2 minute read

DE ENIGE ECHTE

Next Article
TIPS VOOR TRIPS

TIPS VOOR TRIPS

Waar men gaat langs Vlaamse wegen, komt men de pastorijstijl tegen. Voor de authentieke historische ervaring steekt u best meteen door naar het Openluchtmuseum Bokrijk. Daar is de Pastorij uit Schriek onlangs helemaal gerestaureerd.

Pastoor Adrianus Snoeckx was geboren met een gouden lepeltje en die levensstijl liet hij zich ook welgevallen in de imposante pastorij die hij in 1776 liet bouwen in Schriek, een gehucht van Heist-op-den-Berg. De zanderige Kempen was een arme regio, met nederige lemen langgevelhoeves. Het contrast met de pastorij moet groot geweest zijn. De pastorij, gebouwd met kwaliteitsvolle lokale materialen, verrees naast de dorpskerk. De symmetrische opbouw en de functionele indeling waren typisch voor de pastorijarchitectuur van die tijd. Via een centrale as liep de gang van de voor- naar de achterdeur.

Links bevonden zich de ontvangstruimte en de keuken, rechts de zitkamer en de eetkamer. De slaapkamers waren boven. Het woonhuis werd geflankeerd door een koetshuis en een paardenstal. Die gebouwen werden samen met de pastorijtuin omsloten door een muur. Kortom: alles samen moet mijnheer pastoor behoorlijk wat indruk gemaakt hebben op de eenvoudige Schriekenaar.

Zilver En Porcelyn

Enkele weken na het overlijden van pastoor Snoeckx werd zijn inboedel openbaar verkocht, op 20 juni 1797. Het Wekelycks Bericht Voor de Stad en de

‘PASTORIJ WAS HET KATHOLIEKE GEMEENTEHUIS’

Provincie van Mechelen had het in de aankondiging over ledikanten met zeer schone behangsels, pluymenbeddens, zilveren lepels en fourchetten en differente soorten van porcelynen

Bij de opkomende, chique tafelcultuur van de 18de eeuw, met rijk gedekte feestdissen en verfijnd zilverwerk, hoorden ook nieuwe tafelvoorwerpen, zoals soepen vleesterrines, sauskommen, mosterdpotten en strooibussen. Wanneer pastoor Snoeckx niet aan het tafelen was, kon hij genieten van verscheyde schilderyen en printen en menigte schoone boeken. De man etaleerde kunst en literatuur, wat paste bij zijn maatschappelijke status. Samen met de burgemeester en de dokter behoorde de pastoor tot de notabelen van het dorp.

Zijn parochianen kwamen in de pastorij langs om dopen, huwelijken en begrafenissen te bespreken en raad te vragen. De pastorij werd daarom ook wel eens het katholieke gemeentehuis van de parochie genoemd.

Wijn Verzacht De Zeden

In de loop van bijna 200 jaar waakten in deze statige woning tien verschillende geestelijke herders over het zielenheil van hun parochianen. De tweede in de rij is een aparte vermelding waard. Pastoor Joannes Franciscus Raeymaekers beschrijft in zijn memoires in sierlijk Latijn de woelige jaren van de Franse bezetters (1794-1805), die in eigen land de Kerk hadden afgeschaft en in België met diezelfde plannen te werk gingen. Gelukkig kon Raeymakers uit zijn rijke wijnkelder putten om de kelen van de Franse soldaten gesmeerd en de verstandhouding met de bezetter op peil te houden. In de jaren 1960 knipte pastoor Jozef Van Cuyck als laatste het licht uit, om te verhuizen naar een nieuwe pastorij verderop in het dorp.

In Stukjes Verhuisd

Jozef Weyns, de eerste conservator van het Openluchtmuseum Bokrijk en een geboren Heistenaar, had een boon voor de Pastorij van Schriek. Hij zag het gebouw als een waardevolle aanwinst voor het Kempisch deel van het museum. Na lang onderhandelen met het gemeentebestuur haalde hij zijn slag thuis. In 1969 werd het woonhuis zorgvuldig afgebroken en in netjes genummerde onderdelen naar Bokrijk overgebracht. De heropbouw zou vijf jaar in beslag nemen. Conservator Weyns maakte de voltooiing niet meer mee. In 1976 werd de pastorij geopend door zijn opvolger Marc Laenen.

Bijna een halve eeuw later was het volledig gebouwenpatrimonium van Bokrijk aan een grondige restauratie toe. Het museum neemt maar liefst 124 historische gebouwen, waaronder de Pastorij uit Schriek grondig onder handen. Het Openluchtmuseum Bokrijk

This article is from: