PROVINCIE ANTWERPEN
100 % EXPO Elias Cafmeyer Hommage aan Jan Cox Museumnacht Antwerpen en Mechelen Troebel Neyntje Karin Hanssen
N°27
Driemaandelijks magazine juni - augustus 2019
#27_4.indd 1
23/05/19 22:47
PROVINCIE ANTWERPEN
100 % EXPO
04 08 10 15 16
04 Woord Diaspoaralia 42 Verklaard 20
100 % EXPO thuis in de bus?
Mail je naam en adres naar expo@100procentcultuur.be voor een gratis abonnement op dit driemaandelijkse tijdschrift van Prospekta. Abonnees buiten BelgiĂŤ betalen portokosten.
24 26 30 32 35
26 42 Murillo Lara Gasparotto C O LO F O N
Hoofdredactie: Annik Klaes Eindredactie: Walden Art Stories Grafische vormgeving: Anne Van De Genachte Cover: Pierre Puiseux & Maurice LĂşwy (FR) Atlas photographique de la lune, 1894-1910 in FOMU Advertenties: Viviane Spiessens, 03 338 95 75 viviane.spiessens@prospekta.be Prospekta - centrum voor kunstcommunicatie Hofstraat 17, 2000 Antwerpen 03 338 95 56 - expo@100procentcultuur.be v.u.: Prospekta, Hofstraat 17, 2000 Antwerpen
30 Resonanties in Kalmthout
#27_4.indd 2
16 23/05/19 22:47
04 Interview Elias Cafmeyer 08 Breedbeeld Gilbert van Schoonbeke 10 Hommage Jan Cox 15 Kanttekening Lutgart De Meyer 16 Blikvanger Karin Hanssen
04 Elias Cafmeyer 20 Interview Gallery Sofie Van de Velde en PLUS-ONE Gallery 24 De openbare ruimte Albert Szukalski 26 Parels uit vaste collecties Murillo 30 Collage Resonanties in Kalmthout 32 Interview Troebel Neyntje 35 Breedbeeld Rubenshuis
10 Jan Cox
36 Maak kennis met Ludovic Laffineur 38 Event Museumnacht Antwerpen / Museumnacht Mechelen 42 Woord verklaard Kleur 44 De galerieĂŤngalerij Geukens & De Vil 47 Update Agendatips voor de zomer 50 Speel en win
16 Karin Hanssen #27_4.indd 3
23/05/19 22:47
ELIAS CAFMEYER: ‘HUMOR ALS TACTIEK VIND IK EFFECTIEF’
Elias Cafmeyer © Jens Mollenvanger
ELIAS CAFMEYER BELGISCH KUNSTENAAR BIJ KUNSTHAL EXTRA CITY
Waar eindigt de werkelijkheid en waar begint kunst? Het werk van Elias Cafmeyer geeft geen antwoord, maar geeft wel een richting aan. Zijn video’s, sculpturen, maquettes en installaties zijn een humoristische rituele dans in het schemerige overgangsgebied tussen kunst en realiteit. Cafmeyer is met name geïnteresseerd in de realiteit van de publieke ruimte en mobiliteit, in hoe die worden vormgegeven en hoe ze zo de sociale dimensie beïnvloeden. Dit voorjaar presenteert hij op voorspraak van Ria Pacquée een installatie in Kunsthal Extra City. In zijn Unipark verbindt Cafmeyer de architectuur van een ondergrondse parkeergarage met die van een ruimte op de derde verdieping van de voormalige wasserij. En ja, dat is inclusief een echte auto.
- 4-
#27_4.indd 4
23/05/19 22:47
R Het heterogene werk van Cafmeyer vertrekt vaak van een sculpturale, vormelijke interesse in situaties op straat en de ruimtes waar hij tentoonstelt. Elias Cafmeyer: ‘De ruimte bepaalt in sterke mate de vorm en de inhoud. Ik heb altijd enkele ideeën, maar de locatie bepaalt welk idee ik uitvoer. Vaak bekijk ik tentoonstellingsruimtes met in mijn achterhoofd de vraag wat ik er zou kunnen doen. Ik kende de ruimte in Extra City, dus toen Ria Pacquée me vroeg daar iets te maken, wist ik meteen dat het een ondergrondse parking moest worden. De ruimte ademde die sfeer, zeker met de betonnen pilaar in het
midden. De ingrepen die ik moest doen, waren minimaal en de auto die er staat, maakt het helemaal af. (grinnikt) Het is een beetje absurd natuurlijk, dat je via een wankel wenteltrapje naar de derde verdieping moet klimmen om uit komen op de min één van een garage.’
LUKRAAK De openbare ruimte in België is niet alleen een onuitputtelijke bron van inspiratie voor Cafmeyer, maar ook een aanleiding om mensen aan het denken te zetten. Cafmeyer: ‘Hoewel mijn vormelijke interesse geprikkeld wordt door
BIO
Elias Cafmeyer (Roeselare, °1990) heeft al van kindsbeen af een fascinatie voor de grootstedelijke omgeving. Hij stond steevast te popelen om door zijn moeder mee naar Brussel genomen te worden. Later, toen hij tijdens zijn carrière als model vele wereldsteden aandeed, groeide die interesse nog. Maar het was zoeken naar de juiste vorm om ze in te gieten. Na de hotelschool en via een opleiding grafisch ontwerp belandde hij uiteindelijk op de afdeling ruimtelijke kunst van Sint Lucas Antwerpen, waar hij in 2017 zijn mastertitel behaalde.
- 5-
#27_4.indd 5
23/05/19 22:47
DE K E UZE VAN RI A PAC QUÉ E
Voor de tentoonstellingsreeks De keuze van vraagt Kunsthal Extra City gerenommeerde Antwerpse kunstenaars om een beloftevolle nieuwkomer voor te stellen. Voor de tweede editie was de eer aan Ria Pacquée. Waarom zij Cafmeyer selecteerde? Vanwege zijn potentie als kunstenaar én vanwege de verwantschap tussen hun werk. Ria Pacquée: ‘Ik volg Elias al een tijdje, hoewel hij nog niet zo lang bezig is. Het is iemand die serieus werkt, ambitieus is, iemand met een echte kunstenaarsmentali-
buitenlandse steden, is België een goudmijn voor absurde situaties in het openbaar domein. Er bestaat zelfs een internationale term voor: Brusselization (lukrake stadsontwikkeling, LLtV). Het is vanuit een soort pervers chauvinisme dat ik daar altijd weer naar terugkeer. Er zijn in de stad situaties die ik gecreëerd zou kunnen hebben, zoals een buis die midden op een voetpad uit de grond steekt. We nemen die situaties meestal voor wat ze zijn. Door ze uit te vergroten, wil ik mensen aan het denken zetten over hoe de openbare ruimte is ingericht en hoe dat ons beïnvloedt. Ik doe dat altijd in de context van een kunstinstelling of de semiopenbare ruimte, waar mensen duidelijk voelen dat er iets niet klopt.’ Cafmeyer benadert zijn werk als ‘disfunctionele voorstellen van een totaal geschifte ambtenaar of stedenbouwkundige’. Met die absurdistische insteek plaatst hij zich in een Belgische traditie waarin voorwerpen en situaties in een nieuwe context worden geplaatst om er op een andere manier naar te kunnen kijken. Denk bijvoorbeeld aan René Magritte, Guillaume Bijl en, meer recent,
Bram Van Meervelde. En natuurlijk ook aan Ria Pacquée, die deze expo samenstelde en deze zomer zelf een project heeft in het Middelheimmuseum (zie kaderstuk). Door humor als strategie te gebruiken, blijft Cafmeyer weg van de zwaarte die zijn onderwerp onvermijdelijk aankleeft. Cafmeyer: ‘Ik bedoel het wel serieus, maar het blijft humoristisch omdat je met zo’n Belgisch foutje zit. Humor als tactiek vind ik effectief. Je creëert een vogelperspectief voor de toeschouwer in plaats van het tragische, de beleving, te benadrukken. Zo van: haha, die brug staat hier verkeerd, lach samen met mij. Als je doordenkt, kom je uiteraard wel bij mijn standpunt uit. En ja, dat is onrechtstreeks wél kritisch.’
TERUG NAAR HET ATELIER Unipark Extra City is voorlopig de laatste grote installatie van Cafmeyer. Na een luxueus ingericht tramstel dat aan de buitenzijde een wrak leek, een privéparking in een middeleeuwse tuin in Gent, een stuk viaduct tussen twee gebouwen en een metrostation in een Antwerpse galerie, wil
hij zich weer een tijdje op sculpturen concentreren. Cafmeyer: ‘Ik heb behoefte om weer kleiner te werken. Installaties vragen een grote sociale en organisatorische inspanning. Ik voel ook dat mijn inhoudelijke interesse wat aan het verschuiven is en ik ateliertijd nodig heb om te kijken waar ik eigenlijk mee bezig ben. Ik wil verder het sociale aspect verkennen in relatie tot de stedelijke context en infrastructurele ingrepen, een beetje in de lijn van de fictieve plannen voor een ringweg rond het landelijke Bekegem (voor kunstenfestival Plan B, LLtV). Hoe ik dat naar het sculpturale ga vertalen, is het voorwerp van onderzoek. Ik heb ook wel zin om naar het buitenland te trekken, omdat ik benieuwd ben of ik situaties daar kan vertalen naar werk. Maar ik vermoed dat ik dan opnieuw de Belgische situatie zou presenteren. Ik ben gedoemd tot mijn belgicismen! (schatert)’ | Lise Lotte
ten Voorde DE KEUZE VAN RIA PACQUÉE: ELIAS CAFMEYER – PARKINGS / UNIPARK KUNSTHAL EXTRA CITY Tot 30.06.2019 Eikelstraat 29, Berchem www.extracitykunsthal.be
- 6-
#27_4.indd 6
23/05/19 22:47
teit die blijft verderdoen. Elias is ook iemand die de vrijheid en de omvang van een opdracht als deze solo aankan. We belden regelmatig om te overleggen en ik was aanwezig bij zijn besprekingen met Extra City. Maar als iemand zo zelfstandig werkt, moet je niet veel ondersteunen.’
Bij Cafmeyer houdt die meestal verband met een infrastructurele problematiek, bij Pacquée vertrekt alles meer vanuit het politieke en menselijke interactie. Waar Cafmeyer voor sculpturen en installaties kiest, werkt Pacquée vooral met performances en fotografie.
manceprogramma met internationale gastkunstenaars: Suchan Kinoshita, Tsubasa Hori, Lilibeth Cuenca Rasmussen en Minja Gu. Daarnaast gaat Pacquées werk in dialoog met werken van Luc Deleu, John Körmeling en Louise Lawler uit de collectie van het museum. | Lise Lotte ten Voorde - foto An Brys
MUSEUM ALS PUBLIEKE RUIMTE Zowel voor Elias Cafmeyer als voor Ria Pacquée is de publieke ruimte een onuitputtelijke inspiratiebron. Beide kunstenaars kaarten op ludieke wijze serieuze problemen aan. Ook deelt hun werk een sociale dimensie.
Ria Pacquée rekent ook het museum tot de publieke ruimte. Deze zomer stelt ze zelf tentoon in het Middelheimmuseum. Het project omvat niet alleen nieuwe sculpturale installaties, een residentie en performances van Pacquée, maar ook een perfor-
RIA PACQUÉE – THEY ARE LOOKING AT US, WE ARE LOOKING AT THEM MIDDELHEIMMUSEUM MIDDELHEIMLAAN 61, ANTWERPEN TOT 22.09.2019 WWW.MIDDELHEIMMUSEUM.BE
Ria Pacquée © Ans Brys
ELIAS CAFMEYER : ‘DE RUIMTE BEPAALT IN STERKE MATE DE VORM EN DE INHOUD’
- 7-
#27_4.indd 7
23/05/19 22:47
RIJK WORDEN OP DE WERF VAN DE GOUDEN EEUW Hij was een uiterst succesvol projectontwikkelaar en urbanist, maar vooral ook een gewiekst ondernemer. In de loop der eeuwen heeft waarschijnlijk niemand de stadsontwikkeling van Antwerpen ingrijpender beïnvloed dan Gilbert van Schoonbeke. Van Schoonbeke (1519-1556) was verantwoordelijk voor de aanleg van een derde van de straten die in de ‘gouden’ zestiende eeuw in Antwerpen werden ontwikkeld. Met de steun van het stadsbestuur kocht hij grote lappen grond om er economische centra tot stand te brengen, waaronder de Vrijdagmarkt en de Stadswaag. Vervolgens verkavelde hij de gronden in kleinere percelen, die hij met veel winst verkocht. Grondspeculant Ook buiten de stad paste Van Schoonbeke deze strategie toe. Zo ontwikkelde hij braakliggende gronden tot hoven van plaisantie – buitenverblijven voor de rijken – in de buurt van het huidige Harmoniepark en de Markgravelei. Daarnaast legde hij de basis voor de Antwerpse dokhaven met zijn ambitieuze plan voor Nieuwstad, een stadsuitbreiding van ongeveer 25 hectare op de plaats waar nu het Eilandje is. Hij ontwikkelde er een nieuw havenkwartier met kanalen en los- en laadplaatsen. Visionair Van Schoonbeke kreeg het monopolie op openbare werken
in de stad. Toen het Antwerpse stadsbestuur de bouw van een nieuwe stadsomwalling niet meer kon financieren, kreeg hij het hele project in handen. Van Schoonbeke kon de prijs drukken omdat hij als eerste ondernemer alle benodigde bouwmaterialen zelf produceerde. Hij organiseerde turfwinning in het Nederlandse Veenendaal en kleiwinning in Hemiksem, waar hij ook steenbakkerijen oprichtte. Hij deed aan bosbouw in Buggenhout en exploiteerde kalkovens in Namen. Brouwerijen Als ondernemer had Gilbert van Schoonbeke ook oog voor andere noden. De vraag naar bier in het zestiende-eeuwse Antwerpen was zo groot dat er heel wat moest worden geïmporteerd. Bovendien was het gerstenat dat in de stad zelf werd gebrouwen, minderwaardig door de slechte kwaliteit van het drinkwater. Redenen genoeg voor Van Schoonbeke om zich ook op deze industrietak te storten. Eerst verwierf hij het recht om accijnzen te heffen op ingevoerd bier. Vervolgens richtte hij zestien brouwerijen op in de Nieuwstad. Om het waterprobleem op te lossen, liet hij tot slot een waterhuis bouwen, het huidige Brouwershuis. Via een ingenieus systeem werd zuiver water uit de Schijn aangevoerd en verdeeld over de verschillende brouwerijen. Nu hij zowel in de toevoer van grondstoffen als de productie van bier kon voorzien, wilde Van Schoonbeke van het Antwerpse
stadsbestuur ook een monopolie voor het brouwen van bier. Met zijn tomeloze en egocentrische ambitie creëerde hij echter heel wat vijanden en in 1554 moest Van Schoonbeke de wijk nemen naar Brussel. Hij keerde weliswaar nog terug, maar overleed korte tijd later onverwacht, op 37-jarige leeftijd. Gilbert van Schoonbekejaar Vijfhonderd jaar na zijn geboorte schetst een overzichtstentoonstelling in het Maagdenhuis via kunstwerken, plannen en gebruiksvoorwerpen de context waarin Gilbert van Schoonbeke zijn plannen kon verwezenlijken. Daarbij komen niet alleen de bouwprojecten van de schatrijke ondernemer in beeld, maar ook de intriges, moordpogingen en opstanden die hij in gang zette. Daarnaast brengt Museum Vleeshuis met concerten en een mini-expo de tijd van Van Schoonbeke opnieuw tot leven. Hoogtepunt zijn twee bijzondere bruiklenen uit de collectie van The Phoebus Foundation.
RIJK WORDEN OP DE WERF VAN DE GOUDEN EEUW, GILBERT VAN SCHOONBEKE 07.06-08.09.2019 Maagdenhuis Lange Gashuisstraat 33, Antwerpen www.maagdenhuis.be Schatkamer Gilbert van Schoonbeke Tot 30.06.2019 Museum Vleeshuis Vleeshouwersstraat 38, Antwerpen www.museumvleeshuis.be Volledig programma via www.antwerpen.be
- 8-
#27_4.indd 8
23/05/19 22:47
- 9-
#27_4.indd 9
23/05/19 22:47
HOMMAGE AAN JAN COX IN M HKA Jan Cox, Orpheus, 1979, acryl op doek en object, 150 x 200 cm en 16 x 18 x 12.5 cm © Collectie M HKA, Antwerpen
Dichter onder de schilders Jan Cox (1919-1980) is een veronachtzaamde schilder. Geheel ten onrechte, want zijn humanistisch geïnspireerd werk, dat getuigt van een grote kennis van de filosofie en de mythologie, biedt een aangrijpend en nog steeds actueel beeld van onze ‘condition humaine’: oorlog en vrede, passie en verlies, hoop en dood. Geschilderd met vaste hand, grote wijsheid en een sprankelend gevoel voor kleur. Het Museum voor Hedendaagse Kunst Antwerpen M HKA brengt een hommage aan Jan Cox. De kunstenaar werd honderd jaar geleden geboren. De bijzondere schenking van een veertigtal werken die Adriaan Raemdonck van De Zwarte Panter onlangs aan het museum deed, vormt de basis voor de expo.
JAN COX: ‘HOE MEER ORPHEUS LIJDT, HOE MEER HIJ ZINGT’
#27_4.indd 10
23/05/19 22:47
Jan Cox, New York, Central Park 1978 © Ludo Bekkers
ERIC RINCKHOUT: ‘COX BEVOND ZICH TUSSEN TWEE WERELDEN: TUSSEN DIEP VERDRIET EN HOGE JUBEL’ Jan Cox was een buitenstaander: een gekwelde ziel die bleef schilderen toen het niet meer modieus was, die de figuratie beoefende ten tijde van het abstract expressionisme, zich afzette tegen popart en inspiratie zocht in klassieke mythen, en als vrijzinnige de passie van Christus uitbeeldde. Het ging Jan Cox in de eerste plaats om de grote verhalen – eeuwig en actueel – van worsteling en waardigheid. Noem hem de dichter onder de schilders: hij identificeerde zich met Orpheus, de tragische zanger bij uitstek.
GRUWEL EN ANGST Het leven van Jan Cox zat vol verrassende wendingen. Hij werd in 1919
in Den Haag geboren als zoon van een Nederlandse moeder en Vlaamse vader. Zijn klassieke vorming kreeg hij aan het Barlaeus Gymnasium in Amsterdam, waar hij op z’n zeventiende een muurschildering realiseerde. Als thema koos hij Phaëton, de Griekse mythologische figuur die er met de zonnewagen van zijn vader vandoor gaat: de personificatie van overmoed en roekeloosheid. In hetzelfde jaar 1936 verhuisde het gezin Cox naar Antwerpen. De lessen aan de Antwerpse academie – en dan vooral de summiere vorming door Isidoor Opsomer – bevielen Cox maar matig en hij ging in Gent kunstgeschiedenis studeren.
De Tweede Wereldoorlog liet diepe sporen na bij Jan Cox. Meteen na de Duitse inval was het gezin Cox naar Frankrijk gevlucht, maar in september 1940 keerde Jan terug naar Antwerpen. De gruwel en de angst voor de deportatie verbeeldde hij in het aan Picasso schatplichtige De onderduikers van de Van Dijckkaai (1942). Cox kwam in aanvaring met de Duitse bezetter: zijn schilderijen werden ‘ontaard’ verklaard en in beslag genomen. Een zelfportret uit 1944 in somber grijs en groen toont zijn diepe tristesse en wanhoop.
HOOFDSTAD VAN DE MODERNE KUNST Na 1945 verhuisde Jan Cox naar Brussel, om dichter bij zijn
- 11-
#27_4.indd 11
23/05/19 22:47
avant-gardevrienden van CoBrA te zijn. Het is de periode waarin hij mee La Jeune Peinture Belge oprichtte en er hechte vriendschappen ontstonden met Pierre Alechinsky en Hugo Claus. Toch zal Jan Cox nooit een echte CoBrA-schilder worden. Weliswaar is er zijn soms woeste schildersgebaar en duiken spookachtige figuren op die aan het werk van Karel Appel doen denken, maar meer dan een fellow traveller is Jan Cox niet geweest. Hij deelde nu eenmaal niet het brutalisme en de spontane creatie van CoBrA. Voor Cox stonden reflectie en doordachte aanpak centraal: hij bereidde zijn composities steevast nauwgezet voor
aan de hand van een hele reeks schetsen. Vanaf 1948 verschoof zijn aandacht naar de Verenigde Staten. Hij voelde dat het abstract expressionisme nieuwe impulsen gaf en dat New York stilaan de rol van Parijs overnam als hoofdstad van de moderne kunst. Cox kon in 1951 een interessant contract afsluiten met de Duits-Joodse galeriehouder Curt Valentin, die groten als Hans Arp, Henry Moore en Max Beckmann in zijn New Yorkse galerie exposeerde. Zeker met Beckmann voelde Cox verwantschap. Helaas stierf Valentin plotseling, waarna de galerie in 1954 werd opgeheven.
ZUIDERS LICHT Rome was daarna een belangrijke halte voor Jan Cox: hij kon er een jaar lang in de Academia Belgica werken en ontmoette er meermaals Hugo Claus. In die periode ontstond het mooie dubbelportret Hugo Claus en ik, inclusief Etruskische referenties. Cox werd in Rome evenzeer getroffen door het zuiderse licht, dat zijn latere werk blijvend zou kenmerken. De stad voedde bovendien zijn interesse voor de klassieke oudheid en voor oude meesters als Piero della Francesca, Michelangelo en Titiaan. Vervolgens verbleef Jan Cox bijna twintig jaar lang – tussen 1956 en
Jan Cox, Papageno, 1976, acryl op canvas, 80 x 75 cm Š Collectie M HKA, Antwerpen
- 12-
#27_4.indd 12
23/05/19 22:47
Jan Cox, Porta Flamina in Rome, Boston, 1957, olieverf op canvas, 147 x 147 cm © provinciebestuur Antwerpen
1974 – in Boston. Eerst als docent, later als hoofd van het Painting Department van de School of the Museum of Fine Arts. ‘Ik kan iemand in een week tijd leren schilderen’, vertelde Cox, nonchalant wandelend tussen de schildersezels van zijn studenten, in de documentaire A Painter’s Odyssey uit 1988. Hoewel hij er een gevierd docent was, keerde hij ontgoocheld en ontredderd terug naar Antwerpen. Amerika was agressief geworden, vond Cox. Hijzelf had er als schilder onvoldoende erkenning gekregen, was ziek
en bovendien berooid. Zijn huwelijk was op de klippen gelopen.
EUFORIE EN NEERSLACHTIGHEID In de laatste zes jaar van zijn leven vond hij steun bij Adriaan Raemdonck, de oprichter van de toen nog prille galerie De Zwarte Panter. Cox zocht aansluiting bij de jonge dynamische kunstwereld met onder anderen Fred Bervoets, Walter Goossens en Wilfried Pas. Periodes van creatieve euforie en zware neerslachtigheid wisselden elkaar af.
In Antwerpen zette hij een aantal bijzonder ambitieuze reeksen op en schilderde onder meer het monumentale Orpheus (1,5 bij 2 meter). In een gesprek met Willem Roggeman zei Jan Cox daarover: ‘Orpheus heeft me getroffen omdat hij de personificatie van de artiest is. Dat was dus een soort identificatie. Doordat hij een groot verlies heeft geleden – hij verliest immers zijn geliefde – gaat hij daarover zingen. En hoe meer hij lijdt, hoe meer hij zingt.’
ERIC RINCKHOUT: ‘HET GING JAN COX OM DE GROTE VERHALEN – EEUWIG EN ACTUEEL – VAN WORSTELING EN WAARDIGHEID’ - 13-
#27_4.indd 13
23/05/19 22:47
Jan Cox, Monastatos, 1976, potlood, gouache en inkt op papier, 30 x 27 cm © Collectie M HKA, Antwerpen Jan Cox, zonder titel, 1973, houtskooltekening op papier, 75,5 x 56,5 cm © Collectie M HKA, Antwerpen
In het vrijwel abstracte werk uit1979 roept Cox een beeld op van twee werelden: rechts een warme vuurgloed, links een aantal doornige stroken die het verdriet van Orpheus symboliseren. In het midden van het schilderij loopt een verticale blauwe streep, die als grens fungeert. Op die streep integreerde Cox een sigarendoosje met een kitscherig engeltje dat, net als Orpheus, de lier bespeelt. Ook Cox zelf bevond zich tussen twee werelden: tussen diep verdriet en hoge jubel.
UITGEPUT
heeft hij niet voltooid, uitgeput als hij was na de IIias-reeks (met een vijftigtal schilderijen, boordevol wrede schoonheid op de grens van surrealisme en symbolisme) en de bijna abstracte Martelgang (met zeventien doeken, gebaseerd op het lijden van Christus).
Dubbelheid vinden we ook terug in een sobere titelloze houtskooltekening uit 1973, die tegelijk een vlinder en een opengeklapte schelp kan verbeelden: daar staat het frêle tegenover het ruwe, de vlucht naar het licht tegenover de aardse geslotenheid. Een soortgelijke dubbelheid zit ook in de schilderijen met Papageno (de positieve driften) en Monastatos (de destructieve krachten) uit de serie die Cox wilde wijden aan de opera De toverfluit van Mozart. Die serie
Jan Cox zag geen uitweg meer uit zijn alcoholisme en bipolariteit. In de nacht van 7 op 8 oktober 1980 maakte hij een eind aan zijn leven. Adriaan Raemdonck vond het levenloze lichaam van zijn vriend voor een monumentaal schilderij dat Cox het jaar voordien had afgewerkt: De dood van Socrates. Die filosoof staat symbool voor de Griekse oudheid en voor de mens op zoek naar kennis, wijsheid en inzicht. Maar terwijl Cox
in 1950 Socrates nog liet sterven met de glimlach op de lippen – onverstoorbaar, omdat de wijsgeer geloofde in een leven na de dood – bleef er in 1979 alleen een homp vlees over. Cox heeft de vormeloze figuur van de filosoof met zenuwachtige, agressieve borstelstreken dichtgeschilderd. Alsof er hem geen sprankel hoop meer restte. | Eric Rinckhout
REACHING OUT. HOMMAGE AAN JAN COX Tot 01.09.2019 M HKA Leuvenstraat 32, Antwerpen www.muhka.be
- 14-
#27_4.indd 14
23/05/19 22:47
Daily pleasures
KANTTEKENING OVER HET WERK VAN GODELIEVE DE MEYER
Peter Benoy was van 1991 tot 2005 directeur van Theater Zuidpool. Hij schildert en schrijft over beeldende kunst en theater.
Lutgart De Meyer, de nu 94-jarige keramiekkunstenares, stelt haar werk tentoon in de gloednieuwe projectruimte Gowie. Zestig jaar geleden was ze medeoprichter van de groep G 58 (1958-1962) in het Hessenhuis. Zij en Louise Servais, eveneens keramiste, waren de enige vrouwen onder de 26 initiatiefnemers van dit ‘Centrum voor hedendaagse kunstuitingen’. Na zijn bezoek aan de eerste groepstentoonstelling had schrijver en criticus Hubert Lampo het smalend over ‘jongetjes die nog veel moesten leren’. (De gemiddelde leeftijd van de betrokken kunstenaars was 32 jaar; hijzelf was al 38!) Welnu, Lampo had ongelijk, en de weliswaar korte geschiedenis van G 58 zou zijn hooghartigheid nog schrijnender maken. Spoedig zou blijken dat de activiteiten van de groep, samen met de Biënnales voor Beeldhouwkunst in het Middelheimpark, van Antwerpen een artistieke aantrekkingspool maakten. Tegenstanders verweten G 58 destijds een gebrek aan visie. Een manifest werd nooit geschreven, maar de leden van de groep spraken zich ondubbelzinnig uit voor abstracte kunst of een verregaande vorm van abstractie. Hun manifest was te ‘lezen’ in hun activiteiten. Met internationale tentoonstellingen als Vision in motion, Zero en Anti-peinture toonden ze wat er in de Europese avant-garde bewoog en wat hun verwantschappen daarmee waren.
PIONIER VAN DE KERAMIEKKUNST Lutgart De Meyer (Geel, °1924) volgde in de jaren 40 onder meer beeldhouwen en grafiek aan de Antwerpse academie. Ze kwam eerder toevallig uit bij de keramiek. Een afdeling hiervoor bestond nog niet aan de academie, maar dankzij een oude gasoven in het gebouw kon ze samen met Louise Servais en Jan Dries experimenteren met klei. Zo werd ze spoedig een van de pioniers die keramiek als een volwaardige hedendaagse kunstvorm op de kaart zetten. Op Expo ‘58 werd ze bekroond voor haar werk.
De Meyers bijdrage aan G 58 bestond uit een zeer persoonlijke benadering van abstracte keramische sculpturen, waarin vooral cirkelvormige motieven domineren. Mede door het subtiel gebruik van kleur in het glazuren, ging haar werk een verrassende dialoog aan met de schilderijen die aan de wanden en aan de eeuwenoude balken van het Hessenhuis hingen.
NIEUWE MATERIALEN Onder druk van gezinsomstandigheden legde De Meyer zich gedurende een aantal jaren toe op de productie van toegepaste keramiek. Toen ze opnieuw vrij werk kon maken, begon ze onder andere klei met polyester te combineren. Het zoeken naar nieuwe materialen en procedés en de uitdaging die daarvan uitgaat, is een constante in haar artistiek parcours. Toch blijft ze trouw aan motieven uit het verleden, zoals de cirkelvormen. Wanneer De Meyer een eind in de zeventig is en de productie van keramiek te arbeidsintensief wordt, onderzoekt ze hoe ze haar artistiek werk kan voortzetten met onder meer hout en wol. In haar gedrevenheid om nieuwe materialen te vinden, bezoekt ze wekelijks de Antwerpse Vrijdagmarkt. Enkele jaren geleden begon ze zo ook jeanskledij te verzamelen. Met hun verkleuringen en losgemaakte stiksels vormen de kledingstukken een materiaal dat zich in De Meyers handen uitstekend leent tot nieuwe creaties. Tentoonstellingen als deze confronteren ons met het feit dat G 58 binnen de Europese avant-garde nooit de plaats heeft gekregen die de groep verdiende. Vandaag wordt naar de groep verwezen in publicaties over internationale kunstenaars als Spoerri, Klein, Fontana, Tinguely en Manzoni, maar bij ons is over G 58 nooit een degelijk gecatalogeerde overzichtstentoonstelling met internationale allures georganiseerd. | Peter Benoy
DAILY PLEASURES Tot 30.06.2019 Gowie Kleine Markt 7-9, Antwerpen www.hart-magazine.be
- 15-
#27_4.indd 15
23/05/19 22:47
BL IK VA N G E R S I N E E N S P I E G E L PA L E I S
KARIN HANSSEN Wie het rijke oeuvre wil ontdekken van de Antwerpse kunstenares, schrijfster, onderzoekster in de kunsten en feministische activiste Karin Hanssen (Antwerpen, °1960), moet zich naar De Garage in Mechelen spoeden. De horizon van Hanssen strekt zich uit van de zeventiende-eeuwse barok tot de Amerikaanse suburbs uit de vorige eeuw. Sinds 1993 focust ze in haar werk op onder meer tijdsdesoriëntatie, sociale semiotiek – de maatschappelijke betekenis van wat we als toeschouwer zien – en ‘de geleende blik’. Die thema’s spit ze uit via meerlagige snapshots van suburbaan huiselijk geluk en idyllische natuuruitstapjes, vaak met een unheimlich randje. Vanaf 2010 vestigde ze in drie reeksen ook haar blik op de representatie van de vrouw.
VROUW ALS DECORSTUK ‘Genderdiscrimininatie ging gaandeweg een grote rol spelen in mijn werk’, vertelt Hanssen. ‘Ik vroeg me af hoe vrouwen in beeld worden gebracht. Zo stootte ik op het motief van de vrouwelijke rugfiguur in het werk van Gerard ter Borch, een zeventiende-eeuwse Nederlandse barokschilder. In een aantal van zijn werken wordt een vrouw afgebeeld, met de rug naar de kijker. De context verandert – een muziekles, een conversatie, een bordeelscène – maar de vrouw is telkens dezelfde. Ze heeft zelf geen invloed op haar
#27_4.indd 16
KARIN HANSSEN: ‘REPRESENTATIE HOUDT EEN IDEOLOGISCHE BOODSCHAP IN; DE WERKELIJKHEID ZELF IS ONSCHULDIG’
23/05/19 22:47
betekenis, maar krijgt wel altijd een nieuwe invulling. In de kunstgeschiedenis zijn vrouwen modellen, zelden individuen. Daarom heb ik uit één vrouwenfiguur van Ter Borch tien individuen gecreëerd – een omkering van het uitgangspunt. In plaats van een detail wordt ze het hoofdmotief.’ In de tiendelige reeks Retu(r)ning the Gaze (2018) gaat Hanssen voor het eerst ook de dialoog aan met niet-westerse beelden. Hanssen: ‘In Iran en Afghanistan is de vrouw in de publieke ruimte niet meer dan een silhouet. Deze reeks is net als de
Karin Hanssen, reeks The Borrowed Gaze/Variations GTB, 2010
- 17-
#27_4.indd 17
23/05/19 22:47
vorige twee — The Borrowed Gaze/ Variations GTB uit 2010 en A Room of One's Own uit 2014 — een reactie op die patriarchale dominantie. De vrijheid van de vrouw in de publieke ruimte wordt constant bedreigd, ook in onze eigen cultuur. In de zeventiende eeuw werden beelden van interieurs letterlijk gevangen in een camera obscura. De mannelijke blik veroordeelde vrouwen tot een deel van het meubilair. In mijn werk lever ik kritiek op de verplaatsing in tijd en medium van de stereotiepe representatie van mannen en vrouwen. Zo zit in de kadrering en de houding van Die Gebildeten, een reeks tekeningen uit 1994 over een groep mannelijke intellectuelen, ook de boodschap vervat dat ze “belangrijk” zijn.’
WE’RE ALL LIVING IN AMERICA Het hergebruiken – lenen – van bestaande beelden is een constante in het werk van Hanssen. In Retu(r) ning the Gaze exploreert ze de manier waarop de representatie van de werkelijkheid en meer bepaald de vrouw een drager is van betekenis. De blik van de ander houdt je een spiegel voor. ‘Representatie houdt een ideologische boodschap in; de werkelijkheid zelf is onschuldig’, zegt Hanssen. ‘Zodra je een fragment uitlicht, voeg je daar een ideologische component aan toe, verbonden met de tijd waarin en de plaats waar je leeft.’ Die fragmenten ontleent Hanssen vaak aan foto’s uit het Amerika van de jaren 50 en 60, foto’s die met de jaren minder statisch en braaf worden. De Verenigde Staten spelen een belangrijke rol in de beeldtaal van Hanssen. Een vergelijking van haar werk met dat van de iconische Edward Hopper gaat alleen vormelijk op, vindt ze. Hanssen: ‘Vooral de film The Thrill of it All, met Doris Day in de hoofdrol, was een trigger
- 18-
#27_4.indd 18
23/05/19 22:47
om op deze manier te werken. Ik ben opgegroeid met “Amerika”. Fastfood, de beautycultuur en Coca-Cola zijn allemaal uitwassen van the American way of life. We kunnen nog altijd niet om Amerika heen.’
HERHALING EN HERINTERPRETATIE Elk schilderij en elke tekening van Hanssen is herhaling, terugblik én herinterpretatie. Dat laatste ligt gevoelig in de kunsten. In 2015 reageerde Hanssen als eerste toen Luc Tuymans werd beschuldigd van plagiaat in het werk A Belgian Politician, dat hij schilderde aan de hand van een krantenfoto. Het is geen toeval
dat Hanssen het met een petitie voor Tuymans opnam. Hanssen: ‘In vroegere eeuwen was het de gewoonste zaak van de wereld dat kunstenaars andermans schilderijen naschilderden. De vaderlijke vermaning (1654) van Gerard ter Borch werd meer dan honderd keer geheel of gedeeltelijk hernomen door andere kunstenaars. Ook het fotorealisme in de schilderkunst uit de jaren 60 werkt op basis van herhaling en maakt de foto zélf tot onderwerp van het beeld. Alles wat eigen is aan de fotografie wordt onderwerp van het schilderij.’ Ook Gerhard Richter, een van Hanssens inspiratiebronnen, schilderde naar foto’s, bijvoorbeeld van RAF-terroristen. Elke voorstelling biedt in de optiek van Hanssen dus een terugblik op een bepaald moment uit het verleden. De expo van haar werk in De Garage is – in haar geheel – ook een terugblik. Geen overzichtstentoonstelling, wel een scherpgestelde selectie tekeningen en schilderijen van de voorbije 25 jaar. Het is een duik in de tijd, met als richtpunt de blik en de representatie van de vrouw. | Wieland De Hoon
KARIN HANSSEN 22.06-31.08.2019 De Garage Onder den Toren 12, Mechelen www.cultuurcentrummechelen.be
Karin Hanssen, reeks Returning the Gaze, 2018
- 19-
#27_4.indd 19
23/05/19 22:47
GALLERY SOFIE VAN DE VELDE EN PLUS-ONE GALLERY
Jason Poirier dit Caulier en Sofie Van de Velde voor een werk van Guy Mees
‘ARTHUSIASM’ OP HET NIEUW ZUID
- 20-
#27_4.indd 20
23/05/19 22:47
Zaalzicht The Bare Necessity met werk van Charlotte Posenenske, Guy Mees en Willy De Sauter
De Londense kunstgoeroe Charles Saatchi omschreef zichzelf ooit als een ‘artoholic’. De Antwerpse galeristen Sofie Van de Velde en Jason Poirier dit Caulier houden het liever bij een gezonde dosis ‘arthusiasm’. Al ruim twee jaar delen Gallery Sofie Van de Velde en PLUS-ONE Gallery één ruimte op het Nieuw Zuid. Met dat unieke concept geven ze mee vorm aan het nieuwe stukje ‘stad’ waar het enthousiasme voor de kunst leeft. Want recent streek ook de nieuwe galerie van Tim Van Laere hier neer. Kortom: het Nieuw Zuid wordt een verzamelplaats voor hedendaagse kunst.
GOESTING!
Jason Poirier dit Caulier: ‘Belang-
Leven met kunst is voor Sofie Van de Velde en Jason Poirier dit Caulier een vanzelfsprekende zaak. Hun vaders (Ronny Van de Velde en wijlen Marc Poirier dit Caulier) stonden beiden ook aan de wieg van een toonaangevende galerie. Straffer: ook zij werkten vanaf de jaren 70 met enige regelmaat samen. Hoe bepalend waren die vaderfiguren eigenlijk?
rijk uiteraard. In de naam PLUSONE Gallery gaat niet zomaar een knipoog schuil naar X-One, het galerieproject van mijn vader. Hij verdiepte zich helemaal in de conceptuele kunst. Sol Lewitt, Bernd Lohaus, maar bijvoorbeeld ook Guy Mees, Lily Dujourie en Philippe Van Snick waren kunstenaars uit zijn stal. Dat botste wel eens met mijn artistieke voorkeuren als jongeman.
Ik dweepte meer met Keith Haring en Jeff Koons. Maar we zijn in dat opzicht naar elkaar toegegroeid. (lacht)’ Sofie Van de Velde: ‘Ik vond het belangrijk eerst mijn eigen weg te banen. Voor ik met de galerie begon, had ik er al een carrière in de sociale sector opzitten. Toen ik dat pad verruilde voor een avontuur in de kunst, heb ik voor mezelf uitgemaakt dat het nooit een wedstrijd mocht wor-
JASON POIRIER DIT CAULIER: ‘GOESTING! DAT IS WAT WE PROBEREN OVER TE BRENGEN. AAN ELKAAR EN AAN ONS PUBLIEK’ - 21-
#27_4.indd 21
23/05/19 22:47
tentoonstellingen meegeven. Zo hadden we in het voorjaar van 2018 bijvoorbeeld Lust Laughter Liquor en recent nog Looking at the world through rose colored glasses.’ Van de Velde: ‘Het bevrijden van positieve energie zien we ook als een van de belangrijkste functies die kunst kan hebben. En met die attitude, met dat optimisme begroeten we elke bezoeker. Want vanzelfsprekend is het niet om te midden van de alledaagse bekommernissen die we allemaal hebben, de moed bij elkaar te sprokkelen om in de auto te stappen en de files te trotseren om tot hier te geraken. Daar zijn we eenieder die hier binnenwandelt, dankbaar voor. Bekijk het als een nederige positie die we blijven aanhouden.’
SOCIALE COHESIE
SOFIE VAN DE VELDE: ‘ALLEEN LUKT HET NIET MEER. SAMENWERKEN IS NU BELANGRIJKER DAN OOIT’ den. Mijn papa is de grootste kenner. Tegen zijn expertise kan ik niet op.’ Poirier dit Caulier: ‘Ik zal dat niet tegenspreken, maar Sofie: nu mag je je eigen kennis ook niet minimaliseren hé.’
één ruimte samengebracht. Dat impliceert dat jullie voortdurend grondig moeten overleggen over het programma, de communicatie en de strategische keuzes. Wat verbindt jullie op die momenten precies?
Ruim twee jaar geleden begonnen jullie aan een intense samenwerking. Een unicum in Europa. Gallery Sofie Van de Velde en PLUS-ONE Gallery werden onder één dak, in
Poirier dit Caulier: ‘Goesting! Dat is alleszins wat we proberen over te brengen. Aan elkaar en aan ons publiek. Het gaat ook schuil in de titels die we aan sommige van onze
Overdrijf ik wanneer ik zeg dat jullie met de keuze om de galeries op het Nieuw Zuid te vestigen ook bijdragen aan een stuk stadsontwikkeling? Van de Velde: ‘Neen, ik denk niet dat dat overdreven is. We waren al vroeg betrokken bij de invulling van dit nieuwe project. Het Nieuw Zuid is geen afgesloten stuk stad. We zien het meer als een verlengstuk van het al bestaande Zuid. We wilden ons aansluiten bij het galeriecircuit dat daar al decennia floreert. We hadden meer bepaald een ruimte voor ogen die grenst aan de driehoek die wordt gevormd door het Fotomuseum, het M HKA en het Museum voor Schone Kunsten. Toen deze kans zich aandiende, hebben we niet getwijfeld en mee gezocht naar manieren om aan deze nieuwe wijk sociale cohesie te geven. Een galerie kan daar misschien een rol in spelen, maar een koffiebar ook. Daarom hebben we erop aangedrongen dat hiertegenover een koffiezaak kwam (lacht).’ Poirier dit Caulier: ‘Dat recent ook de galerie van Tim Van Laere hier is neergestreken, betekent opnieuw een verrijking. Toen we de mogelijkheden van de locatie en het pand
- 22-
#27_4.indd 22
23/05/19 22:48
Zaalzicht Marie Aly. Drifters and Strollers.
zagen, dachten we zelf meteen aan Tim. Hij was op dat moment op zoek naar een nieuwe plek omdat zijn galerie op het Zuid letterlijk uit haar voegen barstte. Ook dat is een vorm van samenwerking. Het is belangrijk dat galeries elkaar ondersteunen, zich verenigen en hun klanten wijzen op tentoonstellingen van galeries in de buurt.’ Van de Velde: ‘We leven ook niet meer in de jaren 70 of 80. Alleen lukt het niet meer. Samenwerken is nu belangrijker dan ooit. We gaan daarbij uit van onze wederzijdse sterktes. Jason bijvoorbeeld heeft een verleden in de communicatiesector. Die communicatie via internet, Artsy en Instagram kan je niet meer wegdenken.’ Poirier dit Caulier: ‘Op onze wonderwall neemt onze samenwerking de meest concrete vorm aan. Die muur, die beide galerieruimtes als het ware verbindt, gebruiken we om in onderling overleg te experimenteren. Om een kans te geven aan jonge
kunstenaars bijvoorbeeld.’ Van de Velde: ‘De wonderwall is naast een plek voor experiment ook een manier voor ons om het taboe weg te nemen dat kunst per definitie duur moet zijn. Het laat ons toe tegen wat zachtere prijzen mensen goesting te doen krijgen in kunst.’ Toch neem ik aan dat nogal wat van de verkochte werken een nieuwe thuis krijgen bij verzamelaars die niet meteen in Antwerpen wonen, maar veelal in het buitenland. Vanwaar dan de keuze voor Antwerpen als uitvalsbasis? Van de Velde: ‘De locatie is in zekere zin minder belangrijk geworden. Het internet brengt ons in contact met de wereld. Bovendien werken we voortdurend samen met een tiental buitenlandse galeries binnen Europa en zijn we elk jaar aanwezig op een zevental internationale kunstbeurzen –’
warm welkom, verzekert Jason me: ‘In mijn geval is het toch ook een stukje nostalgie dat me met Antwerpen blijft verbinden. De liefde voor deze stad zit erg diep.’| Dennis Van Mol
- Foto's Bob Van Mol MAAIKE SCHOOREL, LEEWAY Nog tot 16.06.2019 PIETER JENNES, MY EYES IN MY HAND 22.06-25.08.2019 Gallery Sofie Van de Velde (Nieuw Zuid) Léon Stynenstraat 21, Antwerpen sofievandevelde.be ANTWAN HORFEE, I'M THE GLUE Nog tot 16.06.2019 VAAST COLSON, EXPLORING NOOKS AND CRANNIES 22.06-25.08.2019 PLUS-ONE Gallery Zuid Léon Stynenstraat 21, Antwerpen plus-one.be
Terwijl Sofie haar zin afbreekt om een bezoeker te vergasten op een
- 23-
#27_4.indd 23
23/05/19 22:48
DE OPENBARE RUIMTE
Overal is kunst te vinden. In musea en galeries, maar ook op rotondes en pleinen, in parken, op daken en in gevels van gebouwen. Achter veel van die kunstwerken schuilt een boeiend verhaal. Sommige daarvan kennen we nog, andere worden al jaren niet meer doorverteld. Achteloos lopen we voorbij deze stille maar zo vertrouwde getuigen. 100% EXPO trekt de straat op en vertelt hun vergeten verhaal.
Albert Szukalski, Dialoog, Middelheimmuseum © Guido Van den Bogaert
Albert Szukalski
SPOOK
BEELDEN
In 1984 trekt de Belgische beeldhouwer en assemblagekunstenaar Albert Szukalski naar de Amerikaanse staat Nevada om er zijn Death Valley Project te realiseren. In de buurt van een spookstad in de woestijn laat hij het pronkstuk van zijn bijzondere oeuvre achter: Het Laatste Avondmaal, geënsceneerd door dertien spooksculpturen. Vervolgens nodigt hij verschillende Belgische beeldhouwers uit om er ook beelden te plaatsen en de spookstad zo opnieuw tot leven te wekken. Pas na Szukalski’s dood in 2000 volgt de bekroning van het project, met de opening van een permanent openluchtmuseum. Maar ook zonder de ecologische voetafdruk van een vliegtuigreis kan je een aantal sculpturen van Szukalski’s hand ontdekken.
- 24-
#27_4.indd 24
23/05/19 22:48
Albert Szukalski, Twee figuren, Komedieplaats, Antwerpen © Guido Van den Bogaert
Fervente stadswandelaars zullen in en rond Antwerpen zeker al eens een sculptuur van Albert Szukalski (1945-2000) tegen het lijf zijn gelopen. Zo herbergt het Middelheimmuseum Dialoog, een van zijn bekendste werken en een echte publiekslieveling. In de nabijheid van het Braempaviljoen lijken twee holle gestalten stilzwijgend een conversatie te voeren. Het zwevende tafeltje dat hen verbindt, versterkt de interactie tussen de figuren, die vaak worden aangeduid als spoken. Dit intrigerende werk suggereert zowel de aanwezigheid als de afwezigheid van een menselijk figuur, kenmerkend voor de werkwijze van Szukalski.
SPOKENJACHT Albert Szukalski wordt geboren op 4 april 1945 in Furthim-Wald in Duitsland, maar groeit op in Antwerpen, waar hij bijna zijn hele leven zal werken. Na zijn studies aan de academie vindt hij via Jef Verheyen, Vic Gentils en Paul Van Hoeydonck zijn weg naar het hart van de Antwerpse kunstwereld van de jaren zestig. Aanvankelijk is hij assemblagekunstenaar. Zijn eerste experimenten met gips ontstaan in 1970. Voor de Biënnale in Venetië maakt hij gipsafdrukken van neuzen van kunstenaars die hij heeft ontmoet (met uitzondering van Salvador Dali, die zijn snor te kostbaar achtte). Kort daarna schakelt hij over op spookbeelden, waarbij hij mensen afgiet in geheimzinnige houdingen. Over Szukalski als persoon is weinig geschreven, maar verschillende van de vele werken die hij heeft nagelaten, zijn bijna twintig jaar na zijn overlijden nog steeds in goede staat aanwezig in de publieke ruimte. Behalve in het Middelheim dwalen zijn spooksculpturen ook rond in de Antwerpse binnenstad. Schuin tegenover de Bourlaschouwburg kan je bijvoorbeeld een glimp opvangen van twee sculpturen op het dak van een herenhuis. Ook even verderop, in de tuin van het Elzenveld, staan twee spookfiguren, al hebben zij wegens werken tijdelijk elders hun toevlucht gezocht. Op de hoek van de Van Schoonbekestraat en de Schulstraat kijkt dan weer een figuur vanop een balkon uit over het kruispunt. Het is het laatste werk van Albert Szukalski; hij maakte het op zijn sterfbed samen met zijn goede vriend Fred Bervoets. Die laatste stond zelf overigens ook model voor een spookgestalte. Die kan je vandaag tegenkomen op de binnenplaats van De Zwarte Panter, waar Szukalski meerdere keren heeft geëxposeerd. | Louise Goegebeur
Om zijn spookgestalten te maken, bedekt Szukalski het lichaam van zijn modellen met gipsbanden. Zo creëert hij een omhulsel. De voorzijde van het lichaam blijft echter onbedekt, zodat er een opening is waarlangs het model kan ontsnappen. Wat overblijft, is een mysterieuze holte waarin een menselijke figuur past en die tot ieders verbeelding spreekt. Het procedé herinnert aan de Pinceaux Vivants van Yves Klein. Die dompelde vanaf 1958 naakte modellen onder in blauwe verf, om ze vervolgens een afdruk te laten maken op doek of papier. Enkele jaren later kiest Szukalski ervoor om rechtstreeks afdrukken in gips van een levend model te maken. Daarmee keert hij de beeldhouwkunst binnenstebuiten. Want van oudsher werd een mal gemaakt om een volume in gips of in brons af te gieten.
- 25-
#27_4.indd 25
23/05/19 22:48
BartolomÊ Esteban Murillo, Maagd met kind, 1650 Š Stadsmuseum Lier, fotograaf Guido Van den Bogaert
Parels uit vaste collecties
- 26-
#27_4.indd 26
23/05/19 22:48
MURILLO
EEN VERGETEN
IN LIER
Bartolomé Esteban Murillo, Maagd met kind, 1650 © Stadsmuseum Lier, fotograaf Guido Van den Bogaert
In 1836 schreef de Engelse kunstcriticus John Ruskin in lyrische bewoordingen over de madonna’s van de Spaanse barokschilder Bartolomé Esteban Murillo (1617-1682). ‘Het is waar dat je een Heilige Maagd van Murillo niet kan vergelijken met de Moeder Gods in de schilderijen van Correggio en Raphael. Maar het zijn nooit ordinaire volksmeisjes. Het zijn vrouwen van vlees en bloed, die in hun sterfelijkheid zo’n sacrale liefelijkheid uitstralen, noem het een tedere schoonheid van de ziel of een oneindige liefde, dat ze nu en dan de verbeelding van de grote renaissancemeesters evenaren.’
Ook op Maagd met kind, een topwerk van Murillo uit 1650 dat zich in Lier bevindt, is geen ‘hemelse’ madonna te zien. Het schilderij toont een eenvoudig Spaans meisje, met een mooi kindje op de schoot. Dit zeventiende-eeuwse werk toont aan dat de schilderkunst een lange weg heeft
afgelegd sinds de stijve, op een statige troon in een gouden decor gezeten byzantijnse madonna’s, die onbeweeglijk voor zich uit staren.
MENSELIJK EN VERTEDEREND Op dit barokke, aan een ‘alledaagse’ situatie refererende werk spreidt een
WISSELENDE SMAAK
zwartharige jonge vrouw een doek open waarop een blond kindje zit. Met beide handen houdt ze de doek vast. Het kind draagt een wit, los kleed, dat over zijn schouders valt. Het leunt met zijn hoofdje tegen de witte sjaal die zwierig rond de schouders van Maria is gedrapeerd. Het wit
In de achttiende eeuw genoot de ietwat zeemzoeterige stijl van Murillo en zijn navolgers een grote populariteit. En ook in de periode van het katholieke réveil in de negentiende eeuw viel de barokschilder met zijn religieuze thema’s in de smaak. Veel van zijn werken die zich tot dan in België bevonden, werden toen verspreid over Europese en Amerikaanse musea.
In het Sevilla van Murillo was dit soort van ‘sentimentele’ devotieschilderijen voor privégebruik zeer populair. In volle contrareformatie, met een sterke Mariacultus, was er een vermogend cliënteel voor. Op religieus gebied ontwikkelde de stad zich bovendien als nooit tevoren. In 1671 waren er bijvoorbeeld meer dan 45 kloosters. Vanaf dat moment stond Sevilla wereldwijd bekend als ‘Tierra de María Santísima’, oftewel ‘Grond van de Heilige Maria’.
De kentering kwam in de twintigste eeuw, toen tijdgenoten van Murillo en formeel meer vernieuwende Spaanse schilders in de belangstelling kwamen: Velázquez, Zurbarán en Goya. Deze ‘schilders van de werkelijkheid’ kregen meer aandacht van kunsthistorici en vielen ook meer in de smaak bij het twintigste-eeuwse publiek. De talrijke kopieën uit voorbije eeuwen die in omloop zijn, vertroebelden nog meer de kijk op de Spaanse barokschilder. Murillo verdween naar de achtergrond en lijkt een beetje vergeten.
In het welvarende katholieke Andalusië was Sevilla dé invoerhaven voor zilver dat de Spanjaarden in Amerika buitmaakten. Hierdoor was er een sterke economische band met Antwerpen. De welgestelde Vlaamse kolonie in Sevilla bestelde werken bij Murillo. Een aantal daarvan werden al snel naar de Scheldestad geëxporteerd en kwamen terecht in Vlaamse collecties. Ook de kathedraal van Antwerpen heeft een werk van hem: Sint-Franciscus. Murrillo was zo de eerste Spaanse schilder van zijn generatie die succes had in het buitenland.
- 27-
#27_4.indd 27
23/05/19 22:48
- 28-
#27_4.indd 28
23/05/19 22:48
van de sjaal vormt een mooi contrast met haar rood en blauw kleed. Vooral de witte kledingstukken zijn met een veel vrijere toets geschilderd. Heel het werk is opgebouwd met de in de barok vaak gebruikte techniek van het clair-obscur. Het lijkt wel of Caravaggio in de buurt was. De twee figuren lichten op tegen een effen, donkere achtergrond. Alle aandacht concentreert zich zo op de jonge vrouw en het kind. Zij kijken de toeschouwer met donkere, vertederende ogen aan. Maar twee elementen verwijzen naar de ‘goddelijke’ betekenis van deze moeder met kind. Rond het hoofd van het kind licht de achtergrond op: Jezus brengt letterlijk licht in de wereld. En de gele appel in zijn handen verwijst naar de erfzonde waarmee iedereen geboren wordt.
Het was wachten tot 2009, toen de Spaanse kunsthistoricus Eduardo Lamas Delgado van het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium (KIK) een inventaris van de oude Spaanse schilderijen in Belgische collecties opstelde. Nadat hij in de uitgebreide fototheek van het KIK op dit werk was gestoten, onderwierp hij het aan een grondig kunsthistorisch onderzoek. Hij bevestigde wat op de fiche stond: het ging om een authentiek jeugdwerk van Bartolomé Esteban Murillo.
In 1650, aan het begin van zijn succesvolle carrière in het Spaanse Sevilla, toont Murillo hier al zijn artistiek vakmanschap. Dit jeugdwerk is zo virtuoos geschilderd dat het moeiteloos de vergelijking kan doorstaan met soortgelijke werken van de kunstenaar in topmusea als het Prado, het Palazzo Pitti en het Louvre. En toch prijkt het in Lier.
Ook uit de daaropvolgende restauratiebehandeling, die op vraag van het museum werd uitgevoerd door restauratrices Jill en Ellen Keppens, bleek dat het schilderij van een veel betere kwaliteit was dan men had aangenomen. Nadat de dikke laag vernis was verwijderd, kon het opnieuw in al zijn nuances bekeken worden. Niet veel later werd La Virgen con el Niño uit Lier uitgeleend aan de musea van Bilbao (2009-10) en Sevilla (2010) voor een prestigieuze overzichtstentoonstelling van het werk van de jonge Murillo. Tussen andere werken uit topmusea van heel Europa kreeg de Lierse Murillo eindelijk de aandacht die hij verdient.
IN EEN HOEKJE
NIET OPNIEUW IN DE RESERVE
Bijna onherkenbaar geworden door een dikke vernislaag, heeft deze madonna met kind jarenlang stof verzameld op de zolder van het Stedelijk Museum Wuyts-Van Campen en Baron Caroly in Lier. ‘Toegeschreven aan Murillo’ stond op de fiche die ook ondergetekende bij het opmaken van de museuminventaris in 1979 zonder veel kennis van zaken overschreef. Dat dit ‘veronachtzaamde’ werk uit het merkwaardige legaat van de Antwerpse advocaat baron Caroly kwam, was niet voldoende om dadelijk de kwaliteit ervan te onderscheiden. Dat het, voor het bij Caroly terechtkwam, tot de bekende Parijse collectie van Aguado had behoord, was nochtans ook veelzeggend.
Het gerestylede Stadsmuseum van Lier houdt in de vaste opstelling maar enkele schilderijen over van de vroegere kunsthistorische schilderijencollecties Wuyts-Van Campen en Caroly. Tussen folkloristische objecten en een chocoladekleurige mammoet staat dit schilderij misschien wat verloren in een hoekje van een historische stijlkamer, samen met nog een heel mooie schets van Rubens en De spreekwoorden van Pieter Brueghel de Jongere. Maar gelukkig is het meesterwerk van Murillo, tien jaar na de herontdekking, niet opnieuw op zolder beland. | Guido Van den Bogaert
STADSMUSEUM LIER Florent Van Cauwenberghstraat 14, Lier www.stadsmuseumlier.be
MUSEUM DE REEDE
LIFE BETWEEN THE LINES
LA CELESTINA 0 6 .0 6 - 0 4 . 1 1 . 2 0 19
De tentoonstelling Picasso: La Celestina – Leven tussen de Lijnen brengt Picasso’s serie van 63 gravures gekend onder de naam La Celestina. In deze bijzondere reeks geeft Picasso stelselmatig niet alleen Celestina’s, maar ook zijn eigen, diepste gevoelens prijs en krijgt de kijker door middel van een unieke visuele taal inkijk in de geest van een der grootste kunstenaars van de 20ste eeuw. Bezoek MUSEUM DE REEDE en maak kennis met Picasso zoals je hem nog nooit eerder zag! MUSEUM DE REEDE (MDR) Ernest Van Dijckkaai 7, 2000 Antwerpen T. +32 (0)3 434 03 04 info@museum-dereede.be www.museum-dereede.com
- 29-
#27_4.indd 29
23/05/19 22:48
RESONANTIES IN KALMTHOUT Al eeuwenlang vinden kunstenaars de weg naar Kalmthout. De Grijze School wilde er loskomen van het starre academisme in de landschapsschilderkunst, het tijdschrift Van Nu & Straks werd er gesticht, avant-gardekunstenaar Geert Pijnenburg trok zich terug in een ‘woonkeet’ op de heide … Ook vandaag inspireert de omgeving heel wat kunstenaars. Via het kunstproject Resonantie zet de gemeente Kalmthout die hedendaagse artistieke flow in de kijker, met werken van 22 kunstenaars. Onder meer fotografe Karin Borghouts, beeldhouwer Florian Mertens, performer Niko Raes en juwelenontwerpster Helena Schepens verlenen hun medewerking. Voor de gelegenheid werden ook twee gerenommeerde buitenlandse kunstenaars uitgenodigd: Jorge Luis Dieguez en David Adamo. Gedurende mei en juni zwermen de kunstwerken uit over Kalmthout. Elk werk wordt ook gefotografeerd in zijn specifieke context: bij een particulier, een bedrijf of in de openbare ruimte. Daarna worden ze samengebracht in een overzichtsexpo.
RESONANTIE 10.08-25.08.2019 Toonzaal Garage Meeusen Brasschaatsesteenweg 55, Achterbroek (Kalmthout)
- 30-
#27_4.indd 30
23/05/19 22:48
- 31-
#27_4.indd 31
23/05/19 22:48
SPIL VAN ABSURDISME
Troebel Neyntje Idris Sevenans is een sympathieke stoorzender. Onder het motto ‘een onrealistisch initiatief’ zet hij sinds 2014 bizarre en bevreemdende dingen in de wereld. Alles wat hij bedenkt, zegt en doet, baadt in een zweem van absurdisme. Zo lanceerde hij onder andere Het Ongewenst Reclamebureau en is hij schijndirecteur van AARS, de Antwerp Artist Run School. Lange tijd vormde een projectruimte op de Paardenmarkt zijn uitvalsbasis. Zopas verhuisde hij naar een pand in de Grote Pieter Potstraat, op een steenworp van het stadhuis. Daar tref ik een hoofd vol gekke gedachten aan en daadkracht bij de vleet.
- 32-
#27_4.indd 32
23/05/19 22:48
tussen zijn kiezen. Toen ik hem attent maakte op het feit dat hij iets van petrochemische oorsprong aan het eten was, reageerde hij oprecht verbaasd. ‘Waarom zou ik dit niet doen?’ Dat lijkt ook de houding te zijn waarmee Sevenans zijn initiatieven lanceert. Er is maar één constante: een eigenzinnige vorm van absurdisme. Zo verwierf hij de voorbije jaren een ietwat particuliere positie in het Antwerpse kunstenlandschap.
CAFÉ DE FILE Ik bezoek Sevenans in zijn nieuwe pand, midden in de opbouw van een nieuwe expo. Het is er een rommeltje. Er slingeren vuile koffietassen en lege pintjes rond. Wanordelijk gestapelde caféstoelen staan te morren. Op een oude tafel liggen vuile werkhandschoenen en brochures over Marcel van Maele broederlijk zij aan zij. De autist in mij gruwelt; Sevenans lijkt helemaal in zijn sas. Enkel de kleurrijke doeken aan de muur vormen een aanwijzing dat dit iets galerie-achtigs is.
Café De File, Grote Pieter Potstraat 6, Antwerpen © Idris Sevenans
Mijn eerste kennismaking met Idris Sevenans (°1991), de stuwende kracht achter Troebel Neyntje, staat me nog relatief helder voor de geest. Via een gemeenschappelijke kennis belandde ik vier of vijf jaar geleden in zijn projectruimte op de Paardenmarkt, die toen net geopend was. Sevenans stond op iets te kauwen. Nadat hij het had doorgeslikt, grabbelde zijn hand schijnbaar willekeurig in een kartonnen doos waarin een pakketje was geleverd en verdween er een stuk piepschuim
Sevenans, die een rode kaptrui vol witte verfvlekken draagt, staakt zijn werkzaamheden en serveert een ouderwetse doorloopkoffie in een retrokop met daarop een citaat uit een interview dat hij ooit gaf: ‘Koffie is de kracht van humor’. Het feit dat hij die tas liet bedrukken, is exemplarisch voor de daadkracht en de snelheid waarmee hij zijn ideeën in de wereld zet. Sevenans: ‘Ik heb minstens twee excuses nodig om iets niet te doen. En wanneer een idee komt, waarom zou je dan wachten?’ Hij vond het ook wel geestig en toepasselijk, gaat hij voort, om in dit voormalige café een ouderwets detail toe te voegen aan het decor. Op het grote raam staat ‘Café De File’ te lezen. Maar Café De File is – hoe kan het ook anders bij Sevenans – helemaal geen café. ‘Je kan een zoveelste bakkerij of beenhouwerij opendoen,
IDRIS SEVENANS: ‘IK HEB MINSTENS TWEE EXCUSES NODIG OM IETS NIET TE DOEN' maar dat wilde ik niet. Ik wilde iets nieuws beginnen. Een nieuw vak, een nieuw ambacht.’ Toen hij dit pand betrok, leek het hem logisch om de ziel van de plek in ere te houden. ‘Ik had al jaren allemaal cafénamen in een mapje op mijn computer staan. Die ideeën stonden in de wachtrij. Nu is het moment daar om ze op de wereld af te vuren.’ Het voorvoegsel ‘café’ zal voor volgende tentoonstellingen en acties behouden blijven, maar de naam van het café zal telkens veranderen. Dat kan vertroebelend werken. En dat is exact waar Sevenans op mikt. ‘Mensen verwachten een café, maar krijgen iets anders. Zo wordt het een verhaal op zich’, vertelt hij, zich verkneukelend over de verwarring die hij daarmee zaait.
EEN MENS MOET IETS DOEN Sevenans toont ook in de nieuwe ruimte werk van beeldend kunstenaars, maar een typische galeriehouder kan je hem bezwaarlijk noemen. Daarvoor neemt hij te veel andere initiatieven, zoals de Antwerp Artist Run School of Het Ongewenst Re-
IDRIS SEVENANS: ‘MENSEN VERWACHTEN EEN CAFÉ, MAAR KRIJGEN IETS ANDERS. ZO WORDT HET EEN VERHAAL OP ZICH’
- 33-
#27_4.indd 33
23/05/19 22:48
clamebureau. Ook hier is het bizarre vaak troef. ‘Ik heb een fascinatie voor het ontregelende’, vertelt hij. ‘Dat komt misschien door de manier van communiceren bij ons thuis. Ofwel werden er moppen getapt, ofwel werden er praktische afspraken gemaakt. Dat was het. Ik kan dan ook niet babbelen over welke kleren ik ben gaan kopen. Als ik met vrienden afspreek, gaat het altijd over iets dat gaat komen. Ik ben daar redelijk radicaal in. Je maakt afspraken. Er volgen vier moppen. En dan is er weer een dag voorbij.’
IDRIS SEVENANS: ‘JE MAAKT AFSPRAKEN. ER VOLGEN VIER MOPPEN. EN DAN IS ER WEER EEN DAG VOORBIJ’ De humor van Sevenans is vaak doordrenkt van ongerijmdheid. ‘Het omarmen van het absurde is iets dat al verschillende generaties meegaat in mijn familie. Mijn grootvader ging een tijd in Luik werken en verdiende toen 300 Belgische frank per dag, maar hij pendelde en het treinticket kostte 112 frank. Dat is absurd, toch? Daarover zegt hij vandaag nog altijd: een mens moet iets doen.’ Sevenans doet veel tegelijkertijd. Hij is ook als docent verbonden aan de Antwerpse academie en doet er onderzoek naar dichter en beeldend kunstenaar Marcel van Maele. Met hem voelt Sevenans een natuurlijke verwantschap. ‘De laatste twintig jaar van zijn leven
was Van Maele blind, maar hij weigerde koppig om braille te leren. Die situatie vormde de voedingsbodem voor nieuwe ideeën. Men ontwierp in de jaren tachtig een “computer” voor hem: een houten bak waar hij cassettes in kon klasseren, om zo versie na versie van een tekst te kunnen inspreken.’ Dat soort kronkels fascineren Sevenans mateloos.
(ONT)REGELAAR Sevenans een galeriehouder noemen, voelt dus als de waarheid geweld aandoen. Maar ook zelf kan hij niet meteen een functietitel bedenken. ‘Het basismechanisme dat overal terugkomt, is mensen bij elkaar brengen om dingen te laten gebeuren. Eigenlijk verschilt wat ik doe niet zoveel van wat een scoutsgroep, een leesclub, of een loge doet. Elke groep is niet meer dan een excuus om dingen aan elkaar te vragen, om ze zo ook daadwerkelijk te laten gebeuren.’ Sevenans regelt dus dingen om ontregelend te werken. Samenwerkingen zijn daarbij cruciaal. Dat mag in veel verschillende verbanden zijn. ‘Het zijn vaak andere mensen die mee in het circus stappen; het is een ronddraaiend ding.’ En hoewel Sevenans tijdens ons gesprek gul pluimen uitdeelt aan mensen met wie hij samenwerkt, voelt het wel alsof hij zelf meestal de spilfiguur van dat circus is. Al is het maar omdat hij vaak het woord voert, ook digitaal.
er altijd wel iets om aan te werken. Zodra iets afgewerkt is, verschuiven de prioriteiten naar een ander schap. Dat gaat heel organisch, waardoor ik nooit het gevoel heb dat het echt verplichtingen zijn.’ Het lijkt wel alsof in de denk- en leefwereld van Sevenans niets anders bestaat dan de absurde initiatieven die hij neemt. Hij ademt ze. Maar kan hij er ook van leven? ‘Wat ik doe is sowieso onmogelijk. Er is geen vorm voor. Om brood op tafel te krijgen, verdien ik op andere manieren bij. Daardoor ben ik financieel niet afhankelijk van de initiatieven die ik neem en moet ik nooit compromissen sluiten. Zo kan ik ook alle centen opnieuw in projecten steken.’ Dan denkt hij even na. ‘Op zich is dat prima’, vult hij aan. Voor mij zit een relatief tevreden mens. Iemand met gekke gedachten, geniaal veel daadkracht en genoeg lak aan conventies om de dingen naar zijn hand te zetten. Ik bedank Sevenans voor het gesprek, kijk rond, en besef dat we niet over de werken aan de muur hebben gepraat. Hij licht de expo kort toe, waarna ik vraag of de werken ook te koop zijn. ‘Daar heb ik het nog niet over gehad met de artiesten’, antwoordt hij met een uitgestreken gezicht waarachter ik een grijns vermoed. Daarna trek ik zelf met een ietwat absurd gekrulde glimlach om de lippen huiswaart. |
Thomas Abelshausen Wie ooit op een van zijn maillijsten belandde, krijgt de gekste berichten binnen. Fictieve vacatures, bijvoorbeeld. Of foutmeldingen. Sevenans stuurt ze uit vanuit de verschillende initiatieven waarbij hij betrokken is. ‘Dat is soms wat schizofreen. Maar ik heb dat nodig. Al die initiatieven zijn verschillende schappen. Vaak lopen dingen parallel met elkaar, zo is
TROEBEL NEYNTJE Grote Pieter Potstraat 6, Antwerpen www.troebelneyntje.be Idris Sevenans neemt deel aan Kunstenfestival Aardenburg. Hij cureert er de Biënnale van Banale Dragers, waarmee hij het kunstenfestival parodieert en saboteert. KUNSTENFESTIVAL AARDENBURG Verschillende locaties in Aardenburg (NL) en Middelburg (B) 29.06-18.08.2019
- 34-
#27_4.indd 34
23/05/19 22:48
RUBENSHUIS IN VOLLE GLORIE Sinds dit voorjaar betreed je de woning van Rubens opnieuw zoals de meester het zelf voor ogen had: met een spectaculair zicht op de portiek en het tuinpaviljoen. Beide bouwwerken werden door Rubens ontworpen en zijn een uniek getuigenis van zijn visie op architectuur. Bij zijn terugkeer uit ItaliĂŤ in 1608 wil Peter Paul Rubens zijn fascinatie voor de klassieke en eigentijdse Italiaanse architectuur delen met zijn stadsgenoten. Wanneer hij in 1610 een pand met grond aan de Wapper koopt, laat hij dat naar eigen ontwerp uitbreiden tot een Italiaans stadspaleis met een halfrond beeldenmuseum, een atelier en een prachtige tuin. Een indrukwekkende portiek verbindt het bestaande woonhuis met het atelier en biedt een schitterende doorkijk naar de tuin met gloednieuw tuinpaviljoen. Minitieuze restauratie Na vier eeuwen blootstelling aan steenerosie en vervuiling drongen zich maatregelen op om de portiek en het tuinpaviljoen te conserveren. Het voorbereidend onderzoek, dat al startte in de jaren 90, mondde uiteindelijk uit in een complex restauratieproject. Een team van vier gespecialiseerde steenrestaurateurs behandelde steenschilfer na steenschilfer de gebeeldhouwde delen, een proces dat een jaar duurde. Het tuinpaviljoen werd opnieuw een harmonieus geheel van lichte zandsteen en pleisterwerk en donkerder hardsteen. Tot slot kreeg de portiek een glazen vlinderluifel, een constructie van dertig ton die hem moet beschermen tegen neerslag en die vormverlies en vervuiling voorkomt. | Foto Guido Van den Bogaert
RUBENSHUIS Wapper 9-11, Antwerpen www.rubenshuis.be
- 35-
#27_4.indd 35
23/05/19 22:48
Maak kennis met
100% EXPO stelt beeldend kunstenaars uit onze regio aan je voor: abstracte of figuratieve schilders, beeldhouwers, grafici of conceptuele kunstenaars … We zijn benieuwd naar wat hen raakt en beweegt in deze wereld. Ze stellen zichzelf voor met woord en beeld.
LUDOVIC LAFFINEUR Wanneer besloot je voluit voor de kunst te leven? ‘Dat is nog niet aan de orde. Ik werk voltijds in een competitieve internationale omgeving. Het spanningsveld tussen werk en gezin is momenteel wat mij drijft. Al vraag ik mij steeds meer af wat ik zou “creëren” als ik alleen nog zou schilderen …’ Wie heeft je het meeste gevormd? ‘Mijn ouders lijkt het meest voor de hand liggende antwoord, maar het is zo. Van mijn vader heb ik meegekregen dat je alleen iets kan bereiken als je het echt wilt. Hij heeft zelf een heel moeilijke jeugd gehad, maar is er sterk uitgekomen. Dat heeft een positieve impact gehad op mijn opvoeding. Als bioloog ben ik ook altijd gefascineerd geweest door de verhouding tussen “nature” en “nurture”.’ Waar vind je inspiratie voor je werk? ‘Voor mijn figuratieve werken vertrek ik vaak van zelfgemaakte foto’s. Ik werk zeer instinctief, ook als ik die foto’s neem. Meestal is het iets heel kleins dat mij inspireert: een beweging, een bepaalde compositie, een kleur … Als het maar emotie oproept. Vaak is dat weemoed.’ Wat heb je nodig om goed te kunnen werken? 'Muziek. Dat kan elektronische muziek of hiphop zijn, maar ook rustigere muziek zoals Bon Iver. Wanneer ik opga in zowel de muziek als het schilderen en de tijd even niet meer lijkt te bestaan, kan ik het diepst graven in mijn ziel en mijn herinneringen. Dat moment is heel intens.’ Welke betekenis heeft de techniek die je gebruikt? ‘Veel van mijn tekeningen en schilderijen heb ik gemaakt met mijn vingers en de palm van mijn hand. Ook de manier waarop ik aan een schilderij begin, is onconventioneel. Ik reinig mijn penselen vaak op het blanco papier
of canvas en kijk waar dat me brengt. Geleidelijk kom ik “in” het schilderij en puur ik bepaalde figuren en bewegingen verder uit.’ Wat is het meest treffende dat iemand al over je werk heeft gezegd? ‘Dat ik schilder als een kind, zeer instinctief en impulsief. In een artikel werd ik ook eens omschreven als een kunstenaar uit de grote romantische traditie. Een mooi compliment.’ Waarom kies je voor het werk hiernaast om jezelf voor te stellen? ‘Voor Aimlessly heb ik me gebaseerd op een foto uit de krant. Daarop zijn mensen aan het dansen, maar ze zien er moedeloos, verward en zelfs verloren uit. Ik maak nooit schetsen en zie gewoon wat er op mij afkomt tijdens het schilderen. Voor mij verwijst de titel naar het gevoel van doelloosheid dat ik soms rondom mij zie en dat ook mij kan overmannen.’ Wat maakt je dag goed? ‘Dat kunnen heel veel kleine dingen zijn. En af en toe valt alles mooi samen. Zeker als ik op vakantie ben met mijn vrouw en twee dochters, lijkt alles te kloppen.’ Waar zou je je werk ooit nog willen tonen? ‘Ik nam vorig jaar deel aan het kunstenfestival in Watou en hoop dat nog eens te mogen doen. Een tentoonstelling in Portugal of Spanje lijkt me ook wel wat.’ | foto's Guido Van den Bogaert Ludovic Laffineur. Schilderijen en tekeningen 05-28.07.2019 Galerie Solo Museumstraat 29, Antwerpen www.ludoviclaffineur.be
- 36-
#27_4.indd 36
23/05/19 22:48
BIO Ludovic Laineur (Brussel, °1976) volgde geen kunstopleiding en begon pas te tekenen na de geboorte van zijn eerste dochter. Sindsdien probeert hij de onbeheersbare wens om te schilderen een plaats te geven in het spanningsveld tussen een gezinsleven en een interessante, maar soms stressvolle baan. In 2018 stelde hij voor het eerst solo tentoon en werd hij geselecteerd voor Kunstenfestival Watou en de expo Ongezien #3.
- 37-
#27_4.indd 37
23/05/19 22:48
Museumnacht Antwerpen en Museumnacht Mechelen
NA
SLUITINGSTIJD EN ZONSONDERGANG Het is in de zomer dat de belofte van een mooie avond mensen massaal uit de woonkamer lokt: alles lijkt mogelijk, er staat vanalles te gebeuren. Eén keer per jaar vullen uitgelaten nieuwsgierigen bij valavond zachtjes de straten van Antwerpen en Mechelen, en de musea die ze verbinden. Tijdens Museumnacht Mechelen (21/06) en Museumnacht Antwerpen (03/08) gaan ze de zonsondergang tegemoet en laten ze zich verrassen door de tentoonstellingen, activiteiten en animatie waarmee de musea zich presenteren.
Met zijn vijftiende editie is Museumnacht Antwerpen al een doorzomerde oude rot, maar dan wel eentje die nog elk jaar weet te verrassen. Museumnacht Mechelen verbindt dit jaar voor de tweede keer geduren-
de één nacht Mechelse musea met elkaar, met bezoekers, medewerkers en toevallige voorbijgangers. In Mechelen opent één ticket, in Antwerpen één polsbandje de deuren van alle deelnemende locaties, die
hun aanbod en huis van een andere kant laten zien. Achter de schermen van beide Museumnachten werken grote teams van organisatoren, vrijwilligers en uiteraard medewerkers van de musea
- 38-
#27_4.indd 38
23/05/19 22:48
Museumnacht Antwerpen 2018 © Sonia Goicoechea
zelf. In Antwerpen coördineert Orphee Mariën van Prospekta de organisatie, in Mechelen Michelle Coenen van het Hof van Busleyden. Waarom zetten jullie je schouders onder Museumnacht? Mariën: ‘Veel mensen denken nog
altijd dat een museum saai en stil is, dat er niets mag. Museumnacht wil die drempel verlagen en tonen dat het ook anders kan. Het is een moment waarop je dingen mag doen die anders niet kunnen. Daar groeien we ook in: vroeger vertrok men klassiek
van een gegidste rondleiding of een muziekoptreden in het museum, ondertussen zijn er veel meer dynamische, kortere én doorlopende activiteiten voor zowel volwassenen als kinderen.’ Coenen: ‘Omdat het evenement op een zomeravond plaatsvindt, is de sfeer anders. Velen zien het ook als een wandeling langs de cultuurhuizen. Onderweg ontmoeten ze mensen en slaan ze gezellig een babbeltje.’ Mariën: ‘Als je van locatie naar locatie trekt, spring je makkelijker ergens binnen. Een museum dat je
al eens gezien hebt, ervaar je tijdens Museumnacht helemaal anders.’ Welke locaties kan je tijdens Museumnacht bezoeken? Coenen: ‘Dit jaar hebben we zeven
locaties in Mechelen. Naast de drie musea in de stad, betrokken we ook onze culturele partners. Samen met galeries, cultuurcentra en de Academie Mechelen maken we er een groter verhaal van.’ Mariën: ‘In Antwerpen kiezen we voor locaties die een museale werking hebben of die beeldende kunst
- 39-
#27_4.indd 39
23/05/19 22:48
herbergen. Het zijn dus vooral musea die deelnemen, maar daarnaast toont bijvoorbeeld ook de Sint-Pauluskerk zijn schilderijen en erfgoed.’ Hoe vullen de locaties het programma in? Mariën: ‘De invulling is laagdrem-
pelig. De activiteiten vertrekken altijd van de collectie en de eigenheid van het museum. Anders schep je verkeerde verwachtingen bij het publiek. Als je bijvoorbeeld niets voor kinderen aanbiedt tijdens het jaar, moet je die avond ook niets voor die doelgroep organiseren. Prospekta gaat elk jaar langs bij de musea, maar zij stellen zelf hun programma samen. De publiekswerkers zijn heel creatief. Daarnaast gaan in Antwerpen Fameus, een organisatie voor amateurkunstenaars, en de jongeren van AmuseeVous aan de slag met projecten die niet tot de dagelijkse museale werking behoren.’
Een gevarieerd programma met heel veel aandacht voor beleving. Is dat wat Museumnacht zo bijzonder maakt? Mariën: ‘Op de affiche van Mu-
seumnacht Antwerpen staat dat je met één ticket twintig locaties kan bezoeken, maar de grote verscheidenheid aan activiteiten is minstens zo belangrijk. We komen snel aan zestig tot zeventig workshops, speedrondleidingen van een half uur, optredens van muziekbandjes ... Sommige mensen pluizen graag het programma uit en plannen hun hele museumnacht op de website, anderen laten de nacht op zich afkomen.’ Coenen: ‘We zoeken ook naar animatie die de locaties meer met elkaar linkt. Voor mensen die niet echt geïnteresseerd zijn in musea, maar wel graag een wandeling maken in Mechelen, zijn rondleidingen of een race misschien wel een interessante invalshoek.’
Mariën: ‘We vragen de musea bovendien om de beleving al te laten beginnen terwijl de mensen wachten aan de inkom. Vorig jaar zaten er bijvoorbeeld twee vrouwen in historische kostuums voor Museum De Reede patatjes te schillen en verhalen te vertellen. Dit jaar leidt een fanfare bezoekers heen en terug tussen Museum Vleeshuis en DIVA. Het straatgebeuren maakt deel uit van Museumnacht.’ Wat is het belang van het evenement voor de musea zelf ? Mariën: ‘Het collectieve karakter
ervan. Dat stedelijke, Vlaamse en private musea samenzitten voor een gezamenlijk project, is redelijk uniek. De musea bereiken ook een publiek dat ze anders niet over de vloer krijgen. Het bereik is breder.’ Coenen: ‘Maar bovenal is het een gezellige avond, ook voor de museummedewerkers. Bij het begin
Orphee Mariën en Michelle Coenen © Bob Van Mol
- 40-
#27_4.indd 40
23/05/19 22:48
Museumnacht Mechelen
van de eerste editie heerste er een beetje stress omdat er veel mensen door de zalen zouden lopen. Vooral de suppoosten waren alert. Na een tijd verdween die stress en werd men enthousiast. Iedereen sloot de avond trots en met een voldaan gevoel af.’ Mariën: ‘Op termijn kan die ervaring ook doorvloeien naar de traditionele werking. Medewerkers zien hoe het ook anders kan. Misschien zullen ze in de toekomst sneller op bezoekers afstappen bijvoorbeeld.’ Coenen: ‘Je leert veel van Museumnacht. Als museum zie je waartoe je in staat bent als er plots een paar honderd man extra over de vloer komt (lacht)’. En wie duikt er de nacht in? Mariën: ‘We zien een mooie mix
van publiek. Een derde van de bezoekers gaat regelmatig naar musea. Vijftig procent bezoekt af en toe een museum en de overige twintig pro-
cent zelden of nooit. Museumnacht trekt ook die minder makkelijk te bereiken groepen aan door de leuke activiteiten en de vertaalslag die gemaakt wordt vanuit de vaste collectie en de eigenheid van het museum.’ Coenen: ‘In Mechelen zagen we vorig jaar dat de bezoekers een stuk jonger waren dan het publiek dat de musea gewoonlijk mogen verwelkomen. De Museumnacht startte om vijf uur, net na de werkdag, zodat ook kinderen mee konden. De deelname van het Speelgoedmuseum en het kubusparcours voor jonge gezinnen dat we in elkaar hadden gestoken, waren een extra stimulans. We ontvingen ook veel niet-Mechelaars.’ Sluit de avond ook dit jaar af met een knaller? Coenen: ‘Tijdens de eerste Mechelse
Maar ze kregen het publiek niet buiten. (lacht) Nu blijven alle locaties open tot middernacht en wordt er ook gedacht aan een afterparty.’ Mariën: ‘Zo’n afterparty heeft Prospekta in Antwerpen al verschillende keren georganiseerd. Voor het tweede jaar op rij zal hij plaatsvinden in AMUZ, een ontwijde kerk. Een vj gaat aan de slag met beelden op het ritme van de muziek, waardoor de beleving en de link met Museumnacht voel- en dansbaar wordt!’ | Silke
Rochtus MUSEUMNACHT MECHELEN 21.06.2019 www.museumnachtmech.wordpress.com MUSEUMNACHT ANTWERPEN 03.08.2019 www.museumnacht.be
editie sloten het Speelgoedmuseum en Kazerne Dossin om tien uur.
- 41-
#27_4.indd 41
23/05/19 22:48
Saul Leiter © Fifty One
Woord verklaard
#27_4.indd 42
23/05/19 22:48
kleur (zn), de 1 de eigenschap van voorwerpen om alleen lichtstralen van bepaalde golflengte terug te kaatsen of door te laten, waardoor bij het zien een met die golflengte samenhangende indruk op het netvlies ontstaat; 2 elk van de bestanddelen waarin wit (kleurloos) licht kan worden ontleed, alsook de mengingen daarvan; 3 kleur (2) als kenmerkende zichtbare eigenschap van een zaak; 4 fig. nuancering in hetgeen door woorden voorgesteld wordt; 5 geen mv. (beeldende kunst) gezamenlijke werking van alle kleuren
‘Wat denk je?’, vroeg het snapshot dat zij die ik liefste noem, me stuurde. Driekwart van het beeld werd gevuld met een grauwgrijze tegelvloer. Alleen in de hoek linksonder drongen twee onvoorwaardelijk lentewitte benen het kader binnen. Ik zou ze buiten beeld aan geen ander willen toeschrijven dan aan haar en haar bloesemblanke billen en verder nog haar bos en duin waarin ik wel eens mag wandelen, verdwalen en verdwijnen. Aan de voeten onder die benen vlamden, in close-up, twee hakjes. Ze likten aan haar enkels, verlangend naar wat zich nog niet laat aanschouwen, zoals de hemel in het oosten net voor de zon opgaat. Haar vraag behoefde geen antwoord, maar wat ik dacht, was openhartig oranjerood. Ik denk haar wel vaker in geuren en kleuren. En elke herinnering die zij als een goed zittend kledingstuk draagt, kleurt haar anders, hoewel ze onveranderlijk naar haar ruikt. Brandend rood zijn die ondeugende hakjes. Nachtblauw is de mantel, gevoerd met het zinnelijk genot van koperen zijde, waarin ze een vreemde stad in het najaar ontdekt en diepe gedachten, dromen en demonen zich behaaglijk hullen. (Op kille dagen snoert ze hem stug toe.) Begeertegeel is het broekpak waarin ze vrolijk met mij danst op een trouwfeest van vrienden niet eens zo lang geleden. En streelzachtroze is het truitje waarin ze terugkeert van het lopen zoals fiere tepels en de bloesems van de appelbomen in Haspengouw, waar we rondrijden tussen de velden op een tandem en om beurten sturen
en stoppen om elkaar te kussen. Zij brengt kleur in de snapshots van een dagelijks leven. Zij is licht dat duizendvoudig breekt en uiteenvalt in de talloze schakeringen van een waargebeurd verhaal. Zij is het spectrum. Tussen de regels kan ik haar hooguit belichten en ontleden. Nu eens is zij volmaakt wit of hemelsblauw, dan weer gevroren purper of het roodste rood. Soms is zij ijlgeel, dan weer dartelgroen als jong gras. Of zij is net wintergroen als eeuwig zingende bossen en de blik die woelende woorden in mij tot bedaren brengt. Uit het ongebonden zwart van het vergeten licht zij voortdurend op in andere verzadigde kleuren. Niet ik, die golvende zinnen op haar afvuur, maar zij beslist welke verlangens in ons collectief geheugen worden geabsorbeerd. En welke ze terugkaatst in mijn gezicht. De herinnering aan gisteren is oranjerood. Ze droeg alleen hakjes. |
Ewald Peters EAST 10TH STREET // LANESVILLE BY SAUL LEITER Voor de zesde keer presenteert galerie Fifty One werk van de Amerikaanse fotograaf Saul Leiter (1923-2013), pionier van de kleurenfotografie. Naast zijn bekende poëtische straatfoto’s maakte Leiter ook veel naaktfoto’s in zijn appartement aan East 10th Street in New York. Zij geven een intieme inkijk in zijn persoonlijke habitat. Net zoals in vele andere beelden gebruikt Leiter hier ongewone camerastandpunten en composities: nu eens werkt hij met doorkijkjes of spiegelingen, dan weer blijven zones leeg of focust hij op een stuk muur of meubilair, waardoor het beeld soms
Pierre Bonnard, Naakt in interieur, 1935 © National Gallery of Art, Washington
naar het abstracte neigt. Vanaf de jaren 70 werkt Leiter met gouache op de naaktfoto’s die hij in zijn appartement bewaart. In deze werken gaat het subject op in een tumultueuze achtergrond van borstelstreken. Het heldere, expressieve palet doet denken aan de schilderijen van Pierre Bonnard (1867-1947), de Franse schilder die Leiter enorm bewonderde. Ook de Nabisschilder had een voorkeur voor ongebreidelde kleur en onconventionele composities. De portretten van zijn vrouw Marthe zijn even intiem en openhartig als de naaktfoto’s van Leiter. Tot 29.06.2019 Fifty One // Fifty One Too Zirkstraat 20 // Hofstraat 2, Antwerpen www.gallery51.com PIERRE BONNARD. THE COLOUR OF MEMORY 07.06-22.09.2019 Ny Carlsberg Glyptotek, Kopenhagen (DK) Daarna: Kunstforum Wien
- 43-
#27_4.indd 43
23/05/19 22:48
Sofie Muller, zonder titel, 2019, bloed van de kunstenaar op albast, 29,7 x 21 cm, Courtesy the artist/Geukens & De Vil
De galerieëngalerij
GEUKENS & DE VIL
HOMMAGE AAN EEN TE JONG GESTORVEN KUNSTENARES
- 44-
#27_4.indd 44
23/05/19 22:48
Katya EV, Untitled (the dwell), 2009, melk, bed, 220 x 90 x 45 cm, Courtesy the artist/Geukens & De Vil
Jonge kunstenaars en gevestigde waarden, Belgische en internationale talenten: bij Geukens & De Vil gaan ze hand in hand. Voor de nieuwe tentoonstelling Over my (dead) body treden drie vrouwelijke kunstenaars met elkaar in dialoog. Sofie Muller (°1974), Katya Ev (°1983) en de vorig jaar overleden Oxana Shachko (1987-2018) werken rond de thematiek van het vrouwelijk lichaam. De onderlinge cohesie van hun werk wordt versterkt door een gemeenschappelijk gebruik van natuurlijke materialen: bloed op albast, melk op hout en eigeel, tempera en goud op hout. Het is voor de eerste keer sinds haar overlijden dat er werk van de controversiële activiste Shachko wordt getoond.
In 1998 openden kunsthistorica’s Yasmine Geukens en Marie-Paule De Vil een galerie in Knokke. Acht jaar later besloten ze een tweede locatie te openen op het Antwerpse Zuid, op dat moment de place to be voor minder traditionele kunststromingen. Toen de kunstscene er wat wegdeemsterde, zochten en vonden ze in 2015 de huidige locatie aan de Leopoldplaats, in de schaduw van de Nationale Bank. De hoge plafonds en spierwitte muren van het pand lenen zich perfect om de kunstkeuze van beide dames tot volle bloei te laten komen. Hun visie is duidelijk. Geukens & De Vil exposeren niet alleen gevestigde waarden als Sofie Muller, Marthe Wéry en Philip Aguirre y
Otegui, maar focussen evenzeer op jong talent. Aansluitend bieden ze gastcurators de mogelijkheid om een tentoonstelling uit te werken.
FEMINISTISCHE ICONEN Voor de titel van de tentoonstelling Over my (dead) body heeft gastcurator Azad Asifovich zich gebaseerd op een werk van Mona Hatoum: een fotoprint waarop het gelaat van deze Palestijns-Britse kunstenares in profiel te zien is, met een speelgoedsoldaatje dat op haar neus ten strijde trekt. Het gezicht vertoont een grimas alsof er een vervelende vlieg op zit. Via de tussenschakeling van haar eigen lichaam verenigt Hatoum in dit beeld de symbolisch zwaar
geladen titelspreuk met een cynisch gevoel voor humor. Centraal in de tentoonstelling staat het werk van de Oekraïense Oxana Shachko. Voor de eerste keer sinds haar plotse overlijden in 2018 wordt een unieke selectie van haar feministische iconen getoond. Deze werken stellen op radicale wijze het vrouwenlichaam tentoon in confrontatie met streng orthodoxe dogma’s. Maria gehuld in een boerka en engelen met duidelijk vrouwelijke gelaatstrekken zijn maar enkele voorbeelden. Tegelijkertijd zijn de werken getuigenissen van Shachko’s eigen fysisch en psychisch lijden als kunstenares en als activiste.
- 45-
#27_4.indd 45
23/05/19 22:48
In 2008 was ze mede-oprichtster van het radicaalfeministische Femen, dat internationale faam verwierf door de controversiĂŤle protestacties van de jonge vrouwelijke actievoersters. Met bloemenkransen in het haar en scherpe uitspraken op hun naakte
BED GEVULD MET MELK De antropomorfe tekeningen van Sofie Muller tonen het menselijk lichaam in vele hoedanigheden: lichamen naast elkaar geplaatst, levenloze lichaamsdelen, droomlandschappen of studies van de mense-
Ten slotte voert de Frans-Russische kunstenares Katya Ev bezoekers met haar werk Untitled (the dwell) mee van het prille levensbegin tot het onvermijdelijke einde. Ze brengt haar boodschap in de vorm van een geraamte van een houten bed dat gevuld is met melk. Het rimpelloze melkoppervlak, gevat in het keurslijf van het bed, reflecteert als een spiegel voor de toeschouwer. Het is echter een spiegel die geen natuurgetrouwe weergave biedt. Het werk vormt een directe confrontatie met symbolische connotaties: het bed als plaats van intimiteit, het bed als plaats van kwetsbaarheid, als plaats van ziekte en dood; melk als eerste vorm van voeding via de moedermelk. Het bed als alfa en omega. |
Yves Joris OXANA SHACHKO, SOFIE MULLER, KATYA EV. OVER MY (DEAD) BODY Nog tot 22.06.2019 Geukens & De Vil, Antwerpen Leopoldplaats 12, Antwerpen (1ste verdieping) www.geukensdevil.com In augustus opent in de galerie in Knokke (Zeedijk 735) een expo van de Amerikaanse kunstenares Martha Tuttle (°1989).
Oxana Shachko, zonder titel, tempera, eigeel, hout. Courtesy Estate Oxana Shachko/Geukens & De Vil
lijke anatomie. Voor deze expo slaat Muller nieuwe wegen in. Met bloed beschildert ze albasten dragers, een handeling die doet denken aan heidense offertradities. In deze werken en haar tekeningen en schilderijen toont Muller de kwetsbaarheid van het lichaam in al zijn vitaliteit.
Karin Borghouts, Het Huis, zie p. 30
borsten protesteerden ze tegen het heersende patriarchaat, seksuele uitbuiting van vrouwen, dictatorschap en religie. In 2014 werkte Shachko samen met de filmmaker Alain Margot voor de met prijzen overladen documentaire Je suis Femen. Tijdens de expo bij Geukens & De Vil treedt haar iconoclastische kunst in dialoog met werk van Sofie Muller en Katya Ev.
- 46-
#27_4.indd 46
23/05/19 22:48
Karin Borghouts, Het Huis, zie p. 30
UPDATE AGENDATIPS VOOR DE ZOMER
#27_4.indd 47
23/05/19 22:48
De dynamiek die hiervan uitgaat, wordt nog sterker als Vervaet licht, geluid of wind toevoegt. Tegelijk onderstrepen die sporen van het maakproces de centrale positie die hij toekent aan de mens. Die komt niet in beeld, maar is wel de maat waaraan alles wordt afgemeten. De solotentoonstelling Up on the hill, down by the river is een totaalinstallatie die de bezoeker onderdompelt in de wereld van Filip Vervaet. Abstracte werken wisselen af met werken die verwijzen naar natuurelementen, werken die immaterialiteit uitstralen met werken waarin de materialiteit net wordt benadrukt.
Tot 18.08.2019 Warandestraat 42, Turnhout www.warande.be
TURNHOUTS DRUKWERK – NATIONAAL MUSEUM VAN DE SPEELKAART Fred Bervoets
FRED BERVOETS – MAURICE VERBAET CENTER De neofiguratieve schilderkunst van Fred Bervoets maakt onmiskenbaar deel uit van de naoorlogse canon. Tijdens zijn lange carrière heeft deze ‘Neue Wilde’ van eigen bodem onophoudelijk en met grote intensiteit geschilderd en geëtst aan een imposant oeuvre. Hoewel zijn monumentale werken geworteld zijn in de waarneming van het alledaagse, geven ze uiting aan een veelomvattende, tegelijk getormenteerde en romantische visie op wereld. Fred Bervoets. Early works ‘60-’80 bevat nooit eerder getoonde topwerken van dit Antwerpse icoon. De expo vormt samen met Exploring Matter en Private Choices 2 een drieluik dat de dynamiek en diversiteit van de Belgische naoorlogse abstracte kunst in de verf zet. Exploring Matter is een confrontatie tussen Francis Olin (1928-1997) en Ralph Cleeremans (°1933), die beiden experimenteerden met
diverse technieken in hun zoektocht om de materie te sublimeren. Private Choices 2 tot slot is een kleurrijke selectie uit de private collectie van Verbaet. Samen vormen de drie expo’s het slotakkoord van de museale activiteit in het Maurice Verbaet Center.
Nog tot 30.06.2019 Mechelsesteenweg 64A, Antwerpen www.verbaet.com
FILIP VERVAET – CULTUURHUIS DE WARANDE Filip Vervaet houdt een vurig pleidooi voor het voortbestaan van het medium beeldhouwkunst. Hij gebruikt zowel aluminium, brons als glas met kleurensplitsende coatings en folies. Daarbij laat hij twee- en driedimensionale elementen interageren en vermengt hij sculpturale tradities met aspecten uit de populaire cultuur. Vaak blijft een deel van het creatieproces zichtbaar.
Al meer dan twee eeuwen is Turnhout een centrum voor industriële grafische bedrijven. Zij specialiseerden zich in de productie van boeken: van encyclopedieën en woordenboeken over kerkboeken tot stripalbums. Daarnaast werden en worden in Turnhout ook talloze andere zaken gedrukt: agenda’s, behangpapier, volks- en kinderprenten, verpakkingen, alle vormen van gelegenheidsdrukwerk ... en uiteraard: speelkaarten. Het mag dan ook geen verrassing zijn dat in de loop der jaren heel wat vakmensen in de hoofdstad van de Kempen neerstreken. De expo Turnhouts drukwerk grasduint in tweehonderd jaar vakmanschap en presenteert een sterk staaltje van de gevarieerde productie. Naast een ruime selectie drukken ligt de klemtoon op aanverwante producten en activiteiten, zoals papierverbetering (fantasie- en marmerpapier), verpakken, binden en vergulden.
Tot 31.08.2019 Druivenstraat 18, Turnhout www.speelkaartenmuseum.turnhout.be
- 48-
#27_4.indd 48
23/05/19 22:48
In 1931, vijftien jaar na de dood van Emile Verhaeren, werden in Belle Chair elf onuitgegeven gedichten gepubliceerd, met litho’s van Aristide Maillol. Nu verschijnt een nieuwe uitgave, vertaald door Patrick Lateur en geïllustreerd door Michael Bastow (VK, °1943). Zijn reeks aquarellen wordt ook getoond in het Verhaerenmuseum. Zowel de gedichten als de aquarellen zijn een onverhulde lofzang op de sensualiteit van het vrouwelijk lichaam. Beide tegenover elkaar stellen levert een meer dan boeiende dialoog op. Bastow studeerde architectuur en werkte als art director in de Britse filmindustrie voor hij besloot zich volledig op schilderen en grafiek toe te leggen. Zijn belangrijkste thema is het vrouwelijk naakt; de man is meestal niet meer dan een observerende schilder. In België, waar hij een aantal jaren heeft gewoond, kreeg Bastow vooral bekendheid door tentoonstellingen in de Stichting Veranneman en De Zwarte Panter. In 1993 illustreerde hij ook Zij, gedichten van Hugo Claus, met litho’s.
Tot 01.09.2019 Emile Verhaerenstraat 71, Sint-Amands www.emileverhaeren.be
ROOTSZOEKERS – RED STAR LINE MUSEUM De projecten van het Red Star Line Museum hebben de voorbije jaren heel wat bezoekers gestimuleerd om op zoek te gaan naar hun eigen historische of recente roots. Met soms alleen een verkleurde postkaart om van te vertrekken, ontdekten ze bijzondere verhalen en kwamen ze in contact met verre familie. In Rootszoekers staat de zoektocht van enkelen van hen centraal. Daarnaast nodigde het museum leerlingen van het Instituut Maris Stella – Sint Agnes in Borgerhout uit voor een onderzoek naar hun familie- en migratie-
Michael Bastow bij Emile Verharen Museum
BELLE CHAIR/HEERLIJK LIJF – EMILE VERHAEREN MUSEUM
geschiedenis. De verhalen van de meisjes van het zesde en zevende jaar Verzorging zijn kwetsbaar. Tussen de getuigenissen van Red Star Line-passagiers tonen deze jonge rootszoekers het resultaat van hun zoektocht, die nooit helemaal is afgerond. In kleine kamertjes, achter luiken of onder planken liggen verhalen, objecten en mooie creaties verborgen.
ander tijdsgewricht verkennen: van de eerste foto’s van de maan kort na de uitvinding van de fotografie, via het sleuteljaar 1969 en de periode van de Koude Oorlog tot een hedendaagse kijk op die ongrijpbare witte schijf aan het firmament.
Waalsekaai 47, Antwerpen 28.06-06.10.2019 www.fotomuseum.be
Tot 06.10.2019 Montevideostraat 3, Antwerpen www.redstarline.be
MAAN/MOON – FOMU Op 21 juli 1969, om 4.56 uur Belgische tijd om precies te zijn, zet Neil Alden Armstrong als eerste een voet op de maan. De jarenlange Space Race tussen de Verenigde Staten en de Sovjet-Unie lijkt hierdoor beslecht. Exact vijftig jaar later kijkt het Fotomuseum – FOMU terug op dit kantelpunt. Maan/Moon is een fotografische verkenning die onderzoekt hoe onze grootste satelliet door de jaren heen tot de verbeelding is blijven spreken. De tentoonstelling is opgedeeld in drie delen, die elk een
Postkaarten uit de collectie van Maarten Dings
- 49-
#27_4.indd 49
23/05/19 22:48
SPEEL EN WIN 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 1 2 3 4 5
Cultuurhuis in Turnhout. Materiaal dat Sofie Muller met bloed beschildert. Installatie van Elias Cafmeyer in Kunsthal Extra City. Stad in Andalusië waar de Spaanse barokschilder Murillo werkte. Werk van Ludovic Laffineur.
6 7 8 9 10 11 12 13 14
Mythologische dichter met wie kunstschilder Jan Cox zich identificeerde. Onrealistisch initiatief van Idris Sevenans. Stadsdeel waar Sofie Van de Velde, Jason Poirier dit Caulier en Tim Van Laere neerstreken. Deel van een gebouw waar je zowel Karin Hanssen als Elias Cafmeyer kan tegenkomen. Titel van een expo van 22 kunstenaars in Kalmthout. Kunstenaar die Het Laatste Avondmaal in Death Valley realiseerde. Nabisschilder die Saul Leiter enorm bewonderde. Voornaam van zestiende-eeuwse grondspeculant en projectontwikkelaar. Tentoonstelling in het Red Star Line Museum.
WEDSTRIJD 100% EXPO # 26
Mail het woord dat we zoeken vóór 15 juli 2019 naar expo@100procentcultuur.be en maak kans op 1 van de 5 x 2 Museumnachtpolsbandjes. Museumnacht Antwerpen vindt plaats op zaterdag 3 augsutus.
Oplossing: DEADLY AFFAIRS. Winnaars: Chris Vermeir – Aalst, Johan De Somere – Antwerpen, Leen Schellen – Meerle, Mark Van Deun – Geel, Lily Pijls – Tessenderlo
Meer tips voor cultuur op
www.infocultuur.be - 50-
#27_4.indd 50
23/05/19 22:48
De sleutel tot een deur die anders nooit opengaat? Met een Open Monumentenkaart krijg je toegang tot unieke historische plaatsen.
Aalst, Van
Maak van elke dag Open Monumentendag
#27_4.indd 51
Kijk op www.openmonumenten.be en ontdek alle voordelen voor leden
23/05/19 22:48
U bent een actieve persoon en ontdekt graag nieuwigheden ? U houdt van cultuur en gezellige uitstappen ?
Ontdek Momentum, een activiteitenclub die u het volgende aanbiedt : • ± 150 activiteiten per jaar binnen een rijk en gevarieerd aanbod zoals lezingen, kunst, cultuur, voorstellingen, sport, gastronomie, uitstappen, reizen, bedrijfsbezoeken, workshops, … • Alle activiteiten worden door ons zorgvuldig voorbereid, georganiseerd en begeleid. • U kan zorgeloos genieten van fijn gezelschap. Wenst u ons magazine MOMAG te ontvangen en meer te weten over onze organisatie? Zou u graag eens proeven van één van onze activiteiten? Neem dan zeker contact op met Beatrijs 0477/18.00.68, beatrijs@momentum-belgium.be
www.clubmomentum.be
PO EX e cod van t degeniet en l u U v in en aand hap m 15 aatsc . d li mipv 12
Momentum_annonce_190x270_NL.indd 1 #27_4.indd 52
Uitzonderlijk aanbod voor de lezers van dit magazine: U ontvangt 3 maanden extra gratis lidmaatschap indien u zich lid maakt via onze website www.clubmomentum.be
19/03/19 16:24 23/05/19 22:48