Portret van SKBO in Oss Stichting Katholiek Basisonderwijs Oss realiseert onderwijs voor circa 4300 kinderen op dertien katholieke basisscholen in de gemeente Oss. Er werken ongeveer 400 medewerkers. De stichting wordt aangestuurd door het college van bestuur en drie portefeuillehouders (onderwijs, personeel & organisatie en financiën & facility). Zij zijn resultaatverantwoordelijk voor de betreffende beleidsterreinen en werken hiertoe samen met het directieteam en beleidsmedewerkers waar nodig. Samen vormen zij de beleidsgroep kwaliteitszorg waar besluitvorming plaatsvindt. Een van de directeuren is daarbij manager KWZ. Jan van den Heuvel, beleidsmedewerker Onderwijs bij SKBO, vertelt over de manier waarop het bestuur het vroegschools aanbod aanstuurt.
PO-Raad Special
Het jonge kind
De dertien basisscholen verschillen van grootte en populatie. Op basis van de leerlinggewichten, het uitgangspunt dat de gemeente Oss hanteert als definiëring, zijn 7 van de 13 een VVE-school. De gemeente Oss heeft in overleg met de besturen ervoor gekozen om de invoering van de methode Piramide te faciliteren. De meeste scholen gebruiken daarom Piramide, maar er zijn enkele scholen die hiervan afgeweken zijn. Ze moeten wel gebruik maken van een andere gecertificeerde methode en hun keuze daarvoor kunnen onderbouwen. In het kader van het onderwijsachterstandenbeleid (OAB) heeft de gemeente de regie ten aanzien van VVE opgepakt. In 2011 hebben de gemeente en de schoolbesturen een convenant onderwijsachterstandenbeleid 2011-2014 gesloten. Hierin zijn algemene afspraken rondom VVE vastgelegd, die de schoolbesturen ieder voor zich zijn gaan uitwerken. Om de scholen te ondersteunen bij de intensivering van het taalbeleid is in het convenant overeengekomen dat er een taalexpertisecentrum onderwijskansen en VVE (TOV) werd opgezet. Dit taalexpertisecentrum is belegd bij het samenwerkingsverband en heeft de opdracht om VVE, schakelklassen en het steunpunt NT2 te coördineren, de lokale taal- en rekenmonitor uit te voeren, informatie te verzamelen voor beleid, uitvoering en verantwoording en een gezamenlijk professionaliseringsprogramma vorm te geven.
PO-Raad Special
ROLOPVATTING VAN HET BESTUUR In gesprek met de gemeente en andere besturen De huidige OAB-periode loopt af, wat betekent dat er een nieuw convenant uitgewerkt moet worden. Het schoolbestuur overlegt samen met de gemeenten en andere besturen over een herdefiniëring van de doelgroep VVE. Er leeft een voorkeur om niet alleen uit te gaan van de leerlinggewichten, maar om ook naar de leefomgeving van kinderen te kijken. Bij deze leefomgeving zou een onderdompeling in taal een belangrijk criterium kunnen zijn. “Kinderen uit een hoogopgeleid gezin waar alleen Russisch wordt gesproken zouden dan binnen de doelgroep kunnen vallen, terwijl kinderen met laagopgeleide ouders, maar die opgroeien in een rijke taalomgeving, dan niet tot de doelgroep behoren. Hierdoor kan extra ondersteuning geboden worden aan leerlingen die het echt nodig hebben.” De samenwerkende Osse besturen hopen dat het consultatiebureau een indicatie kan gaan afgeven aan leerlingen die vanwege leefomgeving in aanmerking komen voor VVE. De gemeente denkt mee bij de herdefiniëring van de doelgroep maar heeft als beperking gesteld dat een wijziging in doelgroepdefiniëring niet mag leiden tot een verruiming van het begrote bedrag. Minimale resultaatverplichtingen stellen In het convenant zijn algemene afspraken rondom VVE vastgelegd. Het TOV heeft deze afspraken concreet
Het jonge kind
uitgewerkt in een handboek bestaande uit een beleidskader VVE en de doorgaande lijn, en een uitwerkingshand reiking VVE. De beleidsgroep onderwijs van SKBO heeft de inhoud van het handboek vervolgens vertaald naar minimale resultaatverplichtingen voor de VVE-scholen. Alle resultaatverplichtingen worden vastgelegd in een managementcontract. Twee keer per kalenderjaar moet een school verantwoording afleggen over de resultaatverplichtingen in een managementrapportage. SKBO werkt sinds 3 jaar met managementcontracten. “Dit is de manier waarop we alle ontwikkelingen binnen de scholen aansturen. Die resultaatverplichtingen zijn zeer
concreet beschreven vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid van betrokken professionals. We hebben de ervaring dat het werken met managementcontracten en –rapportages leidt tot resultaten. Door waar mogelijk te werken met formaties zoals hieronder, kan een school zich veel meer focussen op wat zij moet realiseren. Dit geeft duidelijkheid.”
Stimuleren van ambities Door minimale resultaatverplichtingen vast te leggen, weten scholen waar ze zich op moeten richten en waarover ze zich moeten verantwoorden. “We plaatsen hierdoor VVE op een voetstuk, waardoor het de aandacht krijgt die het verdient: een positie tussen de onderwijsresultaten. De vrijblijvendheid is er nu vanaf.”
Voorbeeld van enkele resultaatverplichtingen t.a.v. VVE: De scholen op teldatum 01-10-2011 ≥ 15% doelgroep leerlingen hebben in 2014 de volgende items met betrekking tot Voor- en Vroegschoolse educatie (VVE) gerealiseerd: Opgenomen in beleidsplan
Item De school heeft, eventueel i.s.m. andere scholen, een VVE-coördinator. De school kent nauwe samenwerking met de voorschoolse instellingen door afstemming in thema’s en activiteiten. De school bewaakt de kwaliteit van haar VVE-aanbod en legt daar verantwoording over af.
PO-Raad Special
Het jonge kind
Gerealiseerd in uitvoering
Dhr. Van den Heuvel: “We hebben gemerkt dat er ergens iemand aan het wieltje moet blijven draaien, als deze persoon er niet is dan verslapt de aandacht en verwatert de uitvoering. De manier waarop de gemeente en het TOV aanstuurt op verbeteringen van voor- en vroegschoolse ervaren we als zeer prettig.” Daarnaast draagt het TOV bij aan de verbinding tussen de besturen. “Het TOV is een typisch voorbeeld van hoe we met elkaar willen samenwerken. Deze samenwerking start vanuit een gemeenschappelijk belang, namelijk goed onderwijs voor de kinderen in Oss. Waarbij ieder bestuur de ruimte heeft om zelf invulling te geven aan de gemaakte afspraken.”
Hoewel het dus gaat om een ministerieel verplichte onderwijsinspanning, krijgen scholen volop ruimte om zelf hogere ambities te stellen. Scholen mogen bijvoorbeeld zelf doelen formuleren ten aanzien van de leerresultaten. Het lijstje met minimale – maar wel gezamenlijk vastgestelde - resultaatverplichtingen en de ruimte om eigen ambities te formuleren zorgen voor een gevoel van eigenaarschap op de scholen. “De scholen zijn zich er meer van bewust geworden dat hun leerlingen er recht op hebben dat zij als school VVE goed organiseren en uitvoeren. Ze voelen zich hier nu meer verantwoordelijk voor.” Mooi en uniek voorbeeld is dat alle scholen in de groepen 1 en 2 en de gekoppelde voorschoolse instellingen nu hetzelfde observatieinstrument hanteren, waardoor er een doorgaande lijn is in observeren en registreren.
PO-Raad Special
Monitoring van uitvoering door middel van audits “In het kader van onze zelfevaluatie én helder presenteren waar we staan, werken we naast verantwoording in marap’s en factsheets ook met interne audits”. Standaard wordt een jaar voorafgaand aan een Inspectiebezoek een audit uitgevoerd. Daarnaast kunnen scholen zelf een audit aanvragen of kan het bestuur besluiten een audit uit te voeren omdat er zorgen zijn over de school. “Een audit is gebaseerd op het toezichtkader van de Inspectie. Een audit is echter niet uitsluitend controlerend van aard, maar ook gericht op ondersteuning en stimulering van de school.” Kennisdeling faciliteren Alle VVE-scholen hebben een VVEcoördinator. Jaarlijks worden een aantal bijeenkomsten voor de VVE-
Het jonge kind
coördinatoren georganiseerd. Binnen dit netwerk van VVE-coördinatoren wordt relevante informatie ingebracht door het bestuur, maar er worden ook kennis en ervaringen onderling gedeeld.
AANPAK VAN VERBETERPUNTEN De heer van den Heuvel is tevreden over de wijze waarop op dit moment aan VVE gewerkt wordt. Zeker, er zijn voor de voorliggende periode wel enkele ontwikkelpunten. Slechts één van deze punten kwam ook uit de bestandsopname van de Onderwijsinspectie.
PO-Raad Special
Continuïteit en deskundigheid SKBO ervaart de continuïteit en de deskundigheid van het personeel in de kleutergroepen als een belangrijk aandachtspunt. Door de vele wisselingen in de bemensing van de kleutergroepen staat de continuïteit van de uitvoering van vroegschoolse educatie onder druk. “In principe zijn alle personeelsleden die in de vroegschoolse periode werken gecertificeerd, maar door de personele wisselingen kan een school die dit jaar allemaal gecertificeerde leerkrachten voor de klassen heeft, volgend jaar minder of geen gecertificeerde leerkrachten voor een groep 1 of
Het jonge kind
2 hebben.” Oorzaken van de wisselingen liggen bij mobiliteit en krimp. “We kunnen als bestuur scholen attent maken op het belang van een zekere continuïteit van de deskundigheid op het gebied van VVE, maar we kunnen hier maar in zekere mate invloed op uitoefenen. Het is echter voorlopig nog geen probleem om nieuwe leerkrachten de Piramide-opleiding te laten volgen. Dit wordt gefinancierd vanuit de middelen voor onderwijsachterstanden.”
Gegevensoverdracht van peuterspeelzaal naar school Op dit moment zijn er algemene afspraken met de peuterspeelzalen en kinderdagverblijven over de overdracht van gegevens. Bij de uitvoering van deze afspraken loopt men tegen de wet bescherming persoonsgegevens aan. “We horen hier nog veel tegengestelde geluiden over, wat mag wel en wat mag niet? We willen ernaartoe dat wanneer een ouder zich inschrijft bij een peuterspeelzaal of kinderdagverblijf hij gelijk toestemming geeft voor overdracht van gegevens naar de basisschool.” Dit plan stuit echter bij ouders op vragen omdat tussen het moment van aanmelden bij een kinderdagverblijf of peuterspeelzaal en aanmelding op een
PO-Raad Special
basisschool veel kan veranderen. Dhr. Van den Heuvel is daarom benieuwd naar de rol die het consultatiebureau (JGZ) straks kan gaan spelen in het verzamelen en overdragen van informatie ten behoeve van een VVE-indicatie.
Ouderbetrokkenheid Uit de bestandsopname van de Inspectie kwam ouderbetrokkenheid als belangrijk aandachtspunt naar voren. Hoewel ook ten aanzien van ouderbetrokkenheid in algemene termen afspraken zijn geformuleerd, is het nog niet gelukt om een vertaling te maken van de term ouderbetrokkenheid naar concreet gedrag. “Met de VVE-coördinatoren van de scholen gaan we uitwerken wat we verstaan onder ouderbetrokkenheid: Is dat alleen ouders op de hoogte houden van wat hun kind krijgt aangeboden of laten we ouders participeren in het onderwijs? Hier moeten we nog met elkaar vorm aan geven.” Dhr. Van den Heuvel benadrukt het belang van de zichtbare regierol die de gemeente heeft opgepakt door het oprichten van het TOV. Dit initiatief van de gemeente wordt door de besturen in Oss zeer gewaardeerd. n
Het jonge kind