Een portret van stichting Bijzonderwijs in Amsterdam Stichting Bijzonderwijs verzorgt in Amsterdam Zuidoost voor circa 2.300 leerlingen het basisonderwijs op levensbeschouwelijke grondslag. De Stichting bestaat uit 7 basisscholen en verzorgt onderwijs op negen locaties. Er zijn ongeveer 236 personeelsleden werkzaam. Op het Stichtings bureau werken 9 mensen. Het Stichtingsbureau voert een groot deel van de bestuurst aken uit. Het Stichtingsbureau ondersteunt het bestuur bij het opstellen van strategisch beleid en informeert en ondersteunt de directies van onze scholen ten behoeve van de uitvoering van het Stichtingsbeleid. Directeur – bestuurder Harry Dobbelaar vertelt over de organisatie van vroegschoolse educatie.
PO-Raad Special
Het jonge kind
Alle scholen van Stichting Bijzonderwijs hebben een peuterspeelzaal van welzijnsorganisatie Swazoom inpandig. Na de motie Hulsman in ’96 is voor- en vroegschoolse educatie in de gemeente Amsterdam hoog op de agenda komen te staan en zijn bij twee scholen van Bijzonderwijs een peuterspeelzaal aan gesloten. Gedurende de daarop volgende jaren is de samenwerking tussen de scholen en peuterspeelzalen in Amsterdam Zuidoost uitgebreid en geïntensiveerd. Inmiddels een jaar of 10 hebben alle scholen een peuterspeelzaal/voorschool inpandig. Het bestuur van Stichting Bijzonderwijs heeft er vanaf de begintijd voor gekozen om de aansturing van VVE bovenschools op te pakken. Er zijn destijds bovenschoolse VVE-coördinatoren en piramide trainers aangesteld, die intensief werkten aan implementatie van de VVE-methode, kwalificatie van leidsters, leerkrachten en tutoren Daardoor konden snel slagen worden gemaakt in de invoering van VVE. Er was gekozen voor de methode Piramide. Op dit moment werken 5 scholen met Piramide. Twee scholen werken met de methode Ko-totaal. Op alle peuterspeelzalen en in de groepen 1 en 2 van de basisscholen is sprake van een dubbele bezetting (4 dagdelen per groep extra ondersteuning door een tutor), mede ingegeven vanuit de kwaliteits kaders die de gemeente Amsterdam heeft opgesteld.
PO-Raad Special
ROLOPVATTING Rol van lokale overheid De lokale overheid (de gemeente Amsterdam en het stadsdeel Zuidoost) vervult volgens dhr. Dobbelaar een belangrijke rol in de realisatie van voor- en vroegschoolse educatie. Naast het kwaliteitskader VVE dat door de gemeente Amsterdam is opgesteld, is er in Amsterdam Zuidoost een projectgroep VVE samengesteld, waaraan vertegenwoordigers van het stadsdeel, schoolbesturen, peuterspeelzalen en kinderopvang in Amsterdam Zuidoost deelnemen. In het overleg van deze projectgroep staat de afstemming tussen scholen, peuterspeelzalen en kinderopvang centraal. “Onlangs constateerden wij bijvoorbeeld dat in de kleutergroepen veel leerlingen extra zorg nodig hebben. In dit overleg bespreken we dan hoe dit kan komen en welke interventies we kunnen treffen.” Verder heeft de lokale overheid een belangrijke rol in de subsidiering van VVE. De gemeente Amsterdam, stadsdeel Zuidoost financiert de voorscholen geheel en stelt sinds enkele jaren subsidie beschikbaar voor coördinatie van VVE in het basisonderwijs. Met de inzet van deze subsidie is het mogelijk om het vve beleid op school- en bestuursniveau vorm te geven. Stichting Bijzonderwijs heeft twee bovenschoolse VVE-coördinatoren in dienst (voor gezamenlijk 4 dagen per week), die sturen, coördineren en coachen op de werkvloer. Op elke school is een
Het jonge kind
locatiecoördinator VVE-aangesteld. De uren van de VVE-coördinatoren zowel bovenschools als op de scholen worden gefinancierd vanuit subsidie van de gemeente Amsterdam, stadsdeel Zuidoost.
Een bovenschools VVE-plan Het kwaliteitskader van de gemeente Amsterdam en de afspraken die binnen de projectgroep gemaakt worden, zijn leidend voor de invulling van de voor- en vroegschoolse educatie op de scholen. Daarom is op bestuursniveau een afsprakenset ontwikkeld over de uitvoering van voor- en vroegschoolse educatie. Deze afspraken zijn vastgelegd in het VVE-plan. Hierin staat wat het bestuur verwacht van de voorscholen van Swazoom en wat van de vroegschool. Verder zijn afspraken gemaakt over de samenwerking tussen scholen en peuterspeelzalen en over de overdracht van gegevens. Dhr. Dobbelaar beschouwt de afspraken op bestuurlijk niveau tussen Stichting Bijzonderwijs en Swazoom als een succesfactor. Vertaling van afspraken naar praktijk De directeuren van de scholen zijn verantwoordelijk voor de vertaling en uitvoering van de afspraken die zijn vastgelegd in het VVE-plan en daarmee voor het realiseren van de eisen uit het kwaliteitskader van de gemeente. Een directeur, de onderbouw, een individuele leerkracht en/of de locatiecoördinator VVE kan hierbij ondersteund worden door één van de bovenschoolse VVE-coördinatoren.
PO-Raad Special
Daarom is op bestuursniveau een afsprakenset ontwikkeld over de uit voering van voor- en vroegschoolse educatie. Deze afspraken zijn vast gelegd in het VVE-plan. Hierin staat wat het bestuur verwacht van de voorscholen van Swazoom en wat van de vroegschool.
AANPAK VAN VERBETERPUNTEN Over het algemeen is dhr. Dobbelaar tevreden over het voor- en vroegschools aanbod, omdat het vooralsnog lukt om aan de eisen uit het kwaliteitskader van de gemeente Amsterdam te voldoen. Echter is het de vraag of het bestuur de dubbele bezetting in de toekomst kan blijven realiseren. De dubbele bezetting wordt op dit moment gefinancierd vanuit de gewichtenmiddelen. De middelen die de scholen ontvangen vanuit de gewichtenregeling en de impulsgelden nemen sterk af, wat onder andere een knelpunt zal gaan vormen voor de realisatie van een dubbele bezetting.
Interne kwaliteitszorg De structuur, procedures en organisatie zijn volgens dhr. Dobbelaar op alle scholen wel op orde, maar personele mutaties maken het lastig om kwaliteit te borgen. “Door wisselingen in personeel heb je soms het idee dat je weer vanaf nul moet beginnen, omdat je opnieuw mensen moet scholen en begeleiden bij het gebruik van de VVE-methode. Uiteraard horen personele wisselingen bij je organisatie. Wanneer er
Het jonge kind
personele wisselingen plaatsvinden, moet je een belangrijk deel weer opnieuw opbouwen.”
Afstemming tussen voor- en vroegschool Een aandachtspunt ten aanzien van de doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool is de inhoudelijke afstemming. Over het algemeen verloopt de samenwerking met de peuterspeelzalen naar tevredenheid, maar vanuit bestuurlijk oogpunt geeft dhr. Dobbelaar er voorkeur aan dat de voorschool onder beheer van de school komt. Dat zal de aansturing op inhoudelijk niveau vergemakkelijken. Eén van de scholen participeert in de pilot startgroepen peuters. “Dat doen we niet voor niks. We vinden als school dat we meer regie moeten hebben op de voorschool. Door middel van de pilot startgroepen willen we uitproberen hoe het aansturen van een voorschool door een directeur verloopt.” Doorgaande lijn groep 3 De doorgaande lijn naar groep 3 verloopt over het algemeen naar tevredenheid, maar vraagt op sommige scholen nog wel aandacht als het gaat om inhoudelijke afstemming.
‘Sturen – stimuleren – faciliteren’ De lijn die het bestuur volgt bij het aanpakken van verbeterpunten is ‘sturen – stimuleren – faciliteren’. De bovenschoolse VVE-coördinatoren begeleiden de scholen bij de operationalisatie van de VVE-kaders op schoolniveau. De bovenschoolse VVE-coördinatoren werken aan de hand van een jaarplan. Het jaarplan wordt opgesteld in overleg met de directeuren ingegeven vanuit het kwaliteitskader van de gemeente en de afspraken van de projectgroep VVE. In het jaarplan staat beschreven wat er verwacht wordt van de scholen en welke ontwikkelpunten voor dat jaar gelden. De VVE-coördinatoren gaan samen met de directeuren aan de slag met de ontwikkelpunten uit het jaarplan. Eén keer in de 6 weken heeft dhr. Dobbelaar overleg met de VVE-coördinatoren over voortgang ten aanzien van de ambities uit het jaarplan. Hierdoor is hij goed op de hoogte van de stand van zaken in de scholen. Daarnaast kan hij door deze gesprekken richting geven aan de ontwikkelingen in de scholen. n
Harry Dobbelaar: “Het is belangrijk dat je helder bent in wat je verwacht en wil zien. Je moet helder zijn over de kaders die je stelt. De rol van de directeur is van belang om de inhoud, de organisatie en samenwerking goed aan te sturen. Ondersteuning in de vorm van bovenschoolse coaches/coördinatoren zijn voor de realisatie beschikbaar.”
PO-Raad Special
Het jonge kind