Fleet & Business 185 NL

Page 1

BELGIQUE-BELGIE P.P - P.B. 4700 EUPEN 1 BC 30805

Het automagazine van de beHeerders

I www.fleet-business.com I

MMM BUSINESS MEDIA - Zeswekelijks informatietijdschrift - JUNI-JULI 2011 - Nederlandstalige uitgave - Kantoor : Eupen 1 - P205029

I Nr 185 I JUNI-JULI 2011 I

Benny Gers PROGRESSIO

Geert De Cock TER BEKE

Werner Vanaken BORZEE

Jimmy Andries DHL BELUX

Het grote TCO-Paneldebat DOSSIER TCO-BEHEER ELKE KOSTENPOST TELT

Member of

Network

FLEET-OWNER DE NIEUWE CAR POLICY BIJ PWC

HYUNDAI I40 LUXE EN KWALITEIT

International Fleet Guide – Car Taxation in Belgium Bestel nu de volledige update op http://shop.mmm.be



EDITO

INHOUD FOCUS 05 Dossier : Beheer van de TCO In dit dossier staan we stil bij de Total Cost of Ownership, één van de kernbegrippen in het fleet management. We ontleden de verschillende componenten van de TCO en gaan na hoe de vlootverantwoordelijke de kosten ervan kan drukken. In ons grote TCO-Paneldebat delen 3 fleet-owners onder begeleiding van fleet consultant Benny Gers hun praktijkervaringen.

36 37 38 40

43 50

ACTUA Fleet echo’s 3 Vragen aan… - Joris Spigt, Audi Fleet Manager Fleet Partner: - Fleet&DriverCare Fleet-owner: - Christian Claessens en Christophe Van Obergen (PwC)

p.36 p.37 p.38

p.40

AUTO Nieuw: Hyundai i40, Mercedes-Benz C220 CDI, Opel Astra Sports Tourer, p. 43 Peugeot 308, Kia Picanto Fleet Partner: - Citroën Business p. 50

@

OP HET WEB • De voordelen van autodelen • Nissan Belux zet zwaar in op fleetmarkt • En de dagelijkse actualiteit uit de Belgische fleet- en leasewereld

www.fleet-business.com

Steven SCHOEFS Hoofdredacteur

De firmawagen heeft bestaansrecht De firmawagen ligt onder vuur. Politici en academici willen de fiscale voordelen van diesel aanpakken en de aantrekkelijkheid van de brandstofkaart en de firmawagen beperken. De redenen hiervoor zijn drieledig: dieseluitstoot is schadelijk voor het milieu, de firmawagen is de hoofdschuldige voor het fileleed en de fiscale voordelen van de firmawagen zijn sociaal onrechtvaardig. De dieseluitstoot is inderdaad schadelijk, maar wat de koe uitstoot, is dat nog veel meer. De firmawagens staan inderdaad te vaak in de file, maar dat doen de particuliere wagens jammer genoeg ook. Om zomaar te besluiten dat de firmawagen weg moet, is hallucinant kort door de bocht. De firmawagens zijn de nieuwste en meest propere wagens die rondrijden, de firmawagen heeft bestaansrecht omdat de meerderheid van de fleetbestuurders de wagen nodig heeft voor zijn job, de firmawagen wordt zo vaak gebruikt omdat de alternatieven onvoldoende ontplooid zijn, en zij die de wagen als extralegaal voordeel geven, hebben door de hoge loonkost net zomin een aantrekkelijk alternatief voorhanden. Toch is het goed dat u nu al nadenkt over een nieuwe mobiliteit en de integratie van elektrische en hybride voertuigen. Maar, wil dit een succes worden, zal ook daar het fiscale klimaat en het leadership van de overheid een prominente rol spelen.

“Om zomaar te besluiten dat de firmawagen weg moet, is hallucinant kort door de bocht.”

EDITORIAL TEAM Editor in chief: Steven Schoefs (sschoefs@mmm.be) Team: Stijn Phlix (Final Editor), Ferre Beyens, Frédéric De Backer, Charles Demoulin, Olivier Maloteaux, Koen Mortelmans, Jos Sterk, Michaël Vandamme, Julie Widart Experts: Daniel Debrouwer (EuroFleet Consult), Bart Vanham (Fleet&DriverCare), Frank Vancamp (KPMG), Michel Willems (Mobilitas), Benny Gers (Progressio), Paul Gestels (Experts4Fleet), Professor Joeri Van Mierlo (Vrije Universiteit Brussel), Professor Peter Cooke (University of Buckingham) SALES & MARKETING TEAM Sales Director: Marleen Neukermans (mneukermans@mmm.be) Sales Manager: David Baudeweyns (dbaudeweyns@mmm.be) Sales assistants: Patricia Lavergne (plavergne@mmm.be), Romina De Gregorio (rdegregorio@mmm.be) Marketing: Kathleen Hubert (khubert@mmm.be)

EDITOR Development Director: Caroline Thonnon Managing Director: Thierry Degives Editor/CEO: Jean-Marie Becker

SUBSCRIPTIONS www.fleet-business.com/shop Price: 65 EUR - 1 year Parc Artisanal 11-13 - 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 88 18 Sophie Demeny (sdemeny@mmm.be) © Reproduction rights (texts, advertisements, pictures) reserved for all countries. Received documents will not be returned. By submitting them, the author implicitly authorizes their publication.

PRODUCTION Head: Sonia Counet

MMM BUSINESS MEDIA sa/nv Complexe Arrobas Parc Artisanal 11-13 4671 BLEGNY-Barchon (Belgium) Phone: 00 32 (0)4 387 87 87 Fax: 00 32 (0)4 387 90 87 info@mmm.be www.mmm-businessmedia.com

3



DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

Elke kostenpost telt

Stijn PHLIX

INHOUD TCO, op zoek naar de juiste definitie

07

Brandstof is grootste kostenpost

10

De invloed van de financieringsformule

14

Het belang van de restwaarde op de TCO

17

ROB een ondergewaardeerde TCO-component

21

TCO en Track & Trace

26

Verzekeringen en TCO, een duidelijk verband

29

Fleet-owners over de do’s en don’ts van het TCO-beheer

32

Een goed inzicht in de TCO geeft de vlootverantwoordelijke een middel om bepaalde keuzes te verantwoorden, zowel ten opzichte van de bestuurder als de directie.

Fleet&business I 185 I JUNI-JULI 2011 I

De Total Cost of Ownership of de TCO is dé kapstok voor een budgettair up to date wagenparkbeheer. Niet alleen heeft de vlootverantwoordelijke een middel, een concept in handen om de kosten te drukken, maar hij of zij kan hiermee bepaalde keuzes verantwoorden, zowel ten opzichte van directie als bestuurders. Voor een efficiënt beheer is het van belang dat de vlootverantwoordelijke elke kostenpost onder de loep neemt: van de keuze van de financieringsformule over brandstofbeheer tot het ROB-verhaal (Reparatie, Onderhoud, Banden) en de controle van voertuig en gebruiker. In dit dossier staan we stil bij de verschillende TCO-componenten en gaan we na in welke mate de vlootverantwoordelijke er zelf een invloed op kan hebben.

5



DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

Maak een onderscheid tussen ECU en RCU De TCO (Total Cost of Ownership) is de som van alle kosten die met het gebruik van een voertuig verbonden zijn. Het berekenen van de TCO geeft u als wagenparkverantwoordelijke dan ook inzicht in de toekomstige kost van uw wagenpark. Een goed begrip hiervan is essentieel om de kosten verbonden aan de TCO onder controle te houden. Maar hoe kunnen we die TCO op een juiste manier definiëren?

W

e legden deze vraag en nog een paar andere vragen voor aan Paul Gestels van Experts4Fleet, Peter Hennion van Eurofleeting en Fernand Daemers van EuroFleet Consult. Volgens Peter Hennion spreekt “Total Cost of Ownership” voor zich. Vrij vertaald is het de totale kost om een bepaald goed te bezitten. Ondanks deze eenvoudige definitie stelt hij steeds vaker vast dat de concrete berekening of invulling van deze definitie, niet zo duidelijk laat staan eenvoudig is. Tot de TCO moeten in de visie van Paul Gestels alle directe en indirecte kosten in verband met het gebruik en de aanschaf van een bedrijfswagen worden gerekend. Het voordeel van TCO is dat het een realistisch beeld geeft van de reële kosten van een voertuig, kosten die soms moeilijk in de boekhouding zijn terug te vinden. Uiteraard is TCO afhankelijk van het moment van berekening. Zo kan een verschil worden gemaakt tussen Estimated Cost of Use (ECU) en Real Cost of Use (RCU), waarbij eerstgenoemde berekening uitgaat van de geraamde kosten en laatstgenoemde de werkelijke kosten op het einde van het gebruik vertegenwoordigt. Door een eventueel groot verschil tussen ECU en RCU kunnen minder goede wagens worden ontdekt. Het kan dus alleszins interessant zijn om de berekening op twee manie-

Fleet&business I 185 I JUNI-JULI 2011 I

Naar de nabije toekomst toe geloven de fleet consultants dat de brandstofkosten en de kosten gelinkt aan de fiscaliteit van de firmawagen in belang zullen toenemen en dus zeker uw aandacht verdienen.

7


DOSSIER BEHEER VAN DE TCO ren te maken. Ook Fernand Daemers geeft de voorkeur aan de term Estimated Cost of Use.

Toenemend belang van fiscaliteit en brandstof Op de vraag welke elementen binnen de TCO in de toekomst de grootste kost gaan uitmaken antwoordde Paul Gestels van Experts4Fleet dat ongetwijfeld de fiscale aftrekbaarheid een belangrijke rol

gaat blijven spelen. Het maakt namelijk een heel verschil of die 60% dan wel 80% bedraagt. Daarnaast moeten natuurlijk ook de brandstofkosten worden vermeld. Die waren in het verleden, meer bepaald tot 2009, voor 100% aftrekbaar. Vanaf 2010 is die aftrekbaarheid voor bedrijven echter gereduceerd tot 75%. De grootste kost zal volgens Fernand Daemers van EuroFleet Consult uiteraard wel altijd de gebruikskost blij-

Het meest onderschatte element wat betreft TCO is volgens Paul Gestels het rijgedrag van de bestuurder.

EXTERNE FACTOREN De complexiteit van TCO binnen fleet management heeft volgens Peter Hennion ongetwijfeld te maken met de algemene complexiteit van het wagenparkbeheer. De TCO van een vloot of een specifiek voertuig wordt immers bepaald door 5 externe factoren die de fleet manager dient te beheren en beheersen : 1. Het gedrag van de bestuurder : hoe rijdt hij met de wagen en hoe strikt interpreteert de bestuurder het “goede huisvader” principe. 2. De condities van de leveranciers : hier spreken we over de verschillende contractuele afspraken die gemaakt worden met de diverse leveranciers met betrekking tot hun prijszetting en hun dienstverlening. 3. De keuze van het voertuig : dit spreekt voor zich, afhankelijk van de keuze van het merk, modeltype en motorversie worden verschillende elementen van de TCO bepaald. 4. Het gebruik van het voertuig : hierbij wordt rekening gehouden met de effectieve levenscyclus van het voertuig. Hoeveel kilometers worden gereden? Wanneer wordt een wagen vervangen? Welke lading wordt met het voertuig vervoerd,… 5. Externe marktomstandigheden zoals daar zijn evolutie van olieprijzen, wijzigingen in taxatie en wetgeving,…

8

ven, maar het belang van de almaar groter wordende fiscale druk en de brandstofkosten zullen een enorme uitdaging worden voor diegenen die de kosten van hun wagenpark efficiënt willen beheren. Het is dan ook raadzaam hieraan van bij de start aandacht te schenken. Er zijn volgens Paul Gestels verschillende elementen waar de wagenparkbeheerder zijn invloed op kan uitoefenen. Op de eerste plaats is dat het geval op de CO2-uitstoot bij de aanschaf van de wagen. De wagenparkbeheerder zal uiteraard mikken op een zo laag mogelijke CO2-uitstoot. Een tweede belangrijke factor is vanzelfsprekend het rijgedrag van de bestuurder en de mate waarin hij zorg draagt voor zijn voertuig. Dit alles zal niet alleen een invloed hebben op de verbruikscijfers van het voertuig, maar ook op de ongevallenstatistieken en uiteindelijk op de staat van de wagen. Een goed wagenparkbeheerder zal deze twee factoren nauwlettend in de gaten houden. Volgens Fernand Daemers kan de vlootbeheerder op alle kostenelementen invloed uitoefenen, tenminste indien hij er open voor staat en pragmatisch te werk gaat: • Op de gebruikskost door de initiële keuze van het voertuig (restwaarde, operationele kosten) • Brandstof: opnieuw door keuze van zuinige motoren en door een streng beheer van de berijders: die kunnen het geschatte brandstofverbruik door een onverantwoord rijgedrag met een halve tot 1 liter negatief beïnvloeden. (1 liter meerverbuik op een gemiddeld aantal kilometer van 30.000 per jaar komt vandaag neer op 33 EUR meerkost per maand) • Fiscaal niet-aftrekbare kosten: initiële keuze en onder-

gaan van de maatregelen van de staat. Goed nieuws is er op dat vlak evenwel niet te verwachten. • CO2-bijdrage: initiële keuze • Algemeen beheer: strenger management op de niet zo zichtbare kosten van het wagenpark, die nochtans een niet onbelangrijke invloed hebben op de Real Cost of Use. Het gaat om de bijkomende kosten tijdens het gebruik van de auto, veelal veroorzaakt door het rijgedrag van de berijders: vrijstellingen op cascoverzekering, brandstofverbruik (zie hoger), boetes, staat van het voertuig bij einde contract, …

Onderschatting van invloed rijgedrag Voor Fernand Daemers zijn er twee elementen die onderschat worden. Allereerst is er het fiscale element, dat samengeteld goed is voor 18 tot 20% van de Estimated Cost of Use van het voertuig. Daarnaast is er ook het management van de berijders, dat de totale kostenstructuur van de vloot met 10% kan beïnvloeden. Het meest onderschatte element wat betreft TCO is volgens Paul Gestels het rijgedrag van de bestuurder. Vraag is uiteraard hoe dat rijgedrag moet worden bekeken. De statistieken van de boetes die een bepaalde bestuurder heeft ontvangen, geven al een goede indicatie. Wie veel boetes krijgt, heeft meer kans op ongevallen en kan dikwijls meer eindecontractschade hebben. Bovendien zal zijn of haar wagen meestal in veel slechtere toestand zijn dan de wagen van iemand die voorzichtiger rijdt. Uiteindelijk zal dit resulteren in een hogere kostprijs bij dit type van chauffeur. Daarom is het belangrijk om zowel voertuig als bestuurder op te volgen. Jos STERK



DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

Brandstofkosten beïnvloeden De stijgende brandstofkosten en de verminderde fiscale aftrekbaarheid van tankkosten maken dat vlooteigenaars meer aandacht besteden aan brandstofverbruik. Geen wonder, met de stijgende prijzen en kosten kan het brandstofverhaal vandaag tot ongeveer 30% van de totale vlootkost uitmaken. Toch kaderen de maatregelen om de brandstofkosten te verminderen meestal in een ruimer geheel. De minst zuinige wagens verdwijnen stilaan uit de wagenparken.

W

ij doen niet mee aan de dagelijkse 'camionettenkoers'," zegt wagenparkbeheerder Patrick Houben van bouwonderneming Kumpen (Hasselt). Daarmee wijst hij op de dagelijkse ritten van bouwbedrijven naar en van hun bouwplaatsen in heel

"

België. "Voor ons komt de veiligheid van onze medewerkers op de eerste plaats. Ze accepteren dat. Bij het vernieuwen van ons wagenpark kiezen we sinds begin 2010 alleen nog voor kleine wagens met een CO2-uitstoot van 115 gram of minder. De directiewagens mogen nu nog

145 gram halen. Bij de utilitaire voertuigen is de snelheid begrensd op 125 kilometer per uur." Kumpen stemt zijn aanwervingsbeleid op zijn mobiliteitsbeleid af. "Wanneer we moeten kiezen tussen twee nieuwe kandidaat-werknemers met gelijkwaardige capaciteiten, krijgt degene die het

Adecco vernieuwde onlangs zijn vloot met een aantal zuinige Renaults Clio. Wagenparkverantwoordelijke Bruno Van Cauwenbergh is de vierde persoon van links.

10

dichtst bij een plaats woont waar we al collega's moeten oppikken de voorkeur. Door die aanpak moeten we ook minder utilitaire voertuigen inzetten." De nieuwe aanpak leverde Kumpen vorig jaar al een aanzienlijk minderverbruik aan brandstof en lagere CO2kosten op én een mindere


keuzes vlootbeheerders

CO2-uitstoot van 42,7 Ton in 2010. "We bekijken verschillende nieuwe opties voor de toekomst, maar denken er voorlopig nog niet aan de privékilometers te beperken. Aangezien onze werknemers reeds vele uren per dag van huis zijn, zijn deze sowieso beperkt." De onderneming is wel gestart met het downsizen van het wagenpark, door het inschakelen van meer utilitaire voertuigen met AdBlue techniek en de bezettingsgraad daarvan te monitoren. Ze heeft ook een soort trechter geïnstalleerd, door de keuze binnen nieuwe poulewagens te beperken tot één enkele merkengroep met een maximumgrens voor CO2-uitstoot per categorie. Uitzendspecialist Adecco kijkt wel uit dat het (privé-)brandstofverbruik binnen de perken blijft. "De maatstaf is 20.000 kilometer per jaar. Bij de mensen die meer kilometers doen, bekijken we of de functie dit noodzaakt en rechtvaardigt. Ook wanneer we bijvoorbeeld merken dat er met dezelfde tankkaart meerdere tankbeurten kort na elkaar plaatsvonden, kijken we nauwlettend toe," aldus wagenparkverantwoordelijke Bruno Van Cauwenbergh. Tot de toekomstmogelijkheden van Adecco en van Kumpen behoort een cursus ecodriving. "Persoonlijk heb ik er al één gevolgd. Als het zover komt zal dit gebeuren in samenwerking met KBC Autolease en met D'Ieteren," zegt Patrick Houben. Vooral

de jongeren stonden meteen positief tegenover het gebruik van minder milieubelastende wagens. "Sommige mensen voelen de overschakeling naar dergelijke wagens aan als een verlies van comfort of van status, maar we werken eraan om alle neuzen in dezelfde richting te krijgen. De constructeurs hebben daarin ook een rol te spelen. We hopen dat ze erin slagen in dezelfde prijsklasse zuinige modellen aan te bieden met hetzelfde comfort als de bestaande wagens."

Wachten op elektrische infrastructuur Kumpen heeft het Limburgs milieuconvenant ondertekend en benchmarkt de CO2-uitstoot van zijn groeiende vloot. "Die vloot omvat momenteel 200 wagens. De meeste wagens vervangen we na 4,5 jaar. Dit komt erop neer dat we jaarlijks ongeveer 55 wagens verwisselen. Een volledige omschakeling naar wagens met een lagere CO2uitstoot kan dan ook vrij snel verlopen. Wanneer we in 2012 of zelfs dit jaar zouden merken dat de laadinfrastructuur voor elektrische wagens gevoelig zou toenemen, kunnen we snel beginnen overschakelen op elektrische wagens. We bestuderen de aanschaf van een elektrische poulewagen. Tegelijk houden we ook de evolutie van de wagens op aardgas in het oog. En we hebben al langer onderzocht wie binnen onze onderneming veel lange of korte, dikwijls onderbroken ritten maakt.

HYBRIDE WAGENS ZULLEN BLIJVEN "Hybride is geen overgangstechnologie tot er voldoende oplaadinfrastructuur beschikbaar is voor elektrische wagens," onderstreept Stefano Petralia, Business Sales Manager van Toyota. "Het zal ook daarna een volwaardige oplossing blijven." Hij wijst erop dat er voor volledig elektrische wagens in sommige middens al scenario's op tafel liggen om de wagens zelf te verkopen, maar de batterijen te verhuren. "Bij een hybride wagen maakt de batterij integraal deel uit van de aankoop," stelt hij. "De aankoopkost van een hybride wagen ligt wel wat hoger dan die van een vergelijkbare ecodiesel, maar hij heeft ook wat meer vermogen én een potentieel terugverdieneffect tijdens het gebruik." Diesel ziet hij nog altijd als de beste oplossing voor wie constant lange afstanden aflegt, over vrije wegen. "Maar een van de meest typische gebruikers van een bedrijfswagen is een persoon met een administratieve baan op een vaste locatie, die zich elke ochtend en avond tijdens de spitsuren zowel door het drukke Brusselse stadsverkeer moet wurmen als een stuk over dichtgeslibde snelwegen moet rijden. Een hybride wagen is dan economisch de beste keuze. Tijdens het trage stadsverkeer, met veel stilstanden, gebruik je de elektrische batterij en op de snelwegen en op rustige landelijke wegen de mix van een conventionele en een elektromotor."

11


DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

Patrick Houben van bouwfirma Kumpen in Hasselt denkt eraan om ecodrivingcursussen in te voeren, zodat de brandstofkost nog meer onder controle gehouden kan worden.

Fleet&business I 185 I JUNI-JULI 2011 I

In functie daarvan kunnen we hen een benzine- of een dieselwagen bezorgen."

12

Bij Adecco kaderen de besparing op brandstofkosten en de vermindering van de CO2uitstoot in een breder geheel. "Nieuwe maatregelen zullen deel uitmaken van een totaalpakket binnen duurzaam en sociaal verantwoord ondernemen," verklaart Bruno Van Cauwenbergh. "Binnen een algemene cultuurwijziging is het ook gemakkelijker zulke veranderingen door te voeren. Want sommige wagens met hoge CO2-uitstoot en dus hoge brandstofkosten hebben wel een zeker niveau van statussymbool." Het verlagen van de CO2-uitstoot van het wagenpark is binnen die aanpak wel één van de zwaarste

prioriteiten. "Het overheidsbeleid bestond aanvankelijk uit het belonen van wagens met een lage CO2-uitstoot, maar evolueert almaar meer in de richting van het bestraffen van een hoge uitstoot."

Decentrale inplanting De hele Adeccovloot telt ongeveer 650 wagens. Om praktische redenen werkt Adecco niet met poulewagens. "Het zou ook geen zin hebben onze medewerkers allemaal een trein- of busabonnement te geven. We hebben 140 kantoren, die bijna allemaal ingeplant zijn 'onder de kerktoren'. Maar wanneer onze medewerkers hun klanten-werkgevers willen bezoeken, moeten ze zich daarvoor vooral naar afgele-

gen bedrijventerreinen begeven. Dan is een individuele wagen de beste oplossing. De locatie maakt het ook onrealistisch om over te stappen naar elektrische wagens. Niet alleen omdat we dan 150 laadpalen zouden moeten plaatsen, maar ook omdat je 'onder de kerktoren' zelden over eigen parkeerplaatsen beschikt. En wat een trage laadbeurt betreft: zie je al een snoer over de breedte van de Dorpsstraat naar het marktplein aan de overkant lopen?" Binnen zijn TCO-aanpak schroefde Adecco het aantal merken dat het zijn medewerkers aanbiedt al terug van acht naar vier. "Die zijn verdeeld in vier categorieën, op basis van de hiërarchische functie van de gebruiker. Wanneer het leasecontract van een eerdere

wagen af loopt, vervangen we hem alleen door een zuinig type op het niveau van de gebruikers. In de eerste categorie bijvoorbeeld vervangen we alle Opel Corsa's door Renault Clio's, met een CO2uitstoot van amper 94 gram." Adecco heeft één enkele hybride wagen in zijn vloot. "Een Toyota Prius. Het is de keuze van één bepaalde persoon. Wegens de aankoopprijs behoort deze wagen wel tot de hoogste categorie, net zoals de BMW en de Audi." Dit brengt met zich mee dat alleen de hogere kaders het 'voorbeeld' kunnen geven. Koen MORTELMANS



DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

Een financiering op maat van uw portefeuille Wanneer je een zaak hebt of je bent binnen de onderneming verantwoordelijk voor de wagens van het personeel, kan je de financiering van de firmawagens op verschillende manieren organiseren. Afhankelijk van het beschikbare eigen vermogen, de tijd die je aan het beheer en de opvolging van de firmawagens wenst te besteden en de mate van controle die je over het beheer wilt houden, kies je voor aankoop met eigen middelen of een of andere huurvorm.

De keuze van financieringsformule bepaalt in welke mate u controle heeft over het beheer van uw vloot.

Aankoop met eigen middelen Wil je de controle over de firmavoertuigen zelf in de hand houden, heb je voldoende liquide middelen in kas en ben je graag eigenaar, dan kan het een optie zijn om de voertuigen zelf aan te kopen. Dit betekent dat de aangekochte voertuigen deel uitmaken van de vaste activa van de onderneming. Je bepaalt zelf wanneer je deze voertuigen aanschaft, hoe je ze onderhoudt en wanneer je ze weer verkoopt. De eventuele winsten en/of verliezen hieraan verbonden zijn voor de rekening van jouw bedrijf. + vrijheid en controle over de aanschaf en het beheer van het voertuig - investeren van eigen middelen in voertuig ipv in core business - investeren van tijd in beheer en opvolging - niet optimaal beheer van diensten rond het voertuig : verzekering, banden, brandstof, schades…

Krediet Je kunt ook een autokrediet aanvragen bij de bank of de autoverdeler. In tegenstelling tot aankoop met eigen middelen kan je met een autokrediet de afbetaling van het voertuig, alsook de BTW-financiering in de tijd spreiden. Maar deze formule heeft wel een impact op de kredietlijn

14

van het bedrijf. Bovendien ben je ook hier zelf verantwoordelijk voor het beheer van de voertuigen en de eventuele diensten eromheen. + vrijheid en controle over de aanschaf en het beheer van het voertuig - investeren van eigen middelen in voertuig ipv in core business - negatieve impact op kredietlijn - investeren van tijd in beheer van de voertuigen - niet optimaal beheer van diensten rond het voertuig : verzekering, banden, brandstof, schades…

Financiële leasing Een derde mogelijkheid tot financiering is financiële leasing. Bij financiële leasing koopt een leasemaatschappij de wagen en verhuurt die wagen voor een bepaalde periode in ruil voor een maandelijks bedrag. Na afloop van de huurperiode kun je als klant het voertuig aankopen tegen de restwaarde (in principe tussen 5% en maximum 15% van de initiële waarde). De restwaarde is de economische waarde van de wagen na de gebruikstijd van die wagen. De auto staat ingetekend in de balans van jouw bedrijf. De kosten voor beheerelementen zoals onderhoud, herstellingen, verzekering en andere servicecomponenten zijn voor jouw rekening, al kunnen som-


mige leasemaatschappijen deze servicecomponenten verzorgen tegen een meerprijs. + de financiering is op de auto afgestemd + geen prefinanciering van BTW en taksen + op het einde van het contract wordt u eigenaar van de auto - betaling van BTW verschuldigd op de gefactureerde belastingen - niet optimaal beheer van diensten rond het voertuig : verzekering, banden, brandstof, schades…

risico van de exploitatie bij de leasemaatschappij. + geen invloed op de schuldratio van de onderneming + geen prefinanciering van BTW en taksen + omvattende kosten- en dienstenbeheersing + meer tijd voor uw core business door de uitbesteding van de vloot + vaste maandelijkse kostenfactuur - u moet vertrouwen op expertise en opvolging van de leasepartner - vroegtijdige stopzetting of verlenging kan extra kosten genereren

Operationele leasing

Fleet Management

Tot slot is er operationele leasing. Dit is een all-in verhuurformule over lange termijn. U ontvangt een compleet verhuurpakket voor een welbepaalde periode en/of een welbepaald aantal te rijden kilometers waar zowel de financiering (afschrijving, rente, taksen) als de beheerdiensten (onderhoud, brandstof, herstellingen, banden, verzekering en vervangend vervoer) inbegrepen zijn. U betaalt een maandelijks bedrag, dat niet noodzakelijk de investering terugbetaalt, omdat er rekening wordt gehouden met de restwaarde van de wagen en de auto blijft eigendom van de leasemaatschappij. De dienstverlening van de leasemaatschappij is erop gericht dat u mobiel blijft.

Wenst u de financiering van de wagens voor eigen rekening te houden, maar het beheer ervan niet, dan kan u bij de leasemaatschappij intekenen op een fleet managementformule. De leasemaatschappij verzekert dan het beheer van de diensten (onderhoud, brandstof, herstellingen, banden, verzekering en vervangend vervoer) rond de firmawagen en zorgt voor een opvolging van uw vloot, maar uw onderneming blijft eigenaar en draagt de winsten en/of verliezen bij een doorverkoop van de wagens. Deze formule kan de brug zijn tussen vloten die vandaag via aankoop met eigen middelen worden beheerd en waar geaarzeld wordt over langetermijnverhuur en operationele leasing.

Wil je een goede controle behouden, kan je kiezen voor operationele leasing in open boek. Je krijgt inzage in het huurdossier en op het einde van het contract wordt de afrekening gemaakt. Heb je de voertuigen als een “goed huisvader” behandeld, bestaat de kans dat je geld terugkrijgt, in het andere geval mag je wat toeleggen. Kies je voor operationele leasing in gesloten boek dan heb je geen inzage, maar ligt het

+ vrijheid over de aanschaf en de doorverhoop van de wagen + beheerkennis van een specialist - investeren van eigen middelen in voertuig ipv in core business

Sale & Lease Back Bent u eigenaar van de firmawagens en wenst u dat niet langer te zijn, omdat u uw liquide middelen nodig heeft, extra investeringen in uw core

business plant, uw vloot te snel aangroeit of u het beheer van de wagens niet meer wilt organiseren, dan kunt u voor een Sale & Lease Back-formule kiezen. U verkoopt uw wagens aan de leasemaatschappij en die verhuurt ze samen met de diensten terug aan u.

+ liquiditeiten worden verhoogd + beheerkennis van specialist wordt toegevoegd - u moet vertrouwen op expertise en opvolging van de leasepartner - vroegtijdige stopzetting of verlenging kan extra kosten genereren

+ voertuigen niet langer op activa

Steven SCHOEFS

Stéphane Verwilghen: "Er bestaan verschillende financieringsmogelijkheden voor de firmawagen, maar naar kostenbeheersing toe biedt operationele leasing de meest interessante uitkomst."

“ENKEL OPERATIONELE LEASING BIEDT KOSTENBEHEERSING” Stéphane Verwilghen is naast managing director van Arval Belgium ook voorzitter van Renta, de Belgische Federatie van Voertuigen Verhuurders. “Van de verschillende financieringsvormen biedt enkel operationele leasing een totale kostenbeheersing aan. Deze formule geeft immers een overzicht van de kosten op alle tijdstippen, namelijk tijdens het offertestadium, gedurende de duur van het leasecontract en op het einde van de rit. Het is bovendien de formule die operationele ondersteuning garandeert via outsourcingoplossingen, waardoor de klant op een expertise kan rekenen die bij de andere financieringswijzen niet aanwezig is. Tot slot is de leasemaatschappij eigenaar van de wagens en draagt zij dus de verantwoordelijkheid en de financiële risico’s bij de doorverkoop van de eindecontractwagens. Het enige nadeel is de transparantie van operationele leasing. Voor diegenen die niet vertrouwd zijn met het product, lijkt het op het eerste gezicht een duurdere formule, maar dat is het net niet want hierin zitten alle kostenelementen vervat. Tal van bedrijven en bedrijfsleiders kijken jammer genoeg enkel naar de financieringskost en beseffen niet wat een firmawagen echt kost. ”

15


PUBLIREPORTAGE

Hét alternatief als autoruitspecialist “Veel zit al in onze naam AUTOGLASS CLINIC vervat: het herstellen en vervangen van autoruiten.” Aan het woord is Charline Leroi, Operations Manager van AUTOGLASS CLINIC®. Het bedrijf is een relatief jonge speler op de markt. “In 2002 werd AUTOGLASS CLINIC® overgenomen door mijn vader Hugo Leroi, die als oprichter van Carglass op een brede ervaring in de sector kan terugblikken.” Charline Leroi en Maarten Bynens: “Door onze structuur en aanpak komen we in een TCOperspectief als sterkste uit de bus.”

Aandacht voor TCO

Fleet&business I 185 I JUNI-JULI 2011 I

“Wij profileren ons als hét alternatief als autoruitspecialist”, zegt Maarten Bynens Sales & Marketing Manager. “Ons cliënteel is gemengd, maar de B2B weegt gevoelig zwaarder door. Modern vlootbeheer is doorheen de jaren steeds kostenbewuster geworden. Aan een vloot hangt een kostenplaatje en alle onderdelen, dus ook de autoruiten, worden onder de loep genomen. Hier spelen we rechtstreeks op in.”

16

“We gaan er prat op in een TCOperspectief als sterkste uit de bus te komen”, vervolgt Charline Leroi. “Hoe we erin slagen? Door onze structuur en aanpak. Zo werken we grotendeels met franchisenemers, tot op heden dertien. De twee Limburgse vestigingen doen we in eigen beheer. Door waterdichte contracten met onze leveranciers, worden we just-in-time beleverd en beperken we een te hoge voorraadkost. Door deze flexibele structuur en efficiënte aanpak slagen we erin gemiddeld 15% goedkoper te zijn dan onze concullega's.”

Nationale én internationale dekking Een blik op de kaart spreekt boekdelen. “We bieden onze klanten

een efficiënte nationale dekking aan”, legt Maarten Bynens uit. “In functie hiervan worden onze vestigingen zorgvuldig gekozen. We zijn trouwens steeds op zoek naar nieuwe ervaren partners om in ons model mee te stappen. Het netwerk van AUTOGLASS CLINIC® vestigingen wordt bovendien aangevuld met een 30-tal mobiele units.” “Maarten zei al dat we ons als hét alternatief profileren”, besluit Charline Leroi. “Door de combinatie van een flexibele structuur, een nationaal netwerk, een scherpe prijs-kwaliteitsverhouding en een doorgedreven automatisatie slagen we hierin. We bekijken het trouwens ook internationaal. AUTOGLASS CLINIC® is aangesloten bij EAVAA waardoor we onze klanten ook een Europese dienstverlening kunnen aanbieden. En als u zich afvraagt waar EAVAA precies voor staat? Dat staat voor Europa Auto Vitro Anstatauo Alianco, wat Esperanto is en grosso modo Europese Alliantie van Autoruitspecialisten betekent.” Meer info: www.autoglassclinic.be www.eavaa.eu

PATRICIA DE WAELE, SOURCING MANAGER BIJ ING CAR LEASE “Als provider van operationele auto leasing is het continu scannen van de markt eigen aan onze werking”, legt Patricia De Waele, Manager Sourcing bij ING Car Lease uit. “Logisch toch? Per slot van rekening willen we onze klanten steeds de beste oplossing aan de scherpste prijs-kwaliteit aanbieden. Een gezonde competitie tussen de spelers op de markt hoort bij deze oefening. En in deze aanpak vonden wij de mensen van AUTOGLASS CLINIC®. Zij waren bereid zich in ons verhaal in te schrijven. Dit vertaalt zich in SLA's die aan duidelijkheid niets te wensen overlaten. Zo moet er voor onze klanten een 24/24 contact mogelijk zijn én een permanentieregeling voor het weekend. AUTOGLASS CLINIC® nam de handschoen op en komt deze aangegane engagementen prima na. Wij zijn alvast tevreden over deze nieuwe samenwerking.”

VESTIGINGEN IN BELGIË

“Met onze 15 vestigingen en 30-tal mobiele units kunnen we onze klanten nationale oplossingen in het hele land aanbieden", aldus Charline Leroi en Maarten Bynens.


DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

De subtiele waarde van de restwaarde De waardevermindering van een auto beïnvloedt bijna 50% van je TCO. Maar welke criteria bepalen de restwaarde? Welke modellen moet je kiezen en welke vermijden? Een overzicht.

Onaantastbaar merkimago “De eerste factor die de waarde bij een wederverkoop

beïnvloedt, is de fameuze en onvermijdelijke wet van vraag en aanbod”, vertelt Idesbald Vannieuwenhuyze. Gewilde auto’s zijn helaas altijd duurder dan auto’s die niemand hebben wil.” Die vraag op zich al wordt beïnvloed door verschillende criteria. Het allerbelangrijkste is ongetwijfeld het imago van het merk. “Het is een element dat enorm meespeelt. En toch is het een totaal irrationeel criterium. Het bewijs is er: Japanse modellen worden gezien als uiterst betrouwbaar, maar ze zijn weinig populair. Hun imago is veel minder sterk dan dat van Duitse auto’s. Toch speelt de betrouwbaarheid ook een belangrijke rol als het om wederverkoop gaat. Zo hebben we vastgesteld dat de recente terugroepactie bij Toyota de restwaarde van de modellen van dit

merk niet aangetast heeft omdat de algemene betrouwbaarheid bewezen is en omdat het merk over een netwerk beschikt dat problemen weet aan te pakken.”

Diesel blijft top “De Belg lijkt geboren te zijn met diesel in zijn buik, als je ziet hoe groot het aantal diesel auto’s in ons land is. Voor de particulier die weinig kilo-

“De elektrische auto heeft vandaag een zeer hoge TCO”, zegt Idesbald Vannieuwenhuyze, Valuation Expert bij EurotaxGlass’s Benelux.

Fleet&business I 185 I JUNI-JULI 2011 I

D

it is geen primeur: de restwaarde is een gegeven dat een belangrijke impact heeft op de totaalkosten van een auto. Het is zelfs het criterium dat de TCO het meest beïnvloedt. Experts menen dat de waardevermindering inderdaad tussen de 40 en 50% bedraagt van de Total Cost of Ownership’. De wagenparkbeheerder heeft er dus alle belang bij om voor auto’s te kiezen die vlot opnieuw van de hand gaan. Dan moeten we enkel nog weten welke criteria de restwaarde van een auto het meeste beïnvloeden. Idesbald Vannieuwenhuyze van EurotaxGlass helpt ons om een overzicht te maken.

17


DOSSIER BEHEER VAN DE TCO meters aflegt, is het misschien geen goede keuze, maar voor een bedrijfswagen blijft diesel top. Diesel is nog steeds goedkoper dan een auto met benzinemotor. En ook de restwaarde blijft groter, zowel in België als in de meeste andere landen. Want inderdaad, op een paar uitzonderingen na, vraagt de exportmarkt diesel. We stellen vandaag ook vast dat de restwaarde van hybride voertuigen toeneemt. De reden hiervoor is dat heel wat kopers zichzelf een ‘groen’ imago willen aanmeten. Bovendien is de waardering voor deze auto’s nu groter omdat ze geëvolueerd zijn en aantrekkelijk geworden zijn, wat niet het geval was met de eerste generaties hybride auto’s. Ten slotte profiteren hybride voertuigen in sommige landen van een speciaal fiscaal systeem dat de gebruikskosten beperkt. En daarmee komen we bij een ander belangrijk aspect dat de rest-

waarde mee bepaalt, namelijk de belastingen”, voegt Idesbald Vannieuwenhuyze toe.

De macht van de belastingen De belastingen kunnen de zaken veranderen wat de restwaarde betreft. Op dit moment zijn de belastingen gericht op de CO2-uitstoot, die evenredig is met het brandstofverbruik. Kleine auto’s met een dieselmotor zijn dus bevoordeeld. En dus erg in trek. “Het probleem is dat je de belastingen moeilijk kunt voorspellen... Alles kan van vandaag op morgen veranderen, en dus aanzienlijke gevolgen hebben voor de restwaarde van auto’s. Wat wel zeker lijkt, is dat de meest vervuilende modellen altijd bestraft zullen worden. In feite, en in tegenstelling tot wat vaak gedacht wordt, zijn ‘eco’versies qua restwaarde niet meer waard ten opzichte van andere modellen; het zijn eerder de meest vervuilende

modellen die een flinke afprijzing ondergaan. Ze worden dus alsmaar duurder in gebruik. En het is best mogelijk dat de belastingen op termijn niet alleen rekening houden met de eenvoudige criteria van de CO2-uitstoot, maar dat ze ook rekening houden met de uitstoot van stikstofoxide bijvoorbeeld. Dat is ook de reden waarom voertuigen, die voldoen aan de meest recente Euro-normen, doorgaans een hogere restwaarde hebben. Ten slotte mogen we niet vergeten dat de premies een enorme invloed hebben op de keuze van de consument. Als de prikkels herbekeken zijn, merken we onmiddellijk een verandering in het aankoopgedrag. Maar nogmaals, het is moeilijk om de fiscale evolutie te voorspellen.”

De lijdensweg van de elektrische auto Op het vlak van de belastingen profiteert de elektrische auto in België nu al van een

ZWART IS ALTIJD ‘MOOI’ Sommige uitrustingen en accessoires hebben een belangrijke invloed op de restwaarde van een auto. We zouden er bijvoorbeeld niet meer aan denken om een auto te kopen zonder airco of evenmin een zonder de elementaire veiligheidsvoorzieningen (ABS, airbags). Bij auto’s uit de bovenste segmenten zijn ook ingebouwde gps en zetels in leder vanzelfsprekend. Ook de kleur is heel belangrijk: exotische kleuren – en zelfs witte auto’s, hoewel ze vandaag erg modieus zijn – zullen op termijn moeilijk te verkopen zijn. Zwart is de kleur die het best verkoopt.

voorkeursbehandeling. Maar is dit voldoende om zijn winstgevendheid te garanderen? “Nee. De elektrische auto heeft vandaag een zeer hoge TCO. De modellen die vandaag beschikbaar zijn, leveren slag in het A- en Bsegment, waar de verkoop speelt op de prijs. Welnu, elektrische auto’s kosten veel meer dan gelijkaardige modellen met een verbrandingsmotor. En hun restwaarde is bovendien onzeker. Maar de elektrische auto kan wel doorbreken in Fleet, als hij een sterk imago heeft, zoals de elektrische MINI bijvoorbeeld”, analyseert Idesbald Vannieuwenhuyze.

Welk model kiezen? Laat ons nu eens kijken wat de beste en de slechtste scenario’s zijn op het vlak van restwaarde. “Het is niet eenvoudig. Er spelen tal van parameters mee en ze variëren in functie van het segment waarin de auto zich situeert. Maar een ding is duidelijk: je moet vermijden om datgene te kopen wat niemand wil. Je kunt bijvoorbeeld stellen dat een 6-liter V12-benzinemotor economisch gezien beslist geen goede keuze is. Vaste waarden? Merken met een sterk imago. Zelfs als het niet rationeel is, blijven ze erg gewild als tweedehandswagens. Modellen van Duitse premiummerken zijn daarom een uitstekende keuze op het vlak van wederverkoop, op voorwaarde dat ze uitgerust zijn met een kleine zuinige motor en dat ze milieuvriendelijk zijn, maar ook dat ze beschikken over de essentiële apparatuur”, besluit onze expert. Een verantwoord rijgedrag en een regelmatig onderhoud zorgen eveneens voor het behoud van een auto en verzekeren dus ook een goede restwaarde. Olivier MALOTEAUX

18




DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

ROB is een ondergewaardeerde component In welke mate beïnvloedt ROB-beleid de totale vlootkost? Concrete becijfering blijft vlootafhankelijk, maar men hoeft geen expert in moderne autotechnologie te zijn, om te zien dat fleet management met ontoereikende attitude voor reparatie, onderhoud en banden een negatieve TCO-impact kan veroorzaken.

D

e totale vlootkost blijft een som van moeilijk registreerbare kosten, inbegrepen de nog moeilijker te peilen indirecte kosten. Competente TCO-controle blijft daardoor gecompliceerd en standaardisering is jammer genoeg zelden aan de orde.

In de praktijk worden vloten met een alsmaar strakkere budgettering geconfronteerd en evolueert fleet management naar een software gedirigeerde kostenbesparende intentie. Brandstofverbruik en milieu zijn strikt bepalend geworden in de zoektocht

naar energiezuinige, CO2-gunstige en met groene incentives beloonde voertuigen. In die kostenbesparende constellatie zou de in tijdnood verkerende vlootchef zich toch beter kunnen wapenen naar ROB-beleid toe.

Correlatie: ROB & Brandstofrekening Systematische ROB-opvolging levert een surplus aan efficiëntie en kostenbesparingen op. Maar er is vaak onderschatting. Die onderschatting ontstaat omdat het complexe TCO-verhaal onvoldoende

© Arval

Onvoldoende bandenzorg en vuile luchtfilters kunnen al snel een behoorlijk meerverbruik veroorzaken.

21


DOSSIER BEHEER VAN DE TCO beheerst wordt en het ecologische vlootdebat de technologische evidentie en samenhang ervan overstijgt. De correlatie tussen slecht onderhouden voertuigen of bijvoorbeeld onvoldoende bandendruk en toenemend brandstofverbruik dringt moeizaam door. Men weigert blijkbaar te geloven dat preventief ROB-beleid zoveel of zelfs meer brandstofvoordeel kan opleveren dan een gedownsizde motor of een cursus ecodriving. Verlaagde ROB-attitude dient ook toegeschreven te worden aan langere huurtermijnen en onderhoudsintervallen. Die laatste betekenen dat de dealer minder gelegenheid krijgt om vitale zaken te controleren. Zo bijvoorbeeld de banden. Door pechbestrijders voorgelegde statistieken bewijzen nochtans dat het aantal interventies naar aanleiding van bandenproblemen stijgt. Het zogeheten self-inflicted aandeel (beschadigde

band, buitenmatige slijtage) neemt een groot deel van de mobiliteitsverstoring voor haar rekening.

Autotechnische evidentie Afgezien van de extra kost die immobiliteit veroorzaakt, hoeven we binnen het kader van het ROB-beleid niet te bewijzen dat onvoldoende bandenspanning de brandstofrekening doet oplopen. Toch is het vooral het verhaal van te laat vervangen luchtfilters dat we willen aankaarten. Luchtfiltering is voor een moderne verbrandingsmotor zo belangrijk als een long voor mens en dier. Toch geniet dit vitaal onderdeel lang niet de aandacht die het verdient. Motorspecialisten weten dat slechte luchtfiltering meerdere consequenties heeft waarvan niet één positief is. Gevolgen kunnen zijn: minder motorvermogen, extra pollutie, slechte motorrespons, toenemend brandstofverbruik en extra

Jan Taerwe, fleet manager van Wit-Gele Kruis Oost-Vlaanderen organiseert wekelijks specifieke bandencontrole voor een gedeelte van de vloot.

22

kans op motorschade. De oplettendheid voor het tijdig vervangen van de luchtfilter neemt echter af en dat is, gezien de evolutie van de motortechniek, dubbel jammer. Motoren worden efficiënter en – zo leert het downsizen – vragen extra lucht, die minder gecontamineerd mag zijn omdat de motorfabrikanten vooral bij gedwonsizde krachtbronnen strengere toleranties hanteren. (nvdr, ruw geschat kan men stellen dat voor elke 5 liter die aan fossiele energie verbrand wordt, 10 tot 15.000 liter zuivere lucht nodig is). Langere onderhoudsintervallen, samen met de behoefte aan enorme hoeveelheden gefilterde lucht, zorgen voor extra vuilophoping. Sneller verstopte luchtfilters, verhogen de inlaat-luchtstroomweerstand en stimuleren de brandstofconsumptie.

Specifiek beleid ROB-beleid blijft een vlootafhankelijk gegeven. Een standaardprofiel schetsen is moeilijk maar dat een stringent ROB-beleid een ondergewaardeerde TCO-component zou zijn, is en blijft een understatement. Wat niet wegneemt dat er grote vloten zijn die wel tekenen voor een consequente ROB-politiek. Jan Taerwe is wagenparkverantwoordelijke bij Wit-Gele Kruis Oost-Vlaanderen, een vloot die 1.300 voertuigen telt, wat ROB-opvolging tot een complexe bezigheid maakt: “Omdat we onze vloot graag positief benaderd zien worden stellen we onze voertuigpolitiek regelmatig bij. Niet om te verstrengen, wel om onze eindgebruikers - onze medewerkers beschouwen we als klanten - klantvriendelijkheid te bieden. Duidelijke afspraken zijn dus de regel. Ook wat ons ROB-beleid aangaat. Het is enigszins specifiek, omdat we op voorhand de prijzen van banden en onderhoudsbeurten contractueel vastleggen. Op het vlak van de banden tonen we ons flexibel.

Een band die aan vervanging toe is, wordt vervangen. Wij willen trouwens dat onze mensen met veilige banden de baan opgaan. De bandenkost neemt zo licht toe, maar dat weegt niet op tegen de extra veiligheid, het minder kans hebben op immobiliteit als gevolg van bandenpech, en het lagere brandstofverbruik. Ongeacht hun kilometeraantal moeten de wagens minstens eenmaal per jaar op onderhoud. Naar bandencontrole toe is dat te weinig. Vandaar dat we wekelijks 30 tot 40 van onze voertuigen aan een bandencontrole onderwerpen en indien nodig opnieuw de bandendruk corrigeren. Elk van onze voertuigen is vergezeld van een onderhoudsfiche (naast het door de constructeur voorziene onderhoudsboekje). Die fiche bevat nuttige randinfo en de telefoonnummers van garages, pechverhelpers en hulpdiensten. We maken het onze voertuiggebruikers ook eenvoudiger met gecentraliseerde onderhoudspunten waar zij voor zowel glasbreuk, banden, onderhoud en reparatie terechtkunnen. Op die onderhoudsfiche staan tevens de onderhoudsbeurten expert in moderne. Bestuurders die het niet zo nauw nemen met het onderhoud weten dat we regelmatig controleren. Wordt het onderhoudsschema niet nageleefd, wacht een sanctie. Niet meteen, wel bij een tweede overtreding.” Ferre BEYENS



DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

Bandenbeheer: druk de kosten In een langetermijncontract weegt het budget voor de banden niet zwaar door. Het komt op zo’n 4 à 5% van de kosten van een huurauto. Of een beetje meer als je er de optie van winterbanden bijtelt. Maar op een moment dat alles duurder wordt en dat we niet mogen vergeten dat een band een belangrijke rol speelt op het vlak van de veiligheid van de auto en zijn inzittenden, is het kunnen bezuinigen op deze post niet onbelangrijk.

P

rijsstijging van de grondstoffen. Snellere slijtage van de banden door de gewichtstoename met al die nieuwe snufjes aan boord. Grotere afmetingen. In de huidige economische context waarin alles duurder wordt, zijn de banden geen uitzondering op deze regel. Banden ver-

dienen daarom de nodige aandacht, want een goed bandenbeheer kan het bedrijf heel wat geld besparen. Zo is bewezen dat, als je rijdt met de correcte bandenspanning en met banden die in goede staat zijn, dit niet alleen de bandenslijtage beïnvloedt maar ook het verbruik...

Laat ons ook niet vergeten dat banden een essentiële rol spelen op het vlak van de veiligheid, zowel voor de auto zelf als de inzittenden. Als een werknemer van een bedrijf het slachtoffer wordt van een ongeval dat te wijten is aan de slechte staat van zijn banden, dan kan de strafrechtelijke aan-

Volgens experts rijdt bijna één op twee automobilisten met minstens één band die een te lage bandenspanning heeft.

24

sprakelijkheid van het bedrijf ingeroepen worden, maar daar bovenop zal de mogelijke werkongeschiktheid van de werknemer heel wat kosten met zich meebrengen. En omdat voorkomen beter is dan genezen, geven we hier een paar tips om te vermijden dat uw bandenbudget ontspoort.


n

Te lage bandenspanning = extra kosten Bijna één automobilist op twee rijdt met minstens één band die een te lage bandenspanning heeft. Dat zet de veiligheid van de auto op het spel maar ook die van de inzittenden. Een te lage bandenspanning verlengt de remafstand en vermindert de stabiliteit van de auto. Zelfs zonder te rijden, kan een band tot 0,1 bar per maand aan bandenspanning verliezen. Andere vormen van lekkage kunnen het verschijnsel nog versnellen: de staat van het ventiel, het ontbreken van een ventieldopje, de leeftijd van de band en de samenstelling ervan... Het is beslist noodzakelijk om de bandendruk maandelijks te controleren en voor elke lange rit. Als het gaat om het in de hand houden van het bandenbudget is de bandenspanning een fundamenteel element. Een band met een – 20% of 0,5 bar – te lage bandenspanning, kan de levensduur van een band met 15 tot 20% verkorten, met bovendien een verhoging van het brandstofverbruik van 2 tot 3%. En dan hebben we het hier niet eens over eventuele ongevallen.

Ga voor winterbanden Zodra de periode van het jaar aanbreekt waarbij de dagelijkse temperatuur onder de 7° C duikt, zijn winterbanden aan te bevelen. Omwille van de prestaties die deze banden leveren. Meer bepaald op het vlak van de

veiligheid. Het is niet voor niets dat heel wat Europese landen, naar het voorbeeld van Duitsland, winterbanden verplicht hebben in de winterperiode. Maar is het niet tegenstrijdig om deze bandenkeuze te willen toevoegen aan het bandenbudget terwijl we het net hebben over besparingen op datzelfde budget? De optie ‘winterbanden’ kost niet noodzakelijk zoveel meer dan als we het hele jaar door met zomerbanden blijven rijden. Maar, behalve het veiligheidsaspect, is er het feit dat je tijdens de periode dat je met winterbanden rijdt, je zomerbanden niet verslijt. Vandaar dat zo’n bandenwissel best zuinig is. De rekening is snel gemaakt. Temeer omdat de winter, met veel sneeuw en ijs, de voorbije drie jaar teruggekeerd is bij ons en in de omringende landen.

En waarom geen offerte-aanvraag? In elk huurcontract van lange duur bestaat de mogelijkheid om niet te kiezen voor ‘full option’. Je kunt het aspect ‘banden’ perfect uitsluiten bij dit type van contract. Het idee zou zijn om een oproep te lanceren bij bandenspecialisten zoals Carmasters, EuroTyre, QTeam, TSE,… Allemaal specialisten die kunnen zorgen voor het bandenbeheer van een wagenpark. Door voor deze optie te kiezen, kunnen bedrijven op de winstmarge besparen die de huurders op deze prestatie nemen. Vandaag zijn dat soort zaken bovendien vragende partij, en

bieden ze zelfs specifieke services aan, speciaal voor vloten van bedrijven (zie kader). In dit verband kan je via het internet steeds meer retailers vinden die zelfs voorstellen om bij de werknemer thuis of op zijn werk langs te komen. Om een band te herstellen, te vervangen of om winter- of zomerbanden te verwisselen. Sommigen bieden bedrijven zelfs aan om de banden van de hele vloot van een bedrijf na te kijken op de bedrijfsterreinen zelf.

Andere denkpistes Vandaag bieden heel wat bedrijven hun medewerkers een cursus ecodriving aan. De voordelen van een dergelijke cursus zijn voornamelijk gericht op het woord ‘besparen’. Besparen op bandenslijtage en onderdelen. Daarnaast is ecodriving goed om het brandstofverbruik te drukken en het risico op ongevallen te doen dalen. Een andere denkpiste is het overstappen naar banden met een ecolabel die je

vindt bij Michelin, Goodyear, Bridgestone, Pirelli en Continental. Banden met een lagere rolweerstand die dus ook minder brandstof verbruiken. Ten slotte is het ook goed om weten dat de levensduur van een band zelden samenvalt met de duur van een langetermijncontract. We zouden ook kunnen denken aan een terugbetaling van banden die niet gebruikt zijn wanneer een contract ten einde loopt. Daarvoor volstaat het om te opteren voor een management service voor de banden met een reële aanpassing op het moment dat de auto weer ingeleverd wordt. Charles DEMOULIN

DE MENING VAN DESKUNDIGEN BIJ FLEET & BUSINESS ONLINE Wij vroegen Guido Savi (Carmasters), Bart De Strooper (TSE), Benoît Salmin (QTeam) en Marc François (EuroTyre) hoe het bandenbudget best beheerd kan worden in het bedrijf. We stelden hen ook de vraag wat de nieuwste service was die ze in hun zaak ingevoerd hebben om vlootbeheerders te helpen bij het beheren van hun bandenbudget. Daarnaast vind je ook enkele tips in geval van een klapband en over hoe je de banden de juiste bandenspanning geeft. Je vindt de antwoorden op onze website: http://www.fleet-business.com

25


DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

Simpele oplossingen voor betere prestaties Voortdurende kostenoptimalisatie, duurzame ontwikkeling, het rationaliseren van trajecten. Fleet management is een van de belangrijkste vectoren geworden inzake besparingen binnen bedrijven, ongeacht hun grootte. En bij de zoektocht naar winstgevendheid vormen hulpsystemen voor vlootbeheer en de optimalisatie van routes een krachtig wapen. Enkele concrete voorbeelden.

H

et beheer van een wagenpark lost steeds meer financiële vraagstukken op rond optimalisatie en kostenreductie. De vlootverantwoordelijke moet voortdurend nagaan hoe hij zijn operationele kosten kan maximaliseren, en terwijl mee evolueren naar duurzame ontwikkeling.

We zouden van bedrijven dus een proactief vlootbeheer kunnen verwachten, met de wil om te investeren en concrete actieplannen te ontwikkelen. In die optiek moeten concepten voor traceerbaarheid en/of planning gezien worden als heuse tools die de bedrijfsstrategie kunnen ondersteunen.

De fleet manager kan de evolutie van zijn mobiele medewerkers op elk moment vlot in de gaten houden.

VERLAAGDE BRANDSTOFKOSTEN Nicolas Mulders, ARC: “de controle van het verbruik bevordert een zuiniger en duurzamer rijgedrag, wat een positieve invloed heeft op de TCO (tussen 10 en 15%), dankzij een actieve vorm van besparing op de brandstof.”

Jeroen Groenendijk, TomTom: “TomTom EcoPLUS biedt een overzicht in real-time van de brandstofbesparing van elk voertuig van de vloot, en geeft bovendien aan waar en wanneer er brandstof is verspild.”

26

Meetinstrumenten “De toegevoegde waarde van deze systemen zit in de productiviteitswinst die ze genereren voor organisaties die een mobiele vloot beheren”, bevestigt Nicolas Mulders, general manager van ARC, een bedrijf dat gespecialiseerd is op het vlak van vlootbeheer. Deze oplossingen, die meer zijn dan simpele navigatiesystemen, zorgen voor een permanente communicatie tussen het bedrijf en het voertuig. De fleet manager wordt in real-time geïnformeerd over de evolutie van zijn mobiele medewerkers, terwijl hij ook verzekerd wordt van een grotere veiligheid voor de voertuigen van zijn vloot. Nicolas Mulders voegt er nog aan toe: “Onze systemen, die gekoppeld zijn aan planningssoftware, maken het mogelijk om de planning van taken en routes te optimaliseren, wat een positieve invloed heeft op de TCO.” Het bedrijf heeft onlangs een oplossing voor vlootbeheer van Telefleet geïmplementeerd in diverse units van de Groep GDF Suez. Volgens Nicolas Mulders “biedt deze oplossing de mogelijkheid om de registratie en het verslag van de woon/werktrajecten te automatiseren. Bij Axima Contracting gaan we binnenkort, met behulp van hetzelfde systeem, beginnen met de automatisering van de registratie en het werkverslag van de hele technische ploeg.”

Bovendien mogen fleet managers, volgens Jeroen Groenendijk, Sales Director TomTom Benelux and Nordics, “bij hun zoektocht naar een grotere winstgevendheid, het belang van het menselijk gedrag niet negeren.” Het gamma is uitgebreid met de TomTom EcoPLUS, een toestel dat het menselijk gedrag van de bestuurder in realtime registreert en ook het brandstofverbruik analyseert. TomTom komt daarmee tegemoet aan de steeds toenemende vraag van bedrijven om hun verbruik en CO2uitstoot te verminderen. “De mogelijkheden van de EcoPLUS zijn meervoudig. Hij kan verslag uitbrengen over 12 KPI’s: gaande van het rijgedrag tot het brandstofverbruik, over de kilometerstand of zelfs snelheidsovertredingen”, legt Jeroen Groenendijk uit. Deze toepassing maakt het eveneens mogelijk om het brandstofverbruik van verschillende bestuurders te meten en om incentives voor te stellen om de besten onder hen te belonen. De talrijke mogelijkheden voor expertise en analyse van dit soort oplossingen geeft een accuraat beeld van de vloot. Voor Jeroen Groenendijk “zijn deze verslagen reële hulpinstrumenten voor fleet managers voor het nemen van beslissingen.” Julie WIDART




DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

Wachten op kortingen voor ecoverzekeringen Rondom het thema Total Cost of Ownership is tegenwoordig heel wat te doen. Een van de elementen die de TCO beïnvloedt, zijn de verzekeringskosten. Verzekeringsmaatschappijen werken in sommige gevallen formules uit met kortingen voor fleet-owners die groen en veilig bezig zijn. Voorbeelden om van deze ‘groene golf’ te genieten, zijn het aanbieden van ecodriving of rijvaardigheidstrainingen, het selecteren van ‘groene’ voertuigen of het introduceren van een groene car policy. Klimaatopwarming is gezamenlijke zorg Vincent Beckers, gedelegeerd bestuurder van leasemaatschappij Dexia Auto Lease verklaart dat “van ecoformules met specifieke kortingen bij Dexia Auto Lease geen sprake is.” Eerder zullen volgens Vincent Beckers groene modellen gepromoot worden in plaats van andere meer vervuilende wagens: “Onze TCO-approach is vooral terug te vinden in onze Dexia Green

Fleet-aanpak. Inzake duurzame ontwikkeling heeft Dexia Auto Lease natuurlijk ook een belangrijke rol te spelen, duurzame ontwikkeling is inderdaad één van de top prioriteiten van Dexia. Ons objectief is duidelijk : wij willen het partnership dat wij met onze klanten hebben nog verder versterken door concrete oplossingen voor te stellen in verband met onze gezamenlijke zorg : de klimaatopwarming.”

Vincent Beckers, gedelegeerd bestuurder van Dexia Auto lease, is er niet zeker van dat er bij Dexia Auto Lease in de toekomst formules met kortingen voor milieuvriendelijk rijden gaan komen. “Een groen vlootbeleid is tegenwoordig common sense.”

Vincent Van Caneghem, PR & Market Analyst bij Europ Assistance Belgium, merkt op dat zijn bedrijf zich wat TCO betreft hoofdzakelijk richt op een tweetal aspecten die rechtstreeks kostenbesparend werken voor wagenparkbeheerders. Dat zijn een snelle en efficiënte interventie in geval van immobilisatie van het voertuig en een garantieprogramma op maat. Door een op maat uitgewerkte garantieformule aan te bieden, worden anderzijds eveneens de herstellingskosten aanzienlijk gedrukt. Op nieuwe voertuigen is de ten lasten name van eventuele herstellingskosten door de fleetowner wettelijk gereglementeerd. De factoren duurzaamheid (de ‘groene golf’) en verzekeren zijn in de garantieformule verwerkt. Van Caneghem merkt op dat zijn maatschappij echter nog geen specifieke producten op de markt heeft om verzekeren te linken aan duurzaamheid. Speciale acties daaromtrent (bijvoorbeeld met kortingen) worden ook (nog) niet overwogen.

Winstdeelnames Jan De Strooper van DrivOlution bevestigt dat TCO een duidelijke link heeft met verzekeringen. Allerlei formules worden nu uitgedacht en aangeboden om niet alleen het historisch risico te laten wegen in het premieniveau, maar door “winstdeelnames”

Fleet&business I 185 I JUNI-JULI 2011 I

V

an concrete verzekeringsformules met kortingen voor ecodriving konden we in werkelijkheid nog niet veel terugvinden, wel werd duidelijk dat er een link bestaat tussen TCO en verzekeren. Bovendien blijkt de ‘groene golf’ in relatief snel tempo door te sijpelen in de verzekeringswereld. Dat vertaalt zich op de eerste plaats in de keuze voor meer ‘groene’ modellen, keuze die door de verzekeraars mee wordt gepromoot.

29


DOSSIER BEHEER VAN DE TCO probeert men volgens De Strooper een goed beleid voor de toekomst in te schatten : “Verzekeraars krijgen nu, dankzij bepaalde trainingsformules voor chauffeurs, extra hulp, want door het toepassen van technieken die aangeleerd worden uit concepten zoals ecodriving worden de toekomstige risico’s beperkter gehouden en zal de neiging van de verzekeraar er ook zijn om positiever hierop in te spelen.”

Afhankelijk van verzekeraar tot verzekeraar

Fleet&business I 185 I JUNI-JULI 2011 I

Vincent Van Caneghem merkt op dat kortingen voor fleetowners die groen en veilig rijden centraal plaatsen, mogelijk voor de toekomst is. De trend is nog relatief nieuw en dus nog niet volledig doorgedrongen in de verzekeringswereld. Van Caneghem: “De keuze voor groen en veilig rijden, ligt op de eerste plaats bij de vlootbeheerder zelf, hij zal de keuze maken. We kunnen uiteraard de vlootbeheerders meer en meer aanmoedigen om voor duurzaamheid in het algemeen en ecologische wagens in het bijzonder te kiezen. Het is echter moeilijk zoiets op te leggen, wel kunnen we andere maatregelen nemen om de TCO terug te dringen. Op termijn kan verzekeren een element worden dat

30

Jan De Strooper van DrivOlution : “Verzekeraars krijgen nu extra hulp, want door het toepassen van technieken die aangeleerd worden uit concepten zoals ecodriving worden de toekomstige risico’s beperkter gehouden.”

de keuze voor groen en veilig rijden, helpt stimuleren.” Jan De Strooper schat de situatie toch iets anders in: “We zien inderdaad verschillende ecoverzekeringen ontstaan. Afhankelijk van verzekeraar tot verzekeraar stellen we bijvoorbeeld vast dat sommige maatschappijen van in het begin een premiekorting geven op het meenemen van zo’n trainingen en dat anderen pas nadien de rekensom maken.”

Common sense Vincent Beckers is er niet zeker van dat er bij Dexia Auto Lease in de toekomst formules met kortingen voor milieuvriendelijk rijden gaan komen: “Bij de globale berekening komen alle elementen te pas die van tel zijn: de impact van de BTW, het brandstofverbruik, de CO2-uitstoot en de fiscale aftrekbaarheid. Daaruit volgt automatisch dat de groenere modellen bij de vlootbeheer-

ders de voorkeur gaan krijgen, zonder dat er van kortingen op de verzekering sprake moet zijn. Overigens is een groen beleid common sense geworden, iedereen in de leasesector is ermee bezig.” Jos STERK



DOSSIER BEHEER VAN DE TCO

De impact van de Car Policy Het beheersen van de Total Cost of Ownership (TCO) van een wagenpark behoort tot een van de kerntaken van de vlootverantwoordelijke. Maar hoe dit aanpakken? We brachten 3 wagenparkbeheerders rond de tafel om hun bevindingen hieromtrent te delen onder begeleiding van fleet consultant Benny Gers van Progressio en tevens ex-Fleet-Owner of the Year. Een leerrijke namiddag, beaamden de deelnemers unaniem na afloop.

Z

et 3 vlootverantwoordelijken van respectievelijk een klein, middelgroot en groot voertuigenpark samen met een fleet consultant rond de tafel om te praten over TCO en het beheer ervan en je krijgt onmiddellijk een levendig gesprek. Alles begint al met het bepalen van het begrip van Total Cost of

Ownership die door de verschillende fleet-owners anders wordt benaderd. “Het is een zeer mooie benaming maar tegelijk mag je je er niet op blindstaren. Het gaat uiteindelijk om een momentopname. Daarmee blijft het dus altijd giswerk”, aldus Geert De Cock, Fleet Manager van voedingsgroep Ter Beke.

“De definitie TCO is inderdaad moeilijk in te vullen”, sluit Purchasing Manager Werner Vanaken van verwarmingsbedrijf Borzee zich daarbij aan. “Voor ons zijn de belangrijkste elementen de aankoop, het verbruik, de onderhoudskosten van de wagen en de aftrekbaarheid die ermee gepaard kan gaan. De Total

Cost is overigens niet altijd relevant. Want naast onze bestelwagenvloot wordt de personenwagen vaak gebruikt als motivatie-element om werknemers aan te trekken.“ Geert De Cock knikt instemmend: “Ook bij Ter Beke heeft de HR-afdeling de eindbeslissing omdat de wagen als een deel van het verloningspakket

De deelnemers aan ons TCO-Paneldebat.V.l.n.r. Benny Gers (Progressio), Geert De Cock (Ter Beke), Werner Vanaken (Borzee) en Jimmy Andries (DHL Belux).

32


op de TCO

wordt beschouwd. Wat betreft de TCO-berekening zit het bij ons een stuk eenvoudiger omdat we onze wagens operationeel leasen en dus onze maandelijkse kost op voorhand kennen. Naast de traditionele kostenposten zoals brandstof, kijken we bij ons ook naar de schadestatistieken. Niet dat de traditionele ‘brokkenmakers’ sowieso een franchise moeten betalen maar er wordt wel rekening mee gehouden.” Voor Jimmy Andries, Fleet- & Equipment Manager van DHL Express Belux maakt het beheer van de TCO deel uit van het bedrijfsmanagement in het algemeen. “De kosten van onze utilitaire vloot zijn maar een kleine fractie van onze Overall Cost. Alles wordt bij ons dan ook berekend in termen van rendabiliteit. Enkel bij de aankoopprocedure wordt er gesproken van TCO. Omdat je dan zit met vaste gegevens zit zoals de aankoopwaarde, het ROBgedeelte en de restwaarde. Nu, dit is in theorie want in praktijk geeft het toch een compleet ander plaatje. Mijn ervaring is dat je sowieso te maken krijgt met een dualiteit. Enerzijds zijn er de voertuigtechnisch gebonden kosten, anderzijds bestuurdersgebonden kosten, waaronder bijvoorbeeld schades die eigenlijk onmogelijk op voorhand te budgetteren zijn.” Fleet consultant Benny Gers van Progressio wil van zijn kant de definitie van TCO duidelijk aflijnen. “Net als hier aan tafel worden al te vaak de definities Budget, TCO en TCU (Total Cost of Use) ver-

mengd. Volgens mij moeten de drie definities een eigen plaats krijgen. Zo is een budget voor mij iets waar de HRafdeling voor verantwoordelijk is. Daarbij zal deze afdeling een budget moeten vastleggen voor zowel functionele als managementwagens om competitief te zijn in de markt. Het is binnen de grenzen van dat budget dat de vlootverantwoordelijke of de aankoper aan de slag moet gaan om zoveel mogelijk wagen aan te bieden en alle dienstverlening die rond de wagen hangt. TCO is in mijn optiek – en in het geval van operationele leasing - de a priori kost die de leasemaatschappij u voorstelt waarbij je dus uw maandelijkse huurprijs betaalt met alle voorziene provisies zoals afschrijvingen, intresten, rijtaks, verkeersbelastingen, vervangwagen, brandstof, verzekeringen, rechtsbijstand, enz. Aan dat bedrag tel je als vlootverantwoordelijke nog de nietrecupereerbare BTW bij en kan er nog gesleuteld worden door in te spelen op de gewijzigde fiscale aftrekbaarheid voor CO2-gunstige wagens, maar daar blijft het dan ook bij. Dat is voor mij de Total Cost of Ownership of de a priori kost. Voeg alle andere kosten die uw wagens kennen en die voortvloeien uit het gebruik van de wagens, dus niet voorspelbaar waren voorafgaandelijk aan het contract toe aan de TCO, en je komt tot de TCU (Total Cost of Use)”, aldus Benny Gers.

DE DEELNEMERS Jimmy Andries Fleet- & Equipment Manager DHL Express Belux 250 lichte bedrijfsvoertuigen in België (verschillende financieringsvormen) “Het administratieve gegeven wordt door vele fleet-owners erg onderschat.”

Geert De Cock Purchaser/Fleet Manager Ter Beke (Waarschoot) 150 personenwagens (operationele leasing) “Downsizing is een ware trend bij bestuurders.”

Werner Vanaken Purchasing Manager Borzee (Heusden-Zolder) 15 lichte bedrijfsvoertuigen/ 5 personenwagens (aankoop) “Vadertje Staat zal ervoor zorgen dat de TCO niet zal dalen.”

Benny Gers Fleet ConsultantProgressio (Leuven) “De kunst bestaat erin om uw Total Cost of Use zo dicht mogelijk bij uw TCO te krijgen.”

Driver Behaviour “Het verschil tussen de TCO en de TCU wordt voor het

33


DOSSIER BEHEER VAN DE TCO overgrote deel bepaald door wat we noemen Driver Behaviour. In vele bedrijven werkt men met de TCO als budget, wat ik niet zou aanbevelen. De TCU als budget nemen zal tot minder verrassingen leiden op het einde van de rit, omdat daarin alle kosten omvat zitten”, aldus nog Benny Gers. “Deze TCU zal dalen als uw bestuurders zich goed gedragen en stijgen als ze zich minder goed gedragen. Overigens, de TCO is een vast gegeven en de kunst bestaat erin om uw Total Cost of Use zo dicht mogelijk bij de TCO te krijgen. Want wat ben je anders aan het doen?

Ofwel ben je aan het préfinancieren of het gebruik van uw wagens is afwijkend van uw voorspellingen aan de oorsprong. Anders gezegd: het gedrag van uw berijder bepaalt of je binnen uw budget zal blijven. Want je kunt moeilijk in functie van het rijgedrag uw budgetten aanpassen.” Waarop Benny Gers aangeeft dat een verbetering van het rijgedrag van de bestuurders altijd winst oplevert. “Een daling van de TCU van 5% is daarbij echt wel een reële doelstelling. Zo kunnen via ecodriving en rijvaardigheidstrainingen het brandstofver-

Benny Gers :“Uw car policy gaat bepalen wat uw boekhouder gaat betalen.”

bruik met 7% omlaag en de schadegevallen met zelfs 20%. Tel uit je winst. Waarbij je de helft van de opbrengst terug naar de bestuurder kan doen vloeien en de andere helft naar het bedrijf.” Jimmy Andries is niet overtuigd van de opbrengsten die kunnen gehaald worden door het concept ‘Driver Behaviour’. “Ecodriving is een momentopname en dient regelmatig opgevolgd en bijgestuurd te worden. De kosten die hierdoor ontstaan, staan niet in verhouding met de potentiële brandstofbesparingen.” Geert De Cock is ook niet overtuigd: “Je moet uiteindelijk je men-

sen vrijmaken voor al die cursussen. Bovendien geef je het gevoel van Big Brother is Watching You wat mensen niet graag hebben, zeker niet als het gaat om het privégebruik van de wagen.” Werner Vanaken is in deze een andere mening toegedaan. “Zelf ben ik voorstander om Big Brother te laten meekijken d.m.v. een black box bijvoorbeeld. Want voor ons bedrijf is het belangrijk dat we weten dat onze werknemers tijdig op de werf geraken.”

Administratie Gevraagd naar de elementen in de TCO die er echt wel toe doen, haalt Jimmy Andries het verzekeringsaspect aan. “Onze utilitaire vloot is uiteraard verzekerd maar in het verleden is gebleken dat schadegevallen niet altijd correct administratief worden aangemeld. Door chauffeurs te sensibiliseren om de aanrijdingsformulieren onmiddellijk en correct in te vullen, kan je de kosten gevoelig terugschroeven. Een ander voorbeeld dat we bij DHL toepassen is het volgende: we belonen onze bestuurders met extra voordelen als ze schadeloos rijden of een schadegeval correct aangeven. Dit wordt gecontroleerd door de voertuigen dagelijks heel kort te checken en dit administratief bij te houden. En dat werkt. Algemeen is mijn ervaring dat je enorm kan besparen als je de gehele administratie goed beheert. Het is in elk geval een gegeven dat vele fleet-owners zwaar onderschatten.”

Evenwicht Benny Gers voegt er nog aan toe dat de Driver Behaviour verbeterd kan worden door het aanpassen van de Car Policy. “Zo ken ik een bedrijf dat door twee zinnetjes erin aan te passen 15.000 euro heeft bespaard. Het in ons land ingeburgerde feit dat elke bestuurder jaarlijks één schadegeval mag hebben, werd door dat bedrijf niet meer in de

34


car policy opgenomen.” Tegelijk wijst Benny Gers op het belang van een evenwichtige car policy.“Bij bedrijven die hun car policy streng maken, gaat de schadelast naar omlaag, terwijl de eindecontract schade stijgt. Hoezo? Bestuurders hebben de neiging om schadegevallen niet aan te geven. De boodschap is dus om in de car policy een evenwicht te vinden. Anders gezegd: uw car policy gaat bepalen wat uw boekhouder gaat betalen.”

Schade Voor Benny Gers is de grootste kostencomponent na de afschrijvingen en intrestkosten de schade in het algemeen. “Ik heb het dan over de verzekeringspremies die moeten betaald worden, inclusief de kosten die verbonden zijn aan de normale schadegevallen en eindecontractschade. Daarnaast zijn er natuurlijk de brandstofkosten die een steeds grotere hap uit het budget gaan nemen. Zeker met de dieselprijs die maar blijft stijgen.” Geert De Cock stelt in dit verband wel vast dat bestuurders meer gaan downsizen omdat het voordeel van alle aard nu berekend wordt op de CO2uitstoot en niet langer op fiscale PK’s. “Voorts denk ik dat de bestuurders er zich bewust gaan zijn van dat de stijgende prijzen het bedrijf meer gaat kosten en dat ze daardoor zichzelf gaan sensibiliseren.” Op de vraag of bestuurders een limiet zal wordt opgelegd op privé-kilometers, antwoordt Geert De Cock dat dit zeer moeilijk te controleren valt. “Bovendien betalen onze bestuurders een deel voor hun privé-gebruik via de aanrekening voordeel alle aard, wat het voor ons moeilijk maakt om het aantal privé-km te minderen. Wat niet wil zeggen dat we bestuurders bij ons zullen roepen die een excessief aantal kilometers op de teller hebben staan.“

Evolutie TCO Tot slot werd de deelnemers gevraagd hoe ze de kosten van de TCO zien evolueren en hoe vlootverantwoordelijken daarop zullen moeten inspelen. Geert De Cock en Jimmy Andries wijzen op de rente die mede door het aantrekken van de financiële markten, zal blijven stijgen. “Bovendien laten constructeurs de prijzen van hun wagens jaarlijks met enkele procenten stijgen”, zegt Geert De Cock. Ook Werner Vanaken is niet optimistisch. “Als de TCO al zou dalen, dan is er nog altijd Vadertje Staat die daar een stokje voor zal

steken, omdat de bedrijfswagen nu eenmaal geld in het laatje brengt.” Om de TCO-kosten onder controle te houden, adviseert Benny Gers om als vlootverantwoordelijke te durven buitenkomen. “Door contacten met collega’s kun je veel leren. Voorts hoef je je niet suf te rekenen maar kan het wel bijzonder nuttig zijn om binnen uw vlootbeheer in domeinen te gaan besparen waar dat nog niet gebeurd is. Want je kan niet blijven druk zetten op de invoerder of op de dealer. In dat opzicht is het belangrijk dat de vlootverantwoordelijke zich de vraag stelt

hoe het komt dat hij met zoveel onvoorziene kosten zit.” Benny Gers herhaalt dat het opstellen van een evenwichtige car policy van uitermate belang is. “Want een policy bepaalt mee het gedrag van uw bestuurders en dus ook de kost van uw wagenpark. Zorg er overigens voor dat de car policy regelmatig geactualiseerd wordt.” Stijn PHLIX Steven SCHOEFS

“Een limiet stellen op privé-kilometers valt moeilijk te controleren”, aldus Geert De Cock.

35


FLEET ECHO’S

FLEET PEOPLE Rudy Van de Sompele is aangesteld als Fleet Performance Manager Leasing bij Nissan Belux. Hij volgt Sven Van Look op die binnen Nissan naar de truckafdeling verhuist en de functie opneemt van LCV Zone Manager. Als ex-Commercieel Directeur van LeasePlan Belgium is Van de Sompele geen onbekende in de fleet- en leasewereld. Bij Nissan zal Van de Sompele fungeren als contactpersoon met de leasemaatschappijen. Fleet management consultant en softwarespecialist Chevin Fleet Solutions heeft begin mei Paul Verkinderen aangesteld als Sales Director voor Benelux, Frankrijk en Duitsland. Paul Verkinderen treedt in dienst enkele weken nadat Chevin Fleet Solutions ook in België een kantoor opende. Hij heeft meer dan 20 jaar ervaring in de automotive & fleet business en was eerder onder meer werkzaam voor J&T Autolease, de Groep Beerens en Dragintra. Eurotyre - CEVA heeft Jean Istas aangesteld als algemeen directeur. De bandengroeperingen Eurotyre en CEVA bundelen sinds 1 januari de krachten in het samenwerkingsverband EurotyreCEVA, dat werd opgestart voor de leasing- en fleetsector. Jean Istas heeft al een carrière van 28 jaar binnen de automotive sector achter de rug. Gedurende de afgelopen 18 jaren was hij achtereenvolgens actief als aankoper bij Avis Fleet Services en vervolgens als Fleet Operations Manager en lid van het directiecomité bij ALD Automotive. Carmasters Belux heeft de nieuwe functie van Retail Support Manager gecreëerd, dit vanwege de groei van de activiteiten van de organisatie. Als Retail Support Managers werden Ann Ferket (foto) voor het noorden van het land en Valantin Lecart voor het zuiden van het land en het Groothertogdom Luxemburg aangetrokken.

36

Opel Astra is Lease Auto van het Jaar Op 28 april heeft ING Car Lease de Opel Astra uitgeroepen als winnaar van de 20ste verkiezing van de Lease Auto van het Jaar. Dat gebeurde in aanwezigheid van 300 genodigden in de Alfacam studio’s in Lint. Het werd een editie met een feestelijk randje omdat ook het dertigjarig bestaan van ING Car Lease Belgium werd gevierd. Roeland Vriens, Fleet manager Opel Belgium,

Roeland Vriens, Fleet Manager Opel Belgium, kreeg felicitaties van juryvoorzitter Marc Vandenbergh van ING Car Lease Belgium (links) en Jan van Roon, Managing Director ING Car Lease Belgium (rechts).

reageerde met enige trots: “Deze benoeming is na de verkiezing van de Opel Insignia in 2009, toch wel een verrassing. Aan de andere kant verwondert de uitslag mij niet, want de jury houdt rekening met een heel aantal diverse factoren. Naast interieur en rijcomfort spelen ook het dealernetwerk, de kwaliteit van de invoerder en de levertermijnen een belangrijke rol. Op al deze vlakken heeft Opel de laatste jaren forse inspanningen geleverd.” De “Best in class” titels per segment gingen dit jaar naar de Citroën DS3 (Economy), de Opel Astra (Business), de Peugeot 508 (Business +) en de BMW 5-reeks (Executive). De genodigden werd dit jaar tevens gevraagd om een voorkeurstem uit te brengen voor hun persoonlijke top 3 uit de 19 voorgaande edities. Hieruit bleken respectievelijk de Audi 80 (winnaar 1992), de BMW 3-reeks (winnaar 1999) en de Citroën C5 (winnaar n 2008) de 3 eerste posities in te nemen.

Arval België bestaat 20 jaar Arval, specialist in operationele leasing, viert zijn 20jarige aanwezigheid op Belgisch grondgebied. Op 1 april 1991 opende Thierry Guérin, de eerste managing director van Arval België, het Belgische filiaal van de groep Arval. Het was het eerste internationale filiaal van de groep, dat intussen 22 dochterondernemingen telt en 17 partnerships, verdeeld over vijf continenten. Met een tiental medewerkers en een vloot van zo’n honderd voer-

tuigen, positioneerde Arval België zich toen al op een rijpe operationele leasingmarkt. Twintig jaar later is Arval België een referentie geworden binnen de sector, met 160 medewerkers en een vloot die dit jaar de kaap van de 25.000 voertuigen overschrijdt. Arval heeft het jaar 2010 afgesloten met een groeiende vloot (7,5%), een resultaat dat 5,8% beter is dan dat van de totale markt. n

De Fransman Thierry Guérin opende 20 jaar geleden de Belgische vestiging van Arval.

13 Volvo’s V50 DRIVe voor NETsite Onlangs mocht de firma NETsite, gevestigd op de site van de Volvo Scania-concessie van VillersLe-Bouillet, de sleutels in ontvangst nemen van 13 Volvo’s V50 DRIVe. De 13 voertuigen, allen uitgerust met het Basis Plus-pack, zijn onder contract bij het leasingbedrijf van Volvo Cars Belgium. NETsite helpt bij de creatie en het onderhoud van informaticastructuren en telt vandaag een dertigtal professionals en 20 bedrijfswagens. n Informaticabedrijf NETsite koos voor de V50 DRIVe.


Alle fle etactua liteit vindt u www.f leet-bu op siness .com

Opel Ampera in vloot KBC Autolease KBC Autolease neemt deze zomer de Opel Ampera in avant-première op in zijn vloot. Het doet dat om duurzame mobiliteit te promoten. De Ampera, die pas op het einde van het jaar in de showrooms zal staan, heeft troeven om te slagen in de professionele vloten. Vooral dan dankzij zijn grote autonomie (500 km) en zijn fiscale aftrekbaarheid van 100%. Stany Van Besien, CEO van KBC Autolease, vat het als volgt samen: “De Opel Ampera kan dankzij zijn unieke karakteristieken dé leasingauto van de (nabije) toekomst worden. De vlootbeheerders wachten immers met groot ongeduld op een reële n ecologische oplossing.”

3 Vragen aan Joris Spigt, Audi Fleet Manager

«Continuïteit verzekeren» Sinds 1 april is Joris Spigt de nieuwe Fleet Manager van Audi. Hij volgt Robert Jonckheere op die een nieuwe uitdaging is aangegaan bij de service-afdeling van D’Ieteren, invoerder van Audi. Zelf is Joris Spigt al 12 jaar actief bij D’Ieteren in diverse managementfuncties.

1.

U bent Robert Jonckheere opgevolgd als Fleet Manager van Audi. Nieuwe bazen, nieuwe wetten, zegt het spreekwoord. Geldt dat ook voor u?

“Continuïteit is zeer belangrijk, we zullen dus het uitstekende werk van Robert voortzetten. De klanten zitten niet te wachten op een revolutie, integendeel zelfs. Als Fleet Manager is het belangrijk om, samen met de verschillende diensten van Audi, te blijven peilen naar de verwachtingen en behoeften van onze fleetklanten en daar zo goed als mogelijk op te blijven antwoorden.”

Qua verkoop heeft Audi serieus de wind in de zeilen. Straalt dit ook af op de fleetverkoop in België?

2. KBC Autolease ziet de Opel Ampera als een reële ecologische oplossing voor bedrijfsvloten.

Nissan LEAF is World Car of the Year 2011 Tijdens de New York International Auto Show is de Nissan LEAF uitgeroepen tot World Car of the Year 2011. De volelektrische gezinswagen haalde het voor nieuwelingen als de BMW 5-Reeks en de Audi A8. Eerder werd de LEAF al bekroond met de onderscheiding ‘Car of the Year 2011’. Nissan levert de LEAF in Japan, de Verenigde Staten en geselecteerde Europese landen. In 2012 is de LEAF wereldwijd n beschikbaar.

“2010 was een recordjaar, ook voor Audi. 2011 is sterk gestart, met belangrijke volumes in Audi A3 en Audi A4. Maar ook de nieuwkomers, en dat zijn er heel wat bij Audi, doen het uitstekend. De Audi A1, onze Belgische trots, doet een snelle intrede in de markt en ook de nieuwe Audi A6 en de Audi A7 Sportback zijn in hun segment zeer gevraagd. Met de nabije lancering van de Audi Q3 en de Audi A1 Sportback kondigt de toekomst zich overigens veelbelovend aan.”

Bedrijfsvloten gaan resoluut voor groene wagens. Hoe komt Audi tegemoet aan deze veranderde vraag?

3.

“Audi heeft hiervoor een geïntegreerde “efficiency” aanpak. Zo verbeteren we continu ons huidig TFSI en TDI motoraanbod op verbruik en prestaties. De Audi A6 2.0 TDI bijvoorbeeld stoot slechts 129gr CO2/km uit. Daarnaast doen we een beroep op een andere kerncompetentie, namelijk het gebruik van aluminium. De nieuwe Audi A6 weegt nu 80 kg minder dan zijn voorganger, maar wel met meer comfort en veiligheidsuitrustingen! Voorts ontwikkelt Audi zijn e-tron strategie gebaseerd op hybride en elektrificatie, met vanaf deze zomer reeds een proefproject in Duitsland voor de ontwikkeling van de Audi A1 e-tron.” Stijn PHLIX

De volelektrische LEAF is wereldwijd nog niet beschikbaar maar haalde wel al verschillende prestigieuze prijzen binnen.

Joris Spigt is positief over de fleetverkoop bij Audi: “De A1 doet een snelle intrede in de markt en ook de nieuwe Audi A6 en de Audi A7 Sportback zijn in hun segment zeer gevraagd.”


FLEET PARTNER

FLEET&DRIVERCARE

“Bestuurdersgedrag is belangrijke schakel” Bart Vanham en Guido Schouteet zijn doorwinterde fleetspecialisten. De eerste bouwde bij PwC een fiscale expertise rond automobiliteit en fleet op, de andere speelde jarenlang een van de eerste violen bij LeasePlan. Vandaag hebben ze elkaar gevonden. Samen met een softwarebdrijf, als derde stille vennoot, hebben ze Fleet&DriverCare verder uitgebouwd, een dienstverlenend bedrijf dat Driver Management & Vehicle Management aanbiedt. “Je kunt je niet voorstellen hoeveel werk en kosten hier te winnen vallen”, stelt Bart Vanham.

S

inds enige tijd is Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen op het voorplan getreden. Bovendien hebben we gemerkt dat een duurzame politiek kostenbesparend kan werken en dat fleet-owners de veiligheid van de bestuurder steeds belangrijker vinden. In het hedendaagse vlootbeheer ligt de focus dus op groen, veilig en kostenbesparend. Het is vanuit die drie vaststellingen dat we

Fleet&DriverCare hebben opgericht”, zegt Bart Vanham. “De centrale idee van Fleet&DriverCare is dat we door, wat wij noemen, Vehicle Management en Driver Management de staat van het voertuig alsook het rijgedrag van de bestuurder binnen een vloot zullen optimaliseren. De hoofdspelers in ons verhaal zijn dus de wagen en - zeker niet te onderschatten - de bestuurder. Bij de bestuurder is er het kunnen rijden en het willen kunnen rijden oftewel driver capabilities en driver behaviour. Rond driver behaviour gaan we rijgedrag meten met de Driver Smart Care Box en bieden we zelf ontwikkelde software voor de “dashboard” rapportering van rijgedrag aan de bestuurder en “In het hedendaagse vlootbeheer ligt de focus op groen, veilig en kostenbesparend. Het is vanuit die drie vaststellingen dat we Fleet&DriverCare hebben opgericht”, zegt Bart Vanham.

de fleetmanager. Vanuit de meting gaan we bijsturen door gepaste maatregelen gaande van communicatie en bewustmaking tot rijtrainingen. Voor dit laatste werken we samen met het bedrijf Key Driving Competences.”

Vehicle Management Het Vehicle Management bestaat uit twee pijlers. Bart Vanham: “Vooreerst hebben we een gebruiksvriendelijke module ontwikkeld die de bestuurder in de keuze van een CO2-gunstig kan stimuleren, noem het een voorspel inclusief alle fiscale gevolgen vooraleer een wagen verder wordt geconfigureerd en besteld. Daarnaast controleren we het voertuig op een aantal elementen die de kosten flink de hoogte kunnen injagen en die niet (meer) kordaat worden opgevolgd door verhoogde onderhoudsintervallen en opsplitsing van ROB

PERSONEEL RANDSTAD VEILIGER OP WEG Op 7 mei organiseerde Randstad Belgium samen met Fleet&DriverCare een veiligheidsmonitoring van de wagens van het personeel. Dit gebeurde tijdens een personeelshappening die Randstad Belgium organiseerde in het attractiepark Walibi in Waver. Linda Mannaert, Fleet Manager van Randstad, maakte van de gelegenheid gebruik om iedereen duidelijk te maken dat Randstad echt bezorgd is om de veiligheid van haar personeel. Een team van 20 medewerkers van Fleet&DriverCare nam de 667 aanwezige wagens onder de loep. Tijdens de Vehicle Monitoring werden de banden van de wagens gecontroleerd op spanning, profiel, winter – of zomerband, zichtbare schade en abnormale slijtage. Via een PDA-registratie van de aandachtspunten was het mogelijk om snel een detailrapport aan Randstad te overhandigen.

38

diensten aan leasevoertuigen. Het gaat om banden (spanning, profiel, zomer/winterbanden) en schaderegistratie (koetswerk en glas). Doordat we via PDA de gecontroleerde gegevens inlezen, kunnen we snel en gemakkelijk rapporteren en kunnen de nodige acties door de fleet-owners getroffen worden. Deze Vehicle Monitoring is een geïntegreerde service met een HRfacet want we koppelen aan elke actie een duidelijke sensibilisering via een transparante communicatie naar de bestuurder toe.” Volgens Bart Vanham kunnen de kostenbesparingen bij een vloot van 800 voertuigen (met een gemiddeld verbruik van 7 l) jaarlijks rond de 75.000 euro liggen. Dit na aftrek van de fees voor de dienstverlening. Een Return On Investment die alleen maar groter wordt als de brandstofprijs stijgt. Steven SCHOEFS

Een team van Fleet&DriverCare controleert de staat van de Randstad-wagens.



FLEET-OWNER

VLOOTPORTRET PWC

“Niet de auto, maar mobiliteit Het is het lot van PwC: om voortdurend hoogopgeleide en talentvolle werknemers te kunnen aantrekken, moet de consultancyfirma zich blijven heruitvinden als een aantrekkelijke werkgever. Daarom werd drie jaar geleden al begonnen met de hertekening van de vlootpolitiek. Compensaties en voordelen voor de bestuurder staan centraal, maar worden gekoppeld aan doorgedreven milieuvriendelijke en veiligheidsmaatregelen en mobiliteitsinitiatieven voor de bestuurders.

Christophe Van Obergen en Christian Claessens willen de mobiliteit van de PwC-bestuurders in de toekomst verzekeren.

40

M

ove Forward prijkt op de Audi A1 die Christian Claessens, Director en fleetverantwoordelijke, en Christophe Van Obergen, Compensation & Benefits Manager, voorrijden na afloop van het interview. De nieuwe slogan van PwC geeft meteen de forse ambities aan die beide heren zich hebben gesteld bij de recente hertekening van hun vlootpolitiek. “Corporate Social Responsibility staat centraal in de bedrijfsstrategie. Vandaar dat we sinds 2008 stelselmatig werken aan een ecologisch wagenpark”, zegt Christian Claessens. “Vooreerst hebben we 600 wagens vervangen met een zeer gevoelige daling van de CO2-uitstoot tot gevolg. Momenteel hanteren we twee grenzen. 140 g/km voor de Managers en 120 g/km voor de Juniors & Seniors. In functie van de steeds zuinigere modellen die op de markt verschijnen, zullen deze twee normen in 2012 herbekeken worden. Met de lancering van de nieuwe BMW 1-Reeks zal de norm van 120 naar 105 g/km bijgesteld worden.” Bij PwC werd de keuze in principe beperkt tot 3 merken: Audi, BMW en Mercedes-Benz. “Het idee erachter is tweeledig: enerzijds is het beheer administratief eenvoudiger. Anderzijds krijgt de gebruiker een beter en veiliger uitgeruste wagen omdat we nu een sterkere onderhandelingspositie hebben tegenover de constructeurs”, aldus Christophe Van Obergen.

Veiligheid Een andere belangrijke factor in PwC’s vlootbeheer is de veiligheid. Christian Claessens: “We werken op 3 niveaus. Er is ten eerste de preventieve veiligheid waaronder we de uitrusting verstaan. Zo worden alle auto’s sowieso uitgerust met winterbanden, parkeerassistentie en Bluetooth. “Maar we ondernemen zelf ook acties om te wijzen op de veiligheid. We zullen hier in het bedrijf regelmatig in een Green Corner de bandenspanning meten en de auto’s controleren op glas- of andere schade.” Een tweede veiligheidsniveau speelt zich af op het rijgedrag. “Door de ondertekening van het Safe Maarten-project, een organisatie voor verongelukte kinderen, stimuleren we onze leaserijders om de rijstijl aan te passen.”

CAO 90 Een derde veiligheidsniveau is de correctieve veiligheid met als doel zo weinig mogelijk ongevallen te veroorzaken. “Hiervoor hebben we ingespeeld op de onlangs aangepaste CAO 90bis die voorziet in bonussen voor werknemers bij het bereiken van bepaalde collectieve bedrijfsdoelstellingen”, aldus Christophe Van Obergen. “Indien we met zijn allen er in slagen om het aantal schadegevallen met 15% te doen dalen, zullen de bestuurders in aanmerking komen voor een dergelijke belastingvrije bonus. Een insteek die vrij uniek is en die we ook gecommuniceerd hebben naar onze bestuurders.


wordt hoogste goed” Christophe Van Obergen: “Het idee achter het mobiliteitsbudget is dat onze medewerkers hun mobiliteit zelf kunnen gaan sturen.”

Inspraak PwC besliste om de nieuwe car policy via een ”sounding board”, samengesteld uit collega’s van alle niveaus en de verschillende units, voor te leggen aan de medewerkers. “Op basis van hun opmerkingen hebben we nog enkele laatste aanpassingen doorgevoerd. Zo werd het standaard optiepakket uitgebreid dat nu bestaat uit Bluetooth, USB-connectie, parkeerhulp, automatische airco, dubbele airbag en GPS (vanaf management niveau)”, aldus Christophe Van Obergen. “Medewerkers met een gezin vroegen bovendien naar een monovolume. Daar zijn we dan ook op ingegaan. Werknemers hebben nu de mogelijkheid om te kiezen voor een wagen die het best past bij hun gezinssituatie. Ze hebben daarbij de keuze uit een VW Touran, een VW Sharan een Ford S-MAX of Ford Galaxy. Let wel, het gaat om een uitzondering. Hooguit 5% van het personeel kiest voor deze optie.” De nieuwe mobility policy is in nauwe samenspraak tussen HR en de fleetbeheerders samengesteld. Christian Claessens: “Elke maand zitten we met HR rond tafel, samen met CPM, die het operationeel wagenparkbeheer van PwC op zich neemt. Het zijn belangrijke

meetings omdat alle initiatieven vanuit de verschillende standpunten bekeken kunnen worden. Ook belangrijk is dat we op dergelijke momenten elkaar kunnen overtuigen van het belang van eventuele kostenbesparende en veiligheidsmaatregelen.”

Mobiliteitsbudget Opvallende nieuwigheid is de invoering van een zogeheten Mobility Budget. “We zijn inderdaad overgestapt van een car policy naar een mobiliteitsbudget”, aldus Christophe Van Obergen. “Momenteel is dit nog niet echt zichtbaar, maar het streven is er vast en zeker. Hiervoor hebben we een Mobility Account in het leven geroepen. Het idee op termijn is dat onze medewerkers een budget ter beschikking krijgen waarmee ze hun mobiliteit zelf kunnen sturen. Dat budget wordt voorlopig gespijsd als aan twee voorwaarden wordt voldaan. De bestuurder moet gedurende de leaseperiode van de wagen ongevalvrij zijn (en niet in fout zijn) en bij inlevering is er ook geen noemenswaardige schade. Als dat het geval is, wordt momenteel 500 euro op de Mobility Account gestort. Een bedrag dat we kunnen overmaken omdat er wordt bespaard op de franchises. Wat kan er nu gebeuren met het bedrag op die Mobility Account? Momenteel kan men daarmee opteren voor extra opties. Maar men kan het bedrag ook opsparen om de franchise te betalen bij een ongeval of er zijn eindelease

PWC (PWC) Activiteit: Consultancy- & Auditbureau Vestigingen in België: Brussel, Gent, Antwerpen en Luik Werknemers in België: 1.400 Vlootgrootte: 1.140 personenwagens Merken: Audi, BMW en Mercedes-Benz

“TE WEINIG OOG VOOR MOBILITEITSOPLOSSINGEN” Stukje bij beetje zoeken bedrijven naar alternatieven om de mobiliteit van hun werknemers te verzekeren. Zo ook dus bij PwC. “Maar nu de leasemaatschappijen nog“, is de verzuchting van Christian Claessens. “Persoonlijk vind ik dat ze in hun dienstverlening de klant meer zouden moeten ondersteunen op zoek naar oplossingen. Wij rekenen op de creativiteit van onze leasingpartners om ons flexibele oplossingen aan te reiken.“

schade mee afbetalen." De ultieme doelstelling van het Mobility Budget is “less car, more mobility”, zoals Christian Claessens het uitdrukt, “waarmee we onze bestuurder de mogelijkheid willen bieden om bijvoorbeeld een abonnement voor openbaar vervoer of een vouwfiets aan te kopen. “Ik neem het voorbeeld van een Senior Manager die in Brussel

Christian Claessens

woont en in plaats van een BMW 5 of een Audi A6 een Audi A3 neemt wegens de voordelen van makkelijker parkeren e.d. en graag de trein of metro neemt of zelfs de vouwfiets. De Mobility Account zou hem moeten toelaten deze keuze te maken.” Stijn PHLIX

Fleet&business I 185 I JUNI-JULI 2011 I

Net zoals we dat gaan doen rond vele andere aspecten die de fleetbestuurders aanbelangen zoals het tijdig wisselen van winter- naar zomerbanden of allerlei tips rond veilig en ecologisch rijden.”

41



AUTO

NIEUW

Hyundai i40 1.7 CRDI ISG: Zakelijke klant in vizier Met de i40 wil Hyundai zich expliciet het imago van premium constructeur toe-eigenen. Geholpen door een eigenzinnig design, een ruim plaats aanbod en markante “high end” toepassingen, moet dat lukken. Ook al omdat hij voorzien wordt van doeltreffende en democratische ecotechnologie die o.a van de i40 1.7 CRDI met Stop&Start prompt de CO2-gunstige auto in het huidige D-segment maken. Niet onbelangrijk voor de zakelijke autoconsument… Aan boord Qua ruimteaanbod behoort hij eveneens tot de beste uit dit segment en standaard wordt hij o.m uitgerust met parkeerassistentie, lanekeeping, Bluetooth®, spraakherkenning, navigatie, ach-

teruitrijdcamera, elektrische parkeerrem, automatische ruitontdooiing, elektrisch verwarmd stuurwiel, dagrijlichten en Xenon koplampen. ESP, ABS, Hill Start Assist, VSM (Vehicle Stability Management), BAS en noodstopsignalisatie behoren samen met de 9 airbags tot de rijke, standaard veiligheidsuitrusting. Op de weg Uit het Hyundai’s Blue Drive™ eco-programma groeide een Stop&Start, hier Integrated Stop & Go (ISG) genoemd, alsook

het Alternator Management System (AMS). Met de 1.7liter CRDI en ISG verbruikt de i40 4,3 l/100km wat neerkomt op 113 g/km CO2emissie, het laagste cijfer in het D-segment. De i40 1.7 CRDI kan ook 136 pk sterk zijn en voorzien van ISG bedraagt het CO2-cijfer dan 119 g/km. De i40 wordt tevens leverbaar met 1.6 of en 2.0 liter GDI-benzinemotoren en keuze is er tussen handgeschakelde 6 bakken of een zestrapsautomaat in combinatie met de strafste diesel- en benzinemotor. Ferre BEYENS

De i40 is een praktische 5-deurs hatchback met break-ambities, origineel en dynamisch gelijnd volgens de vloeiende designtaal, die ook iX35 en iX20 tot mooi ogende Hyundai’s heeft gemaakt.

FLEETBALANS De nieuwe Hyundai i40 kan de bakens verzetten. Waarmee we willen zeggen dat Hyundai met deze auto zowel de particuliere als zakelijke klant kan bekoren. De i40 heeft trouwens voldoende maturiteit om als een volwaardig mededinger in dat veeleisende zakelijke D-marktsegment te worden beschouwd. Met troeven als praktisch en ruim, degelijk uitgerust, veilig, origineel getekend en - niet in het minst - met groene en betaalbare technologie. Het “Best in Class” CO2-cijfer (113 g/km voor de 1.7 CRDI ISG) is alvast een stevige aanzet om Hyundai’s B2B-betrachtingen het nodige momentum te bezorgen.

HYUNDAI I40 1.7 CRDI ISG (115 PK) Prijs zonder BTW: Nog niet bekend BIV: 123 EUR Verbruik: 4,3 l/100 km Onderhoud: 20.000 km CO2-uitstoot: 113 g/km CO2-bijdrage: 417 EUR/jaar

43


AUTO

NIEUW

Mercedes-Benz C 220 CDI: klassevol en zuinig Sinds zijn lancering in 2007 is de C-Klasse van Mercedes meer dan 1 miljoen keer van de band gerold. Hiermee staat het model op de eerste plaats in zijn segment. De mid-life facelift die het model nu zopas kreeg, zorgt niet voor een totale metamorfose qua design, maar brengt wel enkele nieuwe afwerkingen met zich mee, een uitgebreider aanbod aan telematica met toegang tot het Internet en een zo laag mogelijk verbruik. Standaard Start/stop Voor fleet drivers is een van de belangrijkste eigenschappen van de nieuwe C-Klasse wel het verbruik: dat bedraagt 31% minder dat dat van zijn soortgenoten. De 220 CDI heeft officieel 0,4l/100 km minder nodig dan de vorige versie (4,4l/100 km en 117g CO2/km). Dit prachtresultaat

heeft te maken met het start/stop systeem dat standaard voorzien is. Mercedes heeft bovendien een heel gamma programma’s aan te bieden, bijvoorbeeld voor mobiliteit (Mobilo), voor onderhoud en herstellingen (Freemind) en voor een “Menu”-prijs voor onderhoud, all-in, voordelig en transparant. Rijondersteuning Deze C-Klasse is nog even

aangenaam om mee te rijden en nog even klassevol als zijn voorganger, maar beschikt over troeven die het rijcomfort doen toenemen, gaande van een slaapdetector tot een actieve afstandsregelaar. Aan het stuur vallen de grotere schermen op, een synchronisatie van de telefonische snufjes, een melding voor sms’jes, een draadloze muziekinstallatie via Bluetooth en een USB-toegang inge-

Dat de nieuwe C-Klasse 31% minder verbruikt dan zijn segmentgenoten is een onmiskenbare troef in de fleetsector.

bouwd in de armleuning. F. D. B.

FLEETBALANS De nieuwe C-Klasse haalt zijn slag thuis dankzij de overgeërfde set uitrustingen die rechtstreeks tonen dat het om een wagen uit de topklasse gaat, al blijven de opties erg duur. Op vlak van verbruik is de C-Klasse erg concurrentieel en haalt de wagen zelfs de kaap van de 80% fiscale aftrekbaarheid. De 220 CDI scoort ook het best binnen zijn segment op vlak van ingeschatte restwaarde over 4 jaar: de wagen zou volgens de verwachtingen dan nog 53,5% van zijn nieuwwaarde opbrengen. MERCEDES-BENZ C 220 CDI BLUEEFFICIENCY Prijs zonder BTW: 29.900 EUR Maximum koppel: 400 Nm Effectief verbruik: 6,3 l/100 km Kofferinhoud: 475 litres CO2-uitstoot: 117 g/km Fiscale aftrekbaarheid: 75%

Opel Astra Sports Tourer: de praktische bondgenoot

Fleet&business I 185 I JUNI-JULI 2011 I

Opel heeft grote inspanningen geleverd om de breakversie van de Astra aantrekkelijk te maken. De wagen lijkt alvast niet op een verhuiswagen en tot aan de deurstijl tussen de voor- en achterdeuren is de wagen volledig identiek aan de berline. Al de rest is uniek voor de break. De daklijn buigt duidelijk af naar achteren toe, waardoor de achterruit verkleint. De hoek van de achterspoiler is erg open, wat, net zoals de algemene look van het voertuig, zeer dynamisch oogt.

44

Aan boord De afbuigende daklijn en de erg horizontale spoiler geven de indruk dat Opel de praktische kant even heeft opgeofferd ten voordele van het esthetische. Maar niets is minder waar! De koffer bevat nu geen verloren hoekjes

meer en ook geen lastige uitstulpingen van de achterwielen, waardoor ze 500 liter volume te bieden heeft. Niet slecht. De koffer heeft ook een bagageverberger “Easy Access”, die met een eenvoudige toets op de boordcomputer naar boven schuift om kleine voorwerpen te kunnen laden of nemen. De Astra Sports Tourer break is trouwens de eerste “algemene” compacte break die uitgerust is

met een zetelinstelling op afstandsbediening. Weggedrag Op de weg gedraagt de Astra Sports Tourer zich eerder als een brave huisvader dan als een atleet. De 160 paarden van onze testwagen hadden enigszins moeite om snelheid te maken op de – toegegeven, erg gladde – wegen in de streek rond Istanbul. De actieve ophan-

ging (in optie) deed het echter uitstekend op de afgesleten F. D. B. rijbaan.

FLEETBALANS Opel is erin geslaagd om een break te ontwerpen die zowel elegant als praktisch is, en dat is knap. Het laadvolume is meer dan billijk in vergelijking met de andere voertuigen binnen dit segment. Wat betreft de motorisatie is de 1.3 CDTI de meest populaire in verkoop. Zijn 95 pk is voldoende voor alledaags gebruik en door zijn verbruik van 4,1l/100 km (109g CO2/km) is het een betrouwbare bondgenoot als firmawagen.

OPEL ASTRA SPORTS TOURER 1.3 CDTI

De nieuwe Astra Sports Tourer is tegelijkertijd erg ruim, praktisch om te laden en leuk om naar te kijken.

Prijs zonder BTW: 15.743 EUR BIV: 61,5 EUR Verbruik: 4,1 l/100 km Onderhoud: variabel CO2-uitstoot: 109 g/km CO2-bijdrage: 422 EUR/jaar




AUTO

NIEUW

Peugeot 308 1.6 e-HDi : absolute CO2-referenties De Peugeot 308 krijgt een gemoderniseerd uiterlijk en micro-hybridetechnologie die verbruik en uitstoot tot absolute referentiewaarden terugdringen. Stop&Start van de jongste generatie wordt gecombineerd met de van nature al propere en ijverige (Euro 5) 1.6 HDi met partikelfilter. Fiscale en andere voordelen Beschikbaar als berline en break is de 308 gekend als één van de ruimste wagens in zijn segment en is het een auto die niet enkel omwille van zijn gelauwerde wegligging uitstekende fleet-opportuniteiten biedt. Waarbij we het dan – specifiek voor de 1.6 eHDi niet zozeer over zijn absolute CO2-records en daaruit voorvloeiende milieu-, taxatie- en het brandstofprijsvoordeel wil-

len hebben. Zakelijke veelrijders hebben recht op een hoogstaand veiligheidsniveau. Iets waarmee ook de vernieuwde 308 voortreffelijk scoort. Knappe rijeigenschappen De bijzonder snelle, trillingsvrije- en geluidscomfortabele herstarts zullen blijvend imponeren waardoor start/stop een aan te raden hulpmiddel werd om de brandstofrekening van

de bedrijfsvloot comfortabel en zonder inboeten van prestatiewaarden te drukken. Voor de fleetrijder biedt deze 308 naast zijn voorbeeldige rijeigenschappen, het lichtrijke en royale interieur, de hoogstaande veiligheid en de voor dit segment onklopbaar gunstige CO2-uitstoot en brandstofzuinige e-HDi techniek, een telematica-aanbod die een hedendaagse fleetwagen volstrekt waardig is. F.B.

De Peugeot 308 e-HDi levert binnen dit populaire fleetsegment milieu- en taxatievoordelen op waar een vlootverantwoordelijke moeilijk naast kan kijken.

FLEETBALANS De nieuwe 308 zal ook in e-HDi gedaante zijn reputaties op het gebied van weggedrag en rijplezier staande houden. Tezelfdertijd wordt dit een nieuwe referentie op het gebied van milieuvriendelijkheid en brandstofzuinigheid. Dat levert een milieu- en taxatievoordeel op waar een fleetmanager niet omheen kan (90% fiscale aftrekbaarheid). De 308 e-HDi stoot amper 104 g/km CO2 uit (berline 1.6 e-HDi FAP BMP6).

PEUGEOT 308 1.6 E-HDI Prijs zonder BTW: 18.305 EUR Koppel: 285 Nm Verbruik : 4,3 l/100km Kofferruimte: 430 l CO2-uitstoot : 104 g/km (weldra 98 g/km) Fiscale aftrekbaarheid: 90%

Kia Picanto: een karaktervol bakje Kia maakt sinds 2004 deel uit van het segment van de kleine stadswagens, met name toen de Picanto gelanceerd werd. De vorige generatie van 2007 had enkel een facelift gekregen. De wagen draait dus al 7 jaar commercieel mee. En dat is niet eenvoudig, aangezien het model op een bescheiden 14de plaats staat in de verkoopscijfers binnen het A-segment, met amper 3% marktaandeel terwijl dit in 2006 nog 6% bedroeg. Kortom, hoog tijd voor vernieuwing! Benzine boven In tegenstelling tot zijn voorganger heeft de nieuwe Picanto geen enkele dieselversie in haar gamma. Dat is geen ramp, aangezien de nieuwe 3 cilinder motor met 998cc slechts 4,2l/100 km verbruikt (95 g CO2/km). Dit verrassende resultaat in gebruikskost

is enerzijds te danken aan het start/stop systeem, nu standaard aanwezig op elke Picanto, en de intelligente alternator (voor energierecuperatie), en anderzijds aan de lage rolweerstandsbanden. Bovendien zijn de kostprijs voor mechanische herstellingen en voor banden aanzienlijk verlaagd. Modern en dynamisch De wagen is nu iets breder

(+6cm) en heeft een langere bodemplaat (+15mm), wat de inzittende aan boord extra ruimte geeft en waardoor het volume van de koffer met 27% is toegenomen tot een mooie 200 liter. De nieuwe Picanto, als 3- of als 5-deurs verkrijgbaar, is ook opvallend veranderd van design. Hij ziet er nu zowel modern als dynamisch uit en kan daarmee zijn traditionele imago van kleine stadswagen zeker waarmaken! F. D. B.

De nieuwe Picanto stijgt in het Kia-gamma door een knap design en de massa beschikbare snufjes.

FLEETBALANS De sexy look geeft aan deze kleine Koreaan eerder de allure van een Fiat 500 of een Toyota Aygo dan van zijn Aziatische concurrenten zoals de Suzuki Alto of de Hyundai i10. Hij boekt duidelijk vooruitgang in zijn segment, onder meer te merken aan de talloze snufjes: LED lichten, automatische airco, elektrisch inklapbare zijspiegels, handsfree sleutel, Bluetooth interface, airbag voor de romp, ESP en zelfs… een verwarmd stuur. Zelden gezien bij zulke kleine stadswagens in dit segment. KIA PICANTO 1.0 LOUNGE Prijs zonder BTW: 8.050 EUR Maximum koppel: 95 Nm Verbruik : 4,2 l/100 km Kofferruimte: 200 l Emissions CO2 : 95 g/km Fiscale aftrekbaarheid: 90%

47


AUTO

ECOTECHNOLOGIE

Toyota blijft hybride weg bewandelen Sinds de Prius-introductie in 1997 blijft Toyota (Lexus) dominant in het ontwikkelen, optimaliseren, produceren en verkopen van hybride auto’s. Wat niet wil zeggen dat ‘s werelds grootste autobouwer het geloof in puur elektrische of brandstofcelaangedreven voertuigen laat varen.

D

e Prius heeft de elektrisch geassisteerde benzineaandrijving tot moderne autopraxis verheven. Het woord “hybride” werd dankzij die Prius een begrip in automiddens. Een stormvloed van deels door “amperage” gedreven auto’s pronkt vandaag op de bühne. Analisten voorspellen in 3 jaar een jaarproductie van meer dan 2 miljoen stuks van dergelijk elektrisch geassisteerde mobielen. Niet inbegrepen daarin zijn de met energie recupererende technieken of Stop/Start bedachte voertuigen.

Bestaande technieken Het streven naar een maximale en betaalbare energiebenutting levert Toyota intussen een roemrijk technologisch chapiter op. Duidelijk

is dat de uiteindelijke resultaten daarvan mijlen verder reiken dan wat de vandaag gevoerde-, deels elektrische ofwel hybridestrategie tentoonspreidt. Met behulp van bestaande technieken blijft de verbrandingsmotor zich immers verder optimaliseren, worden elektrische motoren efficiënter en betrouwbaarder, ontstaan krachtiger en sneller rekenende stuurcomputers, ontwikkelen zich nog fijner besnaarde power-split applicaties en rijpt de zwakke schakel in het complete elektrische autoverhaal: de batterij. Anders gezegd, ervaringrijke hybridepraxis leidt bij Toyota tot proefondervindelijk geoptimaliseerde, elektrische aandrijfplatformen, die na verloop van tijd een eigen leven zullen leiden, bevrijd van de olie-

consumerende verbrandingsmotor.

Toyota Hybrid Synergy Drive® Toyota omschrijft zijn elektrificatiestrategie met Toyota Hybrid Synergy Drive®. Wat meer inhoudt dan het bijschaven van de modulaire HSD technologie waarmee een aanstormende generatie Plugin Hybrides zal uitgerust zijn. HSD® is ook welkom in puur Elektrische Voertuigen (EV) en Fuel Cell Hybrid Vehicles (FCHV). De full hybrids van Toyota zullen (nog) properder en zuiniger worden, in stadsverkeer louter elektrisch rijden en buiten de stad full hybrid rijden. Maar Toyota zal ook EV’s bouwen die enkel in de stad en voor korte afstand inzetbaar zijn. Voor lange afstand zal – jawel, ook Toyota – de

Toyota Hybrid Synergy Drive® staat o.m. voor modulaire HSD technologie bestemd voor toepassing in Plug-in Hybrids (PHV), Elektrische (EV) en Fuel Cell Hybrid-voertuigen (FCHV).

48

brandstofcel hanteren. Tegen 2020 zal van alle Toyota en Lexus modellen minstens één full hybrid versie beschikbaar zijn. En wat met de batterijen? In 2009 richtte Toyota een centrum op voor batterijonderzoek. Samenwerking met de Kyoto Universiteit levert nieuwe accu’s op die het liion prestatieniveau ruim overtreffen: metal-air electrochemisch, zo klinkt het. Ook de Power Control Units (PCU) en remgeneratieve energierecuperatie zijn het onderwerp van intens Toyotaonderzoek. Dat leidt o.m. tot met 30% afgenomen dimensies bij 200% gestegen vermogendensiteit. Compacter, minder in gewicht, eenvoudig te installeren en eens zo straf in de prestaties dus. Ferre BEYENS



AUTO

STIJN BLANCKAERT, CITROËN BUSINESS

Met DS-lijn het premium segment tegemoet Sinds een tweetal jaar is Citroën aan een opvallend trendy productoffensief bezig. Nieuwste telg is de Citroën DS4 die zopas tijdens een Fleet Conventie in Brussel aan het fleetpubliek werd voorgesteld. Aan ambities heeft Stijn Blanckaert, Fleet Manager van Citroën Business Belux, geen gebrek.

H

oegenaamd niet”, lacht hij. “2011 is voor ons een belangrijk jaar. Het is het eerste volledige jaar van de nieuwe Citroën DS3 en tegelijk ook het jaar waarin wij DS4 op de markt brengen en DS5 voorstellen, respectievelijk de tweede en derde telg uit ons DSgamma. We leveren dit jaar ook als eerste constructeur een reeks elektrische C-Zero modellen aan onze klanten en we lanceren e-Touch en Citroën Multicity, Citroëns bijdrage tot een grotere mobiliteit. De B2Bverkoop van de nieuwe C4 is daarenboven goed gestart en vooral de op het fleetcliënteel gerichte Business-versies vallen in de smaak.”

S. Blanckaert : “DS4 zal ons toelaten onze plaats te vinden in het premium middenklassesegment. DS4 staat voor persoonlijkheid, raffinement, luxe en individualisme, met respect voor het milieu en de veiligheid. Met DS4 tonen we dat we qua afwerkingskwaliteit, uitrusting en prestaties niet moeten onderdoen voor de andere premium constructeurs die in dit segment actief zijn.”

Jullie hebben net de jaarlijkse Fleet Conventie georganiseerd met als speerpunt de DS4. Waarom organiseren jullie zo’n conventie? S. Blanckaert : “Sinds vele jaren organiseren wij bij de lancering van een nieuwe wagen een evenement waarbij we door middel van een show, cocktail en lunch aan onze relaties en klanten de mogelijkheid bieden ons nieuwste product in avant-première te ontdekken. We vinden het belang-

■ Wordt de DS lijn gesmaakt door het professionele publiek? S. Blanckaert : “Met DS3 zijn we er alvast in geslaagd om onze eigen verwachtingen te overtreffen. De verkoopscijfers in België zijn uitzonderlijk goed. En ook de eerste reacties op onze nieuwe DS4 doen wat dat betreft het beste verhopen. Met DS4 richten we ons op bestuurders die voor hun firmawagen op zoek zijn naar een sportief gelijnde, sexy en kwalitatief afge-

rijk dat onze grote fleetklanten en leasingmaatschappijen de kans krijgen onze nieuwe wagens in optimale omstandigheden te leren kennen.” ■ Hoe belangrijk is de DS4 voor Citroën?

werkte wagen met een uiterst volledige uitrusting in dit segment.”

■ Naast personenwagens zijn jullie gespecialiseerd in bedrijfsvoertuigen. Wat verwachten jullie daarvan dit jaar? S. Blanckaert : “De markt van de bedrijfsvoertuigen is voor Citroën traditioneel erg belangrijk. Al vele jaren staan wij aan de absolute top qua inschrijvingen van lichte bedrijfswagens. 2011 is een jaar zonder nieuwe modellen. Het zal zeker niet ons makkelijkste jaar zijn, temeer daar de concurrentie erg agressief is en het winnen of verliezen van één grote deal in de bedrijfswagenmarkt al snel een duidelijk verschil kan maken in marktaandeel.” ■ Mocht je geen fleet manager van Citroën zijn, wat zou je dan willen doen? S. Blanckaert : “Hoewel ik mijn huidige job nog steeds erg boeiend vind zou de functie van Pers- en PR-verantwoordelijke, aansluitend op mijn studies en interesse zeker iets voor mij zijn.”

Steven SCHOEFS

VAN 20 NAAR 22 BUSINESS CENTERS ?

Fleet Manager Stijn Blanckaert van Citroën overtreft met de sexy DS-lijn de stoute verwachtingen, ook in fleet.

50

“Momenteel staan onze 20 Citroën Business Centers in voor 50% van de fleetverkopen van het dealernet, dat in totaal uit 89 concessies bestaat. Het is niet de bedoeling het aantal Citroën Business Centers nog aanzienlijk op te drijven. We hebben vandaag al een mooie nationale dekking, en bovendien vraagt dit concept de nodige investeringen van de concessiehouder die ook over voldoende potentieel in zijn regio moet beschikken om dit op een rendabele manier te kunnen doen. Ik schat dat er tegen eind 2011 nog een tweetal extra Citroën Business Centers zullen bijkomen, waarmee de dekking zo goed als volledig zal zijn.”




Turn static files into dynamic content formats.

Create a flipbook
Issuu converts static files into: digital portfolios, online yearbooks, online catalogs, digital photo albums and more. Sign up and create your flipbook.