De ultieme crisis De dood wordt door veel mensen ervaren als de grootste crisis die ze kunnen meemaken. De volgende column stond in de Apeldoornse Courant, eind jaren negentig. Laatste zucht Tot de laatste snik, ‘een uiterste krachtsinspanning’, ‘de man met de hamer’, ‘een gevecht op leven en dood’. Ach de sport heeft zoveel menselijkheid in zich. Het lichaam wordt tot aan het randje gedreven en de geest zorgt voor de topprestatie. Zo zal het altijd blijven. De modelatleet zonder doorzettingsvermogen kan beter op het strand gaan liggen. De doorbijter, de pijnlijder, de mentale kanjer, die zal zegevieren. Ik ben een jaar bezig geweest met doodgaan, maar net zo hard met ‘willen leven’. Ik heb in die strijd gemerkt, dat de geest vele malen sterker is dan het lichaam. En omdat geest en lichaam toch hand in hand door het leven gaan, kan dit voor elke sporter een wijs gegeven zijn. Verken je sportieve grenzen, stel je doelen en laat jezelf uittillen boven de middelmaat. Veel mensen doen het zonder sport, maar ik denk dat je met een sportieve benadering een sportieve inspanning en een sportieve geest veel gezonder in het leven zult staan. Sport is meer dan een maatschappelijk erkend verschijnsel. Het bindt, het pleziert, het ontwikkelt. Ik mocht er in mijn leven altijd bovenop zitten, het observeren, registreren en creatief verwerken. Voorop stond steeds de sporter, de atleet plus z’n vormer, z’n trainer. De rest zoals bestuurders en sponsors, hoort voor hen door het slijk te gaan. Een sporter sport voor zichzelf voor zijn eigen plezier en genot. Dat hij/zij daarmee ook vele anderen verrukt is mooi meege146