekte . het kwam in de kr ant, en af en toe kreeg ze een anonieme brief om ha ar te wijzen op de tekst van paulus dat vrouwen moeten z wijgen in de gemeente . ma ar ze z weeg niet.

40 MENNO

een mal i g mag a zi n e


sprekken en trouwden in 1915. Op diezelfde dag legde ze haar ambt neer. Met haar man vestigde ze zich in Den Haag en genoot van het contact met kunstenaars, van het samen gedichten lezen, muziek maken en filosoferen. In de kerk kwam ze zelden. Jan tekende en schilderde een paar prachtige portretten van haar. Het geluk werd echter al snel overschaduwd door de tuberculose die zich bij hem openbaarde. Ze verhuisden naar de gezondere lucht van de Veluwe. Daar maakte Anne haar proefschrift af (Over historisch-materialistische en sociaal-democratische ethiek) en kreeg een zoontje, Beint. Met Jan ging het niet goed. Na vierenhalf jaar huwelijk was Anne weduwe, 33 jaar oud.

p 5 november 1911 werd Anne Zernike, 24 jaar oud, in de Doopsgezinde Gemeente van het Friese dorp Bovenknijpe bevestigd als predikant, als eerste vrouw in Nederland. ‘Hoe moeten we u noemen? ’ vroegen haar gemeenteleden. Ze waren gewend elkaar met de achternaam of de voornaam aan te spreken en ‘mijnheer’ te zeggen tegen de dokter en de predikant. Het werd ‘dominee’.

O

had in 1905 na veel discussie besloten het predikantsambt voor vrouwen open te stellen, als eerste kerkgenootschap in Nederland en vele decennia voordat de grote protestantse kerken zover waren. Anne was toen theologie gaan studeren. Al op haar vijftiende had ze haar ouders laten weten dat ze predikant wilde worden. Afkomstig uit de Vrije Gemeente, een vrijzinnig kerkgenootschap in Amsterdam, was ze overgestapt naar de doopsgezinden. Toch was ze niet onverdeeld gelukkig in haar gemeente in Bovenknijpe. Ze miste het culturele en intellectuele klimaat van de hoofdstad. Bij haar collega’s vond ze weinig aansluiting door haar vrijzinnige theologie. Niemand met wie ze kon praten over het proefschrift waar ze aan werkte. Als ze bij de boeren op huisbezoek ging, merkte ze dat haar taalgebruik afstand schiep. De mensen hadden er bewondering voor dat ze uit haar hoofd preekte, maar op de inhoud kwam geen reactie. Het eerste jaar woonde haar zus bij haar in huis, daarna stond ze er alleen voor. Ze beschrijft het allemaal in haar biografie Een vrouw in het wondere ambt.

‘In de eerste plaats werd het me door sommigen kwalijk genomen, dat ik, net als willekeurig welke andere jonge vrouw, me verloofd had; dat hadden ze van “dominee” niet verwacht; “Dominee” was dus in hun ogen een soort Protestantse non geweest en had dat moeten blijven! Anderen begrepen niet, hoe ik erover kon denken zo’n prachtige positie en zo’n “dik” salaris – zestienhonderd gulden per jaar! – op te geven.’

doorbroken toen ze een schilder leerde kennen, Jan Mankes. Eindelijk weer iemand met dezelfde interesses. Ze voerden lange ge-

Anne Mankes-Zernike In: Een vrouw in het wondere ambt

de doopsgezinde broederschap

anne s e enz a amhe id werd

Bovenknijpe rond 1915

anne mankes - zernike

probeerde opnieuw beroepen te worden als predikant in een doopsgezinde gemeente. Zonder succes. Misschien was ze te vrijzinnig voor de doopsgezinden van die tijd. ‘Ja, heilig is alle kunst. Alle wegen die zich verheffen boven de alledaagsheid, voeren tot God, zo’n weg wijst de wetenschap en stellig de kunst. Alle waarachtige cultuur leidt tot Hem’, schreef ze bijvoorbeeld in 1920. Ze was overtuigd antimilitarist en vegetariër.

h a a r o p vat ti n g e n wa r e n al gevormd in haar jeugd. Haar moeder, Antje Dieperink, was afkomstig uit een familie van bakkers en predikanten. Ze had wiskunde willen studeren, maar kwam als meisje niet verder dan de kweekschool. Haar vader Carl had zich opgewerkt van leerling aan de derde armenschool van Amsterdam tot hoofdonderwijzer, wiskundeleraar, pedagoog en redacteur van onderwijsbladen. Onder invloed van zijn vrouw werd ook hij lid van de Vrije Gemeente. Anne was de oudste van zeven kinderen. Haar zus Elisabeth zou schrijfster worden, de eerste vrouw in Nederland wier werk bekroond werd met een literaire prijs. Haar broer Frits zou als natuurkundige een Nobelprijs krijgen. De kinderen werden vrij opgevoed, ze moesten leren zelf de juiste morele keuzes te maken. Schoolprestaties en cultuur waren belangrijk. Er werd piano gespeeld en er werden toneelstukjes opgevoerd, moeder zong en vader droeg gedichten voor. Anne kwam in de familie en vriendenkring van haar ouders in contact met dichters als Willem Kloos, met filosofen en theologen. Een vriend des huizes was de doopsgezind predikant en hoogleraar De Bussy. Hij merkte haar grote godsdienstige belangstelling op en stimuleerde die. Hij werd later haar docent en vertrouwenspersoon.

ook een aantal vrouwen hebben veel bijgedragen aan haar ontwikkeling. Het was midden in de eerste

g e w el dloos

MENNO 41


a n n e m a n k e s - z e r n i k e . t e k e n i n g va n j a n m a n k e s . co l l e c t i e r i j k s p r e n t e n k a b i n e t a m s t e r da m .

‘Ik begreep weer dat er andere bronnen zijn, waaruit God mensenzielen laaft, dan de kerkgang’ feministische golf. Zo was daar Jacoba Mossel, de eerste gediplomeerde godsdienstlerares van Nederland. Zij hield religieuze toespraken voor afdelingen van de Doopsgezinde Broederschap en de Nederlandse Protestantenbond (NPB) waarin ze kunst combineerde met ethische vragen. Vanaf 1900 kreeg Anne les van haar in het kader van het godsdienstonderwijs binnen de Vrije Gemeente. Mossel vertelde over de Bijbel niet als een onfeilbaar boek, maar als een verzameling menselijke geschriften vol levenswijsheid. Daarbij kwamen ook haar antimilitarisme, vegetarisme en geheelonthouding ter sprake. Op school had Anne Nederlands van J. Aleida Nijland, een voorvechtster van vrouwenrechten. Een wat ingewikkelde vriendschap ontwikkelde ze met de dichteres Hélène Swarth. In de tijd dat Anne haar opleiding net had afgerond, her en der preekte en zich voorbereidde op het predikantschap, zocht ze haar vaak op. Deze gesprekken brachten haar hevig aan het twijfelen. Was haar geloof wel sterk genoeg? Achteraf concludeerde ze dat deze veel oudere vrouw haar te veel geclaimd had en belast met haar eigen emoties. Na enkele weken bedrust bij haar moeder hervond ze zichzelf. de ideeën die Anne van huis uit had meegekregen, durfde ze in haar eerste gemeente nog niet vrijuit te verkondigen. Pas toen ze na de dood van haar man naar Rotterdam vertrok, kon ze haar passie voor kunst en haar opvattingen over de Bijbel kwijt. In 1921 vond ze een plek als voorganger bij de NPB in RotterdamZuid. Ze deed er wat nu heel gewoon is in een gemiddelde protestantse gemeente, maar toen alleen mogelijk was in een gemeenschap als de NPB. Ze ging met gemeenteleden naar musea, richtte een koor op en stimuleerde het opvoeren van toneelstukken, ook in kerkdiensten. Over de Bijbel zei ze: ‘Het Nieuwe Testament dient gelezen te worden als een boek waarin op symbolische wijze, in beelden en anekdotes,

42 MENNO

een mal i g mag a zi n e

‘En nu dan het werk [het predikantschap, red.] Men heeft mij dikwijls gevraagd, of het voor de vrouw geschikt is. Daarop kan ik moeilijk antwoorden, omdat ik “de” vrouw niet ken. Weten die vragers bescheid, of het werk geschikt is voor “den” man? Natuurlijk is er een bepaalde geaardheid voor nodig, die ik misschien het beste aldus omschrijf: men moet het verlangen hebben om eigen diepste bezit telkens weer buiten zichzelf te stellen.’

het a-historische geheim van de menswording Gods en de Godswording van de menselijke geest wordt uitgedrukt.’ Bij haar emeritaat in 1948 keek ze tevreden terug op haar werk in Rotterdam. Ze had er haar roeping teruggevonden: ‘Ik begreep weer dat er andere bronnen zijn, waaruit God mensenzielen laaft, dan de kerkgang.’ Tot enkele jaren voor haar overlijden, in 1972 op 84-jarige leeftijd, bleef ze zich mengen in het maatschappelijk debat met artikelen in onder meer in De Groene, NRC en Elsevier Maandblad. Steeds weer wees ze op het belang van verdraagzaamheid voor de maatschappij en van kunst voor het persoonlijke religieuze leven.

Anne Mankes-Zernike In: Droom en Daad. Maandblad voor jonge meisjes, 1e jrg., nr. 8, november 1923.

Gebruikte literatuur: Dr. A. Mankes-Zernike, Een vrouw in het wondere ambt. Herinneringen van een predikante. Amsterdam, 1956. Froukje Pitstra, Daar ik altijd meer algemeen vrijzinnig georiënteerd was gebleven, dan speciaal Doopsgezind… De vorming van het eigenzinnige vermanerschap van Anne Zernike (1887-1972). In Doopsgezinde Bijdragen 35, 2011. Froukje Pitstra, Anne Mankes-Zernike: de eerste vrouw in het ‘Wondere Ambt’. In Doopsgezind Jaarboekje, jrg. 105, 2011.

Trees van Montfoort is theologe en journaliste.


Sal a am & Leyl a

tek st l au r a de jong

Voortreksters anne zernike was in

1911

de eerste vrouw in nederl and die

predik ant werd . wie zijn de vrouwen die nu ,

100

ja ar l ater ,

voorop lopen in hun eigen geloofsgemeenschap ?

Ik moet zelf verandering bewerkstelligen Salaam Somi (1970) is theologe en actief binnen de Syrisch-orthodoxe kerk. Ze was lid van de Raad van Kerken en heeft vijf jaar Syrisch gedoceerd. De Syrisch-orthodoxe kerk is de oudste bestaande christelijke kerkgemeenschap. In Nederland wonen naar schatting vijftienduizend Syrischorthodoxen.

in Nederland ging ik meteen op zoek naar de Syrisch-orthodoxe kerk. Maar in Syrië is mijn kerk moderner. Mannen en vrouwen zitten gewoon naast elkaar. Hier niet. Dat komt omdat er ook veel mensen uit Turkije, Irak en Libanon in onze kerk zitten. Zij zijn eeuwenlang door de moslims onderdrukt en daardoor minder vrij in hun beleving van de religie.

toen ik aankwam

toen ik jong was vond ik het oneerlijk dat mannen bepaalde handelingen in de kerk mochten uitvoeren, en ik niet. Mannen mochten bijvoorbeeld wel voorlezen uit de brieven van Paulus en uit het liturgisch boek en vrouwen niet. Terwijl ik als een van de weinigen het klassiek Syrisch beheers. Dat is een dialect van het Aramees, de taal die Jezus ook sprak.

‘Eén ding nam ik me voor: Ik ga hoe dan ook studeren aan de universiteit’ f oto c h r i sti a a n k ro u w e l s

‘ het hee ft l ang geduurd voor ik gewend was in Nederland. Ik was vijftien toen ik met mijn familie in Nederland terecht kwam. In Syrië was ik altijd de beste van de klas. In Nederland sprak ik de taal niet en werd ik naar de brugklas teruggezet. Eén ding nam ik me voor: Ik ga hoe dan ook studeren aan de universiteit.

van mijn nicht in 1995, heb ik een stuk uit een van de brieven van Paulus voorgelezen. De helft van de mensen liep kwaad en protesterend de kerk uit. “Hoe kan een vrouw voorlezen uit de brieven van Paulus? ” zeiden ze. Gelukkig is dit verleden tijd, een vrouw mag nu ook voorlezen uit het Oude Testament, de brieven van Paulus en zelfs een lang gebed uit een liturgisch boek voordragen. op de bruiloft

de syrisch - orthodoxe kerk kent verschillend ordes in de hiërarchie. Mijn droom is tot diacones gewijd te worden. Dat gebeurde al in de eerste eeuwen, maar deze traditie is in de vergetelheid geraakt. Ik wil die traditie weer tot leven brengen. Niet voor mezelf maar om verandering te bewerkstelligen in de kerk. Ik hoop dat vrouwen dan gelijkwaardiger worden behandeld.

ik heb 14 jaar namens de Syrisch-orthodoxe kerk in de Raad van Kerken gezeten, van 1994 tot 2008, maar dat moest geheim blijven. Wijlen bisschop Mor Julius Yeshu Çiçek had me hiervoor gevraagd, hij heeft in de loop der jaren langzaam naar buiten gebracht dat ik daar als vrouw namens de kerk zat. De huidige bisschop heeft er ook geen probleem mee dat ik zo actief ben, hij moedigt mij aan om dingen te doen. Maar niet iedereen binnen de gemeenschap kijkt er zo tegenaan.

Anne Zernike en mij is dat bij haar gelijkwaardigheid al bestond. Het was toegestaan om als vrouw te preken. Zij kon daar op verder bouwen. Ik heb dat niet. Ik moet die verandering zelf bewerkstelligen. Wat ik doe is nieuw binnen mijn gemeente. Ik wil niet tegen traditie zijn, maar ik wil juist terug naar de oorspronkelijke traditie.’

het verschil tussen

m on d ig

MENNO 43


Sal a am & Leyl a

Tot hoever k an ik rekken ?

heid in paren geschapen: uit één ziel. Gelijkwaardiger kan het niet. Het is de mens zelf die scheve verhoudingen aanbrengt.

Leyla Çakir (1978) was de eerste vrouwelijke voorzitter van een moskeebestuur en is nu voorzitter van de moslimvrouwenorganisatie Al Nisa. In het dagelijks leven is ze werkzaam als projectmanager bij een culturele ontwikkelingsinstelling. Al Nisa is een vrijwilligersorganisatie die zich bezighoudt met de positie van moslimvrouwen in de Nederlandse samenleving. uit Turkije maar mijn Turks is niet goed. Nederlands is mijn moedertaal. In het Limburgse plaatsje Geleen waren wij lange tijd de enige Turkse familie. In het geloof werd ik vrijgelaten. Een vriendin nam me voor het eerst mee naar de Marokkaanse moskee. Een Turkse moskee was er toen nog niet in Geleen. Eind jaren negentig ontstond het idee om een Turkse moskee te beginnen. Ik werd gevraagd als secretaris van het moskeebestuur. Dat was in 1999. Ik was 21 jaar en de enige vrouw in het bestuur. Met het sekseverschil was ik niet bezig, hoewel ik alleen maar omringd werd door mannen. Uit de gemeenschap kreeg ik positieve reacties. Ik denk dat ik als vrouw laagdrempelig was om mee te praten, voor moslims en niet-moslims. We hebben de moskee vanuit het niets opgebouwd. Ik schreef brieven en regelde de praktische zaken. In 2003 werd ik met de meeste stemmen gekozen tot moskeevoorzitter. Dat heb ik tot 2007 gedaan.

podium naar zichzelf toe trekken. Ik ben goed in het leggen van verbindingen tussen mensen maar ik kan geen academische theologische discussie voeren. Genoeg andere vrouwen kunnen dat wel. En die jonge zelfbewuste moslimmeiden komen er aan. Die zie ik bij Al Nisa.

vro u we n m o e te n h e t

mijn geloof i s een belangrijke drijfveer. Voor mij hoeft er geen letter aan de Koran veranderd te worden. Sommige zeggen dat het een gewelddadig boek is. Maar die mensen probeer ik een spiegel voor te houden: Een lucifer kan je gebruiken om water te koken of eten te maken. Maar je kunt een lucifer ook gebruiken om een huis af te branden. Is een lucifer dan in wezen slecht? Ieder mens is verantwoordelijk voor zijn eigen daden.

‘ mijn ouders komen

tijden. Na 11 september 2001 is de wereld veranderd. Ik heb het verschil aan den lijve ondervonden. Daarvoor was het gemoedelijk, daarna moesten we ons als moslims continu verdedigen. Ik ontken de problemen binnen de moslimgemeenschap niet, want er zijn groepen die zich radicaliseren. Maar dit is niet de enige realiteit. Ik zie het als mijn taak de andere kant te laten zien. het waren roerige

scheve verhoudingen als het gaat om sekseverschillen. Maar dat geldt voor de hele Nederlandse samenleving. Vrouwen zijn minder zichtbaar. In iedere talkshow zitten altijd alleen maar mannen. Het is een menselijk mechanisme. Het komt niet per se uit religie voort. God of Allah heeft de mens-

natu urlijk zijn er

44 MENNO

een mal i g mag a zi n e

‘Vrouwen moeten het podium naar zichzelf toe trekken’

positief ingesteld iemand, maar ik maak me zorgen over de verharding in Nederland, dat mensen PVV stemmen en tegen de islam zijn. Soms vergelijk ik mezelf met een elastiek. Tot hoever kan ik rekken? Ik weet niet wanneer ik als Leyla ben uitgerekt.’

ik ben een

Laura de Jong (1984) is journalist.


tekst dirk visser f o t o ’s c h r i s t i a a n k r o u w e l s (t e n z i j

ge doop t

a n d e r s v e r m e l d)

d e f o t o ’s z i j n g e m a a k t t i j d e n s e e n d o o p d i e n s t i n d e d o o p s g e z i n d e g e m e e n t e u t r ec h t, p i n k s t e r e n

2010.

Vrijheid in het geloven doopsgezinden vinden dat de keuze voor het geloof een vrije en bewuste keuze van volwassen mensen is . je wordt gedoopt, als dat nog niet in een andere kerk gebeurd is , nadat je je eigen geloofsbelijdenis hebt uitgesproken . da arin verwoord je wat het geloof voor je betekent. drie dopelingen over hun keuze .

MENNO 45


f oto f r a n s a n d r i n g a

ge doop t

Jan Idsardi : Mooier dan alleen HOLWERD – ‘Geloven doe je samen. Dat vind ik binnen onze Gemeente’, zegt Jan Idsardi (48), akkerbouwer uit het Friese Holwerd.

Goed doopsgezind is dat ieder zijn eigen geloof mag hebben en dat er niks fout is

46 MENNO

een mal i g

mag a zi n e

‘Het was niet zo vanzelfsprekend dat ik lid zou worden van een Doopsgezinde Gemeente. Na zondagsschool en catechisatie raakte de kerk wat uit beeld. Toen Wilma en ik gingen trouwen, besloten we tot een kerkelijke inzegening. Toen realiseerde ik me dat een geloofsgemeenschap meer is dan een huwelijk, begrafenis en een kerstfeest. Het heeft pas werkelijke betekenis als mensen geregeld bij elkaar komen en de schouders eronder zetten. In 2001 ben ik vriend geworden van de Gemeente en heb vervolgens zeven jaar zitting gehad in de kerkenraad. Nooit heb ik het gevoel gehad dat ik niet volledig meetelde, hoewel ik niet gedoopt was en geen belijdenis had gedaan. Vorig jaar was het dan zo ver; voor mij onder meer om praktische redenen: we waren met een groep van vijf mensen, en dat is mooier dan alleen. Ik kon geen argumenten bedenken waarom ik nee zou zeggen toen de vraag mij werd gesteld of ik belijdenis wilde doen. Het was voor mij een logische stap. Ik vind het mooi dat ze destijds in onze Gemeente het begrip vriend hebben uitgevonden als antwoord op het feit dat steeds meer mensen het doen van belijdenis als een hoge drempel ervaren. Ook daarin zie je dat Doopsgezinden meegaan met de tijd, net zoals 100 jaar geleden toen de eerste vrouwelijke predikante haar intrede deed. Bezig zijn in de Gemeente is ook een mooie afwisseling met mijn werk. In de boerderij draait het vaak om het in toom houden van kosten, efficiënt werken en rekening houden met het weer. In een geloofsgemeenschap houd je je bezig met heel andere zaken. Toch zijn beide werelden heel erg met elkaar verbonden.’


f oto a n d r é m a r i s

Sanne Weijers : God lijkt op wind

André Maris : Niet dichttimmeren, maar openstaan

UTRECHT - ‘God lijkt op wind’, zegt Sanne Weijers (26). ‘Wind kun je niet zien, maar wel voelen. Wind zet in beweging. Je kunt zien wat de wind aanricht, maar niet hoe dat gebeurt. Wind kan hard, zacht of helemaal niet waaien. De kracht van God kun je voelen, soms sterk, soms zwak, soms helemaal niet. Je kunt zien wat of wie God doet bewegen.’

APELDOORN -‘Geloven’, schreef André Maris in zijn belijdenis, ‘is het uithouden met de twijfel dat je het nooit helemaal zeker zult weten. Gelovig zijn is je denken niet dichttimmeren, maar openstaan, altijd nieuwsgierig naar wat zich vandaag weer zal openbaren.’

Sanne werd op 23 mei 2010 lid van de Doopsgezinde Gemeente Utrecht. Haar dooptekst was Johannes 3 vers 8: De wind waait waarheen hij wil. Sanne vertelt: ‘Iemand die sterk door God bewogen werd, was Jezus, die werd aangezet of geïnspireerd door de heilige Geest. Wat is voor mij de heilige Geest? Waar haal ik mijn inspiratie vandaan? Ontmoetingen zijn mijn belangrijkste inspiratiebron. Je kunt de kracht van het geloof soms voelen op de gracht of in de achtertuin. Soms ook als je bepaalde dingen doet en het gevoel krijgt: Het is goed dat ik dit doe. Dan voel je je net iets gelukkiger dan normaal. Dat kan eigenlijk op elk willekeurig moment zijn. Belangrijk is dat je ervoor open staat. Op een drukke werkdag is dat bijvoorbeeld niet altijd het geval.’ Sanne werkt bij Oberon, een onderzoeks- en adviesbureau voor het onderwijs, na pedagogiek en onderwijskunde te hebben gestudeerd. Ze komt uit een doopsgezinde familie. Sinds haar vijftiende doet ze vrijwilligerswerk in het Doopsgezind Broederschapshuis in Schoorl. Tijdens haar studententijd zegt ze niet actief met het geloof bezig te zijn geweest. ‘Het ging vooral om de gezelligheid.’ Vanaf 2008 heeft ze deelgenomen aan een doopgroep, een gespreksgroep ter voorbereiding van de doop. Na een jaar vond ze dat ze er nog niet klaar voor was. In het voorjaar van 2010 heeft ze belijdenis gedaan en zich laten dopen, samen met vier andere dopelingen. Het was een overvolle en zeer feestelijke dienst.

André (60) is decaan en docent aan een middelbare school. Pinksteren 2009 werd hij lid van de Doopsgezinde Gemeente in Apeldoorn. ‘Afkomstig uit een doopsgezind nest ging ik als puber, zoals zoveel anderen, me afzetten tegen de brave sfeer, de “broeders en zusters”. Een jaar of vijf geleden besloot ik me weer te engageren met een geestelijke stroming of godsdienst. Eerst wilde ik al reli-shoppend bij de kerken in Apeldoorn langs, om me daarna bij de “beste” aan te sluiten. Ik begon dicht bij mijn roots, de Doopsgezinde Gemeente. Het hartelijke en ongedwongen welkom voelde als een warme jas. De Gemeente en de Broederkring, waarvoor ik werd uitgenodigd, kenmerkten zich door openheid voor anderen. Wat me ook trof was dat je er niet alleen inspiratie opdeed, maar dat er ook een beroep op je werd gedaan. Het gevoel dat ze me nodig hadden, was een heel mooi gevoel. Ik weet niet of ik vrijzinnig of rechtzinnig ben, maar wel dat ik niets moet hebben van de notie van het ware geloof. Tijdens een recent bezoek aan mijn geboorteland Indonesië heb ik zoveel moslims ontmoet die in hun gemeenschap ook hun geloof belijden. Toen wist ik zeker: er is niet één waar geloof. Wij moeten het met elkaar rooien. Goed doopsgezind is dat ieder zijn eigen geloof mag hebben en dat er niks fout is. “Waarde broeder” vond ik eerst braaf, toen pretentieus en traditioneel, maar nu geloof ik dat de ander mijn broeder of zuster is.’

Dirk Visser is journalist en oud-redacteur van het ANP. w eer loos

MENNO 47


Broe de rschap sh u izen

Iedereen is gelijk, iedereen is

welkom

B roederschapshuizen :

broedplaatsen van vernieuwing De doopsgezinden kennen zeven broederschapshuizen. Van groot tot klein, van Bloem en Bos op Texel (50 bedden) tot Mennorode in Elspeet (172 kamers plus een camping). De huizen staan open voor iedereen: jong en oud, van welke afkomst of gezindte dan ook. De huizen ontstonden aan het begin van de twintigste eeuw, als plekken van bezieling en bezinning. Marion Bruggen is broederschapspredikant voor alle huizen en heeft als taak om de vrijwillige ‘gastenpastores’ voor de huizen toe te rusten en de identiteit voor het voetlicht te brengen. Volgens Bruggen kenmerkt die doopsgezinde identiteit van de huizen zich door ‘openheid, gastvrijheid,

48 MENNO

een mal i g mag a zi n e

zorgzaamheid en gemeenschapszin. Het gaat in de huizen om de ontmoeting en verbondenheid met elkaar, maar ook om verdieping van je persoonlijke geloof. In alle huizen komt een behoorlijk gemengd publiek. Ook veel niet-gelovigen. Voor ons zijn de huizen broedplaatsen van vernieuwing, met als uitdaging het doopsgezinde eigene te vertalen naar deze tijd. Uniek toch, om met 9000 leden zeven broederschapshuizen te onderhouden?! In Mennorode wordt gewerkt aan de bouw van een nieuw kerkgebouw. Waar bouw je tegenwoordig nog een nieuwe kerk?’ Informatie is te vinden op www.broederschapshuizen.nl.


tekst martin ma assen

In de duinen van het Noord-Hollandse Schoorl ligt een van de doopsgezinde broederschapshuizen. Iedereen is welkom in dit huis: om vakantie te vieren, een schoolkamp te houden of een familiereünie. Het bijzondere zit hem in de sfeer. ‘Je gaat erbij zitten en je bent één van het geheel, soms zonder dat je wat zegt.’ ‘Hier wordt de openheid in praktijk gebracht.’

f oto ’ s r a m s e s s i n g e l i n g

h e l e e n S tru i js (4 9) m e t haar k i n d e r e n S a l i ma (11) e n Omar ( 7 )

Het vrije Heleen: ‘Het is de zesde keer dat ik hier ben. Ik ben via een nichtje van mij hier verzeild geraakt. De eerste keer dat ik hier kwam schrok ik wel een beetje. Negentig mensen bijeen van wie je niemand kent. Dan voel je jezelf in het diepe gegooid. Maar gaandeweg liep het allemaal wel. Je hebt hier echt ook je eigen ruimte. Van oorsprong ben ik gereformeerd, maar het typisch vrijzinnige karakter van de doopsgezinden sprak mij altijd al aan. Je eigen geloofsbelijdenis schrijven. Je eigen manier van omgaan met wat je aangeboden krijgt. De ondogmatische oriëntatie op de samenleving. Het vrije. De alternatieve vieringen hier spreken mij ook bijzonder aan. Een mengeling van Taizé en Iona, met als toevoeging een eigen Schoorlse liedbundel. Ieder jaar zeggen mijn kinderen en ik “We gaan volgend jaar naar Frankrijk”, maar we kunnen Schoorl gewoon niet overslaan. Het is hier voor ons steeds vertrouwder en daarmee ook steeds waardevoller. De kinderen willen ook terug. Zij vermaken zich uitstekend en kunnen heerlijk hun eigen gang gaan.’ Salima: ‘De koffiekar is echt iets van Schoorl. Maar het is vooral leuk om de mensen die er zijn.’ Omar: ‘Er zijn hier altijd leuke dingen te doen. Je kan hier de kerkberg afracen met de fiets en allemaal spelletjes spelen. En de toetjes worden altijd erg mooi gemaakt!’

R o l f B o e l h o uw e r ( 37 )

Deel van mijn identiteit ‘In 2003 kwam ik voor het eerst in Schoorl via een vriendin, die nu mijn partner is. Ik ben in een gereformeerde omgeving opgegroeid, maar uiteindelijk in 2005 doopsgezind geworden. Via het doopsgezinde studentenpastoraat in Wageningen raakte ik als leider bij de AKCkampen betrokken. Ik wist weinig van doops-

gezinden dus ben ik me er maar eens goed in gaan verdiepen. Ik heb rondgekeken in de Singelkerk in Amsterdam. Daar overviel mij hetzelfde gevoel van vrijheid als ik had ervaren bij het studentenpastoraat. Het typisch doopsgezinde aan het broederschapshuis zit hem in de gezamenlijke ver-

antwoordelijkheid die iedereen heef t en neemt. Je komt binnen als een stel vreemden voor elkaar en vervolgens doet iedereen zijn best om te zorgen dat het één geheel wordt. Schoorl is echt een deel van mijn identiteit geworden.’

r ad i c a al

MENNO 49


Broe de rschap sh u izen

E l i as (10), F e l i x ( 9) e n e sth e r ( 7 ) M ars e i l l e

Leuk Elias: ‘Onze ouders zijn hier vaak gastenleiding en dus gaan wij gewoon mee. Deze week is onze vader hier bezig als vrijwilliger. Het bevalt ons hier tot nu toe. Alles is leuk. Je kunt hier veel leuke, gemeenschappelijke dingen doen. Als je hier een week bent geweest, heb je een topvakantie gehad!’ Esther: ‘Als je elk jaar hier komt, dan ken je steeds meer leuke mensen. Ik zou zelf geen vrijwilliger willen zijn. Dan moet ik veel te hard werken.’ Felix: ‘Het leukste vind ik hier vooral de spelletjes, zoals het smokkelspel. Alleen de kerk laat zien dat het iets doopsgezinds is. Meer niet. Het gaat er vooral om dat je graag iets terug wilt doen voor andere mensen.’

50 MENNO

een mal i g mag a zi n e


i r e n e va n o o i j e n ( 2 5 )

openheid in de praktijk ‘Ruim twee jaar geleden ben ik hier via vrienden terecht gekomen. Ik ben katholiek opgevoed, maar was helemaal van mijn geloof gevallen tot ik met een docent van de PABO een week het klooster in ging. Een medestudent had het daar de hele week over Schoorl. Hij beschreef het als zijn tweede thuis, waar je altijd welkom was. Voor mij voelde het ook meteen goed. Het typische doopsgezinde van Schoorl zit hem in de openheid. Openstaan voor nieuwe mensen en die tegelijkertijd veel ruimte geven om hun eigen pad te bewandelen. Hier wordt de openheid in de praktijk gebracht. Je gaat op een stoel zitten en iemand komt naast je zitten om te zeggen dat je het goed gedaan hebt. Het geloof in het goede, het samen vieren en zingen, het samen dingen doen. Maar ook in de drukte van het erbij zijn, kun je hier je eigen hoekje opzoeken en je eigen tempo bepalen. Je hoeft niet mee te doen, je mag er ook even naast staan.’

M e vr o uw B akk e r -Wag e n aar (8 0)

Je bent één van het geheel ‘Het doopsgezinde sfeertje in Schoorl moet je voelen. Dat kun je eigenlijk niet beschrijven. Het zit hem niet alleen in avondsluitingen en vieringen. Iedereen is gelijk, of je nu hooggeschoold bent of laagopgeleid, je staat open voor elkaar. Je gaat erbij zitten en je bent één van het geheel, soms zonder dat je wat zegt. Iedereen is welkom en je kunt je verhaal kwijt aan de ander. Er heerst hier een enorme saamhorigheid. Ik kom hier zelf al 44 jaar. Ik ben grootgebracht met broederschapshuizen. In het begin was ik er vaak met Pasen. Dan kwamen hier allemaal gezinnen met kinderen. Daar zijn er nu nog twee van overgebleven, mevrouw de Boer en ik. Ook toen mijn man overleed, is de traditie van de bezoeken aan Schoorl gebleven. Toen ik na het overlijden van mijn man met Oud en Nieuw hier was, voelde het alsof er een warme deken over mij heen kwam.’

D e k e uk e n p lo e g : G i js (18), R utg e r ( 2 9), M art i j n (19), S a n n e (17 ) e n B art (18)

We maken altijd veel Sanne: ‘De sfeer is heel bijzonder. Normaal zou ik niet zo gauw met iemand gaan kletsen, maar hier doe je dat wel.’ Rutger: ‘Ik kwam als guppy al hier. De andere manier van gemeente zijn zie je hier echt in de praktijk gebracht. Er komen ook mensen die niet zo makkelijk op vakantie kunnen, of mensen met een psychiatrische achtergrond, of vluchtelingen die ondanks een taalbarrière worden opgenomen in de gemeenschap. Ik blijf hier altijd terugkomen!’ Gijs: ‘De polo’s hebben we gekocht om de lelijkheid, in ruil voor een biertje. Ik denk dat er geen doopsgezind eten is. Maar als je mij vraagt of er zoiets is als doopsgezind koken, dan is het eerste wat in me opkomt dat er altijd veel wordt gemaakt zodat iedereen mee kan eten!’ Martin Maassen is publicist en schrijft voor verschillende bladen. Hij is redacteur van Doopsgezind NL. sob er

MENNO 51


mari u s van hoogstr aten

Wij zouden een enorme flutgeneratie zijn als wij niet doorgaan met werken voor vrede en gerechtigheid, ook als het even tegenzit

52 MENNO


t e k s t k e e s p o s t h u m u s f oto l u k a s g ö b e l

Geweldloosheid

werkt

‘ ik

k an niet geloofwa ardig christen zijn als ik mij niet serieus inzet

voor vrede en gerechtigheid .’ marius van hoogstr aten (1985) is doopsgezind en vredesactivist. een deel van het ja ar verblijft hij in conflictgebieden als noord - ir ak en de palestijnse westoever . om gegevens te ver z amelen , getroffenen te interviewen , publiek te maken wat da ar gebeurt en zo mensen die stelselmatig genegeerd worden een stem te geven .

op het dak. Als hij om een uur of zeven wakker wordt, is het al warm. De vaste medewerkers van het team zijn al aan het werk: e-mails lezen en beantwoorden. Hij zet en drinkt koffie, eet een ontbijt van traditioneel plat brood. Om acht uur is er een ochtendgebed in de huiskamer. Er wordt gezongen, gebeden, uit de Bijbel gelezen, gemediteerd. Dan volgt een vergadering over praktische en inhoudelijke vragen: wie haalt onze gast van het vliegveld, met welke plaatselijke groep gaan we in zee?

S

nachts slaapt hij

dag van een jonge vredeswerker in Noord-Irak, een van de vele conflictgebieden in onze wereld. Marius van Hoogstraten is net terug van twee maanden vredeswerk daar. Hij toert langs doopsgezinde gemeenten in Nederland om te vertellen over zijn ervaringen. Marius woont in Duitsland en werkt voor het Mennonitische Friedenskomitee. Een deel van het jaar is hij actief voor Christian Peacemaker Teams (CPT).

zo begint de

hoe zag je werk in noord - irak er uit ? ‘Ons team zit in de stad Sulamanya, in Koerdisch gebied. Daar volgen en documenteren wij de gebeurtenissen. Er is een grensconflict gaande, dat steeds heviger wordt en tot nu toe in de media nauwelijks opgemerkt wordt. Koerdische rebellengroepen opereren in Iran en Turkije, en hebben hun kampen waarschijnlijk aan de Iraakse kant van de grens. Dat is voor Turken en Iraniërs reden om het gebied te bombarderen. In 2007 stelden de Amerikanen luchtfoto’s ter beschikking, zodat Iran en Turkije de burgerbevolking konden ontzien. Maar het tegengestelde gebeurde. Veel kleine dorpjes worden platgebombardeerd. Het aantal ontheemden wordt geschat op enkele duizenden tot een miljoen mensen. Mensen verlaten hun dorpen en wonen in een tentenkamp of bij familie. Na verloop van tijd keren zij weer terug, tot hun dorp opnieuw getroffen wordt. Wij verzamelen gegevens over de situatie, interviewen getroffenen, schrijven rappor ten en maken de kwestie publiek via hulporganisaties, regeringen en de pers. Zo geven wij deze mensen een stem. Als een

g e w el dloos

MENNO 53


mari u s van hoogstr aten

groep stelselmatig genegeerd wordt en jaren in een tentenkamp woont, zonder dat er iets aan hun problemen wordt gedaan, leidt wanhoop al snel tot gewelddadige actie. In die zin is ons werk “terrorismepreventie”.’ hoe kwam je bij christian peacemaker teams te recht ?

Hoe meer ik te weten kwam over de politiek en de geschiedenis van het Midden-Oosten, hoe meer ik ontdekte dat het Westen een enorme hand heeft gehad in de puinhoop die het daar nu is

‘Ik studeerde filosofie, met Arabisch als bijvak. Dat bijvak werd steeds belangrijker en ik ging Arabisch studeren in Egypte en Syrië. Wij beginnen voortdurend oorlogen tegen moslims, die ons als vijand worden gepresenteerd. Vanuit een intellectuele behoefte wilde ik daar meer over weten. Hoe meer ik te weten kwam over de politiek en de geschiedenis van het Midden-Oosten, hoe meer ik ontdekte dat het Westen een enorme hand heeft gehad in de puinhoop die het daar nu is. Ik kon er niet langer alleen met een intellectuele fascinatie naar kijken, ik wilde me actief engageren.’ Dat gebeurde toen Marius na zijn studie in Syrië min of meer toevallig terechtk wam bij het team van Christian Peacemakers in Hebron op de Palestijnse Westoever. ‘Ik had nog wat tijd over en wilde iets doen, de situatie daar is kras. Ik kwam mensen van CPT tegen en dat klikte direct: een radicale, geweldloze en niet-fundamentalis tische organisatie. Die combinatie van een linkse overtuiging, geworteld in de christelijke traditie, was ik tot dan toe nog niet tegengekomen. Bij CPT komen die twee goed samen, dat is wel gaaf.’

hoe word je op het vredeswerk voorbereid ? ‘CPT stelt hoge eisen wat persoonlijkheid betreft. Je moet flexibel zijn, betrouwbaar, gemakkelijk over dingen kunnen praten en heel veel zelfkennis hebben. In Koerdistan liggen wij niet dagelijks onder vuur, in Colombia en Palestina regelmatig. Je moet nadenken over de dood, ons werk is niet zonder gevaar. Christenen geloven niet dat het “einde verhaal” is, wanneer je

54 MENNO

een mal i g mag a zi n e

doodgeschoten wordt of op een mijn stapt. Wanneer je daadwerkelijk onder vuur ligt, is die overtuiging beduidend reëler dan op zondagochtend in de kerk hier om de hoek.’ Het werk van Christian Peacemaker Teams wordt onder andere geïnspireerd door de radicale evangelicaal Ron Syder. In een toespraak in 1984 zei hij: ‘Wij moeten bereid zijn met duizenden te sterven. Als wij niet bereid zijn om in nieuwe, creatieve en geweldloze initiatieven tegen oorlog en onderdrukking in duizenden te sterven, dan moet wij ook onze mond houden over geweldloosheid tegen onze broeders en zusters in landen waar onderdrukking en geweld heerst.’ Marius: ‘Die gedachte is een uitdaging voor mijn persoonlijk geloof: iedere christen moet bereid zijn te sterven in de navolging van Jezus. Dat betekent niet dat we willen sterven of de dood zoeken. Maar als dat zich aandient, moet je bereid zijn. Tegelijk moet je het niet dramatischer maken dan het is : de meeste CPT-ers gaan niet dood in het veld. Dit jaar stierven t wee mensen, die decennialang in de meest vreselijke conflictgebieden werk ten. De een kreeg een hartaanval op zijn fiets, de ander stier f door een ongeluk met een tractor op de boerderij. Ons past ook bescheidenheid tegenover onze partners. Doorgaans zijn zij het die sterven. Wij kiezen ervoor om dit werk te doen en daar te leven, zij hebben geen keuze.’ wat moet je k u n n e n om dit we rk te doe n ? ‘Met genoeg zelfkennis en een beetje overtuiging kan iedereen dit werk doen. Je moet er vrede mee kunnen hebben dat je twee jaar werkt zonder resultaat te zien. Je moet er vrede mee hebben dat je een zekere mate van gevaar loopt, zeker in Colombia en Palestina. Verder leer je in principe alles wat je moet kunnen. Je


hoeft geen profi te zijn in het vredestichten, dat leer je onderweg wel. In de training leer je hoe je met geweld en agressie om kunt gaan, hoe je geweldloos kunt interveniëren. In Palestina vroegen dorpsoudsten ons om aanwezig te zijn bij een begrafenis van een jonge Palestijn die was neergeschoten door een Israëlische soldaat. Door onze aanwezigheid zouden de soldaten, als het op een rel uitliep, niet met scherp maar met rubberen kogels schieten. De dorpsoudsten vormden een menselijke keten tussen de opgewonden jongeren aan de ene kant en de Israëlische soldaten aan de andere kant. Geschoten werd er wel en uiteindelijk moesten wij schuilen achter een muur, terwijl de kogels achter ons insloegen. Maar er werd gelukkig niemand gedood.’ waarom doe je dit werk ? ‘Ik kan niet geloofwaardig christen zijn als ik mij niet serieus wil inzetten voor vrede en gerechtigheid. Als je geloof niet ook je handelen beïnvloedt, dan kun je net zo goed niet geloven. Geloof zonder goede werken is dood. Dit is het soor t werk waar toe ik mij geroepen voel, in een regio die mij fascineert. Het is ook spannend. Je kunt ook in de drugsopvang of een inloophuis gaan werken, maar het werk in Irak is natuurlijk veel spannender. In principe doen wij dit werk uit overtuiging, maar als we niet een beetje avontuurlijk aangelegd waren, zouden wij onze goede werken gewoon thuis doen. Tegelijk geldt: als ik het alleen spannend zou vinden, zonder de diepe overtuiging, vanuit mijn

geloof dat het nodig en zeker niet zinloos is, dan zou ik het niet volhouden.’ wat helpt je om het vol te houden ? ‘Jezus liet op de avond voor zijn dood de hoop ook bijna varen, maar hij ging toch verder. Tot aan het kruis, en daar aan voorbij. Dat is het basisverhaal van onze gemeenschap. Dan kunnen wij niet ophouden als het even moeilijk wordt. Doopsgezinden hebben door de eeuwen heen de meest vreselijke dingen moeten verdragen, omdat zij weigerden wapens op te pakken of voor de staat te werken. Met deze ontstaansgeschiedenis van onze gemeenschap zouden wij een enorme flutgeneratie zijn als wij niet doorgaan met werken voor vrede en gerechtigheid, ook als het even tegenzit. Wat ook helpt, is te zien dat geweldloosheid werkt, zelfs in moeilijke gebieden als het Midden-Oosten. Ik zie met mijn eigen ogen dat vrede en gerechtigheid niet zomaar de kop ingedrukt kunnen worden, al is de weg naar vrede lang. Bovendien werk je met inspirerende mensen samen, en de eer hen te ontmoeten is het al waard. Daarnaast ontbreekt het niet aan morele steun vanuit de doopsgezinde gemeenten. Mensen zijn enthousiast over ons werk. Zelfs mensen die vinden dat we moeten evangeliseren en iedereen tot het christendom moeten bekeren, steunen ons werk.’

Je kunt ook in de drugsopvang of een inloophuis gaan werken, maar het werk in Irak is natuurlijk veel spannender

Kees Posthumus is verhalenverteller, theatermaker en journalist. In 2011 speelt hij onder andere de voorstelling ‘Menno Simonszoon’. Zie www.keesposthumus.nl.

Christian Peacemaker Teams Christian Peacemaker Teams is een oecumenische organisatie met teams in Noord-Irak, Colombia, de Palestijnse gebieden en Canada. In Noord-Irak documenteren zij de mensenrechtenschendingen. In Colombia en de Palestijnse gebieden bieden zij door hun aanwezigheid bij acties en vergaderingen morele steun en bescherming tegen geweld. In Canada ondersteunen zij de oorspronkelijke inwoners, First Nations, wiens rechten worden geschonden. Teams werken altijd samen met en op uitnodiging van lokale groepen of activisten.

De plaatselijke teams van CPT bestaan uit vaste medewerkers, die het hele jaar in een conflictgebied verblijven, en ‘reservisten’, die een deel van het jaar aan een team verbonden zijn. Marius is ‘reservist’. Hun werk is, naar aloude doopsgezinde over tuiging, principieel geweldloos. Geweldloosheid is een voorwaarde om met organisaties ter plaatse samen te werken. Vredeswerkers bij CPT doorlopen een intensief traject. Dat begint met een delegatie, een tweewekelijkse reis naar een van de vier plaat-

selijke teams. Als de indruk positief is, volgt een grondige, interne training van een maand in Londen. Aankomende vredeswerkers worden aangemoedigd goed naar zichzelf en hun functioneren te kijken. Ook worden praktische vaardigheden aangeleerd: hoe maak je een foto terwijl twee mensen proberen je in elkaar te slaan? CPT stuurt niet zomaar mensen conflictgebieden in, de selectie is streng. In de praktijk voltooit bijna iedereen die de delegatie succesvol afrondde, ook de training.

m on d ig

MENNO 55


metrop oli s

SUSAN FISHER MILLER Illinois, USA

ALIX LOZANO Colombia mennonites , brethren in christ, amish , doopsgezinden

de stamboom van de volgelingen

van menno is wijdvertakt. over de hele wereld zijn mennonieten te vinden . hoe verschillend hun levenssituaties en geloofsopvattingen ook zijn , er is een familiegevoel . zusters en broeders uit kenya , indonesië , colombia , duitsl and en de verenigde staten over wat voor hen heilig is en wa ar ze op hopen .

E e n were ldwijde HELGA KöPPE D uitsland

Mijn rust is mij heilig Wat is voor u heilig? Spontaan viel mij de slogan in: ‘mijn rust is mij heilig’. En daar zit ook iets waars in: zelf tot rust komen, maar

56 MENNO

een mal i g mag a zi n e

ook rust voor gebed en voor het omzien naar mijn naasten. En God, van wie heiligheid uitgaat, schenkt mij deze rust. Het is het geheim van zijn relatie tot ons mensen. De heiligheid van God werkt via de heilige Geest, die het goddelijke in mij bewerkstelligt. Waar hoopt u op? Ik hoop dat ik in mijn geloof en in

mijn hele leven op God ver trouwen kan. Dat Hij mij in de toekomst ondersteunt. Een toekomst die vol zal zijn van vrede en van de verlossing tot het eeuwige leven. Doopsgezinden staan in de wereld, maar zijn niet van de wereld. Wat betekent dat voor u? Dat is een moeiljke vraag omdat hij op verschillende manieren te beant-


HELGA KöPPE DUITSLAND

CHARLES CHRISTANO Indonesië

AYUB OMONDI AWICH Kenya

fam i l i e woorden is. Voor mij zijn de woorden van Martin Luther King een mogelijk antwoord: ‘nog altijd geloof ik dat het in actie komen voor de waarheid van God de grootste opdracht in het leven is’ – het doel van het leven. Het doel van het leven is niet om gelukkig te zijn. Het doel van het leven is niet om zoveel mogelijk te genieten en pijn te vermijden. Het doel van het leven is om de wil van

God te doen, wat er ook gebeurt.

ALIX LOZANO Helga Köppe (1936) is in Danzig geboren en via de toenmalige DDR in 1960 naar Berlijn gekomen. Sinds 1973 is ze verbonden aan de Berliner Mennoniten Gemeinde, de laatste 12 jaar als voorzitter. Ze gaat in de gemeente ook voor als lekenprediker. Vertaling: Martin Maassen

Colombia

het leven liefhebben Wat is heilig voor u? Het heilige is: respect voor het leven. In geestelijke zin betekent dat: respect voor het wezenlijke – het leven lief hebben, het leven van de

ander. Op religieus gebied noemen we God het heilige wezen of zijn; God, die persoonlijk is en aanbidding en respect verdient. Heilig zijn ook ruimten, plekken, herinneringen, boeken en natuurlijk het leven van alle mensen, zonder onderscheid naar ras, gender, etniciteit of land. Waar hoopt u op? Ik ben geboren in Colombia. Ik

bon d i g

MENNO 57


behoor tot de derde generatie in mijn familie die geboren is in een context van oorlogen die om verschillende redenen gevoerd worden. Het is mijn vurige hoop dat de kinderen van mijn kinderen en van alle andere Colombiaanse mannen en vrouwen geboren mogen wor-

58 MENNO

een mal i g mag a zi n e

den, en mogen leven en samenwonen in een land van vrede. Een land waar respect voor het leven en verscheidenheid in denken niet gezien worden als een bedreiging voor anderen, maar juist als pluriformiteit die tot zegen en winst kan leiden. Daarom werk ik voor de vrede, in mijn persoonlijke context en die van mijn familie, mijn doopsgezinde gemeente en sociale omgeving, want ik denk dat algehele vrede in combinatie met sociale gerechtigheid onze hoop uitmaakt. Doopsgezinden staan ín de wereld, maar zijn niet ván de wereld. Wat betekent dat voor u?

Dat heeft alles te maken met het ‘dubbele paspoort’ dat we hebben. We maken deel uit van een context – een land, een cultuur – en we zijn geroepen daarbinnen te functioneren, als burgers met rechten en plichten. Maar tegelijkertijd maken we deel uit van een goddelijke werkelijkheid met de verantwoordelijkheid om een andere logica te hanteren, los van gevestigde patronen. Het perverse en het destructieve maken geen deel uit van de goddelijke logica – daar houdt men zich aan het leven en het respect voor alle anderen. Alix Lozano is bevestigd als predikante in de doopsgezinde broeder-

schap van Colombia. Zij is theologe en moeder van twee kinderen. Vertaling: Jaap Schiere

AYUB OMONDI AWICH K enya

Vergeven en vergeten Wat is heilig voor u? Alles wat met God verbonden is, is voor mij heilig. In ons land hebben we heilige plaatsen, bergen, bomen. Dat zijn plekken die apar t gezet zijn om te bidden, waar men-


De belangrijkste landverhuizingen van Mennonieten

metrop oli s

na ar: d.g. lichdi, die mennoniten in geschichte und g e g e n w a r t. 2 e d r u k , a g a p e v e r l a g / m e n n o n i t i s c h e r g e sc h ic htsve r e i n , 2004 .

loofd dat God zal vergeven en aan de andere kant kun je vervloekt worden vanwege wangedrag, op die heilige plaatsen. Waar hoopt u op? Ik hoop op een christelijk leven. Een leven waarin iedereen bereid is te vergeven en te vergeten. Ik hoop op succes in mijn leven: dat mijn kinderen toegang kunnen krijgen tot een goede opleiding, een goede gezondheid en een maximum aan discipline. Om dit te bereiken is hard werken een prioriteit en ‘getting the place to work ’ is een andere. Ik kijk uit naar goede relaties met de kerk, familie en een gemeenschap waar ieder mens waarde heeft. Het grootste waar ik op hoop, is leven na de dood; de Bijbel herinnert ons aan het voortreffelijke leven dat we na onze dood krijgen als we de strijd winnen en onze zonden belijden. Ik zie ons samen vieren in heerlijkheid. sen God ontmoeten en met God praten. In de moderne setting blijft de kerk een heilige plaats. Als iemand het gevoel heeft dat hij een vergrijp heeft begaan, fungeren de heilige plaatsen als een plek om vergeving te vragen; er wordt ge-

Doopsgezinden staan ín de wereld, maar zijn niet ván de wereld. Wat betekent dat voor u? Voor mij betekent dat: lichamelijk in de wereld leven maar geestelijk niet. Ik begrijp dat de wereld met zijn aardse, negatieve dingen mijn

leven sterk zou kunnen beïnvloeden. Als christen zou ik een positief leven moeten leiden, vol van christelijke deugden; dat zou je moeten kunnen zien aan wat we doen, als getuigen van Christus, lichamelijk levend in deze wereld. Jezus kwam naar de aarde, volgens de evangeliën van Matteüs, Lukas en Marcus. Hij leefde in de wereld, maar was niet van deze wereld. Ayub Omondi Awich (30) is sociaal werker en jeugdcoördinator van de nationale conferentie van de Mennonite Church in Kenya. Vertaling Esther van der Panne

SUSAN FISHER MILLER I llinois , U S A

Een klinkend JA tegen de schepping Wat is heilig voor u? Ik word me bewust van het heilige als het buitengewone inbreekt in gewone gebeurtenissen. Anders gezegd: het heilige verschijnt als het tijdelijke en het eeuwige elkaar kruisen.

Als heilige momenten komen in me op: mijn eerste communie, net gedoopt als Mennonite, in een kathedraal van de Church of Ireland die mijn geloof mede gevormd heeft; de momenten dat ik mijn kinderen ver welkomde in de wereld, met mijn man aan mijn zijde; genietend van een glas root beer met mijn grootvader van 97, die toen bijna aan het eind van zijn leven was. Het heilige is ook aanwezig in de dienst van de Evans ton Mennonite Church, mijn kleine gemeente. Een lied van Huub Oosterhuis dat we regelmatig zingen, verwoordt precies wat ik probeer te zeggen over het gewone dat het eeuwige ontmoet: ‘Zomaar een dak boven wat hoofden, deur die naar stilte openstaat. Muren van huid, ramen als ogen, speurend naar hoop en dageraad. Huis dat een levend lichaam wordt als wij er binnengaan om recht voor God te staan.’ Waar hoopt u op? Ik denk bij hoop aan vrede: een klinkend JA tegen de schepping. Als vrede de essentie is van Jezus’ Goede Nieuws, mogen christenen met ver trouwen verandering, de Ander, al wat ons te boven gaat, tegemoet treden.

w eer loos

MENNO 59


– advertenties –

k dk grg d tfl vr j rb k glf n mndr vrgdrn n mr dn k bn n drzttr k glf n cmn n d bss Mee eens? Word dan Maat van de Raad! www.raadvankerken.nl rekening 55 98 39

Raad van Kerken in Nederland ik dek graag de tafel voor jou erbij | ik geloof in minder vergaderen en meer doen ik ben een doorzetter | ik geloof in oecumene aan de basis Mennoadvertentie.indd 1

17-11-2010 14:34:14

Elke maandag, 17.10 uur, Nederland 2

De NCRV staat dichtbij mensen De NCRV wil mensen aansporen zich in elkaar te verdiepen en hun horizon te verbreden. Dat doen we met veel mooie programma’s waaronder Schepper & Co. Driemaal per week een betrokken kijk op levensbeschouwing en samenleving. www.ncrv.nl

Advertentie Menno.indd 1

Elke vrijdag, 17.05 uur, Nederland 2

Elke zondag, 15.00 -17.00 uur, Radio 5

07-01-11 10:33


metrop oli s

Ik begroet met respect het praktische vredeswerk van zovelen: mijn ouders, mijn schoonouders en hun vrienden, die als gepensioneerden bijeenkomsten organiseren over christendom en islam, en in de kou wakes houden tegen de doodstraf; leden van Christian Peacemaker Teams, die blijmoedig vijandigheid trotseren over de hele wereld; en mijn eigen kinderen die JA zeggen door poëzie te schrijven, zieken te verplegen en muziek te maken. Ik hoop zelf ook een vredestichter te zijn die dapper JA zegt. Doopsgezinden staan ín de wereld, maar zijn niet ván de wereld. Wat betekent dat voor u? Ik heb dat ‘in de wereld maar niet van de wereld’ in mijn jeugd vaak genoeg gehoord om te weten dat die uitspraak een belangrijke rol speelde in het mennonitisch zijn van mijn familie. Ik waardeer dit mennonitische raadsel nog steeds, dat je met je ‘guts’ kunt begrijpen, maar niet gemakkelijk uit te leggen is. Ik denk dat de spanning in deze

uitspraak het beste uitmaakt van waar deze kerk naar streeft: haar zending, opleiding, kunst – ook van mennonitische opvoeding trouwens. De vergrote, ruime blik van de pelgrim die je krijgt door te reizen, zou een analogie kunnen zijn van ons ‘in maar niet van de wereld zijn’. Reizigers die van huis durven weggaan, worden minder provinciaal en neigen ernaar om in beweging te blijven. Onze stad is immers niet blijvend, zoals in de brief aan de Hebreeën gezegd wordt, wij kijken juist verlangend uit naar de stad die komt.Maar het is goed voor mennonieten om deze paradox levend en onopgelost te houden. Hoe kunnen we, in 2011, een klinkend JA tegen de schepping zeggen, als we de wegen van de wereld met een koud oog bekijken? Susan Miller Fisher is docente Engels en werkt momenteel als fundraiser aan Northwest University in Chicago. Vertaling: Esther van der Panne

CHARLES CHRISTANO I ndonesi ë

God heeft meer aan onze zwakheid dan aan onze kracht

Wat is heilig voor u? Mijn vader was een eerste-generatie christen. Van jongs af aan leerden we wat mocht en niet mocht. Het was niet altijd gemakkelijk. Ik had, wat ik noemde, ‘mijn eigen burgeroorlog in mijn binnenste’. Ik wist wat goed en juist was, maar het mislukte zo vaak om dat te doen. Toch daagt Gods woord ons uit om een goed leven te leiden. Toen ik ouder werd, realiseerde ik me, dat alleen Christus door mij de dingen kan doen, die ik zelf niet kan doen. Langzamerhand leerde ik dat God niet alleen geïnteresseerd is in wat ik voor Hem kan en moet doen, maar in wat Hij in mij en dan door mij wil bereiken. Dat besef bevrijdt me van onnodige lasten. Kortom, God heeft meer aan onze zwakheid dan aan onze kracht.

aarde worden en licht der wereld, als je de omgang met anderen vermijdt? En we moeten in onze omgang met andere mensen geen oordeel uitspreken, geen ‘ik ben heiliger dan jij bent’ mentaliteit hebben. Natuurlijk, we hopen dat

Waar hoopt u op? Wat ik hoop kan ik met een paar woorden zeggen: Jezus dieper te leren kennen, hem nog beter te volgen en hem nog meer lief te hebben door van andere mensen te houden.

we gered zijn, maar we hebben nog altijd genade nodig. Het enige verschil met anderen is: als we tekortschieten, weten we tot wie we ons kunnen richten.

Doopsgezinden staan ín de wereld, maar zijn niet ván de wereld. Wat betekent dat voor u? Als volgeling van Christus is de Bergrede heel belangrijk voor mij. Ik versta de kern daarvan zo: jullie moeten anders zijn dan anderen. Dat betekent niet, dat we exclusief moeten zijn. Hoe kun je zout der

Charles Christano (1939) was van 1971 tot 1999 predikant van de GKMI in Kudus in Midden Java, een doopsgezinde kerk die oorspronkelijk alleen Chinees-Indonesische leden kende. Hij was een aantal jaren lang voorzitter van zijn kerk en van 1978 tot 1984 was hij voorzitter van de Mennonite World Conference. Vertaling: Alle Hoekema

r ad i c a al

MENNO 61


meni stenbl auw

Blauw werd de meest gebruikte kleur bij strenge menisten als de Groninger Oude Vlamingen uit de 17e eeuw. Sober en degelijk moest alles zijn, geen opvallende felle kleuren, geen pronk , geen glans. N e t a l s h e m e l s b l au w i s m e n i s t e n blauw er in verschillende varianten. het is te vinden in Vermaningen in Oudebildtzijl (nu expositieruimte), Assen, Enkhuizen, Eindhoven, Eenrum, Giethoorn, Krommenie (foto plafond met du i f ), Ou d do r p, Ro d e n , Rot te valle , Tjalleberd, Winterswijk (foto boven), Zeerijp-Zijldijk en Zutphen.

menist (de (m.)) doopsgezinde, vr. meniste ◆ 1621 afgeleid van de voornaam van Menno Simonsz (1496-1561) menistenblauw (bn.) hemelsblauw – advertentie –

& mondige onze bondige Amersfoort, et m ng ki er Voor samenw vrienden. Kom eens langs in oorn, Leiden, H doopsgezinde , Emmen, Gouda, Hilversum, monstranten kum ezinden en re Deventer, Dok r waar doopsg ee m er et Zo Nijmegen of en. meente vorm samen een ge

Kom ’ns langs op www.remonstranten.org of bel 030 23 16 970 Nieuwegracht 27 a 3512 LC Utrecht Rem_A5 adv.in MENNO.indd 1

voor een vrij en verdraagzaam christendom

20-10-10 10:53


tekst diederik ebbinge

f oto b o b b r o n s h o f f

colu mn

Vrijzinnig

dédain doorliep ik mijn vrijzinnige opvoeding en ik heb nooit last gehad van deze religieuze achtergrond. Misschien is dat wel het belangrijkste kenmerk van de vrijzinnigheid : dat je er geen last van hebt. Dit in tegenstelling tot vele vrienden die zich een leven lang aan hun benepen en benauwde gerefor meerden- of papennesten moeten ont wor s telen. De meesten die ik ken, doen dit door met een rode kop tegen iedereen te schreeuwen dat ze atheïst zijn. En daarbij kijken ze je uitdagend aan, klaar voor de aanval. ‘Nee, ik zou mezelf geen atheïs t willen noemen’, gun ik mijn vrienden hartelijk, en hun mitrailleur gaat onmiddellijk af maar blijkt geladen met ganzendons. ‘Nee, ik ben niet tegen abortus. Ja, ik ben voor openbaar onderwijs. Nee, ik stem geen christelijke partij. Nee, ik ben niet tegen euthanasie. Nee, ik zie homo’s en vrouwen als gelijken. Nee, ik geloof niet dat de aarde in zeven dagen geschapen is. Nee, ik geloof zelfs niet dat er daadwerkelijk een God bestaat.’ Wanhopig kijken ze me aan. Volwassen mannen in de war. Het is koddig hoe ze moeten spartelen om boven te blijven en niet te verzuipen in hun onnozele

O

p mijn sloffen

en dogmatische verleden. Ik probeer ze met vrijzinnig dédain uit te leggen dat ik heel goed begrijp dat je geneigd bent om tegen muziek te zijn als je bent grootgebracht met louter Frans Bauer. Maar dat mijn ouders mij ook Schuber t en Mahler hebben laten horen, dus dat ik geen reden heb om tegen muziek te zijn en derhalve ook Frans Bauer zijn bestaan gun. Deze opmerking werkt als olie op het vuur en ze wringen zich woedend in ingewikkelde bochten: dat als er dan religies moeten bestaan, het geloof van hun ouders toch wel het minst abjecte is. Dit haast vertederende gewauwel ontaardt in een fikse ruzie tussen mijn zonet nog atheïstische vrienden. Vanuit mijn comfortabele fauteuil aanschouw ik, zonder dat ik ergens last van heb, het eeuwenoude gekrakeel tussen de paapjes en de grefo’s. En ik heb gelukkig weer niet hoeven uitleggen wat vrijzinnigheid dan wél precies is. Diederik Ebbinge is cabaretier (o.a. bij De Vliegende Panters tot 2008), acteur, columnist (o.a. bij Radio 1) en regisseur. Hij schreef en regisseerde twee korte films, Naakt (2006) en Succes (2008), en de tv-film Gewoon Hans (2010).

sob er

MENNO 63


Qu ilts

Bars and Tumblers comforter

Najaar 1945. De doopsgezinde predikant Herman Keuning en zijn vrouw An waren net bekomen van een turbulente periode met onderduikers in hun huis, een grote pastorie in het Friese Irnsum. Toen kwam de vraag of ze een groep mennonitische vluchtelingen uit Rusland konden opvangen. An en Herman Keuning ontfermden zich over deze broeders en zusters, en stelden hun huis opnieuw open. Om hen van kleding en warme dekens te kunnen voorzien, deden ze een beroep op het Mennonite Central Committee, een NoordAmerikaanse hulporganisatie, die voedsel, kleding en een stapel quilts stuurde. De quilts waren gemaakt door Noord-Amerikaanse doopsgezinde vrouwen, bedoeld om warmte en beschutting te bieden aan slachtoffers in Europa. Het bleken quilts die geschiedenis maakten en symbool werden van solidariteit met mensen in nood en daadwerkelijke hulp. Een bijzonder verhaal over een dappere jonge predikantsvrouw in Friesland, over het geduld en de nijvere volharding van doopsgezinde vrouwen aan de andere kant van de oceaan, en een jonge Amerikaanse, op zoek naar haar doopsgezinde wortels in Europa. 64 MENNO

een mal i g mag a zi n e


t e k s t t e a g . r i e n k s m a f oto ’ s

najaarsdag ga ik op bezoek bij An en Herman Keuning in Heerenveen. Ik word hartelijk ontvangen in hun zonovergoten en gezellige appartement met uitzicht over het weidse Friese land. Na een vol en druk leven in diverse gemeenten in Friesland is nu de tijd gekomen om het wat rustiger aan te doen. Met zichtbaar plezier vertelt An het bijzondere verhaal over de quilts, dat begint in Amsterdam tijdens de eerste oorlogsjaren. Herman vult haar liefdevol aan en houdt de hoofdlijnen in de gaten. in 1922 in Makkum als An Tichelaar, in een familie van pottenbakkers. Ze kwam midden in de Tweede Wereldoorlog naar Amsterdam om in het Binnengasthuis te werken als verpleegster. ‘Ik werkte op de kinderafdeling en vond het daar vreselijk. Zoals daar met de kinderen werd omgegaan! Ik wilde na mijn proefperiode weg, maar de directeur liet me de keuze: blijven of naar het Oostfront gestuurd worden. Hij bleek een NSB-er te zijn. Met behulp van zuster Thijssen, een doopsgezinde collega die relaties bleek te hebben in het verzet, kon ik uit het ziekenhuis ontsnappen. Samen met een gewonde verzetsman, via het raam, aan aan elkaar gebonden lakens.’ An ging terug naar haar ouders. Daar ontmoette ze Herman Keuning, de jonge assistent van de doopsgezinde predikant van Makkum. Als te beroepen predikant was Herman door de bezetter vrijgesteld van arbeidsdienst in Duitsland. Hij zat in het verzet en deed koerierswerk: hij bracht boodschappen en voedselbonnen naar Amsterdam. Toen An dienstmeisje werd in het gezin van een doopsgezinde predikant in Amsterdam, gaf Herman haar de spullen, die ze naar diverse onderduikadressen bracht. Zo belandde ook An in het verzetswerk. Herman had inmiddels een meer dan gewone belangstelling voor An gekregen, maar An wist niet of ze een relatie wilde. ‘Toen gebeurde er iets dat mijn leven bepaald heeft. Ik werd gevraagd een Joodse baby van een dag oud naar Makkum te brengen. Ik zie het nog gebeuren: Een jonge man overhandigde mij een tas met daarin de baby. Op de boot naar Friesland werden we beschoten. De man naast mij werd dodelijk getroffen, door een kogel die eerst door mijn sjaal was gegaan. De baby en ik bleven

an is geboren

1944 trouwen An en Herman. Uit de verschillende vacante gemeenten kiest An Irnsum, aan de spoorlijn Leeuwarden - Zwolle. Zo kan ze haar verzetswerk voor tzetten. Ze betrekken de doopsgezinde pastorie en het duurt niet lang of ze bieden onderdak in

f oto tj it s k e bo n g e r s

O

ongedeerd. Toen heb ik een hand op mijn linkerschouder gevoeld en ervaren dat ik een opdracht kreeg, en dat ik die aan zou kunnen.’

p een pr achtige

An Keuning-Tichelaar en Herman Keuning

aan een Joodse vrouw, wier dochtertje elders in de buurt is ondergebracht. Hierna volgt een hele stoet onderduikers, waaronder later ook kinderen uit hongertransporten. ‘In de voorkamer hadden we een noodhospitaal ingericht en zo herbergden we vele zieken en zwakkeren’, vertelt An. ‘ ’s Avonds zaten we met elkaar in een kring om de tafel en Herman las dan altijd iets uit de Bijbel. Daar praatten we met elkaar over.’ Herman vult aan: ‘Je hebt ook voor elkaar gekregen dat mensen die opgepakt waren door de Duitsers, weer losgelaten werden.’ Dan is er het verhaal van de Duitse officier die in het dorp was ingekwartierd. Hij kwam graag op bezoek in de pastorie en An gebruikte zijn ver trouwen om aan belangrijke stempels te komen. Ze ver telt alles met een twinkeling in haar ogen en doet alsof het normaal is wat ze gedaan heeft. Waar heeft deze vrouw de moed en de kracht vandaan gehaald? ‘Ik voel altijd de aanwezigheid van die hand op mijn linkerschouder. Ik heb gevoeld dat ik iets met mijn leven moest doen, dat het zin had. Terwijl ik een heel onzeker kind was en erg twijfelde over mezelf. Misschien juist daarom wel.’

j o n at h a n c h a r l e s

De verbindende kracht van quilts : boek, dvd en expositie An Keuning-Tichelaar en Lynn Kaplanian-Buller, De verbindende kracht van quilts, lappendeken van verhalen. Vertaald en bewerkt door Mariamartha Wijnkoop. Stichting Internationaal Menno Simons Centrum, Witmarsum 2008. ISBN: 978-90-812955-1-2. Met dvd met interviews met de auteurs. Verkrijgbaar in de boekhandel of te bestellen via 0725320050 of www.mennosimonsshop.nl. Prijs € 19,50. De quilts zijn in 2011 ook te zien. In Steenwijk, Doopsgezinde kerk, Onnastraat 10, 20 juli t/m 24 augustus. Geopend op woensdag van 9.30-17.00 uur, andere dagen op aanvraag (0521-510332). In Elspeet, Mennorode, Apeldoornseweg 185. Dagelijks geopend van 1 september t/m 7 oktober 2011. B ijzonder is d at de quilt sexpositie ook te zien is in het National Museum of the Great Patriotic War of 1941-‘45 in Kiev, Oekraïne. Dit is een samenwerkingsproject van Mennonite Central Committee en Internationaal Menno Simons Centrum. Mennonite Central Committee (MCC) is een Noord-Amerikaanse hulporganisatie, opgericht in 1920, met als doel het welzijn van alle mensen te bevorderen door het stichten van vrede. Zie: www.mcc.org.

g e w el dloos

MENNO 65


– advertenties –

DOOPSGEZINDE GEMEENTE BOVENKNIJPE Ds. Veenweg 61, De Knipe De gemeente van ANNE ZERNIKE.

We nodigen iedereen van harte uit voor alles wat bij ons in 2011 georganiseerd wordt. Zie www.dgdeknipe.nl

66 MENNO

een mal i g mag a zi n e

Sluit u aan bij het Doopsgezind Vrouwenwerk voor: • ontmoeting • omzien naar elkaar • wereldwijde verbondenheid • bewust van het heden, gericht op de toekomst Voor alle vrouwen met belangstelling voor maatschappelijke en alledaagse spirituele zaken. Landelijke federatie van Doopsgezinde Zusterkringen tel. 050-5 25 90 13 (secretariaat) www.lfdz.doopsgezind.nl e mail: lfdz@doopsgezind.nl


Qu ilts

najaar van 1945 de vraag komt om mennonitische vluchtelingen uit de Oekraïne op te vangen, aarzelen An en Herman niet. Er is echter niet voldoende beddengoed en geen kleding. En zo komt er een zending kleding, voedsel en dekens – quilts – vanuit Noord Amerika naar Nederland. ‘Ik kreeg een stapel lappendekens en dat bleken quilts te zijn. Ik vond het maar dunne dingen. Later kwamen er dikkere doorgestikte dekens, zogenaamde comforters, die ik als matrassen gebruikt heb’, zegt An. ‘Maar deze dekens waren heel belangrijk. Ze hebben mensen bedekt die vreselijk veel hadden meegemaakt.’ Toen de Russische vluchtelingen uit Oekraïne in Friesland aankwamen, waren ze twee jaar op de vlucht geweest. De quilts waren afkomstig van mennonieten uit Pennsylvania, wier voorouders uit Zwitserland gekomen waren. Deze Zwitserse wederdopers werden in de 17e eeuw vervolgd en kregen steun van Nederlandse doopsgezinden. Door het sturen van hulpgoederen naar Nederland konden de Amerikaanse mennonieten iets terugdoen. Begin 1947 vertrokken de Russische vluchtelingen naar Paraguay. Sommige quilts werden weggegeven, de overgebleven quilts borg An op in een kist. wanneer in het

een dochter van An en Herman gebruikte deze quilts in 1980 om haar studiegenoten onder te laten slapen tijdens een feestje in het ouderlijk huis. Een van deze studenten was Lynn Buller, een Amerikaanse met een doopsgezinde achtergrond. De quilts deden haar denken aan haar jeugd en ze wilde een quilt van An kopen. ‘Ze waren niet te koop, heb ik haar gezegd. Ik merkte wel dat ze erg emotioneel was, maar hoorde daarna niets meer van haar. Negen jaar en negen maanden later belde Lynn me op. Ze had inmiddels een boekwinkel in Amsterdam en wilde de quilts daar graag tentoonstellen. Zo hebben Lynn en ik elkaar leren kennen en hebben we vriendschap gesloten.’ Toen Herman zijn 50-jarige predikantschap vierde in de doopsgezinde kerk van Irnsum, werden de overgebleven quilts met een klein ritueel aan Lynn en haar Armeense man Avo overgedragen. In 2008 kwam een boek uit over de verhalen van An en Lynn en de reis van quilts: De verbindende kracht van quilts, lappendeken van verhalen. Een aantal jaren geleden zijn An en Herman op

Stars and Chinese Coins

Dresden Plate

bezoek geweest bij de Russische mennonieten in Akron in Pennsylvania. ‘De mensen vielen voor mij op hun knieën, uit eerbied en respect voor wat wij voor de Russische mennonieten hadden gedaan. Ik vond dat vreselijk. Het heeft mij emotioneel heel erg geraakt. Het was ook heel bijzonder om op de plaats te zijn waar mogelijk ooit de quilts gemaakt zijn.’ Nog steeds worden vanuit Akron quilts en comfor ters verzonden naar vluchtelingen over de hele wereld.

Een quilt is een deken met een hartslag. We kennen allemaal het immateriële begrip ‘God’, dat velen troost en houvast biedt. Waarschijnlijk is er geen materieel begrip dat zoveel troost en herinneringen aan thuis geeft als een quilt. Het is een voorwerp dat hoop doorgeeft van de ene generatie naar de volgende. Honderden jaren hebben vrouwen in grote delen van de wereld stukjes stof, waaraan dierbare herinneringen gekoppeld waren, opnieuw gebruikt of nieuwe stof in stukken geknipt en ze in kunstzinnige patronen gerangschikt. Vaak was dit hun enige manier om hun diepere gevoelens uit te drukken. (…) Een quilt wordt bijna nooit weggegooid, maar wordt steeds weer doorgegeven van de ene dierbare naar de andere. Of, in geval van nood, wordt hij aan een vreemde aan de andere kant van de wereld gegeven, die geen deken heeft. Lynn Kaplanian-Buller

Tea G. Rienksma is psychosynthesetherapeut. Tot 2007 werkte ze als adviseur, trainer en procesbegeleider voor de Doopsgezinde Broederschap.

m on d ig

MENNO 67


Jacob en Jank e van de r hoe k

Op deze wereld is er genoeg als je met elkaar deelt en genoegen neemt met wat er is

68 MENNO


t e k s t m o n i c s l i n g e r l a n d f oto l u k a s g ö b e l

Eenvoud manier van

als

leven

op de markt in opper - volta besloten jacob en janke van der hoek dat ze biologisch zouden ga an boeren . ze z agen da ar hoe overschotten uit het westen voor spotprijzen verkocht werden en hoeveel l ast de afrik a anse boeren da arvan hadden . jacob en janke doen niet mee in de r ace van steeds meer melk , steeds meer koeien , kr acht voer en snel groeiend gr as . ondanks onzekerheid en gedoe .

‘ dit

geeft veel meer voldoening . dit is werken a an duur z a amheid .’

in de stal van Jacob (56) en Janke (53) van der Hoek. De boerderij in Jirnsum ligt in de ruimte van het Friese landschap. Veertig hectare grond hoort bij het bedrijf, vertelt Jacob. Zijn bril is beslagen, er is nogal wat temperatuurverschil tussen de warme koeienstal en de winderige buitenlucht. Als hij zijn bril afzet, komen er jongensachtige ogen tevoorschijn, die een ander verhaal vertellen dan zijn grijze baard. Hij wijst op een donkerbruine koe. ‘Zij is de leider. Zij gaat altijd als eerste lopen. De andere koeien volgen haar dan.’ Vijftig koeien, dat is niet veel tegenwoordig. De meeste melkveebedrijven hebben er minstens honderd en in de buur t woont een boer die wel 450 koeien heeft. De landbouw in Nederland groeit al decennia naar grootschaligheid. Er is meer melk nodig om een bedrijf rendabel te laten zijn, en dus meer koeien. Voor die koeien moet er snel veel gras zijn,

V

i j f t i g ko e i e n s ta a n

dus gaat er kunstmest op het weiland. En de koeien krijgen veel antibiotica. Jacob en Janke van der Hoek doen hier niet aan mee. Dat besluit hebben ze al twintig jaar geleden genomen. Het heeft hen veel onzekerheid gebracht, en veel gedoe met afnemers van de melk. Jacob schetst even kort hoe lastig het was om twintig jaar geleden, toen het ecologisch boeren nog een nieuwigheid was, een bedrijf te vinden dat zijn melk wilde afnemen om daar biologische kaas van te maken. Steeds gingen dat soort bedrijfjes failliet. Dan had hij de melk geleverd, maar kreeg er niets voor. het besluit om biologisch te boeren en niet met de schaalvergroting mee te gaan, is vreemd genoeg in Afrika gegroeid, vertelt Janke. We hebben inmiddels de stal verlaten en zijn door de enorme schuur die aan het huis vastzit, naar de kamer gelopen waar Janke is. Door ziekte kan ze niet zomaar naar de koeienstal

bon d i g

MENNO 69


jacob en jank e van de r hoe k

Je wilt geen overproductie. Dat betekent dat je ook van je koeien niet verlangt dat ze steeds meer melk produceren

komen. Vanuit bed vertelt ze hoe Jacob en zij op de markt van Opper-Volta hun visie ontwikkelden op het boerenbedrijf in Friesland. Janke groeide op, met drie broers, op de boerderij waar ze nu met Jacob woont. Haar vader is er geboren, in 1921, vlak nadat haar grootouders in de boerderij getrokken waren. Het lag voor de hand dat een van haar broers het bedrijf van hun vader zou overnemen. Janke volgde een opleiding voor verpleging en ging daarna werken in de zwakzinnigenzorg. In café De 2 Gemeenten, in het dorp, leerde ze Jacob kennen, de zoon van een postbode. Jacob: ‘Ik heb altijd boer willen worden. Als kind weet je nog niet dat dat helemaal niet kan als je vader geen boerderij heeft. Daar kwam ik later pas achter.’ Jacob ging scheikunde studeren, maar moest er niet aan denken om zijn arbeidzame leven binnen te zitten, in een laboratorium of voor de klas. Het werd de Hogere Landbouwschool in Leeuwarden. Hij ging bij een boer werken, en kwam daarna bij de Flevohof. ‘Dat was toen nog een boerderij, nu is het een pretpark in de polder.’ Toen kwam hij Janke tegen in café De 2 Gemeenten. het r a ak te a an .

Samen besloten ze tot een ongewis avontuur. Ze gingen via de ontwikkelingsorganisatie Stichting Nederlandse vrijwilligers naar Afrika, naar Opper-Volta, dat nu Burkina Faso heet. Jacob vertelt over het ossenproject waar hij daar aan werkte. ‘In Opper-Volta had je landbouwers en je had veehouders, dat waren nomaden. We kochten van de veehouders ossen, dresseerden die om een ploeg te trekken en leverden een span jonge ossen aan de landbouwers, zodat die meer opbrengst kregen. We leerden de landbouwers hoe ze met die ossen moesten omgaan, want dat waren ze niet gewend.’

70 MENNO

een mal i g mag a zi n e

‘Die jaren in Afrika hebben ons gevormd, daar is de basis gelegd voor het biologisch boeren’, zegt Janke. Jacob schetst hoe dat ging: ‘Eens per drie dagen was er markt. Janke ging meestal mee.’ Op de markt lagen tussen de streekproducten grote zakken melkpoeder, voor een spotprijs. Donaties uit Denemarken, uit Holland. Jacob: ‘Dat waren overschotten uit het westen, die voor een prikkie verkocht werden. Daar werd ons duidelijk dat de boer uit Friesland een rechtstreekse concurrent is van de boer uit Opper-Volta die van zijn ene koe moet leven.’ Maar ze zagen meer. Janke: ‘Op de markt lagen ook schaaltjes met wit poeder.’ Jacob: ‘Dat lag gewoon tussen de etenswaren, tussen de sorghum en de melk. Het waaide zo de hutjes in.’ Janke : ‘Ze noemden het poudre blanche. De boeren hadden gemerkt dat een klein beetje al genoeg was om het onkruid tegen te gaan. Het was DDT. Maar omdat het zo goed hielp, kon je moeilijk zeggen dat ze het helemaal niet meer moesten gebruiken. Dus legden wij uit dat ze het moesten afdekken en niet naast het eten moesten leggen.’ ‘ daar op de markt ’, zegt Jacob, ‘heb ik besloten dat ik boer wil worden, maar niet als een concurrent van de boeren in Opper-Volta. Alles wat geïmporteerd wordt in Afrika staat de ontwikkeling van de eigen boeren in de weg.’ Janke: ‘Je wilt geen overproductie. Dat betekent dat je ook van je koeien niet verlangt dat ze steeds meer melk produceren. Dus we gaan geen ex tra krachtvoer geven om de melkproductie per koe op te voeren. Ook uit het oogpunt van dierenwelzijn is het geen goed idee, een koe elke dag op een topprestatie te laten leveren.’ De basis voor die keuze ligt al in haar jeugd, vertelt


iedere streek zijn landbouw heeft die voor de regio voedsel produceert. Ik zie de landbouw langzamerhand uit Nederland verdwijnen. Landbouw is de basis. Die gedachte mis ik in Nederland. Politici denken dat landbouw in Nederland de langste tijd gehad heeft. Dat vind ik kortzichtig. En dan zijn er in Kenia Nederlandse boeren die grond opkopen om daar in tuincentra boontjes voor Nederland te produceren, dat is toch de omgekeerde wereld. We hebben er vreselijk veel voor over om op deze manier boer te zijn. Je wilt er niet van afstappen, koste wat het kost.’

Janke. Haar doopsgezinde ouders hebben haar en haar broers met soberheid opgevoed. ‘Beslist geen armoede, maar eenvoud als een manier van leven waar je voor kiest.’ Heeft ze dat aan hun drie kinderen doorgegeven? ‘Nee, niet in de vorm van dat je het ze oplegt. Ik heb het niet in me om iets te verplichten.’ Jacob: ‘Eerder door het als voorbeeld te stellen.’ en Janke naar Afrika vertrokken waren, hadden ze afgesproken met Jankes ouders dat zij de boerderij zouden overnemen op den duur. Geen van Jankes broers bleek interesse in het bedrijf te hebben. Jacob en Janke gingen in het dorp wonen en Jacob kwam in dienst bij zijn schoonvader. Na twee jaar namen ze de boerderij over. Het duurde een paar jaar voor ze de bedrijfsvoering op een biologische manier hadden opgezet, dus zonder kunstmest, met zo weinig mogelijk antibiotica en zonder te streven naar schaalvergroting. Janke: ‘Dat geeft veel meer voldoening. Dit is werken aan duurzaamheid.’ Jacob: ‘De eerste jaren moesten we wel wennen. Op de weilanden in de buurt zag je het gras al opkomen en bij ons was het nog een kale boel. Zonder stikstof komt het gras een paar weken later pas op. Maar wel van goede kwaliteit. We werken met klaver, een biologische stikstofbinder. Het vinden van leveranciers die ook biologisch werken was echt een probleem. We waren pioniers, met nog een paar boeren uit de omgeving. We moesten de melk afleveren in Noord-Brabant of in Noord-Holland. En steeds gingen er afnemers failliet. Ik weet nog dat ik een keer in de winkel stond en dat ik niet kon betalen, omdat we te veel in het rood stonden. Dan sta je toch te kijken.’ al voordat jacob

toch hebben ze er de afgelopen twintig jaar nooit over gedacht om maar op de intensieve manier te gaan boeren die gebruikelijk is. ‘Boer zijn, landbouw, het produceren van eten, dat is voor mij de basis van alles’, verklaart Jacob. Met een twinkel: ‘Ik voel me niet verplicht de hele wereld van voedsel te voorzien. We willen vooral voor de eigen omgeving produceren. Het zou zo moeten zijn dat

Jacob het bijbelverhaal van de wonderbare spijziging. Een menigte mensen luistert naar Jezus, en tegen etenstijd zien de leerlingen van Jezus bezorgd dat er maar vijf broden en twee vissen zijn. Jacob: ‘En nadat iedereen gevoed is, zetten ze de manden bij elkaar en dan is er zelfs nog over. Op deze wereld is er genoeg als je met elkaar deelt en genoegen neemt met wat er is. Dat geloof heb ik wel. Maar bij de keus voor ecologisch boeren maakt het niet uit of je doopsgezind bent, zoals Janke, of hervormd, zoals ik, of atheïst.’

inspirerend is voor

De aarde is niet van ons; we zijn hier maar even, we zijn hier te gast

als inspiratiebron geldt voor Jacob ook het economische principe van de prijsopbouw. ‘Nu komt de boer pas aan het eind van het financiële plaatje. Eerst wordt de prijs in de winkel vastgesteld, dan gaan de kosten ervan af. De boer krijgt wat overblijft. Eigenlijk zou je beter eerst kunnen vaststellen wat de boer krijgt en dan de prijs verder opbouwen, natuurlijk wel met een maximum. Door het systeem wat we nu hebben, bepaalt de prijs of het voor een boer lonend is om appels te plukken. Zo gebeurt het wel dat de appels niet geplukt worden en op de grond wegrotten, als de prijs te laag is. Daar is voedsel niet voor bedoeld. De aarde is niet van ons; we zijn hier maar even, we zijn hier te gast. Wij hebben zelf kinderen. Dat bepaalt je erbij dat je de aarde zo wilt doorgeven dat die niet slechter is dan zoals wij hem hebben aangetroffen.’ Monic Slingerland is journalist en redacteur bij Trouw. na ast dit verha al

w eer loos

MENNO 71


kok en en eten

Menno kook t:

more with less haast uit elkaar van het eten. Op iedere straathoek zit een snackbar, iedere koelkast is met etenswaren overladen. Wat Menno Simons daarvan zou vinden, laat zich raden. Dat zou geen goedkeuring hebben kunnen wegdragen van de man die matiging en eenvoud predikte. Wat zou hij zelf hebben gegeten? Daarover weten we niets zeker, maar we kunnen wel raden. Simons’ tijd, de Noordelijke Renaissance, is een overgangstijd, ook in de keuken. In de eeuw voor zijn geboorte sieren pasteien met zalm en kaneel, of ossentong met suiker de tafels van de rijken. Een eeuw later staan er kapoenen op tafel bij de minieme minderheid die het kan betalen, en hammen of gebraden pauwen. De kruiding en de bereiding lijken op die van ons; de extreme smaak is weg, de weelde is gebleven. De armen van de Middeleeuwen eten pap en brood, de armen van de Gouden Eeuw eten brood en pap, soms bierpap. Ergens hiertussen staat Menno. Als pastoor hoort hij bij het hogere deel van de bevolking, maar als arme opgejaagde ketter eet hij vermoedelijk wat het gewone volk eet. Een gerecht dat in beide tijden gegeten wordt, is bier en broodsoep.

O

nze wereld barst

bier en broodsoep

50 gram boter 4 rode uien, gesnipperd 2 tenen knoflook, gepeld en in plakjes gesneden 750 ml runderbouillon 1 flesje donker bier 1 takje verse tijm zout en peper 4 sneden oud bruin brood 200 gram geraspte kaas Smelt de boter in een pan met zware bodem. Voeg de gesnipperde uien toe en laat ze braden tot ze beginnen

72 MENNO

een mal i g mag a zi n e

Gebraden pauw of bierpap? De mondaine Franse keuken of de simpele Hollandse pot? Snacken tot je erbij neervalt of minder en gezonder eten? Voor wie zich laat inspireren door koks en kokkinnen uit de traditie van Menno, is de keus duidelijk: eenvoudig eten, verantwoord, vaak vegetarisch. Maar smaakvol.

te verkleuren, circa tien minuten. Doe dan de knoflooktenen erbij, de bouillon, het bier en de tijm. Laat een kwartiertje op een heel klein pitje trekken. Rooster nu het brood en verdeel de sneden over vier borden. Bestrooi ze met kaas en giet de soep erover. Serveer. spaarzaamheid , lok aliteit en

Mennonite cooking More-with-less Cookbook. Suggestions by Mennonites on how to eat better and consume less of the world’s limited food resources. 25th Anniversary Edition. Doris Janzen Longacre. Herald Press, Scottdale, Pennsylvania, 2000. Op internet, onder andere: mennonitegirlscancook. blogspot.com en ayearofmennonitecooking. blogspot.com

eenvoud vinden een eeuw na Menno’s optreden weerklank in onbesproken kringen, ook wat eten betreft. Vaderlandse dichters als Cats en Hooft bezingen de eenvoud van het Nederlandse eten en roepen op om de weelderige Franse mode in de keuken te verwerpen. Of het veel helpt is de vraag, Franse kookboeken blijven bestsellers in de beau monde. En of Hooft op zijn Muiderslot uitsluitend simpele schotels heeft laten serveren? zijn eenvoud, spaarzaamheid en duurzaamheid weer hip. Geen moderne culi eet nog boontjes uit Afrika, geen restaurant serveert gedachteloos bedreigde vis. Een geweldige voedingsbodem voor mennonitisch gedachtegoed, zou je zeggen. Toch zijn doopsgezinde kookboeken schaars. In Nederland is er bij mijn weten nooit een verschenen. Er zijn Amerikaanse kookboeken waarvan er eentje echt interes-

vier eeuwen later


tekst jeroen thijssen

aardappelschotel met groenten

1 kilo aardappels, geschild, in plakken 250 gram geschilde wortels, ook in plakken 100 gram bleekselderij, in stukjes 100 gram gemalen belegen Goudse kaas 3 eetlepels bloem 1 theelepel zout ½ theelepel gemalen peper 300 ml ketchup 1 eetlepel worcestersaus 1 teentje knoflook 500 ml melk Schud de aardappel- en wortelplakjes in een grote kom los. Doe er de rest van de groente bij, de kaas, de bloem, zout en peper. Vet een ovenschaal in en verdeel het mengsel daar gelijkmatig in. Pers het teentje knoflook uit in de ketchup, meng met melk en worcestersaus. Giet de saus over de aardappels en bedek de schaal met een vel aluminiumfolie. Verwarm de oven voor op 190 graden en zet de schaal daar een uur in. Verwijder dan het folie en laat een mooi kleurtje op de schotel komen.

wortel - k aas roomsoep

f oto ph oto s . co m

sant is: More-with-less, a world community cookbook. Het is weliswaar door één persoon, Doris Janzen Longacre, samengesteld maar bevat recepten die van over de hele wereld aan haar zijn gestuurd, door mennonieten. De inzenders putten daarvoor uit de maatschappij om hen heen, zodat er Chinese, Vietnamese, Afrikaanse en Indiase gerechten in staan. Behalve dit boek zijn er websites die hetzelfde concept hanteren: stuur ons uw recepten en wij verspreiden ze. Zo helpt de nieuwe techniek tradities verder. Boek en sites benadrukken de verantwoordelijkheid die de mens heeft voor zijn omgeving. Veel recepten behandelen de verwerking van resten, ook is er veel aandacht voor de vegetarische keuken. Maar het blijven eenvoudige gerechten.

opmerkelijk is ook de aandacht die schrijvers van sites en kookboek wijden aan de voordelen van minder en gezonder eten. Er staan etenswaardigheden in die iedere welopgevoede Nederlander als vanzelfsprekend aanneemt. Het is niet direct zendingsdrang maar waarschijnlijk nuttige informatie voor de Amerikaanse samenleving die geen voorlichting van overheidswege kent, zoals wij met het Voedingsbureau. En de Amerikaanse samenleving is er een van overdaad en overdadig. More-with-less geeft zelfs antwoord op de vraag ‘is het nuttig om te minderen met eten’ (antwoord: ja) en biedt een stappenplan om dat te bereiken. Stap 1: bestudeer de Bijbel en betrek die op de Derde Wereld. Verwacht ook niet te snel veranderingen, dat kost nu eenmaal tijd. ‘Wees eerlijk in je beweegredenen’, zegt Doris. ‘En betrek de kinderen erbij.’ De grondhouding van de mennonitische kok is niet die van een lekkerbek. Het best zie je dat aan soep. Soep maken ‘is het verzamelen van restjes, het opruimen van de koelkast’. Niet de smaak staat voorop maar de functie. Een overtuiging uit het verleden met een grote toekomst. En smaken dat het doet.

(voor 6 personen) 1 eetlepel margarine 1 ui, gesnipperd 2 winterwortels, geschild, geraspt 4 middelgrote aardappels, geschild, geraspt 1,5 liter kippenbouillon 1 theelepel gedroogde tijm 1 laurierblad ½ theelepel Worcestersauce zout en peper tabasco naar smaak 500 ml melk 500 gram geraspte kaas peterselie, gesnipperd Smelt de boter in een pan met dikke bodem. Smoor de uien in de boter tot ze glazig zijn. Voeg wortels, aardappels, sauzen en kruiden toe met de bouillon. Proef en voeg naar smaak zout, peper en tabasco toe. Laat sudderen op een laag pitje tot de groenten zacht zijn. Voeg melk en kaas toe, roer zachtjes tot de kaas is gesmolten en serveer, besprenkeld met peterselie.

Jeroen Thijssen publiceerde onder andere Broeder (2007), De kinderen van de Triple A (2009) en De Ronde van Gallië (2010), bij Uitgeverij Nieuw Amsterdam. Voor Trouw schrijft hij regelmatig over gezond en lekker eten.

r ad i c a al

MENNO 73


more with le ss

Laten we verder kijken dan alleen de eigen levensstijl

Strangers no more. Alfayo Wangwe (‘De jonge generatie krijgt de kans om te leren en hun gaven en talenten te delen’) & Jasper Pondman (‘Laten we verder kijken dan alleen de eigen levensstijl’). Foto Herman Heijn, uit Dansen met de gouden kikker.

Dansen met de gouden kikker. Global Warming & het Onze Vader Jongeren uit drie continenten ontmoeten elkaar en overbruggen de Noord-Zuidkloof, via het uitwisselingsprogramma Strangers no more van de Doopsgezinde Zending in Tanzania, Nederland en Indonesië. Het thema Global Warming is hun leidraad, hun reisgenoten zijn het bijbelboek Exodus en het Onze Vader. Ze gaan op zoek naar een nieuwe levensstijl en vinden de 10 groene geboden. In het boek Dansen met de gouden kikker inspireren deze geboden, praktische voorbeelden en prachtige kleurenfoto’s tot het aanpakken van Global Warming. Tekst en fotografie: Herman Heijn. 2010, Uitgeverij Skandalon, ISBN 978-90-76564-95-1. Prijs € 17,50.

De Smaak van Stedenwijk Om buurtbewoners meer met elkaar in contact te brengen en de veelkleurigheid van de wijk te laten zien, is in de Stedenwijk in Almere een kookboek gemaakt. In De Smaak van Stedenwijk staan meer dan 140 recepten van wijkbewoners. Het initiatief kwam van inloophuis De Ruimte (project van de Doopsgezinde Zending) en oecumenisch kerkcentrum De Lichtboog in Almere. Op een huis aan huis bezorgde folder met een oproep om recepten in te leveren, reageerde bijna niemand. Toen de leden van de werkgroep drie zaterdagen de buurt ingingen en overal aanbelden, lukte het wel om meer dan genoeg recepten te krijgen. De Smaak van Stedenwijk is te downloaden van www.inloophuisderuimte.nl

74 MENNO

een mal i g mag a zi n e


DG / NPB Wageningen Onze dank en gelukwensen gaan uit naar de ADS Onze gemeente steunt Safina: Doet u ook mee? Vriend worden? www.dg-npb-wageningen.nl Kinderkring starten? www.komindekring.com Vrijzinnige Seniorenhuisvesting? www.vrssh-zuidveluwe.nl

Welkom in Wageningen !


informatie

D

de eerste gemeenten ontstonden rond 1525, tegelijkertijd met groepen in Duitsland en Zwitserland die omdat ze volwassenen doopten, ‘wederdopers’ of ‘anabaptisten’ werden genoemd. De groepen hadden met elkaar gemeen dat dogmatische leerregels taboe waren, maar het evangelie de norm bepaalde. De gemeenschap van gelovigen diende haar leven in te richten naar Jezus’ voorbeeld. Ondanks zware vervolgingen lukte het Menno Simons om de Nederlandse en Noord-Duitse dopers te organiseren. In de zeventiende en achttiende eeuw werden de doopsgezinden tot op zeker hoogte aanvaard in de samenleving, maar raakten ze ook verzwakt door interne verdeeldheid tussen rekkelijken en preciezen. Daaraan kwam vanaf de negentiende eeuw een einde; die eeuw markeer t hun volledige maatschappelijke en kerkelijke emancipatie. In het buiten-

meer lezen...

...van en over menno simons • Menno Simons, Opera Omnia Theologica, fotografische herdruk (1989) van de uitgave van 1681 (verkrijgbaar bij de ADS). • Piet Visser, Sporen van Menno. Het veranderende beeld van Menno en van de Nederlandse mennisten (1996, verkrijgbaar via www.imsc.nl). • Sjouke Voolstra, Menno Simons: His Image and Message (North Newton, KA, 1997).

76 MENNO

een mal i g mag a zi n e

Nederlandse land worden doopsgezinden meestal naar Menno Simons genoemd: mennonieten of Mennonites, in Friesland menisten. Dikwijls worden doopsgezinden verward met ‘baptisten’. Hoewel er in een aantal opzichten veel verwantschap tussen beide kerken bestaat (beide kennen alleen een gelovigen- of volwassenendoop), hebben ze toch een verschillende historische achtergrond en praktijk. algemene doopsgezinde sociëteit

Sinds 1811 bestaat er een overkoepelende organisatie van de Nederlandse doopsgezinden: de Algemene Doopsgezinde Sociëteit, kortweg ADS. Het oude woord ‘sociëteit’ betekent hier: gemeenschap, vereniging of verbond. Van de ADS zijn alle gemeenten lid; daarnaast bestaan er regionale verbanden van doopsgezinde gemeenten. Bij de oprichting van de ADS, precies twee eeuwen geleden, kreeg deze alleen als taak een predikantsopleiding (Doopsgezind Seminarium) te organiseren. Later werden de taken van de ADS uitgebreid. Publicatie van een tweewekelijks orgaan; de ver tegenwoordiging van de doopsgezinden in interkerkelijke verbanden, nationaal en internationaal; coördinatie van activiteiten op het gebied van jeugd, gemeente-

...over de geschiedenis van de doopsgezinden

• Luc Panhuysen, De beloofde stad: op-

komst en ondergang van het koninkrijk der wederdopers (Amsterdam, 20082) • Isabella H. van Eeghen, Meniste vrijage. Jakob van Geuns (1769-1832) Gronings dokter, Amsterdams ‘kassier’ (Haarlem, 1969) • Alle G. Hoekema en Hanspeter Jecker (eds.), Testing Faith and Tradition. Deel 2 van de serie Global Mennonite History (Intercourse PA, USA,

2006). Populaire geschiedenis van de Europese doopsgezinden, 1800-nu. • A nnelies Verbeek, ‘Menniste Paus’. Samuel Muller (1785-1875) en zijn netwerken (Hilversum, 2005). • Alle G. Hoekema m.m.v. Elisabeth I.T. Brussee-van der Zee, ‘Bloembollen’ voor Westerbork. Hulp door Zaanse en andere doopsgezinden aan (protestants-)Joodse Duitse vluchtelingen in Nederland, 1939-1945 (Hilversum, verschijnt begin mei 2011).

praktische informatie

• Alle informatie over

doopsgezinden is te vinden via de website www.doopsgezind.nl. • Jaarlijks verschijnt het Doopsgezind Jaarboekje, dat actuele artikelen bevat maar ook relevante gegevens over gemeenten, de ADS en daarmee verbonden organisaties. • Elke twee weken verschijnt Doopsgezind NL, orgaan van de doopsgezinde broederschap. f oto’s l i n k s e n m i d d e n h e r m a n h e i j n

tolerant ten opzichte van andere levensbeschouwingen: ze werden immers zelf eeuwenlang niet erkend. Ze hebben een geloofshouding die in het spoor van Jezus van Nazareth sterk is georiënteerd op vrede stichten. Je wordt lid van een doopsgezinde gemeente door je te laten dopen nadat je persoonlijk van je verlangen daartoe verantwoording hebt afgelegd in een geloofsgetuigenis. Wie uit een andere kerk overkomt en daar al (soms als kind) gedoopt is, wordt in het algemeen niet nog eens gedoopt. Er zijn in Nederland ongeveer negenduizend volwassen doopsgezinden. Daar kunnen enkele duizenden kinderen en jongeren bijgeteld worden en drieduizend vrienden of belangstellenden. Doopsgezinden zijn te vinden in 114 gemeenten, over het hele land verspreid, al vind je de meeste in Friesland, Groningen en Noord-Holland. oopsgezinden zijn heel

...over doopsgezinde identiteit en praktijk

• Ciska Stark en Erik Jan Tillema (red.)

Kracht van een minderheid. Doopsgezinden in Nederland (Zoetermeer, 2011). • An Keuning-Tichelaar en Lynn Kaplanian-Buller, De verbindende kracht van quilts (uitgave Internationaal Menno Simons Centrum, 2e druk 2011) • P ieter Post, Geschiedenis van het doopsgezinde kerklied (1793-1973) (Hilversum, 2010). • C . van Duin, Het bijbels ongeloof. Een


doopsgezinden opbouw, werelddiaconaat, zending en vredesgetuigenis (inclusief mediation) vallen nu onder de ADS. Maar een synode, in de zin van een kerkelijk orgaan dat waakt over de rechte leer, heeft de ADS nooit willen zijn. Elke plaatselijke gemeente draagt een eigen verantwoordelijkheid en de ervaring leert dat de meeste gemeenten daar op een open, vrijzinnige wijze mee omgaan. De doopsgezinden zijn lid van de Raad van Kerken in Nederland, van de Wereldraad van Kerken, van de Mennonite World Conference en van andere oecumenische organen. doopsgezind seminarium

Het Doopsgezind Seminarium is opgericht in 1735. Het was tot 2003 gevestigd bij de Universiteit van Amsterdam en sindsdien bij de Vrije Universiteit. Een

radicaal-doperse theologie van het Oude Testament (Delft, 2010). • Ruth Winsemius-Oosterbaan (red.), De luis of de pels? Visies op doperse eigenheid (Amsterdam, 2006) • Pieter Post (red.), Laat ik toch maar k nielen. Spirituele tek sten uit de Nederlandse doopsgezinde traditie (Gorinchem, 2005). • Gerke van Hiele (red.), Aangeraakt door de Eeuwige 2 (Zoetermeer 2004). • F r its Kuiper, Leven uit de hoop (Amsterdam, 1958)

groot deel van de opleiding wordt verzorgd door de staf van de Faculteit Godgeleerdheid van de VU, maar voor specifieke vakgebieden heeft het Seminarium eigen docenten aangesteld, zoals voor Doopsgezinde geschiedenis, bijbelse theologie en praktische theologie. Zeer onlangs werd een hoogleraar aangetrokken voor het vakgebied Vredestheologie en ethiek. Ook studenten met een HBO opleiding theologie kunnen worden voorbereid op het predikantschap. Het Seminarium verzorgt daarnaast nascholings- en bijscholingscursussen en een cursus doperse theologie voor gemeenteleden en andere belangstellenden. De belangwekkende wetenschappelijke bibliotheek van het Doopsgezind Seminarium is ondergebracht bij de bijzondere collecties van de Universiteitsbibliotheek van de UvA te Amsterdam.

romans en toneel over doopsgezinden

• T heun de Vries, Stiefmoeder aarde (1936) • T heun de Vries, Rad der for tuin (1938) • Jef Last, Het eerste schip op de Newa (Amsterdam, 1945) • Simon Vestdijk, De vuuraanbidders (1947) • H .A. Lunshof, Leven zonder demon (1950) • Jan Mens, De witte vrouw (Amsterdam, 1952)

• Ypk fan der Fear, De breugeman komt

(Fries, 1953; Nederlandse vertaling De bruidegom komt, 1956) • Martin Hartkamp, De vuurdoop (toneel, 1983) • Thomas Rosenboom, Gewassen vlees (1994) • R ober t Schneider, Kristus (1994, Duits; vertaald als Jan van Leiden. Het wonderbaarlijke leven van Jan Beukels, 2008) • Flip Droste, De aanslag op Amsterdam (1997)

websites

• w ww.doopsgezind.nl (over ADS en gemeenten)

• www.dgwereldwerk.nl (werelddiaconaat en vrede)

• w ww.doopsgezindezending.nl (zending)

• w ww.lfdz.doopsgezind.nl (vrouwengroepen)

• w ww.akc.doopsgezind.nl (jeugd- en jongerenkampen)

• w ww.dhkonline.nl (Doopsgezinde Historische kring)

sob er

MENNO 77


– advertenties –

Uniek! De Groot Drukkerij is één van de meest veelzijdige en vooruitstrevende full service offsetdrukkerijen in Nederland. We drukken met een betrouwbare kwaliteit volgens ISO normering huisstijlen, boeken, brochures, promotioneel drukwerk en grootformaat posters. Daarom durven wij onszelf

uniek te noemen.

Kijk op onze website www.degrootdruk.nl of bel onze verkopers op ���� �� ����.

De Groot Drukkerij, uw unieke drukwerkspecialist

216682_De Groot UniekPand 186x120.indd 1

19-10-10 08:46


– advertenties –


Banda creĂŤert rust... ...zodat u tijd overhoudt om bijvoorbeeld eens een keer helemaal niks te doen.

Drukkerij Banda | telefoon (0513) 630 630 | www.banda.nl


tekst nelleke de jong

Koninklijke Tiche l a ar

va n d e n b e r g

f oto ’ s ko n i n k l i j k e t i c h e l a a r m a kk u m

Bij Tichelaar is hedendaagse kunstnijverheid geen contradictie

Continueren? Re – presenteren! Nog niet eens zo heel lang behoort het tot de inventaris van een doopsgezinde kerk, het wandbord met het motto van haar gelovigen. Het werd omstreeks 1943 door doopsgezind predikant Smeding geformuleerd: ‘Dopen wat mondig is / Spreken dat bondig is / Vrij in het christelijk geloven / Daden gaan woorden te boven.’ Deze borden werden gemaakt op de geboortegrond van het doperse gedachtegoed, zelfs ván die geboortegrond: uit Friese klei, door een aardewerkfabriek aan het IJsselmeer, die nog steeds bestaat en zich sinds 1960 Koninklijk mag noemen: de Koninklijke Tichelaar te Makkum.

huidige directeur, Jan Tichelaar (48). De weergave van zijn bevlogen verhaal over de continuïteit van een familiebedrijf kan associatief worden opgehangen aan woorden uit de tekst op het doperse wandbord.

M

enno ontmoette de

De familie Tichelaar was altijd doopsgezind. ‘Mijn oma was lid van de zus ter k ring, t wee van haar dochter s trouwden met doopsgezinde dominees. Zelf ben ik niet kerkelijk opgevoed, maar ik beschouw mezelf ook niet als atheïst. Laatst hoorde ik op de radio een stand-upcomedian zeggen: “Geloven is prachtig, met religie heb ik wat meer moeite.” Daar herkende ik mij wel in.’

geloven

De geschiedenis van het bedrijf waar nu Jan Tichelaar directeur is, valt samen te vatten in vier fases. Het ontstond vóór 1572 – uit dat jaar dateert een

bondig

Studio Job, ‘Still Life’, 2004.

Spaanse kaar t waarop een bricaría, een baksteenfabriek, staat ingetekend. De eerste fase eindigde toen de behoefte aan bakstenen afnam, rond 1680. Het bedrijf ging over op de productie van tamelijk grof gebruiksaardewerk en tegels. De producten werden per schip afgezet op markten tot aan Sint Petersburg. Deze tweede fase eindigde aan het eind van de negentiende eeuw, toen vanuit Engeland een nieuwe productietechniek overwaaide. ‘Daardoor kon je industrieel gaan produceren. Iedereen stapte dus over, behalve mijn betovergrootvader. Waarom weten we niet. Het kostte hem wel zijn toegang tot de markt voor gebruiksaardewerk, want zijn concurrenten konden hun producten voortaan goedkoper aanbieden.’ De voorvader stapte over naar sieraardewerk, en luidde daarmee fase drie in. ‘Hij ging met zijn producten

g e w edloos

MENNO 81


Maree Blok/Bas Lugthart, ‘It sil heve Elfstedenmonument’, 1999-heden.

naar de wereldtentoonstellingen in Brussel en Parijs, zette een dealernetwerk op en gaf catalogi uit – al met al heel ondernemend. Het hoogtepunt van deze derde fase ligt rond 1970: eikenhouten meubelen, Perzisch kleedje op tafel en een Makkumer bord aan de muur.’ vrij ‘Mijn vader heeft zich er altijd voor behoed mij, of mijn twee zussen, voor te bestemmen. Dat had hij zich zo stellig voorgenomen dat het bijna een taboe werd. Misschien ook daarom blokte ik het uit wanneer anderen in mijn omgeving indirect polsten of ik “er al aan toe” was. Mijn studie was mijn keuze, ik ging naar Delft, er tstechnologie studeren. Dat is een fysischchemische studie, hoe scheid je het waardeloze van het waardevolle – maar eigenlijk doet dat er niet toe, je leert vooral analytisch nadenken. Na mijn afstuderen ging ik werken bij Hoogovens, en wonen in Amsterdam.’

‘Mijn vader, die in 1959 in het bedrijf was gekomen, kreeg in 1980 het tij tegen. Smaak en bestedingspatroon veranderden. Kenmerkend voor de kentering is het verdwijnen van speciaalzaken als Focke & Meltzer. KTM heeft tweemaal collectief ontslag moeten aanvragen. Mijn vader heeft dat keurig afgehecht en zich in 1985 teruggetrokken.’ spreken

‘Toen ik twee jaar bij Hoogovens werkte, werd ik benaderd door de toenmalige directeur van KTM, Cees

82 MENNO

een mal i g mag a zi n e

van Zeumeren. Na een korte periode met een “directeur van buiten” was hij, op verzoek van het personeel maar tegen zijn ambitie, van bedrijfsleider directeur geworden. Of ik bedrijfsleider wilde worden. Ik heb toen heel rationeel afgewogen, gesproken met kenners van het bedrijf, gewoon de assessments gedaan. En een escape ingebouwd: mocht mijn aanstelling een vergissing blijken, dan zouden we de samenwerking beëindigen – wat evengoed een escape voor het bedrijf was, want hoe kom je anders van een Tichelaar af? Daarbij: mijn vrouw en ik wilden terug naar Friesland. Pas toen besloot ik: We doen het.’ Nu realiseert hij zich hoe weinig hij toen besefte wat minstens zo belangrijk was: ‘Het bedrijf was in problemen. Onbewust vraag je je af wie het zal doen als jij het niet doet. Daar speelt onbewust wel een besef van verantwoordelijkheid, ja...’ ‘Ik vind het lastig onder woorden te brengen. Ik was 27. Het heeft mij gevormd. Ik ben blij dat ik veel aan het bedrijf heb kunnen geven. Zo is het gegaan en dat is goed.’

Jan Tichelaar.

woorden

Jan Tichelaar begon in 1990, werd adjunct in 1993 en directeur in 1995. ‘Het was schraalhans troef. Je hoefde geen Einstein te zijn om te snappen dat het niet goed ging komen. Ik snapte het in 1994. Gelukkig, want je komt pas in actie als je ziet dat de nood hoog is.’ Hij begon basaal: er moest geld komen, dus organiseerde hij een uitverkoop. ‘50% korting, van Hemeldade n

Wij weten wat anderen niet meer weten. Wij kunnen inzetten wat anderen nog niet kunnen


Erick van Egeraat, Marcel Wanders, bord.

Stadsschouwburg Haarlem, 2008.

Doopsgezind schuilkerkje in Pi

De website van KTM, www.tichelaar.nl, biedt een ruime impressie van de vormgevings-, architectuuren kunstprojecten van KTM, en een webshop.

vaart tot in het weekend. Een daverend succes, allicht. Er stond een file tot de snelweg. De opbrengst investeerden we in de restauratie van de gebouwen. Bedrijfseconomisch een waardeloze investering, want je krijgt er niks voor terug, in elk geval niet direct.’ Jan Tichelaar beschouwt het als het point of no return. Het werd de start van fase vier. ‘Ik wilde het bedrijf continueren. Met hulp van wat ik zag als onze twee kernwaarden, vakmanschap en keramische kennis. Tot dan toe zetten we ons vakmanschap vooral in voor het reproduceren van wat we eind achttiende eeuw al maakten, en onze kennis voor restauratieprojecten. Maar als je die combinaties ontkoppelt, gaat er een wereld open! Dan kom je tegenover de erfgoedkant terecht, in de ontwerpwereld, zelfs midden in de mondig

Hella Jongerius, Rood-witte porseleinen vaas.

avant garde van vormgeving en architectuur. Wij weten wat anderen niet meer weten. Wij kunnen inzetten wat anderen nog niet kunnen. Er is geen verschil tussen materiaalonderzoek voor een restauratie of voor een hedendaags architect of vormgever. Het is dezelfde nieuwsgierige houding. Wij worden aangetrokken door ontwerpers en kunstenaars die dat onderzoekende herkennen. Het is geestverwantschap: je ontwikkelt samen en put voldoening uit de samenwerking en het resultaat daarvan. Ik noem het cocreatie. Wij willen iets aan een product toevoegen dat het technische en het esthetische overstijgt: culturele waarde. En daarbij houden we géén rekening met de markt. Wel probeer ik de markt zo goed mogelijk te bereiken, bijvoorbeeld op beurzen in Milaan en New York – de nieuwe wereldtentoonstellingen.’ dopen Hij wil absoluut geen ‘ontzettend ik-verhaal’. ‘We doen het met z’n allen. Ik ben me er heel sterk van bewust dat het zonder de medewerkers, al moesten ze soms wennen aan de nieuwe koers, niet gelukt was.’ Hij leidt het bedrijf nu twintig jaar, maar ziet ook de tijdelijkheid. ‘Ik pas een tijdje op het bedrijf, zal het ook weer moeten doorgeven. Ik werk binnen kaders waarvan ik overtuigd ben. Mijn opvolger zal misschien weer andere kaders aanbrengen. Dat is prima.’

Nelleke de Jong is freelance tekstschrijver met een speciale belangstelling voor kunst en cultuur (www.bergindepolder.nl).

m on d ig

MENNO 83


9 789023 925798 >


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.