De Stem, jaargang 65, nr. 3, december 2013

Page 1


KONINKLIJK HEERLENS MANNENKOOR ST.-PANCRATIUS sinds 1878 Erepreses:

dr. P.F.G. Depla, burgemeester van Heerlen

Preses:

mr. J.J.A.M. Amkreutz

Secretariaat:

Koninklijk Heerlens Mannenkoor Sint-Pancratius Postbus 283 6400 AG Heerlen

Secretaris:

L.G. Arets Tel.: 045-5113682 E-mail: secretaris@pancratiuskoor.nl

Website: www.pancratiuskoor.nl Postrekening: 2304497 Banknummer: 1199.95.077 1988: 1991: 1997: 1997: 2001:

Zilveren diploma Internationaal Korenfestival Budapest Limburgs koor van het jaar categorie mannenkoren Limburgs koor van het jaar categorie mannenkoren Eerste prijs categorie mannenkoren Internationaal Mannenkorenfestival Apeldoorn Zilveren diploma categorie mannenkoren Musica Sacra Praga Festivalprijs voor originaliteit en variĂŤteit repertoire van concerten in Praag

Kun je zingen? Zing dan met ons mee in het Koninklijk Heerlens Mannenkoor St.-Pancratius! Kom a.s. donderdag tussen 20.00 en 22.30 uur geheel vrijblijvend kijken en luisteren in de Beerkompanie Pancratiusplein 46 te Heerlen. Voor actuele informatie zie onze website: www.pancratiuskoor.nl


JAARGANG 65 - NUMMER 3 - DECEMBER 2013

Beste lezer, Ons koor kan terugblikken op een geslaagd jubileumconcert op 24 november jongstleden. Met het toenemen van het aantal repetities in de aanloop naar dat concert steeg ook de spanning onder de leden, het bestuur en onze muzikale staf. De 135-jarige moest immers prima voor de dag komen. De inzet van een ieder werd gelukkig beloond, doordat het een mooie en bijzondere avond werd. Er werd door het koor veel lof geoogst onder de bezoekers en sponsoren. Men waardeerde ons gedurfde en vernieuwde repertoire, de keuze om dit concert samen met Guido Dieteren en zijn orkest te doen, en het door ons bij dit concert betrekken van diverse jonge getalenteerde musici en artiesten. Mogelijk hebben de door ons koor neergezette prestatie en het afgegeven visitekaartje voldoende aantrekkingskracht op sommige bezoekers van ons concert, dat zij ons koor willen komen ver-

COLOFON De Stem van Pancratius is het periodiek van het Koninklijk Heerlens Mannenkoor St.-Pancratius en verschijnt drie keer per jaar. Redactiecommissie: Paul Franken jr., Leo Klinkers, Koos Linders, Hub Slenders, Jo Vroomen Tekstverwerking: Leo Klinkers Lay-out: Leo Klinkers Druk: Drukkerij L’Ortye Inlichtingen Hub Slenders advertenties: telefoon 045-535 23 03 Redactieadres: l.klinkers@planet.nl

sterken. Dat is immers ook het streven van ons bestuur: een verdere groei van KHM St.-Pancratius in kwaliteit en kwantiteit. In dat kader wil ik niet onvermeld laten dat wij onlangs ons jongste lid geĂŻnstalleerd hebben, namelijk Sekoy ter Horst. Met zijn 20 jaar zal hij nog vele jubilea kunnen meemaken. Niet alleen dit concert maar ook het bijzondere matineeconcert in september op de binnenplaats van Kasteel Terworm was een succes. Dit mede dankzij het goede weer en de support en gastvrijheid van de heer en mevrouw Van der Valk. Voor degenen, die beide evenementen gemist hebben, bestaat dit jaar nog de mogelijkheid om op 21 december aanstaande ons kerstconcert te bezoeken. Om 19.30 uur zal KHM St.-Pancratius tezamen met musicerende leerlingen van het 100-jarig Bernardinuscollege een sfeervol concert geven. Met de mix van jong en oud(er) belooft het een interessante en buitengewone happening te worden. De locatie voor dit concert zal nog nader worden bekendgemaakt op onze website. Namens de leden en het bestuur wil ik iedereen bedanken, die heeft bijgedragen aan het welslagen van ons jubileumconcert en dan met name onze sponsoren en begunstigers! Graag wens ik eenieder hele fijne kerstdagen, een plezierige jaarwisseling en vooral een goede gezondheid. Veel leesgenot voor deze editie van ons verenigingsblad De Stem van Pancratius. Het bestuur van het KHM St.-Pancratius, namens deze, Jos Amkreutz preses 1


VAN DE REDACTIE... Vredeslied

Allerzielen

Geheel in de sfeer van Kerstmis - vrede op aarde aan de mensen van goede wil - past het Vredeslied van Hub Oosterhuis.

Het is een jaarljks terugkerende traditie dat het KHM St.-Pancratius de Allerzielenviering van de Stichting Samen Onderweg met zijn muziek opluistert. Ook dit jaar op zondag 3 november om 11.00 uur. Het koor stond onder leiding van onze pianiste en repetitor Augustine Boshouwers.

Morgen was gisteren vandaag Vanuit de Domkerk in Utrecht vertelde cabaretier, dichter en kunstenaar Jeroen van Merwijk op 24 december 2012 zijn kerstverhaal. De oudejaarsnacht In dit oude verhaal uit Noorwegen wordt op symbolische wijze de overgang van oud naar nieuw beschreven.

Bernardinuscollege Heerlen 1913-2013 In 2013 wordt niet alleen het 135-jarig jubileum van het KHM St.-Pancratius gevierd, maar ook het 100-jarig jubileum van het Heerlense Bernardinuscollege. Gezien de banden tussen het koor en de school staat de redactie ook hierbij stil. Ceciliafeest

Studiedag Als opening van het nieuwe seizoen 2013-2014, het jubileumseizoen, hield het KHM St.-Pancratius op 7 september 2013 een studiedag op het eveneens jubilerende Bernardinuscollege. De studiedag was vooral bedoeld om het grote jubileumconcert van 24 november voor te bereiden. Het matineeconcert 22 september op Terworm Dit concert van het KHM St.-Pancratius is een dank-je-wel-concert, voor hen die het koor, al die jaren, steeds financieel en met goede raad hebben bijgestaan: vrienden, donateurs en sponsoren.

Ook dit jaar was het Ceciliafeest een bijzondere avond met alle elementen die je op een verjaardagfeest zou willen wensen: versiering, dans, zang, speeches, show, buffet en applaus. Jubileumconcert 25 november “Ons koor heet u van harte welkom op deze bijzondere avond. Het concert van vanavond vormt het slotakkoord van ons 135-jarig jubileum. Door de vele deelnemende musici en het gevarieerde programma belooft het een grootse en spetterende finale te worden�, aldus preses Jos Amkreutz in zijn welkomstwoord.

De redactie wenst het bestuur, de muzikale staf, leden en hun partners, donateurs, adverteerders en allen die zich bij ons koor betrokken voelen een gelukkig en zalig kerstfeest en alle goeds voor 2014.

Akerstraat 5 - Heerlen

Telefoon: 045-5715550

2


VREDESLIED

Dat een nieuwe wereld komen zal waar brood genoeg – en water stroomt voor allen. Daar bouwen wij veilige buurten wonen dooreen in wijken van vrede in schaduw van bomen. Geen kinderen zullen daar sterven oude mensen maken hun dagen vol en jonge mensen zullen daar pas op hun honderdste sterven. Wij zullen niet voor de leegte zwoegen geen kinderen baren voor de verschrikking. De wolf en het lam zullen weiden tezamen: wij leren de oorlog af. Dat een nieuwe wereld komen zal waar brood genoeg – en water stroomt voor allen. Hub Oosterhuis 2008 naar Jesaja 65 3


Sommige dingen veranderen nooit. Zo was ik als kind heel goedgelovig. Ik geloofde alles wat iedereen geloofde en wat ik dus ook geacht werd te geloven. Ik geloofde dat Jesus over water had gelopen, dat hij duizenden volgelingen met wat brood en een paar visjes had gespijzigd, dat Mozes met een staf de rode zee in tweeĂŤn had gespleten, dat er een zondvloed was geweest - je kunt het zo gek niet verzinnen of ik geloofde het. Niet dat ik het begreep - ik dacht als kind al wel: hoe kan dat, dat Jezus met een paar visjes zoveel mensen kan voeden, maar als ik daarover mijn verbazing uitsprak zei men mij dat het een wonder was. En daar nam ik daar dan maar genoegen mee. Op zichzelf niet zo vreemd: dezelfde mensen die me vertelden dat twee en twee vier was, zeiden dat Jezus ieder jaar opnieuw in een kribbetje werd geboren en dat hij daar bezoek kreeg van een handjevol herders en koningen. Dus ik geloofde dat. En ik geloofde het graag. Ik heb Kerstmis altijd het mooiste feest gevonden: met een boom, met een stalletje (mijn vader had zelf een Maria en Jozef en koningen en herders gebakken van klei), wierook in de kerk en noem maar op. Zonder cadeautjes. Later, toen ik ouder werd is dat geloof langzamerhand en beetje bij beetje en helaas minder geworden en nu is het 4

vrijwel verdwenen. Ik vind Kerstmis nog altijd het mooiste en warmste feest, maar het is toch niet meer zo mooi als vroeger toen ik het allemaal kon geloven. Gelukkig geloof ik tegenwoordig andere dingen, dingen die iedereen gelooft en die ik dus ook geacht word te geloven. Dat het heelal uitdijt bijvoorbeeld. Niet dat ik daar ook maar iets van snap, net zomin als ik als kind snapte dat Maria onbevlekt was ontvangen en dat God en Jozef allebei de Vader van Jezus waren. Maar dat maakt niet uit. Ik geloof vandaag de dag dat het heelal uitdijt, althans: ik neem aan dat het heelal uitdijt; er wordt mij van verschillende kanten verzekerd dat het heelal uitdijt en wie ben ik dan te betwijfelen dat het heelal uitdijt. Waar het heelal dan in uitdijt, is mij een raadsel. Ik bedoel: er moet dan toch een ruimte zijn buiten het heelal, waarin het heelal kan uitdijen? En dan is het heelal dus niet meer het heel-al maar laten we zeggen het voor-een-groot-deel-een-heleboel-maar-niet-alles. Als ik daar dan zo mijn twijfels en bedenkingen over uitspreek, word ik meewarig aangekeken en niet serieus genomen en dus houd ik mijn mond. Ik heb besloten te geloven dat het heelal uitdijt, dat het een zadelvorm heeft en wat er zo allemaal bij hoort als je gelooft dat het heelal uitdijt.


Zwarte gaten, supernova’s, oersoep met bijbehorende knallen, leg het daar maar neer, ik geloof het allemaal graag. Want zoals gezegd: sommige dingen veranderen nooit, ik was als kind al goedgelovig en ik zal altijd wel goedgelovig blijven. Maar waar ik dan zo benieuwd naar ben is wat ik over laten we zeggen 20 jaar zal geloven... Twintig jaar geleden was er, voor zover ik wist, nog geen oerknal en had het heelal geen zadelvorm en was het Higgs-deeltje nog niet bekend. Misschien is over 20 jaar het heelal een niesbui van God, wie zal het zeggen? Of misschien dijt

het zadelvormige heelal over 20 jaar niet uit, maar heeft het de vorm van een fietsbel of een spatbord en is het juist aan het krimpen en zijn we over twee miljard jaar de sigaar. Of wellicht, wie weet, is over 20 jaar Jezus weer de zoon van God, die met Kerstmis wordt geboren om Zijn licht over de wereld te laten schijnen en de mensheid te verlossen. Mij maakt het verder niet uit - ik zal het als het zover is graag geloven. Samen met de rest van de wereld. Want sommige dingen veranderen nooit.

“Kerstmis inspireert stil te staan bij wat wij belangrijk vinden. Het zijn dagen van bezinning op vragen waaraan wij aandacht willen geven en op alles waaraan wij hechten voor ons zelf, voor elkaar en voor een toekomst waarin wij kunnen geloven”. Koningin Beatrix (2010)

Vanouds de bekende plek voor

BOEKEN TIJDSCHRIFTEN EXCLUSIEVE WENSKAARTEN

BOEKHANDEL (v/h boekhandel Winants)

NU OOK LUXE SCHRIJFWAREN WATERMAN - PARKER - LAMY loop eens binnen voor een (hernieuwde) kennismaking

Raadhuisstraat 2 6411 HM Heerlen tel. 045-5711840 e-mail: info@bijhetraethuys.nl website: www.bijhetraethuys.nl

5


DE OUDEJAARSNACHT een symbolisch verhaal over oud en nieuw uit Noorwegen

Het was de laatste dag van het jaar: een dikke laag sneeuw bedekte de velden en wegen. Een kleine jongen was op pad; hij droeg nieuwe schoenen, een grijze das en een rode puntmuts. Hij heette Hans en op zijn rug torste hij een kleine rugzak, waarin zijn moeder kerstbrood en een driekoningenkaars had gepakt. Hans zou naar zijn opa en oma gaan en moeder drukte hem op het hart dezen netjes te begroeten, te bedanken voor al het goede dat zij schonken en hen vooral een vrolijk en gezellig Nieuwjaar te wensen. Hij beloofde dat hij dat niet zou niet vergeten. In de winter zijn de dagen kort; nu hingen de sneeuwwolken zwaar in de lucht en heel snel vielen de sneeuwvlokken, stil en dicht bij elkaar, zoals het dons in een dekbed. Toen Hans een eindje gelopen had, bedacht hij dat hij over het volgend bospad een kortere weg naar zijn grootouders kon nemen. De sneeuw viel in steeds grotere vlokken en tussen de bomen begon het al donker te worden. Voor Hans het besefte, viel de nacht al in. Het bospad was dichtgesneeuwd, zodat hij dat niet meer kon onderscheiden. Had hij maar lucifers bij zich, dan had hij de kaars kunnen aansteken en bij dat licht wellicht zijn voetstappen kunnen ontdekken, zodat hij naar huis terug kon keren. Verdwaasd ging hij onder een boom zitten en wachtte tot de sterren 6

en misschien de maan te voorschijn zouden komen, die hem weer enig zicht boden. Hoe lang hij daar gezeten had, wist alleen de duisternis. Hij was als bijna ingesneeuwd, toen hij plots in de verte een licht ontwaarde. Moeizaam stond hij op, ging naar dat licht en stond plots voor een groot houtvuur, dat helder brandde. Rond dit felle houtvuur zaten twaalf forse mannen, gehuld in wijde mantels. Ze zaten daar stil en ernstig als koningen en staarden in de vlammen. Eén droeg een kroon van ijs op zijn hoofd, sommige kronen van dennenappels, bij andere waren die van groene bladeren of korenaren. Hij die de oudste leek te zijn, pookte met een staf in het vuur, wendde langzaam zijn hoofd naar Hans en vroeg: “Ken je ons?” “Dat dacht ik wel,“ antwoordde deze, want hij begreep dat de wijze mannen de twaalf maanden van het jaar moesten zijn. De oudste die alleen een staf had moest December wel zijn, want hij droeg ook een donkere mantel.“Zeg ons wie we zijn,“ moedigde de grijsaard hem aan en Hans droeg het versjes voor dat zijn opa hem geleerd had. Geeft januari een sneeuwtapijt, dan zijn we gauw de winter kwijt. Is februari kil en nat,


hij brengt ons koren in het vat. Nooit is maart zo zoet, of ‘t sneeuwt op de boer zijn hoed. Als april blaast op zijn horen, is ‘t goed voor hooi en koren. Veel onweer in mei, dan zingt de boer joechei. Juni meer droog dan nat, vult met goede wijn het vat. Wil september vruchten dragen, dan in juli hitte om te klagen. Geeft augustus zonneschijn; zeker krijgen we goede wijn. Septemberregen op het zaad, voor ‘t boertje goede daad. Oktober met groene blaan, duidt een strenge winter aan. Als ‘t november ‘s morgens broeit, wis dat de storm dan ‘s avonds loeit. December veranderlijk en zacht, geeft een winter waar men om lacht. De grijsaard met de staf knikte goedkeurend. “Omdat jij ons kent,” sprak hij, “kennen wij jou ook. Je bent precies op tijd gekomen, want in deze nacht waarin het oudejaar voorbij gaat, kun je ons helpen. Zie hoe klein ons vuur geworden is. Let nu goed op wat er gebeurt, als ik de staf aan broeder Januari geef. Kruip dan gauw onder zijn mantel, dan zul je zien hoe het nieuwe jaar uit de sterren daalt. Haast je dan, bezorg ons nieuw vuur met je kaars, want weldra zal het oude vuur uitgaan.” Toen de oude man dat gezegd had, weerklonk in de lucht een geluid dat steeds luider werd: het leek wel of machtige klokken zich lieten horen, het klonk niet alleen van ver, maar ook dicht bij, het ging over alle landen en werelddelen. December richtte zich op, hief zijn staf naar de hemel en riep met luide stem: “Broeders, nu gaat de staf van hand tot hand. Nu de nieuwjaarsklokken klin-

ken, God die in de hemelen troont, zegen nu alles wat op aarde woont.” Terwijl hij sprak, kroop Hans onder de mantel van Januari die hem omhulde als een grote, witte nevel. Boven hem straalden en glinsterden de sterren, beneden hem bewogen de zaadjes en kiemen in de aarde. Er kwam een volkje aangelopen, bestaande uit kleine wezens; ze droegen lantaarns in hun handen en riepen uitbundig: “Hier komen wij met het nieuwe jaar.“ Kleine, glinsterende gezichtjes keken hem vrolijk aan. Het leek wel of de aardmannetjes en elfjes bruiloft vierden. Verbaasd over dat schouwspel vergat hij de opdracht die hij van December gekregen had. Gelukkig brandde zijn eigen driekoningenkaars: een aardmannetje had die aangestoken. Beschermend hield Hans zijn hand voor de kaarsvlam, zodat die niet kon uitgaan. Voorzichtig sloop hij onder de mantel van Januari vandaan. Van het grote vuur was nog slechts een lichte gloed over. Nu reikte December de staf aan zijn broeder Januari. Deze nam de brandende kaars van Hans en stak daarmee het nieuwe vuur aan. De vlammen sloegen hoog op en het licht was zo overweldigend dat Hans zijn handen beschermend voor zijn ogen hield. Toen hij zijn handen wegnam, waren het vuur en de twaalf maanden verdwenen. De hemel was helder en boven de boomtoppen stond een volle, ronde maand. Hij begaf zich weer op weg en in het volle maanlicht was het heel gemakkelijk om zijn voetsporen in de sneeuw te volgen, zodat hij bij de weg kwam die naar het huis van zijn grootouders leidde. “Gelukkig Nieuwjaar,“ wenste Hans, toen hij over de drempel de warme huiskamer binnenging. De oude mensen waren verheugd hem te zien, want de ongeruste grootvader wilde net het bos ingaan om Hans tegemoet te gaan..Grootmoeder warmde melk met kandij, maar Hans was zo moe dat hij nauwelijks kon drinken.“Laten we hem in bed stoppen,” zei grootmoeder. “Het kerstbrood heb ik nog,“ mompelde Hans, “maar van de driekoningenkaars is niet veel over, want daarmee heb ik nieuw vuur voor de twaalf maanden gehaald.” Daarna viel hij in een diepe slaap. 7


STUDIEDAG 7 SEPTEMBER 2013

Als opening van het nieuwe seizoen 2013-2014, het jubileumseizoen, hield het KHM St.-Pancratius op 7 september 2013 een studiedag op het eveneens jubilerende Bernardinuscollege. De studiedag was vooral bedoeld om het grote jubileumconcert van 24 november voor te bereiden. Van 9 uur tot 4 uur was het al zingen wat de klok sloeg, onderbroken door koffie- en lunchpauzes, waarin we met koffie, thee, vlaai en broodjes voortreffelijk verwend werden door leden van het damescomité. Op een lege maag is het nu eenmaal niet zingen. Naast de ‘gouwe ouwen’ zoals Orff’s In Taberna en het Soldatenkoor uit de Faust van Gounod werd vooral aandacht besteed aan het beluisteren en bestuderen van de nieuwere en ook modernere, eigentijdse stukken: Ameno, Who Wants To Live Forever, Spente le Stelle, Hoy estoy aqui de pop-versie van de Orgelsymfonie van Saint-Saëns. 8

Ameno werd in 1997 geschreven door de New Age zanger Eric Levi. De tekst is pseudo-Latijn en heeft in feite geen enkele betekenis. De muziek doet soms denken aan Gregoriaans. Spente le Stelle is een romantisch-tragisch liefdeslied, oorspronkelijk gezongen door Emma Shapplin en wordt op 24 november uitgevoerd door Wendy Kokkelkoren, daarbij begeleid door het Feelings Ensemble van Guido Dieteren en het Pancratiuskoor. Hoy estoy aqui is een vrolijk en ritmisch Boliviaans volksliedje over een jongen die ‘vandaag nog thuis is, maar morgen in het leger moet’. Wat nu al ‘eigentijds klassiek’ genoemd wordt, is Who Wants to Live Forever van de Engelse Rockgroep Queen. Het nummer is afkomstig van het Queen album A Kind of Magic uit 1986. Het is geschreven door Queen-gitarist Brian May voor de soundtrack van de film Highlander. Het nummer werd in september 1986 wereldwijd op single uitgebracht. Het koor zal dit nummer zingen in een arrangement van D.Weelink. There`s no time for us There`s no place for us


What is this thing that builds our dreams, yet slips away from us Who wants to live forever Who wants to live forever . . . ? Oh ooo oh There`s no chance for us It`s all decided for us This world has only one sweet moment set aside for us Who wants to live forever Who wants to live forever Ooh Who dares to love forever Oh oo woh, when love must die But touch my tears with your lips Touch my world with your fingertips And we can have forever And we can love forever Forever is our today Who wants to live forever Who wants to live forever Forever is our today Who waits forever anyway? We hebben tijd tekort We kunnen nergens naar toe

‘Who wants to live forever’ Standbeeld van Freddy Mercury

Waarmee bouwen we onze dromen, want we dreigen het te verliezen Wie wilt er voor altijd leven ? Wie wilt er voor altijd leven? Oh ooo oh We hebben geen geluk Ons lot is al bepaald Deze wereld bewaart voor ons slechts één leuk moment Wie wilt er voor altijd leven? Wie wilt er voor altijd leven? Ooh Wie durft er voor altijd leven... Oh oo woh, als de liefde moest sterven?

Manders bouw- en timmerbedrijf realiseert al meer dan 35 jaar bouwprojecten. Van een eenvoudige reparatie tot het maken van een keuken, badkamer, dakkapel, garage of huis! Wij zijn u met raad en daad van dienst en tonen graag ons vakmanschap. 6% BTW pak het mee en profiteer nu! Bel voor een vrijblijvende offerte Bekijk onze website: www.mandersbouwentimmerbedrijf.nl uw vakman: Martien Manders telefoon: 06 21 57 36 75

Fijne feestdagen en een goed 2014

9


Maar als je mijn tranen aanraakt met je lippen En mijn wereld met de toppen van je vingers Dan is de eeuwigheid voor ons Dan kunnen we voor altijd liefhebben Eeuwigheid is wat wij ‘vandaag’ noemen Wie wilt er voor altijd leven? Wie wilt er voor altijd leven? Eeuwigheid is wat wij ‘vandaag’ noemen Wie wilt er nu een eeuwigheid wachten? Who wants to live forever is een boeiend nummer en vraagt erg veel van het technisch kunnen en de muzikale interpretatie van een koor, het is een uitdaging van formaat. Tijdens de uitvoering op 24 november zal moeten blijken of het Pancratiuskoor deze uitdaging aan kan. De Symfonie nr. 3 in c mineur, opus 78, ook wel bekend als de Orgelsymfonie, is een orkestwerk van de Franse componist Camille Saint-Saëns. Hoewel de naam Orgelsymfonie suggereert dat de symfonie een symfonie voor orgel is, is dit echter niet het geval. Het orgel speelt alleen mee in het tweede en vierde deel van de symfonie. In het vierde deel kondigt een vol akkoord op het orgel het Maestoso aan. Strijkers en piano spelen een vloeiend thema, dat door het orgel wordt herhaald met begeleiding van het volle orkest.

de van het vierde deel neemt het tempo en de spanning toe. Het korte sluitstuk met uitgebreide toonladders van strijkers en houtblazers besluit het stuk in volle glorie. Het thema uit het vierde deel is de basis van de popsong If I Had Words door Scott Fitzgerald en Yvonne Keeley (1977). Guido Dieteren en Falco Borsboom hebben dit deel opnieuw gearrangeerd en Ton Kropivšek heeft gezorgd voor een koorzetting (2011). De tekst van het Gloria is onder de noten gezet: Gloria in excelsis Deo Et in terra pax hominibus Benedicimus te Laudamus Adoramus te Gloria! Het zal een nummer worden dat ‘er uit zal knallen’ tijdens het concert, ofwel: we gaan ‘vol op het orgel’. Wel beschaafd en muzikaal, natuurlijk.De studiedag vormde een opmaat naar een druk en boeiend komend seizoen. Er zal nog hard gewerkt moeten worden, maar onze muzikale staf, bestaande uit dirigent John Gerits en vaste begeleider Augustine Boshouwers, weten met grote vaardigheid het beste uit het koor te halen. Als we maar goed kijken. En luisteren. En vooral niet te veel ‘moelen’ tijdens de repetities.

Een vrolijke stemming overheerst. Tegen het ein-

Koos Linders

Pancratiusplein 46 6411 JZ Heerlen Beerkompanie: een uniek concept van brouwerij Alfa op het gebied van bier. Ultramoderne biertaptafels, gezellige eettafels en relaxed vertoeven gaan hand in hand in de brasserie en de brouwerij. Een brasserie met klasse: veel Limburgse gerechten, bereid met streekproducten en soms een vleugje bier in harmonie met de bieren van Alfa. Dé plek waar mensen elkaar ontmoeten, een biertje drinken of met een van de huisbrouwers van Alfa bier kunnen brouwen. Telefoon: 045-571 1877

10

www.beerkompanie.nl


11


HET MATINEECONCERT 22 SEPTEMBER OP TERWORM na veel ‘laatste repetities’ nu een heuse uitvoering

Het KHM St.-Pancratius is jarig en dat mag iedereen weten. Maar voordat iedereen het weet, viert de 135jarige het met dierbaren en fijnproevers in besloten kring, omdat zo’n hoge respectabele leeftijd alleen mogelijk wordt gemaakt door een trouwe aanhang: sponsoren. Een van de eerste geldschieters woonde op het kasteel: Baron De Loë. Hij sponsorde het prachtige vaandel van het koor, eind 19e eeuw. Het matineeconcert van het KHM St.-Pancratius is ook een dank-je-wel-concert, voor hen die het koor, al die jaren, steeds financieel en met goede raad hebben bijgestaan: de vrienden en de donateurs. Het concert mocht worden aanschouwd op het schitterende kasteel Terworm. Dit keer geen ‘laatste repetitie’ maar een heus matineeconcert, waarbij het allerbeste uit de kast werd gehaald, om het kritische publiek te verrassen. In vol ornaat, inclusief vaandel, smoking en kobaltblauwe cumberband, afgeleid van de sjerp die militairen droegen in Brits-Indië, trakteerde de zangers de gasten op een feestelijke aubade. Een uitvoering waarmee zij ook zichzelf feliciteerden. Kasteel Terworm leent zich uitstekend voor een klassiek concert. Met een historische coulisse die goed past bij het eeuwenoude repertoire van het koor. Alleen hier komen de klassiekers als Choeur des Soldats, Funiculi Funicula, Limburg mijn heerlijk land en Conquest of Paradise, goed uit de verf. Kasteel Terworm is laatmiddeleeuws van oorsprong. In de 16e eeuw is het kasteel door brand 12

verwoest. In de 16e, 17e en 18e eeuw is Terworm aanzienlijk uitgebreid en herbouwd. De voorburcht stamt zelfs uit 1670. De schuren zijn gebouwd in 1716. Omstreek 1890 kreeg Terworm de huidige neogotische verschijningsvorm. Begin 20ste eeuw vertrokken de laatste adellijke families en kwam het kasteel in handen van de Oranje Nassaumijnen. Na jaren van verval werd het kasteel in 1987 overgenomen door het Van der Valkconcern. De burcht met slotgracht en de bijgebouwen, werden in de jaren 1997-1999 behouden door een ingrijpende restauratie. Veel bouwsporen markeren de verbouwingen door de eeuwen heen. In 2003 is


ook de tuin uit de 18e eeuw, in ere hersteld. De Oranjerie, een reconstructie van het oorspronkelijke tropische tuinhuis, heeft vele malen gediend als repetitielokaal van waaruit de ‘laatste repetitie’ joviaal over het 200 hectare grote beschermde natuurpark, heeft mogen klinken. Het tuinhuis heet Oranjerie omdat er voorheen de citrusvrucht dragende planten, zoals sinaasappel- en citroenboompjes, in werden ondergebracht. Om te voorkomen dat deze zuidelijke gewassen in de winter zouden doodvriezen. Voor Pancratianen betekent een optreden in de Oranjerie het eindpunt van het zangseizoen. Voor haar aanhang, volgers en sponsoren is het een manier om een kijkje te nemen achter de schermen van KHM St.-Pancratius. Dé manier om een indruk te krijgen van de wekelijkse repetitie en de rol van de dirigent daarbij. Het informele onthaal, na afloop van zo’n repetitie, waar vele malen het glas werd geheven en de lofzang heeft mogen klinken over de onmisbare rol van de gastheer en gastvrouw Annie en Freek van der Valk, heeft de

banden met het kasteel in de loop der jaren bestendigd. De eeuwenoude koorzang van het KHM St.-Pancratius is onlosmakelijk verbonden met de geschiedenis van het kasteel en het jaarlijks bezoek van het mannenkoor aan het kasteel is een gebeurtenis die men voorzichtig een traditie zou kunnen noemen. Maar dit jaar werd de laatste repetitie overgeslagen, ter meerdere eer en glorie van het Jubileumconcert . Tijdens het matineeconcert op kasteel Terworm werd deze traditie flink luister bij gezet door toevoeging van een erepodium, een feestelijke overkapping, een jazzy kwartet en verschillende culinaire hoogstandjes. De 135-jarige jubilaris werd flink in het zonnetje gezet, letterlijk en figuurlijk. Donkere wolken boven het landgoed voorspelden weinig goeds in de voormiddag van 22 september 2013. Maar na de juiste toonzetting maakten de boze weergoden plaats voor het welverdiende gouden randje zonneschijn, dat deze jubilaris, na 135 jaren repeteren, oprecht verdiende.

van Hooren kantoorcentrum

Saroleastraat 59 6411 LS Heerlen Tel.: 045-5712741 Fax 045-5741189 E-mail: vanhooren.info@planet.nl www.pendeluxe.nl www.vanhoorenkantoorcentrum.nl Voor al uw: kantoorartikelen en schrijfwaren relatiegeschenken kantoormeubelen kantoormachines schoolartikelen Luxe schrijfwaren als: Mont Blanc Visconti Graf Von Faber Faber Castell Waterman Lamy Parker En nog meer... 13


op pasten. Op de achterste rij moest men halsbrekende toeren uithalen om, al balancerend op een smal bankje, herkenbaar in beeld te kunnen zijn. Een avontuur op zich, dat voor buitenstaanders iets had van een kolderieke middeleeuwse bestorming van mannen in zwarte smokings. Zou de brug het houden? ‘Sur le pont d’Avignon, l’on y danse’. Niet marcheren.

Preses Jos Amkreutz heet de gasten welkom

Allereerst was er een spetterend optreden van de fotograaf. Hij wist het koor te dirigeren van een groepsfoto voor de Franse tuin, naar een spectaculaire actiefoto op de ranke brug over de slotgracht. Vanuit een venster in het kasteel gaf hij op vakkundige wijze zijn aanwijzingen, met de telefoon, door aan de preses beneden. Hij wist de gelederen, als een officier uit het Choeurs des Soldats, met zachte hand in de juiste pose te kneden, voor de groepsfoto.

Het jazzkwartet de Family Guys, verzorgde met prettig in gehoor liggende mondaine jazzmuziek de ontvangst van de gasten. Het kwartet bestaat uit, ‘what’s in a name’, de familieleden: Christiaan Martins op de saxofoon, Henk Martins achter het drumstel, Lennard Vink op de piano en Frans Vink op de contrabas De koorzang werd ingeleid door Jeu Knubben en natuurlijk door onze preses Jos Amkreutz, die nogmaals onderstreepte dat wij hier samen zijn voor de koorzang, maar vooral om het 135-jarig jubileum te vieren, samen met onze dierbaren. De hoge leeftijd van het koor werd pas echt duidelijk voor het publiek toen Amkreutz verklapte dat bij de oprichting van het koor, het kasteel in de huidige vorm, nog niet was gebouwd.

Enkele leden zullen vooral uitkijken naar het resultaat van de foto op het ranke smalle bruggetje van Fisenne, waar alle leden tegelijk, nauwelijks De Family Guys

Het koor zingt in een bijzondere ambiance

14

Baron De Loë liet het chateau in 1890 grondig verbouwen door architect Fisenne, zodat het zijn huidige neogotische vorm verkreeg, met de typische arkeltorentjes. Ook het ranke bruggetje, van de groepsfoto, is toen aan het kasteel toegevoegd. Om een verbinding te maken met de Franse rococotuin, met de voor ons bekende Oranjerie. Het KHM St.-Pancratius is dus ouder geworden dan het huidige chateau. Een verrassende constatering. Ook gast- en kasteelheer Freek van der Valk liet weten dat de geschiedenis van het koor verbonden is met zijn chateau. Omdat een baron De Loë, een eigenaar uit de 19e eeuw, een van de


eerste donateurs is geweest. Deze traditie wilde hij graag voortzetten.

Onze toehoorders in de tent op de binnenplaats van het kasteel

Door de goedertierenheid van vrouwe Fortuna kon het mannenkoor profiteren van een grote partytent. Deze tent, achtergelaten door het Stars & Cars rallyfeest, overspande de hele binnenplaats en bood tegelijkertijd de garantie van een droog en voortvarend optreden. De koele bries van eind september zorgde ervoor dat het niet te benauwd werd in de tent. Een ideale uitgangspositie die werd aangevuld door een veelbelovende akoestiek, zonder dat het geluid verstrooid werd door de wind op de binnenplaats. Weldra klonk de aanhef Gloire… uit Gounod’s Faust met veel overtuiging uit het peloton van de Choeur des Soldats, die het mannenkoor zelf mocht vormen. Daarna werden de zwarte mappen opengeklapt voor Les Misérables van Victor Hugo. Kameraadschappelijk klonk het Bring Him Home over het cour, waar de jubilaris zich zo graag ‘at home’ voelde. Om het gevoel van het gevonden beloofde land over te brengen, werd al mysterieus neuriënd het In Nomine Verinite van Vangelis ingezet. De

Griekse componist schreef dit opzwepende nummer voor de film 1492. De film liet velen koud, het lied daarentegen heeft veel emoties losgemaakt bij miljoenen concertliefhebbers over de hele wereld. Na dit prachtnummer werd de ontdekking van Amerika nog even voortgezet door de Family Guys, met betoverende klanken uit de rokerige jazzkelders van New York en Chicago. Na deze ontdekkingsreis werden we weer met beiden benen op de grond gezet met Limburg, mijn heerlijk land van M. Notermans. Wie dacht er niet aan Terworm, bij de strofe huis aan de hemel verwant. Niet alleen vanwege haar gastvrijheid maar ook vooral vanwege de kostbare natuur op haar landgoed. Terwijl de wind lavendel en rozengeur uit de rococotuin aanvoert, bloeien verderop de reuzenpaardenstaart, de reuzenbereklauw en het fluitenkruid. In de bossen verschuilt de buizerd en langs de Geleenbeek fladderen de putter en de grote geleekwikstaart. Ook de ijsvogel wordt af en toe gesignaleerd. Wat een heerlijk decor voor zo’n overtuigend loflied over de mooiste provincie van Nederland.

Kasteelheer en kasteelvrouwe Freek en Annie van der Valk

15


vuur te laten klinken. Tezamen klonken dan de woorden jammo jammon coppa jammo ja extra feestelijk over de verraste toehoorders, die dit vrolijke lied met ogen die glinsterden van plezier, maar al te graag wilden meezingen.

Oud-presides Jan van Dijk, Paul Franken en eredirigent Hans Luesink

Een overtuigende eerste helft werd afgesloten door Somewhere uit de Broadwaymusical West Side Story uit 1957. Uit het hoopgevende ‘We ‘ll find a new way of living’, klinkt ook de bezorgde ondertoon dat juist een ‘dinosaurus’ als een klassiek mannenkoor, zich steeds opnieuw dient te bewijzen, zonder haar authentieke eigenwaarde te verliezen. Een uitdaging die de huidige dirigent, John Gerits, goed oppakt. In de pauze worden de culinaire concertino’s uit de kasteelkeuken, vergezeld door muziek van de Family Guys. Net als het koor, óók een mannengroep dat op originele wijze haar eigen West Side Story ten gehore brengt. De kok nam na het concert het dirigeerstokje over voor een zalmtartaartje met een fijne selderijsalade en een forelmousse met zalmkuitgelei. In de pauze werd men verrast door een amuse van ham en peterselie met mosterdcrème. Om de tong te strelen en het gehoor te scherpen, werd er een witte Bordeaux uit 2012 ontkurkt. Een Petite Sirène, geperst uit de Sauvignon druif en gerijpt in de St.-Emillion-streek. De rode wijnproevers werden verwend met een Bordeaux uit 2009. Een rode Petite Sirène geperst uit Merlot- en Cabernet Sauvignon druiven. Een hemels ensemble . Funiculi Funicula, de Pancratiushit van dit seizoen, klinkt tegenwoordig, als geen ander Italiaans operettelied zeer bekend in de oren. Voornamelijk door de vertolkingen van Pavarotti en Bocelli. Wat het betekent, kunnen weinigen verstaan. Door de overtuigende voorzang van Hans Knubben was het een genot voor het koor om haar bescheiden rol, de dramatische herhaling van de laatste woorden van de ervaren solist, met veel 16

Jammo, jammo heeft dan ook niks te maken met een ‘verloren liefde’ maar met een splinternieuwe kabelbaantram naar de top van de Vesuvius, geopend in 1890. Het is een Napolitaans volkslied dat werd gecomponeerd door Luigi Denza en Peppino Turca ter gelegenheid van de lancering van deze attractie. Een funicular is een kabeltram en Funiculi, funicula is Napolitaans voor ‘trammetje naar boven, trammetje naar beneden’. Net als Pretpark Terworm, afgeblazen in 1983, is ook dit initiatief geen lang leven beschoren geweest. De kabelbaan werd in 1944 compleet weggevaagd, na een uitbarsting van de Vesuvius. Het moet, blijkens de vertaling, in 1890 een geweldige romantische ervaring zijn geweest: ’Laten we naar de top van de berg gaan. Oh Nannina, vanaf hier zijn we er maar een stap van verwijderd. We kunnen dan Frankrijk zien, Procida (eilandje nabij Napels) en Spanje. En ik zie u!’ Ziet het voor u, met de ontwapende glimlach en de Romeinse air van solist Hans Knubben. Na de pauze kwamen verder nog aan bod Gaby, Gaby, Adios Nonino, All by myself mét saxofoonsolo van Christiaan Martins en de Gospeltrain. Dit is een Afrikaans-Amerikaanse spiritual, op muziek gezet door de Fisk Jubilee Singers, in het jaar van de oprichting van het KHM St.-Pancratius: 1873. De begeleiding op het klavier was afkomstig van onze eigen repetitor Augustine Boshouwers.

John Gerits en Guido Diederen


gegeven. Na het concert bleven de Family Guys onvermoeid doorspelen. Verschillende ‘evergreens’ passeerden de gouden ‘hoorn des overvloeds’ van de saxofonist met internationale allure. Intussen kregen de gasten de kans om oude banden aan te halen en nieuwe te smeden, om ook de komende decennia te kunnen smullen van deze Scheherazade-cocktail van stijlen en soorten, exotische en klassieke muziek, die ons koor te bieden heeft.

Het oudste en jongste koorlid : Giel Braeken en Sekoy ter Horst

Na deze fantastische uitvoering klonk een enthousiast applaus vanuit het publiek. Mevrouw en meneer Van der Valk werden op het podium geroepen om een bos bloemen en een cadeau in ontvangst te nemen, om hen te bedanken voor deze heerlijke middag, waarbij genoten werd in alle dimensies. Niet alleen in de dimensie van gastvrijheid en smaak, maar ook in de dimensie van muziek. Dit matineeconcert is zeker opgevallen, in de serie van concerten die eerder op het kasteel werden

Lerros For Fellows Gardeur Bugatti Ben Barton Van Gils Pierre Gardin Gross Alberto State of Art Baileys Olymp

Graag geziene gasten die acte de présence gaven waren onder andere: Guido Dieteren (Guido’s Orchestra), Hans Luesink (oud- en eredirigent), de H. van Dijk (oud-preses), de heer P. Franken (oud-preses) en vele andere oud-leden, geïnteresseerden en muziekliefhebbers, die op deze manier getuigen hebben kunnen zijn van een geweldig feestelijk optreden. Waaruit naar voren kwam, hoe bijzonder het KHM St.-Pancratius zich in de afgelopen jaren heeft ontwikkeld.

Nieuwe Dameskelder geopend Geleenstraat 34-36 & Promenade 33, hartje Heerlen ook vestigingen in Sittard en Deurne

Paul Franken jr.

Ledub Esprit Stones Tenson Mac Meyer Tom Tailor ‘S Oliver Tence Esprit Mac Soya

17


ALLERZIELEN opluisteren eucharistieviering Bernardinuskapel

Het is een jaarljks terugkerende traditie dat het KHM St.-Pancratius de Allerzielenviering van de Stichting Samen Onderweg met zijn muziek opluistert. Dit jaar was dat op zondag 3 november om 11.00 uur. Het koor stond bij deze gelegenheid onder leiding van onze pianiste en repetitor Augustine Boshouwers. De kapel De kapel van de Heilige Bernardinus van Siena is gebouwd in 1931 in Zakelijk Expressionistische stijl - ontwerp van architect Jos Wielders - door aannemer Reubsaet. Ze is een uitbreiding van het klooster van de Franciscanen en R.-K. HBS, nu het Bernardinuscollege, uit 1912 door architect J. Seelen. De tuin naast de kapel is de oorspronkelijk kloostertuin en is aangelegd als verlenging van het Aambos. Het interieur van de kapel bestaat uit een schip met zes stompe spitsbogen van beton, bekleed met schoon metselwerk. Twee smalle zijbeuken worden van het schip gescheiden door stompe spitsbogen. Boven deze bogen bevindt zich aan beide zijden van het schip de brede strook glas-inlood, die doorloopt achter de bogen van het schip. De absis wordt van het schip gescheiden door een kleine spitsboog. In de absis bevindt zich een smal glas-in-lood venster gelegen achter een kruis van baksteen. Aan het kruis bevindt zich een beeld en aan weerzijden hiervan twee schilderingen. 18

Berschermingswaardig zijn onder meer de 9 brede glas-in-lood vensters, gemaakt door G. Mesterom & Zonen naar ontwerp van Charles Eijck, Bunde in 1932. De kruisweg en de kleine glas-in-loodvensters van pater Renald Rats en het kruisbeeld van Charles Vos. De kapel bezit cultuurhistorische waarde als bijzondere uitdrukking van een geestelijke ontwikkeling van de R.-K. Kerk in Limburg. De architectuurhistorische waarden worden bepaald door het bijzonder belang voor de bovenregionale geschiedenis van de architectuur, het bijzonder belang van de kapel in Zakelijk Expressionistische stijl binnen het oeuvre van architect J. Wielders. Verder vanwege de hoogwaardige esthetische kwaliteiten van het ontwerp, het materiaalgebruik, de ornamentiek, de bijzondere samenhang tussen exterieur en interieur en de artistieke betrokkenheid van verschillende kunstenaars. De kapel is vanwege de situering verbonden aan de uitbreiding en het aanzien van de stad Heerlen tijdens de mijnontginningen. Ze is van algemeen belang vanwege de architectonische gaafheid en de architectuurhistorische zeldzaamheid. In 2009 werd op het priesterkoor het Müller-orgel uit 1887 geplaatst, dat tot 1986 in de Bernarduskerk van Ubachsberg stond Samen onderweg Eind jaren ’60 en begin jaren ’70 werd door pater


Theo Simons ofm een koor opgericht van leerlingen van verschillende scholen uit Heerlen. Door toedoen van Harrie Brouwers, in die tijd kapelaan van de Pancratiusparochie te Heerlen, is de relatie met de Pancratiusparochie gelegd en ontstond uit het koor van pater Simons het Bernardinus-Pancratius koor, het BP-koor. Midden jaren ’70 bestond het koor vooral uit leerlingen van het Bernardinuscollege en had pater Max van der Schoot de leiding overgenomen. Vanaf midden jaren ’80 intensiveerde Max van der Schoot het jongerenpastoraat voor Heerlen en omstreken vanuit de kapel van het Bernardinuscollege. Omdat het werk zich meer en meer uitbreidde en onmogelijk het werk voor één man kon zijn, ontstond de behoefte aan een gedeelde verantwoordelijkheid, die in een stichting zou kunnen worden gerealiseerd. Deze stichting werd onder de naam Samen Onderweg uiteindelijk in de zomer van 1985 een feit, waarbij niet alleen jongerenpastoraat in het vizier lag, maar ook pastoraat voor ouderen, die zich betrokken en geïnspireerd voelden bij en door Samen Onderweg.

De Allerzielenviering Als intredelied zongen we Schiwiti Adochem, dat met Seigneur je vous en prie tussen de lezingen een fraaie aanzet vormde voor de overweging van voorganger Ad Blijlevens die hierin het thema Leven en dood centraal stelde. Na de lichtritus - het ontsteken van 15 kaarsen waarmee de overledenen van het afgelopen jaar herdacht werden en het toepasselijke gedicht Ween niet van Cécile Collet, geïnspireerd op delen van Augustinus’ Epistula 263 klonken de lofzangen O lux beate trinitas en het altijd weer indrukwekkende Dostojno jest. Tijdens wij delen brood en beker zongen we het ingetogen Ave Maria en sloten af met Santo. Luuk Goosens begeleidde ons bij de twee laatste liederen voortreffelijk op de piano en onze verdienstelijke en zeer gewaardeerde zang was mede te danken aan Augustine Boshouwers die het koor enthousiast en kundig leidde. Leo Klinkers

19


BERNARDINUSCOLLEGE HEERLEN 1913-2013

In 2013 wordt niet alleen het 135-jarig jubileum van het ‘KHM St.-Pancratius’ gevierd, maar ook het 100-jarig jubileum van het ‘Heerlense Bernardinuscollege’. Gezien de banden tussen het koor en de school, is het gepast om ook bij dit jubileum in ‘De Stem’ stil te staan. We stellen ons de vraag, wat het college zag als zijn doelstelling en hoe die in de loop van 100 jaar veranderd is. In het gedenkboek bij het vijfentwintigjarig bestaan van St.-Bernardinus schrijft pater Cunibertus Sloots: “Wilde de Heerlense H.B.S. het doel bereiken, dat de oprichters voor de geest stond, dan was onderwijs-geven alléén niet voldoende. Ook op de godsdienstige vorming van de leerlingen moest alle aandacht en de volle nadruk vallen. Alléén wanneer de H.B.S. aflevert jonge mannen, die tevens stoer van karakter zijn en Katholiek in merg en been, dan heeft zij haar taak goed vervuld.” Bijna honderd jaar later, in 2009, werd de algemene missie van het Bernardinuscollege opnieuw geformuleerd. Zij luidt als volgt: “Het vormen van jonge mensen op intellectueel, cultureel en maatschappelijk gebied en hen voorbereiden op de toekomst door hen uit te 20

dagen met gedegen, motiverend en inspirerend onderwijs dat voortkomt uit een rijke, op Franciscaanse grondslag gebaseerde onderwijs- en vormingstraditie.” Die doelstelling is in de loop van de voorbije honderd jaar aan verandering onderhevig geweest, maar behield haar constanten: de wetenschappelijke en levensbeschouwelijke vorming van de leerlingen. In deze bijdrage komt vooral de ontwikkeling van levensbeschouwelijke vorming aan de orde. De opbouw van het katholieke onderwijsbolwerk In 1864 publiceerde Pius IX zijn encycliek Quanta Curia met de daaraan gekoppelde ‘lijst van dwalingen’, waarin hij onder andere het liberalisme, socialisme en nationalisme veroordeelde en iedere katholiek vervloekte, die zijn goedkeuring hecht


aan een instelling tot opvoeding van de jeugd, die van het katholieke geloof en van de macht van de kerk gescheiden is... Gezagsgetrouw als de katholieken in Nederland toen waren, werd deze veroordeling vanuit Rome voetstoots gevolgd. In het bisschoppelijke onderwijsmandement van 1865 stond het duidelijk: “Een katholiek kind moet noodzakelijk een katholieke opvoeding ontvangen. Een der gewone hulpmiddelen daartoe is de katholieke school.” De school functioneerde als verlengstuk van de kerk, taken op school werden door geestelijken verricht.

(bekeringsdrang)’. Ook deze principiële houding van openheid zou kenmerkend blijven voor het Bernardinuscollege. De opvoeding

De Minderbroeders hadden het in Heerlen slim bekeken. Sint-Bernardinus was niet alleen bestemd voor katholieke, maar ook voor niet-katholieke leerlingen. Door deze beslissing zou de op te richten katholieke school rijkssubsidie genieten. De openheid in de aanname van leerlingen buiten de katholieke kring is echter niet alleen te verklaren vanuit de subsidievoorwaarde. De groei van de mijnindustrie aan het begin van de twintigste eeuw trok veel (kader)personeel aan uit het noorden van het land. De grote meerderheid van deze ingenieurs en beambten was protestant. Omdat er (nog) geen sprake was van openbaar of protestants-christelijk onderwijs, waren deze nieuwkomers aangewezen op het katholiek voortgezet onderwijs. Mede op verzoek van gemeentelijke overheden en mijndirecties werd het Bernardinuscollege daarom ook opengesteld voor niet-katholieke leerlingen. Al in het eerste gedenkboek wordt gesproken over de waardering van niet-katholieken voor het onderwijs aan de Heerlense HBS en de respectvolle benadering van niet-katholieken, die ‘wars was van proselitisme

Damascenus Rombouts

Over de pedagogische benadering van ‘de jongens’ werd ernstig nagedacht. De onderwijscongressen in de jaren dertig en veertig van de twintigste eeuw legden de nadruk op de Franciscaanse idealen van christelijke vrijheid, mensenliefde en een afschuw van schematiserende voorschriften, procedures en protocollen. Het eerste lerarenreglement Stilte en Orde is een door pater Rombouts met de

21


wereld” wilde nastreven. Wekelijks kwamen zij bij elkaar, de leden publiceerden hun ideeën in Binden en Bouwen en hadden op zondag hun eigen viering. Pater Rombouts zag in de Derde Orde een goed instrument voor de opvoeding van de leerlingen, omdat deze door een minimaal aantal regels en voorschriften de leerlingen zou aanzetten tot, zoals hij schreef, “inwendige vrijheid en vrijwillige plichtsvervulling”. Na de Tweede Wereldoorlog nam de belangstelling voor de Derde Orde bij de leerlingen geleidelijk af en verdween ze midden jaren zestig uit de schoolorganisatie. Leerlingenreclame voor RKSP 1928

hand geschreven foliovel. De opvoeding zou gebaseerd moeten zijn op vertrouwen in en op zelfstandigheid van de leerlingen. Het toezicht moet worden uitgeoefend onder het motto: omnia videre, multa dissimulare, pauca punire: alles zien, veel negeren (maar wel opslaan voor later), weinig straffen. Er werd zelfs een pleidooi gehouden voor niet te dikke strepen met het rode potlood in het schriftelijk werk, want dat doet de jongens pijn. Pater Rombouts spreekt in een publicatie van 1928 over Gezag en vrijheid in de opvoeding van een geest van vertrouwen, die een beroep doet op de zelfstandigheid, de innerlijke vrijheid, de verantwoordelijkheid en het plichtsbesef van de jonge mens. Intermezzo: Franciscus Het leven van Franciscus van Assisi bleef gedurende de afgelopen eeuw een bron van inspiratie voor het schoolleven, zij het op verschillende manieren en in een veranderende intensiteit. In 1926 werd het 7e eeuwfeest van zijn overlijden uitbundig gevierd. Een van de activiteiten was het organiseren van een grote optocht door Heerlen. “Niet minder dan 11 prachtige praalwagens, afgewisseld met tal van groepen, zullen de bekendste, sprekendste en meest beteekenisvolle oogenblikken uit ’t leven van den Seraphijnschen Patriarch op magnifieke wijze in beeld brengen”, aldus de Limburger Koerier van 26 september 1926. Vrijwel alle leerlingen waren tot in de jaren vijftig lid van de Derde Orde, een vereniging van leken die het ordes-ideaal van de Franciscanen “in de 22

In 1976 werd de herdenking van de 750ste sterfdag van Franciscus heel nadrukkelijk gevierd. Op 4 oktober vertrokken de ongeveer 1300 leerlingen vanuit school richting Eys, waar in het weiland een grote tent opgetrokken was en waar zij deelnamen aan een ‘Franciscuszitting’. Het jongerenkoor zong liederen en pater Max van der Schoot en geschiedenisdocent Frits Kraat spraken over de betekenis van Franciscus voor onze tijd. Na afloop waren er sportwedstrijden georganiseerd, die letterlijk in de regen vielen. De wandeltocht was “geheel in de geest van Franciscus”, aldus de organisatoren, die daarbij wezen op Franciscus liefde voor de natuur. De boeren van Eys en omgeving, die de stoet leerlingen over hun velden zag marcheren (ze trokken liever door het veld, want dat was korter dan de paden te volgen), waren met deze ‘Franciscaanse voettocht’ minder ingenomen. Het regende dan ook klachten. In dat jaar was wel een nieuwe traditie geboren: Franciscusdag, die tot op de dag van vandaag voortduurt. Kledingacties, Luikse Markten, kermisactiviteiten en optredens van leerlingen en docenten ten behoeve van het jaarlijks te bepalen goede doel: het is ieder jaar weer een druk bezochte dag.

De Kloostertuin


1982 werd aangegrepen om het achtste eeuwfeest van de geboorte van Franciscus te vieren. Er waren tentoonstellingen over het leven van Franciscus en over Franciscus in de Nederlandstalige literatuur. Voor de laatstgenoemde tentoonstelling verscheen Binden en Bouwen met een apart nummer, samengesteld door docent Nederlands, Leo Hermans. Gedurende twee dagen waren zusters en broeders Franciscanen te gast in alle klassen. De leerlingen bestookten de gasten met vragen als: ‘Zijn jullie de hele dag met godsdienst bezig? Wat is de bedoeling van de Franciscaanse sekte? Ben je vegetariër? Is het niet moeilijk om ongetrouwd te blijven? Mag je een vriendin hebben? Op welke politieke partij stem je?’ De naam ‘Franciscusdag’ is overgebleven. Het zal van de inspiratie van docenten en directie afhangen of deze dag als ‘FRANCISCUSdag’ een lang leven beschoren blijft. De levensbeschouwelijke vorming in en buiten de les was gericht op deelname aan het leven van de kerk als actief en belijdend lid. De katholieke leerlingen waren verplicht om dagelijks de mis bij te wonen in de schoolkapel. Elke eerste vrijdag van de maand is er om half acht ‘s ochtends een gezongen heilige mis. De directie spreekt de dringende wens uit dat alle leerlin­ gen daarbij aanwezig zijn en ter communie gaan. Vanaf 1919‑1920 werd het schooljaar geopend met een driedaagse geestelijke oefening of retraite, waaraan alle katholieke leerlingen moesten deelnemen. Katholieke leerlingen die ’s middags na de lessen

Eerste retraite Spaubeek 1930

de schoolse studiebegeleiding volgden, moesten minstens twee maal per week naar het Lof in de schoolkapel. Met betrekking tot sportvereni­gingen wordt in de schoolgids van het schooljaar 1936‑1937 van SintBernardinus het volgende bepaald: “Er bestaat een schoolsportvereniging, waarvan het lidmaatschap voor niemand verplichtend is. Katholieke leerlingen mogen geen lid zijn van andere sportverenigingen, maar alleen van de schoolsportver­eniging. Nietkatholieke leerlingen zijn vrij lid te worden van andere verenigingen mits na vertoon van een bewijs, dat hun ouders zulks goedkeuren.” Deze bepaling gold overigens ook voor de deelname aan andere verenigingen buiten de school. De godsdienstige vorming kreeg vooral gestalte in de vanaf 1930 jaarlijkse retraites voor de eindexamenleerlingen. Intermezzo: de retraite Een goed voorbeeld van de ontwikkeling van de

Luijten advocaten Grootmeesters en specialisten op het gebied van: • Echtscheidingsrecht • Ontslagrecht • Personen- en familierecht • Burengeschillen • Erfrecht • Huurrecht • Arbeidsrecht • Verbintenissenrecht Gratis open spreekuur: elke dinsdag van 15.30-17.00 uur & elke donderdag van 17.00-18.00 uur Ruys de Beerenbroucklaan 16 | 6411 GB Heerlen | T 045 571 38 88 secretariaat@luijtenadvocaten.nl | www.luijtenadvocaten.nl

23


inhoud van de levensbeschouwelijke vorming is de Werdegang van het fenomeen ‘schoolretraite’. Het Bernardinuscollege wilde niet alleen intellectueel ontwikkelde jongemannen ‘afleveren’, maar zij moesten tevens ‘stoer van karakter zijn en Katholiek in merg en been’. Een middel daartoe was de retraite, letterlijk een zich terugtrekken uit het dagelijkse leven om spiritueel op verhaal te komen, om zich te bezinnen op waar het in het voor een katholiek werkelijk om gaat: God, Christus, Kerk, katholiek leven.

Spaubeek HBS 5 1949

De school begon met deze retraites in 1930. Zij waren bestemd voor de vooreindexamenklassen en de eindexamenklassen van de H.B.S. en ze duurden tot lang na de Tweede Wereldoorlog. In 1947 schrijft een van de deelnemende leerlingen in het schoolblad Binden en Bouwen: “We kregen weer de juiste kijk op God, op onszelf, en op de anderen. We mediteerden over de dood en over de hel. We lazen geestelijke boeken.” Het algemeen oordeel over de retraite is nu: “De retraite was prachtig. Geestelijk zijn we er allemaal op vooruit gegaan.” Een jaar later heet het nog: “Evenals andere jaren placht te gebeuren, werden ook dit jaar de abituriënten van ons college in de gelegenheid gesteld zich door middel van een retraite volledig te bewapenen en klaar te maken voor de grote levensstrijd die hen wacht. En er moet gezegd worden, dat de jongens met dankbaarheid van die gelegenheid hebben gebruik gemaakt. We leerden inzien dat God meer voor ons is dan iemand die bevelen geeft: een Vriend, waar we mee konden praten, een Vriend waar we met onze jonge zorgen naar toe konden gaan. Ootmoedig voor het kruisbeeld geknield hebben we gebeden. Hem verteld over alles waar we moeite mee hadden. Hem om troost gevraagd. 24

En hij heeft geantwoord: we voelden Zijn stem in ons binnenste. Inderdaad: nu konden we het uitjubelen nu we de ware aard van een retraite hadden leren kennen.” In 1951 wordt de kroniekschrijver van Binden en Bouwen al wat frivoler en doldriester in zijn beschrijving van de jaarlijkse retraite: “Bernardijnse duivels gingen drie dagen lang de Jezuïeten amuseren. Nadat we ons eerst in een donker café moed hadden ingedronken, trokken we naar het retraitehuis onder het zingen van ‘houdt er de moed maar in’ en aanverwante liederen. ’s Nachts werden er strooptochten ge-organiseerd in pyjama’s.” De conclusie was echter verzoenend: “De retraite was goed en de Jezuïeten hebben geen moeite achterwege gelaten om ons weer “op het rechte spoor te brengen.” Het jaar daarop is de schrijver van het verslag in Binden en Bouwen ‘ervan overtuigd, dat deze dagen voor allen een prettige herinnering zullen blijven…’. Een jaar later heeft men zich ‘best geamuseerd’. In 1954 worden de retraites gekenmerkt als ‘massadeportaties, alwaar de grote zuiveringsactie plaats heeft.’ Het retraite-huis in Spaubeek wordt afgewisseld met het retraitehuis op de Molenberg en de retraitehuizen in Valkenburg, Ravensbosch en Hoogcruts. Aan het begin van de jaren zestig worden vraagtekens gesteld bij de vorm van de retraite. De verslaggever in het schoolblad verwoordt het aldus: “Allereerst was er een inleiding waaruit bleek, dat de reeks retraites die er op Ravensbosch zouden worden gehouden, o.a. ook als onderzoekingen waren bedoeld naar de meest geschikte vorm, waarin retraites gehouden zouden moeten worden. Hierover werd later op de dag dan ook gezamenlijk gediscussieerd. De basis van de retraite vormen verscheidene conferenties.

Gym alpha Spaubeek 1959


Deze waren bijzonder goed, wat lang niet altijd het geval is. … Verder was er gedurende de dag veel wellicht té veel - gelegenheid voor de deelnemers om zich te verstrooien.” De godsdienstige en kerkelijke conferenties konden de leerlingen steeds minder boeien.

Retraite Spaubeek 1965 nacht HBS 5b

In plaats daarvan kwamen er conferenties over de beleving van de seksualiteit, de veranderende positie van de kerk in de samenleving en tenslotte over de samenleving zelf. In Binden en Bouwen werd daarom in 1971 geconstateerd: “De retraite uit het Rijke Roomse leven bestaat niet meer. Men moet zich ervoor hoeden in de vier dagen in het SIVOS-gebouw te Cadier en Keer een moderne retraite te zien. Om deze begripsverwarring te voorkomen heeft men gezocht naar een betere naam. Ieder die zocht, vond een ‘betere’ naam, waardoor het kon gebeuren dat men met vier verschillende benamingen hetzelfde bedoelde. Wij zijn er geweest en noemen het daarom géén bezinnings-, géén verdiepings-, en ook geen vormingsdagen, maat oriëntatiedagen. Wij hebben ons namelijk op de hoogte gesteld van de mondiale problematiek van de ontwikkelingssamenwerking. Het ontwikkelen van een goede klasse sfeer was een deel van het (dubbele) doel.” In 1976 werd er weer een poging gewaagd om bezinningsdagen te organiseren rond het thema ‘Het leven van Franciscus van Assisi’. Maar: het tij was niet meer te keren: “Bij de eerste kennismaking van de klassenvertegenwoordigers in de kamer van de heer Linders bleek al gauw dat de meesten niet kapot waren van het programma, integendeel zelfs, men vond het programma veel te religieus”, aldus de kroniekschrijver in Binden en Bouwen. Leerlingen wilden zelf de bezinningsdagen organiseren of op z’n minst zelf het programma samenstellen. In het schooljaar

1979-1980 werden de overnachtingen afgeschaft: de nachten waren te gezellig geworden en dat ging ten koste van het dagprogramma. Het accent van de bezinningsdagen kwam meer en meer te liggen op intermenselijke relaties in en buiten de school. Binden en Bouwen vat het als volgt samen: “Bezinning, een modern woord denken vele ouders, want vroeger gebruikte men de term retraite. Retraite was een tijdelijke afzondering van thuis. De retraite begon vroeger meestal met een kerkdienst, gevolgd door een ernstig gesprek met je klassenleraar. Plezier kwam hier vaak niet in voor. Nu is het begrip retraite afgeschaft en gebruikt men het veel modernere woord bezinning. Bezinning is plezier maken met je leeftijdsgenoten, samenwerken in groepsverband en nog veel meer. De bedoeling van deze bezinning is het samenwerken tussen klas en leraar, maar ook tussen leerlingen onderling te bevorderen.”

Elzasreis 2010

Introductiedagen, contactdagen, klassendagen, vrijwel jaarlijks veranderde de benaming. Zo ook de programma-invulling: excursies, film met discussie, sociale vaardigheidoefeningen, informatieve bijeenkomsten met decanen van universiteiten en hogescholen: afhankelijk van de organisatoren wisselden de programma’s. De leerlingen vonden het leuk, de dagen droegen bij tot een grotere eenheid in de klas. “Maar of de term ‘bezinning’ wel juist is?”, zo vroegen de schrijfsters van het artikel ‘(Be)zinloos’ in Binden en Bouwen zich af. In het schooljaar 1987-1988 werden voor het laatst klassendagen georganiseerd: een excursie naar Brussel, de film ‘The China syndrome’ met discussie, een bijeenkomst over studieplanning, een bonte avond en een gesprek met decanen over het vervolgonderwijs en dat was dat. In het schooljaar 1988-1989 werd het 75-jarig jubileum van het Bernardinuscollege gevierd en werden 25


de klassendagen niet georganiseerd om te grote lesuitval te voorkomen.

Studentenclub 1925

Het jaar daarna werd de draad niet meer opgepakt, eigenlijk tot opluchting van veel docenten: zij hoefden niet meer te begeleiden. Bij de laatste klassendagen verzuchtte een van de begeleiders tegen de organisatoren: “Alsjeblieft, doe ons dit niet meer aan, laat ons toch gewoon les geven!” Het tijdperk van de werkweken en de buitenlandse reizen ving aan: de retraites, verdiepingsdagen, bezinningsdagen, contactdagen, vormingsdagen, oriëntatiedagen, klassendagen waren een zachte dood gestorven. Na de Tweede Wereldoorlog: het Mandement van 1954 De katholieke zuil begon toch enkele scheurtjes te vertonen. Katholieken keken over hun eigen zuil heen en begonnen interesse te tonen voor hun buren. De ontwikkeling naar meer openheid en minder kerkelijke regels was niet tegen te houden. Van de katholieke leerlingen van de drie laagste klassen werd nog in de jaren vijftig verwacht dat zij dagelijks één van de beide schoolmissen bijwoonden, die ‘s morgens te half acht en acht uur in de kapel van het college werden gehouden. De overige leerlingen werd aangeraden toch regelmatig de mis bij te wonen. Achter in de kapel hielden de paters toezicht op het gedrag van de leerlingen tijdens de vieringen. Was dat niet godsvruchtig genoeg, dan volgde er straf. Een tik met het habijtkoord (waaraan drie harde knopen) was dikwijls het gevolg. Kwam je dan thuis om je bij je ouders te beklagen, dan was de reactie: “Dan

Academie

26

zul je het er ook wel naar gemaakt hebben!” en kreeg je opnieuw een portie straf. Later worden de regels omtrent misbezoek gewijzigd. In plaats van dagelijks misbezoek wordt nu gesproken over eenmaal per week, binnen de normale schooltijd, namelijk om half negen, zodat de lessen op die dag wat later begonnen. De mis blijft dus wel een onderdeel van het normale schoolleven. Alle katholieke leerlingen moesten daarbij aanwezig zijn. Deze maatregel betekende het begin van het afschaffen van de verplichte schoolmis. Ook ten aanzien van bijvoorbeeld het lidmaatschap van clubs en de bijbaantjes werden de opmerkingen vanuit de schoolleiding steeds minder strikt geformuleerd. De Praagse Lente avant la date kwam er aan. Aan het begin van de jaren vijftig werd het lidmaatschap van verenigingen of clubs waaraan competitiewedstrijden verbonden waren en die dus, naar het oordeel van de schoolleiding, teveel tijd in beslag namen, onverenigbaar geacht met ernstige studie. Deelname aan een of andere vorm van betaalde sport was dan ook voor alle leerlingen van het college verboden. Ook de bijbaantjes werden onverenig­baar geacht met een juiste studiegeest en werden daarom niet toegestaan.

Voettocht

Aan het begin van de jaren zestig werd deze aperte afwijzing veranderd en teruggebracht tot moet vermeden worden en verviel het verbod tot deelname aan betaalde sport. Het college vestigde de aandacht van ouders en leerlingen op het be­staan van verschillende schoolclubs die voor een gezond schoolleven onmisbaar zijn: Derde Orde, Missieclub, Verkennerij, Acade­mie, Zangkoor, Toneelclub, Sportclub, Schaakclub en


Hobbyclub. Het mocht niet baten. Uiteindelijk zouden alle verboden en vermaningen ten aanzien van buitenschoolse clubs, werken en sporten teruggebracht worden tot adviezen. Na 1960: toenemende secularisatie en deconfessionalisering Ook op de katholieke scholen kwam men meer en meer tot het inzicht, dat geloof en kerkelijke betrokkenheid niet afdwingbaar waren. Aan het begin van de jaren zestig werden de wekelijkse misvieringen ‘regelmatige’ misvieringen. Uiteindelijk, in 1965, werd niet meer verwezen naar de mogelijkheid om dagelijks de mis bij te wonen. Het verbod voor katholieke leerlingen op lidmaatschap van neutrale sportverenigingen was al eerder gesneuveld. Het begrip katholiciteit in de missie van de school kwam steeds meer onder druk te staan, niet in het minst vanwege de ontwikkelingen in het bisdom Roermond, waar bisschop Gijsen de kerkelijke duimschroeven aanhaalde en daardoor de katholieke visie steeds meer van het dagelijkse leven vervreemdde. Ook het onderwijs kreeg hiermee te maken. Theo Windt ofm was de laatste moderator van het Bernardinuscollege. Een moderator is een priesterdocent, die verantwoordelijk is voor de persoonlijke begeleiding van de leerlingen en voor het invullen van de levensbeschouwelijke identiteit van de school. In juni 1974 schreef hij bij zijn afscheid: “Onze school is onduidelijk als katolieke school. Op de eerste plaats omdat de katolieke gelovige zelf Luisteren

Franciscus Bernardinuskapel Charles Eyck 1932

momenteel verdeeld is.” De in het schooljaar 19741975 nieuw aangetreden werkgroep schoolpastoraat komt in een omschrijving van katholiciteit niet veel verder dan: een geloofsbelijdenis, bepaald door het schoolgebeuren, verantwoordelijkheid van allen, katholiciteit gebeurt. Intermezzo: de Pax Christi Voettochten Tot begin jaren ’80 kregen de eindexamenleerlingen van het Bernardinuscollege het advies om deel te nemen aan de Pax Christi Voettochten in het schone Brabantse land. Al wandelend, pratend en zingend brachten de jongeren enkele plezierige en vooral samenbindende dagen met elkaar door. De voettochten vonden plaats in de herfstvakantie en eindigden op zondagmorgen met een eucharistieviering in de Kathedraal van St.-Jan of in de Brabanthallen te ’s-Hertogenbosch, een viering die in een uitgelaten stemming verliep, een viering, waarin de bisschop van Den Bosch, Jan Bluyssen, van de deelnemers staande ovaties en dikke zoenen van dankbaarheid kreeg. De reis

Alleen de topmerken met KEMA- of KIWA-keur Sanitair & accessoires Grohe CV & accessoires. Agpo - Radson - Nefti - Danfoss Elektrotechnische installaties Kracht-, licht- en zwakstroom

Doet u het zelf, wij adviseren hoe! Laat u het uitvoeren, wij verzorgen de calculatie, planning en installatie WATERVAL, DE INSTALLATIESPECIALIST VOOR DE BEWUSTE DOE-HET-ZELVER

... is onze sterke kant

27


klonk aan het einde van het gesprek in hun oren als vloeken in de kerk. Bij directie en schoolpastoraat vonden zij ook al geen begrip! De directie restte niets anders dan de deelnemers naar huis te laten gaan. In het Aambos klonken de gitaren en de ‘pax-liederen’ nog lang na. Op dinsdagmorgen hadden zij zich bij de harde realiteit neergelegd. De schoolonderzoeken en het centraal examen naderden… In 1984 stopte de Pax Christi met de organisatie van de voettochten wegens gebrek aan belangstelling. Toen in juni 1987 de scholen voor de keus kwamen te staan om zich voor of tegen het Roermondse schoolreglement uit te spreken, koos de Onderwijsstichting Sint-Bernardinus voor het tegen. Een bestuurscommissie had zich over beide reglementen gebogen en geadviseerd om beide af te wijzen. De scholen van de stichting zouden hun inspiratie in belangrijke mate blijven putten uit de christelijke, in het bijzonder uit de

terug naar huis was een proces van loskomen uit die euforische stemming en uit die intense beleving van samen lopen, zingen en vooral praten over wat hen ten diepste bezig hield. In tranen werd afscheid genomen van elkaar, men moest weer terugkeren naar de ‘het gewone leven’. Op maandagmorgen was het dan ook voor de deelnemers aan de Pax Christi somberheid troef. Weemoedig gitaarspelend en met de armen om elkaars schouders geslagen stonden zij dan op het schoolplein. Niemand begreep hen. Niemand zag, zij wel, dat school en studie en toekomstige carrière ‘ijdelheid der ijdelheden’ waren. Waar het in het leven uiteindelijk om ging, dat hadden zij, en zij alleen, in die voorafgaande dagen ervaren. Conrector Joos Vollebergh en de beide schoolpastores, Max van der Schoot en Koos Linders, waren natuurlijk vol begrip. In de toenmalige VIPkamer van de school (de huidige rectorskamer), kwamen ze met de deelnemers bij elkaar om over hun evaringen en beleving te spreken. Het ‘Zo jongelui, nu gaan jullie weer naar de lessen!’ 28


Ruim 1600 leerlingen van havo/vwo vormen het getal 100

Franciscaanse traditie. Na het verschijnen van het rapport van de commissie werd de tekst over de grondslag in de schoolgids dan ook snel aangepast: ‘Het Bernardinuscollege is een school op katholieke grondslag.’ Katholieke school klonk veel te kerkelijk gebonden. Missie en Franciscaanse grondslag In dat decennium ontwikkelde het Bernardinuscollege een, wat later genoemd zou worden Bernardijnse opvoedkunde, waarin geen sprake was van een exclusieve Bernardijnse pedagogie, maar die een neerslag vormde van het bewustwordingsproces van de school ten aanzien van zijn opvoedende taak. Kernbegrippen waren de opvoeding tot zelfontplooiing, dienstbaarheid en rentmeesterschap. De levensbeschouwelijke basis van deze pedagogie van de hoop vormde de sterke Franciscaanse traditie van de school. Het begrip katholiek werd in deze discussie zelden gebruikt. Als de term al naar voren kwam, dan was dat altijd met verwijzing naar de inhoud van de evangelische boodschap. De grote kracht van deze discussie was, dat deze zich verplaatste van een gedachtenwisseling over kerkgebonden zaken naar de vraag, wat de levensbeschouwelijke traditie van de school voor betekenis had voor de opvoedkundige uitgangspunten en het onderwijs organisatorische beleid. Meer en meer richtte de discussie over de missie zich op de grondslag van de eigen traditie, het eigen verhaal van de school. De katholieke kerk was geen richtsnoer meer, wel een partner in het gesprek, zoals er zoveel zijn.In het verleden werden bisschoppen met alle egards ontvangen en kregen hunne excellenties een in wierook en sigarenrook gehulde passende ontvangst. In 2010 bracht de hulpbisschop van Roermond,

Everard de Jong, een werkbezoek aan de school. Er vonden gesprekken plaats over het onderwijs, de katholiciteit en het vak levensbeschouwing (bisschop De Jong zag het liever aangeduid als Godsdienst/Levensbeschouwing). Ook bezocht hij enkele klassen en nam in de les van Paul Krill, docent levensbeschouwing, deel aan een intensieve en prettige discussie met 5 gymnasium over Intelligent design. En toen gebeurde het. Van hoog uit de lucht maakte een van de houtduiven, waar Heerlen zo rijk aan is, een duikvlucht richting de ramen van de gymnasiumhal, vlak bij het lokaal waar de discussie plaatsvond. De duif knalde vol door het glas heen en viel dood neer in de hal. Commentaar van een leerling na afloop: “Komt de bisschop les geven en vliegt de Heilige Geest zich te pletter tegen Bernardinus!” Wat de toekomst brengen zal? Dat is ongewis. Bij het 125-jarig bestaan van de school zal daarover zeker bericht worden. Of ik dat zal doen? Als in 2038 91-jarige? Wanneer ik dan net zo kwiek ben als Giel Braeken, dan zeker! Koos Linders

MAAR WELLICHT GENIET U LIEVER VAN DE SAMENVATTING

29


HET CECILIAFEEST, 135 JAAR GEZELLIGHEID

Is het K.H.M. St.-Pancratius wel echt gezellig, of zijn het van die gesteven stemvorken? Dat weet je alleen wanneer je het Ceciliafeest hebt bijgewoond. Het is een bijzondere avond met alle elementen die je op een verjaardagfeest van een ‘celebrity’ zou willen wensen: versiering, dans, zang, speeches, show, buffet en applaus tot in de late uurtjes. Alle zangers, die normaal strak in formatie staan, zijn nu zelf de jarige ‘celebrities’ die entertaint worden. De besloten ‘bonte-avond’ van het mannenkoor wordt gevierd ter ere van een dame, de maagd en patroonheilige van de muziek: de heilige St.-Cecilia. Wie is Cecilia? Het gemeenschapshuis Heksenberg bestaat volgend jaar 50 jaar en het koor is zelfs te gast op zijn festiviteiten op de 22 maart. Cecilia is geen heks, het is de patrones van de zang, muziek en instrumentenmakers. Haar feestdag is toevallig ook 22 november. Ze is geboren in 203 na Chr. Pancratius en Cecilia werden beiden omgebracht en gemarteld tijdens de Christenvervolgingen in Rome. Vanwege haar voorname afkomst werd ze steeds door schilders afgebeeld met een valk. Er zijn ook afbeeldingen bekend waarbij ze vergezeld gaat met een orgel, een viool, een fluit en rozen. Om 19:30 uur, op een vreselijk regenachtige zaterdagavond, kwamen de eerste koorleden met aanhang binnendruppelen. Ze werden ontvangen met hete koffie en Limburgse luxe vlaai in een prachtig versierde zaal met reusachtige kandelabers op het podium en kaarsen op tafel. Nadat alle aaa’s en ooh’s over de mooie aankleding waren 30

verstomd, namen de preses Jos Amkreutz en de ceremoniemeester Rien van der Werf het woord om het gezelschap te verwelkomen. Na het welkomstwoord werden de jubilarissen bedankt voor hun trouwe lidmaatschap. Nic Sijstermans is al 50 jaar lid, Hein Muys is al 50 jaar lid en Frank Janssen is 25 jaar lid. Nic Sijster-

Nic Sijstermans 50 jaar lid


Gonny, Annie, Annie, Charlotte, José en José zijn steeds in staat om met minimale middelen het maximale te bereiken. En zo hopen ze ook andere femme fatales te bereiken om samen het koor te versterken. De Kerstfair, die elk jaar weer schitterender uitpakt, is een mooi bewijs dat de fair ladies nog lang niet zijn uitgeblust. Als oprichtster en bedenkster werd met name Annie Beckers, als ‘leading lady’ en erelid extra in het zonnetje gezet met een mooie bos bloemen van onze preses.

Hein Muys 50 jaar lid

mans ontving het lint uit handen van onze preses. Ook was er een vertegenwoordiger van het 160 jaar oude Koninklijk Nederlands Zangersverbond (K.N.Z.V.) aanwezig. Hij deelde na welgemeende felicitaties de oorkondes en insignes uit aan de jubilerende leden. Giel Braeken en Nic Sijstermans ontvingen zo de felicitaties, de insignes en oorkondes uit handen van de heer Janssen van de K.N.Z.V. Bloemen voor Annie Beckers

Giel Braeken wordt in het zonnetje gezet

“Gentlemen and ladies”. Een speciaal woord van dank ging naar het damescomité. Dit comité, dat zichzelf heeft bewezen als onmisbaar onderdeel van onze koororganisatie, bestaat 25 jaar. Een mooi moment om even stil te staan bij de bedenkers van de bloemenmarkt, de Pancratiuswijn, de violenactie, de wafelactie, de wandeldag, de rommelmarkt en de ‘tonnen’ aan gelden die zo werden verworven voor ons koor. Vandaag, decennia na de oprichtingsdatum 18 juni 1991, voelen ze zich nog steeds 18.

Jeu Knubben besteedde natuurlijk ook de nodige aandacht aan de wisseltrofee Wie doet mij na voor de supervrijwilliger van Pancratius. Deze was dit jaar in handen van Frans Ramaekers. Binnen die periode viel de inzet van één persoon hem extra op, die van tenor Jo Vroomen. Maker van de website, de flyers, de boekjes, de posters en andere ‘visitekaartjes’ die de naamsbekendheid van K.H.M. St.-Pancratius op een positieve wijze hebben vergroot. Ook zijn vrouw Gabrielle Vroomen werd bij dezen bedankt voor de geweldige herinneringen die zij vastlegde op de gevoelige plaat. Na het fêteren van de jubilarissen was het tijd voor de receptie. De gedecoreerden werden opgeluisterd door een spontane aubade, een lofzang van de koorleden. Toast en Mijn Limburg werden onder auspiciën van de dirigent John Gerits, a l’improviste ten gehore gebracht door de heren zangers die aanwezig waren. Later op de avond, nadat de file van handengeven en zoenen was opgelost, was het tijd voor de solisten. De acrobaten onder de koorleden maak31


ten zich klaar voor hun toetreding in de piste. Het nieuwe immense Ceciliapodium, in een XL-versie, om aan het 135-jarig bestaan niet voorbij te gaan. Dit podium vormde de trapeze voor ontroerende, vrolijke, humoristische en romantische variaties van eigen kunnen. Steeds was de spanning te snijden. De zaal luisterde met volle aandacht naar de uitvoeringen van John van Os en Augustine Boshouwers met het vertrouwde Ständchen van Schubert uit Leise flehen meine Lieder, bij Paul Franken en Mieke Janssen die het toepasselijke Heideröslein van Goethe en Schubert ten gehore brachten. Ook

Cees Willemse zingt eigen liedjes

32

het emotionele Girca Con Me (kom bij me terug) van Josh Groban klonk erg overtuigend door het pianospel van Inge en de zang van Giel Kleijkers. Na het klassieke programma met de solisten spoedde het publiek zich naar de buffetten om met drank en spijzen het innerlijke van de mens te versterken. Op de tafel was er een traditioneel Limburgs koud buffet uitgestald, met charcuterie, zuur, salade en roggebrood, om de bourgondische geest duchtig mee aan te wakkeren voor het tweede deel na de pauze. Tijdens de dis en erna, werd het publiek verrast op de volkswijsjes van Cees Willemse, begeleid door hemzelf op de gitaar. Ook de Limburgse heimat kwam aan bod met de zoetgevooisde deuntjes, die zelfs heimwee kunnen opwekken wanneer je thuis bent. John van Os raakte een gevoelige snaar met Limburg mie landj en Limburg allein van Jo Erens. De zoon van René van Rooyen, die zelf meehielp met het organiseren van de avond, verzorgde samen met zijn kompaan de drive-in show, waardoor regelmatig de voetjes van de vloer gingen. De apotheose van de avond, werd gevormd door het spectaculaire binnentreden van het ‘wereldberoemde’ Corio Straussorkest in sprookjesach-


tige kostuums en klassieke instrumenten. Het orkest was op tournee en onderweg naar de Wiener Staatsoper, voor een spetterend Nieuwjaarsconcert. Tijdens de triomfantelijke binnenkomst van dit Corio Straussorkest werden kleurrijke vlaggen binnengedragen van West-Europese landen. De Aïda van Verdi klonk bombastisch uit het opgepoetste koper. Wanneer ze het podium opstappen en hun plaats innemen in een grotesk tableau vivant, klinkt de Radetzkymars van Strauss als herkenbare welkomstmelodie. De orkestleider, misschien wel Jeu Knubben, vraagt de aandacht van het publiek. Het publiek hangt aan zijn lippen wanneer hij met een Mozartpruik, het wonderlijke verhaal vertelt van het 135-jarige K.H.M. St.-Pancratius, aan de hand van de verschillende landen die het koor heeft aangedaan tijdens de concertreizen in het verleden. Oostenrijk in 1993, met de Stephansdom en de Sachertörte. Een Wienersängerknaap vertoont grote gelijkenis met Aloys Wouters, is dat toeval? In 1981 is het koor in Luxemburg geweest. Prinses Marie Astrid lijkt haast sprekend op de echtgenote van bariton John Knubben. In 1988 is het

koor in Hongarije geweest. Het heeft in Vigade een Zilveren Medaille gehaald. In Frankrijk was het koor in 1966. Is één van de Franse nonnen niet onze Gonny Schoenmakers? In Amerika beleefde men de hoogtijdagen van K.H.M. St.- Pancratius. Is de rechtse Andrew Sister niet onze eigen Huub Slenders? Na een korte samenwerking met de Coriovallum Pipe Band bezocht men Duitsland. Is vanachter de zeepbellen van de Badewanne Tango Schlager niet onze eigen mevrouw Gerits te herkennen, in de rol van rugschrobbende dienstmeid? Twee ‘vossen’ van deze flamboyante vossenjacht waren makkelijk te raden. Hans en Edith Knubben uit Andrew Loyd Webber’s musical The Phantom of the Opera. The Phantom die bij het applaus bleef rondspoken was: zongen zij deze kippenvel brengende musicalhit écht of was het toch playback? N.B.: Ut Chaarelke huurde auch dat Hans Knubben wel erg overtuigend het dirigeerstokje van John hanteerde. Kunnen we hem ook inzetten als reserve dirigent? Paul Franken jr.

ich zieë d’r dirigent noe

weer zjweie..! optiek mayk van beek Bautscherweg 68 | 6418 EP Heerlen | 045 - 566 09 90 www.maykvanbeek.nl 33


JUBILEUMCONCERT 25 NOVEMBER 2013

Koor en orkest o.l.v. John Gerits. Foto: Serena Cloodt, www.troughmylens.nl

“Ons koor heet u van harte welkom op deze bijzondere avond. Het concert van vanavond vormt het slotakkoord van ons 135-jarig jubileum. Door de vele deelnemende musici en het gevarieerde programma belooft het een grootse en spetterende finale te worden”, aldus preses Jos Amkreutz in zijn welkomstwoord bij het concert van 25 november 2013 in Parkstad Limburg Theater Heerlen. Een speciaal woord van welkom en dank was natuurlijk weggelegd voor de Gemeente Heerlen, het VSB-fonds, het Fonds Sociale Instellingen, de Provincie Limburg en de andere sponsoren. Maanden van voorbereiding waren aan dit concert voorafgegaan: intensieve repetities, een studiedag, vele gesprekken met Guido Dieteren van Guido’s Orchestra, met de schouwburg, de sponsoren. Een uitgekiende PR-campagne zorgde voor voldoende bekendheid van het concert en voor een volle zaal. Na een generale repetitie met het orkest en de solisten én na een technische soundcheck moest het dan maar gaan gebeuren. De onderdelen van dit concert voor het koor en voor koor en orkest stonden onder leiding van onze dirigent John Gerits. Zijn stimulerend enthousiasme en zijn grote technische vaardigheid zijn bepalend geweest voor de ontwikkeling van het koor vanaf zijn aantreden in 2010. Het ledental van het koor is aanmerkelijk uitgebreid en het repertoire is duidelijk vernieuwd. Met behoud van het goede in het klassieke repertoire heeft hij het 34

koor ook op het pad gezet van moderne muziek, tot en met popmuziek toe. Het programma van dit concert legt daarvan getuigenis af. Zijn rechterhand, Augustine Boshouwers, is sinds 2009 vaste pianiste en repetitor van het Koninklijk Heerlens Mannenkoor St.-Pancratius. Zij is op velerlei gebied werkzaam: als docente, soliste en begeleidster van vele koren en solisten. Met de tenor Hubert Delamboye vormt zij een duo dat liederenrecitals verzorgt met onder meer Winterreise, Schöne Müllerin en Italiaanse liederen op het programma. Augustine kent het koor en de zangers stellen groot vertrouwen in Augustine als hun begeleidend pianiste en repetitor. De opening van het concert was bepaald spectaculair. Bij de orchestrale beginklanken van het Choeur des Soldats (Charles Gounod)


marcheerde de Stadsschutterij St.-Sebastianus van Heerlen de zaal in. De schutterij is vanouds een vereniging van vrije mensen die zich aaneengesloten hebben om dienstbaar te zijn aan hun medemens, in broederschap en trouw. Zo neemt de schutter deel aan processies, begeleidt hij zijn schutbroeders naar hun laatste rustplaats en haalt de nieuwe pastoor en burgemeester in. De schutterij is bij alle belangrijke gebeurtenissen in de stad aanwezig. En natuurlijk behoort het jubileum van het KHM St.-Pancratius tot deze belangrijke gebeurtenissen. Pancratius vervolgde deze schuttersopening met de indrukwekkende Exodus song uit de gelijknamige film. Daarna presenteerde Guido zich met zijn Feelings Ensemble met de Ouverture Wilhelm Tell van Gioachino Rossini. Orkestleider, dirigent, vioolsolist en componist Guido Dieteren (1974) is een goede bekende van het koor. In het verleden hebben we menigmaal samen geconcerteerd, waarbij Wendy Kokkelkoren natuurlijk als soliste steeds van de partij was. Tot op de dag van vandaag krijgt het Guido’s Orchestra meer en meer bekendheid, zowel nationaal als internationaal. In de concertreeks Symphonica in Rosso zijn er optredens met sterren als Marco Borsato, Andrea Bocelli, Lionel Richie, Candy Dulfer, Trijntje Oosterhuis en Diana Ross. Daarnaast zijn er optredens in de Verenigde Staten, Canada en China. Het gevoel, de kwaliteit en energie van Guido’s Orchestra, gedragen door frontman Guido Dieteren, blijven daarbij onveranderd vertrouwd. Ook voor dit concert heeft Guido zich voor 100% ingezet vanuit de gedachte, dat het culturele

Wendy en Guido. Foto: Serena Cloodt, www. throughmylens.nl

John Gerits. Foto: Serena Cloodt, www.troughmylens.nl

contact met de eigen regio de beste basis is voor het uitzwerven over de wereld. Koor en orkest sloten dit gedeelte af met het welbekende Adios Nonino van Ástor Piazzolla. Wie herinnert zich niet de beroemde ‘traan van Máxima’, inmiddels onze Koningin? Vervolgens was het de beurt aan jong talent van het eveneens jubilerende Heerlense Bernardinuscollege. Joanna Amkreutz (piano) en Celine Prevos (hobo) speelden het gevoelige Gabriëls Oboe van Ennio Morricone. Joanna is zestien jaar en zit in de vijfde klas van het gymnasium van het Bernardinuscollege. Begin 2014 hoopt zij, dankzij haar pianodocente Monique Offermans, het zesde graad examen voor piano te behalen. Naast pianolessen volgt Joanna zangles bij de aan de muziekschool van Heerlen verbonden docent en bekende countertenor Rob Meijers. Celine is eveneens zestien jaar en zit nu in het vijfde 35


de pauze terug als solist in Cold Duck Time van Eddie Harris.

Cecile Prevos. Foto: Serena Cloodt, www.troughmylens.nl

jaar Atheneum op het Bernardinuscollege. Celine is lid van harmonie St.-David uit Voerendaal waar ze eerste hoboïste is. Privélessen volgt Celine bij Tanja van der Kooij, eerste hoboïste van het voormalige LSO. De reacties van het publiek op het optreden van beide jonge talenten waren enthousiast. Kees Rongen (klarinet) trippelde razendsnel over de nootjes van de Flight of the Bumblebee, maar werd in snelheid toch minstens bijgehouden door de kleine Jacob van Eijk, die virtuoos op zijn marimba hetzelfde stuk vertolkte. Pancratius vervolgde het programma met All by myself naar muziek van Sergei Rachmaninoff (1873-1943), met als solisten Marco Gerits en Christiaan Martens.

All by myself’ is een mooie overgang naar het beste uit het klassieke repertoire van Pancratius. Daartoe hoort natuurlijk het welbekende La Vergine Degli Angeli van Giuseppe Verdi (18131901). Koor, orkest, de solisten Hans Knubben (bariton) en Wendy Kokkelkoren (sopraan) en Augustine Boshouwers aan de piano, komen in dit stuk prachtig aan hun trekken. Het is het gedeelte uit de opera La Forza del Destino, waarin Leonora zich terugtrekt in een grot nabij een klooster van Franciscaner monniken. Dit stuk is mede, wellicht onbedoeld, een hommage aan de paters Franciscanen, die 100 jaar geleden in Heerlen het Bernardinuscollege oprichtten. De Heerlense sopraan en zangsoliste Wendy Kokkelkoren begon haar loopbaan als sopraan aan het Conservatorium Maastricht waar ze Solozang & Opera studeerde bij lyrisch bariton Frans Kokkelmans. In 2002 sloot Wendy Kokkelkoren de opleiding cum laude af. Al tijdens haar studietijd vertolkte Wendy vele solorollen bij Opera Zuid. Ook zong Wendy als soliste regelmatig bij diverse koren en orkesten. Sinds 2001 is Wendy de vaste solozangeres van poporkest Guido’s Orchestra waar haar talent

Vocalist en zangpedagoog Marco Gerits, zoon van dirigent John Gerits, pingelde als kleuter al zelfverzonnen liedjes op de piano. De muziek liet Marco niet meer los. Na zijn middelbare school volgde hij dan ook het Conservatorium Maastricht waarna hij zich toelegde op het geven van muziek- en zanglessen en het schrijven van een eigen repertoire. Ook is hij sinds die tijd regelmatig op podia te vinden. Na de pauze zou Marco nog een keer terugkomen als solist in Fly me to the moon. Christiaan Martens is een veelbelovende jonge saxofonist die van muziek zijn beroep wil maken. Vorig jaar deed hij eindexamen op het Bernardinuscollege. Hij maakt met zijn vader deel uit van The Family Guys, een band bestaande uit twee vaders en hun twee zonen. De groep brengt doorgaans stevige jazzy muziek in een breed scala van stijlen. Ook Christiaan keerde na 36

Hans Knubben, bariton Foto: Serena Cloodt, www.troughmylens.nl


niet onopgemerkt is gebleven. Zij is samen met Guido’s Orchestra hard op weg om de wereld te veroveren. Op dit moment is Wendy bezig met de studio opnames van haar tweede solo album. De release van dit album staat gepland in het voorjaar van 2014. Hans Knubben studeerde klassieke zang aan de Heerlense muziekschool bij Ger Withag. Begin jaren negentig behaalde hij hier als bariton cum laude het laureaat concertexamen. Hij trad vervolgens meermaals op als gastsolist bij amateur operagezelschappen en diverse koren waaronder het Venloos mannenkoor Venlona en het Brunssums Mannenkoor. Vanaf 2012 is Hans als vast koorlid verbonden aan het Koninklijk Heerlens Mannenkoor St.-Pancratius. Het is altijd weer een plezier om deze passage uit La Forza del Destino met Wendy Kokkelkoren te mogen zingen. Het is prachtige, ontroerende muziek, op het ‘lijf van Pancratius’ geschreven. Koor en orkest werden op enkele onderdelen begeleid door drie dansers uit Kerkrade: Tony Hooiveld, Samantha Tena Hernandez en Mindy Erps. Het drietal danst al twee jaar samen, tot voor kort ook onder de naam Soultroopers bij dansschool Move in Kerkrade. Zij gooiden zowel als groep als solistisch hoge ogen bij wereld- en Europese kampioenschappen. De groep vindt het gewoon een eer en uitdaging om aan dit concert te mogen meewerken en zo hun hiphop meer bekendheid te geven en te promoten. Ameno bood daartoe de eerste gelegenheid. Dit new-age stuk, in quasi-Latijn, is niet makkelijk te zingen. Goed letten op de tempi, goed tellen, goed kijken naar de dirigent. Een aantal toeschouwers meende dat het koor in het begin even de fout in ging. Dat klopt dus niet, zoals ondergetekende héél filosofisch na afloop als uitleg gaf: “Dit new-age stuk begint met een chaotische beschrijving van de werkelijkheid, die uitmondt in een kosmische ordening langs vloeiende lijnen, zoals door dit wijsgerig geschoolde koor uitstekend vertolkt werd.” Waarom geloofde niemand hem nou? Het orkest voerde met bravoure de humoristisch gearrangeerde Florentiner Marsch van Julius Fučík (1872-1916) uit, een mars die Guido

John van Os, bariton. Foto: Serena Cloodt, www. troughmylens.nl

iedere zondag ten huize van zijn muzikale grootvader mocht beluisteren. De Anthem van Antonín Dvořák (1841-1904) naar muziek uit diens Symfonie nr. 9 in e mineur (Uit de nieuwe wereld), Op. 95, was aan Wendy welbesteed. Zij vertolkte deze ‘Amerikaanse’ muziek met veel gevoel, speciaal aan het begin bij het thema van deel II van de symfonie, het Largo, waar later het spiritualachtige lied Going home van gemaakt is. Het gedeelte vóór de pauze werd afgesloten met de welhaast spectaculaire Orgelsymfonie van Camille Saint-Saëns (1835-1921) In een arrangement van Guido Dieteren en Falco Borsboom en met een koorzetting van Anton Kropivŝek. Dit werk is vooral bekend geworden door de song If I had words, waarvan de melodie ontleend is aan deze symfonie. Ook hier was het opletten en tellen, maar dat lukte beter dan bij de aanvang van Ameno. De Orgelsymfonie is dan ook geen new-age… De pauze werd besteed aan: zitten en zitten en tussendoor de rug- en beenspieren losmaken. Bij de toneelopstelling was het koor er namelijk bepaald bekaaid vanaf gekomen. Het was dringen, daarboven op die stellage, waar we als op een schouwburgschellinkje half gedraaid met de mappen tegen de borst stonden te zingen. Geen stoelen, alleen gelukkig wel een voor Giel Braeken. De tweede helft werd geopend met Conquest of Paradise van Vangelis (1943). De wat mysterieuze sfeer van de muziek werd onderstreept door de kleine led-lampjes, die de zangers bij zich droegen. Een tikkeltje rommelig aan het begin, dat wel, maar een snel herstel zorgde voor een welhaast vlekkeloze afwerking. 37


Con te Partirò was voor Wendy en voor het koor. Waarschijnlijk moesten de geluidsmensen nog even wennen aan de situatie, want het koor was niet al te best te horen, aldus enkele toeschouwers na afloop. De door Guido en zijn orkest knap uitgevoerde Czardas van Vittorio Monti (1868-1922) vormde een prachtige opmaat naar het Wafna en In Taberna uit de Carmina Burana van Carl Orff (1895-1982) met als solist ons koorlid John van Os. John kreeg muziek- en zangles aan de muziekschool in Heerlen en volgde solozang bij Ger Withag, bariton en bij Henk Reumkens, bas. John werd al op jonge leeftijd lid van KHM St.-Pancratius. Zijn slagzin is: “Zingen bij Pancratius is steeds een feest!” Overtuigend weet hij een enigszins aangeschoten vader Abt neer te zetten, die in quasi gregoriaans de mensen de raad geeft om vooral toe te treden tot de orde van de drinkebroers. Bij het In Taberna werd er minder ‘gedraafd’ dan anders het geval was. Koor en orkest namen het Somewhere uit de West Side Story voor hun rekening, gevolgd door Spente le Stelle, waarin Wendy Kokkelkoren soleerde. Just show me how to love you, is een duet dat Wendy altijd al eens graag had willen zingen. Dat kon nu, omdat het koor over meerdere uitstekende solisten beschikt. Bij dit duet was het wederom ons koorlid Hans Knubben, die Wendy vaardig terzijde stond in het vertolken van dit liefdesduet. Wat al duidelijk was vanaf de aanvang van dit concert, werd nogmaals bevestigd: Pancratius vernieuwt het repertoire. Who wants to live forever, de bekende Queen-song werd met verve hoog vanuit de stellage over het voetlicht gebracht. Geen gemakkelijk stuk, het stelt hoge eisen aan de technische vaardigheden

van de zangers. Op deze plaats is het gepast om hulde te brengen aan de tenoren, die als ware Freddy Mercury’s de hoogte in moesten. In het Solo piece uit 2009 konden alle solisten van het orkest van Guido zich nogmaals presenteren.Het concert werd besloten met het vrolijke traditionele Boliviaanse volksliedje Hoy estoy aqui. Koor, orkest en dansers slaagden er al deinend, klappend en hoeden zwaaiend in om er een vrolijke boel van te maken, een afsluiting-in-stijl van dit jubileumconcert. Toen waren er de applausrondjes, de toespraken en de bloemen. De generaal van de Schutterij liet even op zich wachten (Alle belangrijke mensen laten even op zich wachten…), maar uiteindelijk kreeg ook hij zijn bloemen. Natuurlijk moet zo’n concert als dit afgesloten worden met een toegift. Die kwam in de vorm van een ‘meezingmedley’ van Rawhide tot Funiculi Funicula. Toen was het echt afgelopen. Tijdens de ‘nazit’ onder het genot van een pilsje of glas wijn kwamen de commentaren. Het meest opvallend was de opmerking van een aantal toeschouwers dat dit voor Pancratius toch wel een bijzonder, verrassend concert was, waarin het koor zijn veelzijdigheid goed heeft kunnen tonen. Natuurlijk kwam ook de opmerking over Ameno, maar die werd, zoals hierboven al beschreven, deskundig gepareerd. Een enkel vlekje op de techniek, maar ook zingen en muziek maken blijft mensenwerk. Dit concert is een mega-klus geweest, waarvan we even gaan bijkomen. Niet voor lang, want het kerstconcert staat op het programma. Nu volgt er echter een periode, waarin we onze kwaliteit kunnen gaan borgen, ons repertoire vast kunnen zetten. We zitten op koers, er staan goede kapiteins op de brug, de bemanning is gemotiveerd, het Pancratius-schip is zeewaardig. Nu doorstomen! Koos Linders

Nu te bestellen bij onze adverteerder, boekhandel Bij Het Raethuys Jacques en Jelle, kunnen niet zonder de Mensenrechten Voor op de kerstleestafel. Een klein kleurrijk geïllustreerd beeldverhaal in pocketformaat. Geschreven door P. Franken jr. Voor de jeugd, zeer toegankelijk voor volwassenen. Waarin drie vrienden vertellen over hun wereldreis die zij maken naar aanleiding van een boek over de Mensenrechten. Dit jaar bestaan de 30 Mensenrechten 65 jaar. Welke zijn het ook alweer? Cadeautip: bestel het bij Bol.com of bij onze sponsor Bij Het Raethuys in de Raadhuisstraat aan de Geleenstraat, info@bijhetraethuys.nl

38


Post uitvaartzorg

Voor zorg en nazorg

“afscheid nemen in huiselijke sfeer� afscheidskamer: Kruisstraat 16 6411 BT Heerlen info@postuitvaartzorg.nl www.postuitvaartzorg .nl

Persoonlijke benadering en vakkundige verzorging van uitvaarten conform de wens van alle betrokkenen

045 542 99 88

39


CHAARELKE HUURDE DAT... ● op de studiedag onder bezielende begeleiding van John Gerits en Augustine Boshouwers hard gewerkt is aan het programma voor het jubileumconcert van 24 november; ● de muzikale vooruitgang daardoor in de volgende repetities heel duidelijk te merken was; ● we hierdoor volgens onze dirigent voor ons groots concert goed op schema liggen; ● het matineeconcert op kasteel Terworm plaatsvond in een bijzondere ambiance; ● Freek van der Valk de indrukwekkende tent op de binnenplaats van het kasteel hiervoor beschikbaar stelde; ● we tijdens de pauze van het matineeconcert door onze gastheer en gastvrouwe Freek en Annie van der Valk vergast werden met wijn, gekoelde drankjes en heerlijke amuses; ● vele kerkgangers hun waardering uitspraken voor onze zang tijdens de Allerzielenviering in de Bernardinuskapel; ● dit mede te danken was aan de voortreffelijke pianobegeleiding van Luuk Goosens tijdens de laatste twee liederen; ● Augustine Boshouwers als dirigent het koor tijdens deze dienst enthousiast en kundig leidde; ● het Bernardinuscollege op grootse wijze zijn 100-jarig bestaan vierde; ● in een kolossale tent op het sportterrein van het college vele reünisten aanwezig waren; ● tijdens het Cecilafeest bleek dat ons koor een fraai, warm klinkende Limburgse troubadour kent; ● het Damescomité gezorgd had voor een goed verzorgd buffet; ● de erwtensoep wel zuur geworden was; ● we ‘vooral niet te veel moesten opscheppen van het buffet’; ● het 135-jarig jubileumconcert een groots festijn was, waarvoor dirigent en koor veel lof ontvingen; ● ons koor gezegend is met twee top solisten; ● enkele zangers zich afvroegen wie toch die ‘mystery guests’ tijdens dit concert waren; ● veel toeschouwers het jammer vonden dat het koor wat ‘weggemoffeld’ was op het hoge schellinkje van het podium.

ED HEUVELMANS BLOEMSIERKUNST Weltertuinstraat 80 6419 XD Welten- Heerlen

Tel.: 045-5718533 Fax.: 045-5740665

E-mail: info@edheuvelmans.nl Website: www.edheuvellmans.nl

PANCRATIUS’ VERJAARDAGSKALENDER januari 2 januari 7 januari 8 januari 11 januari 13 januari 25 januari 25 januari 25 januari 27 januari 28 januari

Wil Theunissen Lucas de Kruijter Oebbele de Vries Willem Beekhuis Giel Braeken Ulbe Balt Frans Ramaekers Paul Ramaekers Leo Klinkers II Paul Michon februari

17 februari 17 februari 20 februari

Koos Gulpen Henk Hendriks Jan van den Bosch maart

3 maart 11 maart 15 maart 16 maart 24 maart 31 maart 31 maart

Augustine Boshouwers Jo Knippenbergh Martien Manders Swie Tjwan Tjan John Gerits Sekoy ter Horst Hub Slenders april

Harrie Sevriens: “Natuurlijk heb ik complimentjes nodig. Dat streelt mijn eega.” Uit: Boekje voor het bloeden

40

6 april 8 april 9 april 10 april 11 april 15 april 16 april 29 april 30 april

Rien Verburg Lex Magielsen Jan Conjaerts Paul Vijgen Leo Arets Henk Vos Jo Genders Aloȉs Comello Aloys Wouters


K.H.M. ST.-PANCRATIUS

GEEF UW STEM AAN PANCRATIUS



Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.