Magazine Analyses 3

Page 1

2012/NAJAAR

Analyses FINANCIEEL & LIFESTYLE MAGAZINE

03 | Najaar 2012

SIGNALEN VAN HOOP, HERSTEL EN PERSPECTIEF

HARD TIMES,NEW

OPPORTUNITIES

ANALYSES 03

GEWIJZIGDE WETGEVING IN BELGIË EN FRANKRIJK

WEGWIJS IN DE NIEUWE FISCALITEIT THIRD PARTY FUNDS

PUILAETCO DEWAAY PRIVATE BANKERS

STRATEGIEËN VOOR EEN HOOG RENDEMENT KLEIN LAND, GROTE IDEEËN

QATAR, DE PAREL VAN DE GOLF

IN DIALOOG MET MARLENE DUMAS EN THIERRY DE CORDIER

RETROSPECTIEVE CONSTANT PERMEKE


VOORWOORD

VOORWOORD

EEN MIX VAN

DESKUNDIGHEID, NABIJHEID EN SOLIDITEIT Beste lezer, De derde editie van ons magazine Analyses is een feit. Wat gaat de tijd ongelooflijk snel ! De buitengewone periode die wij momenteel kennen, zit hier waarschijnlijk voor iets tussen. Het huidige klimaat is zeker niet altijd gemakkelijk, maar des te boeiender... De ontwikkelingen in onze sector volgen elkaar in sneltempo op: de beurzen spelen jojo, de financiële markten lijken steeds meer irrationeel en onvoorspelbaar, de prijs voor veiligheid was nog nooit zo hoog, de speculaties over de euro tieren welig, ... Onze gebruikelijke houvasten worden dag na dag aan het wankelen gebracht. Puilaetco Dewaay probeert haar cliënten in alle nederigheid zo goed mogelijk door deze woelige gebeurtenissen te gidsen. Dit nieuwe nummer van ons magazine weerspiegelt het drieluik waarop wij ons baseren om dat te doen: deskundigheid, nabijheid en soliditeit.

PUILAETCO DEWAAY PROBEERT HAAR CLIËNTEN IN ALLE NEDERIGHEID ZO GOED MOGELIJK DOOR DEZE WOELIGE GEBEURTENISSEN TE GIDSEN.

Deskundigheid: op dezelfde manier als een ervaren Formule 1-piloot zijn bolide behendig over een nat circuit stuurt, zijn wij ervan overtuigd dat in de huidige omstandigheden alleen deskundigen in staat zijn om een vermogen doeltreffend te beheren. Wij geven het woord aan onze financiële deskundigen (macro-economie, sectorale analyses, huisfondsen en fondsen van derden), aan onze fiscale deskundigen (de antimisbruikbepaling, de bijkomende heffing van 4 %, de Franse fiscaliteit), maar eveneens aan onze kunstexperts.

nemen. Dit komt tot uiting in de getuigenis van Fabienne Gijsel, de verantwoordelijke van ons kantoor in Waregem. Soliditeit: voor onze cliënten is het essentieel dat de private banker aan wie zij hun vermogen toevertrouwen, blijk geeft van stabiliteit en soliditeit. Daarom zijn wij verheugd dat wij sinds kort, via onze moedermaatschappij KBL European Private Bankers, deel uitmaken van Precision Capital, een Luxemburgse entiteit die de belangen vertegenwoordigt van een groep vooraanstaande privé-investeerders uit Qatar. Naast onze hoge solvabiliteitsratio zal de langetermijnvisie van Precision Capital ons toelaten om de bank en het vermogen van onze cliënten te beheren zonder onder druk te staan om op korte termijn resultaten te leveren, wat vaak buitensporige risico’s met zich meebrengt. Tot slot willen wij dit nieuwe nummer graag beginnen met een hommage aan Mijnheer Eric-Emmanuel Janssen, die mee aan de wieg van Puilaetco stond en die ons spijtig genoeg verlaten heeft net toen Precision Capital onze groep een nieuw elan heeft gegeven. Veel leesplezier !

Thierry Smets, Gedelegeerd Bestuurder Voorzitter van het Directiecomité van Puilaetco Dewaay

Nabijheid: om een gepersonaliseerde dienstverlening te kunnen bieden, is het noodzakelijk om zo dicht mogelijk bij onze cliënten te staan en beslissingen op maat te kunnen Herfst - Winter 2012 | Analyses | 3


INHOUDSTAFEL

INHOUD ÿ p. 10

ÿ p. 40

ÿ p. 58

ÿ p. 74

FINANCE 03 05 06 10 26 30 32 36 40 44 48 54

58 62 66 70

Voorwoord | Thierry Smets Hommage | Eric-Emmanuel Janssen Editoriaal | Back to reality? Financiële kroniek | Macro-economie Sectorale analyse | Luxe Sectorale analyse | Telecom

Onze diensten | Home funds Onze diensten | Third party funds Onze diensten | Fiscaal misbruik Onze diensten | De bijkomende heffing van 4%

Verantwoordelijke uitgever: Dominiek Vanwynsberghe Herrmann Debrouxlaan 46 1160 Brussel.

Kantoren | Waregem Onze diensten | Conferenties Kunst

LIFESTYLE

Sectorale analyse | Media Sectorale analyse | TIC

Realisatie Roularta Custom Media Concept Ben Herremans & Kaat Kerkhove Hoofdredactie Ben Herremans Lay-out Marie Vannesche, Lien Huyghe Coördinatie Pieter Taelman, Dirk Rasschaert Teksten Puilaetco Dewaay, Cantilis, Roularta Custom Media Mediaregie Custom Regie Druk Roularta Printing

Onze diensten | Franse fiscaliteit Onze diensten | Qatar, de parel van de Golf

76 80 84 88

Kunst | Vakexpert Kunst | Portret Rembrandt Bugatti Kunst | Retrospectieve Constant Permeke Cultuur | Agenda

Green label Dit magazine is CO2-neutraal geproduceerd. Het papier en drukwerk zijn duurzaam ingekocht en de CO2-uitstoot die toch nog bij de productie van dit magazine vrijgekomen is, is gecompenseerd. Het magazine is CO2-neutraal gedrukt waarbij gebruikgemaakt is van FSC gecertificeerd papier.

Analyses is een financieel en lifestyle magazine uitgegeven onder de verantwoordelijkheid van Danny Wittenberg, Chief Investment Officer, en Christophe Van Canneyt, Head of Fixed Income & Structured Products, van Puilaetco Dewaay Private Bankers NV waarvan de maatschappelijke zetel gevestigd is aan de Herrmann Debrouxlaan 46 te 1160 Brussel. R.P.R. BE 403.236.126.

Wenst u te reageren? Puilaetco Dewaay Herrmann Debrouxlaan 46, 1160 Brussel E-mail : Info@pldw.be – www.pldw.be Facebook : www.facebook.com/puilaetcodewaay

De verstrekte informatie mag niet worden beschouwd als een aanbod of een verzoek tot aan- of verkoop van om het even welk financieel instrument. De redactie van het magazine werd afgesloten op 30 september 2012.

www.pldw.be Brussel 02 679 80 00 | Antwerpen 03 248 59 10 | Hasselt 011 28 48 90 | Luik 04 340 46 00 Namen 081 32 63 00 | Sint-Martens-Latem 09 235 23 80 | Waregem 056 62 51 30

4 | Analyses | Herfst - Winter 2012


HOMMAGE

HOMMAGE AAN ERIC-EMMANUEL JANSSEN, EERSTE VOORZITTER VAN DE RAAD VAN BESTUUR VAN PUILAETCO

DE ZIEL

“HET IS DIE TELT”

TEKST © AMAURY de LAET DERACHE - FOTO © JOHANNA de TESSIÈRES

Eric-Emmanuel Janssen was de eerste voorzitter van onze bank. Hij heeft er zijn visie en zijn enthousiasme in gelegd. Wij wensen hem hierbij te bedanken voor het erfgoed dat hij ons nagelaten heeft.

Als beherend vennoot van de beursvennootschap Puissant Baeyens, Poswick & Co heeft Eric-Emmanuel Janssen actief, maar subtiel meegewerkt aan de fusie met de beursvennootschap De Laet & Co in 1990, waaruit Puilaetco ontstaan is. Als eerste voorzitter van de Raad van Bestuur was hij het cement van de menselijke integratie tussen de twee vennootschappen. Onder zijn voorzitterschap van 1990 tot 1996 kende Puilaetco een sterke groei. In die tijd was Puilaetco eveneens de eerste vennootschap die het bankstatuut aannam. DIEPMENSELIJKE BEDRIJFSLEIDER Zelfs na zijn vertrek is Eric-Emmanuel Janssen, als erevoorzitter, strategisch blijven denken in het belang van de bank dankzij

“HET BELANGRIJKSTE ACTIEF VAN DE BANK IS HAAR MENSELIJK KAPITAAL, ZOWEL HAAR PERSONEEL ALS HAAR CLIËNTEN.”

de talrijke contacten die hij in de Belgische financiële en industriële wereld onderhield. Hij was in de eerste plaats een diepmenselijke bedrijfsleider die zich interesseerde voor de anderen, voor al diegenen die hem onringden. “Het belangrijkste actief van de bank is haar menselijk kapitaal, zowel haar personeel als haar cliënten”, heeft hij onlangs nog herhaald. “Het is vooral de ziel van de onderneming die telt, de ziel die wij aan onze medewerkers en aan onze cliënten moeten doorgeven.” In naam van de Raad van Bestuur, het Directiecomité en al onze medewerkers wensen wij Eric-Emmanuel Janssen te bedanken voor het fantastische parcours dat wij met hem hebben afgelegd op de weg naar de ambitieuze doelstellingen die wij allen delen.

ÿ ERIC-EMMANUEL JANSSEN. Fantastisch parcours met Puilaetco. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 5


EDITORIAAL

EDITORIAAL

BACK TO FOTO’S © REPORTERS AGENCY

DANNY WITTENBERG, Chief Investment Officer, Puilaetco Dewaay.

De zomer van 2012 eindigde voor de meeste beurzen op een positieve noot. Een welgekomen verademing in vergelijking met de turbulente zomers van de voorbije jaren. Dat mag ten dele verrassend worden genoemd, want aan de oorzaken van de scherpe correctie in de lente – met name de problemen in Griekenland en Spanje en de afkalvende economische activiteit in grote delen van de wereld en in Europa in het bijzonder – veranderde er ten gronde niet zoveel, enkele minieme lichtpuntjes niet te na gesproken.

REALITY? A

an de basis van deze herstelbeweging lagen de beslissingen van de Europese top van 28 en 29 juni, tijdens dewelke voor het eerst gewag gemaakt werd van het streven naar een Europese bancaire unie onder het centraal toezicht van de ECB. Andere positieve punten van deze top waren een steunactie van EUR 100 miljard voor de Spaanse banken en de conditionele ondersteuning van overheden-in-moeilijkheden door de ECB, als back-up van het EFSF/ESM-steunfonds. In de weken na die top bleken de nachtelijke beslissingen op zijn minst vatbaar voor interpretatie, maar de politici en staatshoofden lieten er hun lang geplande vakantie niet voor om dit te verduidelijken. Gelukkig bleef Super Mario (Draghi, voorzitter van de ECB) op post om op 26 juli aan de wereld te verkondigen dat de Europese Centrale Bank er niet voor zou terugdeinzen de grote bazooka boven te halen om de euro te redden : “The ECB will do whatever it takes to preserve the Euro, ... and believe me, it will be enough.” Dit klonk als muziek in de oren van traders en beheerders. De ECBvoorzitter stond zeker niet alleen in zijn betoog, want ook de Amerikaanse FED-leden en de Chinese premier Wen Jiabao lieten in die periode geen gelegenheid onbenut om te laten uitschijnen dat ze klaarstonden om te interveniëren om de economische groei te stimuleren, daarbij genietend van rugdekking in de vorm van steeds lagere inflatiecijfers.

6 | Analyses | Herfst - Winter 2012

Terwijl de monetaire politiek dus een aardige duit in het zakje deed, kunnen we ook niet ontkennen dat het tweedekwartaalresultatenseizoen van redelijk goede komaf was, alleszins veel beter dan gevreesd volgens de consensusverwachtingen. In weerwil van moeilijke macro-economische en kredietomstandigheden bleven de bedrijven mooie resultaten publiceren, geholpen door de lage rentevoeten, lagere grondstoffenprijzen, herstructureringen en de inkoop van eigen aandelen. Sinds de publicatie van de tweedekwartaalcijfers ging het aantal positieve consensuswinstherzieningen opnieuw in stijgende lijn. TIJD VOOR REFLECTIE Met de nodige zin voor relativering kunnen we dus enigszins begrijpen waarom de aandelenmarkten enthousiast reageerden op deze ontwikkelingen. Voor de hausse waren de meeste aandelenmarkten zéér goedkoop, zowel in historisch opzicht als ten opzichte van andere activaklassen. In hun vlucht naar veilige beleggingen meden investeerders aandelen als de pest, resulterend in historisch lage aandelenposities en heel veel ‘short’ posities, een ideaal uitgangspunt voor korte rally’s. Een deel van die onderwaardering is nu weggewerkt en de aandelenmarkten staan op hetzelfde hoge niveau als midden maart, toen de beurzen ook gedopeerd werden door tijdelijk, minder slecht financieel crisisleed en de massale EUR 1.000 miljard LTROinterventie van de ECB. De vraag van 1 miljoen is nu of de markten niet te enthou-


ENGAGEMENT INDIVIDUEL DE PENSION | NOS SERVICES

ÿ MARIO DRAGHI. De ECB zal niet aarzelen om al het nodige te doen om de euro te redden. siast gereageerd hebben op deze cocktail van ‘goed nieuws’. Een pauze voor reflectie dringt zich op en voor de vuist weg citeer ik een aantal cruciale aandachtspunten. • De economische toestand in Europa is nog steeds zorgwekkend en de financiële crisis is nog lang niet van de baan. Het verschil in economische groei, competitiviteit, werkloosheid, ... tussen de kernlanden en de periferie blijft groot. De besparingsmaatregelen treffen vooral de middenklasse van de bevolking. Sociale onrust is geen goede voedingsbodem voor economische groei, die juist nodig is om de begrotingen te herstellen. • Het verbale geweld van de centrale bankiers zal op een bepaald moment moeten worden omgezet in concrete acties (‘show me

the money’). Het geduld van de markten kan plots omslaan, indien zou blijken dat hier een rondje blufpoker werd gespeeld. • De uitvoering van de Eurotop-beslissingen kan voor een implementatierisico zorgen, aangezien niet iedereen dezelfde interpretatie geeft aan de preliminaire teksten. De terugkeer van de politici uit vakantie kan het aantal dissonante stemmen opnieuw doen oplaaien. Een aantal van die beslissingen moet worden goedgekeurd door de nationale parlementen. In Duitsland moet ook het Constitutioneel Hof zijn zegen geven over tal van politieke beslissingen. Sommige Europese landen, zoals Finland en Oostenrijk, zijn sterk gekant tegen de mutualisering van de Europese schulden zonder afdoende controlemechanismen en stellen

DE VRAAG IS NU OF DE MARKTEN NIET TE ENTHOUSIAST GEREAGEERD HEBBEN OP DE COCKTAIL VAN ‘GOED NIEUWS’. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 7


EDITORIAAL

ÿ HERMAN VAN ROMPUY OP DE EU-TOP IN JUNI. De wil om tot een Europese bankunie te komen.

het europroject in zijn huidige vorm in vraag. • De VS maakt zich klaar voor de presidentsverkiezingen. Nog nooit in de geschiedenis is de polarisatie tussen republikeinen en democraten zo groot geweest. Zijn ze in staat om een compromis te vinden rond de schuldafbouw en de indijking van de astronomische budgettaire tekorten? Kan de FED interveniëren zonder politiek gebrandmerkt te worden (monetaire steun zou immers worden beschouwd als steun aan Obama)? • De markthausse werd niet gedragen door het brede publiek of de klassieke ‘long’ investeerders zoals verzekeraars en pensioenfondsen, getuige de historisch lage verhandelde volumes tijdens de zomermaanden. Het vluchtige geld kan dus even snel verdampen als het gekomen is. • De olieprijzen zijn na een korte appelflauwte opnieuw pijlsnel aan het stijgen als gevolg van aanbodproblemen in de Noordzee en geopolitieke spanningen rond Iran. De olieprijs in euro staat op een nieuw historisch record. De voedselprijzen dreigen opnieuw door het dak te gaan als gevolg van slechte oogsten van maïs, tarwe en sojabonen. De stijging van deze grondstoffenprijzen kan elke timide economische heropleving fnuiken en de infla-

8 | Analyses | Herfst - Winter 2012

ÿ BARACK OBAMA VOERT CAMPAGNE.

De VS in de greep van een sterke polarisatie.

tie opnieuw aanwakkeren. De Arabische lenteopstanden zijn een vage herinnering aan de potentiële gevolgen van dergelijke voedselcrisissen. Wij gaan ervan uit dat we de laatste turbulente periode in de markten nog niet gezien hebben. Telkens opnieuw zullen de beleidsmensen nieuwe maatregelen uit hun hoed toveren, telkens kleine stappen op de lange weg naar meer politieke, monetaire, bancaire en institutionele harmonisering binnen Europa. Per saldo zal dit de euro(zone) ten goede komen, maar de volatiliteit op de markten zullen we erbij moeten nemen.

DE STIJGING VAN DE GRONDSTOFFENPRIJZEN KAN ELKE TIMIDE ECONOMISCHE HEROPLEVING FNUIKEN EN DE INFLATIE OPNIEUW AANWAKKEREN.

ÿ OLIEPOMP IN BAHREIN.

De olieprijs heeft een nieuw historisch record bereikt.


FINANCIËLE KRONIEK | MACRO-ECONOMIE

MACRO-ECONOMIE

DE CRISISBESTRIJDING STIJGT TEN TOP FOTO’S © ROULARTA/REPORTERS AGENCY

CHRISTOPHE VAN CANNEYT, Head of Fixed Income & Structured Products, Puilaetco Dewaay.

“If you’re going through hell, keep going.” Dat antwoordde Winston Churchill met zijn gebruikelijke gevatheid toen men hem in de donkere meidagen van 1940 vroeg wat er toch kon worden gedaan om de stroom van nederlagen aan het front te keren. We zouden zijn antwoord evengoed kunnen toepassen op het aanpakken van de nu al drie jaar aanslepende eurocrisis die, ondanks een schier eindeloze opeenvolging van topontmoetingen, niet bedwongen lijkt te geraken.

D

e voorbije maanden leek de situatie weer verder te escaleren. Eerst moest Cyprus om Europese noodhulp komen aankloppen. Daarna diende ook Spanje te capituleren en om steun te vragen voor zijn noodlijdende banken. En intussen begon de Griekse saga steeds meer op de kroniek van een aangekondigde dood te lijken: het land slaagde er maar niet in vat te krijgen op de penibele situatie van zijn overheidsfinanciën en heeft zijn kapitaal aan geduld vanwege de Europese partners stilaan opgebruikt. Het taboe van een Griekse exit uit de euro is allang verdwenen. Dit scenario krijgt steeds meer aandacht op de analyseafdelingen van de banken en ongetwijfeld ook van de ECB. De belangrijkste conclusie van deze analyses lijkt echter te zijn dat, hoewel er economisch misschien wel iets voor de zogenaamde ‘grexit’ te zeggen valt, dit een echte financiële doos van Pandora zou openen, waarvan de gevolgen onmogelijk te overzien zijn. Zolang er andere mogelijkheden zijn, zoals het nog maar eens herschikken van de Griekse schulden of het over een langere termijn uitsmeren van het besparingsplan, lijken deze de te verkiezen oplossingen.

10 | Analyses | Herfst - Winter 2012

Daarmee stuit men weer op een ander voortdurend terugkerend dilemma van deze crisis: de politieke leiders van de sterkere staten moeten dit nog verkocht krijgen aan de eigen bevolking. Zeker in de noordelijke landen krijgt de bevolking er stilaan genoeg van te moeten blijven opdraaien voor wat wordt gezien als de onwil van de zuiderse landen om zelf op te draaien voor de excessen uit het verleden.

“IF YOU’RE GOING THROUGH HELL, KEEP GOING.” (WINSTON CHURCHILL)


每 LONDEN, OPENING OLYMPISCHE SPELEN.

Een acteur speelt Winston Churchill (inzet).

Te midden van deze maalstroom van negatief nieuws mogen we niet uit het oog verliezen dat er in een aantal domeinen toch vooruitgang merkbaar is bij het bestrijden van de crisis. Zo is het reddingsplan voor de Spaanse banken een indicatie van het feit dat men eindelijk inziet dat de negatieve vicieuze cirkel tussen banken en overheid moet worden doorbroken. De LTRO-operaties die de ECB begin dit jaar heeft gedaan, hebben een liquiditeitscrisis van het Europese banksysteem bezworen. En zelfs in Duitsland wint het idee van een beperkte collectivisering van de Europese schulden intussen terrein. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 11


FINANCIËLE KRONIEK | MACRO-ECONOMIE

ÿ BARACK OBAMA - MITT ROMNEY. Tegengestelde programma’s. De politieke, juridische en economische hordes om tot een oplossing te komen, blijven echter even talrijk als hoog, terwijl het economische tij intussen een ongunstige wending lijkt te nemen. De om zich heen grijpende crisis heeft gans Zuid-Europa inderdaad in een diepe recessie doen belanden, waarin nu stilaan ook de sterkere noordelijke landen worden meegetrokken. Ook in de rest van de wereld boet de groei aan kracht in. In China, toch al lang de motor van de wereldwijde groei, is dit (althans officieel) een gewilde vertraging om het ontwakende inflatiespook terug aan banden te kunnen leggen. Maar in de VS, waar met de verkiezingen in zicht het debat over de eigen hoge overheidstekorten en -schulden weer oplaait, kan men de vertragende groei enkel met toenemende bezorgdheid begroeten. DE VS : DE GROEIMOTOR SPUTTERT Het ging de voorbije maanden inderdaad de verkeerde kant op met de economische ont-

12 | Analyses | Herfst - Winter 2012

wikkelingen in de VS. Het groeitempo was er na de recessie die volgde op de Lehmanimplosie, nooit meer terug op een voor een herstelperiode normaal peil geraakt. De noodzaak tot het verminderen van de schuldgraad ontnam de gezinnen immers de nodige financiële ademruimte om hun consumptie echt fors op te drijven. Het herstel bleef dus altijd steken in het drijfzand van de noodzakelijke ‘deleveraging’. Desondanks creëerde dit trage herstel nog steeds voldoende werkgelegenheid (gemiddeld zo’n 150.000 arbeidsplaatsen/maand) om tot een langzame daling van de werkloosheidsgraad te leiden. Deze verbeterende situatie op de arbeidsmarkt resulteerde in een broos vertrouwensherstel, dat niettemin volstond om tot een beperkte toename van de consumptie en de economische activiteit te leiden. Helaas lijkt dit zwakke herstel niet bestand te zijn tegen een combinatie van ongunstige externe en interne ontwikkelingen. Op extern vlak zorgden de crisis in Europa en de zich inzettende groeivertraging in Azië voor

een rem op de Amerikaanse uitvoer. Op binnenlands vlak zal de onrust over het blijvende hoge begrotingstekort menig Amerikaans burger wellicht tot de conclusie hebben gebracht dat er vanuit de overheid op langere termijn niet veel goeds te verwachten viel. Om de tekorten in te dijken moet immers ofwel de belastingdruk omhoog, ofwel moet de dienstverlening vanuit de overheid in de vorm van gezondheidszorg en sociaal vangnet worden teruggeschroefd. Elke weldenkende burger zal hoe dan ook beseffen dat hij hierdoor in de toekomst minder koopkracht zal hebben en hij zal hierop anticiperen door nu al wat meer te sparen. Feit is dat we sinds het begin van het 2de kwartaal inderdaad een merkbare achteruitgang van de kleinhandelsverkopen kunnen vaststellen. Ook de werkgelegenheidscreatie ging er fors op achteruit, waardoor de werkloosheidsgraad zelfs weer begon op te lopen. Kortom, het al niet hoge groeitempo kalfde steeds verder af, waardoor de economie nu flirt met het recessieniveau.


MACRO-ECONOMIE | FINANCIテ記E KRONIEK

OBAMA PLEIT VOOR MEER BELASTINGEN, ROMNEY VOOR MINDER. MAAR HUN VOORSTELLEN BLIJVEN VAAG.

LICHTPUNT OP VASTGOEDMARKT Toch is niet alles kommer en kwel in de Verenigde Staten. Zo vertoonde de vastgoedmarkt, die aan de basis van de hele crisis lag,

steeds meer tekenen van een herstel. Zowel de activiteit in de woningbouw als de prijzen lijken stilaan uit het diepe dal te kruipen waarin ze de afgelopen jaren verzeild waren

VS KLEINHANDELSVERKOPEN

Bron : Thomson Reuters Datastream

geraakt. Dat is ten dele toe te schrijven aan de kunstmatige manier waarop de FED, door steunaankopen van hypotheekleningen, de rente laag houdt. De 30-jarige hypo-

VS WERKLOOSHEIDSGRAAD

Bron : Thomson Reuters Datastream

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 13


ÿ VS, VASTGOEDMARKT. Pril herstel. theekrente bereikte hierdoor in het tweede kwartaal zelfs een historisch dieptepunt.

waarde te herstellen tenminste niet meer op een van hen weg bewegend doel schieten. En het verbetert ook de kwaliteit van de activa die de banken in pand hebben, waardoor eindelijk ook een einde lijkt te komen aan de vloed van verlieslatende leningen. Het aantal wanbetalingen op hypotheekleningen loopt in elk geval sinds enige tijd terug.

Dit herstel, hoewel zeer pril, is goed nieuws voor zowel de consument als de financiële sector. Het roept immers een halt toe aan de steeds meer afkalvende waarde van het voornaamste actief van de gezinnen, waardoor die bij hun pogingen om hun netto-actief-

VS VASTGOEDPRIJZEN

Bron : Thomson Reuters Datastream

14 | Analyses | Herfst - Winter 2012

TRAGE GROEI = MINDER HOOP Al is de vastgoedmarkt een lichtpuntje, het terug stilvallen van de economie in de loop van het tweede kwartaal is begrotingsmatig dubbel slecht nieuws. Niet alleen slaat het de hoop om op een gemakkelijke manier uit de budgetimpasse te geraken de bodem in, het komt bovendien op een bijzonder ongelukkig tijdstip, namelijk bij het ingaan van de

VS PROBLEEMLENINGEN

Bron : Thomson Reuters Datastream


MACRO-ECONOMIE | FINANCIËLE KRONIEK

laatste rechte lijn naar de presidentsverkiezingen. Het beleid durfde het tot op heden inderdaad niet aan om zijn door de recessie en daling van de woningprijzen zwaar getroffen bevolking ook nog eens te confronteren met de noodzaak van hogere belastingen. Uit vrees dat het herstel dan helemaal zou stilvallen, schoof de ploeg van Obama de sanering van de begroting systematisch op de lange baan. De VS zullen ook in het lopende begrotingsjaar (en voor de 4de keer op rij) een begrotingstekort van meer dan USD 1.000 miljard boeken. Deze enorme schuldopbouw kon niet door de private kapitaalmarkten worden gefinancierd zonder tot fors hogere rentes te leiden. En dus werd een belangrijk deel van de tekorten ‘gemonetariseerd’ door de overheidsobligaties rechtstreeks door de FED te laten kopen. Deze ‘Quantitative Easing’-operaties vormden de belangrijkste beleidsrespons op de schuldencrisis in de VS. De stille hoop was dat, op ietwat langere termijn, een aan kracht winnend herstel uit-

eindelijk tot een dusdanige toename van de overheidsinkomsten zou leiden dat de tekorten uit zichzelf zouden verdwijnen, waarna de terugbetaling van de obligaties aan de FED de overtollige liquiditeiten terug uit het systeem zou doen verdwijnen. Het opnieuw stilvallen van de economie in de loop van het tweede kwartaal sloeg de hoop op dit rooskleurige scenario de bodem in: de economie groeit gewoonweg te traag om naar een begrotingsevenwicht te kunnen evolueren. De belabberde financiële situatie van het land lijkt dan ook de inzet van de komende verkiezingen te gaan worden, te meer omdat al snel na de verkiezingen belangrijke beslissingen hierover moeten worden genomen. In de zomer van 2011 raakten Democraten en Republikeinen het immers maar niet eens over het verhogen van het maximale schuldenplafond van de VS, wat het land op minder dan 24 uur van het staken van zijn betalingen bracht. Te elfder ure werd nog een akkoord bereikt, waarbij de nieuwe schuldenlimiet met opzet zo berekend werd dat hij pas net na de verkiezingen zou worden bereikt. De hoop was dat de nieuw verkozen

IN DE VS BLIJFT DE SCHULDENBERG AANZWELLEN. DE BEVOLKING BESEFT DAT ER FORS IN EIGEN VLEES ZAL MOETEN WORDEN GESNEDEN.

ÿ DE BEURS VAN NEW YORK. De belabberde financiële situatie van de VS lijkt de inzet van de komende verkiezingen te gaan worden.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 15


FINANCIËLE KRONIEK | MACRO-ECONOMIE

DOOR DE VERKIEZINGSNEDERLAAG VAN SARKOZY KWAM DUITSLAND POLITIEK ALMAAR GEÏSOLEERDER TE STAAN.

president met zijn kersverse democratische legitimiteit dan wel het nodige politieke kapitaal zou hebben om uit de impasse te geraken. En dat zal echt wel nodig zijn, want indien het schuldenplafond wordt bereikt, treden automatisch een aantal besparingen op de uitgaven in werking.

waarmee dan de broodnodige investeringen kunnen worden gefinancierd. Zijn uitdager, Romney (en vooral zijn zeer conservatieve running mate Ryan), pleit voor het verlagen van de belastingen, wat volgens hem de economie zo’n boost zou geven dat de tekorten er toch door zouden verminderen.

Bovendien lopen ook de nog onder Bush gestemde (en door Obama verlengde) belastingvoordelen voor de rijkeren op 1 januari 2013 af. Het gecombineerde effect van wat men de ‘fiscale klif’ is gaan noemen, is dusdanig negatief dat het de VS opnieuw in een recessie zal storten: het begrotingsorgaan van het congres berekende onlangs dat, in dit scenario, de economie in de VS in de eerste jaarhelft van 2013 met maar liefst 2,9% zou krimpen.

De programma’s van beide kampen blinken echter uit in vaagheid over de concrete maatregelen die ze voorstellen, terwijl ook de nodige vraagtekens kunnen worden gezet bij de haalbaarheid ervan. Zo berekende men al dat, onder de door Ryan geformuleerde voorstellen, de uitgaven van alle Amerikaanse overheidsdepartementen in 2020 zelfs lager zouden liggen dan de huidige uitgaven voor defensie alleen…

DE AMERIKAANSE SCHULDENBERG De belabberde financiële situatie van het land lijkt dus de belangrijkste inzet van de komende verkiezingen te zullen worden. De beleidskeuzes die Democraten en Republikeinen daarbij bieden, liggen helemaal in de lijn van hun traditionele recepten. De Democraat Obama staat voor een grotere rol van de overheid in de economie: hij pleit voor meer belastingen, vooral voor de rijkere Amerikanen,

En hoe dan ook zal nog moeten blijken in welke mate de plannen rekening houden met de realiteit van de veroudering van de bevolking en de gegroeide staatsschuld. Ook in de VS is het proces van de veroudering van de bevolking immers definitief op gang gekomen. De verhouding van 65-plussers tot de actieve bevolking zal daardoor evolueren van 4,5/1 nu naar 2,5/1 in 2030. Als men weet dat heel veel van de huidige overheidsuitgaven naar populaire programma’s voor ouderen

16 | Analyses | Herfst - Winter 2012

(vooral het Medicare-programma in de gezondheidszorg) gaan en dat die ouderen een steeds machtigere politieke groep gaan vormen, dan kan men begrijpen dat het verminderen van deze dure en onvoldoende gefinancierde programma’s geen gemakkelijke opdracht zal worden. Met een overheidsschuld die intussen 100% van het BNP overschrijdt, dreigt ook een stijging van de rente (die er toch ooit van moet komen) een harde dobber te worden voor de begrotingssanering. Kortom, aan de, zeker in vergelijking met Europa, relatieve rust in de VS lijkt stilaan een einde te komen. De tot op heden gehanteerde strategie om te pogen uit de crisis te groeien, lijkt achterhaald door ongunstige externe ontwikkelingen, maar evenzeer door het toenemende binnenlandse wantrouwen ten opzichte van de groeiende Amerikaanse schuldenberg. De bevolking beseft dat er in de toekomst fors in eigen vlees zal moeten worden gesneden. De VS lijken er dus niet in geslaagd om de eigen aanzwellende schuldenberg voor te blijven en zullen hierdoor gedwongen worden om eindelijk ook de fiscale onevenwichten aan te pakken. We kunnen alleen maar hopen dat ze hier beter in slagen dan het trieste schouwspel dat Europa bij de crisisbestrijding blijft bieden.


ÿ ANGELA MERKEL - NICOLAS SARKOZY. Het einde van de 'Merkozy'-tandem. HET EINDE VAN ‘MERKOZY’ Europa blijft maar worstelen met de om zich heen grijpende crisis. Bij wijlen leek Europa op een doordeweekse B-film: herhaaldelijk leek men op een totale implosie af te stevenen, om op het laatste moment een uitweg voor het gevaar te vinden en vervolgens weer op een nieuwe hindernis af te stevenen. Het begon al met de suspens rond de Griekse verkiezingen, waarbij de antibesparingspartij Syriza een grote sprong voorwaarts kon maken, maar nipt langs de absolute meerderheid greep. Daarop konden de traditionele partijen een coalitie vormen die het Europese besparingsprogramma verder wil uitvoeren, maar erg stevig hangt die regering niet aan elkaar. De verkiezingen in Frankrijk draaiden, zoals verwacht, uit op een overwinning voor de socialist Hollande, hoewel zittend president Sarkozy in de laatste dagen voor de stemslag nog een stevige inhaalbeweging kon maken. Zijn nederlaag zou niet zonder gevolgen blijven voor de krachtverhoudingen in Europa, en dus voor de aanpak van de crisis. Hollande, die even later ook nog een parlementaire meerderheid in de wacht kon slepen, had zich in de aanloop naar de verkiezingen immers herhaaldelijk bijzonder kritisch uitge-

laten over de, onder Duitse leiding, aan de noodlijdende landen opgelegde soberheidspolitiek. Hij vestigde de aandacht op de noodzaak om ook perspectief te kunnen bieden aan de bevolking van de getroffen staten door de implementatie van een groeistrategie. Na zijn overwinning kreeg hij hiervoor al snel steun vanuit Rome en Madrid, niet toevallig landen die ook zwaar te lijden hebben onder het Duitse besparingsdictaat. Het breken van de ‘tandem Merkozy’ resulteerde er dus in dat Duitsland politiek steeds geïsoleerder kwam te staan. Tegelijk verschoof het accent in de crisisbestrijding hierdoor in de richting van een groeibenadering, een beweging die overigens eind 2011 al was ingezet. Nieuw hierbij was wel dat, teneinde deze groeibenadering de nodige tijd te gunnen om haar effecten te sorteren, de zuiderse landen met Franse steun steeds meer aandrongen op een grotere soepelheid van de kant van het monetair beleid en de ECB. En dat viel niet in goede aarde bij Duitsland en zijn bondgenoten. BACK TO CRISIS De split in zowel de economische als de monetaire visie in Europa werd hierdoor weer eens pijnlijk duidelijk. Een meer eenduidige visie was nochtans dringend noodzakelijk, want

ook boven Europa pakten zich opnieuw steeds meer economische onweerswolken samen. In de eerste maanden van het jaar leek de crisis nog enigszins onder controle door de massale liquiditeitsinjectie die ECB-voorzitter Draghi via de twee LTRO-operaties had uitgevoerd. Bij deze operaties werd voor zo’n EUR 1.000 miljard in totaal met een looptijd van drie jaar tegen een rente van 1% aan de banken uitgeleend. Hiermee kon de ECB een veralgemeende liquiditeitscrisis van het Europese banksysteem voorkomen. Dit zorgde voor een tijdelijke terugkeer van optimisme over de financierbaarheid van de overheden. Men ging er immers van uit dat nu de liquiditeit van de banken gevrijwaard leek, die wel terug een deel van deze gelden zouden herinvesteren in overheidspapier, zodat ook de rente op staatspapier op een aanvaardbaar peil zou blijven. Dit bleek helaas een foute veronderstelling te zijn. Steeds meer werd duidelijk dat het economische groeitempo in Europa, en vooral in het kwetsbare Zuiden, zwaar te lijden had gehad onder de besparingsdrift. Vooral de alarmerende berichten over de dramatische situatie van de Spaanse economie zorgden voor een toenemende onrust. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 17


EINDELIJK WERD DE AANZET GEGEVEN TOT EEN EUROPEES BANKENTOEZICHT ONDER LEIDING VAN DE EUROPESE CENTRALE BANK. ÿ FRANÇOIS HOLLANDE. Pleidooi voor meer perspectief. De instorting van de vastgoedmarkt die op haar beurt in een majeure bancaire crisis uitmondde, bleek, in combinatie met de zware begrotingssanering, te veel voor het industrieel niet competitieve land. De vrees dat de bankencrisis Spanje naar de ondergang dreigde te sleuren, nam hand over hand toe. Toen daarbovenop nog eens bleek dat het ook met de financiën van de zeventien onafhankelijke Spaanse regio’s goed fout liep, verdween het laatste restje vertrouwen in het land. De rente op Spaanse overheidsobligaties liep geleidelijk op: begin mei werd de drempel van 6% overschreden en halverwege juni werd de drempel van 7% bereikt, die door de markten wordt gehanteerd als het absolute maximum voor leefbare financiën.

Europees bankentoezicht te ontwikkelen. De weg daarnaartoe is uiteraard nog lang, maar de aanzet werd tenminste gegeven. Maar wat op korte termijn van kapitaal belang was voor de markten, was de opening die gemaakt werd naar het rechtstreeks her-

kapitaliseren van de banken door het permanente Europese steunfonds ESM, waarbij bovendien (in het geval van Spanje) het fonds zijn positie van bevoorrecht schuldeiser zou laten vallen. Zo hoopte men eindelijk de neerwaartse vicieuze cirkel tussen de overheidsfinanciën en de banken te doorbreken.

SPAANSE EN ITALIAANSE 10-JARIGE RENTE

In het zog daarvan ging ook de rente op Italiaans papier weer zorgwekkend de hoogte in. Kortom, we leken bij de aanvang van de zomervakantie weer helemaal terug in crisismodus. Tegen deze achtergrond greep op 28 en 29 juni weer maar eens een Europese top plaats. Gezien de vaak teleurstellende resultaten uit het verleden waren de verwachtingen hierover niet echt hooggespannen. Maar voor één keer wisten de beleidsmakers de markten in positieve zin te verrassen: er kwamen uit deze topontmoeting enkele interessante nieuwe ideeën voort, vooral in de financiële sfeer. Zo kwam er eindelijk schot in de noodzaak om, onder leiding van de ECB, een effectief

18 | Analyses | Herfst - Winter 2012

Bron : Thomson Reuters Datastream


MACRO-ECONOMIE | FINANCIËLE KRONIEK

HET TABOE VAN EEN GRIEKSE EXIT UIT DE EURO IS ALLANG VERDWENEN. DIT SCENARIO KRIJGT STEEDS MEER AANDACHT OP DE ANALYSEAFDELINGEN VAN DE BANKEN EN ONGETWIJFELD OOK VAN DE ECB.

Dit was vooral van belang voor de Spaanse situatie en er werd dan ook een reddingsplan van EUR 100 miljard in het vooruitzicht gesteld voor de Spaanse banken. De markten reageerden in eerste instantie opgelucht op deze beslissingen.

HET VOLK RADELOOS, DE LEIDERS REDELOOS, HET LAND REDDELOOS? Helaas bleek ook nu weer de vreugde van korte duur te zijn. Om te kunnen worden geïmplementeerd, moest het plan immers nog een aantal moeilijke hordes nemen van

zowel politieke als juridische aard. Op politiek vlak kreeg Merkel onmiddellijk na haar terugkeer in haar thuisland de wind van voren: de pers verweet haar veel te veel te hebben toegegeven aan het Zuiden. Vooral de constructie van het ESM werd

ÿ HERMAN VAN ROMPUY - JOSÉ MANUEL BARROSO. De Europese top van eind juni verraste in positieve zin. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 19


FINANCIËLE KRONIEK | MACRO-ECONOMIE

“DE CUP KUNNEN SPANJE OF ITALIË KRIJGEN. ONZE RATING NIET.” (DE NEDERLANDSE PREMIER MARK RUTTE) ÿ BERLIJN. Duits protest tegen ‘te veel Europese solidariteit’. haar aangerekend, omdat Merkel zo, via de achterdeur, de in Duitsland verfoeide eurobonds zou hebben gecreëerd. En daar is iets voor te zeggen: het ESM gaat immers geld lenen op de kapitaalmarkt om steun aan de noodlijdende banken en overheden te geven, waarbij de deelnemende landen echter garant staan voor de terugbetaling van de door het ESM ontleende bedragen. Hierdoor dragen deze landen dus in feite gemeenschappelijk het risico voor hulp die met ESMkapitaal wordt gefinancierd en op termijn niet wordt terugbetaald: de facto komt dit neer op een eurobond. De Duitse pers was niet mals voor deze etatisering van private schulden, die ook onvermijdelijk op de kredietwaardigheid van Duitsland moet wegen. Ook in andere landen groeide het verzet tegen deze steun. Zo blokletterde de website van de Nederlandse VVD (de partij van ontslagnemend premier Rutte) op de dag dat Spanje en Italië elkaar in de finale van het EK voetbal bekampten: “De cup kunnen ze hebben, onze rating niet”. Al zal bij deze uitspraak ook wel de frustratie over het voor Oranje zelf mislukte EK hebben meegespeeld, het toont aan dat de publieke opinie in de steunverlenende noordelijke landen zich steeds meer begint te kanten tegen wat als oncontroleerbare geldstromen naar de

20 | Analyses | Herfst - Winter 2012

hervormingen weigerende zuidelijke staten wordt gezien. Naast deze groeiende weerzin van de bevolking in het Noorden wacht de reddingsoperatie nog een belangrijke legale horde. In Duitsland is er namelijk een klacht bij het Grondwettelijk Hof neergelegd tegen de op 29/06/12 door het parlement goedgekeurde oprichting van het ESM. Bij de oprichting van de muntunie in het fameuze verdrag van Maastricht was er immers een expliciete en strenge niet-bijstandsclausule (‘no bail-out’) afgesproken, waarbij het de individuele lidstaten verboden werd borg te gaan staan voor de schulden van andere lidstaten. Op die manier wou men bekomen dat de lidstaten voldoende financiële discipline aan de dag zouden leggen, omdat ze wisten dat andere staten hen niet zouden bijspringen. Wat niet het geval is, zoals de gebeurtenissen van de voorbije jaren intussen ten overvloede hebben aangetoond. De reddingsboei die het ESM moet worden, staat echter haaks op het principe dat elk voor zijn eigen schulden moet instaan en is dus volgens de klagers ongrondwettelijk. Wat meteen de basis voor de Europese reddingsplannen weer op een wankele juridische voet plaatst. En dus begon de rente

op Spaans en Italiaans papier na een korte pauze weer sterk te stijgen. Eind juli piekte de Spaanse 10-jaarsrente op meer dan 7,5%, terwijl de Italiaanse ook terug boven de 6,5% opliep. Niemand leek nog te weten wat te beginnen. De situatie begon sterk te lijken op wat een middeleeuwse kroniekschrijver ooit over de lage landen neerpende: het volk is radeloos, zijn leiders redeloos, het land reddeloos. SUPER MARIO IN EEN HELDENROL Hoog tijd dus voor de enige instantie die nog over de capaciteit beschikte om snel en beslissend op te treden om te hulp te schieten: de ECB. ECB-voorzitter Mario Draghi liet eind juli bij een voordracht in Londen verstaan dat de ECB klaarstond om in te grijpen om de uit de hand lopende rentes in de perifere landen terug te dringen door opnieuw over te gaan tot steunaankopen van deze bonds. En hij voegde eraan toe dat men hem op zijn woord kon geloven dat het genoeg zou zijn. De markt reageerde euforisch en de rentes vielen dadelijk terug. Maar Draghi had zich met zijn ronkende verklaring natuurlijk wel in een positie gewerkt waarin hij de hooggespannen verwachtingen moest honoreren, wilde hij een bloedbad op de markt vermijden. Toen hij na de ECB-


MACRO-ECONOMIE | FINANCIËLE KRONIEK

meeting van begin augustus verklaarde dat de ECB bereid was vooral de kortlopende obligaties van de meest getroffen landen te kopen op voorwaarde dat die een officiële aanvraag voor steun indienden, reageerde de markt in eerste instantie dus teleurgesteld. Dat sloeg bij een tweede lezing van de verklaring terug om in voorzichtig optimisme. Het begon de markt te dagen dat ‘Super Mario’ het toch bijzonder clever aan boord had gelegd. Door een land immers te dwingen een officiële steunaanvraag in te dienen, moest het ook de condities aanvaarden die met zo’n aanvraag gepaard gaan. En door zich op de korteretermijnobligaties te concentreren, hield de ECB ook een stevige stok achter de deur om het land onder druk te zetten, mocht het zijn saneringsinspanningen staken. Indien de ECB immers met zijn aankopen zou stoppen, zou het land op zeer korte termijn weer worden geconfronteerd met stijgende rentetarieven. De ECB-voorzitter wou dus duidelijk geen blanco cheque geven aan de meest hulpbehoevende landen, wat waarschijnlijk de enige manier was om de noordelijke landen aan boord te houden. Dat dit nodig is, bleek nog maar eens uit een in augustus afgenomen enquête: nog nauwelijks een kwart

van de Duitsers vindt dat Griekenland in de eurozone moet blijven of verdere steun van andere landen moet krijgen. Het is dan ook geen toeval dat Draghi zich in een open brief, die eind augustus in de financiële krant ‘Die Zeit’ gepubliceerd werd, rechtstreeks tot de Duitsers richtte om meer goodwill te creëren voor zijn crisisplannen. OP ZOEK NAAR DE GULDEN MIDDENWEG De ECB-voorzitter ziet zich inderdaad geconfronteerd met een moeilijke evenwichtsoefening bij het verzoenen van verschillende fundamentele visies op het monetair beleid en dus ook van de rol die de ECB bij de verdere bestrijding van de crisis moet spelen. Berlijn wil dat, in de lijn van de vroegere Bundesbanktraditie, het monetair beleid absoluut en eenzijdig is afgestemd op inflatiebestrijding. Daarom moet de centrale bank ook volledig onafhankelijk zijn van het altijd veel te veel belovende politieke gezag. De Duitsers namen aan dat die visie ook in het Euroverdrag was gebetonneerd en voelen zich nu dus gerold door het sluipende monetariseren van de zuiderse schulden. De traditie van de zuiderse landen (en vooral van de van oudsher centralistisch ingestelde

MARIO DRAGHI MOET FUNDAMENTEEL VERSCHILLENDE VISIES OP HET MONETAIR BELEID MET ELKAAR VERZOENEN.

ÿ MARIO DRAGHI. Bijzonder clevere aanpak. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 21


TRIODOS BANK | FINANCIËLE KRONIEK

ÿ EXKI. Triodos Bank steunt het concept van gezonde fastfood.

ÿ ATHENE - MADRID. Protest tegen het Europese project. Fransen) is echter dat het financieel beleid een instrument is dat evenzeer aan de politieke autoriteiten onderworpen is. Zij begrijpen de obstinate weigering van de Duitsers om hen nu te helpen dus niet en voelen de Duitse eisen aan als een ongepaste inmenging in hun interne aangelegenheden en dus als een aanslag op hun soevereiniteit. Dat ze door hun toetreding tot de euro die soevereiniteit de facto hebben opgegeven en dat tegenover de vraag om steun ook de verplichting staat tot pijnlijke hervormingen, schijnt niet echt tot hen door te dringen.

EUROPA IS STILAAN AL ZIJN GELOOFWAARDIGHEID AAN HET VERLIEZEN BIJ EEN GROOT DEEL VAN DE JONGE BEVOLKING. 22 | Analyses | Herfst - Winter 2012

Draghi probeert nu een pragmatische middenweg tussen de twee benaderingen te vinden om met zo weinig mogelijk verdere economische schade uit de crisis te geraken. Hij beseft dat een nog langer aanhoudende status-quo economisch ondoelmatig, politiek polariserend en sociaal onaanvaardbaar is. Het grote drama van de crisis is dat Europa bij een groot deel van de jonge bevolking stilaan al zijn geloofwaardigheid aan het verliezen is als een nobel en na te streven project voor het handhaven van vrede en voorspoed.

Met in Spanje en Griekenland een werkloosheid van 25% en een jeugdwerkloosheid van meer dan 50% worden inderdaad de donkerste cijfers van de depressie van de jaren 1930 bereikt. Dit totale gebrek aan perspectief in hun thuisland zorgt ervoor dat hele hordes jonge Ieren, Grieken en Spanjaarden emigreren op zoek naar een betere toekomst, hetzij in de rijkere noordelijke landen, hetzij in de VS, Canada of Zuid-Amerika. Deze groeiende massa van ‘angry young men’ is evenmin bevorderlijk voor politieke stabiliteit en gematigdheid. Dat besef wint intussen ook in Duitsland veld. Getuige daarvan een veelbesproken opiniestuk dat de gewezen Duitse minister van Buitenlandse Zaken Joska Fisher eind mei publiceerde. Vooral de conclusie van zijn opiniestuk “The treat of German amnesia” ging over de tong, omdat het een openlijke verwijzing bevatte naar het Duitse oorlogsverleden. Fisher stelde daarin namelijk dat Duitsland moet oppassen dat het, hoewel dit keer met de beste bedoelingen, niet voor de derde keer in een eeuw de totale vernietiging over Europa ook over zichzelf gaat afroepen.


VOOR DE ZO OP INTERNE RUST GESTELDE CHINESE LEIDERS ZIJN DE OPLOPENDE SOCIALE SPANNINGEN SLECHT NIEUWS. CHINA: TRAGER MAAR EVENWICHTIGER De rest van de wereld kon niet onberoerd blijven door de verwikkelingen in Europa en de VS. De vertragende economie in de westerse wereld moest wel een impact hebben op de prestaties van de exportnatie bij uitstek, China. En het tempo van de Chinese economie viel inderdaad ook gevoelig terug. Daar waar de groei van het land in het verleden lange tijd gemiddeld zo’n 10%/jaar beliep, zakte het tempo in het voorbije half jaar tot iets meer dan 7%. Toch kan men zich de vraag stellen of de Chinese leiders daar nu zeer ongelukkig om zijn. De periode dat China op een zo hoog mogelijke groei mikte, lijkt inderdaad voorbij. Het land streeft nu een meer houdbaar en kwalitatief evenwichtiger groeitempo na, met meer aandacht voor duurzaamheid en een betere spreiding van de vruchten van de groei. China werd immers meer en meer geconfronteerd met de destabiliserende effecten van het verschroeiende groeitempo van de afgelopen twintig jaar. Zelfs dit enorme

land botste steeds meer met interne capaciteitsgrenzen qua arbeidskrachten (zeker voor hooggeschoolde arbeid, maar ook in toenemende mate voor laaggeschoolden) en leefruimte (in de dichtbevolkte en sterk vervuilde steden en kuststreek), en met logistieke aanvoer- en transportproblemen om de enorme stromen van goederen en grondstoffen in goede banen te leiden. De groei liep dan ook steeds vaker vast in endemisch wordende inflatoire spanningen. Ook het financiële model achter de ongebreidelde groei werd meer en meer in vraag gesteld, waarbij er heel wat onrust bestaat over de vastgoedmarkt en de daaraan verbonden gezondheid van het financiële systeem. Tenslotte lopen ook de sociale spanningen scherp op. Voor de zo op interne rust en kalmte gestelde Chinese leiders moet vooral dit laatste slecht nieuws zijn geweest. Het Chinese leiderschap, dat de komende maanden overigens bijna compleet wordt vervangen, lijkt tot het besef te zijn gekomen dat men het over een andere boeg moet gooien, wil de partij haar machtsmonopolie blijven

behouden. Het groeitempo moet naar omlaag en de negatieve sociale en milieutechnische kanten van de periode van ongebreidelde groei moeten worden gemilderd. Premier Wen Jiabao kondigde, tot verbazing van het Westen, aan dat de groeidoelstelling voor het volgende vijfjarenplan werd teruggebracht tot een naar Chinese normen erg bescheiden 7,5%. Tegelijk worden heel wat initiatieven genomen om de vervuiling terug te dringen. Waarschijnlijk worden achter de schermen ook wel initiatieven ontplooid om de sociale situatie van heel wat Chinezen te verbeteren, zonder dat hier veel ruchtbaarheid aan wordt gegeven. Aan de politieke verzuchtingen van een deel van de bevolking wordt evenwel niet tegemoetgekomen: de overheid blijft stug vasthouden aan haar monopolie op informatiegebied en aan haar machtsmonopolie. Deze tragere groei in wat nog de enige structurele groeipool van de wereldeconomie was, kon voor sommigen in het Westen niet op een slechter moment vallen. Toch heeft het ook zijn voordelen: het zou moeten bijdragen tot een minder snelle stijging van de energie- en grondstoffenprijzen, waardoor Herfst - Winter 2012 | Analyses | 23


ÿ AUTOFABRIEK IN CHINA. De grenzen van de arbeidscapaciteit zijn bereikt. ook bij ons de rente zonder problemen laag kan worden gehouden. En op termijn zal misschien blijken dat een wat tragere, maar evenwichtigere groei waarschijnlijk te verkiezen is boven een ‘boom-bust’ cyclus, waarbij een snelle groei wordt gevolgd door een plotse ineenstorting. Dat blijkt nu al uit de gebeurtenissen in China: de tragere groei zorgde inderdaad al voor een uitgesproken terugval van het inflatietempo, waardoor de Chinese autoriteiten hun monetair beleid konden versoepelen en zo enig tegenwicht kunnen bieden aan de vertraging van de wereldeconomie. CONCLUSIE Het ziet ernaar uit dat we Churchills advies dus voor lief zullen moeten nemen en dat we noodgedwongen nog een tijd door de crisishel zullen moeten gaan alvorens de economische hemel weer zal opklaren. In de VS lijken, met de verkiezingen in zicht, de lang voor zich uitgeduwde beslissingen over de penibele begrotingssituatie en vooral over de niet door voorzieningen gedekte sociale beloftes eindelijk aan de orde van de dag. Hierover zal nog menig verhit debat worden gevoerd en de uiteindelijke maatregelen zullen in elk geval weinig goeds betekenen voor de toch al magere groeiprestaties van de Ame-

24 | Analyses | Herfst - Winter 2012

rikaanse economie. De monetaire stimuli zullen dan ook moeten worden behouden en wellicht nog moeten worden versterkt.

Ook China ziet zijn groei afnemen, maar lijkt deze groeivertraging vooral aan te grijpen om intern orde op zaken te stel-

INFLATIE IN CHINA

Bron : Thomson Reuters Datastream


MACRO-ECONOMIE | FINANCIËLE KRONIEK

len en de oververhitting af te remmen. In Europa woedt de crisis intussen volop verder. De positieve kant is dat er zeker vooruitgang wordt geboekt bij de crisisbestrijding: vooral de desastreuze vicieuze cirkel tussen het financieel systeem en de overheid wordt nu effectief aangepakt. Maar anderzijds is er nog steeds geen veralgemeende consensus over de totale crisisaanpak. Vooral de allicht nodige collectivisering van althans een deel van de schulden van het Zuiden blijft een groot struikelblok voor de Europese bewindvoerders. Draghi poogt hiertoe een brug te slaan tussen de visies van Noord en Zuid, maar het blijft de vraag of hij die tijdig zal vinden om alsnog een veralgemeend debacle af te wenden. Waarschijnlijk zal hij wel eens denken aan een andere uitspraak van Churchill die we hier even parafraseren: “Je kan steeds op de politiek rekenen om de juiste beslissingen te nemen, maar pas nadat ze al de rest hebben geprobeerd.”

“JE KAN STEEDS OP DE POLITIEK REKENEN OM DE JUISTE BESLISSINGEN TE NEMEN, MAAR PAS NADAT ZE AL DE REST HEBBEN GEPROBEERD.” (WINSTON CHURCHILL)

ÿ PREMIER WEN JIABAO. China mag trager groeien. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 25


SECTORALE ANALYSE | LUXE

DE LUXESECTOR IN HET LICHT VAN DE ECONOMISCHE CYCLUS

WAT EEN

LUXE FOTO’S © ROULARTA / REPORTERS AGENCY

SANDRINE de MOERLOOSE, Financial Analyst, Puilaetco Dewaay.

De luxesector is één van de sectoren die het meest blootgesteld zijn aan de privéconsumptie en aan de stijgende koopkracht in de opkomende landen. Terwijl het aandeel van de uitgaven aan luxeproducten in de opkomende landen in 1999 nauwelijks 15% van de wereldverkopen van de luxe-industrie vertegenwoordigde, schat men dit nu op circa 40% en sommige voorspellingen rekenen op een aandeel van 60% tegen het einde van dit decennium.

I

n 2011 heeft de luxesector geprofiteerd van de gretigheid van de beleggers naar waarden met een grote blootstelling aan de opkomende markten, een sterke generering van cashflow en vooral een stevige capaciteit om hun rentabiliteit te verhogen door prijsstijgingen, doorgaans ‘pricing power’ genoemd. De beursperformance van de sector over het eerste kwartaal 2012 was gunstig georiënteerd, onder impuls van de publicatie van mooie resultaten en van goed gevulde orderboeken op de wereldbeurs voor uurwerken en juwelen in Bazel (Zwitserland).

Cartier betreffende de groeivooruitzichten van de luxehorloges en de juwelenverkoop, alsook het dalende ritme van de verkoopgroei van Burberry, getuige de recente publicatie van cijfers onder de verwachtingen.

ÿ LVMH, AANDEELHOUDERSVERGADERING. Bij de besten van de industrie.

Midden maart begon de markt zich echter zorgen te maken over een mogelijke vertraging van de Chinese economie en ontstond er een zekere vrees voor een cyclusommekeer. Verschillende gebeurtenissen gaven aanleiding tot ongerustheid. In de eerste plaats waren er de dalende exportverkopen van de Zwitserse horloge-industrie in april, waardoor al snel vragen rezen omtrent de duurzaamheid van de tweecijferige verkoopgroei van sommige luxebedrijven (Swatch, LVMH, Richemont, Hermès, …). Vervolgens waren er de verontrustende boodschappen van enkele distributeurs van grote luxemerken in China, de beslissing van de regering in Beijing (Peking) om het gebruik van openbaar geld voor luxeaankopen te verbieden, de uitspraken van de voorzitter van het merk

26 | Analyses | Herfst - Winter 2012


LUXE | ANALYSE SECTORIELLE

LVMH IS EEN VAN DE ZELDZAME SPELERS DIE IN VERSCHEIDENE LUXEACTIVITEITEN AANWEZIG IS MET TOPMERKEN MET EEN ONGEËVENAARDE ‘PRICING POWER’.

ÿ BAZEL. WERELDBEURS

VOOR UURWERKEN EN JUWELEN. Goed gevulde orderboeken.


SECTORALE ANALYSE | LUXE

IN CRISISTIJDEN HOUDT DE ‘SOFT LUXURY’ BETER STAND DAN DE ‘HARD LUXURY’ DOOR ZIJN LAGERE CONJUNCTUURGEVOELIGHEID.

ÿ LUXEBOETIEK IN CHINA. De regering verbiedt het gebruik van openbaar geld voor luxeaankopen.

SOFT OF HARD LUXURY? Vandaag zijn de beleggers verdeeld tussen, enerzijds, enkele signalen die wijzen op een mogelijke vertraging van de vraag naar luxeartikelen en, anderzijds, de goede performances die onlangs door de leiders van de industrie (LVMH, Swatch) geregistreerd werden. Rekening houdend met deze vaststelling, ne-

ÿ Grafiek : Soft luxury companies - Slower growing but less cyclical

men wij een voorzichtige houding aan door de voorkeur te geven aan de zogenaamde ‘soft luxury’ ten nadele van de ‘hard luxury’. Veel specialisten maken bij hun analyse van de luxe-industrie een onderscheid tussen twee segmenten: de ‘soft luxury’ en de ‘hard luxury’. Het eerste segment omvat lederwaren en parfums die gecommercialiseerd worden door een onderneming zoals LVMH. Het tweede bestaat uit gespecialiseerde spelers in uurwerken en juwelen, zoals Swatch en Richemont. In het verleden heeft men kunnen vaststellen dat in crisistijden de ‘soft luxury’ beter standhoudt dan de ‘hard luxury’ door zijn lagere conjunctuurgevoeligheid. De hoge prijzen van de ‘hard luxury’ verklaren immers dat er dikwijls moeilijker een aankoopbeslissing genomen wordt dan voor de ‘soft luxury’.

Bron: BofA Merrill Lynch Global Luxury Goods Research estimates

28 | Analyses | Herfst - Winter 2012

Logischerwijs hebben de groepen van de ‘soft luxury’ de voorbije maanden het minst te lijden gehad, maar in geval van een herstel van de markten zullen ze waarschijnlijk niet zo goed presteren als de waarden van de ‘hard luxury’.


LUXE | SECTORALE ANALYSE

WIJ BLIJVEN OPLETTEN VOOR ELK MERKBAAR TEKEN VAN EEN CYCLUSOMMEKEER VOOR DE LUXE-INDUSTRIE.

ÿ NICK HAYEK, TOPMAN VAN SWATCH. “De vroegere groeiniveaus zijn niet houdbaar op lange termijn.” VOORZICHTIGHEID GEBODEN Ter herinnering, aan het einde van het eerste kwartaal kreeg de ‘hard luxury’ af te rekenen met de ongerustheid over een economische vertraging in China, een zeer belangrijke exportmarkt. Vandaag gaat onze voorkeur uit naar de ‘soft luxury’, met LVMH als onze favoriete waarde. Deze Franse leider, die financieel zeer solide is, is in staat om uit zijn activiteiten een sterke cashflow te genereren, die tot de besten van de industrie behoort. LVMH is één van de zeldzame spelers die in

verscheidene luxeactiviteiten aanwezig is met topmerken met een ongeëvenaarde ‘pricing power’. Louis Vuitton (dat bijna 60% van het operationeel resultaat van de groep vertegenwoordigt) is ongetwijfeld het merk dat de groep heeft toegelaten om de laatste crisis van 2008-2009 ongeschonden door te komen. We blijven opletten voor elk merkbaar teken van een cyclusommekeer voor de luxeindustrie. Zoals Nick Hayek – topman van Swatch – heeft gezegd : “De markt zal beetje

bij beetje moeten wennen aan redelijke groeicijfers in de luxesector en moeten aanvaarden dat de vroegere groeiniveaus niet houdbaar zijn op lange termijn.” Voor 2012 blijven de beleggers weliswaar relatief positief ten aanzien van de gunstige laatste vooruitzichten die bij de publicatie van de tweedekwartaalresultaten bekendgemaakt werden, maar toch lijkt volgend jaar reeds rekening te houden met een groeivertraging als gevolg van de talrijke onzekerheden.

CONCLUSIE

KIEZEN VOOR STERKE MERKEN In een context die gekenmerkt wordt door de hoge volatiliteit van de markten en door de onzekerheden over de macro-economische evolutie, blijven wij opteren voor bedrijven met zeer sterke merken, een goede geografische diversificatie, een solide balans en een recurrente cashflow.

ÿ BERNARD FORNAS, TOPMAN VAN CARTIER. “De frivole tijden zijn voorbij. Al is er allerminst reden om pessimistisch te zijn. Integendeel.”

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 29


SECTORALE ANALYSE | TELECOM

HOE ZICH POSITIONEREN IN DE

TELECOMSECTOR? FOTO’S © ROULARTA / REPORTERS AGENCY

SANDRINE de MOERLOOSE, Financial Analyst, Puilaetco Dewaay.

Sinds 2011 hebben wij de telecomsector in onze beleggingsaanbevelingen neerwaarts bijgesteld tot een onderweging. Ondanks de lage waardering van deze sector blijven de structurele problemen aanhouden: de geldende (of toekomstige) reglementering inzake roamingtarieven tussen nationale en buitenlandse operatoren, de hoge (en zelfs overdreven) schuldenlast van de bedrijven en de concurrentie in een markt met overcapaciteit.

O

ver het algemeen zijn deze bedrijven sterk blootgesteld aan Europa. De huidige macroeconomische omgeving helpt de operationele performances in deze sector dus geenszins vooruit. In deze context is de stijging van de schuldenlast van die aard dat hij op de balans van de telecombedrijven begint te wegen. Er werd reeds een eerste maal gesnoeid in tal van dividenden in de sector en de kans bestaat dat er binnenkort een tweede ronde volgt. Door de dalende business zijn de telecombedrijven niet meer in staat om even hoge dividenden uit te keren als in het verleden. Sommige bedrijven, zoals Telefonica, hebben zelfs besloten om hun volgende dividenduitkering volledig te schrappen teneinde hun schuldenlast te kunnen verminderen. Bovendien hebben de telecombedrijven een zekere vertraging opgelopen bij de uitbouw van het vezelnetwerk, een nieuwe technologie die een snellere gegevensoverdracht via het vaste net mogelijk maakt (telefonie, internet, ...), wat belangrijke investeringen met zich zal meebrengen en dus een negatieve impact zal hebben op de beschikbare cash om de aandeelhouders te vergoeden. De sector zal in de toekomst het hoofd moeten bieden aan een aantal risico’s en uitdagingen: een verlaging van de schuldenlast en van de dividenden tot een houdbaarder niveau, investeringen in de verbetering van de communicatienetwerken, de uitbouw van de vierde generatie van mobiele netwerken, ... De sector is dus in volle beweging. Hiermee rekening houdend, hebben wij besloten om een nieuw aandeel aan onze lijst van aanbevolen waarden toe te voegen: Telenor.

30 | Analyses | Herfst - Winter 2012

TELENOR: EEN VEELBELOVENDE BELEGGING Telenor is een Noors bedrijf. Het is één van de grootste gsm-operatoren ter wereld – i.e. zijn hoofdactiviteit – die eveneens vaste telefonie, internet, kabel- en satelliettelevisie aanbiedt. Het bedrijf is rechtstreeks aanwezig in 11 markten en bezit daarnaast activiteiten in nog 19 andere landen via een participatie in VimpelCom (Rusland), één van de grootste aanbieders van telecomdiensten. Europa vertegenwoordigt amper de helft van zijn omzetcijfer. Zijn Europese inkomsten worden hoofdzakelijk gerealiseerd in de noordelijke landen (27 % in zijn thuismarkt), die minder getroffen zijn door de problemen rond de overheidsschuldencrisis en de recessie in Europa. Een niet te verwaarlozen deel van zijn inkomsten resulteert uit zijn aanwezigheid in opkomende landen in Azië, waar de telecomactiviteiten sterk in de lift zitten. In tegenstelling tot de meeste operatoren is Telenor, samen met Telenet, één van de wei-

DOOR DE DALENDE BUSINESS KUNNEN DE TELECOMBEDRIJVEN NIET MEER EVEN HOGE DIVIDENDEN UITKEREN ALS IN HET VERLEDEN.


ENGAGEMENT INDIVIDUEL DE PENSION | NOS SERVICES

ÿ TELECOMMUNICATIE. Sector in volle beweging. nigen die de komende jaren nog een groei van hun activiteiten zullen registreren. Dat zou het bedrijf eveneens moeten toelaten om zijn dividend, dat momenteel een rendement van 5 % biedt, geleidelijk te verhogen. Door zijn sterke blootstelling aan de mobiele markt kan Telenor bovendien deelnemen aan de overgang van de gesproken communicatie (telefoongesprekken) naar de datacommunicatie (mobiel internet), een activiteit die winstgevender is. Het bedrijf heeft eveneens één van de laagste schuldenlasten in de markt en deze wordt beheerd vanuit het oogpunt om hem mettertijd nog verder te verminderen. Tot slot biedt een belegging in het aandeel Telenor een blootstelling aan de Noorse kroon (NOK), een ‘vluchtvaluta’ in deze crisisperiode. TELENET VERHOOGT ZIJN SCHULDENLAST Telenet, dat één van onze favoriete waarden uit de sector was, heeft onze lijst van aanbevolen waarden verlaten. Midden augustus heeft het bedrijf aangekondigd dat het zijn schuldenlast nog met 25 % zou

gaan verhogen, terwijl deze reeds het dubbele van het sectorgemiddelde bedroeg. Er is geen enkele overname op korte termijn gepland, maar deze financiering zal worden aangewend om 18 % van zijn aandelen op de markt terug te kopen aan 35 EUR per aandeel, inclusief 3,25 EUR/aandeel voor de kapitaalvermindering van eind augustus. Dat zal de hoofdaandeelhouder van Telenet – Liberty Global – toelaten om zijn parti-

cipatie op te trekken van 50 % tot 62 %, en dit zonder een premie aan de minderheidsaandeelhouders te betalen. Aangezien Telenet een zeer hoge schuldenlast en een negatief eigen vermogen heeft en onze beleggingsdoelstelling inmiddels werd bereikt na de goede perfomance van het aandeel, opteren wij ervoor om deze waarde uit onze lijst van aanbevolen waarden te schrappen.

CONCLUSIE

DE UITZONDERING BEVESTIGT DE REGEL Ondanks de hoge dividenden die deze sector biedt, hebben de structurele, concurrentiële en regulerende problemen een negatieve impact op de meeste waarden van de sector. Eén waarde ontspringt echter de dans: Telenor. Dit bedrijf slaagt er nog steeds in om groei en rendement voor de aandeelhouder te combineren, dankzij zijn ontwikkeling in producten van een nieuwe generatie (digitale televisie, smartphones, …) en zijn aanwezigheid in landen waar de telecomsector nog niet matuur is (opkomende landen).

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 31


SECTORALE ANALYSE | MEDIA

EEN SECTOR IN BEWEGING

DE

MEDIASECTOR

FOTO’S © ROULARTA / REPORTERS AGENCY

MARC ERNAELSTEEN, Head of Equities, Puilaetco Dewaay.

Over een periode van een tiental jaar onderging de mediasector een echte revolutie met de opkomst en vervolgens de explosie van internet en Google, de opkomst van de sociale netwerken (Facebook, YouTube, Twitter, …), de ontwikkeling van de interactieve televisie en de toename van de communicatiekanalen. De verandering van bepaalde consumptiepatronen, de fragmentatie van het publiek en de toenemende complexiteit door de interactiviteit tussen alle verschillende spelers zorgen voor een verhoogde concurrentie in de media-industrie. Daarbij komt de globalisering gericht op de economieën met een ‘ sterke groei’ en de ontwikkeling van de digitale activiteiten.

D

e digitalisering en de opkomende markten zijn dus twee structurele veranderingen die de mediaindustrie door elkaar schudden, met aan het einde van de rit winnaars en verliezers. Rekening houdend met de digitalisering van de media gaat de reclame op internet nog mooie dagen tegemoet, ook al is er een hevige concurrentiestrijd tussen de spelers. Deze vaststelling staat als een paal boven water ondanks een vertraging van de wereldwijde groei. De traditionele media (tv, radio, pers, ...) hebben het zwaarder te verduren. In deze tak is enkel het segment van de reclamebureaus in staat om ten volle te profiteren van de razendsnelle digitalisering. Deze nieuwe complexiteit van het medialandschap, de interactiviteit met de consument en de toename van de adverteerders met de komst van nieuwe spelers uit de opkomende landen en uit het segment van de nieuwe mediadragers vereisen dat de reclamebureaus als ‘waardecreëerders’ worden beschouwd door hun cliënten, die zelf geconfronteerd worden met de uitdagingen van het internet (e-commerce) en met de mondialisering. De toenemende bevolking ontdekt en selecteert wat ze wil, waar en wanneer zij het wil. De cliënten van de reclamebureaus zijn vandaag op zoek naar creatieve en verrassende ideeën om zich uit te drukken in een gefragmenteerd en zelfs verzadigd communicatielandschap. Evenzo hebben ze nood aan een grotere bekwaamheid, zowel inzake het gebruik van (nieuwe) technologieën als inzake de interpretatie van gegevens, opdat de ideeën of boodschappen specifiek de aandacht trekken van de beoogde personen. Het is een beroep dat de emotie van de mensen bespeelt.

32 | Analyses | Herfst - Winter 2012

GEDIVERSIFIEERDE DIENSTEN Om te beantwoorden aan deze vraag naar gevarieerde reclame- en communicatiediensten, evenals aan de specifieke behoeften van elke cliënt worden de diensten die de spelers van deze sector aanbieden, gegroepeerd in de volgende categorieën : de klassieke reclame, de gespecialiseerde bureaus en andere marketingdiensten, en het advies en de aankoop van advertentieruimte. De klassieke reclame kan, volgens een door Publicis gebruikte formulering, worden samengevat als ‘globaal denken en lokaal handelen’. Het is een noodzaak voor adverteerders, omdat merken vandaag meer en meer wereldwijd gaan. De missie van de reclamebureaus en de netwerken bestaat erin om met ideeën op de proppen te komen die universeel zijn en over de grenzen heen reiken, maar die tegelijkertijd ook aanpasbaar zijn aan elke lokale markt, zodat de consument zich deze ideeën gemakkelijk en doeltreffend eigen kan maken.

DE DIGITALISERING EN DE OPKOMENDE MARKTEN ZIJN TWEE STRUCTURELE VERANDERINGEN DIE DE MEDIAINDUSTRIE DOOR ELKAAR SCHUDDEN.


ENGAGEMENT INDIVIDUEL DE PENSION | NOS SERVICES

ÿ DE TECHNOLOGIEBEURS IFA IN BERLIJN. De nieuwe complexiteit van het media-universum. De gespecialiseerde bureaus en marketingdiensten (in het vak gekend als SAMS) omvatten een geheel van aanvullende of vervangende instrumenten voor reclame binnen eenzelfde communicatiecampagne, bestemd voor specifieke doelgroepen of producten (meer bepaald communicatie die verband houdt met de medische, de institutionele of de financiële wereld, de evenementiële strategie, public relations of de opbouw van een merkimago, ...). Dit omvat eveneens interactieve communicatiediensten (ontwerp van websites, intranet, advies inzake direct marketing, deskundigheid inzake sociale netwerken van de e-commerce, ofwel alle web- en mobiele communicatie). Tot slot zal het advies en de aankoop van mediaruimte, met behulp van informaticamiddelen, een analyse van het gedrag van de doelconsumenten doorvoeren en, aan de hand van publieksmetingen van de verschillende mediadragers, aan de cliënt een optimale selectie van advertentieruimte (radio, tv, pers, web, …) voorstellen met een plan aangepast aan de commerciële strategie van de cliënt. Het gaat er hier om de cliënten te overtuigen van de effectieve performance van een reclame-investering.

ÿ E-READER VS. KLASSIEKE KIOSK. De scherpe concurrentie van de communciatiekanalen.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 33


ÿ CONNECTIVITEIT. Er is een sterke digitalisering van de media (o.a. via sociale sites als LinkedIn en Facebook).

VOORUITZICHTEN EN VOORZORGEN In termen van vooruitzichten, in een context van een vertraging van de wereldwijde economische groei die meer bepaald te wijten is aan de huidige recessie in een groot deel van de eurozone, menen wij dat deze omstandigheden reeds in de huidige waarderingen van de reclamebureaus vervat zijn. Enkel het bruusk stilvallen van de wereldactiviteit, zoals dat eind 2008 het geval was, zou een tegenvaller zijn. In het segment van de reclamebureaus dient men trouwens voor elke speler met de volgende factoren rekening te houden alvorens tot een belegging over te gaan: • zijn strategie inzake blootstelling aan de digitalisering, wetende dat dit soort media binnen vijf jaar minstens 25% van de reclamebudgetten zou moeten vertegenwoordigen,

• zijn geografische keuzes in Europa en in de Verenigde Staten, • zijn positie ten aanzien van de ontwikkeling van de privéconsumptie in de opkomende landen (een nog steeds actueel thema). Aangezien de groeistrategie in de reclamesector (waarvan het belangrijkste actief de creativiteit van het menselijk kapitaal is) eveneens door overnames – de laatste was het bod van Dentsu (Japan) op Aegis (Verenigd Koninkrijk) – verwezenlijkt wordt, dient men een correcte beoordeling te maken van het consolidatie- en integratievermogen van de overnemers met het oog op waardecreatie voor de aandeelhouders. Tot slot dient men te kijken naar de mate van rendabele groei en meer in het bijzonder naar de winstmarge die de verschillende spelers

ÿ STRAATCAMPAGNE VAN NIKE. ‘Think global, act local’ is het devies van de reclamebureaus. 34 | Analyses | Herfst - Winter 2012

kunnen realiseren en handhaven, rekening houdend met de conjunctuurgrillen en de structurele veranderingen.

CONCLUSIE

TWEE GOED GEPOSITIONEERDE LEIDERS De mediasector is ondergebracht bij de discretionaire consumptiegoederen en –diensten en vertegenwoordigt slechts 2,5% van de Europese DJ Stoxx 600. Hierin zijn de reclamebureaus goed voor bijna één vijfde van de mediasectorindex. De twee leiders, WPP (Verenigd Koninkrijk) en Publicis (Frankrijk), verdienen de belangstelling van de belegger, omdat ze goed gepositioneerd zijn ten aanzien van de uitdagingen van morgen.

ALMAAR MEER MENSEN ONTDEKKEN EN SELECTEREN WAT ZE WILLEN, WAAR EN WANNEER ZE HET WILLEN.


NOS SERVICES | FONDS MAISON

ÿ INTERTEK.

36 | Analyses | Printemps - Été 2012


TIC (TESTING, INSPECTION EN CERTIFICATION) | SECTORALE ANALYSE

TIC: EEN SECTOR DIE GROEI EN VISIBILITEIT BIEDT

GETEST

EN GOEDGEKEURD FOTO’S © ROULARTA/REPORTERS AGENCY

PHILIPPE VANMEERHAEGHE, Financial Analyst, Puilaetco Dewaay.

Het letterwoord TIC, dat staat voor Testing, Inspection en Certification, verwijst naar een gespecialiseerd segment van de grotere sector van de industriële goederen en diensten. Deze sector wordt onderverdeeld in drie subsectoren, met name de uitrustingsgoederen (industriële conglomeraten, zoals Siemens en Philips, en gespecialiseerde spelers uit de engineering), het transport (onder andere Deutsche Post, DHL en spelers uit de luchtvaart, zoals EADS) en tot slot de commerciële en professionele diensten (ondernemingen zoals Adecco, Securitas, …). Het is in deze laatste subsector dat we de ondernemingen terugvinden die actief zijn in het TIC-segment, dat spelers zoals Bureau Veritas, SGS, Intertek en Eurofins omvat.

H

et is markant dat elk van deze ondernemingen een beursperformance gerealiseerd heeft die zich duidelijk van die van de klassieke industriële waarden onderscheidt. Bij wijze van voorbeeld, sinds begin 2008 registreren ze een gemiddelde cumulatieve performance (dividenden inbegrepen) van 113 % ten opzichte van 3 % voor de sectorindex ‘Industrial Goods & Services’ van de DJ Stoxx600. Een opmerkelijke performance in een sector die tal van beleggers de rug hebben toegekeerd omwille van zijn cycliciteit en de sombere macro-economische omgeving die wij momenteel kennen. Maar hoe valt dit verschil in rendement te verklaren en hoe komt het dat deze sector door sommige beleggers miskend wordt ? DE ACTIVITEITEN VAN DE TIC-SECTOR De TIC-sector omvat drie activiteiten: 1. De testactiviteiten (evaluatie) omvatten alle tests en andere productanalyses die in laboratoria worden uitgevoerd om te garanderen dat producten de geldende gezondheids-, veiligheids- en andere voorschriften naleven vooraleer ze op de markt worden gebracht. 2. De inspectieactiviteiten omvatten de inspecties en audits die door professionals ter plaatse worden uitgevoerd om te waarborgen dat gebouwen of uitrustingen (liften) in overeenstemming zijn met de voorschriften of om de staat en het gewicht van wereldwijd verhandelde goederen te controleren (weg- en zeetransport). 3. De certificatieactiviteiten laten toe om te bewijzen dat producten, processen, sys-

DE BEDRIJVEN UIT DE TIC-SECTOR ZIJN REDELIJK GOED BESTAND TEGEN DE CONJUNCTUURCYCLI. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 37


SECTORALE ANALYSE | TIC (TESTING, INSPECTION EN CERTIFICATION)

ÿ KWALITEITSCONTROLES, LABORATORIUMTESTS. Elke vennootschap of professionele instantie dient zich aan een hele reeks procedures, regels en voorschriften te houden.

temen of diensten in overeenstemming zijn met de nationale of internationale reglementeringen en andere consumentenvoorschriften dankzij de toekenning van een certificaat (ISO, CE).

DE GELIJKVORMIGHEID IN DE ARBEIDSWERELD DATEERT NIET VAN GISTEREN. 38 | Analyses | Herfst - Winter 2012

ALMAAR HOGERE EISEN Een duik in de geschiedenis leert ons dat in 1978 verschillende graanhandelaars de London Corn Trade Association hebben opgericht. Deze organisatie liet toe om de vereiste documenten voor graantransport te standaardiseren en de kwaliteitsvereisten van het graan te verduidelijken teneinde conflicten te vermijden. De gelijkvormigheid in de arbeidswereld dateert dus niet van gisteren. Vandaag dient elke vennootschap of professionele instantie zich aan een hele reeks procedures, regels en voorschriften te houden, maar ze moet eveneens, ter waarborging van de kwaliteit, een certificatie vragen om de kwaliteit of de herkomst van de verkochte producten (voor wijn zijn er de AOC’s en de biolabels die de laatste jaren nogal trendy

geworden zijn) of de productiewijze (ISO) aan te tonen. Bovendien zijn de kwaliteits- en veiligheidsvereisten steeds uitgebreider geworden en door de explosie van de internationale handel zijn er frequentere gereguleerde controles nodig om de kwaliteit en de gelijkvormigheid van de wereldwijd uitgewisselde goederen en diensten te garanderen. De verschillende tests die op voedings- of huishoudproducten worden uitgevoerd en de certificaties die in de bouwsector worden gebruikt, zijn kwaliteitswaarborgen voor de consument die steeds meer veeleisend wordt. Sommige van deze controles kunnen intern worden uitgevoerd, maar vaak worden ze uitbesteed (vooral in moeilijke periodes, omwille van de kostenflexibiliteit). De internationalisering van de commerciële uitwisselingen en de reguleringen en controles die door diverse instanties en regeringen worden opgelegd, hebben de winsten van deze bedrijven eveneens ondersteund en vormen een belangrijke groeivector. Dit alles verklaart de mooie beursperfor-


TIC (TESTING, INSPECTION EN CERTIFICATION) | SECTORALE ANALYSE

mances die waarden zoals SGS of Bureau Veritas lieten optekenen, maar eveneens hun hoge historische waardering vergeleken met andere waarden uit de industriële sector. EEN BESTENDIGE EN GEZONDE GROEI De bedrijven uit de TIC-sector zijn redelijk goed bestand tegen de conjunctuurcycli omwille van het vereiste reglementaire karakter in tal van activiteiten. Al deze elementen samen bieden deze bedrijven dus een belangrijke ondersteuning in crisisperiodes en laten hen toe om een bestendige en gezonde groei te garanderen zowel in termen van omzetcijfer als in termen van resultaten. Dit is een grote troef die een gedeeltelijke verklaring vormt voor de waarderingen, met een gemiddelde koers-winstverhouding van 21x en een dividendrendement van 1,8 % (tegenover respectievelijk 13x en 3,4 % voor de industriële sector).

DOOR DE EXPLOSIE VAN DE INTERNATIONALE HANDEL ZIJN ER FREQUENTERE GEREGULEERDE CONTROLES NODIG OM DE KWALITEIT TE GARANDEREN. CONCLUSIE

GROEI EN WEERSTAND

De TIC-sector verdient de aandacht van beleggers die op zoek zijn naar bedrijven die groei en visibiliteit combineren, maar eveneens in zekere mate bestand zijn tegen een moeilijke economische context. Hun historisch hoge waardering is gerechtvaardigd. Aangezien het verschil met de andere industriële waarden onlangs echter toegenomen is, achten wij het raadzaam om op een consolidatiefase te wachten om een positie in deze waarden te nemen. Bureau Veritas (Frankrijk), SGS (Zwitserland) en Intertek (Verenigd Koninkrijk) genieten onze voorkeur.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 39


NOS SERVICES | FONDS MAISON

ÿ IN DE STORM.

De kwaliteiten en de beperkingen van je boot kennen is bijzonder belangrijk.

40 | Analyses | Printemps - Été 2012


HOME FUNDS | ONZE DIENSTEN

PUILAETCO DEWAAY SMALL & MID CAP EUROPE: OVERTUIGING EN PERFORMANCE NOG STEEDS OP HET APPEL

EEN STERKE BOOT IN DE STORM FOTO’S © ROULARTA / THINKSTOCK

MARC ENGELS, Head of Equity ty Funds, Puilaetco tco Dewaay.

In onze vorige editie van Analyses hebben we ons compartiment PLDW Small & Mid Cap Europe in de kijker gezet. We verwezen toen naar een interessante analyse van Merrill Lynch waaruit bleek dat men tijdens fases van ‘recovery’ van de markten moet opteren voor kleinere beurskapitalisaties.

V

olgens de Amerikaanse vermogensbeheerder hebben deze waarden historisch beter gepresteerd dan de grote kapitalisaties, waaraan de voorkeur moet worden gegeven tijdens fases van dalende markten. Wij meenden op dat ogenblik in een fase van trendommekeer te zitten, wat iets te voorbarig gebleken is. Er waren wel degelijk fases van ommekeer, maar eveneens fases van tamelijk uitgesproken dalingen. Hoe heeft het compartiment zich tijdens de woelige eerste zeven maanden van het jaar gedragen ? UITSTEKENDE PERFORMANCE IN ONRUSTIGE OMGEVING De eerste vaststelling is misschien verrassend, maar des te meer waar: de performances zijn nog altijd zeer duidelijk positief ! Ondanks de turbulenties, het algemene crisisgevoel en de opstoot van de volatiliteit slaagt het fonds er niet alleen in om de referentie-indexen te verslaan, maar eveneens om zeer overtuigend in het groen te blijven. Het compartiment PLDW Small & Mid Cap Europe heeft het jaar zeer goed ingezet met een eerste piek half maart. Deze werd twee weken later, op 2 april, opnieuw bereikt. In die tijd bedroeg de performance +15,5 %, ofwel meer dan 6 % boven die van de algemene index van de Europese markt (Stoxx 600). Dit lag volledig in de lijn van onze verwachtingen, aangezien ons com-

partiment zeer goed presteert in een veelbelovende markt. Deze betere performance stemt overeen met zijn hoge bèta (versterkend effect van de tendensen). Sindsdien heeft de laatste crisis lelijk huisgehouden en de performances zijn aanzienlijk gekrompen tot +3,6 % op 26 juni. Zoals we reeds vaak ervaren hebben sinds de oprichting van het compartiment in 1998, zijn de periodes van dalende indexen ongunstig in termen van

HET COMPARTIMENT PLDW SMALL & MID CAP EUROPE IS ER NIET ALLEEN IN GESLAAGD DE REFERENTIECIJFERS TE KLOPPEN, MAAR OOK OM MOOI POSITIEF TE BLIJVEN. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 41


ONZE DIENSTEN | HOME FUNDS

WINST NEMEN IS NOOIT EEN SLECHT IDEE, MAAR ZICH DOOR DE STROOM LATEN MEEVOEREN KAN ZEER GEVAARLIJK ZIJN. ÿ GEEN PANIEK. Soms is niets doen de beste beslissing.

performance. De onderstaande grafiek toont evenwel dat de overperformance steeds duidelijk in de groene cijfers gebleven is. Ondanks de aanhoudende spanningen op de markten was juli één van de beste maanden van 2012, zodat PLDW Small & Mid Cap Europe opnieuw op het voorplan kon treden. Eind juli registreerde het een stijging van 14 % en bovenal een overperformance van meer dan 7 % ten opzichte van de Stoxx 600-index.

HOE BEHEREN WIJ DE CRISIS(SEN) ? Tijdens de afgelopen lente zijn de aandelenmarkten opnieuw zeer volatiel geworden, met soms zeer opmerkelijke dagschommelingen. Deze vaststelling is des te meer waar voor sommige minder liquide waarden die wij aanhouden. Hoe reageren wij in een dergelijke omgeving, hoe beheren wij deze verhoogde volatiliteit ? In augustus 2011 kenden we reeds een bijna soortgelijke situatie. De in die tijd getroffen maatregelen blijven uiteraard actueel. Aangezien we alle waarden van het compartiment aan een strenge fundamentele analyse onderworpen hebben alvorens ze in portefeuille op te nemen of hun weging te verho-

ÿ Grafiek : performance op 31 juli 2012 STOXX EUROPE 600 (EUR)

965820 / EU0009658202 / Zonder Zwitserse beurs

02/01

februari

262,00

+1,05 %

03.08.12 12:01:15

maart

Hoogtepunt: 262,39 Opening: 259,38 Laagtepunt: 259,38 Sluiting: 259,28

+2,72

april

mei

juni

juli

© 1996-2010 Interactive Data Managed Solutions AG, alle rechten voorbehouden. Technologisch platform geleverd door Interactive Data Managed Solutions AG.

42 | Analyses | Herfst - Winter 2012

30/07

gen, maken we ons geen grote zorgen over de intrinsieke kwaliteit van de portefeuille. Wanneer sommige beleggingen evenwel van mindere kwaliteit lijken, doen we de analyse over en, indien nodig, verkopen we. De voorbije maanden hebben we eveneens bijzondere aandacht besteed aan de balansstructuur van de bedrijven en aan de evolutie van hun cashflow. Wanneer de banken de geldkraan dichtdraaien, is het – in elk geval voor kleinere waarden – noodzakelijk om op een zeer gezonde financiële structuur te kunnen terugvallen. Geld lenen is voor minder solide spelers, spijtig genoeg, buitengewoon moeilijk geworden. We blijven er trouwens stellig van overtuigd dat kwaliteitswaarden de waarden zijn die het hoogste potentieel op lange termijn bieden. Bij stormweer beschikken over een betrouwbaar schip waarvan men de kwaliteiten en beperkingen kent, is een uitstekende manier om een catastrofe te vermijden. Wij hebben er eveneens steeds voor gezorgd om te grote wegingen te vermijden en desnoods de posities in gewicht te verlagen. Winst nemen is nooit een slecht idee. Zich door de stroom laten meevoeren kan daarentegen zeer gevaarlijk zijn ! Op deze manier vermijden we om afhankelijk te zijn van een of ander aandeel in het bijzonder. Zo hebben we regelmatig aandelen van Gemalto verkocht. Hoewel ons vertrouwen in dit aandeel blijft (zie verder), willen we niet dat zijn weging in de portefeuille te groot wordt. Een gewicht van 3,5 % lijkt ons het maximum, zelfs voor een uitstekende waarde.


HOME FUNDS | ONZE DIENSTEN

Onbezonnen reacties zijn eveneens uit den boze. Paniekaankopen of -verkopen zijn altijd af te raden. Men moet in alle omstandigheden zijn kalmte kunnen bewaren. Soms is niets doen de beste beslissing ! We hebben deze techniek eind juli getest toen het Belgische aandeel Thrombogenics op 24 juli meer dan 20 % verloor op basis van geruchten die uiteindelijk ongegrond bleken. Twee dagen later ontving de groep immers een positief advies van de Amerikaanse autoriteiten met betrekking tot haar topgeneesmiddel en de koers van het aandeel ging opnieuw sterk de hoogte in. Veel aandelenbeheerders van kleine en middelgrote kapitalisaties reageren zo, wat een verklaring vormt voor de redelijk lage volumes die momenteel op de beurs worden verhandeld. Werken met aan- en verkooplimieten is eveneens een goede manier om ondoordachte beslissingen te vermijden. EEN NOG STEEDS AMBITIEUZE SAMENSTELLING De 10 belangrijkste posities van het compartiment zijn een tamelijk goede weerspiegeling van onze zoektocht naar nichespelers in veelbelovende markten en naar spelers die over pricing power (slagkracht om de verkoopprijzen gemakkelijk te verhogen) beschikken of die uitstekende marges/cashflows realiseren. In onze top 10 vinden we 3 technologiewaarden, 3 waarden uit de olie- en aanverwante dienstensector, 2 industriële waarden en 2 waarden uit de privéconsumptie. Gemalto is de wereldleider in chipkaarten voor elektronische identificatie, bankkaarten en SIM-kaarten. De komende 18 maanden zal de meeste groei uiteraard afkomstig zijn van de aangekondigde overschakeling in de

ÿ Tabel : Top 10 (weging in het fonds) Gemalto N.V. Ingenico S.A. Technip S.A. Geberit A G Andritz Ag Dialog Semiconductor PLC Societe BIC CGG Veritas Fugro N.V. Remy Cointreau S.A.

3,26 % 2,36 % _ 2,24 % 2,20 % _ 2,16 % 2,11 % _ 2,09 % 1,98 % _ 1,94 % 1,88 % _

TOPKWALITEIT ZIT IN DIE WAARDEN DIE HET HOOGSTE POTENTIEEL OP LANGE TERMIJN BIEDEN. Verenigde Staten van bankkaarten met magneetstrip naar chipkaarten, die veel veiliger zijn. De tweede groeipool is de opkomst van de NFC-technologie (Near Field Communication), die toelaat om betalingen uit te voeren door zijn gsm in de buurt van een betaalterminal te houden. Ingenico is één van de twee wereldleiders (de 2de is Amerikaans) in de productie van betaalterminals. In dat opzicht zal deze Franse onderneming eveneens maximaal voordeel halen uit de verwachte overschakeling naar chipkaarten in de Verenigde Staten en naar NFC op wereldvlak. De derde technologiewaarde is Dialog Semi. Deze Duitse groep is een niet te miskennen speler in de productie van vermogensbeheerchips die men terugvindt in de iPhone en iPad en, in de toekomst, eveneens bij Samsung. Deze chip is des te belangrijker geworden, omdat hij essentieel is voor een tablet of een smartphone om een maximaal gebruikscomfort te kunnen bieden door een minimum aan energie te verbruiken. Bij onze belangrijke posities vinden we eveneens, zonder verbazing, 3 waarden uit de olie- en aanverwante dienstensector terug. Wij denken immers dat deze sector maximaal voordeel zal halen uit de behoefte van de geïntegreerde oliemaatschappijen om te investeren in de exploratie van nieuwe vindplaatsen en in de productie van olie en gas. Technip, CGG Veritas en Fugro nemen hierin het voortouw in Europa.

Geberit is actief in de bouwsector, voornamelijk in Europa. Deze Zwitserse groep is meester in de handhaving van haar operationele marges dankzij een uitstekende pricing power. Andritz is een Oostenrijkse industriële groep met een leiderspositie in verscheidene marktniches, zoals de productie van waterkrachtturbines (marktaandeel van 35 %), de vervaardiging van papierpulp (wereldwijd duopolie met Metso) en de metaalnijverheid (nummer 2 op wereldvlak met een marktaandeel van 30 %). Dankzij haar orderboek biedt de groep een zeer grote visibiliteit. Bovendien beschikt ze over een heel gezonde balans (geen schulden) en genereert ze een hoge cashflow. BIC is bij iedereen bekend om zijn balpennen, wegwerpscheermesjes en aanstekers. De aantrekkelijkheid van deze groep ligt in haar hoge marges (goede pricing power en groot marktaandeel) en in haar realisatie van een sterke cashflow. Haar beursperformance is eveneens in alle opzichten opmerkelijk. Rémy Cointreau is een Chinees verhaal, aangezien deze onderneming haar succes volledig te danken heeft aan de indrukwekkende stijging van de consumptie van hoogwaardige cognac in China. Deze evolutie leidde tot een lineaire verdriedubbeling van haar beurskoers over de voorbije 3 jaar. Meer gedetailleerde informatie en de netto-inventariswaarden van onze fondsen kunt u terugvinden op onze website www.puilaetcodewaay.be.

CONCLUSIE Zelfs in een woelige omgeving is het compartiment Small & Mid Cap Europe erin geslaagd om stand te houden en zijn beleggers een buitengewone performance te bieden die het resultaat is van een doorgedreven analyse en een aantrekkelijke diversificatie.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 43


ONZE DIENSTEN | THIRD PARTY FUNDS

OP ZOEK NAAR RENDEMENT

VOGEL

BETER ÉÉN IN DE HAND FOTO’S © ROULARTA / REPORTERS AGENCY

MARC-ANDRÉ LIZIN, Fund Analyst, Puilaetco Dewaay. y. CHARLES-ANTOINE OINE D D, de BELLEFROID, Fund & Portfolio lio Analyst, Puilaetco etco Dewaay.

“Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.” Dit spreekwoord illustreert perfect de hoofdreden om te beleggen in financiële instrumenten die rendement (yield) bieden. Het is beter om het zekere te nemen dan te hopen op meer in onzekere omstandigheden. Alles wat wordt uitgekeerd in de vorm van dividenden of coupons is verworven voor de belegger.

G

ezien de toename van het aantal gepensioneerden over heel de wereld komt het thema van het rendement meer en meer aan bod. In de huidige marktomstandigheden is het echter bijzonder moeilijk om producten te vinden die zowel kapitaalbescherming als een hoge yield bieden. Staatsobligaties bieden immers een historisch lage rente en cashdeposito’s slagen er niet in om het ritme van de inflatie te volgen, dat momenteel nochtans redelijk laag ligt. De overheidsschuldencrisis heeft bovendien duidelijk gemaakt dat er uiteindelijk geen enkele veilige plaats is voor zijn geld.

EEN HOOGDIVIDENDSTRATEGIE MOET ACTIEF WORDEN BEHEERD, MET ZEER STRENGE SELECTIE- EN OPVOLGINGSCRITERIA.

NOMINAL AND REAL 10-YEAR TREASURY YIELDS

ÿ De nominale yield bevindt zich op een historisch laagtepunt. Hij ligt zelfs onder de inflatievoet, vandaar de negatieve reële yield en dus een verlies aan koopkracht voor de belegger.

44 | Analyses | Herfst - Winter 2012


ENGAGEMENT INDIVIDUEL DE PENSION | NOS SERVICES

ÿ VEILIGHEID. Dividenden bieden een bijkomende bescherming. Veel beleggers ondervinden dus grote moeilijkheden om hun rendementsdoelstellingen te behalen. Daarom grijpen ze meer en meer naar andere activaklassen zoals highyield obligaties of aandelen met een hoog dividend. Deze laten toe om een duidelijk hogere yield te bekomen dan die van de traditionele obligatieactivaklassen. Ze zijn uiteraard niet zonder risico, maar bieden evenwel een tamelijk aantrekkelijke risicorendementverhouding op lange termijn. Verschillende studies hebben bovendien aangetoond dat ze historisch beter gepresteerd hebben in een ‘slappe’ economie, zoals we momenteel kennen. Er bestaan uitstekende fondsen die een gediversifieerde blootstelling aan deze thema’s toelaten. KWALITEITSAANDELEN MET EEN HOOG DIVIDEND De berekening van het totaalrendement van een aandelenbelegging bestaat uit twee onderdelen : de evolutie van de beurskoers van het aandeel en de som van de gestorte dividenden. Een hoogdividendstrategie bestaat erin om te beleggen in aandelen van bedrijven die gewoon zijn om hoge dividenden uit te keren. Deze dividenden dragen op lange termijn immers in grote mate bij aan de totale performance van een aandelenbelegging : eenmaal betaald, zijn de dividendinkomsten verworven voor de belegger, wat niet het geval is voor de beurskoers, die van dag tot dag schommelt.

Negative growth

Annualized returns: 10/90-6/91, 6/00-1/02, 9/07-6/09

Low growth

Annualized returns: 1/88-10/90, 6/91-9/93, 2/95-2/96, 8/02-9/07

High growth

Annualized returns: 9/93-2/95, 2/96-6/00, 1/02-8/02, 7/09-9/10

Source : étude BlackRock Asset Management

ÿ In vergelijking met de andere activaklassen registreren de aandelen met een hoog dividend en de high-yield obligaties goede resultaten in alle economische contexten en voornamelijk in een slappe economie.

Op lange termijn laat deze activaklasse dus in theorie toe om kapitaalgroei te combineren met een hoger rendement dan dat van de traditionele obligatieactivaklassen. In de praktijk is een hoogdividendstrategie echter niet zo gemakkelijk toe te passen. Het volstaat immers niet om gewoon de aandelen te kiezen die de beste dividenden bieden. Door zich alleen hierop te baseren, kan men zelfs grote fouten maken (de beruchte ‘dividend trap’). We denken daarbij aan de jaren 2007-2008: op het hoogtepunt van de financiële zeepbel werden de banken als een veilige belegging beschouwd, aangezien ze een hoog

en (zogezegd) stabiel dividend boden. De high-dividend indexen waren dus grotendeels in de financiële sector belegd. Op de vooravond van de financiële crisis waren deze indexen zeer ongunstig gepositioneerd, waardoor ze hetzelfde debacle dienden te ondergaan als de markt of zelfs nog erger. Niet zo best voor een strategie die zich als ‘defensief’ profileert. Teneinde het echte potentieel van het thema te weerspiegelen, moet een hoogdividendstrategie dus actief worden beheerd, met zeer strenge selectie- en opvolgingscriteria.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 45


AANDELEN MET EEN HOOG DIVIDEND BIEDEN EEN TAMELIJK AANTREKKELIJKE RISICORENDEMENTVERHOUDING OP LANGE TERMIJN.

CHARACTERISTICS

PORTFOLIO

Number of holdings

55

MSCI ALL COUNTRY WORLD 2,444

Weighted average market cap.

$93.76bn

$73.81bn

Yield objective

Income that exceeds the average yield on global stocks generally

-

Current dividend yield (gross)

4.0 %

2.9 %

5-year dividend growth rate

9.9 %

4.7 %

P/E (TTM)

14.6x

13.2x

Beta

0.68

1.0

Standard deviation

14.43 %

20.48 %

Higher dividend yield and dividend growth • Lower risk than the market Bron : BlackRock Asset Management

ÿ Het fonds BlackRock Global Equity Income combineert kwaliteit met een hoger dividend dan de markt. De volatiliteit van het fonds ligt trouwens beduidend lager dan die van de markt.

BlackRock Global Equity Income Het fonds BlackRock Global Equity Income belegt in wereldwijde aandelen met als doel om beter te presteren dan de markt door de selectie van aandelen van uitstekende kwaliteit die hoge dividenden bieden. De beheerder offert de kwaliteit echter niet op ten gunste van de yield. Er worden talrijke selectiecriteria gehanteerd : naast het dividend zelf, heeft de beheerder bijzondere aandacht voor het groeipotentieel en de duurzaamheid ervan. Daarvoor dient de onderneming te beschikken over een gezonde balans en een beheermodel dat toelaat om stabiele en hoge cashflows te genereren. Zonder cash is het immers moeilijk in te denken dat een onderneming haar dividend op een gezonde manier kan handhaven of verhogen. Bedrijven die zich tot hun nek in de schulden steken om een dividend uit te keren, maken dus geen deel uit van het universum van de beheerder. Het ‘globale’ karakter van het fonds laat overigens toe om te profiteren van de specifieke kenmerken van ondernemingen met een hoog dividend in elke regio van de wereld. Zo bieden Amerikaanse bedrijven over het algemeen een minder hoog, maar stabieler dividend dan Europese bedrijven (aangezien deze laatstgenoemden vaak actief zijn

in meer cyclische sectoren). Bedrijven uit de opkomende landen bieden over het algemeen een hoog dividend, maar zijn onderworpen aan de hogere volatiliteit van deze markten. Op sectorvlak richt het fonds zich op meer defensief geachte sectoren (bv. niet-cyclische consumptiegoederen, farma, enz.). De gemiddelde dividend yield van het fonds ligt momenteel hoger dan die van de markt voor een twee maal hogere dividendgroei (zie bovenstaande tabel). Het fonds bevat waarden zoals Sanofi, Pfizer, Novartis, Nestlé, Vodafone, enz. BlackRock Global Equity Income is een uitstekend beleggingsinstrument voor beleggers die willen profiteren van de voordelen van het ‘hoog dividend’-thema op lange termijn via een gediversifieerd fonds dat door een toegewijd team wordt beheerd. HOOGRENTENDE BEDRIJFSOBLIGATIES Een hoog rendement kan eveneens worden nagestreefd via bedrijfsobligaties. Deze obligaties, high-yield bonds (HY) genoemd, hebben een kredietrating van mindere kwaliteit. Deze kredietrating, die wordt toegekend door de ratingagentschappen (Standard

& Poor’s, Moody’s, Fitch, …), weerspiegelt het risico van niet-betaling van de intresten of van wanbetaling op de vervaldag door de emittent. Dit risico wordt gecompenseerd door een hoger rendement in vergelijking met investment grade obligaties. Dus in normale omstandigheden geldt: hoe risicovoller een bedrijf, hoe lager zijn rating en hoe hoger het rendement van zijn obligaties. Waarom beleggen in high-yield obligaties ? Deze activaklasse is aanlokkelijk op meerdere vlakken : • In de eerste plaats heeft ze een aantrekkelijke risico-rendementverhouding in vergelijking met de aandelenmarkten. Historisch gezien, hebben de geboden rendementen het risico van wanbetaling op lange termijn ruimschoots gecompenseerd. Het rendement van een investering in highyield obligaties benadert dat van aandelen, maar met een lagere volatiliteit. • Ten tweede is deze activaklasse minder gevoelig voor renteschommelingen (lagere duration) dan de investment grade obligaties. In de huidige omstandigheden is dat een interessante troef gezien de historisch lage rente, die een hoger risico van

Vergelijking van de verschillende high-yield fondsen

BLUEBAY HY BOND

PIMCO GLOBAL HIGH YIELD

MUZINICH SHORT DURATION

AXA SHORT DURATION Defensief en niet-gebenchmarked

Filosofie

Defensief en niet-gebenchmarked

Defensief en gebenchmarked

Defensief en niet-gebenchmarked

Geografie

Europa - globaal

Globaal

VS

VS

Durationniveau

Normaal

Normaal

Laag

Laag

Rendement op vervaldag

7,34 %

5,29 %

3,8 %*

3,69 %*

Duration

2,57

3,19

1,26 *

1,3 *

Average Rating

BB

BB

BB-

B+

* Bij obligaties met een korte looptijd nemen we de waarden in rekening op de eerst mogelijke datum van terugkoop van de obligaties door de emittent.

46 | Analyses | Herfst - Winter 2012


THIRD PARTY FUNDS | ONZE DIENSTEN

een rentestijging inhoudt. • Ten derde zijn de spreads (verschillen tussen het rendement van de bedrijfsobligaties en de risicoloze rente) onlangs opnieuw gestegen als gevolg van de spanningen rond de eurozone. Het huidige niveau is aantrekkelijk ten opzichte van de waargenomen wanbetalingsgraad. Wij denken dat deze wanbetalingsgraad onder controle zal blijven, omdat de bedrijven over het algemeen hun schulden sterk verminderd hebben sinds de crisis van 2008. • Tot slot heeft deze activaklasse een decorrelerende werking, wat toelaat om de volatiliteit van de portefeuille te verlagen. De high-yield obligaties houden echter ook niet te miskennen risico’s in. In vergelijking met de kwaliteitsobligaties is deze activaklasse meer afhankelijk van de macro-economische evolutie en van de sectorschommelingen. Wij opteren voor een belegging in high-yield obligaties via fondsen die gemakkelijk toelaten om het kredietrisico te diversifiëren en om te profiteren van de externe deskundigheid van specialisten die hun toegevoegde waarde in de selectie van deze obligaties hebben bewezen. Enkele beleggingsinstrumenten genieten onze voorkeur. Ze hebben meestal een defensieve benadering waarbij de nadruk veeleer ligt op inkomsten uit coupons/rendement dan op koersstijgingen. In onze selectie kan men twee soorten fondsen onderscheiden : • fondsen met een duration in de buurt van die van de referentie-index : BlueBay High Yield Bond en Pimco Global High Yield; • fondsen met een lage duration : Muzinich Short Duration High Yield en AXA Short Duration High Yield. Deze laatstgenoemden focussen op obligaties met een kortere looptijd. Het belangrijkste voordeel hiervan is dat de performance minder afhankelijk is van de macro-economische evolutie en meer van de coupons, waardoor ze stabieler en minder volatiel is. Het rendement is uiteraard minder hoog dan dat van fondsen met een langere duration. Deze vier instrumenten kunnen ieder de kern van een high-yield segment in een gediversifieerde portefeuille vormen. Rekening houdend met de marktomstandigheden, raden we momenteel aan om te opteren voor de ‘short duration’, die defensiever is.

US DOMESTIC HY DEFAULT RATES VERSUS US DOMESTIC HY SPREADS

Bron : Crédit Suisse, Moody’s en BlueBay Asset Management

ÿ Het huidige verschil tussen de rendementen van de HY en de waargenomen wanbetalingsgraad is één van de redenen om in deze activaklasse te beleggen.

GRAFISCHE VERGELIJKING VAN DE GESELECTEERDE HIGH-YIELD FONDSEN MET AANDELEN, KWALITEITSBEDRIJFSOBLIGATIES EN EUROPESE OVERHEIDSOBLIGATIES Normalized As Of 07/01/2005 Last Price Pimco Global High Yield Bond Fund - on 9/07/12 BlueBay High Yield Bond Fund - on 9/4/12 AXA IM Fixed Income Investment Strategies - US Short Duration High Yield - on 9/6/12 MSCI World Index - on 9/7/12 Bloomberg/EFFAS Bond Indices Euro Govt 3-5 Yr TR - on 9/7/12 iBoxx Euro Corporates Overall Performance Index

Bron : Bloomberg

CONCLUSIE De huidige macro-economische situatie zorgt voor tal van onzekerheden, meer bepaald omtrent de slappe of zelfs negatieve groei in de meeste regio’s van de wereld en omtrent de overheidsschuldencrisis in de eurozone. In deze omstandigheden is het moeilijk om een duidelijk inzicht te krijgen in de evolutie van de markten. Het thema van het rendement wordt dus des te belangrijker. Bovendien is de (historisch lage) rente niet meer voldoende : de beleggers moeten hun toevlucht nemen tot activaklassen die een hoger rendement bieden, zoals de high-yield obligaties of de kwaliteitsaandelen met een hoog dividend. Deze activaklassen bieden op lange termijn immers een behoorlijk aantrekkelijke risico-rendementverhouding omwille van de bescherming die de coupon- of dividenduitbetalingen bieden. De door Puilaetco Dewaay aangeboden open architectuur geeft u een gediversifieerde toegang tot gespecialiseerde beheerders. Uw private banker blijft te uwer beschikking voor alle bijkomende informatie.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 47


ONZE DIENSTEN | FISCAAL MISBRUIK

ÿ FINANCE TOWER,

BRUSSEL. Zelden deed een fiscale bepaling zo veel van zich spreken.

48 | Analyses | Automne - Hiver 2012


FISCAAL MISBRUIK | ONZE DIENSTEN

DE NIEUWE ANTIMISBRUIKBEPALING

HET NIEUWE WAPEN VAN DE FISCUS FOTO’S © ROULARTA/THINKSTOCK

BRUNO FERRIER, ERRIER, Head of Estate state Planning , Puilaetco Dewaay.

We moeten toegeven dat een nieuwe fiscale bepaling zelden zo veel van zich deed spreken. Sinds ze op 6 april 2012 in het Belgisch Staatsblad gepubliceerd werd (en zelfs voordien), gaat er vrijwel geen enkele week voorbij zonder dat er een artikel over de antimisbruikbepaling in de dagelijkse of gespecialiseerde pers verschijnt. Het gaat zelfs zo ver dat sommigen zich afvragen wat er nog toegelaten is zonder zich de banbliksem van de belastingadministratie op de hals te halen.

D

eze maatregel heeft immers een algemene draagwijdte, aangezien hij van toepassing is op de bepalingen van het Wetboek der inkomstenbelasting, van het Wetboek der successierechten, van het Wetboek der registratierechten, ... Het doel van deze bijdrage is niet om de wettekst te ontleden en op die manier alle terminologische imperfecties aan het licht te brengen, noch om de verschillende reeds vastgestelde twistpunten op te lijsten. We willen daarentegen proberen om de mogelijke gevolgen van deze bepaling voor de successieplanningstechnieken in kaart te brengen. DEFINITIE VAN HET BEGRIP FISCAAL MISBRUIK Het begrip ‘fiscaal misbruik’ wordt in het Wetboek der registratierechten en in het Wetboek der successierechten gedefinieerd als volgt: “Aan de administratie kan niet worden tegengeworpen, de rechtshandeling noch het geheel van rechtshandelingen dat een zelfde verrichting tot stand brengt, wanneer de administratie (...) aantoont dat er sprake is van fiscaal misbruik. Er is sprake van fiscaal misbruik wanneer de belastingplichtige middels de door hem gestelde rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen één van de volgende verrichtingen tot stand brengt : • een verrichting waarbij hij zichzelf, in strijd met de doelstellingen van een fiscale bepaling, buiten het toepassingsgebied van die bepaling plaatst;

• een verrichting waarbij aanspraak wordt gemaakt op een belastingvoordeel voorzien door een wettelijke bepaling en de toekenning van dit voordeel in strijd zou zijn met de doelstellingen van die bepaling en die in wezen het verkrijgen van dit voordeel tot doel heeft.

DE NIEUWE ANTIMISBRUIKMAATREGEL HEEFT EEN ALGEMENE DRAAGWIJDTE, AANGEZIEN HIJ VAN TOEPASSING IS OP DE BEPALINGEN VAN HET WETBOEK DER INKOMSTENBELASTING, VAN HET WETBOEK DER SUCCESSIERECHTEN, VAN HET WETBOEK DER REGISTRATIERECHTEN, ... Herfst - Winter 2012 | Analyses | 49


HET FISCAAL MISBRUIK IS HET MISBRUIK VAN DE KEUZE VAN DE MINST BELASTE WEG. Het komt aan de belastingschuldige toe te bewijzen dat de keuze voor zijn rechtshandeling of het geheel van rechtshandelingen door andere motieven verantwoord is dan het ontwijken van registratierechten of successierechten. Indien de belastingschuldige het tegenbewijs niet levert, wordt de verrichting aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van de wet onderworpen, alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden.” Deze bepaling is er dus niet op gericht om de fiscale fraude te bestrijden. Het fiscaal misbruik beoogt daarentegen een volkomen legale verrichting die door de belastingplichtige ten onrechte is gekozen. Kortom, het fiscaal misbruik is het misbruik van de keuze van de minst belaste weg. Deze bepaling is van toepassing op de handelingen of het geheel van rechtshandelingen die een zelfde verrichting tot stand brengen, die sinds 1 juni 2012 gesteld zijn. DOELMATIGE INTERPRETATIE Opdat er sprake is van fiscaal misbruik, dient de belastingplichtige dus één van de twee in de definitie opgenomen verrichtingen tot stand te brengen die in strijd zijn met de

50 | Analyses | Herfst - Winter 2012

ÿ DRIE GENERATIES. Welke gevolgen heeft de nieuwe antimisbruikbepaling voor de successieplanningstechnieken ?

doelstellingen van de fiscale bepaling. Blijft te bepalen wat de doelstelling is van een fiscale bepaling (dat wil zeggen de doelmatige interpretatie van een wetsbepaling). De raadpleging van de parlementaire werkzaamheden zal soms meer duidelijkheid hierover scheppen. HET BEGINSEL VAN STRIKTE INTERPRETATIE Is dit beginsel van doelmatige interpretatie niet strijdig met het beginsel van strikte interpretatie, dat in de fiscaliteit van toepassing is ? De doelstelling van een fiscale bepaling dient idealiter in de bepaling zelf te zijn vervat. Het lezen van de bepaling moet de belastingplichtige toelaten om te weten wat belastbaar, vrijgesteld of aftrekbaar is en wat niet. In dit opzicht erkent de belastingadministratie in haar rondzendbrief van 4 mei 2012 over het fiscaal misbruik dat “wat duidelijk is, mag niet geïnterpreteerd worden”. Dit principe is in feite de vertaling van het grondwettelijk beginsel van de wettigheid van de belasting volgens hetwelk geen belasting kan worden ingevoerd dan door een wet (in de ruime zin van het woord). Het is dus enkel indien de tekst niet duidelijk is, dat men de bedoeling van de wetgever moet nagaan. De strikte interpretatie van een

wettekst heeft dus de overhand over de doelmatige interpretatie. ONDERGESCHIKTE TOEPASSING In diezelfde rondzendbrief van 4 mei 2012 wordt bepaald dat “de algemene antimisbruikbepaling wordt toegepast als de gewone interpretatiemethode (cf. punt 3), de technische bepalingen van het Wetboek, de speciale antiontwijkingsbepalingen (cf. punt 7) en de simulatieleer (fiscale fraude) geen hulp bieden. De administratie kan de algemene antimisbruikbepaling dus toepassen als de andere specifieke middelen haar onvoldoende hebben kunnen helpen.” Een nieuwe rondzendbrief (van 19 juli 2012) bevestigt uitdrukkelijk het ondergeschikte karakter van de antimisbruikbepaling. Op die manier is er dus een hiërarchie vastgelegd: de antimisbruikbepaling zal enkel ‘in laatste instantie’ worden ingeroepen. NIET-FISCALE MOTIEVEN Welke niet-fiscale motieven kan de belastingplichtige inroepen om zijn verrichting te rechtvaardigen ? De bepaling is hier tamelijk gunstig voor de belastingplichtige, aangezien zij alle niet-


FISCAAL MISBRUIK | ONZE DIENSTEN

ÿ ADMINISTRATIE. De wetgever wil, naar eigen zeggen, de rechtszekerheid van bepaalde verrichtingen verhogen.

fiscale motieven toelaat. Deze motieven kunnen economisch, financieel, familiaal of persoonlijk zijn. Ze moeten zelfs niet de hoofdzaak, essentieel of bepalend zijn. Volgens de administratie mogen de motieven echter niet zodanig verwaarloosbaar zijn dat de verrichting onmogelijk lijkt als er geen rekening wordt gehouden met de fiscale motieven. Ze mogen dus niet te algemeen of abstract zijn, maar moeten reëel zijn ! GEVOLGEN VAN FISCAAL MISBRUIK Het misbruik is niet tegenstelbaar ten aanzien van de belastingadministratie. Bijgevolg zal de verrichting worden onderworpen aan een belastingheffing overeenkomstig het doel van de wet, alsof het misbruik niet heeft plaatsgevonden. De juridische gevolgen voor de partijen veranderen daarentegen niet. De rechten en verplichtingen van de partijen blijven bestaan. Kan er een administratieve boete worden geeist van de belastingplichtige die fiscaal misbruik heeft gepleegd ? Normaal niet, aangezien deze belastingplichtige zich niet schuldig heeft gemaakt aan fiscale fraude. De administratie beweert echter het tegendeel in haar rondzendbrief van 4 mei 2012.

ÿ TRANSPARANTIE. Wat duidelijk is, mag niet geïnterpreteerd worden.

ENKELE PRAKTISCHE VOORBEELDEN De rondzendbrief van 19 juli 2012 bevat een lijst van voorbeelden van verrichtingen die a priori wel of niet als fiscaal misbruik gecatalogeerd worden. Hieronder bespreken we een aantal van deze voorbeelden, die echter enkel de door de fiscale administratie verdedigde positie weerspiegelen. • Schenkingen in de strikte zin Worden in beginsel niet als fiscaal misbruik beschouwd: handgiften, schenkingen via bankoverschrijving, schenkingen voor een buitenlandse notaris, ongeacht of deze schenkingen betrekking hebben op de volle of de blote eigendom, ongeacht of ze vergezeld gaan van een aansluitende overeenkomst waarin bepaalde (ontbindende) voorwaarden of lasten opgenomen zijn en ongeacht of ze al dan niet geregistreerd zijn. • Tontine- en aanwasclausules Deze clausules worden normaliter niet als fiscaal misbruik beschouwd door de belastingadministratie. • Gefaseerde schenkingen van onroerende goederen

HET IS ENKEL INDIEN DE TEKST NIET DUIDELIJK IS, DAT MEN DE BEDOELING VAN DE WETGEVER MOET NAGAAN. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 51


DE BEPALING IS TAMELIJK GUNSTIG VOOR DE BELASTINGPLICHTIGE, AANGEZIEN ZIJ ALLE NIET-FISCALE MOTIEVEN TOELAAT. ÿ SCHENKING. Schenkingen in de strikte zin worden in beginsel niet als fiscaal misbruik beschouwd.

Schenkingsrechten zijn progressief per schijf (net zoals successierechten). Hoe hoger de waarde van het geschonken goed, hoe hoger de belasting. Om te vermijden dat belastingplichtigen deze progressiviteit ontduiken door schenkingen op te splitsen (bv. vandaag schenkt men 20 % van een onroerend goed, 2 maanden later nog 20 % en zo verder tot het onroerend goed volledig geschonken is), voorziet het Wetboek der registratierechten dat, ter bepaling van het toepasselijk tarief op een onroerende schenking, de desbetreffende belastbare grondslag wordt gevoegd bij de som die heeft gediend tot grondslag van heffing op de schenkingen welke reeds tussen dezelfde partijen zijn voorgekomen en vastgesteld werden door akten die dagtekenen van minder dan 3 jaar vóór de datum van de nieuwe schenking. Anders gezegd, als een belastingplichtige vandaag 20 % van een onroerend goed schenkt en nog eens 20 % minder dan 3 jaar na de eerste schenking, zal hij niet kunnen genieten van de laagste belastingschijven. Deze termijn van 3 jaar is een antimisbruikbepaling op zich. Aangezien ze specifiek is, moet de toepassing ervan onvermijdelijk de overhand krijgen over die van de algemene antimisbruikbepaling (cf. punt 4). De rondzendbrief van 19 juli 2012 bevestigt dit standpunt.

52 | Analyses | Herfst - Winter 2012

• De techniek van het duolegaat Deze techniek vloeit voort uit artikel 64, 2de lid, van het Wetboek der successierechten, volgens hetwelk men een persoon als erfgenaam kan aanstellen zonder dat hij successierechten moet betalen, op voorwaarde dat een andere erfgenaam zijn successierechten betaalt. Het duolegaat laat toe om minder successierechten te betalen wanneer de erfgenamen onderworpen zijn aan verschillende belastingtarieven. Hoe groter het verschil tussen de belastingtarieven, hoe interssanter deze formule. Een standaardvoorbeeld is dat van de erflater zonder rechtstreekse erfgenaam die een stichting aanstelt als algemene legataris en een neef als bijzondere legataris. Dankzij deze techniek zal het door de neef ontvangen nettobedrag in principe hoger liggen dan wat hij zou hebben ontvangen als hij als enige legataris aangesteld was geweest. Wij zijn ook hier van mening dat het opstellen van een dergelijk testament niet als fiscaal misbruik kan worden beschouwd, en dit om twee redenen: – deze techniek is een bijzondere berekeningswijze van de successierechten. De opgelegde last (in ons voorbeeld, aan de stichting) heeft geen betrekking op de goederen van de nalatenschap, maar wel op de betaling van de successierechten;

– de parlementaire werkzaamheden nemen uitdrukkelijk het voorbeeld over van de betaling van de successierechten door de algemene legataris. Bijgevolg zal de belastingadministratie moeilijk kunnen beweren dat de doelen van de wet niet worden nageleefd. – De rondzendbrief preciseert hier dat er geen fiscaal misbruik is als de stichting (in ons voorbeeld) hieruit een substantiële nettobevoordeling haalt (de toevoeging van dit criterium, dat bovendien moeilijk in cijfers weer te geven is, is echter volledig betwistbaar). • De gesplitste aankoop (vruchtgebruik en blote eigendom) van een (over het algemeen onroerend) goed voorafgegaan door een schenking van de begenodigde gelden door de vruchtgebruiker aan de blote eigenaar om hem toe te laten de blote eigendom te kopen Het doel van deze verrichting is om ervoor te zorgen dat de blote eigenaar bij het overlijden van de vruchtgebruiker volle eigenaar wordt zonder successierechten te moeten betalen. Het Wetboek der successierechten neemt, in zijn artikel 9, aan dat de vruchtgebruiker in feite volle eigenaar is (wat de betaling van successierechten met zich meebrengt). Teneinde een dergelijke betaling te vermijden, is het aan de blote eigenaar om te bewijzen dat hij bij de aankoop


FISCAAL MISBRUIK | ONZE DIENSTEN

ÿ SUCCESSIEPLANNING. Een goede begeleiding is belangrijk.

daadwerkelijk zijn deel van de prijs (overeenkomstig de waarde van de blote eigendom) betaald heeft. Artikel 9 van het Wetboek der successierechten is dus een specifieke antimisbruikmaatregel, die opgesteld is om te vermijden dat de blote eigendom op naam van een persoon wordt gezet, terwijl de volledige aankoopprijs door de vruchtgebruiker wordt betaald. Deze bepaling zou dus, in overeenstem-

ÿ SCHENKING ONROEREND GOED. De schenkingsrechten zijn progressief per schijf.

ming met wat de rondzendbrief van 4 mei 2012 bepaalt, de overhand moeten krijgen over de algemene antimisbruikbepaling. Maar, merkwaardig genoeg, is de administratie hier van oordeel dat de algemene bepaling in beginsel van toepassing is als er eenheid van opzet is – anders gezegd, als, van bij het begin, de schenking van gelden wordt uitgevoerd met het oog op het verwerven van de blote eigendom.

De rondzendbrief van 19 juli 2012 stipuleert nochtans uitdrukkelijk dat de interpretatiebeginselen, zoals bepaald in de rondzendbrief van 4 mei 2012, van toepassing zijn. De administratie spreekt zichzelf dus tegen.

CONCLUSIE

HET DOEL IS NIET BEREIKT Door deze nieuwe antimisbruikbepaling aan te nemen heeft de wetgever, naar eigen zeggen, de rechtszekerheid van bepaalde verrichtingen willen verhogen. De 2 rondzendbrieven die na de aanneming ervan werden verspreid, hebben, naar het schijnt, hetzelfde doel. Het minste dat men kan zeggen is dat het doel helemaal niet bereikt is ! Als de keuze van de minst belaste weg van toepassing blijft, zal de belastingplichtige er niettemin voor zorgen dat hij de (nog altijd zeer vage) grens van het fiscaal misbruik niet overschrijdt. Hoewel het bewijs van dit misbruik door de belastingadministratie moet worden geleverd, zal elke belastingplichtige in gedachten houden dat hij zijn verrichting misschien zal moeten rechtvaardigen door reële niet-fiscale redenen. Dit gezegd zijnde, blijven we van mening dat de antimisbruikbepaling niet zal worden toegepast inzake successieplanning, of enkel in zeer uitzonderlijke gevallen. De toekomst zal uitwijzen of we gelijk hadden. Het departement Estate Planning staat hoe dan ook te uwer beschikking voor al uw vragen. Aarzel niet om contact met ons op te nemen !

WIJ BLIJVEN VAN MENING DAT DE ANTIMISBRUIKBEPALING NIET ZAL WORDEN TOEGEPAST INZAKE SUCCESSIEPLANNING, OF ENKEL IN ZEER UITZONDERLIJKE GEVALLEN. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 53


NOS SERVICES | FONDS MAISON

每 INFORMATIE. De wet bepaalt

dat aan het CAP informatie moet worden verstrekt over het bedrag van de ontvangen dividenden en intresten en over de identiteit van de begunstigden van deze inkomsten.


FISCALITEIT | ONZE DIENSTEN

NIEUWE REGELS INZAKE ROERENDE VOORHEFFING

DE BIJKOMENDE HEFFING VAN 4 % FOTO’S © ROULARTA / THINKSTOCK

VINCENT HOVINE, Estate Planner, Puilaetco Dewaay.

Zoals u weet, heeft de regering sinds 1 januari 2012 het tarief van de roerende voorheffing op intresten opgetrokken van 15 % tot 21 %. Dividenden blijven onderworpen aan de roerende voorheffing van 25 %, maar aandelendividenden die een ‘verlaagde voorheffing’ genieten (aandelen met VVPR-strip), zijn voortaan belastbaar tegen 21 % (tegenover 15 % voorheen).

N

aast de verhoging van de roerende voorheffing heeft de regering eveneens een bijkomende heffing van 4 % ingevoerd ten laste van elke belastingplichtige natuurlijke persoon die rijksinwoner van België is en die voor meer dan € 20.020 (bedrag voor aanslagjaar 2013, inkomsten 2012) aan roerende inkomsten (intresten en dividenden) per jaar ontvangt. Behoudens uitzonderingen is deze heffing van toepassing op intresten en dividenden die tegen het tarief van 21 % belastbaar zijn. Dividenden belast tegen de roerende voorheffing van 25 % kunnen de heffing van 4 % dus niet ondergaan. De inhouding van de bijkomende heffing van 4 % gaat gepaard met het wegvallen van het bevrijdende karakter van de roerende voorheffing. Elke belastingplichtige zal in de toekomst immers de totaliteit van zijn roerende inkomsten in zijn belastingaangifte moeten vermelden, behalve indien deze, bij hun inning en op verzoek van de belastingplichtige, aan de heffing van 4 % werden onderworpen.

MEDEDELINGSPLICHT Naast deze aangifteplicht door de belastingplichtige is er de mededelingsplicht van de roerende inkomsten ten laste van diegene die de roerende voorheffing verschuldigd is (voor de inkomsten uit effecten op naam) of van de economische operator (voor de inkomsten uit gedematerialiseerde effecten). Puilaetco Dewaay moet als een economische operator worden beschouwd voor alle tegoeden aangehouden op naam van haar

cliënten. Deze mededeling zal worden gedaan aan een centraal aanspreekpunt (hierna ‘CAP’ genoemd) binnen de belastingadministratie. Om haar cliënten toe te laten hun aangifteplicht te vervullen en te beoordelen of de ontvangen inkomsten de drempel van de € 20.020 overschrijden, zal Puilaetco Dewaay hen, vanaf 2013, jaarlijks een attest bezorgen waarop het bedrag van de tijdens het afgelopen jaar ontvangen intresten en dividenden wordt vermeld. De belastingplichtige zal in ieder geval niet ontsnappen aan de aangifte- en mededelingsplicht voor dividenden belast tegen de roerende voorheffing van 25 %, aangezien deze de bijkomende heffing van 4 % niet kunnen ondergaan.

DE INHOUDING VAN DE BIJKOMENDE HEFFING VAN 4 % GAAT GEPAARD MET HET WEGVALLEN VAN HET BEVRIJDENDE KARAKTER VAN DE ROERENDE VOORHEFFING. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 55


PUILAETCO DEWAAY ZAL HAAR CLIËNTEN JAARLIJKS EEN ATTEST BEZORGEN WAAROP HET BEDRAG VAN DE TIJDENS HET AFGELOPEN JAAR ONTVANGEN INTRESTEN EN DIVIDENDEN WORDT VERMELD. ÿ INVESTMENT PORTFOLIO. De bijkomende heffing van 4 % op de inkomsten van uw effectenportefeuille.

VEELGESTELDE VRAGEN EN ANTWOORDEN 1. Op welke personen is de bijkomende heffing van 4 % van toepassing? De heffing is enkel van toepassing op de inkomsten ontvangen door ingezeten natuurlijke personen (rijksinwoners), dat wil zeggen diegenen die aan de Belgische personenbelasting onderworpen zijn. Rechtspersonen (zoals vennootschappen, vzw’s, ...) en niet-inwoners vallen buiten het toepassingsgebied. Inkomsten ontvangen door burgerlijke maatschappen (of ‘gemeenrechtelijke vennootschappen’) zijn onderworpen aan de heffing van 4 %, aangezien ze geen rechtspersoonlijkheid hebben. In dit opzicht worden de inkomsten, vanuit fiscaal oogpunt, beschouwd als zijnde ontvangen door de vennoten van deze vennootschappen. 2. Geldt de bijkomende heffing voor een zelfstandige die intresten en dividenden op zijn beroepsrekeningen ontvangt? De bepalingen die de heffing van 4 % regelen, maken geen onderscheid tussen de roerende inkomsten die de begunstigde voor eigen rekening of in het kader van zijn beroepsactiviteiten ontvangt. 3. Er is een rekening geopend op naam van een minderjarig kind of een onbe-

56 | Analyses | Herfst - Winter 2012

kwame persoon. Wie is bevoegd om te kiezen voor de toepassing van de heffing van 4 %? Het is de persoon die wettelijk aansprakelijk is (over het algemeen één van de ouders, beide ouders, de voogd of voorlopig bewindvoerder), die de keuze maakt voor de inhouding van de heffing van 4 %. 4. Er worden tegoeden aangehouden op een rekening in vruchtgebruik of naakte eigendom. Wie maakt de keuze? Het is de begunstigde van de inkomsten, dat wil zeggen de persoon die de intresten of dividenden ontvangt, die bevoegd is om de keuze te maken voor de inhouding van de heffing van 4 %. In dit geval is het de vruchtgebruiker. 5. Moet de keuze voor de inhouding van de heffing van 4 % worden gemaakt voor alle financiële instellingen waaraan u het beheer van een effectenportefeuille heeft toevertrouwd? Of is het mogelijk om een verschillende keuze per instelling te maken? De belastingplichtige kan er bijvoorbeeld voor opteren om bij bank X de inhouding van de bijkomende heffing van 4 % te vragen, terwijl hij dit niet doet bij Puilaetco Dewaay.

6. Door wie is de bijkomende heffing verschuldigd? Indien u voor de inhouding van de heffing van 4 % heeft gekozen, is deze verschuldigd door de financiële tussenpersoon die de inkomsten betaalt in de hoedanigheid van economische operator. Voor inkomsten uit effecten op naam uitgegeven door een Belgische vennootschap is het aan deze vennootschap om, op verzoek, de bijkomende heffing in te houden. Zo niet, dient de vennootschap haar mededelingsplicht aan het CAP te vervullen. 7. Wanneer moet de inhouding van de bijkomende heffing gebeuren? Ze gebeurt gelijktijdig met de inhouding van de roerende voorheffing. 8. Op welk bedrag moet de inhouding aan de bron worden toegepast? Moet de roerende voorheffing worden afgetrokken van de berekeningsbasis? De heffing is verschuldigd op de brutoinkomsten zonder aftrek van roerende voorheffing. Voorbeeld: Op roerende inkomsten van 120 wordt een roerende voorheffing (tegen het tarief van 21 %) van 25,2 toegepast. De bijkomende heffing bedraagt 4,8 (ofwel 4 % van 120). Enkel de buitenlandse inhoudingen aan


FISCALITEIT | ONZE DIENSTEN

RECHTSPERSONEN (ZOALS VENNOOTSCHAPPEN, VZW’S, ...) EN NIET-INWONERS VALLEN BUITEN HET TOEPASSINGSGEBIED.

ÿ De heffing van 4 % gaat gepaard met het wegvallen van het bevrijdende karakter van de roerende voorheffing.

de bron (‘netto aan de grens’) mogen van de berekeningsbasis worden afgetrokken. 9. Wie moet de informatie aan het CAP verstrekken? Het gaat om dezelfde personen als diegenen die belast zijn met de inhouding van de heffing van 4 % (cf. vraag 6). 10. Welke informatie moet aan het CAP worden meegedeeld? De wet bepaalt dat aan het CAP informatie moet worden verstrekt over het bedrag van de ontvangen dividenden en intresten en over de identiteit van de begunstigden van deze inkomsten.

13. Welke impact hebben de maatregelen inzake de heffing van 4 % op het belastingvrije minimum in de personenbelasting voor persoon ten laste? Het Wetboek der Inkomstenbelastingen bevat een bepaling die een belastingvrijstelling voor persoon ten laste voorziet. Het bedrag van deze vrijstelling hangt af van het belastbaar inkomen. Dit vrijgestelde bedrag wordt verhoogd voor belastingplichtigen die een persoon ten laste hebben. Om als persoon ten laste te worden beschouwd, mogen iemands jaarlijkse bestaansmiddelen niet meer dan € 2.990 bedragen (deze drempel varieert naargelang van sommige categorieën van belastingplichtigen).

Wanneer de ouders het wettelijk genot hebben van de inkomsten van hun minderjarig kind, worden deze inkomsten toegevoegd aan die van hen. Kinderen wiens belastbare inkomsten worden toegevoegd aan die van hun ouders, worden beschouwd als zijnde ten laste, ongeacht het bedrag van hun inkomsten. Bijgevolg heeft het feit dat een minderjarig kind voor meer dan € 20.020 aan roerende inkomsten ontvangt, geen invloed op zijn hoedanigheid van kind ten laste.

11. Hoe verloopt de informatieverstrekking aan het CAP wanneer de inkomsten door verscheidene rekeninghouders worden ontvangen? De informatieverstrekking gebeurt individueel op naam van elke mederekeninghouder die de heffing verschuldigd is en voor het deel dat op hem betrekking heeft. 12. Er is een rekening geopend op naam van een minderjarig kind. Op wiens naam gebeurt de mededeling aan het CAP? De mededeling gebeurt altijd op naam van de rekeninghouder, in dit geval dus op naam van de minderjarige.

ÿ FLOW VAN INFORMATIE. Behalve de aangifteplicht wordt er ook een mededelingsplicht ingevoerd.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 57


ONZE DIENSTEN | FISCALITEIT IN FRANKRIJK

DE NIEUWE FISCALE MAATREGELEN IN

FRANKRIJK FOTO’S © ROULARTA / REPORTERS AGENCY

BERNARD d’URSEL, Senior Estate Planner, Puilaetco Dewaay.

In Frankrijk probeert de nieuwe meerderheid het overheidstekort te dempen door te zoeken naar diverse nieuwe inkomsten. De daartoe gebruikte middelen zijn klaarblijkelijk gericht op de bezitters van grote roerende en onroerende vermogens.

D

e debatten over fiscaliteit die tijdens de Franse verkiezingscampagne gevoerd werden, lieten uitschijnen dat de nieuwe meerderheid fiscale maatregelen zou aannemen. Deze beginnen concreet vorm te krijgen. Welke nieuwe bepalingen hebben een impact op het vermogen van Belgische ingezetenen ?

VERMOGENSBELASTING EN BUITENGEWONE VERMOGENSBIJDRAGE Natuurlijke personen die Belgische ingezetenen zijn, zijn de vermogensbelasting verschuldigd ten aanzien van hun in Frankrijk gelegen goederen. Deze belasting is gevestigd op de totale nettowaarde van het vermogen (sommige goederen ontsnappen aan de belastbare grondslag). Ze heeft sinds vorig jaar een aantal wijzigingen ondergaan. De ‘bouclier fiscal’ (fiscaal plafond) werd ingevoerd om de fiscale last – alle directe belastingen samengenomen, met inbegrip van de vermogensbelasting – te beperken tot 50 % van de inkomsten. Het was in bepaalde omstandigheden zelfs mogelijk om de teruggave van de te veel betaalde vermogensbelasting te bekomen, indien de directe belastingen meer dan 50 % van de inkomsten vertegenwoordigden. De ‘bouclier fiscal’ werd afgeschaft. Deze maatregel zal van toepassing zijn op de voor 2013 verschuldigde vermogensbelasting. In juli 2011 wijzigde de Franse regering de schaal van de vermogensbelasting. Ze werd verschuldigd vanaf een drempel van € 1.300.000, tegenover € 800.000 voordien, op basis van de volgende schaal :

58 | Analyses | Herfst - Winter 2012

• van € 1.300.000 tot € 3.000.000: 0,25 % • meer dan € 3.000.000: 0,50 %. De nieuwe fiscale maatregelen raken niet aan de vermogensbelasting, noch aan haar toepasbare schaal voor 2012. Om begrotingsredenen wil de nieuwe regering echter een ‘contribution exceptionnelle sur la fortune’ (buitengewone vermogensbijdrage) invoeren. Deze nieuwe belasting neemt de vorm aan van een kapitaalsbelasting zonder de naam vermogensbelasting te dragen. Iedere persoon (ongeacht of hij een Franse of buitenlandse ingezetene is) die vermogensbelasting verschuldigd is, dat wil zeggen wiens vermogen meer dan € 1.300.000 bedraagt, zal verplicht zijn om deze buitengewone bijdrage te betalen. Ze wordt berekend volgens de schaal van de vermogensbelasting zoals deze bestond vóór de wetswijziging van juli 2011, dus te beginnen vanaf € 800.000.

OM BUDGETTAIRE REDENEN WIL DE NIEUWE REGERING EEN ‘BUITENGEWONE VERMOGENSBIJDRAGE’ INVOEREN.


ÿ TROEBEL WATER. De Franse fiscale wetgeving wordt gekenmerkt door een zekere complexiteit. De tarieven van deze buitengewone bijdrage zijn als volgt: • van € 800.000 tot € 1.310.000: 0,55 % • van € 1.310.000 tot € 2.570.000: 0,75 % • van € 2.570.000 tot € 4.040.000: 1 % • van € 4.040.000 tot € 7.710.000: 1,3 % • van € 7.710.000 tot € 16.790.000: 1,65 % • meer dan € 16.790.000: 1,80 % Deze nieuwe bijdrage is verschuldigd in 2012. De buiten Frankrijk gevestigde personen die vermogensbelasting verschuldigd zijn, zullen uiterlijk tegen 15 november 2012 een aangifte in de buitengewone vermogensbijdrage voor het jaar 2012 moeten indienen. Diegenen die nog in Frankrijk gedomicilieerd waren op 1 januari 2012 maar niet meer op 4 juli 2012 zijn deze buitengewone bijdrage verschuldigd op de in Frankrijk gelegen goederen gewaardeerd op 1 januari 2012. Het verschuldigde bedrag van de vermogensbelasting wordt, zonder rekening te houden met mogelijke toepasbare verminderingen,

verrekend met deze buitengewone bijdrage. De te veel betaalde som wordt niet terugbetaald. Dit komt zonder meer neer op de herinvoering, met retroactief effect en onder een andere naam, van de schalen van de vermogensbelasting die van kracht waren vóór de wetswijziging van juli 2011. WIJZIGING INZAKE SCHENKINGSRECHTEN Er zijn twee grote wijzigingen op het vlak van de schenkingsrechten. Ze hebben betrekking op het abattement (aftrek) voor kinderen en op de herhalingstermijn. Abattement inzake schenkingsrechten Wanneer ouders ten gunste van hun kinderen een schenking deden waarop schenkingsrechten in Frankrijk verschuldigd waren, was er een abattement van € 159.325 van toepassing op elk geschonken deel. Met andere woorden,

wanneer de vader en moeder een in Frankrijk gelegen onroerend goed aan hun drie kinderen schonken, werden er zes delen bepaald voor de toepassing van de registratierechten. Op elk van deze zes delen werd een abattement van € 159.325 toegepast. Dit bedrag was het voorwerp van een jaarlijkse indexering. Voortaan wordt dit abattement beperkt tot € 100.000 en wordt het niet meer geïndexeerd. Herhalingstermijn inzake eerdere schenkingen Om de progressiviteit van de schenkingsrechten te waarborgen, wordt de belastbare grondslag van de schenkingsrechten van de geschonken goederen vermeerderd met de belastbare grondslag van de schenkingsrechten van de goederen die 10 jaar geleden tussen dezelfde personen geschonken werden. De nieuwe maatregel beoogt de termijn van 10 jaar op te trekken tot 15 jaar. Dit zal toekomstige schenkers verplichten om 15 in plaats van 10 jaar te wachten alvoHerfst - Winter 2012 | Analyses | 59


ONZE DIENSTEN | FISCALITEIT IN FRANKRIJK

DE FRANSE REGERING HEEFT DE FISCALITEIT INZAKE VERMOGENS EN ONROERENDE INKOMSTEN OPWAARTS HERZIEN. ÿ BERCY, MINISTERIE VAN FINANCIËN. De nieuwe Franse regering probeert de overheidsschuld weg te werken door te zoeken naar allerlei belastinginkomsten.

rens nieuwe schenkingen te doen, indien het abattement reeds uitgeput werd.

liseerd worden, zijn onderworpen aan de Franse inkomstenbelasting.

Schenkingen van geldsommen in volle eigendom door grootouders die minstens 80 jaar oud zijn aan hun kleinkinderen die ouder dan 18 jaar zijn, waren vrijgesteld van schenkingsrechten ten belope van € 31.865 om de 10 jaar. Deze termijn wordt eveneens opgetrokken tot 15 jaar.

Deze meerwaarden worden bepaald op de volgende manier : • de meerwaarde is gelijk aan het verschil tussen de verkoopprijs vermeerderd met de lasten ten bate van de verkoper en verminderd met de verkoopkosten, en de aankoopprijs vermeerderd met een forfait van 7,5 % teneinde rekening te houden met de aankoopkosten en de uitgaven voor eventueel opknapwerk. • voor onroerende goederen die meer dan vijf jaar eigendom zijn van een bepaalde persoon wordt de meerwaarde verminderd met een abattement van 2 % per jaar van eigendom vanaf het vijfde jaar, van 4 % vanaf het 17de jaar en van 8 % vanaf het 24ste jaar. De toepassing van het abattement impliceert dat de meerwaarde op onroerende goederen die meer dan 30 jaar eigendom zijn van een bepaalde persoon, vrijgesteld is van belasting. De meerwaarde die door Belgische ingezetenen gerealiseerd wordt, is belastbaar tegen het

HET GEWONE BTW-TARIEF Het gewone BTW-tarief bedroeg 21,20 %. Dit tarief wordt verlaagd tot 19,60 %, ofwel het tarief dat vóór maart 2012 van toepassing was. Wij herinneren eraan dat de BTW verschuldigd is op de aankoop van nieuwbouw en eveneens op bouwgrond. BEPALINGEN MET EEN IMPACT OP BEPAALDE ONROERENDE INKOMSTEN Inkomsten uit de verhuur van in Frankrijk gelegen onroerende goederen en meerwaarden die bij de verkoop van deze goederen door niet-ingezetenen van Frankrijk gerea-

60 | Analyses | Herfst - Winter 2012

tarief van 19 %. Er bestaat een vrijstelling ten gunste van de woning van niet-ingezetenen die gedurende twee jaar vóór de verkoop in Frankrijk gedomicilieerd waren en die erover beschikt hebben sedert 1 januari van het jaar vóór dat van de verkoop (i.e. een woning die niet verhuurd werd). Deze regels zijn reeds van kracht sinds 2011. De wijziging bestaat in de toepassing van een bijkomende heffing in hoofde van nietingezeten natuurlijke personen. Het gaat om een socialezekerheidsbijdrage die enkel door Franse ingezetenen verschuldigd was. Deze socialezekerheidsbijdrage zou 15,5 % moeten bedragen, wat het totaal van de verschuldigde heffing op de gerealiseerde meerwaarde op bijna 35 % brengt. Huurinkomsten uit in Frankrijk gelegen onroerende goederen die door niet-ingezetenen van Frankrijk worden ontvangen, zullen ook niet aan de toepassing van de socialezekerheidsbijdrage ontsnappen. Op deze inkomsten zullen kosten zoals de syndicuskosten, verzekeringspremies en lenings-


FISCALITEIT IN FRANKRIJK | ONZE DIENSTEN

BELANGRIJKE WIJZIGINGEN HEBBEN EEN IMPACT OP DE SCHENKINGSRECHTEN. ÿ HUIS IN SAINT-TROPEZ. De aantrekkingskracht van de Franse vastgoedmarkt zal waarschijnlijk worden afgeremd.

intresten in mindering kunnen worden gebracht. TAKS OP DE AANKOOP VAN EFFECTEN VAN FRANSE VENNOOTSCHAPPEN De Belgische pers heeft afgelopen zomer bericht over de invoering van een taks van 0,2 % op de aankoop van effecten van Franse vennootschappen. Deze taks was reeds opgenomen in het Franse algemene wetboek van de belastingen. Hij is vergelijkbaar met onze taks op de beursverrichtingen. Zijn tarief van 0,1 % werd opgetrokken tot 0,2 %. Dit nieuwe tarief is van toepassing op de verrichtingen uitgevoerd vanaf 1 augustus 2012. De taks wordt geïnd op de aankoop van effecten van in Frankrijk gevestigde vennootschappen met een beurskapitalisatie van meer dan 1 miljard euro op 1 januari van het aanslagjaar. Er zijn echter uitzonderingen voorzien, onder andere voor aankopen uitgevoerd in het kader van een aandelenuitgifte en voor aankopen van converteerbare obligaties.

CONCLUSIE

EEN NIEUWE KOERS De Franse fiscale wetgeving wordt gekenmerkt door een zekere complexiteit. Reeds verschillende jaren zien we een toename van deze tendens teneinde alle aspecten van het maatschappelijk en economisch leven te beheersen. De filosofie van het fiscaal beleid zou begrijpelijk zijn als haar doel zich beperkte tot de redelijke spreiding van de fiscale last. De huidige keuzes zijn echter duidelijk gericht op een categorie van personen en zelfs op sommige soorten goederen. Deze oriëntering zou zich op een dag tegen de bedenkers van de ideologie kunnen keren als de grote vermogens blijven wegstromen en de privé- of professionele beleggers de Franse markt links laten liggen. Zoals voorzien, tracht de nieuwe meerderheid het overheidstekort immers aan te vullen door op zoek te gaan naar allerlei inkomsten. De gebruikte middelen richten zich duidelijk op de bezitters van grote, zowel roerende als onroerende, vermogens. De aantrekkingskracht van de Franse vastgoedmarkt zal waarschijnlijk afnemen, wetende dat niet alleen de huurinkomsten, maar ook de meerwaarden belast kunnen worden tegen een tarief van bijna 35 %. In België zien we daarentegen dat de momenteel geldende fiscaliteit inzake roerende vermogens, ondanks de schokken van de voorbije jaren, dit niveau nog lang niet heeft bereikt.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 61


ONZE DIENSTEN | QATAR, PAREL VAN DE GOLF

BESCHEIDEN BEGIN, HOOGGESTEMDE VERWACHTINGEN

QATAR

KLEIN LAND, GROTE IDEEËN FOTO’S © ROULARTA / REPORTERS AGENCY & THINKSTOCK

CHRISTOPHE VAN CANNEYT, Head of Fixed Income & Structured Products, Puilaetco Dewaay.

In de haven van Doha, de hoofdstad van Qatar, staat tegenover het nieuwe zakenkwartier van West Bay een standbeeld dat naar het verleden van het 11.000 km² kleine schiereiland verwijst. Het is een levensgrote oester die een parel bevat, een herinnering aan de tijd dat parelduiken zowat de enige activiteit was in de nauwelijks bewoonde Britse kolonie (minder dan 40.000 inwoners in 1950). Deze traditie van parelduiken gaat overigens terug tot de Grieks-Romeinse periode.

T

oen de Japanners in 1933 echter een methode uitvonden om goedkope kunstmatige parels te maken, kwam deze traditionele activiteit abrupt tot stilstand en verviel de regio in absolute armoede. Het bracht de Britten ertoe het land de onafhankelijkheid te verlenen. Er was in 1939 wel al olie gevonden in de regio, maar die leek op dat moment nauwelijks iets waard. Op 3 september 1971 werd Qatar onafhankelijk en kon het zijn eigen koers gaan varen.

DE ECONOMISCHE ‘BOOST’ De Britten zouden het zich al snel gaan beklagen: de explosie van de olieprijzen na de eerste en de tweede oliecrisis (in 1973 en 1979) bracht het kersverse landje bijna direct in een eerste fase van snelle ontwikkeling. Een echt grote speler in de oliebusiness is Qatar wel nooit geworden. Daarvoor waren zijn reserves en productie (zo’n 500.000 vaten per dag) te klein in vergelijking met die van andere olieproducerende landen. Daarbovenop leidde de terugval van de olie-

ÿ Grafiek: Bewezen gasreserves eind 2009, in triljoen kubieke meter Russia Iran Qatar Turkmenistan Saudi Arabia US UAE Venezuela Nigeria Algeria Indonesia Iraq Australia China Malaysia Egypt Norway Kazakhstan Kuwait Canada 0 Source : BP statistical review

62 | Analyses | Herfst - Winter 2012

10

20

30 trn cubic metres

40

50 Bron: BP statistical review


ENGAGEMENT INDIVIDUEL DE PENSION | NOS SERVICES

ÿ DOHA, QATAR. De Parel van de Golf. prijzen na 1985 voor de tweede maal tot een gevoelige inkrimping van de economie van het oliestaatje: het per capita BNP viel in de jaren 1980 terug met maar liefst 53 %. Dit alles veranderde echter toen voor de kust van het schiereiland enorme gasreserves werden ontdekt. Qatars bewezen gasreserves belopen nu meer dan 25 triljoen m³, zo’n 15 % van de wereldvoorraad en de derde grootste gasvoorraad ter wereld.

heeft massaal geïnvesteerd in installaties om het gas vloeibaar te maken, gas dat via een vloot van 80 LNG-tankers gretig afzet vond in de snelgroeiende en energiehongerige markten van Azië. Maar ook Japan, dat ondanks een al jaren stagnerende economie nog steeds een grote energieverbruiker is, is een grote klant. Japan, Zuid-Korea, India en Singapore zijn samen goed voor bijna 60 % van de export van Qatar.

Het is vooral de planmatige exploitatie van deze gasrijkdom onder de in 1995 aan de macht gekomen emir Hamad bin Khalifa Al Thani, die de economie van het land vanaf medio de jaren 1990 een enorme boost heeft gegeven. Van 1996 tot 2011 is het BNP gegroeid met een factor 19 ! Daar is vooral de ontwikkeling van de LNG-activiteiten (Liquefied Natural Gas of het vloeibaar maken van aardgas om het gemakkelijker te kunnen transporteren en opslaan) debet aan. Qatar

ECONOMISCHE DIVERSIFICATIE Dit alles maakt natuurlijk dat het emiraat erg afhankelijk geworden is van de olie- en gassector. Deze sector stond in 2010 in voor ruim de helft (51,7 %) van het BNP en voor maar liefst 85,2 % van de overheidsontvangsten. In 2011 zijn deze percentages zelfs nog iets opgelopen, gezien de stijgende aardgasproductie. Zijn geschiedenis van sterke afhankelijkheid van één sector indachtig, wil Qatar echter niet meer vervallen in de fou-

ten uit het verleden. Vandaar dat het land sinds enkele jaren de duidelijke wil heeft om de rijkdom uit de exploitatie van de olie- en gasvoorraad aan te wenden voor een verregaande diversificatie van zijn economie. En net zoals bij de exploitatie van de gasvoorraden wil men dit op een planmatige en gestructureerde manier aanpakken. In juni 2008 publiceerde het Algemeen Secretariaat voor Ontwikkeling het Qatar National Vision 2030 rapport, dat de langetermijnobjectieven formuleert voor de verdere ontwikkeling van het land op menselijk, sociaal, economisch en milieuvlak. Binnen dit brede kader kunnen meer concrete plannen voor implementatie op korte termijn worden ontwikkeld: Qatar heeft recent zijn National Development Strategy 2011-2016 gepubliceerd, die de National Vision in concrete operationele doelstellingen vertaalt. Dit tactische plan beoogt vooral op de verwachte terugval in de output van olie en gas te anticiperen door de versterking van Herfst - Winter 2012 | Analyses | 63


ONZE DIENSTEN | QATAR, PAREL VAN DE GOLF

QATAR TOONT SINDS ENKELE JAREN DE DUIDELIJKE WIL OM DE RIJKDOM UIT DE EXPLOITATIE VAN DE OLIE- EN GASVOORRAAD AAN TE WENDEN VOOR EEN VERREGAANDE DIVERSIFICATIE VAN ZIJN ECONOMIE.

ÿ NATIONALE FEESTDAG. Qatar: klein land, grote macht. 64 | Analyses | Herfst - Winter 2012

de niet-koolwaterstofsector van de economie. Naast de versterking van de industrie (met inspanningen op het gebied van meststoffen, metaal en petrochemie) en de dienstensector (onder andere de financiële sector en de luchtvaart worden sterk ontwikkeld – Qatar Airways is zelfs al twee maal verkozen tot beste luchtvaartmaatschappij ter wereld) wil het land ook werken aan de ontwikkeling van zijn technologisch en kennispotentieel. Qatar is echter te klein en te weinig bevolkt (momenteel zijn er 1,7 miljoen inwoners, van wie ongeveer 200.000 Qatari) om een grote industriële macht te worden. Vandaar dat het land, naar het voorbeeld van Noorwegen, een ruim deel van de olie- en gasopbrengsten extern wil investeren via een staatsfonds. Daarom werd in juni 2005 de Qatar Investment Authority (QIA) opgericht, die de groeiende overschotten van de overheid ging beleggen in aandelen (zowel beursgenoteerde bedrijven als private equity), obligaties, onroerend goed en alternatieve beleggingen. De holding belegt zowel in het land als extern en volgt een opportunistische strategie, waarbij zowel in Europa, de VS als in de groeimarkten kan worden belegd. Het doel van deze diversificatiestrategie is vrij duidelijk: Qatar wil dat zijn volledige budget tegen 2020 wordt gefinancierd door de activiteiten buiten de olie- en gassector en door de dividenden van de QIA. DE GEBOORTE VAN EEN FINANCIËLE REUS Dankzij de enorme financiële slagkracht van het fonds (dat naar schatting jaarlijks zo’n USD 20 tot 30 miljard aan te beleggen middelen krijgt, wat het momenteel tot de grootste investeerder ter wereld maakt) kon de QIA in enkele jaren tijd een indrukwekkende lijst van deelnemingen opbouwen. Het fonds zou momenteel voor zo’n USD 135 miljard aan participaties hebben genomen. Gekend zijn alvast een aantal grote deelnemingen in Frankrijk. Zo is de QIA grootaandeelhouder in Franse sterbedrijven zoals Lagardère, Airbus-moeder EADS, Total, Vinci, Veolia, LVMH, Cegelec en Suez Environnement. Naast bedrijven is het fonds ook eigenaar van heel wat prestigieus Frans vastgoed (o.a. de hotels Carlton in Cannes en Concorde-Lafayette in Parijs, en de Virgin Megastore op de Champs-Elysées) en 100 % eigenaar van de voetbalclub Paris SaintGermain. Maar ook in het Verenigd Koninkrijk heeft de QIA intussen een stevige vinger in de pap met deelnemingen in Barclays Bank, de London Stock Exchange, Sainsbury,


QATAR, PAREL VAN DE GOLF | ONZE DIENSTEN

HET FONDS QIA ZOU MOMENTEEL VOOR ZO’N USD 135 MILJARD AAN PARTICIPATIES BEZITTEN. ÿ DOHA, AL JAZEERA. De zender is de spreekbuis van de Arabische opinie. Cadbury Schweppes en Shell. Het kocht ook Harrods en nam een aandeel in de Londense Olympic Village. In Duitsland is het grootaandeelhouder van Volkswagen en van het aannemingsbedrijf Hochtief, in Zwitserland van Credit Suisse, in Spanje van Iberdrola (en van de voetbalclub Malaga). In de VS nam het fonds deel aan de redding van GM en maakte het deel uit van de investeringsgroep die de Miramax-filmstudio’s kocht van The Walt Disney Company. Kortom, de lijst van deelnemingen in ‘blue chip’-bedrijven en eersterangsvastgoed is schier eindeloos. DIPLOMATIEK ZWAARGEWICHT IN EEN WOELIGE REGIO Maar Qatar stelt zich niet zomaar tevreden met het verwerven van rijkdom. Het gebruikt die ook in toenemende mate voor het brengen van meer stabiliteit in het MiddenOosten. Deze ambitie was reeds merkbaar in 1996, nauwelijks een jaar nadat de huidige emir aan de macht kwam, toen hij een team van journalisten van de BBC Arabic Service overnam. Al Jazeera was geboren, de eerste zender die een stem gaf aan tal van Arabische meningen, los van de respectieve overheden. Maar de emir speelt ook steeds meer de broodnodige rol van brugfiguur tussen de sterk

gepolariseerde Arabische kampen en hun respectieve aanhangers in het Oosten (Rusland, China) en het Westen (VSA). Zo speelde hij een cruciale rol bij het tot stand brengen van een overeenkomst tussen de rivaliserende Palestijnse fracties Hamas en Fatah, bij de Libische opstand tegen Khadafi en bij het bestrijden van het Syrische regime (hij was de eerste Arabische leider die zijn ambassade in Damascus sloot en de president opriep te vertrekken). De emir is bij deze diplomatieke inspanningen niet in één kamp te vangen, maar stelt zich erg pragmatisch op. Zo was hij ook de eerste die de controversiële Iraanse president Ahmadinejad uitnodigde op een top van de Golfstaten. Hij wordt dan ook vaak de ‘Arabische Kissinger’ genoemd. EEN SAMENLEVING WORDT MODERN Met hetzelfde pragmatisme wordt ook hard getimmerd aan de opbouw van een burgerlijke samenleving in Qatar. First Lady Sheikha Mozah speelt hierbij een leidende rol. Via de Qatar Foundation coördineert zij heel wat inspanningen inzake sociale noden en gemeenschapsvorming, en vooral ook op het vlak van het verbeteren van het onderwijs en de uitbouw van de kennismaatschappij

die Qatar moet worden. In het land waar in het geboortejaar van de emir (1952) het schoolsysteem nog weinig ontwikkeld was, zijn nu een tiental Amerikaanse en Europese topuniversiteiten gevestigd (o.a. Carnegie Mellon, Cornell, Northwestern University en HEC Paris). Sheikha Mayassa, de dochter van de emir, speelt dan weer een leidende rol in de culturele ontwikkeling van het land via het in 2008 in Doha geopende Museum of Islamic Art (MIA). Dit prachtige door I.M. Pei ontworpen gebouw wordt intussen door kenners als één van de topmusea van de wereld beschouwd. DE PAREL VAN DE GOLF Qatar noemt zichzelf ook de ‘Parel van de Golf’, waarmee het zowel verwijst naar zijn historische activiteit als eerbetoon brengt aan zijn economische ontwikkeling. Hoewel Qatar zowel qua oppervlakte als qua bevolking een kleine staat is, speelt het op economisch, financieel en diplomatiek vlak stilaan mee in de topklasse. Dat heeft het in niet geringe mate te danken aan de pragmatische houding van zijn leidende klasse, die een brug wil slaan tussen het westerse denken en de rijke islamtradities.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 65


KANTOREN | WAREGEM

GESPREK MET FABIENNE GIJSEL

NAADLOOS

TEAMWORK TEKST © CANTILIS - FOTO’S © CANTILIS

In 2008 kwam Fabienne Gijsel aan het hoofd te staan van het gloednieuwe kantoor van Puilaetco Dewaay in Waregem. Deze regio wordt gekenmerkt door dynamische en vooral industriële ondernemers. Een gesprek met een doortastende vrouw die gepassioneerd is door private banking, ondernemen, kunst en gastronomie.

N

adat ze haar licentiaatsdiploma Toegepaste Economische Wetenschappen behaald had, startte Fabienne Gijsel haar carrière bij de Bank Brussel Lambert. Met een specialisatie in het bank- en financiewezen was ze voorbestemd voor een carrière in de bankwereld. “Private banking heeft me altijd geboeid. In 1989 was ik één van de eerste vrouwen die beleggingsadvies gaf. Dertien jaar later stapte ik met twee collega’s over naar het Nederlandse ABN AMRO. Die bankengroep was in België een KMO. Je moest ondernemend zijn, maar tegelijkertijd werkte je voor een grote internationale groep met veel expertise. Dat sprak ons enorm aan. De overname van ABN AMRO Private Banking door Fortis in 2007 zorgde voor verandering. Ik was toen lid van het commercieel directiecomité. Daardoor werd het voor mij al gauw duidelijk dat onze manier van werken niet langer gegarandeerd was in de nieuwe structuur. Dat was onaanvaardbaar naar ons cliënteel toe. Daarom ging ik samen met Stefaan Vanden Berghe en Kurt Van Den Bossche op zoek naar een oplossing.” Het is net dit team dat aan de grondslag ligt van Puilaetco Dewaay in Waregem. “Ik wilde vorm geven aan een bank die een kwalitatief hoogstaande dienstverlening op maat van de individuele cliënt biedt. Jacques Peters, CEO van KBL epb, zag potentieel in die visie.” Op 2 januari 2008 was het zover: het kantoor in Waregem opende zijn

66 | Analyses | Herfst - Winter 2012

deuren, met aan boord een gedreven team. “De meesten van ons werken al acht tot tien jaar samen en deze gemoedelijke sfeer zou ik voor geen geld ter wereld willen ruilen”, benadrukt Fabienne Gijsel.

“WE ZIJN DAG EN NACHT MET ONZE JOB BEZIG EN HANTEREN EEN FAMILY OFFICEBENADERING.”


ENGAGEMENT INDIVIDUEL DE PENSION | NOS SERVICES

ÿ FABIENNE GIJSEL. Verantwoordelijke van het kantoor van Puilaetco Dewaay in Waregem. PERMANENTE INVESTERING “Het succes van ons kantoor in Waregem dank ik aan die vele trouwe cliënten die ons groot hebben gemaakt”, legt Fabienne Gijsel uit. “Sommige cliënten ken ik ruim twintig jaar. Ik beheer hun vermogen samen met mijn team en vaak ben ik ook hun vertrouwenspersoon. Dat maakt deze job zo boeiend.” Fabienne Gijsel trok van bij de start de kaart van het ‘cliënt service team’. “Voor elke cliënt zijn er steeds drie mensen op de hoogte van het dossier, waardoor iedereen altijd efficiënt en met kennis van zaken geholpen wordt.”

Volgens Fabienne Gijsel is het, zonder enige twijfel, net die sterk doorgedreven service en langetermijnvisie die hen uniek maakt. “Wij doen veel meer dan beleggingsadvies geven. We zijn dag en nacht met onze job bezig en hanteren een family office-benadering. In deze onzekere tijden zoeken mensen immers naar diversificatie van hun vermogen en staan, naast goede beleggingen, ook fiscaal en vermogensadvies centraal. We maken gebruik van ons uitgebreid en verscheiden netwerk om experts, cliënten en investeerders samen te brengen in een professioneel kader. Bijvoorbeeld wanneer een cliënt een goede partner zoekt om in vastgoed te investeren of

advies nodig heeft omtrent een beleggingsopportuniteit of een kunstaankoop.” Naast dit alles investeert het team uit Waregem ook sterk in het lokale sociale leven. “We doen graag dingen samen met onze cliënten. Op Waregem Koerse en de Ronde van Vlaanderen zijn we steevast aanwezig, maar daarnaast organiseren we voor ons cliënteel ook gastronomische en culturele evenementen. Kortom, wij houden van de goede dingen van het leven”, lacht Fabienne Gijsel. Zelf is ze een gedreven wijnkenner en een liefhebber van gastronomie en kunst.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 67


KANTOREN | WAREGEM

“ALS JE ALS TEAM IN ÉÉN RUIMTE SAMENWERKT, VOEL JE ELKAAR BETER AAN.” ÿ PUILAETCO DEWAAY, WAREGEM. “In deze dynamische streek hebben wij een cliënteel van ondernemers, actief in tal van sectoren.”

EEN AANGENAME WERKSFEER Wie het kantoor van Puilaetco Dewaay in Waregem betreedt, kan er dan ook niet omheen: je wordt verrast door een huiselijke sfeer en geprikkeld door hedendaagse kunst. Een levendige compositie van zes bronzen beelden van de Duitse kunstenaar Thomas Schütte, dat de naam ‘Sechs Geister’ meekreeg, staat pal in het midden van de werkvloer. En daar tref je ook Gijsels bureau aan. Geen afzonderlijk kantoor, maar een plekje tussen de collega’s aan het eiland. Twee opvallende keuzes, maar doelbewust, zo blijkt. “Als je als team in één ruimte samenwerkt, voel je elkaar beter aan. Je deelt de mooie momenten, maar ook de spanningen. Er zijn geen vergaderingen nodig om te weten waar iedereen mee bezig is. En de kunst? Die zorgt voor een aangename sfeer om in te werken.” HET SUCCES VAN WEST-VLAANDEREN “Puilaetco Dewaay is de enige private bank in Waregem en in deze dynamische streek hebben wij een cliënteel van overwegend ondernemers, actief in tal van sectoren.” In die ondernemersgeest voelt Fabienne Gijsel zich thuis. “Zo hebben we zowel cliënten

68 | Analyses | Herfst - Winter 2012

die meerdere ondernemingen succesvol hebben uitgebouwd als jonge ondernemers die aan het begin van hun carrière staan. Toen ik met het kantoor van Waregem van start ging, wou ik Puilaetco Dewaay in deze streek op de kaart zetten. En met succes. Nu rest er

ons nog één doel: verder groeien met onze bestaande en nieuwe cliënten, onze goede reputatie behouden en professioneel zijn in alles wat we doen, in die gemoedelijke sfeer waar we zo van houden.”

DESKUNDIGHEID UIT QATAR Sinds 31 juli 2012 maakt Puilaetco Dewaay via KBL European Private Bankers deel uit van Precision Capital, een Luxemburgse entiteit die de belangen vertegenwoordigt van een vooraanstaande investeerder uit Qatar. “In deze financieel onzekere tijden geeft zo’n gebetonneerde speler extra slagkracht en een grote solvabiliteit”, benadrukt Fabienne Gijsel. “Ter vergelijking, Qatar had de afgelopen vijf jaar een staatsschuld van ongeveer 9% ten opzichte van zijn bruto nationaal product (BNP), terwijl dit voor België 100% bedraagt. België heeft tekorten op de begroting van rond de 3% en het BNP groeit trager. Resultaat: de ratio schuld/BNP verslechtert. Qatar heeft daarentegen een begrotingsoverschot van zo’n 6% en een gelijkaardige groei van het BNP voor de komende jaren, waardoor de ratio schuld/BNP nog verbetert. Zijn inkomsten haalt het vooral uit olie en gas. Deze inkomsten investeert het weliswaar in andere economische takken, wat getuigt van een sterk risicobeheer. Wij zijn heel tevreden met onze nieuwe aandeelhouder. Enerzijds kunnen we een beroep doen op de deskundigheid van de internationale speler KBL epb, met een zeer solvabele aandeelhouder. En anderzijds hebben wij in Waregem de mogelijkheid om daadwerkelijk op maat van de cliënt te werken. Deze combinatie is redelijk uniek in onze sector !”


ONZE DIENSTEN | CONFERENTIES KUNST

每 JAN FABRE, De man die de wolken meet.


CONFERENTIES KUNST | ONZE DIENSTEN

CONFERENTIES KUNST PUILAETCO DEWAAY

DE MARKT VOOR

HEDENDAAGSE KUNST TEKST © CHRISTINE MOSTERT, PRIVATE BANKING ART ADVISOR, PUILAETCO DEWAAY - FOTO’S © CHRISTIE’S IMAGES LIMITED

De prijzen die voor hedendaagse kunstwerken worden neergeteld, blijven de gemoederen beroeren. Sleutels tot begrip.

E

en verzamelaar gaat een kunstwerk in de eerste plaats kopen omdat het zijn smaak is en omdat het zijn leven verrijkt. Maar hij zal het eveneens beschouwen als een financiële investering die hem toelaat om zijn activa te diversifiëren. Een verzameling van hedendaagse kunst verschilt fundamenteel van de andere categorieën van verzamelingen, omdat het ‘hedendaagse’ aanknoopt met drie tijden: het verleden, het heden en het worden. Enerzijds zijn er de kunstenaars wiens werken gelimiteerd zijn, omdat ze overleden zijn. Anderzijds zijn er de kunstenaars die nog actief zijn, wiens oeuvre blijft aangroeien en van wie het beste misschien nog moet komen. De werken van de ene kunstenaars, die ‘klassiek’ geworden zijn, krijgen een zeldzamer karakter, terwijl de werken van de andere kunstenaars sneller uit de mode kunnen geraken. DE EERSTE OPENBARE VERKOPEN De markt voor hedendaagse kunst is onderverdeeld in twee segmenten. Het eerste is dat van de galeriehouders. Zij zitten aan de bron, ontdekken kunstenaars, lanceren hun carrière en vertegenwoordigen hen op lange termijn. Het tweede segment is dat van de veilingen, die ‘tweedehandsverkopen’ van kunstwerken organiseren.

DE MARKT VOOR HEDENDAAGSE KUNST IS ONDERVERDEELD IN TWEE SEGMENTEN. HET EERSTE IS DAT VAN DE GALERIEHOUDERS, HET TWEEDE DAT VAN DE VEILINGEN. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 71


ONZE DIENSTEN | CONFERENTIES KUNST

ÿ VEILING CHRISTIE’S. De eerste openbare verkopen van nog levende kunstenaars vonden plaats in de jaren 1950. Pas in 1975 zijn de grote veilinghuizen begonnen met het organiseren van gespecialiseerde verkopen van hedendaagse kunst. Vanaf 1994 vormden de prestigieuze ‘avondverkopen’ het toneel van een selectie van ‘highlights’.

VERZAMELAARS KIEZEN VOOR KWALITEITSSTUKKEN, DIE ZIJ KOPEN AFHANKELIJK VAN HUN PASSIE, HUN KENNIS EN HUN MIDDELEN. 72 | Analyses | Herfst - Winter 2012

Vóór de eerste openbare verkopen was de waarde van de werken van deze kunstenaars niet bekend bij het grote publiek. De transacties gebeurden tussen handelaars en verzamelaars en bleven in de privésfeer. De faam van de kunstenaars was dus eerder een kwestie van kunst dan van waarde ! DE HEDENDAAGSE KUNST AAN HET EINDE VAN DE TWINTIGSTE EEUW In de jaren 1980 won de hedendaagse kunst aan populariteit, de prijzen gingen stijgen en de verzamelaars begonnen te verkopen. De beurscrash van 1987 had over het algemeen geen invloed op de kunstmarkt. De historische veilingen volgden elkaar op en dit in alle

categorieën, maar in het bijzonder in de impressionistische en de moderne kunst. De Aziatische financiële crisis van het begin van de jaren 1990 was wel duidelijk voelbaar in de kunstmarkt: speculanten bleven weg en investeerders verkochten snel en met verlies. Het duurde een tiental jaar vooraleer de prijzen opnieuw het niveau van de boom van de jaren 1980 bereikten. Ondanks dit laatste bewogen decennium is de hedendaagse kunst er, aan het begin van de eenentwintigste eeuw, uiteindelijk in geslaagd om haar plaats te vinden en een belangrijk marktaandeel in te nemen. DE JAREN 2000 EN DE MONDIALISERING Vanaf de jaren 2000 nam de globalisering van de wereld een snelle vaart. De kunstmarkt werd gemondialiseerd, nieuwe spelers en nieuwe liquiditeiten deden hun intrede. De vraag nam toe en de prijzen stegen, wat verzamelaars aanzette om te verkopen. Alle segmenten van de kunstmarkt hadden er voordeel bij. Maar met de nieuwe financiële


CONFERENTIES KUNST | ONZE DIENSTEN

crisis van 2008 gaven investeerders er opnieuw de brui aan. Verkopers beriepen zich op de prijzen van voor de crisis en kopers wilden gouden zaakjes doen. Vooral de hedendaagse kunst kreeg rake klappen. Om het vertrouwen van kopers en verkopers terug te winnen, gingen de verkoopzalen hun strategie focussen op de kwaliteit van de te koop aangeboden werken met redelijke schattingen. Kopers werden bovendien meer proactief benaderd en verkoopzalen gingen meer privéverkopen organiseren. Vanaf 2010 haalde de kunstmarkt weer het niveau van 2007.

Drie factoren liggen aan de basis van het verschil tussen de crisis van de jaren 1990 en die van 2008 : - De stijging van het aantal cliënten door de mondialisering en de opkomst van nieuwe markten (Rusland, China, Korea, ZuidAmerika, India en het Midden-Oosten); - De grotere transparantie van de kunstmarkt dankzij de groei van internet, dat informatie over prijzen en transacties van kunstwerken meer toegankelijk heeft gemaakt. Deze transparantie zorgde voor een grotere striktheid, waardoor de markt aantrekkelijker geworden is; - Tot slot, en dit is essentieel, de grotere betrokkenheid en selectiviteit van de kopers.

TER CONCLUSIE Verzamelaars kiezen voor kwaliteitsstukken, die zij kopen afhankelijk van hun passie, hun kennis en hun middelen. Deze nagestreefde kwaliteit biedt eveneens een veiligheid op het vlak van de investering. De beste ‘speculatie’ op kunstgebied gebeurt zeer zeker op basis van zijn eigen keuzes, getuige hiervan het feit dat de grootste successen op de markt werden gerealiseerd door de verkoop van verzamelingen van gepassioneerde verzamelaars (verkoop Ganz, Herbert, enz.).

ONZE VOLGENDE CONFERENTIES Oud meubilair en hedendaagse kunst waren de eerste thema’s die werden aangesneden in het kader van de ‘Conferentiecyclus Kunst 2012’, georganiseerd door Puilaetco Dewaay in samenwerking met Christie’s. Dinsdag 16 oktober : Chinese kunst Gelijktijdig met de ontwikkeling van de handel tussen Europa en China in de XVIIde en de XVIIIde eeuw werden talrijke collecties van Chinese kunst aangelegd: porseleinen voorwerpen, ivoren stukken, schilderijen, kamerschermen, ... maken sindsdien deel uit van het dagelijks decor van talrijke Europese families. Door Leila de Vos van Steenwijk, specialiste in Aziatische kunst, directrice van Christie’s Amsterdam

ÿ MARK ROTHKO, Orange, Red, Yellow. Dit werk uit 1961 werd in 1967 verkocht. In mei 2012 veranderde het van eigenaar voor 86.900.000 $.

Dinsdag 13 november : Juwelen – historische verkopen Juwelen afkomstig van beroemdheden of van de hand van gerenommeerde juweliers gaan meestal voor veel geld onder de hamer. Toch weerspiegelt de grote verscheidenheid aan juwelen een zeer gezonde markt. Door Bernadette De Bruijn, specialiste in juwelen, directrice van Christie’s Amsterdam

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 73


ONZE DIENSTEN | CONFERENTIES KUNST

OUD MEUBILAIR CONFERENTIES KUNST PUILAETCO DEWAAY

TEKST © SIMON de MONICAULT, DIRECTEUR MEUBILAIRVERKOPEN, CHRISTIE’S PARIJS - FOTO’S © CHRISTIE’S IMAGES LIMITED

De tendens is bij iedereen bekend: de markt voor oud meubilair is, op zijn zachtst gezegd, niet in volle groei. Maar achter deze onbetwistbare tendens ligt een marktrealiteit die echter veel meer tegenstellingen vertoont.

DECENNIA VAN EUFORIE Voor we de huidige markt gaan analyseren, schetsen we haar evolutie over de voorbije vijftig jaar. Gedurende deze decennia was de markt ongelooflijk veelbelovend. Over de hele wereld waren oud meubilair en oude kunstvoorwerpen zeer in trek bij verzamelaars. Interieurontwerpers – in New York, Riyad, Buenos Aires, Parijs, ... – creëerden Frans getinte decors waarvan de Lodewijk XV-lambrizeringen de aankopen van liefhebbers inspireerden. De achttiende eeuw was dus een universele triomf. In die mate dat zelfs instellingen begonnen te verzamelen, in de hoop aanzienlijke meerwaarden te realiseren. Het meest opmerkelijke voorbeeld hiervan is dat van het British Rail Pension Fund: in de jaren 1970 diversifieerde de pensioenkas van de Britse spoorwegen haar activa door de aankoop van kunstwerken, waaronder uiteraard uitgelezen stukken achttiendeeeuws meubilair. Het pensioen van de spoorwegbeambten belegd in Lodewijk XVcommodes, het is een bijna lachwekkend beeld.

BOMEN GROEIEN NIET TOT IN DE HEMEL Na deze decennia van groei vormde de Eerste Golfoorlog een echt breekpunt. Maar de redenen voor de terugval zijn veel omvangrijker. In de eerste plaats was er de veranderende smaak. De gewoonten en de manier van wonen ondergingen een sterke evolutie. Een aantal meubelstukken stemde niet meer overeen met de hedendaagse gewoonten: een dressing op maat kreeg vaak de voorkeur boven een grote kast; oude zitbanken moesten wijken voor moderner en steviger zitcomfort. Het verdwijnen van zeer veel kunstambachten – in het bijzonder de restaurateurs – is zowel een oorzaak als een gevolg van de vertraging van de markt. Liefhebbers werden steeds meer terughoudend om grote restauratie-uitgaven te doen en verkozen ‘kanten-klare’ meubels die geen maanden werk vroegen.

Een ander voorbeeld van deze grenzeloze bevlieging is het bijna absurde project van een schatrijke verzamelaar die in 1977 het passagiersschip France kocht om er een verzameling meubilair en kunstvoorwerpen uit de achttiende eeuw in tentoon te stellen. Onnodig te vertellen dat het project al snel in het water viel. De prijzen bleven de hoogte ingaan, meer bepaald omwille van de aanzienlijke financiële slagkracht van nieuwe musea en nieuwe mecenassen. Zo werd de prijsinflatie van uiterst zeldzaam meubilair, niet zonder reden, gelinkt aan de aanzienlijke sommen die het J. Paul Getty Museum van Malibu uitgaf om zijn collectie uit te breiden.

74 | Analyses | Herfst - Winter 2012

ÿ VERZAMELING HUBERT de GIVENCHY.

Zilveren kroonluchter van het Huis Hannover.


ENGAGEMENT INDIVIDUEL DE PENSION | NOS SERVICES

ÿ LE GRAND SALON. Verkoop Yves Saint Laurent en Pierre Bergé. Tegelijkertijd werden tal van grote verzamelaars meer in de richting van de hedendaagse kunst gedreven, weg van de decoratieve kunst van de voorbije eeuwen. Terwijl in de twintigste eeuw veel miljardairs de musea decennialang hebben verrijkt met schenkingen van achttiende-eeuws meubilair (in navolging van Pierpont Morgan in New York, Gulbenkian in Lissabon en Camondo in Parijs), focussen de verzamelaars van vandaag meer op de hedendaagse creatie. EEN MARKT VOL CONTRASTEN De markt verschilt dus zeer sterk van die van de voorbije decennia. In plaats van één markt stellen we vast dat er verschillende markten naast elkaar bestaan. Hoewel de prijzen van meubilair vaak een terugval kenden, op zijn minst in courante euro’s, houden die van voorwerpen over het algemeen veel beter stand. Deze laatsten zijn immers gemakkelijker te plaatsen en vlotter in te passen in hedendaagse interieurs. De herkomst van de stukken is een criterium waarmee liefhebbers meer en meer rekening houden. De prijs van twee vergelijkbare stukken kan dus zeer verschillend zijn als één ervan een prestigieuze herkomst heeft. Men zal immers meer geneigd zijn om een oud meubelstuk te kopen dat aan Hubert de Givenchy of Karl Lagerfeld heeft toebe-

hoord – om maar twee grote namen uit de Haute Couture te noemen. Terwijl hedendaags meubilair steeds betaalbaarder wordt, durven verzamelstukken meer en meer duizelingwekkende prijzen te halen. De markt van de meesterwerken is in ontwikkeling en houdt bijzonder goed stand. Een aantal verzamelaars en instellingen zijn immers op zoek naar topstukken. En wanneer het stuk daadwerkelijk een parel is, lijkt de prijs geen grenzen te kennen. Een voorbeeld hiervan is The Badminton Cabinet. Dit spectaculaire en weelderige meubel van bijna vier meter hoog, dat in 1720 werd gemaakt in opdracht van de hertog van Beaufort, werd een eerste maal verkocht in juli 1990 en dit voor een bedrag van meer dan 10 miljoen euro. Toen het in 2004 opnieuw op de markt kwam, ging het voor meer dan 27 miljoen euro van de hand. BEMOEDIGENDE TENDENSEN De markt voor oud meubilair en oude kunstvoorwerpen is zeer gunstig voor kopers. Diegenen die stukken van bescheiden waarde kopen, kunnen er vinden die nagenoeg minder duur zijn dan nieuwe meubelstukken. Diegenen die meer waardevolle stukken kopen, vinden voldoening in het het feit dat zij zeldzame kwaliteitsstukken kunnen kopen tegen een redelijke prijs. Tegelijkertijd manifesteert zich een groeien-

de interesse voor oud meubilair vanuit de opkomende landen. Dit meubilair wordt immers gelinkt aan een echte gouden tijd in Europa in termen van creativiteit en talent. Tot slot, en hierom moeten we blij zijn, verschijnt er een nieuwe generatie van verzamelaars. Deze laatsten hebben genoeg van een iets te uniforme, iets te gemondialiseerde smaak. Ze willen zich omringen met enkele kwaliteitsstukken. En meer dan ooit loopt de markt over van opportuniteiten voor deze liefhebbers.

TERWIJL HEDENDAAGS MEUBILAIR STEEDS BETAALBAARDER WORDT, DURVEN VERZAMELSTUKKEN MEER EN MEER DUIZELINGWEKKENDE PRIJZEN TE HALEN. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 75


LIFESTYLE | VAKEXPERT

INTERVIEW MET HENRY BOUNAMEAUX, VOORZITTER VAN DE BELGISCHE KAMER VAN DESKUNDIGEN IN KUNSTWERKEN

DE TAXATIE VAN EEN

KUNSTWERK TEKST © INTERVIEW DOOR PUILAETCO DEWAAY - FOTO’S © ROULARTA/REPORTERS

Henry Bounameaux is jurist en kunsthistoricus. In 1993 richtte hij een advies- en expertisekantoor op voor schilderijen van oude en moderne meesters en voor hedendaagse kunst. Sedert 2006 staat hij aan het hoofd van de Belgische Kamer van Deskundigen in Kunstwerken en sedert 2010 is hij voorzitter van de Confédération Européenne des Experts d’Art. Hij schreef talrijke artikels over de kunstmarkt.

Hoe definieert u de waarde van een kunstwerk ? Henry Bounameaux : “Dé waarde van een kunstwerk bestaat niet. Er bestaan er minstens twee, of zelfs vier wanneer we ook rekening houden met de sentimentele en de artistieke waarde ! Maar ik denk dat u met uw vraag eerder de ‘vermogenswaarde’ van een kunstwerk bedoelt. Net zoals de financiële markten kent de kunstmarkt twee waarden, twee ‘koersen’: de ‘koperskoers’, de aankoopwaarde, en de ‘verkoperskoers’, de verkoopwaarde (of de ‘venale waarde’). We mogen deze waarden zeker niet met elkaar verwarren, temeer omdat ze in verschillende contexten worden gebruikt.” DE VERSCHILLENDE WAARDEN Laten we beginnen met de aankoopwaarde … HB : “De aankoopwaarde komt overeen met de prijs die men in de kunsthandel voor een vergelijkbaar werk zou kunnen betalen. Het moet een redelijke waarde zijn, dus niet overdreven en evenmin een ‘koopje’. We moeten die waarde zien als een schatting en dus eerder als een grootteorde, een aanwijzing, dan als een waarheid met een grote W. Deze aankoopwaarde is zeer belangrijk in twee situaties: de aankoop en de verzekering. Wanneer we een werk willen aankopen, moeten we weten of de vraagprijs wel realistisch is. Wat de verzekering betreft, stellen de meest

76 | Analyses | Herfst - Winter 2012

volledige contracten een schadevergoeding in aankoopwaarde (of ‘vervangingswaarde’) voor. Die formule voorziet bij een schadegeval een budget dat toelaat om een vergelijkbaar kunstvoorwerp te kopen.”

IEMAND DIE ZIJN VAK KENT, KAN U WAARBORGEN DAT UW AANKOOP OVEREENKOMT MET DE WAARDE VAN HET KUNSTWERK.


ENGAGEMENT INDIVIDUEL DE PENSION | NOS SERVICES

ÿ OPENBARE VERKOOP VAN KUNSTVOORWERPEN. Er heerst een verschil tussen de verkoop- en de aankoopwaarde. En de verkoopwaarde ? HB : “Hier bevinden we ons in de tegenovergestelde situatie. We moeten ons afvragen wat het kunstwerk echt waard is, met andere woorden hoeveel de verkoop, ook hier in normale marktomstandigheden, zou kunnen opleveren. Op vermogensvlak is dit de belangrijkste waarde, omdat ze overeenkomt met wat u werkelijk bezit. Daarom geven we de voorkeur aan deze waarde bij een verdeling, ongeacht of het om een schenking of een nalatenschap gaat.” Is er een groot verschil tussen deze twee waarden ? HB : “Ja, dat kan aanzienlijk zijn. Het verschil tussen de verkoop- en de aankoopwaarde ligt immers in de niet onbelangrijke marge van de kunstmarkt. Voor alle duidelijkheid: dit is geen oordeel, maar een vaststelling. Ik geef een voorbeeld. Wanneer u in België een

kunstwerk op een veiling verkoopt, betaalt u als verkoper een commissie van 10 tot 15 %. De koper betaalt aankoopkosten die tussen de 20 en 24 % liggen. Daarnaast mogen we ook niet vergeten dat er in sommige gevallen een volgrecht van 4 % verschuldigd is. Wanneer de veilinghamer op 10.000 EUR neergaat, ontvangt de verkoper tussen 8.500 en 9.000 EUR en betaalt de koper tussen 12.000 en 12.800 EUR. Een verschil dat kan oplopen van 30 tot 43 %. Ik geef dit concrete voorbeeld, maar ben mij er eveneens van bewust dat het theoretisch is, want wanneer u een goede aankoop doet, is het van weinig belang dat u 43 % meer betaalt dan wat de verkoper ontvangt. Als u zich daarentegen vergist... Ook wanneer u van een kunsthandelaar een werk koopt dat hij zelf op een openbare veiling heeft gekocht, moet u uiteraard nog rekening houden met een bijkomende marge, die het verschil nog groter maakt.”

ÿ HENRY BOUNAMEAUX. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 77


KWALITEIT LOONT NOG ALTIJD EN NIET ENKEL VANUIT FINANCIEEL, MAAR OOK VANUIT ESTHETISCH STANDPUNT. ÿ EDVARD MUNCH, De Schreeuw. Het is belangrijk om de verkoopprijs correct te interpreteren. Wat bedoelt u met “zich vergissen” ? HB : “Zich vergissen is in de eerste plaats iets kopen waar u spijt van krijgt. Volgens mij geldt, net zoals in andere domeinen, dat kwaliteit nog altijd loont en niet enkel vanuit financieel maar ook vanuit esthetisch standpunt. We worden trendgevoelige zaken gemakkelijker beu en wanneer we ze dan opnieuw willen verkopen, is dat vaak moeiliijk omdat iedereen hetzelfde op hetzelfde moment wil en alle liefhebbers verdwenen zijn. Ik ontmoet soms cliënten die aan het einde van de jaren 1980 zeer dure werken gekocht hebben die nu nauwelijks te verkopen zijn voor een kwart van de prijs … Ik ben niet tegen een impulsieve aankoop, maar de koper moet dan wel beseffen dat hij het risico loopt om geld te verliezen. Bij aankopen als ‘belegging’ is het ook oppassen geblazen, want die zouden wel eens het tegenovergestelde resultaat kunnen opleveren indien u slecht geadviseerd werd.”

78 | Analyses | Herfst - Winter 2012

GEEN GOEROE, NOCH HELDERZIENDE Vindt u dat u als expert kan achterhalen wat in waarde zal stijgen ? HB : “Uiteraard niet, ik ben geen ‘goeroe’ of ‘helderziende’ ! Maar iemand die zijn vak kent, kan u wel waarborgen dat de aankoop die u op een bepaald moment wenst te doen, overeenkomt met de waarde van het kunstwerk op dat moment en dat het werk goed geconserveerd is.” Hoe gaat de expert tewerk om de verkoopwaarde van een werk te bepalen ? HB : “Hij maakt een prijsvergelijking met vergelijkbare werken die kort geleden op openbare veilingen werden aangeboden. Private transacties blijven per definitie vertrouwelijk. De informatie moet dus worden gezocht waar ze beschikbaar is, met andere woorden bij verkopen op veilingen. De beoordeling van de vergelijkingselementen blijft hoe dan ook een

moeilijke taak. Men moet deze verkoopresultaten immers met de nodige afstand en in alle objectiviteit weten te ‘interpreteren’ op basis van kennis en ervaring.” Tot welke expert moet men zich wenden ? HB : “De titel van expert is niet beschermd, wat betekent dat iedereen zich expert kan noemen. Hoe kan men dan het kaf van het koren scheiden ? Heel wat experts zijn aangesloten bij een vereniging die de naleving van deontologische regels waarborgt. Zo heeft de Belgische Kamer van Deskundigen in Kunstwerken, een beroepsvereniging die erkend is door de Raad van State, een deontologische code. Het is de taak van haar Directieraad om deze code te doen respecteren. Dankzij dit orgaan heeft de ‘consument’ bij een geschil met een expert die lid is van deze kamer, een beroepsmogelijkheid buiten de rechtbank en kan hij zijn probleem in der minne regelen, wat een voordeel is.”


VAKEXPERT | LIFESTYLE

Moet men zich tot gespecialiseerde experts richten ? HB : “In de 21ste eeuw is het een illusie om te beweren dat men op alle vlakken bekwaam is: van zilverwerk over tapijten en bibliofilie tot schilderijen ! Daar het verzamelen van kunst alsmaar meer gesofisticeerd wordt, verdient het de voorkeur om een beroep te doen op een expert die in één of, op voorwaarde dat ze aanverwant zijn, meerdere deelgebieden gespecialiseerd is. Wanneer de authenticiteit (en niet de waardering) van een kunstwerk moet worden bepaald en er grote bedragen op het spel staan, moet men in sommige gevallen zelfs een beroep doen op experts die slechts in een enkele kunstenaar gespecialiseerd zijn. Dan wordt de kennis van de academische wereld ingeschakeld: museumwetenschappers en universiteitsprofessoren zijn kennisbronnen ! We mogen evenmin de grote kunsthandelaars vergeten die, via het contact met de voorwerpen die door hun handen gegaan zijn, kennis en deskundigheid in hun domein hebben opgebouwd.” Tot besluit … HB : “U kunt beter een beroep doen op experts met een goede reputatie die lid zijn van een erkende beroepsvereniging. Daarenboven vraagt u best een offerte waarin de prestaties die u van de expert verwacht en het bedrag van zijn honoraria vermeld staan. Zo vermijdt u onaangename verrassingen.”

ÿ INVESTERING. Ook bij aankopen als ‘belegging’ is het oppassen geblazen.

U KUNT BETER EEN BEROEP DOEN OP EXPERTS MET EEN GOEDE REPUTATIE DIE LID ZIJN VAN EEN ERKENDE BEROEPSVERENIGING.

BELGISCHE KAMER VAN DESKUNDIGEN IN KUNSTWERKEN De Belgische Kamer van Deskundigen in Kunstwerken is een in 1963 opgerichte beroepsvereniging die sedert 1964 erkend is bij beslissing van de Raad van State. Haar maatschappelijk doel is de verdediging van het beroep van deskundige in kunstwerken. Daarvoor hanteert ze een deontologische code die ernaar streeft om de professionele en morele integriteit van haar leden te waarborgen. Ze telt bijna 70 leden-deskundigen in een dertigtal categorieën. Elke expert mag maximaal vier aanverwante specialiteiten hebben. De Belgische Kamer van Deskundigen in Kunstwerken is lid van de Confédération Européenne des Experts d’Art.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 79


KUNST | PORTRET

每 REMBRANDT BUGATTI.


PORTRET | KUNST

REMBRANDT

BUGATTI , DE MEEST ANTWERPSE VAN DE ITALIAANSE BEELDHOUWERS TEKST © VÉRONIQUE FROMANGER EN CHRISTINE MOSTERT - FOTO’S © CHRISTIE’S EN CONSERVATOIRE BUGATTI

Aan het begin van de 21ste eeuw willen de grote verzamelaars een ‘Rembrandt Bugatti’ in hun collectie hebben. Hoe werd het werk van deze unieke beeldhouwer beschermd, zodat het aan de hedendaagse eisen van een kunstverzameling voldoet?

B

ij de familienaam Bugatti denken we meestal aan de luxueuze sportwagens die Ettore Bugatti (1881 Milaan – 1947 Neuilly-sur-Seine) heeft gecreëerd. Nochtans telt de familie nog twee andere geniale ontwerpers: vader Carlo Bugatti (1856 Milaan – 1940 Molsheim), meubelontwerper, en Ettore’s jongste broer Rembrandt Bugatti (1884 Milaan – 1916 Parijs), die zonder enige twijfel de belangrijkste dierenbeeldhouwer van de 20ste eeuw is. Het publiek herontdekte Rembrandt Bugatti in 1990, toen 39 van zijn beelden tijdens de Alain Delon-verkoop werden geveild. Zijn werken zijn vandaag zeer gegeerd door grote verzamelaars en de prijzen ervan kunnen heel hoog oplopen. De reden voor dit succes is duidelijk: de markt voor de werken van Rembrandt Bugatti is een gezonde markt, zodat de prijzen van zijn beelden standhielden. Daarbij spelen twee belangrijke factoren een rol: enerzijds, het feit dat de rechthebbenden geen toelating hebben gegeven om postuum nog beelden te gieten en, anderzijds, het uitzonderlijke inventariseringswerk van de bronzen beelden van Bugatti dat Véronique Fromanger meer dan twintig jaar geleden startte. Die referentie zorgt ervoor dat de paar valse beelden die eventueel in omloop zouden zijn, het vertrouwen in deze markt niet ondermijnen. Het feit dat zijn werk verschillende categorieën van liefhebbers interesseert, is een andere reden voor het hoge prijsniveau: de verzamelaars van beeldhouwwerken, de verzamelaars van impressionistische kunst, de verzamelaars van art deco (zij geven de voorkeur aan emblematische onderwerpen van die tijd, zoals katachtigen en olifanten) en de verzamelaars van dierenkunst.

Véronique Fromanger, deskundige met een voorliefde voor het werk van Bugatti en auteur van het ‘Répertoire monographique’ van de kunstenaar, heeft het over de Antwerpse periode van de beeldhouwer, over de rol van zijn uitgever A. A. Hébrard en over de positie van de familie Bugatti tegenover deze artistieke nalatenschap. REMBRANDT BUGATTI IN ANTWERPEN Omstreeks 1906 komt de piepjonge beeldhouwer Rembrandt Bugatti naar België op uitnodiging van de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen. Hij tekende eerder een exclusiviteitscontract met de Parijse uitgever en galeriehouder A.A. Hébrard, die in 1904 dertig gipsen modellen van mensen en dieren had tentoongesteld. Aangemoedigd door zijn succes drijft Bugatti het ritme van zijn creaties op en wijdt hij al zijn energie hieraan. Hij is continu op zoek naar modellen voor zijn creaties. Daarom pendelt Bugatti, als een trekvogel, heen en weer tussen Frankrijk en België.

ÿ “ÉLÉPHANT BLANC D’ASIE MENDIANT”. LUXX | 81 19 Herfst - Winter 2012 | Analyses


KUNST | PORTRET

Aan het begin van de 20ste eeuw wordt de Antwerpse dierentuin als de belangrijkste van de wereld beschouwd. Het is een groene oase in het midden van de stad, naast het indrukwekkende Centraal Station dat het symbool is van vooruitgang en modernisme. De wilde dieren leven in omheinde ruimtes of in halve vrijheid. Er zijn dus geen kooien meer zoals in de Parijse Jardin des Plantes. Bugatti is bevriend met de directeur van de zoo, Michel L’Hoest, en kan bijgevolg gemakkelijker in de dierentuin werken. Hij kan vrij in de zoo rondwandelen en naar eigen wens in open lucht boetseren.

ÿ REMBRANDT BUGATTI EN ZIJN BROER ETTORE.

Bugatti observeert de grote roofdieren, van de beer tot de olifant, van de neushoorn tot het nijlpaard, van de buffel tot de giraf. Hij is ook geïnteresseerd in andere diersoorten: antilopen, een zebra, een grote miereneter, een baviaan, jaks, lama’s, tapirs, een struisvogel, kasuarissen, ... Bugatti ziet de volumes in grote gehelen, wat hem toelaat om het gevoel van huid, pluimen of pels op te roepen door elk dier in geometrische massa’s te schematiseren. Hij is erin geslaagd om abstractie en figuratie via lijnen en volumes samen te brengen. In tien jaar tijd, waarin de creaties elkaar bliksemsnel opvolgden, doorliep Bugatti het expressionisme van de fauvisten, de synthese van de vormen en het futuristische dynamisme. De Babouin sacré Hamadryas (baviaan) is hiervan een perfect voorbeeld.

Bugatti zal deze nieuwe manier van werken met lijnen en massa’s, in evenwicht met verhoudingen, in samenhang met geometrie en gevoeligheid, waarbij hij zich eveneens in de materies verdiept, toepassen op alle modellen die hij in Antwerpen maakt. ZIJN VERKOPER: A.A. HÉBRARD De grootste verdienste van Adrien-Aurélien Hébrard is dat hij ons het werk van Rembrandt Bugatti heeft leren kennen, dat hij het met bronzen en zilveren oplagen heeft vereeuwigd en dat hij een dierenbeeldhouwer als dusdanig ingang heeft doen vinden. Elk jaar stelt Hébrard de nieuwe werken van Bugatti tentoon in zijn galerie in Parijs. Hij toont eveneens retrospectieven van de beeldhouwer op de officiële Salons van Parijs, Wenen, Milaan, Brussel, Berlijn, Antwerpen en New York. Hébrard draagt alle risico’s die verbonden zijn aan het promoten van Bugatti’s werk. Deze ‘onderneming’, namelijk Bugatti in de kunstwereld lanceren, streeft ernaar om deze in 1904 onbekende, jonge Italiaanse kunstenaar op de hoogste trede van de ladder van de artistieke en commerciële internationale waarden te plaatsen. We kunnen stellen dat Hébrard een beslissende rol heeft gespeeld, omdat hij voor de allereerste keer een reproductie- en verspreidingsethiek oplegde. Vanuit een streven naar respect voor zowel zijn kunstenaar als

EEN PAAR REFERENTIES VAN VERKOOPPRIJZEN DE WERKEN VAN BUGATTI ZIJN VANDAAG ZEER GEGEERD DOOR GROTE VERZAMELAARS EN DE PRIJZEN ERVAN KUNNEN HEEL HOOG OPLOPEN. 82 | Analyses | Herfst - Winter 2012

• ‘Panthère à l’affût’, gemaakt tussen 1913 en 1914, geschat tussen 300.000 en 350.000 euro en op 23/11/2011 geveild door Christie’s Parijs voor 1.005.800 euro. • ‘Grand élan’, gemaakt tussen 1913 en 1914, geschat tussen 750.000 en 1.000.000 USD en op 2/11/2010 geveild door Sotheby’s New York voor 1.202.500 USD. • ‘Chimpanzé assis sur une boule’, gemaakt tussen 1913 en 1914, geschat tussen 300.000 en 500.000 USD en op 16/5/2010 geveild door Sotheby’s New York voor 512.500 USD.

ÿ PANTER OP DE LOER.

ÿ GROTE ELAND.


PORTRET | KUNST

zijn verzamelaars, kiest hij voor een beperkende en strenge aanpak: elk gipsen model dat Bugatti maakt, wordt door Hébrard in een beperkt aantal bronzen (of zilveren) exemplaren uitgegeven en elk exemplaar wordt gemaakt volgens de verlorenwastechniek: “met verloren was kan alles in een keer worden gesmolten, ongeacht de complexiteit van het onderwerp. Er zijn nooit doorsnedelijnen en montagepunten. Daarenboven respecteert dit procedé absoluut het werk van de kunstenaar (…) het respecteert het geboetseerde werk zo goed dat men op het brons zelfs de vingerafdrukken van de beeldhouwer terugvindt.” (Bron: Louis Vauxcelles, ‘La fonte à cire perdue’, Art et Décoration, tweede semester 1910) Het uitmuntende werk van gieter Albino Palazzolo, atelierhoofd bij Hébrard, biedt Bugatti een voortreffelijke bewegingsvrijheid. Hij hoeft de wassen beelden en het ciseleerwerk niet te controleren. Elk gegoten beeld wordt gehandtekend, genummerd of gemarkeerd met ‘uniek stuk’ en draagt de oplagestempel van de smelter (Cire Perdue A.A. Hébrard). Dankzij deze techniek is elk bronzen beeld dat voor eenzelfde model wordt gemaakt, identificeerbaar aan de hand van zijn eigen legering, patina, gietmerken en gewicht. DE NALATENSCHAP, DE VEREEUWIGING VAN HET WERK Ter herdenking van 8 januari 1916, de datum waarop Rembrandt Bugatti vrijwillig uit het leven stapte, koos Ettore de Tigre piétinant un serpent (tijger die een slang vertrappelt) als laatste werk. Dit is in twee opzichten een uniek symbool: in 1914, nadat de zoo van Antwerpen werd omgebouwd tot oorlogshospitaal en de tijgers werden gedood, maakte Rembrandt Bugatti, bij wijze van afscheid, een beeldhouwwerk rond het thema van de mozaïek op de inkompijler van de zoo: een leeuw die met een giftige slang vecht, het symbool van de strijd tegen het bedrog. In 1919 is de gieterij Hébrard de enige die de bronzen beelden verder mag gieten van de modellen waarvan ze de exclusieve reproductierechten vanaf 1904 heeft gekocht. In 1926 gaat het de Bugatti-fabriek van Molsheim eindelijk voor de wind. Ettore en zijn zoon Jean willen absoluut dat Rembrandt postuum zijn steentje bijdraagt aan de creatie van de mooiste wagen ter wereld. Zij gebruiken het model van de Petit éléphant dressé (op zijn achterpoten staand olifantje) van 1904 om de radiatordop van de prachtige Bugatti Royale te ontwerpen. Om het werk van zijn broer te doen voortle-

EEN OPLAGE TEGENOVER EEN UNIEK WERK Aan het einde van de 19de eeuw werden bronzen beelden in oplage beschouwd als een vooruitgang, een democratisering van de kunst die door de Salons gepopulariseerd werd. Door de onberispelijke kwaliteit van de uitvoering kregen deze beelden in oplage de status van kunstwerken. In die tijd werd deze status zelf grotendeels gedefinieerd door concepten van schoonheid, lelijkheid, zin van de kunstwerken en technische perfectie. Deze vermenigvuldiging van ‘het unieke’ die mogelijk werd gemaakt door het technische vernuft van de kunstindustrie, kent een schaduwzijde in de 20ste eeuw. De termen kunstwerk en reproduceerbaarheid worden theoretisch gefundeerd en het veelvoud wordt veroordeeld ten gunste van het unieke werk. Het is door het gebruik van de verlorenwastechniek dat gieters zoals A.A. Hébrard, Valsuani of Susse een alternatief hebben gevonden voor deze afwaardering door op de proppen te komen met beperkte, genummerde en gehandtekende reeksen. Op die manier vindt elk stuk, dat een reproductie is van een orgineel, zijn individualiteit en zijn noemer van kunstwerk terug. De thematiek van het veelvoud, het originele en het unieke is nog steeds het gespreksonderwerp onder verzamelaars, liefhebbers, theoretici en deskundigen uit de kunstwereld en biedt kunstenaars ruimte om te experimenteren. Deze begrippen worden eveneens aangesneden vanuit een wettelijke en fiscale invalshoek.

ven, neemt Ettore Bugatti de fakkel over en gaat hij zijn verzameling aanvullen. Ze groeit door de jaren heen uit tot de belangrijkste ter wereld. Vervolgens wordt ze versnipperd (vanaf 1970) door openbare of onderhandse verkopen door zijn erfgenamen, Lidia Bugatti de Boigne, Ebé Bugatti en Roland Bugatti, na de retrospectieve tentoonstellingen van 1955 en 1965 die door de Koninklijke Maatschappij voor Dierkunde van Antwerpen en de Galerie Samy Chalom in Parijs werden georganiseerd. Ebé Bugatti, de oudste dochter van Ettore, erft de gipsen modellen. Ze bewaart de

meeste hiervan zonder dat er ooit enige postume gieting, reproductie of afgietsel wordt gemaakt. In 1975 doet ze een eerste schenking aan de Franse nationale musea en haar erfgenaam en petekind Jean-Marie Desbordes doet in 1981 een uitzonderlijke schenking van zijn verzameling van tachtig gipsen modellen. Véronique Fromanger, Deskundige Auteur van het boek ‘Rembrandt Bugatti Sculpteur, Répertoire monographique’, verschenen in 2010 bij de Editions de l’Amateur.

ÿ BUGATTI zeer dicht bij de dieren. Herfst - Winter 2012 | Analyses | 83


KUNST | TENTOONSTELLING

EEN RETROSPECTIEVE IN DIALOOG MET MARLENE DUMAS EN THIERRY DE CORDIER

CONSTANT PERMEKE IN HET PALEIS VOOR SCHONE KUNSTEN TEKST © WILLY VAN DEN BUSSCHE & PUILAETCO DEWAAY - FOTO’S © SABAM BELGIUM 2012

De aanwezigheid van Permeke deze herfst in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten zal niet onopgemerkt voorbijgaan. Willy Van den Bussche, curator van de tentoonstelling en Permeke-specialist, legt de focus op de nauwe band tussen de kunstenaar en de instelling en biedt een nieuwe kijk op zijn werk, omkaderd door werken van Marlene Dumas en Thierry De Cordier.

Z

estig jaar na het overlijden van Constant Permeke een retrospectieve van zijn werk organiseren in het Brusselse Paleis voor Schone Kunsten (PSK), is terugschakelen naar de tijd dat hij er tijdens zijn leven bijna jaarlijks een tentoonstelling had. Permeke kreeg er zijn eerste grote retrospectieve – die meteen ook de grootste was – in 1930. Het PSK werd in 1928 geïnaugureerd met een tentoonstelling van Belgische kunst. Het jaar nadien werd het werk van James Ensor in de kijker geplaatst en na Ensor was Permeke aan de beurt. De roem van de kunstenaar viel niet bij iedereen in goede aarde. Hier en daar rees een gevoel van onvrede toen de kunstcritici Luc en Paul Haesaerts hem de titel van ‘Dieu le père’ toedichtten in de ‘Heilige Drievuldigheid’ Permeke, Gust De Smet en Frits Van den Berghe. In het nieuwe tijdschrift Les Beaux-Arts typeerden de broers Haesaerts deze groep kunstenaars als ‘les expressionnistes flamands’. Charles Leirens, toenmalig directeur van het PSK, deed zowat iedereen, tot Permeke toe, versteld staan door op deze eerste retrospectieve een indrukwekkend aantal werken (meer dan 550) te presenteren. De tentoonstelling en de wat geëxalteerde uitspraken van de kunstcritici leidden tot een hevige animositeit. Er ontstonden twee kampen. De tegenstanders lanceerden zelfs een lastercampagne in het weekblad Pourquoi Pas ?. Op de omslag verscheen een karikatuur van de schilder met het onderschrift ‘Permeke, le Dieu le père de la peinture expressionniste flamande’. Het staat buiten kijf dat deze tentoonstelling een ophefmakende gebeurtenis was, niet in het minst voor Permeke zelf.

84 | Analyses | Herfst - Winter 2012

Enkele van de vele tentoonstellingen die nadien in het PSK aan de kunstenaar werden gewijd, hebben een bijzondere rol gespeeld in zijn carrière. Toen hij in 1936 met een aantal grote landschappen voor de dag kwam, regende het kritiek. Zelfs zijn ferventste aanhangers verweten hem dat hij de weg van de ‘retour à l’humain’ was opgegaan en zijn uitgesproken expressieve beeldtaal had laten varen. Permeke was erg gevoelig voor kritiek in de pers en had een eigenzinnig antwoord klaar: hij stortte zich op het tekenen van naakten en waagde zich in alle stilte aan een voor hem nieuw medium, de beeldhouwkunst. De weerbarstige materie van de klei daagde hem uit. De aarde die hij in zo vele schilderijen had weergegeven, werd nu zelf zijn beeldend materiaal. Het jaar daarop volgde in het PSK een eerste voorstelling van zijn sculpturen – zowel kleine als monumentale stukken – en naakttekeningen.

DE ROEM VAN PERMEKE VIEL NIET BIJ IEDEREEN IN GOEDE AARDE.


ENGAGEMENT INDIVIDUEL DE PENSION | NOS SERVICES

ÿ BOERENGEZIN MET KAT. Vanaf dan wijdde Permeke zich nagenoeg uitsluitend aan het beeldhouwen en tekenen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog werden het zelfs zijn enige bezigheden, met als resultaat een zelfstandig oeuvre dat hij in 1944 in het PSK kon tonen. Hij had zich niet laten tegenhouden door het feit dat hij in 1942 een werkverbod van de Duitse bezetter had gekregen, omdat deze laatste zijn productie als ‘entartete Kunst’ (ontspoorde kunst)

beschouwde. Het evenement in het PSK veroorzaakte dan ook consternatie en de Duitsers legden na de tentoonstelling beslag op het gebouw, dat bijgevolg werd gesloten. In 1947 organiseerde het PSK opnieuw een grote retrospectieve ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van de kunstenaar. Deze tentoonstelling reisde nadien naar het Stedelijk Museum in Amsterdam en vervolgens naar het Musée National d’Art Moderne in Parijs.

Het Paleis voor Schone Kunsten van Brussel was voor Permeke ontegensprekelijk de plek bij uitstek om zich te manifesteren. Daarom leek het voor de hand liggend dat de zestigste verjaardag van zijn overlijden zou worden herdacht met een sterke overzichtstentoonstelling op deze plek. “Bij de samenstelling van deze tentoonstelling vond ik het interessant om aspecten van zijn oeuvre en zijn persoonlijkheid te belichten en Herfst - Winter 2012 | Analyses | 85


KUNST | TENTOONSTELLING

ÿ BRETOENS LANDSCHAP. niet meteen een louter chronologische lijn te volgen. Daarbij heb ik getracht de diverse thema’s, zoals daar zijn de zee, de aarde en de menselijke betrokkenheid, zowel picturaal als emotioneel te verbinden. Door zijn werk te omkaderen met dat van twee internationaal gerenommeerde hedendaagse kunstenaars – Marlene Dumas en Thierry De Cordier –, wil ik vooral de continuïteit van dat picturaal engagement en die emotionele betrokkenheid onder de aandacht brengen. Beide kunstenaars overstijgen, zoals Permeke, de weergave van de werkelijkheid op een persoonlijke wijze. De blijvende verankering in de realiteit krijgt door de sterke materialiteit een nog groter aanwezigheidsgevoel. De betrekkelijkheid van de dingen wordt bij beiden suggestief en zeker niet narratief weergegeven. Het

PRAKTISCHE INFORMATIE De retrospectieve ‘Constant Permeke’ loopt van 11 oktober 2012 tot 20 januari 2013 in het Paleis voor Schone Kunsten van Brussel. De tentoonstelling is toegankelijk van dinsdag tot zondag, van 10 tot 18u, en op donderdag tot 21u. www.bozar.be

86 | Analyses | Herfst - Winter 2012

ÿ VISSERSVROUW. werk van Dumas vloeit voort uit de arrogantie van het expressionisme. Het werk van De Cordier ontstond veeleer uit een elementaire terughoudendheid. Net zoals Permeke zijn ze beiden non-conformist, maar emotioneel sterk betrokken bij hun onderwerpen. Van Dumas worden naakttekeningen getoond, van De Cordier landschappen. Met dit boeiende geheel van gelijkenissen en controversen wil ik de actualiteit van Permekes werk en zijn blijvende betekenis onderstrepen.” Uittreksels uit de catalogus van de tentoonstelling, opgesteld door Willy Van den Bussche (publicatie Mercatorfonds in co-uitgave met BOZAR – Paleis voor Schone Kunsten, Brussel). MARLENE DUMAS: EXPRESSIEVE NAAKTEN Marlene Dumas mocht de Johannes Vermeer Prijs 2012 in ontvangst nemen. Met haar talent en haar ongeëvenaarde vermogen om menselijke emoties in beeld vast te leggen, wist ze de Nederlandse jury te overtuigen. Het werk van deze in Nederland gevestigde Zuid-Afrikaanse kunstenares is in talrijke musea te vinden, waaronder het Centre Georges Pompidou in Parijs, het MoMA in New York, het Stedelijk Museum in Amsterdam en het Tate Modern in Londen. Ook

werden er reeds grote tentoonstellingen aan haar gewijd, meer bepaald in Antwerpen, New York, Tokio en Los Angeles. Ze is een van de topkunstenaars van onze tijd. THIERRY DE CORDIER: OERKRACHT Thierry De Cordier is zowel schilder als tekenaar, beeldhouwer en bouwer van grote installaties, die er niet voor terugdeinst om maatschappelijke, ideologische en religieuze vragen te stellen. Speciaal voor deze retrospectieve maakte hij gloednieuw werk. Hij keert terug naar de essentie, de oerkracht. Met zijn krachtige landschappen en zorgvuldig gekozen donker- en lichtaccenten weet de man te ontroeren, zoals ook Permeke dat doet.

‘LE DIEU LE PÈRE’ VAN HET VLAAMS EXPRESSIONISME.


TENTOONSTELLING | KUNST

ÿ THIERRY DE CORDIER, Spinache. WILLY VAN DEN BUSSCHE

EEN CURATOR MET KARAKTER

Willy Van den Bussche gaf de Belgische moderne kunst een eigen thuishaven. Hij was hoofdconservator van het Permekemuseum in Jabbeke en van het Museum voor Moderne Kunst aan Zee in Oostende. Met meer dan tweehonderd tentoonstellingen op zijn actief beschikt Willy Van den Bussche over een indrukwekkend palmares, waaronder ‘Triënnale voor hedendaagse kunst in België’, ‘Van Dada tot heden’ en ‘Van Ensor tot Delvaux’. Hij is eveneens de stichter van ‘Beaufort’, de Triënnale voor Hedendaagse Kunst aan Zee. Met zijn zeldzaam dynamisme wist hij Permeke op de wereldkaart te zetten door zijn werk te laten ontdekken via retrospectieven die hij organiseerde van Madrid, over Wenen en Oslo, tot Shanghai. Hij schreef een uitgebreide monografie over de kunstenaar en werkte mee aan de film ‘Over Permeke’ van de Belgische cineasten Henri Storck en Patrick Conrad. “Permeke is voor mij de meest karaktervolle kunstenaar van de twintigste eeuw. Ik ben van jongs af aan gepassioneerd door de man en zijn werk. Had ik niet dezelfde vastberadenheid in mijn werk gehad, dan zouden het Permekemuseum en het Museum voor Moderne Kunst aan Zee vandaag niet bestaan. In die zin hebben hij en ik wel wat gemeen.”

ÿ MARLENE DUMAS, Snow Flake.

NET ZOALS PERMEKE ZIJN MARLENE DUMAS EN THIERRY DE CORDIER BEIDEN NON-CONFORMIST, MAAR EMOTIONEEL STERK BETROKKEN BIJ HUN ONDERWERPEN.

HET ENGAGEMENT VAN PUILAETCO DEWAAY

CULTUUR VOOR IEDEREEN

Puilaetco Dewaay deelt het engagement van BOZAR om cultuur voor iedereen toegankelijk te maken. Net zoals BOZAR, beschouwt de bank kunst als een ideaal middel om bruggen te slaan tussen culturen en individuen. Het is vanuit dit oogpunt dat Puilaetco Dewaay, gevoelig voor het belang van haar maatschappelijke verantwoordelijkheid inzake cultuur en kunst, het Paleis voor Schone Kunsten steunt als BOZAR Patron en hoofdsponsor van de tentoonstelling Constant Permeke.

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 87


CULTUUR | AGENDA

AGENDA

CULTUUR EN EVENTS OP HET PROGRAMMA TEKST © CHRISTINE MOSTERT

BELGIË

BRUSSEL Jordaens en de antieken Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België, tot 27 januari Na Rubens wordt Jacob Jordaens nu door de Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België in de schijnwerpers gezet. Meer dan 80 schilderijen, tekeningen, tapijten en beeldhouwwerken uit prestigieuze musea en private collecties laten ons de minst gekende van de drie grote Vlaamse barokschilders ontdekken. www.fine-arts-museum.be Prinses Marie-José, tussen België en Italië. Een koninklijke garderobe Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis, tot 3 maart De dochter van koning Albert I en koningin Elisabeth huwt in 1930 met de Italiaanse troonopvolger. In die tijd is uiterlijke schijn een onderdeel van de politieke strategie. Marie-José bezit prachtige avondjurken en hofmantels die van haar één van de meest elegante vrouwen van haar tijd maken. De tentoonstelling wordt eveneens gedocumenteerd met archiefdocumenten, die ons een beter inzicht bieden in de complexiteit van deze periode tussen de luister van het hof en de opkomst van het fascisme. www.kmkg-mrah.be Constant Permeke. Retrospectieve Paleis voor Schone Kunsten, tot 20 januari Zie artikel pagina 84. www.bozar.be Jules Wabbes. Furniture designer Paleis voor Schone Kunsten, van 17 oktober tot 13 januari Voor het eerst wordt een volledig overzicht van deze geniale Belgische meubelontwerper aan het grote publiek getoond. De nadruk ligt op de unieke stukken, de prototypes en het meubilair dat hij voor het Foncolingebouw heeft ontworpen. www.bozar.be

88 | Analyses | Herfst - Winter 2012

Antoine Watteau. The music lesson Paleis voor Schone Kunsten, van 8 februari tot 12 mei Deze grote Franse schilder van het begin van de 18de eeuw beeldde vaak muzikale taferelen in zijn schilderijen uit. Een delicaat oeuvre dat men ook muzikaal opnieuw kan ontdekken via de aan de tentoonstelling gekoppelde concerten. www.bozar.be Belgische kunst. Een moderne eeuw. Collectie Caroline en Maurice Verbaet Museum van Elsene, tot 20 januari Een selectie van werken uit de collectie van Caroline en Maurice Verbaet biedt een originele en atypische kijk op de Belgische kunst van de 20ste eeuw. www.museumvanelsene.irisnet.be Pascal Bernier. A pop nightmare Botanique, tot 18 november Met een geveinsde luchtigheid en veel humor schetst de Belgische kunstenaar onze dubbelzinnige verhoudingen met de wereld rondom ons. De Botanique toont werken die speciaal voor de tentoonstelling werden gemaakt, evenals recente en oudere stukken. www.botanique.be ANTWERPEN Madame Grès. Sculpturale mode Modemuseum, tot 10 februari Nadat het Antwerpse Modemuseum een paar maanden gesloten geweest is, opent het opnieuw zijn deuren met een tentoonstelling rond de Parijse couturière. De Belgische beeldende kunstenaar Renato Nicolodi stak de retrospectieve van 50 jaar creaties van Madame Grès van het musée Galliera in een nieuw kleedje. www.momu.be De modernen. Rondom Permeke Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, tot 25 februari Ter gelegenheid van de zestigste verjaardag van het overlijden van Constant Permeke

brengt het Antwerpse museum een hommage aan de schilder met een zeventigtal werken van vrienden en tijdgenoten, allemaal pioniers van het expressionisme. www.kmska.be De Ziel van de Meester. Antwerpse tekeningen van Rubens tot Panamarenko Museum Plantin-Moretus, tot 16 december Het museum heeft zijn publiek bij deze tentoonstelling betrokken door aan specialisten, liefhebbers, omwonenden, jongeren en kunstenaars te vragen om honderd tekeningen uit de verzameling van het Prentenkabinet te kiezen. www.museumplantinmoretus.be Weegee. Murder Is My Business Fotomuseum Antwerpen, van 19 oktober tot 27 januari In het New York van de jaren 1930 fotografeert de Amerikaanse fotograaf Weegee misdaadtaferelen die hij aan de tabloids verkoopt. Met zijn directe en dramatische beelden legt hij de basis van de sensatiepers. www.fotomuseum.be GENT 3X collection Museum voor Schone Kunsten Gent, tot 16 december Drie dossiertentoonstellingen leggen de nadruk op de collecties van het museum: Kunstenaarsmodel Abraham Grapheus, Théo Van Rysselberghe verzameld en De kunst van het schenken. Deze laatste onderstreept het belang van schenkingen en legaten bij de opbouw van de collectie van het museum. www.mskgent.be HORNU S.F. (Art, science & fiction) Mac’s, van 18 november tot 17 februari Verkenning van de banden tussen kunst en sciencefiction aan de hand van de werken van Larry Bell, Jacques Charlier, Lucio Fontana, Anish Kapoor, Mike Kelley,


ÿ PASCAL BERNIER, Struggle for afterlife, 2008 © Pascal Bernier en Sabam.

Casimir Malevitch, Chris Marker, Gavin Turk, … www.mac-s.be OOSTENDE Victor Servranckx Mu.ZEE, van 15 september tot 6 januari Het oeuvre van de jaren 1920 van de kunstenaar-oprichter van 7 Arts wordt getoond met een focus op het begin van zijn abstractgeometrische periode. www.muzee.be

FRANKRIJK

PARIJS Edward Hopper Grand Palais, tot 28 januari De eigenzinnige schilder Hopper hoort in geen enkele categorie thuis. Zijn rijk en complex œuvre laat zich niet bij een eerste blik doorgronden. www.grandpalais.fr Bohèmes Grand Palais, tot 14 januari Voor schilders verpersoonlijkt de figuur van de bohemien de vrijheid, het symbool van de onbegrepen en eenzame kunstenaar. Aan de hand van een parcours van tweehonderd werken plaatst de tentoonstelling de diepgaande verandering van de status van de kunstenaar vanaf het midden van de 19de eeuw in de schijnwerpers. www.grandpalais.fr Raphaël, les dernières années Musée du Louvre, tot 14 januari In samenwerking met het Prado bracht het Louvre de werken samen die de geniale kunstenaar uit Urbino tijdens de laatste zeven jaren van zijn leven heeft gemaakt. Rafaël had zich toen als kunstenaar volledig ontplooid en verpersoonlijkt de Renaissance op zijn hoogtepunt. www.louvre.fr

ÿ RAPHAËL, Portret van Bindo

Altoviti © The National Gallery of Art, Washington.

ÿ TOBIAS VERHAECHT, Toren van Babel

© Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen, Lukas - Art in Flanders.

Dali Centre Pompidou, van 21 november tot 25 maart Dali is een van de meest controversiële en meest populaire schilders van de 20ste eeuw. De Dali-tentoonstelling die het Centre Pompidou meer dan dertig jaar geleden organiseerde, trok 850.000 bezoekers. Het ziet ernaar uit dat deze tentoonstelling het eindejaarsevenement wordt. www.centrepompidou.fr

rijen van de schenking Paul Guillaume. www.musee-orangerie.fr

Van Cleef and Arpels Musée des arts décoratifs, tot 10 februari Sinds 1906 combineert het juweliersbedrijf creativiteit met lef en knowhow. 400 prestigieuze juwelen worden getoond aan de hand van archieven en tekeningen. www.lesartsdecoratifs.fr

Fables du paysage flamand au XVIe siècle Palais des Beaux-Arts, tot 27 januari In de meesterwerken van Bosch, Breughel, Bles, Bril, … is de natuur de plaats waar alle mythes en het irreële zich vermengen met taferelen uit het gewone leven. Een tentoonstelling om samen met Babel te bezichtigen. www.pba-lille.fr

Canaletto – Guardi Musée Jacquemart-André, tot 14 januari Een confrontatie van de twee schilders van Venetiaanse stedelijke landschappen waarin hun gevoeligheden en hun eigen persoonlijkheden worden onthuld. www.musee-jacquemart-andre.com Canaletto in Venetië Musée Maillol, tot 10 februari De expositie onthult enkele productiegeheimen van de meesterwerken van Canaletto, dankzij de tentoonstelling van zijn tekenschrift en de reconstructie van de optische kamer die hem toeliet om perfecte perspectieven te tekenen. www.museemaillol.com Chaïm Soutine (1893-1943). L’ordre du chaos Musée de l’Orangerie, tot 21 januari De Russische kunstenaar van de Parijse school verpersoonlijkt de mythe van de vervloekte kunstenaar. Hij maakt schokkende en krachtige schilderijen en heeft een grote invloed op de schilders van het einde van de 20ste eeuw. Deze uitgebreide retrospectieve is opgebouwd rond tweeëntwintig schilde-

RIJSEL Babel Palais des Beaux-Arts, tot 14 januari Bij hedendaagse kunstenaars wordt het thema van de toren van Babel gebruikt als stuk voor stuk hernieuwde visies van die van de oude meesters. www.pba-lille.fr

LENS Musée du Louvre-Lens Vanaf 4 december Het grote decentralisatieproject van de nationale musea krijgt concreet vorm. Na Pompidou-Metz is het Louvre aan de beurt om lokaal te gaan. Het veelzijdige museum opent op 4 december in Lens met een tentoonstelling die 250 stukken van verschillende beschavingen, van het Egypte van de farao’s tot de 19de eeuw, met elkaar laat dialogeren. www.louvrelens.fr METZ Sol LeWitt. Dessins muraux de 1968 à 2007 Centre Pompidou-Metz, tot 9 januari Deze grootschalige retrospectieve die gewijd is aan de wall drawings in zwart-wit dompelt ons onder in het gevoelige universum van de conceptuele kunstenaar. www.centrepompidou-metz.fr

Herfst - Winter 2012 | Analyses | 89


CULTUUR | AGENDA

KUNSTBEURZEN OKTOBER - APRIL ÿ FOTO VAN WEEGEE, Anthony Esposito,

Accused “Cop Killer” © Weegee/International Center of Photography.

ROUBAIX Marc Chagall. L’épaisseur des rêves La Piscine - Musée d’Art et d’Industrie André Diligent, tot 13 januari Tweehonderd werken van Chagall, waaronder beeldhouwwerken, aardewerk, balletkostuums en schouwburggordijnen, leggen de nadruk op een minder gekend aspect van zijn œuvre. www.roubaix-lapiscine.com

ZWITSERLAND

BAZEL Edgard Degas Fondation Beyeler, tot 27 januari Hoewel Degas beschouwd wordt als een van de voorlopers van de moderne kunst, worden er zelden tentoonstellingen aan hem gewijd. De Fondation Beyeler verzamelde werken uit publieke en private collecties, met als thema’s danseressen, naakten, ruiters en landschappen. www.fondationbeyeler.ch Tinguely@Tinguely Musée Jean Tinguely, van 7 november tot 3 februari Retrospectieve ter gelegenheid van de nieuwe voorstelling van het werk van Jean Tinguely in zijn monografisch museum. Nieuwe kijk en nieuw perspectief op zijn werk. www.tinguely.ch

DUITSLAND

KEULEN David Hockney. A bigger picture Museum Ludwig, van 27 oktober tot 3 februari Sinds zijn terugkeer naar Groot-Brittannië staat het landschap centraal in de artistieke creaties van David Hockney. Hij geeft dit klassieke thema een nieuwe impuls met een op en top Britse verfijning. www.museum-ludwig.de

90 | Analyses | Herfst - Winter 2012

ÿ Tentoonstelling EDWARD HOPPER.

OOSTENRIJK

WENEN Jubiläumsausstellung: 150 Jahre Gustav Klimt Belvedere, tot 6 januari Het Belvedere museum bezit de grootste verzameling doeken van Klimt, waaronder “De kus”. Dit jaar herdenkt Wenen de 150ste verjaardag van de geboorte van deze kunstenaar die de wereld nog altijd fascineert. www.belvedere.at

SPANJE

BILBAO Claes Oldenburg. Los años sesenta Guggenheim Museum, van 30 oktober tot 17 februari Het grootste evenement ooit gewijd aan het werk van de jaren zestig van een van de meesters van de pop art. www.guggenheim-bilbao.es

GROOTBRITTANNIË

LONDEN Pre-Raphaelites: Victorian avant-garde Tate Modern, tot 13 januari De prerafaëlieten rebelleerden tegen de victoriaanse samenleving en brengen een echte omwenteling in de kunst en de visie van hun tijd teweeg. Ze zijn de eerste moderne artistieke Britse beweging. www.tate.org.uk

USA

NEW YORK Regarding Warhol : Sixty Artists, Fifty Years Metropolitan Museum of Art, tot 31 december Warhol had een zeer grote invloed op de kunstenaars die hem volgden. Het Met bestudeert de aard en de omvang van deze invloed aan de hand van 60 kunstenaars en hun werken. www.metmuseum.org

FIAC Parijs, Grand Palais, van 18 tot 21 oktober www.fiac.com PARIS TABLEAU Le salon international de la peinture ancienne Parijs, Palais de la Bourse, van 7 tot 12 november www.paristableau.com Paris Photo Parijs, Grand Palais, van 15 tot 18 november www.parisphoto.fr Art Basel Miami Beach Miami Beach, Florida, USA, van 6 tot 9 december www.artbaselmiamibeach.com BRAFA Brussel, Tour & Taxis, van 19 tot 27 januari www.brafa.be The Armory Show New York, van 7 tot 9 maart www.thearmoryshow.com TEFAF Maastricht, van 15 tot 24 maart www.tefaf.com Eurantica Brussels Brussel, van 14 tot 24 maart www.eurantica.be Salon du dessin Parijs, Palais de la Bourse, van 11 tot 14 april www.salondudessin.com Art Paris Art Fair Parijs, Grand Palais, van 28 maart tot 1 april www.artparis.fr Pavillon des Arts et du Design Parijs, Jardin des Tuileries, van 27 tot 31 maart www.padparis.net ART COLOGNE Keulen, Koelnmesse, van 19 tot 22 april www.artcologne.de ART BRUSSELS Brussel, Brussels Expo, van 17 tot 21 april www.artbrussels.be


Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.