3 minute read
Seksuoloog
from Klik editie 5 - 2022
by Prelum
19
Welmoed Visser en Daphne Kemner bespreken seksuele onderwerpen uit de verstandelijk gehandicaptenzorg
wilde. Door van tevoren het gesprek met behulp van de kaartjes aan te gaan, wordt het voor een cliënt duidelijker wat en wanneer hij of zij iets wil. Het lukt dan beter deze wensen en grenzen in de praktijk te (h)erkennen.
Volgens Amy is het ontzettend belangrijk dat er gesproken wordt over relaties en seksualiteit en dat ervaringen en hulpvragen rondom relaties, dating en seksualiteit net als voorkeuren rondom slapen, eten en gezondheid opgenomen worden in het ondersteuningsplan. Zo voorkom je dat het alleen een onderwerp is waarover wordt gepraat als er een incident is of pas als er een vraag komt van een cliënt. “In de gehandicaptenzorg komt heel veel grensoverschrijdend gedrag voor. Door gebrek aan kennis en vaardigheden van cliënten gaan zij sneller over de grenzen van hun partner heen.” Dit grensoverschrijdende gedrag kan een enorme impact hebben op beide partijen. Ook als dader kun je voor het leven getekend zijn, terwijl er geen opzet in het spel was, maar onwetendheid. Amy spreekt daarom liever niet in termen van dader en slachtoff er, omdat het soms slachtoffer en slachtoff er betreft. |
In het kort
De Praatmethode leert begeleiders onder meer: om makkelijk het gesprek met een client aan te gaan over relaties en seksualiteit; te inventariseren wat iemands kennis, ervaringen, wensen en grenzen zijn; in te schatten welke ondersteuningsbehoefte een cliënt heeft binnen relaties en seksualiteit; om een cliënt (of beide partners) te begeleiden bij het rustig opbouwen of onderhouden van een relatie; een cliënt voor te bereiden op een date of het vormgeven van een relatie. De Praatmethode is als basispakket te verkrijgen. Meer informatie via lofj oe.nl/praatmethode-relaties-en-seksualiteit-voor- mensen-met-een-leerachterstand- of-verstandelijke-beperking/.
Wie mag jouw lijf zien?
Tijdens een training over seksualiteit bij mensen met een verstandelijke beperking discussiëren we over situaties uit de praktijk. Eentje springt eruit: “In de dameskleedkamer van het zwembad staan mannen en vrouwen samen zich aan en uit te kleden.” In de maatschappij is dit nou niet bepaald gebruikelijk, maar voor mensen met een verstandelijke beperking wel vaak de realiteit.
Cliënten hebben ondersteuning nodig bij het aankleden en er is vaak maar één begeleider. Dan is het handig om bij elkaar te blijven in een ruimte. Doorgaans wordt dan die van de dames gebruikt als gemengde omkleedruimte. Een aantal cursisten vindt het vooral belangrijk dat cliënten kunnen zwemmen. “Liever gemengd omkleden dan niet zwemmen!” Twee cursisten vinden het niet kunnen. “De vrouwenkleedruimte is voor vrouwen. Je zult er als cliënt maar net half naakt staan en dan komt er ongevraagd een groepje mannen bij. Dat voelt als grensoverschrijdend.” Een paar anderen vinden deze reactie overdreven. “De cliënten gedragen zich toch vaak helemaal niet seksueel? Laat staan grensoverschrijdend.” Er is hier van alles over te vertellen, maar ik richt me op grensoverschrijding. Seksuele grensoverschrijding kun je ervaren door geweld. Maar het kan ook subtieler liggen. Geen zeggenschap ervaren over jouw eigen lijf, wie het mag zien en wie het mag aanraken. Als je afhankelijk bent van zorg ligt het ervaren van minder zeggenschap over jouw lijf sneller voor de hand. Zelf ondervond ik dat toen ik in het ziekenhuis was. Een schoonmaker in een aangrenzende ruimte kon mij zien terwijl ik daar ontbloot stond. Het voelde akelig weerloos, ik voelde geen zeggenschap over wie mijn lijf mocht zien. Het is net alsof je, als je afhankelijk bent van zorg, minder als een volwaardig seksueel wezen wordt gezien. Met minder rechten. Alsof jouw wensen en grenzen er minder toe doen. En jouw lichamelijke integriteit en consent (toestemming) minder belangrijk zijn. Alsof het volstrekt logisch is dat het effi ciënt zorg kunnen verlenen voorgaat. Het werkt hospitalisatie in de hand. Mensen met een verstandelijke beperking zijn net zulke seksuele wezens als mensen zonder beperking. Maar zij zijn meestal hun hele leven afhankelijk van zorg. En dat maakt dat het kunnen ervaren van eigen lichamelijke integriteit, zeggenschap over je lijf hebben en toestemming geven over wie het aanraakt of ziet, veel minder is. Elke mogelijkheid om dat recht op eigenheid en eigen wensen en grenzen te ervaren, versterkt de menselijke waardigheid. Dat zou wat mij betreft boven effi ciëntie van zorgverlening moeten staan. “Maar moeten cliënten dan maar niet zwemmen als er te weinig begeleiding is?” vraagt een van de cursisten. Nee, zeker niet, maar begeleiders zijn talentvol in het vinden van oplossingen. Er zijn altijd opties. Mijn oma zei vroeger: “Waar een wil is, is een (vol-waardige) weg!” | Daphne Kemner, orthopedagoog-seksuoloog NVVS, Prinsenstichting/Zodiak