9 minute read

Gedragsdeskundige

Next Article
Technologie

Technologie

In deze column vertellen deskundigen over de ondersteuning van mensen met een verstandelijke beperking

Illustratie Josje van Koppen 25

Het ‘bonus’-motto voor begeleiders in de samenwerking met ouders is: Doe wat je belooft; liefst iets meer, liefst iets eerder!

Alleen door te doen wat je belooft en liefst iets extra kunnen familieleden hun geliefden aan onze zorgen toevertrouwen. Er is geluisterd. Er is beloofd. En er is gedaan.

Begin dit jaar startte een nieuw driehoekstraject. De ouders had ik al twee keer gezien. Weinig Bonus. Wel het tegendeel: Malus. Er werd beloofd, maar niet gedaan. Geen tevreden ouders dus en dat al een paar jaar lang. Tijd voor een traject Driehoeksbegeleiding. En zo zat ik een maand geleden om 12.00 uur met vier begeleiders. Het hadden er 16 moeten zijn. Veel mensen, want het was topzware zorg. De druk vanuit de top op de basis van de driehoek is groot. Dan is het extra belangrijk om die letter B op orde te hebben.

Een klein kwartiertje later was iedereen er. Hoe kan het hier ooit goedkomen als jullie er niet eens op de afgesproken tijd zijn?! hield ik ze voor. Ze leken het te begrijpen. Maar na de pauze zat ik opnieuw met vier mensen. Als het bij mij al niet lukt om te doen wat we afgesproken hebben, zal het hen dan wel lukken bij ouders?

Afgelopen dinsdag hadden we onze tweede bijeenkomst. Iedereen was op tijd. Dát kwartje was kennelijk gevallen. Ik ging er wel met pijn in mijn buik naar toe, aangezien ik geen enkele casus had ontvangen. We hadden afgesproken dat ik er minstens vier zou krijgen. Tot mijn verbazing had niemand mijn verslag gelezen. Ik doe altijd mijn best om dat snel te sturen omdat alles dan nog vers in het geheugen zit. Al snel werd verbazing verbijstering toen duidelijk werd dat men de mail wel had gezien, maar niet de moeite had genomen om die te openen. Hoogste tijd dus voor de beide andere letters. Met de letter P van Positie trok ik een grens: zó wil ik niet met jullie werken aan betere driehoeken! Zouden ze die P-taal van me pikken? Daarom heb ik tegelijk mijn best gedaan om de V-taal van de Verbinding te spreken. Die beide talen kunnen maar het best gelijk opgaan. Dat is wat mij betreft de grootste uitdaging voor professionals in de driehoek.

Donderdag ben ik elders, ook voor de tweede keer. Nu heeft één begeleider haar casus gemaild. De leidinggevende en de orthopedagoog hebben niets gestuurd. Ik neem dus opnieuw adem voor een bijeenkomst met veel P. Het werd vooral P naar mezelf toe. De leidinggevende had haar casus ín de mail verwerkt. Omdat ik druk was, had ik dat niet gezien. En vanmorgen bereidde ik me voor op bijeenkomsten in Vlaanderen en trof ik de mail van de orthopedagoog aan. Met haar Vlaamse achternaam had ik haar casus automatisch in het verkeerde mapje gedaan. Twee keer Malus dus… voor Chiel.

Zonder Malus geen zorg. Maar liefst wel zo min mogelijk Malus. Dus werken aan onze BMI, onze Bonus-Malus-Index. En daarin niet overdrijven. Goed is wat mij betreft goed-genoeg. Maak vooral werk van mínder beloven. En geniet van het resultaat in de driehoeken waarin jij als begeleider werkt. | Chiel Egberts, www.drienamiek.nl

BonusMalus-index

Deze week stond in het teken van de B van Bonus. De eerste letter van ‘het Alfabet van de Driehoekskunde’. Want in de driehoek ouders, begeleiders en cliënt begint alles met een professional die het goede doet.

26

Tekst Mariët Ebbinge Fotografie Eigen foto’s

Jongeren met een beperking leren in de praktijk door samenwerking van onderwijs en werkveld

Leren in de echte wereld

In Cuijk lijkt een vernieuwde vorm van onderwijs, Foooocus, voor jongeren met een achterstand tot de arbeidsmarkt succesvol te zijn. Ze zitten niet de hele week in de schoolbanken, maar leren voornamelijk in de praktijk de vaardigheden aan die ze nodig hebben voor het werk dat ze (willen) doen.

DDe vier o’s in de naam Foooocus lijken op het eerste gezicht wat overdreven. Maar er zit een duidelijk idee achter, zo blijkt. Docent Noëlle de Wit: “De o’s staan voor onderwijs, ouders, overheid en ondernemer. Tezamen vormen de o’s een vernieuwende vorm van onderwijs voor jongeren met een afstand tot de arbeidsmarkt die in 2016 is gestart. In plaats van onderwijs uit de boekjes doen jongeren direct vaardigheden op in de praktijk. In een branche die aansluit bij hun interesses.” Voor iedereen is er een ‘stip op de horizon’, zoals Noëlle dat noemt. “IeFoooocus en door werknemers van het bedrijf zelf. Daarnaast krijgt de jongere een dag onderwijs in de vaardigheden die hij nodig heeft om het werk te kunnen doen. Tijdens dit traject proberen de jongere zelf, werkgever en coach/mentor te achterhalen waar de stip op de horizon ligt. Het kan zijn dat een jongere bij Foooocus uitstroomt naar beschut werk of naar arbeid, beide met een zogenaamde loonkostensubsidie voor de werkgever vanuit de gemeente. Overigens geeft Foooocus daarna nog nazorg aan de jongere totdat hij 27 is. Als er iets nodig is, kan de jongere of het be-

drijf waar hij of zij werkt een beroep op ons blijven doen.”

Samen met haar collega Els Cornelissen is Noëlle voor de jongeren heel belangrijk. “Wij zijn het web en de jongere de spin.” Niet alleen geven ze de jongeren les in de vaardigheden die ze nodig hebben om hun werk goed te doen. Ook zijn ze de coach en mentor van de jongeren en de contactpersoon van de ouders. Daarnaast zijn ze verantwoordelijk voor het binnenhalen van nieuwe bedrijven waar de jongeren ervaring kunnen opdoen. En tot slot onderhouden ze de contacten met de gemeente.

Veel mensen met een beperking zijn gemotiveerd om te werken, als je ze maar op weg helpt

dere jongere leert vaardigheden op de werkplek van zijn of haar keuze. Dat kan horeca, de supermarkt, schoonmaak, techniek of groenvoorziening zijn. Hij wordt daarbij ondersteund door een coach/mentor van Groen

Bjorn (17) is een van de 11 jongeren die op dit moment een onderwijstraject bij Foooocus volgen. Hij probeerde eerst een schoonmaakcertificaat te halen, maar eigenlijk wilde hij niet. Hij wilde het liefst in het groen werken. Hij kwam in contact met Noëlle van Foooocus. Zij regelde een plek voor hem bij Elbers Groen.

Onder leiding van een coach van Foooocus werkte Bjorn eerst samen met drie andere jongeren in het onderhoud. Hij trok onkruid uit en schoffelde de grond netjes aan. Bjorn vond het fijn dat hij buiten was, in de natuur, maar de hele dag dit werk doen verveelde hem al snel. Hij werd er een beetje onrustig van. Daarnaast vond hij dat hij heel goed zonder een

onderwijswerk

27

Docent Noëlle (rechts) regelde werk voor Bjorn (in het midden) bij Paul van Elbers Groen

coach kon werken.

Voor Bjorn was het lastig om zijn baas Paul Elbers uit te leggen dat hij onderhoud niet zo leuk vond en liever in de aanleg wilde werken. Hij vond het moeilijk om zijn gevoelens te verwoorden. “Maar met hulp van de coach lukte het gelukkig wel.”

Paul zag dat Bjorn potentie had. “Bjorn is jong en zit vol energie. Hij wil graag veel leren.” De jongere kon één dag in de week stage lopen bij een ploeg werknemers die verantwoordelijk is voor de aanleg van tuinen. Tijdens de coronaperiode is hij dat vier dagen in de week gaan doen.

Bjorn is blij met deze nieuwe uitdaging. “Ik doe nu nog steeds af en toe onderhoud, maar ook aanleg. Ik vind die afwisseling fi jn,” zegt Bjorn, terwijl hij trots laat zien hoe hij een deel van de grond aftrilt tot een vlak stukje.

Als Bjorn in zijn werk ergens tegenaan loopt, kan hij meestal terecht bij zijn collega. Zo leerde hij van hem hoe hij een oppervlakte met laser of rolmaat op kan meten. Van Noëlle leert hij dan weer hoe hij een oppervlakte moet berekenen.

Afstand

Niet iedereen neemt een persoon met een afstand tot de arbeidsmarkt op in zijn bedrijf. Paul hoefde niet lang na te denken toen hij een vraag daarover van Noëlle kreeg. Hij heeft in het begin van zijn loopbaan stage gelopen bij de sociale werkplaats van Cuijk. “Ik zag de verschillen tussen de mensen. Voor de ene persoon hoefde werken niet zo nodig, maar de andere stond te trappelen om aan de slag te gaan.”

Toen hij eenmaal een eigen bedrijf had, nam hij een man aan met een afstand tot de arbeidsmarkt. “Dat ging na wat opstartproblemen heel goed. De man werkt nu zelfstandig in het onderhoud. Hij heeft geen Wajong meer, maar is in loondienst gekomen.”

Door deze ervaringen heeft Paul geen moment geaarzeld om met Foooocus te gaan samenwerken. “Ik ben gaan beseff en dat er veel mensen met een beperking zijn die heel gemotiveerd zijn om te werken. Als je ze maar op weg helpt.”

Kloof dichten

Jos Kersten was directeur van Mikado, school voor voortgezet speciaal onderwijs in Gennep. Hij zag dat veel jongeren na school wel uitstroomden naar een baan, maar die niet vasthielden. Om de kloof tussen onderwijs en werkveld te dichten, ontwikkelde hij het onderwijsconcept Foooocus. Dit wordt nu in Nijmegen en Cuijk toegepast, maar het wil graag uitbreiden naar andere gemeenten. Meer over Foooocus en hoe je jongeren met een beperking aan werk helpt, hoor je in een nieuwe afl evering van de Klik-podcast, via klik.org/podcast. Groei

Sinds Bjorn bij Elbers Groen aan de slag ging, is hij enorm gegroeid. De verlegen jongen die in het begin naar de grond keek als hij met je praatte, is veranderd. Hij durft nu wel op iemand af te stappen als hij ergens mee zit. En als hij met het verkeerde been uit bed is gestapt, geeft hij dat eerder aan, dan is hij het kwijt. Maar het belangrijkste is, is dat Bjorn graag naar zijn werk gaat. Hij is er meestal als eerste werknemer, vlak na de baas.

Uitgeleerd is Bjorn nog lang niet. “Ik hoorde van een oud-klasgenoot dat je een opleiding, ‘Groen1’, kan volgen. Ik vroeg me alleen af of ik dat kon. Toen ben ik met Noëlle gaan praten en die moedigde me aan om het te proberen. Ze heeft voor me uitgezocht waar ik die opleiding kan doen. De bedoeling is dat ik één dag in de week naar school ga en de rest van de week hier werk.”

Daarnaast wil Bjorn zijn rijbewijs halen. Hij is al bezig met rijlessen. Dan kan hij ook doen wat hij het liefste wil: zijn tractorrijbewijs halen en op de trekker rijden. |

This article is from: